Binc 2.0 Ontwerpnota 10 januari 2014

begeleiding in cijfers

Registratieproject Bijzondere Jeugdzorg

Binc 2.0 Ontwerpnota 10 januari 2014

Visie Binc 2.0 Na een grondige evaluatie van Binc en een herwerking in het kader van de veranderingen in de jeugdhulpverlening, heeft Jongerenwelzijn samen met het Steunpunt Jeugdhulp een nieuw concept uitgewerkt, Binc 2.0 (werknaam). Binc 2.0 is een zuiver registratiesysteem dat verschillende processen van de private organisaties van de bijzondere jeugdbijstand bevat. Volgende elementen maken Binc 2.0 een cruciaal instrument voor de organisaties en voor Jongerenwelzijn:  Organisaties zullen in Binc 2.0 jongeren registreren die instromen in het rechtstreeks en in het niet rechtstreeks toegankelijke aanbod van de bijzondere jeugdbijstand. Dit betekent dat Binc 2.0 het enige instrument is dat ons gegevens kan aanleveren over de volledige doelgroep en problematieken van onze sector.  Binc 2.0 wordt aan bestaande systemen gebouwd, waarbij de eindfase van het ene systeem het begin is van een Binc-dossier voor wat betreft de niet rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp. Voor de rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp worden manueel Binc-dossiers aangemaakt. Binc 2.0 zal het enige instrument zijn dat ons informatie geeft over de bezetting van de organisaties en over de effectieve benutting van modules. Dit is essentiële beleidsinformatie voor onder andere de erkenning van organisaties. Binc 2.0 vervangt dan de huidige kwartaalstaten die binnen het experimenteel modulair kader gehanteerd worden.  In Binc 2.0 wordt een subsidietechnisch luik toegevoegd dat het mogelijk maakt op een eenvoudige en efficiënte manier voor de gebruiker en de voorziening belangrijke processen te regelen, zoals de kinderbijslag, zakgeld, verblijfssubsidie CBAW, pleegzorgvergoeding en dergelijke. Met de implementatie van de toegangspoort wordt op dit moment deze informatie op een omslachtige wijze ingevoerd door de administratieve medewerkers van de toegangspoort. De integratie hiervan in Binc 2.0 op korte termijn zorgt voor een administratieve verlichting van deze diensten.  Het inhoudelijke luik binnen Binc 2.0 vraagt aan de organisaties om variabelen in te vullen bij de begin- en de eindregistratie van het Binc-dossier. Deze gegevens bevatten relevante informatie voor beleidsvoering, dialoog en reflectie met de sector, input voor de kwaliteitszorg van de organisatie, maatschappelijk debat met andere sectoren, enzovoort.  Organisaties zullen de mogelijkheid hebben om op een eenvoudige manier rapporten uit Binc 2.0 te halen, zoals het jaarverslag voor de organisatie en rapporten met sectorgegevens, zodat zij kunnen benchmarken en benchlearnen. Op dit moment is er een draagvlak in de sector om vanaf 1 januari 2015 te kunnen starten met Binc 2.0. Een zorgvuldige ontwikkeling en implementatie is essentieel om alle processen van bij aanvang zo vlot mogelijk te laten verlopen en om aan de juiste informatie te komen.

Afstemming met Insisto Binc 2.0 zal ontwikkeld worden als een vervolg op Insisto, waarbij het eindpunt van Insisto, namelijk de jeugdhulpbeslissing, het startpunt van een nieuw Binc-dossier is voor wat betreft de niet rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp. Er worden immers heel wat parameters geregistreerd in Insisto die we ook in Binc willen registreren (voornamelijk administratieve gegevens, begindatum, …). Deze kunnen dan makkelijk worden overgenomen. Daarnaast zou er een interessante terugkoppeling kunnen zijn van Binc naar Insisto (dagbesteding/opleidingsniveau, samenwerking, vervolghulp en nazorg). Uiteraard is er de mogelijkheid om te registreren zonder link met Insisto voor de RTJ. Dossiers van de oude Binc zullen niet worden overgezet naar Binc 2.0. Agentschap Jongerenwelzijn   [email protected] ‐   www.jongerenwelzijn.be 

