COACH RICHTLIJNEN gevorderden
jo n
E.V.V.
dy g, na m isc h
Coach Richtlijnen Oktober 2002
VOLLEYBAL
coach richtlijnen gevorderden
VOORWOORD
De inhoud van dit dictaat is geschreven op basis van opgedane kennis, naar eigen ideeën en ervaringen. Dit dictaat is ontwikkeld door bij alle activiteiten - ook die niet direct met sport te maken hebben - de achtergronden en denkwijzen duidelijk te maken. Bij diverse onderwerpen wordt getracht de raakvlakken te ontdekken, de overeenkomstige logica eruit te halen, ofwel de analogieën ontdekken tussen velerlei gebieden. Het gaat dus in dit dictaat om het ontwikkelen van het inzicht in de volleybalsport in de meest brede zin van het woord gebaseerd op elementaire zaken, zodat naast zuivere volleybaltechnische zaken door dit inzicht de trainer/coach zichzelf maar ook diens pupillen kan ontwikkelen naar een algemeen hoger niveau. Voor meer informatie kunt u zich richten tot :
[email protected]. Veel leesplezier
euphoria consultancy - www.euphoriaweb.nl
blz 2 van 29
1995 – revisie 2004
coach richtlijnen gevorderden
INLEIDING
Hieraan vooraf gaand is het cursusdictaat “coach richtlijnen” samengesteld voor de beginnende volleybal begeleider. Hierin wordt alleen op aspecten van het begeleiden van het team ingegaan. Het dictaat echter, is in 2 delen opgebouwd te denken, te weten een deel voor de trainer en een deel voor de coach. Het reikt tenminste tot aan het niveau van tweede-divisie-trainers en -coaches als uitbreiding op standaard cursusmateriaal. Beide delen hebben 1 rode draad, en dat is het ontwikkelen van het eigen psychische vermogen, gericht op het verstandelijke en het emotionele gevoel, dus het bewust worden wat er aan de hand is, waarop gelet moet worden en wat nu de essentie is op volleybalgebied. Zodoende kan de eigen kennis nog beter overgedragen worden en een team tot hogere prestaties doen komen. Voor de trainer betreft het onder andere de achtergronden voor het training geven, over de opbouw ervan en over het ontwikkel en van het zelfbewustzijn van de spelers. Diepgaandere kennis zoals conditionele aspecten, coördinatieve structuren en sportmanagement hoort thuis op een hoger niveau en is derhalve buiten dit dictaat gehouden. Voor de coach worden een aantal psychische aspecten uiteengezet met betrekking tot de wedstrijdbegeleiding en het inzicht in het verloop van wedstrijden. Op die manier kan beter invloed uitgeoefend worden op het wedstrijdver loop. Er vanuit gaande dat deze 2 functies door dezelfde persoon vervuld worden, zal dit naslagwerk dus een totaliteit vormen en geeft dit een houvast naar beter functioneren als trainer/coach binnen de eigen volleybalvereniging. Mochten trainer en coach verschillende personen zijn, dan biedt het hiernaast ontwikkelde teamhandboek uitkomst, doordat dit handboek de concrete leidraad is voor beide personen. De trainer geeft de invulling aan dit handboek, de coach gebruikt dit als uitgangspunt voor de wedstrijden. Tevens krijgen zij inzicht in elkaars activiteiten en kunnen daardoor elkaar aanvullen waar nodig is. Ook dit teamhandboek is gericht op uniformiteit en kwaliteitsverbetering binnen de volleybalverenigingen. Hierop aansluitend zal het dictaat “Teambuilding” worden ontwikkeld gericht op elementaire teamsamenstelling op basis van persoonlijke karakters en gedrag van elk teamlid en hoe er mee om te gaan.
euphoria consultancy - www.euphoriaweb.nl
blz 3 van 29
1995 – revisie 2004
coach richtlijnen gevorderden
INHOUDSOPGAVE Voorwoord.............................................................................................................................................................................. 2 Inleiding.................................................................................................................................................................................. 3 Inhoudsopgave....................................................................................................................................................................... 4 Techniektraining..................................................................................................................................................................... 5 Training .................................................................................................................................................................................. 6 Trainingsaspecten (vervolg) ................................................................................................................................................... 9 Alles is trainbaar..................................................................................................................................................................... 9 Verbeteren van de techno-motorische vaardigheden dmv ................................................................................................... 10 Het ontwikkelen van het mentaal-sensibele vermogen ........................................................................................................ 10 Auto-analyse dmv feedback ................................................................................................................................................. 12 Controle over de ademhaling ............................................................................................................................................... 13 Coachen............................................................................................................................................................................... 14 Teamgeest en stress............................................................................................................................................................ 15 Spelverdeler en aanvoerder ................................................................................................................................................. 17 De time out........................................................................................................................................................................... 19 Wisselspelers ....................................................................................................................................................................... 20 Psychisch verloop van een wedstrijd ................................................................................................................................ 21 Anticipatie............................................................................................................................................................................. 24 Nawoord............................................................................................................................................................................... 26 Explicanda............................................................................................................................................................................ 27 Literatuurlijst......................................................................................................................................................................... 29
euphoria consultancy - www.euphoriaweb.nl
blz 4 van 29
1995 – revisie 2004
coach richtlijnen gevorderden
TECHNIEKTRAINING
Volleybal is de sport met de hoogste prioriteit voor techniek. Het is dus van belang dat de techniek goed beheerst wordt. Het aanleren van de techniek bestaat uit 3 fasen, te weten: De grove fase. - In de grove fase wordt voor het eerst kennis gemaakt met een bepaald bewegingspatroon of uitvoeringsvorm. Op alle onderdelen moet nog gelet worden zoals de beweging van de armen, benen etc. Deze fase kenmerkt zich door de vele overbodige bewegingen naast de gewenste. De fijne fase. - Tijdens de fijne fase worden de meeste overbodige bewegingen afgeleerd, zodat de technische vorm al duidelijk herkenbaar is. De verfijnde fase. - Deze fase wordt wel de inslijpfase genoemd. De aangeleerde techniek moet een automatisme worden en vele keren achtereenvolgend correct en met souplesse uitgevoerd worden. Eén van de belangrijkste voorwaarden voor het uitvoeren van een bepaalde techniekvorm is het voetenwerk. - Goed voetenwerk houdt ook vaak goede beweeglijkheid in. - Slecht voetenwerk resulteert meestal in instabiliteit of onbalans, waardoor de executie van de techniek lijdt. - Door het aanleren van verschillende loopvormen wordt elke techniek sneller en gemakkelijker aangeleerd. - De verschillende loopvormen gelden als ondersteuning voor de volleybaltechniek; het zijn in dit geval dus geen technieken op zich. Resumerend : - Het aanleren van techniek is een kwestie van het ontwikkelen van het mentaal-sensibele vermogen, het gewaar worden van de motoriek van het lichaam. - Zie het belang in van goed voetenwerk ter ondersteuning van de techniek.
