Ten behoeve van vaststelling 043-016
GEMEENTE AALTEN Bestemmingsplan Kern De Heurne 2010
oktober 2010
GEMEENTE AALTEN Bestemmingsplan Kern De Heurne 2010
Inhoud A. Toelichting, d.d. oktober 2010 B. Regels, d.d. oktober 2010 C. Verbeelding, NL.IMRO.0197.BP00017-VG01, schaal 1:1.000, d.d. 11 augustus 2010
Bijlagen:
Verkennende bodemonderzoeken Milieutechniek Rouwmaat Groenlo bv (nr. MT28206, d.d. 11 maart 2008, nr. MT28289, d.d. 11 augustus 2008, nr. MT.20113 d.d. 5 mei 2010, nr. MT.20143 d.d. 21 mei 2010);
Meetgegevens wegverkeerslawaai, Pouderoyen Compagnons (nr. 043009, d.d. 27 januari 2010);
Quick-scan natuurwetgeving CSO (nr. 08J064, d.d. 22 september 2008);
Bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek ADC ArcheoProjecten (nr. 1594, d.d. september 2008);
Geohydrologisch onderzoek CSO Adviesbureau (nr. 08.RJ051, d.d. 22 september 2008).
st. Steven skerkhof 2 postbu s 156 6500 AD Nijmegen telefoon 024 – 3 22 45 79 telefax: 024 – 3 24 12 40 E-M AIL:
[email protected] www.pouderoyen.nl
GEMEENTE AALTEN Bestemmingsplan Kern De Heurne 2010
Toelichting 043-009
oktober 2010
INHOUD
BLZ
1.
INLEIDING................................................................................. 3
1.1. 1.2. 1.3. 1.4.
Aanleiding ................................................................................... 3 Ligging & begrenzing plangebied................................................. 3 Vigerende plannen ...................................................................... 4 Leeswijzer................................................................................... 5
2.
BESCHRIJVING PLANGEBIED ............................................... 6
2.1. 2.2. 2.3.
Ontstaansgeschiedenis ............................................................... 6 Ruimtelijke structuur.................................................................... 6 Functionele structuur................................................................... 6
3.
BELEIDSKADER ...................................................................... 8
3.1. 3.2. 3.3.
Rijksbeleid .................................................................................. 8 Provinciaal beleid ........................................................................ 8 Gemeentelijk beleid................................................................... 10
4.
ONTWIKKELING WONINGBOUW DE HEURNE .................. 12
4.1. 4.2. 4.3. 4.4. 4.5. 4.6. 4.7.
Klankbordgroep......................................................................... 12 Stedenbouwkundig plan ............................................................ 13 Bebouwing ................................................................................ 15 Ontsluiting en parkeren ............................................................. 16 Groen en water ......................................................................... 17 Beeldkwaliteit ............................................................................ 17 Fasering.................................................................................... 19
5.
MILIEU- & OMGEVINGSASPECTEN..................................... 20
5.1. 5.2. 5.3. 5.4. 5.5. 5.6. 5.7. 5.8. 5.9.
Bodem ...................................................................................... 20 Geluid ....................................................................................... 23 Externe veiligheid...................................................................... 24 Luchtkwaliteit ............................................................................ 26 Geur.......................................................................................... 27 Milieuzonering ........................................................................... 28 Flora & fauna ............................................................................ 29 Archeologie ............................................................................... 31 Waterhuishouding ..................................................................... 33
6.
JURIDISCH PLAN................................................................... 40
6.1. 6.2.
Indeling ..................................................................................... 40 Bebouwing ................................................................................ 41
Kern De Heurne 2010
NL.IMRO.0197.BP00017-VG01
1
6.3.
Artikelsgewijze bespreking ........................................................ 41
7.
ECONOMISCHE UITVOERBAARHEID ................................. 46
8.
MAATSCHAPPELIJKE UITVOERBAARHEID ...................... 47
8.1. 8.2.
Inspraak en overleg................................................................... 47 Zienswijzen ............................................................................... 47
Ligging kern De Heurne in groter verband Bron: http://maps.google.nl
Kern De Heurne 2010
NL.IMRO.0197.BP00017-VG01
2
1.
INLEIDING
1.1. Aanleiding In het kader van de in de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) verplichte tienjaarlijkse actualisatie van bestemmingsplannen worden de vigerende (geldende) bestemmingsplannen binnen de gemeente Aalten herzien, zo ook voor De Heurne. Voor de kern De Heurne heeft de gemeenteraad van de voormalige gemeente Dinxperlo op 24 maart 1983 een bestemmingsplan vastgesteld. Voor alle verdere (kleine) uitbreidingen is vervolgens een apart bestemmingsplan in procedure gebracht. Dit heeft geleid tot een lappendeken aan regelingen. Onderhavig bestemmingsplan voorziet in één overzichtelijke juridisch/planologische regeling voor de kern De Heurne. Tevens wordt aan de noordoostzijde van de kern, in aansluiting op de laatste uitbreiding De Riete, een nieuw gebied in ontwikkeling genomen voor woningbouw om aan de behoefte aan nieuwe woningen te voldoen. Het plan hiervoor zal in onderhavig bestemmingsplan meegenomen worden. Middels onderhavige herziening van het bestemmingsplan wordt een actuele en eenduidige juridisch/planologische regeling vastgelegd die voor alle kernen binnen de gemeente Aalten gelijk is.
1.2. Ligging & begrenzing plangebied Ligging De kern De Heurne bevindt zich op zo’n twee kilometer ten noorden van Dinxperlo, één van de twee hoofdkernen van de gemeente Aalten in de Achterhoek. De grens met Duitsland bevindt zich ook slechts enkele kilometers ten zuiden van het plangebied.
Kern De Heurne 2010
NL.IMRO.0197.BP00017-VG01
3
Globale begrenzing plangebied kern De Heurne (rode omkadering) Bron: http://maps.google.nl
Het plangebied wordt aan de noordzijde globaal begrensd door de zuidoever van de watergang ten noorden van de woningen aan de noordzijde van De Riete. Aan de oostzijde loopt de plangrens grotendeels gelijk met de Keizerweg, enkel de kavel ter hoogte van Keizerweg 1 valt binnen het plangebied. Aan de zuidzijde wordt het plangebied begrensd door de Spekkendijk en langs de achterzijde van de percelen ten zuiden van diezelfde Spekkendijk. Aan de zuidwestzijde van het plangebied loopt de zuidelijke grens steeds verder weg van de Spekkendijk. Aan de westzijde wordt het plangebied begrensd door het midden van de Lage Heurnseweg.
1.3. Vigerende plannen In het plangebied van de kern De Heurne vigeren op dit moment de volgende bestemmingsplannen: Naam bestemmingsplan Bestemmingsplan De Heurne 1982 Bestemmingsplan De Heurne 1987-I Bestemmingsplan De Heurne Spekkendijk 1996
Kern De Heurne 2010
Datum vaststelling 24 maart 1983
Datum goedkeuring 7 november 1983
28 januari 1988
15 april 1988
23 januari 1997
13 mei 1997
NL.IMRO.0197.BP00017-VG01
4
Bestemmingsplan De Riete 1996 (De Heurne) Wijziging Bestemmingsplan De Riete 1996 (De Heurne) Bestemmingsplan De Heurne, Spekkendijk 2006
3 oktober 1996
25 april 1997
28 mei 1998
8 december 1998
23 januari 2007
28 augustus 2007
Onderhavig bestemmingsplan vervangt tevens alle overige vrijstellingsbesluiten en wijzigingsplannen.
1.4. Leeswijzer Het bestemmingsplan is als volgt opgebouwd: In hoofdstuk 2 wordt de bestaande situatie in het plangebied beschreven; In hoofdstuk 3 volgt vervolgens een beschrijving van het beleidskader dat van toepassing is op het bestemmingsplan; In hoofdstuk 4 wordt de voorgenomen uitbreiding van De Heurne beschreven; In hoofdstuk 5 komen de relevante milieu- en omgevingsaspecten aan bod; In hoofdstuk 6 volgt de beschrijving van het juridische deel van het plan; In hoofdstuk 7 komt de economische uitvoerbaarheid aan bod; In hoofdstuk 8 tenslotte worden de resultaten uit overleg en inspraak besproken en behandeld.
Kern De Heurne 2010
NL.IMRO.0197.BP00017-VG01
5
2.
BESCHRIJVING PLANGEBIED
2.1. Ontstaansgeschiedenis De ontwikkeling van De Heurne is veel minder ingrijpend dan die van Dinxperlo. Op de kaart uit 1867 was er al sprake van een Voor Heurne, Middel Heurne en Achter Heurne, maar een echte kern was er toen nog niet. Ter hoogte van het vroegere Middel Heurne is de huidige kern ontstaan. Eerst ontstaat er een concentratie van bebouwing langs de Lage Heurnseweg. Halverwege de 20e eeuw komt er meer bebouwing langs de D.H. Keuperweg en de Spekkendijk. Later zijn er twee planmatige uitbreidingen geweest: eerst het Koopsbroeck (begin jaren ’80) en De Riete in de jaren ’90. Ook is er in die periode een aantal woningen gebouwd aan de zuidkant van de Spekkendijk.
2.2. Ruimtelijke structuur De Heurne ligt op ca. 2 km ten noorden van de kern Dinxperlo. Hoewel een groot deel van het buitengebied ook tot de buurtschap De Heurne wordt gerekend, ligt de “kern” van De Heurne ten oosten van de Lage Heurnseweg. De kern wordt gevormd door de bebouwing langs de Lage Heurnseweg en een aantal zijstraten: de Spekkendijk, D.H. Keuperweg en De Riete. Koopsbroeck is een kleine “inbreiding” uit de jaren ’80. Kenmerkend voor De Heurne is de gegroeide dorpsstructuur. De bebouwingsdichtheid is laag, de woningen staan op ruime kavels. De kern is heel transparant; in oost-west richting kijk je als het ware dwars door de kern heen. Er is een sterke verwevenheid met het landelijke gebied eromheen. Overal in de kern ervaar je het buitengebied. De kern wordt gemarkeerd door de Protestantse kerk. Daarachter ligt een kleine camping. Aan de andere kant van de camping ligt de jongste uitbreiding De Riete.
2.3. Functionele structuur De Heurne kent weinig voorzieningen. In het midden van de kern ligt de kerk. Er is een basisschool, die - opvallend - aan de buitenkant van de kern ligt, verscholen achter het bosje. Verder zijn er een camperplaats en aan de noordkant een horeca-gelegenheid (Deze horecagelegenheid maakt overigens geen deel uit van dit bestemmingsplan). Op enige afstand ligt een sportveld. Verkeersstructuur De Lage Heurnseweg vormt de belangrijkste wegverbinding in het dorp. Deze weg vormt tevens de westelijke begrenzing van het plan. De Spekkendijk en de D.H. Keuperweg vormen de dwarsverbinding met de Keizerweg aan de oostzijde van De Heurne. De twee uitbreidingen van
Kern De Heurne 2010
NL.IMRO.0197.BP00017-VG01
6
het dorp, Koopsbroeck en De Riete, vormen (nog) geen doorgaande wegverbinding. Nieuwe ontwikkelingen Aan de oostzijde van het buurtschap is een kleinschalige woninguitbreiding voorzien, onder andere ter hoogte van de huidige camping. Deze camping is in onderhavig bestemmingsplan als zodanig opgenomen met wijzigingsbevoegdheid naar Wonen. De beschrijving van de gehele woninguitbreiding aan de oostzijde is in hoofdstuk 4 terug te vinden. Onderdeel van deze uitbreiding is de realisering van één nieuwe woning aan de noordzijde van de Keizerweg 4-4a. Ter hoogte van de Keizerweg 1 is sprake van een naderende beëindiging van een agrarisch bedrijf. Naast de woonbestemming ter hoogte van het bestaande woonhuis is binnen de omringende tuinbestemming een wijzigingsbevoegdheid opgenomen naar Wonen. Dit maakt de realisering van maximaal drie vrijstaande woningen mogelijk. De hieronder weergegeven schets geeft een mogelijke ontwikkelingsrichting aan.
locatie Keizerweg 1
Kern De Heurne 2010
NL.IMRO.0197.BP00017-VG01
7
3.
BELEIDSKADER
3.1. Rijksbeleid Op 1 juli 2008 is de fundamentele herziening van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) in werking getreden, de zogenaamde Wet ruimtelijke ordening (Wro). De wetwijziging zorgt voor een duidelijke taakverdeling tussen de overheden waarbij ruimtelijke beleidsplannen van rijk, provincie en gemeenten in hoge mate verticaal op elkaar zijn afgestemd. In de Wro is de sturingsfilosofie dat elke overheid op basis van de eigen verantwoordelijkheid en de daarbij behorende instrumenten vooral proactief optreedt ter realisering van haar eigen ruimtelijk beleid. Hiertoe stelt elke overheidslaag een structuurvisie vast. De Nota ruimte en het Streekplan worden aangemerkt als structuurvisie in het kader van de Wro. Nota Ruimte In de meer landelijke gebieden van Nederland vraagt een aantal ontwikkelingen om een adequaat, deels ruimtelijk, antwoord. Zo neemt het aantal agrarische bedrijven af door onder meer de vermindering van de productieondersteuning die past bij het streven naar een verdergaande liberalisering van de wereldmarkt. Een aanzienlijk aantal bedrijfsgebouwen komt naar verwachting leeg te staan en de leefbaarheid en vitaliteit van verschillende gebieden neemt af. De ‘blijvende’ bedrijven zullen doorgroeien, zich naar verwachting organiseren in robuuste agrarische en agrofoodcomplexen of hun economische activiteiten verbreden. Het kabinet creëert in de nota Ruimte de ruimtelijke voorwaarden voor een vitaal platteland. Het gaat er daarbij om de middelen en de inzet enerzijds te richten op een vernieuwd sociaal-economisch draagvlak met behoud van de sociaal-culturele identiteit en anderzijds gericht bij te dragen aan kwaliteitsborging en -verbetering van de groene ruimte (water, natuur, toerisme, recreatie en landschapsontwikkeling). Belangrijk is dat iedereen kan meedoen om een goede toekomst van het platteland te garanderen. Voor verstedelijking en economische activiteiten gaat het rijk uit van de bundelingsstrategie. Daarbij wordt voldoende aanbod van ruimte gereserveerd voor stedelijke functies en bij de vraag aangesloten. Er wordt optimaal gebruikt gemaakt van de ruimte die in het bestaande bebouwde gebied aanwezig is en er wordt ruimte geboden aan gemeenten om te kunnen bouwen voor de eigen bevolkingsgroei.
3.2. Provinciaal beleid Zoals hierboven aangegeven wordt het streekplan aangemerkt als structuurvisie in het kader van de Wro. De provincie ziet er op toe dat
Kern De Heurne 2010
NL.IMRO.0197.BP00017-VG01
8
bestemmingsplannen ook inderdaad worden vastgesteld conform hun beleid, waarbij zij een reactieve rol vervult. Een en ander vraagt om een nadere vertaling van het streekplanbeleid. Die vertaling is neergelegd in de Wro-agenda. De Wro-agenda beoogt een kader te bieden voor de toepassing van nieuwe instrumenten en duidelijkheid te bieden waar dit al kan. In deze agenda, die het bestaande beleid en de gedragslijn “Gelderland en de nieuwe Wro” als uitgangspunt heeft, wordt beschreven welke instrumenten toegepast (kunnen) worden voor het verwezenlijken van provinciale doelen. De nieuwe wet verandert vrijwel niets aan de inhoud van het Streekplan ‘Gelderland 2005’, tenzij de agenda dit aangeeft. Voor onderhavig plangebied heeft de agenda geen consequenties bovenop het streekplanbeleid. Streekplan Gelderland 2005 Provinciale Staten van Gelderland hebben het Streekplan Gelderland 2005 op 29 juni 2005 vastgesteld. Het streekplan kiest voor versterking van de ruimtelijke kwaliteit. Eén van de belangrijkste ruimtelijke beleidsaccenten is een aanbod aan woningen en woonmilieus dat beter aansluit bij de voorkeuren van bewoners. Om deze reden bevordert de provincie vooral de realisatie van woningen voor ouderen en starters en van de woonmilieus centrum-stedelijk en landelijk wonen. Het Gelders kwalitatieve woonbeleid richt zich met name op een aanbod van woningen en woonmilieus dat aansluit bij de voorkeur van de bewoners: de juiste woningen, op de juiste plaats en op het juiste moment. Op de beleidskaart ruimtelijke structuur is de kern De Heurne rondom ingesloten door multifunctioneel gebied. Op deze gebieden is geen specifieke provinciale sturing gericht. Uitsnede beleidskaart ruimtelijke structuur
Zoekzones deeluitwerking Regio Achterhoek
Streekplanuitwerking zoekzones stedelijke functies en landschappelijke versterking Bij de kern De Heurne is, ter uitvoering van dit streekplan, een "zoekgebied kleine kernen" opgenomen ten behoeve van woningbouw. Gedeputeerde Staten van Gelderland hebben dit zoekgebied op 12 december 2006 vastgesteld bij de Streekplanuitwerking “Zoekzones stedelijke functies en landschappelijke versterking”. Bij kleine kernen en buurtschappen is alleen een symbolische aanduiding aangegeven. In veel gevallen zal het hierbij dan niet eens gaan om een aaneengesloten gebied dat wordt ontwikkeld. Gemeenten moeten de ruimte hebben om - uitgaande van de aanwezige kwaliteiten in en rond kleine kernen en buurtschappen - maatwerk te realiseren met in acht neming van de gestelde beleidskaders. Bij de toepassing van de ruimte die nu wordt geboden, gaat de provincie er wel vanuit dat het aandeel van de centrumkern(en) in de gemeente tenminste op een gelijk niveau wordt gehouden uit het oogpunt van bereikbaarheid en handhaving van het voorzieningenniveau.
Kern De Heurne 2010
NL.IMRO.0197.BP00017-VG01
9
3.3. Gemeentelijk beleid Structuurvisie Dinxperlo - De Heurne In juli 2007 heeft de gemeente Aalten de structuurvisie van Dinxperlo en De Heurne uit 2004 laten actualiseren. De reden om de Structuurvisie Dinxperlo - De Heurne te actualiseren ligt in de gemeentelijke herindeling per 1 januari 2005. De opzet van de visies is vergelijkbaar, maar de Aaltense Toekomstvisie was op een aantal punten meer gedetailleerd. Kenmerkend voor De Heurne is de transparante structuur. Nagenoeg overal in het dorp is er een verwevenheid tussen dorp en landschap. Dit is een bijzondere kwaliteit die bewaard dient te blijven. Voor de leefbaarheid van het dorp is het wenselijk dat er woningen kunnen worden gebouwd voor de lokale behoefte. Aan de Spekkendijk kunnen zes vrijstaande woningen worden gebouwd. Daarnaast zijn er enkele initiatieven van particulieren voor de bouw van een woning, onder meer aan de Lage Heurnseweg en de D.H. Keuperweg. Van de jongste uitbreiding De Riete is alleen fase 1 uitgevoerd. In de opzet was destijds ook een 2e fase bedacht, aansluitend aan het huidige buurtje. Deze is niet uitgevoerd vanwege de woningbouwcontingentering en de milieucirkel van een agrarisch bedrijf. De mogelijke beëindiging van de s.v.r. camping die midden in de kern ligt opent nieuwe mogelijkheden. In de visie op de toekomstige ruimtelijke ontwikkeling van De Heurne wordt gebruik gemaakt van deze plek. Bijgaande tekening geeft een beeld van de ruimtelijke capaciteit in het dorp, het is geen gedetailleerd uitgewerkte inrichtingstekening. De ontwikkelingen in De Heurne blijven geconcentreerd aan de oostkant van de Lage Heurnseweg. In de visie wordt voortgebouwd op de karakteristieke ruimtelijk structuur, gekenmerkt door losse bebouwing, veel open ruimte en groen en doorlopende wegen. Het noordelijk deel van De Riete wordt doorgetrokken tot aan de Keizerweg. Aan de zuidkant van De Riete is ook ruimte vrij gelaten voor een aansluiting. Deze doorgang is echter te smal voor een weg voor gemotoriseerd verkeer. In plaats daarvan kan een nieuwe weg worden aangelegd ter plaatse van de ingang van de voormalige camping. In deze opzet is ruimte voor verschillende woningtypen en voor kavels die variëren in grootte. Gestreefd wordt naar een blijvende verwevenheid van het dorp en het landschap. Dit gebeurt door het opnemen van twee groengebieden centraal in het uitbreidingsplan en de situering van vrijstaande woningen op zeer ruime kavels aan de kant van de Keizerweg, in combinatie met de bestaande boerderij op nummer 4/4a. De Keizerweg zelf blijft de uitstraling van een landelijke weg houden,
Kern De Heurne 2010
NL.IMRO.0197.BP00017-VG01
10
onder meer door het handhaven van de sloot langs de weg. De sloot kan een functie krijgen voor de waterberging, net zoals de groengebieden in het plan. In de situatie, zoals weergegeven op bijgaande schets, is ruimte voor 53 nieuwbouwwoningen (waarvan 23 rijenwoningen, 16 halfvrijstaande en 14 vrijstaande woningen). Op deze wijze blijft de dorpsstructuur van De Heurne en de verwevenheid met het landelijke gebied bewaard en herkenbaar. De structuur kan worden versterkt door de bestaande waterlopen beter zichtbaar te maken, bijvoorbeeld door beplanting. De beken markeren de noord- en zuidrand van de kern. De Woonvisie 2010 tot 2020 constateert dat er behoefte is aan 160 woningen voor alle kleine kernen en het buitengebied. De in dit plan neergelegde bouwcapaciteit voorziet deels in de behoefte van het dorp Dinxperlo. Voor deze locatie wordt er vanuit gegaan dat ca. 27 woningen worden gebouwd voor de behoefte van Dinxperlo. Duurzaamheid / Aanpasbaarheid De gemeente Aalten streeft dat in principe alle nieuwbouw al een nultredenwoning wordt uitgevoerd. Op het gebied van duurzaam bouwen heeft de gemeente ingezet op het ‘actieve niveau’. Dit betekent dat – uiteraard naast de minimale eisen uit het Bouwbesluit 2006 – de basismaatregelen en kostenneutrale verdergaande dubomaatregelen van het Nationaal Pakket Woningbouw (NPW) moeten worden opgenomen. Dit betekent dat –uiteraard naast de minimale eisen uit het Bouwbesluit 2006 – de basismaatregelen en kostenneutrale verdergaande dubomaatregelen van het Nationaal Pakket Woningbouw (NPW) moeten worden genomen. Verder worden in bij een bouwplan 10% extra energiebesparende maatregelen boven de energieprestatienorm geëist.. Op het gebied van keuzevrijheid en zeggenschap wordt opgemerkt dat dit project via vrije kaveluitgifte wordt gerealiseerd. Dit betreft de minimale vorm van particulier opdrachtgeverschap. Bij de kavelverkoop worden de genoemde aspecten van duurzaamheid en aanpasbaarheid vastgelegd. Slechts indien blijkt dat een bouwplan aan deze eisen voldoet, vindt de overdracht van de kavel plaats.
Kern De Heurne 2010
NL.IMRO.0197.BP00017-VG01
11
4.
ONTWIKKELING WONINGBOUW DE HEURNE
De algemene doelstelling van het project “Ontwikkeling woningbouw De Heurne” is het realiseren van circa 50 woningen in het plangebied in het gebied gelegen tussen de achterzijde van de bebouwing aan de Lage Heurnseweg en de Keizerweg. Hierbij wordt uitgegaan van een gedifferentieerd en op de behoefte afgestemd woningaanbod. Op de hiernaast afgebeelde luchtfoto is het plangebied globaal weergegeven. Het plangebied is ruim 2,5 hectare groot. Binnen de grenzen van het plangebied moet de projectopgave worden gerealiseerd. Het is hierbij de bedoeling de woningbouw in een nader te bepalen fasering te realiseren. Vooralsnog wordt uitgegaan van een realisering in drie delen. Dit vraagt om een afstemming met de daadwerkelijke woningbehoefte en het stedenbouwkundig plan. plangebied ontwikkeling woningbouw De Heurne
4.1. Klankbordgroep De planontwikkeling is gestart met de ontwikkeling van een stedenbouwkundig schetsontwerp in samenwerking met een klankbordgroep. Vertrekpunt daarbij vormde de startnotitie woningbouw De Heurne met daarin de te hanteren randvoorwaarden aan de planontwikkeling. Onderstaande afbeelding geeft deze randvoorwaarden gedeeltelijk weer. Daarnaast is de inhoud van de startnotitie verwerkt in de onderhavige toelichting.
afbeelding startnotitie
De klankbordgroep heeft het college van burgemeester en wethouders geadviseerd over de verdere uitwerking van het plan. Mede op basis van deze adviezen heeft het college een voorlopig stedenbouwkundig plan
Kern De Heurne 2010
NL.IMRO.0197.BP00017-VG01
12
opgesteld. Dit plan vormt de basis voor het voorliggende bestemmingsplan.
4.2. Stedenbouwkundig plan Het vertrekpunt bij de totstandkoming van het stedenbouwkundig plan was dat de uitbreiding enerzijds een goede aanhechting krijgt op De Heurne en anderzijds een zorgvuldige overgang naar het landschap creëert. De min of meer bestaande informele inbedding in het buitengebied is een te koesteren eigenschap.
afbeeldingen uitgangspunten
Om het bovenstaande te bereiken is door de klankbordgroep een aantal uitgangspunten geformuleerd die ten grondslag liggen aan het plan en eveneens gelden bij de verdere uitwerking. Deze betreffen: - De vormgeving van de rand: uitgangspunt is een losse opzet met doorzichten naar het landschap. - Groen: gevarieerd aanbod binnen het plangebied met gebruikmaking van bestaande elementen. Dit betreft het zoveel mogelijk inpassen van waardevolle houtwallen bij de camping. Daarnaast biedt de omgeving aanknopingspunten met een wadi in de buurt van de bestaande watergang en een speelveld nabij de omliggende weilanden. - De ontsluiting: voor snelverkeer enkel toegang vanaf de Keizerweg en geen doorsteken naar de Lage Heurnseweg via De Riete. Voor langzaam verkeer wel deze doorsteken maken. - Hoofdopzet en fasering: geen grote uitbreidingswijk, maar een opdeling in kleine woonclusters. Hierbij is een koppeling mogelijk met de gedachte fasering, dus drie afzonderlijke delen maken.
De basis voor de ruimtelijke opzet ligt in een opdeling van het plangebied in drie hofjes. Aan de noordzijde is dit het “wonen aan de watergang/wadi” (waterhof) en ter hoogte van de camping is dit “wonen in het bos” (boshof). Daartussen ligt het deelgebied met “wonen aan de weide” (weidehof). Deze sferen zijn verankerd in de openbare ruimte. Daarbinnen komen woningen die vormgegeven zijn in een Heurnse typologie. De paragraaf beeldkwaliteit gaat hier nader op in.
Kern De Heurne 2010
NL.IMRO.0197.BP00017-VG01
13
Bovengenoemde thema’s zijn nadrukkelijk gebaseerd op de aanwezige ruimtelijke opbouw rondom het plangebied, zoals omschreven in de uitgangspunten. Hierdoor ontstaat een min of meer vanzelfsprekende, enigszins organische groei van het dorp. Alhoewel de hoofdontsluiting voor alle drie de deelgebieden plaatsvindt vanaf de Keizerweg, leggen enkele langzaam verkeersverbindingen de koppeling met het bestaande dorp.
eerste schets, concept drie hofjes
Een zorgvuldige afstemming op de bestaande bebouwing is een belangrijk aandachtspunt geweest bij de planontwikkeling. Waar mogelijk is ruimte gecreëerd (ter hoogte van de wadi) en zijn groenstroken opgenomen. Met name voor het gebied ter hoogte van de camping dient de vormgeving van de erfgrenzen bij de verdere uitwerking aandacht te krijgen. De voorkeur gaat hier uit naar een houtwal of een stevige haag als grens tussen bestaand en nieuw. Ook de maatvoering van bouwhoogtes en –massa’s is zorgvuldig afgestemd op de bestaande situatie.
Stedenbouwkundig plan
Kern De Heurne 2010
NL.IMRO.0197.BP00017-VG01
14
4.3. Bebouwing De bebouwing bestaat uitsluitend uit grondgebonden woningen waarbij als leidraad de volgende verdeling is aangehouden: Woningcategorie goedkope koop (rijwoningen) Betaalbare/middeldure koop (2-1 kapwoning) Vrije sector (vrijstaand)
Aandeel (percentage) circa 50%
Prijsindicatie
Kavelgrootte
< € 172.000,-
± 150 m2
circa 25%
≤ € 250.000,-
vanaf 225 m2
circa 25%
> € 250.000,-
vanaf 350 m2
In totaal zijn in het stedenbouwkundig plan 53 woningen opgenomen, met de volgende verdeling: Waterhof (circa 14 woningen) 3 rij (goedkoop, 21%) 6 2/1 kap (betaalbaar, 43%) 5 vrijstaand (vrije sector, 36%) Waterhof
Weidehof (circa 18 woningen) 8 rij (goedkoop, 44%) 6 2/1 kap (betaalbaar, 33%) 4 vrijstaand (vrije sector, 23%)
Weidehof
Boshof
Boshof (circa 21 woningen), kan eerst rond ca. 2020 worden ontwikkeld. 9 rij (goedkoop, 42%) 6 2/1 kap (betaalbaar, 29%) 6 vrijstaand (vrije sector, 29%) Bovenstaand woningbouwprogamma komt –voor de korte en lange termijn- overeen met de huidige woningbehoefte in de kern De Heurne en het dorp Dinxperlo. Zo is gebleken uit een recente enquête uitgevoerd door de gemeente Aalten. Rekening houdend met bovenstaand schema dient eventueel een deel van de betaalbare woningen omgezet te worden naar een goedkope categorie. Voortschrijdend onderzoek en inzicht kan echter tot bijstelling van het woningbouwprogramma leiden. Het stedenbouwkundig plan is dusdanig flexibel dat kavels (deels) ook voor andere typen woningen kunnen worden uitgegeven. De basis ligt in de aangegeven uit te geven gronden rondom de sfeerbepalende openbare ruimten. Daarbinnen kunnen verschillende woningtypen een plek krijgen. Uitgangspunt voor de maximale bouwhoogte is anderhalve reguliere woonlaag met een kap. Deze maat sluit aan op de bestaande bebouwing met overwegend één laag met een kap en enkele huizen met twee lagen een kap. Eveneens is dit een passende maat voor de rand van het plangebied op de overgang naar het landschap. Het streven is binnen het
Kern De Heurne 2010
NL.IMRO.0197.BP00017-VG01
15
plangebied een afwisseling te krijgen van woningen met één en anderhalve laag met een kap.
4.4. Ontsluiting en parkeren Alle wegen binnen het plangebied krijgen een inrichting als 30-km gebied. De ontsluiting van alle deelgebieden vindt plaats via de Keizerweg waarbij deelgebied 1 (waterhof ) en deelgebied 2 (weidehof) door een lus aan elkaar zijn gekoppeld. Deelgebied 3 (boshof) krijgt een insteekweg met een keervoorziening. Alle drie de deelgebieden zijn met elkaar verbonden voor langzaam verkeer. Daarnaast komen er aan de westzijde twee l.v. doorsteken naar De Riete en één aan de zuidzijde naar de D.H. Keuperweg. Het basisprofiel van de wegen bestaat uit een in klinkers gestrate rijloper van 4,50 m breed. Aan weerszijden daarvan ligt een strook van 0,50 m uitgevoerd in grasbeton. Wanneer sprake is van parkeervakken (langs/haaks) worden deze eveneens uitgevoerd in klinkers. Het aantal parkeerplaatsen is berekend aan de hand van de door het CROW geadviseerde normen volgens de ASVV. Hierbij wordt er vanuit gegaan dat De Heurne behoort tot het niet stedelijke gebied en dat het gelegen is in de zone ‘rest bebouwde kom’. Onderstaande tabel geeft de parkeernormen weer die op het plangebied van toepassing zijn:
Wonincategorie Sociale huur Goedkope koop Betaalbare koop Vrije kavels (dure koop)
Parkeernormen Min. Max. 1,4 p.p. 1,7 p.p. 1,4 p.p. 1,7 p.p. 1,8 p.p. 1,9 p.p. 2,0 p.p. 2,2 p.p.
per per per per
woning woning woning woning
Uit de eerder genoemde woningverdeling en de hierboven opgenomen parkeernormen volgt een parkeerbehoefte van minimaal 90 parkeerplaatsen, als volgt verdeeld over de drie deelgebieden: waterhof (24 p.p.) weidehof (30 p.p.) boshof (36 p.p.) De vrijstaande en 2/1 kap woningen beschikken over minimaal 2 parkeerplaatsen op eigen erf aangezien zij voor de garage een oprit krijgen met een lengte van minimaal 10 m. Daarnaast zijn in totaal 52 langs- en haaksparkeerplaatsen opgenomen en kan eveneens op de weg zelf geparkeerd worden. Hiermee rekening houdend biedt het plangebied ruimte aan minimaal 112 parkeerplaatsen en wordt voldaan aan de parkeerbehoefte.
Kern De Heurne 2010
NL.IMRO.0197.BP00017-VG01
16
4.5. Groen en water Ongeveer 20% van het plangebied bestaat uit groen en water. Het grootste deel bestaat uiteraard uit de beeldbepalende ‘woonsfeer’ per deelgebied (water, weide en bos). Het groen is zodanig over het plangebied verdeeld dat elke kavel zo veel mogelijk van deze kwaliteit kan profiteren. Het water binnen het plangebied is voornamelijk aan de randen gesitueerd. De A-watergang aan de noordzijde blijft gehandhaafd en wordt als overstortmogelijkheid benut binnen het watersysteem van het stedenbouwkundig plan. Daarnaast vindt een opwaardering van de bestaande sloten langs de oostgrens plaats zodat daar in hoofdzaak de benodigde waterberging kan geschieden. Binnen het plangebied komt een nader te bepalen aantal wadi’s, in ieder geval ter hoogte van deelgebied 1, met een overloop naar de hierboven genoemde sloten. Via een molgoot in de wegen en paden in het plangebied komt het water in deze wadi’s terecht. Daarnaast komt er een verplichting voor de eigenaren van de woningen zelf zorg te dragen voor infiltratie van 35 mm op eigen terrein. Voor het overige worden de aanbevelingen uit het in hoofdstuk 5 opgenomen onderzoek naar de waterhuishouding in acht genomen.
4.6. Beeldkwaliteit Algemeen uitgangspunt is een rijke variatie in woningen, terwijl de vormgeving van de openbare ruimte juist rust uitstraalt. Alhoewel geen specifieke bouwstijl wordt nagestreefd, is de Heurnse typologie leidend. Een eigentijdse interpretatie daarvan is ook mogelijk. Deze typologie is uitgewerkt in de hieronder opgenomen beelkwaliteitseisen. Andere door de klankbordgroep vastgestelde trefwoorden voor de gewenste beeldkwaliteit zijn: aansluiting bij het dorp, dorps, landelijk, degelijk, eerlijk huis, traditie en een zorgvuldige detaillering.
Heurnse typologie en referentiebeelden
Voor de beeldkwaliteit van de bebouwing in alle drie de deelgebieden gelden de volgende spelregels:
Kern De Heurne 2010
NL.IMRO.0197.BP00017-VG01
17
Toepassing van kappen, beperkt tot de traditionele kapvormen zadeldak, schildkap en mansardekap. De hellingshoek varieert, maar bedraagt minimaal 25o. Verschillend metsel- en voegwerk in verschillende steenformaten/soorten. Lage goothoogte (max. 4 m.) en hoge kap (max. 10 m.). Enkel bij verbijzonderingen (topgevels) of bebouwingsaccenten is twee lagen met een kap toegestaan (goot 6, nok 12 m.) Toevoegen van extra’s, vormgegeven binnen de architectuur van de woning: veranda, erker, balkon, dakkapel, gemetselde schoorsteen, glas in lood, luiken. Of verbijzonderingen in het metselwerk zoals rollagen Voor rijwoningen geldt dat uitgegaan wordt van maximaal 3 woningen aaneen. Binnen deze drie onder een kap is één topgevel opgenomen (op de hoek of in het midden).
De spelregels voor het kleur- en materiaalgebruik zijn: Baksteen in rood en bruintinten. Matte dakpannen, antraciet/zwart of oranje. Riet of leien enkel bij verbijzonderingen in bebouwing. Vrij kleurgebruik voor kozijnen/deurposten/draaiende delen. Geen witte en gele bakstenen, keimwerk in wit- en grijstinten is toegestaan. Bij voorkeur toepassing topgeveldecoratie (beschot), per fase in een eigen kleur: waterhof in donkerblauw, weidehof in ossenbloedrood en boshof in donkergroen In basis straalt de openbare ruimte rust uit. Dit is vertaald in het volgende basisprofiel voor alle wegen: Weg: rijloper van rood-geelbont gebakken klinker met grasbeton stroken aan weerszijden. Parkeren en trottoir: rood gebakken klinker afwijkend in maat en straatverband van rijweg
Kern De Heurne 2010
NL.IMRO.0197.BP00017-VG01
18
Daarnaast dient in de openbare ruimte de gewenste woonsfeer per deelgebied duidelijk verankerd te zijn. Naast een verschillend groentype (water/weide/bos) krijgt dit ook invulling op detailniveau door verschillende soorten speeltoestellen en straatmeubilair per deelgebied. Ter inspiratie is hieronder een aantal referentiebeelden opgenomen.
referentiebeelden openbare ruimte
De voorgaande beeldkwaliteitsparagraaf is in aanvulling op de welstandsnota van toepassing voor de nieuwbouwontwikkeling in De Heurne.
4.7. Fasering Vooralsnog wordt voor de ontwikkeling van de woningen uitgegaan van een realisering in drie fasen. Voor het bouwrijp maken geldt dat dit per fase gebeurt. De ontwikkeling van fase 1 start vanaf de noordzijde bij het waterhof en het noordelijk deel van het weidehof. Daarna volgt het zuidelijk deel van het weidehof en de ontwikkeling eindigt, wanneer geen sprake meer is van een camping, bij het boshof. De bedoeling is fase 1 voor 2014 af te ronden.
fase 1
De fasering is vertaald in de juridische planopzet waarbij de eerste fase een concrete bestemming heeft gekregen en de daarna volgende een meer globale bestemming.
Kern De Heurne 2010
NL.IMRO.0197.BP00017-VG01
19
5.
MILIEU- & OMGEVINGSASPECTEN
Onderstaand worden de milieu- en omgevingsaspecten belicht zowel indien zij een raakvlak hebben met het beheersdeel van het plan als het voor het ontwikkelingsdeel. De nadruk ligt op de nieuwbouwontwikkeling waarvoor enkele onderzoeken zijn uitgevoerd. Van deze onderzoeken wordt verslag gedaan en zonodig verwezen naar een separate bijlage.
