Bijlage 1
Beveiliging van op afstand bediende objecten 9 maart 2006
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
opq
Beveiliging van op afstand bediende objecten
9 maart 2006
........................................................................................
Colofon Uitgegeven door: Rijkswaterstaat Adviesdienst Verkeer & Vervoer
Informatie: Telefoon: Fax:
010-2825794 010-2825645
Uitgevoerd door:
Arnold de With
Datum:
9 maart 2006
Status:
definitief
Versienummer:
1
3
Beveiliging van op afstand bediende objecten
4
Beveiliging van op afstand bediende objecten
Inhoudsopgave ........................................................................................
1 1.1 1.2
Inleiding 7 Algemeen 7 Afbakening 7
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6
Omschrijving objecten 9 Objecten 9 Omschrijving objecten 9 Bruggen 9 Sluizen 10 Bedieningsgebouwen 10 Onbemande radarstations en camera's 11
3
Advies 13
Bijlage A.1 A.1.1 A.1.2
A 15 Beveiligingsmaatregelen 15 Inventarisatie 15 Maatregelen 17
5
Beveiliging van op afstand bediende objecten
6
Beveiliging van op afstand bediende objecten
1. Inleiding ...............................................................................
1.1
Algemeen
Rijkswaterstaat Zeeland heeft het voornemen om een aantal van de bij haar in beheer zijnde objecten (sluizen, bruggen) op afstand te gaan bedienen vanuit twee bediencentrales. Daarnaast wordt er gekeken of de verkeersbegeleiding van de posten Wemeldinge en Ouddorp vanaf een andere locatie kan plaats vinden. Bij deze vorm van bedienen en verkeersbegeleiding vervalt de mogelijkheid van direct zicht in de omgeving van het object en/of het werkgebied. Rijkswaterstaat Zeeland heeft aan de Adviesdienst Verkeer & Vervoer (AVV) gevraagd te onderzoeken onder welke voorwaarden bediening en verkeersbegeleiding op afstand kan geschieden, zonder daarbij afbreuk te doen aan de veiligheid van de gebruikers en de doorstroming van de scheepvaart. Het onderzoek naar aanleiding van de vraag van Rijkswaterstaat Zeeland is door AVV uitgewerkt in een drietal rapportages. In het rapport met als titel: ‘Veiligheidsonderzoek Rijkswaterstaat Zeeland’ is gekeken naar de situatie bij de bruggen van Sluiskil en Sas van Gent . Tevens worden in dit rapport de verkeersposten bij Wemeldinge en Ouddorp behandeld. In: ‘Beveiliging van op afstand bediende objecten’ wordt nader ingegaan op de toegankelijkheid en de beveiliging van de (onbemande) gebouwen en de terreinen. Tenslotte wordt de bediening op afstand van de grote en kleine sluizen behandeld in het rapport getiteld: ‘Afstandbediening sluizen bij Rijkswaterstaat Zeeland’. In bovengenoemde AVV-rapportages wordt nader ingegaan op de volgende vragen: a. Kan bediening van bruggen en sluizen op afstand veilig plaatsvinden en zo ja, wat is daar voor nodig? b. Kan verkeersbegeleiding veilig vanaf een andere locatie plaatsvinden en zo ja, wat is daar dan voor nodig? c. In hoeverre is het wenselijk en efficiënt om verkeersbegeleiding en bediening van objecten samen te voegen?
1.2
Afbakening
De aanbevelingen die in het voorliggende rapport door AVV worden gegeven, zullen zich dan ook beperken tot de beveiliging van de objecten zelf. Hierbij moet worden gedacht aan het voorkomen van inbraak, vandalisme, functieverlies en ongeoorloofd bedienen.
7
Beveiliging van op afstand bediende objecten
Veiligheidsmaatregelen in het kader van een vlot en veilig gebruik van de objecten bij de afwikkeling van het scheepvaartverkeer vallen buiten de scope van de aanbevelingen 1 in deze rapportage. Grootschalige voorzieningen in het kader van "security" , zoals b.v. de International Ship and Port Facility Security Code 2 (ISPS), vallen eveneens buiten de scope van deze rapportage. Maatregelen in het kader van ISPS zullen namelijk, indien nodig, voor zowel bemande als onbemande objecten moeten worden genomen.
