“BETER WORDEN” BEGINT BIJ JEZELF
Inzicht, gerichte aanpak en individuele begeleiding is het fundament in de aanpak van het metaboolsyndroom en insulineresistentie.
“Laat voeding uw medicijn zijn en medicijn uw voeding” Hippocrates
Coby Bouwkamp-ten Kate
Inhoudsopgave
•
Voorblad
1
• Inhoudsopgave
2
•
Inleiding
3
•
Voorwoord
4
•
Wat is Metaboolsyndroom en insulineresistentie
5
•
Aanpak metaboolsyndroom en insulineresistentie
12
•
Hoe aten we vroeger?
17
• Voeding en wetenschap
19
• Huidige voedingsnorm
22
•
Mijn visie op gezonde basisvoeding
25
•
Weet hoe je eet®
29
•
Wat maakt dit programma uniek
33
•
Praktijkervaringen cliënten
34
•
Samenvatting
42
• Conclusie
43
•
44
Literatuurlijst
2
Inleiding Vanuit de HBO opleiding Orthomoleculaire geneeskunde is mij gevraagd als onderdeel van het eindexamen een scriptie te schrijven met een zelfgekozen onderwerp m.b.t. bovengenoemde opleiding. Vanuit mijn vakmatige achtergrond heb ik gekozen om de praktijkervaring over de relatie voeding en gezondheid op papier te zetten en dit als uitgangspunt te nemen voor mijn onderwerp. Doelstelling Het is mijn doelstelling om deze informatie met de behandelaar (medisch en paramedisch) te delen, maar ook met de niet-behandelaar, daar het mijn overtuiging is dat een gezamenlijke aanpak een brug kan bouwen naar een bredere aanpak in de bestrijding van voedingsgerelateerde pathologiën, zoals insulineresistentie en metaboolsyndroom. Mijn verslag zal bestaan uit een voorwoord, waarin ik me graag voorstel. In de inhoudsopgave heb ik geprobeerd systematisch de uitwerking van mijn onderwerp en doelstelling vorm te geven. Tevens is het uitgangspunt om mijn woordkeuze zo helder mogelijk te houden, om een breed publiek te kunnen bereiken. Dit principe het ik ook gehanteerd in mijn scriptie, zodat het ook voor niet behandelaars leesbaar is.
3
Voorwoord
Graag wil ik me aan u voorstellen. Ik ben in 1958 geboren in Beilen en maakte deel uit van een gezin van 5 personen. Mijn ouders waren hardwerkende ondernemers en ambitie om “vooruit te komen in het leven” was dagelijkse voeding voor onze geest. Ik heb een onbezorgde jeugd gehad en veel van mijn ouders mogen leren. Echter het goed naar mezelf en mijn lichaam leren luisteren stond daarin niet centraal. Een bekende uitspraak was “Niet zeuren maar doordoen” en uitspraken als “het is vanzelf gekomen, dus het zal vanzelf wel weer overgaan” dragen niet bij aan het bewust aandacht geven aan het innerlijke deel van de mens. Op jonge leeftijd begonnen zich de eerste barstjes te tonen in mijn gezondheid. Allergieën, eczeem, vermoeidheid en andere vage klachten. Zeker in die periode, (eind jaren 60) was de relatie voeding en gezondheid nog weinig onder de aandacht en daarmee relatief onbekend. Dit heeft er toe geleid dat ik al op jonge leeftijd bezig was met verbanden te leggen tussen voeding en gezondheid, oftewel ziek zijn. Mijn nieuwsgierigheid, werd mijn passie en uiteindelijk mijn beroep. Toen ik in het jaar 2000 met een fikse burnout aan de zijlijn kwam te staan, werd het me duidelijk dat ambitie en succes slechts dan waarde heeft, als er in goede gezondheid van genoten kan worden. Vastbesloten om deze levensles ter harte te nemen, heb ik de kennis en ervaring m.b.t. voeding en gezondheid gebruikt om mijn werkzame leven een nieuwe wending te geven en heb het voedings- en leefstijl programma “Weet hoe je eet ® ” geschreven. In eerste instantie bedoeld om op kleine schaal mijn kennis te delen met cliënten. Ik motiveerde hen een goede dirigent over eigen orkest te worden. Inzicht en motivatie zorgt voor inzet en resultaat. Het werd me duidelijk dat hier de basis ligt in een structurele aanpak van leef- en voedingsstijl. Het resultaat van mijn werkzaamheden reikte echter verder dan mijn voorstellingsvermogen, want al snel bleek hoe groot de behoefte was. Nu, in 2007 werken we met een fantastisch team begeleiders die zijn opgeleid om kennis en ervaring te delen met mensen. Het voedings- en leefstijl programma “Weet hoe je eet ® ” heeft inmiddels duizenden mensen in binnen- en buitenland bereikt. Ik ben dankbaar de mogelijkheid te hebben gekregen hiermee een bijdrage te mogen leveren aan meer levenskwaliteit voor veel mensen.
4
Wat is metaboolsyndroom en insulineresistentie Vanuit de wetenschap is steeds meer aandacht voor chronische aandoeningen in samenhang met voeding en leefstijl. Een betrekkelijk nieuw fenomeen hierin is het metabool syndroom, ook wel aangeduid als het insulineresistentie syndroom. Insulineresistentie (IR) wil zeggen dat insulinegevoelige perifere (omliggende) weefsels, waaronder de lever, de spieren en het vetweefsel niet meer kunnen reageren op de fysiologische concentraties insuline. Hierdoor beginnen de β-cellen te falen en dit houdt in dat er als reactie op stijgende bloedsuikerspiegels niet genoeg insuline aan het bloed wordt afgegeven om de bloedsuikerspiegel weer tot normale waarden te doen dalen. Er is dan sprake van hyperglycemie (verhoogd glucosegehalte in het bloed) en vaak ook hyperinsulinemie (overmatige insulineproductie van de alvleesklier). Deze metabole ontregeling, wordt dus ook wel metabool syndroom (ook wel syndroom X genoemd). Het metaboolsyndroom is eigenlijk een cluster van afwijkingen met de volgende kenmerken: Abdominale obesitas, glucose intolerantie (verstoorde bloedsuikerwaarden), dislipidemie (verstoorde cholesterolwaarden) en Hypertensie (hoge bloeddruk). De criteria van de WHO (world health org) zijn: • Nuchtere glucose >6,1 mmol/L en tenminste 2 volgende criteria Abdominale Obesitas BMI> 30 kg/m2 Buikomtrek >102 cm mannen, > 88 cm vrouwen • Dyslipidemie: Triglyceriden(LDL) >1,7 mmol/L HDL-cholesterol >1,04 mmo/L mannen, > 1,29 mmo/L vrouwen • Bloeddruk >140/90 mmHG of medicatie Het leefpatroon van de westerse mens wordt gekenmerkt door te weinig beweging in combinatie met te veel geraffineerd voedsel met een te hoge glycemische load en een verkeerde vetzuurbalans. Het gevolg hiervan is een vrijwel voortdurende positieve energiebalans en dit zorgt ervoor dat ons stofwisselingssysteem continu overbelast is, hetgeen uiteindelijk zal leiden tot de kenmerken van het metabool syndroom. Het wordt dan ook in verband gebracht met de ontwikkeling van veel pathologiën. Hiertoe behoren o.a.: • • • • • • •
Hart- en vaatziekten( zoals Arteriosclerose, hypertensie en insulinemie) Kanker Diabetes Mellitus en haar gevolgziekten Neurologische aandoeningen Reumatische aandoeningen Grijze staar (cataract) en de ouderdomsziekte Maculadegeneratie Degeneratie van het immuunsysteem
5
Een goede regulatie van het hormoon insuline en betreffende receptoren zijn nodig voor een gezonde balans binnen de glucose-, vet- en eiwitstofwisseling. Insulineresistentie (IR) speelt derhalve een actieve rol in de ontwikkeling van de destructieve spiraal die leidt tot verlies van vitaliteit , levenskwaliteit en levensverwachting. Hoe het pathologische proces van insulineresistentie precies verloopt, wordt volop onderzocht, maar is nog niet geheel bekend. In de praktijk wordt het echter vaak vooraf gegaan door hypo- of hyperglycemie (schommelende bloedsuikerwaarden), welke vaak voorkomende verschijnselen als vermoeidheid, duizeligheid, overmatige zoetbehoefte en hongergevoel met zich mee brengt. Nog steeds hebben diverse behandelaars waaronder het Nederlandse Huisartsen Genootschap, moeite met de definitie metaboolsyndroom. Dit is jammer, want elk praktiserend behandelaar kan zelf vaststellen welk percentage van zijn/haar patiënten direct of indirect voldoen aan bovengenoemd profiel.
De aanmaak van insuline bij respectievelijk gezonde personen, cliënten met hypoglycemie, en diabetes type 2 patiënten.
Diabetes Mellitus De 2 belangrijkste kenmerken van diabetes type 2 zijn insulineresistentie en het falen van de β -cellen in de pancreas (alvleesklier). Type 2 diabetes neemt wereldwijd hand overhand toe. Schattingen lopen in de honderden miljoenen en de te verwachten stijging is nog enorm. In Nederland is bij ongeveer 240.000 tot 300.000 mensen deze vorm van diabetes vastgesteld. Echter, waarschijnlijk is dit aantal 1 tot 2 keer hoger, vanwege het feit dat type 2 diabetes een sluipend verloop kent en de diagnose pas wordt gesteld wanneer de regulatie van de bloedsuikerspiegel dusdanig is verstoord dat complicaties aan het licht komen. Echter, metabool gezien heeft de ontregeling zich dan al (vaak) jaren daarvoor ingezet. Geschat wordt dat er in Nederland jaarlijks 60.000 nieuwe gevallen van type 2 diabetes zullen bijkomen.