5.1. Bodem Er vinden, behoudens de voorgenomen uitbreiding, geen nieuwe ontwikkelingen plaats zodat geen nader onderzoek naar de bodemkwaliteit binnen het plangebied hoeft te worden uitgevoerd. Uitbreiding De Heurne Milieutechniek Rouwmaat Groenlo bv heeft twee verkennende bodemonderzoeken (nr. MT28206, d.d. 11 maart 2008 en nr. MT28289, d.d. 11 augustus 2008) verricht ter plaatse van een aantal percelen aan de Keizerweg in het buurtschap De Heurne (gemeente Aalten). Doel van deze onderzoeken is om de algemene bodemkwaliteit te bepalen ter plaatse van de onderzoekslocatie, waarmee bekeken kan worden in hoeverre deze bodemkwaliteit een belemmering kan vormen voor het beoogde gebruik en/of de voorgenomen ontwikkelingen. De gehele locatie kan op basis van het vooronderzoek als niet-verdacht worden beschouwd. Bij het vooronderzoek zijn geen gegevens naar voren gekomen die kunnen duiden op de aanwezigheid van asbest op of in de bodem van de onderzoekslocatie. Teneinde een uitspraak te kunnen doen over de concentratie aan asbest kan een asbestonderzoek uitgevoerd worden conform de NEN 5707 (bodem) en/of NEN 5897 (granulaten). Asbest is in deze onderzoeken verder niet beschouwd. Resultaten onderzoek MT28206 De bovengrond bestaat overwegend uit donkerbruin, matig fijn zand. Daaronder bestaat de ondergrond overwegend uit lichtbruin, matig fijn zand. Tijdens de monstername bedroeg de grondwaterstand 113 cm -mv voor peilbuis B06, 118 cm -mv voor peilbuis B13 en 85 cm -mv voor peilbuis B25. Tijdens de veldwerkzaamheden is gelet op het voorkomen van asbest. Visueel is op de bodem en in het opgeboorde materiaal geen asbestverdacht materiaal waargenomen. Op zintuiglijke wijze is ter plaatse van zijn de navolgende afwijkingen aangetroffen: (a) boring B12 (van 0-50 cm-mv) licht kooldeeltjes houdend; (b) boring B25 (van 0-50 cm-mv) licht puinhoudend. Op basis van de analyseresultaten kan geconcludeerd worden dat: (a) de bovengrond plaatselijk licht verontreinigd is met PAK en arseen;
Kern De Heurne 2010
NL.IMRO.0197.BP00017-VG01
20
(b) in het grondwater geen van de onderzochte componenten is aangetoond in een concentratie boven de streefwaarde en/of detectiegrens. De verhoogde gehalten PAK in de grond worden (deels) waarschijnlijk veroorzaakt door de waargenomen antropogene bestandsdelen (puin-/ kooldeeltjes) en/of door microscopisch kleine deeltjes (bijv. roet). Het betreffen dan diffuus verspreide verontreinigingen. Het is bekend dat als gevolg van de aanwezigheid van ijzeroer arseen van nature in verhoogde mate in de bodem kan voorkomen. Het arseen wordt namelijk gebonden aan het ijzeroercomplex. Slotconclusie en aanbevelingen onderzoek MT 28206 De hypothese "De gehele locatie is onverdacht" dient grotendeels aangenomen te worden. Op basis van de onderzoeksresultaten bestaat er op grond van de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem geen bezwaar voor het toekomstige gebruik van het terrein. Resultaten onderzoek MT28289 De bovengrond bestaat overwegend uit donkerbruin, matig fijn zand. Daaronder bestaat de ondergrond overwegend uit lichtbruin, matig fijn zand. Tijdens de monstername bedroeg de grondwaterstand 160 cm-mv voor peilbuis B05. Tijdens de veldwerkzaamheden is gelet op het voorkomen van asbest. Visueel is op de bodem en in het opgeboorde materiaal geen asbestverdacht materiaal waargenomen. Op zintuiglijke wijze zijn de navolgende afwijkingen waargenomen: - Boring B02 (van 0-90 cm-mv) ijzeroersporen; - Boring B05 (van 20-70 cm-mv) ijzeroersporen. Op basis van de analyseresultaten kan geconcludeerd worden dat: - In de vaste bodem geen van de onderzochte componenten was aangetoond in een concentratie boven de streefwaarde en/of detectiegrens. - Het grondwater licht verontreinigd is met barium. Barium is een zilverachtig wit metaal dat in het milieu gevonden kan worden, waar het van nature voorkomt. Vanwege het intensieve gebruik van barium in de industrie, wordt er door menselijke activiteiten veel barium aan het milieu toegevoegd. Hierdoor kan de concentratie barium in de lucht, het water en de bodem hoger zijn dan de concentraties die van nature in het milieu voorkomen. Slotconclusie en aanbevelingen onderzoek MT28289 De hypothese "De gehele locatie is onverdacht” dient grotendeels aangenomen te worden. Op basis van de onderzoeksresultaten bestaat er op grond van de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem geen bezwaar voor het voorgenomen toekomstige gebruik van het terrein.
Kern De Heurne 2010
NL.IMRO.0197.BP00017-VG01
21
Resultaten onderzoek MT20113 en MT20143 De bodemkwaliteit van de locatie Keizerweg 4a (noordelijk deel) in De Heurne is beschreven in de bodemonderzoeksrapporten van adviesbureau Milieutechniek Rouwmaat Groenlo bv kenmerk MT.20113 van 5 mei 2010 en kenmerk MT.20143 van 21 mei 2010. Het bodemonderzoek is als volgt samen te vatten. Het bodemonderzoek is gebaseerd op de NEN-5740. De onderzoeksstrategie voor een onverdachte locatie is hierbij gehanteerd. De resultaten van het onderzoek geven aan, dat:
Omdat de hoge concentratie aan zink opnieuw is vastgesteld, is een nader bodemonderzoek naar de omvang en concentratie aan zink uitgevoerd.
In geen van de 4 nieuw geplaatste peilbuizen is een verhoogd gehalte aan zink gemeten. Slotconclusie onderzoek MT20113 en MT20143 De onderzoekstrategie “onverdacht” dient formeel te worden verworpen. De gemeten waarden in het nader bodemonderzoek geven echter aan dat de hoeveelheid grondwater, dat verontreinigd is met zink, gering is en dat er geen aanleiding bestaat tot het uitvoeren van een (vervolg)nader onderzoek. Op grond van de resultaten van het uitgevoerde bodemonderzoek zijn er voor deze locatie geen belemmeringen voor de beoogde gebruiksfunctie wonen. Genoemde onderzoeken zijn als externe bijlage bij deze toelichting gevoegd.
Kern De Heurne 2010
NL.IMRO.0197.BP00017-VG01
22
5.2. Geluid Het gebied zal worden ingericht als een 30 km-zone waardoor de Wet geluidhinder niet van toepassing is. In gebied zullen zo’n 50-tal woningen worden gerealiseerd. Woningen zijn geluidsgevoelige objecten. De woningen komen binnen de geluidszones van de Keizerweg, Lage Heurnseweg en de Nijmansdijk te liggen. De wegen zijn voornamelijk binnenstedelijk gelegen en hebben maximaal twee rijstroken; de zone bedraagt 200 m (buitenstedelijk bedraagt de zone 250 m). De verkeersgegevens van deze wegen zijn verstrekt door de gemeente Aalten. De wettelijke voorkeursgrenswaarde voor een nieuw te bouwen woningen ten gevolge van een weg bedraagt 48 dB, de maximaal te ontheffen geluidsbelasting bedraagt in een binnenstedelijke situatie 63 dB. De gemeente Aalten heeft een eigen Gebiedgericht geluidsbeleid vastgesteld voor besluiten op verzoeken tot hogere waarden (jan. 2007). Het dorp de Heurne en de beoogde uitbreiding is getypeerd als een woongebied. De streefwaarde in een dergelijk gebied is maximaal 43 dB. De plafondwaarde bedraagt 48 dB. Met behulp van standaard rekenmethode 1 (conform reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2006) zijn de 48 dB-contouren van de Keizerweg, Lage Heurnseweg en de Nijmansdijk berekend. De berekeningen zijn in onderstaande tabel gepresenteerd. In de tabel is tevens de afstand van de wegas tot aan het bouwplan weergegeven. Tabel: afstand 48 dB contour tot aan wegas Wegvak
Afstand weg tot bouwplan
Begane grond
Rekenhoogte 1e verdieping
2e verdieping
Keizerweg
10 m
Nihil
10 m
Nihil
Lage Heurnseweg
45
33 m
42 m
44 m
Nijmansweg
115
10 m
11 m
10 m
Uit de tabel blijkt dat door de omliggende wegen geen overschrijding van de wettelijke voorkeursgrenswaarde zal plaatsvinden (uitgaande van de gehanteerde verkeersgegevens). Voor de eerste rijbebouwing geldt dat de streefwaarde niet gehaald wordt. Dit vormt echter geen belemmering voor de realisering van het plan. De berekeningsbladen en de verkeersgegevens zijn in de bijlage geluid (wegverkeerslawaai) gevoegd.
Kern De Heurne 2010
NL.IMRO.0197.BP00017-VG01
23
5.3. Externe veiligheid Bij externe veiligheid gaat het om de gevaren die de directe omgeving loopt in het geval er iets mis mocht gaan tijdens de productie, het behandelen of het vervoer van gevaarlijke stoffen. De daaraan verbonden risico’s moeten aanvaardbaar blijven. De wetgeving rond externe veiligheid richt zich op het beschermen van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten. Kwetsbaar zijn onder meer woningen, onderwijs- en gezondheidsinstellingen en kinderopvang- en dagverblijven. Beperkt kwetsbaar zijn onder meer kantoren met beperkte omvang, winkels, horeca en parkeerterreinen. Bij externe veiligheid wordt onderscheid gemaakt tussen inrichtingen waar gevaarlijke stoffen worden bewaard en/of bewerkt, transportroutes waarlangs gevaarlijke stoffen worden vervoerd en buisleidingen. De risiconormen voor externe veiligheid zijn vastgelegd in het “Besluit externe veiligheid inrichtingen” (Bevi). In dit besluit zijn milieukwaliteitseisen op het gebied van externe veiligheid geformuleerd. De bij het besluit behorende ministeriële regeling “Regeling externe veiligheid inrichtingen” (Revi) werkt de afstanden, de referentiepunten en de wijze van berekenen van het plaatsgebonden risico en het groepsrisico verder uit ter uitvoering van het Bevi. Op 3 april 2007 is de Regeling tot wijziging van de Revi gepubliceerd. De wijziging is op 1 juli 2007 in werking getreden en heeft onder andere betrekking op de gewijzigde afstanden voor bestaande LPG tankstations. Daarnaast zijn de Handreiking Verantwoording Groepsrisico van VROM en de Handleiding externe veiligheid inrichtingen hulpmiddelen voor de wijze waarop volgens het Bevi met externe veiligheidsrisico’s moet worden omgegaan relevant. Evenzo geldt dat voor de door de gemeente Aalten vastgestelde beleidsvisie Externe Veiligheid. Het Bevi verplicht het bevoegd gezag op basis van de Wet milieubeheer om veiligheidsafstanden aan te houden tussen gevoelige objecten en risicovolle bedrijven. In het besluit zijn gevoelige objecten gedefinieerd als kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten. Voor de beoordeling van risico’s van transport van gevaarlijke stoffen is de circulaire ‘Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen’ van 4 augustus 2004 richtinggevend. In deze circulaire wordt zoveel mogelijk aangesloten bij het beleid zoals verwoord in het Besluit externe veiligheid inrichtingen. De circulaire Rnvgs regelt hoe een gemeente of provincie moet omgaan met risico's voor mensen als gevolg van transport van gevaarlijke stoffen over de weg, het spoor en het water. De circulaire definieert grenswaarden en richtwaarden voor het plaatsgebonden risico. Daarnaast bevat de circulaire een verantwoordingsplicht voor het groepsrisico.
Kern De Heurne 2010
NL.IMRO.0197.BP00017-VG01
24
Plaatsgebonden risico (PR) Het plaatsgebonden risico is de kans dat één persoon buiten het inrichtingsterrein overlijdt als gevolg van een calamiteit bij het bedrijf (plaatsgebonden risico). In het algemeen zijn kwetsbare objecten niet toegestaan binnen de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jr. Beperkt kwetsbare objecten kunnen in bepaalde gevallen wel worden toegestaan. Groepsrisico (GR) Het groepsrisico is de kans dat meerdere personen buiten het inrichtingsterrein overlijden als gevolg van een calamiteit bij het bedrijf (groepsrisico). Het groepsrisico is relevant binnen het invloedsgebied van een risicobron. Het invloedsgebied wordt gedefinieerd door de 1% letaliteitsgrens: de afstand vanaf een risicobron waarop nog slechts 1% van de blootgestelde mensen in de omgeving overlijdt bij een ongeval bij de risicobron. Voor het groepsrisico wordt een oriëntatiewaarde gegeven en geldt voor nieuwe situaties een verantwoordingsplicht voor het bevoegd gezag.
Beoordeling van risico’s samenhangend met het transport via hogedruk aardgastransportleidingen, dient te geschieden aan de hand van de circulaire “Zonering langs hogedruk aardgastransportleidingen” uit 1984. In deze circulaire staan zoneringscriteria voor nieuwe ruimtelijke plannen in de nabijheid van bestaande aardgastransportleidingen. Voor de zonering rond hogedruk aardgastransportleidingen geldt een minimale afstand tot woonbebouwing en bijzondere objecten.
Uitsnede risicokaart met globale aanduiding plangebied (blauwe omkadering)
In de loop van 2010/2011 zal een AMvB Buisleidingen van kracht worden. In deze AMvB zal worden aangesloten bij de risicobegrippen uit het Bevi. Dit betekent dat het realiseren van kwetsbare objecten niet is
Kern De Heurne 2010
NL.IMRO.0197.BP00017-VG01
25
toegestaan binnen de 10-6/jr contour en het groepsrisico dient te worden verantwoord bij nieuwe ontwikkelingen. Om de risico’s ter plaatse van het plangebied te achterhalen is er een analyse gemaakt van de externe veiligheidssituatie rondom het plangebied, met behulp van de provinciale risicokaart (zie voorgaande uitsnede van de risicokaart). Er zijn in het plangebied geen risicovolle inrichtingen aanwezig. Ook buiten het plangebied zijn geen inrichtingen aanwezig waarvan de risicocontouren over het plangebied liggen. Tevens bevinden zich in of nabij het plangebied geen transportroutes voor gevaarlijke stoffen. Ook bevinden zich geen buisleidingen in of nabij het gebied waarvan het invloedsgebied over het plangebied ligt. Het aspect externe veiligheid vormt derhalve geen belemmering voor onderhavige ontwikkeling.
5.4. Luchtkwaliteit Op 15 november 2007 is de wijziging van de ‘Wet milieubeheer’ in werking getreden. Deze wet vervangt het ‘Besluit luchtkwaliteit 2005’ en is één van de maatregelen die de overheid heeft getroffen om: negatieve effecten op de volksgezondheid als gevolg van te hoge niveaus van luchtverontreiniging aan te pakken; mogelijkheden voor ruimtelijke ontwikkeling te creëren ondanks de overschrijdingen van de Europese grenswaarden voor luchtkwaliteit. De paragraaf luchtkwaliteit in de ‘Wet milieubeheer’ voorziet ondermeer in een gebiedgerichte aanpak van de luchtkwaliteit via het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). De programma-aanpak zorgt voor een flexibele koppeling tussen ruimtelijke activiteiten en milieugevolgen. Van bepaalde projecten met getalsmatige grenzen is vastgesteld dat deze ‘niet in betekenende mate’ (NIBM) bijdragen aan de luchtverontreiniging. Deze mogen zonder toetsing aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit uitgevoerd worden. Luchtkwaliteitseisen vormen onder de nieuwe ‘Wet luchtkwaliteit’ geen belemmering voor ruimtelijke ontwikkeling als: er geen sprake is van een feitelijke of dreigende overschrijding van een grenswaarde; een project, al dan niet per saldo, niet tot een verslechtering van de luchtkwaliteit leidt, wat wil zeggen dat een project ‘niet in betekenende mate’ van bijdraagt aan de luchtverontreiniging (meer dan 3% ten opzichte van de grenswaarde); een project is opgenomen in een regionaal programma van maatregelen of in het NSL, dat op 1 augustus 2009 in werking is getreden nadat de EU op 7 april 2009 derogatie heeft verleend.
Kern De Heurne 2010
NL.IMRO.0197.BP00017-VG01
26
In de AMvB ‘niet in betekenende mate’ en de bijbehorende regeling zijn bestemmingen met bijbehorende grenzen opgenomen die per definitie niet bijdragen aan een verslechtering van de luchtkwaliteit ‘in betekenende mate’. De NIBM-grens voor een woningbouwlocatie (3% criterium) bedraagt: < 1.500 woningen (netto) bij minimaal 1 ontsluitingsweg, met een gelijkmatige verkeersverdeling; < 3.000 woningen bij minimaal 2 ontsluitingswegen met een gelijkmatige verkeersverdeling. Voor de uitbreiding van De Heurne met ca. 50 woningen kan gesteld worden dat het aantal woningen dat toegevoegd wordt zo klein is dat gesproken kan worden van een niet-in-betekenende-mate bijdrage aan de verslechtering van de luchtkwaliteit.
5.5. Geur Op 1 januari 2007 is de Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) ingegaan. De Wgv vervangt de Wet stankemissie veehouderijen die van toepassing was voor landbouwontwikkelings-, verwevings- en extensiveringsgebieden met het primaat natuur en de drie 'stankrichtlijnen': de Richtlijn Veehouderij en Stankhinder 1996, de Brochure Veehouderij en de Hinderwet 1985. Gemeenten hebben de beleidsvrijheid om maatwerk te leveren door middel van het vaststellen van een geurverordening die is afgestemd op de ruimtelijke en milieuhygiënische feiten en omstandigheden in een concreet gebied en de gewenste (toekomstige) ruimtelijke inrichting. De gemeente Aalten heeft daarom op 7 juli 2009 een geurverordening vastgesteld. De Wgv maakt gebruik van nieuwe, meer wetenschappelijk onderbouwde milieuhygiënische inzichten. Hierbij worden, net als voor geur en geluid van industriële bronnen, de bronemissie en de emissie op leefniveau gekwantificeerd. De verordening voor de gemeente Aalten stelt een waarde van 6 ouE/m3 als norm voor de maximale geurbelasting voor de zoekgebieden voor woningbouw. Woonkern De Heurne en zoekgebied In alle doorgerekende scenario's en situaties is de gemiddelde geurbelasting op de woonkern De Heurne met 4 - 5 ouE/m3 vrij laag. Deze waarde blijft ruim onder de gestelde streefwaarde van 10 ouE/m3. Uit vergelijking van de resultaten blijkt dat de toekomstscenario’s weinig effect hebben op de achtergrondbelasting. De toekomstscenario's resulteren namelijk in een maximale toename van de achtergrondbelasting van 1 ouE/m3. De achtergrondbelasting van 4 – 5 ouE/m3 wordt gewaardeerd als goed leefklimaat.
Kern De Heurne 2010
NL.IMRO.0197.BP00017-VG01
27
In het zoekgebied voor woningbouw nabij de Heurne Oost bedraagt de gemiddelde achtergrondbelasting in de huidige situatie 7 ouE/m3. Er wordt ruimschoots voldaan aan de streefwaarde van 10 ouE/m3. Uit vergelijking van de resultaten blijkt dat de toekomstscenario’s weinig effect hebben op de achtergrondbelasting. De gemiddelde achtergrondbelasting in dit gebied blijft 7 ouE/m3. Genoemde achtergrondbelasting wordt beoordeeld als goed tot redelijk goed en is aanvaardbaar en vormt daarmee geen belemmering voor woningbouw. In het zoekgebied voor woningbouw nabij De Heurne Zuid neemt de gemiddelde achtergrondbelasting toe van 3 ouE/m3 in de huidige situatie naar 4 ouE/m3 in de toekomst. Er wordt ruimschoots voldaan aan de streefwaarde van 10 ouE/m3. Genoemde achtergrondbelasting van 3 4 ouE/m3 wordt beoordeeld als goed en vormt daarmee geen belemmering voor woningbouw. Bovendien is voor het maatgevende agrarisch bedrijf Keizerweg 1 sprake van een naderende bedrijfsbeëindiging.
5.6. Milieuzonering Uitbreiding De Heurne Het uitbreidingsgebied kenmerkt zich door een rustige omgeving met weinig bedrijvigheid. In bijgaande afbeelding (bedrijven) zijn de omliggende bedrijven weergegeven.
Kern De Heurne 2010
NL.IMRO.0197.BP00017-VG01
28
Afbeelding bedrijven
Aan de hand van de Vng-publicatie Bedrijven en milieuzonering (editie 2009) zijn de hindercategorieën en hinderafstanden van de weergegeven bedrijven weergegeven. In onderstaande tabel zijn voor de bedrijven de sbi-code (2008), hindercategorie en hinderafstand weergegeven. Tabel: Bedrijven en milieuzonering Nr
Naam
Adres
Type bedrijf
Sbi
Cat.
afstand
1
Adams huidverzorging
De Riete 10
Schoonheidsverzorging
9602
1
10 m geluid
2
Applitech
De Riete 6
Schilderen
41,42,43.3
2 1)
10 m geluid
3
P&A Handelsonderneming
Lage Heurnsesweg 70
Groothandel med. instr.
461
1
10 m geluid
4
Salon Natasia
De Riete 26
Kapsalon
9602
1
10 m geluid
5
Reusen v.o.f.
Keizerweg 1
Veehouderij
Zie § geur
6
AW Demming
Keuperweg 7
Utiliteitsbouw
41,42,43.3
2
30 m geluid
7
Swift bemiddeling
Keuperweg 14
Arbeidsbemiddeling
9609
1
10 m geluid
8
Fa Westendorp
Nijmansdijk 6
Timmerbedrijf
41,42,43.3
2
30 m geluid
9
M Jansen Bouwservice
Keuperweg 8
Afbouw
41,42,43.3
2
30 m geluid
10
JJ Adventure
Keizerweg 2
Organisator sport
9609
1
10 m geluid
1)
beschouwd als kantoor
Over het algemeen geldt dat er tussen de bestaande bedrijven en de plangebied al een andere woning aanwezig is. In en om het plangebied zijn derhalve geen bedrijven gelegen die van invloed zijn op de voorgenomen ontwikkeling. Derhalve vormt het aspect milieuzonering geen belemmering voor de realisatie van onderhavig initiatief.
5.7. Flora & fauna Er vinden, behoudens de voorgenomen uitbreiding, geen nieuwe ontwikkelingen plaats zodat geen nader onderzoek naar de flora- en fauna binnen het overige deel van het plangebied hoeft te worden uitgevoerd.
Kern De Heurne 2010
NL.IMRO.0197.BP00017-VG01
29
Uitbreiding De Heurne CSO heeft een quick-scan natuurwetgeving (nr. 08J064, d.d. 22 september 2008) uitgevoerd voor de uitbreidingslocatie van de kern De Heurne. Conclusie Flora: Binnen het plangebied zijn geen ontheffingsplichtige plantensoorten geregistreerd, aangetroffen of te verwachten. Fauna: Geconcludeerd wordt dat in het terrein mogelijk beschermde soorten aanwezig zijn. Het gaat dan om algemeen voorkomende soorten (tabel 1 soorten). Voor de tabel 1 soorten (tabel 1 bijlage 1 AMvB 501) geldt een vrijstelling op de ontheffingsplicht in het geval van ruimtelijk ontwikkeling wanneer zorgvuldig te werk wordt gegaan ten aanzien van flora en fauna (conform algemene zorgplicht). De volgens het literatuuronderzoek in de omgeving voorkomende zwaarder beschermde soorten (tabel 2 + 3 soorten) zijn de volgende soorten: 1. Grondgebonden zoogdieren: Steenmarter; 2. Vleermuizen: Gewone dwergvleermuis, Gewone grootoorvleermuis, Laatvlieger, Rosse vleermuis en de Watervleermuis; 3. Amfibieën en reptielen: Hazelworm, Kamsalamander, Levendbarende hagedis, Ringslang en de Zandhagedis. Ad. 1 Grondgebonden zoogdieren: Voor de Steenmarter heeft het plangebied mogelijk een waarde als foerageergebied. Doordat aangrenzend en in de direct omgeving vergelijkbare terreinen gesitueerd zijn kan de Steenmarter echter voor het foerageren uitwijken. Daarnaast is het oppervlak van het plangebied erg klein in vergelijking met het foerageergebied van een Steenmarter. Er worden dan ook geen negatieve effecten verwacht van de planontwikkeling op een eventueel in de omgeving aanwezige Steenmarter populatie. Nader onderzoek naar het voorkomen van beschermde grondgebonden zoogdieren wordt dan ook niet noodzakelijk geacht. Ad. 2 Vleermuizen: Het is mogelijk dat het plangebied gebruikt wordt door vleermuizen als verblijfplaats, vliegroute en foerageergebied. De aanwezige opstallen zijn in potentie geschikt als verblijfplaats (zomer -, kraam-, en paarverblijf). Indien de aanwezige lijnvormige elementen (laanbeplanting, houtwallen, e.d.) en de aanwezige opstallen behouden blijven in de planontwikkeling dan is een nader onderzoek naar het voorkomen van vleermuizen niet nodig. Indien deze elementen aangetast worden dan is dit nader
Kern De Heurne 2010
NL.IMRO.0197.BP00017-VG01
30
onderzoek noodzakelijk. Mogelijk zijn de weiden onderdeel van het foerageergebied van vleermuizen. Het is op voorhand niet uit te sluiten dat deze foerageerplaatsen van belang zijn voor een lokale populatie. Aantasting of vernietiging van dergelijke belangrijke foerageerplaatsen kunnen een significant effect hebben op locale populaties. Belangrijke foerageerplaatsen voor vleermuizen zijn beschermd volgens de Flora- en faunawet, aantasting is derhalve ontheffingsplichtig. Een nader onderzoek naar het gebruik van vleermuizen van de planlocatie wordt dan ook noodzakelijk geacht. Ad. 3 Amfibieën en reptielen: Het plangebied wordt als niet geschikt geacht voor het voorkomen van de betreffende amfibieën en reptielensoorten. Het uitvoeren van een nader onderzoek naar het voorkomen van deze soorten op het plangebied wordt derhalve niet noodzakelijk geacht. Vogels: Ongetwijfeld zullen binnen de terreingrenzen vogels broeden (in bomen, struiken en in het veld). De te verwijderen bomen en opstallen vergen controle op in gebruik zijnde schuil- en broedplaatsen. Nader onderzoek Samenvattend wordt geconcludeerd dat er nader onderzoek noodzakelijk is naar het voorkomen en gebruik van het plangebied door de vleermuizen. De te verwijderen bomen en opstallen vergen controle op in gebruik zijnde schuil- en broedplaatsen. Beide onderdelen zullen voorafgaand aan de verdere ontwikkeling van de woningbouw worden uitgevoerd. Opgemerkt moet worden dat dit vooronderzoek of quick-scan geen inventarisatie is en dus geen inzicht geeft in de daadwerkelijk aanwezigheid en verspreiding van beschermde soorten, zoals de Floraen faunawet vereist. Wel geeft het aan welke soorten mogelijk gebruik maken van het gebied en naar welke soorten nader onderzoek gewenst is. De quickscan natuurwetgeving is als externe bijlage bij deze toelichting gevoegd.
5.8. Archeologie In verband met de wijziging van de Monumentenwet 1988 per 1 september 2007 en de implementatie van het Europese verdrag van Malta is de gemeente verplicht in de bestemmingsplannen voor het buitengebied en de bebouwde kommen de archeologische en cultuurhistorische waarden structureel te gaan meewegen in het ruimtelijke planvormingsproces. Vestigia bv Archeologie & Cultuurhistorie heeft hiertoe een archeologische en cultuurhistorische inventarisatie voor
Kern De Heurne 2010
NL.IMRO.0197.BP00017-VG01
31
het gehele grondgebied van Aalten uitgevoerd en deze aansluitend vertaald naar een archeologische waarden- en verwachtingenkaart en een daarop gebaseerde archeologische maatregelenkaart. Bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen zal aan dit beleid getoetst moeten worden. Uitbreiding De Heurne ADC ArcheoProjecten heeft een bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek (nr. 1594, d.d. september 2008) uitgevoerd voor het plangebied in De Heurne (gemeente Aalten). In het plangebied zal het bestemmingsplan gewijzigd worden ten behoeve van uitbreiding van de bestaande woonkern van De Heurne. Het onderzoek is noodzakelijk om te bepalen of bij de voorgenomen activiteiten de kans bestaat dat archeologische resten in de ondergrond worden aangetast. Op basis van het bureauonderzoek werd in het plangebied een dekzandrug met plaggendek verwacht. Onder dit plaggendek kunnen resten uit alle archeologische perioden verwacht worden. Door de veronderstelde ligging op een dekzandrug en de beschermende werking van een plaggendek tegen verstorende bodemingrepen werd de kans op het voorkomen van archeologische resten hoog geacht. Bij het booronderzoek is de verwachte dekzandrug met plaggendek niet aangetroffen. Naar aanleiding van het booronderzoek is het plangebied in te delen in twee bodemtypen. Het grootste deel van het plangebied bestaat uit fijn zand met leemlaagjes met een AC-profiel. In het oosten van het plangebied bevinden zich ten zuiden van de boerderij drie boringen met een ABC-profiel. Deze boringen hebben een zandiger textuur, en een hogere ligging. Bovendien liggen deze boringen dicht in de buurt van de boerderij, die op deze locatie ook is aangegeven op alle geraadpleegde historische kaarten. In dit deel van het plangebied, dat ongeveer 2000 m2 groot is, kunnen archeologische resten verwacht worden uit alle perioden. In het overige deel van het plangebied worden op basis van het veldonderzoek geen archeologische resten verwacht. Tijdens het booronderzoek zijn geen indicatoren aangetroffen die wijzen op archeologische sporen in de bodem. ADC ArcheoProjecten adviseert om in het gebied rond de boringen 20, 21 en 28 een inventariserend veldonderzoek uit te voeren door middel van het uitvoeren van karterende boringen (IVO-P), teneinde gaafheid, omvang, datering en conservering van archeologische resten te onderzoeken. De oppervlakte van het nader te onderzoeken gebied beslaat circa 0,2 ha. De exacte invulling van de werkzaamheden dient te worden vastgelegd in een door de bevoegde overheid goed te keuren Programma van Eisen (PvE).
Kern De Heurne 2010
NL.IMRO.0197.BP00017-VG01
32
Het is niet uit te sluiten dat buiten de vindplaats toch nog archeologische resten voorkomen. Daarom merkt ADC ArcheoProjecten op dat het aanbeveling verdient om de uitvoerder van het grondwerk te wijzen op de plicht archeologische vondsten te melden bij de bevoegde overheid, zoals aangegeven in de Monumentenwet 1988 en de Wet op de Archeologische Monumentenzorg. ADC ArcheoProjecten adviseert om in het gebied met een ABC-profiel een inventariserend veldonderzoek uit te voeren door middel van het aanleggen van proefsleuven (IVO-P), teneinde gaafheid, omvang, datering en conservering van archeologische resten te onderzoeken. De exacte invulling van de werkzaamheden dient te worden vastgelegd in een door de bevoegde overheid goed te keuren Programma van Eisen (PvE). Het is niet uit te sluiten dat buiten de vindplaats toch nog archeologische resten voorkomen. Daarom merken wij op dat het aanbeveling verdient om de uitvoerder van het grondwerk te wijzen op de plicht archeologische vondsten te melden bij de bevoegde overheid, zoals aangegeven in de Monumentenwet 1988 en de Wet op de Archeologische Monumentenzorg. Het archeologisch onderzoek is als externe bijlage bij deze toelichting gevoegd.
5.9. Waterhuishouding In het plangebied bevindt zich, behoudens enkele sloten langs wegen, geen oppervlaktewater. Uitbreiding De Heurne CSO Adviesbureau heeft een toets uitgevoerd naar de toekomstige waterhuishouding (nr. 08.RJ053, d.d. 22 september 2008) voor de nieuwe woningbouwlocatie aan de Keizerweg te Aalten. Door het waterschap zijn in een document een aantal belangrijke thema’s aangegeven welke meegenomen dienen te worden in de planvorming. Alleen de thema’s die van toepassing zijn op het plangebied worden hieronder weergegeven. Thema: Wateroverlast Waterdoelstelling: Reduceren van wateroverlast; vergroten veerkracht van het watersysteem In het plangebied bevinden zich geen natte en laag gelegen gebieden, beekdalen en/of overstromingsvlakten. Situaties van wateroverlast zijn niet bekend bij het waterschap en/of de gemeente.
Kern De Heurne 2010
NL.IMRO.0197.BP00017-VG01
33
Ten opzichte van de huidige situatie, is er bij de planvorming sprake van een toename van het verhard oppervlak. Het plan dient derhalve te voorzien in mogelijkheden om water te bergen en om toename van verhard oppervlak te compenseren. Toename van verhard oppervlak dient te worden gecompenseerd volgens de norm T=100 + 10% klimaatseffect. Dimensionering van deze maatregelen is opgenomen onder het thema “inrichting en beheer”. Thema: Riolering → Afvalwaterketen Waterdoelstelling: vasthouden – bergen – afvoeren; vergroten zuiveringsrendement RWZI via aanpak van “dunwater” In de huidige situatie is circa 3,5% van het plangebied verhard. In de toekomstige situatie zal het verhard oppervlak sterk toenemen en mogelijk 50% bedragen. Sprake is van een nieuwe situatie, zodat afkoppeling van hemelwater noodzakelijk is en de afkoppelbeslisboom in werking treedt. Voor de milieuverantwoorde omgang met regenwater wordt in overeenstemming met het bestaande beleid, de watertrap van ambities gebruikt die in de Stimuleringsregeling Afkoppelen 2004 is beschreven. Volgorde van voorkeur daarin is: 1. Voorkomen van afvoer (bronmaatregelen); 2. Opvangen en benutten of infiltreren; 3. Afvoeren naar berging in oppervlaktewater; 4. Inzamelen, transporteren en zuiveren, via riool. Deze voorkeur is gebaseerd op het beleid dat erop gericht is om vervuiling van het oppervlaktewater te verminderen, verdroging te verminderen, voldoende berging in het stedelijke gebied te creëren, de kosten van zuivering te verlagen en het zuiveringsrendement te verbeteren. In het plan dient hemelwater te worden verzameld en afgevoerd naar bergingsvoorzieningen van waaruit het hemelwater in de bodem kan infiltreren of vertraagd wordt afgevoerd naar het oppervlaktewater. Berekeningen om de omvang van de diverse voorzieningen te bepalen zijn opgenomen onder thema “inrichting en beheer”. De afkoppelbeslisboom is weergegeven in figuur 5. Het huishoudelijk en bedrijfsmatig afvalwater zal worden geloosd op de gemeente riolering en afgevoerd naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie, welke het effluent uiteindelijk loost op een waterlichaam van waterschap Rijn en IJssel. De openbare rioleringswerken in het plangebied zijn in beheer bij de gemeente Aalten. Voorwaarden voor aansluiting op het openbare riool zijn vastgelegd in de gemeentelijke aansluitverordening.
Kern De Heurne 2010
NL.IMRO.0197.BP00017-VG01
34
Thema: Grondwateroverlast Waterdoelstelling: Het voorkomen en tegengaan van grondwateroverlast Er zijn geen problemen als gevolg van grondwateroverlast bekend. Er is geen sprake van kwel, ligging achter dijken of slecht doorlatende lagen in de ondergrond. In het kader van grondwater-neutraal bouwen, zal de waterhuishoudkundige situatie ter plaatse en in de directe omgeving niet mogen wijzigen. Het plan dient te voorzien in mogelijkheden om hemelwater te bergen in de bodem. Op de locatie is een geohydrologisch onderzoek naar de infiltratiemogelijkheden van hemelwater verricht (CSO Adviesbureau, 22 september 2008, kenmerk 08.RJ051). Verdeeld over het plangebied zijn zes boringen tot het grondwater uitgevoerd. In de boorgaten zijn infiltratieproeven uitgevoerd, waarvan twee in duplo. Het grondwater is aangetroffen op een diepte van 1,1 tot 1,5 m -mv. Globaal kan de bodemopbouw als volgt worden weergegeven: de bovengrond bestaat uit matig tot zeer fijn, sterk humeus zand; de ondergrond bestaat voornamelijk uit matig tot zeer grof zand; plaatselijk is de ondergrond zwak leemhoudend. In het veld is op basis van oxidatieverschijnselen in het bodemprofiel het gemiddeld hoogste grondwater-niveau (GHG) geschat op 0,5 tot 0,8 m mv. De dikte van de onverzadigde zone is mogelijk onvoldoende voor de realisatie van infiltratievoorzieningen. De gemeten doorlatendheid van de bodem is gemiddeld 2,3 m/dag. Op basis van de meetresultaten (Kwaarde en GHG) wordt geconcludeerd dat de hydrologische situatie in het plangebied na ophoging van het maaiveld geschikt is voor infiltratie van hemelwater middels wadi’s, infiltratiekratten, infiltratiegreppels of infiltratieriool. Thema: Oppervlaktewaterkwaliteit Waterdoelstelling: Behoud/realisatie van goede waterkwaliteit voor mens en natuur Bij het waterschap en/of de gemeente zijn geen problemen ten aanzien van de oppervlaktewaterkwaliteit bekend. Binnen het plangebied zijn geen watergangen of oppervlaktewateren aanwezig. Ten noorden van het plangebied is een A-watergang gesitueerd. Het plan maakt echter geen functies mogelijk die tot extra belasting van de waterkwaliteit leiden. Thema: Grondwaterkwaliteit Waterdoelstelling: Behoud/realisatie van goede waterkwaliteit voor mens en natuur
Kern De Heurne 2010
NL.IMRO.0197.BP00017-VG01
35
In gebieden waar drinkwater wordt gewonnen kunnen eisen worden gesteld aan de toegestane functies en het terugdringen van eventuele vervuiling. Het plangebied ligt niet binnen een 25/100 jaars-zone rond drinkwaterwinningen of infiltratiegebieden voor natuurgebieden. Hemelwater afkomstig van bebouwing zal zoveel mogelijk geïnfiltreerd worden in de bodem en bereikt het grondwater. Bij de keuze van bouwmaterialen dient derhalve rekening te worden gehouden met het gebruik van niet uitloogbare bouwmaterialen. Indien gebruik gemaakt zal worden van zinken dakgoten, ontstaat kans op uitloging naar het hemelwater en daarmee verontreiniging van de ontvangende bodem. Aanbevolen wordt eventuele zinken dakgoten te behandelen met een coating waardoor uitloging wordt tegengegaan. Hemelwater afkomstig van verharding zal eveneens zoveel mogelijk geïnfiltreerd worden in de bodem en bereikt het grondwater. Bij de keuze van bouwmaterialen dient derhalve rekening te worden gehouden met het gebruik van niet uitloogbare bouwmaterialen. Tevens dient het afstromende hemelwater via een zuiverende voorziening te worden geleidt. Een zuiverende voorziening kan bijvoorbeeld een bodempassage of wadi met humuslaag zijn. Huishoudelijk afvalwater zal worden geloosd op de gemeentelijke riolering. Voor zover bekend is geen sprake van teelt of overig gebruik van bestrijdingsmiddelen op de locatie. Thema: Inrichting en beheer Waterdoelstelling: Doelmatig beheer en onderhoud (kosteneffectief, milieu- en natuurvriendelijk) Langs de noordgrens van het plangebied bevindt zich een A-watergang van het waterschap. Deze watergang zal niet gewijzigd worden, evenals de benodigde onderhoudsberm van 4 m. Het verharde oppervlak mag niet worden aangesloten op de riolering, afkoppeling dient plaats te vinden conform de afkoppelbeslisboom. Aangezien hoogstwaarschijnlijk geen sprake is van hergebruik van hemelwater of het toepassen van vegetatiedaken, dient een bergingsc.q. infiltratievoorziening te worden gerealiseerd. Het hemelwater afkomstig van daken (bebouwing) en de openbare weg dient bovengronds te worden afgevoerd naar de bergingsvoorziening. Vanuit de bergingsvoorziening kan het hemelwater in de bodem infiltreren. Uit het thema “grondwateroverlast” blijkt dat de hydrologische situatie in het plangebied na ophoging van het maaiveld geschikt is voor infiltratie
Kern De Heurne 2010
NL.IMRO.0197.BP00017-VG01
36
van hemelwater middels wadi’s, infiltratiekratten, infiltratiegreppels of infiltratieriool. Een infiltratievoorziening dient boven de GHG te worden aangelegd, om te voorkomen dat grondwater in de voorziening stroomt. Voor onderhavige situatie betekent dat dat de onderkant van een voorziening niet dieper mag zijn dan 0,7 m -mv, na ophoging van het maaiveld. Mits de locatie met meer dan een m wordt opgehoogd, is toepassing van infiltratieriolering derhalve niet mogelijk. De voorziening dient te worden voorzien van een noodoverloop om wateroverlast in extreme situaties te voorkomen. Het overtollige water moet stromen naar een plek waar het geen overlast kan veroorzaken. Voor het plangebied is de noordelijk gelegen watergang een mogelijkheid om de noodoverloop op af te voeren. Er dient een geknepen constructie te worden toegepast, waardoor de uitstroom beperkt blijft tot 0,7 l/sec/ha. Voor de verwerking van het hemelwater zijn diverse varianten denkbaar: de openbare weg wordt voorzien van een aquaflow-verharding. Hierdoor wordt een bergingsvoorziening gecreëerd van waaruit het hemelwater vertraagd in de bodem kan infiltreren. Deze voorziening dient te worden beheerd door de gemeente Aalten. De hemelwaterafvoer van de aangrenzende particuliere percelen wordt bovengronds naar de openbare weg afgevoerd, alwaar het via de doorlatende verharding in de bergingsvoorziening stroomt. De aquaflowverharding is tevens een zuiverende voorziening, daarnaast hoeven geen straatkolken of hemelwaterriool te worden aangelegd; de bovengenoemde opties kan ook worden uitgevoerd zonder dat de particuliere percelen afwateren op de openbare weg. In dat geval dienen de particuliere percelen een eigen bergingsvoorziening te hebben, al dan niet gezamenlijk. Hiervoor kunnen wadi’s of infiltratiekratten worden gebruikt; tevens kan een grootschalige wadi worden gerealiseerd, waarop zowel hemelwater van particuliere percelen als dat van de openbare weg worden geloosd. Om een negatief effect op de grondwaterkwaliteit te voorkomen, dient een zuiverende voorziening te worden toegepast. De open infiltratievoorziening kan eenvoudig worden voorzien van een bodempassage. Deze bodempassage bestaat uit een 0,5 m dik zandpakket met hieraan toegevoegd 3-5 % lutum en 2 - 4 % organische stof. Deze bodempassage zorgt ervoor dat eventuele vervuilingen worden vastgehouden. De bodempassage kan gemonitord worden, zodat vastgesteld kan worden wanneer eventuele vervuilingen kunnen doorslaan naar het grondwater. Voordeel van de open infiltratiesystemen is dat op dat moment gemakkelijk de bodempassage verwijderd en vervangen kan worden.
