Kern Dussen
bestemmingsplan Kern Dussen
bestemmingsplan “Kern Dussen”
vastgesteld: 25 juni 2013
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
bestemmingsplan Kern Dussen
Inhoudsopgave
Toelichting
5
Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Algemeen 1.2 Ligging en begrenzing plangebied 1.3 Vigerend bestemmingsplannen 1.4 Opzet van de toelichting
5 5 5 6 6
Hoofdstuk 2 Beschrijving bestaande situatie 2.1 Inleiding 2.2 Historische ontwikkeling 2.3 Beschrijving planlocatie
7 7 7 8
Hoofdstuk 3 Beleidskader 3.1 Rijksbeleid 3.2 Provinciaal beleid 3.3 Regionaal beleid 3.4 Gemeentelijk beleid
14 14 14 16 18
Hoofdstuk 4 Randvoorwaarden 4.1 Algemeen 4.2 Geluid 4.3 Luchtkwaliteit 4.4 Externe veiligheid 4.5 Bodem 4.6 Water 4.7 Flora en fauna 4.8 Archeologie 4.9 Cultuurhistorie 4.10 Verkeer 4.11 Bedrijven en milieuzonering 4.12 Kabels en leidingen
25 25 25 26 26 28 29 29 30 33 35 35 36
Hoofdstuk 5 Juridische aspecten 5.1 Algemeen 5.2 Planregels 5.3 Bestemmingen
37 37 37 37
Hoofdstuk 6
44
Economische uitvoerbaarheid
Hoofdstuk 7 Overleg 7.1 Overleg met overlegpartners 7.2 Overleg met omwonenden en andere belangstellenden
45 45 45
Bijlagen Bijlage 1 Bijlage 2
47 48 57
Nota inspraak en wettelijk vooroverleg Nota zienswijzen en ambtelijke wijzigingen
Regels
63
Hoofdstuk 1 Artikel 1 Artikel 2
Inleidende regels Begrippen Wijze van meten
64 64 75
Hoofdstuk 2
Bestemmingsregels
77
2
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
bestemmingsplan Kern Dussen Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel Artikel
3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24
Agrarisch Agrarisch met waarden Bedrijf Bedrijventerrein Bos Detailhandel Dienstverlening Groen Horeca Maatschappelijk Maatschappelijk - Kasteel Maatschappelijk - Zorginstelling Natuur Recreatie Tuin Verkeer Water Wonen Leiding - Riool Waarde - Archeologie 1 Waarde - Archeologie 2 Waarde - Cultuurhistorie
77 83 89 94 97 99 102 106 107 110 114 116 118 120 121 122 123 125 130 132 136 140
Hoofdstuk 3 Artikel 25 Artikel 26 Artikel 27 Artikel 28 Artikel 29 Artikel 30 Artikel 31 Artikel 32
Algemene regels Anti-dubbeltelregel Algemene bouwregels Algemene gebruiksregels Algemene aanduidingsregels Algemene afwijkingsregels Algemene wijzigingsregels Algemene procedureregels Overige regels
142 142 143 144 145 147 149 150 151
Hoofdstuk 4 Artikel 33 Artikel 34
Overgangs- en slotregels Overgangsrecht Slotregel
152 152 153
Bijlagen Bijlage 1
Staat van bedrijfsactiviteiten
155 156
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
3
bestemmingsplan Kern Dussen
4
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
bestemmingsplan Kern Dussen
Toelichting
Hoofdstuk 1 1.1
Inleiding
Algemeen
De gemeente Werkendam is een traject gestart waarin verschillende bestemmingsplannen die voor een groot deel ouder zijn dan 10 jaar te herzien. Onderhavige actualisatie heeft betrekking op de kern van Dussen. Voor de kern van Dussen gelden nu verschillende bestemmingsplannen met een verscheidenheid aan regels. Zo worden in bepaalde bestemmingsplannen mogelijkheden geboden die in andere bestemmingsplannen niet zitten. Daarnaast zijn de bestemmingsplannen niet altijd meer in overeenstemming met de werkelijkheid. Tevens zijn de inzichten die een rol spelen bij het opstellen van bestemmingsplannen in de loop der tijd gewijzigd. Het voorliggende bestemmingsplan biedt een actuele en eenduidige juridische regeling voor het toegestane gebruik en de toegestane bouwwerken binnen het plangebied. Het bestemmingsplan heeft een overwegend conserverend karakter. Dat houdt in dat er geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt.
1.2
Ligging en begrenzing plangebied
Het plangebied ligt binnen de gemeente Werkendam en wordt gevormd door de bebouwde kom van Dussen. Dussen ligt ten noorden van de Bergsche Maas en de provinciale weg (N283) in het Land van Heusden en Altena. Op onderstaande afbeelding is de ligging van Dussen weergegeven.
Afbeelding 1: ligging Dussen
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
5
bestemmingsplan Kern Dussen
1.3
Vigerend bestemmingsplannen
Het onderhavige bestemmingsplan zorgt voor een integrale herziening van onderstaande bestemmingsplannen. In onderstaande tabel is aangegeven wanneer de bestemmingsplannen zijn vastgesteld door de gemeenteraad en - indien van toepassing - zijn goedgekeurd door gedeputeerde staten van de provincie Noord-Brabant.
Bestemmingsplan
Raad
Goedkeuring GS (plannen vóór 1-7-2008)
Kern Dussen
29 januari 2002
17 september 2002
Bedrijventerrein Loswal
29 april 1994
27 september 1994
Dorpsstraat 19
29 juni 2010
Groene Ruige Ruimte Dussen
28 september 2010
Woonwagenterrein Oude 11 maart 1981 Zeedijk
20 april 1982
Reparatieherziening Kern Dussen, perceel Hoek 39
3 maart 2004
16 december 2003
Uitbreiding begraafplaats 20 december 2011 Dussen Munsterkerk
25 oktober 2011
Tabel geldende bestemmingsplannen
1.4
Opzet van de toelichting
Het bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding, regels en een toelichting. Alleen de regels en de verbeelding zijn juridisch bindend. De toelichting geeft onderbouwing en uitleg. Het volgende hoofdstuk omvat de beschrijving van de huidige situatie, waarna hoofdstuk 3 een korte omschrijving geeft van het geldende beleid van de diverse betrokken overheden en de conclusies van en toetsing aan dit beleid. In hoofdstuk 4 worden de milieuhygiënische aspecten uiteengezet. Hoofdstuk 5 beschrijft het plangebied en in hoofdstuk 6 wordt de juridische opzet van het plan toegelicht. Een bestemmingsplan dient ook financieel uitvoerbaar te zijn. Dat komt in hoofdstuk 7 aan de orde. Tenslotte staat in hoofdstuk 8 de maatschappelijke haalbaarheid beschreven.
6
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
bestemmingsplan Kern Dussen
Hoofdstuk 2 2.1
Beschrijving bestaande situatie
Inleiding
In dit hoofdstuk staat de huidige ruimtelijke en functionele situatie van het plangebied beschreven en hoe deze verankerd is in het bestemmingplan. Ingegaan wordt onder andere op de historische ontwikkeling, landschappelijke en stedenbouwkundige aspecten, de verkeersstructuur, de cultuurhistorische waarden en de functionele opzet.
2.2
Historische ontwikkeling
De oorsprong van Dussen ligt in een vermoedelijk 10e-eeuwse veenontginning van de graven van Holland langs het riviertje de Dusse. De naam Dussen, voor het eerst vermeld in 1156, gold aanvankelijk voor de wijdere omgeving van twee kleinere woonoorden: Munsterkerk en Muilkerk. Muilkerk wordt voor het eerst vermeld in 1276. Munsterkerk is als gezamenlijke ontginning met Heeraartswaarde mogelijk nog ouder, aangezien Heeraartswaarde al in 1217 vermeld wordt (Herradeskerk). Archeologische vindplaatsen in de omgeving dateren vanaf de 11/12e eeuw. Omstreeks 1330 wordt ten zuiden van de Dusse een kasteel gebouwd. Dat dit riviertje tegenwoordig ten zuiden van kasteel Dussen loopt heeft te maken met de verlegging ervan ten gevolge van de St.Elizabethsvloeden. De vloeden vegen Heeraartswaarde en grotendeels ook Munsterkerk van de kaart. Na de aanleg van de Kornse Dijk, begon de bewoning zich ook hierlangs te concentreren. Vanaf de 16e eeuw worden Muilkerk en Munsterkerk, onder de gezamenlijke naam Dussen, in kerkelijk en financieel opzicht als eenheid gezien. Door dorpsuitbreidingen in de 20e eeuw zijn het Middeleeuwse aan de Dusse georiënteerde bewoningslint, en de latere dijknederzetting aan elkaar gegroeid. De vroegste ontwikkeling van Dussen is ontstaan langs de stroomrug van een oude veenstroom. Vanaf de 18e eeuw ontwikkelde Dussen zich langs de dijken, waarbij de Kornse Dijk een belangrijke rol speelde. Langs het tracé van de oude stroomrug liggen de boerderijen van oudsher in oost-west richting, langs de Kornse Dijk liggen ze in noord-zuid richting. De binnendijk maakt ter hoogte van de kern Dussen een slingerende beweging in oost-westelijke richting. De bebouwing aan deze dijk heeft veel te lijden gehad tijdens de Tweede Wereldoorlog, onder andere de bestuursgebouwen en de kern ten zuiden van de huidige kern zijn verwoest. Aan de zuidzijde van de Provinciale Weg is er niets meer terug te vinden van de vroegere centrumfunctie; de Dorpsstraat aan de noordzijde is nog wel onderdeel van het oude centrum.
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
7
bestemmingsplan Kern Dussen
Afbeelding 2: historische ligging van Dussen
2.3
Beschrijving planlocatie
2.3.1
Wonen
De kern van Dussen heeft vooral in de oude delen van de kern - langs de oude linten - een diverse functionele opbouw. Op enkele percelen langs de Binnen, de Muilkerk en de Hoek, die voor wonen bestemd zijn, liggen kleine oude boomgaarden. Deze boomgaarden kenmerken het oude lint. In Dussen zijn in de verschillende woonbuurten woningen uit verschillende bouwperioden naast elkaar gebouwd. Dit geldt niet voor de buurt ten zuidoosten van de dorpskern. Deze buurt is begin jaren '90 gebouwd en is monofunctioneel van opbouw. In het Wilhelminaplantsoen, nabij het Vrijheidsplein en de rooms-katholieke kerk, is een complex seniorenwoningen gebouwd. Het gebouw ligt in een groene omgeving en zeer nabij de voorzieningen van het dorp. Onder deze voorzieningen hoort tevens het steunpunt De Molewiek, waarin de kruisvereniging is ondergebracht. Het is de bedoeling om in het centrum een Multi Functionele Accomodatie (MFA) te ontwikkelen. Deze ontwikkeling wordt niet meegenomen in onderhavig bestemmingsplan. Er wordt een apart bestemmingsplan opgesteld met een bijbehorende bestemmingsplanprocedure. Aan de Oude Zeedijk ligt een woonwagenpark. Op het terrein zijn maximaal 5 standplaatsen toegestaan. Voor het terrein is de bestemming 'Wonen - Woonwagens' opgenomen.
8
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
bestemmingsplan Kern Dussen
Afbeelding 3: impressie Wilhelminaplantsoen
2.3.2
Bedrijvigheid
Het centrum van Dussen wordt gevormd door de Dorpsstraat en de straten rondom de kerk, zoals het Vrijheidsplein en het zuidelijk deel van de Molenkade. In dit centrum zijn vooral aan de Dorpsstraat verschillende bedrijven gesitueerd, waaronder detailhandel. Buiten het centrum zijn ook een aantal bedrijven gevestigd, met name langs de oude linten. Aan de zuidelijke kant van Dussen ligt het kleinschalig bedrijventerrein 'Loswal' aan De Sluis. Op het terrein zijn tevens een aantal bedrijfswoningen gesitueerd. Nieuwe bedrijfswoningen zijn niet meer toegestaan. De bestaande bedrijfswoningen zijn als zodanig aangeduid. In de linten van de Binnen, de Muilkerk en Dussendijk zijn nog duidelijke sporen te vinden van de voormalige agrarische functie van de kern van Dussen en haar buitengebied. De nadruk ligt hier op de bedrijfstypen landbouw en veehouderij. Aan Hoek 39 is een hondenpension gevestigd. In het plangebied zijn tevens een aantal horecabedrijven aanwezig: Hotel-Restaurant De Koppelpaarden aan de Oude Kerkstraat 1, Café De Bocht aan de Dorpsstraat 42 en eetcafé 't Pleintje aan het Vrijheidsplein 6.
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
9
bestemmingsplan Kern Dussen
Afbeelding 4: impressie bedrijventerrein 'Loswal'
2.3.3
Recreatie
In het plangebied zijn een tweetal recreatieve terreinen aanwezig: een voetbalveld ten behoeve van voetbalvereniging 'Dussense Boys' en sporthal 'De Fuik' aan de Van der Dussenlaan 30. Het sportveldencomplex begrenst het plangebied aan de oostzijde en ligt aan de Binnen/Groot Zuideveld, tegenover het kasteel van Dussen. Naast de voetbalvelden voor de Dussense Boys biedt het complex ook plaats voor een tennispark (Groot Zuideveld) en kaatsvereniging HDKC. Verder is als recreatieve functie een volkstuinencomplex aanwezig op de hoek aan de Dorpsstraat en Middeltje.
10
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
bestemmingsplan Kern Dussen
Afbeelding 5: impressie volkstuinencomplex
2.3.4
Groen
Het karakteristieke beeld van Dussen wordt bepaald door de oude bebouwingslinten en de groene elemenenten die daarbij horen. Dussen kan gekenschetst worden als een groen dorp met afwisselende groenpartijen. De overgang van platteland naar het dorp is zacht te noemen en gaat middels bosjes, groenstroken en struikgewas in elkaar over. De kwaliteiten voor natuur in Dussen zijn gelegen in de doorgaande boom- en bermstructuren langs de Dussen, Rijksweg en de omringende dijken. De structuren stoppen niet bij de komgrens, maar lopen door in het buitengebied. Dussen heeft waardevolle, te behouden boskernen.
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
11
bestemmingsplan Kern Dussen
Afbeelding 6: impressie Hoek richting buitengebied
De kronkelende Dussen met in de bermen de bomenrijen en het bos en de tuin van het kasteel dragen daar sterk aan bij. Dat geldt ook voor de bomen in en aan de zuidkant van het dorp en de betrekkelijk grote parkachtige groenstroken (langs de Van der Dussenlaan, de Molenkade en de Heren van Brechtlaan en ten zuiden van de wijk Groot Zuideveld). De bosschages rond het sportveldencomplex vormen eveneens een opvallend groenelement. Ten westen van de kern van Dussen ligt een bosje nabij de Zandweide. In het bosje liggen een aantal wandelpaden. Het bosgebiedje bestaat uit een loofhoutbosje met boomsoorten als wilg en populier. Het bosje is omsloten door een sloot. In het bosje is een informele, avontuurlijke ruige ruimte gerealiseerd. Een Groene Ruige Ruimte is een met spelaanleidingen ingerichte speelplek waar kinderen ongestoord kunnen ravotten.
2.3.5
Verkeer
Een belangrijke ontsluitingsroute voor Dussen vormt de Provinciale Weg, die echter niet in het plangebied is opgenomen. Deze weg vormt een verbinding naar Hank en de Rijksweg A27 in het westen en naar Meeuwen, Eethen, Genderen en Wijk en Aalburg in het oosten. Daarnaast zijn de wegen langs de Dussen, de Muilkerk en de Binnen, en de Dorpsstraat van belang voor de ontsluiting van het dorp. Met name de Dorpsstraat heeft een historisch karakter; deze straat is het oude lint, waarlangs het dorp is gebouwd. De Molenkade vormt binnen het dorp de verbinding tussen de Muilkerk en de Binnen in het noorden en de Provinciale Weg aan de zuidzijde van het dorp.
12
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
bestemmingsplan Kern Dussen
2.3.6
Maatschappelijke voorzieningen
De maatschappelijke voorzieningen liggen verspreid door het dorp. Dussen kent drie kerken en drie basisscholen. Het dorpshart van Dussen is gevormd door een menging van functies rondom de rooms-katholieke kerk. Een belangrijk element in het dorp is het kasteel in Dussen. Verdere maatschappelijke voorzieningen zijn: begraafplaats (Binnen) kasteel (Binnen 1) openbare basisschool 'De Regenboog' (Groot Zuideveld 23) basisschool 'De Sprankel' (Muilkerk 22) basisschool 'De Peppel' (Van der Dussenlaan 28) Gereformeerde kerk 'De Hoeksteen' (Van der Dussenlaan 37) Rooms-Katholieke kerk (Vrijheidsplein 1) bibliotheek Dussen (Wilhelminastraat 3a) Dorpshuis 't Middelpunt (Wilhelminastraat 3a) Hervormde kerk Dussen (Zuideveldlaan 10) Brandweerkazerne (Zuideveldlaan 42)
Afbeelding 7: Kasteel Dussen
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
13
bestemmingsplan Kern Dussen
Hoofdstuk 3
Beleidskader
3.1
Rijksbeleid
3.1.1
Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR)
In de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) staan de plannen voor ruimte en mobiliteit. Deze visie vervangt een aantal nationale nota's, waaronder de Nota Ruimte. In het SVIR schetst het kabinet hoe Nederland er in 2040 uit moet zien: concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig. Het ruimtelijk beleid en mobiliteitsbeleid wordt meer aan provincies en gemeenten overgelaten. Hieronder valt bijvoorbeeld het landschapsbeleid, verstedelijking en het behoud van groene ruimte. De rijksoverheid richt zich op nationale belangen, zoals een goed vestigingsklimaat, een degelijk wegennet en waterveiligheid. Het kabinet heeft 3 rijksdoelen geformuleerd: de concurrentiekracht vergroten door de ruimtelijk-economische structuur van Nederland te versterken (door het creëren van een aantrekkelijk (internationaal) vestigingsklimaat; de bereikbaarheid verbeteren; zorgen voor een leefbare en veilige omgeving met unieke natuurlijke en cultuurhistorische waarden. Het Rijk blijft ook verantwoordelijk voor het systeem van de ruimtelijke ordening, zoals wetgeving. Voor het overige wordt zoveel mogelijk de bevoegdheid neergelegd bij andere overheden, zoals provincies en gemeenten. Onderhavig bestemmingsplan valt conform de uitgangspunten van de SVIR onder de bevoegdheid en belangen van de gemeente en is geen rijksbelang.
3.2
Provinciaal beleid
3.2.1
Structuurvisie ruimtelijke ordening
3.2.1.1 Algemeen De Structuurvisie ruimtelijke ordening is op 1 oktober 2010 vastgesteld en geeft de hooflijnen weer van het ruimtelijke beleid van de provincie Noord-Brabant tot en met 2025. Het beleid is gestoeld op een evenwicht van het milieu (planet), de mens (people) en de markt (profit) in ruimtelijke kwaliteit. Van belang is om bestaande kwalititeiten te benutten en als uitgangspunt te nemen bij ontwikkelingen. De provincie Noord-Brabant heeft de ambitie om een goede mix van wonen, werken en voorzieningen te creëren. De leefbaarheid in woonmilieus moet van voldoende kwaliteit zijn. Dynamische stadscentra, vitale plattelandskernen, eigen identiteit en regionale afstemming zijn enkele uitgangspunten. Daarnaast dienen er voldoende veilige en goed bereikbare werkplekken te zijn voor de bevolking. Steden moet aantrekkelijk blijven voor diverse bevolkingsgroepen en dienen garant te staan voor het aanbieden van (bovenlokale) voorzieningen.
3.2.1.2 Dussen Dussen is op de structurenkaart van de structuurvisie gedeeltelijk aangeduid als 'Gemengd landelijk gebied' en als 'Kernen in landelijk gebied'. Binnen de als 'Gemengd landelijk gebied' aangewezen gronden is het beleid gericht op multifunctioneel gebruik. Hier kunnen functies zich in evenwicht ontwikkelen met elkaar en omgeving. Bestaande ontwikkelingsmogelijkheden van in het gebied voorkomende functies worden gerespecteerd. Ontwikkelingen houden rekening met hun omgeving en dragen bij aan een versterking van de gebiedskwaliteiten. Dit geldt in het bijzonder voor ontwikkelingen binnen een nationaal, provinciaal of cultuurhistorisch waardevol landschap. In de kernen in het landelijk gebied met de bijbehorende zoekgebieden voor verstedelijking wordt de 14
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
bestemmingsplan Kern Dussen lokale behoefte voor verstedelijking opgevangen (wonen, werken en voorzieningen). De kleinere kernen maken meer deel uit van het omliggende landschap en hebben nog een natuurlijke overgang richting het landschap. Voor de kernen die meer geleidelijk zijn gegroeid en hun dorpse karakter nog hebben behouden, zoals Dussen, vraagt de provincie aandacht voor een goede ruimtelijke inpassing van nieuwe werklocaties in het dorp en het omliggende landschap. De provincie vraagt verder om in regionaal verband afspraken te maken over de verdeling van het programma voor wonen en werken. Onderhavig bestemmingsplan heeft een in hoofdzaak conserverend karakter en maakt geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk. Het plan is dan ook niet strijdig met de uitgangspunten die in de provinciale structuurvisie zijn opgenomen.
3.2.2
Verordening ruimte 2011 Noord-Brabant
In de Verordening ruimte staan regels waarmee een gemeente rekening moet houden bij het ontwikkelen van bestemmingsplannen. De onderwerpen die in de verordening staan, komen uit de provinciale structuurvisie. Belangrijke onderwerpen in de Verordening ruimte zijn: ruimtelijke kwaliteit; stedelijke ontwikkelingen; natuurgebieden en andere gebieden met waarden; agrarische ontwikkelingen, waaronder intensieve veehouderij; overige ontwikkelingen in het landelijk gebied. Een gedeelte van het plangebied van de kern van Dussen wordt in de Verordening aangeduid als 'bestaand stedelijk gebied: kernen in landelijk gebied'. Binnen een dergelijk gebied is de gemeente in het algemeen vrij om te voorzien in stedelijke ontwikkeling. Wel bevat de Verordening ruimte specifieke regels voor nieuwbouw van woningen (artikel 3.5) en aan te leggen of uit te breiden bedrijventerreinen en kantorenlocaties (artikel 3.6), regels voor bestaande bedrijventerreinen en kantorenlocaties (artikel 3.7) en regels voor bestaande en nieuw te vestigen bedrijven in kernen in landelijk gebied. De provincie vraagt gemeenten hierbij om bij ruimtelijke afwegingen het principe van zorgvuldig ruimtegebruik toe te passen. Dat betekent dat eerst gekeken moet worden naar mogelijkheden voor intensivering of hergebruik op of binnen bestaand bebouwd gebied. Nieuw ruimtebeslag moet zoveel mogelijk voorkomen worden. Dat betekent dat nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen, zoals het leggen van nieuwe bestemmingen met bouwmogelijkheden (nieuwvestiging) niet gewenst zijn. Het bestemmingsplan Kern Dussen maakt geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk en is vanwege het conserverende karakter niet in strijd met de regels van de Verordening. Het andere gedeelte van het plangebied wordt aangeduid als 'Zoekgebied voor stedelijke ontwikkeling: kernen in landelijk gebied'. Deze gebieden zijn in de Verordening aangewezen voor verantwoorde uitbreidingsmogelijkheden (zoekgebieden voor verstedelijking). Zoals hierboven is vermeld maakt onderhavig bestemmingsplan geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk. Het resterende gebied wordt aangeduid als 'Agrarisch gebied'. De resterende landbouwbedrijven die in of nabij de kern van Dussen voorkomen liggen in dit gebied. Aangezien deze bedrijven nabij woonbebouwing zijn gesitueerd zijn uitbreidingsmogelijkheiden van deze bedrijven in beginsel niet mogelijk. Bebouwing is beperkt tot het bestaande bouwblok.
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
15
bestemmingsplan Kern Dussen
3.3
Regionaal beleid
3.3.1
Structuurvisie Plus 'Land van Heusden en Altena'
De Structuurvisie Plus 'Land van Heusden en Altena' is een gezamenlijke structuurvisie van de gemeenten Aalburg, Werkendam, Woudrichem en het Hoogheemraadschap Alm en Biesbosch. Het document is op 27 oktober 2004 vastgesteld door de gemeenteraad van Werkendam. Met het plan wordt beoogd om een aantal knelpunten gezamenlijk op te lossen. Oplossingen worden gezocht voor de allocatie van bedrijven, het waterbeheer binnendijks, de ruimtevraag voor de waterafvoer in de benedenrivieren, de hinder voor bewoners van de verkeerssituatie langs de A27 en de bouw van voldoende en goede woningen. Met de samenwerking worden drie doeleinden nagestreefd: aandacht voor ruimtelijke kwaliteit en duurzaamheid; vernieuwing en afstemming van het ruimtelijk beleid van de gemeenten, het waterschap en de provincie; het verkrijgen van een breed draagvlak door een breed, open en interactief planproces. Een belangrijk vraagstuk dat in de Structuurvisie Plus aan bod komt, heeft betrekking op woonwensen en leefbaarheid. Het streven is dat bewoners uit de afzonderlijke kernen hun woonwensen kunnen realiseren en dat de beschikbaarheid van voorzieningen daarop wordt afgestemd. Onderdeel van de Structuurvisie Plus is de plankaart. Op deze kaart zijn onder meer de hoofdlijnen voor de ontwikkeling van de kernen aangegeven. Door middel van contouren is per kern de afweegbare ruimte voor nieuwe stedelijke functies gedefinieerd. Dussen is aangeduid als een B-kern. B-kernen kenmerken zich door een bescheiden voorzieningenpakket, vooral op maatschappelijk vlak: zorg, school, sport en dorpshuis.
16
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
bestemmingsplan Kern Dussen
Afbeelding 8: kaart Structuurvisie Plus Land van Heusden en Altena
Voor Dussen is het volgende opgenomen: "De k ern Dussen k ent bijzondere k waliteiten door de k enmerk ende structuren van het riviertje de Dussen en de (oude) dijk en het k asteeltje aan de rivier. De visie staat voor handhaving en versterk ing van deze k waliteiten. Ontwik k eling is mogelijk op enk ele inbrei-locaties en ter afronding van het dorp aan de westzijde in de zone tussen dijk en riviertje de Dussen. De locatie schuin tegenover het k asteel is zoek locatie voor stedelijk e ontwik k eling. Belangrijk er dan het bouwen van een groot aantal woningen, zou hier de versterk ing van de ruimtelijk e k waliteit zijn: nieuwe woningen betrek k en op de open ruimte, park en het bos, behorend bij de sfeer van het k asteel. Verbetering van het k nooppunt met de provinciale weg zal de samenhang van delen van het dorp ten goede k omen. Versterk ing van de relatie met de rivier (bijv. een jachthaventje) k an de k waliteit van Dussen ten goede k omen. Onderhavig bestemmingsplan maakt geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk, maar legt uitsluitend de bestaande situatie vast. Het plan past in de gestelde regionale kaders. Er is een nieuwe regionale structuurvisie in voorbereiding. Omdat deze visie zich nog in de conceptfase bevindt, is de van toepassing zijnde inhoud hier niet opgenomen.
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
17
bestemmingsplan Kern Dussen
3.4
Gemeentelijk beleid
3.4.1
Kwalitatief Beleidskader woningbouw 2005-2015
De nota 'Kwalitatief Beleidskader woningbouw 2005-2015' bevat een verkenning ten behoeve van het te voeren woningbouwbeleid van de gemeente Werkendam. De nota vormt de basis van het formuleren van kwalitatieve uitgangspunten voor het woningbouwprogramma. Verschillende invalshoeken worden met elkaar in verband gebracht om tot één samenhangend beleidskader te komen. Het betreft onder meer de invalshoeken: doelgroepen, koop/huur en woningtypen/kwaliteitseisen. Dit beleidskader is in 2009 geactualiseerd als gevolg van de veranderingen op de woningmarkt en enkele rapportages van de provincie Noord-Brabant. In het geactualiseerde kader worden samengevat de volgende aanbevelingen gedaan: Er is blijvende aandacht nodig voor het waarborgen van de productie van woningen; voer een regionaal woonwensenonderzoek uit om daarmee een nog beter en actueel inzicht te verkrijgen in de kwalitatieve woningbehoefte; gemeentelijke programma's afstemmen op regionale woningbouwafspraken; opstellen van een regionale woningbouwmonitor (kwalitatief en kwantitatief); criteria opstellen voor woningbouwprojecten op lokaal niveau; samenwerking met corporaties intensiveren. De omvang van de woningvoorraad in de gemeente Werkendam per 1 januari 2009 bedraagt 10.125 woningen. De woningproductie loopt achter op de doelstellingen. Om de doelstellingen voor 2015 alsnog te halen, dienen er tot 2015 nog 1110 woningen te worden toegevoegd aan de bestaande voorraad. Voor Dussen is een aantal van 70 woningen voorzien in met name inbreidingslocaties. In onderhavig bestemmingsplan is echter niet voorzien in de ontwikkeling van nieuwe woningen. Eventuele nieuwe ontwikkelingen zullen worden gerealiseerd met een omgevingsvergunning of een partieel bestemmingsplan (postzegelplan).
3.4.2
Groenstructuurplan
In het Groenstructuurplan (GSP) is het ruimtelijk beleid voor het openbaar groen vastgelegd. Het GSP geeft inzicht in de kwaliteit van het openbaar groen en geeft aan waar verbeteringen nodig zijn. Het GSP is een beleidsplan voor een periode van 10 jaar en is in 2009 vastgesteld. Het beleidskader voor het GSP is afgeleid van het GSP uit 1998. Op hoofdlijnen is dit beleid voortgezet en in onderliggend GSP overgenomen. Per kern is aangegeven wat de kwaliteit binnen het betreffende gebied is en waar eventuele verbeteringen liggen. Voor Dussen is de groenstructuur hieronder afgebeeld.
18
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
bestemmingsplan Kern Dussen
Afbeelding 9: Kaart hoofdstructuur Groenstructuurplan Dussen
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
19
bestemmingsplan Kern Dussen
Afbeelding 10: Legenda bij kaart hoofdstructuur van GSP Sleeuwijk
De groene hoofd- en nevenstructuur zoals opgenomen in het GSP, is ter bescherming in het bestemmingsplan opgenomen in de bestemming 'Groen'. De waardevolle groene ruimte is als zodanig aangeduid op de verbeelding.
3.4.3
Waterplan Werkendam 2008-2015
Met de zorg voor het water is zowel de gemeente Werkendam als het Waterschap Rivierenland betrokken. Voor een goed en kosteneffectief waterbeheer dat is afgestemd op de ruimtelijke ontwikkelingen in de gemeente, is een goede afstemming en samenwerking tussen gemeente en waterschap noodzakelijk. Om deze samenwerking vorm te geven hebben de gemeente en het waterschap gezamenlijk een waterplan ontwikkeld voor de kernen van de gemeente Werkendam. Het Waterplan Werkendam 2008-2015 is in november 2007 vastgesteld door de raad van de gemeente Werkendam. Er is tevens een Uitvoeringsprogramma Waterplan 2008-2015 vastgesteld. Het hoofddoel van het gemeentelijke waterplan is het realiseren van een gezond en veerkrachtig watersysteem dat voldoet aan de Europese en landelijke normen en dat is gebaseerd op een gezamenlijke visie van gemeente en waterschap op een duurzame waterhuishouding in de gemeente. In het waterplan zijn concrete afspraken gemaakt over de stedelijke wateropgave en de vereiste inspanningen om het watersysteem vóór 2015 op orde te brengen en te houden. Belangrijke nevendoelstellingen zijn: Het afstemmen van waterbeleid binnen en buiten de gemeente, zodat de stedelijke wateropgaven gerealiseerd worden tegen de laagst mogelijke maatschappelijke kosten.
20
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
bestemmingsplan Kern Dussen Het vergroten van het maatschappelijk bewustzijn van water; daartoe worden bij de uitvoering van het plan waar mogelijk bewoners betrokken. Het maken van concrete afspraken over ambities, maatregelen, de bekostiging en de doorwerking daarvan in de ruimtelijke ordening en (meerjaren)begrotingen van beide partijen. Kosteneffectiviteit en laagst mogelijke kosten zijn hierbij voorwaarden.
Afbeelding 11: RO-attentiekaart Dussen en maatregelen in Waterplan 2008-2015
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
21
bestemmingsplan Kern Dussen
Afbeelding 12: Legenda RO-attentiekaart Waterplan 2008-2015
Kern Dussen De kern van Dussen maakt onderdeel uit van twee bemalingsgebieden. Het grootste, westelijke deel van Dussen voert af naar gemaal Altena. Het oostelijk deel van Dussen voert af naar gemaal Hagoort. In Dussen west wordt een peil gehanteerd dat 40 cm hoger ligt dan het peil waar in het peilbesluit vanuit is gegaan, omdat anders veel sloten droog zouden staan. In droge perioden zakt het waterpeil in Dussen flink weg, vooral het Middeltje is dan slecht op peil te houden. Dit gebied is gedeeltelijk particulier eigendom en zit ingesloten tussen de bebouwing. Dit maakt het onderhoud lastig. De Dusse heeft een vast peil dat in droge perioden niet altijd kan worden gehandhaafd door onttrekkingen voor beregening. Het water voor de Dusse wordt ingelaten bij inlaat Peerenboom. Op een aantal locaties bij Munsterkerk-Wilhelminastraat komen grondwater- en regenwaterproblemen voor. Het regenwater kan slecht infiltreren en tuinen blijven nat. Mogelijke oorzaken zijn de kleiige ondergrond die slecht doorlatend en slempgevoelig is. Van een aantal woningen liggen de tuinen en drempels lager dan de weg. Daarnaast werkt een deel van de drainage niet meer.
3.4.4
Rioleringsplan Werkendam 2010-2014
In het gemeentelijk Rioleringsplan Werkendam 2010-2014 is beschreven op welke wijze in de komende jaren invulling wordt gegeven aan de wettelijke zorgplichten van de gemeente op het gebied van afvalwater, hemelwater en grondwater. Het plan beschrijft de visie op een duurzame stedelijke waterhuishouding en geeft een overzicht van de maatregelen die nodig zijn om de doelen te realiseren. Het plan bevat zowel een strategie voor de lange termijn als een maatregelenprogramma voor de periode 2010-2014. De riolering binnen de gemeente Werkendam is in een goede staat. Er zijn geen structurele problemen met betrekking tot wateroverlast, met uitzondering van enkele lokale knelpunten die nagenoeg zijn aangepakt. De basisinspanning voor wat betreft de emissiereductie is bijna gehaald. Samen met het Waterschap en de omliggende gemeenten is onderzoek gedaan naar de doelmatigheid van het ombouwen bij rioolvervanging van een gemengd stelsel naar een gescheiden stelsel. De conclusie is dat dit niet doelmatig is, tenzij er andere problemen mee opgelost kunnen worden (wateroverlast, waterkwaliteit of te kleine zuivering). In het maatregelenprogramma zijn alle rioleringsmaatregelen voor de periode 2010-2014 opgenomen. In elke kern staan rioolvervangingen op het programma. Wanneer dit doelmatig is, wordt gelijktijdig een gescheiden stelsel aangelegd. Daarnaast wordt een aantal gemalen aangepast.
3.4.5
Welstandsnota
Op 29 maart 2011 is een nieuwe Welstandsnota vastgesteld. Voor grote delen van de kern van Dussen geldt een welstandsvrij regime. Deze gebieden zijn in onderstaande afbeelding aangeduid met een lichtpaarse kleur. De donkerpaarse gebieden zijn wel aan een welstandstoets onderhevig. Voor deze gebieden geldt welstandsniveau 1.
22
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
bestemmingsplan Kern Dussen
Afbeelding 13: Welstandsnota Dussen
In de welstandsnota zijn samengevat vier welstandsniveaus opgenomen: a. niveau 1: streng Dit zijn gebieden die van cruciale betekenis zijn voor het totaalbeeld voor de kernen en het landschap. Verder is dit niveau van toepassing op gebieden met hoge cultureelhistorische, architectonische, landschappelijke of stedenbouwkundige waarde. b. niveau 2: regulier Dit zijn gebieden die om een zorgvuldige afstemming vragen van nieuwe bouwkundige ingrepen. Dit niveau is van toepassing op de meest coherente woon-, werk- en leefomgevingen. c. niveau 3: soepel Dit niveau geldt alleen voor gebieden met een beperkte betekenis voor de openbare ruimte, zoals industrieterreinen of gebieden waar zeer bewust is gekozen voor een grote mate van vrijheid. d. niveau 4: welstandsvrij Deze gebieden zijn geheel welstandsvrij. Bouwwerken worden in deze gebieden niet getoetst aan redelijke eisen van welstand. Wel geldt hier de excessenregeling.
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
23
bestemmingsplan Kern Dussen
3.4.6
Kadernota verkeer en vervoer 2007-2016
Het gemeentelijk beleid op het gebied van verkeer is opgenomen in de Kadernota verkeer en vervoer 2007-2016. De kadernota is enerzijds een strategisch document op hoofdlijnen, waarin de algemene koers op het gebied van verkeer is vastgesteld. Tevens bevat het document een concreet werkprogramma met maatregelen die in de planperiode zullen worden genomen. Het uitgangspunt voor de visie is duurzame mobiliteit, waarbij het zoeken naar een balans tussen veiligheid, bereikbaarheid en leefbaarheid contraal staat. De kadernota gaat uit van de volgende vier invalshoeken: verkeersveiligheid: zowel objectief als subjectief; leefbaarheid: zowel objectief als subjectief; bereikbaarheid voor alle vervoerswijzen en doelgroepen; communicatie: draagvlak creëren voor beleid bij publieke en private partijen. Het doel is om voor de periode van 2007 tot 2016 een bijdrage te leveren aan het optimaliseren van leefbaarheid, bereikbaarheid en veiligheid, door duurzame basisvoorzieningen en maatregelen aan te leggen voor alle doelgroepen en vervoerswijzen. Binnen de bebouwde kom ligt de nadruk meer op leefbaarheid en veiligheid dan op autobereikbaarheid. Onderdeel van het verkeersbeleid is het inrichten van de wegen conform Duurzaam Veilig.