6
Deze sterke toename wordt toegeschreven aan de toenemende vergrijzing van de bevolking en de enorme stijging van mensen met overgewicht. Van oudsher werd type 2 diabetes ook wel ouderdomssuiker genoemd. Tegenwoordig is deze benaming irrelevant, daar deze vorm van diabetes steeds meer voorkomt bij obese kinderen en jonge volwassenen.
(Bron:Nurses Health Stud Overgewicht is een belangrijk symptoom in de ontwikkeling van diabetes type 2
Obesitas/ adipositas Overgewicht en obesitas nemen hand over hand toe, met name in de westerse maatschappijen. Reeds meer dan 50% van de bevolking in de USA heeft overgewicht, waarvan de helft lijdt aan obesitas (dus 25% van de bevolking). In Nederland is de situatie dat ongeveer 30% van de bevolking te maken heeft met overgewicht, waarvan ruim 10% zich obese mag noemen. Er is sprake van obesitas wanneer de BMI (body mass index) hoger is dan 30. Dit wordt ook wel adipositas genoemd, wanneer visceraal vet (tussen de organen) abdominaal (rond de buik) sterk toeneemt. Bij mannen is dit een buikomtrek van meer dan 102 cm en bij vrouwen meer dan 88 cm. Ophoping van visceraal vetweefsel kan mede verantwoordelijk kan zijn voor de toename van ontstekingsreacties. Indien ontstekingsfactoren de omzetting van arginine in het vaatendotheel verstoren, kan het daaruit geproduceerde stikstofoxide (NO) onvoldoende bijdragen aan het soepel houden van de vaten. En hiermee wordt de ontwikkeling van hoge bloeddruk (hypertensie) weer gestimuleerd. Ook adipositas wordt in verband gebracht met hart- en vaatziekten en stoornissen op het niveau van bloedstolling en viscositeit.
7
Hart en vaatziekten Bij arteriosclerose (slagaderverkalking) hopen vetten zich op in de wand van de bloedvaten waarbij de stroming van het bloed in de richting van het hart in het geding komt. Ophoping van vetten (hyperlipidemie) en een verstoorde vetzuurbalans (dislipidimie) leidt tot een verhoogde insulineactiviteit in de lever en aantasting van het vaatendotheel (inwendige bekleding van de vaatwand). Een verstoorde vetzuurstofwisseling vormt een sterk risicofactor voor hart- en vaatziekten. 80% van de mensen met Diabetes Mellitus overlijdt uiteindelijk aan een cardiovasculaire aandoening. Hoge bloeddruk (>140/90) is een minstens zo belangrijke risicofactor voor hart- en vaatziekten, alsmede een verhoogde cholesterol. 25% van de Nederlandse bevolking heeft te maken met hypertensie, waarvan velen zullen voldoen aan de kenmerken van Metabool syndroom.
Glucosevoorziening van de hersenen De hersenen spelen letterlijk een hoofdrol in dit onderwerp. Onze hersenen bestaan grotendeels uit vetzuren. De hersenen gebruiken glucose als energie.Indien de hersenen een gebrek aan glucose signaleren, kunnen ze dit bijstellen door het activeren van het proces van glucoseopname via astrocyten en het proces van glycogenolyse , waarbij glucose wordt vrijgemaakt uit glycogeen, of ze maken gebruik van glyconeogenese (glucose uit eiwitten of ketonen) en/of het genereren van honger, hetgeen moet leiden tot voedselinname. Hooggespecialiseerde delen van de hersenen, zoals de hypothalamus, die betrokken zijn bij het reguleren van metabole processen kennen op dit neuronale niveau zowel leptine- als insulinesignalering. Deze hersendelen zijn tevens nauw verbonden met ons psycho- emotionele functioneren. De glucose benutting en glucosevraag van de hersenen zijn hiermee sterk geassocieerd. Een goede glucoseregulatie is van groot gelang voor een nauwkeurige wisselwerking tussen hersenen en de rest van de lichaamsfuncties. Een overdaad aan glucose wordt omgezet in vetzuren en opgeslagen in het vetweefsel. Een kleine hoeveelheid vetopslag is functioneel en belangrijk. Echter in onze huidige maatschappij is er sprake van het eten van teveel geraffineerd voedsel met een te hoge glycemische load en een verkeerde vetzuurbalans. Dit tezamen met onvoldoende lichamelijke activiteit, zorgt dat er een overschot is aan brandstof, oftewel een positieve energiebalans. Dit zogenaamde overschot wordt opgeslagen in de vetcellen, in afwachting van “andere tijden” om dan deze reservevoorraad te kunnen gebruiken als brandstof. Echter, door onze chronische overconsumptie komen er geen “andere tijden”, maar ontstaan er “slechte tijden” die uiteindelijk leiden tot het metabool syndroom en insulineresistentie.
8
( www.biomed.nl)
Degeneratie immuunsysteem Insulineresistentie en metaboolsyndroom ontwikkelen zich langzaam maar progressief en verandert uiteindelijk het zogenaamde metabole setpoint. Van een goed referentiekader in het stofwisselingsysteem is uiteindelijk geen sprake meer en de neerwaartse spiraal aangaande de vitaliteit van de patiënt is in volle gang. Overmatige vrije radicalen zetten onze immuniteit zwaar onder druk en zal uiteindelijk leiden tot meer schade aan de weefsels.
De instabiele molecuul (vrije radicaal) heeft de neiging om een elektron af te pakken van een andere molecuul of een elektron op te dringen aan een andere molecuul, zodat deze molecuul ook instabiel wordt. Zo ontstaat de kettingreactie in de vorming van vrije radicalen. ( www.fitnessnet.nl)
9
Gelukkig wordt er volop onderzoek gedaan op dit gebied. De kosten van onze gezondheidszorg rijzen de pan uit en volgens de WHO is bijvoorbeeld obesitas in Europa één van de grootste uitdagingen voor de gezondheid van de 21e eeuw. Sinds 1980 is de omvang verdrievoudigd en nog steeds stijgende tot ongekende hoogte, speciaal onder kinderen. Obesitas is al verantwoordelijk voor ongeveer 8% van de gezondheidskosten en bepaald 10-13% van de doodsoorzaken in de verschillende regio’s van europa. Maar laten we het eens positief bekijken. Wat zouden we kunnen doen met het budget hetgeen nu nodig is voor therapie en medicatie t.b.v. de behandeling metaboolsyndroom en insulineresistentie. Stel je voor, dat we in staat zouden zijn bovengenoemde gezondheidsproblematiek beter het hoofd te bieden. Idealistisch? Wel, laten we hier eens beginnen bij het begin.
Bijdrage (in procenten) van acht belangrijke determinanten aan verloren levensjaren, ziektejaarequivalenten en DALY's a. Verloren
Ziektejaar- DALY's
levensjaren
equivalenten
20,9
7,1
13,0
Voeding: te veel verzadigd vet
0,9
0,6
0,8
Voeding: te weinig fruit
3,9
1,4
2,4
Voeding: te weinig groente
2,0
0,8
1,4
Voeding: te weinig vis
3,3
1,7
2,3
Lichamelijke inactiviteit
4,9
3,5
4,1
Overmatig Alcoholgebruikb
2,7
5,4
4,5
Overgewicht
5,8
12,7
9,7
Verhoogd totaalcholesterol
3,3
2,2
2,7
10,8
5,6
7,8
Roken
Verhoogde bloeddruk
a) de percentages van verloren levensjaren, ziektejaarequivalenten en DALY's hebben alleen betrekking of de selectie van 56 ziekten waarvoor DALY's berekend zijn. b) exclusief ongevallen ( Bron: www.rivm.nl)
Onderstaand artikel verscheen onlangs in de media.
10
'Verzekeraars moeten zwaarlijvigen registreren' ( 7 juni 2007) AMSTERDAM - Verzekeraars moeten mensen die gebukt gaan onder obesitas registreren. Zo krijgen ze een beter zicht op de kosten die overgewicht met zich mee brengt. Dat zegt Jan van Rijckevorsel, manager van het Centrum voor Verzekeringsstatistiek. Van Rijckevorsel is donderdag benoemd tot bijzonder hoogleraar verzekeringsstatistiek aan de Universiteit van Amsterdam. De kosten voor overgewicht gaan volgens de kersverse professor binnen een paar jaar met miljarden omhoog en vooral de verzekeraars zijn daar de dupe van. “De financiële consequenties zullen voor hen niet te overzien zijn”, waarschuwt hij. Kosten "De kosten voor de behandelingen in ziekenhuizen en bij huisartsen zullen enorm stijgen. Als verzekeraars niet registreren welke mensen last hebben van overgewicht, draaien zij straks op voor de kosten." Het aantal mensen met obesitas in Nederland verdubbelt de komende twintig jaar, zegt Van Rijckevorsel. "Het neemt Amerikaanse toestanden aan, meer dan vijftig procent van de Nederlanders heeft last van overgewicht. Mensen zullen sneller overlijden, hebben meer zorg nodig. Als we niet snel serieus iets aan het probleem doen, gaat dat ons miljarden kosten." Registreren Van Rijckevoorsel adviseert verzekeraars mensen met obesitas al op jonge leeftijd te registreren. "Verzekeraars hebben op dit moment totaal geen beeld van het kostenplaatje. Het risico voor de verzekeraars kan dus niet goed worden ingeschat. Jonge mensen van wie duidelijk is dat ze aanleg hebben voor deze ziekte, want dat is het, moeten goed geregistreerd staan." Enkele verzekeraars zijn al bezig met het ontwikkelen van polissen voor mensen zonder overgewicht. Zij hoeven minder premie te betalen dan mensen met overgewicht
Kosten van de zorg voor diabetes mellitus naar leeftijd sector in 2003 (bron: Kosten van Ziektenstudie).