Kern De Heurne 2010
NL.IMRO.0197.BP00017-VG01
37
Dimensionering Aangezien het plangebied een nieuwe situatie betreft, dient met betrekking tot de benodigde buffercapaciteit worden uitgegaan van het opvangen van een regenbui met een herhalingstijd van gem. één keer in de 100 jaar en 10% klimaatseffect (T=100+10%, een neerslaghoeveelheid van 101 mm in 48 uur bij Q = 0,7 l/s/ha). De afvoer via het oppervlaktewater bedraagt 24 mm (Q = 0,7 l/s/ha). Hieronder is als voorbeeld een zeer indicatieve dimensionering van de hoeveelheid te realiseren waterberging weergegeven, uitgaande van een toekomstige verharding van 50%. De exacte berekening van de hoeveelheid waterberging dient in een later stadium plaats te vinden. Uitgaande van een verhard oppervlak van circa 16.500 m2 is de benodigde berging: 1.666,5 m3 hemelwaterinvoer 0,101 * 16.500 = 396 m3 maximale landelijke afvoer – 0,024 * 16.500 = 1.270,5 m3 benodigde buffer Voorbeeld Uitgaande van een maximale diepte van een wadi van 0,5 m, bedraagt de benodigde oppervlakte wadi circa 2.541 m2 (benodigde waterberging 1.270,50 m3 : 0,5 m diepte). Er is nog geen informatie bekend over de toekomstige inrichting van het plangebied. Hieronder zijn de voorwaarden met betrekking tot dimensionering en inrichting van toekomstige voorziening weergegeven: het water zichtbaar afvoeren naar de infiltratievoorziening verdient altijd de voorkeur boven afvoer via buizen zodat burgers zich bewust zijn c.q. worden van het water in de wijk; ondergrondse afvoeren van afgekoppeld hemelwater moeten op de (toekomstige) perceelscheiding worden voorzien van een controleputje met deksel aan het maaiveld; indien (straat)kolken worden toegepast daarin een scherm aanbrengen om grove vervuiling tegen te houden zodat deze niet in de infiltratievoorziening kan komen; het is gewenst om aandacht te hebben voor communicatie over het watersysteem naar zowel de eerste als toekomstige bewoners; bij afkoppeling van hemelwater dient kenbaar te worden gemaakt dat er anders omgegaan wordt met hemelwater, bijvoorbeeld middels borden; bij onderhoud van de verharding en de groenvoorziening dient minimaal, zo mogelijk geen gebruik gemaakt te worden van milieubelastende stoffen; de retentievoorziening dient ten alle tijden bereikbaar en beheersbaar blijven. Tevens dient het beheer gewaarborgd zijn;
Kern De Heurne 2010
NL.IMRO.0197.BP00017-VG01
38
peilregulerende kunstwerken (zoals knijpvoorzieningen) horen bij de waterhuishoudkundige voorzieningen en worden door het waterschap overgenomen.
Het onderzoek is als externe bijlage bij deze toelichting gevoegd. Conclusie Op basis van de locatie, het vooronderzoek naar de infiltratiemogelijkheden, de uitgangspunten en de reservering van 20% van het planoppervlak voor groen en water kan voor de toekomstige uitbreiding van de kern De Heurne een duurzaam en robuust watersysteem ontwikkeld worden. Voor de gefaseerde uitbreiding van ongeveer 50 woningen dient een waterhuishoudkundig plan opgesteld te worden waarin de waterhuishouding en detailontwatering in overleg met het waterschap wordt uitgewerkt.
Kern De Heurne 2010
NL.IMRO.0197.BP00017-VG01
39
6.
JURIDISCH PLAN
De beleidsdoelstellingen zijn juridisch vertaald in de regels en de bijbehorende verbeelding. De basis voor de verbeelding, de tekening, is een recente kadastrale ondergrond en topografische gegevens. Op de verbeelding is de grens van het bestemmingsplangebied aangegeven. Binnen die grens zijn de verschillende bestemmingen met verschillende kleuren en letteraanduidingen weergegeven. Voorts zijn aanduidingen opgenomen, waarnaar in de regels wordt verwezen. Uitgangspunt voor de regels zijn de planregels die in de meest recente plannen binnen de gemeente zijn opgenomen, deels aangepast en uitgebreid op de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2008 (SVBP 2008). Het voorliggende bestemmingsplan is een gedeeltelijk conserverend plan (wat betekent dat overwegend het huidige gebruik en de huidige verschijningsvorm als uitgangspunt dienen) en gedeeltelijk een ontwikkelingsgericht plan (voor de woningbouwontwikkelingen in de Heurne). De ontwikkelingen zijn gedeeltelijk direct bestemd en gedeeltelijk mogelijk na het volgen van een aparte planologische procedure (wijzigingsplan of een uitwerkingsplan). Doordat het bestemmingsplan flexibeler van opbouw is als het vigerende plan geeft het meer mogelijkheden om in te spelen op nieuwe (kleinschalige) ontwikkelingen zonder het plan te hoeven herzien.
6.1. Indeling De regels zijn opgedeeld in vier hoofdstukken: Hoofdstuk 1 bevat de begrippen (artikel 1) en een bepaling over de wijze van meten (artikel 2); deze worden opsommingsgewijs in alfabetische volgorde aangegeven en dienen als referentiekader voor de overige regels. Hoofdstuk 2 bevat de bestemmingen en dubbelbestemmingen. Deze artikelen hebben een vaste opbouw conform het SVBP 2008. Hoofdstuk 3 bevat enkele algemene regels, zoals de antidubbeltelbepaling, de procedureregels en algemene regels voor een omgevingsvergunning voor het afwijken van de bouw- of gebruiksregels. Hoofdstuk 4 bevat tenslotte het overgangsrecht en de slotregel, met daarin de titel van het bestemmingsplan.
Kern De Heurne 2010
NL.IMRO.0197.BP00017-VG01
40
6.2. Bebouwing In het bestemmingsplan wordt onderscheid gemaakt tussen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Voor de situering en maatvoering van bouwwerken is het belangrijk dat er regels zijn opgenomen met betrekking tot: Goot- en bouwhoogte De maximaal toegestane goot- en bouwhoogte van (hoofd)gebouwen is op de verbeelding opgenomen door middel van de aanduiding “maximale goot- en bouwhoogte” of “maximale bouwhoogte”. De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is opgenomen in de regels in de subparagraaf “bouwwerken, geen gebouwen zijnde”. Situering gebouwen Teneinde de situatie eenduidig te kunnen reguleren, is de bebouwing “gezoneerd”. Voor bouwwerken is met betrekking tot de situering op de verbeelding en in de regels onderscheid gemaakt door het gebruik van de aanduiding “bouwvlak”. Het bouwvlak is bestemd voor (hoofd)gebouwen. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn zowel binnen als buiten het bouwvlak toegestaan.
6.3. Artikelsgewijze bespreking Hoofdstuk 1: Inleidende regels Begrippen In artikel 1 is een aantal begrippen nader gedefinieerd teneinde onduidelijkheid te voorkomen. Voor een gedeelte van de begrippen is aansluiting gezocht bij de begrippenlijst uit bijlage 11 bij het SVBP 2008, voor de overige begrippen is aansluiting gezocht bij de formulering van de in Aalten gebruikelijke (meest recente) regels. Wijze van meten In artikel 2 wordt aangegeven op welke wijze gemeten moet worden bij het beoordelen of de maatvoering in overeenstemming is met de regels. Ook hier is aansluiting gezocht bij de standaard (meet)regels uit de SVBP 2008. Verder is ook een bepaling opgenomen voor ondergeschikte bouwdelen, zoals regenpijpen, luifels, balkons etcetera. Voor deze bouwdelen is een overschrijding van het bouwvlak van maximaal 1,0 m toegestaan. Hoofdstuk 2: Bestemmingsregels In het plan zijn de volgende bestemmingen opgenomen:
Kern De Heurne 2010
NL.IMRO.0197.BP00017-VG01
41
Bedrijf - Nutsvoorziening In het plangebied is één nutsvoorziening aanwezig, deze is bestemd als Bedrijf – Nutsvoorziening. Binnen het op de verbeelding opgenomen bouwvlak is een nutsgebouw toegestaan met een goothoogte van maximaal 3,0 m. Groen De bestemming betreft gronden waarop uitsluitend groenvoorzieningen, paden, sport- en spelvoorzieningen, water e.d. is toegestaan. Het onderscheid met de bestemming Verkeer – Verblijfsgebied is gelegen in het feit dat groenvoorzieningen een daadwerkelijk structureel groen karakter hebben en behouden. Maatschappelijk De bestemming “maatschappelijk” is bedoeld voor o.m. de school en de kerk. In de bestemmingsomschrijving is een algemene regeling opgenomen, welke sociale-, educatieve-, gezondheids-, levensbeschouwelijke-, en overheidsvoorzieningen toestaat. Door deze algemene formulering is een uitwisseling van functies mogelijk binnen de bestemming. In de gebruiksregels zijn echter wel bepaalde functies uitgezonderd die niet passend zijn binnen het plangebied, het gaat hierbij om een asielzoekerscentrum, crematorium, opvang van dieren, justitiële inrichting of militaire zaken. Voor fietsenstallingen en bergingen (en daarmee gelijk te stellen gebouwen) is een regeling opgenomen om ook buiten het bouwvlak deze bouwwerken toe te staan, tot een maximale oppervlakte van 50 m². Hierdoor is de flexibiliteit aanwezig om deze gebouwen ook buiten het bouwvlak te kunnen realiseren. Recreatie – Verblijfsrecreatie De (boerderij)camping aan de Lage Heurnseweg is conform het huidige gebruik bestemd als ‘recreatie – verblijfsrecreatie’. Binnen deze bestemming is een camping toegestaan met maximaal 16 standplaatsen voor mobiele kampeermiddelen. Stacaravans zijn derhalve niet toegestaan. Binnen het aangegeven bouwvlak is daarnaast tevens een toiletgebouw toegestaan met een maximale goot- en bouwhoogte van respectievelijk 3,0 en 7,0 m. Permanente bewoning van de kampeermiddelen is niet toegestaan. Tuin Deze bestemming geldt voor de voor- en zijtuinen van woningen. Op gronden met deze bestemming mag beperkt gebouwd worden, zoals een erker of een luifel.
Kern De Heurne 2010
NL.IMRO.0197.BP00017-VG01
42
Verkeer De bestemming “verkeer” is opgesteld voor de doorgaande verkeersverbindingen. Verkeer – Verblijfsgebied Deze bestemming is opgesteld voor de openbare verkeersruimte binnen de woonwijk. De woonstraten, aanliggende trottoirs, parkeerplaatsen, bermen en beplantingen zijn in deze bestemming opgenomen. Een algemene bestemming voor zowel de verharding als het aanliggende groen maakt een eventuele herinrichting van het openbare gebied eenvoudiger te regelen. Wonen Deze bestemming geldt voor de grondgebonden woningen en de bijbehorende achtertuinen. De hoofdfunctie in deze gebieden is wonen, maar een aan huis gebonden (dienstverlenend) beroep is ook toegestaan. Hierbij geldt dat de woning in overwegende mate de woonfunctie moet behouden en het beroep moet passen in de woonomgeving. De goot- en bouwhoogte en de bouwwijze is op de verbeelding aangeduid evenals de toegestane bouwwijze(n). Voor zover in het bouwvlak meerdere bouwwijzen zijn opgenomen houdt dit in dat deze naast elkaar zijn toegestaan. Dit zorgt voor enige flexibiliteit in de toekomst bij het situeren en bouwen van de woningen. Buiten het bouwvlak zijn aan- en uitbouwen en bijgebouwen toegestaan tot een maximale oppervlakte van 90 m², met dien verstande dat op bouwpercelen met een oppervlakte van meer dan 500 m² de bebouwde oppervlakte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen 125 m² mag bedragen. Wonen – Uit te werken De bestemming ‘wonen – uit te werken’ is opgenomen voor gronden waarop in de toekomst woningbouw is gepland, maar waarvan nog niet helemaal duidelijk is hoe deze bestemming ingevuld dient te gaan worden. Deze nadere invulling kan te zijner tijd geschieden door voor de gronden een uitwerkingsplan vast te stellen. In de regels is opgenomen dat uitwerking pas na 1 juli 2019 is toegestaan. In de bestemming zijn voor dit uitwerkingsplan randvoorwaarden opgenomen waaraan voldaan dient te worden. Zo zijn maximaal 17 woningen toegestaan, uitsluitend in de bouwwijzen ‘vrijstaand’, ‘tweeaaneen’ en ‘aaneengebouwd’. Verder mag de goothoogte van de woningen niet meer bedragen dan 6 m en de bouwhoogte niet meer dan 10 m.
Kern De Heurne 2010
NL.IMRO.0197.BP00017-VG01
43
Hoofdstuk 3: Algemene regels Anti-dubbeltelbepaling Met de anti-dubbeltelbepaling wordt geregeld dat grond die reeds eerder bij een verleende omgevingsvergunning voor bouwen is meegenomen niet nog eens bij de verlening van een nieuwe omgevingsvergunning voor bouwen mag worden meegenomen. Algemene gebruiksregels In de algemene regels zijn enkele algemene gebruiksregels opgenomen die voor alle bestemmingen gelden, zoals het verbod om gronden en gebouwen te gebruiken voor prostitutiedoeleinden en stort/opslagplaats voor grond en afval (behoudens een stort/opslagplaats voor normaal gebruik, bijvoorbeeld in het kader van de bedrijfsvoering). Algemene afwijkingsregels In dit artikel is een algemeen omgevingsvergunningsstelsel opgenomen voor het afwijken van de bouwregels voor de maatvoering van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tot maximaal 10%, alsmede voor het bouwen van nutsvoorzieningen. Algemene wijzigingsregels Het gaat hierbij om een algemene wijzigingsbepaling voor een grote nutsvoorziening met een goothoogte van 5 m en een inhoud van 150 m³. Daarnaast zijn op de verbeelding 3 wijzigingsgebieden opgenomen, waarvoor in dit artikel de randvoorwaarden zijn gesteld. Wijzigingsgebied 1 heeft betrekking op de gronden aan de oostzijde van De Heurne. Hier zijn door middel van een wijzigingsbevoegdheid maximaal 3 vrijstaande woningen te realiseren. Wijzigingsgebied 2 betreft de gronden van de camping. Door middel van een wijzigingsplan bestaat hier de mogelijkheid om maximaal 16 woningen te realiseren, zowel in de bouwwijzen ‘vrijstaand’, ‘tweeaaneen’ als ‘aaneengebouwd’. Daarnaast is als voorwaarde opgenomen dat wijziging van het bestemmingsplan niet mag geschieden vóór 1 juli 2019. Voor alle wijzigingsgebieden geldt dat er vanuit milieukundig oogpunt geen bezwaren mogen bestaan tegen toekomstige woningbouw. Hoofdstuk 4: Overgangsrecht en slotregel Overgangsrecht In dit artikel is een regeling opgenomen voor bestaande zaken en rechten die niet in overeenstemming zijn met de overige regelingen in dit bestemmingsplan.
Kern De Heurne 2010
NL.IMRO.0197.BP00017-VG01
44
De regels voor het overgangsrecht zijn overgenomen uit het nieuwe Besluit ruimtelijke ordening, waarin standaard overgangsrecht voor bestemmingsplannen is opgenomen. Slotregel De slotregel bevat de titel van het bestemmingsplan.
Kern De Heurne 2010
NL.IMRO.0197.BP00017-VG01
45
7.
ECONOMISCHE UITVOERBAARHEID
De herziening van het bestemmingsplan voor de kern maakt onderdeel uit van de verplichte reguliere vervangingscyclus die iedere tien jaar moet plaatsvinden in het kader van de Wet ruimtelijke ordening. Hiervoor zijn in de gemeentelijke begroting middelen opgenomen. Uitbreiding De Heurne Voor de afdekking van de kosten ten gevolge van de realisering van het project is een voorlopige (grond)exploitatieopzet gemaakt. In deze opzet wordt uitgegaan van een realisatie in drie fasen. Fase 1 voorziet in de bouw van circa 14 woningen, circa 18 voor fase 2 en circa 21 voor fase 3. De kavels voor de vrije sectorbouw zullen voor marktconforme prijzen worden verkocht. Het bouwrijp maken gebeurt per fase. Alhoewel een latere bouwstart van de verschillende fasen, gelet op de voorinvesteringen, nadelige financiële consequenties met zich meebrengt, blijkt uit de voorlopige grondexploitatie dat het project financieel haalbaar is. De economische uitvoerbaarheid van het project wordt daarmee voldoende gewaarborgd geacht. De grondexploitatie voor de uitbreiding van De Heurne is sluitend. Derhalve zijn er aan de ontwikkeling van dit nieuwe gedeelte van het buurtschap geen kosten verbonden voor de gemeente.
Kern De Heurne 2010
NL.IMRO.0197.BP00017-VG01
46
8.
MAATSCHAPPELIJKE UITVOERBAARHEID
8.1. Inspraak en overleg Het plan heeft voor belanghebbenden met ingang van vrijdag 12 februari 2010 gedurende een termijn van zes weken ter inzage gelegen. Gelijktijdig met de terinzage legging is het voorontwerpbestemmingsplan in het kader van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) toegezonden aan de volgende instanties: Provincie Gelderland; Vrom-inspectie Oost; Waterschap Rijn en IJssel. In de separaat bijgevoegde commentaarnota ‘Inspraakverslag voorontwerpbestemmingsplan “Kern De Heurne 2010“’ is een samenvatting van de inspraakreacties en adviezen uit het vooroverleg opgenomen en is tevens aangegeven op welke wijze met de inspraakreacties is omgegaan.
8.2. Zienswijzen Het ontwerpbestemmingsplan heeft op grond van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) met ingang van vrijdag 25 juni 2010 gedurende een termijn van zes weken ter inzage gelegen. In de separaat bijgevoegde zienswijzennota ‘Bestemmingsplan Kern De Heurne 2010’ is een samenvatting van de zienswijzen opgenomen en is tevens aangegeven op welke wijze hiermee is omgegaan.
Kern De Heurne 2010
NL.IMRO.0197.BP00017-VG01
47
GEMEENTE AALTEN Bestemmingsplan Kern De Heurne 2010
Bijlage wegverkeerslawaai
oktober 2010
Resultaten snelheidsmeting augustus/september 2009 Meetplaats
De Heurne
Straat Maximum snelheid
Lage Heurnseweg (bebouwde kom) 50km/u
Bewerker
Politie Noord-Oost Gelderland
Begin analyse
25 augustus 2009
Einde analyse
30 september 2009 Aantal voertuigen:
Percentage %:
< 30 km/h
19.510
12.9 %
31 – 40 km/h
16.928
11.2 %
41 – 50 km/h
72.338
47.9%
51 – 60 km/h
34.111
22.6 %
61 – 70 km/h
6.650
4.4%
71 – 80 km/h
1.430
0.95 %
Gemiddeld gereden snelheid
44 km/h
Maximum gereden snelheid
113 km/h
V85(maatgevend voor handhaving)* 54 km/h * De V85 is de snelheid waar 85% van het gemeten verkeer onder blijft. Opmerkingen: De V85 ligt hier net boven de maximum toegestane snelheid. Aanvullende infrastructurele maatregelen zijn op de Lage Heurnseweg niet noodzakelijk. Wel zal de politie extra snelheidscontroles uitvoeren. Voor vragen over de bovenstaande gegevens kunt u contact opnemen met dhr.Sikking, afdeling werken, telefoonnummer: 0543-493183
043
Aalten D:\srm1\[Lg3b.xls]043
Intens.
groei
tel jaar
mnd corr.
plan jaar
plan toename
500 4170 600
1 1 1
2010 2009 2010
1 1 1
2020 2020 2020
200 100 200
aut.
nr
functie
wegvak
Keizerweg Lage Heurneseweg Nijmansweg
indicatie indicatie van Casperweg+telling sept 2009 indicatie
intensUur gemm. plan Dag
752 4752 863
6,60 6,83 6,60
Pagina 1
4,20 3,25 4,20
Dagperiode Avondperiode Nachtperiode Nacht mot. % % lv % mz % zw mot. % % lv % mz % zw mot. % % lv % mz % zw
0,50 0,63 0,50
0,0 0,0 0,0
94,3 89,0 94,3
2,3 9,0 2,3
3,4 2,0 3,4
0,0 0,0 0,0
97,3 89,0 97,3
1,1 9,0 1,1
1,6 2,0 1,6
0,0 0,0 0,0
93,6 89,0 93,6
2,6 9,0 2,6
3,8 2,0 3,8
snelheid
wegdek
50 km/uur 50 km/uur 50 km/uur
Asfalt Asfalt Asfalt
dBWeg1 Vs. 3.00.2
27-1-2010 13:41:25 Blz: 1
Pouderoyen Compagnons Lic.Nr.: 1C73-1A79-36EC-11-3604 (c) 2006 Goudappel Coffeng
04301601
Wegvaknaam :
Keizerweg
Opmerkingen :
Uitbreiding Heurne
Rekenmethode :
RMG 2006 LEQ contouren op basis van Lden
Waarnemers
Geluidbelasting (Cumulatief)
Hoogte
Dag
Avond
Nacht
Etmaal
Lden
1,5
47,28
44,66
36,21
47,28
47,49
1,5
47,28
44,66
36,21
47,28
47,49
Leq-contouren op 1,5 [m] :
48,0 dB :
9,3 [m]
53,0 dB :
4,2 [m]
58,0 dB :
1,5 [m]
43,0 dB :
19,1 [m]
Rijlijnen Naam
Rijlijn
Wegdekverharding
DAB (Ref.)
Vaste correctiewaarde
0,0
Hoogte wegdek [m]
0,0
Afstand tot waarnemer [m]
10,0
Afstand hard [m]
2,0
Afstand tot obstakel
0,0
Afstand tot kruispunt
0,0
Zichthoek [grad]
127,0
Objectfractie
0,00
Correctie Art. 110g Wgh
-5,0
Etmaalintensiteit
750
Snelheid
50 50
Snelh. vv.
Dag Avond Nacht
Gem. perc. p/uur
6,60 4,20 0,50
Motoren
0,0
Personenauto's
94,3 97,3 93,6
Midzwaar vrachtverkeer
2,3
1,1
Zwaar vrachtverkeer
3,4
1,6
3,8
Bromfietsen/uur
0
0
0
Uurintensiteit trams
---
---
---
Emissie
65,06 62,44 53,99
0,0
0,0 2,6
dBWeg1 Vs. 3.00.2
27-1-2010 13:41:48 Blz: 1
Pouderoyen Compagnons Lic.Nr.: 1C73-1A79-36EC-11-3604 (c) 2006 Goudappel Coffeng
04301601
Wegvaknaam :
Keizerweg
Opmerkingen :
Uitbreiding Heurne
Rekenmethode :
RMG 2006 LEQ contouren op basis van Lden
Waarnemers
Geluidbelasting (Cumulatief)
Hoogte
Dag
Avond
Nacht
Etmaal
Lden
4,5
47,54
44,93
36,47
47,54
47,75
4,5
47,54
44,93
36,47
47,54
47,75
Leq-contouren op 4,5 [m] :
48,0 dB :
9,6 [m]
53,0 dB :
3,0 [m]
58,0 dB :
0,0 [m]
43,0 dB :
22,4 [m]
Rijlijnen Naam
Rijlijn
Wegdekverharding
DAB (Ref.)
Vaste correctiewaarde
0,0
Hoogte wegdek [m]
0,0
Afstand tot waarnemer [m]
10,0
Afstand hard [m]
2,0
Afstand tot obstakel
0,0
Afstand tot kruispunt
0,0
Zichthoek [grad]
127,0
Objectfractie
0,00
Correctie Art. 110g Wgh
-5,0
Etmaalintensiteit
750
Snelheid
50 50
Snelh. vv.
Dag Avond Nacht
Gem. perc. p/uur
6,60 4,20 0,50
Motoren
0,0
Personenauto's
94,3 97,3 93,6
Midzwaar vrachtverkeer
2,3
1,1
Zwaar vrachtverkeer
3,4
1,6
3,8
Bromfietsen/uur
0
0
0
Uurintensiteit trams
---
---
---
Emissie
65,06 62,44 53,99
0,0
0,0 2,6
dBWeg1 Vs. 3.00.2
27-1-2010 13:44:32 Blz: 1
Pouderoyen Compagnons Lic.Nr.: 1C73-1A79-36EC-11-3604 (c) 2006 Goudappel Coffeng
04301601
Wegvaknaam :
Keizerweg
Opmerkingen :
Uitbreiding Heurne
Rekenmethode :
RMG 2006 LEQ contouren op basis van Lden
Waarnemers
Geluidbelasting (Cumulatief)
Hoogte
Dag
Avond
Nacht
Etmaal
Lden
7,5
47,06
44,45
35,99
47,06
47,27
7,5
47,06
44,45
35,99
47,06
47,27
Leq-contouren op 7,5 [m] :
48,0 dB :
8,4 [m]
53,0 dB :
0,0 [m]
58,0 dB :
0,0 [m]
43,0 dB :
22,9 [m]
Rijlijnen Naam
Rijlijn
Wegdekverharding
DAB (Ref.)
Vaste correctiewaarde
0,0
Hoogte wegdek [m]
0,0
Afstand tot waarnemer [m]
10,0
Afstand hard [m]
2,0
Afstand tot obstakel
0,0
Afstand tot kruispunt
0,0
Zichthoek [grad]
127,0
Objectfractie
0,00
Correctie Art. 110g Wgh
-5,0
Etmaalintensiteit
750
Snelheid
50 50
Snelh. vv.
Dag Avond Nacht
Gem. perc. p/uur
6,60 4,20 0,50
Motoren
0,0
Personenauto's
94,3 97,3 93,6
Midzwaar vrachtverkeer
2,3
1,1
Zwaar vrachtverkeer
3,4
1,6
3,8
Bromfietsen/uur
0
0
0
Uurintensiteit trams
---
---
---
Emissie
65,06 62,44 53,99
0,0
0,0 2,6
dBWeg1 Vs. 3.00.2
27-1-2010 13:58:22 Blz: 1
Pouderoyen Compagnons Lic.Nr.: 1C73-1A79-36EC-11-3604 (c) 2006 Goudappel Coffeng
04301602
Wegvaknaam :
Lage Heurneseweg
Opmerkingen :
Uitbreiding Heurne
Rekenmethode :
RMG 2006 LEQ contouren op basis van Lden
Waarnemers
Geluidbelasting (Cumulatief)
Hoogte
Dag
Avond
Nacht
Etmaal
Lden
1,5
45,44
42,22
35,09
45,44
45,69
1,5
45,44
42,22
35,09
45,44
45,69
Leq-contouren op 1,5 [m] :
48,0 dB :
33,4 [m]
53,0 dB :
17,5 [m]
58,0 dB :
8,6 [m]
43,0 dB :
64,3 [m]
Rijlijnen Naam
Rijlijn
Wegdekverharding
DAB (Ref.)
Vaste correctiewaarde
0,0
Hoogte wegdek [m]
0,0
Afstand tot waarnemer [m]
45,0
Afstand hard [m]
4,0
Afstand tot obstakel
0,0
Afstand tot kruispunt
0,0
Zichthoek [grad]
127,0
Objectfractie
0,00
Correctie Art. 110g Wgh
-5,0
Etmaalintensiteit
4750
Snelheid
50 50
Snelh. vv.
Dag Avond Nacht
Gem. perc. p/uur
6,83 3,25 0,63
Motoren
0,0
Personenauto's
89,0 89,0 89,0
Midzwaar vrachtverkeer
9,0
9,0
Zwaar vrachtverkeer
2,0
2,0
2,0
Bromfietsen/uur
0
0
0
Uurintensiteit trams
---
---
---
Emissie
73,62 70,39 63,27
0,0
0,0 9,0
dBWeg1 Vs. 3.00.2
27-1-2010 13:58:08 Blz: 1
Pouderoyen Compagnons Lic.Nr.: 1C73-1A79-36EC-11-3604 (c) 2006 Goudappel Coffeng
04301602
Wegvaknaam :
Lage Heurneseweg
Opmerkingen :
Uitbreiding Heurne
Rekenmethode :
RMG 2006 LEQ contouren op basis van Lden
Waarnemers
Geluidbelasting (Cumulatief)
Hoogte
Dag
Avond
Nacht
Etmaal
Lden
4,5
47,23
44,01
36,88
47,23
47,48
4,5
47,23
44,01
36,88
47,23
47,48
Leq-contouren op 4,5 [m] :
48,0 dB :
41,6 [m]
53,0 dB :
19,7 [m]
58,0 dB :
8,6 [m]
43,0 dB :
87,5 [m]
Rijlijnen Naam
Rijlijn
Wegdekverharding
DAB (Ref.)
Vaste correctiewaarde
0,0
Hoogte wegdek [m]
0,0
Afstand tot waarnemer [m]
45,0
Afstand hard [m]
4,0
Afstand tot obstakel
0,0
Afstand tot kruispunt
0,0
Zichthoek [grad]
127,0
Objectfractie
0,00
Correctie Art. 110g Wgh
-5,0
Etmaalintensiteit
4750
Snelheid
50 50
Snelh. vv.
Dag Avond Nacht
Gem. perc. p/uur
6,83 3,25 0,63
Motoren
0,0
Personenauto's
89,0 89,0 89,0
Midzwaar vrachtverkeer
9,0
9,0
Zwaar vrachtverkeer
2,0
2,0
2,0
Bromfietsen/uur
0
0
0
Uurintensiteit trams
---
---
---
Emissie
73,62 70,39 63,27
0,0
0,0 9,0
dBWeg1 Vs. 3.00.2
27-1-2010 13:57:52 Blz: 1
Pouderoyen Compagnons Lic.Nr.: 1C73-1A79-36EC-11-3604 (c) 2006 Goudappel Coffeng
04301602
Wegvaknaam :
Lage Heurneseweg
Opmerkingen :
Uitbreiding Heurne
Rekenmethode :
RMG 2006 LEQ contouren op basis van Lden
Waarnemers
Geluidbelasting (Cumulatief)
Hoogte
Dag
Avond
Nacht
Etmaal
Lden
7,5
47,65
44,42
37,29
47,65
47,89
7,5
47,65
44,42
37,29
47,65
47,89
Leq-contouren op 7,5 [m] :
48,0 dB :
44,2 [m]
53,0 dB :
19,8 [m]
58,0 dB :
7,4 [m]
43,0 dB :
96,7 [m]
Rijlijnen Naam
Rijlijn
Wegdekverharding
DAB (Ref.)
Vaste correctiewaarde
0,0
Hoogte wegdek [m]
0,0
Afstand tot waarnemer [m]
45,0
Afstand hard [m]
4,0
Afstand tot obstakel
0,0
Afstand tot kruispunt
0,0
Zichthoek [grad]
127,0
Objectfractie
0,00
Correctie Art. 110g Wgh
-5,0
Etmaalintensiteit
4750
Snelheid
50 50
Snelh. vv.
Dag Avond Nacht
Gem. perc. p/uur
6,83 3,25 0,63
Motoren
0,0
Personenauto's
89,0 89,0 89,0
Midzwaar vrachtverkeer
9,0
9,0
Zwaar vrachtverkeer
2,0
2,0
2,0
Bromfietsen/uur
0
0
0
Uurintensiteit trams
---
---
---
Emissie
73,62 70,39 63,27
0,0
0,0 9,0
dBWeg1 Vs. 3.00.2
27-1-2010 13:50:00 Blz: 1
Pouderoyen Compagnons Lic.Nr.: 1C73-1A79-36EC-11-3604 (c) 2006 Goudappel Coffeng
04301603
Wegvaknaam :
Nijmansweg
Opmerkingen :
Uitbreiding Heurne
Rekenmethode :
RMG 2006 LEQ contouren op basis van Lden
Waarnemers
Geluidbelasting (Cumulatief)
Hoogte
Dag
Avond
Nacht
Etmaal
Lden
1,5
47,89
45,27
36,82
47,89
48,10
1,5
47,89
45,27
36,82
47,89
48,10
Leq-contouren op 1,5 [m] :
48,0 dB :
10,1 [m]
53,0 dB :
4,6 [m]
58,0 dB :
1,7 [m]
43,0 dB :
20,8 [m]
Rijlijnen Naam
Rijlijn
Wegdekverharding
DAB (Ref.)
Vaste correctiewaarde
0,0
Hoogte wegdek [m]
0,0
Afstand tot waarnemer [m]
10,0
Afstand hard [m]
2,0
Afstand tot obstakel
0,0
Afstand tot kruispunt
0,0
Zichthoek [grad]
127,0
Objectfractie
0,00
Correctie Art. 110g Wgh
-5,0
Etmaalintensiteit
863
Snelheid
50 50
Snelh. vv.
Dag Avond Nacht
Gem. perc. p/uur
6,60 4,20 0,50
Motoren
0,0
Personenauto's
94,3 97,3 93,6
Midzwaar vrachtverkeer
2,3
1,1
Zwaar vrachtverkeer
3,4
1,6
3,8
Bromfietsen/uur
0
0
0
Uurintensiteit trams
---
---
---
Emissie
65,67 63,05 54,60
0,0
0,0 2,6
dBWeg1 Vs. 3.00.2
27-1-2010 13:49:38 Blz: 1
Pouderoyen Compagnons Lic.Nr.: 1C73-1A79-36EC-11-3604 (c) 2006 Goudappel Coffeng
04301603
Wegvaknaam :
Nijmansweg
Opmerkingen :
Uitbreiding Heurne
Rekenmethode :
RMG 2006 LEQ contouren op basis van Lden
Waarnemers
Geluidbelasting (Cumulatief)
Hoogte
Dag
Avond
Nacht
Etmaal
Lden
4,5
48,15
45,53
37,08
48,15
48,36
4,5
48,15
45,53
37,08
48,15
48,36
Leq-contouren op 4,5 [m] :
48,0 dB :
10,7 [m]
53,0 dB :
3,6 [m]
58,0 dB :
0,0 [m]
43,0 dB :
24,7 [m]
Rijlijnen Naam
Rijlijn
Wegdekverharding
DAB (Ref.)
Vaste correctiewaarde
0,0
Hoogte wegdek [m]
0,0
Afstand tot waarnemer [m]
10,0
Afstand hard [m]
2,0
Afstand tot obstakel
0,0
Afstand tot kruispunt
0,0
Zichthoek [grad]
127,0
Objectfractie
0,00
Correctie Art. 110g Wgh
-5,0
Etmaalintensiteit
863
Snelheid
50 50
Snelh. vv.
Dag Avond Nacht
Gem. perc. p/uur
6,60 4,20 0,50
Motoren
0,0
Personenauto's
94,3 97,3 93,6
Midzwaar vrachtverkeer
2,3
1,1
Zwaar vrachtverkeer
3,4
1,6
3,8
Bromfietsen/uur
0
0
0
Uurintensiteit trams
---
---
---
Emissie
65,67 63,05 54,60
0,0
0,0 2,6
dBWeg1 Vs. 3.00.2
27-1-2010 13:49:02 Blz: 1
Pouderoyen Compagnons Lic.Nr.: 1C73-1A79-36EC-11-3604 (c) 2006 Goudappel Coffeng
04301603
Wegvaknaam :
Nijmansweg
Opmerkingen :
Uitbreiding Heurne
Rekenmethode :
RMG 2006 LEQ contouren op basis van Lden
Waarnemers
Geluidbelasting (Cumulatief)
Hoogte
Dag
Avond
Nacht
Etmaal
Lden
7,5
47,67
45,06
36,60
47,67
47,88
7,5
47,67
45,06
36,60
47,67
47,88
Leq-contouren op 7,5 [m] :
48,0 dB :
9,7 [m]
53,0 dB :
0,0 [m]
58,0 dB :
0,0 [m]
43,0 dB :
25,4 [m]
Rijlijnen Naam
Rijlijn
Wegdekverharding
DAB (Ref.)
Vaste correctiewaarde
0,0
Hoogte wegdek [m]
0,0
Afstand tot waarnemer [m]
10,0
Afstand hard [m]
2,0
Afstand tot obstakel
0,0
Afstand tot kruispunt
0,0
Zichthoek [grad]
127,0
Objectfractie
0,00
Correctie Art. 110g Wgh
-5,0
Etmaalintensiteit
863
Snelheid
50 50
Snelh. vv.
