Methodiek
20150819
“Een geëmancipeerd mens is een mondig mens. Mondig zijn houdt in dat je zelfstandig kunt beslissen, handelen en oordelen, dat je keuzes kunt en mag maken en dat je keuzevrijheid hebt. In dergelijk geval is zelfverantwoordelijke zelfbepaling gerealiseerd. In feite heb je gelijke rechten. Je mening doet er toe. Het is een eigen mening: de jouwe en daar wordt naar geluisterd, op een serieuze manier, een manier die jou recht doet. Wanneer je op een dergelijke manier bejegend wordt, voel je je erkend (“ik ben de moeite waard”).” ‘Emancipatie: “Dé rechte weg van A naar B?’ “Vaak worden personen met een handicap niet au serieux genomen. Participatie is enkel mogelijk als zij als volwaardig lid worden aanzien en hun kennis (ervaringsdeskundigheid) evenwaardig wordt behandeld als die van andere deskundigen.” GRIPvzw
Inhoud:
●
Inleiding
●
Hoe verloopt een overleg/bewonersvergadering?
●
Richtlijnen voor de coach
●
Hulpmiddelen
●
Werkdocumenten
De vergaderkoffer
1/5
●
Inleiding
Participatie is deelnemen … Deelnemen aan een overleg/bewonersvergadering moet leiden tot een verbetering van de hulpverlening. De vertrekbasis is een optimale zeggenschap, wat niet altijd een maximale zeggenschap betekent. Het deelnemen van de cliënt kan verschillende vormen aannemen: van passieve aanwezigheid tot actieve inbreng. … maar is geen doel op zich. Het optimale (mede)zeggenschap is een streefdoel waarbij men rekening houdt met de mogelijkheden en wensen van de cliënt en van de grenzen van de omgeving. De mogelijkheden van mensen met een handicap worden als vertrekpunt voor de invulling van (mede)zeggenschap gezien: wat zij kunnen en willen ondersteunt men. Optimale medezeggenschap vraagt veel van de begeleiding: respect voor de persoon tonen in alle facetten van het leven, beseffen dat de omgeving zich kan aanpassen, mogelijkheden creëren om de cliënt te laten proberen (zelfs wanneer er een kans op falen bestaat), open staan voor processen van verandering. De houding van de begeleiding om cliënten te ondersteunen in overlegmomenten is daarom héél belangrijk. Vergaderen, overleggen, je mening uiten … zijn leerprocessen. Daarom is het nodig om de cliënten te blijven stimuleren om te participeren. De meeste cliënten hebben tijd nodig om hun plaats te vinden in het geheel. Tevens moet men alert zijn voor mogelijkheden. Een cliënt kan tijdens de week een goed idee uiten. De begeleiding kan hem of haar aanmoedigen om dit voorstel op de vergadering te brengen (in ideeënbusje stoppen). Voorstellen en ideeën overbrengen naar de cliënten vraagt een overdachte aanpak: ● Wees duidelijk met de boodschap die je wilt overbrengen. Maak gebruik van visualisaties en andere hulpmiddelen (zie verder). ● Stel realistische mogelijkheden voor: zoek (samen met de deelnemers) naar onderwerpen die binnen hun leefwereld liggen. ● Een voorstel, idee moet zeer duidelijk geschetst worden: wat is het doel, welke gevolgen heeft dit … ● Ga correct om met voorstellen. Als je iets belooft, voer de afspraak uit en dit liefst op korte termijn. Een voorstel naar voren brengen betekent niet dat dit idee altijd uitgevoerd wordt. Het moet daarom duidelijk zijn voor de cliënt dat het voorstel soms niet aanvaard wordt. Omgaan met keuzes is niet gemakkelijk. Pas de keuzemogelijkheden aan. Vaak is het beter om de keuzemogelijkheden te beperken. Dit is voor de deelnemer overzichtelijker. “Open” keuzes zijn soms moeilijk in te vullen. Tevens bestaat de mogelijkheid dat de gemaakte keuze niet haalbaar is. Voorbeeld 1: “Waar gaan we op vakantie?” wordt gesteld als open vraag. Als één van de deelnemers “Hawaï” antwoordt, zal deze keuze waarschijnlijk niet te realiseren zijn. Vele cliënten kunnen vaak niet antwoorden op deze vraag. Voorbeeld 2: “Wat wil je aandoen vandaag?”. De kleerkast staat open en de cliënt kan zijn keuze maken. Als hij of zij met een schreeuwende combinatie verschijnt (streepjesbroek en bolletjesshirt) is de begeleiding vaak geneigd om te corrigeren. Als dit meermaals gebeurt, kan de cliënt niet ervaren wat echt kiezen is. Zijn keuze wordt steeds veranderd, verbeterd.