Steunpunt Jeugdhulp vzw   [email protected] ‐   www. steunpuntjeugdhulp.be 



ITP en Modulair kader in Binc Administratieve gegevens         Domicilieadres        Verblijfsadres       

Naam    Voornaam      Geboortedatum    Rijksregisternummer (met mogelijkheid om manueel aan te maken)  Geslacht                              Straat    Nr  bus    Postcode    Gemeente                 verblijfsadres is hetzelfde als domicilieadres  OF   Voorziening (pleeggezin): (naam voorziening)      Straat    Nr  bus    Postcode    Gemeente     

 

 

Verblijfsprocedure    Verwijzingsgrond 

              NBBM       RTJ (jongere/gezin, VAPH, K&G, CGG, CAW, CLB, BJB, OCJ, VK, school, politie/parket, huisarts,  privé‐psycholoog/psychiater, crisismeldpunt, andere (met open invulveld))   NRTJ   gerechtelijk  >  MOF: (ja, nee)         vrijwillig        Uitstroom uit de gemeenschapsinstelling (ja, nee)  [OCJ, VK, geen]     

      Gemandateerde  voorziening  Reële begindatum      [Reële einddatum op tab uitstroom]  1 Organisatie  [OVBJ, OOOC, Pleegzorg, CIG, Internaat GO (pro memorie)]         Modules ingezet door de organisatie*            Datum in  Datum uit  V  DB  CB  CBAW  CrisisB  CrisisO                                                  1

OB       

CaH       

Cah zal tegen 2015 volledig geïntegreerd zijn in OVBJ. HCA blijft registreren in huidige versie van Binc

* Registratie modules Afhankelijk van de gekozen organisatie (werkvorm) verschijnen specifieke typemodules: 1) Indien OVBJ is geselecteerd als werkvorm, worden de 8 typemodules getoond. Elke schakeling resulteert in een nieuwe lijn in het overzicht. Er kunnen meerdere modules per ‘lijn’ worden aangevinkt. Dit overzicht van modules kan ons antwoorden bieden op volgende vragen: - wat is de gemiddelde duur van een combinatie van modules (gemiddelde + mediaan)? - hoeveel keer wordt er geschakeld per Binc-dossier? - hoe vaak wordt een bepaalde module of combinatie van modules ingezet? (jongeren kunnen dan wel dubbel geteld worden) - Hoeveel unieke jongeren hadden verblijf/crisis/OB … nodig? (filteren op jongere) Achter elke typemodule moet een scherm te zien zijn waar ze voor de jongere per kwartaal de tijdsinvestering kunnen bijhouden (dagen, uren, nachten), wat in een ander scherm op organisatieniveau te zien moet zijn. Achter de typemodule verblijf moet een formulier staan voor het verkrijgen van het zakgeld en achter de typemodule CBAW een formulier voor de verblijfssubsidie. 1. V verblijf => aantal nachten => formulier voor zakgeld => formulier kinderbijslag 2