Dag Avond Nacht
Gem. perc. p/uur
6,60 4,20 0,50
Motoren
0,0
Personenauto's
94,3 97,3 93,6
Midzwaar vrachtverkeer
2,3
1,1
Zwaar vrachtverkeer
3,4
1,6
3,8
Bromfietsen/uur
0
0
0
Uurintensiteit trams
---
---
---
Emissie
65,67 63,05 54,60
0,0
0,0 2,6
GEMEENTE AALTEN Bestemmingsplan Kern De Heurne 2010
Regels 043-009
oktober 2010
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Artikel 1 Artikel 2
Inleidende regels Begrippen Wijze van meten
3 3 8
Hoofdstuk 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6 Artikel 7 Artikel 8 Artikel 9 Artikel 10 Artikel 11
Bestemmingsregels Bedrijf - Nutsvoorziening Groen Maatschappelijk Recreatie - Verblijfsrecreatie Tuin Verkeer Verkeer - Verblijfsgebied Wonen Wonen - Uit te werken
9 9 10 11 13 15 16 18 20 24
Hoofdstuk 3 Artikel 12 Artikel 13 Artikel 14 Artikel 15 Artikel 16
Algemene regels Anti-dubbeltelbepaling Algemene gebruiksregels Algemene afwijkingsregels Algemene wijzigingsregels Algemene procedureregels
25 25 25 25 26 27
Hoofdstuk 4 Artikel 17 Artikel 18
Overgangs- en slotregels Overgangsrecht Slotregel
29 29 30
Kern De Heurne 2010
NL.IMRO.0197.BP00017-VG01
2
Hoofdstuk 1 Artikel 1 1.1
Inleidende regels Begrippen
plan:
het bestemmingsplan 'Kern De Heurne 2010' van de gemeente Aalten. 1.2
bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML bestand NL.IMRO.0197.BP00017-VG01 met de bijbehorende regels en bijlagen. 1.3
aanbouw:
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw. 1.4
aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden. 1.5
aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft. 1.6
aan-huis-gebonden-beroep:
Het uitoefenen van een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op zakelijk (niet zijnde detailhandel), maatschappelijk, juridisch, administratief, persoonlijk, medisch, therapeutisch, kunstzinnig dan wel ontwerptechnisch gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning met daarbij behorende gebouwen, met behoud van de woonfunctie, kan worden uitgeoefend door de gebruik(st)er van de woning. 1.7
aan-huis-gebonden-bedrijf:
het beroepsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid waarvan de omvang in een woning met bijbehorende gebouwen past en de woonfunctie behouden blijft door de gebruik(st)er van de woning. 1.8
bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde. 1.9
bestaand:
a. bij bouwwerken: bouwwerken die op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan bestonden of in uitvoering waren, dan wel gebouwd zijn of gebouwd kunnen worden overeenkomstig de Woningwet of Wet algemene bepalingen omgevingsrecht of krachtens die wetten gegeven voorschriften;
Kern De Heurne 2010
NL.IMRO.0197.BP00017-VG01
3
b. bij gebruik: gebruik dat op het tijdstip van het van kracht worden van het bestemmingsplan, voor zover betrekking hebbend op het desbetreffende gebruik, bestond. 1.10
bevoegd gezag:
bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning. 1.11
bijgebouw:
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw dan wel een overkapping, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw en functioneel dienstbaar is aan een op hetzelfde perceel gelegen hoofdgebouw, zoals een garage en een berging. 1.12
bouwen:
plaatsen, geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen, veranderen of vergroten van een bouwwerk. 1.13
bouwgrens:
de grens van een bouwvlak. 1.14
bouwlaag:
Een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van kelder en zolder. 1.15
bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten. 1.16
bouwperceelgrens:
een grens van een bouwperceel. 1.17
bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten. 1.18
bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond. 1.19
coffeeshop:
horecagelegenheid waar handel in en gebruik van softdrugs plaatsvindt.
Kern De Heurne 2010
NL.IMRO.0197.BP00017-VG01
4
1.20
dak:
iedere bovenbeëindiging van een gebouw. 1.21
detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit. 1.22
escortbedrijf:
een natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon die bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend. 1.23
gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt. 1.24
halfvrijstaande woning:
een twee-onder-één-kap-woning. 1.25
hoofdgebouw:
een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als het belangrijkste gebouw is aan te merken. 1.26
kampeermiddelen:
a. een tent, tentwagen, een kampeerauto of caravan; b. enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelten daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde; 1.27
kelder:
een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1,0 m boven peil is gelegen. 1.28
omgevingsvergunning:
vergunning voor activiteiten als genoemd in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. 1.29
open erf:
het deel van een bouwperceel, waarvoor geen bouwvlak is aangegeven, alsmede gronden binnen een bouwvlak die onbebouwd blijven. 1.30
overkapping:
een voor mensen toegankelijke, overdekte en zonder wanden omsloten ruimte.
Kern De Heurne 2010
NL.IMRO.0197.BP00017-VG01
5
GEMEENTE AALTEN Bestemmingsplan Kern De Heurne 2010
Verbeelding 043-009
oktober 2010
043-016
GEMEENTE AALTEN Bestemmingsplan Kern De Heurne 2010 Bijlagen:
Verkennende bodemonderzoeken Milieutechniek Rouwmaat Groenlo bv (nr. MT28206, d.d. 11 maart 2008, nr. MT28289, d.d. 11 augustus 2008, nr. MT.20113 d.d. 5 mei 2010, nr. MT.20143 d.d. 21 mei 2010);
Quick-scan natuurwetgeving CSO (nr. 08J064, d.d. 22 september 2008);
Bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek ADC ArcheoProjecten (nr. 1594, d.d. september 2008);
Geohydrologisch onderzoek CSO Adviesbureau (nr. 08.RJ051, d.d. 22 september 2008).
juni 2010
Milieutechniek Rouwmaat Groenlo bv Postbus 74 7140 AB Groenlo TEL. 0544-474040
Den Sliem 93 7141 JG Groenlo FAX. 0544-474049
Verkennend bodemonderzoek Percelen Keizerweg De Heurne
Opdrachtgever Contactpersoon Adres Postcode & plaats
: : : :
Rapportnummer
: MT.28106
Groenlo, 11 maart 2008
Gemeente Aalten Dhr. H. Roebers Postbus 119 7120 AC Aalten
Opgesteld:
Paraaf:
F.H. Broekhuijsen Geautoriseerd:
Paraaf:
N. Looman
Dit document is eigenaar van de opdrachtgever en mag door hem gebruikt worden voor het doel waarvoor het is vervaardigd. De auteursrechten van dit document blijven berusten bij Milieutechniek Rouwmaat Groenlo b.v.
INHOUDSOPGAVE 1
INLEIDING----------------------------------------------------------------------------------------------------- 3
2
VOORINFORMATIE ---------------------------------------------------------------------------------------- 4 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
3
LOCATIESPECIFIEKE INFORMATIE -------------------------------------------------------------------------------------------4 OMGEVINGSGEGEVENS ------------------------------------------------------------------------------------------------------4 GEOHYDROLOGISCHE GEGEVENS ------------------------------------------------------------------------------------------4 VOORGAANDE BODEMONDERZOEKEN--------------------------------------------------------------------------------------4 AFBAKENING LOCATIE VOOR BODEMONDERZOEK ------------------------------------------------------------------------4
VERWACHTINGSPATROON ---------------------------------------------------------------------------- 5 3.1 3.2
4
BODEMONDERZOEK ----------------------------------------------------------------------------------------------------------5 ASBEST ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------5
ONDERZOEKSOPZET------------------------------------------------------------------------------------- 6 4.1 4.2
5
ALGEMEEN---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------6 BOOR- EN ANALYSEFREQUENTIE -------------------------------------------------------------------------------------------6
RESULTATEN ------------------------------------------------------------------------------------------------ 7 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8
6
TOETSINGSKADER ------------------------------------------------------------------------------------------------------------7 VERRICHTE WERKZAAMHEDEN ----------------------------------------------------------------------------------------------7 LOCALE BODEMOPBOUW ----------------------------------------------------------------------------------------------------7 ZINTUIGLIJKE WAARGENOMEN BIJZONDERHEDEN ------------------------------------------------------------------------8 METINGEN WATERMONSTERNAME------------------------------------------------------------------------------------------8 SAMENSTELLING (MENG)MONSTERS EN CHEMISCHE ANALYSES--------------------------------------------------------8 ANALYSERESULTATEN -------------------------------------------------------------------------------------------------------8 INTERPRETATIE ANALYSERESULTATEN----------------------------------------------------------------------------------- 11
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN --------------------------------------------------------------- 12 6.1 6.2 6.3 6.4
BIJLAGEN a BIJLAGE 1 BIJLAGE 1b BIJLAGE 1c BIJLAGE 2 BIJLAGE 3 BIJLAGE 4 BIJLAGE 5 BIJLAGE 6
ALGEMEEN------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 12 VERWACHTINGSPATROON ------------------------------------------------------------------------------------------------- 12 RESULTATEN ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 12 SLOTCONCLUSIE EN AANBEVELINGEN------------------------------------------------------------------------------------ 12
Topografische kaart Kadastrale kaart met gegevens Situatietekening met monsternamepunten Boorbeschrijvingen Analysecertificaten grond Analysecertificaten grondwater Toetsingstabellen Toegepaste normen
Rapportnummer: MT.28106
pagina 2 van 12
1
INLEIDING
In opdracht van Gemeente Aalten heeft Milieutechniek Rouwmaat Groenlo bv op 19 februari 2008 een verkennend bodemonderzoek verricht ter plaatse van een aantal percelen aan de Keizerweg in het buurtschap De Heurne (gemeente Aalten). De onderzoekslocatie heeft een oppervlakte van circa 15978 m2. Zie de tekeningen in bijlage 1 voor de ligging en voor een overzicht van de onderzoekslocatie. Aanleidingen voor het bodemonderzoek zijn een eigendomsoverdracht, een bestemmingsplanwijziging en voorgenomen bouwactiviteiten. Doel van dit onderzoek is om de algemene bodemkwaliteit te bepalen ter plaatse van de onderzoekslocatie, waarmee bekeken kan worden in hoeverre deze bodemkwaliteit een belemmering kan vormen voor het beoogde gebruik en/of de voorgenomen ontwikkelingen. Het bodemonderzoek is uitgevoerd conform de Nederlandse Norm 5740 (NEN 5740). Het vooronderzoek, dat parallel loopt aan deze norm, is uitgevoerd conform de Nederlandse Norm 5725 (NVN 5725). De veldwerkzaamheden zijn uitgevoerd conform de beoordelingsrichtlijn BRL 2000, veldwerk bij milieuhygiënisch bodemonderzoek. Milieutechniek Rouwmaat B.V. is gecertificeerd en erkend onder het procescertificaat met het kenmerk VB-031/1 voor het uitvoeren van milieuhygiënisch bodemonderzoek conform deze beoordelingsrichtlijn. Het toepassingsgebied van dit certificaat betreft de VKB-protocollen 2001 en 2002. De grond- en/of grondwateranalyses zijn uitgevoerd door een RVA-erkend laboratorium. Tussen Milieutechniek Rouwmaat Groenlo b.v. en de opdrachtgever is geen sprake van een relatie, die de onafhankelijkheid en de integriteit van Milieutechniek Rouwmaat Groenlo b.v. zou beïnvloeden en/of haar werkzaamheden zou kunnen belemmeren. In het voorliggende rapport wordt verslag gedaan van het uitgevoerde verkennend bodemonderzoek. In hoofdstuk 2 is de locatie beschreven. Aan de hand van deze gegevens is in hoofdstuk 3 het verwachtingspatroon gedefinieerd omtrent de verontreinigingssituatie. Hoofdstuk 4 behandelt de onderzoeksopzet, terwijl in hoofdstuk 5 de veldwaarnemingen en de analyseresultaten kort samengevat zijn weergegeven. Ten slotte zijn in hoofdstuk 6 de conclusies en aanbevelingen gedefinieerd.
Rapportnummer: MT.28106
pagina 3 van 12
2
VOORINFORMATIE
Voor aanvang van het bodemonderzoek zijn de (historische) gegevens, die relevant zijn voor het onderzoek, verzameld op basisniveau. Het vooronderzoek heeft plaatsgevonden op het onderhavige perceel en de aangrenzende terreinen (maximaal tot 50 meter afstand). Hierbij zijn de volgende bronnen geraadpleegd: informatie van de gemeente locatie inspectie 2.1 Locatiespecifieke informatie De onderzoekslocatie is gelegen aan de Keizerweg te De Heurne (gemeente Aalten). De locatie is kadastraal bekend als gemeente Dinxperlo, sectie C, nummers 3754, 5352 en 5195. Omschrijving van de onderzoekslocatie Tijdens de inspectie van de onderzoekslocatie naar voren gekomen dat de locatie momenteel in gebruik is ten behoeve van een agrarische bestemming. Aan de zuidzijde op de locatie is een vijverpartij aanwezig. Historisch gebruik In het verre verleden is het perceel, voor zover bekend, altijd in gebruik geweest voor agrarische doeleinden dan wel natuurdoeleinden. Toekomstig gebruik Op het onderzochte perceel wordt mogelijk nieuwbouw gerealiseerd. Verhardingen, ophogingen, calamiteiten Het terrein is niet verhard. Het terrein is niet opgehoogd. Op de locatie hebben zich in het verleden, voor zover bekend, geen calamiteiten voorgedaan. 2.2 Omgevingsgegevens De directe omgeving van de locatie is in gebruik ten behoeve van agrarische en woon doeleinden. 2.3 Geohydrologische gegevens Voor de bodemgegevens en de geohydrologische informatie is gebruik gemaakt van de grondwaterkaart van Nederland (Dienst grondwaterverkenning, TNO, Delft 1985), Bodemkaart Nederland (Sitboka, Wageningen, 1975). diepte (m-mv) 0 - 10 10 - 70 >70
omschrijving fijn zand Pakket: deklaag, freatisch pakket (form. v Twente) matig fijn tot grof zand en grind Pakket: 1e WVP (form. v Kreftenheye) leemig fijn zand, schelpen Pakket: slecht doorlatende basis (Tertiar)
Regionale grondwaterstroming De stromingsrichting van het grondwater is regionaal westelijk gericht. Lokaal kan de stroming van het grondwater worden beïnvloed door drainages en oppervlaktewater. Het grondwater onder de onderzoekslocatie is, voor zover bekend, niet onderhevig aan invloeden van buitenaf. 2.4 Voorgaande bodemonderzoeken Op en in de nabije omgeving van de onderzoekslocatie hebben voorzover bekend geen voorgaande bodemonderzoeken plaatsgevonden. 2.5 Afbakening locatie voor bodemonderzoek Het vooronderzoek heeft plaatsgevonden op het onderhavige perceel en de aangrenzende terreinen (maximaal tot 50 meter afstand). De geografische afbakening van het besluitvormingsgebied betreft het terrein of terreindeel dat in eigendom overgaat. Het bodemonderzoek heeft plaatsgevonden op het gehele perceel. De onderzoekslocatie heeft een oppervlakte van circa 15978 m2.
Rapportnummer: MT.28106
pagina 4 van 12
3
VERWACHTINGSPATROON
3.1 Bodemonderzoek Op basis van de in hoofdstuk 2 verstrekte (historische) informatie is vooraf bekeken in hoeverre de bodem op de onderzoekslocatie verontreinigd kan zijn. Volgens de NEN 5740 dient dan een aanname te worden gemaakt omtrent de kans op bodemverontreiniging. Er wordt hierbij onderscheid gemaakt in verdachte en niet verdachte locaties. Op basis van het vooronderzoek zijn geen deellocaties te onderscheiden. De gehele locatie kan op basis van het vooronderzoek als niet-verdacht worden beschouwd. De hypothese luidt dan ook: De gehele locatie is onverdacht. Ten behoeve van de gehele locatie wordt de 'Onderzoeksstrategie voor een onverdachte locatie (ONV)' gehanteerd. Indien in geen van de monsters één der onderzochte stoffen aanwezig is in een concentratie boven de streefwaarde van de toetsingstabel uit de circulaire "Streefwaarden en interventiewaarden Bodemsanering" (Staatscourant 39, 24 februari 2000), wordt de hypothese aangenomen. 3.2 Asbest Bij het vooronderzoek zijn geen gegevens naar voren gekomen die kunnen duiden op de aanwezigheid van asbest op of in de bodem van de onderzoekslocatie. Teneinde een uitspraak te kunnen doen over de concentratie aan asbest kan een asbestonderzoek uitgevoerd worden conform de NEN 5707 (bodem) en/of NEN 5897 (granulaten). Asbest is in dit onderzoek verder niet beschouwd. Wel wordt tijdens de veldwerkzaamheden gelet op het voorkomen van asbestverdachte materialen, in het opgeboorde materiaal en op de bodem van de onderzoekslocatie.
Rapportnummer: MT.28106
pagina 5 van 12
4
ONDERZOEKSOPZET
4.1 Algemeen De onderzoekslocatie heeft een oppervlakte van circa 15978 m2. Het aantal boringen per laag, het aantal peilbuizen en het aantal te analyseren grond- en grondwatermonsters is omschreven in de NEN 5740 en is afhankelijk van de oppervlakte en eventuele verdachte (deel)locaties. 4.2 Boor- en analysefrequentie De veldwerkzaamheden zijn door Milieutechniek Rouwmaat Groenlo bv (Dhr. T. Huls) uitgevoerd op 19 februari 2008. In de onderstaande tabel is de onderzoeksopzet weergegeven. Aantal boringen (excl. peilbuizen) 18 tot ± 50 cm-mv 5 tot ± 200 cm-mv
Aantal peilbuizen 3
Analyses grond
Analyses water
8 NEN-pakketten grond
3 NEN-pakketten grondwater
NEN-pakket grond: • Metalen (arseen, cadmium, chroom, koper, nikkel, lood, zink en kwik)(volgens AS3010) Extraheerbare Organohalogeenverbindingen (EOX volgens AS3010) • Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen (10 PAK's uit Leidraad Bodembescherming, volgens AS3010) • Minerale olie (GC)(volgens AS3010) • NEN-pakket grondwater: • Zuurgraad (pH) en Geleidbaarheid (EC) Metalen (arseen, cadmium, chroom, koper, nikkel, lood, zink en kwik)(volgens AS3110) • Vluchtige Aromatische (BTEXN) en Gechloreerde Koolwaterstoffen (VOCl)(volgens AS3110 en AS3130) • Minerale olie (GC)(volgens AS3110) •
De boringen worden in trajecten van maximaal 50 cm bemonsterd, of anders afhankelijk van de veldwaarnemingen. Vanaf 1 juli 2007 moeten analyses voor milieuhygiënisch bodemonderzoek uitgevoerd worden volgens het accreditatieschema AS3000. De AS3000 is een nieuwe richtlijn waarin de kwaliteitseisen voor laboratoria zijn vastgelegd voor al het milieuhygiënisch bodemonderzoek. AS3000 vormt één van de centrale instrumenten voor bodemonderzoek in het kader van de nieuwe Regeling Bodemkwaliteit van het ministerie voor Volksgezondheid, Ruimtelijke Ordening en Milieu. Alleen analysecertificaten van AS3000 erkende laboratoria worden dan nog geaccepteerd. Milieutechniek Rouwmaat bv besteedt haar analyses uit aan een RVA-erkend laboratorium, welke de AS3000 erkenning in haar bezit heeft. De invoering van AS3000 grondwater per 1 Januari 2008 heeft geleid tot een wijziging in rapportagegrenzen van een flink aantal parameters,omdat AS3000 deze grenzen “hard” voorschrijft en deze in de betreffende gevallen afwijken van de voorheen gehanteerde rapportagegrenzen. Soms de grenzen hoger, soms lager, soms identiek. Deze notitie laat zien dat weliswaar in een flink aantal gevallen de rapportagegrens hoger is dan voorheen, maar dat in het grootste deel van die gevallen geen probleem optreedt ten opzichte van de streefwaarde. Voor 5 parameters (van de 103, waaraan eisen zijn gesteld in AS3000) geldt dat de rapportagegrens in AS3000 zowel hoger is dan de streefwaarde (ondiep grondwater) als de voorheen door gehanteerde rapportagegrens. Dit betreft cadmium, benzo(a)pyreen, benzo(ghi)peryleen, minerale olie en 1,1-dichlooretheen. Voor al deze parameters geldt dat de verhoging is veroorzaakt, doordat is aangesloten bij de in de referentiemethode (NEN-, EN- of ISO) genoemde ondergrens van de analysemethode. Overall kan worden geconcludeerd, dat veel streefwaarden (belangrijk) lager zijn dan de bepalingsgrens die kan worden behaald met de huidig gehanteerde analysetechnieken c.q. normmethodes. Een week na plaatsing wordt uit de geplaatste peilbuis met behulp van een slangenpomp een grondwatermonster genomen. Ten behoeve van de bepaling van de zware metalen wordt het grondwater in het veld gefiltreerd door een filter met een poriëngrootte van 0,45 micron.
Rapportnummer: MT.28106
pagina 6 van 12
5
RESULTATEN
5.1 Toetsingskader De analyseresultaten van de onderzochte monsters worden vergeleken met de waarden van de toetsingstabel uit de circulaire "Streefwaarden en interventiewaarden Bodemsanering" (Staatscourant 39, 24 februari 2000). De in deze tabel genoemde toetsingswaarden hebben de volgende betekenis: streefwaarde = referentiewaarde toetsingswaarde = toetsingswaarde voor nader onderzoek (½(S- + I- waarde)) interventiewaarde = toetsingswaarde voor sanering of saneringsonderzoek De streef-, toetsings- en interventiewaarden voor een aantal stoffen in de grond zijn afhankelijk van het gehalte aan organische stof en lutum. De referentiewaarden voor grond zijn daar waar mogelijk berekend met een door het laboratorium bepaald percentage lutum en organische stof. De bepaling van het gehalte aan lutum en organische stof kan achterwege blijven als voor toepassing van de bodemtypecorrectie wordt gerekend met de laagste percentages aan lutum en organische stof (voor beide 2%). Voor de beoordeling van de verontreinigingssituatie wordt behalve met de toetsingstabel, ook rekening gehouden met de zintuiglijke waarnemingen en eventueel met het gebruik van de bodem. Bij de beoordeling worden de volgende termen toegepast: kleiner dan de streefwaarde tussen streefwaarde en toetsingswaarde tussen toetsingswaarde en interventiewaarde groter dan de interventiewaarde
= = = =
niet verontreinigd licht verontreinigd matig verontreinigd sterk verontreinigd
De locatie wordt als verontreinigd beschouwd, indien in een (meng)monster stoffen aanwezig zijn in een concentratie hoger dan de streefwaarde. Overschrijding van de toetsingswaarde houdt in dat er een vermoeden van ernstige bodemverontreiniging bestaat en dat een nader onderzoek moet worden uitgevoerd. Als voor tenminste één stof de gemiddelde concentratie van minimaal 25 m3 grond of 100 m3 grondwater hoger is dan de interventiewaarde is het vermoeden van ernstige bodemverontreiniging bevestigd. 5.2 Verrichte werkzaamheden De veldwerkzaamheden zijn uitgevoerd conform de beoordelingsrichtlijn BRL 2000 veldwerk voor milieuhygiënisch bodemonderzoek, Milieutechniek Rouwmaat Groenlo B.V. is hiervoor gecertificeerd. Het veldwerk is uitgevoerd volgens de normen die in bijlage 6 staan vermeld. In de volgende tabel zijn de verrichte werkzaamheden weergegeven:
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Aantal boringen (excl. peilbuizen)
Aantal peilbuizen
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ 18 boringen (B02, B03, B05, B07, B08, B09, B11, B12, B14, B15, B16, B17, B19, B20, B22, B23, B24, B26) tot ± 50 cm-mv 5 boringen (B01, B04, B10, B18, B21) tot ± 200 cm-mv
3 peilbuizen (B06, B13, B25) filterstelling 170-270, 170-270 en 160-260 cm-mv
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Op de tekening in bijlage 1c staan de diverse boringen weergegeven. De boorbeschrijvingen staan beschreven in bijlage 2. Het opgeboorde materiaal is beoordeeld op korrelgrootte (=textuur), kleur, geur en andere bijzonderheden. De eventuele aanwezigheid van olie is aan de hand van een afwijkende bodemkleur (veelal blauwgrijs) en oliegeur beoordeeld. Bovendien is de grond ondergedompeld in water. Indien er een oliefilm op het water ontstaat, kan aan de hand van de dikte en de kleurschakering van de oliefilm het olieproduct indicatief beoordeeld worden. Deze test wordt een oliewaterreaktie genoemd. De geur, kleur en de oliewaterreaktie geven samen een indruk van de mate en soort olieverontreiniging. 5.3 Locale bodemopbouw De bovengrond bestaat overwegend uit donkerbruin, matig fijn zand. Daaronder bestaat de ondergrond overwegend uit lichtbruin, matig fijn zand. Tijdens de monstername bedroeg de grondwaterstand 113 cm-mv voor peilbuis B06,
Rapportnummer: MT.28106
pagina 7 van 12
118 cm-mv voor peilbuis B13 en 85 cm-mv voor peilbuis B25. De complete omschrijvingen van de boorprofielen staan vermeld in bijlage 2. 5.4 Zintuiglijke waargenomen bijzonderheden In onderstaande tabel zijn de zintuiglijk waargenomen bijzonderheden weergegeven: Boring B12 B25
Traject (cm-mv) 0-50 0-50
Zintuiglijke afwijking kooldeeltjes (licht) puin (licht)
Tevens is gelet op het voorkomen van asbest. Visueel is op de bodem en in het opgeboorde materiaal geen asbestverdacht materiaal waargenomen. Teneinde een uitspraak te kunnen doen over de concentratie aan asbest kan een asbestonderzoek uitgevoerd worden conform de NEN 5707 (bodem) en/of NEN 5897 (granulaten). Asbest is in dit onderzoek verder niet beschouwd. 5.5 Metingen watermonstername Tijdens bemonstering van het grondwater, zijn de volgende metingen uitgevoerd: Code
Plaatsingsdatum
Bemonsteringsdatum
Filterstelling (cm-mv)
B06 B13 B25
19-2-2008 19-2-2008 19-2-2008
26-2-2008 26-2-2008 26-2-2008
170-270 170-270 160-260
Grondwaterstand (cm-mv) 113 118 85
Zuurgraad pH
Geleidbaarheid EGV (µS/cm)
7,5 7,8 8
659 751 694
Geen van de gemeten waarden wijkt duidelijk af van de waarde, welke gezien de natuurlijke omstandigheden verwacht kan worden. 5.6 Samenstelling (meng)monsters en chemische analyses Op basis van de zintuiglijke waarnemingen zijn (meng)monsters samengesteld van de grond. Bij het samenstellen van mengmonsters bedraagt de laagdikte waarover wordt gemengd in principe 0,5 meter; alleen bij een gelijke bodemkarakteristiek kunnen monsters worden gemengd over een grotere laagdikte. Verschillende grondsoorten (bijvoorbeeld klei, zand en veen) mogen niet worden vermengd. In onderstaande tabel zijn de verschillende (meng)monsters en de uitgevoerde analyses weergegeven. Monster
Samenstelling
M1
1-1, 2-1, 3-1, 4-1, 5-1, 6-1, 7-1 7-1, 8-1, 9-1, 101, 11-1, 13-1, 141 15-1, 16-1, 17-1, 18-1, 19-1, 20-1 21-1, 22-1, 23-1, 24-1, 25-1, 26-1 1-2, 1-3, 4-2, 4-3, 6-2, 6-3 10-2, 10-3, 13-2, 13-3 18-2, 18-3, 21-2, 21-3, 25-2, 25-3 12-1 Grondwater Grondwater Grondwater
M2
M3 M4 M5 M6 M7 12-1 B06 B13 B25
Traject (cm-mv) 0-50
Analyse
0-50
NEN-pakket grond
0-50
NEN-pakket grond
0-50
NEN-pakket grond
30-150
NEN-pakket grond
50-150
NEN-pakket grond
40-150
NEN-pakket grond
0-50 170-270 170-270 160-260
NEN-pakket grond NEN-pakket grondwater NEN-pakket grondwater NEN-pakket grondwater
NEN-pakket grond
Motivatie: M1 t/m M4 zijn samengesteld uit de individuele grondmonsters van de bovengrond. M5 t/m M7 zijn samengesteld uit de individuele grondmonsters van de ondergrond. 12-1 is een separaat geanalyseerd op basis van een bijmenging met kooldeeltjes 5.7 Analyseresultaten In bijlage 3 zijn de analyserapporten van de grond opgenomen en in bijlage 4 van het grondwater. De toetsingstabellen van de analyseresultaten zijn weergegeven in bijlage 5. Indien een "kleiner dan (<)" teken vermeld staat bij de uitslag van een analyse, is de aangetroffen waarde kleiner dan de detectiegrens van het analysetoestel.
Rapportnummer: MT.28106
pagina 8 van 12
In de onderstaande tabel(len) worden de geanalyseerde concentraties aangegeven. De streef-, toetsings- en interventiewaarden van de grond hebben betrekking op een bodem met bepaalde organische stof- en lutumpercentages zoals deze in de tabellen zijn gepresenteerd.
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Verbinding
Grondmonsters M2 M3 (mg/kg.ds) (mg/kg.ds)
M1 (mg/kg.ds)
M4 (mg/kg.ds)
M5 (mg/kg.ds)
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Organische stof (% d.s.) Lutum (% d.s.) Droge stof (% d.s.) arseen cadmium chroom koper kwik lood nikkel zink pak-totaal (10 van VROM) naftaleen antraceen fenantreen fluoranteen benzo(a)antraceen chryseen benzo(a)pyreen benzo(ghi)peryleen benzo(k)fluoranteen indeno(1,2,3-cd)pyreen EOX fractie C10 - C12 fractie C12 - C22 fractie C22 - C30 fractie C30 - C40 totaal olie C10 - C40
3,4 4,3 79,9 8,6 <0,5 <15 <10 <0,15 <20 6,5 65 0,47 <0,01 <0,01 0,04 0,14 0,06 0,05 0,05 0,04 0,04 0,04 <0,3 <5 <5 <5 <5 <20
-
-
3,5 3,7 83,6 16 <0,5 <15 <10 <0,15 <20 5,3 37 1,1 <0,01 0,03 0,12 0,35 0,13 0,13 0,11 0,07 0,08 0,08 <0,3 <5 <5 <5 <5 <20
+ -
-
3,3 4 83 5,3 <0,5 <15 <10 <0,15 <20 <5 30 0,31 <0,01 <0,01 0,02 0,06 0,04 0,05 0,04 0,03 0,03 0,04 <0,3 <5 <5 <5 <5 <20
-
-
3,2 2,6 81,9 17 <0,5 <15 <10 <0,15 <20 6,6 34 0,2 <0,01 <0,01 0,01 0,03 0,03 0,03 0,03 0,02 0,02 0,03 <0,3 <5 <5 <5 <5 <20
-
-
0,8 4 83,4 17 <0,5 <15 <10 <0,15 <20 11 <20 <0,1 <0,01 <0,01 <0,01 <0,01 <0,01 <0,01 <0,01 <0,01 <0,01 <0,01 <0,3 <5 <5 <5 <5 <20
-
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ M1: 1-1, 2-1, 3-1, 4-1, 5-1, 6-1, 7-1 (0-50 cm-mv) M2: 7-1, 8-1, 9-1, 10-1, 11-1, 13-1, 14-1 (0-50 cm-mv) M3: 15-1, 16-1, 17-1, 18-1, 19-1, 20-1 (0-50 cm-mv) M4: 21-1, 22-1, 23-1, 24-1, 25-1, 26-1 (0-50 cm-mv) M5: 1-2, 1-3, 4-2, 4-3, 6-2, 6-3 (30-150 cm-mv)
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Betekenis van de tekens en afkortingen: Blanco: geen toetsingswaarde vastgesteld, -: onder streefwaarde of detectiegrens, +: tussen streefwaarde en ½(S+I), ++: tussen ½(S+I) en interventiewaarde, +++: boven interventiewaarde, n.b.: niet bepaald.
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯
Rapportnummer: MT.28106
pagina 9 van 12
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Verbinding
Grondmonsters M7 12-1 (mg/kg.ds) (mg/kg.ds)
M6 (mg/kg.ds)
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Organische stof (% d.s.) Lutum (% d.s.) Droge stof (% d.s.) arseen cadmium chroom koper kwik lood nikkel zink pak-totaal (10 van VROM) naftaleen antraceen fenantreen fluoranteen benzo(a)antraceen chryseen benzo(a)pyreen benzo(ghi)peryleen benzo(k)fluoranteen indeno(1,2,3-cd)pyreen EOX fractie C10 - C12 fractie C12 - C22 fractie C22 - C30 fractie C30 - C40 totaal olie C10 - C40
0,5 2,6 84,1 23 <0,5 <15 <10 <0,15 <20 9,3 23 <0,1 <0,01 <0,01 0,01 <0,01 <0,01 <0,01 <0,01 <0,01 <0,01 <0,01 <0,3 <5 <5 <5 <5 <20
+ -
1 2,7 82 11 <0,5 <15 <10 <0,15 <20 12 <20 <0,1 <0,01 <0,01 <0,01 <0,01 <0,01 <0,01 <0,01 <0,01 <0,01 <0,01 <0,3 <5 <5 <5 <5 <20
-
3,5 3,9 83,7 17 <0,5 <15 11 <0,15 20 6,8 48 2,2 0,04 0,04 0,23 0,52 0,31 0,31 0,26 0,16 0,18 0,18 <0,3 <5 <5 <5 <5 <20
+
-
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ M6: 10-2, 10-3, 13-2, 13-3 (50-150 cm-mv) M7: 18-2, 18-3, 21-2, 21-3, 25-2, 25-3 (40-150 cm-mv) 12-1: 12-1 (0-50 cm-mv)
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯
Rapportnummer: MT.28106
pagina 10 van 12
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Verbinding
Grondwatermonsters B13 B25 (µg/liter) (µg/liter)
B06 (µg/liter)
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ arseen cadmium chroom koper kwik lood nikkel zink benzeen tolueen ethylbenzeen xylenen totaal BTEX naftaleen 1,2-dichloorethaan cis-1,2-dichlooretheen tetrachlooretheen tetrachloormethaan 1,1,1-trichloorethaan 1,1,2-trichloorethaan trichlooretheen chloroform monochloorbenzeen som dichloorbenzenen fractie C10 - C12 fractie C12 - C22 fractie C22 - C30 fractie C30 - C40 totaal olie C10 - C40
<10 <0,8 <1 <15 <0,05 <15 <15 <60 <0,2 <0,3 <0,3 <0,3 <1 <0,2 <0,6 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1 <0,6 <0,6 <0,6 <1,8 <25 <25 <25 <25 <100
-
<10 <0,8 <1 <15 <0,05 <15 <15 <60 <0,2 <0,3 <0,3 <0,3 <1 <0,2 <0,6 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1 <0,6 <0,6 <0,6 <1,8 <25 <25 <25 <25 <100
-
<10 <0,8 <1 <15 <0,05 <15 <15 <60 <0,2 <0,3 <0,3 <0,3 <1 <0,2 <0,6 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1 <0,6 <0,6 <0,6 <1,8 <25 <25 <25 <25 <100
-
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ B06: (170-270 cm-mv) B13: (170-270 cm-mv) B25: (160-260 cm-mv)
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ 5.8 Interpretatie analyseresultaten Uit de analyseresultaten met betrekking tot de grond blijkt dat: • Grondmengmonster M2 licht verontreinigd is met PAK; • Grondmengmonster M6 licht verontreinigd is met arseen; • Grondmonster 12-1 licht verontreinigd is met PAK. In het grondmengmonster M1, M3, M4, M5 en M7 is geen van de onderzochte stoffen aangetroffen in een concentratie boven de streefwaarde of de detectiegrens van de desbetreffende stof. In geen van de grondwatermonsters is één van de onderzochte stoffen aangetroffen in een concentratie boven de streefwaarde of de detectiegrens van de desbetreffende stof.
Rapportnummer: MT.28106
pagina 11 van 12
6
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN
6.1 Algemeen In opdracht van Gemeente Aalten heeft Milieutechniek Rouwmaat Groenlo bv op 19 februari 2008 een verkennend bodemonderzoek verricht ter plaatse van een aantal percelen aan de Keizerweg in het buurtschap De Heurne (gemeente Aalten). Aanleidingen voor het bodemonderzoek zijn een eigendomsoverdracht, een bestemmingsplanwijziging en voorgenomen bouwactiviteiten. Doel van dit onderzoek is om de algemene bodemkwaliteit te bepalen ter plaatse van de onderzoekslocatie, waarmee bekeken kan worden in hoeverre deze bodemkwaliteit een belemmering kan vormen voor het beoogde gebruik en/of de voorgenomen ontwikkelingen. 6.2 Verwachtingspatroon De gehele locatie kan op basis van het vooronderzoek als niet-verdacht worden beschouwd. Bij het vooronderzoek zijn geen gegevens naar voren gekomen die kunnen duiden op de aanwezigheid van asbest op of in de bodem van de onderzoekslocatie. Teneinde een uitspraak te kunnen doen over de concentratie aan asbest kan een asbestonderzoek uitgevoerd worden conform de NEN 5707 (bodem) en/of NEN 5897 (granulaten). Asbest is in dit onderzoek verder niet beschouwd. 6.3 Resultaten De bovengrond bestaat overwegend uit donkerbruin, matig fijn zand. Daaronder bestaat de ondergrond overwegend uit lichtbruin, matig fijn zand. Tijdens de monstername bedroeg de grondwaterstand 113 cm-mv voor peilbuis B06, 118 cm-mv voor peilbuis B13 en 85 cm-mv voor peilbuis B25. Tijdens de veldwerkzaamheden is gelet op het voorkomen van asbest. Visueel is op de bodem en in het opgeboorde materiaal geen asbestverdacht materiaal waargenomen. Op zintuiglijke wijze is ter plaatse van zijn de navolgende afwijkingen aangetroffen: (a) boring B12 (van 0-50 cm-mv) licht kooldeeltjes houdend, (b) boring B25 (van 0-50 cm-mv) licht puinhoudend. Op basis van de analyseresultaten kan geconcludeerd worden dat: (a) de bovengrond plaatselijk licht verontreinigd is met PAK en arseen, (b) in het grondwater geen van de onderzochte componenten is aangetoond in een concentratie boven de streefwaarde en/of detectiegrens. De verhoogde gehalten PAK in de grond worden (deels) waarschijnlijk veroorzaakt door de waargenomen antropogene bestandsdelen (puin-/kooldeeltjes) en/of door microscopisch kleine deeltjes (bijv. roet). Het betreffen dan diffuus verspreide verontreinigingen. Het is bekend dat als gevolg van de aanwezigheid van ijzeroer arseen van nature in verhoogde mate in de bodem kan voorkomen. Het arseen wordt namelijk gebonden aan het ijzeroercomplex. 6.4 Slotconclusie en aanbevelingen De hypothese "De gehele locatie is onverdacht" dient grotendeels aangenomen te worden. Op basis van de onderzoeksresultaten bestaat er ons inziens op grond van de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem geen bezwaar voor het toekomstige gebruik van het terrein. Eventueel vrijkomende grond kan niet zondermeer in het grondverkeer worden opgenomen. Mocht de grond naar elders worden getransporteerd, dient te worden nagegaan in hoeverre de kwaliteit van de af te voeren grond overeenstemt met de verwerkingsmogelijkheden die voor de betreffende stort- c.q. hergebruikslocatie gelden. Deze zijn geformuleerd in het Bouwstoffenbesluit dan wel het Actief Bodembeheer. Aanbevolen wordt dan ook de eindverwerkingslocatie in overleg met het bevoegd gezag vast te stellen. Mocht grondwater onttrokken worden t.b.v. bemaling, dient bekeken te worden in hoeverre de grondwaterkwaliteit de lozingsnormen overschrijdt. Ondanks de zorgvuldigheid waarmee het onderzoek is uitgevoerd, is het altijd mogelijk dat eventueel lokaal voorkomende verontreinigingen niet zijn ontdekt.
Rapportnummer: MT.28106
pagina 12 van 12
BIJLAGE 1A
TOPOGRAFISCHE KAART
Omgevingskaart
0m
125 m
625 m
Deze kaart is noordgericht. Schaal 1: 12500 Hier bevindt zich Kadastraal object DINXPERLO F 310 Keizerweg , DE HEURNE © De auteursrechten en databankenrechten zijn voorbehouden aan de Topografische Dienst Kadaster.