1
Zie de rapporten "Veiligheidsonderzoek bruggen en verkeersposten Rijkswaterstaat Zeeland"
en "Bediening op afstand sluizen Rijkswaterstaat Zeeland" 2
Een internationaal voorschrift voor beveiliging van schepen en havenvoorzieningen
8
Beveiliging van op afstand bediende objecten
2. Omschrijving objecten ...............................................................................
2.1
Objecten
De beveiligingsaspecten die hierna aan de orde komen hebben betrekking op de volgende objecten: • Bruggen Sluiskil en Sas van Gent • Sluizen Terneuzen • Verkeerspost Wemeldinge • Kustwachtpost Ouddorp • "grote sluizen": Kreekrak, Hansweert en Krammer • "kleine sluizen": Zandkreek, Roompot, Bergsche Diepsluis en Grevelingensluis
2.2
Omschrijving objecten
De te beveiligen objecten bestaan uit beweegbare bruggen, sluizen en bedieningsgebouwen (verkeerspost, kustwachtpost, sluis- en brugbediening) en de daarbij behorende terreinen. Daarnaast gaat het om locaties waar ondersteunende apparatuur is aangebracht, zoals onbemande radarstations en cameraopstellingen. Bruggen en sluizen hebben een open karakter en zijn in principe gemakkelijker te benaderen dan de ruimtes in een bedieningsgebouw. Momenteel is de aanwezigheid van bedienend personeel op de bemande locaties de meest adequate en voor de hand liggende vorm van beveiliging. Overigens zijn er ook nu diverse objecten die niet permanent worden bediend. Tijdens de sluitingsuren lopen deze objecten ook nu de kans door vandalisme getroffen te worden. De gevoeligheid van een object voor vandalisme wordt mede bepaald door de ligging en het gebruik. De mogelijkheid van sociale controle (b.v. door voorbijgangers) bepaalt mede de gevoeligheid voor vandalisme.
2.3
Bruggen
Beweegbare bruggen lijken door hun functie het minst kwetsbaar. Van de mogelijkheid dat de brug door voorbijgangers wordt gepasseerd gaat een preventieve werking uit. De kans dat men wordt betrapt (sociale controle) is relatief groot, waardoor de gevoeligheid voor vandalisme e.d. vermindert. De omvang van het object is meestal niet al te groot. Een brug is zo geconstrueerd dat het bewegingsmechanisme meestal moeilijk
9
Beveiliging van op afstand bediende objecten
bereikbaar is. De slagbomen vormen in het algemeen het meest kwetsbare onderdeel. Zij zijn niet alleen gevoelig voor vandalisme, maar ook voor beschadiging door verkeersdeelnemers.
2.4
Sluizen
Naast het schutten van schepen kan een sluis een functie hebben bij het beheersen van de waterkwantiteit en de waterkwaliteit. Een sluis kan dus voor verschillende doeleinden worden gebruikt. Bij sluizen is het te beveiligen object veel groter dan bij een brug. Tot het sluiscomplex behoren meestal ook het aanliggende terrein en de toegangswegen. Het meest kwetsbaar zijn de bewegingsmechanismen van de sluisdeuren en de (nivelleer)schuiven in de deuren. Het aandrijfmechanisme van sluisdeuren bevindt zich vrijwel altijd in een afgesloten ruimte. Afhankelijk van het type deur (hefdeur, draaideur, roldeur) is deze ruimte meer of minder gemakkelijk toegankelijk. De aandrijving van de schuiven bevindt zich meestal in de sluisdeur en is over het algemeen gemakkelijk bereikbaar. Sluizen moeten in ieder geval via de weg toegankelijk blijven. Enerzijds is dit noodzakelijk om hulpverlenende diensten (brandweer, ambulance) toegang te kunnen geven tot het object; anderzijds moeten opvarenden van passerende schepen de mogelijkheid hebben om het sluiscomplex te betreden of te verlaten. Afhankelijk van hun ligging en hun bereikbaarheid trekken sluiscomplexen nogal eens de belangstelling van het publiek. Het bereikbaar houden van het object kan worden gezien als een bijdrage bij de sociale controle. Beveiligingsmaatregelen moeten dus geen belemmering vormen voor deze toeristische functie. Enerzijds omdat van de gemiddelde toerist het minst valt te duchten, anderzijds omdat het belemmeren van de toeristische functie juist agressie op kan roepen.