De vergaderkoffer
2/5
Daarom kan men beter zelf enkele voorstellen doen. Als men dit zeer duidelijk naar voren brengt en mogelijkheden beperkt, is het voor de cliënt gemakkelijker om zijn keuze te bepalen. Het aantal voorstellen of onderwerpen is afhankelijk van de mogelijkheden van de cliënt. Tevens spelen opgedane ervaringen een rol: kiezen kan je leren! Kiezen is verliezen (?) Keuzes maken is een leerproces. Door ervaring kan je leren wat kiezen is. Schep daarom mogelijkheden om te leren omgaan met keuzes. Schets duidelijk de mogelijkheden en de gevolgen van de opties. Geef de cliënt de kans om “te falen”, “verkeerde keuzes” te maken. Enkel door te beleven wat de gevolgen zijn van de keuzes kan de cliënt ervaringen opdoen. Zo kan hij of zij de volgende keer bewuster omgaan met kiezen. Indien iemand zijn mening of keuze niet duidelijk kan maken, kan men de volgende stappen overwegen. Probeer eerst te werken rond de communicatie, komt de boodschap duidelijk over? Kunnen er hulpmiddelen ingeschakeld worden? Hou altijd rekening met deze persoon. Spreek hem of haar steeds aan, ook al krijg je geen antwoord. Het is een belangrijk signaal aan de groep. Iedereen krijgt de kans. Bij het maken van keuzes kan je de groep inschakelen. Vraag hulp om de beste mogelijkheden uit te zoeken voor dit groepslid. ●
Hoe verloopt een overleg/bewonersvergadering?
Voor de vergadering wordt alles klaar gezet (zie richtlijnen coach). Tijdens de vergadering: 1. Welkom De voorzit(s)ter heet iedereen welkom en opent de vergadering. 2. Wie is er aanwezig? Aanwezigheidsbriefje (foto’s van deelnemers waar, bij aanwezigheid, een kruisje achter wordt gezet). De persoon die dit papier invult (beurtrol: zie takenlijst) zegt telkens de naam van bewoner. Deze persoon antwoordt (“aanwezig”, “ja” of steekt hand omhoog). Zo worden de deelnemers gestimuleerd om zich kenbaar te maken. 3. Wat moeten we weten van het vorig verslag? We bekijken de afspraken van de vorige vergadering en vragen of deze zijn uitgevoerd. 4. Wie heeft er wat te vertellen? Wie wil, kan kort iets melden, vertellen. Men steekt zijn/haar hand omhoog en de voorzitter duidt aan wie het woord krijgt. 5. Agendapunten De onderwerpen worden duidelijk naar voren gebracht. Iedereen kan zijn gedacht of mening uiten. De keuzemogelijkheden en de manier van je stem uitbrengen worden duidelijk afgesproken (zie richtlijnen “kiezen”). Het besluit wordt samengevat en genoteerd op het verslag. 6. Info vanuit het team Hier volgt informatie van het begeleidingsteam naar de bewoners toe: nieuws, overlopen activiteiten, enzovoort. 7. Vragen aan het team Hebben de bewoners nog vragen aan het team? Dan worden deze vragen op de teamvergadering besproken. Er wordt een antwoord gegeven op de volgende bewonersvergadering of rechtstreeks aan de bewoner zelf. 8. Afsluiten De voorzit(s)ter rondt af. “De vergadering is gesloten!”. Na de vergadering: opruimen en alles netjes wegbergen.
De vergaderkoffer
3/5
●
Richtlijnen voor de coach
Voor de vergadering: ● Samen met de voorzit(s)ter worden de agendapunten overlopen. ● De verantwoordelijken voor de vergaderkoffer zorgen ervoor dat het nodige materiaal uit de vergaderkoffer op tafel ligt (zie takenblad). De voorzit(ter)ster krijgt de hamer en de praatstok. De aanwezigheidslijst en balpen liggen bij de schrijver van dienst. Iedereen krijgt een stemkaart, een stopkaart en zijn foto. ● De verantwoordelijken van de ideeënbus zetten de doos op tafel. ● Iedereen gaat zitten. Aan het hoofd van de tafel nemen de voorzit(ter)ster en de coach plaats. ● De voorzit(ter)ster heeft de volgorde van de vergadering voor zich. ● Iemand van het personeel maakt het verslag. Tijdens de vergadering: ● De coach ondersteunt de taken van de voorzit(s)ter. ● De coach verzamelt de agendapunten en brengt ze aan. ● De coach steekt grafische symbolen in de lucht om elk vergaderonderdeel duidelijk te maken (dit kan ook door iemand van de groep gedaan worden). ● Als er moet gekozen worden dan stelt de coach de keuzes duidelijk voor en helpt hij/zij bij het stemmen. ● Hij/zij brengt ook de info vanuit het team duidelijk naar voren. Na de vergadering: ● De coach zorgt dat al het materiaal terug verzameld wordt. ● De verslaggever maakt het verslag tegen de volgende vergadering en krijgt daarbij hulp van de coach waar nodig. ● De coach helpt ervoor te zorgen dat afspraken nagekomen worden en genoteerd worden op de kalender. ● De verantwoordelijken van de vergaderkoffer kijken regelmatig al het materiaal in de koffer na (zie inventarisatielijst). ● De coach moet alert zijn voor mogelijke voorstellen of bemerkingen van bewoners. Deze ideeën worden opgeschreven en in de ideeënbus gestoken! ●
Hulpmiddelen
Om de deelnemers te ondersteunen tijdens de vergadering, kunnen hulpmiddelen ingeschakeld worden: ● Praatstok ● Stemkaarten ● Stopkaarten ● Deurhanger ● Foto’s ● Grafische symbolen ● Ideeënbus ● Werkdocumenten: aanwezigheidslijst, verslag, taakverdeling, volgorde vergadering, richtlijnen voor voorzitter, inhoud koffer, briefjes voorstel, briefjes pluim, … Praatstok Dit is een houten lepel met daarop een gezicht getekend. (kan natuurlijk ook iets anders zijn). De bedoeling is dat wie het woord heeft of vraagt, deze stok in handen neemt. Zo is het voor de groep duidelijk wie mag praten en wie moet luisteren. Stemkaart Dit is een groene kaart met daarop een afbeelding van een hand met duim omhoog. Deze kaart kan gebruikt worden om te stemmen of om de mening van een bewoner te vragen. Wie akkoord gaat, steekt de kaart omhoog.