euphoria consultancy - www.euphoriaweb.nl
blz 5 van 29
1995 – revisie 2004
coach richtlijnen gevorderden
TRAINING
De training bestaat uit 4 fasen: De warming up (ca. 15 % van de totale tijd). - In de warming up kunnen vast lichte oefenvormen verweven worden, die later in de training terugkomen in intensieve(re) vorm, dus bijvoorbeeld alvast rol- en duikoefeningen door laten nemen, omdat er een verdedigingsoefening zal volgen in kern l of 2. Het tempo verloopt van laag naar vrij hoog. De aanleerfase, kern 1 (ca. 35% van de totale tijd). - De aanleerfase bestaat uit het iets nieuws aanleren of een enkel onderdeel bijschaven, dat de meeste aandacht nodig heeft. Dit blijkt eventueel uit wedstrijden. Het tempo (conditioneel) ligt vrij laag, zodat alle aandacht naar de uitvoering kan gaan (training van het mentaal-sensibele vermogen) en de speler conditioneel niet aangesproken wordt wat anders ten koste van diens techniekuitvoering gaat. De verbeterende fase kern 2 (ca. 35 % van de totale tijd). - De verbeterende fase bestaat uit het inslijpen van een bepaalde techniekvorm, welke meestal als complexe oefening wordt gegeven, dus bijvoorbeeld het inslijpen van de stop is nu ingeleid met een (makkelijke) opslag, en kan afgerond worden met een set up en een aanval. Let hierbij wel op dat het accent op de stop blijft liggen en niet verplaatst wordt naar de andere onderdelen. Het tempo kan hierbij dusdanig opgevoerd worden. Bij inslijpoefeningen moet niet te snel gewisseld worden anders wordt nauwelijks aan deze voorwaarde (automatisch) voldaan. De afsluiting (ca. 15 % van de totale tijd). - De afsluiting bestaat meestal uit een spel waarbij de accenten van het vorige onderdeel uitgevoerd moeten worden. De afsluiting kan ook bestaan uit een uitgebreidere complexe oefening, als de vorige fase slechts uit l of 2 onderdelen bestond. Ter beëindiging wordt er nog een korte cooling down gedaan. Natuurlijk hoeven de onderdelen niet zo in blokken gegeven worden maar kunnen ze vloeiend in elkaar overgaan. Let bij het uitbreiden van personen in een oefening op dat dit oplopend gebeurt, dus van een enkele persoon tot meerdere personen en niet beginnen met 5 personen, dan weer met 2 etc, maar van bijvoorbeeld 1 persoon naar 3 naar 4 etc. De maandplanning. - Over een aantal weken bezien blijft de aanleerfase uit hetzelfde onderdeel bestaan net zo lang dat deze naar de volgende fase verschoven kan worden en zodoende een nieuw facet aangebracht kan worden. De oefeningen voor dat technische onderdeel worden natuurlijk wel moeilijker per training. In de verbeterende fase kan nu de complexe oefening dit nieuwe onderdeel naast het andere beslaan, waarbij het accent natuurlijk op het nieuwe onderdeel blijft liggen. De jaarplanning. - Deze planning kan toewerken naar een promotie, een toernooi of het invoeren van een bepaald systeem binnen het team, zoals het penetreren, wat aan het eind van het jaar vlekkeloos moet kunnen verlopen. De methodiek. - Vele wegen leiden naar Rome, dat geldt ook bij het aanleren van cq het verbeteren van techniek. Een methodiek is de leer van de te volgen methoden om iets te bereiken. Zo is een bekende methodiek voor het onderhands aanleren het opkomen van een speler uit zit terwijl deze de bal onderhands passt (onderhands vanuit de benen gespeeld). Een methodiek voor het aanleren van de aanval is door de aanloop via de 2-passen aanloop te leren, of 'het over een brede sloot stappen’. Het betreft hier fundamentele techniektraining, dus iemand iet geheel nieuws aanbieden. Wel is het essntieel een nieuwe volleybaltechniek in zijn totaliteit aan te bieden,; laat dus het trainen op een losonderdeel van de beweging achterwege, maar biedt het als geheel aan.
euphoria consultancy - www.euphoriaweb.nl
blz 6 van 29
1995 – revisie 2004
coach richtlijnen gevorderden
De uitleg. - Hanteer het principe 'Praatje, Plaatje, Daadje' om duidelijkheid aan te geven in de oefening, met name complexe oefeningen, omdat deze organisatorisch veel aandacht vragen: - Praatje: Wat gaat er gebeuren, wat voor soort oefening. - Plaatje: Hoe ziet de oefening er in de beginsituatie organisatorisch uit. Zet de mensen eventueel op hun plaats. - Daadje: Doorloop 1 totale handeling als voorbeeld. Praat beperkt en kort ook wel 'to the point‘. Tevens is het zinvol voor bepaalde aanwijzende instructiezinnen een keyword (sleutelwoord) te introduceren. Bij het roepen van dit keyword weet de betreffende speler/speelster meteen wat er van hem/haar velangt wordt. Zoek ernaar, het geeft veel voordeel !! Het kopieervermogen Er is 1 aspect wat zeer belangrijk is bij het trainen van jeugdige spelers : Hoe sterk is het kopieervermogen van deze groep spelers ? Dit vermogen blijkt enorm te zijn. Wat betekent dat ? Allereerst houdt dit in om hun de perfecte technische uitvoering als totaalvorm te laten zien. Zij zullen tijdens hun techniekuitvoeringen dit beeld in gedachten houden en dit willens en wetens trachten na te bootsen. Zoals verderop staat is dus positief corrigeren het belangrijkste in het vervolg in de training. Ook hier geldt dat elke positieve inbreng gekopieerd wordt door hun. Uiteraard geldt ditzelfde in geval van negatieve beeldvorming. Dit laatste is derhalve uit den boze om toe te passen ! In het verlengde ligt dus het gedrag van de trainer (en ook coach). Elk gedrag van de trainer wat afwijkt van een eerdere afspraken binnen de groep, wordt onherroepelijk opgemerkt en afgestraft door de groep. Ook dit geeft aan hoe sterk hun kopieergedrag is. Blijf dus ten allen tijde het goede voorbeeld geven! Simplex versus complex Wanneer er een complexe oefening uitgevoerd moet worden, houd dan in de gaten dat de oefening is opgebouwd uit verschillende onderdelen (bijvoorbeeld service-stop-etc), zodat de oefening niet goed gaat en door een onderdeel stagneert, haal dat onderdeel er dan uit of vervang het door iets simpelers (bijvoorbeeld aangooien in plaats van serveren). Natuurlijk mag het onderdeel waar het accent op ligt, niet vervallen. Is de oefening te makkelijk, voeg dan een moeilijkheidsfactor toe, zoals eerst een blokkeersprong laten maken en dan verdedigen, of eerst een duik laten maken om vervolgens aan te gaan vallen. Zoals blijkt zijn er legio mogelijkheden voor een training. Simplex versus complex (concreet versus abstract) qua communicatie
niveau 1 niveau 2 niveau 3 niveau 4 niveau 5
commando instructie opdracht probleem uitdaging
concreet/simplex
technisch tactisch
abstract/complex
strategisch
Bedenk welke informatie en in welke hoedanigheid en hoeveelheid je deze verstrekt aan je spelers/speelsters. Wees ervan overtuigd dat de boodschap aan- en overkomt ! De correctie Een enkele foutief spelende speler kan individueel gecorrigeerd worden. Maken de meeste (of alle) spelers dezelfde technische fout, leg dan oefening stil en accentueer dit voor de hele groep. Geef naast de fout aan hoe en wat er verbeterd moet worden. Dit heet positief corrigeren. Ook kan een speler dienen als 'voorbeeld van hoe het niet moet’, dit heet negatieve correctie en verdient geen voorkeur. In geval van het nut ervan daarna in ieder geval afsluiten met hoe het wel moet.
