Richtlijnen voor de bewindvoerder
Inhoud: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19.
Definities Algemene inleiding Aanvang bewind Omvang bewind Gevolgen van het bewind Taak van de bewindvoerder Twee of meer bewindvoerders Voorafgaande toestemming of machtiging Beschrijving van het vermogen Rekening en verantwoording Beloning bewindvoerder Schade door slecht bewind Verhuizing Schuldsanering Opheffing bewind of wijziging bewindvoerder Rechthebbende als erfgenaam Overlijden van de rechthebbende Einde taak bewindvoerder Einde bewind
Contactgegevens:
Bewindsbureau Zwolle Postbus 10067 8000 GB Zwolle tel: 038 - 8884032 fax: 038 - 8884040 Het Bewindsbureau is telefonisch bereikbaar op werkdagen van 10.00 - 16.00 uur. Meer informatie vindt u op onze website www.bewindsbureauzwolle.nl.
Richtlijnen bewindvoerder geldig vanaf 1 januari 2013 2
1.
Definities
Eerst een paar definities. Onder rechthebbende wordt verstaan: degene wiens goed of goederen onder bewind zijn gesteld. Onder goederen wordt onder meer verstaan: gelden, inclusief banksaldi, loon, pensioen, uitkeringen, meubilair, sieraden, onroerende zaken, effecten, vorderingen en schulden. Beschikken betekent: het verkopen, vervreemden of bezwaren van een of meer goederen die onder bewind zijn gesteld, bijvoorbeeld een huis verkopen en in eigendom overdragen (vervreemden) of een hypotheek daarop vestigen (bezwaren). Onder beheren wordt verstaan: het als goed bewindvoerder zorgen voor de instandhouding van de goederen die onder bewind zijn gesteld, de normale exploitatie ervan en het voeren van de administratie daarover. 2.
Algemene inleiding
Vanaf wanneer
De kantonrechter heeft u bij een schriftelijke uitspraak (een beschikking) benoemd tot bewindvoerder. In die beschikking staat meestal geen datum genoemd waarop uw taak ingaat. Wanneer de ingangsdatum niet is genoemd, begint uw bewindvoerderschap op de dag na verzending of afgifte van die beschikking.
Wat valt eronder?
In de beschikking staat ook wat er onder het bewind valt. Vaak zal dat alles zijn: “alle huidige en toekomstige goederen”. Daaronder valt ook geld, en verder alles waar de rechthebbende recht op zal krijgen, zoals toekomstige erfenissen. Wanneer de rechthebbende in gemeenschap van goederen getrouwd is, valt onder zijn goederen ook zijn aandeel in de huwelijksgoederengemeenschap. Soms heeft de kantonrechter de omvang van het bewind beperkt tot bepaalde goederen, zoals een spaarrekening of een huis. Onder het bewind valt altijd alles, wat in de plaats komt van een onder bewind gesteld goed: de koelkast die van spaargeld wordt gekocht, of de opbrengst van het verkochte huis.
Wat is uw taak
In heel grote lijnen komt uw taak bij een algeheel bewind neer op het zorgen voor de financiën van de rechthebbende: zorgen dat rekeningen betaald worden en geen onverantwoorde uitgaven worden gedaan, en zorgen voor een goede administratie. Voor sommige handelingen moet u van tevoren schriftelijk toestemming vragen (een machtiging vragen) aan de kantonrechter. Zie hierover verder paragraaf 8. De bewindvoerder gaat niet over persoonlijke belangen. De rechthebbende mag dus trouwen of bij verkiezingen stemmen zonder dat de bewindvoerder daar zeggenschap over heeft.
Gevolgen voor
Bewind beperkt de rechthebbende in een aantal van zijn bevoegdheden. Maar anders dan bij curatele blijft de rechthebbende in staat om juridisch geldige overeenkomsten aan te gaan. Hij kan dus een auto kopen, ook al heeft hij geen geld, zijn huis verkopen of een hypotheek daarop afsluiten.
rechthebbende
Richtlijnen bewindvoerder geldig vanaf 1 januari 2013 3
De verkoper of koper weet meestal niet van de onderbewindstelling, en wordt dan beschermd. Daarom is het belangrijk dat u maatregelen neemt om problemen te voorkomen.