BIJLAGE 1B
KADASTRALE KAART MET GEGEVENS
Uittreksel Kadastrale Kaart 823 376
2073
2072
1089
408
1007
402
1869
2 1
1090
407
409
1a
1
1988
8
dijk ans309 Nijm
1084
1005
6
953 386 24
1943
weg
387
1944
3803 30 3804 31 28 8 3823 263824 24 3805 22 3852 3807 11 20 3806 9 3808
eurnse
1085 5
1087
1088
eg
Lage H
410
7
Keizerw
1010
1086 9
319
7
3809 78
3778
1863
3825
3811
5 3826 3 3827 74 3816 3815 1
413
14 3820 12
3821 10
51 53
3812
De Rie
te
1012
3853
16
76 3817
1862
381
18 3810
381972
8
3813
2
3781 3814
2706 4a
4 6
380
4
70a
3841
70 68
3850 3851 3843
3753 310
3845
1402
3
1401
66
369
g 1
Kerk 58
367
3754 3857 3858
3785 3786
rwe
62 60 37842670 3
5
416
Ke
45a368 45
415
1
3856
3783
ize
64
7
3859 375624332458 2460 3860 D H Ke2459 3787 upe rwe g 38 47 2 3849 27504 3854 8 8a 3848 1818a 18b 54 2037 6 10 12 14 16 20 2748 376325 2711 3790 52a 3789 3765 3855 3762 2676 2313 23 2591 222740 2314 25162517 202741 376121 2677 2742 4a 3799 18 2743 16 2a 37913760 19 2528 14 2744 3798 2728 17 3766 12 1513 9 10 2727 2 2729 3759 8 7 2714 2726 6 2515 2745 2746 2725 2730 5 13 15 4 2724 3 2 2723 2713 ijk Spekkend Koopsbroeck
Keizerweg
56
3836
0m
12345 25
Deze kaart is noordgericht Perceelnummer Huisnummer Kadastrale grens Bebouwing Overige topografie
Voor een eensluidend uittreksel, ARNHEM, 15 februari 2008 De bewaarder van het kadaster en de openbare registers
27
30 m
417
Sp
ek ke
nd ijk
442 441
Welskerbos
3839
14
1403
418
443 150 m
Schaal 1:3000 Kadastrale gemeente Sectie Perceel
DINXPERLO F 310
Aan dit uittreksel kunnen geen betrouwbare maten worden ontleend. De Dienst voor het kadaster en de openbare registers behoudt zich de intellectuele eigendomsrechten voor, waaronder het auteursrecht en het databankenrecht.
BIJLAGE 1C
SITUATIETEKENING MET BOORLOCATIES
BIJLAGE 2
BOORBESCHRIJVINGEN Betekenis van afkortingen G/g
: grind/grindig
O/o
: Olie
Blinde buis
:
Z/z
: zand/zandig
P/p
: Puin
Klei-afdichting
:
L/s
: leem/siltig
T/t
: Stoeptegels
Filter
:
K/k
: klei/kleiig
V/h
: veen/humeus
Grondwaterst.
:
m
: mineraal arm
Geroerd monster
:
Overig Ongeroerd monster
:
Projectcode 28106
Projectnaam Keizerweg De Heurne
Boornummer B01
Locatie Gehele terrein
Beschrijver Theo Huls
Boorfirma Rouwmaat
Boormethode Edelmanboor
Maaiveldhoogte
Datum x; y 19-2-200 231.261; 434.221 m 8 Globale grondwaterstand 100 cm-mv
Boorprofiel getekend volgens NEN 5104 Bodemmonster
Projectcode 28106
Projectnaam Keizerweg De Heurne
Boornummer B02
Locatie Gehele terrein
Beschrijver Theo Huls
Boorfirma Rouwmaat
Boormethode Edelmanboor
Maaiveldhoogte
Boorprofiel getekend volgens NEN 5104
Bodemonderzoek
0 m
Bodemmonster
0-50; Matig fijn zand, matig humeus, licht siltig; Ijzeroersporen; kleur: donkerbruin/zwart
1-1
Datum x; y 19-2-200 231.244; 434.245 m 8 Globale grondwaterstand
Bodemonderzoek
0 m
0-50; Matig fijn zand, licht humeus, matig siltig; kleur: donkerbruin
2-1
50-100; Matig fijn zand, matig siltig; Ijzeroersporen; kleur: lichtbruin 1-2 1 m
100-150; Matig fijn zand, matig siltig; kleur: grijsbruin
1 m
1-3
2 m
2 m
3 m
3 m
4 m
4 m
5 m
5 m
Projectcode 28106
Projectnaam Keizerweg De Heurne
Boornummer B03
Locatie Gehele terrein
Beschrijver Theo Huls
Boorfirma Rouwmaat
Boormethode Edelmanboor
Maaiveldhoogte
Datum x; y 19-2-200 231.228; 434.279 m 8 Globale grondwaterstand
Boorprofiel getekend volgens NEN 5104 Bodemmonster
0 m 3-1
Projectcode 28106
Projectnaam Keizerweg De Heurne
Boornummer B04
Locatie Gehele terrein
Beschrijver Theo Huls
Boorfirma Rouwmaat
Boormethode Edelmanboor
Maaiveldhoogte
Datum x; y 19-2-200 231.215; 434.302 m 8 Globale grondwaterstand 100 cm-mv
Boorprofiel getekend volgens NEN 5104
Bodemonderzoek
Bodemmonster
0-40; Matig fijn zand, licht humeus, matig siltig; kleur: donkerbruin
0 m 4-1
40-50; Matig fijn zand, matig siltig; kleur: roestbruin 4-2
Bodemonderzoek
0-30; Matig fijn zand, matig humeus, matig siltig; kleur: donkerbruin 30-80; Matig fijn zand, matig siltig; Ijzeroersporen; kleur: lichtbruin
80-130; Fijn zand, sterk siltig; kleur: grijsbruin 1 m
1 m
2 m
2 m
3 m
3 m
4 m
4 m
5 m
5 m
4-3
Projectcode 28106
Projectnaam Keizerweg De Heurne
Boornummer B05
Locatie Gehele terrein
Beschrijver Theo Huls
Boorfirma Rouwmaat
Boormethode Edelmanboor
Maaiveldhoogte
Datum x; y 19-2-200 231.202; 434.267 m 8 Globale grondwaterstand
Boorprofiel getekend volgens NEN 5104 Bodemmonster
Projectcode 28106
Projectnaam Keizerweg De Heurne
Boornummer B06
Locatie Gehele terrein
Beschrijver Theo Huls
Boorfirma Rouwmaat
Boormethode Edelmanboor
Maaiveldhoogte
Boorprofiel getekend volgens NEN 5104 Fltr. Bodembuis monster
Bodemonderzoek
0 m
0-50; Matig fijn zand, licht humeus, matig siltig; kleur: donkerbruin
5-1
Datum x; y 19-2-200 231.211; 434.256 m 8 Globale grondwaterstand 90 cm-mv
Bodemonderzoek
0 m
0-40; Matig fijn zand, matig humeus, matig siltig; kleur: donkerbruin
6-1
40-90; Matig fijn zand, matig siltig; kleur: bruin 6-2 1 m
90-140; Matig fijn zand, matig siltig; Ijzeroerbrokjes; kleur: roestbruin
1 m 6-3
G.W.
140-240; Matig fijn zand, matig siltig; kleur: grijsbruin
2 m
2 m
240-270; Matig fijn zand, matig siltig; kleur: lichtbruin
3 m
3 m
4 m
4 m
5 m
5 m pH 7,5
Projectcode 28106
Projectnaam Keizerweg De Heurne
Boornummer B07
Locatie Gehele terrein
Beschrijver Theo Huls
Boorfirma Rouwmaat
Boormethode Edelmanboor
Maaiveldhoogte
Datum x; y 19-2-200 231.219; 434.229 m 8 Globale grondwaterstand
Boorprofiel getekend volgens NEN 5104 Bodemmonster
0 m 7-1
Grondwaterbemonstering: 26-2-2008 Temperatuur Grondwaterstand 14,2 °C 113 cm-mv
EGV 659 µS/cm
Diepte 270 cm-mv
Projectcode 28106
Projectnaam Keizerweg De Heurne
Boornummer B08
Locatie Gehele terrein
Beschrijver Theo Huls
Boorfirma Rouwmaat
Boormethode Edelmanboor
Maaiveldhoogte
Monsternemingsfilter Perforatie 170-270 cm-mv
Datum x; y 19-2-200 231.195; 434.219 m 8 Globale grondwaterstand
Boorprofiel getekend volgens NEN 5104
Bodemonderzoek
Bodemmonster
0-50; Matig fijn zand, licht humeus, matig siltig; kleur: donkerbruin
0 m 8-1
1 m
1 m
2 m
2 m
3 m
3 m
4 m
4 m
5 m
5 m
Bodemonderzoek
0-50; Matig fijn zand, licht humeus, matig siltig; kleur: donkerbruin
Projectcode 28106
Projectnaam Keizerweg De Heurne
Boornummer B09
Locatie Gehele terrein
Beschrijver Theo Huls
Boorfirma Rouwmaat
Boormethode Edelmanboor
Maaiveldhoogte
Datum x; y 19-2-200 231.213; 434.203 m 8 Globale grondwaterstand
Boorprofiel getekend volgens NEN 5104 Bodemmonster
Projectcode 28106
Projectnaam Keizerweg De Heurne
Boornummer B10
Locatie Gehele terrein
Beschrijver Theo Huls
Boorfirma Rouwmaat
Boormethode Edelmanboor
Maaiveldhoogte
Boorprofiel getekend volgens NEN 5104
Bodemonderzoek
0 m
Bodemmonster
0-50; Matig fijn zand, licht humeus, matig siltig; kleur: donkerbruin
9-1
Datum x; y 19-2-200 231.194; 434.184 m 8 Globale grondwaterstand 110 cm-mv
Bodemonderzoek
0 m
0-50; Matig fijn zand, matig humeus, matig siltig; kleur: donkerbruin
10-1
50-90; Fijn zand, matig siltig; Ijzeroersporen; kleur: lichtbruin 10-2 1 m
90-100; Matig fijn zand, matig siltig; kleur: roestbruin 100-140; Matig fijn zand, matig siltig; kleur: roestbruin
1 m 10-3
140-150; Matig fijn zand, matig siltig; kleur: lichtbruin
2 m
2 m
3 m
3 m
4 m
4 m
5 m
5 m
Projectcode 28106
Projectnaam Keizerweg De Heurne
Boornummer B11
Locatie Gehele terrein
Beschrijver Theo Huls
Boorfirma Rouwmaat
Boormethode Edelmanboor
Maaiveldhoogte
Datum x; y 19-2-200 231.219; 434.177 m 8 Globale grondwaterstand
Boorprofiel getekend volgens NEN 5104 Bodemmonster
0 m 11-1
Projectcode 28106
Projectnaam Keizerweg De Heurne
Boornummer B12
Locatie Gehele terrein
Beschrijver Theo Huls
Boorfirma Rouwmaat
Boormethode Edelmanboor
Maaiveldhoogte
Datum x; y 19-2-200 231.232; 434.159 m 8 Globale grondwaterstand
Boorprofiel getekend volgens NEN 5104
Bodemonderzoek
Bodemmonster
0-40; Matig fijn zand, licht humeus, matig siltig; kleur: donkerbruin
0 m 12-1
40-50; Matig fijn zand, matig siltig; kleur: roestbruin
1 m
1 m
2 m
2 m
3 m
3 m
4 m
4 m
5 m
5 m
Bodemonderzoek
0-50; Matig fijn zand, licht humeus, matig siltig; Kooldeeltjes (licht); kleur: donkerbruin
Projectcode 28106
Projectnaam Keizerweg De Heurne
Boornummer B13
Locatie Gehele terrein
Beschrijver Theo Huls
Boorfirma Rouwmaat
Boormethode Edelmanboor
Maaiveldhoogte
Datum x; y 19-2-200 231.215; 434.168 m 8 Globale grondwaterstand 110 cm-mv
Boorprofiel getekend volgens NEN 5104 Fltr. Bodembuis monster
Projectcode 28106
Projectnaam Keizerweg De Heurne
Boornummer B14
Locatie Gehele terrein
Beschrijver Theo Huls
Boorfirma Rouwmaat
Boormethode Edelmanboor
Maaiveldhoogte
Boorprofiel getekend volgens NEN 5104
Bodemonderzoek
0 m
Bodemmonster
0-50; Matig fijn zand, matig humeus, matig siltig; kleur: donkerbruin
13-1
Datum x; y 19-2-200 231.191; 434.140 m 8 Globale grondwaterstand
Bodemonderzoek
0 m
0-50; Matig fijn zand, licht humeus, licht siltig; kleur: donkerbruin
14-1
50-100; Matig fijn zand, matig siltig; kleur: licht-/roestbruin 13-2 1 m
100-150; Matig fijn zand, matig siltig; kleur: licht-/roestbruin G.W.
1 m
13-3 150-170; Matig fijn zand, matig siltig; kleur: licht-/roestbruin 170-270; Matig grof zand, licht siltig; kleur: lichtbruin
2 m
2 m
3 m
3 m
4 m
4 m
5 m pH 7,8
5 m Grondwaterbemonstering: 26-2-2008 Temperatuur Grondwaterstand 13,5 °C 118 cm-mv
EGV 751 µS/cm
Diepte 270 cm-mv
Projectcode 28106
Projectnaam Keizerweg De Heurne
Boornummer B15
Locatie Gehele terrein
Beschrijver Theo Huls
Boorfirma Rouwmaat
Boormethode Edelmanboor
Maaiveldhoogte
Monsternemingsfilter Perforatie 170-270 cm-mv
Datum x; y 19-2-200 231.185; 434.099 m 8 Globale grondwaterstand
Boorprofiel getekend volgens NEN 5104 Bodemmonster
0 m 15-1
Projectcode 28106
Projectnaam Keizerweg De Heurne
Boornummer B16
Locatie Gehele terrein
Beschrijver Theo Huls
Boorfirma Rouwmaat
Boormethode Edelmanboor
Maaiveldhoogte
Datum x; y 19-2-200 231.211; 434.118 m 8 Globale grondwaterstand
Boorprofiel getekend volgens NEN 5104
Bodemonderzoek
Bodemmonster
0-50; Matig fijn zand, matig humeus, matig siltig; kleur: donkerbruin
0 m 16-1
1 m
1 m
2 m
2 m
3 m
3 m
4 m
4 m
5 m
5 m
Bodemonderzoek
0-50; Matig fijn zand, licht humeus, matig siltig; kleur: donkerbruin
Projectcode 28106
Projectnaam Keizerweg De Heurne
Boornummer B17
Locatie Gehele terrein
Beschrijver Theo Huls
Boorfirma Rouwmaat
Boormethode Edelmanboor
Maaiveldhoogte
Datum x; y 19-2-200 231.239; 434.135 m 8 Globale grondwaterstand
Boorprofiel getekend volgens NEN 5104 Bodemmonster
Projectcode 28106
Projectnaam Keizerweg De Heurne
Boornummer B18
Locatie Gehele terrein
Beschrijver Theo Huls
Boorfirma Rouwmaat
Boormethode Edelmanboor
Maaiveldhoogte
Boorprofiel getekend volgens NEN 5104
Bodemonderzoek
0 m
Bodemmonster
0-50; Matig fijn zand, licht humeus, matig siltig; kleur: donkerbruin
17-1
Datum x; y 19-2-200 231.258; 434.129 m 8 Globale grondwaterstand 120 cm-mv
Bodemonderzoek
0 m
0-50; Matig fijn zand, matig humeus, matig siltig; kleur: donkerbruin
18-1
50-100; Fijn zand, matig siltig; kleur: licht-/roestbruin 18-2 1 m
1 m
100-140; Fijn zand, matig siltig; kleur: licht-/roestbruin 18-3 140-150; Matig fijn zand, matig siltig; kleur: grijsbruin
2 m
2 m
3 m
3 m
4 m
4 m
5 m
5 m
Projectcode 28106
Projectnaam Keizerweg De Heurne
Boornummer B19
Locatie Gehele terrein
Beschrijver Theo Huls
Boorfirma Rouwmaat
Boormethode Edelmanboor
Maaiveldhoogte
Datum x; y 19-2-200 231.267; 434.091 m 8 Globale grondwaterstand
Boorprofiel getekend volgens NEN 5104 Bodemmonster
0 m 19-1
Projectcode 28106
Projectnaam Keizerweg De Heurne
Boornummer B20
Locatie Gehele terrein
Beschrijver Theo Huls
Boorfirma Rouwmaat
Boormethode Edelmanboor
Maaiveldhoogte
Datum x; y 19-2-200 231.242; 434.078 m 8 Globale grondwaterstand
Boorprofiel getekend volgens NEN 5104
Bodemonderzoek
Bodemmonster
0-50; Matig fijn zand, licht humeus, matig siltig; kleur: donkerbruin
0 m 20-1
1 m
1 m
2 m
2 m
3 m
3 m
4 m
4 m
5 m
5 m
Bodemonderzoek
0-50; Matig fijn zand, licht humeus, matig siltig; kleur: donkerbruin
Projectcode 28106
Projectnaam Keizerweg De Heurne
Boornummer B21
Locatie Gehele terrein
Beschrijver Theo Huls
Boorfirma Rouwmaat
Boormethode Edelmanboor
Maaiveldhoogte
Datum x; y 19-2-200 231.213; 434.084 m 8 Globale grondwaterstand 100 cm-mv
Boorprofiel getekend volgens NEN 5104 Bodemmonster
Projectcode 28106
Projectnaam Keizerweg De Heurne
Boornummer B22
Locatie Gehele terrein
Beschrijver Theo Huls
Boorfirma Rouwmaat
Boormethode Edelmanboor
Maaiveldhoogte
Boorprofiel getekend volgens NEN 5104
Bodemonderzoek
0 m
Bodemmonster
0-40; Matig fijn zand, matig humeus, matig siltig; kleur: donkerbruin
21-1
Datum x; y 19-2-200 231.207; 434.049 m 8 Globale grondwaterstand
Bodemonderzoek
0 m
0-40; Matig fijn zand, licht humeus, matig siltig; kleur: donkerbruin
22-1
40-90; Matig fijn zand, matig siltig; Ijzeroersporen; kleur: lichtbruin
40-50; Matig fijn zand, matig siltig; kleur: roestbruin
21-2 90-120; Matig fijn zand, matig siltig; Ijzeroersporen; kleur: lichtbruin
1 m
1 m
21-3 120-140; Matig fijn zand, matig siltig; kleur: grijsbruin 140-150; Matig fijn zand, matig siltig; kleur: grijsbruin
2 m
2 m
3 m
3 m
4 m
4 m
5 m
5 m
Projectcode 28106
Projectnaam Keizerweg De Heurne
Boornummer B23
Locatie Gehele terrein
Beschrijver Theo Huls
Boorfirma Rouwmaat
Boormethode Edelmanboor
Maaiveldhoogte
Datum x; y 19-2-200 231.213; 434.021 m 8 Globale grondwaterstand
Boorprofiel getekend volgens NEN 5104 Bodemmonster
0 m 23-1
Projectcode 28106
Projectnaam Keizerweg De Heurne
Boornummer B24
Locatie Gehele terrein
Beschrijver Theo Huls
Boorfirma Rouwmaat
Boormethode Edelmanboor
Maaiveldhoogte
Datum x; y 19-2-200 231.245; 434.037 m 8 Globale grondwaterstand
Boorprofiel getekend volgens NEN 5104
Bodemonderzoek
Bodemmonster
0-40; Matig fijn zand, licht humeus, matig siltig; kleur: donkerbruin
0 m
Bodemonderzoek
0-40; Matig fijn zand, licht siltig; kleur: licht-/roestbruin 24-1
40-50; Matig fijn zand, matig siltig; kleur: roestbruin
40-50; Matig fijn zand, matig humeus, licht siltig; kleur: donkerbruin
1 m
1 m
2 m
2 m
3 m
3 m
4 m
4 m
5 m
5 m
Projectcode 28106
Projectnaam Keizerweg De Heurne
Boornummer B25
Locatie Gehele terrein
Beschrijver Theo Huls
Boorfirma Rouwmaat
Boormethode Edelman, zuigerboor
Maaiveldhoogte
Datum x; y 19-2-200 231.247; 434.042 m 8 Globale grondwaterstand 100 cm-mv
Boorprofiel getekend volgens NEN 5104 Fltr. Bodembuis monster
0 m 25-1
Projectcode 28106
Projectnaam Keizerweg De Heurne
Boornummer B26
Locatie Gehele terrein
Beschrijver Theo Huls
Boorfirma Rouwmaat
Boormethode Edelmanboor
Maaiveldhoogte
Datum x; y 19-2-200 231.268; 434.049 m 8 Globale grondwaterstand
Boorprofiel getekend volgens NEN 5104
Bodemonderzoek
Bodemmonster
0-50; Matig fijn zand, matig humeus, matig siltig; Puin (licht); kleur: donkerbruin
0 m 26-1
Bodemonderzoek
0-40; Matig fijn zand, licht humeus, matig siltig; kleur: donkerbruin 40-50; Matig fijn zand, matig siltig; kleur: roestbruin
50-100; Matig fijn zand, matig siltig; kleur: licht-/roestbruin 25-2 1 m
G.W. 100-130; Matig fijn zand, matig siltig; kleur: licht-/roestbruin
1 m
25-3 130-150; Matig fijn zand, licht siltig; kleur: grijsbruin 150-260; Matig fijn zand, licht siltig; kleur: grijsbruin
2 m
2 m
3 m
3 m
4 m
4 m
5 m pH 8
5 m EGV 694 µS/cm
Grondwaterbemonstering: 26-2-2008 Temperatuur Grondwaterstand 13,6 °C 85 cm-mv
Diepte 260 cm-mv
Monsternemingsfilter Perforatie 160-260 cm-mv
BIJLAGE 3
ANALYSERAPPORTEN GROND
ALcontrol B.V. Steenhouwerstraat 15 · 3194 AG Hoogvliet Tel.: (010) 2314700 · Fax: (010) 4163034 www.alcontrol.nl
Analyserapport
Milieutechniek Rouwmaat Groenlo BV Henk Broekhuijsen Postbus 74 7140 AB GROENLO
Uw projectnaam Uw projectnummer ALcontrol rapportnummer
Blad 1 van 9
: Keizerweg Aalten : 28106 : 11282192, versie nummer: 1
Hoogvliet, 29-02-2008
Geachte heer/mevrouw, Hierbij ontvangt u de analyse resultaten van het laboratoriumonderzoek ten behoeve van uw project 28106. Het onderzoek werd uitgevoerd conform uw opdracht. De door u aangegeven omschrijvingen voor de monsters en het project zijn overgenomen in dit analyserapport. Het onderzoek is, met uitzondering van eventueel uitbesteed onderzoek, uitgevoerd door ALcontrol Laboratories, gevestigd aan de Steenhouwerstraat 15 in Hoogvliet (NL). Dit analyserapport bestaat inclusief bijlagen uit 9 pagina's. Alle bijlagen maken onlosmakelijk onderdeel uit van het rapport. Alleen vermenigvuldiging van het hele rapport is toegestaan. Uitgebreide informatie over de door ons gehanteerde analysemethoden kunt u terugvinden in onze informatiegids. Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben naar aanleiding van dit rapport, bijvoorbeeld als u nadere informatie nodig heeft over de meetonzekerheid van de analyseresultaten in dit rapport, dan verzoeken wij u vriendelijk contact op te nemen met de afdeling Customer Support. Wij vertrouwen er op u met deze informatie van dienst te zijn. Hoogachtend,
drs. J.H.F. van der Wart Managing Director Environmental
ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
Milieutechniek Rouwmaat Groenlo BV Henk Broekhuijsen Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 2 van 9
Analyserapport
Keizerweg Aalten 28106 11282192 - 1
Orderdatum 21-02-2008 Startdatum 21-02-2008 Rapportagedatum 29-02-2008
Analyse
Eenheid
Q
droge stof gewicht artefacten aard van de artefacten
gew.-% g g
S S S
79.9 <1 Geen
83.6 <1 Geen
83.0 <1 Geen
81.9 <1 Geen
83.4 <1 Geen
organische stof (gloeiverlies)
% vd DS
S
3.4
3.5
3.3
3.2
0.8
KORRELGROOTTEVERDELING lutum (bodem) % vd DS
S
4.3
3.7
4.0
2.6
4.0
METALEN arseen cadmium chroom koper kwik lood nikkel zink
S S S S S S S S
8.6 <0.5 <15 <10 <0.15 <20 6.5 65
16 <0.5 <15 <10 <0.15 <20 5.3 37
5.3 <0.5 <15 <10 <0.15 <20 <5 30
17 <0.5 <15 <10 <0.15 <20 6.6 34
17 <0.5 <15 <10 <0.15 <20 11 <20
POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN <0.01 naftaleen mg/kgds S 0.04 fenantreen mg/kgds S <0.01 antraceen mg/kgds S 0.14 fluoranteen mg/kgds S 0.06 benzo(a)antraceen mg/kgds S 0.05 chryseen mg/kgds S 0.04 benzo(k)fluoranteen mg/kgds S 0.05 benzo(a)pyreen mg/kgds S 0.04 benzo(ghi)peryleen mg/kgds S 0.04 indeno(1,2,3-cd)pyreen mg/kgds S 0.47 pak-totaal (10 van VROM) mg/kgds S 0.48 pak-totaal (10 van VROM) mg/kgds S (0.7 factor)
<0.01 0.12 0.03 0.35 0.13 0.13 0.08 0.11 0.07 0.08 1.1 1.1
<0.01 0.02 <0.01 0.06 0.04 0.05 0.03 0.04 0.03 0.04 0.31 0.32
<0.01 0.01 <0.01 0.03 0.03 0.03 0.02 0.03 0.02 0.03 0.20 0.22
<0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.1 0.07
mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds
EOX
mg/kgds
MINERALE OLIE fractie C10 - C12 fractie C12 - C22
mg/kgds mg/kgds
S
001
1) 2)
002
1) 2)
003
1) 2)
004
1) 2)
005
<0.3
<0.3
<0.3
<0.3
<0.3
<5 <5
<5 <5
<5 <5
<5 <5
<5 <5
De met S gemerkte analyses vallen onder de AS3000 accreditatie. Overige accreditaties zijn gemerkt met een Q.
Nummer
Monstersoort
Monsterspecificatie
001
Grond (AS3000)
M1 1-1, 2-1, 3-1, 4-1, 5-1, 6-1, 7-1>M1
002
Grond (AS3000)
M2 7-1, 8-1, 9-1, 10-1, 11-1, 13-1, 14-1>M2
003
Grond (AS3000)
M3 15-1, 16-1, 17-1, 18-1, 19-1, 20-1>M3
004
Grond (AS3000)
M4 21-1, 22-1, 23-1, 24-1, 25-1, 26-1>M4
005
Grond (AS3000)
M5 1-2, 1-3, 4-2, 4-3, 6-2, 6-3>M5
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
1) 2)
Milieutechniek Rouwmaat Groenlo BV Henk Broekhuijsen Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 3 van 9
Analyserapport
Keizerweg Aalten 28106 11282192 - 1
Analyse
Eenheid
fractie C22 - C30 fractie C30 - C40 totaal olie C10 - C40
mg/kgds mg/kgds mg/kgds
Orderdatum 21-02-2008 Startdatum 21-02-2008 Rapportagedatum 29-02-2008
Q
S
001 <5 <5 <20
002 <5 <5 <20
003 <5 <5 <20
004 <5 <5 <20
De met S gemerkte analyses vallen onder de AS3000 accreditatie. Overige accreditaties zijn gemerkt met een Q.
Nummer
Monstersoort
Monsterspecificatie
001
Grond (AS3000)
M1 1-1, 2-1, 3-1, 4-1, 5-1, 6-1, 7-1>M1
002
Grond (AS3000)
M2 7-1, 8-1, 9-1, 10-1, 11-1, 13-1, 14-1>M2
003
Grond (AS3000)
M3 15-1, 16-1, 17-1, 18-1, 19-1, 20-1>M3
004
Grond (AS3000)
M4 21-1, 22-1, 23-1, 24-1, 25-1, 26-1>M4
005
Grond (AS3000)
M5 1-2, 1-3, 4-2, 4-3, 6-2, 6-3>M5
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
005 <5 <5 <20
Milieutechniek Rouwmaat Groenlo BV Henk Broekhuijsen Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Keizerweg Aalten 28106 11282192 - 1
Blad 4 van 9
Analyserapport Orderdatum 21-02-2008 Startdatum 21-02-2008 Rapportagedatum 29-02-2008
Monster beschrijvingen
001
*
De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000
002
*
De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000
003
*
De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000
004
*
De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000
005
*
De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000
Voetnoten 1 2
De sommatie is een optelling van de ruwe waarden waarna de berekening heeft plaatsgevonden. De sommatie na verrekening van de 0.7 factor conform AS3000
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
Milieutechniek Rouwmaat Groenlo BV Henk Broekhuijsen Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 5 van 9
Analyserapport
Keizerweg Aalten 28106 11282192 - 1
Orderdatum 21-02-2008 Startdatum 21-02-2008 Rapportagedatum 29-02-2008
Analyse
Eenheid
Q
droge stof gewicht artefacten aard van de artefacten
gew.-% g g
S S S
84.1 <1 Geen
82.0 <1 Geen
83.7 <1 Geen
organische stof (gloeiverlies)
% vd DS
S
<0.5
1.0
3.5
KORRELGROOTTEVERDELING lutum (bodem) % vd DS
S
2.6
2.7
3.9
METALEN arseen cadmium chroom koper kwik lood nikkel zink
S S S S S S S S
23 <0.5 <15 <10 <0.15 <20 9.3 23
11 <0.5 <15 <10 <0.15 <20 12 <20
17 <0.5 <15 11 <0.15 20 6.8 48
POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN <0.01 naftaleen mg/kgds S 0.01 fenantreen mg/kgds S <0.01 antraceen mg/kgds S <0.01 fluoranteen mg/kgds S <0.01 benzo(a)antraceen mg/kgds S <0.01 chryseen mg/kgds S <0.01 benzo(k)fluoranteen mg/kgds S <0.01 benzo(a)pyreen mg/kgds S <0.01 benzo(ghi)peryleen mg/kgds S <0.01 indeno(1,2,3-cd)pyreen mg/kgds S <0.1 pak-totaal (10 van VROM) mg/kgds S 0.07 pak-totaal (10 van VROM) mg/kgds S (0.7 factor)
<0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.1 0.07
0.04 0.23 0.04 0.52 0.31 0.31 0.18 0.26 0.16 0.18 2.2 2.2
mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds
EOX
mg/kgds
MINERALE OLIE fractie C10 - C12 fractie C12 - C22
mg/kgds mg/kgds
S
006
1) 2)
007
1) 2)
008
<0.3
<0.3
<0.3
<5 <5
<5 <5
<5 <5
1) 2)
De met S gemerkte analyses vallen onder de AS3000 accreditatie. Overige accreditaties zijn gemerkt met een Q.
Nummer
Monstersoort
Monsterspecificatie
006
Grond (AS3000)
M6 10-2, 10-3, 13-2, 13-3>M6
007
Grond (AS3000)
M7 18-2, 18-3, 21-2, 21-3, 25-2, 25-3>M7
008
Grond (AS3000)
12-1 12-1
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
Milieutechniek Rouwmaat Groenlo BV Henk Broekhuijsen Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 6 van 9
Analyserapport
Keizerweg Aalten 28106 11282192 - 1
Analyse
Eenheid
fractie C22 - C30 fractie C30 - C40 totaal olie C10 - C40
mg/kgds mg/kgds mg/kgds
Orderdatum 21-02-2008 Startdatum 21-02-2008 Rapportagedatum 29-02-2008
Q
S
006 <5 <5 <20
007 <5 <5 <20
008 <5 <5 <20
De met S gemerkte analyses vallen onder de AS3000 accreditatie. Overige accreditaties zijn gemerkt met een Q.
Nummer
Monstersoort
Monsterspecificatie
006
Grond (AS3000)
M6 10-2, 10-3, 13-2, 13-3>M6
007
Grond (AS3000)
M7 18-2, 18-3, 21-2, 21-3, 25-2, 25-3>M7
008
Grond (AS3000)
12-1 12-1
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
Milieutechniek Rouwmaat Groenlo BV Henk Broekhuijsen Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Keizerweg Aalten 28106 11282192 - 1
Blad 7 van 9
Analyserapport Orderdatum 21-02-2008 Startdatum 21-02-2008 Rapportagedatum 29-02-2008
Monster beschrijvingen
006
*
De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000
007
*
De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000
008
*
De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000
Voetnoten 1 2
De sommatie is een optelling van de ruwe waarden waarna de berekening heeft plaatsgevonden. De sommatie na verrekening van de 0.7 factor conform AS3000
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
Milieutechniek Rouwmaat Groenlo BV Henk Broekhuijsen Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 8 van 9
Analyserapport
Keizerweg Aalten 28106 11282192 - 1
Orderdatum 21-02-2008 Startdatum 21-02-2008 Rapportagedatum 29-02-2008
Analyse
Monstersoort
Relatie tot norm
droge stof gewicht artefacten aard van de artefacten organische stof (gloeiverlies) lutum (bodem) arseen cadmium chroom koper kwik lood nikkel zink naftaleen fenantreen antraceen fluoranteen benzo(a)antraceen chryseen benzo(k)fluoranteen benzo(a)pyreen benzo(ghi)peryleen indeno(1,2,3-cd)pyreen pak-totaal (10 van VROM) pak-totaal (10 van VROM) (0.7 factor) EOX totaal olie C10 - C40
Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000)
Geljikwaardig aan NEN-ISO 11465, CMA/2/II/A.1, AS3010 Conform AS3000, NEN 5709 Idem Conform AS3010, NEN 5754 Conform AS3010 Conform AS3010, NEN 6966 ontsluiting: NEN 6961 Idem Idem Idem Conform AS3010, NEN-ISO 16772 ontsluiting: NEN 6961 Conform AS3010, NEN 6966 ontsluiting: NEN 6961 Idem Idem Conform AS3010 Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem
Grond (AS3000) Grond (AS3000)
Conform AS3010 Conform AS3010
Monster
Barcode
Aanlevering
Monstername
Verpakking
001 001 001 001 001 001 001 002
A4829616 A4829636 A4829650 A4829655 A4829887 A4829901 Y1057450 A0966453
20-02-2008 20-02-2008 20-02-2008 20-02-2008 20-02-2008 20-02-2008 22-02-2008 20-02-2008
19-02-2008 19-02-2008 19-02-2008 19-02-2008 19-02-2008 19-02-2008 22-02-2008 19-02-2008
ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201
Theoretische monsternamedatum
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
Milieutechniek Rouwmaat Groenlo BV Henk Broekhuijsen Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 9 van 9
Analyserapport
Keizerweg Aalten 28106 11282192 - 1
Orderdatum 21-02-2008 Startdatum 21-02-2008 Rapportagedatum 29-02-2008
Monster
Barcode
Aanlevering
Monstername
Verpakking
002 002 002 002 002 002 003 003 003 003 003 003 004 004 004 004 004 004 005 005 005 005 005 005 006 006 006 006 007 007 007 007 007 007 008
A0967495 A0967496 A0967587 A0967608 A0967929 A0967938 A0967485 A0967487 A0967489 A0967490 A0967493 A0967497 A0967481 A0967484 A0967486 A0967488 A0967500 A0967731 A0966520 A0966676 A0966737 A0967930 A0967934 A4829629 A0967492 A0967494 A0967557 A0967586 A0967482 A0967483 A0967491 A0967498 A0967499 A0967756 A0967583
20-02-2008 20-02-2008 20-02-2008 20-02-2008 20-02-2008 20-02-2008 20-02-2008 20-02-2008 20-02-2008 20-02-2008 20-02-2008 20-02-2008 20-02-2008 20-02-2008 20-02-2008 20-02-2008 20-02-2008 20-02-2008 20-02-2008 20-02-2008 20-02-2008 20-02-2008 20-02-2008 20-02-2008 20-02-2008 20-02-2008 20-02-2008 20-02-2008 20-02-2008 20-02-2008 20-02-2008 20-02-2008 20-02-2008 20-02-2008 20-02-2008
19-02-2008 19-02-2008 19-02-2008 19-02-2008 19-02-2008 19-02-2008 19-02-2008 19-02-2008 19-02-2008 19-02-2008 19-02-2008 19-02-2008 19-02-2008 19-02-2008 19-02-2008 19-02-2008 19-02-2008 19-02-2008 19-02-2008 19-02-2008 19-02-2008 19-02-2008 19-02-2008 19-02-2008 19-02-2008 19-02-2008 19-02-2008 19-02-2008 19-02-2008 19-02-2008 19-02-2008 19-02-2008 19-02-2008 19-02-2008 19-02-2008
ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
BIJLAGE 4
ANALYSERAPPORTEN GRONDWATER
ALcontrol B.V. Steenhouwerstraat 15 · 3194 AG Hoogvliet Tel.: (010) 2314700 · Fax: (010) 4163034 www.alcontrol.nl
Analyserapport
Milieutechniek Rouwmaat Groenlo BV Henk Broekhuijsen Postbus 74 7140 AB GROENLO
Uw projectnaam Uw projectnummer ALcontrol rapportnummer
Blad 1 van 5
: Keizerweg Aalten : 28106 : 11284046, versie nummer: 1
Hoogvliet, 28-02-2008
Geachte heer/mevrouw, Hierbij ontvangt u de analyse resultaten van het laboratoriumonderzoek ten behoeve van uw project 28106. Het onderzoek werd uitgevoerd conform uw opdracht. De door u aangegeven omschrijvingen voor de monsters en het project zijn overgenomen in dit analyserapport. Het onderzoek is, met uitzondering van eventueel uitbesteed onderzoek, uitgevoerd door ALcontrol Laboratories, gevestigd aan de Steenhouwerstraat 15 in Hoogvliet (NL). Dit analyserapport bestaat inclusief bijlagen uit 5 pagina's. Alle bijlagen maken onlosmakelijk onderdeel uit van het rapport. Alleen vermenigvuldiging van het hele rapport is toegestaan. Uitgebreide informatie over de door ons gehanteerde analysemethoden kunt u terugvinden in onze informatiegids. Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben naar aanleiding van dit rapport, bijvoorbeeld als u nadere informatie nodig heeft over de meetonzekerheid van de analyseresultaten in dit rapport, dan verzoeken wij u vriendelijk contact op te nemen met de afdeling Customer Support. Wij vertrouwen er op u met deze informatie van dienst te zijn. Hoogachtend,
drs. J.H.F. van der Wart Managing Director Environmental
ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
Milieutechniek Rouwmaat Groenlo BV Henk Broekhuijsen Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 2 van 5
Analyserapport
Keizerweg Aalten 28106 11284046 - 1
Orderdatum 26-02-2008 Startdatum 26-02-2008 Rapportagedatum 28-02-2008
Analyse
Eenheid
Q
METALEN arseen cadmium chroom koper kwik lood nikkel zink
µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l
S S S S S S S S
<10 <0.8 <1 <15 <0.05 <15 <15 <60
<10 <0.8 <1 <15 <0.05 <15 <15 <60
<10 <0.8 <1 <15 <0.05 <15 <15 <60
VLUCHTIGE AROMATEN benzeen tolueen ethylbenzeen xylenen totaal BTEX totaal BTEX (0.7 factor) naftaleen
µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l
S S S S
<0.2 <0.3 <0.3 <0.3 <1 0.8 <0.2
<0.2 <0.3 <0.3 <0.3 <1 0.8 <0.2
<0.2 <0.3 <0.3 <0.3 <1 0.8 <0.2
<0.6 <0.1 <0.1 <0.1 <0.1 <0.1 <0.6 <0.6
<0.6 <0.1 <0.1 <0.1 <0.1 <0.1 <0.6 <0.6
<0.6 <0.1 <0.1 <0.1 <0.1 <0.1 <0.6 <0.6
<0.6 <1.8 1.3
<0.6 <1.8 1.3
<0.6 <1.8 1.3
<25 <25 <25
<25 <25 <25
<25 <25 <25
S
GEHALOGENEERDE KOOLWATERSTOFFEN 1,2-dichloorethaan µg/l S cis-1,2-dichlooretheen µg/l S tetrachlooretheen µg/l S tetrachloormethaan µg/l S 1,1,1-trichloorethaan µg/l S 1,1,2-trichloorethaan µg/l S trichlooretheen µg/l S chloroform µg/l S CHLOORBENZENEN monochloorbenzeen som dichloorbenzenen som dichloorbenzenen (0.7 factor) MINERALE OLIE fractie C10 - C12 fractie C12 - C22 fractie C22 - C30
µg/l µg/l µg/l
S S S
µg/l µg/l µg/l
001
002
003
De met S gemerkte analyses vallen onder de AS3000 accreditatie. Overige accreditaties zijn gemerkt met een Q.
