Bulletin van de Oudheidkundige Kring “De Vier Ambachten”
30e jaargang (2011), aflevering nr. 3. 1
Het BULLETIN is een uitgave van de Oudheidkundige Kring ‘De Vier Ambachten’. REDACTIECOMMISSIE Drs. W.M. Verschraegen (voorzitter-secretaris) R.G.A. van den Elshout Dr. J.H.J. de Kort Het Bulletin van de Oudheidkundige Kring ‘De Vier Ambachten’ is een uitgave die driemaal per jaar verschijnt en die bestemd is voor de leden van de Oudheidkundige Kring ‘De Vier Ambachten’ en voor anderen die belangstelling tonen in de volkskunde, de taalkunde en de oudheidkunde, kortom: in de geschiedenis en haar hulpwetenschappen van Oostelijk Zeeuws-Vlaanderen (voornamelijk de vroegere Vier Ambachten en het Land van Saeftinghe). Het Bulletin wil genoemde terreinen op een zowel informatieve als educatieve wijze onder de aandacht van zijn lezers brengen. Daarnaast wil het Bulletin fungeren als een forum voor zijn lezers om wederwaardigheden, vragen en bevindingen op genoemde terreinen d.m.v. het geschreven woord onder de aandacht te brengen. Voor het publiceren van artikelen, mededelingen, vragen, bijdragen e.d. voor het Bulletin (of artikelen voor het Jaarboek van de Oudheidkundige Kring ‘De Vier Ambachten’), wende men zich tot de secretaris van de Redactiecommissie: Drs. W.M. Verschraegen, Schoolstraat 10B, 4576 AB Koewacht, telefoon: 0114-720146, e-mail:
[email protected] . Kopij bestemd voor het Bulletin dient uitgetypt, zo mogelijk digitaal, te worden ingezonden. Voor artikelen bestemd voor het Jaarboek neme men eerst contact op met de secretaris.
INHOUDSOPGAVE Van de Redactie ........................................................................................................................................................................................................................................................ 3 Van het Bestuur ...................................................................................................................................................................................................................................................... 4 Van de Excursiecommissie ......................................................................................................................................................................................................................... 6 Van de Bibliotheekcommissie ................................................................................................................................................................................................................ 7 Van de Stichting Museum ‘De Vier Ambachten’ ......................................................................................................................................................... 7 Van de Werkgroep Archeologie ......................................................................................................................................................................................................... 8 Van de Werkgroep Genealogie ....................................................................................................................................................................................................... 10 Monumentendag, zondag 11 mei 1662 ............................................................................................................................................................................... 10 Rederijkers in Zeeland ................................................................................................................................................................................................................................. 11 Immaterieel erfgoed ........................................................................................................................................................................................................................................ 12 Keuredag 2011 .................................................................................................................................................................................................................................................... 15 Boogschieten in (Zeeuws-)Vlaanderen .................................................................................................................................................................................. 16 Colofon Oudheidkundige Kring “De Vier Ambachten” ................................................................................................................................. 18 Advertentiepagina .............................................................................................................................................................................................................................................. 19
Foto omslag voorzijde: Het dertiende-eeuwse schip dat bij de opgravingen in de Bierkaai is ontdekt (Foto Eddy Verschraegen) Foto omslag achterzijde: Boldersgilde Hulst in de Dubbele Arend (‘De Vier Ambachten’) 2
Hulster Ambacht verlaten. Op 6 augustus is de couffre in Kloosterzande losgemaakt en op transport gesteld naar Wachtebeke. Tijdens de Keuredag op 14 augustus in Wachtebeke is de couffre overgedragen, waarbij het Hulster Ambacht, in aanwezigheid van keizer Karel V, werd gedaagd wegens grove nalatigheid: de couffre is twee jaar te laat overgedragen. Wij brengen een verslag van deze gebeurtenissen in de vorm van een fotocollage. In een artikel over immaterieel erfgoed krijgt u achtergrondinformatie over een aantal gebruiken die reeds zijn verdwenen of sterk teruglopen en waarvan wij vinden dat ze behoren tot het immaterieel erfgoed uit onze regio. In dit kader hebben we ook een artikel geplaatst over het boogschieten in (Zeeuws-)Vlaanderen met de benamingen in het Vlaams. Heeft u belangstelling voor de Rederijkers in Zeeland en wilt u meehelpen aan een onderzoek over dit onderwerp? Meld u aan! In 1662 bezocht ene Hinlopen Hulst en deed daar verslag van. U leest het in een artikeltje van Jan de Kort. Bij het verschijnen van dit Bulletin zal het Jaarboek 2011 reeds in druk zijn gegeven. De presentatie zal op zaterdagmiddag 26 november in ‘De Lieve’ in Hulst zijn met inleidingen door de auteurs. Als u een half uurtje eerder komt kunt ook nog genieten van het - speciaal voor deze gelegenheid - carillonspel met stukken uit de negentiende eeuw, waarover een van de artikelen in het Jaarboek gaat. U kunt uw exemplaar dan ophalen. Wij willen ieder lid daartoe oproepen; het bespaart de OHK niet alleen portokosten, maar u kunt ook meteen gaan genieten van mooie en interessante artikelen. Leest u het allemaal eens rustig in dit nummer. Wij wensen u veel leesplezier.