Wat u zo snel mogelijk moet doen
Het toezicht
Beschrijving van het vermogen
Rekening en verantwoording
Einde bewind
Aangeraden wordt: 1. zo snel mogelijk het bewind en uw benoeming tot bewindvoerder te laten inschrijven in het Kadaster, indien de rechthebbende een onroerende zaak, zoals een huis, heeft dat onder het bewind valt. Het gaat om het Kadaster van de plaats waar het huis staat, want bij dat Kadaster is het huis ingeschreven. Mensen die iets met dat huis willen, kunnen zich daarna niet meer beroepen op onwetendheid met het bewind. U ontvangt op verzoek een speciale, door de griffier ondertekende kopie van de beschikking waarbij het bewind is ingesteld en met die kopie kunt u naar het Kadaster gaan. 2. de bankzaken te regelen: zorgen dat de bank op de hoogte is van uw benoeming als bewindvoerder; indien nodig regelen dat bankafschriften naar u toegestuurd worden; kredietlimieten beperken; eventueel bankpassen innemen en weekgeld of zakgeld regelen. 3. te controleren of de rechthebbende verzekerd is tegen ziektekosten en wettelijke aansprakelijkheid. De kantonrechter houdt toezicht op de uitoefening van het bewind. Op bewinden die zijn ingesteld vóór 1 mei 2007 houdt de kantonrechter van de woonplaats van de bewindvoerder het toezicht. Op bewinden die zijn ingesteld na 1 mei 2007 houdt de kantonrechter van de woonplaats van de rechthebbende het toezicht. Op deze hoofdregel kunnen uitzonderingen bestaan. In deze richtlijnen wordt met kantonrechter steeds de toezichthoudende kantonrechter bedoeld, tenzij anders is aangegeven. De kantonrechter houdt toezicht door middel van een jaarlijkse controle van de rekening en verantwoording. Binnen drie maanden na uw benoeming verwacht de kantonrechter van u een beschrijving van het vermogen: een schriftelijke opgave van al het geld en alle goederen die onder het bewind vallen. U ontvangt daarvoor een invulformulier. Belangrijk is dat u ook de schulden van de rechthebbende in kaart brengt, en onderzoekt of anderen schulden aan de rechthebbende hebben en of er een nog onverdeelde erfenis is. Daarna bepaalt de kantonrechter wanneer u een rekening en verantwoording moet indienen: ook hiervoor ontvangt u een invulformulier. Met dit formulier geeft u de kantonrechter inzicht in de inkomsten en uitgaven van de rechthebbende over een bepaalde periode, doorgaans een kalenderjaar. Daarmee controleert de kantonrechter of het goed gaat. Uw taak eindigt bijvoorbeeld wanneer de kantonrechter het bewind opheft, wanneer in uw plaats een andere bewindvoerder wordt benoemd of wanneer de rechthebbende overlijdt. U moet de kantonrechter zo spoedig mogelijk inlichten wanneer dat laatste het geval is.
Richtlijnen bewindvoerder geldig vanaf 1 januari 2013 4
Melding aan kantonrechter
Aansprakelijkheid
3.
De kantonrechter wil zo snel mogelijk in kennis worden gesteld van: 1. het overlijden van de rechthebbende; 1. het overlijden van partner, kind, ouder, broer of zus van de rechthebbende; 2. het vermoeden dat rechthebbende zijn wil niet meer goed kan bepalen, als hij dat bij aanvang van het bewind wel kon; 3. de verhuizing van de rechthebbende of van de bewindvoerder; 4. het overlijden van een bewindvoerder. Wanneer er één bewindvoerder is benoemd, is het belangrijk dat deze bewindvoerder mensen in zijn omgeving over het bewind inlicht. Die kunnen dan de kantonrechter informeren wanneer de bewindvoerder zijn taak niet meer kan verrichten. De erfgenamen van de overleden bewindvoerder, die van het bewind weten, zijn in de tussentijd verplicht om die bewindvoerderstaken over te nemen die voor de rechthebbende niet kunnen worden uitgesteld. Door uw benoeming bent u belast met de zorg voor de financiën van een ander. Dat geeft u verantwoordelijkheid en een zorgplicht. De kantonrechter moet er op toezien dat dit goed gaat. Daarom bent u ook verplicht om inlichtingen te verstrekken als de kantonrechter u daarom vraagt. Wanneer de bewindvoerder verwijtbaar te kort schiet in de zorg die van een goed bewindvoerder verwacht mag worden, dan kan hij aansprakelijk gesteld worden voor schade.
Aanvang bewind
Het bewind over een goed of goederen begint een dag na verzending of verstrekking van de beschikking door de griffier, tenzij de beschikking een later tijdstip van ingang vermeldt. Op die dag begint ook de taak van de bewindvoerder. 4.