Nummer
Monstersoort
Monsterspecificatie
001
Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000)
B06
002 003
B13 B25
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
Milieutechniek Rouwmaat Groenlo BV Henk Broekhuijsen Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 3 van 5
Analyserapport
Keizerweg Aalten 28106 11284046 - 1
Analyse
Eenheid
Q
fractie C30 - C40 totaal olie C10 - C40
µg/l µg/l
S
Orderdatum 26-02-2008 Startdatum 26-02-2008 Rapportagedatum 28-02-2008 001 <25 <100
002 <25 <100
003 <25 <100
De met S gemerkte analyses vallen onder de AS3000 accreditatie. Overige accreditaties zijn gemerkt met een Q.
Nummer
Monstersoort
Monsterspecificatie
001
Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000)
B06
002 003
B13 B25
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
Milieutechniek Rouwmaat Groenlo BV Henk Broekhuijsen Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Keizerweg Aalten 28106 11284046 - 1
Blad 4 van 5
Analyserapport Orderdatum 26-02-2008 Startdatum 26-02-2008 Rapportagedatum 28-02-2008
Monster beschrijvingen
001
*
De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000
002
*
De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000
003
*
De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
Milieutechniek Rouwmaat Groenlo BV Henk Broekhuijsen Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 5 van 5
Analyserapport
Keizerweg Aalten 28106 11284046 - 1
Orderdatum 26-02-2008 Startdatum 26-02-2008 Rapportagedatum 28-02-2008
Analyse
Monstersoort
Relatie tot norm
arseen cadmium chroom koper kwik lood nikkel zink benzeen tolueen ethylbenzeen xylenen naftaleen 1,2-dichloorethaan cis-1,2-dichlooretheen tetrachlooretheen tetrachloormethaan 1,1,1-trichloorethaan 1,1,2-trichloorethaan trichlooretheen chloroform monochloorbenzeen som dichloorbenzenen som dichloorbenzenen (0.7 factor) totaal olie C10 - C40
Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000)
Conform AS3110 en Conform NEN 6966 (meting conform NEN-EN-ISO 11885) Idem Idem Idem Conform AS3110 en Conform NEN-EN 13506 Conform AS3110 en Conform NEN 6966 (meting conform NEN-EN-ISO 11885) Idem Idem Conform AS3130 Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Conform AS3110
Monster
Barcode
Aanlevering
Monstername
Verpakking
001 001 001 002 002 002 003 003 003
B0747490 G5553904 G5553906 B0747495 G5553912 G5553918 B0747484 G5553903 G5553926
26-02-2008 26-02-2008 26-02-2008 26-02-2008 26-02-2008 26-02-2008 26-02-2008 26-02-2008 26-02-2008
26-02-2008 26-02-2008 26-02-2008 26-02-2008 26-02-2008 26-02-2008 26-02-2008 26-02-2008 26-02-2008
ALC204 ALC236 ALC236 ALC204 ALC236 ALC236 ALC204 ALC236 ALC236
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
BIJLAGE 5
TOETSINGSTABELLEN
In de onderstaande tabel(len) worden de geanalyseerde concentraties aangegeven. De streef-, toetsings- en interventiewaarden van de grond hebben betrekking op een bodem met bepaalde organische stof- en lutumpercentages zoals deze in de tabellen zijn gepresenteerd.
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Grondmonster Verbinding
M1 (mg/kg.ds)
S
½(S+I)
I
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Organische stof (% d.s.) Lutum (% d.s.) Droge stof (% d.s.) arseen cadmium chroom koper kwik lood nikkel zink pak-totaal (10 van VROM) pak-totaal (10 van VROM) (0.7 naftaleen antraceen fenantreen fluoranteen benzo(a)antraceen chryseen benzo(a)pyreen benzo(ghi)peryleen benzo(k)fluoranteen indeno(1,2,3-cd)pyreen EOX fractie C10 - C12 fractie C12 - C22 fractie C22 - C30 fractie C30 - C40 totaal olie C10 - C40
3,4 4,3 79,9 8,6 <0,5 <15 <10 <0,15 <20 6,5 65 0,47 0,48 <0,01 <0,01 0,04 0,14 0,06 0,05 0,05 0,04 0,04 0,04 <0,3 <5 <5 <5 <5 <20
-
18 0,51 59 20 0,22 58 14 68 1 1
26,2 4,1 141 62 3,8 209 50,1 209 20,5 20,5
34 7,7 223 104 7,3 360 86 350 40 40
17
859
1700
-
-
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ M1: 1-1, 2-1, 3-1, 4-1, 5-1, 6-1, 7-1 (0-50 cm-mv)
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Betekenis van de tekens en afkortingen: Blanco: geen toetsingswaarde vastgesteld, -: onder streefwaarde of detectiegrens, +: tussen streefwaarde en ½(S+I), ++: tussen ½(S+I) en interventiewaarde, +++: boven interventiewaarde, n.b.: niet bepaald.
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Grondmonster Verbinding
M2 (mg/kg.ds)
S
½(S+I)
I
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Organische stof (% d.s.) Lutum (% d.s.) Droge stof (% d.s.) arseen cadmium chroom koper kwik lood nikkel zink pak-totaal (10 van VROM) pak-totaal (10 van VROM) (0.7 naftaleen antraceen fenantreen fluoranteen benzo(a)antraceen chryseen benzo(a)pyreen benzo(ghi)peryleen benzo(k)fluoranteen indeno(1,2,3-cd)pyreen EOX fractie C10 - C12 fractie C12 - C22 fractie C22 - C30 fractie C30 - C40 totaal olie C10 - C40
3,5 3,7 83,6 16 <0,5 <15 <10 <0,15 <20 5,3 37 1,1 1,1 <0,01 0,03 0,12 0,35 0,13 0,13 0,11 0,07 0,08 0,08 <0,3 <5 <5 <5 <5 <20
+ +
18 0,51 57 19 0,22 57 14 66 1 1
25,9 4,1 138 61 3,7 207 48 204 20,5 20,5
34 7,6 218 102 7,2 357 82 341 40 40
18
884
1750
-
-
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ M2: 7-1, 8-1, 9-1, 10-1, 11-1, 13-1, 14-1 (0-50 cm-mv)
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Grondmonster Verbinding
M3 (mg/kg.ds)
S
½(S+I)
I
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Organische stof (% d.s.) Lutum (% d.s.) Droge stof (% d.s.) arseen cadmium chroom koper kwik lood nikkel zink pak-totaal (10 van VROM) pak-totaal (10 van VROM) (0.7 naftaleen antraceen fenantreen fluoranteen benzo(a)antraceen chryseen benzo(a)pyreen benzo(ghi)peryleen benzo(k)fluoranteen indeno(1,2,3-cd)pyreen EOX fractie C10 - C12 fractie C12 - C22 fractie C22 - C30 fractie C30 - C40 totaal olie C10 - C40
3,3 4 83 5,3 <0,5 <15 <10 <0,15 <20 <5 30 0,31 0,32 <0,01 <0,01 0,02 0,06 0,04 0,05 0,04 0,03 0,03 0,04 <0,3 <5 <5 <5 <5 <20
-
18 0,51 58 19 0,22 57 14 67 1 1
26 4,1 139 61 3,7 207 49 206 20,5 20,5
34 7,6 220 102 7,3 357 84 344 40 40
17
833
1650
-
-
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ M3: 15-1, 16-1, 17-1, 18-1, 19-1, 20-1 (0-50 cm-mv)
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Grondmonster Verbinding
M4 (mg/kg.ds)
S
½(S+I)
I
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Organische stof (% d.s.) Lutum (% d.s.) Droge stof (% d.s.) arseen cadmium chroom koper kwik lood nikkel zink pak-totaal (10 van VROM) pak-totaal (10 van VROM) (0.7 naftaleen antraceen fenantreen fluoranteen benzo(a)antraceen chryseen benzo(a)pyreen benzo(ghi)peryleen benzo(k)fluoranteen indeno(1,2,3-cd)pyreen EOX fractie C10 - C12 fractie C12 - C22 fractie C22 - C30 fractie C30 - C40 totaal olie C10 - C40
3,2 2,6 81,9 17 <0,5 <15 <10 <0,15 <20 6,6 34 0,2 0,22 <0,01 <0,01 0,01 0,03 0,03 0,03 0,03 0,02 0,02 0,03 <0,3 <5 <5 <5 <5 <20
-
17 0,49 55 18 0,21 56 13 63 1 1
25,1 4 132 58 3,7 202 44,1 192 20,5 20,5
33 7,4 210 98 7,1 348 76 322 40 40
16
808
1600
-
-
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ M4: 21-1, 22-1, 23-1, 24-1, 25-1, 26-1 (0-50 cm-mv)
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Grondmonster Verbinding
M5 (mg/kg.ds)
S
½(S+I)
I
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Organische stof (% d.s.) Lutum (% d.s.) Droge stof (% d.s.) arseen cadmium chroom koper kwik lood nikkel zink pak-totaal (10 van VROM) pak-totaal (10 van VROM) (0.7 naftaleen antraceen fenantreen fluoranteen benzo(a)antraceen chryseen benzo(a)pyreen benzo(ghi)peryleen benzo(k)fluoranteen indeno(1,2,3-cd)pyreen EOX fractie C10 - C12 fractie C12 - C22 fractie C22 - C30 fractie C30 - C40 totaal olie C10 - C40
0,8 4 83,4 17 <0,5 <15 <10 <0,15 <20 11 <20 <0,1 0,07
-
17 0,45 58 18 0,21 55 14 63 1 1
24,5 3,6 139 56 3,7 198 49 194 20,5 20,5
32 6,8 220 94 7,1 342 84 325 40 40
<0,01 <0,01 <0,01 <0,01 <0,01 <0,01 <0,01 <0,01 <0,01 <0,01 <0,3 <5 <5 <5 <5 <20
-
10
505
1000
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ M5: 1-2, 1-3, 4-2, 4-3, 6-2, 6-3 (30-150 cm-mv)
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Grondmonster Verbinding
M6 (mg/kg.ds)
S
½(S+I)
I
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Organische stof (% d.s.) Lutum (% d.s.) Droge stof (% d.s.) arseen cadmium chroom koper kwik lood nikkel zink pak-totaal (10 van VROM) pak-totaal (10 van VROM) (0.7 naftaleen antraceen fenantreen fluoranteen benzo(a)antraceen chryseen benzo(a)pyreen benzo(ghi)peryleen benzo(k)fluoranteen indeno(1,2,3-cd)pyreen EOX fractie C10 - C12 fractie C12 - C22 fractie C22 - C30 fractie C30 - C40 totaal olie C10 - C40
0,5 2,6 84,1 23 <0,5 <15 <10 <0,15 <20 9,3 23 <0,1 0,07 <0,01 <0,01 0,01 <0,01 <0,01 <0,01 <0,01 <0,01 <0,01 <0,01 <0,3 <5 <5 <5 <5 <20
+ -
16 0,44 55 17 0,21 53 13 59 1 1
23,5 3,5 132 53 3,6 192 44,1 180 20,5 20,5
31 6,6 210 89 6,9 331 76 301 40 40
10
505
1000
-
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ M6: 10-2, 10-3, 13-2, 13-3 (50-150 cm-mv)
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Grondmonster Verbinding
M7 (mg/kg.ds)
S
½(S+I)
I
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Organische stof (% d.s.) Lutum (% d.s.) Droge stof (% d.s.) arseen cadmium chroom koper kwik lood nikkel zink pak-totaal (10 van VROM) pak-totaal (10 van VROM) (0.7 naftaleen antraceen fenantreen fluoranteen benzo(a)antraceen chryseen benzo(a)pyreen benzo(ghi)peryleen benzo(k)fluoranteen indeno(1,2,3-cd)pyreen EOX fractie C10 - C12 fractie C12 - C22 fractie C22 - C30 fractie C30 - C40 totaal olie C10 - C40
1 2,7 82 11 <0,5 <15 <10 <0,15 <20 12 <20 <0,1 0,07
-
16 0,45 55 17 0,21 54 13 60 1 1
23,9 3,6 133 54 3,6 194 44,5 183 20,5 20,5
31 6,7 211 91 7 335 76 307 40 40
<0,01 <0,01 <0,01 <0,01 <0,01 <0,01 <0,01 <0,01 <0,01 <0,01 <0,3 <5 <5 <5 <5 <20
-
10
505
1000
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ M7: 18-2, 18-3, 21-2, 21-3, 25-2, 25-3 (40-150 cm-mv)
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Grondmonster Verbinding
12-1 (mg/kg.ds)
S
½(S+I)
I
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Organische stof (% d.s.) Lutum (% d.s.) Droge stof (% d.s.) arseen cadmium chroom koper kwik lood nikkel zink pak-totaal (10 van VROM) pak-totaal (10 van VROM) (0.7 naftaleen antraceen fenantreen fluoranteen benzo(a)antraceen chryseen benzo(a)pyreen benzo(ghi)peryleen benzo(k)fluoranteen indeno(1,2,3-cd)pyreen EOX fractie C10 - C12 fractie C12 - C22 fractie C22 - C30 fractie C30 - C40 totaal olie C10 - C40
3,5 3,9 83,7 17 <0,5 <15 11 <0,15 20 6,8 48 2,2 2,2
+ +
18 0,51 58 19 0,22 57 14 67 1 1
26 4,1 139 61 3,7 208 48,7 206 20,5 20,5
34 7,7 220 103 7,3 358 83 344 40 40
0,04 0,04 0,23 0,52 0,31 0,31 0,26 0,16 0,18 0,18 <0,3 <5 <5 <5 <5 <20
-
18
884
1750
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ 12-1: 12-1 (0-50 cm-mv)
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Verbinding
Grondwatermonsters B13 B25 (µg/liter) (µg/liter)
B06 (µg/liter)
S
½(S+I)
I
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ arseen cadmium chroom koper kwik lood nikkel zink benzeen tolueen ethylbenzeen xylenen totaal BTEX totaal BTEX (0.7 factor) naftaleen 1,2-dichloorethaan cis-1,2-dichlooretheen tetrachlooretheen tetrachloormethaan 1,1,1-trichloorethaan 1,1,2-trichloorethaan trichlooretheen chloroform monochloorbenzeen som dichloorbenzenen som dichloorbenzenen (0.7 fact fractie C10 - C12 fractie C12 - C22 fractie C22 - C30 fractie C30 - C40 totaal olie C10 - C40
<10 <0,8 <1 <15 <0,05 <15 <15 <60 <0,2 <0,3 <0,3 <0,3 <1 0,8 <0,2 <0,6 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1 <0,6 <0,6 <0,6 <1,8 1,3
-
<25 <25 <25 <25 <100
-
-
<10 <0,8 <1 <15 <0,05 <15 <15 <60 <0,2 <0,3 <0,3 <0,3 <1 0,8 <0,2 <0,6 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1 <0,6 <0,6 <0,6 <1,8 1,3
-
<25 <25 <25 <25 <100
-
-
<10 <0,8 <1 <15 <0,05 <15 <15 <60 <0,2 <0,3 <0,3 <0,3 <1 0,8 <0,2 <0,6 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1 <0,6 <0,6 <0,6 <1,8 1,3
-
10 0,4 1 15 0,05 15 15 65 0,2 7 4 0,2
35 3,2 16 45 0,18 45 45 433 15,1 504 77 35
60 6 30 75 0,3 75 75 800 30 1000 150 70
-
0,01 7 0,01 0,01 0,01 0,01 0,01 24 6 7 3
35 204 10 20 5 150 65 262 203 94 26
70 400 20 40 10 300 130 500 400 180 50
<25 <25 <25 <25 <100
-
50
325
600
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ B06: (170-270 cm-mv) B13: (170-270 cm-mv) B25: (160-260 cm-mv)
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯
BIJLAGE 6 Toegepaste normen (behalve voor laboratoriumonderzoek) NEN 5104 NVN 5730 NVN 5725
Geotechniek Bodem Bodem
NEN 5740 NPR 5741
Bodem Bodem
NPR 6616 NEN 5742
Water en slib Bodem
NEN 5743 NEN 5744
Bodem Bodem
NEN 5745 NEN 5120 NEN 5751 NEN 5733 NEN 5766 NEN 5861 NEN-EN-ISO 5667-3 NEN-ISO 7888 SIKB protocol 2001 SIKB protocol 2002
Bodem Geotechniek Bodem Bodem Bodem Milieu Water
Classificatie van onverharde grondmonsters Monstervoorbehandeling voor de bepaling van organische parameters in grond Richtlijn voor het uitvoeren van vooronderzoek bij verkennend, orienterend en nader onderzoek Onderzoeksstrategie bij verkennend bodemonderzoek Boorsystemen en monsternemingstoestellen voor grond, sediment en grondwater, die worden toegepast bij bodemverontreinigingsonderzoek Routinebepaling van de pH Monsterneming van grond en sediment t.b.v. de bepaling van metalen, anorganische verbindingen, matig vluchtige organische verbindingen en fysisch/chemische bodemkenmerken. Monsterneming van grond en sediment t.b.v. de bepaling van vluchtige verbindingen. Monsterneming van grondwater t.b.v. de bepaling van metalen, anorganische verbindingen, matig vluchtige organische verbindingen en fysisch/chemische eigenschappen. Monsterneming van grondwater t.b.v. de bepaling van vluchtige verbindingen. Bepaling van stijghoogten van grondwater door middel van peilbuizen . Voorbereiding van het monster voor fysisch-chemische analyses Bepaling van de korrelgrootte m.b.v. zeef en pipet Plaatsing van peilbuizen ten behoeve van milieukundig bodemonderzoek Procedures voor monsteroverdracht Bemonstering - Deel 3: Richtlijnen voor de conservering en behandeling van monsters
Water
Bepaling van het elektrisch geleidingsvermogen
Milieu
Plaatsen van handboringen en peilbuizen, maken van boorbeschrijvingen, nemen van grondmonsters en waterpassen Het nemen van grondwatermonsters
Water
Milieutechniek Rouwmaat Groenlo bv Postbus 74 7140 AB Groenlo TEL. 0544-474040
Den Sliem 93 7141 JG Groenlo FAX. 0544-474049
Verkennend bodemonderzoek Perceel F 381 Keizerweg te De Heurne
Opdrachtgever Contactpersoon Adres Postcode & plaats
: : : :
Rapportnummer
: MT.28289
Groenlo, 11 augustus 2008
Gemeente Aalten Dhr. H. Roebers Postbus 119 7120 AC Aalten
Opgesteld:
Paraaf:
F.H. Broekhuijsen Geautoriseerd:
Paraaf:
N. Looman
Dit document is eigenaar van de opdrachtgever en mag door hem gebruikt worden voor het doel waarvoor het is vervaardigd. De auteursrechten van dit document blijven berusten bij Milieutechniek Rouwmaat Groenlo b.v.
INHOUDSOPGAVE 1
INLEIDING----------------------------------------------------------------------------------------------------- 3
2
VOORINFORMATIE ---------------------------------------------------------------------------------------- 4 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
3
LOCATIESPECIFIEKE INFORMATIE -------------------------------------------------------------------------------------------4 OMGEVINGSGEGEVENS ------------------------------------------------------------------------------------------------------4 GEOHYDROLOGISCHE GEGEVENS ------------------------------------------------------------------------------------------4 VOORGAANDE BODEMONDERZOEKEN--------------------------------------------------------------------------------------4 AFBAKENING LOCATIE VOOR BODEMONDERZOEK ------------------------------------------------------------------------4
VERWACHTINGSPATROON ---------------------------------------------------------------------------- 5 3.1 3.2
4
BODEMONDERZOEK ----------------------------------------------------------------------------------------------------------5 ASBEST ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------5
ONDERZOEKSOPZET------------------------------------------------------------------------------------- 6 4.1 4.2
5
ALGEMEEN---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------6 BOOR- EN ANALYSEFREQUENTIE -------------------------------------------------------------------------------------------6
RESULTATEN ------------------------------------------------------------------------------------------------ 7 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8
6
TOETSINGSKADER ------------------------------------------------------------------------------------------------------------7 VERRICHTE WERKZAAMHEDEN ----------------------------------------------------------------------------------------------7 LOCALE BODEMOPBOUW ----------------------------------------------------------------------------------------------------7 ZINTUIGLIJKE WAARGENOMEN BIJZONDERHEDEN ------------------------------------------------------------------------8 METINGEN WATERMONSTERNAME------------------------------------------------------------------------------------------8 SAMENSTELLING (MENG)MONSTERS EN CHEMISCHE ANALYSES--------------------------------------------------------8 ANALYSERESULTATEN -------------------------------------------------------------------------------------------------------8 INTERPRETATIE ANALYSERESULTATEN----------------------------------------------------------------------------------- 10
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN --------------------------------------------------------------- 11 6.1 6.2 6.3 6.4
BIJLAGEN a BIJLAGE 1 BIJLAGE 1b BIJLAGE 1c BIJLAGE 2 BIJLAGE 3 BIJLAGE 4 BIJLAGE 5 BIJLAGE 6
ALGEMEEN------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 11 VERWACHTINGSPATROON ------------------------------------------------------------------------------------------------- 11 RESULTATEN ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 11 SLOTCONCLUSIE EN AANBEVELINGEN------------------------------------------------------------------------------------ 11
Topografische kaart Kadastrale kaart met gegevens Situatietekening met monsternamepunten Boorbeschrijvingen Analysecertificaten grond Analysecertificaten grondwater Toetsingstabellen Toegepaste normen
Rapportnummer: MT.28289
pagina 2 van 11
1
INLEIDING
In opdracht van Gemeente Aalten heeft Milieutechniek Rouwmaat Groenlo bv op 15 juli 2008 een verkennend bodemonderzoek verricht ter plaatse van het perceel aan de Keizerweg te De Heurne (gemeente Aalten). De onderzoekslocatie heeft een oppervlakte van circa 1150 m2. Zie de tekeningen in bijlage 1 voor de ligging en voor een overzicht van de onderzoekslocatie. Aanleiding voor het bodemonderzoek is een eigendomsoverdracht. Doel van dit onderzoek is om de algemene bodemkwaliteit te bepalen ter plaatse van de onderzoekslocatie, waarmee bekeken kan worden in hoeverre deze bodemkwaliteit een belemmering kan vormen voor het beoogde gebruik en/of de voorgenomen ontwikkelingen. Het bodemonderzoek is uitgevoerd conform de Nederlandse Norm 5740 (NEN 5740). Het vooronderzoek, dat parallel loopt aan deze norm, is uitgevoerd conform de Nederlandse Norm 5725 (NVN 5725). De veldwerkzaamheden zijn uitgevoerd conform de beoordelingsrichtlijn BRL 2000, veldwerk bij milieuhygiënisch bodemonderzoek. Milieutechniek Rouwmaat B.V. is gecertificeerd en erkend onder het procescertificaat met het kenmerk VB-031/2 voor het uitvoeren van milieuhygiënisch bodemonderzoek conform deze beoordelingsrichtlijn. Het toepassingsgebied van dit certificaat betreft de VKB-protocollen 2001, 2002 en 2018. De grond- en/of grondwateranalyses zijn uitgevoerd door een gecertificeerd en een door de overheid erkend laboratorium. Tussen Milieutechniek Rouwmaat Groenlo b.v. en de opdrachtgever is geen sprake van een relatie, die de onafhankelijkheid en de integriteit van Milieutechniek Rouwmaat Groenlo b.v. zou beïnvloeden en/of haar werkzaamheden zou kunnen belemmeren. In het voorliggende rapport wordt verslag gedaan van het uitgevoerde verkennend bodemonderzoek. In hoofdstuk 2 is de locatie beschreven. Aan de hand van deze gegevens is in hoofdstuk 3 het verwachtingspatroon gedefinieerd omtrent de verontreinigingsituatie. Hoofdstuk 4 behandelt de onderzoeksopzet, terwijl in hoofdstuk 5 de veldwaarnemingen en de analyseresultaten kort samengevat zijn weergegeven. Ten slotte zijn in hoofdstuk 6 de conclusies en aanbevelingen gedefinieerd.
Rapportnummer: MT.28289
pagina 3 van 11
2
VOORINFORMATIE
Voor aanvang van het bodemonderzoek zijn de (historische) gegevens, die relevant zijn voor het onderzoek, verzameld op basisniveau. Het vooronderzoek heeft plaatsgevonden op het onderhavige perceel en de aangrenzende terreinen (maximaal tot 50 meter afstand). Hierbij zijn de volgende bronnen geraadpleegd: informatie van de opdrachtgever locatie inspectie 2.1 Locatiespecifieke informatie De onderzoekslocatie is gelegen aan de Keizerweg ong. te De Heurne (gemeente Aalten). De locatie is kadastraal bekend als gemeente Dinxperlo, sectie F, nummer 381. Omschrijving van de onderzoekslocatie Het is de bedoeling dat het perceel in eigendom overgaat. Het perceel is gelegen buiten de bebouwde kom van De Heurne en is momenteel in gebruik als weiland. In de toekomst zal mogelijk nieuwbouw ontwikkeld worden. Historisch gebruik In het verleden is het perceel voor zover bekend altijd in gebruik geweest voor agrarische doeleinden dan wel natuurdoeleinden. Verhardingen, ophogingen, calamiteiten Het terrein is niet verhard. Het terrein is niet opgehoogd. Op de locatie hebben zich in het verleden, voor zover bekend, geen calamiteiten voorgedaan. 2.2 Omgevingsgegevens De directe omgeving van de locatie is in gebruik ten behoeve van agrarische doeleinden dan wel natuurdoeleinden. 2.3 Geohydrologische gegevens Voor de bodemgegevens en de geohydrologische informatie is gebruik gemaakt van de grondwaterkaart van Nederland (Dienst grondwaterverkenning, TNO, Delft 1985), Bodemkaart Nederland (Sitboka, Wageningen, 1975). diepte (m-mv) 0 - 10 10 - 70 >70
omschrijving fijn zand Pakket: deklaag, freatisch pakket (form. v Twente) matig fijn tot grof zand en grind Pakket: 1e WVP (form. v Kreftenheye) leemig fijn zand, schelpen Pakket: slecht doorlatende basis (Tertiair)
Regionale grondwaterstroming De stromingsrichting van het grondwater is regionaal westelijk gericht. Lokaal kan de stroming van het grondwater worden beïnvloed door drainages en oppervlaktewater. Ten noorden van de onderzoekslocatie is een sloot aanwezig. 2.4 Voorgaande bodemonderzoeken In de nabije omgeving van de onderzoekslocatie heeft reeds eerder onderzoek plaatsgevonden. In opdracht van Gemeente Aalten heeft Milieutechniek Rouwmaat Groenlo bv op 19 februari 2008 een verkennend bodemonderzoek verricht ter plaatse van een aantal percelen ten westen van onderhavige locatie. Aanleidingen voor het bodemonderzoek waren een eigendomsoverdracht, een bestemmingsplanwijziging en voorgenomen bouwactiviteiten. Kenmerk van het onderzoek is MT.28106. Uit de onderzoeksresultaten kwam naar voren dat de bovengrond plaatselijk licht verontreinigd is met PAK en arseen. In de ondergrond en het grondwater geen van de onderzochte componenten was aangetoond in een concentratie boven de streefwaarde en/of detectiegrens. 2.5 Afbakening locatie voor bodemonderzoek Het vooronderzoek heeft plaatsgevonden op het onderhavige perceel en de aangrenzende terreinen (maximaal tot 50 meter afstand). De geografische afbakening van het besluitvormingsgebied betreft het terrein of terreindeel dat in eigendom overgaat. Het bodemonderzoek heeft plaatsgevonden op het terrein of terreindeel dat in eigendom overgaat. De onderzoekslocatie heeft een oppervlakte van circa 1150 m2.
Rapportnummer: MT.28289
pagina 4 van 11
3
VERWACHTINGSPATROON
3.1 Bodemonderzoek Op basis van de in hoofdstuk 2 verstrekte (historische) informatie is vooraf bekeken in hoeverre de bodem op de onderzoekslocatie verontreinigd kan zijn. Volgens de NEN 5740 dient dan een aanname te worden gemaakt omtrent de kans op bodemverontreiniging. Er wordt hierbij onderscheid gemaakt in verdachte en niet verdachte locaties. Op basis van het vooronderzoek zijn geen deellocaties te onderscheiden. De gehele locatie kan op basis van het vooronderzoek als niet-verdacht worden beschouwd. De hypothese luidt dan ook: De gehele locatie is onverdacht. Ten behoeve van de gehele locatie wordt de 'Onderzoeksstrategie voor een onverdachte locatie (ONV)' gehanteerd. Indien in geen van de monsters één der onderzochte stoffen aanwezig is in een concentratie boven de streefwaarde van de toetsingstabel uit de circulaire "Streefwaarden en interventiewaarden Bodemsanering" (Staatscourant 131, 10 juli 2008), wordt de hypothese aangenomen. 3.2 Asbest Bij het vooronderzoek zijn geen gegevens naar voren gekomen die kunnen duiden op de aanwezigheid van asbest op of in de bodem van de onderzoekslocatie. Teneinde een uitspraak te kunnen doen over de concentratie aan asbest kan een asbestonderzoek uitgevoerd worden conform de NEN 5707 (bodem) en/of NEN 5897 (granulaten). Asbest is in dit onderzoek verder niet beschouwd. Wel wordt tijdens de veldwerkzaamheden gelet op het voorkomen van asbestverdachte materialen, in het opgeboorde materiaal en op de bodem van de onderzoekslocatie.
Rapportnummer: MT.28289
pagina 5 van 11
4
ONDERZOEKSOPZET
4.1 Algemeen De onderzoekslocatie heeft een oppervlakte van circa 1150 m2. Het aantal boringen per laag, het aantal peilbuizen en het aantal te analyseren grond- en grondwatermonsters is omschreven in de NEN 5740 en is afhankelijk van de oppervlakte en eventuele verdachte (deel)locaties. 4.2 Boor- en analysefrequentie De veldwerkzaamheden zijn door Milieutechniek Rouwmaat Groenlo bv (Dhr. T. Huls) uitgevoerd op 15 juli 2008. In de onderstaande tabel is de onderzoeksopzet weergegeven. Aantal boringen (excl. peilbuizen) 6 tot ± 50 cm-mv 1 tot ± 200 cm-mv
Aantal peilbuizen 1
Analyses grond
Analyses water
2 Standaardpakketten grond
1 Standaardpakket grondwater
Standaardpakket grondmonsters • Lutum, en organische stof (volgens AS3010) • Zware metalen (Ba, Cd, Co, Cu, Hg, Pb, Mo, Ni, Zn) (volgens AS3010) • PCB's (volgens AS3010 en AS3020) • Minerale olie (C10-40) )(volgens AS3010) Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen (10 PAK's uit Leidraad Bodembescherming, volgens AS3010) • Standaardpakket grondwatermonsters • Zware metalen (Ba, Cd, Co, Cu, Hg, Pb, Mo, Ni, Zn)(volgens AS3110) • Minerale olie (C10-40), (volgens AS3110) • Vluchtige gehalogeneerde koolwaterstoffen (vinylchloride, 1,1-dichlooretheen, dichloormethaan, trans-1,2-dichlooretheen, cis-1,2-dichlooretheen, som 1,2-dichlooretheen, 1,1-dichloorethaan, chloroform, 1,1,1-trichloorethaan, tetrachloormethaan, 1,2-dichloorethaan, trichlooretheen, 1,2-dichloorpropaan, 1,1-dichloorpropaan, 1,3-dichloorpropaan, som dichloorpropanen, 1,1,2-trichloorethaan, tetrachlooretheen en bromoform,) (volgens AS3110) • vluchtige aromaten (benzeen, tolueen, ethylbenzeen, som xylenen (som o,m,p), styreen, naftaleen) (volgens AS3110 en AS3130)
De boringen worden in trajecten van maximaal 50 cm bemonsterd, of anders afhankelijk van de veldwaarnemingen. De analyses voor milieuhygiënisch bodemonderzoek zullen worden uitgevoerd volgens het accreditatieschema AS3000. De AS3000 is een accreditatieschema waarin de kwaliteitseisen voor laboratoria zijn vastgelegd voor al het milieuhygiënisch bodemonderzoek. AS3000 vormt één van de centrale instrumenten voor bodemonderzoek in het kader van de nieuwe Regeling Bodemkwaliteit van het ministerie voor Volksgezondheid, Ruimtelijke Ordening en Milieu. Alleen analysecertificaten van AS3000 erkende laboratoria worden dan nog geaccepteerd. Milieutechniek Rouwmaat Groenlo bv besteedt haar analyses uit aan een RVA-gecertificeerd laboratorium, welke de AS3000 erkenning in haar bezit heeft. Een week na plaatsing wordt uit de geplaatste peilbuis met behulp van een slangenpomp een grondwatermonster genomen. Ten behoeve van de bepaling van de zware metalen wordt het grondwater in het veld gefiltreerd door een filter met een poriëngrootte van 0,45 micron.
Rapportnummer: MT.28289
pagina 6 van 11
5
RESULTATEN
5.1 Toetsingskader De analyseresultaten van de onderzochte monsters worden vergeleken met de waarden van de toetsingstabel uit de circulaire "Streefwaarden en interventiewaarden Bodemsanering" (Staatscourant 131, d.d. 10 juli 2008) De in deze tabel genoemde toetsingswaarden hebben de volgende betekenis: achtergrond-/streefwaarde = referentiewaarde toetsingswaarde = toetsingswaarde voor nader onderzoek (½(S- + I- waarde)) interventiewaarde = toetsingswaarde voor sanering of saneringsonderzoek De streef-, toetsings- en interventiewaarden voor een aantal stoffen in de grond zijn afhankelijk van het gehalte aan organische stof en lutum. De referentiewaarden voor grond zijn daar waar mogelijk berekend met een door het laboratorium bepaald percentage lutum en organische stof. De bepaling van het gehalte aan lutum en organische stof kan achterwege blijven als voor toepassing van de bodemtypecorrectie wordt gerekend met de laagste percentages aan lutum en organische stof (voor beide 2%). Voor de beoordeling van de verontreinigingssituatie wordt behalve met de toetsingstabel, ook rekening gehouden met de zintuiglijke waarnemingen en eventueel met het gebruik van de bodem. Bij de beoordeling worden de volgende termen toegepast: kleiner dan de achtergrond-/streefwaarde tussen achtergrond-/streefwaarde en toetsingswaarde tussen toetsingswaarde en interventiewaarde groter dan de interventiewaarde
= = = =
niet verontreinigd licht verontreinigd matig verontreinigd sterk verontreinigd
De locatie wordt als verontreinigd beschouwd, indien in een (meng)monster stoffen aanwezig zijn in een concentratie hoger dan de streefwaarde. Overschrijding van de toetsingswaarde houdt in dat er een vermoeden van ernstige bodemverontreiniging bestaat en dat een nader onderzoek moet worden uitgevoerd. Als voor tenminste één stof de gemiddelde concentratie van minimaal 25 m3 grond of 100 m3 grondwater hoger is dan de interventiewaarde is het vermoeden van ernstige bodemverontreiniging bevestigd. 5.2 Verrichte werkzaamheden De veldwerkzaamheden zijn uitgevoerd conform de beoordelingsrichtlijn BRL 2000 veldwerk voor milieuhygiënisch bodemonderzoek, Milieutechniek Rouwmaat Groenlo B.V. is hiervoor gecertificeerd. Het veldwerk is uitgevoerd volgens de van toepassing zijnde normen die in bijlage 6 staan vermeld. In de volgende tabel zijn de verrichte werkzaamheden weergegeven:
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Aantal boringen (excl. peilbuizen)
Aantal peilbuizen
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ 6 boringen (B01, B03, B04, B06, B07, B08) tot ± 50 cm-mv 1 boring (B02) tot ± 200 cm-mv
1 peilbuis (B05) filterstelling 240-340 cm-mv
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Op de tekening in bijlage 1c staan de diverse boringen weergegeven. De boorbeschrijvingen staan beschreven in bijlage 2. Het opgeboorde materiaal is beoordeeld op korrelgrootte (=textuur), kleur, geur en andere bijzonderheden. De eventuele aanwezigheid van olie is aan de hand van een afwijkende bodemkleur (veelal blauwgrijs) en oliegeur beoordeeld. Bovendien is de grond ondergedompeld in water. Indien er een oliefilm op het water ontstaat, kan aan de hand van de dikte en de kleurschakering van de oliefilm het olieproduct indicatief beoordeeld worden. Deze test wordt een oliewaterreaktie genoemd. De geur, kleur en de oliewaterreaktie geven samen een indruk van de mate en soort olieverontreiniging. 5.3 Locale bodemopbouw De bovengrond bestaat overwegend uit donkerbruin, matig fijn zand. Daaronder bestaat de ondergrond overwegend uit lichtbruin, matig fijn zand. Tijdens de monstername bedroeg de grondwaterstand 160 cm-mv voor peilbuis B05. De complete omschrijvingen van de boorprofielen staan vermeld in bijlage 2.
Rapportnummer: MT.28289
pagina 7 van 11
5.4 Zintuiglijke waargenomen bijzonderheden In onderstaande tabel zijn de zintuiglijk waargenomen bijzonderheden weergegeven: Boring B02 B05
Traject (cm-mv) 0-90 20-70
Zintuiglijke afwijking ijzeroersporen ijzeroersporen
Tevens is gelet op het voorkomen van asbest. Visueel is op de bodem en in het opgeboorde materiaal geen asbestverdacht materiaal waargenomen. Teneinde een uitspraak te kunnen doen over de concentratie aan asbest kan een asbestonderzoek uitgevoerd worden conform de NEN 5707 (bodem) en/of NEN 5897 (granulaten). Asbest is in dit onderzoek verder niet beschouwd. 5.5 Metingen watermonstername Tijdens bemonstering van het grondwater, zijn de volgende metingen uitgevoerd: Code
Plaatsingsdatum
Bemonsterings datum
Filterstelling (cm-mv)
B05
15-7-2008
21-7-2008
240-340
Grondwaterstand (cm-mv) 160
Zuurgraad pH
Geleidbaarheid EGV (µS/cm)
7,7
875
Geen van de gemeten waarden wijkt duidelijk af van de waarde, welke gezien de natuurlijke omstandigheden verwacht kan worden. 5.6 Samenstelling (meng)monsters en chemische analyses Op basis van de zintuiglijke waarnemingen zijn (meng)monsters samengesteld van de grond. Bij het samenstellen van mengmonsters bedraagt de laagdikte waarover wordt gemengd in principe 0,5 meter; alleen bij een gelijke bodemkarakteristiek kunnen monsters worden gemengd over een grotere laagdikte. Verschillende grondsoorten (bijvoorbeeld klei, zand en veen) mogen niet worden vermengd. In onderstaande tabel zijn de verschillende (meng)monsters en de uitgevoerde analyses weergegeven. Monster
Samenstelling
M1
1a, 2a, 3a, 4a, 5a, 6a, 7a, 8a 2b, 2c, 5b, 5c, 5d Grondwater
M2 B05
Traject (cm-mv) 0-50
Analyse Standaardpakket grond
50-200 240-340
Standaardpakket grond Standaardpakket grondwater
Motivatie: M-1 is samengesteld uit de individuele grondmonsters van de bovengrond. M-2 is samengesteld uit de individuele grondmonsters van de ondergrond. 5.7 Analyseresultaten In bijlage 3 zijn de analyserapporten van de grond opgenomen en in bijlage 4 van het grondwater. De toetsingstabellen van de analyseresultaten zijn weergegeven in bijlage 5. Indien een "kleiner dan (<)" teken vermeld staat bij de uitslag van een analyse, is de aangetroffen waarde kleiner dan de detectiegrens van het analysetoestel.