24
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
bestemmingsplan Kern Dussen
Hoofdstuk 4 4.1
Randvoorwaarden
Algemeen
Op grond van de Wet ruimtelijke ordening dient een bestemmingsplan in overeenstemming te zijn met het criterium 'een goede ruimtelijke ordening'. Indien er beperkingen voor het plan voortvloeien naar aanleiding van één van de aspecten, dan is hier in dit plan rekening mee gehouden.
4.2
Geluid
Bij het opstellen van een bestemmingsplan moet inzichtelijk worden gemaakt welke geluidsbronnen in het plangebied aanwezig zijn en wat de geluidsbelasting is voor woningen en andere geluidgevoelige gebouwen. Op basis van de Wet geluidhinder zijn er drie geluidsbronnen waarmee bij het opstellen van bestemmingsplannen rekening mee moet worden gehouden: wegverkeerslawaai; spoorweglawaai en industrielawaai. In het onderstaande wordt aangegeven met welke aspecten al dan niet rekening moet worden gehouden bij onderhavig conserverend bestemmingsplan.
4.2.1
Spoorweglawaai
In de gemeente Werkendam bevinden zich geen spoorlijnen. Het aspect spoorweglawaai hoeft derhalve niet nader onderzocht te worden en vormt geen belemmering voor het bestemmingsplan.
4.2.2
Wegverkeerslawaai
De Wet geluidhinder bepaalt dat langs wegen geluidszones bevinden, met uitzondering van woonerven en 30 km/h-gebieden. De breedte van een geluidszone is afhankelijk van het aantal rijstroken en of de weg moet worden aangemerkt als stedelijk of buitenstedelijke weg. In het plangebied zijn naast 30 km/h-wegen, 50 km/h en 80 km/h wegen aanwezig. Bij nieuwe ontwikkelingen die nabij 50 km/h en 80 km/h zijn gelegen is de Wet geluidhinder van toepassing. Omdat onderhavig bestemmingsplan geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk maakt is op voorhand geen akoestisch onderzoek noodzakelijk.
4.2.3
Industrielawaai
Niet alle industrieterreinen zijn een industrieterrein in de zin van de Wet geluidhinder. Pas als daarop inrichtingen zijn toegestaan die als 'grote lawaaimaker' worden aangemerkt als bedoeld in artikel 2.1, lid 3 juncto Bijlage I, onderdeel D van het Besluit omgevingsrecht (Bor) is daarvan sprake. In het plangebied zijn geen inrichtingen toegestaan (grote lawaaimakers) die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken. Dit aspect vormt derhalve geen belemmering voor het bestemmingsplan.
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
25
bestemmingsplan Kern Dussen
4.3
Luchtkwaliteit
Op 15 november 2007 is de Wet van 11 oktober 2007 tot wijziging van de Wet milieubeheer (luchtkwaliteitseisen) in werking getreden. Hierbij zijn tevens op 15 november 2007 het Besluit niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen) (hierna: het Besluit) en de Regeling niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen) (hierna: de Regeling) in werking getreden. Uit artikel 2, eerste lid van het Besluit volgt dat een project na de vaststelling van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) niet in betekenende mate bijdraagt aan de toename van de concentratie fijn stof of stikstofdioxide, indien deze maximaal 3% van de grenswaarde voor de jaargemiddelde concentratie van zwevende deeltjes of stikstofdioxide bedraagt. Als aangetoond wordt dat een project niet meer bedraagt dan 3% aan de jaargemiddelde concentratie, behoeft het het project niet te worden getoetst aan de grenswaarden en is het inpasbaar vanuit het oogpunt van luchtkwaliteit. De grens van de bouw van woningen ligt bij 500 woningen. Omdat het bestemmingsplan geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk maakt, wordt op grond van het voornoemde geconcludeerd dat het bestemmingsplan niet in betekenende mate bijdraagt. Nader onderzoek naar luchtkwaliteit kan derhalve achterwege blijven. Aan de hand van voornoemde conclusie is het bestemmingsplan evenmin in strijd met een goede ruimtelijke ordening.
4.4
Externe veiligheid
4.4.1
Algemeen
Het rijksbeleid voor externe veiligheid is gericht op het beperken en beheersen van risico's voor de omgeving vanwege het gebruik, de opslag en de productie van gevaarlijke stoffen (inrichting), het transport van gevaarlijke stoffen (openbare wegen, water- en spoorwegen, buisleidingen) en het gebruik van luchthavens. Externe veiligheid heeft betrekking op de veiligheid van degenen die niet bij de risicovolle activiteit zelf zijn betrokken, maar als gevolg van die activiteit wel risico's kunnen lopen, zoals omwonenden. Het beleid is onder meer verankerd in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi). In het Bevi zijn richtlijnen opgenomen voor het bouwen en handhaven van gevoelige bestemmingen zoals woningen in de buurt van inrichtingen waar gevaarlijke stoffen worden opgeslagen of geproduceerd. Ingevolge artikel 5, eerste en tweede lid van het Bevi neemt het bevoegd gezag bij de vaststelling van een bestemmingsplan, de de hierin genoemde grenswaarden in acht en wordt rekening gehouden met de richtwaarde, zoals genoemd in artikel 8, tweede lid. Het dient te gaan om plannen die de bouw of vestiging van kwetsbare objecten toelaten. Onderhavig bestemmingsplan maakt geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk maar betreft een conserverend plan.
4.4.2
Beleidsvisie externe veiligheid
De gemeente Werkendam heeft een Beleidsvisie externe veiligheid opgesteld. In deze visie zijn ambities geformuleerd en actiepunten omschreven. Uit de uitgevoerde inventarisatie blijkt dat er in de gemeente geen situaties meer zijn die direct gesaneerd moeten worden. Er zijn wel situaties waar een niet urgente sanering van toepassing is met betrekking tot het plaatsgebonden risico. Het betreft in onderhavig plangebied het bedrijf Ekelschot Dussen BV. Dit betreft een benzinestation met LPG. De beleidsvisie is erop gericht om problemen voor de toekomst te voorkomen en de veiligheidssituatie te optimaliseren. In het beleid staat twee doelen centraal: de bescherming van individuen tegen de kans op overlijden als gevolg van een ongeluk, en de bescherming van de samenleving tegen het ontwrichtende effect van een ramp met een groter aantal slachtoffers; respectievelijk het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Het plaatsgebonden risico van een bepaalde activiteit is de kans per jaar op een bepaalde plaats, dat een continu daar aanwezig gedacht onbeschermd persoon, komt te overlijden als gevolg van een mogelijk ongeluk met die activiteit. Het groepsrisico is de kans per jaar dat in één keer een groep mensen van een bepaalde omvang komt te overlijden bij een ongeluk met gevaarlijke stoffen.
26
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
bestemmingsplan Kern Dussen
Afbeelding 14: risicokaart externe veiligheid, onderdeel Dussen
Afbeelding 15: legenda risicokaart externe veiligheid
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
27
bestemmingsplan Kern Dussen
4.4.3
Plangebied
In het plangebied zijn twee (potentiële) risicobronnen aanwezig. Hieronder wordt aangegeven of, en zo ja welke (potentiële) risicobronnen in de besluitvorming betrokken moeten worden.
4.4.3.1 Inrichtingen Op basis van de risicokaart externe veiligheid blijkt dat er twee risicovolle inrichtingen in of nabij het plangebied aanwezig zijn:
inrichting
adres
nummer risicokaart object
Ekelschot Dussen BV
De Sluis 4
21
benzinestation met LPG
ADAgro BV
De Sluis 12
24
bestrijdingsmiddelen
4.4.3.2 Wegen Binnen de gemeente Werkendam is geen route gevaarlijke stoffen vastgesteld. In het plangebied zelf vindt geen transport van gevaarlijke stoffen plaats.
4.4.3.3 Vaarroutes Ten zuiden van het plangebied ligt de Bergsche Maas. Op deze vaarroute vindt uitsluitend regulier transport van gevaarlijke stoffen plaats. Er is geen sprake van een PR-contour buiten de rand van het water. Door de geringe hoeveelheid transport is er geen noodzaak tot een gedetailleerde beoordeling van het groepsrisico.
4.4.3.4 Buisleidingen Binnen het plangebied liggen geen leidingen die bescherming behoeven.
4.4.3.5 Conclusie Op grond van het voornoemde wordt geconcludeerd dat het aspect externe veiligheid geen belemmering vormt voor de vaststelling van het bestemmingsplan, nu er geen nieuwe ontwikkelingen of gevoelige bestemmingen mogelijk worden gemaakt met onderhavig bestemmingsplan.
4.5
Bodem
Bij het toekennen van een bestemming aan de grond is het van belang om te weten wat de kwaliteit van de bodem is. Het is bijvoorbeeld in strijd met een goede ruimtelijke ordening om gevoelige bestemmingen zoals woondoeleinden te plannen op gronden die verontreinigd zijn. Met name bij een nieuw bestemmingsplan dat voorziet in een nieuwe bestemming, is het van belang om bij de planvoorbereiding onderzoek naar de bodemkwaliteit te laten uitvoeren. Omdat het bestemmingsplan niet voorziet in nieuwe ontwikkelingen is het niet nodig om onderzoek uit te voeren naar de kwaliteit van de bodem.
28
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
bestemmingsplan Kern Dussen
4.6
Water
4.6.1
Algemeen
Een watertoets is een essentieel onderdeel van ieder ruimtelijk plan en is een instrument dat waterhuishoudkundige belangen expliciet en op evenwichtige wijze laat meewegen bij het opstellen van ruimtelijke plannen en besluiten. Uitgangspunt bij de watertoets is het zoveel mogelijk voorkomen van negatieve gevolgen voor het watersysteem door ruimtelijke plannen en besluiten. Het plangebied valt binnen het beheersgebied van Waterschap Rivierenland. Het beleid van het waterschap en het Waterplan van de gemeente en het waterschap is vastgelegd in het Waterbeheerplan 2010-2015 (zie paragraaf 3.4.3). Dit plan omvat alle watertaken van het waterschap: waterkwantiteit, waterkwaliteit, waterkering en waterketen. Het plan bouwt voort op bestaand beleid, waaronder het Nationaal Bestuursakkoord Water en de Kaderrichtlijn Water. Het waterschap zorgt voor het beheer van de waterkwaliteit, de vaarwegen, primaire en secundaire waterkeringen en de rioolwaterzuiveringsinstallaties. In het kader van duurzaam waterbeheer hanteert het waterschap de uitgangspunten 'vasthouden-bergen en afvoeren' en 'schoonhouden, scheiden en zuiveren'. Uitgangspunt is dat schoon hemelwater niet thuishoort in het riool, maar moet worden afgekoppeld. De waterveiligheid, de waterkwaliteit en de waterkwantiteit mogen door de plannen niet achteruitgaan. Als dit redelijkerwijs niet mogelijk is, dienen de negatieve gevolgen te worden gecompenseerd.
4.6.2
Waterkering
Het Waterschap maakt onderscheid in twee typen waterkeringen: primaire waterkeringen en regionale waterkeringen. Uit de digitale watertoets van 10 januari 2012 blijkt dat er geen primaire of regionale waterkeringen in het plangebied liggen.
4.6.3
Watergangen
De watergangen die van belang zijn voor de afvoer en berging van water zijn bestemd als 'Water'. Dit zijn de watergangen die in beheer zijn bij het Waterschap en die conform de legger van het Waterschap zijn aangemerkt als 'A-watergang'. Hierdoor is het behoud van deze watergangen gegarandeerd. Kleinere watergangen die geen status als 'A-watergang' hebben of niet beeldbepalend zijn, zijn niet in de waterbestemming opgenomen, maar zijn opgenomen in de aangrenzende bestemming, zoals 'Wonen' of 'Agrarisch'. Langs de 'A-watergangen' is de aanduiding 'vrijwaringszone - watergang' opgenomen. Deze aanduiding heeft een breedte van 5 meter. Ter plaatse van deze aanduiding gelden, conform de wens van het Waterschap, een bouwverbod (met afwijkingsmogelijkheid) en een omgevingsvergunningenstelsel. Voor B- en C-watergangen is het opnemen van een vrijwaringszone niet noodzakelijk.
4.7
Flora en fauna
4.7.1
Beschermde gebieden
Bij het opstellen van een bestemmingsplan moet rekening worden gehouden met gebieden die op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 zijn beschermd, met name beschermde natuurmonumenten en Natura 2000-gebieden. Een ruimtelijk plan is ook een 'plan' in de zin van de Habitatrichtlijn en de Natuurbeschermingswet. Om die reden moet nagegaan worden of het plan significante nadelige effecten kan hebben op de instandhoudingsdoelstellingen van die gebieden. In het plangebied van onderhavig bestemmingsplan liggen geen beschermde gebieden in bovengenoemde zin. Wel in de nabijheid van het plangebied. Op ongeveer 800 meter van de noordelijke plangrens ligt het Natura-2000 gebied 'Kornsche Boezem'. Omdat er in het bestemmingsplan
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
29
bestemmingsplan Kern Dussen ontwikkellocaties mogelijk worden gemaakt wordt geconcludeerd dat het bestemmingsplan geen nadelige effecten met zich meebrengt voor natuurgebieden in het plangebied.
4.7.2
Beschermde soorten
Bij het vaststellen van een bestemmingsplan dient tevens rekening te worden gehouden met individuele dier- en plantensoorten die bescherming genieten ongeacht waar zij voorkomen. Het op grond van het bestemmingsplan toegelaten gebruik mag er niet toe leiden dat hierdoor beschermde planten- en dierensoorten worden aangetast. De bepalingen over de bescherming van soorten staan in de Flora- en faunawet. Omdat onderhavig bestemmingsplan geen ontwikkellocaties bevat en een conserverend karakter heeft is het niet nodig een onderzoek naar flora en fauna uit te voeren.
4.8
Archeologie
4.8.1
Algemeen
Sinds 1 september 2007 is de Wet op de archeologische monumentenzorg van kracht. Deze wet regelt de zorg voor ons bodemarchief en is de vertaling van het Verdrag van Malta. De essentie van deze wet is dat waardevolle archeologische resten zoveel mogelijk in de bodem behouden moeten blijven. Op het gemeentebestuur rust de plicht om zich voldoende te informeren omtrent de archeologische situatie in een gebied alvorens bij een plan uitvoerbare bestemmingen aan te wijzen. Om de nieuwe gemeentelijke rol op het gebied van archeologie vorm te geven heeft de gemeente Werkendam, in samenwerking met de gemeenten Aalburg en Woudrichem besloten om gezamenlijk te komen tot één intergemeentelijk beleid ten aanzien van de erfgoedzorg voor de archeologische resten. De basis hiervoor is de archeologische waarden- en verwachtingenkaart. Op deze kaart is onderscheid gemaakt in verschillende verwachtingswaarden. Op basis van deze kaart is vervolgens door RAAP, in nauwe samenwerking met de gemeenten en de regioarcheoloog, een archeologische beleidsadvieskaart opgesteld. Deze kaart is gelijktijdig met de Nota Archeologie, de Archeologische beleidskaart en de Erfgoedverordening vastgesteld. Tezamen vormen zij het archeologische beleidskader van de drie gemeenten.
In het kort kan gesteld worden dat een hoge verwachting geldt voor donken, grote stroomgordels nabij het maaiveld en oude woongronden. Eveneens geldt een hoge verwachting voor de (voormalige) waterlopen, waar specifieke aan de natte context gerelateerde archeologische resten kunnen voorkomen. Een middelhoge verwachting geldt voor de flanken van de rivierduinen, de wat kleinere stroomgordels en de oude, diep weggezakte stroomgordels. Voor alle overige gebieden geldt een lage archeologische verwachting, met uitzondering van ontgrondingen. Deze laatste groep heeft een onbekende archeologische verwachting omdat het de aangevraagde ontgrondingsvergunningen bij de provincie Noord-Brabant betreft en niet geregistreerd is of de ontgronding daadwerkelijk is uitgevoerd en tot op welke diepte. Daarnaast kunnen in de ondergrond nog afgedekte archeologische resten voorkomen die niet door de graafwerkzaamheden verstoord zijn.
De verschillende archeologische waarden zijn in het bestemmingsplan vertaald in een aantal dubbelbestemmingen. Ter bescherming van de te verwachten archeologische waarden kan het bevoegd gezag, als daar op basis van de beleidskaart of een archeologisch onderzoek aanleiding voor is, voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning voor het bouwen. Daarnaast is een omgevingsvergunning vereist voor werkzaamheden waarbij de grond wordt geroerd in alle zones met een archeologische verwachting behalve een lage verwachting. Tenslotte is ook een omgevingsvergunning benodigd voor het slopen van bouwwerken in deze zones. Per dubbelbestemming gelden vrijstellingsgrenzen voor het verrichten van archeologisch onderzoek.
30
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
bestemmingsplan Kern Dussen
Afbeelding 16: Uitsnede Beleidskaart Archeologie
Afbeelding 17: Legenda Beleidskaart Archeologie
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
31
bestemmingsplan Kern Dussen
4.8.2
Beschrijving gebieden in Dussen
4.8.2.1 Gebied met lage archeologische verwachting Het grootste gedeelte van de kern van Dussen heeft een lage archeologische verwachtingswaarde (lichtgeel op de Beleidskaart Archeologie). In dergelijke gebieden komen uitsluitend komafzettingen voor. Hierin worden in principe geen locatiegebonden archeologische resten verwacht. Losse archeologische resten kunnen niet worden uitgesloten, maar aangezien hierop geen beleid is te maken gelden voor deze zones vanuit archeologisch oogpunt geen restricties ten aanzien van ruimtelijke ontwikkelingen. Deze zone wordt niet in het plangebied aangeduid.
4.8.2.2 Historische k ernen De historische bewoningskernen kunnen vanwege hun (verwachte) rijkdom aan archeologische resten elk afzonderlijk beschouwd worden als één grote archeologische vindplaats. In deze zones dienen bij voorkeur geen werkzaamheden te worden uitgevoerd die tot fysieke aantasting van de (verwachte) archeologische resten leiden. Het beleid is dus gericht op behoud van de bestaande situatie: behoud in situ. Indien verstoring niet vermeden kan worden, dient een archeologisch onderzoek plaats te vinden. Deze gebieden zijn oranje aangeduid op de Beleidskaart Archeologie. Op de verbeelding is dit gebied aangeduid met Waarde - Archeologie-1.
4.8.2.3 Hoge archeologische verwachting In zones met een hoge archeologische verwachting wordt een hoge dichtheid aan archeologische vindplaatsen verwacht. Het beleid is gericht op behoud van de bestaande situatie: behoud in situ. Indien verstoring niet vermeden kan worden, dan dient een archeologisch onderzoek plaats te vinden. In Dussen bevinden zich deze gebieden aan de noord- en zuidzijde van de kern. Deze gebieden zijn als bruin aangeduid op de Beleidskaart Archeologie. Op de verbeelding is dit gebied aangeduid met Waarde - Archeologie-2.
4.8.2.4 Archeologische vindplaats Dit is een terrein van archeologische waarde dat zich bevindt in de zone die als behoudenswaardig worden gekarakteriseerd door onderzoek en/of in combinatie met andere onderzoeksbronnen. Dit gebied is aangeduid op de verbeelding als Waarde - Archeologie-2.
4.8.2.5 Afgerond AMZ-proces Deze gebieden zijn aangeduid als lichtpaars. Voor deze gebieden is het onderzoek naar archeologische waarden afgerond (er is geen vervolgonderzoek noodzakelijk of de vindplaats is volledig opgegraven). In principe gelden geen verdere restricties ten aanzien van ruimtelijke ontwikkelingen. Op de verbeelding is dit gebied niet aangeduid.
4.8.2.6 Lopend AMZ-proces Deze gebieden zijn aangeduid als paars. Voor deze gebieden is op basis van het vooronderzoek nog vervolgonderzoek noodzakelijk, conform de richtlijnen van het bevoegd gezag. Op de verbeelding is dit gebied niet aangeduid.
32
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
bestemmingsplan Kern Dussen
4.9
Cultuurhistorie
In het plangebied komen op verschillende plaatsen cultuurhistorische elementen voor die kenmerkend zijn voor een bepaalde plek in het gebied. Het betreft met name bijzondere gebouwen en andere bouwkundige elementen. Deze monumenten en cultuurhistorisch waardevolle objecten zijn in de rijksen gemeentelijke monumentenlijst vastgelegd. Ook liggen er verspreid in het gebied cultuurhistorisch waardevolle objecten, die niet op de rijks- of gemeentelijke monumentenlijst zijn opgenomen, maar die toch een bepaalde waarde uitstralen, omdat er sprake is van historische bouwkunst. Het bestemmingsplan biedt geen bescherming aan cultuurhistorische gebouwen en objecten. Dit omdat het niet nodig is en dubbele regelgeving zo wordt voorkomen. Bescherming van rijks- en gemeentelijke monumenten is niet nodig, omdat deze gebouwen en objecten al rechtstreeks vanuit de Monumentenwet of – verordening bescherming wordt geboden. Op de verbeelding zijn zowel de beschermde gemeentelijke monumenten als de beschermde rijksmonumenten voorzien van een aanduiding. Voor de cultuurhistorisch waardevolle bebouwing in het plangebied is ook een aanduiding opgenomen. Hierna is een overzicht van de in het plangebied aanwezige monumenten en cultuurhistorisch waardevolle objecten opgenomen.
Categorie - Rijksmonument Omschrijving De objecten zijn aangewezen als rijksmonument, volgens de Monumentenwet uit 1988 Adres Binnen 1
kasteel
Binnen 3
boerderij
Binnen 5
herenhuis Villa Anna Maria
Dussendijk 29
boerderij
Hoek 47
boerderij
Muilkerk 24
boerderij
Muilkerk 28
boerderij
Categorie – Gemeentelijk monument De gemeente beschikt op dit moment over een formeel vastgestelde gemeentelijke monumentenlijst (12 juli 2007). Het betreft gave objecten met een zekere mate van uniciteit. Het object beheerst de omgeving en bepaalt hiermee de ruimtelijk/visuele kwaliteit.
Adres
Omschrijving
Binnen 34
voormalige notaris- en dokterswoning met praktijkruimte, woonhuis
Dorpsstraat 1
voormalige herberg "De Zwaan", woonhuis en kantoor
Dorpsstraat 10
smederij
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
33
bestemmingsplan Kern Dussen
Dussendijk 7
langgevelboerderij, woonhuis
Dussendijk 18
boerderij
Hoek 10
appelschuur
Hoek 12
woonhuis met boomgaard
Korn 21
woonboerderij
Muilkerk 36
woonboerderij
Vrijheidsplein 1
RK kerk
Categorie – Cultuurhistorische waardevolle bebouwing Deze objecten zijn architectonisch, historisch en stedenbouwkundig van belang en zijn van enige betekenis in sociaal en cultureel opzicht. De objecten bezitten een kenmerkende architectonische/stedenbouwkundige ontwikkeling. De objecten zijn documentair van enig belang en zijn beeld- en/of structuur-ondersteunend. De laatst genoemde categorie wordt slechts beschreven ter completering van de categorisering van de monumenten. De objecten binnen het plangebied die in de selectie van cultuurhistorisch waardevolle bebouwing worden aangemerkt zijn weer-gegeven in de navolgende tabel en komen als zodanig terug op de verbeelding.
Adres
Omschrijving
Binnen 14
boerderij
Binnen 15
boerderij
Binnen 18
boerderij
Binnen 20
boerderij
Binnen 26
boerderij
Binnen 28b
boerderij
Binnen nabij 34
brug
Dorpsstraat 3
niet nader omschreven
Dorpsstraat 12
smidse
Dorpsstraat 13
niet nader omschreven
Dorpsstraat 17
niet nader omschreven
Dorpsstraat 19
niet nader omschreven
Dorpsstraat 27
niet nader omschreven
Dorpsstraat 30
niet nader omschrijven
Dorpsstraat 39
niet nader omschreven
Dorpsstraat 50
niet nader omschreven
Dorpsstraat 56
niet nader omschreven
Dorpsstraat 73
niet nader omschreven
Dussendijk 9
niet nader omschreven
Dussendijk 14
niet nader omschreven
34
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
bestemmingsplan Kern Dussen
Hoek 44
niet nader omschreven
Molenkade 1
niet nader omschreven
Molenkade 3
niet nader omschreven
Muilkerk 2
niet nader omschreven
Muilkerk 38
niet nader omschreven
4.10
Verkeer
Een belangrijke ontsluitingsroute voor Dussen vormt de Provinciale Weg, die buiten het plangebied ligt. Deze weg vormt een verbinding naar Hank en de Rijksweg A-27 in westelijke richting en naar Meeuwen, Eethen, Genderen en Wijk en Aalburg in het oosten. Daarnaast zijn de wegen langs de Dussen, de Muilkerk en de Binnen en de Dorpsstraat van belang voor de ontsluiting van het dorp zelf. Deze wegen vormen een historische structuur. Met name de Dorpsstraat heeft een historisch karakter; deze straat is het oude lint, waarlangs het dorp is gevormd. De Molenkade vormt binnen het dorp de verbinding tussen de Muilkerk en de Binnen in het noorden en de Provinciale Weg aan de zuidzijde van het dorp. De kern van Dussen bestaat voornamelijk uit wegen met een woon- en verblijfsfunctie. Gezien het beperkte belang van deze wegen voor de verkeerskundige structuur van het dorp zijn deze wegen geclassificeerd als wegen met een woon- en verblijfsfunctie en is voor deze wegen een maximumsnelheid van 30 km/u vastgesteld. De wegen de Binnen, de Hoek en de Molenkade zijn gekwalificeerd als wegen met een belangrijke doorstroomfunctie.
4.11
Bedrijven en milieuzonering
In het kader van een goede ruimtelijke ordening in de zin van de Wet ruimtelijke ordening is het van belang dat bij de aanwezigheid van bedrijven in de omgeving van geplande milieugevoelige functies zoals woningen, ter plaatse van de woningen een aanvaardbaar woon- en leefklimaat kan worden gegarandeerd en dat tevens rekening wordt gehouden met de bedrijfsvoering en de milieuruimte van de betreffende milieubelastende functies. Om te komen tot een ruimtelijk relevante toetsing van bedrijfsvestigingen op milieuhygiënische aspecten wordt milieuzonering gehanteerd. Hieronder wordt verstaan een voldoende ruimtelijke scheiding tussen enerzijds milieubelastende bedrijven of inrichtingen en anderzijds milieugevoelige gebieden zoals woonwijken. Milieuzonering beperkt zich tot milieuaspecten met een ruimtelijke dimensie: geluid, geur, gevaar en stof. Voor milieuzonering bestaat geen wettelijke normstelling. Om milieuzonering hanteerbaar te maken wordt gebruik gemaakt van de VNG brochure 'Bedrijven en milieuzonering' (uitgave 2009). Deze brochure is in beginsel alleen van toepassing op nieuwe situaties. Ter vergelijking wordt de brochure ook wel toegepast op bestaande situaties. De brochure bevat onder meer lijsten met richtafstanden van diverse milieuhinderlijke activiteiten en stappenplannen voor concrete situaties. De richtafstanden uit bijlage 1 van de VNG brochure gaan uit van een rustige woonwijk. Indien er sprake is van het omgevingstype 'gemengd gebied' dan kan de richtafstand in beginsel terug gebracht worden met één afstandschap. Het plangebied kenmerkt zich door haar semi-stedelijke karakter en valt in het algemeen te kwalificeren als een 'rustige woonwijk' in de zin van de VNG-brochure. In het plangebied zijn geen nieuwe ontwikkelingen opgenomen. Het betreft in hoofdzaak een beheerplan met bestaande bedrijven. Het plan voldoet ten aanzien van het aspect bedrijven en milieuzonering dan ook aan een goede ruimtelijke ordening.
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
35
bestemmingsplan Kern Dussen
4.12
Kabels en leidingen
In het plangebied ligt een rioolwatertransportleiding van het Waterschap Rivierenland. Om deze leiding te beschermen is de dubbelbestemming 'Leiding - Riool' opgenomen. Voor het overige zijn er in en nabij het plangebied zijn geen planologische relevante kabels en leidingen aanwezig die bescherming behoeven of een belemmering vormen voor de uitvoering van het bestemmingsplan.
36
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
bestemmingsplan Kern Dussen
Hoofdstuk 5 5.1
Juridische aspecten
Algemeen
Het centrale onderdeel van een bestemmingsplan is de bestemming. Ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening worden aan de in het plan begrepen grond bestemmingen toegewezen met bijbehorende doeleinden. Aan de bestemmingen zijn regels verbonden over het gebruik van de in het plan begrepen gronden en van hierop bevindende bouwwerken. In dit hoofdstuk wordt het juridische deel van het bestemmingsplan nader toegelicht. Het bestemmingsplan is opgesteld conform de Wet ruimtelijke ordening en de Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen (SVBP2008).
5.2
Planregels
De planregels zijn opgebouwd volgens de systematiek van de SVBP2008. Om de leesbaarheid te bevorderen is in de SVBP2008 gekozen voor een vaste volgorde in indeling van planregels. Onderhavig bestemmingsplan is hierop afgestemd en kent de volgende indeling in planregels: Hoofdstuk 1 Inleidende regels Dit hoofdstuk bestaat uit twee artikelen. In artikel 1 zijn de begrippen opgenomen en in artikel 2 wordt de wijze van meten verwoord. Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels Dit hoofdstuk kent aan elke bestemming een artikel toe met planregels. In de bestemmmingsregel wordt aangegeven waarvoor en hoe de betreffende gronden mogen worden gebruikt en bebouwd. Hoofdstuk 3 Algemene regels De algemene regels bestaan in dit bestemingsplan uit een anti-dubbeltelregel, algemene bouw- en gebruiksregels, algemene aanduidings- en afwijkingsregels en overige regels. Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels In dit hoofdstuk zijn de standaardregels opgenomen aangaande overgangsrecht en de slotregel zoals verwoord in het Besluit ruimtelijke ordening.
5.3
Bestemmingen
5.3.1
Agrarisch
De voor 'Agrarisch' bestemde gronden zijn bestemd voor agrarisch grondgebruik, extensief (dag)recreatief medegebruik, en voor behoud, herstel en ontwikkeling van de specifieke bij het gebied behorende landschappelijke-, ecologische- en cultuurhistorische waarden. De volgende functies zijn in elk geval aanduid op de verbeelding: een bedrijfswoning en cultuurhistorisch waardevolle bebouwing. Voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn regels opgenomen. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en omvang van bouwwerken. Het bevoegd gezag kan, indien aan de voorwaarden wordt voldaan, een omgevingsvergunning verlenen voor een afwijkende situering voor de bouw van bijbehorende bouwwerken en voor het bouwen van een grotere oppervlakte aan aan- en uitbouwen en bijgebouwen vanuit medisch-sociale noodzaak. Bedrijfsgebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd. Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat binnen het bouwvlak de maximale hoogte de goothoogte is van de bedrijfsgebouwen. Een uitzondering geldt voor vlaggenmasten, licht- en andere masten en antennes. De maximale bouwhoogte van deze laatstgenoemde bouwwerken mag maximaal
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
37
bestemmingsplan Kern Dussen 8 m bedragen. Buiten het bouwvlak mag de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 1 m. De specifieke gebruiksregels geven aan waar de gronden in ieder geval niet voor gebruikt mogen worden. Ter bescherming van de landschappelijke, ecologische en cultuurhistorische waarden is een omgevingsvergunning vereist voor het uitvoeren van bepaalde werken en werkzaamheden.
5.3.2
Agrarisch met waarden
De voor 'Agrarisch met waarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor de uitoefening van een grondgebonden agrarisch bedrijf, de instandhouding, herstel en ontwikkeling van ter plaatse voorkomende danwel daaraan eigen natuurwaarden, de instandhouding van het watersysteem en extensief recreatief medegebruik, zoals wandel- en fietspaden. Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen, bedrijfswoningen, gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn regels opgenomen. Bedrijfsgebouwen mogen uitsluitend in het bouwvlak worden gebouwd. Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde geldt dat binnen het bouwvlak de maximale hoogte de goothoogte is van de bedrijfsgebouwen. Een uitzondering geldt voor vlaggenmasten, licht- en andere masten en antennes. De maximale bouwhoogte van deze laatst genoemde bouwwerken mag maximaal 8 m bedragen. Buiten het bouwvlak mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan 1 m. Tenslotte is in dit artikel nog een regeling opgenomen om met een omgevingsvergunning het uitvoeren van bepaalde werken, zoals het verlagen of egaliseren van de bodem, toe te staan.
5.3.3
Bedrijf
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor bedrijven in de milieucategorieën 1 en 2 van de bij de planregels behorende Staat van bedrijfsactiviteiten, al dan niet in combinatie met ondergeschikte kantoorvoorzieningen en productiegebonden detailhandel. Er zijn regels opgenomen voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en omvang van bouwwerken. De bestemmingsvlakken zijn overgenomen van het geldende bestemmingsplan. Dit zijn reeds bestaande situaties. De bouwmogelijkheden zijn overgenomen in het onderhavige bestemmingsplan. Verder is aangehaakt bij het systeem van het Besluit omgevingsrecht. Bestaande rechten dienen in principe te worden gerespecteerd. Gezien het voornoemde en de bouwmogelijkheden van het geldende bestemmingsplan, is er geen sprake van strijdigheid met de Verordening ruimte, omdat er geen sprake is van nieuwe bouwmogelijkheden of nieuwe situaties. De locaties waar nutsvoorzieningen aanwezig zijn, zijn als zodanig aangeduid. Het bevoegd gezag kan, indien aan de voorwaarden wordt voldaan, een omgevingsvergunning verlenen voor het bouwen van een grotere nutsvoorziening, voor een afwijkende situering voor de bouw van bijbehorende bouwwerken en voor het bouwen van een grotere oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken en bijgebouwen vanuit medisch-sociale noodzaak. Met een omgevingsvergunning kan het bevoegd gezag afwijken van de gebruiksregels voor een bedrijf dat niet in de Staat van bedrijfsactiviteiten voorkomt, voor mantelzorg en voor huis-aan-huis verbonden beroep of bedrijf.
5.3.4
Bedrijventerrein
De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor bedrijven van de milieucategorieën 2 en en 3 van de bij de planregels behorende Staat van bedrijfsactiviteiten, al dan niet in combinatie met ondergeschikte kantoorvoorzieningen en productiegebonden detailhandel. Met een aanduiding is aangegeven waar bedrijven in een lagere milieucategorie zijn toegestaan. Ook zijn aanduidingen opgenomen voor afwijkende bedrijven, grootschalige detailhandel en een bedrijfswoning. Er zijn regels opgenomen voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
38
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
bestemmingsplan Kern Dussen Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en omvang van bouwwerken. Het bevoegd gezag kan, indien aan de voorwaarden wordt voldaan, een omgevingsvergunning verlenen voor het bouwen van een grotere nutsvoorziening, voor een afwijkende situering voor de bouw van bijbehorende bouwwerken en voor het bouwen van een grotere oppervlakte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen vanuit medisch-sociale noodzaak. Met een omgevingsvergunning kan het bevoegd gezag afwijken van de gebruiksregels voor een bedrijf dat niet in de Staat van bedrijfsactiviteiten voorkomt, voor mantelzorg en voor een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf. Omdat woningen op een bedrijventerrein niet langer wenselijk zijn, is ervoor gekozen om geen nieuwe woningen meer mogelijk te maken. De bestaande bedrijfswoningen zijn als zodanig op de verbeelding aangeduid.
5.3.5
Bos
Deze bestemming laat de aanleg, ontwikkeling en duurzame instandhouding toe van boombeplanting, en speelvoorzieningen voorzover aangeduid op de verbeelding.
5.3.6
Detailhandel
De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor detailhandel, al dan niet in combinatie met ondergeschikte kantoorvoorzieningen. Er zijn aanduidingen opgenomen voor een bedrijfswoning. Er zijn regels opgenomen voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en omvang van bouwwerken. Het bevoegd gezag kan, indien aan de voorwaarden wordt voldaan, een omgevingsvergunning verlenen voor de bouw van bijbehorende bouwwerken en voor het bouwen van een grotere oppervlakte aan aan- en uitbouwen en bijgebouwen vanuit medisch-sociale noodzaak. Met een omgevingsvergunning kan het bevoegd gezag afwijken van de gebruiksregels voor mantelzorg en voor een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf.
5.3.7
Dienstverlening
De voor 'Dienstverlening' aangewezen gronden zijn bestemd voor administratieve en publieksgerichte dienstverlening. Er zijn regels opgenomen voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde. De bestemmingsvlakken zijn overgenomen van het geldende bestemmingsplan. Dit zijn reeds bestaande situaties. De bouwmogelijkheden zijn overgenomen in het onderhavige bestemmingsplan. Verder is aangehaakt bij het systeem van het Besluit omgevingsrecht. Bestaande rechten dienen in principe te worden gerespecteerd. Gezien het voornoemde en de bouwmogelijkheden van het geldende bestemmingsplan, is er geen sprake van strijdigheid met de Verordening ruimte, omdat er geen sprake is van nieuwe bouwmogelijkheden of nieuwe situaties. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en omvang van bouwwerken.
5.3.8
Groen
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor groenvoorzieningen, evenementen, en (dag)recreatief medegebruik. Voor het groen rondom het kasteel aan de Binnen 1 is specifiek de aanduiding 'ecologische waarde' opgenomen, ter bescherming, behoud en ontwikkeling van ecologische waarden in dat gebied. Gebouwen mogen niet worden gebouwd, maar met een omgevingsvergunning kan van dit verbod wordt afgeweken voor gebouwen voor beheer en onderhoud.