Van de Redactie Met dit Bulletin willen we u weer op de hoogte brengen van de activiteiten en plannen van onze Oudheidkundige Kring. In de rubriek ‘Van het Bestuur’ doet onze voorzitter een oproep aan de bestuurders van de gemeente Hulst om toch vooral zorgvuldig om te gaan met de geschiedenis. Naar de mening van het bestuur is het de hoogste tijd om een totaalplan op te stellen hoe in de toekomst om te gaan met de bibliotheken van de gemeente en de OHK, de archieven van beide instanties, het museum en de archeologische vondsten. Vooral de archeologische vondsten in de Bierkaai hebben in de afgelopen periode veel aandacht gekregen in de media. Wij hebben daarom voor de tweede achtereenvolgende keer gekozen om een foto van een van de vondsten als cover voor dit Bulletin te nemen. Na de bruggen zijn nu ook twee (delen van) schepen uit de dertiende en veertiende eeuw ontdekt. Iedere stad zou geweldig gelukkig zijn met dergelijke vondsten en proberen deze op toeristisch gebied in te zetten. Ook Hulst zou dit moeten doen! De Werkgroep Archeologie doet ook nu weer verslag van de activiteiten in de Bierkaai. Binnenkort gaat de Werkgroep Genealogie van start met een inloopmiddag. Als u bezig bent of plannen heeft om aan stamboomonderzoek te doen, kom langs, u krijgt van ervaren mensen op dit gebied deskundig advies. In het museum loopt de tweede tijdelijke tentoonstelling alweer bijna op een eindje. (Groot)ouders hebben nog tot 6 november de tijd om met de (klein)kinderen een kijkje te komen nemen en te genieten van een beetje nostalgie uit de tijd van Pit en Mit. De reislustigen hebben een bezoek gebracht aan Fort Liefkenshoek en Gaverland en hebben in Watervliet niet alleen kunnen genieten van de strapatsen van paster Sies, maar zullen ook verbaasd zijn geweest over de geschiedenis van dit dorp, waarvoor ooit grootse plannen zijn gemaakt en waarvan alleen een stukje ‘kathedraal’ is gerealiseerd. Het Janseniusjaar is in Gent afgesloten met een viering in de St.-Baafs, opgeluisterd door de Hulster Cantorij der Basiliek, gevolgd door een rondleiding in de St.-Baafs en de stad Gent. De Privilegiëncouffre heeft na vier jaar het
De baljuws van De Vier Ambachten 3
Van het Bestuur
Wij pleiten voor het behoud van de archieven in Hulst en Aardenburg, in de directe nabijheid van de musea in deze plaatsen. Het zal de aantrekkingskracht van beide plaatsen ten goede komen. Immers, West- en Oost-Zeeuws-Vlaanderen moeten het van hun historische sites hebben willen ze voor toeristen aantrekkelijk blijven. Een stelling die bij de opening van de Monumentendagen in september jl. door alle inleiders werd onderstreept. Bijvoorbeeld door Ed Peerbolte, projectmanager recreatie en toerisme bij de NV Economische Impuls Zeeland: “Zeeland kan geld verdienen met cultuurhistorie, maar dan moeten politiek en bedrijfsleven durven investeren in het beleefbaar maken ervan”. Archieftoerisme schept kansen, waarmee geld te verdienen is! Door deze cultuurhistorische schatten te willen centraliseren in Terneuzen wordt Hulst en Aardenburg een belangrijke toeristische kans ontnomen. De archieven, onvervangbaar historisch erfgoed, moeten zo dicht mogelijk bij de burger en bij de plaats waar ze zijn ontstaan bewaard worden. De Heemkundige Kring West-Zeeuws-Vlaanderen en de Oudheidkundige Kring ‘De Vier Ambachten’ zijn om genoemde redenen er niet voor om hun archieven en bibliotheek in een regionaal archief onder te brengen. Wij pleiten bij onze gemeente voor een onderzoek om alle historische links in Hulst, zo mogelijk in de Steenstraat, te centraliseren in de stad, zodat toeristen en bezoekers alles op zeer korte afstand bij elkaar kunnen vinden: archieven en bibliotheken van gemeente en Oudheidkundige Kring, museum, VVV en expositie van archeologische vondsten. Kortom, we dienen onze geschiedenis tot speerpunt van het toerisme te maken. Hulst heeft goud in handen! De gemeenteraad beslist op 10 november welke weg wordt ingeslagen. We blijven met andere verenigingen en instanties op de bres staan voor het behoud van ónze historische sites en ónze archieven. U toch ook?
Is Hulst zijn geschiedenis moe? Elke historische stad zou zich in de handen wrijven met een opgegraven kademuur zoals aan de kop van de Vismarkt en in de Bierkaai. Zo’n historische vondst biedt extra mogelijkheden om Hulst toeristisch aantrekkelijker te maken. Dat is belangrijk. Wil Hulst in de toekomst aantrekkelijk blijven voor toeristen, dan moet de stad zijn historische sites uitbuiten. Die historische sites zijn immers uniek en als zodanig van economisch belang. Van de kademuur blijft slechts een deel bewaard. Samen met enkele natuurstenen trappen zullen ze boven het water in de kade uitsteken. Veel is dan verdwenen. Ook de archieven dreigen uit Hulst en Sluis te verdwijnen nu het plan is opgevat om ‘onze bronnen’ voortaan in Terneuzen onder te brengen. Een onzalige gedachte, geboren uit onbekendheid met de betekenis van het archief en met de belangrijkheid van het oudarchief voor de eigen inwoners en belangstellenden van buiten. Zo raadplegen inwoners graag het rijke archief in Hulst. Zij zijn geïnteresseerd in hun familiegeschiedenis of tonen grote historische belangstelling voor onderwerpen uit het verleden van de stad en willen zelf met de bronnen kennismaken. Het vergroot het historisch besef. In die zin heeft een archief een grote educatieve waarde. Behalve een educatieve waarde hebben onze archieven ook wetenschappelijke betekenis. Ze herbergen bijvoorbeeld charters, kaarten, justitieverslagen, weesboeken, resolutieboeken enzovoorts van eeuwen her. De archieven van Hulst en Aardenburg zijn de rijkste archieven van onze provincie. Bovendien zijn ze ook interessant voor onze zuiderburen en daarmee hebben ze een sterk grensoverschrijdend karakter. In Hulst wordt het archief verantwoord bewaard. Het archief van Sluis kan na enige aanpassing van de behuizing verantwoord bewaard worden in het voormalige gemeentehuis van Aardenburg. Met het verdwijnen van de archieven zal het regionaal historisch onderzoek volledig stil vallen. De vele vrijwilligers die de archieven onderzoeken en toegankelijk maken voor derden zien er van af hun werk in Terneuzen voort te zetten.
Dr. J. de Kort, voorzitter van de Oudheidkundige Kring ‘De Vier Ambachten’ Hulst.
4
Jaarboek/Everingenboek
Winterprogramma 2011
Met de Gemeente (archivaris), Vrienden van het Archief en de Werkgroep Archeologie is overleg gevoerd over de publicatie van een Everingenboek in de vorm van een jaarboek van de OHK. Vastgesteld werd dat de opvattingen over het uitgeven daarvan zodanig divergeren dat besloten is om van verdere samenwerking af te zien en dat een evt. Everingenboek niet als jaarboek van de OHK zal verschijnen.
Donderdag 20 oktober 2011 Marc Buise: ‘Het Verdronken Land van Saeftinghe, een verkenning’. Tijd: 19.30 uur. Plaats: Café Het Verdronken Land (Emmadorp). I.v.m. de beperkte ruimte, kunnen maar maximaal 45 personen de lezing bijwonen en is deze lezing uitsluitend voor leden toegankelijk. Belangstellenden dienen zich aan te melden via email (
[email protected]) of telefonisch: 0114-720146.
Afsluiting Janseniusviering
Zaterdag 26 november 2011 Presentatie Jaarboek 2011. Tijd: 15.00 uur. Plaats: De Lieve (Hulst). De vijf auteurs van het Jaarboek zullen hun artikel presenteren. Voorafgaande aan de presentatie zal het carillon worden bespeeld en zullen stukken ten gehore worden gebracht uit de negentiende eeuw, waarover een van de artikelen uit het Jaarboek gaat. Na afloop kunnen de leden hun Jaarboek 2011 meenemen. Dinsdag 6 december 2011 Filmavond: ‘De vlasbewerking vanaf ca. 1920 tot heden’ (ca. 70 minuten) en ‘Trekpaarden’ (ca. 30 minuten) door Frits Goethals. Tijd: 19.30 uur. Plaats: De Vlaschaard (Koewacht). Toegang voor leden gratis. Niet leden betalen € 5,-. U krijgt een gratis kopje koffie of thee aangeboden.