euphoria consultancy - www.euphoriaweb.nl
blz 7 van 29
1995 – revisie 2004
coach richtlijnen gevorderden
Wanneer het om de verbeterende fase gaat, kan de onderhandse techniek vele manieren verbeterd worden, door eerst te laten spelen met 2-tallen, met 3-tallen, met of zonder lopen, eerst uit lig of zit opstaan vervolgens spelen etc. Hierbij kan meteen de conditie erin verwerkt worden in de verbeterende fase dus, en niet in de aanleerfase. De tijdslimiet - Raffel oefeningen nooit af omdat er geen tijd genoeg zou zijn, maar laat liever een oefening vervallen, zodat de andere oefeningen goed uitgevoerd worden. Coaching skills - Hierbij gaat het om de fysieke vaardigheid van de trainer die de ballen gaat aanslaan etc., dus hij/zij brengt steeds een nieuwe bal in de oefening. Staande op een kast bij het net kan hij/zij kunnen smashen en pushballen geven terwijl de spelers die ballen verdedigen. Hier gaat de voorkeur uit naar het in het bezit zijn van een ballenwagen. Het voordeel is dat hij/zij de oefening naar gelieven kan stilleggen zodoende de accenten verbaal aan te halen. Een nadeel is dat hij/zij minder aandacht kan besteden aan de persoonlijke uitvoering, zoals bij de aanleerfase wel het geval was. Veiligheid voorop - Zorg bij de organisatie van de oefening dat de ballen in een bak liggen in plaats van vrij door de zaal te kunnen rollen, dat iedereen een vastgelegde route volgt naar een (eventueel volgende) positie, zodat er persoonlijke botsingen zullen uitblijven, dat gevaarlijk geplaatste toestel1en weggehaald worden etc. Resumerend : - Maak aan het begin van het seizoen duidelijke afspraken met het team over de doelstelling voor het komend jaar (hoofddoel). - Veiligheid gaat voorop in de trainingen. - Denk steeds aan de doelstelling (accent) per training. - Zorg dat er een voldoende variatie in de leerstof zit. - Aan de andere kant moet er een hoeveelheid standaardleerstof in verwerkt zitten, zodat makkelijker verwezen kan worden naar voorgaande trainingen, zoals: 'Bij de vorige training deed je dat goed, probeer nu weer hetzelfde te doen bij deze oefening'. - Ook is het makkelijker voor de spelers zich voor te bereiden op de trainingen, omdat de te verwachten training 'herkenbaar' zal zijn. - Ga bij het opzetten van trainingsoefeningen na of het niveau geschikt is. - Houd in het achterhoofd de structurele opbouw, zodat tijdens de executie ervan de oefening uitgebreid kan worden of juist teruggebracht kan worden naar een eenvoudiger vorm. - Stel per training aan de hand van de vorige, de gradiënt vast in de aan te leren techniekvorm, zodat de leerstof niet met te grote of juist met te kleine stappen doorlopen wordt. - Maak per training zelf een visuele voorstelling van het doorlopen van een bepaalde oefening, en beredeneer of de stof leuk, interessant en doelgericht is voor de eigen groep. - Sluit trainingen eventueel af met een korte evaluatie.
euphoria consultancy - www.euphoriaweb.nl
blz 8 van 29
1995 – revisie 2004
coach richtlijnen gevorderden
TRAININGSASPECTEN (vervolg)
De leerfase bij de spelers verloopt als volgt : 1. 2. 3. 4.
onbewust onbekwaam bewust onbekwaam bewust bekwaam onbewust bekwaam
Wat houden deze aspecten precies in ? Ad 1. Iemand vangt aan te sporten. Hij/zij probeert nieuwe dingen uit en merkt dat die dingen redelijk lukken. Onbewust kon hij/zij toch een aantal zaken, zonder zich ervan bewust te zijn, zij het nog imperfect. Ad 2. Inmiddels heeft de speler/speelster enige tijd geoefend met de trainingstechnieken, en bemerkt (lees : is zich ervan bewust) dat alle technieken in de loop van de tijd verbeterd kunnen en moeten worden. Ad 3. De speler/speelster bekwaamt zich in de techniek. Hij/zij bemerkt dat hij/zij controle heeft over de bewegingspatronen. Hij/zij heeft zich erin bekwaamd. Ad 4. Het inslijpen maakt dat iemand de perfecte beweging als het ware automatisch doet; hij/zij hoeft er niet meer bij na te denken. ALLES IS TRAINBAAR Dit is als volgt weer te geven. technisch/tactisch probleem
concretiseren
het aspect erin uit het probleem filteren
het aspect met fysieke oefeningen trainen middels enkelvoudige oefeningen (simplex) voortbouwend tot samengestelde wedstrijdeigen oefeningen (complex) Het blijkt dat zowel fysieke als ook mentale aspecten middels fysieke oefeningen getraind kunnen worden. In hoeverre er verbetering plaatsvindt, ligt aan de capaciteiten en kwaliteiten van elke speler/speelster zelf. Voorbeelden : 1. Het kan zo zijn dat een aanval via de rechtsvoorpositie niet uit de verf komt. Tactisch gezien zou het de oplossing zijn om de tegenstander af te troeven. Na analyse blijkt dat de spelverdeler op het moment van spelen de handen/armenstand onjuist houdt, waardoor het spelen van de set up achterwaarts beperkt wordt. 2. De laatste punten van de set worden door de tegenstander gescoord; de eigen partij schiet steeds iets te kort. Bedenk oefeningen met doorzettingsvermogen en het vasthouden van concentratie onder de juiste omstandigheden.
Resumerend : - Alles is trainbaar, zorg voor de juiste analyse vooraf en trainingsvormen gedurende de hele training. - Bedenk dat bij inslijpen oefeningen in benadering simpeler worden in plaats van complexer.
euphoria consultancy - www.euphoriaweb.nl
blz 9 van 29
1995 – revisie 2004
coach richtlijnen gevorderden
VERBETEREN VAN DE TECHNO-MOTORISCHE VAARDIGHEDEN dmv HET ONTWIKKELEN VAN HET MENTAAL-SENSIBELE VERMOGEN
Een bekende uitdrukking is 'Hij heeft een goed balgevoel'. Dit houdt in dat op het moment van het balcontact deze persoon totale controle over die bal ervaart. Hij voelt zijn spieren zo goed aan dat dit gevoel haast overvloeit tot in de bal, zodat het lijkt dat de handeling
net zo makkelijk verloopt als dat hij zijn voet of hand beweegt; totale controle dus. Het overgangsmedium tussen persoon en rol is hierbij de huid, die de prikkels -het gevoel- moet doorgeven. Een van de activiteiten van Ted Troost (haptonoom) is om dit mentaal-sensibele vermogen te ontwikkelen cq te verbeteren. Een blind persoon die alles op de tast doet, heeft een beter mentaal-sensibel vermogen dan een ziend persoon. Marty ten Cate (marathonloper) loopt met een donkere bril op om zich van de omgeving te isoleren zodat hij zich beter kan concentreren op het gevoel van lopen; het contact met de ondergrond. Elke stap wordt aangevoeld, de stand en bewegingsverloop van de spieren en gewrichten. Wanneer een hardloper op blote voeten zou gaan hardlopen, zal hij/zij een zeer goede looptechniek (het plaatsen en afwikkelen van de voet) kunnen ontwikkelen. Naast de visuele perceptie en in mindere mate de akoestische, neemt de sensibele perceptie de belangrijkste plaats in. Allereerst moet dus het mentaal-sensibele vermogen ontwikkeld worden. Daarnaast kan dit uitgebreid worden door informatie via visuele en akoestische perceptie aan te reiken om zo tot een totaliteit van activiteiten te komen. Het 1ichaam moet tijdens het bewegen zo goed aangevoeld worden, dat het in een bepaalde cadans gebracht kan worden. Dan zal het energieverbruik minimaal zijn evenals de benodigde krachten. Dit is te vergelijken met het aanduwen van een slingerende schommel. Op het moment dat de schommel van de persoon af beweegt, geeft hij/zij deze een zetje mee. Wanneer dit meerdere malen op hetzelfde moment (gezien de positie en de richting van de schommel) gedaan wordt, zal hij/zij merken dat er minimale kracht nodig is om het bewegingsverloop van de schommel te onderhouden of zelfs te versterken. Zo 'n plaats of tijdstip wordt resonantiepunt genoemd. Wanneer de persoon de schommel een zetje geeft terwijl deze naar hem/haar toekomt, zal de cadans verbroken worden. Tevens kost dit een hoop energie. In een complexe techniekvorm zijn zulke resonantiepunten natuurlijk moei1ijker aan te geven. Door het vele malen herhalen van zo'n vorm wat leidt tot een automatisme, is er sprake van een cadans. Een voordeel van automatisme is dat er bij de executie niet meer nagedacht hoeft te worden, en indien nodig in een reactie deze handeling haast reflexmatig uitgevoerd wordt. Indien dit automatisme geen perfecte beweging is, komt het nadeel naar voren. Want het mentaal-sensibele vermogen wordt bij dergelijke acties niet of nauwelijks gebruikt, zodat om de beweging te corrigeren weer teruggestapt moet worden naar de beginfase van de coördinatietraining voor die bepaalde techniek. Wanneer iemand bijvoorbeeld hardloopt, zal hij/zij zijn eigen cadans moeten ontdekken, het ideale afzetmoment (resonantiepunt) in het lopen bepalen. De beweging moet met souplesse uitgevoerd worden, zodat het lopen als zweven aanvoelt. De hardloper hoeft er niet meer bij na te denken en voelt zich ontspannen en op zijn gemak. De ademhaling kan hierbij behulpzaam zijn. Het gaat allemaal vanzelf. Als basis bestaat de training uit coördinatieoefeningen, welke in het begin simpel zijn, langzaam en puur op het gevoel uitgevoerd worden. Later wordt het tempo opgevoerd bij deze oefeningen. Vervolgens komen er complexere oefeningen aan bod, die ook eerst langzaam en later sneller uitgevoerd worden. Op den duur kan een totale techniek ' in droge vorm' uitgevoerd worden, al dan niet ondersteund met muziek (vergelijk 'aerobic dancing'). Om het geheel af te ronden wordt de techniek in zijn totale vorm uitgevoerd, dus in de juiste omgeving, met ballen etc.