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
39
bestemmingsplan Kern Dussen
5.3.9
Horeca
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor horeca(bedrijven) in de categorie 1 en 2. In het plangebied zijn de volgende horeca-gelegenheden opgenomen: hotel-restaurant 'De Koppelpaarden' aan de Oude Kerkstraat 1, Dorpsstraat 42 (Café De Bocht) en eetcafé 't Pleintje aan Vrijheidsplein 6. Er zijn regels opgenomen voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en omvang van bouwwerken. Het bevoegd gezag kan, indien aan de voorwaarden wordt voldaan, een omgevingsvergunning verlenen voor een afwijkende situering voor de bouw van bijbehorende bouwwerken en voor het bouwen van een grotere oppervlakte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen vanuit een medisch-sociale noodzaak. Met een omgevingsvergunning kan het bevoegd gezag afwijken van de gebruiksregels voor mantelzorg en voor een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf.
5.3.10 Maatschappelijk De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor het uitoefenen van activiteiten gericht op sociale, maatschappelijke, educatieve, (para)medische en openbare dienstverlening, waaronder begrepen: gezondheidszorg, onderwijs, religie, jeugd- en kinderopvang, verenigingsleven en overheidsinstellingen. Daarnaast is ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats' de begraafplaats aan het Binnen gesitueerd. Er zijn regels opgenomen voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde. De bestemmingsvlakken zijn overgenomen van het geldende bestemmingsplan. Dit zijn reeds bestaande situaties. De bouwmogelijkheden zijn overgenomen in het onderhavige bestemmingsplan. Verder is aangehaakt bij het systeem van het Besluit omgevingsrecht. Bestaande rechten dienen in principe te worden gerespecteerd. Gezien het voornoemde en de bouwmogelijkheden van het geldende bestemmingsplan, is er geen sprake van strijdigheid met de Verordening ruimte, omdat er geen sprake is van nieuwe bouwmogelijkheden of nieuwe situaties. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en omvang van bouwwerken. Het bevoegd gezag kan, indien aan de voorwaarden wordt voldaan, een omgevingsvergunning verlenen voor een afwijkende situering voor de bouw van bijbehorende bouwwerken en voor het bouwen van een grotere oppervlakte aan aan- en uitbouwen vanuit medisch-sociale noodzaak. Met een omgevingsvergunning kan het bevoegd gezag afwijken van de gebruiksregels voor mantelzorg en voor een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf.
5.3.11 Maatschappelijk - Kasteel Deze bestemming is opgenomen voor Kasteel Dussen op de locatie Binnen 1. De bestemming laat een kasteel toe met inbegrip van sociaal-culturele en/of maatschappelijke doeleinden, horeca- en kantoordoeleinden.
5.3.12 Maatschappelijk - Zorginstelling Deze bestemming is opgenomen voor een zorginstelling aan de Dorpsstraat 19. In deze zorginstelling wonen mensen met geheugenproblemen die zorg behoeven.
5.3.13 Natuur De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor de instandhouding, herstel en ontwikkeling van ter plaatse voorkomende dan wel daaraan eigen landschappelijke waarden en natuurwaarden. Tevens is extensief recreatief gebruik toegestaan. Op deze gronden mogen geen bouwwerken worden gebouwd, met uit zondering van erfafscheidingen. 40
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
bestemmingsplan Kern Dussen Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bestemingsplan voor aanlegactiviteiten.
5.3.14 Recreatie De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor een voetbalveld aan Binnen 2a (Sportpark Groot Zuideveld) en een sporthal aan de Van der Dussenlaan 30. De sporthal is als zodanig aangeduid op de verbeelding. Gebouwen mogen uitsluitend in een bouwvlak worden gebouwd. Bouwwerken, geen gebouw zijnde zijn ook buiten het bouwvlak toegestaan. Tevens zijn de volkstuinen aan de Dorpsstraat opgenomen in deze bestemming. Deze zijn aangeduid als 'volkstuin'.
5.3.15 Tuin De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor tuinen en gazons behorende bij woningen. Er zijn regels opgenomen voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde en erkers, luifels en balkons.
5.3.16 Verkeer De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor verkeer-, verblijf- en parkeervoorzieningen, gericht op verblijf en afwikkeling van het doorgaande verkeer en evenementen. Op of in deze gronden mogen uitsluitend gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen worden gebouwd. Voor het bouwen van deze gebouwen en voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn bouwregels opgenomen.
5.3.17 Water De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor waterhuishoudkundige doeleinden, voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, waterafvoer en waterberging en voor kunstwerken, bruggen en waterstaatswerken. Daarnaast is (dag)recreatief medegebruik toegestaan. Gebouwen mogen niet worden gebouwd, maar met een omgevingsvergunning kan van dit verbod worden afgeweken voor gebouwen voor beheer en onderhoud ten behoeve van de waterhuishouding. Er zijn bouwregels opgenomen voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en omvang van bouwwerken.
5.3.18 Wonen De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor het wonen. Ter plaatse van de betreffende aanduiding zijn de gronden bestemd voor een bedrijf- of beroep aan huis, een bed&breakfast en de instandhouding en bescherming van gemeentelijke monumenten, rijksmonumenten en cultuurhistorisch waardevolle bebouwing. De typologie van de woningen is met een aanduiding aangegeven. De bestemmingsvlakken zijn overgenomen van het geldende bestemmingsplan. Dit zijn reeds bestaande situaties. Het betreffende bestemmingsvlak is in het geldende bestemmingsplan naast een bouwvlak onderverdeeld in een zone 'tuin bebouwd' en een zone 'tuin onbebouwd'. In het bijbehorende planvoorschrift is opgenomen dat bijgebouwen toegestaan zijn in het bouwvlak en in de zone 'tuin bebouwd'. Deze bouwmogelijkheden zijn overgenomen in het onderhavige bestemmingsplan. Verder is aangehaakt bij het systeem van het Besluit omgevingsrecht. Bestaande rechten dienen in principe te worden gerespecteerd. Gezien het voornoemde en de bouwmogelijkheden van het geldende bestemmingsplan, is er geen sprake van strijdigheid met de Verordening ruimte, omdat er geen sprake is van nieuwe bouwmogelijkheden of nieuwe situaties. Er zijn regels opgenomen voor het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
41
bestemmingsplan Kern Dussen Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en omvang van bouwwerken. Het bevoegd gezag kan, indien aan de voorwaarden wordt voldaan, een omgevingsvergunning verlenen voor diepere hoofdgebouwen, een afwijkende situering of oppervlakte voor de bouw van bijbehorende bouwwerken en voor het bouwen van een grotere oppervlakte aan aan- en uitbouwen en bijgebouwen vanuit medisch-sociale noodzaak. Met een omgevingsvergunning kan het bevoegd gezag afwijken van de gebruiksregels voor mantelzorg, voor een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf en voor bed and breakfast.
5.3.19 Leiding - Riool De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van het riool, ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding - riool'. Op deze gronden mogen alleen bouwwerken worden gebouwd ten behoeve van het beheer en onderhoud van de rioolpersleiding en ter vervanging en vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken. Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor de bouw van bouwwerken ten dienste van de andere geldende bestemmingen ter plaatse, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de functie van de leiding en alvorens de beheerder van de leiding is gehoord. Ter bescherming van de leiding is voor het uitvoeren van bepaalde werken en werkzaamheden een omgevingsvergunning vereist.
5.3.20 Waarde - Archeologie 1 De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de historische kern. Op deze gronden mogen alleen bouwwerken worden gebouwd ter vervanging van bestaande bouwwerken, of bouwwerken met een oppervlakte van maximaal 50 m², beide met grondwerkzaamheden tot maximaal 0,3 m. Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van dit verbod nadat archeologisch onderzoek is uitgevoerd en een deskundige hierover advies heeft uitgebracht. Ter bescherming van archeologische waarden is voor het uitvoeren van bepaalde werken en werkzaamheden een omgevingsvergunning vereist. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door deze dubbelbestemming geheel of gedeeltelijk te verwijderen indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
5.3.21 Waarde - Archeologie 2 De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de aanwezige hoge archeologische verwachtingswaarden en de archeologische vindplaatsen. Op deze gronden mogen alleen bouwwerken worden gebouwd ter vervanging van bestaande bouwwerken, of bouwwerken met een oppervlakte van maximaal 100 m², beide met grondwerkzaamheden tot maximaal 0,3 m. Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van dit verbod nadat archeologisch onderzoek is uitgevoerd. Ter bescherming van archeologische waarden is voor het uitvoeren van bepaalde werken en werkzaamheden een omgevingsvergunning vereist.
42
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
bestemmingsplan Kern Dussen
5.3.22 Waarde - Cultuurhistorie De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de versterking en ontwikkeling van de aanwezige cultuurhistorische en ruimtelijke waarden. Op deze gronden mag niet gebouwd worden, met uitzondering van normale onderhoudswerkzaamheden of bouwactiviteiten van ondergeschikte betekenis. Ter bescherming van de cultuurhistorische waarden is voor het uitvoeren van werken, het slopen en bouwen een omgevingsvergunning vereist.
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
43
bestemmingsplan Kern Dussen
Hoofdstuk 6
Economische uitvoerbaarheid
Ingevolge artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening dient de gemeenteraad in beginsel een exploitatieplan vast te stellen voor gronden waarop een bouwplan is voorgenomen met bepaalde afmetingen, tenzij de kosten anderszins verzekerd zijn. In artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening staan de gevallen opgesomd. Voor gebouwen van tenminste 1.000 m² dient in voorkomende gevallen een exploitatieplan te worden opgesteld. Het bestemmingsplan "Kern Dussen" is in hoofdzaak een beheerplan. Dit houdt in dat de bestaande situatie wordt vastgelegd en er geen nieuwe directe bouwmogelijkheden voor woningen of grote gebouwen zijn opgenomen. Op grond van het voornoemde is een exploitatieplan dan ook niet vereist.
44
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
bestemmingsplan Kern Dussen
Hoofdstuk 7 7.1
Overleg
Overleg met overlegpartners
Het voorontwerp bestemmingsplan is conform artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening voor vooroverleg verzonden aan het Waterschap Rivierenland, de Provincie Noord-Brabant, VROM-Inspectie, Brandweer, regioarcheoloog en de Monumentencommissie. De vooroverlegreacties met gemeentelijke beantwoording zijn samengevat opgenomen in bijlage 1 van de toelichting.
7.2
Overleg met omwonenden en andere belangstellenden
Vanaf 8 februari 2013 heeft het voorontwerpbestemmingsplan “Kern Dussen” gedurende 2 weken ter inzage gelegen. Tijdens deze termijn kon iedereen een schriftelijke inspraakreactie kenbaar maken. Tevens is op 19 februari 2013 een inloopavond georganiseerd in het Infocentrum te Dussen waar de plannen zijn toegelicht. Er is 1 inspraakreactie ontvangen. Voor de inhoud van de reactie en de gemeentelijke beantwoording wordt verwezen naar bijlage 1 van de toelichting.
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
45
bestemmingsplan Kern Dussen
46
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
bestemmingsplan Kern Dussen
Bijlagen
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
47
bestemmingsplan Kern Dussen
Bijlage 1 Nota inspraak en wettelijk vooroverleg
48
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
Nota van inspraakreacties en reacties wettelijk vooroverleg voorontwerpbestemmingsplan “Kern Dussen”
1
2
1. Inleiding Toelichting Vanaf 8 februari 2013 heeft het voorontwerpbestemmingsplan “Kern Dussen” gedurende 2 weken ter inzage gelegen. Tijdens deze termijn kon iedereen een schriftelijke inspraakreactie kenbaar maken. Tevens is op 19 februari 2013 een inloopavond georganiseerd in het Infocentrum te Dussen waar de plannen zijn toegelicht. Doel Het gaat om een actualisatie van de bestaande bestemmingsplannen voor de kern van Dussen. Het plangebied betreft de gehele kern Dussen inclusief een deel van het bedrijventerrein ten zuiden van de Provinciale weg. Ook Binnen, Hoek, Muilkerk en de Dussen dijk zijn in dit plan opgenomen. De centrumontwikkeling (MFA), maar o.a. ook de uitbreiding van Van Ballegooyen modes in Dussen zijn ontwikkelingen die een aparte procedure gaan doorlopen en worden niet meegenomen in dit kernplan. Het doel van voorliggend bestemmingsplan is het bieden van een actuele en eenduidige juridische regeling voor het toegestane gebruik en de toegestane bouwwerken binnen het plangebied. Het bestemmingsplan heeft overwegend een conserverend karakter. Nieuwe grootschalige ontwikkelingen worden niet mogelijk gemaakt. Om het bestemmingsplan mogelijk te maken is voorafgaand aan de bestemmingsplanprocedure ex artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening, het bestemmingsplan voorbereid conform 1.3.1. Besluit ruimtelijke ordening. Inspraakreactie Het voorontwerpbestemmingsplan “Kern Dussen” heeft vanaf 8 februari 2013 gedurende 2 weken ter inzage gelegen. In deze periode stond voor een ieder de mogelijkheid open om een inspraakreactie over het voorontwerpbestemmingsplan bij het college van burgemeester en wethouders kenbaar te maken. Er is 1 inspraakreactie ontvangen van mevrouw M. Beenackers, Dorpsstraat 28, 4271 AC te Dussen. Opzet Een uitwerking van de inspraakreactie en de gemeentelijke beantwoording treft u in hoofdstuk 2 aan. Per inspraakreactie is de inhoudelijke strekking daarvan zakelijk weergegeven. Vervolgens wordt per inspraakreactie de inhoudelijke beantwoording van de gemeente weergegeven. In hoofdstuk 3 wordt op een zelfde wijze de reacties die binnengekomen zijn in het kader van het wettelijk voorverleg en het gemeentelijk beantwoording weergegeven. Tenslotte geeft hoofdstuk 4 inzicht in de onderdelen die zijn gewijzigd. Het betreft wijzigingen die voortkomen uit de ingebrachte inspraakreacties, het wettelijk vooroverleg en ambtelijke wijzigingen.
3
2. Beantwoording inspraakreacties 1.Inspraakreactie: M. Beenackers Ontvangstdatum: 25 februari 2013 Inhoud inspraakreactie
Inspreker geeft aan dat zij sinds 2010 een eigen bedrijf heeft op het perceel Dorpsstraat 28. Ze heeft een webshop met opslag- en verzendfunctie aan huis van maximaal 16 m².
Beantwoording gemeente
De beschreven bedrijfsactiviteiten voldoen aan de criteria voor een bedrijf aan huis. Gelet hierop zal het perceel Dorpsstraat 28 op de verbeelding een aanduiding “bedrijf aan huis” krijgen.
3. Beantwoording reacties wettelijk vooroverleg 1. Reactie wettelijk vooroverleg: Provincie Noord Brabant Ontvangstdatum: Inhoud reactie Beantwoording gemeente
De artikelen 3.2.2 sub f en 4.2.2 sub f worden in strijd geacht met het principe van zorgvuldig en zuinig ruimtegebruik zoals bedoeld in artikel 2.1, lid 2 van de Verordening ruimte. Artikel 3.2.6 sub b, artikel 3.4.2, artikel 4.2.6 sub b en artikel 4.4.2 van het bestemmingsplan zijn volgens de provincie in strijd met de Verordening Ruimte i.v.m. de zorgplicht voor ruimtelijke kwaliteit buiten bestaand stedelijk gebied. Dit geldt ook voor onderdelen in artikel 5 (5.2.4, 5.2.6 en 5.4.2), artikel 9 (9.2.3 en 9.4.1), artikel 12 (12.2.3 en 12.4.1) en artikel 20 (20.2.3, 20.2.6, 20.4.2 en 20.4.3). Wellicht biedt artikel 11.10 van de Verordening Ruimte de mogelijkheid voor kleinschalige vrijetijdsvoorzieningen.
De bepalingen met betrekking tot gebouwen buiten het bouwvlak zijn uit de regels verwijderd.
De artikelen 3.2.6, sub b en 4.2.6 sub b, zijn aangepast en zijn beperkt tot het toestaan van bouwwerken, geen gebouwen zijnde van maximaal 1 meter, voor zover de gronden liggen buiten het gebied 'bestaand stedelijk gebied: kernen in landelijk gebied'. De mogelijkheden in de artikelen 3.4.2 en 4.4.2 zijn geschrapt, voor de gronden die buiten het gebied 'bestaand stedelijk gebied: kernen in landelijk gebied' liggen. De bestemmingsvlakken van de bestemming ‘Wonen’ (artikel 20) zijn overgenomen van het geldende bestemmingsplan. Dit zijn reeds bestaande situaties. Het betreffende bestemmingsvlak is in het geldende bestemmingsplan naast een bouwvlak onderverdeeld in een zone ‘tuin bebouwd’ en een zone ‘tuin onbebouwd’. In het bijbehorende planvoorschrift is opgenomen dat bijgebouwen toegestaan zijn in het
4
bouwvlak en in de zone ‘tuin bebouwd’. Deze bouwmogelijkheden zijn overgenomen in het onderhavige bestemmingsplan. Verder is aangehaakt bij het systeem van het Besluit omgevingsrecht. Bestaande rechten dienen in principe te worden gerespecteerd. Gezien het voornoemde en de bouwmogelijkheden van het geldende bestemmingsplan, is er geen sprake van strijdigheid met de Verordening ruimte, omdat er geen sprake is van nieuwe bouwmogelijkheden of nieuwe situaties. Dit geldt eveneens voor de situaties in artikel 5 (Bedrijf), artikel 9 (Dienstverlening) en artikel 12 (Maatschappelijk). De toelichting zal worden aangevuld met het bovengenoemde. De artikelen 3.4.3, 4.4.3, 5.4.3, 9.4.2, 12.4.2 en artikel 20.4.4 zijn in strijd met de Verordening ruimte i.v.m. het ontbreken van een kwaliteitsverbetering van het landschap voor ontwikkelingen buiten bestaand stedelijk gebied.
Aan deze artikelen is een bepaling toegevoegd m.b.t. de noodzakelijke kwaliteitsverbetering van het landschap daar waar het percelen betreft die buiten het bestaande stedelijke gebied zijn gesitueerd.
Op de verbeelding wordt ter plaatse de aanduiding ‘ecologische waarde’ opgenomen. Er wordt een planregel toegevoegd in de bestemming ‘Groen’ dat ter plaatse van voornoemde aanduiding de bestemming gericht is op het behoud, herstel en ontwikkeling van de ecologische waarden en kenmerken. Tevens is opgenomen dat ter plaatse van de aanduiding ‘ecologische waarde’ niet mag worden gebouwd. Het perceel Binnen 3 is van een Het perceel Binnen 3 is door het agrarische bestemming omgezet besluit van de Provincie betreffende naar een woonbestemming conform het wijzigen van de Verordening de feitelijke situatie. Dit is in strijd Ruimte binnen het bestaande met de Verordening Ruimte omdat stedelijke gebied komen te liggen. niet is verzekerd dat de overtollige Daarnaast is reeds op 28 juni 2007 bebouwing is/wordt gesloopt en een bouwvergunning met vrijstelling welke kwaliteitsverbetering van het verleend voor het verbouwen van de landschap hiermee gepaard gaat. woning met bedrijfsruimte tot De bestemming “Groen” ter hoogte van het Kasteel aan de Binnen 1 te Dussen is ontoereikend vanwege de ecologische hoofdstructuur ter plaatse. De bestemming moet gericht zijn op het behoud, herstel en ontwikkeling van ecologische waarden en kenmerken van dit gebied.
5
woonboerderij. In feite is het, het positief bestemmen van een reeds vergunde situatie. Op de verbeelding is echter wel heel het kadastrale perceel als wonen met tuin bestemd. Dit is niet correct, omdat een deel gewoon nog agrarische grond betreft. De agrarische bestemming ten noorden en ten westen van Binnen 3 zullen dan ook conform het vigerende bestemmingsplan gehandhaafd blijven. De verbeelding is hierop aangepast. In artikel 3 en 4 en de begrippenlijst De betreffende planregels zijn ontbreekt de definitie “agrarisch aangepast. In de planregels is in artikel 3.1 en 4.1 thans opgenomen grondgebruik”. Het gaat er dan om of daarbij grondgebonden en/of niet dat de gronden bestemd zijn voor de grondgebonden agrarisch uitoefening van een grondgebonden bedrijvigheid wordt toegestaan. Ook agrarisch bedrijf. de omschakeling van of naar een intensieve veehouderij is niet uitgesloten in deze regeling. 2. Reactie wettelijk vooroverleg: Waterschap Rivierenland Ontvangstdatum: 22 februari 2013 Inhoud reactie Beantwoording gemeente
Het Waterschap verzoekt in de bestemmingsomschrijving van artikel 19, op te nemen dat dat de gronden met de bestemming ‘water’ in hoofdzaak bedoeld zijn voor de waterhuishouding, zoals: - Waterhuishoudkundige doeleinden - Voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, waterafvoer en waterberging - Kunstwerken, bruggen en andere waterstaatswerken Het Waterschap geeft aan dat de vrijwaringszone watergang op de verbeelding niet overal juist is geprojecteerd. De vrijwaringszone van 5 meter geldt namelijk vanaf de boveninsteek van de watergang. Tevens dient de bestemming “Water” ook tot aan de boveninsteek van de watergang opgenomen te worden.
Artikel 19 is conform het verzoek aangepast.
De verbeelding is, daar waar dit van toepassing is, aangepast ten aanzien van de juiste situering van de vrijwaringszones langs de Awatergangen.
6
3. Reactie wettelijk vooroverleg: Regioarcheoloog Ontvangstdatum: 19 februari 2013 Inhoud reactie Beantwoording gemeente
De regioarcheoloog is van mening dat er in paragraaf 2.2 van de toelichting wat meer aandacht besteed moet worden aan de historie. Hiervoor is een voorzet gedaan. De regioarcheoloog verzoekt een aantal tekstuele wijzigingen door te voeren in paragraaf 4.8.
De toelichting wordt voorzien van een extra aanvulling met betrekking tot de historie, conform het verzoek.
De voorgestelde tekstuele wijzigingen worden doorgevoerd.
4. Aanpassingen voorontwerpbestemmingsplan Als gevolg van de inspraakreacties, het wettelijk voorverleg en ambtelijke wijzigingen is het voorontwerpbestemmingsplan op onderdelen gewijzigd. Hierna is een overzicht gegeven van de wijzigingen. Wijzigingen n.a.v. inspraakreacties Nr. Wijziging 1 Het perceel Dorpsstraat 28 heeft de aanduiding “bedrijf aan huis” gekregen.
Wijzigingen n.a.v. reacties wettelijk vooroverleg Nr. Wijziging 1. De artikelen 3.2.2 sub f en 4.2.2 sub f zijn zodanig aangepast dat buiten 2. 3.
4.
5.
6. 7. 8.
9. 10.
het bouwvlak geen gebouwen gerealiseerd mogen worden. De artikelen 3.2.6, sub b en 4.2.6 sub b en de artikelen 3.4.2 en 4.4.2 zijn conform het verzoek van de Provincie aangepast. Paragraaf 5.3 van de toelichting is naar aanleiding van de opmerkingen van de Provincie aangevuld met betrekking tot de bestaande rechten bij de bestemmingen wonen, dienstverlening, maatschappelijk en bedrijf. Ter hoogte van het kasteel ten behoeve van de EHS is er op de verbeelding een aanduiding ‘ecologische waarde’ opgenomen. Tevens is aan artikel 10 (Groen) hier een bepaling over opgenomen. De agrarische bestemming ten noorden en ten westen van Binnen 3 is conform het vigerende bestemmingsplan bestemd voor agrarische doeleinden. Artikel 3.1, 4.1, 3.8 en 4.8 zijn conform het verzoek van de Provincie aangepast m.b.t. het grondgebonden agrarische gebruik. Artikel 19 is conform het verzoek van het Waterschap aangepast. Op de verbeelding is de vrijwaringszone langs de A-watergangen, daar waar dit van toepassing is, aangepast zodanig dat deze vanaf de boveninsteek begint. Alle A- watergangen hebben de bestemming water gekregen tot boven aan de insteek van de watergang. Paragraaf 4.8 wordt voorzien van een extra aanvulling met betrekking tot 7
11.
de historie, conform het verzoek van de regioarcheoloog In paragraaf 4.8 zijn enkele wijzigingen doorgevoerd conform het verzoek van de regioarcheoloog.
Ambtelijke wijzigingen Nr. 1.
2.
3.
Nr. 1.
2.
Wijziging op verbeelding
Muilkerk 42: op deze locatie is een omgevingsvergunning voor bouwen en afwijken van het bestemmingsplan verleend voor een ontspanningsruimte. Deze is op de verbeelding positief bestemd. Achter Oude Zeedijk 17 is een perceel bestemd voor ‘WonenWoonwagen’ conform het op 11 maart 1981 vastgestelde bestemmingsplan. Dit plan is echter nooit gerealiseerd en zal de komende planperiode ook niet tot uitvoering gebracht worden. Deze bestemming met omliggende groenbestemming is verwijderd en conform de feitelijke situatie bestemd voor agrarische doeleinden. Het bouwblok op Binnen 12a is aangepast aan de feitelijke situatie van het bebouwde oppervlak van het agrarische bedrijf. Wijziging in regels
Bijlage 1 behorende bij de regels (Staat van bedrijfsactiviteiten) is aangepast. De bestemming ‘Wonen-Woonwagen’ (artikel 21) is uit de regels verwijderd.
8
bestemmingsplan Kern Dussen
Bijlage 2 Nota zienswijzen en ambtelijke wijzigingen
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
57
Nota van zienswijzen en ambtelijke wijzigingen Bestemmingsplan “Kern Dussen”
1
2
1. Inleiding Toelichting Vanaf 29 maart 2013 heeft het ontwerpbestemmingsplan “Kern Dussen” gedurende 6 weken ter inzage gelegen. Tijdens deze termijn kon iedereen een schriftelijke zijn/haar zienswijze kenbaar maken. Doel Het gaat om een actualisatie van de bestaande bestemmingsplannen voor de kern van Dussen. Het plangebied betreft de gehele kern Dussen inclusief een deel van het bedrijventerrein ten zuiden van de Provinciale weg. Ook Binnen, Hoek, Muilkerk en de Dussen dijk zijn in dit plan opgenomen. Het doel van voorliggend bestemmingsplan is het bieden van een actuele en eenduidige juridische regeling voor het toegestane gebruik en de toegestane bouwwerken binnen het plangebied. Het bestemmingsplan heeft overwegend een conserverend karakter. Nieuwe grootschalige ontwikkelingen worden niet mogelijk gemaakt. Om het bestemmingsplan mogelijk te maken is voorafgaand aan de bestemmingsplanprocedure ex artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening, het bestemmingsplan voorbereid conform 1.3.1. Besluit ruimtelijke ordening. Zienswijzen Het ontwerpbestemmingsplan “Kern Dussen” heeft vanaf 29 maart 2013 gedurende 6 weken ter inzage gelegen. In deze periode stond voor een ieder de mogelijkheid open zijn/haar zienswijze op het ontwerpbestemmingsplan bij het college van burgemeester en wethouders kenbaar te maken. Er is 1 zienswijze ingediend door Autorijschool Ron Schalken, Molenkade 7, 4271 AE Dussen. Ook zijn er een aantal ambtelijke wijzigingen die doorgevoerd moeten worden. Opzet Een uitwerking van de zienswijze en de gemeentelijke reactie treft u in hoofdstuk 2 aan. Per zienswijze is de inhoudelijke strekking daarvan zakelijk weergegeven. Vervolgens wordt per zienswijze de inhoudelijke reactie van de gemeente weergegeven. Hoofdstuk 3 geeft inzicht in de onderdelen die ten opzichte van het ontwerp zijn gewijzigd. Het betreft wijzigingen die voortkomen uit de ingebrachte zienswijze en/of ambtelijke wijzigingen.
3
2. Beantwoording zienswijzen 1. Zienswijze Autorijschool Ron Schalken Ontvangstdatum 9 mei 2013 Inhoud zienswijze Beantwoording gemeente Met het bieden van een eenduidige Reclamant geeft aan dat het bestemmingsplan Kern Dussen tot juridische regeling wordt bedoeld dat de regels in alle bestemmingsplannen doelstelling heeft, het bieden van een eenduidige juridische regeling binnen de gemeente Werkendam op voor het toegestane gebruik en de dezelfde wijze staan beschreven. De reden dat nieuwe ontwikkelingen niet in toegestane bouwwerken binnen dit kernplan zijn meegenomen heeft te het plangebied. Nieuwe en maken met het lange traject van grootschalige ontwikkelingen, onderzoeken die noodzakelijk zijn voor zoals het MFA in het centrum en een dergelijke ontwikkeling. Het de uitbreiding Van Ballegooyen, worden hierin niet mogelijk bestemmingsplan Kern Dussen is een gemaakt. conserverend plan waarin de bestaande In dat kader merkt reclamant op situatie is vastgelegd evenals de dat juist deze grote ontwikkelingen verleende vergunningen en ontheffingen die de afgelopen jaren zijn verleend. De grote gevolgen hebben voor de verdere ontwikkeling van de kern nieuwe ontwikkelingen zoals het MFA Dussen en dus juist wel moeten Dussen en de uitbreiding van Van Ballegooyen doorlopen een aparte worden meegenomen vanwege procedure waar straks ook dezelfde deze eenduidige juridische eenduidige juridische regels voor regeling. worden opgenomen, net zoals bij alle andere kernen en individuele ontwikkelingen in de gemeente. Zienswijze: ongegrond
4
3. Ambtelijke wijzigingen Nr. 1.
2.
3.
4.
5. 6. 7.
8.
Wijziging
Noordererf 2: Een deel van de grond naast het perceel Noordererf 2 is door de eigenaar van de woning aangekocht, waardoor de bestemming ‘Groen’ gewijzigd is in de bestemming ‘Tuin’. Aan Groot-Zuideveld zijn reeds bestaande parkeerplaatsen per abuis bestemd als ‘Groen’. Deze hebben nu de bestemming ‘verkeer’ gekregen. Hoek 47: De bestaande vergunde bebouwing op dit perceel heeft per abuis de bestemming ‘tuin’ gekregen, waarbinnen juist geen bebouwing is toegestaan. Dit was niet de bedoeling, zodat nu een deel van de bestemming ‘tuin’ aan de achterzijde van de woning de bestemming ‘woondoeleinden’ heeft gekregen. Dorpsstraat 47: Deze bestaande woning is per abuis bestemd als bedrijfswoning terwijl deze woning geen bedrijfswoning is. De woning heeft weer de oorspronkelijke bestemming’ woondoeleinden’ gekregen. Paragraaf 4.8.2.5 van de toelichting is aangevuld met betrekking tot het AMZ-proces. Binnen 3a: Recentelijk is voor dit perceel vergunning verleend voor een Bed & Breakfast. Deze is als zodanig ook op de verbeelding aangeduid. Binnen 14: In het vigerende bestemmingsplan is dit pand aangeduid als cultuurhistorisch waardevolle bebouwing. Dit pand heeft nog steeds deze waarde. Per abuis is de aanduiding niet in dit nieuwe bestemmingsplan overgenomen. Deze aanduiding is nu alsnog toegevoegd. Artikel 20.6.2, lid c is duidelijker geformuleerd. De tekst luidt nu als volgt:het absolute maximum aan oppervlakte van 60 m2 aan bijbehorende bouwwerken buiten het bouwvlak, niet wordt overschreden.
5
bestemmingsplan Kern Dussen
Regels
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
63
bestemmingsplan Kern Dussen
Hoofdstuk 1 Artikel 1 1.1
Inleidende regels
Begrippen
plan
het bestemmingsplan Kern Dussen van de gemeente Werkendam. 1.2
bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0870.05BP1062kerndussen-VA01 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen).
1.3
aan huis verbonden beroep of bedrijf
een beroep of bedrijf dat in (een gedeelte van) een woning of een bijbehorend bouwwerk wordt uitgeoefend en dat is gericht op het ambachtelijk vervaardigen van produkten en/of het leveren van diensten, door de gebruiker van de woning, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is, met uitzondering van kapsalons en detailhandel (waarbij beperkte detailhandel via internet is toegestaan, mits geen goederen van huis worden afgehaald). 1.4
aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden. 1.5
aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft. 1.6
aanduidingsvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten. 1.7
achtererfgebied
erf aan de achterkant en de niet naar het openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant, op meer dan 1 m van de voorkant van het hoofdgebouw. 1.8
achtergevel
een van de weg afgekeerde gevel van een hoofdgebouw die parallel of nagenoeg parallel loopt aan de voorgevel. 1.9
achtergevellijn
de lijn waarin de achtergevel van het hoofdgebouw is gelegen, alsmede het verlengde daarvan. 1.10
achtertuin
de gronden gelegen tussen de achtergevellijn en de achterste perceelsgrens. 1.11
afhankelijke woonruimte
een bijbehorend bouwwerk, dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning, waarbij dit bouwwerk hoort, en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is.
64
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
bestemmingsplan Kern Dussen
1.12
archeologische waarde
De aan een gebied toegekende waarde in verband met de kennis en de studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteit uit het verleden. 1.13
bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde. 1.14
bed and breakfast
een kleinschalige, aan de woonfuntie ondergeschikte, kortdurende, toeristische verblijfsvoorziening, voor uitsluitend logies en ontbijt voor maximaal 5 personen, die deel uitmaakt van het hoofdgebouw of is gevestigd in één van de bestaande, legaal opgerichte bijgebouwen en wordt gerund door de gebruikers van het betreffende perceel. Onder een bed en breakfast voorziening wordt niet verstaan overnachting, noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid. 1.15
bedrijf
een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren, inzamelen en verhandelen van goederen. 1.16
bedrijfsgebouw
een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf.
1.17
bedrijfswoning/dienstwoning
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting ter plaatse noodzakelijk is, gelet op het feitelijk gebruik van het gebouw en/of terrein in overeenstemming met de bestemming. 1.18
begane grond
de natuurlijke oppervlakte van het terrein, zonder enige kunstmatige verhoging c.q. verlaging, alsmede dat gedeelte van een gebouw dat met die oppervlakte gelijk is. Is er sprake van hoogteverschillen in het terrein, dan geldt: de hoogte van het hoogst gelegen aangrenzend maaiveld. 1.19
bestaande situatie (bebouwing en gebruik)
bebouwing en gebruik, zoals aanwezig op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan, dan wel mag worden gebouwd krachtens een vóór dat tijdstip aangevraagde omgevingsvergunning. 1.20
bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak. 1.21
bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming. 1.22
bevoegd gezag
bevoegd gezag als bedoeld in artikel 2.4 Wabo. 1.23
bijbehorend bouwwerk
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel een functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
65
bestemmingsplan Kern Dussen
1.24
bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats. 1.25
bouwgrens
de grens van een bouwvlak. 1.26
bouwlaag
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder. 1.27
bouwmassa
een verzameling gebouwen bestaande uit een vrijstaand hoofdgebouw, dan wel twee of meer aaneengebouwde hoofdgebouwen inclusief aan- en uitbouwen.
1.28
bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten. 1.29
bouwperceelgrens
een grens van een bouwperceel. 1.30
bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten. 1.31
bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond. 1.32
café
een horecabedrijf waarin alcoholvrije en alcoholhoudende dranken worden verstrekt voor gebruik ter plaatse, al dan niet in combinatie met het bereiden en het verstrekken van maaltijden; de nadruk ligt echter op het verstrekken van dranken. 1.33
carport
een op de grond staande overkapping van een bouwlaag bij een bestaande woning of een bestaand woongebouw, die bedoeld is als een overdekte stallingsruimte voor personenauto's, die geen wanden of deuren heeft waarvan de begrenzing wordt gevormd door de woning of daarbij behorende bouwwerken en/of ondersteuningen.
1.34
coffeeshop
een horecabedrijf, waarin uitsluitend alcoholvrije dranken en eventueel kleine eetwaren worden verstrekt voor gebruik ter plaatse en waar softdrugs worden verstrekt voor gebruik ter plaatse of gebruik elders.
66
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
bestemmingsplan Kern Dussen
1.35
cultuurhistorische waarde
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan en door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt, zoals dat onder meer tot uitdrukking komt in de beplanting, het reliëf, de verkaveling, het sloten- of wegenpatroon en/of de architectuur.
1.36
detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit. 1.37
dienstverlening
het verlenen van economische en maatschappelijke diensten, waarbij het publiek rechtstreeks al dan niet via een balie te woord wordt gestaan en geholpen, zoals reis- en uitzendbureaus, pedicures, wasserettes, makelaarskantoren en bankfilialen, met uitzondering van een garagebedrijf en een seksinrichting. 1.38
ecologische waarden
de aan het gebied toegekende waarden die verband houden met de samenhang van dieren en planten en hun leefomgeving en/of tussen dieren en planten onderling. 1.39
eerste bouwlaag
de bouwlaag op de begane grond. 1.40
erf
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw en voor zover dit bestemmingsplan deze inrichting niet verbiedt. 1.41
escortbedrijf
de natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon die bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend. 1.42
extensief recreatief medegebruik
een gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit dagrecreatieve gebruik is toegestaan, zoals die vormen van dagrecreatie die in hoofdzaak gericht zijn op natuur- en landschapsbeleving, te weten wandelen, fietsen, paardrijden, kanoën, een visstijger, een picknickplaats, of een daarmee naar de aard gelijk te stellen medegebruik, waarbij recreanten in relatief geringe aantallen mede gebruik maken van al dan niet aangelegde voorzieningen, zoals wegen, paden, water en wateroevers. 1.43
evenement
een activiteit in de openlucht, dan wel in al dan niet tijdelijke tenten of paviljoens, gericht op het bereiken van een algemeen of besloten publiek voor informerende, educatieve, culturele en/of levensbeschouwelijke doeleinden. 1.44
functie
doeleinden ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan is toegestaan.
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
67
bestemmingsplan Kern Dussen
1.45
gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt. 1.46
gebruiken
het gebruiken, doen en laten gebruiken. 1.47
geluidgevoelige functies
functies zoals bedoeld in het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen.