Het portret van Jansenius dat tijdens de mis was opgesteld naast het altaar (Foto: Eddy Kroes) Het bestuur en de leden van de Oudheidkundige Kring waren voor zondag 29 mei uitgenodigd door het bisdom Gent voor een H. Mis in de Sint-Baafskathedraal ter afsluiting van de Janseniusherdenking. De mis werd gecelebreerd door de kanunnik van de kathedraal, Ludo Collin, met medewerking van de Koorstichting Cantorij der Basiliek uit Hulst. Na afloop van de mis werden de aanwezige bezoekers in drie groepen verdeeld en kregen we een rondleiding in de kathedraal, met uiteraard een bezoek aan de plaatsen die aan Jansenius herinneren. Met het mooie weer van die dag kon iedereen ook nog genieten van de lunch in de zon, om vervolgens nog een rondleiding mee te maken onder leiding van onze gidsen in de groep. Een leuke afsluiting van de herdenking van het vijfhonderdste geboortejaar van Cornelius Jansenius. 5
Van de Excursiecommissie Fort Liefkenshoek en Gaverland (zaterdag 7 mei, ZM 111) Met een aangeboden steun van de EU heeft de stichting van het Fort Liefkenshoek een gedegen restauratie kunnen uitvoeren. Zo nabij Hulst gelegen en in de geschiedenis daarmee intens verweven, was het ons bezoek meer dan waard. Bovendien konden we er vanaf de omwalling genieten van het uitzicht en kijken naar de levende bedrijvigheid van de haven van Antwerpen. In de gebouwen binnen het fort, hersteld naar de tijd van de Napoleontische bezetting, konden we de hele historie van dit fort nalopen.
Watervliet (woensdag 18 juni, WM112) Die middag waren wij te gast bij ‘pastoor’ Sommerviele , ofwel pastor Sies te Watervliet. Hij was een karakteristieke dorpspastor voor het gewone volk, uit de vorige eeuw, met een goed en ondeugend hart.
En zo gebeurde het, dat . . . (Foto: E. Kroes) Als notabele stond hij midden in het leven van deze afgelegen kleine plattelandsgemeente. Hij had daarmee een vrijheid en kon zich volkse zaken veroorloven die elders, door het in die tijd opgelegde stijve gezag, niet mogelijk waren. De meesten van ons konden zich die tijd nog herinneren. De verhalen daarover, deels onder het genot van een ‘sieske’, deed onze lachspieren goed loskomen. Al met al was het voor iedereen een aangename en leuke middag.
De uitleg over de restauratie van het fort (Foto: E. Kroes) Daarna was het een even ingetogen toeven in de in de streek bekende en druk bezochte kaarsenkapel van Gaverland. Pastoor van der Heijden trachtte dit stille verwijlen te begeleiden met passend stemmige tonen uit het oude Spaanse orgeltje. Dat viel tegen. De horizontale pijpen produceerden een geluid dat meer op snerpen geleek.
Twee verhalenvertellers bij elkaar (Foto: Gerrie van Eden)
6
Van de Bibliotheekcommissie bond van Zeeuwsch-Vlaanderen O.D., Hulst 1904. - H.A. van Dalsum, De Kamercandidatuur van H.A. van Dalsum voor het district Hontenisse, Hulst 1909. - H. A. van Dalsum, Het einde van de Volkswil, Hulst 1915. - H. A. van Dalsum, Schets van een Natuurrecht, Hulst, 1922. - G. Paijsen Petersen, Tijl Uilenspiegel’s Jongensjaren (bij de Schildburgers), Bussum 1908. (Het boek bevat een opdracht van Hendrik van Dalsum aan H. den Engelsman bij diens bezoek aan Hendrik van Dalsum op zondag 17 mei 1914. De Middelburgse dichter was een bewonderaar van Van Dalsum en publiceerde in De Volkswil). De Kring ontving de gebruikelijke tijdschriften en bladen van heemkundige kringen in Oostvlaanderen Zeeuws-Vlaanderen en van de overkant.
Door de goede zorgen van onze bibliothecaresse, mevr. Ria Sponselee-van Geertrui, wordt momenteel een doorstart gemaakt van de digitalisering van onze bibliotheek. U kunt onze (nog niet volledige) catalogus raadplegen via de website www. devierambachten.nl. Met grote dank aan de schenkers mochten wij dit voorjaar opnieuw waardevolle boeken ontvangen: • Mr. H. de Jonge: G. Dorn Scheiffen, Grammatica Latina in scholarum usum, Zutphaniae 1822. • Mevr. I. Collet-Bauwens, collectie verzamelde werken van Joost van den Vondel. • Mevr. T. Gielen schonk aan ons Van Dalsumarchief: - H. A. van Dalsum, Het geheim des tijds, Hulst 1918. - H. A. van Dalsum, Rondom Pactcontract II. Het Kroondomein, Hulst 1905. - H. A. van Dalsum, Pachtcontract. Proeve van een program voor den R.K. Boeren-
Van de Stichting Museum ‘De Vier ambachten’ Intussen is de tweede wisseltentoonstelling van dit seizoen door ons bestuurslid Edy Bogaert geopend. ‘Van Pit en Mit’ is een tentoonstelling van allerlei nostalgische gebruiksvoorwerpen uit de vorige eeuw. Die voorwerpen zijn veelal nog goed herkenbaar, maar hebben het veld moeten ruimen voor meer hedendaagse spullen. Zeker de moeite waard; komt u nog eens kijken! Net als de vorige tentoonstelling ‘Sluizen meer dan Afvoerbuizen’, wordt ook deze laatste erg druk bezocht. Hoewel we dit jaar maar twee tentoonstellingen zullen organiseren en we ook geen gesubsidieerde schoolbezoeken hebben, ziet het ernaar uit, dat het aantal bezoekers ongeveer gelijk zal zijn aan dat van het vorige seizoen. In het vorige Bulletin meldden wij u al dat ons museum blijft kampen met een groot probleem. Gedurende het museumseizoen zijn wij zeven dagen per week van 14.00 tot 17.00 uur geopend. Al die tijd zijn er twee vrijwillige toezichthouders aanwezig. Zo nu en dan haakt er een toezichthouder af vanwege hoge leeftijd, ziekte of verhuizing. Deze mensen geven stuk voor stuk aan dat zij het jammer vinden door omstandigheden niet meer te kunnen toezicht
De opening van de tentoonstelling door Edy Bogaert (Foto: Eddy Kroes) houden. Zo’n middag toezicht houden is namelijk best gezellig: veel bezoekers maken een praatje, stellen vragen of hebben soms zelf ook nog iets te vertellen over de collectie. Heeft u nog wat tijd over, laat ons dat even weten. (René van den Elshout) 7
Van de Werkgroep Archeologie De ‘Oude Bierkaai’
Dat Hulst als vestingstad in het verleden heel wat te verduren heeft gehad, werd bewezen door het vinden van vele musketkogels en bijna even zo vele kanonskogels van diverse kalibers. Deze lagen soms tussen de funderingen van de huizen, maar vooral toch in de vulling van de haven, waar ze waarschijnlijk tijdens de vele beschietingen terecht waren gekomen. En behalve de scherven van minstens één ontplofte mortier, werd ook een nog niet geëxplodeerd exemplaar uit de modder gevist.
De activiteiten van de werkgroep hebben begrijpelijkerwijze de voorbije maanden vooral bestaan uit het assisteren van de archeologen van Arcadis die immers al geruime tijd werkzaam zijn op het terrein van de ‘Oude Bierkaai’. Dit betreft - zoals bekend - het onderzoeken van de voormalige havenbedding en de bewoningsresten op beide oevers.