euphoria consultancy - www.euphoriaweb.nl
blz 10 van 29
1995 – revisie 2004
coach richtlijnen gevorderden
Resumerend : - De essentie van de techniektraining is het ontwikkelen cq verbeteren van het mentaal-sensibele vermogen. - Zodoende kan via een uitgevoerde beweging met perfecte coördinatie en schitterende souplesse prestatief zo hoog mogelijk gescoord worden. - De sporter zal minder blessuregevoelig zijn (coördinatie), minder snel vermoeid raken (uithoudingsvermogen) en fysiek meer kunnen presteren (kracht). - Hij/zij heeft controle over zijn/haar totale lichaam. - Het grootste rendement wordt behaald bij individuele begeleiding. - Bij training in groepsverband is ondersteuning door muziek aan te bevelen.
euphoria consultancy - www.euphoriaweb.nl
blz 11 van 29
1995 – revisie 2004
coach richtlijnen gevorderden
AUTO-ANALYSE dmv FEEDBACK
Doordat er slechts één trainer is, treedt elke trainende speler tevens als trainer op voor zijn/haar maatje(s). De trainer geeft de verbale indicaties (A) en zijn/haar spelmaatje is het fysieke hulpmiddel van de trainer. Zo gauw de trainer bij een ander duo of trio staat om daar aanwijzingen te geven, komt het bij het eerste groepje aan op auto-analyse, dat wil zeggen: - Er moet een psychische terugkoppeling (feedback, E) plaatsvinden van de werkelijke executie (D) met de bekende feiten over de technische uitvoering (A) door de spelers zelf. - Vergelijk het fysieke resultaat (D) met het gewenste (A). Psychisch zal er vergeleken moeten worden in de comparator (B), aan de hand van de uitkomst za1: - De volgende uitvoering zal gelijk blijven; de uitkomst van de logische optelling in de comparator is nul. - De volgende uitvoering aangepast worden; de uitkomst van de logische optelling in de comparator is ongelijk aan nul. Wat nu in het werkgeheugen vergeleken wordt, is: - Imiteerde ik de beweging identiek volgens voorbeeld? (visuele perceptie) - Corrigeerde ik een beweging goed volgens aanwijzingen? (akoestische perceptie) - Hoe voelde de totale beweging aan? (sensibele perceptie) - Was het resultaat ervan gelijk als in mijn geheugen had? (psychische perceptie) Een deel van deze informatie zal vanuit het werkgeheugen (weer) in het geheugen geplaatst worden als nieuwe ervaring, een ander deel juist niet omdat dit verkeerde gegevens zou bevatten. Door deze auto-analyse zal het trainingsrendement verhoogd worden, het bewust worden hoe een techniekvorm uitgevoerd dient te worden. De belangrijkste factor hierbij is het ontwikkelen van het mentaalsensibele vermogen. Schematisch weergegeven levert dat het volgende op:
A
B
C
D
E A
psychische informatie uit het geheugen, evt. aangevuld via nieuwe sensibele, akoestische of visuele perceptie
B C D E
comparator van psychische signalen psycho-fysieke convertor fysieke executie fysiek-psychische convertor (feedback)
Resumerend : - Het is van belang dat de spelers inzien dat zij tevens een trainersrol vervullen. - Zodoende worden zij zich bewuster van het eigen uitvoeren van de techniek als die van de medespelers. - Ook kennen ze elkaars capaciteiten beter tijdens een wedstrijd. - Tijdens het inspelen gedurende wedstrijden zijn ze beter in staat de capaciteiten van de tegenstander in te schatten.
euphoria consultancy - www.euphoriaweb.nl
blz 12 van 29
1995 – revisie 2004
coach richtlijnen gevorderden
CONTROLE OVER DE ADEMHALING
Dit onderdeel krijgt vaak te weinig aandacht. Wordt de controle op de ademhaling verwaarloosd, dan heeft dit nadelige invloed op de activiteiten. Vaak wordt de adem ingehouden kunnen concentreren of bij de executie van een statische belasting, waarbij alle aandacht uitgaat naar kracht. Dit uit zich door het krijgen van een rood hoofd. De ademhaling kan een ondergeschikte of een belangrijkere rol ten opzichte van de actie: - Een marathonloper stemt zijn ademhalingsritme af op het beentempo. Hij/zij loopt bijvoorbeeld bij de inademing 3 passen en bij de uitademing 3 passen. Door de onderlinge relatie houdt hij/zij het tempo en de ademhaling in de gaten. Loopt hij/zij tegen een heuvel op, dan worden de passen kleiner en (omdat dit meer energie vergt) wordt de in- en uitademing op bijvoorbeeld iedere 2 passen aangepast. - Een bodybuilder die een aantal malen achter elkaar een gewicht moet verplaatsen, blaast bij elke krachtsinspanning krachtig uit. - Tijdens het losdraaien en de stretch oefeningen moet de ademhaling rustig verlopen. Bij de stretch oefeningen kan bij iedere keer dat er uitgeademd wordt, geprobeerd de grens (qua spierlengte) te verleggen. - Bij elke volleybalactie (sprongafzet, smash, boven- of onderhands spelen etc) moet dus op het moment van actie uitgeblazen worden. Resumerend: - Probeer bij alle activiteiten een ritme te ontdekken waar de eigen ademhaling met mee kan lopen ten gunste van het verloop van de actie en herstel erna en ter ondersteuning van de ademhaling zelf. - Zorg tevens voor een goede cadans in het totale activiteiten, wat ook in het voordeel van de controle over de ademhaling werkt. - Na de actie wordt het ademtempo vertraagd door via de neus in te ademen en via de mond weer uit te ademen (herstelfase). Door de handen achter het hoofd te plaatsen wordt meer ruimte in de borstkas gecreëerd, waardoor de longen meer vrijheid hebben om te functioneren. - Voor het actiemoment enkele malen diep ademhalen om zodoende de concentratie te vergroten als wel de longen en het hart voor te bereiden op de te komen inspanning. - Een goede controle over de ademhaling kan voorkomen dat iemand zich niet meer kan beheersen en te agressief wordt.