Aanpak van metaboolsyndroom en insulineresistentie 11
Naar mijn visie en ervaring is het duidelijk dat we veel kunnen veranderen, mits we bereid zijn samen te werken en kennis te delen. Vooral samenwerken is daarbij van belang. Niet alleen vanuit de behandelaar maar ook met patiënten, cliënten, ouders, gezondheidszorg, verzekeraars, overheid, voedingsindustrie, mediawereld enz. De komende decennia zal permanente aandacht voor deze problematiek nodig zijn. Bewustwording dat men hierin zelf kan bijdragen is noodzakelijk. In mijn praktijk ontmoet ik dagelijks mensen met klachten als overgewicht, type 2 diabetes, hoge bloeddruk, cholesterolstoring, darmklachten, vermoeidheid, hoofdpijn, slaapstoornissen, huidaandoeningen, allergieën en ga zo maar door. Inderdaad, een cluster van klachten welke in verband staan met insulineresistentie en het metabool syndroom. Een gemotiveerde patiënt is met de juiste informatie in staat om te bewijzen dat insulineresistentie en metaboolsyndroom een reversibele stofwisselingstoornis kan zijn. Menig patiënt is na een aantal maanden tot een jaar niet meer als diabeet te kwalificeren en er zijn geen afwijkende bloedwaarden meer aanwezig die de diagnose nog zouden kunnen rechtvaardigen. Vasthouden aan de noodzakelijke voeding- en leefstijl veranderingen blijven hierin belangrijk. De eerste stap in onze behandeling is dat we inzicht geven in het functioneren van de stofwisseling en wat de gevolgen zijn van overbelasting. Duidelijke en éénvoudige uitleg er erg belangrijk in deze. Door deze overbelasting moet ons lichaam eerst de kans krijgen zich te ontdoen. van deze ziekmakende ballast. Door het opruimen hiervan leggen we een steviger en schoner fundament in ons lichaam. “De emmer moet eerst leeg alvorens deze opnieuw gevuld kan worden”. Via een fasenplan in voeding en beweging is het mogelijk om dit te realiseren. Vergeleken met conventionele diëten komt dit in het algemeen neer op meer natuurlijke, vezelrijke voeding met minder koolhydraten en absoluut geen (verborgen) suiker, meer eiwit uit gevarieerde bronnen en meer vet in de vorm van omega –3 vetzuren (bijvoorbeeld visolie) en omega 9 vetzuren (bijvoorbeeld olijfolie), beperkte verzadigde vetzuren en geen transvetzuren. Daarbij een ondersteuning van vitaminen, mineralen, vezels en actieve plantenstoffen ook wel fytostoffen genoemd. Effectieve voedingsstoffen Ik wil een paar specifieke voedingstoffen benoemen die kunnen bijdragen in de aanpak van metaboolsyndroom en insulineresistentie. Hiermee wil ik overigens niet aangeven dat onderstaande voedingstoffen afzonderlijk als micronutriënt zouden moeten worden gesuppleerd. • Chromium Verhoging glucosegevoeligheid van β-cellen • Alfa-Liponzuur (in voedsel gebonden aan het aminozuur lysine) Verhoogt glycogeensynthese en verlaagt bloeddruk, insulineresistentie en oxidatieve stress • Carnitine (aminozuur) Verbetering van insulinegevoeligheid, stimulering vetverbranding en energiewinning uit vetzuren
12
•
Glutathion (komt uit de aminozuren, glutaminezuur, cysteïne en glycine) Ondersteunt ontgiften lichaam en van belang bij vrijwel alle stofwisselingsziekten • Taurine (kan worden gevormd uit de aminozuren, methionine of cysteïne) Verbetert de insulinegevoeligheid (m.n. in de hartspier) Bindt galzouten en daarmee vetten en cholesterol en helpt ze uitscheiden • Omega-3 vetzuren Betere insulinegevoeligheid (EPA /DHA) Stimuleert glucosebenutting spiercellen, stimuleert eigen oxidatie, Remming genen betrokken bij vetvorming en opslag Betere vetzuursamenstelling celmembraan • Co-enzym Q10 verhoogt insulinesecretie en verbetert de perifere glucosebenutting. Fytovoedingsstoffen Hier wil ik ruim aandacht aan besteden en ik vertel u graag waarom. In mijn voedingsprogramma adviseer ik bepaalde Micronutriënten ter ondersteuning van mijn voeding- en leefstijlprogramma. In de praktijk is gebleken dat suppletie op basis van volwaardige plantenconcentraten significante resultaten laat zien. Meer vitaliteit, stabielere waarden enz. Met name op gebied van huidcorrectie na groot gewichtsverlies is het resultaat opzienbarend. Waarschijnlijk zijn het de fytovoedingsstoffen die hier een bepalende rol in spelen. Fytovoedingsstoffen bevinden zich in voeding zoals de natuur het bedoeld heeft. Een cruciale rol van verse hele planten in de menselijke voeding is onbetwist. Onderzoekers over de hele wereld tonen aan dat een eetpatroon met veel plantaardig voedsel leidt tot een betere gezondheid. De geleerden begrijpen nog niet precies hoe de planten een goede gezondheid ondersteunen, maar ze weten wel dat dit in ieder geval gedeeltelijk te danken is aan de duizenden chemische stoffen of bestanddelen van planten die een dergelijk voedingspatroon oplevert. De wetenschappelijke term van deze chemische stoffen, die naast vitaminen en mineralen voorkomen, noemt men fytovoedingsstoffen. Het gehalte van deze stoffen zal variëren van plantensoort, de bodemgesteldheid, het oogstmoment en tal van andere omgevingsfactoren zoals het bewerkingsproces. Onderzoek heeft laten zien dat het koken van groente (in dit onderzoek broccoli) het gehalte aan fytovoedingsstoffen doet afnemen. Er bestaat een techniek die bekend is onder de naam chromatografie, waarmee men de aanwezigheid van vitaminen, mineralen en andere chemische bestanddelen kan waarnemen en meten.
13
Gesynthetiseerde ascorbinezuur
Acerolakers t.b.v. vitamine C
Chromatografische grafiek laat gesynthetiseerde vitamine C versus natuurlijke Vitamine C zien.
Groente, fruit, planten en kruiden bevatten talloze van deze fytostoffen die geen calorische of vitamineuze waarde hebben. In de laatste decennia wordt echter de kracht en veelzijdigheid van deze stoffen voor de mens steeds duidelijker. Enkele voorbeelden van dergelijke groepen zijn carotenoïden, alkaloïden en polyfenolen. Alleen al de laatste paar jaar zijn er honderden nieuwe fytovoedingsstoffen herkend en onderzocht op hun werkzaamheid. Dit kunnen sterk antioxiderende eigenschappen zijn, maar ze kunnen ook een bijdrage leveren aan de vorming van collageen in bindweefsel, bescherming van celmembranen, ondersteunende werking van hart en vaatletsel en ook bepaalde kankerremmende eigenschappen zijn aangetoond. Het blijkt dat mede de kleur van de voeding in verband kan worden gebracht met de werkzaamheid van de stof. Men gaat er tevens van uit dat fytovoedingsstoffen de synthese van macro- en micronutriënten versterkt. Het verhogen van de consumptie van groente en fruit is voor de meeste mensen dan ook noodzakelijk. Haalbare hoeveelheden liggen ver boven de momentele aanbevolen hoeveelheid van 200 gram per dag.
Meer bewegen
14
Zonder voldoende beweging is de behandeling van metaboolsyndroom en insulineresistentie niet compleet en gedoemd te mislukken. Beweging is een must en het programma dient een progressief karakter te hebben, afhankelijk van en rekening houdend met de fysieke capaciteit van de patiënt/cliënt en soms is samenwerking met professionele begeleiding noodzakelijk. Per dag een uur stevig bewegen waarbij de ademhaling zicht verdiept geeft goede prikkels om de stofwisseling en mitochondriale(energie bevorderende) capaciteit te verbeteren. Lopen als “dynamisch wandelen” en “nordic walking”, waarbij de armen actief worden gebruikt is een goed bewegingsvoorbeeld.
Percentage mensen dat in 2004 voldoet aan de, voor hun leeftijd geldende, Nederlandse Norm Gezond Bewegen, voor afzonderlijke leeftijdsgroepen (CBS StatLine, 2005).
Herkenning In de aanpak van metaboolsyndroom en insulineresistentie is dus verandering van het voeding- en leefpatroon erg belangrijk. Echter hoe herkend iemand dat soms “vage” klachten onderdeel kunnen zijn in de ontwikkeling van deze metabole storingen. Eenvoudige vragen kunnen tot herkenning ervan leiden. De volgende vragen kunnen hiertoe bijdragen.
Vragenlijst
15
• • • • • • • • • •
• • •
•
Na het ontbijt heb ik vaak snel weer trek in eten of drinken. Het lijkt wel of mijn bloedsuiker dan te laag is. Ik vind het vaak moeilijk om weer te stoppen als ik éénmaal begonnen ben met het eten van tussendoortjes, zowel zoet als hartig. Ik voel me soms onverzadigbaar en blijf trek houden, zelfs als ik net gegeten heb. Als ik eten zie, iets lekkers ruik of aan lekkere dingen denk, dan krijg ik vaak een onbedwingbare zin om iets te eten. Ik eet wel eens iets, terwijl ik eigenlijk geen honger heb. Bijvoorbeeld omdat het nu eenmaal “etenstijd” is. Als ik ’s nachts wakker wordt ga ik wel eens even iets eten. Dan kan ik weer beter in slaap komen. Na een warme maaltijd voel ik me vaak een beetje loom en duf. Als ik niet oppas val ik ’s middags na de lunch of ’s avonds na het eten bijna in slaap. Ik ga soms wel eens door met eten, ook al ben ik eigenlijk vol “Nog een beetje dan, want het is zo lekker, of zonde dat het blijft liggen”, zou een uitspraak van mij kunnen zijn. Kom je na een poging om af te vallen makkelijk weer aan, of zelfs meer dan dat je was afgevallen (het bekende jojo effect). Met ja beantwoord 0 – 2 keer : Er is blijkbaar geen sprake van aanleg. 3 – 4 keer : Je hebt mogelijk een lichte aanleg, die meestal goed onder controle te houden is. 5 – 7 keer : Deze score geeft aan dat er sprake is van een duidelijke aanleg Vooral op momenten van stress, verveling, boosheid, frustratie, vermoeidheid en in de premenstruele periode is het vaak moeilijk om onbedwingbare eetneigingen te onderdrukken. Er ontstaat dan vaak een vicieuze cirkel van frustratie en depressie. 8 – 10 keer Deze hoge score wijst op insulineresistentie en zal waarschijnlijk ook voldoen aan de richtlijnen bij de bepaling van de diagnose metaboolsyndroom en/of insulineresistentie.