Registratieproject Bijzondere Jeugdzorg 2. DB dagbesteding => aantal dagen 3. CB contextbegeleiding => aantal uren 4. CBAW contextbegeleiding autonoom wonen => aantal uren => formulier voor verblijfssubsidie => formulier kinderbijslag (indien en zolang cliënt minderjarig is) 5. Crisisbegeleiding => aantal uren 6. Crisisopvang => aantal nachten 7. OB ondersteunende begeleiding (=> dit wordt enkel ingevuld door de organisatie die de module OB effectief aanbiedt) => aantal dagen 8. CAH => aantal uren De schakelingen die betrekking hebben op de kinderbijslag moeten kort opgevolgd en gerapporteerd worden (naar het kinderbijslagfonds). 2) Indien OOOC is geselecteerd, worden de typemodules diagnostiek (aantal uren), verblijf en crisisverblijf (aantal nachten) getoond 3) Indien pleegzorg is geselecteerd, worden volgende modules getoond: 1. Crisispleegzorg => verschil datum in-datum uit => formulier van de vergoeding aantal geregistreerde dagen x vergoeding 2. ondersteunende pleegzorg => aantal dagen => formulier van de vergoeding aantal geregistreerde dagen x vergoeding 3. perspectiefzoekende pleegzorg => formulier vergoeding aantal dagen tussen datum in en datum uit x vergoeding 4. perspectiefbiedende pleegzorg lage frequentie => formulier vergoeding aantal dagen tussen datum in en datum uit x vergoeding 5. perspectiefbiedende pleegzorg hoge frequentie => formulier vergoeding aantal dagen tussen datum in en datum uit x vergoeding 6. behandelpleegzorg er moet een formule zijn die berekent hoeveel percent van de dagen behandelpleegzorg wordt ingezet bij perspectiefzoekende en -biedende pleegzorg (in aantal dagen) (volgens BVR maximaal 25%) De rapportage van de vergoedingsformulieren gebeurt per kwartaal. 4) Indien CIG is geselecteerd, worden de modules verblijf en contextbegeleiding getoond. Voor CIG moet er bij administratieve gegevens een extra variabele voor het aantal minderjarigen binnen het gezin (inclusief de moeder indien minderjarig en het ongeboren kind). Het aantal nachten en uren verblijf en contextbegeleiding worden vermenigvuldigd met het aantal minderjarigen voor de berekening van de bezetting.

3



Parameters Binc 2.0 Parameter 

uit Insisto 

definitie 

antwoordvariabelen  Vrij veld  Vrij veld  Datumveld (dd‐mm‐jjjj) < kalender  mannelijk, vrouwelijk   Vrij veld (11 cijfers)  

Naam  Voornaam  Geboortedatum   Geslacht   Rijksregisternummer 

x  x  x  x  x 

Domicilie adres  Verblijfsadres 

x   

Nationaliteit  Geboorteland  Etnische origine       verblijfsprocedure 

x  x   

 NBBM 

x 

Officiële naam zoals in het Rijksregister  Officiële voornaam zoals in het Rijksregister  Officiële geboortedatum zoals in het Rijksregister  Geslacht van de jongere  RRN of BIS. Voor dossiers NRTJ is dit reeds aanwezig (want verplicht veld in A‐doc). Voor  dossiers NRT moet de mogelijkheid bestaan om manueel aan te maken zonder nummer.  OPM: het moet mogelijk zijn dat er voor hetzelfde RRN tegelijk in verschillende  organisaties Binc‐dossiers open zijn (bv. wanneer er combinatie is voor pleegzorg en  contextbegeleiding of bv. verblijf en ondersteunende begeleiding in een andere  organisatie)  straatnaam / huisnr. / busnr / postcode / gemeente   zelfde als domicilieadres OF    voorziening (pleeggezin) / straatnaam / huisnr. / busnr / postcode / gemeente  Nationaliteit van de jongere  Land waar de jongere geboren is  Indien minstens één ouder of twee grootouders een andere nationaliteit hebben dan de  Belgische, noteert men deze nationaliteit (indien verschillende nationaliteiten > die van  (groot)moeder)  Indien de cliënt niet de Belgische nationaliteit heeft, moet een procedure worden  gevolgd om een verblijfsstatuut te bekomen. Dit kan zijn omwille van gezinshereniging,  regularisatie, erkenning als vluchteling, ‘kort verblijf’ … Zie  www.kruispuntmi.be/vreemdelingenrecht/wegwijs.aspx?id=55 voor een volledige lijst.  Gaat het om een Niet Begeleide Buitenlandse Minderjarige

    x   

    Rechtsreeks Toegankelijke of Niet Rechtstreeks Toegankelijke Jeugdhulp  Wie is de aanmelder?  

  Verwijzingsgrond  Indicatievoorstel  > Indien RTJ 

x 

(“Elke persoon die jonger dan 18 jaar lijkt te zijn of verklaart dat hij jonger is dan 18 jaar, en die niet begeleid is door een persoon die het ouderlijk gezag of de voogdij over hem uitoefent; Onderdaan is van een land dat geen lid is van de Europese Economische ruimte; Asiel heeft aangevraagd of niet voldoet aan de voorwaarden voor toegang of verblijf op Belgisch grondgebied.”)