1.48
geluidzoneringsplichtige inrichting
een inrichting, zoals genoemd in bijlage I, onderdeel D van het Besluit omgevingsrecht, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een geluidszone als bedoeld in die wet moet worden vastgesteld. 1.49
gestapelde bebouwing
bebouwing bestaande uit zich in één hoofdgebouw boven en naast elkaar bevindende zelfstandige woningen en/of bijzondere woonruimten. 1.50
groenvoorzieningen
het geheel van aanplant in een gebied, dan wel het aanbrengen of voorzien van groen, waaronder mede begrepen tuinen, gazons, laanbeplanting, wegbermen, bomen, struiken, parken, bosschages. 1.51
growshop
een ruimte waar substanties, voorwerpen of gegevens, die gebruikt kunnen worden voor de teelt van hennep, worden bewerkt, bewerkt, verwerkt, bedrijfsmatig te koop aangeboden, verkocht, afgeleverd, vervaardigd of voorhanden zijn. 1.52
hoekwoning
een woning op een bouwperceel, gelegen op de hoek van twee wegen. 1.53
hoofdfunctie
een functie waarvoor het hoofdgebouw als zodanig mag worden gebruikt. 1.54
hoofdgebouw
een gebouw, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is. 1.55
horeca
een bedrijf waar bedrijfsmatig dranken en etenswaren voor consumptie ter plaatse worden verstrekt en/of waar bedrijfsmatig logies worden verstrekt. horeca categorie 1: een bedrijf dat is gericht op het bedrijfsmatig verstrekken van al dan niet ter plaatse bereide etenswaren ten behoeve van consumptie ter plaatse, alsmede het daaraan ondergeschikt verstrekken van alcoholhoudende en niet-alcoholhoudende dranken, al dan niet in combinatie met het verstrekken van nachtverblijf en/of van zaalverhuur, zoals een (hotel-) restaurant, pannenkoekhuis, eetcafé en pizzeria, uitgezonderd een maaltijdafhaalcentrum.
horeca categorie 2:
68
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
bestemmingsplan Kern Dussen een bedrijf dat in hoofdzaak is gericht op het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse bereide snacks, ijs en kleine maaltijden voor consumptie, zowel ter plaatse als elders, met daaraan ondergeschikt het verstrekken van dranken, zoals een snackbar, cafetaria, lunchroom en ijssalon.
horeca categorie 3a: een bedrijf dat in hoofdzaak is gericht op het bedrijfsmatig verstrekken van overwegend alcoholische dranken voor consumptie ter plaatse, al dan niet in combinatie met kleine etenswaren, zoals een café.
horeca categorie 3b: een bedrijf dat in hoofdzaak gericht is op zaalverhuur, al dan niet in combinatie met het verstrekken van dranken en kleine etenswaren.
horeca categorie 4: een bedrijf dat in hoofdzaak is gericht op het bedrijfsmatig bieden van gelegenheid tot dansen dan wel tot het uitoefenen van kans- en behendigheidsspel al dan niet in combinatie met het verstrekken van alcoholhoudende en niet-alcoholhoudende dranken, zoals een dancing, discotheek, casino of automatenhal.
1.56
huishouden
één persoon dan wel twee of meer personen, die duurzaam met elkaar samenleven. 1.57
jongerenontmoetingsplaats
Een plaats in de openbare ruimte waar jongeren elkaar kunnen ontmoeten en kunnen recreëren.
1.58
kampeermiddelen
een tent, tentwagen, kampeerauto of caravan dan wel enig ander onderkomen of enig ander voertuig, gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde, een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf. 1.59
kantoor
voorziening gericht op het verlenen van diensten zonder baliefunctie, waarbij het publiek niet rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen. 1.60
kunstwerk
een bouwconstructie in weg, water of spoorlijn, zoals bruggen en sluizen. 1.61
landschappelijke waarde
de aan een gebied toegekende waarde, in verband met de waarneembare verschijningsvorm van dat gebied. 1.62
maatschappelijke voorzieningen
educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke, religieuze, onderwijs-, sport- en recreatieve voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening en verenigingsleven, en zorgvoorzieningen al dan niet in combinatie met zorgwooneenheden als ook ondergeschikte detailhandel en horeca in combinatie met en ten dienste van deze voorzieningen.
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
69
bestemmingsplan Kern Dussen
1.63
manege
een bedrijf dat is gericht op het bieden van paardrijmogelijkheden en het geven van instructie aan derden en daarvoor paarden en/of pony's houdt, in combinatie met een of meer van de volgende hiermee samenhangende activiteiten of voorzieningen: het in pension houden van paarden, en/of pony's, ondersteunende horeca (kantine en foyer e.d.), verenigingsaccomodatie, en het houden van wedstrijden en/of andere evenementen. 1.64
mantelzorg
het anders dan bedrijfsmatig aanbieden van zorg aan een of meer leden van een huidhouding, die hulpbehoevend is of zijn op het fysieke, psychische en/of sociale vlak. 1.65
milieucategorie
een aan een bedrijfsactiviteit toegekende categorie volgens de in de bijlage bij deze regels opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten 1.66
muraltmuur
een muurtje boven op een dijk, die diende als alternatieve en goedkope dijkverhoging. Een muraltmuur bestaat uit drie of vier horizontale betonnen platen, van ongeveer een meter hoog, tussen betonnen staanders. 1.67
natuurlijke waarde
de aan een gebied toegekende waarde gekenmerkt door geologische, geomorfologische, bodemkundige en biologische elementen, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang. 1.68
nutsbedrijf
bedrijf waarvan de werkzaamheden voornamelijk bestaan uit activiteiten ten behoeve van het openbaar nut. 1.69
nutsvoorzieningen
voorzieningen ten behoeve van het openbaar nut, zoals transformatorhuisjes, schakelhuisjes, duikers, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, etc. 1.70
ondergeschikte detailhandel
beperkte op de eindgebruiker gerichte verkoop van goederen, die functioneel rechtstreeks verband houden met de bedrijfsactiviteiten.
1.71
ondergeschikte functie
een functie die qua omvang en uitstraling ondergeschikt is. 1.72
ondergeschikt bouwdeel
een buiten de gevel of dakvlakken uitstekend ondergeschikt deel van een bouwwerk met uitzondering van een uitgebouwd gedeelte van een gebouw dat dient ter uitbreiding van het oppervlak. 1.73
ondergronds bouwwerk
een buiten de gevel of dakvlakken uitstekend ondergeschikt deel van een bouwwerk met uitzondering van een uitgebouwd gedeelte van een gebouw dat dient ter uitbreiding van het oppervlak.
70
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
bestemmingsplan Kern Dussen
1.74
onderkomens
voor verblijf geschikte, al dan niet aan hun bestemming onttrokken voer- en vaartuigen, waaronder begrepen woonwagens, woonschepen, caravans, stacaravans, kampeerauto's, alsook tenten, schuilhutten en keten, al dan niet ingericht ten behoeve van een recreatief buitenverblijf, voor zover deze niet als bouwwerken zijn aan te merken. 1.75
openbaar gebied
weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994, alsmede pleinen, parken, plantsoenen, openbaar water en ander openbaar gebied dat voor publiek algemeen toegankelijk is, met uitzondering van wegen uitsluitend bedoeld voor de ontsluiting van percelen door langzaam verkeer. 1.76
openbare nutsvoorziening
een bouwwerk dat ten dienste staat van het openbaar energietransport dan wel de telecommunicatie, zoals een schakelkast, een elektriciteitshuisje en een verdeelstation. 1.77
openbare ruimte
rijwegen, voet- en fietspaden, pleinen, groenvoorzieningen en water, met inbegrip van de daarbij behorende voorzieningen van algemeen nut, bermen, taluds, waterlopen en waterbouwkundige kunstwerken, ondergrondse afvalsystemen en ondergrondse infrastructurele voorzieningen. 1.78
overkapping
een bouwwerk, geen gebouw zijnde met een gesloten dak, dat niet of slechts aan één zijde is voorzien van een (bestaande) niet eigen-wand, waaronder begrepen een carport. 1.79
parkeervoorzieningen
Elk al dan niet overdekte c.q. ondergrondse stallingsgelegenheid ten behoeve van gemotoriseerd verkeer: a. openbare parkeerplaatsen: parkeerplaatsen die in beginsel openbaar toegankelijk zijn; b. particuliere parkeerplaatsen: parkeerplaatsen die in beginsel niet openbaar toegankelijk zijn, zoals bijvoorbeeld parkeerplaatsen op eigen terrein. 1.80
parkeren
het laten stilstaan van een voertuig anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van passagiers of voor het onmiddellijk laden en lossen van goederen. 1.81
permanente bewoning
bewoning van een ruimte als hoofdverblijf. 1.82
productiegebonden detailhandel
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie. 1.83
prostitutie
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele diensten ten behoeve van een ander tegen vergoeding. 1.84
raamprostitutie
een seksinrichting bestemd voor of in gebruik voor het zich vanaf de openbare weg of een andere voor het publiek toegankelijke plaats, zichtbaar ter beschikking stellen tot het tegen betaling verlenen van seksuele diensten aan anderen (prostitutie).
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
71
bestemmingsplan Kern Dussen
1.85
recreatief medegebruik
vormen van extensieve recreatie (zoals wandelen en fietsen) waarvoor geen specifieke inrichting (met uitzondering van bankjes, wegbewijzering, en dergelijke) van het gebied noodzakelijk is, doch in hoofdzaak kan worden volstaan met de voorzieningen die reeds ten behoeve van de hoofdfunctie aanwezig zijn. 1.86
restaurant
een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstreken van maaltijden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken. 1.87
risicovolle inrichting
een inrichting, bij welke ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. risico-afstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten. 1.88
seksinrichting
een voor publiek toegankelijke ruimte, waaronder mede begrepen vaar- en voertuigen, waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting wordt in elk geval verstaan: een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater, een parenclub, of een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al dan niet gecombineerd met elkaar. 1.89
sekswinkel
de voor het publiek toegankelijke, (besloten) ruimte waarin hoofdzakelijk goederen van erotisch-pornografische aard aan particulieren plegen te worden verkocht of verhuurd. 1.90
serviceshop
een gebouw, of een gedeelte van een gebouw bij een benzinestation waar behalve autogerelateerde artikelen bij wijze van serviceverlening ook artikelen als bijvoorbeeld kranten, dranken, ijs, en daarmee vergelijkbare versnaperingen worden verkocht. 1.91
smartshop
een ruimte voor het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen uitstalling ten verkoop, verkopen en/of leveren van psychotrope stoffen aan de uiteindelijke verbruiker of gebruiker. 1.92
sociale veiligheid
een ruimtelijke situatie die overzichtelijk, herkenbaar en sociaal controleerbaar is. 1.93
speelvoorzieningen
speelgelegenheid, speelgelegenheden, ontmoetingsplaatsen voor jongere en sport- en speelplaatsen. 1.94
staat van bedrijfsactiviteiten
een als bijlage bij deze regels behorende en daarvan onderdeel uitmakende lijst van bedrijven en instellingen. 1.95
stedenbouwkundig beeld
het door de omvang, de vorm en de situering van de bouwmassa's bepaalde beeld inclusief de ter plaatse door de infrastructuur, de begroeiing en andere door de mens aangebrachte (kunstmatige) elementen gevormde ruimte(n).
72
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
bestemmingsplan Kern Dussen
1.96
straatmeubilair
de op of bij de weg behorende bouwwerken, zoals verkeersgeleiders, verkeersborden, brandkranen, lichtmasten, parkeermeters, stadsplattegronden, zitbanken, bloem- en plantenbakken, papier-, glas- en andere inzamelbakken, kunstobjecten, gedenktekens, draagconstructies voor reclame alsmede telefooncellen, abri's en andere, hiermee gelijk te stellen bouwwerken. 1.97
straatprostitutie
het door handelingen, houding, woord, gebaar of op andere wijze passanten bewegen, uitnodigen dan wel aanlokken tot prostitutie. 1.98
terras
een plek van een horecagelegenheid waar men buiten kan zitten. 1.99
thuisprostitutie
prostitutie die door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende gebouwen, met behoud van woonfunctie, kan worden uitgeoefend. 1.100
uitbouw
de vergroting van een bestaande ruimte in een hoofdgebouw, die qua afmetingen en/of in visueel opzicht (onder meer wat betreft (goot)hoogte, dakhelling en/of dakvorm), ondergeschikt is aan het hoofdgebouw. 1.101
verdieping
een bouwlaag die is gelegen boven de eerste bouwlaag op de begane grond. 1.102
verkeerstechnische uitrusting
alle bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die een functie hebben ten behoeve van een veilige en efficiënte verkeersafwikkeling, waaronder begrepen verlichtingselementen, verkeersborden, verkeerslichteninstallaties en bewegwijzeringborden en –portalen. 1.103
verkeersveiligheid
de veiligheid voor het verkeer die wordt bepaald door de mate van overzichtelijkheid en vrij uitzicht (met name bij kruisingen van wegen en uitritten) en de (mogelijke) effecten van bebouwing en overige inrichtingselementen op de gedragingen van verkeersdeelnemers. 1.104
vloeroppervlakte
de totale oppervlakte, binnenwerks gemeten, van alle ruimten op de begane grond, de verdiepingen, de zolder en de bijbehorende aan- en uitbouwen. 1.105
volkstuin
een particuliere tuin, die niet bij de eigen woning ligt en benut wordt voor de teelt van groenten, fruit, kruiden en siergewassen. 1.106
voorerfgebied
erf dat geen onderdeel is van het achtererfgebied. 1.107
voorgevel
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien een perceel met meerdere zijden aan een weg grenst, de als zodanig door burgemeester en wethouders aan te wijzen gevel. 1.108
voorgevellijn
de lijn waarin de voorgevel van het hoofdgebouw is gelegen, alsmede het verlengde daarvan.
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
73
bestemmingsplan Kern Dussen
1.109
waterhuishoudkundige voorzieningen
voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie, en/of waterkwaliteit zoals duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen (zoals infiltratiekratten, wadi's, infiltratiegreppels, doorlatende bestrating en infiltratie- en transportriolen), bermen kavelsloten, gemalen, inlaten etc. 1.110
weg
een voor het openbaar rij- of ander verkeer bestemde weg of pad, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de weg of pad behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de weg liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen. 1.111
werk
een constructie geen gebouw of bouwwerk zijnde. 1.112
woning/wooneenheid
een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden. 1.113
zijstrook
de strook grond begrensd door een zijdelingse perceelsgrens en de zijgevel van het hoofdgebouw, dan wel het verlengde daarvan.
74
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
bestemmingsplan Kern Dussen
Artikel 2
Wijze van meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: 2.1
bebouwd oppervlak van een bouwperceel:
de oppervlakte van alle op een bouwperceel aanwezige bouwwerken tezamen. 2.2
bruto (bedrijfs) vloeroppervlakte (bvo):
de totale vloeroppervlakte van alle bouwlagen van een (bedrijfs)gebouw(en) met inbegrip van alle daartoe behorende ruimten, gemeten (op alle bouwlagen) op vloerniveau langs de buitenomtrek van de opgaande scheidingsconstructies, of tot het hart van de desbetreffende scheidingsconstructie, indien de binnenruimte van het gebouw grenst aan de binnenruimte van een ander gebouw. 2.3
de afstand:
afstanden tussen bouwwerken onderling worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn. 2.4
de afstand tot de bouwperceelsgrens:
tussen de grens van een bouwperceel en enig punt van het op dat bouwperceel voorkomend (hoofd-)gebouw, waar die afstand het kortst is. 2.5
de afstand tot de (zijdelingse) perceelsgrens:
de kortste afstand van enig punt van een bouwwerk tot de (zijdelingse) perceelsscheiding van het bouweperceel. 2.6
het bebouwingspercentage:
het oppervlak dat met bouwwerken is bebouwd, uitgedrukt in procenten van de oppervlakte van het bouwperceel, voor zover dat is gelegen binnen de bestemming, of binnen een in de planregels nader aan te duiden gedeelte van die bestemming. 2.7
de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen. 2.8
de dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak. 2.9
de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel. 2.10
de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen. 2.11
de lengte, breedte, diepte van een bouwwerk:
de buitenwerks tussen de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidingsmuren gemeten afstand. 2.12
de ondergrondse bouwdiepte van een bouwwerk:
vanaf peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend.
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
75
bestemmingsplan Kern Dussen
2.13
de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk. 2.14
maaiveld:
bovenkant van het terrein dat een gebouw/bouwwerk omgeeft. 2.15
meting op de verbeelding:
Voor zover op de verbeelding niet anders is aangegeven, worden afmetingen en afstanden bepaald door middel van meting op de verbeelding, met dien verstande dat: a. gemeten dient te worden vanuit het hart van de op de verbeelding getekende lijnen, en; b. de maat van de openbare ruimte wordt berekend naar de ter plaatse geldende werkelijke situatie, behoudens indien de grenslijn van de bebouwing niet in de bestaande voorgevellijn is geprojecteerd. 2.16
peil:
a. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de kruin van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang. b. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de gemiddelde hoogte van het afgewerkte aansluitende maaiveld. c. voor gebouwen in het talud van de dijk: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld ter plaatse van de van de dijk afgekeerde zijde van het gebouw.
76
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
bestemmingsplan Kern Dussen
Hoofdstuk 2 Artikel 3 3.1
Bestemmingsregels
Agrarisch
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. de uitoefening van een grondgebonden agrarisch bedrijf, als dan niet met daaraan ondergeschikte productiegebonden detailhandel, mits de detailhandel geen zelfstandig onderdeel van de bedrijfsvoering vormt; alsmede voor: b. een bedrijfswoning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning'; c. extensief (dag) recreatief medegebruik; d. de instandhouding en bescherming van een rijksmonument, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - rijksmonument'; e. de instandhouding en bescherming van cultuurhistorisch waardevolle bebouwing, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - cultuurhistorisch waardevol'; f. behoud, herstel en ontwikkeling van de specifieke bij het gebied behorende landschappelijke waarden, natuurlijke waarden en cultuurhistorische waarden; een en ander met de daarbij behorende: g. tuinen, erven en terreinen; h. water, watergangen en waterhuishoudkundige voorzieningen, zoals (berm)- en (kavel)sloten, greppels en duikers en andere voorzieningen ten behoeve van waterafvoer, waterberging en infiltratie; i. groenvoorzieningen; j. verblijfsvoorzieningen, zoals in- en uitritten, fiets- en wandelpaden en overige verhardingen; k. voorzieningen van openbaar nut, zoals kunstwerken, straatmeubilair, bergbezinkbassins en dergelijke; l. nutsvoorzieningen. 3.2
Bouwregels
3.2.1
Algemeen
Op de voor 'Agrarisch' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: a. gebouwen ten behoeve van de in lid 3.1 genoemde bestemming; b. bouwwerken, geen gebouw zijnde. 3.2.2
Bedrijfsgebouwen
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen, gelden de volgende regels: a. bedrijfsgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd; b. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd; c. per bouwvlak mogen uitsluitend bedrijfsgebouwen ten behoeve van één agrarisch bedrijf worden gebouwd; d. de goothoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte'; e. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte'.
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
77
bestemmingsplan Kern Dussen
3.2.3
Bedrijfswoningen
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende regels: a. binnen een bouwvlak ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' mag maximaal één bedrijfswoning worden gebouwd; b. een bedrijfswoning kan zowel vrijstaand als aan het hoofdgebouw verbonden, c.q. in de bouwmassa opgenomen, gebouwd worden, met dien verstande dat: 1. de inhoud van de bedrijfswoning niet minder dan 300 m³ en niet meer dan 750 m³ mag bedragen; 2. de goothoogte niet meer mag bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte'; 3. de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte'. 3.2.4
Bijbehorende bouwwerk en, behorende bij (bedrijfs-)woningen
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels: a. bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd; b. bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend in het achtererfgebied worden gebouwd, behoudens de bijbehorende bouwwerken zoals genoemd in lid 3.2.5; c. de gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken mag per bouwperceel niet meer bedragen dan 60 m²; d. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 meter; e. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 5 meter. 3.2.5
Bijbehorende bouwwerk en bij (bedrijfs-)woning op het voorerfgebied
Op het voorerfgebied mogen uitbreidingen, zoals een erker, balkon of luifel, worden gebouwd, waarbij moet worden voldaan aan de volgende regels: a. de diepte van de uitbreiding mag niet meer bedragen dan 1,5 meter; b. de afstand tot de voorste perceelsgrens mag niet minder bedragen dan 2 meter; c. de bouwhoogte van een erker of luifel mag niet meer bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag van de bedrijfswoning; d. de breedte van een uitbreiding mag niet meer bedragen dan 2/3 deel van de breedte van de voorgevel van de bedrijfswoning. 3.2.6
Bouwwerk en, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a. binnen het bouwvlak mag de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer bedragen dan de goothoogte van de bedrijfsgebouwen, behoudens: 1. vlaggenmasten, licht- en andere masten en antennes, waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 8 meter; b. buiten het bouwvlak mag de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer bedragen dan 3 meter, behoudens erf- en/of terreinafscheidingen, waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 2 meter; c. het bepaalde onder sub b is niet van toepassing, voor zover de gronden liggen buiten het 'bestaand stedelijk gebied: kernen in landelijk gebied', zoals bepaald in de provinciale Verordening ruimte. In dat geval geldt een maximale bouwhoogte van 1 meter. 3.3
Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering, omvang en hoogte van bouwwerken met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
78
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
bestemmingsplan Kern Dussen a. b. c. d. e. f. g.
het stedenbouwkundige beeld; de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden; het uitzicht van woningen; de verkeersveiligheid; de sociale veiligheid; de brandveiligheid; de milieusituatie.
3.4
Afwijken van de bouwregels
3.4.1
Afwijk en hoogte agrarische gebouwen
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2.2 onder d en e, voor de bouw van een agrarisch gebouw met een grotere hoogte, mits: a. er geen onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en de zich daarop bevindende bouwwerken plaatsvindt; b. de goothoogte niet meer bedraagt dan 6 meter; c. de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 10 meter; d. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het woon- en leefklimaat op aangrenzende woonpercelen; e. er geen onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en de zich daarop bevindende bouwwerken plaatsvindt. Dit betekent onder andere dat de bezonning en het uitzicht van de naastgelegen percelen niet onevenredig mogen worden geschaad. 3.4.2
Afwijk en voor situering bijbehorende bouwwerk en
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2.4 onder b, voor de bouw van bijbehorende bouwwerken buiten het bouwvlak en niet in het achtererfgebied, mits: a. er geen onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en de zich daarop bevindende bouwwerken plaatsvindt. Dit betekent onder andere dat de bezonning en het uitzicht van de naastgelegen percelen niet onevenredig mogen worden geschaad; b. de bijbehorende bouwwerken achter de voorgevellijn van de bedrijfswoning worden gebouwd; c. de goothoogte van de bijbehorende bouwwerken niet meer bedraagt dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw; d. de afstand van de bijbehorende bouwwerken tot de aan de weg gelegen zijde van de bestemmingsgrens, mede in verband met de verkeersveiligheid, niet minder dan 1,5 meter bedraagt; e. de gronden liggen binnen het 'bestaand stedelijk gebied: kernen in landelijk gebied', zoals bepaald in de provinciale Verordening ruimte. 3.4.3
Afwijk en medisch-sociale noodzaak
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2.4 onder c, voor de bouw van een grotere oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken, mits: a. dit noodzakelijk is vanuit medisch-sociale noodzaak (ten behoeve van mindervaliden); b. de uitbreiding niet meer bedraagt dan 40 m²; c. aangetoond wordt dat binnen de bestaande bebouwing geen aanpassing ten behoeve van invaliden mogelijk is; d. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het stedenbouwkundig beeld, gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, het uitzicht van woningen, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de brandveiligheid; e. de ontwikkeling gepaard gaat met een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van de bodem, water, natuur, landschap of cultuurhistorie of van extensieve recreatieve mogelijkheden van het plangebied, met dien verstande dat: 1. voor de ruimtelijke kwaliteitsverbetering een inrichtingsplan/beheersplan is opgesteld en goedgekeurd door het bevoegd gezag; 2. de realisatie, beheer en onderhoud van de ruimtelijke kwaliteitsverbetering moet zijn verzekerd; bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
79
bestemmingsplan Kern Dussen 3. indien de kwaliteitsverbetering als bedoeld in het voorgaande lid niet is verzekerd - de storting van een passende financiële bijdrage in het daarvoor bestemde fonds moet zijn verzekerd sprake is van een zorgvuldige landschappelijke inpassing van de bijbehorende bouwwerken. 3.4.4
Afwijk en woonunits tijdelijk e huisvesting van tijdelijk e werk nemers
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2 voor het toestaan van tijdelijke huisvesting van tijdelijke werknemers, mits: a. b. c. d. e. f. g.
de woonunits binnen het bouwvlak worden geplaatst; de bouwhoogte van de woonunits niet meer dan 4 meter bedraagt; er per bouwvlak niet meer dan 5 units worden geplaatst; er sprake is van een zorgvuldige landschappelijke inpassing; er wordt voldaan aan de eisen op het gebied van brandveiligheid; de natuurlijke waarden en de waterhuishouding niet onevenredig worden aangetast; de ontwikkeling (plaatsen woonunits) gepaard gaat met een kwaliteitsverbetering van het landschap.
3.5
Specifieke gebruiksregels
3.5.1
Strijdig gebruik
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden en bebouwing voor de uitoefening van enige vorm van (detail)handel en/of dienstverlening; b. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden en bouwwerken voor de uitoefening van enige vorm van bedrijf of bedrijfsactiviteiten, anders dan bedoeld in lid 3.1; c. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden en bouwwerken voor de uitoefening van enige vorm van (detail)handel en/of dienstverlening dan volgens het bepaalde in lid 3.1 is toegestaan, behoudens de ter plaatse vervaardigde, geproduceerde en/of grotendeels bewerkte goederen alsmede de beperkte verkoop van artikelen als ondergeschikte nevenactiviteit en/of in directe samenhang met de bedrijfsactiviteiten, mits de detailhandel geen zelfstandig onderdeel van de bedrijfsvoering vormt; d. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van agrarische bouwgronden en graslanden ten behoeve van parkeervoorzieningen; e. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden en bouwwerken ten behoeve van tijdelijke of permanente bewoning, met uitzondering van het bepaalde in lid 3.1, onder b. 3.6
Afwijken van de gebruiksregels
3.6.1
Afwijk en voor mantelzorg
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.5.1 onder d, voor het gebruik van een (vrijstaand) bijgebouw als afhankelijke woonruimte, mits: a. een dergelijke bewoning noodzakelijk is uit het oogpunt van mantelzorg; b. de afhankelijke woonruimte binnen de bepalingen inzake bijbehorende bouwwerken wordt ingepast met een maximale oppervlakte van 80 m²; c. het absolute maximum aan oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken van 60 m² niet wordt overschreden; d. er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken, met dien verstande dat het bevoegd gezag de omgevingsvergunning intrekt, indien de bij het verlenen van de omgevingsvergunning bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is.
80
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
bestemmingsplan Kern Dussen
3.6.2
Afwijk en voor aan-huis-verbonden beroep of bedrijf
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1 voor het gebruik van de bedrijfswoning en een bijbehorend bouwwerk voor een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf, mits: a. de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft; b. de omvang van het aan-huis-verbonden beroep of bedrijf niet meer bedraagt dan 45 m²; c. het aan-huis-verbonden beroep of bedrijf in het hoofd- of bijbehorende bouwwerk wordt uitgeoefend door degene die tevens de gebruiker van de bedrijfswoning is; d. het aan-huis-verbonden beroep of bedrijf voorkomt in milieucategorieën 1 of 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten of, voor wat betreft de aard en omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt, gelijk gesteld kan worden aan een bedrijf behorende tot één van die milieucategorieën; e. de vuitoefening van een aan-huis-gebonden beroep of bedrijf geen ernstige c.q. onevenredige hinder voor het woonmilieu oplevert en geen afbreuk doet aan het woonkarakter van de buurt; f. er geen horeca en geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit, in direct verband met de uitoefening van een beroep of bedrijf aan huis; g. het aan-huis-verbonden beroep of bedrijf geen publieksgericht karakter heeft. 3.6.3
Afwijk en dagrecreatieve voorzieningen
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1 voor het toestaan van (dag)recreatieve voorzieningen, zoals verkoop van dranken, etenswaren en streekeigen producten en het bieden van zitgelegenheid en rondleidingen, mits: a. er geen sprake is van een inrichting waarvoor op grond van de Drank- en horecawet een vergunning is vereist; b. de oppervlakte die voor (dag)recreatieve voorzieningen wordt gebruikt niet meer bedraagt dan 100 m²; c. er ten behoeve van de activiteiten geen ingrijpende bouwkundige voorzieningen worden getroffen; d. de verkeersaantrekkende werking niet onevenredig toeneemt; e. voldaan wordt aan de algemene voorwaarden voor niet-agrarische nevenactiviteit zoals opgenomen in lid 3.6.4. 3.6.4
Afwijk en k leinschalig k amperen
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1 voor het toestaan van kleinschalig kamperen, mits: a. de kampeermiddelen worden gesitueerd binnen het bouwvlak of direct aansluitend aan het bouwvlak tot een afstand van maximaal 50 meter uit het bouwvlak, met dien verstande dat de kampeermiddelen niet buiten het bouwvlak mogen worden gesitueerd aan de aan de weg gelegen zijde van het bouwvlak; b. het aantal kampeermiddelen niet meer dan 15 bedraagt; c. het kampeerterrein uitsluitend in de periode 15 maart tot en met 31 oktober is toegestaan; d. er ten behoeve van de activiteiten geen ingrijpende bouwkundige voorzieningen worden getroffen; e. de verkeersaantrekkende werking niet onevenredig toeneemt; f. voldaan wordt aan de algemene voorwaarden voor niet-agrarische nevenactiviteiten zoals opgenomen in lid 3.6.5. 3.6.5
Algemene voorwaarden nevenactiviteiten
Voor het toestaan van nevenactiviteiten gelden de volgende algemene voorwaarden: a. per agrarisch bedrijf mag maximaal 300 m² van de bebouwing gebruikt worden voor niet-agrarische nevenactiviteiten; b. het agrarisch bedrijf blijft de hoofdfunctie; c. op eigen terrein wordt binnen het bouwvlak voorzien in voldoende parkeervoorzieningen; d. het woon- en leefklimaat in de directe omgeving wordt niet onevenredig aangetast;
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
81
bestemmingsplan Kern Dussen e. de activiteit levert geen belemmering op voor de ontwikkeling van omliggende agrarische bedrijven. 3.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 3.7.1
Omgevingsvergunning
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op of in deze gronden de volgende werken, geen gebouwen zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren: a. het verlagen, vergraven, ophogen of egaliseren van de bodem; b. het wijzigen van de waterhuishouding, zoals draineren, het uitdiepen, graven en/of verleggen van waterlopen; c. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen, voor zover het niet betreft wegen en paden ten behoeve van het normale agrarische gebruik; d. het kappen en/of rooien van bomen en houtgewas. 3.7.2
Uitzonderingen
Een omgevingsvergunning is niet vereist voor werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die: a. behoren tot het normale onderhoud, gebruik en beheer van de agrarische gronden; b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van in werkingtreding van het plan. 3.7.3
Toelaatbaarheid
Een omgevingsvergunning wordt slechts verleend als door de uitoefening van het werk of de werkzaamheid, dan wel door de daarvan (in)direct te verwachten gevolgen, geen blijvende afbreuk wordt gedaan aan de in lid 3.1, onder f bedoelde waarden, en daaraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoet gekomen.
3.8
Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen, overeenkomstig artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, de bestemming 'Agrarisch' wijzigen voor de vergroting van een agrarisch bouwvlak, mits: a. de oppervlakte van het bouwvlak na vergroting maximaal 1,5 hectare bedraagt; b. de vergroting noodzakelijk is voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering ten behoeve van een grondgebonden agrarisch bedrijf; c. er sprake is van een volwaardig agrarisch bedrijf of indien het geen volwaardig agrarisch bedrijf betreft, uit het advies van de Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen blijkt dat door vergroting van het bouwvlak het bedrijf zal uitgroeien tot een volwaardig agrarisch bedrijf; d. is aangetoond dat binnen het bestaande bouwvlak onvoldoende mogelijkheden zijn voor de uitbreiding van de noodzakelijke bebouwing; e. de Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen advies heeft uitgebracht omtrent de onder b t/m d genoemde voorwaarden; f. er een concreet bouw- en inrichtingsplan aan ten grondslag ligt; g. de bestaande en nieuw te realiseren bebouwing landschappelijk wordt ingepast met beplanting; h. het woon- en leefklimaat in de directe omgeving daardoor niet wordt aangetast.
82
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
bestemmingsplan Kern Dussen
Artikel 4 4.1
Agrarisch met waarden
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch met waarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. de uitoefening van een grondgebonden agrarisch bedrijf, al dan niet met daaraan ondergeschikte productiegebonden detailhandel, mits de detailhandel geen zelfstandig onderdeel van de bedrijfsvoering vormt; alsmede voor: b. een bedrijfswoning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning'; c. de instandhouding, herstel en ontwikkeling van ter plaatse voorkomende danwel daaraan eigen natuurwaarden; d. extensief (dag) recreatief medegebruik; e. behoud, herstel en ontwikkeling van de specifieke bij het gebied behorende landschappelijke waarden, natuurlijke waarden en cultuurhistorische waarden; een en ander met de daarbij behorende: f. tuinen, erven en terreinen; g. water, watergangen en waterhuishoudkundige voorzieningen, zoals (berm)- en (kavel)sloten, greppels en duikers en andere voorzieningen ten behoeve van waterafvoer, waterberging en infiltratie; h. groenvoorzieningen; i. verblijfsvoorzieningen, zoals in- en uitritten, fiets- en wandelpaden en overige verhardingen; j. voorzieningen van openbaar nut, zoals kunstwerken, straatmeubilair en dergelijke; k. nutsvoorzieningen. 4.2
Bouwregels
4.2.1
Algemeen
Op de voor 'Agrarisch met waarden' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: a. gebouwen ten behoeve van de in lid 4.1 genoemde bestemming; b. bouwwerken, geen gebouw zijnde. 4.2.2
Bedrijfsgebouwen
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen, gelden de volgende regels: a. bedrijfsgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd; b. het bouwvlak mag volledig worden bebouwd; c. per bouwvlak mogen uitsluitend bedrijfsgebouwen ten behoeve van één agrarisch bedrijf worden gebouwd; d. de goothoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte'; e. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte'.
4.2.3
Bedrijfswoningen
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende regels: a. binnen een bouwvlak ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' mag maximaal één bedrijfswoning worden gebouwd; b. een bedrijfswoning kan zowel vrijstaand als aan het hoofdgebouw verbonden, c.q. in de bouwmassa
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
83
bestemmingsplan Kern Dussen opgenomen, gebouwd worden, met dien verstande dat: 1. de inhoud van de bedrijfswoning niet minder dan 300 m³ en niet meer dan 750 m³ mag bedragen; 2. de goothoogte niet meer mag bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte'; 3. de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte'. 4.2.4
Bijbehorende bouwwerk en, behorende bij (bedrijfs-)woningen
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels: a. bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd; b. bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend in het achtererfgebied worden gebouwd, behoudens de bijbehorende bouwwerken zoals genoemd in lid 4.2.5; c. de gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken mag per bouwperceel niet meer bedragen dan 60 m²; d. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 meter; e. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 5 meter. 4.2.5
Bijbehorende bouwwerk en bij (bedrijfs-)woning op het voorerfgebied
Op het voorerfgebied mogen uitbreidingen, zoals een erker, balkon of luifel, worden gebouwd, waarbij moet worden voldaan aan de volgende regels: a. de diepte van de uitbreiding mag niet meer bedragen dan 1,5 meter; b. de afstand tot de voorste perceelsgrens mag niet minder bedragen dan 2 meter; c. de bouwhoogte van een erker of luifel mag niet meer bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag van de bedrijfswoning; d. de breedte van een uitbreiding mag niet meer bedragen dan 2/3 deel van de breedte van de voorgevel van de bedrijfswoning. 4.2.6
Bouwwerk en, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a. binnen het bouwvlak mag de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer bedragen dan de goothoogte van de bedrijfsgebouwen, behoudens: 1. vlaggenmasten, licht- en andere masten en antennes, waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 8 meter; b. buiten het bouwvlak mag de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer bedragen dan 3 meter, behoudens erf- en/of terreinafscheidingen, waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 2 meter. c. het bepaalde onder sub b is niet van toepassing, voor zover de gronden liggen buiten het 'bestaand stedelijk gebied: kernen in landelijk gebied', zoals bepaald in de provinciale Verordening ruimte. In dat geval geldt een maximale bouwhoogte van 1 meter. 4.3
Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering, omvang en hoogte van bouwwerken met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van: a. b. c. d. e. f.