2.5
Bedieningsgebouwen
In bedieningsgebouwen is de apparatuur opgesteld waarmee het bedienend personeel zijn werkzaamheden uitvoert. Dit houdt in dat in deze ruimtes consoles staan opgesteld waarin zich beeldschermen en andere bedieningsapparatuur bevinden. De onderliggende apparatuur, zoals servers e.d., is meestal ondergebracht in een separate ruimte. Bedieningsgebouwen zijn, wegens hun functie, meestal voorzien van een groot aantal ramen. Als deze gemakkelijk te bereiken zijn vanaf de begane grond, dan moeten hiertegen de nodige maatregelen worden getroffen. In of nabij de bedieningsgebouwen bevinden zich meestal ook de hoogspanningsruimtes t.b.v. de elektrisch bewogen delen van brug of sluis en van de radarapparatuur. Vanwege hun aard zijn deze ruimtes
10
Beveiliging van op afstand bediende objecten
per definitie altijd afgesloten, terwijl zij bovendien zijn voorzien van waarschuwingsteksten. Hierdoor kan worden gesteld dat deze ruimtes minder kwetsbaar zijn.
2.6
Onbemande radarstations en camera's
Onbemand radarstations bestaan uit een mast met radarantenne en een daarbij behorende ruimte voor de radarapparatuur. Camera's zijn meestal vrij hoog bevestigd aan een mast of een andere constructie. De wijze waarop zij zijn bevestigd maakt ze meestal minder gevoelig voor beschadiging. Bediening op afstand verandert overigens niets aan de omstandigheden waaronder dit soort objecten wordt gebruikt. Ook bij de huidige bedieningswijze (per object) bevindt dit soort apparatuur zich al in de periferie. Eventuele gevoeligheid voor vandalisme zou dus ook nu al aanwezig moeten zijn.
11
Beveiliging van op afstand bediende objecten
12
Beveiliging van op afstand bediende objecten
3. Advies ...............................................................................
Zodra een object niet meer wordt bemand zullen er maatregelen moeten worden getroffen ter voorkoming van onbevoegd betreden, ongeoorloofd gebruik en vandalisme. De vraag welke maatregelen dat dan moeten zijn, is afhankelijk van onder meer de volgende factoren: • • • • •
In welke omgeving bevindt het object zich Is er sociale controle Wat de is aard van het object Wat zijn de mogelijkheden om in te grijpen Wat is de impact van onbevoegd betreden en vandalisme
Uitgangspunt is dat er standaard voorzien is in een basispakket van beveiligingsmaatregelen. Het gaat hierbij om de volgende zaken: • Deuren, ramen e.d. moeten zijn voorzien van deugdelijk hang- en sluitwerk. • De bediening van een onbemand object dient geblokkeerd te zijn voor onbevoegden. Het moet voor indringers onmogelijk zijn om een object te bedienen. • Sluiscomplexen dienen te worden voorzien van een hekwerk. Tevens moeten er borden "Verboden toegang" worden geplaatst. • Ramen en deuren van gebouwen dienen zoveel mogelijk te worden afgeschermd en/of geblindeerd. • Bij gebouwen moet worden voorzien in het aanbrengen van een deuralarm, eventueel aangevuld met een tweede deur of een camera met bewegingsdetectie. In het gebouw moeten warmte sensoren worden aangebracht (brandmelding, oververhitting). • Voor inspectie van het terrein kan gebruik worden gemaakt van een dome-camera (360° roteerbaar) of eventueel een webcam. Voor de bewaking van kwetsbare delen kan zonodig worden gekozen voor permanente presentatie of voor camera's reagerend op veranderingen. • Cameramasten e.d. moeten worden voorzien van anti-klim constructies. • Er dient een procedure te worden vastgesteld, zodat de beelden van beveiligingscamera's regelmatig worden geobserveerd, b.v. aan het begin, halverwege en aan het einde van een wacht. • Bruikbare zaken dienen opgeborgen te worden. Materiaal waar vernielingen mee kunnen worden aangericht, b.v. los liggende stenen, moeten worden verwijderd. In Bijlage A is een inventarisatie opgenomen van bestaande objecten. Tevens zijn in deze bijlage een aantal te nemen maatregelen opgesomd.