euphoria consultancy - www.euphoriaweb.nl
blz 13 van 29
1995 – revisie 2004
coach richtlijnen gevorderden
COACHEN
Het coachen is het.begeleiden van een team tijdens een wedstrijd om deze zo goed mogelijk te beëindigen. In het ideale geval is de coach ook de trainer van dat team, omdat nu desbetreffende persoon rechtstreeks invloed kan uitoefenen op trainingen en wedstrijden en deze op elkaar kan afstemmen. Deze persoon moet: - Niet te autoritair zijn, maar ook openstaan voor wensen en ideeën uit de groep zelf. - Kennis hebben van het fysieke en psychische vermogen van elke speler. - De volleybalspelregels kennen. - Tactisch inzicht hebben (onder andere in spelsystemen). - Creatief zijn en snel oplossingen kunnen aandragen. Daar volleybal teamsport nummer 1 is, is het van belang een goede teamgeest te kweken. Deze prioriteit geldt boven de andere factoren. De fysieke kwaliteiten van de spelers kan de coach tijdens de wedstrijd niet meer verbeteren, maar door de juiste psychische begeleiding kan de executie ervan wel gigantisch positief beïnvloed worden. Naast het kweken van een goede teamgeest zal hij de spelers motiveren om zo goed mogelijk te presteren. Het coachen kan nooit echt in richtlijnen vastgelegd worden, maar bevat altijd een eigen visie door de persoonlijke interpretatie van de coach zelf. Daarbij komt dat het om een totaliteit van mensen gaat en elk mens zijn eigen visie en mening heeft. Toch zijn hier enkele richtlijnen bij het coachen: - Bij een drietal (vrij simpele fouten in successie van het team overgaan tot een time out om de concentratie weer te verhogen. - Dit kan natuurlijk ook bij goed spel zonder dat er gescoord wordt, om een en ander nog even te accentueren. - Bij een drietal fouten in successie van 1 speler ongeacht diens positie of functie, deze altijd uitwisselen om hem/haar zijn black-out te boven laten komen. - Alle geoorloofde mogelijkheden aangrepen om de winst te behalen. Resumerend : - Ontdek bij de spelers of het team wat de beste stimulans is zodat er goed gepresteerd wordt. - Vergroot het zelfvertrouwen van zowel de spelers individueel als van het totale team. - Tref dusdanige maatregelen zodat het team in een goede cadans speelt. - Neem goede beslissingen om zodoende de cadans van de tegenstander te verstoren.
euphoria consultancy - www.euphoriaweb.nl
blz 14 van 29
1995 – revisie 2004
coach richtlijnen gevorderden
TEAMGEEST en STRESS
Een team bestaat uit een aantal personen. die middels bepaalde activiteiten hetzelfde doel nastreven. Om dit op het gebied van volleybal te houden is dat doel het behalen van de winst bij het spelen van de wedstrijd. 'n Goede teamgeest houdt in dat alle spelers: - Dit doel voor ogen houden. - In dezelfde lijn denken wat betreft de middelen om dit te bereiken. - De eigen verantwoordelijkheid kennen naar hun team (bijvoorbeeld trainingsopkomst). - Respect proberen af te dwingen ten opzichte van elkaar. - Elkaar respecteren. - Geen excuses aanvoeren in vergelijking met anderen ('Ja. maar hij/zij ...'). Zowel de spelende als de niet spelende (wissel-) spelers behoren tot dat team, dus niet alleen de spelers in het veld. Over in hoeverre de trainer/coach tot het team behoort, valt te discussiëren. Hij/zij heeft wel hetzelfde doel voor ogen maar doet fysiek niet mee aan de activiteiten om dit te realiseren. Hij/zij zorgt voor de begeleiding van het team. Deze persoon zal proberen een bepaalde vertrouwensrelaties op te bouwen met de spelers. Het belangrijkste middel is hierin de communicatie. Het is dan ook van belang conflicten binnen de verstandshouding te bespreken en de twijfels en gevoelens niet op te kroppen. Anders zal dat op den duur eindigen in een explosieve situatie. Een goede coach zal: - Proberen zelf het goede voorbeeld te geven. - Spelers op hun verantwoordelijkheid wijzen. - Iedereen in zijn waarde laten (iedere persoon is uniek). - Conflicten in welke relatieverhouding dan ook proberen op te lossen. Eén van de voornaamste factoren bij het begeleiden van jeugd is het voorkomen dat jeugdige spelers faalangst wordt ingeboezemd. Het trainen/coachen bestaat uit het zorgvuldig aangaan met de te geven commentaren. Positieve kritiek als bruikbare informatie bevat concrete aanwijzingen voor een speler wat er moet gebeuren in vergelijking met het voorgaande. Ook kan het in de vorm van opbeurende woorden als 'Goed gedaan!’ gegeven worden. Enerzijds kan negatieve kritiek bestaan uit het slechts aangeven dat er een fout gegaan is (dat wist de speler zelf ook al), anderzijds kan deze speler gigantisch onderuit gehaald worden door scheldpartijen en dreigementen. Dit laatste kan er toe leiden dat de speler helemaal dichtklapt, denken dat hij/zij totaal niets meer kan. Dit werkt zeker geen goede vertrouwensrelatie in de hand tussen beide partijen. Positieve kritiek betekent niet dat er niet streng opgetreden zou kunnen worden. Streng optreden houdt meestal in dat de spelers op hun verantwoordelijkheden worden gewezen of dat de accenten ten aanzien van de uitvoering van een techniek of een tactiek nog eens krachtig aangehaald worden. Onderdelen welke wel functioneel zijn, zoals een service die niet ver en diagonaal genoeg maar wel binnen de lijnen geplaatst is, kunnen buiten beschouwing gelaten worden. wanneer er sprake is van een onderdeel dat veel minder functioneel en effectief is. Het is dan ook zinvoller om de speler op dat laatste de aandacht te laten vestigen. waarna zal vaak blijken dat in dit geval de service ook moeilijker wordt zonder dat daar extra veel aandacht aan besteed is. Het kan zelfs zo zijn dat wanneer het sterkste punt van een speler/speelster bij hem/haar niet geheel uit de verf komt, zijn/haar totale spelpeil omhoog gaat door hem/haar alleen maar zijn aandacht op zijn sterke punt te laten vestigen. Stress is de verhouding tussen de opgelegde draaglast en de draagkracht van de persoon zelf. Stress vindt bijna altijd een negatieve weerklank met betrekking tot de invloed op de psychische gesteldheid van een persoon. Echter, stress kan een positief effect hebben op de persoon. Voorwaarden om de grootst mogelijke prestatie neer te zetten is de aanwezigheid van zowel de capaciteit als de motivatie bij een speler.
euphoria consultancy - www.euphoriaweb.nl
blz 15 van 29
1995 – revisie 2004
coach richtlijnen gevorderden
Optimale stress wordt door de speler geïnterpreteerd als maximale motivatie en fysiek omgezet in de grootst mogelijke prestatie. Het geven van aanwijzingen en aanmoedigingen is het steeds selecteren van de geschikte en het doseren van de juiste hoeveelheid draaglast. Doordat er een bepaalde vertrouwensrelatie met iedere speler bestaat, zal de coach weten wat de draagkracht van elke speler is. Elke speler ervaart zodoende de optimale stress en zal maximaal willen presteren. Bij een goede teamgeest weten ook de spelers van elkaar wanneer ieder van hen optima1e stress ervaart.
PRESTATIE CURVE (motivatie x capaciteit)
0,6
optimale punt 0,5
%
0,4
0,3
prestatie 0,2
0,1
onvoldoende
overmatig 85
75
65
55
45
95 1,
1,
1,
1,
1,
25
15
05
95
35
1,
1,
1,
1,
1,
75
85
0,
0,
0,
55
45
65 0,
0,
0,
25
05
35 0,
0,
0,
0,
15
0,0
stress
Bij overmatige stress zal een speler de opgelegde druk niet aankunnen. Dit kan gebeuren als er van de speler teveel verwacht wordt. Bij onvoldoende stress gooit hij/zij er met de pet naar bij het spelen van ‘slechts’ een oefenwedstrijd, die in zijn/haar ogen van geen of weinig belang is. In beide gevallen zullen de prestaties achterwege blijven. In het eerste geval zal de realiteit besproken moeten worden ten aanzien van de capaciteiten van die speler. In het tweede geval kan de speler op zijn/haar zwakke punten gewezen worden. om deze tijdens de oefenwedstrijd zo perfect mogelijk uit te voeren. Hierbij moet dus nauwkeurig worden nagegaan wat een speler optimaal motiveert om maximaal te presteren. Resumerend: - Het belangrijkste bij het begeleiden van een team is het kweken van een goede teamgeest zodat de spelers onderling een goede vertrouwensrelatie hebben. - De vertrouwensrelatie tussen de trainer/coach en de spelers als essentieel onderdeel. - Selecteer de geschikte en doseer de hoeveelheid positieve kritiek, zodat deze als optimale stress wordt ervaren door de spelers. Zie voor uiteenzetting van de stresscurve de bijlage achter in dit dictaat.