Omvang van het bewind
Wanneer het bewind is ingesteld over alle huidige en toekomstige goederen die aan de rechthebbende toebehoren of zullen gaan toebehoren, valt daaronder ook zijn aandeel in de mogelijk bestaande huwelijksgoederengemeenschap. Vaak zullen in gemeenschap van goederen gehuwde personen gemeenschappelijke bankrekeningen hebben. Regelmatig is ook niet duidelijk wie van beide echtgenoten welk goed heeft ingebracht. Het is dan lastig te bepalen welke goederen onder bewind vallen, en die onduidelijkheid is ook hinderlijk voor de andere echtgenoot die geen bescherming nodig heeft. Dit kan voor de kantonrechter reden zijn om al bij het instellen van het bewind de omvang ervan te beperken, of om aanwijzingen te geven ter vermijding van problemen.
Indien zich na instelling van het bewind problemen over de omvang van het bewind voordoen, kan zowel de bewindvoerder als een belanghebbende aan de kantonrechter om inkrimping of uitbreiding van het bewind verzoeken. Het is namelijk ook mogelijk dat het bewind alleen betrekking heeft op een bepaald goed, zoals een woning. In alle gevallen omvat het bewind ook de goederen die in de plaats van de goederen of het goed komen, en ook de opbrengsten en/of andere voordelen die een onder bewind staand goed oplevert, bijvoorbeeld, rente, dividend of huur.
Richtlijnen bewindvoerder geldig vanaf 1 januari 2013 5
5.
Gevolgen van het bewind
De onderbewindstelling heeft tot gevolg dat de rechthebbende de onder bewind staande goederen niet meer zelf mag beheren (en hierover beschikken, zie de definities hiervoor), maar dat dit beheer -met uitsluiting van hemzelf- aan de bewindvoerder toekomt. De bewindvoerder controleert of de inkomsten van rechthebbende worden ontvangen, zorgt voor betaling van de gewone dagelijkse uitgaven, zorgt dat gewoon dagelijks onderhoud aan de goederen wordt verricht en is verantwoordelijk voor de administratie van inkomsten en uitgaven.
Beschikken over onder bewind gestelde goederen (zoals het verkopen van een woning of het doen van een grote, niet alledaagse aankoop) mag de bewindvoerder alleen met toestemming van de rechthebbende of, als deze daartoe niet in staat is of weigerachtig is, met schriftelijke machtiging van de kantonrechter. Meer informatie over de machtiging vindt u in paragraaf 8. Tijdens het bewind kan de rechthebbende zelf alleen met toestemming van de bewindvoerder of (indien deze weigerachtig is) met machtiging van de kantonrechter over de onder bewind staande goederen beschikken. De administratieplicht blijft echter op de bewindvoerder rusten. De bewindvoerder kan wekelijks of maandelijks aan de rechthebbende kasgeld ter hand stellen voor het doen van bepaalde uitgaven (leefgeld/zakgeld). Het feit dat de rechthebbende niet meer zelf mag beheren en beschikken, wil nog niet zeggen dat hij dat feitelijk ook niet meer kan doen. Wanneer hij bijvoorbeeld zonder medeweten van de bewindvoerder een motor koopt, dan kan de verkoper de koopsom op de onder bewind gestelde goederen verhalen, tenzij deze verkoper van het bewind wist of moest weten. Anders dan bij curatele wordt bewind niet ingeschreven in een openbaar register. De beschikking kan wel worden geregistreerd in het Kadaster waaronder de woning valt, waardoor transacties met daarin vermelde onroerende zaken niet kunnen plaatsvinden zonder dat derden van het bewind op de hoogte zijn of konden zijn. De bewindvoerder ontvangt op zijn verzoek een speciale, door de griffier ondertekende kopie van die beschikking, waarmee de bewindvoerder naar het Kadaster kan gaan.
Tijdens het bewind vertegenwoordigt de bewindvoerder de rechthebbende in en buiten rechte in zaken die de onder bewind staande goederen betreffen. Bij verkoop van bijvoorbeeld het huis van de rechthebbende vertegenwoordigt de bewindvoerder hem bij het opmaken van de koopovereenkomst en de leveringsakte bij de notaris. 6.
Taak van de bewindvoerder
Tot de taak van de bewindvoerder behoort het administreren en beheren van de onder bewind gestelde goederen. Wanneer de rechthebbende nog geen bankrekening heeft, moet de bewindvoerder een rekening openen ten name van de rechthebbende met vermelding van de bewindvoerder, ofwel ten name van de bewindvoerder “in zijn hoedanigheid van bewindvoerder over het vermogen van X (= de rechthebbende)”. Alle ontvangsten en betalingen dienen over die rekening te lopen. De inkomsten en uitgaven van de rechthebbende mogen niet via een bankrekening lopen waarop ook inkomsten van een ander binnenkomen of uitgaven voor een ander worden gedaan. De rechthebbende moet een aparte bankrekening hebben. Heeft de rechthebbende al een of meer bankrekeningen, dan dient de bewindvoerder ervoor te zorgen dat de bank in kennis wordt gesteld van zijn benoeming en dat de tenaamstelling van de bankrekening(-en) wordt aangepast. Ook dient de bewindvoerder te regelen naar wie de bankafschriften gestuurd worden.