84
het stedenbouwkundige beeld; de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden; het uitzicht van woningen; de verkeersveiligheid; de sociale veiligheid; de brandveiligheid;
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
bestemmingsplan Kern Dussen g. de milieusituatie. 4.4
Afwijken van de bouwregels
4.4.1
Afwijk en hoogte agrarische gebouwen
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.2.2 onder d en e, voor de bouw van een agrarisch gebouw met een grotere hoogte, mits: a. er geen onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en de zich daarop bevindende bouwwerken plaatsvindt; b. de goothoogte niet meer bedraagt dan 6 meter; c. de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 10 meter; d. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het woon- en leefklimaat op aangrenzende woonpercelen; e. er geen onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en de zich daarop bevindende bouwwerken plaatsvindt. Dit betekent onder andere dat de bezonning en het uitzicht van de naastgelegen percelen niet onevenredig mogen worden geschaad. 4.4.2
Afwijk en voor situering bijbehorende bouwwerk en
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2.4 onder b, voor de bouw van bijbehorende bouwwerken buiten het bouwvlak en niet in het achtererfgebied, mits: a. er geen onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en de zich daarop bevindende bouwwerken plaatsvindt. Dit betekent onder andere dat de bezonning en het uitzicht van de naastgelegen percelen niet onevenredig mogen worden geschaad; b. de bijbehorende bouwwerken achter de voorgevellijn van de bedrijfswoning worden gebouwd; c. de goothoogte van de bijbehorende bouwwerken niet meer bedraagt dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw; d. de afstand van de bijbehorende bouwwerken tot de aan de weg gelegen zijde van de bestemmingsgrens, mede in verband met de verkeersveiligheid, niet minder dan 1,5 meter bedraagt; e. de gronden liggen binnen het 'bestaand stedelijk gebied: kernen in landelijk gebied', zoals bepaald in de provinciale Verordening ruimte. 4.4.3
Afwijk en medisch-sociale noodzaak
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2.4 onder c, voor de bouw van een grotere oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken, mits: a. dit noodzakelijk is vanuit medisch-sociale noodzaak (ten behoeve van mindervaliden); b. de uitbreiding niet meer bedraagt dan 40 m²; c. aangetoond wordt dat binnen de bestaande bebouwing geen aanpassing ten behoeve van invaliden mogelijk is; d. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het stedenbouwkundig beeld, gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, het uitzicht van woningen, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de brandveiligheid; e. de ontwikkeling gepaard gaat met een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van de bodem, water, natuur, landschap of cultuurhistorie of van extensieve recreatieve mogelijkheden van het plangebied, met dien verstande dat: 1. voor de ruimtelijke kwaliteitsverbetering een inrichtingsplan/beheersplan is opgesteld en goedgekeurd door het bevoegd gezag; 2. de realisatie, beheer en onderhoud van de ruimtelijke kwaliteitsverbetering moet zijn verzekerd; 3. indien de kwaliteitsverbetering als bedoeld in het voorgaande lid niet is verzekerd - de storting van een passende financiële bijdrage in het daarvoor bestemde fonds moet zijn verzekerd.
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
85
bestemmingsplan Kern Dussen
4.4.4
Afwijk en huisvesting voor tijdelijk e werk nemers
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2 om woonunits voor de tijdelijke huisvesting van tijdelijke werknemers toe te staan, mits: a. b. c. d. e. f. g.
de woonunits binnen het bouwvlak worden geplaatst; de bouwhoogte van de woonunits niet meer dan 4 meter bedraagt; er per bouwvlak niet meer dan 5 woonunits worden geplaatst; er sprake is van een zorgvuldige landschappelijke inpassing; er wordt voldaan aan de eisen op het gebied van brandveiligheid; de natuurlijke waarden en de waterhuishouding niet onevenredig worden aangetast; de ontwikkeling (plaatsen woonunits) gepaard gaat met een kwaliteitsverbetering van het landschap.
4.5
Specifieke gebruiksregels
4.5.1
Strijdig gebruik
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden en bebouwing voor de uitoefening van enige vorm van (detail)handel en/of dienstverlening; b. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden en bouwwerken voor de uitoefening van enige vorm van bedrijf of bedrijfsactiviteiten, anders dan bedoeld in lid 4.1; c. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden en bouwwerken voor de uitoefening van enige vorm van (detail)handel en/of dienstverlening dan volgens het bepaalde in lid 4.1 is toegestaan, behoudens de ter plaatse vervaardigde, geproduceerde en/of grotendeels bewerkte goederen alsmede de beperkte verkoop van artikelen als ondergeschikte nevenactiviteit en/of in directe samenhang met de bedrijfsactiviteiten, mits de detailhandel geen zelfstandig onderdeel van de bedrijfsvoering vormt; d. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van agrarische bouwgronden en graslanden ten behoeve van parkeervoorzieningen; e. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden en bouwwerken ten behoeve van tijdelijke of permanente bewoning, met uitzondering van het bepaalde in lid 4.1, onder b. 4.6
Afwijken van de gebruiksregels
4.6.1
Afwijk en voor mantelzorg
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.5.1 onder d, voor het gebruik van een (vrijstaand) bijgebouw als afhankelijke woonruimte, mits: a. een dergelijke bewoning noodzakelijk is uit het oogpunt van mantelzorg; b. de afhankelijke woonruimte binnen de bepalingen inzake bijbehorende bouwwerken wordt ingepast met een maximale oppervlakte van 80 m²; c. het absolute maximum aan oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken van 60 m² niet wordt overschreden; d. er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken, met dien verstande dat het bevoegd gezag de omgevingsvergunning intrekt, indien de bij het verlenen van de omgevingsvergunning bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is.
86
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
bestemmingsplan Kern Dussen
4.6.2
Afwijk en voor aan-huis-verbonden beroep of bedrijf
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.1 voor het gebruik van de bedrijfswoning en een bijbehorend bouwwerk voor een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf, mits: a. de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft; b. de omvang van het aan-huis-verbonden beroep of bedrijf niet meer bedraagt dan 45 m²; c. het aan-huis-verbonden beroep of bedrijf in het hoofd- of bijbehorende bouwwerk wordt uitgeoefend door degene die tevens de gebruiker van de bedrijfswoning is; d. het aan-huis-verbonden beroep of bedrijf voorkomt in milieucategorieën 1 of 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten of, voor wat betreft de aard en omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt, gelijk gesteld kan worden aan een bedrijf behorende tot één van die milieucategorieën; e. de vuitoefening van een aan-huis-gebonden beroep of bedrijf geen ernstige c.q. onevenredige hinder voor het woonmilieu oplevert en geen afbreuk doet aan het woonkarakter van de buurt; f. er geen horeca en geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit, in direct verband met de uitoefening van een beroep of bedrijf aan huis; g. het aan-huis-verbonden beroep of bedrijf geen publieksgericht karakter heeft. 4.6.3
Afwijk en dagrecreatieve voorzieningen
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.1 voor het toestaan van (dag)recreatieve voorzieningen, zoals verkoop van dranken, etenswaren en streekeigen producten en het bieden van zitgelegenheid en rondleidingen, mits: a. er geen sprake is van een inrichting waarvoor op grond van de Drank- en horecawet een vergunning is vereist; b. de oppervlakte die voor (dag)recreatieve voorzieningen wordt gebruikt niet meer bedraagt dan 100 m²; c. er ten behoeve van de activiteiten geen ingrijpende bouwkundige voorzieningen worden getroffen; d. de verkeersaantrekkende werking niet onevenredig toeneemt; e. voldaan wordt aan de algemene voorwaarden voor niet-agrarische nevenactiviteit zoals opgenomen in lid 4.6.4. 4.6.4
Afwijk en k leinschalig k amperen
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.1 voor het toestaan van kleinschalig kamperen, mits: a. de kampeermiddelen worden gesitueerd binnen het bouwvlak of direct aansluitend aan het bouwvlak tot een afstand van maximaal 50 meter uit het bouwvlak, met dien verstande dat de kampeermiddelen niet buiten het bouwvlak mogen worden gesitueerd aan de aan de weg gelegen zijde van het bouwvlak; b. het aantal kampeermiddelen niet meer dan 15 bedraagt; c. het kampeerterrein uitsluitend in de periode 15 maart tot en met 31 oktober is toegestaan; d. er ten behoeve van de activiteiten geen ingrijpende bouwkundige voorzieningen worden getroffen; e. de verkeersaantrekkende werking niet onevenredig toeneemt; f. voldaan wordt aan de algemene voorwaarden voor niet-agrarische nevenactiviteiten zoals opgenomen in lid 4.6.5. 4.6.5
Algemene voorwaarden nevenactiviteiten
Voor het toestaan van nevenactiviteiten gelden de volgende algemene voorwaarden: a. per agrarisch bedrijf mag maximaal 300 m² van de bebouwing gebruikt worden voor niet-agrarische nevenactiviteiten; b. het agrarisch bedrijf blijft de hoofdfunctie; c. op eigen terrein wordt binnen het bouwvlak voorzien in voldoende parkeervoorzieningen; d. het woon- en leefklimaat in de directe omgeving wordt niet onevenredig aangetast;
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
87
bestemmingsplan Kern Dussen e. de activiteit levert geen belemmering op voor de ontwikkeling van omliggende agrarische bedrijven. 4.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 4.7.1
Omgevingsvergunning
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op of in deze gronden de volgende werken, geen gebouwen zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren: a. het verlagen, vergraven, ophogen of egaliseren van de bodem; b. het wijzigen van de waterhuishouding, zoals draineren, het uitdiepen, graven en/of verleggen van waterlopen; c. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen, voor zover het niet betreft wegen en paden ten behoeve van het normale agrarische gebruik; d. het kappen en/of rooien van bomen en houtgewas. 4.7.2
Uitzonderingen
Een omgevingsvergunning is niet vereist voor werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die: a. behoren tot het normale onderhoud, gebruik en beheer van de agrarische gronden; b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van in werkingtreding van het plan. 4.7.3
Toelaatbaarheid
Een omgevingsvergunning wordt slechts verleend als door de uitoefening van het werk of de werkzaamheid, dan wel door de daarvan (in)direct te verwachten gevolgen, geen blijvende afbreuk wordt gedaan aan de in lid 4.1, onder f bedoelde waarden, en daaraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoet gekomen.
4.8
Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen, overeenkomstig artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, de bestemming 'Agrarisch met waarden' wijzigen voor de vergroting van een agrarisch bouwvlak, mits: a. de oppervlakte van het bouwvlak na vergroting maximaal 1,5 hectare bedraagt; b. de vergroting noodzakelijk is voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering ten behoeve van een grondgebonden agrarisch bedrjf; c. er sprake is van een volwaardig agrarisch bedrijf of indien het geen volwaardig agrarisch bedrijf betreft, uit het advies van de Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen blijkt dat door vergroting van het bouwvlak het bedrijf zal uitgroeien tot een volwaardig agrarisch bedrijf; d. is aangetoond dat binnen het bestaande bouwvlak onvoldoende mogelijkheden zijn voor de uitbreiding van de noodzakelijke bebouwing; e. de Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen advies heeft uitgebracht omtrent de onder b t/m d genoemde voorwaarden; f. er een concreet bouw- en inrichtingsplan aan ten grondslag ligt; g. de bestaande en nieuw te realiseren bebouwing landschappelijk wordt ingepast met beplanting; h. het woon- en leefklimaat in de directe omgeving daardoor niet wordt aangetast.
88
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
bestemmingsplan Kern Dussen
Artikel 5 5.1
Bedrijf
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. bedrijven in de milieucategorieën 1 en 2 van de bij deze planregels behorende Staat van bedrijfsactiviteiten (bijlage 1), al dan niet in combinatie met ondergeschikte kantoorvoorzieningen en productiegebonden detailhandel; b. bedrijven in de milieucategorie 3.1, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.1'; c. bedrijven in de milieucategorie 3.2, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2'.
d. e. f. g. h.
alsmede voor: een nutsvoorziening, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening'; een bedrijfswoning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning'; detailhandel, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel'; een hondenkennel, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'hondenkennel'; de instandhouding en bescherming van cultuurhistorisch waardevolle monumenten, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - cultuurhistorisch waardevol'.
een en ander met de daarbij behorende: j. groenvoorzieningen, zoals plantsoenen, bermen en overige beplantingen; k. water en waterhuishoudkundige voorzieningen, zoals (berm)sloten, greppels, watergangen, bruggen en duikers; l. verkeers-, verblijfs- en parkeervoorzieningen, waaronder begrepen in- en uitritten en overige verhardingen; m. voorzieningen van openbaar nut, waaronder begrepen informatiezuilen, kunstwerken, straatmeubilair en dergelijke; n. nutsvoorzieningen, waaronder begrepen leidingen en bijbehorende voorzieningen. 5.2
Bouwregels
5.2.1
Bedrijfsgebouwen
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen, gelden de volgende regels: a. b. c. d.
Bedrijfsgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd. Het bouwvlak mag volledig worden bebouwd. Per bouwvlak mogen uitsluitend bedrijfsgebouwen ten behoeve van één bedrijf worden gebouwd. De goothoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte'. e. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte'. 5.2.2
Gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen
Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening' gelden de volgende regels: a. Gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd. b. Het oppervlak per gebouw mag niet meer bedragen dan 15 m². 5.2.3
Bedrijfswoningen
Voor het bouwen van bedrijfswoningen, gelden de volgende regels:
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
89
bestemmingsplan Kern Dussen a. Binnen een bouwvlak ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' mag maximaal één bedrijfswoning worden gebouwd. b. Een bedrijfswoning kan zowel vrijstaand als aan het hoofdgebouw verbonden, c.q. in de bouwmassa opgenomen, gebouwd worden, met dien verstande, dat: 1. de inhoud van de bedrijfswoning niet minder dan 300 m³ en niet meer dan 750 m³ mag bedragen; 2. de goothoogte niet meer mag bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte'; 3. de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte'. 5.2.4
Bijbehorende bouwwerk en, behorende bij bedrijfswoningen
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels: a. Bijbehorende bouwwerken mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd. b. Bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend in het achtererfgebied worden gebouwd, behoudens de bouwwerken zoals genoemd in artikel 5.2.5. c. De gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken mag, behoudens het bouwvlak, per bouwperceel niet meer bedragen dan 60 m². d. De goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 meter. 5.2.5
Bijbehorende bouwwerk en bedrijfswoning voor de voorgevellijn
Op het voorerfgebied mogen uitbreidingen, zoals een erker, balkon of luifel, worden gebouwd, waarbij moet worden voldaan aan de volgende regels: a. De diepte van de uitbreiding mag niet meer bedragen dan 1,5 m. b. De afstand tot de voorste perceelsgrens mag niet minder bedragen dan 2 m. c. De bouwhoogte van een erker of luifel mag niet meer bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag van de bedrijfswoning. d. De breedte van een uitbreiding mag niet meer bedragen dan 2/3 van de breedte van de voorgevel van de bedrijfswoning. 5.2.6
Bouwwerk en, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a. Binnen het bouwvlak mag de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer bedragen dan de goothoogte van de bedrijfsgebouwen, behoudens vlaggenmasten, licht- en andere masten en antennes, waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 8 m. b. Buiten het bouwvlak mag de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer bedragen dan 3 m, behoudens: 1. een bij het verkooppunt voor motorbrandstoffen behorende luifel, waarvan de hoogte niet meer mag bedragen dan 5 m; 2. vlaggenmasten, licht- en andere masten en antennes, waarvan de hoogte niet meer mag bedragen dan 8 m. 5.3
Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en omvang van bouwwerken met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van: a. b. c. d. e.
90
het straat en bebouwingsbeeld; de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden; het uitzicht van woningen; de verkeersveiligheid; de sociale veiligheid;
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
bestemmingsplan Kern Dussen f. de brandveiligheid; g. de milieusituatie. 5.4
Afwijken van de bouwregels
5.4.1
Afwijk en voor nutsvoorziening
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.2.2 onder b voor de bouw van een nutsvoorziening groter dan 15 m², mits: a. de bruto(vloer)oppervlakte niet meer bedraagt dan 25 m²; b. er geen onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en de zich daarop bevindende bouwwerken plaatsvindt. Dit betekent onder andere dat de bezonning en het uitzicht van de naastgelegen percelen niet onevenredig mogen worden geschaad. 5.4.2
Afwijk en voor situering bijbehorende bouwwerk en
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2.4 onder b, voor de bouw van bijbehorende bouwwerken buiten het bouwvlak en niet in het achtererfgebied, mits: a. er geen onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en de zich daarop bevindende bouwwerken plaatsvindt. Dit betekent onder andere dat de bezonning en het uitzicht van de naastgelegen percelen niet onevenredig mogen worden geschaad; b. de bijbehorende bouwwerken achter de voorgevellijn van de bedrijfswoning worden gebouwd; c. de goothoogte van de bijbehorende bouwwerken niet meer bedraagt dan de hoogte van de eerste bouwlaag van de bedrijfswoning; d. de afstand van de bijbehorende bouwwerken tot de aan de weg gelegen zijde van de bestemmingsgrens, mede in verband met de verkeersveiligheid, niet minder dan 1,5 m bedraagt. 5.4.3
Afwijk en medisch sociale noodzaak
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2.4 onder c, voor de bouw van een grotere oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken, mits: a. dit noodzakelijk is vanuit medisch-sociale noodzaak (ten behoeve van mindervaliden); b. de uitbreiding niet meer bedraagt dan 40 m²; c. aangetoond wordt dat binnen de bestaande bebouwing geen aanpassing ten behoeve van invaliden mogelijk is; d. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het straat- en bebouwingsbeeld, de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, het uitzicht van woningen, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de brandveiligheid; e. de ontwikkeling, voor zover deze gesitueerd is buiten 'bestaand stedelijk gebied: kernen in landelijk gebied', zoals opgenomen in de provinciale Verordening ruimte, gepaard gaat met een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van de bodem, water, natuur, landschap of cultuurhistorie of van extensieve recreatieve mogelijkheden van het plangebied, met dien verstande dat: 1. voor de ruimtelijke kwaliteitsverbetering een inrichtingsplan/beheersplan is opgesteld en goedgekeurd door het bevoegd gezag; 2. de realisatie, beheer en onderhoud van de ruimtelijke kwaliteitsverbetering moet zijn verzekerd; 3. indien de kwaliteitsverbetering als bedoeld in het voorgaande lid niet is verzekerd - de storting van een passende financiële bijdrage in het daarvoor bestemde fonds moet zijn verzekerd. 5.5
Specifieke gebruiksregels
5.5.1
Strijdig gebruik
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval gerekend:
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
91
bestemmingsplan Kern Dussen a. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden en bouwwerken voor en/of als geluidzoneringsplichtige inrichting; b. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden voor en/of als risicovolle inrichting; c. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden voor de uitoefening van enige vorm van (detail)handel, en/of dienstverlening dan volgens het bepaalde in 5.1 is toegestaan, behoudens de ter plaatse vervaardigde, geproduceerde en/of grotendeels bewerkte goederen alsmede de beperkte verkoop van artikelen als ondergeschikte nevenactiviteit en/of in directe samenhang met de bedrijfsactiviteiten, mits de detailhandel geen zelfstandig onderdeel van de bedrijfsvoering vormt. d. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden en bouwwerken ten behoeve van tijdelijke of permanente bewoning, met uitzondering van het bepaalde in lid 5.1 onder e. e. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden en bouwwerken voor de uitoefening van een andere tak van handel, bedrijf of dienstverlening dan volgens het bepaalde in lid 5.1 is toegestaan. f. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden en bouwwerken voor en/of als een niet onderschikt zelfstandig kantoor. 5.6
Afwijken van de gebruiksregels
5.6.1
Afwijk en ander bedrijf
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.1, voor de vestiging van bedrijven die niet zijn genoemd in de Staat van bedrijfsactiviteiten onder categorie 1 en 2, mits deze bedrijven naar aard en effecten op het woon- en leefklimaat van de aangrenzende wooongebieden, al dan niet onder te stellen voorwaarden, voor wat betreft geur, stof, gevaar en geluid, kunnen worden gelijkgesteld met de bedrijven welke wel zijn genoemd in de Staat van bedrijfsactiviteiten, onder categorie 1 en 2.
5.6.2
Afwijk en mantelzorg
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.5.1 onder b, voor het gebruik van een (vrijstaand) bijgebouw behorend bij een bedrijfswoning als afhankelijke woonruimte, mits: a. een dergelijke bewoning noodzakelijk is uit het oogpunt van mantelzorg; b. de afhankelijke woonruimte binnen de vigerende regeling inzake bijbehorende bouwwerken wordt ingepast met een maximale oppervlakte van 80 m². c. het absoluut maximum aan oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken met 60 m² niet wordt overschreden; d. er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken, met dien verstande dat het bevoegd gezag de omgevingsvergunning intrekt, indien de bij het verlenen van de omgevingsvergunning bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is. 5.6.3
Afwijk en voor aan-huis-verbonden beroep of bedrijf
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.1 voor het gebruik van de bedrijfswoning en een bijbehorend bouwwerk voor een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf, mits: a. de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft; b. de omvang van het aan-huis-verbonden beroep of bedrijf niet meer bedraagt dan 45 m²; c. het aan-huis-verbonden beroep of bedrijf in de bedrijfswoning of bijbehorend bouwwerk wordt uitgeoefend door degene die tevens de gebruiker van de bedrijfswoning is; d. het aan-huis-verbonden beroep of bedrijf voorkomt in milieucategorieën 1 of 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten of, voor wat betreft de aard en omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt, gelijk gesteld kan worden aan een bedrijf behorende tot één van die milieucategorieën;
92
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
bestemmingsplan Kern Dussen e. de uitoefening van een aan-huis-gebonden beroep of bedrijf geen ernstige c.q. onevenredige hinder voor het woonmilieu oplevert en geen afbreuk doet aan het woonkarakter van de buurt; f. er geen horeca en geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit, in direct verband met de uitoefening van een beroep of bedrijf aan huis; g. het aan-huis-verbonden beroep of bedrijf geen publieksgericht karakter heeft.
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
93
bestemmingsplan Kern Dussen
Artikel 6 6.1
Bedrijventerrein
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. bedrijven in de milieucategorieën 1 en 2 van de bij deze planregels behorende Staat van bedrijfsactiviteiten (bijlage 1), al dan niet in combinatie met ondergeschikte kantoorvoorzieningen en productiegebonden detailhandel, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 2'; alsmede voor: b. bedrijven in de milieucategorieën 3.1 en 3.2 van de bij deze planregels behorende Staat van bedrijfsactiviteiten (bijlage 1), al dan niet in combinatie met ondergeschikte kantoren en productiegebonden detailhandel. c. detailhandel, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel'; d. een verkooppunt motorbrandstoffen met lpg, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg'; e. een bedrijfswoning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning'; een en ander met de daarbij behorende: g. groenvoorzieningen, zoals plantsoenen, bermen en overige beplantingen; h. water en waterhuishoudkundige voorzieningen, zoals (berm)sloten, greppels, watergangen, bruggen en duikers; i. verkeers-, verblijfs- en parkeervoorzieningen, waaronder begrepen in- en uitritten en overige verhardingen; j. voorzieningen van openbaar nut, waaronder begrepen informatiezuilen, kunstwerken, straatmeubilair en dergelijke; k. nutsvoorzieningen, waaronder begrepen leidingen en bijbehorende voorzieningen. 6.2
Bouwregels
6.2.1
Bedrijfsgebouwen
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen, gelden de volgende regels: a. Bedrijfsgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd. b. Het bebouwingspercentage van het bouwvlak mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage'. c. De goothoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte'. d. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte'. e. De afstand van bedrijfsgebouwen tot de zijdelingse perceelsgrens dient minimaal 3 m te bedragen. f. De afstand van bedrijfsgebouwen tot de as van een ontsluitingsweg dient tenminste 11,5 m te bedragen. 6.2.2
Bedrijfswoningen
Voor het bouwen van bedrijfswoningen, gelden de volgende regels: a. Binnen een bouwvlak ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' mag maximaal één bedrijfswoning worden gebouwd. b. Een bedrijfswoning kan zowel vrijstaand als aan het hoofdgebouw verbonden, c.q. in de bouwmassa opgenomen, gebouwd worden. c. De inhoud van een bedrijfswoning mag niet minder dan 300 m³ en niet meer dan 750 m³ bedragen. d. De afstand van bedrijfswoningen tot de zijdelingse perceelsgrens dient minimaal 3 m te bedragen. e. De afstand van bedrijfswoningen tot de as van een ontsluitingsweg dient minimaal 11,5 m te
94
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
bestemmingsplan Kern Dussen
f.
bedragen. voor niet-inpandige bedrijfswoningen geldt het volgende:
1. de goothoogte van een bedrijfswoning mag niet meer bedragen is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte', waarbij geldt dat indien geen bouwhoogte is aangeduid, de bouwhoogte niet meer dan 6 m bedragen; 2. de bouwhoogte van een bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte', waarbij geldt dat indien geen bouwhoogte is aangeduid, de bouwhoogte niet meer dan 10 m mag bedragen. 6.2.3
Bijbehorende bouwwerk en, behorende bij bedrijfswoningen
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels: a. Bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd. b. Bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend in het achtererfgebied worden gebouwd, behoudens de bijbehorende bouwwerken zoals genoemd in artikel 6.2.4. c. De gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken mag per bouwperceel niet meer bedragen dan 60 m³. d. De goothoogte mag niet meer bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag van de bedrijfswoning. e. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 5 m. 6.2.4
Bijbehorende bouwwerk en bij bedrijfswoning op het voorerfgebied
Op het voorerfgebied mogen uitbreidingen, zoals een erker, balkon of luifel, worden gebouwd, waarbij moet worden voldaan aan de volgende regels: a. De diepte van de uitbreiding mag niet meer bedragen dan 1,5 m. b. De afstand tot de voorste perceelsgrens mag niet minder bedragen dan 2 m. c. De bouwhoogte van een erker of luifel mag niet meer bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag van de bedrijfswoning. d. De breedte van een uitbreiding mag niet meer bedragen dan 2/3 deel van de breedte van de voorgevel van de bedrijfswoning. 6.2.5
Bouwwerk en, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a. Binnen het bouwvlak mag de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer bedragen dan de goothoogte van de bedrijfsgebouwen, behoudens vlaggenmasten, licht- en andere masten en antennes, waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 8 m. b. Buiten het bouwvlak mag de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet meer bedragen dan 3 m, behoudens vlaggenmasten, licht- en andere masten en antennes, waarvan de hoogte niet meer mag bedragen dan 5 m. 6.3
Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en omvang van bouwwerken met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van: a. b. c. d. e. f.
het straat- en bebouwingsbeeld; de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden; het uitzicht van woningen; de verkeersveiligheid; de sociale veiligheid; de brandveiligheid.
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
95
bestemmingsplan Kern Dussen
6.4
Specifieke gebruiksregels
6.4.1
Strijdig gebruik
Tot een strijdig gebruik met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval gerekend: a. Het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden en bouwwerken voor de uitoefening van enige vorm van (detail)handel en/of dienstverlening, behoudens de ter plaatse vervaardigde, geproduceerde en/of grotendeels bewerkte goederen alsmede de beperkte verkoop van artikelen als ondergeschikte nevenactiviteit en/of in directe samenhang met de bedrijfsactiviteiten, mits de detailhandel geen zelfstandig onderdeel van de bedrijfsvoering vormt. b. Het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden en bouwwerken ten behoeve van tijdelijke of permanente bewoning, met uitzondering van het bepaalde in lid 6.1 onder e. c. Het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden en bouwwerken voor de uitoefening van een andere tak van handel, bedrijf of dienstverlening dan volgens het bepaalde in lid 6.1 is toegestaan. 6.5
Afwijken van de gebruiksregels
6.5.1
Afwijk en ander bedrijf
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van: a. het bepaalde in lid 6.1, voor het toestaan van een bedrijf dat niet is genoemd in de bij deze regels behorende Staat van bedrijfsactiviteiten, maar dat naar aard en invloed op de omgeving kan worden geacht te behoren tot een groep van rechtstreeks toegelaten gelijkwaardige bedrijven tot en met milieucategorie 3.2 van de bij deze planregels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten (bijlage 1).
96
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
bestemmingsplan Kern Dussen
Artikel 7 7.1
Bos
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. bosschages, erfbeplanting en landschapselementen; b. instandhouding, herstel, versterking en ontwikkeling van natuurlijke en landschappelijke waarden met een ruimtelijk-structurele samenhang; c. waterlopen en waterpartijen; d. voorzieningen voor de waterhuishouding, waaronder waterbergings- en infiltratievoorzieningen; met daaraan ondergeschikt: e. extensief (dag)recreatief medegebruik; f. ter plaatse van de aanduiding 'speelvoorzieningen', speelvoorzieningen in het bos.
7.2
Bouwregels
7.2.1
Gebouwen
Op deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
7.2.2
Bouwwerk en, geen gebouwen zijnde
Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, geen gebouwen zijnde: a. behorende tot de recreatieve voorzieningen, zoals receatieve wegbewijzering, informatieborden en kleinschalige uitzicht- en rustpunten; b. behorende tot het straatmeubilair; c. ten behoeve van onder- en/of bovengrondse voorzieningen voor de opvang en buffering van water; d. ten behoeve van terreinafscheiding. 7.2.3
Overige regels
a. de bouwhoogte van terreinafscheidingen mag maximaal 1,50 meter bedragen; b. de bouwhoogte van overige bouwwerken mag maximaal 3 meter bedragen. 7.3
Afwijken van de bouwregels
7.3.1
Afwijk en van de bouwregels ten behoeve van bouwwerk en voor recreatief medegebruik
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in 7.2, ten behoeve van het bouwen van bouwwerken ter ondersteuning van het recreatief medegebruik, mits de te beschermen landschappelijke waarden en belangen niet onevenredig worden geschaad, met dien verstande dat de bouwhoogte maximaal 5 meter mag bedragen.
7.4
Specifieke gebruiksregels
7.4.1
Strijdig gebruik
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval gerekend het gebruik: a. als sport- en wedstrijdterrein; b. het racen of crossen met motorrijtuigen, motoren of bromfietsen, al dan niet in wedstrijdverband; c. het aanbrengen en het hebben van opschriften, aankondigingen of afbeeldingen, waaronder reclame-uitingen;
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
97
bestemmingsplan Kern Dussen d. opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover dat noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond; e. voor het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare vloeistoffen, behoudens voor zover dat noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond. 7.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 7.5.1
Omgevingsvergunning
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op of in deze gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren: a. het aanleggen of verharden van wegen, paden of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere gesloten oppervlakteverhardingen; b. het ontginnen, bodem verlagen of afgraven, ophogen en/of egaliseren van de bodem, behoudens de aanleg van drinkpoelen; c. het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur tenzij dat noodzakelijk is voor of verband houdt met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond; d. het bemalen of draineren van gronden en het winnen van water of het anderszins verlagen van de grondwaterstand; e. het verrichten van exploratie- en exploratieboringen ten behoeve van de delfstoffenwinning; f. het uitvoeren van heiwerkzaamheden of het op andere wijze indrijven van voorwerpen in de grond; g. het geheel of gedeeltelijk aanleggen van oeverbeschoeiingen en graven, aanleggen en/of dempen van waterlopen; h. het geheel of gedeeltelijk verwijderen van bosstroken; i. het vellen en/of rooien van houtgewas of het verrichten van werkzaamheden welke de dood of ernstige beschadiging van houtgewas ten gevolge kunnen hebben, behoudens bij wijze van verzorging van de aanwezige houtopstanden; j. het permanent opslaan van goederen. 7.5.2
Uitzonderingen
Een omgevingsvergunning is niet vereist voor werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die: a. b. c. d.
98
behoren tot normale onderhoudswerkzaamheden; van ondergeschikte betekenis zijn; behoren tot het normale bodemgebruik; op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan in uitvoering zijn dan wel krachtens een voor dat tijdstip verleende vergunning/afwijking of anderszins mogen worden uitgevoerd.
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
bestemmingsplan Kern Dussen
Artikel 8 8.1
Detailhandel
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. detailhandel, al dan niet in combinatie met ondergeschikte kantoorvoorzieningen; alsmede voor: b. een bedrijfswoning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning'; c. de instandhouding en bescherming van cultuurhistorisch waardevolle bebouwing, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - cultuurhistorisch waardevolle bebouwing';
d. e. f. g. h.
een en ander met de daarbij behorende: tuinen, erven en terreinen; groenvoorzieningen; waterhuishoudkundige voorzieningen ten behoeve van waterafvoer, waterberging en infiltratie; verblijfs- en parkeervoorzieningen, zoals in- en uitritten en overige verhardingen; nutsvoorzieningen.
8.2
Bouwregels
8.2.1
Bedrijfsgebouwen
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen, gelden de volgende regels: a. Bedrijfsgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd. b. Het bouwvlak mag volledig worden gebouwd. c. De bouwgrens mag uitsluitend worden overschreden met een luifel, waarbij moet worden voldaan aan de volgende regels: 1. De diepte van de luifel mag niet meer bedragen dan 1,5 m. 2. De afstand tot de voorste perceelsgrens mag niet minder bedragen dan 2 m. 3. De bouwhoogte van een luifel mag niet meer bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw. 4. De breedte van een luifel mag niet meer bedragen dan 2/3 van de breedte van de voorgevel van het hoofdbouw. d. Per bouwvlak mogen uitsluitend gebouwen ten behoeve van één detailhandelsbedrijf worden gebouwd. e. De goothoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte'. f. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte'. 8.2.2
Bedrijfswoningen
Voor het bouwen van bedrijfswoningen, gelden de volgende regels: a. Binnen een bouwvlak ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' mag maximaal één bedrijfswoning worden gebouwd. b. Een bedrijfswoning kan zowel vrijstaand als aan het hoofdgebouw verbonden, c.q. in de bouwmassa opgenomen, gebouwd worden, met dien verstande dat: 1. de inhoud van de bedrijfswoning niet minder dan 300 m³ en niet meer dan 750 m³ mag bedragen; 2. de goothoogte niet meer mag bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte'; 3. de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum goot- en bouwhoogte'.
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
99
bestemmingsplan Kern Dussen
8.2.3
Bijbehorende bouwwerk en, behorende bij (bedrijfs-)woningen
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels: a. bijbehorende bouwwerken mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd; b. bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend in het achtererfgebied worden gebouwd, behoudens de bijbehorende bouwwerken zoals genoemd in 8.2.4; c. de gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken mag, buiten het bouwvlak, per bouwperceel niet meer bedragen dan 60 m²; d. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 meter. 8.2.4
Bijbehorende bouwwerk en, bij (bedrijfs-)woning op het voorerfgebied
Op het voorerfgebied mogen uitbreidingen, zoals een erker, balkon of luifel, worden gebouwd, waarbij moet worden voldaan aan de volgende regels: a. de diepte van de uitbreiding mag niet meer bedragen dan 1,5 meter; b. de afstand tot de voorste perceelsgrens mag niet minder bedragen dan 2 meter; c. de bouwhoogte van een erker of luifel mag niet meer bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag van de bedrijfswoning; d. de breedte van een uitbreiding mag niet meer bedragen dan 2/3 van de breedte van de voorgevel van de bedrijfswoning. 8.2.5
Bouwwerk en, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel: a. De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 2 m, behoudens erf- en/of terreinafscheidingen, voor zover gelegen vóór de voorgevellijn, waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 1 m. 8.3
Nadere eisen
8.3.1
Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en omvang van bouwwerken met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van: a. b. c. d. e. f. g.
het straat- en bebouwingsbeeld; de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden; het uitzicht van woningen; de verkeersveiligheid; de sociale veiligheid; de brandveiligheid. de milieusituatie.
8.4
Specifieke gebruiksregels
8.4.1
Strijdig gebruik
Tot een strijdig gebruik met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden en bouwwerken voor de uitoefening van een andere tak van handel, bedrijf of dienstverlening dan volgens het bepaalde in lid 8.1 is toegestaan; b. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden en bouwwerken ten behoeve van tijdelijke of permanente bewoning, met uitzondering van het bepaalde in lid 8.1 onder b.
100
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
bestemmingsplan Kern Dussen
8.5
Wijzigingsbevoegdheid
8.5.1
Wijziging naar bestemming 'Wonen'
Burgemeester en wethouders kunnen, overeenkomstig artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, de bestemming wijzigen in de bestemming 'Wonen', mits: a. mits ter plaatse geen detailhandel meer wordt uitgeoefend; b. er maximaal één woning wordt gebouwd; c. geen milieuhygiënische belemmeringen ten gevolge van binnenn en/of buiten het plangebied aanwezige milieubelastende functies aanwezig zijn; d. aangetoond is dat de kwaliteit van de bodem geschikt is; e. de geluidsbelasting op de gevels van de nieuwe woning, de in de Wet geluidhinder bepaalde voorkeursgrenswaarde niet overschrijdt.
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
101
bestemmingsplan Kern Dussen
Artikel 9 9.1
Dienstverlening
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Dienstverlening' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. dienstverlening; alsmede voor: b. een bedrijfswoning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning'; c. de instandhouding en bescherming van een gemeentelijk monument, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - gemeentelijk monument' een en ander met de daarbij behorende: e. f. g. h. i.
tuinen, erven en terreinen; groenvoorzieningen; verkeersvoorzieningen, zoals in- en uitritten en overige verhardingen; waterhuishoudkundige voorzieningen ten behoeve van waterafvoer, waterberging en infiltratie; nutsvoorzieningen.
9.2
Bouwregels
9.2.1
Gebouwen
Voor het bouwen van gebouwen, gelden de volgende regels: a. Gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd. b. Het bouwvlak mag volledig worden bebouwd. c. De bouwgrens mag uitsluitend worden overschreden met een luifel, waarbij moet worden voldaan aan de volgende regels: 1. De diepte van de luifel mag niet meer bedragen dan 1,5 m. 2. De afstand tot de voorste perceelsgrens mag niet minder bedragen dan 2 m. 3. De bouwhoogte van de luifel mag niet meer bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw. 4. De breedte van de luifel mag niet meer bedragen dan 2/3 van de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw. d. De goothoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte'. e. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte'. 9.2.2
Bedrijfswoningen
Voor het bouwen van bedrijfswoningen, gelden de volgende regels: a. Binnen een bouwvlak ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' mag maximaal één bedrijfswoning worden gebouwd. b. Een bedrijfswoning kan zowel vrijstaand als aan het hoofdgebouw verbonden, c.q. in de bouwmassa opgenomen, gebouwd worden, met dien verstande dat: 1. de inhoud van de bedrijfswoning niet minder dan 300 m³ en niet meer dan 750 m³ mag bedragen; 2. de goothoogte niet meer mag bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte', waarbij geldt dat indien geen goothoogte is aangeduid, de goothoogte niet meer dan 6 m mag bedragen; 3. de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte', waarbij geldt dat indien geen bouwhoogte is aangeduid, de bouwhoogte niet meer dan 10 m mag bedragen.