euphoria consultancy - www.euphoriaweb.nl
blz 16 van 29
1995 – revisie 2004
coach richtlijnen gevorderden
SPELVERDELER en AANVOERDER
De spelverdeler en de aanvoerder zijn de 2 belangrijkste personen uit een team. Het kan zelfs zo zijn dat de spelverdeler tevens aanvoerder is. Empirisch gezien blijkt dit laatste niet altijd op te gaan. Een spelverdeler dient aan de volgende persoonlijke en karakteristieke kwaliteiten te voldoen: - Hij/zij moet beschouwd kunnen worden als de spil van het team, waar de andere spelers omheen draaien. Hij/zij is het die de aanvalscombinaties aangeeft. - Tevens moet hij/zij goed overzicht kunnen houden. - En elke speler fysiek kennen met betrekking tot diens aanvals- en verdedigings/stopcapaciteiten. Met de eerstgenoemde kwaliteit van de spelverdeler voor ogen levert dat het volgende structurele schema op: speler 1
speler 2
spelverdeler speler 3 speler 5 speler 4
Een aanvoerder moet zijn/haar persoonlijke en karakteristieke kwaliteiten meer hebben op het gebied van: - Het in het veld kunnen optreden als verlengstuk van de coach om zodoende het team in het veld te leiden en te sturen. - Het rustpunt en de vertrouwenspersoon zijn binnen het team. - Het meeste respect genieten. - Ervaring hebben met diverse situaties en deze kunnen hanteren. - Het team kunnen stimuleren. Als dit in een organisatiestructuur vertaald wordt, levert dat het volgende schema op:
coach
aanvoerder
speler 1
speler 2
speler 3
speler 4
spelverdeler
euphoria consultancy - www.euphoriaweb.nl
blz 17 van 29
1995 – revisie 2004
coach richtlijnen gevorderden
De persoonlijke eigenschappen van de spelverdeler zijn dus bepalend om hem/haar aanmerking te laten komen, voor het aanvoerderschap. Voldoet hij/zij aan die kwaliteiten, dan wordt de organisatiestructuur aanzienlijk eenvoudiger. coach
aanvoerder/ spelverdeler
speler 1
speler 2
speler 3
speler 4
speler 5
Resumerend: - De belangrijkste kwaliteit van een spelverdeler is het kunnen fungeren als spil van het team, waar de andere spelers omheen draaien. - De belangrijkste kwaliteit van een aanvoerder is het kunnen fungeren als verlengstuk van een coach om het team in het veld te sturen. - Heeft een spelverdeler genoemde kwaliteit van een aanvoerder ook, dan zal hij/zij tevens aanvoerder kunnen zijn.
euphoria consultancy - www.euphoriaweb.nl
blz 18 van 29
1995 – revisie 2004
coach richtlijnen gevorderden
DE TIME OUT
Wat wil je vertellen in een time out ? Wat kun je vertellen in een time out ? En de laatste vraag : Wat ga je uiteindelijk vertellen in de time out ? Wat is het meest essentiële dat je kunt doen in een time out ? Dat is met name 1 ding : korte en eenduidige instructies, eventueel versterkt dan wel vervangend door het keyword dat daarbij hoort. Zet je iemand onder druk ? Laat je de spelverdeler de vrijheid van zijn/haar keuze in het bedienen van de aanvallers, welke keuze zal hij/zij gaan maken, de set up naar de sterkste aanvaller ? Zal de tegenstander daar ook zo over denken en hierop gaan anticiperen door op die positie hun sterkste blokkeerder te positioneren ? Wat is belangrijk tijdens een time out ? In ieder geval de rust uit te stralen en de eventuele paniek en stress te onderdrukken. Weet dat de effectieve tijd in een time out van 30 seconden minder dan 7-8 seconden bedraagt. Spelers zijn heel druk in hun hoofd, water drinken, zweet afvegen etc. Grote verhalen komen nooit aan op dergelijke momenten. Pak de 2 of 3 sleutelspelers eruit en geef hun directe en constructieve instructies; kort en persoonlijk. Met die tijd van 7-8 seconden moet je het doen ! Zelfs iedereen op de bank zetten en 30 seconden niets zeggen doet meer dan grote en uitgebreide instructies te geven. Resumerend: - De invulling van de time out is persoon- en teamgebonden. Wel is essentieel de rust te behouden en uit te stralen als coach. - Zie af van uitgebreide informatie; meer dan 95 % gaat aan hun voorbij ! - Geef 2 hooguit 3 sleutelspelers korte instructies. - Gebruik bij deze instructies zo veel mogelijk de keywords, welke voor elke speler van toepassing is (zie dus het belang van het overleg met de trainer om de keywords per speler/speelster te kennen) - Bedenk wanneer je iemand een opdracht vanuit de time out wil meegeven, welk effect dit kan hebben bij het mislukken ervan.
euphoria consultancy - www.euphoriaweb.nl
blz 19 van 29
1995 – revisie 2004
coach richtlijnen gevorderden
WISSELSPELERS
Wisselspelers zijn altijd nodig. Afhankelijk van hun niveau worden ze veel of weinig ingewisseld. Er zijn een drietal soort wisselspelers: a. Goede wisselspelers b. Matige wisselspelers c. Slechte wisselspelers Ad a. - Hierbij wordt de keuze voor de basis bepaald door de vorm van de dag van elke speler. Er is geen verschil in spelers qua fysiek vermogen. Dit wordt dus alleen beïnvloed door de psychische toestand van de speler zelf op de dag van de wedstrijd. Ad b. - Deze speler onderscheidt zich van de goede wisselspeler dat ondanks het meestal gelijkwaardige fysieke vermogen, dit vermogen reeds na korte tijd vermindert door gebrek aan conditie of concentratievermogen. Dit soort spelers wordt dan ook ingewisseld wanneer een basisspeler een black-out heeft. Bij kansloze of heel gemakkelijke wedstrijden kunnen deze spelers langer in het veld blijven om zichzelf te verbeteren. Ad c. - In principe komt dit soort spelers nooit aan spelen toe, totdat hun niveau dusdanig verbeterd is. Deze spelers worden wel vaak opgesteld bij oefenwedstrijden om hen toch enige wedstrijdervaring op te laten doen. Bovenstaande geldt dus bij een competitie spelend team, waarbij het gaat om de concurrerende strijd tussen de spelers onderling, wat leidt tot kwaliteitsverbetering van de spelers. Resumerend : - Er is een ‘vaste’ of bepaalde natuurlijke basisopstelling, waarin de spelers elkaar het best aanvoelen en weten wat ze aan elkaar hebben. - Het wisselen bij een competitiespelend team wordt gedaan op basis van de fysieke en psychische gesteldheid van de spelers en niet vanwege de sociale factor (iedereen moet spelen) of persoonlijke voorkeur van de coach. - Enkele uitzonderingen zijn wanneer een speler door ingewisseld te worden rust binnen het team kan brengen of het team juist goed kan motiveren. Hierbij ligt het accent op het psychische vlak en in mindere mate op het fysieke.
euphoria consultancy - www.euphoriaweb.nl
blz 20 van 29
1995 – revisie 2004
coach richtlijnen gevorderden
PSYCHISCH VERLOOP VAN EEN WEDSTRIJD
Wie als team een wedstrijd constant en stabiel speelt, wint deze. Uiteraard komt dit nooit of zelden voor. Wanneer er van een constant effect van 70 % wordt uitgegaan, zullen er pieken en dalen optreden als gevolg van dergelijke situaties, die inwerken op de psychische gesteldheid van de spelers. Simpel gesteld staat het effect ongeveer in direct verband met de psychische gesteldheid (stemming). Ook wisselt de hoeveelheid benodigde capaciteit van de spelers; bij een makkelijke bal wordt slechts een deel benut (de speler heeft nog overcapaciteit) terwijl het effect optimaal is, bij een moeilijk te verdedigen bal wordt de maximale capaciteit aangesproken, terwijl het effect nihil is als de bal wegschiet (ondercapaciteit van de speler). Dergelijke invloeden van buitenaf worden hoofdzakelijk bewerkstelligd door de tegenstander waarbij dit proces wederkerig is. Deze invloeden hoeven niet alleen fysiek overgedragen te worden (moeilijk geslagen bal), maar dit kan ook psychisch gedaan worden. Dit wordt een eerste orde proces genoemd, omdat de actie van de tegenstander rechtstreeks in verband staat met de eigen actie. Als voorbeeld, wanneer een aanvaller een korte pushbal over het blok geeft, weet deze, dat daarop een duikbal van de tegenstander zal moeten volgen om de bal zo nog van de grond te houden. Over het algemeen zijn de psychische gesteldheden van beide tegenstanders tegenovergesteld; met het ene team gaat het voorspoedig, het andere team moppert en speelt tegen zichzelf. Bij het eerste team is het effect ook meestal optimaal (de rally’s worden gewonnen), en bij het tweede team is deze minimaal, terwijl de capaciteit in beide gevallen misschien wel gelijk is.