Richtlijnen bewindvoerder geldig vanaf 1 januari 2013 6
Wanneer de rechthebbende schulden maakt, is te overwegen om meteen na instelling van het bewind de bankpassen/chippassen te laten blokkeren. Ook kan het verstandig zijn het internetbankieren te blokkeren. Wanneer de rechthebbende is opgenomen in een tehuis of verpleeginrichting kan de bewindvoerder met (de administratie van) dat tehuis afspreken dat men daar een rekening opent of aanhoudt, waarop de bewindvoerder een bedrag stort of bijdragen laat storten waarvan bepaalde zorguitgaven worden gedaan. De bewindvoerder dient hierop toe te zien omdat hijzelf rekening en verantwoording moet afleggen aan de rechthebbende of aan de kantonrechter.
Verder dient de bewindvoerder te zorgen voor een doelmatige belegging van het vermogen van de rechthebbende, voor zover dit onder bewind staat en niet besteed hoeft te worden aan de verzorging van de rechthebbende. De bewindvoerder kan dus zelfstandig en zonder voorafgaande toestemming van de rechthebbende of de kantonrechter bijvoorbeeld een spaarrekening openen met een marktconforme rente. Voor risicovolle beleggingen of herbeleggingen in bijvoorbeeld aandelen of effecten is wel toestemming van de rechthebbende of machtiging van de kantonrechter nodig, behalve wanneer dat gebeurt binnen de grenzen van een door de kantonrechter goedgekeurd, en hooguit gematigd defensief beleggingsplan. Wanneer tot het bewind een registergoed (zoals een woning) behoort, is de bewindvoerder verplicht zo spoedig mogelijk het bewind en zijn benoeming als bewindvoerder in het Kadaster (een openbaar register) te laten inschrijven. Indien de kantonrechter bij het instellen van bewind op de hoogte is van de aanwezigheid van een registergoed, ontvangt de bewindvoerder samen met de beschikking waarin hij tot bewindvoerder wordt benoemd een setje papieren, bestaande uit een voorblad met de tekst “Inschrijving rechterlijke uitspraak”, dat is een kopie van de beschikking en een aanbiedingsbrief. De bewindvoerder dient al deze stukken (dus ook de originele beschikking) ongevouwen aan het Kadaster waar de woning staat geregistreerd toe te zenden met de ingevulde en ondertekende aanbiedingsbrief. De originele beschikking ontvangt hij retour. De kosten van inschrijving dienen door de bewindvoerder te worden betaald uit het vermogen van de rechthebbende. Zijn de voor het Kadaster bestemde stukken niet met de originele beschikking toegezonden, dan kan de bewindvoerder telefonisch om toezending verzoeken bij de griffie van de kantonrechter die het bewind heeft ingesteld. Het Kadaster heeft een eigen website: www.kadaster.nl. U kunt daar veel informatie vinden.
Daarnaast heeft de bewindvoerder tot taak de rechthebbende te vertegenwoordigen in en buiten rechte in zaken die de onder bewind staande goederen betreffen. Alvorens te procederen moet de bewindvoerder zich doen machtigen door de rechthebbende of, indien deze daartoe niet in staat of weigerachtig is, door de kantonrechter. De kantonrechter houdt toezicht op de taakuitoefening van de bewindvoerder. De bewindvoerder is verplicht bij aanvang van het bewind een beschrijving van het vermogen op te maken. Dat is een eenmalige opgave van het vermogen van de rechthebbende. Vervolgens dient de bewindvoerder jaarlijks, door middel van de rekening en verantwoording, inzage te geven in het verloop van het vermogen. Meer informatie over de beschrijving van het vermogen en de rekening en verantwoording vindt u in de paragrafen 9 en 10. 7.
Twee of meer bewindvoerders
De kantonrechter kan twee of meer bewindvoerders benoemen indien dit in het belang van het bewind noodzakelijk is. Zijn er twee of meer bewindvoerders, dan kan ieder alle werkzaamheden, die tot het bewind horen, alleen verrichten, tenzij de kantonrechter anders bepaalt. Wel dienen zij allebei te tekenen voor de juistheid van de beschrijving van het vermogen en de
Richtlijnen bewindvoerder geldig vanaf 1 januari 2013 7
rekening en verantwoordingen. De kantonrechter kan na overleg met de bewindvoerders bepalen dat zij voor de kantonrechter met één brief bereikbaar zijn op het adres van één van beide bewindvoerders. 8.