Een goed gebalanceerd voedingsprogramma en de juiste leefstijl is belangrijk. De juiste begeleiding hierin is cruciaal voor blijvende veranderingen.
16
HOE ATEN WE VROEGER De moderne mens (homo sapiëns) ontwikkelde zich ongeveer 160.000 tot 200.000 jaar geleden (paleolithische tijdperk, ook wel oude steentijd genoemd) als jagers en verzamelaars. Toen at men om te overleven. Wie het best aangepast was, voor voeding dat bestond uit vis, knollen, vruchten, planten en weinig vlees, (allemaal zonder vuur bereid) maakte de beste kans op een lang leven, met veel nakomelingen. The survival of the fittest, zei Darwin.
Zo'n 10.000 jaar geleden deed de landbouw en later ook veeteelt haar intrede en tevens het vuur, en de vuurvaste kookpot deden hun intrede. Voor de evolutie is 10.000 jaar op bijna 200.000 jaar heel kort. Dit zou volgens sommigen ook de verklaring kunnen zijn waarom zwarte Amerikanen meer last van overgewicht en suikerziekte hebben dan witte Amerikanen. De witte Amerikanen komen uit streken met een langere graantraditie. Echter de laatste paar honderd jaar, sinds de industriële revolutie (1750 – 1850) is ons voedingpatroon drastisch en dramatisch gewijzigd. Mechanisatie, kunstmest, insectenbestrijding, verbeteren van wateraanvoer en het opvoeren van de productie hebben hieraan bijgedragen. Bestaande systemen werden verbeterd. Invriezen, inblikken en conserveren maakte voedsel goedkoper en duurzamer. We zijn niet langer afhankelijk van het seizoensaanbod. Transporten versnellen, waardoor alles meer bereikbaar en nog goedkoper wordt. Ontwikkeling van medicijnen (antibiotica), inentingen en meer kennis brengt de gemiddelde leeftijd omhoog en het sterftecijfer omlaag. Meer vrije tijd en minder werken geeft ons nieuwe behoeften zoals, vakantie, cultuur, ontspanning en sport. Eten om te leven is in het grootste deel van de wereld niet meer de eerste levensbehoefte. De eigen tuin maakte plaats voor de groenteman op de hoek en deze wordt op zijn beurt weer ingeruild voor de supermarkt. De laatste jaren hebben hier de “kant en klaar” maaltijden en ander “snelvoedsel” een groot deel van het assortiment ingenomen. Gezondheidsklachten nemen toe en we noemen het ondertussen welvaartziekten. We nemen hiervoor medicatie, en gaan door met het “leuke” leven en onze verworven vrijheden. Tel daarbij op dat economisch belang zwaar weegt om deze nieuwe tijd te financieren en daarmee belangenverstrengeling een heldere beoordeling doet vertroebelen; zo is de cirkel rond.
17
Evolutie en stofwisseling In een dier- of plantensoort verandert soms iets spontaan aan de erfelijke eigenschappen. Heel vaak zal die verandering zo fout zijn dat dier of plant het niet lang maakt. Die verandering wordt dus niet overgeërfd. Evolutie kent geen doel of richting en laat zich niet sturen. Zijn wij ingesteld op de verandering die we slechts in zeer korte tijd hebben ondergaan? Ons genoom verandert, volgens de evolutionaire geneeskunde naar schatting 0,5% per miljoen jaar. Hierdoor wordt er dan ook vanuit gegaan dat het conflict tussen erfelijke aanleg in het metabole systeem en huidige voeding en leefstijl leidt tot de zogenaamde beschavingsziekten. Ons genoom is revolutionair bevriend met een zekere soberheid en is beter in staat om met enige schaarste om te gaan dan met overdaad. In de ‘Homesis synthese’, wordt uitgegaan van de theorie dat als we minder eten, we ouder worden. Volgens de stelling wil het lichaam dan langer beschikbaar blijven voor voortplanting. Een ‘verzadigd’ lichaam mag sterven en ruimte maken voor nieuw leven. Onze paleolithische voorvaderen hadden niet te maken met keuzes en goede of slechte voeding. Hun voedingspatroon was in harmonie met de natuur. Men at weinig vlees, want men ving niet dagelijks een mammoet. En als men vlees kon eten, was het mager en niet van een vetgemest dier. Plantaardige voeding en vis waren de voornaamste voedingsbronnen. En ook het plantaardige deel bestond niet uit granen, maar uit planten, vruchten, zaden en knollen.
18
Voeding en wetenschap We eten om te leven, vroeger zeker een logische waarheid. We kunnen echter ook eten om prettiger en langer te leven. Door de juiste keuzes te maken, kunnen we bijdragen aan de kwaliteit van ons leven. Gezonde voeding met geregelde lichaamsbeweging en niet roken kan 80% van de hartziekten en 70% van bepaalde soorten kanker voorkomen volgens Dr. Walter C. Willet. Volgens Prof. Dr. M.B. Katan (universiteit Wageningen) is Walter Willet de grootste voedingswetenschapper van onze tijd. Het maken van verkeerde keuzes, te veel eten van “slecht” voedsel en te weinig van het “goede”, vergroot niet alleen de kans op kanker en hartziekten, maar ook op diabetes, spijsverteringklachten, neurologische aandoeningen en ouderdomsgerelateerde gezichtsstoornissen, aldus Willet. Echter, het uitzoeken en scheiden van goed en slecht kan een ontmoedigende taak zijn. Te meer omdat we worden overstelpt met tegenstrijdige adviezen. De krant en het journaal geven routinematig de resultaten van de laatste voedingsonderzoeken weer en tijdschriften steken de loftrompet over de nieuwste populaire diëten. Met de regelmaat van de klok vinden we in de top 10 van best verkochte boeken, dieet- en menuboeken die antwoord hopen te geven op de toenemende behoefte van de mens om het tij te keren, zonder dat het te veel afbreuk doet aan onze zogenaamde “levensvreugde”. Kunnen we nog spreken van levensvreugde als “leven om te eten” meer en meer de overhand krijgt? Kunnen we dan nog spreken van levenskwaliteit, nu we meer en meer te maken krijgen met voedings- gerelateerde ziektebeelden die ons dagelijkse functioneren steeds meer beïnvloeden? Zelfs supermarkten en fastfood restaurants geven adviezen en doen aanpassingen om het gevoel te geven dat we tenminste nog iets doen ten gunste van onze achteruit hollende gezondheid, zonder dat we te veel concessies hoeven doen. Want we leven maar één keer, is het niet? De waarde van de janboel aan informatie verandert al snel naar achtergrondgeruis als we niet het beoogde doel bereiken en behouden en maakt plaats voor gelaten acceptatie tot er zich weer een “nieuwe hype” voordoet dat hopelijk betere resultaten geeft. Hoe onze stofwisseling werkt is in grote lijnen bekend. Hoe hormonen, enzymen en andere ingewikkelde processen, samenwerken met onze stofwisseling, daarover valt nog veel te ontdekken. Vooral hoe al die stoffen het samen doen is niet altijd duidelijk. Soms vind men iets waar men niet naar zocht: dat Prozac volgens de wetenschap helpt tegen artritis is hier een voorbeeld van. Omdat de zaak zo ingewikkeld is, zijn er veel elkaar tegensprekende theorieën die niet gemakkelijk te bewijzen of te ontkrachten zijn.
19
Houdbaarheid Onderzoek over voeding en wetenschap heeft een houdbaarheidsdatum die korter is dan de uiterste verkoopdatum van een pak meel. Neem de geschiedenis van het ei. Het gezellige dagelijkse eitje moest plaats maken voor maximaal 2 keer per week, want het zou slecht zijn voor je cholesterolwaarde. Later ontdekte men het verschil tussen HDL(gunstig) en LDL(ongunstig). Het ei werd goed bevonden en we mogen nu weer elke dag een lekker eitje nuttigen. Sterker nog, het blijkt één van de meest volwaardige bronnen van eiwitten te zijn. Pas op voor vet!!!! Het heeft ons eetpatroon dusdanig beïnvloed dat we het als gevaar voor onze gezondheid zijn gaan beschouwen. Het maakt dik en het is slecht voor hart- en bloedvaten. Deze tijdelijke bevinding heeft er toe geleid dat we nu te maken hebben met een verkeerde vetzuurbalans. In de loop van de laatste 30 jaar begonnen druppels informatie over voeding en gezondheid tot een stortvloed uit te groeien. En het is begrijpelijk dat men graag de nieuwste bevindingen wil weten, of men nu naar de fijne afstemming van voeding of naar die ene magische sleutel zoekt, de neerwaartse spiraal van het niveau van onze gezondheid is in gang gezet en neemt een dusdanige plaats in dat het de levenskwaliteit aantast en levensverwachtingen drastisch doet afnemen. Wetenschappelijke tegenstellingen zijn en blijven ook in de toekomst waarschijnlijk onvermijdelijk. De medische wetenschap heeft haar eigen ritme en heeft ruimte nodig. Dit komt mede doordat voedingswetenschappers hun onderwerp meestal niet zo in de hand hebben als chemici of zoölogen. Ze werken met onbestuurbare en onbeheersbare proefdieren, namelijk mensen. Enkele uitdagingen waarmee voedingsonderzoekers te maken hebben: • mensen eten niet dagelijks hetzelfde • emotionele factoren van mensen • afhankelijkheid van nauwkeurige weergave • de intake van voedsel bevat duizenden stoffen, bekend of onbekend in de wetenschap, waarvan bij vers voedsel geen consistente waarden zijn vast te stellen. Stel je een onderzoek voor naar de werking van suiker. Onmogelijk, want het zit zo verweven en verstopt in onze voeding, dat weinig mensen bereid zijn langdurig mee te weken aan zo’n onderzoek. Zelfs als mineraalwater op bier lijkt, smaken doet het heel anders. Wat je kunt doen is je proefpersonen ondervragen over hun eetgewoonten en dan hopen dat ze nauwkeurig genoeg antwoorden. Soms kan je een experiment doen met mensen in een controleerbare omgeving zoals een ziekenhuis of een gevangenis, echter de kans om dit jarenlang te volgen is klein. Welvaartsziekten kunnen ook andere oorzaken hebben naast voeding; stress, roken, lichamelijke activiteit, erfelijkheid en andere nog te bepalen factoren spelen eveneens een rol. Ook voor de media is het moeilijk te ontrafelen. Zorgvuldige journalisten proberen nieuw onderzoek in perspectief te plaatsen. Het is echter onmogelijk om dit soort context in 250 woorden te vatten, dus resulteert het vaak in grote lijnen.