70 %
effectiviteit
effect tijd
positief
stemming
negatief tijd
euphoria consultancy - www.euphoriaweb.nl
blz 21 van 29
1995 – revisie 2004
coach richtlijnen gevorderden
Hieronder volgt een voorbeeld, welke de bepaalde situaties en/of veranderingen illustreert. Team 1 serveert en het gaat goed, de service is moeilijk, team 2 heeft moeite met de stop. Nu zijn er 3 mogelijkheden: 1. Team 1 blijft op dezelfde manier serveren. 2. Team 1 gaat makkelijker serveren, want de opstelling van team 2 is dermate zwak dat deze toch wel in de problemen blijft. Met de service hoeft niet zoveel risico genomen worden met de kans op een foutieve service. 3. Team 1 gaat nog moeilijker serveren, want 'vandaag lukt alles'. Nu kan de situatie zich handhaven en blijft team 2 in het dal of zakt verder weg. De andere situatie is dat er een wisseling in de psychische balans plaatsvindt; dat wil zeggen dat team vanaf de top een neerwaartse beweging inzet en dat team 2 vanuit het dal opwaarts klimt. Dit kan verklaard worden door: ad 1. Team 2 kan uiteindelijk de service toch onder controle krijgen of team 1 serveert fout. ad 2. Team 2 krijgt de service onder controle omdat deze gemakkelijker is geworden. ad 3. Team 2 mag serveren omdat team 1 teveel risico nam en fout serveerde. Natuurlijk hoeft de opslagwisseling voor team 1 niet cruciaal te zijn (er treedt geen doorkruising van beide (stemming-)lijnen op, slechts een dip voor team 1) en houdt team 1 de wedstrijd alsnog in de hand. Ook is het situatieafhankelijk welke van de 3 mogelijkheden in dit voorbeeld bij een wedstrijd toegepast moet worden. Bovenstaand voorbeeld presenteert een fysiek voorbeeld van de service. Parallel hieraan kan gedacht worden aan: 1. Het blijven uitvoeren van de bestaande aanvalscombinaties. 2. Een aanval 'safe' laten uitvoeren door de hoofdaanvaller om de wedstrijd te blijven controleren. 3. Nog complexere aanvalscombinaties uitvoeren. Ook kan het een en ander op het psychische vlak uitgeprobeerd worden, wanneer het eigen team in een dal zit en de tegenstander is aan opslag, zoals: - Uitdagend om de service 'vragen’: 'Serveer maar op mij', zodat de tegenstander te gretig daarop inspeelt en daardoor foutief serveert. - Schuiven, gaten laten vallen en daarmee de tegenstander uitdagen zodat deze in dat gat wil serveren (wat wellicht mislukt). - Time outs of wissels aanvragen ter onderbreking van de cadans (spelritme) van een speler of het team. Dit soort acties vallen onder een tweede of hogere orde proces omdat hier sprake is van meerdere wisselwerkingen tussen heide tegenstanders voordat een effect volgt. Het is het dus niet meer duidelijk aantoonbaar of een bepaalde actie in direct verband stond met een daarop volgend effect zoals bij een eerste orde proces. Het blijkt dus steeds de lijn van team 1, welke staat voor het effect of de stemming afwisselend hoger ligt dan die van het andere team, omdat slechts 1 team per rally scoort en daardoor diens psychische gesteldheid ook beter is omdat het effect positief was. Wanneer de teams aan elkaar gewaagd zijn, treden vele doorkruisingen op van beide lijnen en zullen de positieve en negatieve uitwijkingen per lijn ook klein blijven en vlak om een contante lijn fluctueren, wat tekenend kan zijn voor stabiel en constant spel.
euphoria consultancy - www.euphoriaweb.nl
blz 22 van 29
1995 – revisie 2004
coach richtlijnen gevorderden
Resumerend : - Zet de tegenstander onder druk, bouw een psychisch spanningsveld op met het eigen team aan de gunstige kant en de tegenstander aan de andere kant die moet incasseren. - Laat nooit de eigen eventueel momentele onzekerheid of psychische instabiliteit blijken aan de tegenstander. - Blijf rustig en uit geen negatieve emoties (mopperen, schelden etc), ook niet naar de scheidsrechter. - Uit juist opbeurende emoties of probeer zelfs te overbluffen. - Het in een neerwaartse beweging geraken is op zich niet erg (een schoonheidsfoutje tussendoor mag), als er daarna maar niet van te diep weer omhoog geklommen moet worden.
euphoria consultancy - www.euphoriaweb.nl
blz 23 van 29
1995 – revisie 2004
coach richtlijnen gevorderden
ANTICIPATIE
Het anticiperen op wat er gaat gebeuren tijdens de wedstrijd belangrijk, want de bal wordt vaak zo snel gespeeld dat de reactie ontoereikend is. De tijd om te reageren moet gunstiger worden. Dit kan bereikt worden door een deel van de (re-)actietijd te verplaatsen van tijdens of na de actie naar ervoor. Deze tijd is meestal nodig om van plaats te veranderen of een andere aan te nemen en beslaat relatief het grootste deel van de reactietijd. De resterende reactietijd kan aangewend worden voor de volleybaltechnische fase.
Anticipatie is hoofdzakelijk gebaseerd op het visuele perceptie ten aanzien van de speler die een volleybalactie gaat ondernemen, middenin zit. Van belang is hierbij: - Het volgen van het totale bewegingspatroon van die speler, van top tot teen, fase voor fase. - Hieruit de juiste conclusies trekken voor de te ondernemen actie. Hierbij kan het geheugen een belangrijkere functie gaan vervullen dat bijvoorbeeld een speler altijd dezelfde volleybalactie uit wanneer: - Deze zich op een bepaalde positie bevindt. vb Vanaf positie II slaat een zelfde speler steeds rechtdoor. - Deze een bepaald bewegingspatroon volgt. vb Een speler die eerst enkele passen naar rechts doet om vervolgens af te buigen naar links, slaat de bal alleen in diens looprichting. - Er steeds dezelfde actie aan vooraf is gegaan. vb De set up gaat altijd via de midvoor, als de service kort is. Een andere vorm van anticipatie is de psychische. Hierbij moet bijvoorbeeld een verdediger zich verplaatsen in de gedachtegang van de aanvaller om zodoende diens handelswijze van tevoren te beredeneren en daarop alvast in te spelen. Wanneer dergelijke acties succesvol zijn, zal er een verwachtingspatroon worden opgebouwd. Hierop mag niet blindelings vertrouwd worden, omdat een slimme tegenstander onverwacht dan bepaalde varianten kan gaan spelen. Belangrijke punten bij het anticiperen zijn: - Van alle volleybaltechnieken een visuele voorstelling kunnen maken. - De eigen technische en fysieke capaciteiten kennen (zie auto-analyse dmv feedback). - De capaciteiten van de medespelers kennen (dat volgt uit de gezamenlijke trainingen en wedstrijden). - De capaciteiten van de tegenstander weten in te schatten (dat begint al bij het inspelen). - Het kunnen inschatten wat er onder bepaalde omstandigheden {nog) wel en wat niet (meer) kan (de vorige 2 punten in ogenschouw nemend). Dit vergt veel concentratie maar kan wel veel fysieke arbeid besparen. Hoe beter de eigen techniek, hoe makkelijker dit vaak verloopt. Aspecten ten aanzien van de beoordeling tijdens de observatie zijn: - Psychische gesteldheid; gezichtsuitstraling van desbetreffende speler. - Fysieke gesteldheid; wel of geen balansverstoring in het bewegingspatroon aanwezig. - Bewegingsrichting voor en tijdens de eigenlijke volleybalactie. - Hoeveelheid beschikbare en noodzakelijke tijd om eerst te corrigeren (op de goede plaats gaan staan) om vervolgens tot actie over te gaan (kan hij/zij de bal nog halen/spelen?).