Voorafgaande toestemming of machtiging
Voor een aantal beschikkingshandelingen heeft de bewindvoerder vooraf toestemming nodig van de rechthebbende of, als deze geen rechtsgeldige toestemming kan of wil geven, schriftelijke machtiging van de kantonrechter. Wanneer het bewind is ingesteld vanwege de geestelijke gesteldheid van de rechthebbende zal steeds machtiging van de kantonrechter moeten worden gevraagd. Was de rechthebbende bij aanvang van het bewind nog wel bekwaam om te bepalen wat het beste is, maar betwijfelt de bewindvoerder of dat nog steeds het geval is, dan dient de bewindvoerder die twijfel aan de kantonrechter mee te delen en veiligheidshalve een machtiging te vragen. De machtiging die de bewindvoerder nodig heeft, moet per brief aan de kantonrechter worden gevraagd onder bijvoeging van stukken die voor de beoordeling van belang zijn, zoals een offerte. Ook kan aan u op verzoek een formulier worden toegezonden waarmee u een machtiging kunt aanvragen. Beschikkingshandelingen met betrekking tot onder bewind vallende goederen waarvoor voorafgaande toestemming of machtiging nodig is, zijn: niet-alledaagse aankopen, en verkoop of bezwaren (dat is meestal een hypotheek afsluiten) van goederen; Voor aankopen boven € 1.500 is machtiging vereist, tenzij de kantonrechter anders heeft bepaald. Geen machtiging is nodig indien het gaat om betaling van wettelijk verplichte bedragen zoals een belastingaanslag, de vastgestelde bijdrage AWBZ of om regelmatig terugkerende uitgaven, waarvoor op verzoek van de bewindvoerder een doorlopende machtiging is verleend door de kantonrechter. Ook is geen machtiging vereist voor beleggen of herbeleggen binnen de grenzen van een door de kantonrechter goedgekeurd, hooguit gematigd defensief beleggingsplan. Bij een machtigingsverzoek tot verkoop van de woning van de rechthebbende of tot opzegging van de huurwoning moet aannemelijk worden gemaakt dat de rechthebbende daarin niet zelfstandig kan wonen of daarin kan terugkeren. De kantonrechter zal bij een machtigingsverzoek tot verkoop vrijwel altijd een recent taxatierapport of een WOZ-beschikking eisen.
het pachten, verpachten, huren of verhuren t.b.v. de rechthebbende; geld uitlenen of de rechthebbende als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbinden; het aannemen van een gift of een making of legaat waaraan lasten of voorwaarden zijn verbonden; Als de rechthebbende erfgenaam is en in staat is om zijn wil te bepalen, mag de bewindvoerder met toestemming van de rechthebbende een erfenis zuiver aanvaarden. Een erfenis verwerpen mag alleen met machtiging van de kantonrechter, die zich zal vergewissen van het standpunt van een rechthebbende die in staat is om zijn wil te bepalen.
een schenking doen; Het doen van een schenking namens de rechthebbende wordt in het algemeen niet door de kantonrechter toegestaan, tenzij de rechthebbende ook voorafgaand aan het bewind aantoonbaar periodiek dergelijke giften deed. Er moet dus een schenkingstraditie zijn. Daaruit kan de kantonrechter namelijk de wil van rechthebbende afleiden. Ook hanteert de kantonrechter een limiet met het oog op de huidige en toekomstige behoeften van de rechthebbende. Bij rechtheb-
Richtlijnen bewindvoerder geldig vanaf 1 januari 2013 8
benden tot 65 jaar wordt in beginsel elk schenkingsverzoek afgewezen indien er minder liquide vermogen is (zoals een bedrag op een spaarrekening) dan € 40.000; boven de 65 jaar is dat € 20.000. Een verzoek om te mogen schenken moet daarom goed zijn gemotiveerd.
overeenkomen dat een nalatenschap, waarin de rechthebbende (mede) gerechtigd is, voor een bepaalde tijd onverdeeld wordt gelaten; meewerken aan verdeling van een nalatenschap waarin de rechthebbende is gerechtigd. De bewindvoerder dient de conceptakte van verdeling ter goedkeuring aan de kantonrechter voor te leggen; procederen. In geval van twijfel verdient het aanbeveling om met het Bewindsbureau contact op te nemen. 9.