20
Suiker Om een kleine illustratie te geven van onze dramatische veranderingen van ons voedingspatroon, hebben we het even over de consumptie van suiker. Suiker komt van nature voor in onze voeding. Groente en fruit zijn prachtige leveranciers van suiker en zijn gezonde koolhydraten. Onze voorvaderen deden het hier uitstekend op gezien de fysieke prestaties die geleverd werden om voedsel te vergaren. Toen de landbouw ontwikkeld werd en men meer gebruik maakte van granen, ging ook de koolhydraat (suiker) intake omhoog. Door meer fysieke belasting kon dit omgezet en gebruikt worden als energie. Toen het gesynthetiseerde suiker zijn intrede deed, werd het ook wel “het witte goud” genoemd, welke zelfs als betaalmiddel fungeerde. In 1815 was de gemiddelde suikerconsumptie in Engeland en Amerika Per hoofd van de bevolking minder dan 10 kilo per jaar. In het jaar 2000 was de consumptie in bovengenoemde landen gestegen naar 70 kilo per jaar per hoofd van de bevolking. Dit komt neer op 2 ons per dag. Deze exorbitante getallen gaan echter niet drastisch omlaag als de voedingsindustrie suikers blijft verstoppen in voeding als vleeswaren en ander voedsel waar we het niet in verwachten. Als de mens braaf stopt met het toevoegen van suiker in koffie en voeding, terwijl aan de andere kant ons brood, vleeswaren en andere niet te verwachten bronnen “verrijkt” blijven worden met het zogenaamde “witte goud” maakt de gemiddelde burger vaak onbewust deel uit van deze overdosis aan suiker en koolhydraten.
21
Huidige voedingsnormen Waaraan moet gezonde basisvoeding voldoen, willen we genoemde problematiek beter kunnen aanpakken. Ten eerste moeten we niet alleen meer uitgaan van de calorische waarde van voeding. De glycemische belasting (glycemische load) van het eetmoment bepaalt grotendeels de insulinevorming. De hoge dagelijkse koolhydraatinname speelt hierin een belangrijke rol. Om het even eenvoudig te benoemen, betekent dit dat een eierkoek een lagere calorische waarde heeft dan een gevulde koek. Echter, de eierkoek heeft wel een hoge glycemische load waarmee het ons metabole systeem en de insulineproductie belast. In de praktijk heeft dit tot gevolg dat voedsel met een te hoge G.L. smaakt naar méér en de zoetbehoefte versterkt wordt. Daarom is het van groot belang dat we in een breder perspectief kijken dan calorisch bewust zijn van onze voeding. Het algemeen huidige dieet kent de volgende verhouding (gebaseerd op hun calorische waarde): • eiwitten 10 - 15% • koolhydraten 50 - 60% • vetten 35 - 45% Onze verre voorvaderen (paleolithische tijdperk) hadden een verhouding van: • eiwitten 25 - 30% • koolhydraten 30 - 35% • vetten 20 - 30% Het relatieve aandeel van eiwitten lag vroeger hoger dan nu het geval is, het relatieve aandeel van vetten laat het omgekeerde zien. Eiwitten en vetten zijn relatief met elkaar verbonden in de voeding. Een eiwitbron bestond vroeger vrijwel geheel uit vis,mager vlees of wild. Nu komen de eiwitten uit veel vetter vlees, minder vis, granen aardappelen en pasta`s, zuivel, peulvruchten. Ons huidige vetzuurratio is totaal omgeslagen ten opzichte van vroeger. Te veel verzadigde vetten en te weinig onverzadigde vetten vormen hiervan de basis. De nieuwste ontwikkelingen laten nu ook zien dat ook de gezonde verhouding in onverzadigde vetzuren ver te zoeken is. De verhouding omega 3 tot omega 6 staat momenteel op 1:20. De nieuwe richtlijnen geven aan dat dit 1:4 behoort te zijn. Onze verre voorvaderen leefden op een verhouding van 1:2. De grote toename van verwerking en gebruik van plantaardige vetten zijn hier debet aan. Denk aan de periode dat gebruik van meer linolzuur werd gestimuleerd. Ten aanzien van de koolhydraten kan gesteld worden dat we in ons huidige dieet naar verhouding te veel koolhydraten (zetmelen en suikers) tot ons nemen. Ook de koolhydraatratio (samengestelde en enkelvoudige koolhydraten) is volledig uit balans. In het paleolithische tijdperk werden koolhydraten voornamelijk genuttigd uit knollen, planten en vruchten, welke gemiddeld een lage glycemische index hebben en een hoge waarde aan micronutriënten en vezels.
22
In ons huidige voedingspatroon staat het veelvuldig nuttigen van geraffineerde koolhydraten centraal en leidt direct of indirect tot disbalans in de glucose stofwisseling en daarmee tot de problematiek waar we nu voor staan. De voedingswijzer. Het idee om via modellen informatie over voeding aan het publiek over te brengen is ontstaan in de Verenigde Staten. Begin jaren vijftig van de vorige eeuw maakte dr. C den Hartog, toenmalig directeur van het voorlichtingsbureau van voeding in de V.S., namelijk de “Basic Seven”. Dit bestond uit een cirkel, waarin zeven voedingscategorieën waren opgenomen, die de basis moesten vormen voor een complete dagelijkse voeding. Dit idee werd later omgebouwd en aangepast en overgenomen in Nederland tot de “schijf van vijf”. Thans worden onderstaande richtlijnen voor een gezonde voeding gehanteerd door het voedingscentrum; Eet gevarieerd en elke dag uit vier groepen, te weten; • Brood en naar keuze aardappelen, rijst, pasta of peulvruchten • Groente en fruit • Melk of melkproducten, kaas, vlees, vleeswaren, kip, vis, soja en ei • Halvarine, margarine of olie. Verder geldt: drink dagelijks ten minste anderhalve liter vocht.
Bovengenoemde richtlijnen zijn niet genoeg gebaseerd op een balans in een gezonde vetzuurratio en de verhouding enkelvoudige en samengestelde koolhydraten. Tevens is de totale verdeling van eiwitten, vetten en koolhydraten niet goed afgestemd om insulineresistentie en metaboolsyndroom te kunnen voorkomen.
23
De laatste 10-15 jaar zijn de algemene richtlijnen wel veranderd. Echter, zoals hiervoor reeds genoemd verandert ons genoom niet of nauwelijks. Dit is een interessant punt. Wij moeten bedenken dat wetenschappelijk onderzoek in de relatie voeding en gezondheid nog echt in de kinderschoenen staat. Als we 100 jaar teruggaan in de tijd, zien we dat bijvoorbeeld dat het fenomeen “vitaminen” nog niet als zodanig ontdekt was en vastgelegd. Het is niet mijn bedoeling om te generaliseren. Ik zou daar veel prachtige ontdekkingen mee tekort doen en we kunnen niet genoeg leren op dit gebied. Waarschijnlijk weten we nog maar het topje van de ijsberg op dit gebied. Denk alleen maar eens aan de in de laatste jaren ontdekte fytovoedingsstoffen, die blijken nodig te zijn om voeding een betere opname in de stofwisseling te geven. Eigenlijk kunnen we vaststellen dat: • dat we heel veel niet weten • dat onze gezondheidsstatus degenereert • dat er drastische veranderingen moeten komen. Wachten we op nog meer wetenschappelijke onderbouwing aangaande insulineresistentie en het metabool syndroom en gaan we uit van de stelling “Niet bewezen is niet waar”, een algemeen (meestal) waardevol uitgangspunt in de medische wetenschap, dan nemen we een hele grote verantwoording in deze. We hebben de laatste paar honderd jaar meer tekort gedaan aan onze voedingskwaliteit en lichamelijke conditie dan 200.000 jaar daarvoor.
De dramatisch snelle leefstijlverandering van de mens is een riskant experiment met ons genetisch erfgoed
Mijn visie op voeding en leefstijl is niet gebaseerd op uitersten. Balans tussen wetenschap en natuur staat hierin centraal. In het volgende hoofdstuk zal ik uitleggen hoe ik deze visie heb verwoord.
24
Mijn visie op gezonde basisvoeding Die is verwant met de voedingswijze van onze paleolitische voorvaderen. De mediterrane voedingsstijl is hiermee te vergelijken. Streef op lange termijn naar een balans van macronutriënten, waarvan de calorische waarde als volgt ligt: • • •
eiwitten koolhydraten vetten
30% 40% 30%
Roken/stress
Zoveel mogelijk beperken
Verzadigde-/ transvetten, suiker en geraffineerd voedsel Met mate
Rood-/varkens vlees en zetmelen Ei, soja, noten,zuivel, wild gevogelte, witvlees,vis een peulvruchten
Afgestemd op energieverbruik
Volkorenproducten : Brood, rijst en pasta Groente rauwkost en fruit ( kleuren van de regenboog) Dagelijkse lichaamsbeweging en voldoende water
Positieve levensinstelling!