Die leden van de werkgroep die in het bezit zijn van een metaaldetector waren tevens regelmatig op de stortplaats aan de Hogeweg aanwezig om in de daar gedeponeerde grond te zoeken naar metalen voorwerpen en ook dat leverde vele interessante vondsten op. Vervelend was wel dat menig buitenstaander pogingen ondernam om daar ook ‘een graantje’ mee te pikken en er dus regelmatig op gewezen moest worden dat nog voor de opgraving begon, met de Gemeente en de uitvoerder was afgesproken dat alleen leden van de werkgroep - na zich gelegitimeerd te hebben - toegang tot de stortplaats hadden. Dit om de te verwachten schatgraverij te voorkomen. Het overgrote deel van het vondstenmateriaal is ondertussen al door de wasploeg van modder en beerresten ontdaan en per vondstnummer opgeslagen in onze werkruimte in het ‘s Landshuys. Zodra de laatste zakken met potscherven, botresten en glaswerk aangeleverd, gewassen en gedroogd zijn, kan het verwerken van al dat materiaal beginnen. En wellicht blijft er daarna ook nog wat tijd over om enkele ‘topstukken’ te restaureren en tentoon te stellen.
Een deel van de oude kademuur (Foto: Eddy Verschraegen) Zoals in dit soort gevallen gebruikelijk is, werden door onze leden weer heel wat funderingen uitgegraven en vele beerbakken en waterputten onderzocht. En behalve het terugvinden van delen van de Steenbrugghe en de Visbrugh was het zonder meer fascinerend in de loop van de afgelopen weken een groot deel van de oude kademuren weer aan het daglicht te zien komen. Zelfs een trap van grote blokken zandsteen die het vroeger mogelijk had gemaakt om vanaf de kade naar het lager gelegen water (of de aangemeerde schepen) te komen, kwam bij dit onderzoek te voorschijn. Ook werd vrij veel goed geconserveerd houtwerk in de vorm van forse, aangepunte palen in de modder terug gevonden. Het betrof dan zowel restanten van beschoeiingen als van funderingen van huizen die indertijd op de ietwat instabiele oevers gebouwd waren. Heel uitzonderlijk was het vinden van een kuil waarin behalve een zandstenen vijzel ook enkele kruiken met duidelijke zorg waren neergezet en vervolgens afgedekt. Wie dit ooit gedaan heeft - en waarom - zal zeer waarschijnlijk nooit meer achterhaald kunnen worden.
Houten paalfundering (Foto: Eddy Verschraegen) 8
En dan toch nog een ‘boot’ Op een vrijdagmiddag, kort voor het werk er voor die week weer op zat, attendeerde een van onze leden de archeologen er op dat het houtwerk, dat hij op dat ogenblik van modder aan het ontdoen was, toch wel een bijzondere vorm had. Misschien speelde ook hier ‘de wens is de vader van de gedachte’ mee, maar ieder die er bij was, dacht inderdaad al heel snel aan de resten van een vaartuig. De maandag daarop werd met vereende krachten het houtwerk verder blootgelegd. Dit was een hels karwei gezien de diepte waarin gewerkt moest worden en bovendien werd het werk nog bemoeilijkt door de aanwezigheid van talloze funderingspalen van een kort daarvoor gevonden 13e/14e eeuwse woning. Langzaam maar zeker werd duidelijk dat men inderdaad te doen had met een zeer oud vaartuig, mogelijk uit de13e eeuw. Dat het om een boot ging kon afgeleid worden uit de overnaads bevestigde planken, de pen-gat verbindingen en het nog in de naden aanwezige breeuwsel. Ook was vrij snel duidelijk dat het niet om een volledige, afgezonken boot ging, maar om een deel of delen van de romp die als beschoeiing waren gebruikt in de tijd van voor de bouw van de stenen kademuren.
Een deel van het dertiende-eeuwse schip dat als beschoeiing is gebruikt (Foto: Eddy Verschraegen) klei. Op het zo gewonnen terrein heeft men later een vrij grote woning gebouwd, die zelfs in de archieven van Hulst terug te vinden is i.v.m. het verlenen van een hypotheek. De geruime tijd later gebouwde stenen kades zijn weer enkele meters verder de geul in geplaatst, waardoor de haven zeker op deze plaats opnieuw enkele meters smaller werd. De houten beschoeiing was ondertussen door de druk van de opvullagen en het gewicht van het er direct achter gebouwde huis naar voren gedrukt en diverse staanders waren gebroken. Aangezien het een zeer oud vaartuig betreft zullen de resten vermoedelijk geborgen worden om verder onderzocht te worden. En of daarna conservering volgt, zal afhangen van het belang van de vondst en het prijskaartje dat aan het behoud gaat hangen.
De havengeul was oorspronkelijk veel breder dan de haven zoals die getekend is op de kaart uit 1560 van Jacob van Deventer. Vermoedelijk heeft men, o.a. om bouwgrond te winnen, in die geul de genoemde houten beschoeiingen geplaatst en de ruimte tussen deze bouwsels en de oorspronkelijke oever vol gestort met zand en
(Mark Zwartelé)
Een trap van grote blokken zandsteen om vanaf de kade naar het lager gelegen water (of de aangemeerde schepen) te komen. (Foto: Anton de Kort) 9
Van de Werkgroep Genealogie Vraagt u zich ook wel eens af wanneer uw grootvader geboren is? In wat voor een tijd hij leefde en wat er toen zoal gebeurde? Voor die mensen die er over denken om hun stamboom eens te gaan uitzoeken of voor diegenen die daar al mee bezig zijn, organiseert de Werkgroep Genealogie van onze Oudheidkundige Kring op zaterdag 3 december as. van 14 tot 16 uur een inloopmiddag. Deze middag wordt gehouden in De Lieve, Broodmarkt 1 in Hulst. Op deze inloopmiddag zullen een aantal experts van de Kring u te woord staan om u op weg, of als u dat al bent, verder te helpen. Zo zullen er, onder meer, specialisten zijn op het gebied van genealogie uit onze regio, oud schrift, wapenkunde, archiefonderzoek in Nederland en België en computergenealogie. Om 14 uur zal een korte inleiding gegeven worden over ‘hoe te beginnen met stamboomonderzoek’. Komt u ook, want wij hopen er met z’n allen een gezellige genealogische middag van te maken. Stamboom
(Ferrie Moubis)
Monumentendag, zondag 11 mei 1662 In Trajecta1, een tijdschrift voor Religie, Cultuur en Samenleving in de Nederlanden (Nijmegen/ Leuven) vroeg Gerrit Verhoeven (universiteit van Antwerpen) aandacht voor verslagen, dagboeken en aantekeningen van gereformeerde reizigers in de Zuidelijke Nederlanden tussen 1675 en 1750. In totaal zo’n 31 onuitgegeven documenten, afkomstig van rijke burgers, zoals rentmeesters, predikanten, ambtenaren en kooplieden uit Amsterdam, Leiden, Middelburg en Den Haag. Zij maakten reisjes naar het zuiden, niet zozeer voor ontspanning of om zakelijke redenen, maar ook uit nieuwsgierigheid naar ‘paepse ommegangen’, hoogmissen, processies, kloosters en andere uitingen van katholieke cultuur. Daar Hulst als reisdoel in de titel van een der verslagen werd vermeld, wekte dit dagboek als eerste mijn nieuwsgierigheid: wat had een heel jonge reiziger als Gerard Hinlopen zo’n driehonderdvijftig jaar geleden in onze omgeving waargenomen? Wat schreef deze toen achttienjarige jongeman, telg van een puissant