De vergaderkoffer
4/5
De kaart kan ook ingeschakeld worden als men mag kiezen tussen verschillende mogelijkheden. Voorbeeld 1: “Eten we pannenkoeken of wafels?”. De meerderheid beslist. De keuze wordt visueel voorgesteld. Ieder kiest en legt zijn stemkaart bij zijn voorkeur. Nadien worden de stemmen geteld en vergeleken. Op deze manier kan men duidelijk zien wie gekozen heeft en wie (nog) niet. Men kan maar één stem uitbrengen en door de telling kan men duidelijk maken wat het eindresultaat is. Stopkaart Dit is een rode kaart met een pictogram STOP en daar een rode streep door. Tijdens de vergadering wordt deze kaart omhoog gestoken als er iets niet duidelijk is, als er teveel lawaai is, … Dan laat men de persoon in kwestie even aan het woord. De rode kaart kan in combinatie met de groene kaart als stemkaart gebruikt worden: groen is voor, rood is tegen. Het gebruik is afhankelijk van het niveau van de groep. Deurhanger Dit is een kaart die men aan de deurknop kan hangen. Op de kaart staat een afbeelding van een persoon in een rode cirkel waar een rode, schuine streep doorgetrokken is. Onder de prent staat de tekst “Niet storen a.u.b.”. Deze kaart kan gebruikt worden als men duidelijk wil maken dat men tijdens de vergadering niet gestoord wil worden. Foto’s Van elke bewoner kan men gelamineerde foto’s in de vergaderkoffer steken. Deze foto’s kan men gebruiken als men de bewoners vraagt om persoonlijke keuzes te maken. Bijvoorbeeld: taakverdelingen, wie wil er mee op uitstap, wie wil er naar het feest, … De keuzes worden visueel voorgesteld en de bewoner kan zijn/haar “naam opgeven” door zijn/haar foto bij de gewenste voorkeur te leggen. Ook hier kan men duidelijk zien wie er gekozen heeft en zijn dubbele keuzes niet mogelijk. Op het aanwezigheidsformulier worden ook foto’s gebruikt zodat personen die niet kunnen lezen dit formulier kunnen gebruiken (zie bijlage). Grafische symbolen We werken met visualisaties om duidelijkheid en structuur naar voren te brengen. Daarom worden grafische symbolen gebruikt. Bijvoorbeeld: om de volgorde van de vergadering aan te geven, om keuzemogelijkheden visueel voor te stellen … Ideeënbus De ideeënbus is een doos of bus waarin ideeën, voorstellen voor een overleg of vergadering in verzameld worden. Om de bewoners te stimuleren tot het aanbrengen van ideeën, is het echter niet voldoende om gewoon een “ideeënbus” te plaatsen. De inschakeling van dit hulpmiddel vraagt een aanpak, een aanleren van het gebruik, een blijvend aanmoedigen van mogelijkheden. Men kan briefjes met foto’s gebruiken waarop de bewoners ideeën kunnen opschrijven of laten opschrijven. ●
Werkdocumenten
Ter ondersteuning kunnen de volgende documenten gebruikt worden: ● Aanwezigheidsbriefjes (met foto’s van de deelnemers) ● Verslag: mal waar men telkens het belangrijkste van de vergadering in kan noteren ● Volgorde voor de voorzitter ● Taak van de voorzitter ● Taakverdeling ● Inhoud van de vergaderkoffer Auteur © Rotonde vzw, 2015, Augustijnslei 78, 2930 Brasschaat Bij verder gebruik of verspreiding van deze tekst gelieve steeds Rotonde vzw als bron te vermelden.
De vergaderkoffer
5/5