13
Beveiliging van op afstand bediende objecten
Het treffen van aanvullende voorzieningen is maatwerk. Hieruit volgt dat er per object gekeken zal moeten worden wat er aan beveiliging gedaan moet worden. Bij een sluis zijn door de grootte van het object uitgebreidere maatregelen nodig dan bij een afzonderlijke brug. Ervaringen met objecten die nu 's nachts en/of in het weekend ook al gesloten zijn, moeten uiteraard worden gebruikt bij de keuze voor de te nemen maatregelen. Afhankelijk van de ligging kan een object meer of minder gevoelig zijn voor vandalisme en braak. De ervaringen van de politie in een bepaald gebied, moeten worden meegewogen. Uiteindelijk moet dit resulteren in een beveiligingsplan voor een object. Het is aan te bevelen om een dergelijk plan te laten beoordelen door beveiligingsdeskundigen van de politie. Bij een aantal van de te nemen (aanvullende) maatregelen, zoals bewakingscamera's, zal informatie moeten worden overgebracht naar een bemande post. De kosten voor datatransmissie zijn over het algemeen vrij hoog 3 . Voorkomen moet worden dat door overdadige maatregelen de kosten hoger worden dan de baten. Beveiligingsmaatregelen in combinatie met surveillance moet afdoende zijn om onbevoegd betreden en vandalisme te constateren en zo mogelijk te voorkomen. De surveillance kan worden uitgevoerd door b.v. medewerkers van een district in combinatie met hun reguliere inspecties. Eventueel kan een beveiligingsbedrijf worden ingehuurd. Dit werkt uiteraard kostenverhogend.
3
Uitgangspunt hierbij is dat er geen gebruik gemaakt kan worden van eigen verbindingen.
14
Beveiliging van op afstand bediende objecten
Bijlage A
...............................................................................
A.1
Beveiligingsmaatregelen
A.1.1
Inventarisatie
Om inzicht te krijgen in de maatregelen die door diverse beheerders zijn getroffen bij de beveiliging van onbemande objecten is een inventarisatie uitgevoerd. Daarnaast is er geput uit eigen ervaring. Naast RWS objecten (nrs. 1 t/m 5) zijn ook niet-RWS objecten (nrs. 6 t/m 8) meegenomen. De reden hiervoor is om een breder blikveld te krijgen. In totaal betreft het hier de volgende objecten: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Prinses Marijkesluis in het Amsterdam-Rijnkanaal objecten langs het Wilhelminakanaal/bediencentrale Tilburg (droge) verkeerscentrale De Wijde Blik onbemande radarstations langs de Waal objecten rond sluis Heel onbemande benzinestations beveiliging spoor door ProRail Fernbedienzentrale Minden (Duitsland)
ad 1 De Prinses Marijkesluis ligt aan de zuidzijde van de rivierkruising van het Amsterdam-Rijnkanaal met de rivier de Lek. Deze sluis is alleen in bedrijf bij hoge waterstanden op de Lek. In de praktijk betekent dit dat de sluis vrijwel altijd buiten bedrijf is en derhalve onbemand. Tot nu toe had men nog geen voorzieningen getroffen ter beveiliging van het object. Recente gevallen van vandalisme maken maatregelen wel nodig. RWS Utrecht beraadt zich over de te nemen maatregelen. ad 2 Diverse objecten langs het Wilhelminakanaal worden reeds enige tijd op afstand bediend vanuit de bediencentrale Tilburg. De getroffen voorzieningen bestaan uit afscherming van ramen en deuren. Er zijn geen specifieke beveiligingscamera's. Momenteel is er geen aanleiding om daar verandering in aan te brengen. ad 3 Vanuit de droge verkeerscentrale De Wijde Blik worden permanent de tunnels bewaakt die onder het Noordzeekanaal door lopen. Voor de beveiliging van de tunnels wordt gebruikt gemaakt van camera’s. De toegang tot technische ruimtes in de tunnels is geregeld door het gebruik van toegangspasjes met daaraan gekoppeld een telefonische meldprocedure.