25
Daarnaast verdient goede basisvoeding de volgende aandachtspunten: • Zorg voor voldoende en regelmatige intake van brandstof • Zorg voor goede (samengestelde) koolhydraten en vermijd zoveel mogelijk slechte (geraffineerde) koolhydraten • Eet eiwitten in een goede verhouding voor een optimale aminozurenbalans • Zorg voor een goede vetzuurverdeling. Eet minder verzadigd vet en meer onverzadigd vet in de vorm van omega 3 • Zorg dat macronutriënten indien nodig aangevuld worden met micronutriënten • Eet zoveel mogelijk onbewerkt • Eet dagelijks groente, rauwkost en fruit in de kleuren van de regenboog • Eet meer groente en fruit en minder brood en zetmelen • Zorg dat voeding uiteindelijk een basisoverschot oplevert • Drink minimaal 1,5 – 2 liter water en of kruidenthee per dag.
Eet dagelijks volgens de kleuren van de regenboog
26
Leefstijl Goede basisvoeding verdient een gezonde leefstijl. • voldoende beweging • gezonde buitenlucht • stop met roken • wees matig met genotsmiddelen als, alcohol, koffie, fastfood enz. • vermijd te veel stress en ontspan tijdig • positieve levensinstelling
27
Beheersbare en onbeheersbare factoren Onze immuniteit staat zwaar onder druk. Belangrijk is om te accepteren dat er factoren zijn die we niet direct kunnen beïnvloeden. De maatschappij is veranderd, het milieu is niet meer hetzelfde en zo zijn er meerdere omgevingsfactoren te noemen waar we niet direct iets aan kunnen doen. We moeten ons realiseren dat symptoombestrijding altijd een noodoplossing is. Denk aan behandeling en medicatie ten behoeve van insulineresistentie en metaboolsyndroom. Ook diëten die alleen gericht zijn op gewichtsvermindering leiden uiteindelijk tot tekorten. Balans. Mijn visie is dat we niet in uitersten moeten leven, maar accepteren wat we niet kunnen veranderen en doen wat we wel kunnen veranderen. Balans in: • heden en verleden • natuur en wetenschap • voeding en leefstijl • eigen verantwoording en hulpvraag staat hierin centraal. Deze gedachte probeer ik toe te passen in mijn eigen leefstijl en ik heb geprobeerd dit vorm te geven in het voeding- en leefstijlprogramma ’Weet hoe je eet®, waarin balans in leef- en eetstijl centraal staat voor gezondheid en levenskwaliteit staat.
Harmonie en balans in gezondheid en maatschappij is kunst met een grote K
28
Graag wil ik u in grote lijnen deelgenoot maken van mijn voedingsprogramma. De reden dat ik hierover niet teveel in detail treed, is dat het programma aangepast wordt aan de behoefte van de cliënt. Doelstelling van het programma • Het in balans brengen van de stofwisseling. d.m.v. reiniging en afvoer van afvalstoffen. • Ontdekken van het functioneren van eigen stofwisseling. • Het bijsturen van het energieverbruik en verbrandingspatroon. • Voedingsmiddelen op een goede manier leren gebruiken • Blijvende stabiliteit creëren door middel van een gezond leef- en eetpatroon Fase 1 De eerste fase van het programma is ontwikkeld om de doelstelling van de cliënt te bereiken. We houden het lichaam d.m.v. gezonde voeding in de juiste balans waardoor het in staat is oude ballast en afvalstoffen die meestal zijn opgeslagen in reservevetten af te voeren. Door de juiste hoeveelheid vocht per dag te drinken en meer te bewegen ondersteunen we dit proces. We maken in deze fase gebruik van aanvulling op de voeding met nauwkeurig afgestemde suppletie, welke er voor zorg draagt dat het metabole proces niet vertraagd wordt door onbalans tussen macro- en micronutriënten. Begeleider/coach Inzicht in voedings- en leefgedrag is van groot belang om in de toekomst behaalde resultaten te kunnen behouden en eventueel bij te stellen. In fase 1 wordt het voedings- en bewegingspatroon dagelijks genoteerd. Een hiervoor opgeleide coach/ begeleider kijkt mee in dit proces en ondersteunt daar waar nodig. Adviezen zijn binnen de grenzen van bevoegdheden en er wordt indien nodig altijd doorverwezen naar de huisarts of specialist.
29
Voedingslijst De cliënt hoeft niet zelf op zoek naar wat wel en niet mag. Er is genoeg keuze op de zorgvuldig samengestelde voedingslijst. Deze lijst is éénvoudig, duidelijk en alle voedingsgroepen zijn vertegenwoordigd. De voeding is afgestemd op een lage glycemische load. Hierdoor voorkomen we sterk schommelende bloedsuikerwaarden waarmee we tevens overmatig hongergevoel kunnen aanpakken. Men kan kiezen uit verse groente, fruit, rauwkost, volkoren granen, noten, soja, zuivel, vis, mager vlees, wild en gevogelte. Beweging Dit is een vitaal onderdeel voor een goed en blijvend resultaat. Meer bewegen betekent meer energie, oftewel een betere verbranding. De cliënt gebruikt een pedometer (stappenteller), welke inzicht geeft in het bewegingspatroon. Wie zonder inzicht in beweging goede resultaten wil behalen, komt meestal bedrogen uit. Er zijn vele vormen van bewegen, van rustig wandelen tot intensieve loopprogramma’s, en van yoga tot krachttrainingen. In het ‘Weet hoe je eet®’ programma is het uitgangspunt dat het niet gewrichtsbelastend mag zijn en toegankelijk voor een zo breed mogelijk publiek. Er wordt geprobeerd systematisch het resultaat van de stappenteller te verhogen, zonder overbelasting. Dit wordt dagelijks genoteerd. Activiteiten, zoals zwemmen, fietsen, fitness enz. worden extra vermeld. Motivatie en kennis De cliënt ontvangt dagelijks een zogenaamd “goeiemorgenbericht”. Dit ter ondersteuning en motivatie, maar tevens om gedoseerd leerzame informatie te delen om meer inzicht krijgen en goede keuzes te kunnen maken voor een goed functionerend metabolisme en een betere gezondheidsstatus.
30
Fase 2 Niets is zo belangrijk dan behaalde resultaten te behouden. Deze tweede fase heeft tot doelstelling het zogenaamde metabole setpoint te stabiliseren om daarmee terugval te voorkomen. Terugval is niet nodig, mits het lichaam de gelegenheid krijgt om gewend te raken aan het nieuwe referentiekader. De tijdsduur van fase 2 kan per cliënt verschillen en is mede afhankelijk van de tijd die nodig was om de doelstelling te bereiken. Stabilisering volgens een stapsgewijs plan is evident. Ook hierin speelt begeleiding van de cliënt een belangrijke rol.
31
Blijvende voordelen voor de cliënt. Door het creëren van een gezond en stabiel fundament in de stofwisseling, is het de bedoeling dat de cliënt de voordelen ervan zal ervaren. Om er enkele te noemen: • Meer energie en vitaliteit • Metabole zwakheden zijn minder prominent aanwezig of verdwijnen geheel • Medicatie kan vaak worden verminderd of zelfs worden afgebouwd • Men ervaart de noodzaak van regelmatige en goede beweging • Gezond eten en bewegen is lekker, leuker en makkelijker dan men dacht • Men ervaart geen hongergevoel (6 – 12 eetmomenten per dag) • Meesturen in het niveau van gezondheid wordt als fantastisch ervaren • Meer zelfvertrouwen en respect voor eigen lichaam en gezondheid • Bewustere voedingkeuzes kunnen maken bij aankopen • Nieuw verworven kennis motiveert om te delen met anderen. Denk hierbij aan kinderen • Jojo effect kan men voorkomen, waardoor de stofwisseling stabieler blijft • Terugval in oude valkuilen zijn éénvoudig en snel te corrigeren, waardoor de cliënt het belang van “onderhouden” duidelijk wordt • Sterke zoetbehoefte kan men binnen enkele dagen corrigeren • Geen of weinig huidoverschot bij groot gewichtsverlies
Weet hoe je eet® als een persoonlijke ontdekkingsreis naar een gezonder, slanker en vitaler lichaam.
32
Wat maakt dit programma uniek ? Mijn visie op gebied van gezonde voeding en leefstijl wordt als uitgangspunt gebruikt in mijn programma. Het merendeel van onze cliënten voldoet helaas aan één of meerdere symptomen van Metaboolsyndroom en insulineresistentie. Ik zal proberen puntsgewijs aan te geven waarom dit een goede basisaanpak verdient met bovengenoemde eet- en leefstijl. Geen dieet Omdat overgewicht vaak één van de eerste zichtbare symptomen is, wordt gewichtsvermindering meestal geadviseerd. Een caloriebeperkt voedingsplan zal meestal niet leiden tot structurele aanpak van pathologiën die in verband staan met metaboolsyndroom en insulineresistentie. Sterker nog, het regelmatig volgen van dieetprogramma’s kan uiteindelijk leiden tot een verstoord metabolisme. Ook koolhydraatarme diëten leiden meestal niet tot een duurzame verbetering, daar bij deze diëten meer kans is op een tekort aan vezels en een verstoorde vetzuurratio, hetgeen belastend is voor o.a. het cardiovasculaire systeem. Het scheiden van voedingsgroepen (koolhydraten en eiwitten/vetten) en maaltijdvervangende dieetprogramma’s dragen meestal tijdelijk bij tot gewichtsreductie en geeft geen praktisch inzicht dat bijdraagt aan een blijvende verbetering van voeding en leefstijl. Faseprogramma Een stappenplan is van grote essentie. Elke fase heeft een eigen doelstelling en hierop wordt het voedingsplan (macro- en micronutriënten) nauwkeurig afgestemd. Micronutriënten Het lichaam kan goed herstellen mits het geen metabole onbalans ervaart. Vitaminen, mineralen, fytostoffen, vetzuren in aminozuren dienen als basisvoeding dan ook volledig in balans te zijn. Empirisch bewijs laat onomstotelijk zien dat het nauwkeurig volgen van het programma onderscheidend is voor herstel. Meer wetenschappelijk onderzoek op dit gebied is dringend gewenst. Een volgende uitdaging voor mij is om hierin te kunnen participeren. Begeleiding op maat Begeleiding die dicht bij de cliënt staat wordt als essentieel ervaren. Inzicht geeft motivatie Gezond eten is niet saai, maar lekker. Gezond voedsel bereiden kost niet veel tijd. Gezond eten hoeft niet duur te zijn. Gezond eten is makkelijk te leren. Hierin wordt op een praktische en cliëntgerichte wijze inzicht gegeven. Resultaatgericht Het programma is direct gericht op de behoefte van de cliënt. Niet alleen overgewicht, maar ook ondergewicht, allergieën, eczeem, hoge bloeddruk, darmstoornissen (om er een paar te noemen) hebben baat bij het programma.