Bladzijde uit het dagboek van Hinlopen (Hs VIII 15_004 Universiteitsbibliotheek UvA Amsterdam)
1 Trajecta 18 (2009/2). 10
rijke familie uit Hoorn, over Hulst in zijn Reijse naar Brabant, Hulst in Vlaanderen, Zeelandt en Uijtrecht ?2 Ik moet u teleurstellen, het is niet het godsdienstig en maatschappelijk leven dat hem hier interesseerde. De ‘paepse religie’ was er immers verboden en de plaatselijke predikanten zullen hem bevestigd hebben in zijn overtuiging toen hij op zondag 11 mei de kerk bezocht. Nee, hij en zijn metgezellen bezochten Hulst als de korte tijd eerder overwonnen vestingstad (1645). Hoe kwam hij in Hulst en waarover spraken zij? Op de terugweg naar het noorden voer Hinlopen op 10 mei 1662 met zijn ‘jagtje’ vanuit Willebroek naar Antwerpen en toen het tij het toeliet naar Lillo, dat zij een bezoek brachten. Vandaar voer hij ‘de Hondt’ op en ging in de avond bij Fort St.-Anna, liggend onder de polder van Namen, ten anker. De volgende dag bezocht hij met zijn
gezelschap de schans en zette vervolgens koers naar het ‘Sas of Spuije’ van Hulst. Zij bezochten de twee schansen (Zandberg en Moerschans) en de twee redoutes (Grote en Kleine Raepe) ‘tot verstercking van dit Sas door een linie van communicatie aan elkanderen gegegt’. Zo wandelden ze over de Liniedijk naar Hulst, over wat professor Piet Lombaerde (architectuurwetenschappen Antwerpen) bij de opening van de Monumentendagen 2011 in Aardenburg noemde: “ een zeldzaam bewaard en uniek verdedigingswerk uit vroeger tijden, ‘ga daar ook zelf een keer wandelen’…”. Wat deden Hinlopen en zijn gezelschap verder in Hulst? Juist, ze bezichtigden de kerk, de stad en de wallen, zoals nu menigeen op monumentendag doet en keerden in de avond terug naar het ‘jagt’. Meer over Hulst noteerde de later beroemd geworden reiziger, schepen en vendrik van Hoorn niet.
2 Universiteitsbibliotheek Amsterdam, coll. Hs. VIII E 15 [1].
(Jan de Kort)
Rederijkers in Zeeland Voor het onderzoeksproject naar de rederijkerscultuur in Zeeland zijn we nog op zoek naar vrijwilligers die zouden willen helpen bij de volgende specifieke zaken. Voor zowel Hulst als Axel zoeken we een fotograaf en genealogen. De fotograaf zou de fragmenten in de stadsrekeningen, die betrekking hebben op de rederijkers, op foto moeten zetten. Deze foto’s komen in een databank van bronnenmateriaal met betrekking tot de rederijkers uit heel Zeeland. De genealogen zouden onderzoek moeten doen naar verschillende figuren die als rederijkers bekend staan, bijvoorbeeld in de registers van de transporten, de doop-, trouw-, begraafregisters, enz. Deze gegevens worden eveneens ondergebracht in een databank van Zeeuwse Rederijkers. Ook als u op een andere manier wenst deel te nemen aan het project bijvoorbeeld als transcriptor van rederijkersteksten, historisch onderzoeker of anderszins, mag u altijd contact opnemen. Als u geïnteresseerd bent, stuur een e-mail naar
[email protected].
De Vier Melcteelen
11
Immaterieel erfgoed In het voorgaande Bulletin hebben we u opgeroepen om verhalen van tradities en rituelen waarmee jullie zijn opgegroeid en die typisch voor de streek van de Vier Ambachten zijn, in te sturen. We hebben hierop een aantal leuke reacties gekregen. Een daarvan is het verhaal van mevrouw Stoele, 86 jaar. Zij heeft tot haar elfde jaar in Groenendijk gewoond en is toen naar Rotterdam gegaan. Ze weet zich echter nog heel veel typische tradities uit haar geboortestreek te herinneren.
dagen voor Aswoensdag als op de dag van de onnozele kinderen, 28 december. In Noord-Brabant werd het meestal op 21 december, de dag van Sint Thomas, gevierd. In deze streken wordt er ook gesproken van ‘iemand thomassen’.5 Osseweide
Sluiterkesdag Een eerste traditie die ze zich nog goed herinnert is die van sluiterkesdag, of eigenlijk de sluiterkesdagen. In onze streek werden er namelijk drie sluiterkesdagen gevierd, van zaterdag tot en met maandag voor Aswoensdag. Op sluiterkensdag mocht iemand worden buiten- of opgesloten. Het slachtoffer werd pas weer vrijgelaten wanneer hij of zij beloofd had te trakteren of iets te doen.3 Zaterdag voor carnaval werd in onze streek ook wel ‘vrouwkeszaterdag’ genoemd. Dan probeerden de kinderen de moeder op of buiten te sluiten. Ze werd pas weer vrijgelaten als ze beloofde wafels of oliebollen te bakken. De zondag daarop werd ‘meiskeszondag’ genoemd. Dan sloten de jongens de meisjes op om een afspraakje af te dwingen. De maandag daarna was ‘mannekesmaandag’, dan werd de schoolmeester door de jongens buiten of opgesloten. Hij moest dan bijvoorbeeld beloven geen huiswerk te geven, voor te lezen of een uur eerder vrij te geven. Menig lezer zal wellicht met weemoed of een grijns aan deze dagen terugdenken. Vandaag de dag dreigt de traditie van sluiterskesdag echter in vergetelheid te raken, omdat het niet meer wordt gevierd en de jongere generaties de traditie niet meer kennen. De traditie van sluiterkesdag was tot na de Tweede Wereldoorlog in (Zeeuws-) Vlaanderen en ook in Noord-Brabant bekend, in Brabant werd het ‘uitsluitertjesdag’ genoemd.4 Sluiterkensdag werd in verschillende streken op verschillende data gevierd. Zowel op de vier
Ook de voorzitter van de redactiecommissie is nog met sleutel in de ossewei gezet Een andere traditie die tegenwoordig nauwelijks nog wordt toegepast is de osseweide. Nog niet zo lang geleden was deze traditie echter in heel Zeeuws-Vlaanderen nog in gebruik. Jonge mannen die dertig jaar werden en nog niet getrouwd waren, werden in de osseweide gezet. Zij of een symbolische sleutel werd dan op een kar, de weide, met ketelmuziek rond het dorp gereden. Daarna werd er gedronken. Mevrouw Stoele, wiens moeder uit IJzendijke afkomstig is, vertelde ons ook over een dergelijk fenomeen voor vrouwen. Voor hen werd bij deze gelegenheid een strooien pop aan een mast of boom gehangen.