15
Beveiliging van op afstand bediende objecten
ad 4 Langs de Waal staan een aantal onbemande radarstations. Zij leveren de beelden voor de verkeersposten Nijmegen en Tiel. De deuren van deze posten zijn voorzien van een deuralarm, waarvan de signalering op de verkeerspost Nijmegen plaatsvindt. Daarnaast is er voorzien in een zwaailicht en een sirene die bij niet tijdig resetten, d.m.v. bepaalde code, in werking treden. Op één van de locaties is vanwege de speciale ligging gekozen voor een dubbele deur. De eerste deur is uitgerust met deuralarm; daarna moet nog een tweede deur worden geopend. Een dergelijke voorziening geeft extra tijd om actie te ondernemen. ad 5 Vanuit het sluiscomplex Heel worden, naast de plaatselijke sluizen, de sluizen van Linne en Roermond bediend. Bij de onbemande objecten zijn de ramen afgeschermd/geblindeerd. Buiten een hekwerk zijn geen bijzondere beveiligingsmaatregelen getroffen. ad 6 Bij onbemande benzinestations is altijd sprake van camerabewaking en beeldopname. De bewaking is opgedragen aan een beveiligingsbedrijf. Op locatie zijn wel specifieke maatregelen getroffen met betrekking tot de functie tankstation. Denk daarbij aan het voorkomen van ongeoorloofd toegang tot de opslagtanks c.a. ad 7 Bij ProRail is een algemene regeling voor beveiliging in ontwikkeling. Op lokaal niveau worden diverse maatregelen genomen ter beveiliging van wissels, seinkasten, e.d. De maatregelen bestaan uit het aanbrengen van omheiningen, stalen toegangsdeuren etc. De nadruk ligt op het voorkomen, o.a. door terreinen een open structuur te geven en geen "bruikbare zaken" te laten rondslingeren. ad 8 Vanuit de Fernbedienzentrale in Minden (Duitsland) worden momenteel vijf sluizen op de Weser bediend. Dit aantal zal in de toekomst stapsgewijs worden uitgebreid naar elf sluizen. De verschillende sluisterreinen van de op afstand bediende objecten worden door een hek afgeschermd van de buitenwereld. In het onbemande bedieningsgebouw zijn een bewegingsmelder en een warmte sensor aangebracht om zodoende onvoorziene zaken te detecteren. Voor de inspectie van het sluisterrein is een zogenaamde Dome camera in een mast gemonteerd, waarmee via joystick besturing het gehele sluisterrein kan worden bekeken. Hiermee inspecteert de sluisbedienaar vanuit de bediencentrale aan het begin en aan het eind van zijn wacht het gehele sluisterrein. Bij problemen worden er twee (uit het oogpunt van veiligheid) personen naar het desbetreffende object gestuurd om e.e.a. te verhelpen. De ervaring van het bedienend personeel is dat men met behulp van de camera meer ziet dan in het verleden via direct zicht. Dit geldt met name in de nachtelijke uren en bij slecht zicht situaties.
16
Beveiliging van op afstand bediende objecten
Resumé Uit de inventarisatie blijkt dat er sprake is van verschillende beveiligingsniveaus. Bij één object waren nog geen maatregelen getroffen. Bij de andere objecten is afhankelijk van de aard en de locatie een bepaalde vorm van beveiliging gekozen. Voor zover van toepassing vindt de bewaking plaats op afstand vanaf een bemand object. Bij geen van de hiervoor genoemde objecten, met uitzondering van de benzinestations, is sprake van bewaking door beveiligingsbedrijven.
A.1.2
Maatregelen
Voor de beveiliging van de objecten komen een aantal maatregelen in aanmerking. • Deuralarm Het aanbrengen van een deuralarm op toegangsdeuren van objecten. De signalering hiervan moet plaatsvinden op een bemande post, waarvandaan actie kan worden genomen. Een deuralarm kan worden gecombineerd met een sirene en een zwaailicht. Om onnodige alarmering te voorkomen, moet het voor geautoriseerde personen mogelijk zijn het deuralarm na binnenkomst uit te schakelen door met behulp van een code of een toegangspasje het alarm te resetten. Een andere variant is het aanbrengen van een tweede deur. Nadat de eerste deur door een niet-geautoriseerd persoon is betreden, resteert er nog enige tijd om actie te nemen, b.v. het inschakelen van een piketmedewerker o.i.d. Zeker bij technische ruimtes heeft het de voorkeur om deze separaat af te sluiten. In het gebouw kunnen bewegingsmelders worden aangebracht. De signalering hiervan moet worden doorgeschakeld naar een bemande post. • Anti-inbraak voorzieningen Deuren en ramen dienen te worden voorzien van deugdelijk hangen sluitwerk voorzien van het politiekeurmerk. Op de deuren en de ramen kunnen anti-inbraak strips worden aangebracht. Daarnaast kunnen sloten worden afgeschermd door middel van een afschermstrip. Deze strips zijn slechts te openen m.b.v. (speciaal) gereedschap. • Anti-klim voorzieningen Masten voor camera opstellingen moeten worden vervaardigd uit glad materiaal. Op voldoende hoogte in de mast kunnen belemmeringen worden aangebracht. • Camera's Voor een eenvoudige manier van camerabewaking kan gebruik worden gemaakt van een webcam. Deze beelden zijn via internet/intranet voor iedere medewerker beschikbaar.