-4-

Vrije velden  Radiobutton   Radiobutton en vrije velden  Landenlijst   Landenlijst  Landenlijst 

Aanvinkvakje 

Aanvinkvakje 

    RTJ, NRTJ  jongere/gezin, VAPH, K&G, CGG, CAW, CLB,  BJB, OCJ, VK, school, politie/parket, huisarts,  privé‐psycholoog / psychiater, crisismeldpunt, 



> indien NRTJ 

 

 

Uitstroom uit de  gemeenschapsinstelling 

 

Wanneer een jongere vanuit de gemeenschapsinstelling doorstroomt. Het gaat over  doelgerichte uitstroom uit de gemeenschapsinstellingen. Indien er om louter praktische  redenen een zeer tijdelijke overbrugging nodig is, bv. in de context van de jongere, dan  mag dit nog geregistreerd worden onder uitstroom uit de gemeenschapsinstellingen.   Is er een gemandateerde voorziening betrokken doorheen het traject van de jongere?   Begindatum jeugdhulpbeslissing zoals genoteerd in Insisto (parameter Insisto …). Voor  RTJ; de begindatum van de subsidieerbare periode.  Afhankelijk van de aangeduide werkvorm, verschijnen verschillende modules.    Begin‐ en einddatum per schakeling (andere module(s)). [Op voorzieningsniveau wordt  ook het aantal nachten (crisis)verblijf, aantal dagen dag‐ en ondersteunende begeleiding  en aantal uren CB geregistreerd en worden formulieren voor zakgeld, verblijfssubsidie  CBAW en formulier kinderbijslag ingevuld]   OPM: Indien er een time‐out doorgaat en de jongere is tijdelijk niet ingeschreven in de  organisatie, dan wordt er voor de heropname een nieuwe lijn gestart met een  tijdspanne tussen datum uit van de vorige lijn en datum in van de volgende lijn die even  lang is als de periode van de time‐out.    Welke is de gestructureerde (5 dagen of meer per maand) dagbesteding van de jongere  gedurende de schoolweek, op het moment dat de hulpverlening begint. 

Gemandateerde voorziening  Begindatum  Organisatie (werkvorm)  Modulair kwartaal (indien  OVBJ, OOOC, pleegzorg, CIG of  crisis vanuit meldpunt (dit  laatste bij ‘verwijzingsgrond’)) 

x  (x)     

  Dagbesteding (bij opname)  

   

Opleidingsniveau (bij opname) 

 

Aantal jaren schoolachterstand  (bij opname)   

Niet  verplicht 

In welke onderwijsvorm is de jongere momenteel of het laatst ingeschreven, op het  moment dat de hulpverlening begint. 

Het aantal jaren achterstand t.o.v. de normale schoolcarrière (dubbelen), op het  moment dat de hulpverlening begint. NVT voor jongeren uit het (lager) Buitengewoon  Onderwijs. 

5

andere (met open invulveld)  gerechtelijk, vrijwillig.   Indien ‘gerechtelijk’ > MOF ( ja, nee)  ja, nee 

OCJ, VK, geen  Datumveld (dd‐mm‐jjjj) < kalender  OVBJ, OOOC, pleegzorg, CIG   

  nog niet schoolgaand ‐ schoolgaand ‐ deeltijds  onderwijs of leercontract, POT ‐  georganiseerde dagbesteding als alternatief  voor school ‐ geen georganiseerde  dagbesteding ‐ spijbelen  ‐ werkzoekend ‐  werk (voltijds) ‐ andere ‐ niet bevraagd  kleuteronderwijs ‐ buitengewoon kleuter‐ onderwijs ‐ lager onderwijs ‐ BLO ‐ ASO ‐ TSO ‐  BSO ‐ kunstonderwijs ‐ BUSO ‐ deeltijds  onderwijs ‐ leercontract ‐ (voorbereiding)  middenjury ‐ hoger onderwijs ‐ onthaalklas  anderstaligen ‐ tweedekansonderwijs of  volwassenenonderwijs ‐ geen ‐ niet bevraagd  0, 1, 2 ,3, 4, 5, >5, NVT 


Registratieproject Bijzondere Jeugdzorg Gezinssituatie (bij opname) 

       