3 http://www.tradities.be/tradities_detail. php?id=60. De website: http://www.tradities.be van Volkskunde Vlaanderen. 4 Antonius A. Weijnen, Griet Coupé, Jan van Bakel, Rob Belemans, Bram Decroos, Woordenboek van de Brabantse dialecten, Deel 3, p. 307
5 http://www.tradities.be/tradities_detail. php?id=60 en Woordenboek van de Brabantse dialecten, Deel 3, p. 307 12
De traditie van de osseweide in Zeeuws-Vlaanderen, vertoont veel gelijkenissen met een charivari of volksgericht. Dit is een ritueel waarbij een individu of paar dat de sociale gedragsnormen had overtreden, werd bespot en bestraft. Er werd een optocht gehouden met ‘ketelmuziek’, spottende toneelstukjes, spottende liederen, … Dit soort rituelen kwam van de 14e tot 20e eeuw in heel West-Europa voor.6 Men kon een charivari krijgen in geval van overspel, verbreking van de verloving, mishandeling binnen het huwelijk, groot leeftijdsverschil of sociaal verschil tussen man en vrouw, enzovoort. Jongeren speelden steeds een belangrijke rol in de volksgerichten. Een charivari kon gedeeltelijk afgekocht worden. De jongeren die de charivari beraamden, gingen bij het slachtoffer langs en eisten geld of drank. In ruil daarvoor bleef de ketelmuziek achterwege, werd er wat minder geschreeuwd en duurde het charivari minder lang.
‘los te schieten’ (aan het schrikken te maken). Als het paar deze traktatie weigerde, kregen ze een charivari met ketelmuziek van de jongeren. En deze hield pas op nadat ze geld hadden gekregen dat de jongeren konden gaan opdrinken. Paaseieren rapen Een traditie die iedereen kent is het paaseieren rapen voor kinderen op Pasen. Deze traditie is eigenlijk ver buiten zijn oorspronkelijk proportie gegroeid. Al een hele tijd voor het paasfeest zijn er overal paaseieren te krijgen; de paaseieren en paashaas zijn zelfs bekender dan het paasfeest zelf. Wat de meeste mensen niet meer weten is de oorsprong van het paaseieren rapen. Op de website van Volkskunde Vlaanderen staat de geschiedenis van het paaseieren rapen mooi uitgelegd. Hier volgt een samenvatting. Aan het paasfeest gaat een 40-daagse vastenperiode vooraf. Vanaf de 7de - 8ste eeuw was het verboden om tijdens de vasten het vlees en de producten, zoals melk, boter en dus ook eieren, van warmbloedige dieren te eten. Eieren werden gedurende deze periode bewaard en daardoor waren er met Pasen grote hoeveelheden beschikbaar voor snelle consumptie. Daarnaast zijn eieren van oudsher een symbool van de herleving van de natuur en dus van vruchtbaarheid. Om de grond te voeden en de groei van gewassen te bevorderen, mengden boeren eierschalen door de bodem. Ook werden eieren beschilderd en versierd met allerhande levens- en beschermingstekens om ze vervolgens te begraven. In de loop der eeuwen raakte het eierenrapen verweven met het einde van de vasten. Daarbij werd
Voorbeelden van Noord-Brabantse charivari’s zijn: ‘in de ploeg spannen’, ‘beerjagen’ en ‘tafelen’. Bij het in de ploeg spannen werden mannen die hun vrouw mishandelden letterlijk voor een ploeg gespannen en geslagen. Bij tafelen werd het huis van een persoon die een verloving had verbroken, besmeurd met poep. Er werden soms ook stropoppen voor het huis of in een boom gehangen. Steeds kwamen er ketelmuziek, spotliederen en dergelijke aan te pas. Naar onze huidige normen konden charivari’s soms erg ver gaan. De vorm van charivari die het meest bij de traditie van de osseweide lijkt aan te sluiten is die naar aanleiding van de weigering van betaling van het ‘quanselbier’ en ‘buxenbier’, omdat het niet in de eerste plaats een bestraffing is voor een overtreding van de normen, als wel een gelegenheid om een traktatie af te dwingen. Quanselbier, rij-, dans-, dons-, of balbier was het gratis bier dat een paar geacht werd aan de jongemannen van de gemeenschap te geven bij hun verloving en huwelijk. Buxenbier of schootbier was de traktatie voor de jonge mannen die bij de verloving of het huwelijk een eresaluut gaven met pistolen en geweren. De jongelui schoten graag onverwachts vlakbij en achter het paar. Ze probeerden vooral de bruid 6 http://nl.wikipedia.org/wiki/Charivari_ (volksgericht)
Beschilderde paaseieren 13
handig ingespeeld op de kerkelijke gebruiken rond Pasen. Tussen het Gloria op Witte Donderdag en Stille Zaterdag, het eind van de vasten om 12 uur, luiden de kerkklokken namelijk niet. Het verhaal gaat dat ze op dat moment namelijk allemaal naar Rome trekken om er een lading paaseieren op te halen. Op paaszaterdag keren de klokken terug en lossen ze hun eieren boven huizen en tuinen. Aan het eierenrapen kwamen lange tijd alleen kippeneieren te pas, want chocolade was veel te duur. De chocolade-eieren die nu op Pasen gebracht worden, doken pas in de loop van de 20ste eeuw op. Die ontwikkeling ging gepaard met de vervreemding en verburgerlijking. Enkele jaren na de Tweede Wereldoorlog verscheen de paashaas ook bij ons op het toneel en na verloop van tijd slaagde hij er in het monopolie van de paasklokken te doorbreken.7 In onze streken werd als variant op de paasklokken ook wel van de paasvogel gesproken. Net als de paasklokken vloog de paasvogel op Witte Donderdag naar Rome om paaseieren te halen en kwam op Stille Zaterdag terug.