17
Beveiliging van op afstand bediende objecten
Het is echter beter om voor inspectie van het terrein gebruik te maken van een dome-camera. Deze camera's zijn 360° roteerbaar en bieden daardoor een goed overzicht van de omgeving. Als extra mogelijkheid kunnen de camera's zonodig worden voorzien van bewegingsdetectie en signalering. Kwetsbare delen kunnen eventueel worden bewaakt d.m.v. gericht cameratoezicht. Er kan worden gekozen voor permanente presentatie van de beelden. Een alternatieve (duurdere) mogelijkheid is om camera's aan te schaffen die reageren op veranderingen en vervolgens een beeld presenteren. • Beeldopname Men kan er voor kiezen om in het kader van de beveiliging de camerabeelden op te slaan. Voor beeldopslag wordt steeds meer gebruik gemaakt van digitale opnameapparatuur. Deze apparaten beschikken over een grote opslagcapaciteit. De eventuele opslag van de beelden kan lokaal plaatsvinden, dan wel op een bemand object. N.B. Bij RWS Noord-Brabant heeft men er bewust voor gekozen om de beelden t.b.v. de objectbediening niet op te nemen. De reden hiervoor is dar men hiermee vandalisme denkt te voorkomen. • Hekwerk Rond sluiscomplexen moeten beveiligingshekken worden aangebracht. De hekken moeten manshoog zijn. Hierdoor wordt de toegang vanaf de wal in ieder geval bemoeilijkt. Daarnaast dienen "Verboden Toegang" borden te worden geplaatst. Het sluiscomplex moet wel toegankelijk blijven. Bemanningsleden van passerende schepen moeten het terrein kunnen verlaten en/of kunnen betreden. Hetzelfde geldt voor hulpdiensten. Toegangspoorten kunnen lokaal of op afstand worden bediend. Een combinatie van beide mogelijkheden lijkt het handigst. Hiermee wordt voorkomen dat onderhoudspersoneel iedere keer contact moet zoeken met een bedienaar, terwijl derden eveneens toegang kan worden verleend. Deze maatregelen kunnen niet voorkomen dat het sluiscomplex en het bijbehorende terrein via het water kunnen worden bereikt. Maatregelen die dit zouden moeten voorkomen zijn niet uitvoerbaar, omdat ook de passerende scheepvaart daar hinder van zal ondervinden. • Omgeving De omgeving van het object en de staat van onderhoud bepalen mede de gevoeligheid voor vandalisme. Kwetsbare delen (kabels, buitenkasten van installaties, e.d.) moeten zodanig zijn gemonteerd dat zij of niet bereikbaar zijn of vandaalbestendig zijn uitgevoerd. Aanbrengen van goede verlichting, tijdig snoeien van bomen en struiken, het terrein en de onmiddellijke omgeving opgeruimd houden, beperken van de toegankelijkheid (of gedeelten van het object) zijn maatregelen die bij kunnen dragen aan de veiligheid. • Surveillance Periodieke controle van het object blijft nodig. Bij sluiscomplexen
18
Beveiliging van op afstand bediende objecten
kan dit worden gecombineerd door gebruik te maken van de aanwezigheid van onderhoudspersoneel. Bij andere objecten, zoals cameramasten, zal dit slechts sporadisch het geval zijn. In de controle van objecten kan worden voorzien door ze op te nemen in reguliere inspectierondes van het personeel van het district. Eventueel kan voor dergelijke taken een beveiligingsbedrijf worden ingehuurd.
19
Beveiliging van op afstand bediende objecten