Beschrijving van het vermogen
De bewindvoerder is verplicht om binnen drie maanden na zijn benoeming een beschrijving van het vermogen op te maken van de aan het bewind onderworpen goederen en die bij de kantonrechter in te leveren. De bewindvoerder kan de kantonrechter om verlenging van die termijn verzoeken. De bewindvoerder ontvangt een standaardformulier voor deze beschrijving van het vermogen. Indien u geen gebruik maakt van het formulier, wordt u verzocht bij uw opgave zoveel als mogelijk de rubricering van het formulier aan te houden. Onder bezittingen wordt verstaan: waardevolle roerende zaken, bijvoorbeeld een auto; onroerende zaken, bijvoorbeeld een woning. U dient een kopie mee te sturen van een recente WOZ-beschikking; contant geld; saldi van alle bankrekeningen per datum instelling bewind/benoeming. U dient kopieen bij te voegen van de bankafschriften, waaruit blijkt wat het saldo was op de datum van onderbewindstelling dan wel de datum waarop u tot bewindvoerder bent benoemd indien een wijziging in het bewindvoerderschap heeft plaatsgevonden; effecten, aandelen, obligaties, deposito’s; vorderingen die de rechthebbende op anderen heeft; het aandeel in een nog onverdeelde erfenis. Onder schulden wordt verstaan: hypotheekschuld. U dient een kopie mee te zenden waaruit de hoogte van de hypotheekschuld blijkt; leningen die de rechthebbende nog moet afbetalen; andere huishoudelijke schulden, waaronder eventuele belastingschulden. Onder vaste inkomsten en uitgaven moet vermeld worden: de inkomsten die onder het bewind vallen (loon, pensioen, uitkering); doorlopende vaste kosten (bijvoorbeeld huur, verpleegkosten, lopende verzekeringen).
De beschrijving moet door de bewindvoerder worden ondertekend en voorzien van het BMnummer (dat staat vermeld in de brief waarmee het standaardformulier is toegezonden) naar het Bewindsbureau te worden gestuurd. 10.
Rekening en verantwoording
De bewindvoerder is verplicht jaarlijks (tenzij de kantonrechter hieromtrent anders heeft bepaald) en aan het einde van het bewind rekening en verantwoording af te leggen van het door
Richtlijnen bewindvoerder geldig vanaf 1 januari 2013 9
hem of haar gevoerde bewind. Ook indien met instemming van de bewindvoerder uitgaven worden gedaan door het tehuis waar de rechthebbende verblijft, is de bewindvoerder verplicht daarover verantwoording af te leggen. Een rekening en verantwoording bestaat uit een overzicht van de ontvangsten en uitgaven, een opgave van het vermogen en van eventuele schulden. U dient kopieën bij te voegen van de bankafschriften van alle bankrekeningen waaruit het saldo blijkt op de laatste dag van de te verantwoorden periode. Het Bewindsbureau gebruikt voor het afleggen van de rekening en verantwoording een standaardformulier dat u wordt toegezonden. De bewindvoerder dient het formulier ter goedkeuring en ondertekening voor te leggen aan de rechthebbende, voor zover rechthebbende tot het opnemen van de rekening in staat is, en deze na ondertekening door de bewindvoerder(-s) en de rechthebbende ter controle toe te sturen aan de kantonrechter. Weigert de rechthebbende voor akkoord te tekenen, dan kan dit voor de kantonrechter aanleiding zijn voor nader onderzoek. Wanneer de rechthebbende niet in staat is om de rekening op te nemen, stuurt de bewindvoerder deze, voorzien van de handtekening van de bewindvoerder(-s), rechtstreeks naar de kantonrechter ter goedkeuring. Is de rechthebbende, in afwijking van de voorafgaande keer, niet meer in staat de rekening zelf op te nemen, dan dient de bewindvoerder dat aan de kantonrechter mee te delen. Eindrekening Bij het einde van zijn bewind dient de bewindvoerder (ook) verantwoording af te leggen aan de eventuele opvolgende bewindvoerder. Eindigt het bewind door overlijden van de rechthebbende, dan wordt verantwoording afgelegd aan zijn erfgenamen of de executeur-testamentair die is belast met het beheer over de nalatenschap. Wie dat is of zijn, blijkt uit een verklaring van erfrecht. Na ondertekening voor akkoord door de erven of de executeur dient de eindrekening met een kopie van de verklaring van erfrecht ter goedkeuring naar de kantonrechter te worden gestuurd. 11.