Gezinssituatie van de jonger bij opname. Samenstelling van het gezin waarin de jongere  hoofdzakelijk verblijft.   Voor CIG betreft het de gezinssituatie van het gezin dat verblijft in het CIG.   (Er werd voor gekozen hier niet de parameter ‘gezinsvorm’ uit Insisto te kopiëren.)  OPM:  Vanuit de diensten voor pleegzorg wordt voor de gezinssituatie de biologische  gezinssituatie van de jongere bedoeld. Wanneer een pleeggezin een beroep doet op  hulpverleningsdiensten zoals dagbegeleiding in groep of contextbegeleiding, dan wordt  door deze organisatie de pleegzorgsituatie als gezinssituatie geregistreerd. Het vinkje  pleeggezin wordt dan aangeduid.  

kerngezin ‐ nieuw‐samengesteld gezin moeder  ‐ nieuw‐samengesteld gezin vader ‐  éénoudergezin moeder ‐ éénoudergezin vader  ‐ familie ‐ bi‐locatieregeling (co‐ouderschap) ‐  woont zelfstandig (eventueel met partner) ‐  andere     adoptiegezin => apart aanvinkvakje     pleeggezin => apart aanvinkvakje   

Zwanger (bij opname) of  aanvinkvakje  ‘tienerzwangerschap? (enkel  voor CIG)  Kenmerken gezinssituatie 

 

Om zicht te krijgen op het aantal tienermoeder in de CIG (door dit te koppelen aan de  geboortedatum van de mama, het is steeds de (aanstaande) mama van het gezin  (meerderjarig of minderjarig) waarvoor de administratieve gegevens worden ingevuld.  

ja, nee 

 

Zie verder 

Aantal kinderen in het gezin  (inwonend en niet inwonend)  Aantal interventiesystemen dat  begeleid wordt (?)  1) Tolk noodzakelijk  2) Tolk beschikbaar 

x 

• Arbeidssituatie  • Opleidingsniveau  • Huisvesting  • Gezondheid  • Thuistaal   • Schuldenlast  Jongere inclusief. (def. uit Insisto!)  Aantal interventiesystemen/cliëntsystemen waarbinnen begeleidingsdoelstellingen  geformuleerd worden (inclusief de ‘gezinssituatie’).  Indien de thuistaal niet Nederlands  is, kan aangegeven worden of een tolk noodzakelijk  is. Indien dat het geval is, kan aangegeven worden of een tolk beschikbaar is. 

0, 1, 2 ,3, 4, 5, >5, NVT 

   

   

   

 

Met welke hulpverlenende instantie werd er samengewerkt tijdens de  begeleidingsperiode en dit zowel op gezinsniveau als op cliëntniveau, in de mate dat het  effectieve samenwerking betreft in functie van het dossier van de jongere (bv. OCMW,  VAPH‐begeleiding van moeder,…)? De samenwerking gaat verder dan een adhoc  samenkomst/overleg. Definiëren wat onder samenwerking valt (bv. consult of  counseling vanuit gemoduleerd aanbod, bvb vanuit cgg => aanbod van een dienst aan  een dienst en dus niet rechtstreeks aan de cliënt) 

Antwoordparameters …    Time‐out gemeenschapsinstelling (is niet  gemoduleerd binnen IJH, dus valt bij  samenwerking(?)) 

  Eindregistratie  Samenwerking met niet  gemoduleerd aanbod.     

Niet  verplicht  Niet  verplicht 

1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, meer dan 9 

6

1) 2)

Ja, nee  Ja, nee, soms 


Registratieproject Bijzondere Jeugdzorg Combinatie met gemoduleerd  aanbod binnen BJB (specifiëren  welke module) en buiten BJB  (sector + mobiel, ambulant of  residentieel indien van  toepassing) 

 

Welke modules werden aangeboden (buiten de eigen voorziening). Modules die  betrekking hebben op de jongere binnen dit Binc‐dossier (dus niet gelijklopende  modules voor bv. andere kinderen binnen het gezin).  