102
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
bestemmingsplan Kern Dussen
9.2.3
Bijbehorende bouwwerk en, behorende bij (bedrijfs-)woningen
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels: a. Bijbehorende bouwwerken mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd. b. Bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend in het achtererfgebied worden gebouwd, behoudends de bijbehorende bouwwerken zoals genoemd in artikel 9.2.4. c. De gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken, buiten het bouwvlak, mag per bouwperceel niet meer bedragen dan 60 m². d. De goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 meter. 9.2.4
Bijbehorende bouwwerk en bedrijfswoning op het voorerfgebied
Op het voorerfgebied mogen uitbreidingen, zoals een erker, balkon of luifel, worden gebouwd, waarbij moet worden uitgegaan van de volgende regels: a. De diepte van de uitbreiding mag niet meer bedragen dan 1,5 m. b. De afstand tot de voorste perceelsgrens mag niet minder bedragen dan 2 m. c. De bouwhoogte van een erker of luifel mag niet meer bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag van de bedrijfswoning. d. De breedte van een uitbreiding mag niet meer bedragen dan 2/3 deel van de breedte van de voorgevel van de bedrijfswoning. 9.2.5
Bouwwerk en, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel: a. De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 2 m, behoudens erf- en/of terreinafscheidingen voor de voorgevellijn, waarvan de bouwhoogte niet meer dan 1 m mag bedragen. 9.3
Nadere eisen
9.3.1
Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en omvang van bouwwerken met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van: a. b. c. d. e. f. g.
het straat- en bebouwingsbeeld; de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden; het uitzicht van woningen; de verkeersveiligheid; de sociale veiligheid; de brandveiligheid. de milieusituatie.
9.4
Afwijken van de bouwregels
9.4.1
Afwijk en situering bijbehorende bouwwerk en
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 9.2.3, onder b, voor de bouw van bijbehorende bouwwerken buiten het bouwvlak niet in het achtererfgebied, mits: a. er geen oneveredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en de zich daarop bevindende bouwwerken plaatsvindt. Dit betekent onder andere dat de bezonning en het uitzicht van de naastgelegen percelen niet onevenredig mogen worden geschaad; b. de bijbehorende bouwwerken achter de voorgevellijn van de bedrijfswoning worden gebouwd; c. de goothoogte van de bijbehorende bouwwerken niet meer bedraagt dan de hoogte van de eerste bouwlaag van de bedrijfswoning;
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
103
bestemmingsplan Kern Dussen d. de afstand van de bijbehorende bouwwerken tot de aan de weg gelegen zijde van de bestemmingsgrens, mede in verband met de verkeersveiligheid, niet minder dan 1,5 meter bedraagt. 9.4.2
Afwijk en medisch-sociale noodzaak
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 9.2.3, onder c, voor de bouw van een grotere oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken, mits: a. dit noodzakelijk is vanuit medisch-sociale noodzaak (ten behoeve van mindervaliden); b. de uitbreiding niet meer bedraagt dan 40 m²; c. aangetoond wordt dat binnen de bestaande bebouwing geen aanpassing ten behoeve van invaliden mogelijk is; d. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het stedenbouwkundige beeld, de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, het uitzicht van de woningen, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de brandveiligheid; e. de ontwikkeling, voor zover deze gesitueerd is buiten 'bestaand stedelijk gebied: kernen in landelijk gebied', zoals opgenomen in de provinciale Verordening ruimte, gepaard gaat met een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van de bodem, water, natuur, landschap of cultuurhistorie of van extensieve recreatieve mogelijkheden van het plangebied, met dien verstande dat: 1. voor de ruimtelijke kwaliteitsverbetering een inrichtingsplan/beheersplan is opgesteld en goedgekeurd door het bevoegd gezag; 2. de realisatie, beheer en onderhoud van de ruimtelijke kwaliteitsverbetering moet zijn verzekerd; 3. indien de kwaliteitsverbetering als bedoeld in het voorgaande lid niet is verzekerd - de storting van een passende financiële bijdrage in het daarvoor bestemde fonds moet zijn verzekerd.
9.5
Specifieke gebruiksregels
9.5.1
Strijdig gebruik
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden en bouwwerken ten behoeve van tijdelijke of permanente bewoning; b. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden en bouwwerken voor de uitoefening van een andere tak van (detail)handel, bedrijf of dienstverlening dan volgens het bepaalde in lid 9.1 is toegestaan. 9.6
Afwijken van de gebruiksregels
9.6.1
Afwijk en mantelzorg
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 9.5.1 voor het gebruik van een (vrijstaand) bijgebouw behorend bij een bedrijfswoning als afhankelijke woonruimte, mits: a. een dergelijke bewoning noodzakelijk is uit het oogpunt van mantelzorg; b. de afhankelijke woonruimte binnen de vigerende regeling inzake bijbehorende bouwwerken wordt ingepast met een maximale oppervlakte van 80 m²; c. het absoluut maximum aan oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken van 60 m² niet wordt overschreden; d. er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken, met dien verstande dat het bevoegd gezag de omgevingsvergunning intrekt, indien de bij het verlenen van de omgevingsvergunning bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is.
104
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
bestemmingsplan Kern Dussen
9.6.2
Afwijk en voor aan-huis-verbonden beroep of bedrijf
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 9.1 voor het gebruik van de bedrijfswoning en een bijbehorend bouwwerk voor een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf, mits: a. de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft; b. de omvang van het aan-huis-verbonden beroep of bedrijf niet meer bedraagt dan 45 m²; c. het aan-huis-gebonden beroep of bedrijf in de bedrijfswoning of bijbehorend bouwwerk wordt uitgeoefend door degene die tevens de gebruiker van de bedrijfswoning is; d. het aan-huis-gebonden beroep of bedrijf voorkomt in milieucategorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten of, voor wat betreft de aard en omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt, gelijk gesteld kan worden aan een bedrijf behorende tot één van die milieucategorieën; e. de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf geen ernstige c.q. onevenredige hinder voor het woonmilieu oplevert en geen afbreuk doet aan het woonkarakter van de buurt; f. er geen horeca en geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonder detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit, in direct verband met de uitoefening van een beroep of bedrijf aan huis; g. het aan huis-verbonden-beroep of bedrijf geen publieksgericht karakter heeft.
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
105
bestemmingsplan Kern Dussen
Artikel 10 10.1
Groen
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. groenvoorzieningen, zoals plantsoenen, bermen en overige beplantingen; b. de bescherming, instandhouding en ontwikkeling van ecologische waarden, ter plaatse van de aanduiding 'ecologische waarde'; c. een 'jongerenontmoetingsplaats', uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'jongerenontmoetingsplaats'; alsmede voor: d. extensief (dag)recreatief medegebruik; een en ander met de daarbij behorende: e. water en waterhuishoudkundige voorzieningen, zoals (berm)sloten, greppels, watergangen, bruggen en duikers; f. verkeers- en verblijfsvoorzieningen, waaronder begrepen in- en uitritten, fiets- en wandelpaden en dergelijke; g. voorzieningen van openbaar nut, waaronder begrepen straatmeubilair, kunstwerken, speeltoestellen en dergelijke; h. nutsvoorzieningen, waaronder begrepen leidingen en bijbehorende voorzieningen. 10.2
Bouwregels
10.2.1 Algemeen a. Ter plaatse van de aanduiding 'ecologische waarde' mag niet worden gebouwd. 10.2.2 Gebouwen Op deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
10.2.3 Bouwwerk en, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a. De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m, behoudens: 1. speeltoestellen, kunstwerken en bewegwijzering, waarvan de hoogte niet meer dan 5 m mag bedragen; 2. licht- en andere masten, waarvan de hoogte niet meer dan 6 m mag bedragen. 10.3
Afwijken van de bouwregels
10.3.1 Afwijk en voor gebouwen van beheer en onderhoud Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.2.2, voor het bouwen van gebouwen voor beheer en onderhoud van de in lid 10.1 genoemde gronden, mits de oppervlakte per gebouw niet meer dan 50 m² bedraagt.
106
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
bestemmingsplan Kern Dussen
Artikel 11 11.1
Horeca
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. horeca categorie 1, ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 1'; b. horeca categorie 2, ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 2'; c. horeca categorie 3a, ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 3a'; alsmede voor: d. een bedrijfswoning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning'; een en ander met de daarbij behorende: e. tuinen, erven en terreinen; f. groenvoorzieningen, zoals plantsoenen, bermen en overige beplantingen; g. water en waterhuishoudkundige voorzieningen, zoals (berm)sloten, greppels, watergangen, bruggen en duikers; h. verkeers-, verblijfs- en parkeervoorzieningen, waaronder begrepen in- en uitritten en overige verhardingen; i. voorzieningen van openbaar nut, waaronder begrepen informatiezuilen, straatmeubilair, kunstwerken en dergelijke; j. nutsvoorzieningen, waaronder begrepen leidingen en bijbehorende voorzieningen. 11.2
Bouwregels
11.2.1 Bedrijfsgebouwen Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen, gelden de volgende regels: a. Bedrijfsgebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd. b. Het bouwvlak mag volledig worden gebouwd. c. De bouwgrens mag uitsluitend worden overschreden met een luifel, waarbij moet worden voldaan aan de volgende regels: 1. De diepte van de luifel mag niet meer bedragen dan 1,5 m. 2. De afstand tot de voorste perceelsgrens mag niet minder bedragen dan 2 m. 3. De bouwhoogte van een luifel mag niet meer bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw. 4. De breedte van een luifel mag niet meer bedragen dan 2/3 van de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw. d. De goothoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte'. e. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte'. 11.2.2 Bedrijfswoningen Voor het bouwen van bedrijfswoningen, gelden de volgende regels: a. Binnen een bouwvlak ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' mag maximaal één bedrijfswoning worden gebouwd. b. Een bedrijfswoning kan zowel vrijstaand als aan het hoofdgebouw verbonden, c.q. in de bouwmassa opgenomen, gebouwd worden, met dien verstande dat: 1. de inhoud van de bedrijfswoning niet minder dan 300 m³ en niet meer dan 750 m³ mag bedragen; 2. de goothoogte niet meer mag bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte';
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
107
bestemmingsplan Kern Dussen 3. de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum goot- en bouwhoogte'. 11.2.3 Bijbehorende bouwwerk en, behorende bij (bedrijfs-)woningen Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels: a. bijbehorende bouwwerken mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd; b. bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend in het achtererfgebied worden gebouwd, behoudens de bijbehorende bouwwerken zoals genoemd in 11.2.4; c. de gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken mag, buiten het bouwvlak, per bouwperceel niet meer bedragen dan 60 m²; d. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 meter. 11.2.4 Bijbehorende bouwwerk en, bij (bedrijfs-)woning op het voorerfgebied Op het voorerfgebied mogen uitbreidingen, zoals een erker, balkon of luifel, worden gebouwd, waarbij moet worden voldaan aan de volgende regels: a. de diepte van de uitbreiding mag niet meer bedragen dan 1,5 meter; b. de afstand tot de voorste perceelsgrens mag niet minder bedragen dan 2 meter; c. de bouwhoogte van een erker of luifel mag niet meer bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag van de bedrijfswoning; d. de breedte van een uitbreiding mag niet meer bedragen dan 2/3 van de breedte van de voorgevel van de bedrijfswoning. 11.2.5 Bouwwerk en, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel: a. De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 2 m, behoudens erf- en/of terreinafscheidingen, voor zover gelegen vóór de voorgevellijn, waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 1 m. 11.2.6 Bouwwerk en, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel: a. De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 2 m, behoudens erf- en/of terreinafscheidingen, voor zover gelegen vóór de voorgevellijn, waarvan de bouwhoogte niet meer dan 1 m mag bedragen. 11.3
Nadere eisen
11.3.1 Nadere eisen Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en omvang van bouwwerken met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van: a. b. c. d. e. f. g.
108
het straat en bebouwingsbeeld; de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden; het uitzicht van woningen; de verkeersveiligheid; de sociale veiligheid; de brandveiligheid. de milieusituatie.
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
bestemmingsplan Kern Dussen
11.4
Specifieke gebruiksregels
11.4.1 Strijdig gebruik Tot een strijdig gebruik met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden en bouwwerken ten behoeve van tijdelijke of permanente bewoning; b. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden en bouwwerken voor de uitoefening van een andere tak van handel, bedrijf of dienstverlening dan volgens het bepaalde in lid 11.1 is toegestaan.
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
109
bestemmingsplan Kern Dussen
Artikel 12 12.1
Maatschappelijk
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. het uitoefenen van activiteiten gericht op sociale, maatschappelijke, educatieve, (para)medische en openbare dienstverlening, waaronder begrepen: gezondheidszorg, onderwijs, religie, jeugd- en kinderopvang, verenigingsleven en overheidsinstellingen; alsmede voor: b. een bedrijfs/dienstwoning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning'; c. een begraafplaats, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats'; d. instandhouding en bescherming van een gemeentelijk monument, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - gemeentelijk monument';
een en ander met de daarbij behorende: f. groenvoorzieningen, zoals plantsoenen, bermen en overige beplantingen; g. speelvoorzieningen; h. water en waterhuishoudkundige voorzieningen, zoals (berm)sloten, greppels, watergangen, bruggen en duikers; i. verkeers-, verblijfs- en parkeervoorzieningen, waaronder begrepen in- en uitritten en overige verhardingen; j. voorzieningen van openbaar nut, waaronder begrepen informatiezuilen, kunstwerken, straatmeubilair en dergelijke; k. nutsvoorzieningen, waaronder begrepen leidingen en bijbehorende voorzieningen. 12.2
Bouwregels
12.2.1 Gebouwen Voor het bouwen van gebouwen, gelden de volgende regels: a. Gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd. b. Het bouwvlak mag volledig worden bebouwd. c. De bouwgrens mag uitsluitend worden overschreden met een luifel, waarbij moet worden voldaan aan de volgende regels: 1. De diepte van de luifel mag niet meer bedragen dan 1,5 m. 2. De afstand tot de voorste perceelsgrens mag niet minder bedragen dan 2 m. 3. De bouwhoogte van de luifel mag niet meer bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw. d. De goothoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte'. e. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte'. 12.2.2 Bedrijfs-/dienstwoningen Voor het bouwen van bedrijfswoningen, gelden de volgende regels: a. Binnen een bouwvlak ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', mag maximaal één bedrijfswoning worden gebouwd. b. Een bedrijfswoning kan zowel vrijstaand als aan het hoofdgebouw verbonden, c.q. in de bouwmassa opgenomen, gebouwd worden, met dien verstande dat:
110
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
bestemmingsplan Kern Dussen 1. de inhoud van de bedrijfswoning niet minder dan 300 m³ en niet meer dan 750 m³ mag bedragen; 2. de goothoogte niet meer mag bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte', waarbij geldt dat indien geen goothoogte is aangeduid, de goothoogte niet meer dan 6 m mag bedragen; 3. de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte', waarbij geldt dat indien geen bouwhoogte is aangeduid, de bouwhoogte niet meer dan 10 m mag bedragen. 12.2.3 Bijbehorende bouwwerk en, behorend bij bedrijfs-/dienstwoningen Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels: a. Bijbehorende bouwwerken mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd. b. Bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend in het achtererfgebied worden gebouwd, behoudens de bijbehorende bouwwerken zoals genoemd in lid 12.2.4. c. De gezamenlijke oppervlakte bijbehorende bouwwerken, buiten het bouwvlak, mag per bouwperceel niet meer bedragen dan 60 m². d. De goothoogte mag niet meer bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag van de bedrijfs-/dienstwoning. e. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 5 m. 12.2.4 Bijbehorende bouwwerk en bedrijfswoning op het voorerfgebied Op het voorerfgebied mogen uitbreidingen, zoals een erker, balkon of luifel, worden gebouwd, waarbij moet worden voldaan aan de volgende regels: a. De diepte van de uitbreiding mag niet meer bedragen dan 1,5 m. b. De afstand tot de voorste perceelsgrens mag niet minder bedragen dan 2 m. c. De bouwhoogte van een erker of luifel mag niet meer bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag van de bedrijfs-/dienstwoning. d. De breedte van een uitbreiding mag niet meer bedragen dan 2/3 van de breedte van de voorgevel van de bedrijfs-/dienstwoning. 12.2.5 Bouwwerk en, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a. De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 2 m, behoudens erf- en/of terreinafscheidingen voor de voorgevellijn, waarvan de bouwhoogte niet meer dan 1 m mag bedragen. b. Carports mogen uitsluitend worden gebouwd, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: 1. De carports dienen uitsluitend op een afstand van 1 m achter de voorgevellijn van het hoofdgebouw te worden gebouwd. 2. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 3 m. 3. Het oppervlak mag niet meer bedragen dan 25 m². 12.3
Nadere eisen
12.3.1 Nadere eisen Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en omvang van bouwwerken met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van: a. b. c. d. e. f.
het straat- en bebouwingsbeeld; de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden; het uitzicht van woningen; de verkeersveiligheid; de sociale veiligheid; de brandveiligheid.
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
111
bestemmingsplan Kern Dussen
12.4
Afwijken van de bouwregels
12.4.1 Afwijk en voor situering bijbehorende bouwwerk en Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 12.2.3 onder b, voor de bouw van bijbehorende bouwwerken buiten het bouwvlak en niet in het achtererfgebied, mits: a. er geen onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en de zich daarop bevindende bouwwerken plaatsvindt. Dit betekent onder andere dat de bezonning en het uitzicht van de naastgelegen percelen niet onevenredig mogen worden geschaad; b. de bijbehorende bouwwerken achter de voorgevellijn van de bedrijfswoning worden gebouwd; c. de goothoogte van de bijbehorende bouwwerken niet meer bedraagt dan de hoogte van de eerste bouwlaag van de bedrijfs-/dienstwoning; d. de afstand van de bijbehorende bouwwerken tot de aan de weg gelegen zijde van de bestemmingsgrens, mede in verband met de verkeersveiligheid, niet minder dan 1,5 m bedraagt. 12.4.2 Afwijk en medisch-sociale noodzaak Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 12.2.3 onder c, voor de bouw van een grotere oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken, mits: a. dit noodzakelijk is vanuit medisch-sociale noodzaak (ten behoeve van mindervaliden); b. de uitbreiding niet meer bedraagt dan 40 m²; c. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het straat- en bebouwingsbeeld, de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, het uitzicht van woningen, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de brandveiligheid; d. de ontwikkeling, voor zover deze gesitueerd is buiten 'bestaand stedelijk gebied: kernen in landelijk gebied', zoals opgenomen in de provinciale Verordening ruimte, gepaard gaat met een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van de bodem, water, natuur, landschap of cultuurhistorie of van extensieve recreatieve mogelijkheden van het plangebied, met dien verstande dat: 1. voor de ruimtelijke kwaliteitsverbetering een inrichtingsplan/beheersplan is opgesteld en goedgekeurd door het bevoegd gezag; 2. de realisatie, beheer en onderhoud van de ruimtelijke kwaliteitsverbetering moet zijn verzekerd; 3. indien de kwaliteitsverbetering als bedoeld in het voorgaande lid niet is verzekerd - de storting van een passende financiële bijdrage in het daarvoor bestemde fonds moet zijn verzekerd. 12.5
Specifieke gebruiksregels
12.5.1 Strijdig gebruik Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden en bouwwerken voor de uitoefening van een andere tak van handel, bedrijf of dienstverlening dan volgens het bepaalde in lid 12.1 is toegestaan; b. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden en bouwwerken ten behoeve van tijdelijke of permanente bewoning, met uitzondering van het bepaalde in lid 12.1, onder b. 12.5.2 Hagen en opgaande beplanting begraafplaats Ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats' mag de hoogte van hagen en andere opgaande beplanting niet meer bedragen dan 1 m.
112
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
bestemmingsplan Kern Dussen
12.6
Afwijken van de gebruiksregels
12.6.1 Afwijk en voor mantelzorg Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 12.5.1 onder a, voor het gebruik van een (vrijstaand) bijgebouw behorend bij een bedrijfswoning als afhankelijke woonruimte, mits: a. een dergelijke bewoning noodzakelijk is uit het oogpunt van mantelzorg; b. de afhankelijke woonruimte binnen de vigerende regeling inzake bijbehorende bouwwerken wordt ingepast met een maximale oppervlakte van 80 m²; c. het absoluut maximum aan oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken van 60 m² niet wordt overschreden; d. er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken, met dien verstande dat het bevoegd gezag de omgevingsvergunning intrekt, indien de bij het verlenen van de omgevingsvergunning bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is. 12.6.2 Afwijk en voor aan-huis-verbonden beroep of bedrijf Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 12.1 voor het gebruik van een bedrijfs-/dienstwoning en een bijbehorend bouwwerk voor een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf, mits: a. de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft; b. de omvang van het aan-huis-verbonden beroep of bedrijf niet meer bedraagt dan 45 m²; c. het aan-huis-verbonden beroep of bedrijf in de (bedrijfs-)woning of bijbehorend bouwwerk wordt uitgeoefend door degene die tevens de gebruiker van de bedrijfs-/dienstwoning is; d. het aan-huis-verbonden beroep of bedrijf voorkomt in milieucategorieën 1 of 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten of, voor wat betreft de aard en omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt, gelijk gesteld kan worden aan een bedrijf behorende tot één van die milieucategorieën; e. de uitoefening van een aan-huis-gebonden beroep of bedrijf geen ernstige c.q. onevenredige hinder voor het woonmilieu oplevert en geen afbreuk doet aan het woonkarakter van de buurt; f. er geen horeca en geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit, in direct verband met de uitoefening van een beroep of bedrijf aan huis; g. het aan-huis-verbonden beroep of bedrijf geen publieksgericht karakter heeft.
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
113
bestemmingsplan Kern Dussen
Artikel 13 13.1
Maatschappelijk - Kasteel
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk - Kasteel' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. een kasteel, met inbegrip van sociaal-culturele en/of maatschappelijke doeleinden, horecadoeleinden tot en met categorie 3b, en kantoordoeleinden; b. behoud, bescherming en herstel van de cultuurhistorische waarden; c. de instandhouding en bescherming van een rijksmonument, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - rijksmonument'; d. behoud, bescherming en herstel van de landschappelijke en natuurlijke waarden binnen het gebied;
een en ander met de daarbij behorende: kasteeltuin; groenvoorzieningen, zoals plantsoenen, bermen en overige beplantingen; speelvoorzieningen; water en waterhuishoudkundige voorzieningen, zoals (berm)sloten, greppels, watergangen, bruggen en duikers; i. verkeers-, verblijfs- en parkeervoorzieningen, waaronder begrepen in- en uitritten en overige verhardingen; j. voorzieningen van openbaar nut, waaronder begrepen informatiezuilen, kunstwerken, straatmeubilair en dergelijke; k. nutsvoorzieningen, waaronder begrepen leidingen en bijbehorende voorzieningen. e. f. g. h.
13.2
Bouwregels
13.2.1 Gebouwen Voor het bouwen van gebouwen, gelden de volgende regels: a. Gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd. b. Het bouwvlak mag volledig worden bebouwd. c. De goothoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte'. d. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte'. 13.2.2 Bouwwerk en, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a. De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 2 m, behoudens erf- en/of terreinafscheidingen voor de voorgevellijn, waarvan de bouwhoogte niet meer dan 1 m mag bedragen. b. De hoogte van verlichting en speeltoestellen mag niet meer bedragen dan 5 m. c. De hoogte van vlaggenmasten mag niet meer bedragen dan 8 m.
13.3
Nadere eisen
13.3.1 Nadere eisen Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en omvang van bouwwerken met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van: a. het straat- en bebouwingsbeeld; b. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
114
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
bestemmingsplan Kern Dussen c. d. e. f. g.
het uitzicht van woningen; de verkeersveiligheid; de sociale veiligheid; de brandveiligheid; de milieusituatie.
13.4
Specifieke gebruiksregels
13.4.1 Strijdig gebruik Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden en bouwwerken ten behoeve van tijdelijke of permanente bewoning, met uitzondering van het bepaalde in lid 13.1 onder b; b. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden en bouwwerken voor de uitoefening van een andere tak van handel, bedrijf of dienstverlening dan volgens het bepaalde in lid 13.1 is toegestaan. 13.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 13.5.1 Omgevingsvergunning Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op of in deze gronden de volgende werken, geen gebouwen zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren: a. het verlagen, vergraven, ophogen of egaliseren van de bodem; b. het wijzigen van de waterhuishouding, zoals draineren, het uitdiepen, graven en/of verleggen van waterlopen; c. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen, voorzover het niet betreft wegen en paden ten behoeve van het normale gebruik; d. het kappen en/of rooien van bomen en houtgewas. 13.5.2 Uitzonderingen Een omgevingsvergunning is niet vereist voor werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die: a. behorend tot het normale onderhoud, gebruik en beheer van de gronden; b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan. 13.5.3 Toelaatbaarheid Een omgevingsvergunning wordt slechts verleend als door de uitvoering van het werk of de werkzaamheid, dan wel door de daarvan (in)direct te verwachten gevolgen, geen blijvende afbreuk wordt gedaan aan de in lid 13.1 onder c, bedoelde waarden, en daaraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoet gekomen.
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
115
bestemmingsplan Kern Dussen
Artikel 14 14.1
Maatschappelijk - Zorginstelling
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk - Zorginstelling' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. maatschappelijke doeleinden ten behoeve van de lichamelijke en/of geestelijke gezondheid; b. met daarbij ter plaatse van de aanduiding 'wonen' voor de woonfunctie uitsluitend in combinatie met ondersteunende zorg; c. de instandhouding en bescherming van cultuurhistorisch waardevolle bebouwing, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - cultuurhistorisch waardevol'; een en ander met de daarbij behorende: e. groenvoorzieningen, zoals plantsoenen, bermen en overige beplantingen; f. speelvoorzieningen; g. water en waterhuishoudkundige voorzieningen, zoals (berm)sloten, greppels, watergangen, bruggen en duikers; h. verkeers-, verblijfs- en parkeervoorzieningen, waaronder begrepen in- en uitritten en overige verhardingen; i. voorzieningen van openbaar nut, waaronder begrepen informatiezuilen, kunstwerken, straatmeubilair en dergelijke; j. nutsvoorzieningen, waaronder begrepen leidingen en bijbehorende voorzieningen. 14.2
Bouwregels
14.2.1 Gebouwen Voor het bouwen van gebouwen, gelden de volgende regels: a. Gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd. b. Het bouwvlak mag volledig worden bebouwd. c. De goothoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte'. d. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte'. 14.2.2 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overk appingen Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels: a. het gezamenlijke oppervlak aan bijgebouwen mag niet meer dan 45 m² bedragen; b. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 m; c. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 4,5 m. 14.2.3 Bouwwerk en, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a. De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 2 m, behoudens erf- en/of terreinafscheidingen voor de voorgevellijn, waarvan de bouwhoogte niet meer dan 1 m mag bedragen. b. Carports mogen uitsluitend worden gebouwd, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: 1. De carports dienen uitsluitend op een afstand van 1 m achter de voorgevellijn van het hoofdgebouw te worden gebouwd. 2. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 3 m. 3. Het oppervlak mag niet meer bedragen dan 25 m².
116
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
bestemmingsplan Kern Dussen
14.3
Nadere eisen
14.3.1 Nadere eisen Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en omvang van bouwwerken met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van: a. b. c. d. e. f.
het straat- en bebouwingsbeeld; de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden; het uitzicht van woningen; de verkeersveiligheid; de sociale veiligheid; de brandveiligheid.
14.4
Afwijken van de bouwregels
14.4.1 Afwijk en voor situering bijbehorende bouwwerk en Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid onder b, voor de bouw van bijbehorende bouwwerken buiten het bouwvlak en niet in het achtererfgebied, mits: a. er geen onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en de zich daarop bevindende bouwwerken plaatsvindt. Dit betekent onder andere dat de bezonning en het uitzicht van de naastgelegen percelen niet onevenredig mogen worden geschaad; b. de bijbehorende bouwwerken achter de voorgevellijn van de bedrijfswoning worden gebouwd; c. de goothoogte van de bijbehorende bouwwerken niet meer bedraagt dan de hoogte van de eerste bouwlaag van de bedrijfs-/dienstwoning; d. de afstand van de bijbehorende bouwwerken tot de aan de weg gelegen zijde van de bestemmingsgrens, mede in verband met de verkeersveiligheid, niet minder dan 1,5 m bedraagt. 14.5
Specifieke gebruiksregels
De in lid 14.1 genoemde doeleinden zijn uitsluitend toegestaan indien minimaal 0,5 parkeerplaats per zorgwoning op eigen terrein wordt gerealiseerd en in stand gehouden.
14.6
Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemmingsomschrijving zoals bepaald in lid 14.1 zodanig wijzigen dat de woonfunctie ook zonder ondersteunende zorg is toegestaan met dien verstande dat dit is toegestaan: a. indien het totaal aantal woningen niet meer bedraagt dan 15; b. wordt voldaan aan een parkeernorm van 2 parkeerplaatsen per woning.
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
117
bestemmingsplan Kern Dussen
Artikel 15 15.1
Natuur
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. de instandhouding, herstel, versterking en ontwikkeling van natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische en abiotische waarde, met een sterk mogelijke ecologische en ruimtelijk-structurele samenhang; b. waterlopen en waterpartijen; c. voorzieningen voor de waterhuishouding, waaronder (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen; met daaraan ondergeschikt: d. extensief (dag)recreatief medegebruik. 15.2
Bouwregels
15.2.1 Gebouwen Op de voor 'Natuur' aangewezen gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
15.2.2 Bouwwerk en, geen gebouwen zijnde Op de voor 'Natuur' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mits: a. noodzakelijk met het oog op de regeling van de veiligheid van het verkeer; b. behorende tot de recreatieve voorzieningen, zoals recreatieve wegbewijzering, informatieborden en kleinschalige uitzicht- en rustpunten; c. behorende tot het straatmeubilair; d. ten behoeve van onder- en/of bovengrondse voorzieningen voor de opvang en buffering van water; e. ten behoeve van terreinafscheidingen. 15.2.3 Overige regels a. De bouwhoogte van erfafscheidingen mag maximaal 1,5 meter bedragen. b. De bouwhoogte van overige bouwwerken mag maximaal 3 meter bedragen. 15.3
Afwijken van de bouwregels
15.3.1 Afwijk en van de bouwregels ten behoeve van bouwwerk en ten behoeve van natuurbeheer en recreatief medegebruik Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in 15.2, ten behoeve van het bouwen van bouwwerken noodzakelijk met het oog op natuurbeheer, zoals een wildhut, observatiepost, voederberging of voederruif en andere bouwwerken ter ondersteuning van het recreatief medegebruik, mits de te beschermen natuurlijke waarden en belangen niet onevenredig worden geschaad, met dien verstande dat de bouwhoogte maximaal 5 meter mag bedragen.
15.4
Specifieke gebruiksregels
15.4.1 Strijdig gebruik Tot een strijdig gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
118
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
bestemmingsplan Kern Dussen a. sport- en wedstrijdterrein, buitenmanege, ligplaats en speelweide; b. het racen of crossen met motorrijtuigen, motoren of bromfietsen, al dan niet in wedstrijdverband; c. het aanbrengen en het hebben van opschriften, aankondigingen of afbeeldingen, waaronder reclame-uitingen; d. opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover dat noodzakelijk is in verband met het oog op de bestemming gerichte gebruik van de grond; e. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover dat noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond. 15.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 15.5.1 Omgevingsvergunning Het is verboden op of in deze gronden zonder of in afwijking van omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren: a. het aanleggen of verharden van wegen, paden of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere gesloten oppervlakteverhardingen; b. het ontginnen, bodem verlagen of afgraven, ophogen en/of egaliseren van de bodem, behoudens de aanleg van drinkpoelen; c. het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur tenzij dat noodzakelijk is voor of verband houdt met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond; d. het bemalen of draineren van gronden en het winnen van water of het anderszins verlagen van de grondwaterstand; e. het verrichten van exploratie- en exploratieboringen ten behoeve van de delfstoffenwinning; f. het uitvoeren van heiwerkzaamheden of het op andere wijze indrijven van voorwerpen in de grond; g. het geheel of gedeeltelijk aanleggen van oeverbeschoeiingen en graven, aanleggen en/of dempen van waterlopen; h. het geheel of gedeeltelijk verwijderen van bosstroken en/of grasbanen; i. het scheuren van grasland; j. het vellen en/of rooien van houtgewas of het verrichten van werkzaamheden welke de dood of ernstige beschadiging van houtgewas ten gevolge kunnen hebben, behoudens bij wijze van verzorging van de aanwezige houtopstanden; k. het permanent opslaan van goederen. 15.5.2 Uitzonderingen Het verbod, zoals bedoeld in lid 15.5.1 is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden: a. b. c. d.
die tot het normale onderhoud en beheer worden gerekend; die van ondergeschikte betekenis zijn; die tot het normale bodemgebruik behoren; die op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan reeds in uitvoering waren of waarvoor op dat tijdstip reeds een vergunning was verleend.
15.5.3 Toelaatbaarheid De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 15.5.1 zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen voor de in artikel 15.1 genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van de bedoelde waarden, niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind.
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
119
bestemmingsplan Kern Dussen
Artikel 16 16.1
Recreatie
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. sportieve recreatie ten behoeve van de uitoefening van binnen- en buitensporten; b. een sporthal, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'sporthal'; c. een volkstuin, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin'; een en ander met de daarbij behorende: d. erven en terreinen; e. groenvoorzieningen; f. watergangen en waterhuishoudkundige voorzieningen ten behoeve van waterafvoer, waterbergin en infiltratie; g. verblijfs- en parkeervoorzieningen, zoals in- en uitritten, wandelpaden en overige verhardingen; h. nutsvoorzieningen. 16.2
Bouwregels
16.2.1 Algemeen Op de voor 'Recreatie' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: a. gebouwen ten behoeve van de in artikel 16.1 genoemde bestemming; b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 16.2.2 Gebouwen Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: a. gebouwen mogen uitsluitend in het bouwvlak worden gebouwd; b. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan is aangeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouw- en goothoogte'; c. de goothoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouw- en goothoogte'. 16.2.3 Gebouwen ten behoeve van volk stuinen Voor het bouwen van gebouwen bij volkstuinen gelden de volgende regels: a. per volkstuin is niet meer dan één gebouw toegestaan, onder de volgende voorwaarden: 1. de oppervlakte van een gebouw mag niet meer bedragen dan 10 m²; 2. de bouwhoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan 3 m. 16.2.4 Bouwwerk en, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde geldt de volgende regel: a. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 3 m, behoudens lichtmasten en andere masten, waarvan de hoogte niet meer dan 6 m mag bedragen.
120
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
bestemmingsplan Kern Dussen
Artikel 17 17.1
Tuin
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. tuinen, gazons of open terreinen, behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen; b. uitbreidingen behorende bij de op aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen; een en ander met de daarbij behorende: c. groenvoorzieningen, zoals bermen en overige beplantingen; d. water en waterhuishoudkundige voorzieningen, zoals (berm)sloten, greppels, watergangen, bruggen en duikers; e. verkeers- en parkeervoorzieningen, zoals in- en uitritten en overige verhardingen; f. nutsvoorzieningen, waaronder begrepen leidingen en bijbehorende voorzieningen. 17.2
Bouwregels
17.2.1 Uitbreidingen aan het hoofdgebouw Voor het bouwen van uitbreidingen, zoals een erker, balkon of luifel, behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen, gelden de volgende regels: a. De diepte van de uitbreiding mag niet meer bedragen dan 1,5 m. b. De afstand tot de voorste perceelsgrens mag niet minder bedragen dan 2 m. c. De bouwhoogte van een erker of luifel mag niet meer bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw. d. De breedte van een uitbreiding mag niet meer bedragen dan 2/3 van de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw. 17.2.2 Bouwwerk en, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel: a. De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 1 m, behoudens erf- en/of terreinafscheidingen achter de voorgevellijn, waarvan de bouwhoogte niet meer dan 2 m mag bedragen. 17.3
Nadere eisen
17.3.1 Nadere eisen Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en omvang van bouwwerken met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van: a. b. c. d. e. f. g.
het straat- en bebouwingsbeeld; de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden; het uitzicht van woningen; de verkeersveiligheid; de sociale veiligheid; de brandveiligheid. de milieusituatie.
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
121
bestemmingsplan Kern Dussen
Artikel 18 18.1
Verkeer
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. verkeer-, verblijf- en parkeervoorzieningen, zoals wegen, wandel- en fietspaden met een functie zowel gericht op verblijf als de ontwikkeling van het doorgaande verkeer; een en ander met de daarbij behorende: b. groenvoorzieningen, zoals bermen en overige beplantingen; c. water en waterhuishoudkundige voorzieningen, zoals (berm)sloten, greppels, watergangen, bruggen en duikers; d. voorzieningen van openbaar nut, waaronder begrepen informatiezuilen, speeltoestellen, kunstwerken en dergelijke; e. nutsvoorzieningen, waaronder begrepen leidingen en bijbehorende voorzieningen. 18.2
Bouwregels
18.2.1 Gebouwen Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen, met dien verstande dat: a. de oppervlakte per gebouw niet meer mag bedragen dat 15 m²; b. de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3 m. 18.2.2 Bouwwerk en, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a. De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m, behoudens: 1. speeltoestellen, kunstwerken en bewegwijzering, waarvan de hoogte niet meer dan 5 m mag bedragen; 2. licht- en andere masten, waarvan de hoogte niet meer dan 8 m mag bedragen. 18.3
Nadere eisen
18.3.1 Nadere eisen Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en omvang van bouwwerken met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van: a. b. c. d. e. f.
122
het straat en bebouwingsbeeld; gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden; het uitzicht van woningen; de verkeersveiligheid; de sociale veiligheid; de brandveiligheid.
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
bestemmingsplan Kern Dussen
Artikel 19 19.1
Water
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. waterhuishoudkundige doeleinden; b. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, waterafvoer en waterberging; c. kunstwerken, bruggen en andere waterstaatswerken; alsmede voor: d. extensief (dag)recreatief medegebruik;
f. g. h. i.
een en ander met de daarbij behorende: groenvoorzieningen; verblijfsvoorzieningen, zoals paden en overige verhardingen; voorzieningen van openbaar nut, waaronder begrepen kunstwerken en dergelijke; nutsvoorzieningen.
19.2
Bouwregels
19.2.1 Gebouwen Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd. 19.2.2 Bouwwerk en, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel: a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m. 19.3
Nadere eisen
19.3.1 Nadere eisen Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en omvang van bouwwerken met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van: a. b. c. d. e. f. g.
het straat- en bebouwingsbeeld; de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden; het uitzicht op woningen; de verkeersveiligheid; de sociale veiligheid; de brandveiligheid. de milieusituatie.