Beloning bewindvoerder
Het Landelijk Overleg Voorzitters Civiel en Kanton (LOVCK) stelt jaarlijks de beloning vast waarop een bewindvoerder recht heeft. In 2013 gelden de volgende tarieven: a. de niet-beroepsmatige bewindvoerder die om een beloning vraagt: € 591,00 per jaar (€ 447,50 beloning en € 143,50 ongespecificeerde onkosten); b. de professionele, niet bij de brancheorganisatie aangesloten bewindvoerder: € 887,50 per jaar (€ 744,00 beloning en € 143,50 ongespecificeerde onkosten); c. de professionele, bij de brancheorganisatie aangesloten bewindvoerder: € 1.020,00 per jaar (€ 876,50 beloning en € 143,50 ongespecificeerde onkosten). De tarieven voor de professionele bewindvoerder (b- en c-categorie) zijn exclusief BTW. De kantonrechter kan de beloning op een ander bedrag vaststellen, gelet op de omvang van de verrichte werkzaamheden. Indien door de bewindvoerder een hogere onkostenvergoeding gevraagd wordt, dient hij de gemaakte kosten te specificeren en zo mogelijk met bewijsstukken te staven.
Richtlijnen bewindvoerder geldig vanaf 1 januari 2013 10
Als onkosten worden aangemerkt: noodzakelijke autokilometers à € 0,25 per kilometer; telefoonkosten; kosten opmaken rekening en verantwoording; kosten van aan- en verkoop van beleggingen; wanneer het geen eenvoudige financiële huishouding betreft: kosten opmaak belastingaangifte en kosten van een boekhouder. Wanneer van steeds terugkerende kosten sprake is, kan een doorlopende machtiging worden gevraagd. Zijn er meer bewindvoerders, dan wordt de beloning gelijk over hen verdeeld, tenzij er andere afspraken zijn gemaakt. Bij geschil beslist de kantonrechter. 12.
Schade door slecht bewind
Normaal gesproken komen de gevolgen van bewind voor rekening van de rechthebbende. De bewindvoerder is echter aansprakelijk voor schade die ontstaat doordat hij in de zorg van een goed bewindvoerder te kort schiet. De kantonrechter heeft een toezichthoudende taak. Dat kan meebrengen dat de kantonrechter aangifte zal moeten doen bij ontdekking van ernstige strafbare feiten zoals verduistering. 13.
Verhuizing
Indien de bewindvoerder verhuist, moet hij dit zo spoedig mogelijk opgeven aan de kantonrechter die met het toezicht op het bewind is belast. Dat is de kantonrechter van de woonplaats van de rechthebbende, behalve als het bewind al voor 1 mei 2007 was ingesteld. In dat geval houdt de kantonrechter van de woonplaats van de bewindvoerder het toezicht. Dit zijn de hoofdregels. Uitzonderingen zijn mogelijk. Voor verdere inlichtingen kunt u zich wenden tot het Bewindsbureau. 14.
Schuldsanering (WSNP)
Wanneer tijdens het bewind ook schuldsanering wordt uitgesproken op basis van de Wet schuldsanering natuurlijke personen (WSNP), dan benoemt de rechtbank daarbij een (andere) bewindvoerder, die vergaande bevoegdheden heeft. Daarmee vervalt het beschermingsbewind niet. Het vermogen dat onder de schuldsanering valt, hoeft niet hetzelfde te zijn als de goederen die door de kantonrechter onder bewind zijn gesteld. Voor die goederen, die niet geraakt worden door het saneringsbewind, blijft de bewindvoerder zijn taak houden. Uit de rekening en verantwoording moet blijken welk deel onder schuldsaneringsbewind valt. De bewindvoerder kan, indien daarvoor reden is, de kantonrechter verzoeken om aanpassing van de frequentie waarmee hij rekening en verantwoording moet afleggen. Indien de bewindvoerder geen taak meer ziet voor zichzelf naast de schuldsaneringsbewindvoerder, dan kan hij via het bewindsbureau een gesprek aanvragen met de kantonrechter en naar aanleiding daarvan bezien of hij een verzoek tot opheffing van het bewind wil doen.
15.
Opheffing bewind of wijziging bewindvoerder
Een verzoek met een dergelijke strekking kan worden ingediend bij de kantonrechter van de woonplaats van de rechthebbende. Voor een opheffingsverzoek is griffierecht verschuldigd.
Richtlijnen bewindvoerder geldig vanaf 1 januari 2013 11
16.