Reële einddatum 

 

Reden einde: Werden de  doelstellingen bereikt?  > afronding in gezamenlijk  overleg?  > voortijdige beëindiging  omwille van  

 

Einddatum van de jeugdhulpbeslissing, tenzij vroeger wordt gestopt (NRTJ)  OF einde begeleiding (laatste begeleidingscontact) (RTJ)  Het betreft de doelstellingen zoals opgenomen in het handelingsplan van de jongere. 

> einde begeleiding  omwille van 

Vervolghulpverlening 

Welke actoren werden  betrokken in de  contextbegeleiding van de  jongere (max. 3)?  

   

 

 

 

Zowel cliënt als hulpverlener waren beiden akkoord met het beëindigen van de  hulpverleningsrelatie.    

 

1)

Welke vervolghulpverlening is volgens de begeleider noodzakelijk voor de  jongere en/of zijn gezin na het afsluiten van de begeleiding?  

    2)    Is de gewenste vervolghulp gerealiseerd?  Om zicht te krijgen op welke relevante actoren uit de context van de jongeren mee  werden opgenomen in de begeleiding van de jongere. Duidt de actoren aan waarmee  werd gewerkt in de contextbegeleiding (maximaal 3).  

7

BJB (V, DB, CB, CBAW, OOOC, Pleegzorg, HCA,  CIG, CaH, OB)   CAW  CGG  CLB  VAPH (mob, amb, residentieel)  K&G (mob, amb, residentieel)  Datumveld (dd‐mm‐jjjj) < kalender  nee, eerder niet, grotendeels, ja  Ja, nee,   zwaar incident ‐ ontvluchting ‐ naar  bemiddeling ‐ geen verlenging van JHB –  onwerkbare hulpverleningsrelatie –  veiligheidsrisico’s (voor begeleiders,  leefgroep,…) – niet geschikt aanbod (meer  aangepast aanbod is nodig)   Verhuis buiten het werkingsgebied van de  organisatie ‐ overlijden cliënt ‐ bereiken  leeftijdsgrens – bereiken maximale  begeleidingsduur          1) Uitvallijst met mogelijke modules en  andere hulpverlening. (antwoord‐ parameters ‘combinatie met  gemoduleerd aanbod’?)  2) Ja, nee, onbekend  Ouders, familie, vrienden, school/ werk,  mensen uit vrije tijdsbesteding, opbouw nieuw  netwerk, andere 



 Alle parameters zijn verplicht in te vullen, tenzij anders vermeld. Na drie maanden zal het systeem een check doen of alle verplichte parameters voor beginregistratie zijn ingevuld. Dit wordt dan met een symbool aangegeven in het overzicht van de Binc dossiers (eventueel kunnen we ook een pop-up laten verschijnen elke keer als ze willen ‘bincen’, maar dat gaat misschien wat ver). Daarnaast blijft het zo dat een Binc-dossier maar kan afgesloten worden als alle verplichte parameters zijn ingevuld.

Alternatief voor reden einde: 1) Was er sprake van een positieve afronding? (cliënt, HV en eventueel andere betrokkenen) hebben de hulpverlening in gezamenlijk overleg beëindigd (hetzij om helemaal te stoppen, hetzij om naar iets anders te gaan) ja, nee 2) Zijn de begeleidingsdoelstellingen gerealiseerd? Nee, slechts enkele, grotendeels, volledig (inschatting hulpverlener?) 3) Indien er geen sprake was van een afronding in gezamenlijk overleg, wat was de reden voor het beëindigen van de hulpverlening? Heel het lijstje …

Als een organisatie een Binc-dossier opent voor zuiver crisisverblijf (niet via meldpunt, maar opgenomen in de combinatie van de modules van de jongere bij de organisatie die de reguliere begeleiding doet ), dan moeten de extra variabelen bij begin- en eindregistratie niet verschijnen. Wanneer een organisatie een andere organisatie uit de nood helpt door crisis aan te bieden, ongeacht of het OOOC of OVBJ is, en het is niet geregeld via de meldpunten, maar wel opgenomen in de combinatie van de modules van de jongere, dan moet de organisatie die crisis aanbiedt niet het volledige dossier gaan invullen, enkel de administratieve gegevens. Kwestie van een stuk tegemoet te komen aan hun engagement.