Rapportnummer: MT.28289
pagina 8 van 11
In de onderstaande tabel(len) worden de geanalyseerde concentraties aangegeven. De achtergrond-, toetsings- en interventiewaarden van de grond hebben betrekking op een bodem met bepaalde organische stof- en lutumpercentages zoals deze in de tabellen zijn gepresenteerd.
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Verbinding
Grondmonsters M1 M2 (mg/kg.ds) (mg/kg.ds)
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Organische stof (% d.s.) Lutum (% d.s.) Droge stof Droge stof (% d.s.)
3,6 4,9
1,6 3,2
84,7
81,5
Metalen barium cadmium kobalt koper kwik lood molybdeen nikkel zink
48 <0,5 3,4 <10 <0,15 23 <3 7,6 44
-
25 <0,5 4,3 <10 <0,15 <13 <3 11 <20
-
PAK pak-totaal (10 van VROM) naftaleen antraceen fenantreen fluoranteen benzo(a)antraceen chryseen benzo(a)pyreen benzo(ghi)peryleen benzo(k)fluoranteen indeno(1,2,3-cd)pyreen
0,25 <0,01 <0,01 0,02 0,05 0,03 0,02 0,03 0,03 0,02 0,03
<0,1 <0,01 <0,01 <0,01 <0,01 <0,01 <0,01 <0,01 <0,01 <0,01 <0,01
-
Polychloorbifenylen (pcb) PCB 28 PCB 52 PCB 101 PCB 118 PCB 138 PCB 153 PCB 180 som PCB (7)
< < < < < < < <0,01
-
< < < < < < < <0,01
-
<5 <5 <5 <5 <20
-
<5 <5 <5 <5 <20
-
Minerale olie fractie C10 - C12 fractie C12 - C22 fractie C22 - C30 fractie C30 - C40 totaal olie C10 - C40
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ M1: 1a,2a,3a,4a,5a,6a,7a,8a (0-50 cm-mv) M2: 2b,2c,5b,5c,5d (50-200 cm-mv)
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Betekenis van de tekens en afkortingen: Blanco: geen toetsingswaarde vastgesteld, -: onder achtergrondwaarde of detectiegrens, +: tussen achtergrondwaarde en ½(AW+I), ++: tussen ½(AW+I) en interventiewaarde, +++: boven interventiewaarde, n.b.: niet bepaald.
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯
Rapportnummer: MT.28289
pagina 9 van 11
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Verbinding
Grondwatermonster B05 (µg/liter)
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Metalen barium cadmium kobalt koper kwik lood molybdeen nikkel zink
170 <0,8 <5 <15 <0,05 <15 <3,6 <15 <60
+ -
Vluchtige aromaten benzeen tolueen ethylbenzeen o-xyleen p- en m-xyleen xylenen styreen naftaleen
<0,2 <0,3 <0,3 <0,1 <0,2 <0,3 <0,3 <0,2
-
Gehalogeneerde koolwaterstoffen 1,1-dichloorethaan 1,2-dichloorethaan 1,1-dichlooretheen cis-1,2-dichlooretheen trans-1,2-dichlooretheen dichloormethaan 1,1-dichloorpropaan 1,2-dichloorpropaan 1,3-dichloorpropaan som dichloorpropanen tetrachlooretheen tetrachloormethaan 1,1,1-trichloorethaan 1,1,2-trichloorethaan trichlooretheen chloroform vinylchloride
<0,6 <0,6 <0,1 <0,1 <0,1 <0,2 <0,3 <0,3 <0,3 <0,9 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1 <0,6 <0,6 <0,1
-
Minerale olie fractie C10 - C12 fractie C12 - C22 fractie C22 - C30 fractie C30 - C40 totaal olie C10 - C40
<25 <25 <25 <25 <100
-
Diverse organische verbindigen bromoform
<0,2 -
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ B05: (240-340 cm-mv)
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ 5.8 Interpretatie analyseresultaten Uit de analyseresultaten met betrekking tot het grondwater blijkt dat: • Het grondwatermonster B05 licht verontreinigd is met barium. In de vaste bodem geen van de onderzochte componenten was aangetoond in een concentratie boven de streefwaarde en/of detectiegrens.
Rapportnummer: MT.28289
pagina 10 van 11
6
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN
6.1 Algemeen In opdracht van Gemeente Aalten heeft Milieutechniek Rouwmaat Groenlo bv op 15 juli 2008 een verkennend bodemonderzoek verricht ter plaatse van het perceel aan de Keizerweg te De Heurne (gemeente Aalten). Aanleiding voor het bodemonderzoek is een eigendomsoverdracht. Doel van dit onderzoek is om de algemene bodemkwaliteit te bepalen ter plaatse van de onderzoekslocatie, waarmee bekeken kan worden in hoeverre deze bodemkwaliteit een belemmering kan vormen voor het beoogde gebruik en/of de voorgenomen ontwikkelingen. 6.2 Verwachtingspatroon De gehele locatie kan op basis van het vooronderzoek als niet-verdacht worden beschouwd. Bij het vooronderzoek zijn geen gegevens naar voren gekomen die kunnen duiden op de aanwezigheid van asbest op of in de bodem van de onderzoekslocatie. Teneinde een uitspraak te kunnen doen over de concentratie aan asbest kan een asbestonderzoek uitgevoerd worden conform de NEN 5707 (bodem) en/of NEN 5897 (granulaten). Asbest is in dit onderzoek verder niet beschouwd. 6.3 Resultaten De bovengrond bestaat overwegend uit donkerbruin, matig fijn zand. Daaronder bestaat de ondergrond overwegend uit lichtbruin, matig fijn zand. Tijdens de monstername bedroeg de grondwaterstand 160 cm-mv voor peilbuis B05. Tijdens de veldwerkzaamheden is gelet op het voorkomen van asbest. Visueel is op de bodem en in het opgeboorde materiaal geen asbestverdacht materiaal waargenomen. Op zintuiglijke wijze zijn de navolgende afwijkingen waargenomen: (a) Boring B02 (van 0-90 cm-mv) ijzeroersporen; (b) Boring B05 (van 20-70 cm-mv) ijzeroersporen. Op basis van de analyseresultaten kan geconcludeerd worden dat: (a) In de vaste bodem geen van de onderzochte componenten was aangetoond in een concentratie boven de streefwaarde en/of detectiegrens. (b) het grondwater licht verontreinigd is met barium Barium is een zilverachtig wit metaal dat in het milieu gevonden kan worden, waar het van nature voorkomt. Het komt voor in combinatie met andere chemicaliën, zoals zwavel, koolstof of zuurstof. Bariummengsels worden in de olie- en gasindustrie gebruikt om boormodder te maken. Deze modder zorgt ervoor dat het boren door rotsen vergemakkelijkt wordt, doordat de drilboor gesmeerd wordt. Bariummengsels worden ook gebruikt om verf, bakstenen, tegels, glas en rubber te produceren. Vanwege het intensieve gebruik van barium in de industrie, wordt er door menselijke activiteiten veel barium aan het milieu toegevoegd. Hierdoor kan de concentratie barium in de lucht, het water en de bodem hoger zijn dan de concentraties die van nature in het milieu voorkomen. 6.4 Slotconclusie en aanbevelingen De hypothese "De gehele locatie is onverdacht” dient grotendeels aangenomen te worden. Op basis van de onderzoeksresultaten bestaat er ons inziens op grond van de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem geen bezwaar voor de voorgenomen het toekomstige gebruik van het terrein. Eventueel vrijkomende grond kan niet zondermeer in het grondverkeer worden opgenomen. Mocht de grond naar elders worden getransporteerd, dient te worden nagegaan in hoeverre de kwaliteit van de af te voeren grond overeenstemt met de verwerkingsmogelijkheden die voor de betreffende stort- c.q. hergebruikslocatie gelden. Deze zijn geformuleerd in het Besluit bodemkwaliteit. Aanbevolen wordt dan ook de eindverwerkingslocatie in overleg met het bevoegd gezag vast te stellen. Mocht grondwater onttrokken worden t.b.v. bemaling, dient bekeken te worden in hoeverre de grondwaterkwaliteit de lozingsnormen overschrijdt. Ondanks de zorgvuldigheid waarmee het onderzoek is uitgevoerd, is het altijd mogelijk dat eventueel lokaal voorkomende verontreinigingen niet zijn ontdekt.
Rapportnummer: MT.28289
pagina 11 van 11
BIJLAGE 1A
TOPOGRAFISCHE KAART
Omgevingskaart
0m
125 m
625 m
Deze kaart is noordgericht. Schaal 1: 12500 Hier bevindt zich Kadastraal object DINXPERLO F 381 Keizerweg , DE HEURNE © De auteursrechten en databankenrechten zijn voorbehouden aan de Topografische Dienst Kadaster.
BIJLAGE 1B
KADASTRALE KAART MET GEGEVENS
Uittreksel Kadastrale Kaart
3852
381
3853
0m
12345 25
Deze kaart is noordgericht Perceelnummer Huisnummer Kadastrale grens Bebouwing Overige topografie
Voor een eensluidend uittreksel, ARNHEM, 14 juli 2008 De bewaarder van het kadaster en de openbare registers
5m
25 m
Schaal 1:500 Kadastrale gemeente Sectie Perceel
DINXPERLO F 381
Aan dit uittreksel kunnen geen betrouwbare maten worden ontleend. De Dienst voor het kadaster en de openbare registers behoudt zich de intellectuele eigendomsrechten voor, waaronder het auteursrecht en het databankenrecht.
BIJLAGE 1C
SITUATIETEKENING MET BOORLOCATIES
BIJLAGE 2
BOORBESCHRIJVINGEN Betekenis van afkortingen G/g
: grind/grindig
O/o
: Olie
Blinde buis
:
Z/z
: zand/zandig
P/p
: Puin
Klei-afdichting
:
L/s
: leem/siltig
T/t
: Stoeptegels
Filter
:
K/k
: klei/kleiig
V/h
: veen/humeus
Grondwaterst.
:
m
: mineraal arm
Geroerd monster
:
Overig Ongeroerd monster
:
Projectcode 28289
Projectnaam Keizerweg F381
Boornummer B01
Locatie Gehele terrein
Beschrijver Theo Huls
Boorfirma Rouwmaat
Boormethode Edelmanboor
Maaiveldhoogte
Datum x; y 15-7-200 231.265; 434.228 m 8 Globale grondwaterstand
Boorprofiel getekend volgens NEN 5104 Bodemmonster
Projectcode 28289
Projectnaam Keizerweg F381
Boornummer B02
Locatie Gehele terrein
Beschrijver Theo Huls
Boorfirma Rouwmaat
Boormethode Edelmanboor
Maaiveldhoogte
Boorprofiel getekend volgens NEN 5104
Bodemonderzoek
0 m
Bodemmonster
0-40; Matig fijn zand, matig humeus, licht siltig; kleur: donkerbruin
1A
Datum x; y 15-7-200 231.259; 434.241 m 8 Globale grondwaterstand 130 cm-mv
Bodemonderzoek
0 m
0-50; Matig fijn zand, matig humeus, licht siltig; Ijzeroersporen; kleur: donkerbruin
2A
40-50; Matig fijn zand, licht siltig; kleur: bruin 50-90; Matig fijn zand, licht siltig; Ijzeroersporen; kleur: lichtbruin 2B 1 m
90-100; Matig fijn zand, matig siltig; kleur: lichtgrijsbruin 100-150; Matig fijn zand, matig siltig; kleur: lichtgrijsbruin
1 m 2C
2 m
2 m
3 m
3 m
4 m
4 m
5 m
5 m
Projectcode 28289
Projectnaam Keizerweg F381
Boornummer B03
Locatie Gehele terrein
Beschrijver Theo Huls
Boorfirma Rouwmaat
Boormethode Edelmanboor
Maaiveldhoogte
Datum x; y 15-7-200 231.258; 434.253 m 8 Globale grondwaterstand
Boorprofiel getekend volgens NEN 5104 Bodemmonster
0 m 3A
Projectcode 28289
Projectnaam Keizerweg F381
Boornummer B04
Locatie Gehele terrein
Beschrijver Theo Huls
Boorfirma Rouwmaat
Boormethode Edelmanboor
Maaiveldhoogte
Datum x; y 15-7-200 231.251; 434.264 m 8 Globale grondwaterstand
Boorprofiel getekend volgens NEN 5104
Bodemonderzoek
Bodemmonster
0-40; Matig fijn zand, matig humeus, licht siltig; kleur: donkerbruin
0 m 4A
40-50; Matig fijn zand, licht siltig; kleur: bruin
1 m
1 m
2 m
2 m
3 m
3 m
4 m
4 m
5 m
5 m
Bodemonderzoek
0-50; Matig fijn zand, matig humeus, matig siltig; kleur: donkerbruin
Projectcode 28289
Projectnaam Keizerweg F381
Boornummer B05
Locatie Gehele terrein
Beschrijver Theo Huls
Boorfirma Rouwmaat
Boormethode Edelmanboor, pulsboor
Maaiveldhoogte
Datum x; y 15-7-200 231.257; 434.265 m 8 Globale grondwaterstand 160 cm-mv
Boorprofiel getekend volgens NEN 5104 Fltr. Bodembuis monster
Projectcode 28289
Projectnaam Keizerweg F381
Boornummer B06
Locatie Gehele terrein
Beschrijver Theo Huls
Boorfirma Rouwmaat
Boormethode Edelmanboor
Maaiveldhoogte
Boorprofiel getekend volgens NEN 5104
Bodemonderzoek
0 m
Bodemmonster
0-20; Matig fijn zand, matig humeus, licht siltig; kleur: donkerbruin 20-50; Matig fijn zand, licht siltig; Ijzeroersporen; kleur: bruin
5A
Datum x; y 15-7-200 231.244; 434.278 m 8 Globale grondwaterstand
Bodemonderzoek
0 m
0-50; Matig fijn zand, matig humeus, matig siltig; kleur: donkerbruin
6A
50-70; Matig fijn zand, licht siltig; Ijzeroersporen; kleur: bruin 70-100; Matig fijn zand, matig humeus, licht siltig; kleur: donkerbruin
5B 1 m
100-120; Matig fijn zand, matig humeus, licht siltig; kleur: donkerbruin 120-150; Matig fijn zand, matig siltig; kleur: grijs
5C
1 m
150-200; Matig fijn zand, matig siltig; kleur: grijs G.W. 5D 2 m
200-250; Matig fijn zand, matig siltig; kleur: grijs
2 m
250-350; Matig grof zand, licht siltig; kleur: grijs
3 m
3 m
4 m
4 m
5 m pH 7,7
5 m Grondwaterbemonstering: 21-7-2008 Temperatuur Grondwaterstand 13,7 °C 160 cm-mv
EGV 875 µS/cm
Diepte 340 cm-mv
Projectcode 28289
Projectnaam Keizerweg F381
Boornummer B07
Locatie Gehele terrein
Beschrijver Theo Huls
Boorfirma Rouwmaat
Boormethode Edelmanboor
Maaiveldhoogte
Monsternemingsfilter Perforatie 240-340 cm-mv
Datum x; y 15-7-200 231.243; 434.280 m 8 Globale grondwaterstand
Boorprofiel getekend volgens NEN 5104 Bodemmonster
0 m 7A
Projectcode 28289
Projectnaam Keizerweg F381
Boornummer B08
Locatie Gehele terrein
Beschrijver Theo Huls
Boorfirma Rouwmaat
Boormethode Edelmanboor
Maaiveldhoogte
Datum x; y 15-7-200 231.257; 434.275 m 8 Globale grondwaterstand
Boorprofiel getekend volgens NEN 5104
Bodemonderzoek
Bodemmonster
0-50; Matig fijn zand, matig humeus, matig siltig; kleur: donkerbruin
0 m 8A
1 m
1 m
2 m
2 m
3 m
3 m
4 m
4 m
5 m
5 m
Bodemonderzoek
0-50; Matig fijn zand, matig humeus, matig siltig; kleur: donkerbruin
BIJLAGE 3
ANALYSERAPPORTEN GROND
ALcontrol B.V. Steenhouwerstraat 15 · 3194 AG Hoogvliet Tel.: (010) 2314700 · Fax: (010) 4163034 www.alcontrol.nl
Analyserapport
Milieutechniek Rouwmaat Groenlo BV Henk Broekhuijsen Postbus 74 7140 AB GROENLO
Uw projectnaam Uw projectnummer ALcontrol rapportnummer
Blad 1 van 6
: Keizerweg F381 : 28289 : 11337881, versie nummer: 1
Hoogvliet, 21-07-2008
Geachte heer/mevrouw, Hierbij ontvangt u de analyse resultaten van het laboratoriumonderzoek ten behoeve van uw project 28289. Het onderzoek werd uitgevoerd conform uw opdracht. De door u aangegeven omschrijvingen voor de monsters en het project zijn overgenomen in dit analyserapport. Het onderzoek is, met uitzondering van eventueel uitbesteed onderzoek, uitgevoerd door ALcontrol Laboratories, gevestigd aan de Steenhouwerstraat 15 in Hoogvliet (NL). Dit analyserapport bestaat inclusief bijlagen uit 6 pagina's. Alle bijlagen maken onlosmakelijk onderdeel uit van het rapport. Alleen vermenigvuldiging van het hele rapport is toegestaan. Uitgebreide informatie over de door ons gehanteerde analysemethoden kunt u terugvinden in onze informatiegids. Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben naar aanleiding van dit rapport, bijvoorbeeld als u nadere informatie nodig heeft over de meetonzekerheid van de analyseresultaten in dit rapport, dan verzoeken wij u vriendelijk contact op te nemen met de afdeling Customer Support. Wij vertrouwen er op u met deze informatie van dienst te zijn. Hoogachtend,
drs. J.H.F. van der Wart Managing Director Environmental
ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
Milieutechniek Rouwmaat Groenlo BV Henk Broekhuijsen Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 2 van 6
Analyserapport
Keizerweg F381 28289 11337881 - 1
Orderdatum 15-07-2008 Startdatum 15-07-2008 Rapportagedatum 21-07-2008
Analyse
Eenheid
Q
droge stof gewicht artefacten aard van de artefacten
gew.-% g g
S S S
84.7 <1 Geen
81.5 <1 Geen
organische stof (gloeiverlies)
% vd DS
S
3.6
1.6
KORRELGROOTTEVERDELING lutum (bodem) % vd DS
S
4.9
3.2
METALEN barium cadmium kobalt koper kwik lood molybdeen nikkel zink
S S S S S S S S S
48 <0.5 3.4 <10 <0.15 23 <3 7.6 44
25 <0.5 4.3 <10 <0.15 <13 <3 11 <20
POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN <0.01 naftaleen mg/kgds S 0.02 fenantreen mg/kgds S <0.01 antraceen mg/kgds S 0.05 fluoranteen mg/kgds S 0.03 benzo(a)antraceen mg/kgds S 0.02 chryseen mg/kgds S 0.02 benzo(k)fluoranteen mg/kgds S 0.03 benzo(a)pyreen mg/kgds S 0.03 benzo(ghi)peryleen mg/kgds S 0.03 indeno(1,2,3-cd)pyreen mg/kgds S 0.25 pak-totaal (10 van VROM) mg/kgds S 0.27 pak-totaal (10 van VROM) mg/kgds S (0.7 factor)
<0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.01 <0.1 0.07
mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds
POLYCHLOORBIFENYLEN (PCB) PCB 28 µg/kgds PCB 52 µg/kgds PCB 101 µg/kgds
001
S S S
1) 2)
<2 <2 <2
002
1) 2)
<2 <2 <2
De met S gemerkte analyses zijn geaccrediteerd en vallen onder de AS3000 erkenning door de ministeries VROM en V&W. Overige accreditaties zijn gemerkt met een Q.
Nummer
Monstersoort
Monsterspecificatie
001
Grond (AS3000)
M1 1-1, 2-1, 3-1, 4-1, 5-1, 6-1, 7-1, 8-1>M1
002
Grond (AS3000)
M2 2-2, 2-3, 5-2, 5-3, 5-4>M2
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
Milieutechniek Rouwmaat Groenlo BV Henk Broekhuijsen Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 3 van 6
Analyserapport
Keizerweg F381 28289 11337881 - 1
Orderdatum 15-07-2008 Startdatum 15-07-2008 Rapportagedatum 21-07-2008
Analyse
Eenheid
Q
001
002
PCB 118 PCB 138 PCB 153 PCB 180 som PCB (7) som PCB (7) (0.7 factor)
µg/kgds µg/kgds µg/kgds µg/kgds µg/kgds µg/kgds
S S S S S S
<2 <2 <2 <2 <14 9.8
<2 <2 <2 <2 <14 9.8
MINERALE OLIE fractie C10 - C12 fractie C12 - C22 fractie C22 - C30 fractie C30 - C40 totaal olie C10 - C40
mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds mg/kgds
S
<5 <5 <5 <5 <20
<5 <5 <5 <5 <20
De met S gemerkte analyses zijn geaccrediteerd en vallen onder de AS3000 erkenning door de ministeries VROM en V&W. Overige accreditaties zijn gemerkt met een Q.
Nummer
Monstersoort
Monsterspecificatie
001
Grond (AS3000)
M1 1-1, 2-1, 3-1, 4-1, 5-1, 6-1, 7-1, 8-1>M1
002
Grond (AS3000)
M2 2-2, 2-3, 5-2, 5-3, 5-4>M2
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
Milieutechniek Rouwmaat Groenlo BV Henk Broekhuijsen Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Keizerweg F381 28289 11337881 - 1
Blad 4 van 6
Analyserapport Orderdatum 15-07-2008 Startdatum 15-07-2008 Rapportagedatum 21-07-2008
Monster beschrijvingen
001
*
De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000
002
*
De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000
Voetnoten 1 2
De sommatie is een optelling van de ruwe waarden waarna de berekening heeft plaatsgevonden. De sommatie na verrekening van de 0.7 factor conform AS3000
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
Milieutechniek Rouwmaat Groenlo BV Henk Broekhuijsen Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 5 van 6
Analyserapport
Keizerweg F381 28289 11337881 - 1
Orderdatum 15-07-2008 Startdatum 15-07-2008 Rapportagedatum 21-07-2008
Analyse
Monstersoort
Relatie tot norm
droge stof
Grond (AS3000)
gewicht artefacten aard van de artefacten organische stof (gloeiverlies) lutum (bodem) barium cadmium kobalt koper kwik lood molybdeen nikkel zink naftaleen fenantreen antraceen fluoranteen benzo(a)antraceen chryseen benzo(k)fluoranteen benzo(a)pyreen benzo(ghi)peryleen indeno(1,2,3-cd)pyreen pak-totaal (10 van VROM) pak-totaal (10 van VROM) (0.7 factor) PCB 28 PCB 52 PCB 101 PCB 118 PCB 138 PCB 153 PCB 180 som PCB (7) som PCB (7) (0.7 factor) totaal olie C10 - C40
Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000)
Grond: gelijkwaardig aan NEN-ISO 11465, conform CMA/2/II/A. Grond (AS3000): conform AS3010-2 Conform AS3000, NEN 5709 Idem Grond/Puin: gelijkwaardig aan NEN 5754. Grond (AS3000): conform AS3010 Grond: eigen methode. Grond (AS3000): conform AS3010-6 Conform AS3010-8, NEN 6966 ontsluiting: NEN 6961 Idem Idem Idem Conform AS3010-8, NEN-ISO 16772 ontsluiting: NEN 6961 Conform AS3010-8, NEN 6966 ontsluiting: NEN 6961 Idem Idem Idem Conform AS3010 Conform AS3010-9 Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem
Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000) Grond (AS3000)
Conform AS3020 Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Conform AS3010-11
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
Milieutechniek Rouwmaat Groenlo BV Henk Broekhuijsen Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 6 van 6
Analyserapport
Keizerweg F381 28289 11337881 - 1
Orderdatum 15-07-2008 Startdatum 15-07-2008 Rapportagedatum 21-07-2008
Monster
Barcode
Aanlevering
Monstername
Verpakking
001 001 001 001 001 001 001 001 002 002 002 002 002
Y1131111 Y1131112 Y1131113 Y1131263 Y1131286 Y1131289 Y1131301 Y1131302 Y1131233 Y1131275 Y1131300 Y1131306 Y1131319
16-07-2008 16-07-2008 16-07-2008 16-07-2008 16-07-2008 16-07-2008 16-07-2008 16-07-2008 16-07-2008 16-07-2008 16-07-2008 16-07-2008 16-07-2008
15-07-2008 15-07-2008 15-07-2008 15-07-2008 15-07-2008 15-07-2008 15-07-2008 15-07-2008 15-07-2008 15-07-2008 15-07-2008 15-07-2008 15-07-2008
ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201 ALC201
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
BIJLAGE 4
ANALYSERAPPORTEN GRONDWATER
ALcontrol B.V. Steenhouwerstraat 15 · 3194 AG Hoogvliet Tel.: (010) 2314700 · Fax: (010) 4163034 www.alcontrol.nl
Analyserapport
Milieutechniek Rouwmaat Groenlo BV Henk Broekhuijsen Postbus 74 7140 AB GROENLO
Uw projectnaam Uw projectnummer ALcontrol rapportnummer
Blad 1 van 6
: Keizerweg F381 : 28289 : 11339667, versie nummer: 1
Hoogvliet, 23-07-2008
Geachte heer/mevrouw, Hierbij ontvangt u de analyse resultaten van het laboratoriumonderzoek ten behoeve van uw project 28289. Het onderzoek werd uitgevoerd conform uw opdracht. De door u aangegeven omschrijvingen voor de monsters en het project zijn overgenomen in dit analyserapport. Het onderzoek is, met uitzondering van eventueel uitbesteed onderzoek, uitgevoerd door ALcontrol Laboratories, gevestigd aan de Steenhouwerstraat 15 in Hoogvliet (NL). Dit analyserapport bestaat inclusief bijlagen uit 6 pagina's. Alle bijlagen maken onlosmakelijk onderdeel uit van het rapport. Alleen vermenigvuldiging van het hele rapport is toegestaan. Uitgebreide informatie over de door ons gehanteerde analysemethoden kunt u terugvinden in onze informatiegids. Mocht u vragen en/of opmerkingen hebben naar aanleiding van dit rapport, bijvoorbeeld als u nadere informatie nodig heeft over de meetonzekerheid van de analyseresultaten in dit rapport, dan verzoeken wij u vriendelijk contact op te nemen met de afdeling Customer Support. Wij vertrouwen er op u met deze informatie van dienst te zijn. Hoogachtend,
drs. J.H.F. van der Wart Managing Director Environmental
ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
Milieutechniek Rouwmaat Groenlo BV Henk Broekhuijsen Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 2 van 6
Analyserapport
Keizerweg F381 28289 11339667 - 1
Orderdatum 21-07-2008 Startdatum 21-07-2008 Rapportagedatum 23-07-2008
Analyse
Eenheid
Q
METALEN barium cadmium kobalt koper kwik lood molybdeen nikkel zink
µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l
S S S S S S S S S
170 <0.8 <5 <15 <0.05 <15 <3.6 <15 <60
VLUCHTIGE AROMATEN benzeen tolueen ethylbenzeen o-xyleen p- en m-xyleen xylenen styreen naftaleen
µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l
S S S S S S S S
<0.2 <0.3 <0.3 <0.1 <0.2 <0.3 <0.3 <0.2
GEHALOGENEERDE KOOLWATERSTOFFEN 1,1-dichloorethaan µg/l S 1,2-dichloorethaan µg/l S 1,1-dichlooretheen µg/l S cis-1,2-dichlooretheen µg/l S trans-1,2-dichlooretheen µg/l S som (cis,trans) 1,2µg/l S dichloorethenen som (cis,trans) 1,2µg/l S dichloorethenen (0.7 factor) dichloormethaan µg/l S 1,1-dichloorpropaan µg/l S 1,2-dichloorpropaan µg/l S 1,3-dichloorpropaan µg/l S som dichloorpropanen µg/l S som dichloorpropanen (0.7 µg/l S factor) tetrachlooretheen µg/l S tetrachloormethaan µg/l S
001
<0.6 <0.6 <0.1 <0.1 <0.1 <0.2 0.14 <0.2 <0.3 <0.3 <0.3 <0.9 0.63 <0.1 <0.1
De met S gemerkte analyses zijn geaccrediteerd en vallen onder de AS3000 erkenning door de ministeries VROM en V&W. Overige accreditaties zijn gemerkt met een Q.
Nummer
Monstersoort
Monsterspecificatie
001
Grondwater (AS3000)
B05
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
Milieutechniek Rouwmaat Groenlo BV Henk Broekhuijsen Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 3 van 6
Analyserapport
Keizerweg F381 28289 11339667 - 1
Orderdatum 21-07-2008 Startdatum 21-07-2008 Rapportagedatum 23-07-2008
Analyse
Eenheid
Q
001
1,1,1-trichloorethaan 1,1,2-trichloorethaan trichlooretheen chloroform vinylchloride bromoform
µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l
S S S S S S
<0.1 <0.1 <0.6 <0.6 <0.1 <0.2
MINERALE OLIE fractie C10 - C12 fractie C12 - C22 fractie C22 - C30 fractie C30 - C40 totaal olie C10 - C40
µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l
S
<25 <25 <25 <25 <100
De met S gemerkte analyses zijn geaccrediteerd en vallen onder de AS3000 erkenning door de ministeries VROM en V&W. Overige accreditaties zijn gemerkt met een Q.
Nummer
Monstersoort
Monsterspecificatie
001
Grondwater (AS3000)
B05
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
Milieutechniek Rouwmaat Groenlo BV Henk Broekhuijsen Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Keizerweg F381 28289 11339667 - 1
Blad 4 van 6
Analyserapport Orderdatum 21-07-2008 Startdatum 21-07-2008 Rapportagedatum 23-07-2008
Monster beschrijvingen
001
*
De monstervoorbehandeling en analyses zijn uitgevoerd conform Accreditatieschema AS3000
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
Milieutechniek Rouwmaat Groenlo BV Henk Broekhuijsen Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 5 van 6
Analyserapport
Keizerweg F381 28289 11339667 - 1
Orderdatum 21-07-2008 Startdatum 21-07-2008 Rapportagedatum 23-07-2008
Analyse
Monstersoort
Relatie tot norm
barium
Grondwater (AS3000)
cadmium kobalt koper kwik lood
Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000)
molybdeen nikkel zink benzeen tolueen ethylbenzeen o-xyleen p- en m-xyleen xylenen styreen naftaleen 1,1-dichloorethaan 1,2-dichloorethaan 1,1-dichlooretheen cis-1,2-dichlooretheen trans-1,2-dichlooretheen som (cis,trans) 1,2dichloorethenen som (cis,trans) 1,2dichloorethenen (0.7 factor) dichloormethaan 1,1-dichloorpropaan 1,2-dichloorpropaan 1,3-dichloorpropaan som dichloorpropanen som dichloorpropanen (0.7 factor) tetrachlooretheen tetrachloormethaan 1,1,1-trichloorethaan 1,1,2-trichloorethaan trichlooretheen chloroform vinylchloride
Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000)
Conform AS3110-3 en Conform NEN 6966 (meting conform NEN-EN-ISO 11885) Idem Idem Idem Conform AS3110-3 en Conform NEN-EN 13506 Conform AS3110-3 en Conform NEN 6966 (meting conform NEN-EN-ISO 11885) Idem Idem Idem Conform AS3130-1 Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem
Grondwater (AS3000)
Idem
Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000)
Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
Milieutechniek Rouwmaat Groenlo BV Henk Broekhuijsen Projectnaam Projectnummer Rapportnummer
Blad 6 van 6
Analyserapport
Keizerweg F381 28289 11339667 - 1
Orderdatum 21-07-2008 Startdatum 21-07-2008 Rapportagedatum 23-07-2008
Analyse
Monstersoort
Relatie tot norm
bromoform totaal olie C10 - C40
Grondwater (AS3000) Grondwater (AS3000)
Idem Conform AS3110-5
Monster
Barcode
Aanlevering
Monstername
Verpakking
001 001 001
B0712784 G5670871 G5670877
21-07-2008 21-07-2008 21-07-2008
21-07-2008 21-07-2008 21-07-2008
ALC204 ALC236 ALC236
Paraaf : ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR. L 028 AL ONZE WERKZAAMHEDEN WORDEN UITGEVOERD ONDER DE ALGEMENE VOORWAARDEN GEDEPONEERD BIJ DE KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN TE ROTTERDAM INSCHRIJVING HANDELSREGISTER: KVK ROTTERDAM 24265286
BIJLAGE 5
TOETSINGSTABELLEN
In de onderstaande tabel(len) worden de geanalyseerde concentraties aangegeven. De achtergrond-, toetsings- en interventiewaarden van de grond hebben betrekking op een bodem met bepaalde organische stof- en lutumpercentages zoals deze in de tabellen zijn gepresenteerd.
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Grondmonster Verbinding
M1 (mg/kg.ds)
AW ½(AW+I)
I
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Organische stof (% d.s.) Lutum (% d.s.) Droge stof Droge stof (% d.s.) Metalen barium cadmium kobalt koper kwik lood molybdeen nikkel zink
3,6 4,9
84,7
48 <0,5 3,4 <10 <0,15 23 <3 7,6 44
-
67 0,39 5,6 22 0,11 34
143 4,1 47,8 64 3,7 200 100 52,2 215
220 7,8 90 106 7,4 365 200 89 361
0,25 -
1,5
20,8
40
PAK pak-totaal (10 van VROM) naftaleen antraceen fenantreen fluoranteen benzo(a)antraceen chryseen benzo(a)pyreen benzo(ghi)peryleen benzo(k)fluoranteen indeno(1,2,3-cd)pyreen
<0,01 <0,01 0,02 0,05 0,03 0,02 0,03 0,03 0,02 0,03
Polychloorbifenylen (pcb) PCB 28 PCB 52 PCB 101 PCB 118 PCB 138 PCB 153 PCB 180 som PCB (7)
< < < < < < < <0,01
-
0,0072 0,0072 0,0072 0,0072 0,0072 0,0072 0,0072 0,0072
0,18 0,18 0,18 0,18 0,18 0,18 0,18 0,18
0,36 0,36 0,36 0,36 0,36 0,36 0,36 0,36
<5 <5 <5 <5 <20
-
68
934
1800
Minerale olie fractie C10 - C12 fractie C12 - C22 fractie C22 - C30 fractie C30 - C40 totaal olie C10 - C40
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ M1: 1a,2a,3a,4a,5a,6a,7a,8a (0-50 cm-mv)
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Betekenis van de tekens en afkortingen: Blanco: geen toetsingswaarde vastgesteld, -: onder achtergrondwaarde of detectiegrens, +: tussen achtergrondwaarde en ½(AW+I), ++: tussen ½(AW+I) en interventiewaarde, +++: boven interventiewaarde, n.b.: niet bepaald.
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Grondmonster Verbinding
M2 (mg/kg.ds)
AW ½(AW+I)
I
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Organische stof (% d.s.) Lutum (% d.s.) Droge stof Droge stof (% d.s.) Metalen barium cadmium kobalt koper kwik lood molybdeen nikkel zink
1,6 3,2
81,5
25 <0,5 4,3 <10 <0,15 <13 <3 11 <20
-
56 0,35 4,8 20 0,11 32
121 3,7 41 57 3,6 187 100 46,2 190
185 7 77 94 7,1 342 200 79 319
<0,1 -
1,5
20,8
40
PAK pak-totaal (10 van VROM) naftaleen antraceen fenantreen fluoranteen benzo(a)antraceen chryseen benzo(a)pyreen benzo(ghi)peryleen benzo(k)fluoranteen indeno(1,2,3-cd)pyreen
<0,01 <0,01 <0,01 <0,01 <0,01 <0,01 <0,01 <0,01 <0,01 <0,01
-
Polychloorbifenylen (pcb) PCB 28 PCB 52 PCB 101 PCB 118 PCB 138 PCB 153 PCB 180 som PCB (7)
< < < < < < < <0,01
-
0,004 0,004 0,004 0,004 0,004 0,004 0,004 0,004
0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1 0,1
0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2 0,2
<5 <5 <5 <5 <20
-
38
519
1000
Minerale olie fractie C10 - C12 fractie C12 - C22 fractie C22 - C30 fractie C30 - C40 totaal olie C10 - C40
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ M2: 2b,2c,5b,5c,5d (50-200 cm-mv)
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Grondwatermonster Verbinding
B05 (µg/liter)
S
½(S+I)
I
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Metalen barium cadmium kobalt koper kwik lood molybdeen nikkel zink Vluchtige aromaten benzeen tolueen ethylbenzeen o-xyleen p- en m-xyleen xylenen Styreen (vinylbenzeen) naftaleen Gehalogeneerde koolwaterstoffen 1,1-dichloorethaan 1,2-dichloorethaan 1,1-dichlooretheen cis-1,2-dichlooretheen trans-1,2dichlooretheen dichloormethaan 1,1-dichloorpropaan 1,2-dichloorpropaan 1,3-dichloorpropaan som dichloorpropanen Tetrachlooretheen (Per) Tetrachloormethaan (Tetra) 1,1,1-trichloorethaan 1,1,2-trichloorethaan Trichlooretheen (Tri) Chloroform (trichloormethaan) vinylchloride
170 <0,8 <5 <15 <0,05 <15 <3,6 <15 <60
+ -
50 0,4 20 15 0,05 15 5 15 65
338 3,2 60 45 0,18 45 153 45 433
625 6 100 75 0,3 75 300 75 800
<0,2 <0,3 <0,3 <0,1 <0,2 <0,3 <0,3 <0,2
-
0,2 7 4 0,2 0,2 0,2 6 0,01
15,1 504 77 35 35 35 153 35
30 1000 150 70 70 70 300 70
<0,6 <0,6 <0,1 <0,1 <0,1
-
7 7 0,01 0,01 0,01
454 204 5 10 10
900 400 10 20 20
<0,2 <0,3 <0,3 <0,3 <0,9 <0,1
-
0,01 0,8 0,8 0,8 0,8 0,01
500 40 40 40 40 20
1000 80 80 80 80 40
<0,1 -
0,01
5
10
<0,1 <0,1 <0,6 <0,6
-
0,01 0,01 24 6
150 65 262 203
300 130 500 400
<0,1 -
0,01
2,5
5
325
600
Minerale olie fractie C10 - C12 fractie C12 - C22 fractie C22 - C30 fractie C30 - C40 totaal olie C10 - C40
<25 <25 <25 <25 <100
-
50
Diverse organische verbindingen bromoform
<0,2 -
-
630
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ B05: (240-340 cm-mv)
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯
BIJLAGE 6 Toegepaste normen (behalve voor laboratoriumonderzoek) NEN 5104 NVN 5730 NVN 5725
Geotechniek Bodem Bodem
NEN 5740 NPR 5741
Bodem Bodem
NPR 6616 NEN 5742
Water en slib Bodem
NEN 5743 NEN 5744
Bodem Bodem
NEN 5745 NEN 5120 NEN 5751 NEN 5733 NEN 5766 NEN 5861 NEN-EN-ISO 5667-3 NEN-ISO 7888 SIKB protocol 2001 SIKB protocol 2002 SIKB protocol 2018
Bodem Geotechniek Bodem Bodem Bodem Milieu Water
Classificatie van onverharde grondmonsters Monstervoorbehandeling voor de bepaling van organische parameters in grond Richtlijn voor het uitvoeren van vooronderzoek bij verkennend, orienterend en nader onderzoek Onderzoeksstrategie bij verkennend bodemonderzoek Boorsystemen en monsternemingstoestellen voor grond, sediment en grondwater, die worden toegepast bij bodemverontreinigingsonderzoek Routinebepaling van de pH Monsterneming van grond en sediment t.b.v. de bepaling van metalen, anorganische verbindingen, matig vluchtige organische verbindingen en fysisch/chemische bodemkenmerken. Monsterneming van grond en sediment t.b.v. de bepaling van vluchtige verbindingen. Monsterneming van grondwater t.b.v. de bepaling van metalen, anorganische verbindingen, matig vluchtige organische verbindingen en fysisch/chemische eigenschappen. Monsterneming van grondwater t.b.v. de bepaling van vluchtige verbindingen. Bepaling van stijghoogten van grondwater door middel van peilbuizen . Voorbereiding van het monster voor fysisch-chemische analyses Bepaling van de korrelgrootte m.b.v. zeef en pipet Plaatsing van peilbuizen ten behoeve van milieukundig bodemonderzoek Procedures voor monsteroverdracht Bemonstering - Deel 3: Richtlijnen voor de conservering en behandeling van monsters
Water
Bepaling van het elektrisch geleidingsvermogen
Milieu Water
Plaatsen van handboringen en peilbuizen, maken van boorbeschrijvingen, nemen van grondmonsters en waterpassen Het nemen van grondwatermonsters
Asbest
Locatie-inspectie en monsterneming van asbest in bodem
Milieutechniek Rouwmaat Groenlo bv Postbus 74 7140 AB Groenlo TEL. 0544-474040
Den Sliem 93 7141 JG Groenlo FAX. 0544-474049
Verkennend bodemonderzoek Keizerweg 4a te De Heurne
Opdrachtgever Contactpersoon Adres Postcode & plaats
: : : :
Rapportnummer
: MT.20113
Groenlo, 5 mei 2010
Gemeente Aalten Dhr. H. Roebers Postbus 119 7120 AC Aalten
Opgesteld:
Paraaf:
F.H. Broekhuijsen Geautoriseerd:
Paraaf:
N. Looman
Dit document is eigendom van de opdrachtgever en mag door hem gebruikt worden voor het doel waarvoor het is vervaardigd. De auteursrechten van dit document blijven berusten bij Milieutechniek Rouwmaat Groenlo b.v.