Rechthebbende als erfgenaam
De bewindvoerder dient zo spoedig mogelijk de kantonrechter te informeren bij overlijden van de partner van de rechthebbende of een kind, ouder, broer of zus. Daarbij dient de naam en het adres van de eventueel ingeschakelde notaris vermeld te worden, en of er een testament is. Indien de rechthebbende erfgenaam is en in staat is zijn wil te bepalen, dan mag de bewindvoerder met toestemming van de rechthebbende de erfenis zuiver aanvaarden of een making of gift accepteren waaraan een last of voorwaarde is verbonden. Verwerpen van de erfenis mag alleen met machtiging van de kantonrechter, die zich van het standpunt van de rechthebbende zal vergewissen. Is de rechthebbende niet in staat zijn wil te bepalen, dan dient de bewindvoerder zich zo spoedig mogelijk op de hoogte te stellen van de omvang van de nalatenschap en een machtiging tot verwerping te vragen wanneer deze negatief is, tenzij er goede redenen zijn om ook een negatieve nalatenschap onder het voorrecht van beschrijving van het vermogen (= beneficiair) te aanvaarden. Is onvoldoende duidelijk of het saldo van de nalatenschap negatief is, dan dient de bewindvoerder beneficiair te aanvaarden en, eventueel na overleg met de bij de boedel betrokken notaris, deze beneficiaire aanvaarding in te laten schrijven in het boedelregister van de griffie van de rechtbank van de laatste woonplaats van de overledene. Het daarvoor verschuldigde griffierecht komt voor rekening van de rechthebbende. Voor de verdeling van de nalatenschap behoeft de bewindvoerder toestemming van de rechthebbende of, als deze daartoe niet in staat is, machtiging van de kantonrechter. De conceptakte van verdeling dient ter goedkeuring aan de kantonrechter te worden voorgelegd. 17.
Overlijden van de rechthebbende
De bewindvoerder dient de kantonrechter hierover zo spoedig mogelijk te informeren. Door overlijden van de rechthebbende eindigt het bewind. De bewindvoerder heeft niet tot taak de begrafenis te regelen: die taak komt de nabestaanden/erfgenamen toe. Indien nodig kan de bewindvoerder daarbij wel als zaakwaarnemer optreden. De bewindvoerder dient eindrekening en verantwoording af te leggen over zijn beheer tot de overlijdensdatum aan de erfgenamen of aan de executeur-testamentair die belast is met het beheer over de nalatenschap. Wie erfgenaam is blijkt uit een verklaring van erfrecht. De voor akkoord ondertekende eindrekening dient ter goedkeuring aan de kantonrechter te worden toegezonden. Indien blijkt van bezwaar tegen de eindrekening en verantwoording, dan kan de kantonrechter deze erfgenamen of de executeur een termijn stellen om schriftelijk concrete bezwaren in te dienen. Zo nodig zal daarna een zitting worden bepaald. De kantonrechter zal over het bezwaar beslissen, tenzij het geschil alsnog kan worden opgelost. 18.
Einde taak bewindvoerder
De taak van de bewindvoerder eindigt onder meer: bij het einde van het bewind; door zijn overlijden, faillietverklaring, ondercuratelestelling of onderbewindstelling van één of meer van zijn goederen, dan wel wanneer op de bewindvoerder de schuldsaneringsregeling van toepassing wordt verklaard;
Richtlijnen bewindvoerder geldig vanaf 1 januari 2013 12
Bij overlijden van de bewindvoerder hebben diens erfgenamen weliswaar geen rekening- en verantwoordingsplicht, maar zij zijn, als zij op de hoogte zijn van het bewind, wel verplicht al datgene te doen wat niet zonder nadeel voor de rechthebbende kan worden uitgesteld totdat er een nieuwe bewindvoerder is. Het verdient aanbeveling dat bewindvoerders mensen in hun omgeving in kennis stellen van het feit dat zij bewindvoerder zijn en aan deze mensen vragen om de kantonrechter op de hoogte te stellen bij zijn of haar overlijden. Indien er twee bewindvoerders zijn benoemd, wordt van de andere bewindvoerder verlangd dat hij de kantonrechter zo spoedig mogelijk in kennis stelt van het overlijden van zijn medebewindvoerder.
indien hem door de kantonrechter ontslag wordt verleend. In dat geval eindigt zijn taak op de dag van de beschikking of op een in de beschikking bepaalde datum. 19.
Einde bewind
Het bewind eindigt: wanneer de duur, waarvoor het bewind is ingesteld, is geëindigd; wanneer het bewind op verzoek van de rechthebbende wordt opgeheven; wanneer de rechthebbende onder curatele wordt gesteld; bij overlijden van de rechthebbende. De bewindvoerder dient eindrekening en verantwoording af te leggen, zie paragraaf 10. In geval van overlijden van de rechthebbende is het van groot belang dat dit direct wordt gemeld aan de kantonrechter. Nadere informatie kan telefonisch en schriftelijk worden opgevraagd bij het Bewindsbureau. De adresgegevens vindt u op pagina 1. Januari 2013