      Kenmerken gezinssituatie: Het uitgangspunt is om de indicatoren te scoren voor de gezinssituatie (thuissituatie) van de jongere, zodat we per dossier (jongere) slechts 1 set van gegevens hebben (in tegenstelling tot Binc 1, waar per interventiesysteem gescoord werd). Het betreft de gezinssituatie waar de jongere hoofdzakelijk verblijft. Als dit moeilijk in te schatten is of bij gelijkwaardig verblijf in de praktijk, wordt de gezinssituatie volgens domicilieadres van de jongere geregistreerd.  Arbeidssituatie

inkomen uit arbeid voltijds, inkomen uit arbeid deeltijds, vervangingsinkomen (opsplitsen of ‘leefloon’ toevoegen als keuzemogelijkheid?),geen Mogelijkheid om meerdere (2?) antwoordmogelijkheden te selecteren, die bewaard moeten worden als cluster (dus 1 clusterantwoord per dossier). Bij bi-locatie regeling zal de gezinssituatie waar de jongere gedomicilieerd is worden geregistreerd.

 Opleiding

uitklapvenster - hoogst behaalde diploma in het gezin (geen, lager onderwijs, lager secundair onderwijs, hoger secundair onderwijs, postsecundair onderwijs, hoger onderwijs) (Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming, 2013) [tweede kans onderwijs = secundair]

Bij bi-locatie regeling zal de gezinssituatie waar de jongere gedomicilieerd is worden geregistreerd. • Huisvesting

negatief of positief (“U scoort negatief wanneer één van volgende kenmerken -8-


Registratieproject Bijzondere Jeugdzorg aanwezig zijn: onvoldoende nutsvoorzieningen aanwezig (elektriciteit, gas, water, badkamer, verwarming en kookgelegenheid), te klein in functie van de gezinsgrootte of verkrotte, ongezonde en onveilige woning. U scoort positief wanneer deze kenmerken niet aanwezig zijn.) Bij bi-locatie regeling zal de gezinssituatie waar de jongere gedomicilieerd is worden geregistreerd.  Gezondheid

negatief of positief (“U scoort negatief wanneer één van volgende kenmerken aanwezig zijn: zwakke lichamelijke en/of geestelijke gezondheid van de gezinsleden die het normale functioneren verstoren, aanwezigheid van chronische ziektes en/of handicaps in het gezin die het normale functioneren verstoren of gebrek aan kennis en deelname aan de gezondheidszorg. U scoort positief wanneer deze kenmerken niet aanwezig zijn. Indien ‘negatief’ > uitklapvenster (zwakke lichamelijke gezondheid, zwakke geestelijke gezondheid, chronische ziekte of handicap, gebrek aan kennis of deelname aan gezondheidszorg). Meerdere antwoordmogelijkheden toestaan > opslaan als cluster. Bij bi-locatie regeling zal de gezinssituatie waar de jongere gedomicilieerd is worden geregistreerd.

 Thuistaal

Nederlands, andere taal [“wat als twee ouders andere taal spreken?” > als 1 Ndl , dan Ndl scoren]

 Schuldenlast

ja (schuldbemiddeling of schuldbeheer),nee,niet bevraagd (met druk op het gezin/problematische schuldenlast)

Cap-J De problematiek van de jongere zal in kaart gebracht worden met behulp van de Cap-J, verdeeld over assen, groepen en rubrieken. Dit onderdeel is niet verplicht en zal periodiek worden bevraagd in functie van specifieke vragen of onderzoek.

Berg Op Op dit moment is er een link naar Berg Op, gekaderd binnen een overeenkomst tussen Praktikon en Jongerenwelzijn. Dit blijft behouden.

Werkvormspecifieke parameters Vraag op de koepeloverlegmomenten om ook de werkvormspecifieke parameters mee op te (CaH en BZW) > Is niet meer mogelijk: vallen onder OVBJ samen met ander modules, dus de registratiegegevens gaan niet meer gekoppeld kunnen worden aan die specifieke typemodule > deze registratie zal dus terug op een andere manier in de voorzieningen zelf moeten gebeuren.

9

Binc 2.0 Ontwerpnota 10 januari 2014

Recommend Documents