Krulbollen wordt gespeeld in twee ploegen van twee of drie personen. Elke ploeg probeert van op een afstand van ongeveer zeven meter zijn krulbol zo dicht mogelijk bij een vast doel te rollen. Men kan de bol van andere spelers weg kaatsen. Een krulbol is een bol met twee afgeplatte kanten. De bol rolt dus niet recht vooruit, maar maakt een ellipsvormige baan. Vroeger werd krulbol op straat gespeeld. Er waren ook veel cafés met een bolbaan. Zulke cafés waren vaak de stamcafés van boldersmaatschappijen. Deze verenigingen hadden natuurlijk een eigen sociaal leven met eigen tradities. Zo werd er eenmaal per jaar, en wordt er bij veel huidige clubs nog steeds, een koningsbolling georganiseerd. Naar analogie met de schuttersverenigingen. De winnaar van dit toernooi kreeg voor een jaar de titel van koning. Krulbollen is vandaag de dag nog zeer populair in het Vlaamse Meetjesland, maar wordt ook nog veel in Zeeuws-Vlaanderen gespeeld, met name in IJzendijke, Aardenburg, Sas van Gent, Breskens en Oostburg. Er worden toernooien georganiseerd zoals het Mauritstoernooi in IJzendijke, en zelfs wereldkampioenschappen. Gaaibol is een bolspel dat gelijkenissen vertoont met het liggende wip schieten. Het wordt op een houten omhoog hellende baan van 12 tot 20 meter gespeeld. Op het eind van de baan zijn negen houten klossen gemonteerd, vroeger werden deze op pinnen gestoken, nu ook wel met scharnieren aan de baan vastgemaakt. De bedoeling is om deze klossen, gaaien of ook wel vogels genoemd, met de bol eraf te stoten. Men speelt met vier tot zes bollen en moet proberen zoveel mogelijk gaaien om te stoten. Afhankelijk van de positie van de gaai is deze meer of minder punten waard. Gaaibollen werd en wordt nog gespeeld in Zeeuws-Vlaanderen, in Oosten West-Vlaanderen.8
Gaaibollenspel/ Krulbollenspel Ook volkssporten zijn een belangrijk onderdeel van ons immaterieel erfgoed. Een van de oudste vormen van volkssport zijn de bolsporten. In Noord-West-Europa worden de bolsporten in ieder geval vanaf de middeleeuwen beoefend. Elk land of streek kent wel een of meerdere varianten van bolsporten; een bekend voorbeeld is het jeu de boules. In Zeeuws-Vlaanderen zijn twee varianten van bolsporten bekend: het krulbollen en het gaaibollen.
(Nathalie Martens)
8 http://www.tradities.be/tradities_detail. php?id=64, http://www.vlas.be/vlaspdf/infofolders/ gaaibol.pdf, http://www.erfgoedcelmeetjesland.be/ item.php?itemno=19_123_130&lang=NL. B.F. Van Gelder: “Een geschiedenis van het krulbollen” in: Folder Maurtistournooi 2011. Met dank aan Bolclub Molenzicht IJzendijke en Tonny van Kemzeke.
Krulbollen Molenzicht IJzendijke 7 http://www.tradities.be/tradities_detail. php?id=101 14
Keuredag 2011 6 augustus Kloosterzande – Wachtebeke 14 augustus
Controle van de couffre door de baljuws
Tableau vivant
Elck sijn vermaeck
De couffre
Toevoeging door Hulster Ambach aan de inhoud van de couffre
Spaanse erewacht
Alle standen
Keizer Karel V met gevolg en baljuws Overdracht van de couffre
(Foto’s: E. Zaman (Kloosterzande) en C. Verschraegen-de Waele (Wachtebeke)) 15
Het boogschieten in (Zeeuws-)Vlaanderen Het boogschieten is een sport die in onze contreien naar hartenlust door jong en oud, rijk en arm, beoefend werd en wordt. Ik zal me echter beperken tot de manier waarop die zo’n 60 tot 70 jaar geleden werd bedreven. Alles speelde zich af op en om de ‘prange’ oftewel de “wippe”, soms ook “pers” genoemd. Daarvan had je twee uitvoeringen: de liggende wip en de staande wip. Op de liggende wip werd geschoten “noar omlie ge”. Meestal stond die bij of achter een café en was al of niet of slechts gedeeltelijk overdekt. Op de staande wip schoot men “noar om’uu ge” en deze stond altijd in een weiland of op een grasveld, “goai’of” ofwel “schutters’of” geheten. Omdat daar vaak geen café in de buurt was stond er bij de “prange” soms een onderkomen voor de schutters, waar ook werd getapt en dat de “tente” werd genoemd ook al was het een houten gebouw. De eigenlijke “prange” bestaat uit drie rijen pinnen. Zo’n rij wordt een “latte” of “rauke” (ABN = hark) de pinnen heten “stekken”. Daarop worden de “goaiveugels” gestoken en wel 12 “klènne veugels” op de onderste rij, 10 op de middelste rij en 8 op de bovenste rij. Daarboven waren de stekken voor d’ “uu gveugels” of panassen. Op de eerste vork zitten de twee “kallen”, op de tweede vork de twee “zèjveugels” (in het enkelvoud “nen zèjveugele” of gewoon “nen zèj”). Daarboven op de laatste en hoogste pen zit “den ‘uu gveugele” of simpelweg “den ‘uu gen”. Deze laatste staat op een hoogte van ± 28 m. Soms zit 10 cm onder de onderste “rauke” op de paal zelf nog een “stekke” en die is voor “den uil”, een gaai speciaal bestemd voor schutters die “te kort” schoten. Bij de liggende wip wordt geschoten vanaf “de meete”, een lat of een “kodde”, die op ±20 m afstand van “den uu gveugele” op de grond lag. De wip zelf liep schuin omhoog van 1 m aan de voorkant tot 1,5 m bij “den ‘uu gen”. De “goaiveugels” bestaan (van onder naar boven gezien) uit een houten “klosse” met een gat erin om ze op de pinnen te kunnen steken en daartegenover in de “klosse” een stevig stuk ijzerdraad van een bepaalde lengte, parallel aan het gat, en waaraan op het uiteinde de pluim of de “panasse” wordt vastgemaakt. De “klèntses”, 10 tot 15 cm hoog, verschillen in waarde aangegeven door drie kleuren, rood, groen en wit. D’ “uu gveugels” zijn veelkleurig en worden, afhankelijk van
Voorafgaande aan de koningsschieting wordt de koningsvogel door de ‘oude’ koning op de stek geplaatst, in dit geval onder toezicht van de keizer hun prijswaarde, ook langer van afmeting, zodat “den ‘uu gen” wel 35 cm lang kan zijn. “Den boggene” (boog) werd vervaardigd uit twee lagen hout, die verlijmd waren. Essen aan de buitenkant en Groenhart (een Z-Amerikaanse houtsoort) aan de binnenkant. Aan de boog zat een “peeze”, die gedraaid was van vlas en hennep. In het midden van de pees was heel kunstzinnig van smal lint een “trens” gewikkeld waarin de “mikke” van de pijl kwam te liggen. In het midden van de boog zat de greep met daaraan een steunlipje, “den luu pere”, waarop de pijl kwam te liggen tijdens het mikken. Er waren bogen die zwaar trokken en die licht trokken. Dit werd bereikt door meer of minder en dikkere of dunnere lagen hout met elkaar te verlijmen. Een zware boog trok ca. 40 kilo, een lichte ca. 15 kilo. Het kon gebeuren dat de lijm van zo’n boog plaatselijk losliet. Dan werd er op die plaats een touw strak om de boog gewonden en dat werd een “slekke” genoemd (ABN = slak). De boog werd vervoerd in een “sluu ve” die gemaakt was van “basse-matrieoal” (zeildoek). Toentertijd waren de pijlen nog gemaakt van hout, “uit de zoete kant van Populier of Abeel”. Aan de ene kant zat “den bout” aan de andere kant “de mikke”, beide gemaakt van koehoorn, in dialect uu ren. De mik was in een inkeping verlijmd met het hout van de pijl en aan de onderkant zat de bout met een pen-en-gat verbinding op de pijl verlijmd. Om ervoor te zorgen dat de pijl na het “lossen” rechtuit vloog was hij boven16
jaar voor de clubleden werd belegd. Dan werd “den uu gen” vervangen door een prachtige panasse die wel 80 tot 100 cm hoog kon zijn. De schutter die deze afschoot was voor een jaar lang de schutterskoning (zie foto) van de vereniging en als teken van zijn waardigheid droeg hij bij officiële gelegenheden “’n breuke”, een zilverstuk, op de borst.