19.4
Afwijken van de bouwregels
19.4.1 Afwijk en voor gebouwen voor beheer en onderhoud Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 19.2.1, onder a voor het bouwen van gebouwen voor beheer en onderhoud van de in lid 19.1 genoemde gronden, mits: a. de oppervlakte per gebouw niet meer dan 25 m² bedraagt; b. het belang van de waterhuishouding met betrekking tot de waterkwantiteit en waterkwaliteit niet onevenredig wordt aangetast; c. vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de waterbeheerder over de vraag of door de voorgenomen activiteit het belang van de waterhuishouding niet onevenredig wordt aangetast en welke voorwaarden aan de afwijking moeten worden gesteld.
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
123
bestemmingsplan Kern Dussen
19.5
Specifieke gebruiksregels
19.5.1 Verboden gebruik Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als: a. opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballagen en/of afval, behoudens voor zover dat noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond; b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover dat noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;. c. opslag anders dan inherent aan het toegelaten gebruik. 19.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 19.6.1 Omgevingsvergunning Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op of in deze gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en/of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren: a. het graven en/of dempen van oppervlaktewater; b. het vergraven van oevers; c. het aanleggen of aanbrengen van beschoeiingen. 19.6.2 Uitzonderingen Een omgevingsvergunning is niet vereist voor werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die: a. b. c. d.
behoren tot normale onderhoudswerkzaamheden; van ondergeschikte betekenis zijn; behoren tot het normale bodemgebruik; op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan in uitvoering zijn dan wel krachtens een voor dat tijdstip verleende vergunning/afwijking of anderszins mogen worden uitgevoerd.
19.6.3 Toetsingscriteria De werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 19.6.1 kunnen slechts vergund worden, indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen voor de in artikel 19.1 genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van de bedoelde waarden, niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind.
19.6.4 Advies Alvorens de omgevingsvergunning te verlenen, wordt door het bevoegd gezag advies ingewonnen bij de betreffende waterbeheerder.
124
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
bestemmingsplan Kern Dussen
Artikel 20 20.1
Wonen
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. het wonen; alsmede voor: b. garageboxen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'garage'; c. kantoor, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'kantoor'; d. een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf aan huis'; e. een bed & breakfast, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bed & breakfast'; f. de instandhouding en bescherming van gemeentelijke monumenten, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - gemeentelijk monument'; g. de instandhouding en bescherming van rijksmonumenten, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - rijksmonument'; h. de instandhouding en bescherming van cultuurhistorische waardevolle bebouwing, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - cultuurhistorische waardevolle bebouwing'; een en ander met de daarbij behorende: water en waterhuishoudkundige voorzieningen, zoals (berm)sloten, greppels, watergangen, bruggen en duikers: j. groenvoorzieningen, zoals plantsoenen, bermen en overige beplantingen; k. verkeers-, verblijfs- en parkeervoorzieningen en overige verhardingen; l. voorzieningen van openbaar nut, waaronder begrepen kunstwerken, straatmeubilair en dergelijke; m. nutsvoorzieningen, waaronder begrepen leidingen en bijbehorende voorzieningen. i.
20.2
Bouwregels
20.2.1 Algemeen Voor het bouwen van hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken geldt de volgende regel: a. De gezamenlijke oppervlakte aan hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 80% van het bouwperceel. 20.2.2 Hoofdgebouwen Voor het bouwen van hoofdgebouwen, gelden de volgende regels: a. b. c. d.
Hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden bebouwd. Het bouwvlak mag volledig worden gebouwd. Als hoofdgebouwen mogen uitsluitend woningen worden gebouwd. Ter plaatse van de aanduiding: 1. 'vrijstaand', mogen uitsluitend vrijstaande woningen worden gebouwd; 2. 'twee-aaneen', mogen uitsluitend twee-aaneengebouwde woningen worden gebouwd; 3. 'aaneengebouwd', mogen uitsluitend aaneengebouwde woningen worden gebouwd; 4. 'gestapeld', mogen uitsluitend gestapelde woningen worden gebouwd. 5. 'garage' zijn geen hoofdgebouwen toegestaan. e. De afstand van een hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens mag ter plaatse van de aanduiding: 1. 'vrijstaand', aan beide zijden niet minder dan 3 m bedragen; 2. 'twee-aaneen', aan één zijde niet minder dan 3 m bedragen; 3. 'aaneengebouwd', alleen bij de eindwoningen aan één zijde niet minder dan 3 m bedragen. f.
De goothoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte'. g. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
125
bestemmingsplan Kern Dussen 'maximale goot- en bouwhoogte'. 20.2.3 Bijbehorende bouwwerk en Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels: a. Bijbehorende bouwwerken mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd. b. Bijbehorende bouwwerken mogen uitsluitend in het achtererfgebied worden gebouwd, behoudens de bijbehorende bouwwerken zoals genoemd in artikel 20.2.4. c. De gezamenlijke oppervlakte bijbehorende bouwwerken, buiten het bouwvlak, mag per bouwperceel niet meer bedragen dan 60 m². d. In afwijking van het bepaalde onder c mag voor bouwpercelen groter van 600 m², dit maximum worden verhoogd met 10% van deze overmaat, tot een absoluut maximum van 150 m². e. De goothoogte mag niet meer bedragen dan de 3 m. f. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 5 m. 20.2.4 Bijbehorende bouwwerk en op het voorerfgebied Op het voorerfgebied mogen uitbreidingen, zoals een erker, balkon of luifel, worden gebouwd, waarbij moet worden voldaan aan de volgende regels: a. De diepte van de uitbreiding mag niet meer bedragen dan 1,5 m. b. De afstand tot de voorste perceelsgrens mag niet minder bedragen dan 2 m. c. De bouwhoogte van een erker of luifel mag niet meer bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw. d. De breedte van een uitbreiding mag niet meer bedragen dan 2/3 van de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw. 20.2.5 Garageboxen Voor het bouwen van garageboxen ter plaatse van de aanduiding 'garage' gelden de volgende regels: a. Binnen een bouwvlak ter plaatse van de aanduiding 'garage' mogen uitsluitend garageboxen worden gebouwd. b. Het bouwvlak mag volledig worden bebouwd. c. De bouwhoogte van een garagebox mag niet meer bedragen dan 3 m. d. De breedte van een garagebox mag niet meer bedragen dan 3 m. 20.2.6 Bouwwerk en, geen gebouwen zijnde De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd. b. De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, vóór de voorgevellijn mag niet meer bedragen dan 1 m. c. De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, achter de voorgevellijn mag niet meer bedragen dan 3 m, behoudens erf- en/of terreinafscheidingen, waarvan de bouwhoogte niet meer dan 2 m mag bedragen.
20.3
Nadere eisen
20.3.1 Nadere eisen Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en omvang van bouwwerken met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van: a. het straat- en bebouwingsbeeld; b. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
126
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
bestemmingsplan Kern Dussen c. d. e. f.
het uitzicht van woningen; de verkeersveiligheid; de sociale veiligheid; de brandveiligheid.
20.4
Afwijken van de bouwregels
20.4.1 Afwijk en voor diepere hoofdgebouwen Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 20.2.2 onder a, voor het overschrijden van de achterste grens van het bouwvlak, mits: a. het een hoofdgebouw ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand' betreft; b. de diepte van het hoofdgebouw niet meer bedraagt dan 15 m; c. de diepte van de achtertuin over de volledige breedte van de achtergevel van het hoofdgebouw minimaal even zo diep is als de diepte van het hoofdgebouw; d. er geen onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en de zich daarop bevindende bouwwerken plaatsvindt. Dit betekent onder andere dat de bezonning en het uitzicht van de naastgelegen percelen niet onevenredig mogen worden geschaad. 20.4.2 Afwijk en voor situering bijbehorende bouwwerk en Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 20.2.3 onder b, voor de bouw van bijbehorende bouwwerken buiten het bouwvlak en niet in het achtererfgebied, mits: a. er geen onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en de zich daarop bevindende bouwwerken plaatsvindt. Dit betekent onder andere dat de bezonning en het uitzicht van de naastgelegen percelen niet onevenredig mogen worden geschaad; b. de goothoogte van de bijbehorende bouwwerken niet meer bedraagt dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw; c. de afstand van de bijbehorende bouwwerken tot de aan de weg gelegen zijde van de bestemmingsgrens mede in verband met de verkeersveiligheid, niet minder dan 1,5 m bedraagt. 20.4.3 Afwijk en voor oppervlak te bijbehorende bouwwerk en Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 20.2.1 onder a, voor het verhogen van het bebouwingspercentage van het bouwperceel door een grotere oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken in het achtererfgebied toe te staan, mits: a. het bebouwingspercentage van het bouwperceel inclusief de gronden gelegen in de bestemming 'Tuin' niet meer bedraagt dan 80%; b. de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken niet meer bedraagt dan in lid 20.2.3 onder c en d is geregeld; c. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het straat- en bebouwingsbeeld, de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, het uitzicht van woningen, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de brandveiligheid; d. de goothoogte niet meer bedraagt dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw; e. de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 5 m. 20.4.4 Afwijk en medisch-sociale noodzaak Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaald in lid 20.2.3 onder c en d, voor de bouw van een grotere oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken, mits: a. dit noodzakelijk is vanuit medisch-sociale noodzaak (ten behoeve van mindervaliden); b. de uitbreiding niet meer bedraagt dan 40 m²; c. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het straat- en bebouwingsbeeld, de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, het uitzicht van woningen, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de brandveiligheid;
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
127
bestemmingsplan Kern Dussen d. de ontwikkeling, voor zover deze gesitueerd zijn buiten 'bestaand stedelijk gebied: kernen in landelijk gebied', zoals opgenomen in de provinciale Verordening ruimte, gepaard gaat met een aantoonbare en uitvoerbare fysieke verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van de bodem, water, natuur, landschap of cultuurhistorie of van extensieve recreatieve mogelijkheden van het plangebied, met dien verstande dat: 1. voor de ruimtelijke kwaliteitsverbetering een inrichtingsplan/beheersplan is opgesteld en goedgekeurd door het bevoegd gezag; 2. de realisatie, beheer en onderhoud van de ruimtelijke kwaliteitsverbetering moet zijn verzekerd; 3. indien de kwaliteitsverbetering als bedoeld in het voorgaande lid niet is verzekerd - de storting van een passende financiële bijdrage in het daarvoor bestemde fonds moet zijn verzekerd. 20.5
Specifieke gebruiksregels
20.5.1 Strijdig gebruik Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruiken van gronden en bebouwing voor de uitoefening van enige vorm van beroep- en bedrijf aan huis, detailhandel of horeca, met uitzondering van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'beroep aan huis' en ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf aan huis'; b. het gebruiken van vrijstaande bijgebouwen ten behoeve van tijdelijke of permanente bewoning. 20.5.2 Aan-huis-verbonden beroep of bedrijf Ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf aan huis' is het toegestaan de woning en een bijbehorend bouwwerk te gebruiken voor een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf, mits: a. de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft; b. de omvang van het aan-huis-verbonden beroep of bedrijf niet meer bedraagt dan 45 m²; c. het aan-huis-verbonden beroep of bedrijf in het hoofd- of bijbehorend bouwwerk wordt uitgeoefend door degene die tevens de gebruiker van het hoofdgebouw (woning) is; d. het aan-huis-verbonden beroep of bedrijf voorkomt in milieucategorieën 1 of 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten of, voor wat betreft de aard en omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt, gelijk gesteld kan worden aan een bedrijf behorende tot één van die milieucategorieën; e. de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf geen ernstige c.q. onevenredige hinder voor het woonmilieu oplevert en geen afbreuk doet aan het woonkarakter van de buurt; f. er geen horeca en geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit, in direct verband met de uitoefening van een beroep of bedrijf aan huis; g. het aan-huis-verbonden beroep of bedrijf geen publieksgericht karakter heeft. 20.6
Afwijken van de gebruiksregels
20.6.1 Afwijk en voor aan-huis-verbonden beroep of bedrijf Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 20.5.1 onder a, voor het gebruik van de woning en een bijbehorend bouwwerk voor een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf, mits: a. de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft; b. de omvang van het aan-huis-verbonden beroep of bedrijf niet meer bedraagt dan 45 m²; c. het aan-huis-verbonden beroep of bedrijf in het hoofd- of bijbehorend bouwwerk wordt uitgeoefend door degene die tevens de gebruiker van het hoofdgebouw (woning) is; d. het aan-huis-verbonden beroep of bedrijf voorkomt in milieucategorieën 1 of 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten of, voor wat betreft de aard en omvang van de milieuhinder die het veroorzaakt, gelijk gesteld kan worden aan een bedrijf behorende tot één van de milieucategorieën; e. de uitoefening van een aan-huis-gebonden beroep of bedrijf geen ernstige c.q. onevenredige hinder voor het woonmilieu oplevert en geen afbreuk doet aan het woonkarakter van de buurt;
128
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
bestemmingsplan Kern Dussen f.
er geen horeca en geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit, in direct verband met de uitoefening van een beroep of bedrijf aan huis; g. het aan-huis-verbonden beroep of bedrijf geen publieksgericht karakter heeft. 20.6.2 Afwijk en voor mantelzorg Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 20.5.1 onder b, voor het gebruik van een (vrijstaand) bijgebouw als afhankelijke woonruimte, mits: a. een dergelijke bewoning noodzakelijk is uit het oogpunt van mantelzorg; b. de afhankelijke woonruimte binnen de bepalingen inzake bijbehorende bouwwerken wordt ingepast met een maximale oppervlakte van 80 m²; c. het absolute maximum aan oppervlakte van 60 m2 aan bijbehorende bouwwerken buiten het bouwvlak, niet wordt overschreden; d. er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken, met dien verstande dat het bevoegd gezag de omgevingsvergunning intrekt, indien de bij het verlenen van de omgevingsvergunning bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is. 20.6.3 Afwijk en voor bed and break fast Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 20.1, voor het vestigen van een bed and breakfast, mits: a. de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft; b. de bed and breakfast wordt uitgeoefend door degene die tevens de gebruiker van het hoofdgebouw (woning) is; c. de uitoefening van bed and breakfast geen ernstige c.q. onevenredige hinder voor het woonmilieu oplevert en geen afbreuk doet aan het woonkarakter van de buurt; d. het maximum aantal gasten dat gelijktijdig gebruik maakt van de bed and breakfast 5 bedraagt; e. de omvang van de bed and breakfast niet meer bedraagt dan 40% van het vloeroppervlak van de woning tot een maximum van 45 m²; f. de maximale verblijfsduur voor gasten uiterlijk 14 aaneengesloten dagen bedraagt; g. er voldoende parkeergelegenheid is op eigen terrein; h. de bed and breakfast wordt uitgeoefend in bestaande, legaal opgerichte gebouwen; i. de bed and breakfast wordt uitgeoefend in het hoofdgebouw en/of de daaraan gebouwde bijgebouwen en/of vrijstaande bijgebouwen.
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
129
bestemmingsplan Kern Dussen
Artikel 21 21.1
Leiding - Riool
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor een rioolpersleiding ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding riool'. 21.2
Bouwregels
21.2.1 Bouwwerk en Op of in deze gronden mogen worden gebouwd: a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, noodzakelijk voor het beheer en onderhoud van de rioolpersleiding mogen worden opgericht tot een maximale bouwhoogte van 3 m. b. ten dienste van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels, uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering. 21.3
Afwijken van de bouwregels
a. Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 21.2.1 onder b voor de bouw van bouwwerken ten dienste van de andere geldende bestemming(en), mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de functie van de rioolpersleiding. b. Alvorens te beslissen omtrent de omgevingsvergunning wint het bevoegd gezag advies in bij de beheerder van de rioolpersleiding. 21.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 21.4.1 Omgevingsvergunning Het is verboden op of in deze gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren: a. b. c. d. e.
het aanleggen van wegen of paden en/of andere oppervlakteverhardingen; het uitvoeren van graafwerkzaamheden; het uitvoeren van heiwerken of het anderszins indrijven van voorwerpen in de bodem; het aanbrengen van diepwortelende beplanting en/of bomen; het ophogen, verlagen, afgraven of egaliseren van de bodem, of anderszins wijzigen in maaiveld- of weghoogte.
21.4.2 Uitzonderingen Het in lid 21.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke: a. het normale onderhoud betreffen overeenkomstig de overige bestemmingen van deze gronden, dan wel van ondergeschikte betekenis zijn en/of voortvloeien uit het normale gebruik overeenkomstig de bestemming; b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit bestemmingsplan. 21.4.3 Toelaatbaarheid a. De in lid 21.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de functie van de rioolpersleiding. b. Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 21.4.1 wint het bevoegd
130
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
bestemmingsplan Kern Dussen gezag advies in bij de beheerder van de rioolpersleiding.
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
131
bestemmingsplan Kern Dussen
Artikel 22 22.1
Waarde - Archeologie 1
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de historische kern.
22.1.1 Voorrangsregel Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de overige aangewezen dubbelbestemmingen, bestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 32.2.
22.2
Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
22.2.1 Verbod Het is verboden om te bouwen of te laten bouwen op de voor 'Waarde - Archeologie 1' mede bestemde gronden.
22.2.2 Uitzonderingen Het onder 22.2.1 genoemde verbod is niet van toepassing op: a. bebouwing die nodig is voor het archeologisch onderzoek, of; b. bebouwing waarvan de diepte niet meer bedraagt dan 0,30 m onder het bestaande maaiveld en die kan worden gebouwd krachtens de andere daar voorkomende bestemming(en), of; c. bebouwing waarvan de oppervlakte niet meer dan 50 m² bedraagt en die kan worden gebouwd krachtens de andere daar voorkomende bestemmingen, of; d. de verbouwing en/of sloop- en nieuwbouw van bestaande bebouwing krachtens de andere daar voorkomende bestemming(en), mits: 1. de bestaande fundering wordt gebruikt: 2. de bestaande oppervlakte niet wordt uitgebreid. e. gronden waarvan kan worden aangetoond dat reeds verstoring heeft plaatsgevonden die dieper reikt dan de te verwachten archeologische vondstlaag. 22.3
Afwijken van de bouwregels
22.3.1 Afwijk en voor bouwen ten dienste van andere bestemming Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 22.2 onder a, voor de bouw van bouwwerken ten dienste van de andere geldende bestemming(en), mits: a. op basis van archeologisch onderzoek, weergegeven in een door het bevoegd gezag goedgekeurd rapport in voldoende mate is vastgesteld, dat er geen archeologische waarden aanwezig zijn; of b. op basis van archeologisch onderzoek, weergegeven in een door het bevoegd gezag goedgekeurd rapport in voldoende mate is vastgesteld, dat de archeologische waarden door bouwactivititeiten niet onevenredig worden geschaad; of c. de volgende voorwaarden in acht genomen worden indien, op basis van archeologisch onderzoek, weergegeven in een door het bevoegd gezag goedgekeurd rapport in voldoende mate is vastgesteld, dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten kunnen worden verstoord: 1. een verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden; of 2. een verplichting tot het doen van opgravingen; of
132
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
bestemmingsplan Kern Dussen 3. een verplichting de uitvoering van bouwactitiviteiten te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg, namelijk een archeologische instantie met een opgravingsbevoegdheid. 22.3.2 Archeologisch rapport Indien het bevoegd gezag niet beschikt over een voor de beoordeling van de aanvraag toereikend archeologisch onderzoek voor de gronden waarop een aanvraag om een omgevingsvergunning wordt gedaan, dient de aanvrager ten behoeve van de beoordeling van archeologische waarden van de gronden een archeologisch rapport te overleggen dat voldoet aan de vigerende Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA).
22.3.3 Advies Bij de beoordeling van het archeologisch onderzoek en het afwijkingsverzoek als bedoeld in lid 22.3.1, laat het bevoegd gezag zich adviseren door een deskundige op het gebied van de archeologische monumentenzorg conform de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie-KNA, vastgesteld door Burgemeester en wethouders van de gemeente Werkendam.
22.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 22.4.1 Omgevingsvergunning Het is verboden op of in deze gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren: a. het ophogen, afgraven (ook ten behoeve van het verwijderen van bestaande funderingen), woelen, mengen, aanbrengen van heipalen, egaliseren en ontginnen van gronden met dien verstande dat het werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden betreft met een oppervlakte groter dan 50 m² en dieper dan 0,3 m; b. het wijzigen van de waterhuishouding, zoals draineren en het uitdiepen, graven en/of verleggen van waterlopen; c. het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur dieper dan 0,3 m; d. het verlagen van het waterpeil; e. in het kader van archeologisch onderzoek en het doen van opgravingen, mits verricht door een ter zake deskundige, namelijk een archeologische instantie met een opgravingsbevoegdheid. 22.4.2 Uitzonderingen Het verbod, zoals bedoeld in lid 22.4.1 is niet van toepassing, indien: a. het gaat om onderhouds- en vervangingswerkzaamheden van bestaande bestratingen en beplantingen en werkzaamheden binnen bestaande tracé's van kabels, leidingen en rioleringen, waarbij niet dieper wordt gegraven dan de reeds uitgegraven diepte; b. het gaat om werken en werkzaamheden die het normale onderhoud en/of beheer betreffen dan wel van ondergeschikt belang zijn; c. op basis van inventariserend en/of definitief archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn; d. de werken en werkzaamheden: 1. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan; 2. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende omgevingsvergunning of een ontgrondingsvergunning; e. de werken en werkzaamheden op inventariserend of definitief archeologisch onderzoek zijn gericht.
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
133
bestemmingsplan Kern Dussen
22.4.3 Toelaatbaarheid Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 22.4.1 wordt slechts verleend indien: a. op basis van archeologisch onderzoek, weergegeven in een door het bevoegd gezag goedgekeurd rapport in voldoende mate is vastgesteld, dat er geen archeologische waarden aanwezig zijn; of b. op basis van archeologisch onderzoek, weergegeven in een door het bevoegd gezag goedgekeurd rapport in voldoende mate is vastgesteld, dat de archeologische waarden door bouwactiviteiten niet onevenredig worden geschaad; of c. de volgende voorwaarden in acht genomen worden indien, op basis van archeologisch onderzoek, weergegeven in een door het bevoegd gezag goedgekeurd rapport in voldoende mate is vastgesteld, dat de archeologische waarden door de werken en werkzaamheden kunnen worden verstoord: 1. een verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden; of 2. een verplichting tot het doen van opgravingen; of 3. een verplichting de uitvoering van werken en werkzaamheden te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg, namelijk een archeologische instantie met een opgravingsbevoegdheid. 22.4.4 Advies Indien het bevoegd gezag voornemens is om aan de omgevingsvergunning voorwaarden te verbinden als bedoeld in lid 22.4.3 onder c, vraagt het bevoegd gezag advies aan de deskundige op het gebied van de archeologische monumentenzorg conform de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie-KNA, vastgesteld door Burgemeester en wethouders van de gemeente Werkendam. Bij een negatief advies wordt de omgevingsvergunning niet verleend.
22.5
Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
a. Het is verboden op of in deze gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning een aanwezig bouwwerk te slopen, indien de oppervlakte van het bouwwerk meer bedraagt dan 50 m² en de diepte meer bedraagt dan 0,30 m onder het bestaande peil. b. Aan de omgevingsvergunning kan in elk geval de voorwaarde worden gesteld dat de sloop wordt begeleid door een gekwalificeerde deskundige (zijnde een archeologisch bedrijf met een opgravingsvergunning). Hiervoor is een door het bevoegd gezag schriftelijk goedgekeurd Programma van Eisen vereist dat is opgesteld conform de vigerende Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA). c. Indien tijdens de begeleiding van de sloopwerkzaamheden vondsten van zeer hoge waarden worden aangetroffen, wordt hiervan terstond melding gemaakt bij het bevoegd gezag, dat in het belang van de archeologische monumentenzorg aanvullende voorschriften kan verbinden aan de omgevingsvergunning. d. De vergunning wordt niet verleend, indien blijkt dat de sloop een onevenredige aantasting van de archeologische waarden van de grond tot gevolg heeft. 22.6
Wijzigingsbevoegdheid
22.6.1 Wijziging op basis van archeologisch onderzoek Burgemeester en wethouders kunnen, overeenkomstig artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het plan wijzigen in die zin dat aan de bestemming 'Waarde - Archeologie 1' wordt ontnomen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
134
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
bestemmingsplan Kern Dussen
22.6.2 Advies Alvorens de in lid 22.6.1 bedoelde wijziging wordt toegepast, vraagt het bevoegd gezag advies aan de deskundige op het gebied van de archeologische monumentenzorg conform de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie-KNA, vastgesteld door Burgemeester en wethouders van de gemeente Werkendam.
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
135
bestemmingsplan Kern Dussen
Artikel 23 23.1
Waarde - Archeologie 2
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van aanwezige archeologische vindplaatsen en hoge archeologische verwachtingswaarden.
23.1.1 Voorrangsregel Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de overige aangewezen dubbelbestemmingen, bestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 32.2. 23.2
Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
23.2.1 Verbod Het is verboden om te bouwen of te laten bouwen op de voor 'Waarde - Archeologie 2' mede bestemde gronden.
23.2.2 Uitzonderingen Het onder 23.2.1 genoemde verbod is niet van toepassing op: a. bebouwing die nodig is voor het archeologisch onderzoek, of; b. bebouwing waarvan de diepte niet meer bedraagt dan 0,30 m onder het bestaande maaiveld en die kan worden gebouwd krachtens de andere daar voorkomende bestemming(en), of; c. bebouwing waarvan de oppervlakte niet meer dan 100 m² bedraagt en die kan worden gebouwd krachtens de andere daar voorkomende bestemmingen, of; d. de verbouwing en/of sloop- en nieuwbouw van bestaande bebouwing krachtens de andere daar voorkomende bestemming(en), mits: 1. de bestaande fundering wordt gebruikt; 2. de bestaande oppervlakte niet wordt uitgebreid. e. gronden waarvan kan worden aangetoond dat reeds verstoring heeft plaatsgevonden die dieper reikt dan de te verwachten archeologische vondstlaag. 23.3
Afwijken van de bouwregels
23.3.1 Afwijk en voor bouwen ten dienste van andere bestemming Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 23.2, voor de bouw van bouwwerken ten dienste van de andere geldende bestemming(en), mits: a. op basis van archeologisch onderzoek, weergegeven in een door het bevoegd gezag goedgekeurd rapport in voldoende mate is vastgesteld, dat er geen archeologische waarden aanwezig zijn; of b. op basis van archeologisch onderzoek, weergegeven in een door het bevoegd gezag goedgekeurd rapport in voldoende mate is vastgesteld, dat de archeologische waarden door bouwactiviteiten niet onevenredig worden geschaad; of c. de volgende voorwaarden in acht genomen worden indien, op basis van archeologisch onderzoek, weergegeven in een door het bevoegd gezag goedgekeurd rapport in voldoende mate is vastgesteld, dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten kunnen worden verstoord: 1. een verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden; of 2. een verplichting tot het doen van opgravingen; of
136
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
bestemmingsplan Kern Dussen 3. een verplichting de uitvoering van bouwactiviteiten te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg, namelijk een archeologische instantie met een opgravingsbevoegdheid. 23.3.2 Archeologisch rapport Indien het bevoegd gezag niet beschikt over een voor de beoordeling van de aanvraag toereikend archeologisch onderzoek voor de gronden waarop een aanvraag om omgevingsvergunning wordt gedaan, dient de aanvrager ten behoeve van de beoordeling van archeologische waarden van de gronden een archeologisch rapport te overleggen dat voldoet aan de vigerende Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA).
23.3.3 Advies Bij de beoordeling van het archeologisch onderzoek en het afwijkingsverzoek als bedoeld in lid 23.3.1, laat het bevoegd gezag zich adviseren door een deskundige op het gebied van de archeologische monumentenzorg conform de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie-KNA, vastgesteld door Burgemeester en wethouders van de gemeente Werkendam.
23.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 23.4.1 Omgevingsvergunning Het is verboden op of in deze gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren: a. het ophogen, afgraven (ook ten behoeve van het verwijderen van bestaande funderingen), woelen, mengen, aanbrengen van heipalen, egaliseren en ontginnen van gronden met dien verstande dat het werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden betreft met een oppervlakte groter dan 100 m² en dieper dan 0,3 m; b. het wijzigen van de waterhuishouding, zoals draineren en het uitdiepen, graven en/of verleggen van waterlopen; c. het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur dieper dan 0,3 m; d. het verlagen van het waterpeil; e. in het kader van archeologisch onderzoek en het doen van opgravingen, mits verricht door een ter zake deskundige, namelijk een archeologische instantie met een opgravingsbevoegdheid. 23.4.2 Uitzonderingen Het verbod, zoals bedoeld in lid 23.4.1 is niet van toepassing, indien: a. het gaat om onderhouds- en vervangingswerkzaamheden van bestaande bestratingen en beplantingen en werkzaamheden binnen bestaande tracé's van kabels, leidingen en rioleringen, waarbij niet dieper wordt gegraven dan de reeds uitgegraven diepte; b. het gaat om werken en werkzaamheden die het normale onderhoud en/of beheer betreffen dan wel van ondergeschikt belang zijn; c. op basis van inventariserend en/of definitief archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn; d. de werken en werkzaamheden: 1. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan; 2. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende omgevingsvergunning of een ontgrondingsvergunning; e. de werken en werkzaamheden op inventariserend of definitief archeologisch onderzoek zijn gericht.
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
137
bestemmingsplan Kern Dussen
23.4.3 Toelaatbaarheid Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 23.4.1 wordt slechts verleend indien: a. op basis van archeologisch onderzoek, weergegeven in een door het bevoegd gezag goedgekeurd rapport in voldoende mate is vastgesteld, dat er geen archeologische waarden aanwezig zijn; of b. op basis van archeologisch onderzoek, weergegeven in een door het bevoegd gezag goedgekeurd rapport in voldoende mate is vastgesteld, dat de archeologische waarden door bouwactiviteiten niet onevenredig worden geschaad; of c. de volgende voorwaarden in acht genomen worden indien, op basis van archeologisch onderzoek, weergegeven in een door het bevoegd gezag goedgekeurd rapport in voldoende mate is vastgesteld, dat de archeologische waarden door de werken en werkzaamheden kunnen worden verstoord: 1. een verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden; of 2. een verplichting tot het doen van opgravingen; of 3. een verplichting de uitvoering van werken en werkzaamheden te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg, namelijk een archeologische instantie met een opgravingsbevoegdheid. 23.4.4 Advies Indien het bevoegd gezag voornemens i om aan de omgevingsvergunning voorwaarden te verbinden als bedoeld in lid 23.4.3 onder c, vraagt het bevoegd gezag advies aan de deskundige op het gebied van de archeologische monumentenzorg conform de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie-KNA, vastgesteld door Burgemeester en wethouders van de gemeente Werkendam. Bij een negatief advies wordt de omgevingsvergunning niet verleend.
23.5
Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
a. Het is verboden op of in deze gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning een aanwezig bouwwerk te slopen, indien de oppervlakte van het bouwwerk meer bedraagt dan 100 m² en de diepte meer bedraagt dan 0,30 m onder het bestaande peil. b. Aan de omgevingsvergunning kan in elk geval de voorwaarde worden gesteld dat de sloop wordt begeleid door een gekwalificeerde deskundige (zijnde een archeologisch bedrijf met een opgravingsvergunning). Hiervoor is een door het bevoegd gezag schriftelijk goedgekeurd Programma van Eisen vereist dat is opgesteld conform de vigerende Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA). c. Indien tijdens de begeleiding van de sloopwerkzaamheden vondsten van zeer hoge waarden worden aangetroffen, wordt hiervan terstond melding gemaakt bij het bevoegd gezag, dat in het belang van de archeologische monumentenzorg aanvullende voorschriften kan verbinden aan de omgevingsvergunning. d. De vergunning wordt niet verleend, indien blijkt dat de sloop een onevenredige aantasting van de archeologische waarden van de gronden tot gevolg heeft. 23.6
Wijzigingsbevoegdheid
23.6.1 Wijziging op basis van archeologisch onderzoek Burgemeester en wethouders kunnen, overeenkomstig artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het plan wijzigen in die zin dat aan de bestemming 'Waarde - Archeologie 2' wordt ontnomen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
138
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
bestemmingsplan Kern Dussen
23.6.2 Advies Alvorens de in lid 23.6.1 bedoelde wijziging wordt toegepast, vraagt het bevoegd gezag advies aan de deskundige op het gebied van de archeologische monumentenzorg conform de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie-KNA, vastgesteld door Burgemeester en wethouders van de gemeente Werkendam.
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
139
bestemmingsplan Kern Dussen
Artikel 24 24.1
Waarde - Cultuurhistorie
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud, de versterking en ontwikkeling van de aanwezige cultuurhistorische en ruimtelijke waarden, waaronder begrepen: a. de beeldbepalende dijkstructuur; b. de beeldbepalende groenstructuur; c. de cultuurhistorisch en landschappelijk beeldbepalende elementen en ensembles. 24.1.1 Voorrangsregel Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de overige aangewezen dubbelbestemmingen, bestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 32.2
24.2
Bouwregels
24.2.1 Bouwverbod Op de voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden mag niet worden gebouwd. 24.2.2 Uitzonderingen Het bepaalde in artikel 24.2.1 is niet van toepassing op: a. normale onderhoudswerkzaamheden; b. bouwactiviteiten van ondergeschikte betekenis. 24.3
Afwijken van de bouwregels
24.3.1 Afwijk en voor bouwen van gebouwen Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in 24.2.1 ten behoeve van het bouwen van gebouwen overeenkomstig de onderliggende bestemming(en), met dien verstande dat: a. op basis van een advies van een deskundige op het gebied van cultuurhistorie, zoals de erfgoedcommissie of een daarvoor in de plaats tredende gelijkwaardige commissie, vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Werkendam aangetoond wordt, dat dit verenigbaar is met behoud, herstel en/of versterking van de cultuurhistorische waarden en kwaliteiten van de bestaande bebouwing; b. dit niet leidt tot een wezenlijke verandering van de aanwezige cultuurhistorische waarden en kwaliteiten. 24.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 24.4.1 Omgevingsvergunning Het is verboden op of in deze gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren: a. b. c. d. 140
het verlagen, ophogen en afgraven van de bodem; het kappen en/of rooien van bomen en houtgewas; geheel of gedeeltelijk dempen/graven van watergangen; veranderingen aan te brengen in het aanwezige verkavelingspatroon. bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
bestemmingsplan Kern Dussen
24.4.2 Voorwaarden a. Bij de aanvraag om een omgevingsvergunning voor de activiteiten als bedoeld in 24.4.1 onder a, b en c, dient een cultuurhistorisch onderzoek te worden overgelegd waarin wordt aangetoond dat de cultuurhistorische waarde door de activiteiten niet onevenredig worden geschaad; b. het bevoegd gezag kan aanvullende voorschriften verbinden aan de omgevingsvergunning in het belang van de bescherming van de cultuurhistorische waarden; c. indien het bevoegd gezag voornemens is om aan de omgevingsvergunning voorwaarden te verbinden als bedoeld in 24.4.1 onder d, vraagt het bevoegd gezag advies aan een deskundige op het gebied van cultuurhistorie, zoals de erfgoedcommissie of een daarvoor in de plaats tredende gelijkwaardige commissie, vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Werkendam. 24.4.3 Uitzonderingen Het verbod, zoals bedoeld in lid 24.4.1 is niet van toepassing, op: a. normale onderhoudswerkzaamheden; b. werken of werkzaamheden in het kader van het normale bodemgebruik; c. werken of werkzaamheden, welke op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan reeds in uitvoering zijn; d. werken of werkzaamheden mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende omgevingsvergunning of een ontgrondingsvergunning; e. werken of werkzaamheden, gericht op de instandhouding en herstel van gebouwen en terreinen met cultuurhistorische waarden. 24.4.4 Toelaatbaarheid Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 24.4.1 wordt slechts verleend indien door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen de in 24.1 genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast dan wel de mogelijkheden voor hetstel van de bedoelde waarden niet wezenlijk worden of kunnen worden verkleind.
24.5
Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
24.5.1 Omgevingsvergunning a. Het is verboden op de gronden met de dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorie' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning een aanwezige muraltmuur te slopen; b. bij de aanvraag om een omgevingsvergunning voor het geheel of gedeeltelijk slopen dient een cultuur-/bouwhistorisch onderzoek te worden overgelegd; c. het bevoegd gezag kan aanvullende voorschriften verbinden aan de omgevingsvergunning in het belang van de bescherming van de cultuurhistorische waarden; d. de omgevingsvergunning wordt niet verleend, indien blijkt dat de sloop een onevenredige aantasting van de cultuurhistorische waarden tot gevolg heeft. 24.5.2 Advies Indien het bevoegd gezag voornemens is om aan de omgevingsvergunning voorwaarden te verbinden als bedoeld in lid 21.4.1 onder c, vraagt het bevoegd gezag advies aan de deskundige op het gebied van cultuurhistorie, zoals de erfgoedcommissie of een daarvoor in de plaats tredende gelijkwaardige commissie, vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Werkendam.
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
141
bestemmingsplan Kern Dussen
Hoofdstuk 3 Artikel 25
Algemene regels
Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
142
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
bestemmingsplan Kern Dussen
Artikel 26 26.1
Algemene bouwregels
Ondergronds bouwen
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, de volgende regels: a. ondergrondse bouwwerken zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduidingen 'bouwvlak'; b. de oppervlakte van ondergrondse bouwwerken mag niet meer bedragen dan de toegestane oppervlakte van bouwwerken boven peil vermeerderd met 15 m²; c. de ondergrondse bouwdiepte mag maximaal 4 meter onder peil bedragen; d. bij het berekenen van de blijkens de digitale verbeelding of deze regels geldende bebouwingspercentages, of van het in deze regels maximaal te bebouwen oppervlak, wordt de oppervlakte van ondergrondse gebouwen mede in aanmerking genomen; e. voor het overige blijven de bouwregels van de betreffende bestemmingen van toepassing. Dit betekent bijvoorbeeld dat de inhoud van ondergrondse gebouwen mede in aanmerking wordt genomen bij het bepalen van de maximale inhoud van gebouwen. 26.2
Ondergeschikte bouwdelen
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, uitbouwen, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, indien de overschrijding van bouw- c.q. bestemmingsgrenzen maximaal 1 meter bedraagt.