33
Praktijkervaringen cliënten Een aantal mensen heb ik gevraagd hun ervaring te delen ten behoeve van deze scriptie. Er zijn meerdere duizenden ervaringen welke in verband kunnen worden gebracht met het verbeteren van het metaboolsyndroom en insulineresistentie. Casus: Leeftijd: Beroep: Klachten
Dineke Hendrikx 50 Boekhouder Obesitas/ adipositas, hypertentie, slaapstoornissen
Veel klachten en een enorme bloeddruk bracht mij op het idee om in contact te komen met het Gezondheidsprogramma Weet Hoe Je Eet. Maart 2007. Mijn bloeddruk: Gewicht Klachten:
216/116. 144 kg. oververmoeidheid en negatief zelfbeeld.
Door de huisarts medicatie voorgeschreven voor hoge bloeddruk hydrochloorthiazide: 1x per dag 1 tablet. Met bovenstaande medicatie en meer rust d.w.z. geen werkdruk buiten de deur was de bloeddruk gereduceerd tot 196/104. April 2007: Medicatie wordt bijgesteld voor bloeddruk met Enalapril 5 mg. 1 tablet per dag. Hiermee begin gemaakt maar na een week kwam ik in contact met Weet Hoe Je Eet. Enalapril gelijk gestopt. Gelijktijdig start gemaakt met Fysiofit 2 tot 3 per week. Na 14 dagen. Was mijn bloeddruk fors gedaald tot 147/76. Gewichtsafname : 4 kg. Na 21 dagen. Kreeg ik een ander gevoel, ’s morgens als ik wakker werd was ik goed uitgerust en fit om aan de dag te beginnen. 2 jaar geleden werd bij mij slaapabneu geconstateerd. Advies:’s nachts aan de zuurstof. Ik heb toen de Buteyko-therapie gevolgd met succes. ’s Nachts slapen met een plakbandje op de mond doet wonderen. Tijdens het programma werd mijn longfunctie beter..Meer zuurstof minder slijmvorming en minder allergie. Dit gevoel werd in de weken er na alleen maar versterkt. Conditioneel ging ik met sprongen vooruit en bleef afvallen gemiddeld een pond in de week. De opmerkingen van de omgeving ervaar ik als zeer positief. Het blijkt dat mijn huid erg veranderd. 21 Juni 2007: Ik ben nu 9 kg. afgevallen. Ik ga nu 2,5 week met vakantie. Mijn bloeddruk blijft dalen en is vandaag 144/76. Na de vakantie op naar de volgende 10 kg!!!!!!!!
34
Casus: Klachten:
Dhr J.P.M. Freijters overgewicht en vernauwingen kransslagader, op wachtlijst voor openhartoperatie
Vanaf 10 december 2006 stond ik op de wachtlijst voor een openhartoperatie in verband met ernstige vernauwingen van de kransslagaders. Mijn gewicht was op dat moment 74,6 kg en dat was in verhouding tot mijn lengte van 1,61 cm duidelijk te hoog. Ook had ik nogal eens last van de maag en darmen. Mijn vrouw en ik hadden al meerdere pogingen gedaan om via het tellen (en beperken) van calorieën wat van het gewicht af te krijgen, maar dat lukte niet zo erg goed. Eind maart 2007 kreeg mijn echtgenote een brochure onder ogen, getiteld : Als je “Weet hoe je eet”, hoef je nooit meer op dieet. De brochure vormde voor mijn vrouw aanleiding om contact op te nemen en daardoor groeide haar interesse uit tot een overtuiging dat het om iets zinnigs ging. Mijn vrouw wist mij te overtuigen. De zienswijze van “Weet hoe je eet” kwam op mij evenwichtig en logisch over. Zo zijn we na een plezierig bezoek aan Erna ten Brinke op 2 april met “de cursus” begonnen. Wij hebben de 6 weken van fase 1 getrouw volgens de richtlijnen gevolgd. Wij vulden dagelijks nauwkeurig de staten in en Erna gaf een prima begeleiding. Ook de tussentijdse bezoeken aan Erna waren erg fijn en nuttig. We begonnen er steeds meer plezier in te krijgen. We merkten dat de resultaten beantwoordden aan hetgeen ons in het vooruitzicht was gesteld: ons gewicht nam gestaag af, maag- en darmklachten waren verleden tijd en we voelden ons er prima bij. We leerden bewuster te eten en het begon steeds beter te smaken. We kregen ook regelmatig leuke recepten van Erna. Nee, het was geen moeilijke opgave om het vol te houden, integendeel. Na 6 weken was mijn gewicht met 8 kg afgenomen. En dat van mijn vrouw met 7 kg. De gewichtsvermindering vond heel geleidelijk plaats. Toen Erna voor de eerste keer met een speciaal apparaat het vetgehalte in mijn lichaam wilde opmeten, bleek dit nog zo hoog dat het apparaat het niet kon registreren. Een paar weken later was het zodanig gedaald dat het wel was te meten. Na succesvolle afsluiting van fase 1 had ik tot de operatie nog 3 weken gelegenheid fase 2 te volgen. Interessant om je eigen “setpoint” te vinden. Ik zou “Weet hoe je eet” een cursus in gezond eten (en bewegen) willen noemen. Een oefening in theorie en praktijk. Het is mede aan deze voortreffelijke cursus te danken dat ik in een zeer goede lichamelijke conditie de operatie heb ondergaan. Daardoor trad er na de geslaagde operatie ook een voorspoedig en snel herstel op. Wij hebben het vaste voornemen om het inzicht dat de cursus ons heeft gegeven in een gezonde, evenwichtige voeding vast te houden en te blijven praktiseren. We zijn er zeker van dat we daardoor onze gezondheid bevorderen. Voor mij persoonlijk bestaat hiertoe extra aanleiding om zo nog vele jaren te kunnen profiteren van goed functionerende bypasses.
35
Casus: Leeftijd: Klachten: Medicatie:
Hanny Wentink 59 jaar obesitas, hypertentie, dislipidemie selokeen, lipidor 40
“Al een tijdje was ik op zoek naar een goede manier om af te vallen”, vertelt Hanny Wentink. “Ik zat niet lekker in mijn vel en voor mijn gezondheid was het ook beter om wat kilo’s kwijt te raken. Hoewel ik gezond at en niet snoepte, slaagde ik er maar niet in gewicht te verliezen en de diëten die ik volgde hielpen niets. Van een vriendin hoorde ik over het programma “Weet hoe je eet”. Ze bood aan om een afspraak voor mij te maken met mevrouw Gretha Galama. “Dat was eind oktober 2005. Gretha legde het programma uit en ik besloot het te proberen en me er strikt aan te houden, ook al was ik aanvankelijk vrij sceptisch. De eerste weken waren pittig, maar al gauw wende ik aan een nieuw voedingspatroon. Ik werd me veel bewuster van wat ik at en er werd als het ware een “grote opruiming gehouden”. En ik begon gewicht te verliezen! Dat was voor mij een heel grote stimulans! Naast mijn nieuwe eetpatroon ging ik ook meer bewegen en daar had ik nu ook veel meer energie en puf voor! Na zes maanden bereikte ik mijn streefgewicht, ik was toen 28 kilo afgevallen. Bijna vanzelf viel ik nog eens vijf kilo af , doordat mijn lichaam weer goed in balans kwam en toen stabiliseerde ik op mijn gezonde gewicht . Ik ben nu niet meer bezig met afvallen maar met het “onderhouden” van mijn huidige gewicht - 65 kilo ! –met een lengte van 168 cm- en ik weet nu hoe ik eet! Ik ontvang regelmatig complimenten van mensen die zich verbazen over mijn gewichtsafname en mijn gezonde uitstraling. Het programma is een soort tweede natuur geworden en ik voel me nu energiek en fit. Bovendien is mijn zeer hoge bloeddruk weer normaal, mijn cholesterolspiegel aanzienlijk verlaagd en ik heb geen suiker meer in mijn bloed en om deze klachten ging het mij in eerste instantie. Tijdens het programma had ik nooit honger en at ik lekker, maar ik heb geleerd op bepaalde dingen te letten. Het is de eerste weken even wennen, maar ben je gemotiveerd, dan kan je gegarandeerd naar een blijvend resultaat en gezonder leven uitzien!”