aan bij de mik voorzien van drie “vlorringen”, gesneden uit de vleugelpennen van een kip, kalkoen of gans. Tegenwoordig hebben deze “vlorringen” een eindeloze variatie aan kleuren, zodat ieder zijn eigen pijl gemakkelijk kan herkennen, maar vroeger had men alleen combinaties van de natuurlijke wit-, zwart- en grijstinten waarbij dat herkennen moeilijker was. De pijlen werden meegedragen in een metalen “pijlkasse”. Dat moest ook wel, want de lijm die gebruikt werd was in water oplosbaar en liep je met je pijl in de regen dan vielen bout en mikke er binnen de kortste keren af. Om een pijl op rechtheid te controleren werd hij met de ene hand tussen duim en middelvinger bij de mik gepakt en, terwijl hij met de andere hand bij de bout ondersteund werd, rondgetold. Als hij dan niet zwieberde of wiebelde was de pijl recht. Wekelijks werd dan in het ene dan in het andere dorp een “schietinge belegd” door de plaatselijke schuttersvereniging, waaraan in de goede tijden vaak 50 tot 100 schutters deelnamen. Het zou te ver voeren om gedetailleerd op de spelregels in te gaan, maar wel moet hier nog de koningsschieting vermeld worden die eens per
Soms, als een clublid was overleden, werd er wel eens een “rouwschieting” belegd. Dan werden de normaal felgekleurde “vogels” vervangen door uitsluitend zwarte en witte. De hoogvogel werd dan vaak aan de weduwe aangeboden. Tot slot dient ook nog de “ratteschietinge” vermeld te worden, een fenomeen dat intussen is verdwenen. Daarbij werd er in plaats van de “vogels” een tiental kastjes opgehangen met in elk kastje een zwarte rat. Werd zo’n kastje stuk geschoten dan ontsnapte de rat, die in paniek de weg naar beneden trachtte te vinden, maar daar aangekomen een onverbiddelijk einde wachtte. (Roelof Boddaert)
Handboogschuttersgilde De Batavieren Hulst 17
Samenstelling bestuur en commissies
OUDHEIDKUNDIGE KRING “DE VIER AMBACHTEN” TE HULST OPGERICHT 22 MAART 1928 SECRETARIAAT: Postbus 102, 4560 AC HULST, tel.nr. 0114-319463
BESTUUR OUDHEIDKUNDIGE KRING ‘DE VIER AMBACHTEN’ Dr. J.H.J. de Kort, Hulst, voorzitter, tel 0114-319789 Dr. H.C.E.M. Rottier, Sint Jansteen, vicevoorzitter Drs. W.M. Verschraegen, Koewacht, secretaris R.G.A. van den Elshout, Hulst, penningmeester J. Bleijenberg, Axel Mevr. P. Bosmans, Kieldrecht P. Hageman, Hulst Mevr. N. Martens lic., Koewacht F. Moubis, Hulst J. Rubbens, Hulst
DOELSTELLINGEN • de kennis van de volkskunde, taalkunde en oudheidkunde, kortom: van de geschiedenis en haar hulpwetenschappen van de vroegere Vier Ambachten en het Land van Saeftinghe te bevorderen en te verspreiden; • het zoveel mogelijk bijdragen tot het bewaren en herstellen van de nog aanwezige natuur- en cultuurmonumenten.
STICHTING MUSEUM ‘De Vier Ambachten’ (www.museumhulst.nl) P.C.J. Hageman (voorzitter) G.M.F. Hiel (secretaris) R.G.A. van den Elshout (penningmeester) Mevr. M.C.H. Tobé-Swan Mevr. J. Stam-Wartena Mevr. L. Meijer E.M. Bogaert E. Groosman
ACTIVITEITEN • het doen inrichten en exploiteren van het museum ‘De Vier Ambachten’; • het beleggen van bijeenkomsten, over het werkgebied verspreid, waarop voordrachten worden gehouden door eigen leden of door deskundigen van elders over de geschiedenis van onze streek; • het uitgeven van een jaarboek e.d.; • het uitwisselen van publicaties met gelijkgerichte verenigingen en instellingen in binnen- en buitenland; • organiseren van excursies; • het inrichten en openstellen van een bibliotheek; • het instellen en activeren van commissies en werkgroepen betreffende de diverse onderdelen van de doelstellingen.
EXCURSIECOMMISSIE J. Rubbens (voorzitter) E.P.E.M. Kroes (secretaris) Ir. G.J.J. van Eeden G.D.M. Hermans REDACTIECOMMISSIE Drs. W.M. Verschraegen (voorzitter en secretaris) R.G.A. van den Elshout Dr. J.H.J. de Kort
LIDMAATSCHAP De contributie bedraagt € 20,60 per kalenderjaar te voldoen door het afgeven van een incassomachtiging. Bij een eigen betaling wordt € 1.- kosten in rekening gebracht.
COMMISSIE RUIMTELIJKE ORDENING Ir. G.J.J. van Eeden Dr. H.C.E.M. Rottier WERKGROEP ARCHEOLOGIE E.J.M. Bogaert W.A.A.A.M. Ivens P. Graaf Mevr. D. de Koning Mevr. H. Stam F. Verwaal M. Zwartelé
* Secretariaat Postbus 102 4560 AC HULST Tel.nr. 0114-720146 E-mail:
[email protected] * Financiële administratie, ledenadministratie en websitebeheer Postbus 102 4560 AC HULST E-mail:
[email protected]
BIBLIOTHEEK VAN DE OUDHEIDKUNDIGE KRING Postbus 102, 4560 AC HULST BIBLIOTHEEKCOMMISSIE: Dr. J.H.J. de Kort (voorzitter) Mevr. R. Sponselee-van Geertruij (1e bibliothecaris) Vacature
* Website en actuele informatie www.devierambachten.nl
Bezoekadres: Gemeentehuis, Grote Markt 21, Hulst (toegang via de Gemeentewinkel) Openingsuren: maandag t/m donderdag 9.00 tot 17.00 uur 18
Een cadeau idee! Doe eens iemand een plezier met een lidmaatschap van onze vereniging. Ja, ik geef een lidmaatschap tot 1 januari 2013 cadeau aan: Naam: ………………………………………………….. Adres: ………………………………………………..Woonplaats: ……………………………….. Stuur hem/haar de lid-gegevens en stuur mij de acceptgirokaart Mijn naam:…………………………………………….
Mijn adres: …………………………………..
Aan: De Vier Ambachten Postbus 102 4560 AC Hulst
Dubbele Poort 5 4561 BJ Hulst 0114-313693
[email protected]
NU IN ONS MUSEUM: ‘Van Pit en Mit’ Een tentoonstelling van gebruiksvoorwerpen uit de tijd van onze ouders en grootouders. Steenstraat 28 Hulst Nog tot 6 november 2011. Dagelijks open van 2 tot 5 uur
Ook een advertentie op deze pagina ? Oplage ca 600 exemplaren Informeer 0114-314702
19
20