euphoria consultancy - www.euphoriaweb.nl
blz 24 van 29
1995 – revisie 2004
coach richtlijnen gevorderden
Resumerend : - Anticipatie via visuele of psychische perceptie is dermate belangrijk, omdat de reactietijd ontoereikend is. - Ook kan psychische anticipatie (geheugen) daarbij behulpzaam zijn. - Anticipatie kan zowel op de tegenstanders als op de eigen spelers toegepast worden. - Door anticipatie kan een bepaald verwachtingspatroon opgebouwd worden. - Het aanleren van anticipatie begint al bij de trainingen, waarbij de spelers een medespeler of trainer in actie moeten leren 'lezen’; dwz van diens techno-motorische actie elk detail nauwkeurig observeren. - Hieruit volgt dus weer de anticipatie via visuele perceptie
euphoria consultancy - www.euphoriaweb.nl
blz 25 van 29
1995 – revisie 2004
coach richtlijnen gevorderden
NAWOORD
De essentie van dit dictaat is het ontwikkelen van het bewustzijn -lees ook het inzicht- in volleybal maar ook in de algemene zin. Hoewel dit eigenlijk gericht is tot trainers/coaches, vallen onder de doelgroepen ook de spelers zelf. De trainer/coach wordt hierbij meer beschouwd als intermediair. Het is van het grootste belang dat de spelers een verantwoorde techno-fysieke training volgen, constant geaccentueerd met het woord souplesse met betrekking tot de executie ervan, zodat blessures achterwege zullen blijven. Daarnaast kan het ontwikkelen van het bewustzijn bijdragen tot beter begrip en openheid ook op het sociaal-maatschappelijk gebied, zodat hun mentaliteit en omgang prettig te noemen zal zijn. Het einddoel van dit dictaat is dat de trainers/coaches bij de begeleiding van hun pupillen bij het fysieke aspect het accent op souplesse en bij het psychische aspect het accent op mentaliteit leggen. Let wel op dat dit dictaat geschreven is gericht op elementaire kennis en inzicht als wel de functionaliteit in de breedste zin van het woorden. Er bestaat dus altijd de mogelijkheid voor persoonlijke interpretatie en invulling hieruit volgend. Moge volleybal een sport blijven, die met veel plezier beoefend wordt.
euphoria consultancy - www.euphoriaweb.nl
blz 26 van 29
1995 – revisie 2004
coach richtlijnen gevorderden
EXPLICANDA
Additie Akoestisch Anticiperen Auto-analyse Autoritair Black-out Cadans Capaciteit Coachen Comparator Complex Concentreren zich Concreet Convertor Cruciaal Dip Effect Empirisch Executie Explicanda Feedback Fluctueren Fundamenteel Fysisch Fysiek Gradiënt Haptonomie Harmonieus Illustreren Incasseren Integreren Intermediair Interpretatie Latent Mentaal Mentaliteit Methodiek Motoriek Motorisch Nihil Perceptie Psychisch PsychoResonantie
Bijlage. Door het gehoor kenbaar. Vooruitzien (visueel en/of psychisch) en inschatten wat er gaat gebeuren. Gebaseerd op die informatie alvast een tegenactie starten (ageren). Uiteenzetting van feiten gericht op en door de persoon zelf. Eigenmachtig, alleen zijn macht geldend. Korte psychische stoornis. Ritmische beweging of dynamiek. Een aantal (eventueel verschillende) ritmen of techniekvormen, welke harmonieus op elkaar aansluiten of in elkaar overvloeien. Maximaal te leveren prestatie. Begeleiden van een team tijdens een wedstrijd om deze met een zo goed mogelijk resultaat te beëindigen. Vergelijkingsorgaan van 2 gelijksoortige fysische grootheden. Samengesteld, uit ongelijksoortige of ongelijkwaardige delen of factoren bestaand. Zich visueel, akoestisch of psychisch op 1 punt richten. Werkelijk bestaand, duidelijk. Omzetter van de ene grootheid naar een andere grootheid. Moeilijk, niet overkomelijk. Plotselinge, negatieve uitwijking tov een constante toestand. Uitwerking, gevolg. Dat, wat bereikt moet worden. Door onderzoek vastgesteld, proefondervindelijk. Uitvoering, bewerkstelliging. Woordenlijst (W.L. Bastiani). Dat, wat uitgelegd, verklaard dient te worden. Terugkoppeling. Schommelen om een evenwichtstoestand. Aan de grondslag, basis liggen. Dat, wat natuurlijk, zichtbaar, aantoonbaar of tastbaar is. Dat, wat betrekking op het lichamelijke heeft. Factor, die de stapgrootte, verandering of vordering van een bepaalde grootheid weergeeft. Leer over de kunst van het voelen. Goed samengaand. Toelichten, kenschetsen. Ontvangen, verduren (figuurlijk) Maken tot of opnemen in een groter geheel. Bemiddelend persoon. Verklarende of toepassende uitlegging of opvatting. Verborgen, onzichtbaar blijvend. Dat, wat betrekking op de geest, de gedachte heeft. Manier van denken en voelen. Leer van de te volgen handelswijzen om een bepaald doel te bereiken. Bewegingsverloop van het lichaam. Dat, wat betrekking op de motoriek heeft. Niets. Het ontvangen, opnemen. Dat, wat betrekking op de geest, het denken heeft. Afgeleide woordvorm van Psychisch in samenstellingen gebruikt. Verschijnsel, dat iets meetrilt met of in hetzelfde ritme meebeweegt als de bron.
euphoria consultancy - www.euphoriaweb.nl
blz 27 van 29
1995 – revisie 2004
coach richtlijnen gevorderden
Resumeren Sensibel Souplesse Strategie Stress Successie Tactiek Techniek TechnoVerbaal Verifiëren Visueel
Beknopt samenvatten. Door de tastzin of het gevoel kenbaar. Gracieuze sierlijkheid. Beleid of plan om een bepaald doel te bereiken. Verhouding tussen opgelegde draaglast en de draagkracht van de persoon zelf, meestal in psychische zin benaderd. Opeenvolging zonder onderbreking. Het vaststellen van de middelen en methoden om een bepaald spelbeeld te creëren of te beïnvloeden binnen een bepaalde strategie. Vloeiende aaneenschakeling en/of combinatie van bewegingsonderdelen, die tot een totale bewegingsuitvoering leidt. Afgeleide woordvorm van Technisch, gebruikt in samenstellingen. Met woorden, door spreken. Onderzoek doen naar echtheid of juistheid van iets. Door het gezichtsvermogen kenbaar.
euphoria consultancy - www.euphoriaweb.nl
blz 28 van 29
1995 – revisie 2004
coach richtlijnen gevorderden
LITERATUURLIJST
Dit dictaat is geverifieerd aan de hand van de onderstaande literatuurlijst. Tevens is een deel van deze literatuur aan te bevelen door te 1ezen, deze zijn aangegeven met een *. Serie Technische Brochures deel 1 * Volley Techno Trainer A Volleybal Volleybal Warming-up en conditietraining op muziek Mentale begeleiding in de sport * Verkenningen in de Haptonomie *
euphoria consultancy - www.euphoriaweb.nl
NeVoBo NVVO vakblad Cursusdictaat NeVoBo Gerard Zwarts Henk -Drenth Ferdi Oyen e.a. o. red. v. W. Pollmann-Wardenier
blz 29 van 29
1995 – revisie 2004