26.3
Bestaande maatvoeringen
26.3.1 Maximaal toelaatbaar Indien afstanden tot, en hoogten, inhoud, aantallen en/of oppervlakten van bestaande bouwwerken die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, op het tijdstip van de ter inzage legging van het ontwerp van het plan meer bedragen dan ingevolge hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als maximaal toelaatbaar worden aangehouden.
26.3.2 Minimaal toelaatbaar In die gevallen dat afstand tot, en hoogte, inhoud, aantallen en/of oppervlakten van bestaande bouwwerken, die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan minder bedragen dan ingevolge hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als minimaal toelaatbaar worden gehouden.
26.3.3 Heroprichting In het geval van heroprichting van bouwwerken is het bepaalde in lid 26.3.1 en 26.3.2 uitsluitend van toepassing indien het geschiedt op dezelfde plaats.
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
143
bestemmingsplan Kern Dussen
Artikel 27 27.1
Algemene gebruiksregels
Gebruiksverbod
Het is verboden de gronden en bouwwerken in dit bestemmingsplan te gebruiken en/of te doen en/of laten gebruiken en/of in gebruik te geven op een wijze of tot een doel strijdig met de gegeven bestemming(en) en de daarbij behorende regels. 27.2
Strijdig gebruik
Tot een gebruik strijdig met de bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden en bebouwing ten behoeve van risicovolle inrichtingen; b. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden als standplaats voor één of meer kampeermiddelen; c. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden en bebouwing als opslag- of bergplaats van gebruikte, afgedankte c.q. aan de oorspronkelijke bestemming onttrokken goederen, voorwerpen of materialen, behoudens voor zover noodzakelijk in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond; d. het gebruiken, laten gebruiken of in gebruik geven van gronden voor het storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen, behoudens en voor zover dat noozakelijk in varband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond; e. het gebruik ten behoeve van: 1. een seksinrichting; 2. raam- en straatprostitutie; 3. coffeeshop, growshop, smartshop of een daarmee vergelijkbaar bedrijf. 27.3
Uitzonderingen
Onder strijdig gebruik als bedoeld in 27.2, onder c valt niet het opslaan van nieuwe bouwmaterialen en puin en andere bouwmaterialen op gronden waarop of waarin onderhouds-, herstel- of sloopwerkzaamheden worden uitgeoefend, mits deze zaken voor de uit te voeren werkzaamheden nodig zijn of van het bouwwerk dat hersteld of gesloopt wordt afkomstig zijn.
144
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
bestemmingsplan Kern Dussen
Artikel 28 28.1
Algemene aanduidingsregels
Vrijwaringszone - watergang
28.1.1 Omschrijving De voor 'Vrijwaringszone - watergang' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor waterschapsbelangen ten behoeve van de aan deze zone grenzende watergang.
28.1.2 Bouwregels Op deze gronden mag niet worden gebouwd.
28.1.3 Afwijk en van de bouwregels Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 28.1.2 ten behoeve van bouwwerken, die zijn toegestaan ingevolge de ter plaatse geldende andere bestemming, indien door de bouw en situering van de betreffende bouwwerken geen schade wordt toegebracht aan het belang van de waterhuishouding, met dien verstande dat: a. de omgevingsvergunning pas wordt verleend nadat ter zake advies is ingewonnen bij de beheersinstantie van de in de omschrijving bedoelde watergang; de beslissing inzake het verlenen van de omgevingsvergunning wordt aan genoemde instantie medegedeeld. 28.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 28.2.1 Omgevingsvergunning Het is verboden op of in deze gronden zonder of in afwijking van omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren: a. het ophogen, afgraven (ook ten behoeve van het verwijderen van bestaande funderingen), woelen, mengen, diepploegen, aanbrengen van heipalen, egaliseren en ontginnen van gronden met dien verstande dat het werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden betreft dieper dan 30 centimeter; b. het wijzigen van de waterhuishouding, zoals draineren en het uitdiepen, graven en/of verleggen van waterlopen; c. het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatie- leidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur dieper dan 30 centimeter; d. het verlagen van het waterpeil; e. het kappen en/of rooien van bomen en houtgewas. 28.2.2 Uitzonderingen Het verbod, zoals bedoeld in lid 28.2.1 is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden: a. die tot het normale onderhoud en beheer worden gerekend; b. die op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan reeds in uitvoering waren of waarvoor op dat tijdstip reeds een vergunning was verleend. 28.2.3 Toelaatbaarheid Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 28.2.1 wordt slechts verleend, indien hierdoor geen onevenredige schade wordt of kan worden toegebracht aan de beschermingsfunctie ten behoeve van de watergang.
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
145
bestemmingsplan Kern Dussen
28.3
Waardevolle groene ruimte
28.3.1 Omschrijving De voor 'Waardevolle groene ruimte' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de aanleg en het behoud van een waardevolle groene ruimte.
28.3.2 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk , geen bouwwerk zijnde, of van werk zaamheden a. Het is verboden op of in de gronden ter plaatse van de aanduiding 'waardevolle groene ruimte' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren: 1. het ophogen, afgraven (ook ten behoeve van het verwijderen van bestaande funderingen), woelen, mengen, diepploegen, aanbrengen van heipalen, egaliseren en ontginnen van gronden; 2. het wijzigen van de waterhuishouding, zoals draineren en het uitdiepen, graven en/of verleggen van waterlopen; 3. het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatie- leidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur; 4. het verlagen van het waterpeil; 5. het kappen en/of rooien van bomen en houtgewas. b. Het 1. 2. 3.
verbod, zoals hierboven bedoeld, is niet van toepassing, op werken en/of werkzaamheden die: betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer; reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan; reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende omgevingsvergunning.
c. de onder sub a genoemde omgevingsvergunning kan uitsluitend worden verleend, indien door de te vergunnen werken en werkzaamheden geen onevenredige schade wordt of kan worden toegebracht aan het te beschermen waardevolle groen.
146
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
bestemmingsplan Kern Dussen
Artikel 29 29.1
Algemene afwijkingsregels
10%-regeling
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van de in deze regels voorgeschreven minimale en/of maximale maten (hoogte, oppervlakte, inhoud etc.) en percentages tot maximaal 10% van die maten en percentages, met dien verstande dat dit niet geldt wanneer al op grond van deze regels een andere afwijking is of kan worden verleend.
29.2
Meetverschillen
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van de aangeduide bouwgrenzen indien een meetverschil of onnauwkeurigheid op de verbeelding ten opzichte van de feitelijke situatie daartoe aanleiding geeft, met dien verstande dat de afwijking maximaal 1 meter mag bedragen.
29.3
Kleine bouwwerken
Het bevoegd gezag kan, met inachtneming van het bepaalde in de dubbelbestemmingen en (gebieds)-aanduidingen, een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van de bouw- en/of gebruiksregels voor het bouwen van kleine, niet voor bewoning bestemde bouwwerken van openbaar nut en voor religieuze doeleinden, zoals wachthuisjes, transformatorhuisjes, schakelhuisjes, gemaalgebouwtjes, pinautomaten, afval- en glascontainers, monumenten, kapellen, wegkruisen en naar de aard en omvang daarmee gelijk te stellen bouwwerken, met dien verstande dat: a. b. c. d. e.
de bouwwerken naar aard en omvang passen in de omgeving; de oppervlakte maximaal 15 m² mag bedragen; de goothoogte maximaal 3 meter mag bedragen; de bouwhoogte maximaal 10 meter mag bedragen; gebleken is, dat de bodem geschikt is voor het beoogde gebruik.
29.4
Hoogte bouwwerken
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van de bestemmingsregels ten aanzien van de maximaal toegestane bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde wordt verhoogd, ten behoeve van: a. kunstwerken, geen gebouwen zijnde, tot niet meer dan 8 meter; b. waarschuwings- en communicatiemasten en zend-/ontvangstinstallaties, tot niet meer dan 50 meter; c. voorzieningen ten behoeve van de verkeers- en waterinfrastructuur, tot niet meer dan 15 meter; d. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tot niet meer dan 10 meter. 29.5
Hoogte bouwwerken
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van de bestemmingsregels ten aanzien van de maximaal toegestane bouwhoogte van bouwwerken voor plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkoker, liftkokers, lichtkappen en technische ruimten, met dien verstande dat: a. de maximale oppervlakte van de vergroting niet meer mag bedragen dan 10% van het betreffende platte dakvlak of de horizontale projectie van het schuine dakvlak; b. de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 1,25 maal de maximaal toegestane bouwhoogte van het betreffende gebouw.
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
147
bestemmingsplan Kern Dussen
29.6
Profiel wegen
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van de bestemmingsregels en toestaan dat het beloop of het profiel van wegen -waaronder mede begrepen de aanleg van rotondes of kruisingen- of de aansluiting van wegen onderling, in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of de verkeersintensiteit en/of de praktische uitvoerbaarheid daartoe aanleiding geeft.
29.7
Evenementen
Het bevoegd gezag kan met inachtneming van het bepaalde in de dubbelbestemmingen, een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van de regels van het plan ten aanzien van het toestaan van evenementen die met een zekere regelmaat (bijvoorbeeld jaarlijks) plaatsvinden en een planologische relevantie hebben vanwege de duur van de activiteit (inclusief het opbouwen en afbreken) en/of vanwege de omvang van de activiteit (aantal deelnemers/toeschouwers), mits: a. de evenementen zijn toegestaan overeenkomstig de bepalingen in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV); b. het evenement maximaal 15 dagen duurt, inclusief het opbouwen en afbreken van voorzieningen ten behoeve van het evenement; c. een locatie niet meer dan 3 maal per jaar voor een evenement wordt gebruikt; d. er geen horeca ter plaatse plaatsvindt, anders dan inherent aan het toegestane evenement; e. er geen detailhandel ter plaatse plaatsvindt, anders dan ondergeschikt en inherent aan het toegestane evenement, met uitzondering van vlooien- en/of rommelmarkten; f. in de parkeerbehoefte in voldoende mate wordt voorzien; g. aan de van toepassing zijnde milieu wet- en regelgeving wordt voldaan; h. het evenement niet leidt tot aantasting van de kernkwaliteiten van het Nationaal Landschap en de aanwezige natuurlijke en met de stiltegebieden samenhangende waarden niet worden geschaad; i. geen onevenredig nadelige gevolgen voor het woonmilieu ontstaan; j. de verkeershinder beperkt blijft dan wel voorzien wordt in alternatieve routes; k. belangen van derden niet onevenredig worden geschaad.
148
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
bestemmingsplan Kern Dussen
Artikel 30 30.1
Algemene wijzigingsregels
Verschuiving bestemmingsgrenzen
Het bevoegd gezag kan het bestemmingsplan wijzigen ten behoeve van het in geringe mate, tot maximaal 2,00 meter, verschuiven van de bestemmingsgrenzen, mits dit noodzakelijk is, voor een technische betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel in verband met afwijkingen of onnauwkeurigheden op de verbeelding ten opzichte van de feitelijke situatie, voor zover daarmee wordt beoogd een zo goed mogelijke overeenstemming tussen het plan en de werkelijke toestand te bereiken.
30.2
Verschuiving bestemmingsgrenzen - beloop wegen
Het bevoegd gezag kan het bestemmingsplan wijzigen ten behoeve van het in geringe mate, tot maximaal 2,00 meter, verschuiven van de bestemmingsgrenzen, om het beloop van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate aan te passen, indien de verkeersveiligheid en/of verkeersintensiteit daartoe aanleiding geeft.
30.3
Verschuiving bouwgrenzen en gebiedsaanduidingen
Het bevoegd gezag kan het bestemmingsplan wijzigen ten behoeve van het in geringe mate, tot maximaal 2,00 meter, verschuiven van bouwgrenzen, bouwvlakken en/of andere gebiedsaanduidingen, indien bij de uitvoering van een bouwplan mocht blijken dat een verschuiving noodzakelijk is.
30.4
Aanpassing Staat van Bedrijfsactiviteiten
Het bevoegd gezag kan het bestemmingsplan wijzigen door de opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten te wijzigen, indien technologische ontwikkelingen of vernieuwde inzichten hiertoe aanleiding geven.
30.5
Aanpassing wettelijke regelingen
Het bevoegd gezag kan het bestemmingsplan wijzigen door het aanpassen van opgenomen bepalingen in de voorafgaande artikelen, waarbij verwezen wordt naar bepalingen in wettelijke regelingen, indien deze wettelijke regelingen na het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan worden gewijzigd.
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
149
bestemmingsplan Kern Dussen
Artikel 31 31.1
Algemene procedureregels
Afwijken van het bestemmingsplan
Bij een afwijking van het bestemmingsplan, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is op de voorbereiding van het besluit de procedure als bedoeld in artikel 3.9 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing.
31.2
Wijzigingsbevoegdheid
Bij toepassing van een wijzigingsbevoegdheid, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is op de voorbereiding van het besluit de procedure als bedoeld in artikel 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
31.3
Nadere eisen
Bij toepassing van de nadere eisen, die onderdeel uitmaken van dit plan, is op de voorbereiding van het besluit de procedure als bedoeld in artikel 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
31.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden Bij het verlenen van een omgevingsvergunning, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is op de voorbereiding van het besluit de procedure als vervat in artikel 3.9 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing.
150
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
bestemmingsplan Kern Dussen
Artikel 32 32.1
Overige regels
Wettelijke regelingen
Indien en voorzover in deze regels wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, dienen deze regelingen te worden gelezen, zoals deze luidden op het tijdstip van tervisielegging van het ontwerp van het bestemmingsplan.
32.2
Voorrangsregels
32.2.1 Voorrang dubbelbestemming In het geval van strijdigheid van belangen tussen een bestemming en een dubbelbestemming, gaat het belang van de dubbelbestemming voor.
32.2.2 Onderlinge relatie dubbelbestemmingen Ten aanzien van de onderlinge relatie tussen de dubbelbestemmingen geldt dat dubbelbestemmingen gericht op het instandhouden of ontwikkelen van het groene karakter en het voorkomen van bebouwing, voorgaan boven dubbelbestemmingen met bebouwing. In concrete wordt in afnemende mate prioriteit verleend aan de dubbelbestemming: 1. 2. 3. 4.
Leiding - Riool; Waarde - Archeologie 1; Waarde - Archeologie 2; Waarde - Cultuurhistorie.
32.3
Uitsluiting aanvullende werking Bouwverordening
De voorschriften van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen: a. b. c. d. e. f.
de richtlijnen voor het verlenen van ontheffing van de stedenbouwkundige bepalingen; de bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer; de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten; het bouwen bij hoogspanningsleidingen en ondergrondse hoofdtransportleidingen; de parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden, en; de ruimte tussen bouwwerken.
32.4
De Algemeen Plaatselijke Verordening
Door toepassing van de bepaling omtrent het kappen van beplantingen in de Algemene Plaatselijke Verordening wordt gestreefd naar behoud van de bomen binnen het plangebied.
32.5
Waterschap
Bij activiteiten waar ook belangen van het waterschap een rol spelen, vindt overleg plaats met het Waterschap.
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
151
bestemmingsplan Kern Dussen
Hoofdstuk 4 Artikel 33 33.1
Overgangs- en slotregels
Overgangsrecht
Overgangsrecht bouwwerken
a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot, 1. gedeeltelijk worden vernieuw of veranderd; 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan. b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het bepaalde onder a met maximaal 10%. c. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan. 33.2
Overgangsrecht gebruik
a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet. b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder a te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdige gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind. c. Indien het gebruik, bedoeld onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten. d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan. 33.3
Hardheidsclausule
Voor zover toepassing van het overeenkomstig artikel 33.2 in het plan opgenomen overgangsrecht gebruik zou kunnen leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard voor een of meer natuurlijke personen die op het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan grond en opstallen gebruikten in strijd met het voordien geldende bestemmingsplan, kan het bevoegd gezag ten behoeve van die persoon of personen van dat overgangsrecht afwijken.
152
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
bestemmingsplan Kern Dussen
Artikel 34
Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Kern Dussen.
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
153
bestemmingsplan Kern Dussen
154
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
bestemmingsplan Kern Dussen
Bijlagen
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
155
bestemmingsplan Kern Dussen
Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten
156
bestemmingsplan "Kern Dussen" (vastgesteld)
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten OMSCHRIJVING
021, 022, 024 1071 1071 1081
1584 1584 1592 1593 t/m 1595 18 18 182 181 20 20 205
10821 10821 110102 1102 t/m 1104 14 14 141 141 16 162902
CATEGORIE
020 1581 1581 1583
GROOTSTE AFSTAND
01 011, 012, 013 011, 012, 013, 016 011, 012, 013 011, 012, 013 011, 012, 013 0113 0163 011 016 016 016 016 016 0162 02 02
GEVAAR
01 0111, 0113 0112 0112 0112 0112 0112 0112 0112 014 014 014 014 014 0142 02 02
GELUID
-
STOF
-
AFSTANDEN IN METERS
GEUR
SBI-2008
10
10
30 C
10
30
2
10 10 10 30 30 30
10 10 10 10 10 10
30 30 30 30 30 30
C C C C C C
10 10 10 10 10 10
30 30 30 30 30 30
2 2 2 2 2 2
30 30 30 30 30
10 10 10 10 10
50 30 50 30 30 C
10 10 10 10 0
50 D 30 50 30 30
3.1 2 3.1 2 2
Bosbouwbedrijven 0 Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen: 1 - v.c. < 7500 kg meel/week, bij gebruik van charge-ovens 0 Suikerfabrieken:
10
10
50
0
50
3.1
30
10
30 C
10
30
2
3 - cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. <= 200 m² 6 - suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. <= 200 m² 0 Vervaardiging van ethylalcohol door gisting: Vervaardiging van wijn, cider e.d. - VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT Vervaardiging van kleding en -toebehoren (excl. van leer) - Vervaardiging van kleding van leer - HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D. Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken
30 30
10 10
30 30
10 10
30 30
2 2
10
0
0
30
2
10 30
10 0
30 50
10 0
30 50
2 3.1
10
10
30
0
30
2
nummer
SBI-1993
definitief 29-12-2006
LIJST 1 - ACTIVITEITEN
0 1 2 3 4 6 7 0 1 2 3 4 -
LANDBOUW EN DIENSTVERLENING T.B.V. DE LANDBOUW Akkerbouw en fruitteelt (bedrijfsgebouwen) Tuinbouw: - bedrijfsgebouwen - kassen zonder verwarming - kassen met gasverwarming - champignonkwekerijen (algemeen) - bloembollendroog- en prepareerbedrijven - witlofkwekerijen (algemeen) Dienstverlening t.b.v. de landbouw: - algemeen (o.a. loonbedrijven): b.o. > 500 m² - algemeen (o.a. loonbedrijven): b.o.<= 500 m² - plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. > 500 m² - plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. <= 500 m² KI-stations BOSBOUW EN DIENSTVERLENING T.B.V. BOSBOUW
30 C
OMSCHRIJVING
23 232, 234 232, 234 24 27, 28, 33 27, 28, 33 27, 28, 33 27, 28, 33 26, 28, 33 26, 28, 33 26, 28, 33 26, 27, 33 26, 27, 33 293 26, 33 26, 33 261, 263, 264, 331 2612 26, 32, 33 26, 32, 33
CATEGORIE
GEVAAR
26 262, 263 262, 263 27 29 29 29 29 30 30 30 31 31 316 32 32 321 t/m 323 3210 33 33
GELUID
17 58 58 581 18129 1814 1814 1813 1814 182 19 2120 2120 23
STOF
21 22 22 221 2222.6 2223 2223 2224 2225 223 23 2442 2442 26
AFSTANDEN IN METERS
GEUR
SBI-2008
0 10 0 30 30 30 0
0 0 0 0 0 0 0
10 30 10 30 10 30 10
0 0 0 0 10 10 0
10 30 10 30 30 30 D 10
1 2 1 2 2 2 1
10
10
30
10
30
2
VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUKTEN Aardewerkfabrieken: - vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW
10
10
30
10
30
2
VERVAARDIGING VAN MACHINES EN APPARATEN Machine- en apparatenfabrieken incl. reparatie: - p.o. < 2.000 m2
30
30
100
30
VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS Kantoormachines- en computerfabrieken incl. reparatie
30
10
30
10
30
2
VERVAARDIGING VAN OVER. ELEKTR. MACHINES, APPARATEN EN BENODIGDH. Elektrotechnische industrie n.e.g.
30
10
30
10
30
2
VERVAARDIGING VAN AUDIO-, VIDEO-, TELECOM-APPARATEN EN -BENODIGDH. Vervaardiging van audio-, video- en telecom-apparatuur e.d. incl. reparatie Fabrieken voor gedrukte bedrading
30 50
0 10
50 50
30 30
50 D 50
nummer
SBI-1993
definitief 29-12-2006
LIJST 1 - ACTIVITEITEN
GROOTSTE AFSTAND
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten
-
UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA Uitgeverijen (kantoren) Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen A Grafische afwerking B Binderijen Grafische reproduktie en zetten Overige grafische aktiviteiten Reproduktiebedrijven opgenomen media 0 Farmaceutische produktenfabrieken: 2 - verbandmiddelenfabrieken 0 1 0 1 A -
-
VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN
100 D
3.2
3.1 3.1
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten
GEVAAR
GROOTSTE AFSTAND
CATEGORIE
0
30
2
30 R
100
3.2
30 0 10 10 30 30 0 30
100 D 10 30 30 50 50 30 50 D
3.2 1 2 2 3.1 3.1 2 3.1
GELUID
A Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten e.d. incl. reparatie VERVAARDIGING VAN AUTO'S, AANHANGWAGENS EN OPLEGGERS 0 Autofabrieken en assemblagebedrijven Auto-onderdelenfabrieken - VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G. 1 Meubelfabrieken 2 Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m2 Fabricage van munten, sieraden e.d. Muziekinstrumentenfabrieken Sportartikelenfabrieken Speelgoedartikelenfabrieken Sociale werkvoorziening Vervaardiging van overige goederen n.e.g. - PRODUKTIE EN DISTRIB. VAN STROOM, AARDGAS, STOOM EN WARM WATER C0 Elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen: C1 - < 10 MVA D0 Gasdistributiebedrijven: D3 - gas: reduceer-, compressor-, meet- en regelinst. Cat. A D4 - gasdrukregel- en meetruimten (kasten en gebouwen), cat. B en C D5 - gasontvang- en -verdeelstations, cat. D E0 Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt: E1 - stadsverwarming E2 - blokverwarming - WINNING EN DITRIBUTIE VAN WATER B0 Waterdistributiebedrijven met pompvermogen: B1 - < 1 MW - BOUWNIJVERHEID 0 Bouwbedrijven algemeen: b.o. > 2.000 m²
STOF
26, 32, 33 29 29 291 293 30 31 31 310 9524 321 322 323 324 32991 32999 38 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 35 36 36 36 36 41, 42, 43 41, 42, 43 41, 42, 43
AFSTANDEN IN METERS
GEUR
33 34 34 341 343 35 36 36 361 361 362 363 364 365 3663.1 3663.2 37 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40 41 41 41 41 45 45 45
OMSCHRIJVING
SBI-2008
nummer
SBI-1993
definitief 29-12-2006
LIJST 1 - ACTIVITEITEN
30
0
30
30
10
100
50 0 30 30 30 30 0 30
50 10 10 10 10 10 30 10
100 10 10 30 50 50 30 50
0
0
30 C
10
30
2
0 0 0
0 0 0
10 C 30 C 50 C
10 10 50 R
10 30 50
1 2 3.1
30 10
10 0
100 C 30 C
50 10
100 30
3.2 2
0
0
30 C
10
30
2
10
30
10
100
3.2
100
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten
0 2 3 - GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING Handelsbemiddeling (kantoren) 0 Grth in akkerbouwprodukten en veevoeders Grth in bloemen en planten Grth in levende dieren Grth in huiden, vellen en leder Grth in ruwe tabak, groenten, fruit en consumptie-aardappelen Grth in vlees, vleeswaren, zuivelprodukten, eieren, spijsoliën Grth in dranken Grth in tabaksprodukten Grth in suiker, chocolade en suikerwerk Grth in koffie, thee, cacao en specerijen Grth in overige voedings- en genotmiddelen Grth in overige consumentenartikelen 0 Grth in vuurwerk en munitie: 1 - consumentenvuurwerk, verpakt, opslag < 10 ton 2 - consumentenvuurwerk, verpakt, opslag 10 tot 50 ton 5 - munitie 0 Grth in vaste brandstoffen:
30 30 10
50 50 30
10 10 10 0 50 10 0
0 10 30 0 30 0 0
30 100 100 10 30 30 30
30 30
0 0
30 30
0 30 10 50 50 30 10 0 10 10 30 10 10
0 30 10 10 0 10 0 0 0 10 10 10 10
10 10 0
0 0 0
10 50 30 100 C 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30 30
CATEGORIE
HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS Handel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven Handel in vrachtauto's (incl. import en reparatie) Autoplaatwerkerijen Autobeklederijen Autospuitinrichtingen Autowasserijen Handel in auto- en motorfietsonderdelen en -accessoires Benzineservisestations: - met LPG < 1000 m3/jr - zonder LPG
10 10 0
GROOTSTE AFSTAND
A B C
- bouwbedrijven algemeen: b.o. <= 2.000 m² Aannemersbedrijven met werkplaats: b.o. > 1000 m² - aannemersbedrijven met werkplaats: b.o.< 1000 m²
GEVAAR
1 2 3 -
GELUID
41, 42, 43 41, 42, 43 41, 42, 43 45, 47 45, 47 451, 452, 454 451 45204 45204 45204 45205 453 473 473 473 46 46 461 4621 4622 4623 4624 46217, 4631 4632, 4633 4634 4635 4636 4637 4638, 4639 464, 46733 46499 46499 46499 46499 46711
AFSTANDEN IN METERS
STOF
45 45 45 50 50 501, 502, 504 501 5020.4 5020.4 5020.4 5020.5 503, 504 505 505 505 51 51 511 5121 5122 5123 5124 5125, 5131 5132, 5133 5134 5135 5136 5137 5138, 5139 514 5148.7 5148.7 5148.7 5148.7 5151.1
OMSCHRIJVING
GEUR
SBI-2008
nummer
SBI-1993
definitief 29-12-2006
LIJST 1 - ACTIVITEITEN
10 10 10
50 50 30
3.1 3.1 2
10 10 10 10 30 R 0 10
30 100 100 10 50 30 30
2 3.2 3.2 1 3.1 2 2
50 R 10
50 30
3.1 2
0 30 R 0 0 0 50 R 50 R 0 0 0 0 10 10
10 50 30 100 50 50 50 30 30 30 30 30 30
1 3.1 2 3.2 3.1 3.1 3.1 2 2 2 2 2 2
30 50 30
2 3.1 2
10 50 30
V V
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten
GEVAAR
GROOTSTE AFSTAND
CATEGORIE
1 - klein, lokaal verzorgingsgebied 0 Grth in vloeibare en gasvormige brandstoffen: Grth minerale olieprodukten (excl. brandstoffen) 0 Grth in hout en bouwmaterialen: 1 - algemeen: b.o. > 2000 m² 2 - algemeen: b.o. <= 2000 m² 4 zand en grind: 5 - algemeen: b.o. > 200 m² 6 - algemeen: b.o. <= 200 m² 0 Grth in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur: 1 - algemeen: b.o. > 2.000 m² 2 - algemeen: b.o. < = 2.000 m² Grth in kunstmeststoffen Grth in overige intermediaire goederen 1 - autosloperijen: b.o. <= 1000 m² 1 - overige groothandel in afval en schroot: b.o. <= 1000 m² 0 Grth in machines en apparaten: 1 - machines voor de bouwnijverheid 2 - overige Overige grth (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden e.d. - DETAILHANDEL EN REPARATIE T.B.V. PARTICULIEREN A Detailhandel voor zover n.e.g. Supermarkten, warenhuizen Detailhandel vlees, wild, gevogelte, met roken, koken, bakken Detailhandel brood en banket met bakken voor eigen winkel Apotheken en drogisterijen Bouwmarkten, tuincentra, hypermarkten Detailhandel in vuurwerk tot 10 ton verpakt Postorderbedrijven Reparatie t.b.v. particulieren (excl. auto's en motorfietsen) - LOGIES-, MAALTIJDEN- EN DRANKENVERSTREKKING Kantines Cateringbedrijven
GELUID
46711 46712 46713 4673 4673 4673 46735 46735 46735 4674 4674 4674 46752 4676 4677 4677 466 466 466 466, 469 47 47 47 471 4722, 4723 4724 4773, 4774 4752 4778 4791 952 55 55 5629 562
AFSTANDEN IN METERS
STOF
5151.1 5151.2 5151.3 5153 5153 5153 5153.4 5153.4 5153.4 5154 5154 5154 5155.2 5156 5157 5157.2/3 518 518 518 519 52 52 52 5211/2,5246/9 5222, 5223 5224 5231, 5232 5246/9 5249 5261 527 55 55 5551 5552
OMSCHRIJVING
GEUR
SBI-2008
nummer
SBI-1993
definitief 29-12-2006
LIJST 1 - ACTIVITEITEN
10
50
50
30
50
3.1
100
0
30
50
100
3.2
0 0
10 10
50 30
10 10
50 30
3.1 2
0 0
30 10
100 30
0 0
100 30
3.2 2
0 0 30 10 10 10
0 0 30 10 10 10
50 30 30 30 50 50
50 30 30 30 50 50
3.1 2 2 2 3.1 3.1
0 0 0
10 10 0
100 50 30
10 0 0
100 50 30
3.2 3.1 2
0 0 10 10 0 0 0 0 0
0 0 0 10 0 0 0 0 0
10 10 10 10 C 0 30 10 50 10
0 10 10 10 10 10 10 0 10
10 10 10 10 10 30 10 50 10
1 1 1 1 1 2 1 3.1 1
10 10
0 0
10 C 30 C
10 10
10 0 30 R 10 10 10
V
10 D 30
1 2
A B0 B2 B3 A A -
CATEGORIE
77 7711 7712, 7739 773
A A B 1
GEVAAR
71 711 712 713
-
GELUID
49 49 493 493 495 50, 51 50, 51 50, 51 52 52 52102, 52109 52109 5221 5222 791 5229 64 53 531, 532 61 61 61 61 64, 65, 66 64, 65, 66 64, 65, 66 41, 68 41, 68 41, 68 77
AFSTANDEN IN METERS
STOF
60 60 6022 6023 603 61, 62 61, 62 61, 62 63 63 6312 6312 6321 6322, 6323 633 634 64 64 641 642 642 642 642 65, 66, 67 65, 66, 67 65, 66, 67 70 70 70 71
OMSCHRIJVING
GEUR
SBI-2008
nummer
SBI-1993
definitief 29-12-2006
LIJST 1 - ACTIVITEITEN
GROOTSTE AFSTAND
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten
VERVOER OVER LAND Taxibedrijven Touringcarbedrijven Pomp- en compressorstations van pijpleidingen
0 10 0
0 0 0
VERVOER OVER WATER / DOOR DE LUCHT Vervoersbedrijven (uitsluitend kantoren)
0
0
DIENSTVERLENING T.B.V. HET VERVOER Distributiecentra, pak- en koelhuizen Opslaggebouwen (verhuur opslagruimte) Autoparkeerterreinen, parkeergarages Overige dienstverlening t.b.v. vervoer (kantoren) Reisorganisaties Expediteurs, cargadoors (kantoren)
30 0 10 0 0 0
10 0 0 0 0 0
50 C 30 C 30 C 10 10 10
0 0
0 0
30 C 10 C
0 0
30 10
2 1
0 0
0 0
0 C 0 C
10 10
10 10
1 1
FINANCIELE INSTELLINGEN EN VERZEKERINGSWEZEN Banken, verzekeringsbedrijven, beurzen
0
0
10 C
0
10
1
VERHUUR VAN EN HANDEL IN ONROEREND GOED Verhuur van en handel in onroerend goed
0
0
10
0
10
1
10 10 10
0 0 0
30 50 50
10 10 10
POST EN TELECOMMUNICATIE Post- en koeriersdiensten Telecommunicatiebedrijven zendinstallaties: - FM en TV - GSM en UMTS-steunzenders (indien bouwvergunningplichtig)
VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN Personenautoverhuurbedrijven Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (excl. personenauto's) Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen
30 C 100 C 30 C
10
0 0 10
0
50 R 10 0 0 0 0
30 100 30 D
10
50 D 30 30 10 10 10 D
30 50 D 50 D
2 3.2 2
1
3.1 2 2 1 1 1
2 3.1 3.1
SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK Natuurwetenschappelijk speur- en ontwikkelingswerk Maatschappij- en geesteswetenschappelijk onderzoek
10
10
30
10
0 0
0 0
30 0
10 0
30 10
0 50 10 0
0 10 0 0
0 0
CATEGORIE
GEVAAR
74 747 7481.3 7484.4 75 75 75 7525 80 80 801, 802 803, 804 85 85 8511 8512, 8513 8514, 8515 853 853 90 90
COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE Computerservice- en informatietechnologie-bureau's e.d. Datacentra
GELUID
74
Verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g. A B -
STOF
74
772 62 62 62 58, 63 72 72 721 722 63, 69tm71, 73, 74, 77, 78, 80tm82 63, 69tm71, 73, 74, 77, 78, 80tm82 63, 69tm71, 73, 74, 77, 78, 80tm82 812 74203 82992 84 84 84 8425 85 85 852, 8531 8532, 854, 855 86 86 8610 8621, 8622, 8623 8691, 8692 871 8891 37, 38, 39 37, 38, 39
AFSTANDEN IN METERS
GEUR
714 72 72 72 72 73 73 731 732
OMSCHRIJVING
SBI-2008
nummer
SBI-1993
definitief 29-12-2006
LIJST 1 - ACTIVITEITEN
GROOTSTE AFSTAND
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten
30 D
2
10 30
1 2
30 R 0
30 10
2 1
10 30 30 C 10
0 30 10 0
10 D 50 D 30 10
1 3.1 2 1
0 0
10 50 C
0 0
10 50
1 3.1
0 10
0 0
30 30
0 10
30 30 D
2 2
10 0 0 10 0
0 0 0 0 0
30 C 10 10 30 C 30
10 0 0 0 0
30 10 10 30 30
2 1 1 2 2
10 30 C
0 0
-
OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING
A Overige zakelijke dienstverlening: kantoren Reinigingsbedrijven voor gebouwen Foto- en filmontwikkelcentrales Veilingen voor huisraad, kunst e.d. - OPENBAAR BESTUUR, OVERHEIDSDIENSTEN, SOCIALE VERZEKERINGEN A Openbaar bestuur (kantoren e.d.) Brandweerkazernes - ONDERWIJS Scholen voor basis- en algemeen voortgezet onderwijs Scholen voor beroeps-, hoger en overig onderwijs - GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSZORG Ziekenhuizen Artsenpraktijken, klinieken en dagverblijven Consultatiebureaus 1 Verpleeghuizen 2 Kinderopvang - MILIEUDIENSTVERLENING
DIVERSE ORGANISATIES Bedrijfs- en werknemersorganisaties (kantoren) Kerkgebouwen e.d. A Buurt- en clubhuizen B Hondendressuurterreinen - CULTUUR, SPORT EN RECREATIE Studio's (film, TV, radio, geluid) 0 Schietinrichtingen: 11 - buitenbanen met voorzieningen: boogbanen 2 - binnenbanen: boogbanen - OVERIGE DIENSTVERLENING A Wasserijen en strijkinrichtingen B Tapijtreinigingsbedrijven Chemische wasserijen en ververijen A Wasverzendinrichtingen B Wasserettes, wassalons Kappersbedrijven en schoonheidsinstituten 0 Begrafenisondernemingen: 1 - uitvaartcentra 2 - begraafplaatsen 3 - crematoria Fitnesscentra, badhuizen en sauna-baden A Dierenasiels en -pensions B Persoonlijke dienstverlening n.e.g.
CATEGORIE
rioolgemalen Vuilophaal-, straatreinigingsbedrijven e.d. Gemeentewerven (afval-inzameldepots) - verwerking fotochemisch en galvano-afval
30 50 50 30
2 3.1 3.1 2
10 30 30 D 50
1 2 2 3.1
GEVAAR
B A B A7 -
GELUID
3700 381 381 382 94 94 941, 942 9491 94991 94991 59 59 591, 592, 601, 602 931 931 931 93 96 96011 96011 96012 96013 96013 9602 9603 9603 96031 96032 9313, 9604 9609 9609
AFSTANDEN IN METERS
STOF
9001 9002.1 9002.1 9002.2 91 91 9111 9131 9133.1 9133.1 92 92 921, 922 926 926 926 93 93 9301.1 9301.1 9301.2 9301.3 9301.3 9302 9303 9303 9303 9303 9304 9305 9305
OMSCHRIJVING
GEUR
SBI-2008
nummer
SBI-1993
definitief 29-12-2006
LIJST 1 - ACTIVITEITEN
GROOTSTE AFSTAND
Bijlage 1 Richtafstandenlijsten
30 50 30 10
0 30 30 10
10 C 50 50 30
0 10 30 R 30 R
0 0 0 0
0 0 0 0
10 30 30 C 50
0 0 0 0
0
0
30 C
10
30
2
0 0
0 0
30 10 C
30 10
30 10
2 1
30 30 30 0 0 0
0 0 0 0 0 0
50 C 50 30 30 10 10
30 30 30 R 0 0 0
50 50 30 30 10 10
3.1 3.1 2 2 1 1
0 0 100 10 30 0
0 0 10 0 0 0
10 10 30 30 C 100 C 10 C
0 0 10 0 0 0
10 10 100 30 100 10 D
1 1 3.2 2 3.2 1