Cholesterol Glucose Bloeddruk Gewicht
Voor starten WHJE 7 7 160/95 98
2006 4,2 5,3 140/88 70
Nu (2007) 4,7 5,5 120/80 65
36
Casus: Alda Dekker-ten Kate Leeftijd: 44 jaar Beroep: Horeca ondernemer Klachten: Obesitas /Diverse andere klachten 09-07-2007 In februari 2002 hebben wij onze bistro/restaurant moeten verkopen om gezondheidsredenen. Mijn lichaam wilde niet meer, ik was doodmoe, had ernstige rugklachten, overgewicht, pijnen in mijn hele lichaam en een waslijst vol met klachten. 40 Jaar jong, maar ik voelde mij 80 jaar oud. Na de verkoop merkte ik dat rust alleen in mijn geval niet voldoende was. Hoe goed ik nu ook voor mij zelf probeerde te zorgen, het zette nog weinig zoden aan de dijk. Na 25 jaar lang op dieet geweest te zijn kon ik proberen wat ik wilde maar het afvallen wou niet lukken. Ik was een expert! Noem een methode en ik heb het geprobeerd! Maar altijd met een tijdelijk resultaat en uiteindelijke altijd alle kilogrammen met rente er weer bij! In dezelfde tijd schreef mijn zus Coby haar voedingsprogramma. Na jarenlange ervaring in begeleiding van mensen met gezondheidsklachten en advisering met voedingssupplementen was zij tot de volgende conclusie gekomen: Je kunt een “ziek” lichaam goede voedingssupplementen geven maar soms is het net of het niet overkomt, dus eerst het lichaam weer in balans brengen. Ik was erg sceptisch! Weet hoe je eet het volgende dieet? Immers diëten werkt niet! Uiteindelijk ben ik toch gestart met het programma (zomer 2003) en langzamerhand kroop ik er weer boven op! Binnen een jaar was ik 34 kg lichter. Ik sportte weer volop en voelde mij geweldig, top fit. Ondertussen zijn we 4 jaar verder en ik heb deze mooie resultaten zonder veel moeite kunnen vasthouden. Het programma is voor mij het mooiste cadeau wat ik ooit van mijn zus heb gekregen: namelijk mijn gezondheid terug!
37
casus: Leeftijd: Klachten: Medicatie:
Wim Schuringa 71 Overgewicht, Diabetes II, Tolbutamide, aproval
Eind 2005 lazen we over het programma Weet Hoe Je Eet. In die tijd had ik een probleem met overgewicht. Echter niet zozeer het gewicht doch het feit dat ik mijn Diabetes II niet meer onder controle had baarde mij zorgen. Ik nam al geruime tijd dagelijks 500 mg Tolbutamide in om mijn glucose waarden tussen de 4 en 8 mmol/l te houden. Volgens de bijgevoegde grafiek was dit echter al opgelopen tot 12 à 13 mmol/l en met de medicatie tot 1500 – 2000 mg Tolbutamide. Wel had ik in het verleden, met diëten, geleerd dat er een direct verband bestaat tussen het gewicht en de glucosewaarde. Dus, was het duidelijk, om de glucosewaarde weer onder controle te krijgen, moest ik wat aan mijn gewicht doen. Dat moest rap naar beneden en mijn doelstelling was om van 80 Kg naar 71 Kg te gaan en daarmee een BMI van 25 te bereiken. Op 20 februari 2006 ben ik begonnen. Direct na de eerste 3 opruimdagen bleek de glucosewaarde al in het veilige gebied te zijn en in de volgende weken kon de medicatie worden afgebouwd via de 500 mg naar……0 mg per dag. Ook de Aproval is afgebouwd naar 0. Op voorstel van de huisarts ben ik later toch weer begonnen met 25 mg Atenolol per dag. Er wordt vaak gezegd dat het tijdens de vakantie erg moeilijk is om een dieet te volgen. Het is echter wel mogelijk. Wij zijn vanaf maart tot juli 2006 in Frankrijk met vakantie geweest en mijn gewicht is in die periode naar de gewenste waarde gezakt. We hadden geen weegschaal bij ons vandaar de rechte gewichtslijn.
38
Grafiek Dhr. W. Schuringa
39
Casus: Leeftijd: Klachten: Behandeling:
Monique van Viegen 43 Obesitas, vetschort, depressies, artritis, eczeem Maagband
Ik heb in mijn leven echt alles geprobeerd om een gezond gewicht te bereiken, je kunt het niet verzinnen of ik heb het gedaan. Tot en met een maagband aan toe. Met alle gevolgen van dien, ik was ruim 25 kilo maar ik had nog steeds 50 kilo overgewicht, het vel hing los aan mijn lijf (vetschort), daarnaast had ik last van depressies, reumatische artritis en eczeem. Belabberd, ik kwam geen steek verder. Logisch dat ik sceptisch was toen ik met Weet Hoe Je Eet in aanraking kwam. Maar na 6 weken en 12 kilo lichter begon het enthousiasme te groeien. Die 50 kilo was ik redelijk snel kwijt. Ik ben nu meer dan twee jaar op mijn gezonde gewicht. Ook het vetschort verdween volledig. Mijn lichaam heeft haar originele vormen terug gekregen en ik voel me een herboren mens. Ik heb geleerd te luisteren naar mijn lichaam en geniet van het lekkere eten!
40
Casus: Anoniem Ziektebeeld: Polycysteus Ocarium Syndroom (PCO syndroom) Bij deze mijn ervaringen met Weet Hoe Je Eet. Op 30 april 2006 ben ik begonnen met het programma. In de maanden die volgden merkte ik stap voor stap verbeteringen, met name wat betreft het verliezen van kilo's. In december 2006 woog ik uiteindelijk 68 kilo, terwijl ik toen ik begon 32 kilo zwaarder was. Voor mij ongelooflijk, omdat ik al heel veel lijnpogingen had gedaan, maar allemaal zonder effect vanwege mijn hormonale situatie. Toen ik 17 was (ik ben nu 27) is bij mij namelijk het Polycysteus Ovarium (PCO) Syndroom vastgesteld, waardoor afvallen heel erg moeilijk is en tot die tijd nooit gelukt was. Met WHJE is dit wel gelukt. Een ander gevolg van het PCO-syndroom was het uitblijven van mijn menstruatie gedurende ongeveer 12 jaar. Na 2 maanden WHJE en het nodige gewichtsverlies is mijn menstruatie weer op gang gekomen en sindsdien geen enkele maand meer weggebleven. Daarnaast kan ik merken dat sinds ik begonnen ben met WHJE de pijn in mijn gewrichten (artritis) afgenomen is. Mijn (bij)nieren werkten ook niet altijd optimaal, ik hield veel afvalstoffen en vocht vast. Dit is allemaal 'losgekomen' en afgevoerd door het volgen van het programma. Ik voel mij dan ook een stuk vitaler en heb meer energie. Voor het chronisch vermoeidheidssyndroom (CVS) waar ik sinds mijn 15e jaar mee te kampen had heeft WHJE ook veel goeds gedaan. Jullie zullen begrijpen dat het volgen van het WHJE-programma mij ontzettend goed heeft gedaan en dat ik er nog iedere dag blij mee ben!
41
Samenvatting Belangrijke risicofactoren voor insulineverhoging: • teveel verzadigde, trans en omega 6 vetzuren in de voeding • te weinig omega 3 vetzuren in de voeding • te weinig lichaambeweging • (abdominaal) overgewicht • roken • te weinig groente, fruit en rauwkost in de voeding • stress Potentiële consequenties van verhoogde insulinewaarden: • ↑obesitas/adipositas • ↑ LDL cholesterol • ↓ HDL cholesterol • ↑ risico op borst-, colon-, uterus-, lever- en prostaatkanker • ↑ risico diabetes Mellitus • ↑ te hoge homocysteinewaarden • ↑bloeddruk • ↑hart- en vaatziekten Leefstijlveranderingen bij metaboolsyndroom en insulineresistentie: • voorkom overgewicht • stop met roken • beweeg dagelijks en verantwoord • voorkom chronische stress Voedingsaanpak in deze m.b.t. macronutriënten: • dagelijks groente, rauwkost en fruit zo kleurrijk mogelijk • eet zoveel mogelijk vers en onbewerkt • eet meer eiwitten in goede balans • eet minder koolhydraten en vermijd zoveel mogelijk enkelvoudige koolhydraten • wees matig met genotsmiddelen Voedingsaanpak in deze m.b.t. micronutriënten: • adequate balans in vitaminen en mineralen • adequate balans in aminozuren • adequate balans in omega 3 vetzuren • adequate balans in fytostoffen
42
Conclusie Een structurele aanpak van het metaboolsyndroom en insulineresistentie dient te beginnen bij de patiënt/cliënt. Alle behandelaars op gebied van gezondheid, dienen verder te kijken dan eigen professie als het om deze problematiek gaat. Verbreding van aanpak in de behandeling hierin is nodig.
43
Literatuurlijst Internetsites: www.nutrilite.com www. WHO.com www. Rivm.nl www.weethoejeeet.nl
Literatuur: Burmester, G.R en Pezzuto, Antonio, Atlas van de immunologie. Baarn, 2005 Kelly, G.S., Insulin Resistance: Lifestyle en Nutr. Interventions. Greenwich 2000 Koolman, J. en Röhm, K.H., Atlas van de biochemie. Baarn, 2004 Nieuwenhuis, R.A., Handboek vitamines & zelfzorg, Rijswijk, 1997 Nieuwenhuis, R.A., Vrije radicalen & anti-oxidanten. Den Haag, 2005 Price, W.A. , Nutrition and physical degeneration. La Mesa, Amerika, 2003 Simopoulos, A.P. en Robinson, J., Het omega plan, Baarn, 1999 Waldorp, J.G., Het Alfa Dieet, Houten, 2006 Willet, W.C., Eet, drink en blijf slank & gezond. Utrecht, 2003 Williams, X., Leverontgifting. Aartselaar, België Andere bronnen: Afscheidsrede Prof. Dr. A.E. Meinders, Hoogl. Intern.geneesk. Leiden, 3 dec. 2004 Alternative Medicine Review, Volume 5, Number 2, 2000 Kelly, G.S., Insulin Resistance: Lifestyle en Nutr. Interventions. Greenwich 2000 Syllabus SOE opleiding Orthomoleculaire geneeskunde HBO 2007 Tijdschrift voor orthomoleculaire geneeskunde, 22e jaargang nr. 3. Juni 2007
44