INHOUDSOPGAVE 1
INLEIDING----------------------------------------------------------------------------------------------------- 3
2
VOORINFORMATIE ---------------------------------------------------------------------------------------- 4 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
3
LOCATIESPECIFIEKE INFORMATIE -------------------------------------------------------------------------------------------4 OMGEVINGSGEGEVENS ------------------------------------------------------------------------------------------------------4 GEOHYDROLOGISCHE GEGEVENS ------------------------------------------------------------------------------------------4 VOORGAANDE BODEMONDERZOEKEN--------------------------------------------------------------------------------------4 AFBAKENING LOCATIE VOOR BODEMONDERZOEK ------------------------------------------------------------------------4
VERWACHTINGSPATROON ---------------------------------------------------------------------------- 5 3.1 3.2
4
BODEMONDERZOEK ----------------------------------------------------------------------------------------------------------5 ASBEST ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------5
ONDERZOEKSOPZET------------------------------------------------------------------------------------- 6 4.1 4.2
5
ALGEMEEN---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------6 BOOR- EN ANALYSEFREQUENTIE -------------------------------------------------------------------------------------------6
RESULTATEN ------------------------------------------------------------------------------------------------ 7 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8
6
TOETSINGSKADER ------------------------------------------------------------------------------------------------------------7 VERRICHTE WERKZAAMHEDEN ----------------------------------------------------------------------------------------------7 LOCALE BODEMOPBOUW ----------------------------------------------------------------------------------------------------7 ZINTUIGLIJKE WAARGENOMEN BIJZONDERHEDEN ------------------------------------------------------------------------8 METINGEN WATERMONSTERNAME------------------------------------------------------------------------------------------8 SAMENSTELLING (MENG)MONSTERS EN CHEMISCHE ANALYSES--------------------------------------------------------8 ANALYSERESULTATEN -------------------------------------------------------------------------------------------------------8 INTERPRETATIE ANALYSERESULTATEN----------------------------------------------------------------------------------- 10
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN --------------------------------------------------------------- 12 6.1 6.2 6.3 6.4
BIJLAGEN a BIJLAGE 1 BIJLAGE 1b BIJLAGE 1c BIJLAGE 2 BIJLAGE 3 BIJLAGE 4 BIJLAGE 5 BIJLAGE 6
ALGEMEEN------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 12 VERWACHTINGSPATROON ------------------------------------------------------------------------------------------------- 12 RESULTATEN ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 12 SLOTCONCLUSIE EN AANBEVELINGEN------------------------------------------------------------------------------------ 12
Topografische kaart Kadastrale kaart met gegevens Situatietekening met monsternamepunten Boorbeschrijvingen Analysecertificaten grond Analysecertificaten grondwater Toetsingstabellen Toegepaste normen
Rapportnummer: MT.20113
pagina 2 van 12
1
INLEIDING
In opdracht van Gemeente Aalten heeft Milieutechniek Rouwmaat Groenlo bv op 7 april 2010 een verkennend bodemonderzoek verricht ter plaatse van het perceel aan de Keizerweg 4a te De Heurne (gemeente Aalten). De onderzoekslocatie heeft een oppervlakte van circa 1.100 m2. In bijlage 1 zijn de topgrafische en de kadastrale kaart met de ligging en het overzicht van de locatie opgenomen. Aanleiding voor het bodemonderzoek zijn een eigendomsoverdracht en een bestemmingsplanwijziging. Doel van dit onderzoek is om de algemene bodemkwaliteit te bepalen ter plaatse van de onderzoekslocatie, waarmee bekeken kan worden in hoeverre deze bodemkwaliteit een belemmering kan vormen voor het beoogde gebruik en/of de voorgenomen ontwikkelingen. Het bodemonderzoek is uitgevoerd conform de Nederlandse Norm 5740 (NEN 5740). Het vooronderzoek, dat parallel loopt aan deze norm, is uitgevoerd conform de Nederlandse Norm 5725 (NEN 5725). De veldwerkzaamheden zijn uitgevoerd conform de beoordelingsrichtlijn BRL 2000, veldwerk bij milieuhygiënisch bodemonderzoek. Milieutechniek Rouwmaat B.V. is gecertificeerd en erkend onder het procescertificaat met het kenmerk VB-031/2 voor het uitvoeren van milieuhygiënisch bodemonderzoek conform deze beoordelingsrichtlijn. Het toepassingsgebied van dit certificaat betreft de VKB-protocollen 2001, 2002 en 2018. De grond- en/of grondwateranalyses zijn uitgevoerd door een RVA-gecertificeerd en door de overheid erkend laboratorium. Tussen Milieutechniek Rouwmaat Groenlo b.v. en de opdrachtgever is geen sprake van een relatie, die de onafhankelijkheid en de integriteit van Milieutechniek Rouwmaat Groenlo b.v. zou beïnvloeden en/of haar werkzaamheden zou kunnen belemmeren. In het voorliggende rapport wordt verslag gedaan van het uitgevoerde verkennend bodemonderzoek. In hoofdstuk 2 is de locatie beschreven. Aan de hand van deze gegevens is in hoofdstuk 3 het verwachtingspatroon gedefinieerd omtrent de verontreinigingssituatie. Hoofdstuk 4 behandelt de onderzoeksopzet, terwijl in hoofdstuk 5 de veldwaarnemingen en de analyseresultaten kort samengevat zijn weergegeven. Ten slotte zijn in hoofdstuk 6 de conclusies en aanbevelingen gedefinieerd.
Rapportnummer: MT.20113
pagina 3 van 12
2
VOORINFORMATIE
Voor aanvang van het bodemonderzoek zijn de (historische) gegevens, die relevant zijn voor het onderzoek, verzameld op basisniveau. Het vooronderzoek heeft plaatsgevonden op het onderhavige perceel en de aangrenzende terreinen (maximaal tot 50 meter afstand). Hierbij zijn de volgende bronnen geraadpleegd: informatie van de gemeente informatie derden eerder uitgevoerd onderzoek locatie inspectie 2.1 Locatiespecifieke informatie De onderzoekslocatie is gelegen aan de Keizerweg 4a te De Heurne (gemeente Aalten). De locatie is kadastraal bekend als gemeente Dinxperlo, sectie C, nummer 2706(ged.). Omschrijving van de onderzoekslocatie De onderzoekslocatie is momenteel ingebruik als weiland. Er zijn geen verdachte deellocaties aanwezig. Historisch gebruik In het verre verleden is het perceel, voor zover bekend, altijd in gebruik geweest voor agrarische doeleinden dan wel natuurdoeleinden. Toekomstig gebruik Op een deel van de locatie is een nieuwbouw van een woning gepland. het overige deel van de locatie zal worden verkocht en opgenomen worden in de voorgenomen ontwikkeling. Verhardingen, ophogingen, calamiteiten Het terrein is niet verhard. Het terrein is niet opgehoogd. Op de locatie hebben zich in het verleden, voor zover bekend, geen calamiteiten voorgedaan. 2.2 Omgevingsgegevens De directe omgeving van de locatie is in gebruik ten behoeve van agrarische doeleinden. 2.3 Geohydrologische gegevens Voor de bodemgegevens en de geohydrologische informatie is gebruik gemaakt van de grondwaterkaart van Nederland (Dienst grondwaterverkenning, TNO, Delft 1983, kaartblad 33 oost). diepte (m-mv) 0-7 7 - 13
omschrijving Matig grof tot matig fijn zand. Pakket: 1e W.v.p. Sterk sliphoudend fijn zand. Pakket: Slecht doorlatend.
Regionale grondwaterstroming De stromingsrichting van het grondwater is regionaal zuid westelijk gericht. Lokaal kan de stroming van het grondwater worden beïnvloed door drainages en oppervlaktewater. Het grondwater onder de onderzoekslocatie is, voor zover bekend, niet onderhevig aan invloeden van buitenaf. 2.4 Voorgaande bodemonderzoeken In opdracht van Gemeente Aalten heeft Milieutechniek Rouwmaat Groenlo bv op 15 juli 2008 een verkennend bodemonderzoek verricht ter plaatse van de omliggende percelen aan de Keizerweg te De Heurne (gemeente Aalten). Aanleiding voor het bodemonderzoek is een eigendomsoverdracht. Kenmerk van het rapport is MT-28289. Op basis van de analyseresultaten kon geconcludeerd worden dat in de vaste bodem geen van de onderzochte componenten is aangetoond in een concentratie boven de streefwaarde en/of detectiegrens en dat het grondwater licht verontreinigd is met barium. 2.5 Afbakening locatie voor bodemonderzoek Het vooronderzoek heeft plaatsgevonden op het onderhavige perceel en de aangrenzende terreinen (maximaal tot 50 meter afstand). De geografische afbakening van het besluitvormingsgebied betreft het te verkopen terrein of terreindeel. Het bodemonderzoek heeft plaatsgevonden op het te verkopen terrein. De onderzoekslocatie heeft een oppervlakte van circa 1.100 m2.
Rapportnummer: MT.20113
pagina 4 van 12
3
VERWACHTINGSPATROON
3.1 Bodemonderzoek Op basis van de in hoofdstuk 2 verstrekte (historische) informatie is vooraf bekeken in hoeverre de bodem op de onderzoekslocatie verontreinigd kan zijn. Volgens de NEN 5740 dient dan een aanname te worden gemaakt omtrent de kans op bodemverontreiniging. Er wordt hierbij onderscheid gemaakt in verdachte en niet verdachte locaties. Op basis van het vooronderzoek zijn geen deellocaties te onderscheiden. De gehele locatie kan op basis van het vooronderzoek als niet-verdacht worden beschouwd. De hypothese luidt dan ook: De gehele locatie is onverdacht. Ten behoeve van de gehele locatie wordt de "Onderzoeksstrategie voor een onverdachte locatie (ONV)" gehanteerd. Indien in geen van de monsters één der onderzochte stoffen aanwezig is in een concentratie boven de streefwaarde van de toetsingstabel uit de circulaire "Circulaire bodemsanering 2009, Staatscourant nr. 67 7 april 2009", wordt de hypothese aangenomen. 3.2 Asbest Bij het vooronderzoek zijn geen gegevens naar voren gekomen die kunnen duiden op de aanwezigheid van asbest op of in de bodem van de onderzoekslocatie. Teneinde een uitspraak te kunnen doen over de concentratie aan asbest kan een asbestonderzoek uitgevoerd worden conform de NEN 5707 (bodem) en/of NEN 5897 (granulaten). Asbest is in dit onderzoek verder niet beschouwd. Wel wordt tijdens de veldwerkzaamheden gelet op het voorkomen van asbestverdachte materialen, in het opgeboorde materiaal en op de bodem van de onderzoekslocatie.
Rapportnummer: MT.20113
pagina 5 van 12
4
ONDERZOEKSOPZET
4.1 Algemeen De onderzoekslocatie heeft een oppervlakte van circa 1.100 m2. Het aantal boringen per laag, het aantal peilbuizen en het aantal te analyseren grond- en grondwatermonsters is omschreven in de NEN 5740 en is afhankelijk van de oppervlakte en eventuele verdachte (deel)locaties. 4.2 Boor- en analysefrequentie De veldwerkzaamheden zijn door Milieutechniek Rouwmaat Groenlo bv (Dhr. T. Huls) uitgevoerd op 7 april 2010. In de onderstaande tabel is de onderzoeksopzet weergegeven. Aantal boringen (excl. peilbuizen) 6 tot ± 50 cm-mv 1 tot ± 200 cm-mv
Aantal peilbuizen 1
Analyses grond
Analyses water
2 AS3000-pakketten grond
1 AS3000-pakketten grondwater
Standaardpakket grondmonsters: • Lutum en organische stof (volgens AS3010) Zware metalen (Ba, Cd, Co, Cu, Hg, Pb, Mo, Ni, Zn) (volgens AS3010) • PCB's (volgens AS3010 en AS3020) • Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen (10 PAK uit Leidraad Bodembescherming, volgens AS3010) • Minerale olie (C10-40) )(volgens AS3010) • Standaardpakket grondwatermonsters: • Zuurgraad (pH) en Geleidbaarheid (EC) Zware metalen (Ba, Cd, Co, Cu, Hg, Pb, Mo, Ni, Zn)(volgens AS3110) • Vluchtige aromaten (benzeen, tolueen, ethylbenzeen, xylenen, styreen, naftaleen) (volgens AS3110 en AS3130) • Vluchtige gehalogeneerde koolwaterstoffen (vinylchloride, chloorethenen, chloormethaan, chloroform, chloorethanen, • chloorpropanen en bromoform) (volgens AS3110) Minerale olie (C10-40), (volgens AS3110) •
De boringen worden in trajecten van maximaal 50 cm bemonsterd, of anders afhankelijk van de veldwaarnemingen. De analyses voor milieuhygiënisch bodemonderzoek zullen worden uitgevoerd volgens het accreditatieschema AS3000. De AS3000 is een richtlijn waarin de kwaliteitseisen voor laboratoria zijn vastgelegd voor al het milieuhygiënisch bodemonderzoek. AS3000 vormt één van de centrale instrumenten voor bodemonderzoek in het kader van de nieuwe Regeling Bodemkwaliteit van het ministerie voor Volksgezondheid, Ruimtelijke Ordening en Milieu. Alleen analysecertificaten van AS3000 erkende laboratoria worden dan nog geaccepteerd. Milieutechniek Rouwmaat Groenlo bv besteedt haar analyses uit aan een RVA-gecertificeerd laboratorium, welke de AS3000 erkenning in haar bezit heeft. Een week na plaatsing wordt uit de geplaatste peilbuis met behulp van een slangenpomp een grondwatermonster genomen. Ten behoeve van de bepaling van de zware metalen wordt het grondwater in het veld gefiltreerd door een filter met een poriëngrootte van 0,45 micron.
Rapportnummer: MT.20113
pagina 6 van 12
5
RESULTATEN
5.1 Toetsingskader De analyseresultaten van de onderzochte monsters worden vergeleken met de waarden van de toetsingstabel uit de "Circulaire bodemsanering 2009, Staatscourant nr. 67 7 april 2009". De in deze tabel genoemde toetsingswaarden hebben de volgende betekenis: achtergrond-/streefwaarde = referentiewaarde toetsingswaarde = toetsingswaarde voor nader onderzoek (½(S- + I- waarde)) interventiewaarde = toetsingswaarde voor sanering of saneringsonderzoek De streef-, toetsings- en interventiewaarden voor een aantal stoffen in de grond zijn afhankelijk van het gehalte aan organische stof en lutum. De referentiewaarden voor grond zijn daar waar mogelijk berekend met een door het laboratorium bepaald percentage lutum en organische stof. De bepaling van het gehalte aan lutum en organische stof kan achterwege blijven als voor toepassing van de bodemtypecorrectie wordt gerekend met de laagste percentages aan lutum en organische stof (voor beide 2%). Voor de beoordeling van de verontreinigingssituatie wordt behalve met de toetsingstabel, ook rekening gehouden met de zintuiglijke waarnemingen en eventueel met het gebruik van de bodem. Bij de beoordeling worden de volgende termen toegepast: kleiner dan de achtergrond-/streefwaarde tussen achtergrond-/streefwaarde en toetsingswaarde tussen toetsingswaarde en interventiewaarde groter dan de interventiewaarde
= = = =
niet verontreinigd licht verontreinigd matig verontreinigd sterk verontreinigd
De locatie wordt als verontreinigd beschouwd, indien in een (meng)monster stoffen aanwezig zijn in een concentratie hoger dan de streefwaarde. Overschrijding van de toetsingswaarde houdt in dat er een vermoeden van ernstige bodemverontreiniging bestaat en dat een nader onderzoek moet worden uitgevoerd. Als voor tenminste één stof de gemiddelde concentratie van minimaal 25 m3 grond of 100 m3 grondwater hoger is dan de interventiewaarde is het vermoeden van ernstige bodemverontreiniging bevestigd. 5.2 Verrichte werkzaamheden De veldwerkzaamheden zijn uitgevoerd conform de beoordelingsrichtlijn BRL 2000 veldwerk voor milieuhygiënisch bodemonderzoek, Milieutechniek Rouwmaat Groenlo B.V. is hiervoor gecertificeerd. Het veldwerk is uitgevoerd volgens de van toepassing zijnde normen die in bijlage 6 staan vermeld. In de volgende tabel zijn de verrichte werkzaamheden weergegeven: Aantal boringen (excl. peilbuizen) 6 boringen (2, 4, 5, 6, 7, 8) tot ± 50 cm-mv 1 boring (3) tot ± 200 cm-mv
Aantal peilbuizen 1 peilbuis (1) filterstelling 170-270 cm-mv
Op de tekening in bijlage 1c staan de diverse boringen weergegeven. De boorbeschrijvingen staan beschreven in bijlage 2. Het opgeboorde materiaal is beoordeeld op korrelgrootte (=textuur), kleur, geur en andere bijzonderheden. De eventuele aanwezigheid van olie is aan de hand van een afwijkende bodemkleur (veelal blauwgrijs) en oliegeur beoordeeld. Bovendien is de grond ondergedompeld in water. Indien er een oliefilm op het water ontstaat, kan aan de hand van de dikte en de kleurschakering van de oliefilm het olieproduct indicatief beoordeeld worden. Deze test wordt een oliewaterreaktie genoemd. De geur, kleur en de oliewaterreaktie geven samen een indruk van de mate en soort olieverontreiniging. 5.3 Locale bodemopbouw De bovengrond bestaat overwegend uit donkerbruin, matig fijn zand. Daaronder bestaat de ondergrond overwegend uit lichtbruin, matig fijn zand. Tijdens de monstername bedroeg de grondwaterstand 125 cm-mv voor peilbuis 1. De complete omschrijvingen van de boorprofielen staan vermeld in bijlage 2.
Rapportnummer: MT.20113
pagina 7 van 12
5.4 Zintuiglijke waargenomen bijzonderheden In onderstaande tabel zijn de zintuiglijk waargenomen bijzonderheden weergegeven: Boring 1 3
Traject (cm-mv) 0-50 60-120 30-70 70-130
Zintuiglijke afwijking puin (licht) ijzeroerbrokjes ijzeroerbrokjes ijzeroersporen
Tevens is gelet op het voorkomen van asbest. Visueel is op de bodem en in het opgeboorde materiaal geen asbestverdacht materiaal waargenomen. Teneinde een uitspraak te kunnen doen over de concentratie aan asbest kan een asbestonderzoek uitgevoerd worden conform de NEN 5707 (bodem) en/of NEN 5897 (granulaten). Asbest is in dit onderzoek verder niet beschouwd. 5.5 Metingen watermonstername Tijdens bemonstering van het grondwater, zijn de volgende metingen uitgevoerd: Code
Plaatsingsdatum
Bemonsteringsdatum
Filterstelling (cm-mv)
1
7-4-2010
7-4-2010
170-270
Grondwaterstand (cm-mv) 125
Zuurgraad pH
Geleidbaarheid EGV (µS/cm)
5,4
363
Van de gemeten waarden wijkt de zuurgraad duidelijk af van de waarde, welke gezien de natuurlijke omstandigheden verwacht kan worden. 5.6 Samenstelling (meng)monsters en chemische analyses Op basis van de zintuiglijke waarnemingen zijn (meng)monsters samengesteld van de grond. Bij het samenstellen van mengmonsters bedraagt de laagdikte waarover wordt gemengd in principe 0,5 meter; alleen bij een gelijke bodemkarakteristiek kunnen monsters worden gemengd over een grotere laagdikte. Verschillende grondsoorten (bijvoorbeeld klei, zand en veen) mogen niet worden vermengd. In onderstaande tabel zijn de verschillende (meng)monsters en de uitgevoerde analyses weergegeven. Monster
Samenstelling
M1 M2 1
1-1, 2-1, 3-1, 4-1, 5-1, 6-1, 7-1, 8-1 1-2, 1-3, 1-4, 3-2, 3-3
Traject (cm-mv) 0-50 30-200 170-270
Analyse AS3000-pakket grond AS3000-pakket grond AS3000-pakket grondwater
Motivatie: M1 is samengesteld uit de individuele grondmonsters van de bovengrond. M2 is samengesteld uit de individuele grondmonsters van de ondergrond. 5.7 Analyseresultaten In bijlage 3 zijn de analyserapporten van de grond opgenomen en in bijlage 4 van het grondwater. De toetsingstabellen van de analyseresultaten zijn weergegeven in bijlage 5. Indien een "kleiner dan (< en
Rapportnummer: MT.20113
pagina 8 van 12
In de onderstaande tabel(len) worden de geanalyseerde concentraties aangegeven. De achtergrond-, toetsings- en interventiewaarden van de grond hebben betrekking op een bodem met bepaalde organische stof- en lutumpercentages zoals deze in de tabellen zijn gepresenteerd.
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Verbinding
Grondmonsters M1 M2 (mg/kg.ds) (mg/kg.ds)
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Organische stof (% d.s.) Lutum (% d.s.) Droge stof Droge stof (% d.s.) Metalen Barium [Ba] Cadmium [Cd] Kobalt [Co] Koper [Cu] Kwik [Hg] Lood [Pb] Molybdeen [Mo] Nikkel [Ni] Zink [Zn] PAK Naftaleen Anthraceen Fenanthreen Fluorantheen Benzo(a)anthraceen Chryseen Benzo(a)pyreen Benzo(g,h,i)peryleen Benzo(k)fluorantheen Indeno-(1,2,3-c,d)pyreen Pak-totaal (10 van VROM) (0.7 factor) Polychloorbifenylen (PCB) PCB 52 PCB 28 PCB 101 PCB 118 PCB 138 PCB 153 PCB 180 PCB (7) (som, 0.7 factor) Minerale olie Minerale olie C10 - C12 Minerale olie C12 - C16 Minerale olie C16-C21 Minerale olie C21-C30 Minerale olie C30-C35 Minerale olie C35-C40 Minerale olie C10 - C40
3,7 5,3
2 2
84,8
79,5
19 0,22 <4 8,6 0,054 24 <1,5 4,9 49
-
17 <0,17 <4 <5 <0,05 <13 <1,5 10 24
-
-
-*
<0,05 <0,05 0,11 0,32 0,15 0,17 0,2 0,095 0,11 <0,05 1,3
-
-
<0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 0,35
<0,001 <0,001 <0,001 <0,001 <0,001 <0,001 <0,001 0,0049
-
<0,001 <0,001 <0,001 <0,001 <0,001 <0,001 <0,001 0,0049
-
-
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ M1: 1-1,2-1,3-1,4-1,5-1,6-1,7-1,8-1 (0-50 cm-mv) M2: 1-2,1-3,1-4,3-2,3-3 (30-200 cm-mv)
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Betekenis van de tekens en afkortingen: * individuele parameters < detectiegrens; Blanco: geen toetsingswaarde vastgesteld, i: indicatieve norm, !: overschrijding echter niet alle normen bekend, -: onder achtergrondwaarde of detectiegrens, +: tussen achtergrondwaarde en ½(AW+I), ++: tussen ½(AW+I) en interventiewaarde, +++: boven interventiewaarde, n.b.: niet bepaald.
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯
Rapportnummer: MT.20113
pagina 9 van 12
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Verbinding
Grondwatermonsters 1 (µg/liter)
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Metalen Barium [Ba] Cadmium [Cd] Kobalt [Co] Koper [Cu] Kwik [Hg] Lood [Pb] Molybdeen [Mo] Nikkel [Ni] Zink [Zn]
230 1,7 <5 <15 <0,05 <15 <3,6 <15 2900
+ + +++
Vluchtige aromaten Benzeen Tolueen Ethylbenzeen o-xyleen p- en m-xyleen Naftaleen (BTEXN) Xylenen (som, 0.7 factor) BTEX (som) Styreen (Vinylbenzeen)
<0,2 <0,3 <0,3 <0,1 <0,2 <0,05 0,21 <1,1 <0,3
-* -
<0,6 <0,6 <0,1 <0,1 <0,1 <0,2 0,14
-*
<0,25 <0,25 <0,25 0,52
-
<0,1 <3,2 <0,1 <0,1 <0,1 <0,6 <0,6
-
Gehalogeneerde koolwaterstoffen 1,1-Dichloorethaan 1,2-Dichloorethaan 1,1-Dichlooretheen cis-1,2-Dichlooretheen trans-1,2-Dichlooretheen Dichloormethaan 1.2-Dichloorethenen (som, 0.7 factor) 1,1-Dichloorpropaan 1,2-Dichloorpropaan 1,3-Dichloorpropaan Dichloorpropanen (0,7 som, 1,1+1,2+1,3) Tetrachlooretheen (Per) CKW (som) Tetrachloormethaan (Tetra) 1,1,1-Trichloorethaan 1,1,2-Trichloorethaan Trichlooretheen (Tri) Trichloormethaan (Chloroform) Vinylchloride Tribroommethaan (bromoform) Minerale olie Minerale olie C10 - C12 Minerale olie C12 - C16 Minerale olie C16-C21 Minerale olie C21-C30 Minerale olie C30-C35 Minerale olie C35-C40 Minerale olie C10 - C40
<0,1 <2 -
-
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ 1: (170-270 cm-mv)
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ 5.8 Interpretatie analyseresultaten In de grondmengmonsters M1 en M2 zijn geen van de onderzochte stoffen aangetroffen in een concentratie boven de achtergrondwaarde of de detectiegrens van de desbetreffende stof.
Rapportnummer: MT.20113
pagina 10 van 12
Uit de analyseresultaten met betrekking tot het grondwater blijkt dat: • Het grondwatermonster 1 sterk verontreinigd is met Zink en licht verontreinigd is met Barium en Cadmium. 5.9 Heranalyse peilbuis 1 Naar aanleiding van het sterk verhoogde gehalte aan zink in het grondwater ter plaatse van peilbuis 1 is een herbemonstering uitgevoerd. Tevens zijn chloride, fosfaat, sulfaat en de pH en EC bepaalt om een eventuele relatie tussen deze stoffen te bepalen. De mobiliteit van metalen is afhankelijk van de zuurgraad (pH) en de redoxpotentiaal. Daarnaast speelt de samenstelling van het grondwater een rol. Van deze factoren is de pH in de regel de belangrijkste. pH gehalten beneden de 6 hebben een mobiliserend effect op zink gehaltes. De analysecertificaten zijn weergegeven in bijlage 4. Uit de herbemonstering en analyse blijkt dat in het grondwatermonster 1 eveneens sterkt is verontreinigd zink, de overige parameters zijn niet significant verhoogd.
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Grondwatermonsters Verbinding
1-her (µg/liter)
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Veldmetingen Ph EC (geleidbaarheid) µS/cm Metalen Zink [Zn] Diverse natschemische bepalingen Chloride Ortho-fosfaat (PO4-P) Ortho-fosfaat (PO4) Sulfaat opgelost (SO4) Sulfaat opgelost (SO4-S)
5,7 450
3000 +++
83000 <20 <60 36000 12000
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ De effecten van de verschillende condities worden geresumeerd in onderstaande tabel weergegeven. Dit zijn effecten die in de meeste gevallen optreden, er zijn uitzonderingen mogelijk.
bron: soilpedia.nl
Rapportnummer: MT.20113
pagina 11 van 12
6
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN
6.1 Algemeen In opdracht van Gemeente Aalten heeft Milieutechniek Rouwmaat Groenlo bv op 7 april 2010 een verkennend bodemonderzoek verricht ter plaatse van het perceel aan de Keizerweg 4a te De Heurne (gemeente Aalten). Aanleiding voor het bodemonderzoek zijn een eigendomsoverdracht en een bestemmingsplanwijziging. Doel van dit onderzoek is om de algemene bodemkwaliteit te bepalen ter plaatse van de onderzoekslocatie, waarmee bekeken kan worden in hoeverre deze bodemkwaliteit een belemmering kan vormen voor het beoogde gebruik en/of de voorgenomen ontwikkelingen. 6.2 Verwachtingspatroon De gehele locatie kan op basis van het vooronderzoek als niet-verdacht worden beschouwd. Bij het vooronderzoek zijn geen gegevens naar voren gekomen die kunnen duiden op de aanwezigheid van asbest op of in de bodem van de onderzoekslocatie. Teneinde een uitspraak te kunnen doen over de concentratie aan asbest kan een asbestonderzoek uitgevoerd worden conform de NEN 5707 (bodem) en/of NEN 5897 (granulaten). Asbest is in dit onderzoek verder niet beschouwd. 6.3 Resultaten De bovengrond bestaat overwegend uit donkerbruin, matig fijn zand. Daaronder bestaat de ondergrond overwegend uit lichtbruin, matig fijn zand. Tijdens de monstername bedroeg de grondwaterstand 125 cm-mv voor peilbuis 1. Tijdens de veldwerkzaamheden is gelet op het voorkomen van asbest. Visueel is op de bodem en in het opgeboorde materiaal geen asbestverdacht materiaal waargenomen. Op zintuiglijke wijze zijn de navolgende afwijkingen waargenomen: (a) boring 3 (van 30-70 cm-mv) 'ijzeroerbrokjes'; (b) boring 3 (van 70-130 cm-mv) 'ijzeroersporen'; (c) peilbuis 1 (van 0-50 cm-mv) 'puin (licht)'; (d) peilbuis 1 (van 60-120 cm-mv) 'ijzeroerbrokjes'. Op basis van de analyseresultaten kan geconcludeerd worden dat: (a) In de vaste bodem zijn geen van de onderzochte stoffen aangetroffen in een concentratie boven de achtergrondwaarde of de detectiegrens van de desbetreffende stof; (b) het grondwater licht verontreinigd is met Barium en Cadmium; (c) het grondwater sterk verontreinigd is met Zink. Het is bekend dat in het grondwater zware metalen in sterk fluctuerende gehalten kunnen voorkomen, zowel door natuurlijke bronnen als door menselijke activiteiten veroorzaakt (vermesting). De gehalten betreffen dan (natuurlijke) achtergrondwaarden. De zink verontreiniging in het grondwater overschrijdt de interventiewaarde waarbij een nader onderzoek noodzakelijk is. Mogelijk komt het verhoogde gehalte zink van nature voor in de bodem. Zeker gezien het feit dat er meerdere metalen verhoogd zijn aangetroffen. Ook zijn er geen verhoogde gehalten aan metalen in de grond aangetroffen, welke zouden kunnen duiden op een potentiële bron. Verder zijn er geen antropogene bronnen aan te wijzen en ligt de onderzoekslocatie in een van oorsprong agrarisch gebied. 6.4 Slotconclusie en aanbevelingen De hypothese "De gehele locatie is onverdacht" dient verworpen te worden. Op basis van de analyseresultaten is een nader onderzoek naar de omvang en de herkomst van de verontreiniging noodzakelijk. In het nader onderzoek dient vastgesteld te worden of er sprake is van een ernstig geval van bodemverontreiniging. Eventueel vrijkomende grond kan niet zondermeer in het grondverkeer worden opgenomen. Mocht de grond naar elders worden getransporteerd, dient te worden nagegaan in hoeverre de kwaliteit van de af te voeren grond overeenstemt met de verwerkingsmogelijkheden die voor de betreffende stort- c.q. hergebruikslocatie gelden. Deze zijn geformuleerd in het Besluit bodemkwaliteit. Aanbevolen wordt dan ook de eindverwerkingslocatie in overleg met het bevoegd gezag vast te stellen. Mocht grondwater onttrokken worden t.b.v. bemaling, dient bekeken te worden in hoeverre de grondwaterkwaliteit de lozingsnormen overschrijdt. Ondanks de zorgvuldigheid waarmee het onderzoek is uitgevoerd, is het altijd mogelijk dat eventueel lokaal voorkomende verontreinigingen niet zijn ontdekt.
Rapportnummer: MT.20113
pagina 12 van 12
BIJLAGE 1A
TOPOGRAFISCHE KAART
Omgevingskaart
0m
125 m
Deze kaart is noordgericht.
625 m
Schaal 1: 12500
Hier bevindt zich Kadastraal object DINXPERLO C 2706 Keizerweg 4, 7095 AX DE HEURNE © De auteursrechten en databankenrechten zijn voorbehouden aan de Topografische Dienst Kadaster.
BIJLAGE 1B
KADASTRALE KAART MET GEGEVENS
Uittreksel Kadastrale Kaart
2706
4a
4
2156
3753
310
2157 0m
12345 25
Deze kaart is noordgericht Perceelnummer Huisnummer Kadastrale grens Voorlopige grens Bebouwing Overige topografie
Voor een eensluidend uittreksel, ARNHEM, 5 mei 2010 De bewaarder van het kadaster en de openbare registers
5m
25 m
Schaal 1:500 Kadastrale gemeente Sectie Perceel
DINXPERLO C 2706
Aan dit uittreksel kunnen geen betrouwbare maten worden ontleend. De Dienst voor het kadaster en de openbare registers behoudt zich de intellectuele eigendomsrechten voor, waaronder het auteursrecht en het databankenrecht.
BIJLAGE 1C
SITUATIETEKENING MET MONSTERNAMEPUNTEN
BIJLAGE 2
BOORBESCHRIJVINGEN Betekenis van afkortingen G/g
: grind/grindig
O/o
: Olie
Blinde buis
:
Z/z
: zand/zandig
P/p
: Puin
Klei-afdichting
:
L/s
: leem/siltig
T/t
: Stoeptegels
Filter
:
K/k
: klei/kleiig
V/h
: veen/humeus
Grondwaterst.
:
m
: mineraal arm
Geroerd monster
:
Overig Ongeroerd monster
:
Projectcode 20113
Projectnaam Keizerweg 4a De Heurne
Boornummer 1
Locatie Gehele terrein
Datum x; y 7-4-2010 231.256; 434.197 m
Projectcode 20113
Projectnaam Keizerweg 4a De Heurne
Boornummer 2
Locatie Gehele terrein
Datum x; y 7-4-2010 231.251; 434.196 m
Beschrijver Theo Huls
Boorfirma Rouwmaat
Boormethode Edelmanboor, zuigerboor
Maaiveldhoogte
Globale grondwaterstand 130 cm-mv
Beschrijver Theo Huls
Boorfirma Rouwmaat
Boormethode Edelmanboor
Maaiveldhoogte
Globale grondwaterstand 0 cm-mv
Boorprofiel getekend volgens NEN 5104 Fltr. Bodembuis monster
0 m
Bodemmonster
0-50; Matig fijn zand, matig humeus, licht siltig; Puin (licht); kleur: donkerbruin
1-1
50-60; Matig fijn zand, matig humeus, licht siltig; kleur: donkerbruin 60-110; Matig fijn zand, licht siltig; Ijzeroerbrokjes; kleur: lichtroestbruin
1-2 1 m
Bodemonderzoek
0 m
0-50; Matig fijn zand, matig humeus, licht siltig; kleur: donkerbruin
2-1
1 m
110-120; Matig fijn zand, licht siltig; Ijzeroerbrokjes; kleur: lichtroestbruin 120-150; Matig fijn zand, licht siltig; kleur: lichtbruin 150-200; Matig fijn zand, licht siltig; kleur: lichtbruin
1-3
G.W.
Boorprofiel getekend volgens NEN 5104
Bodemonderzoek
1-4 2 m
200-300; Matig fijn zand, licht siltig; kleur: lichtbruin
2 m
3 m
3 m
4 m
4 m
5 m pH 5,4
5 m Grondwaterbemonstering: 7-4-2010 Temperatuur Grondwaterstand 7,4 °C 125 cm-mv
EGV 363 µS/cm
Diepte 270 cm-mv
Monsternemingsfilter Perforatie 170-270 cm-mv
Projectcode 20113
Projectnaam Keizerweg 4a De Heurne
Boornummer 3
Locatie Gehele terrein
Datum x; y 7-4-2010 231.236; 434.204 m
Projectcode 20113
Projectnaam Keizerweg 4a De Heurne
Boornummer 4
Locatie Gehele terrein
Datum x; y 7-4-2010 231.232; 434.194 m
Beschrijver Theo Huls
Boorfirma Rouwmaat
Boormethode Edelmanboor
Maaiveldhoogte
Globale grondwaterstand 100 cm-mv
Beschrijver Theo Huls
Boorfirma Rouwmaat
Boormethode Edelmanboor
Maaiveldhoogte
Globale grondwaterstand 0 cm-mv
Boorprofiel getekend volgens NEN 5104 Bodemmonster
0 m 3-1
3-2
1 m
3-3
Boorprofiel getekend volgens NEN 5104
Bodemonderzoek
Bodemmonster
0-30; Matig fijn zand, matig humeus, licht siltig; kleur: donkerbruin
0 m 4-1
30-70; Matig fijn zand, matig siltig; Ijzeroerbrokjes; kleur: lichtroestbruin 70-80; Matig fijn zand, matig siltig; Ijzeroersporen; kleur: lichtbruin 80-130; Matig fijn zand, matig siltig; Ijzeroersporen; kleur: lichtbruin
1 m
2 m
2 m
3 m
3 m
4 m
4 m
5 m
5 m
Bodemonderzoek
0-50; Matig fijn zand, matig humeus, licht siltig; kleur: donkerbruin
Projectcode 20113
Projectnaam Keizerweg 4a De Heurne
Boornummer 5
Locatie Gehele terrein
Datum x; y 7-4-2010 231.244; 434.207 m
Projectcode 20113
Projectnaam Keizerweg 4a De Heurne
Boornummer 6
Locatie Gehele terrein
Datum x; y 7-4-2010 231.262; 434.214 m
Beschrijver Theo Huls
Boorfirma Rouwmaat
Boormethode Edelmanboor
Maaiveldhoogte
Globale grondwaterstand 0 cm-mv
Beschrijver Theo Huls
Boorfirma Rouwmaat
Boormethode Edelmanboor
Maaiveldhoogte
Globale grondwaterstand 0 cm-mv
Boorprofiel getekend volgens NEN 5104 Bodemmonster
Boorprofiel getekend volgens NEN 5104
Bodemonderzoek
0 m
Bodemmonster
0-40; Matig fijn zand, matig humeus, licht siltig; kleur: donkerbruin
5-1
Bodemonderzoek
0 m
0-40; Matig fijn zand, matig humeus, licht siltig; kleur: donkerbruin
6-1
40-50; Matig fijn zand, matig siltig; kleur: lichtroestbruin
40-50; Matig fijn zand, matig siltig; kleur: lichtbruin
1 m
1 m
2 m
2 m
3 m
3 m
4 m
4 m
5 m
5 m
Projectcode 20113
Projectnaam Keizerweg 4a De Heurne
Boornummer 7
Locatie Gehele terrein
Datum x; y 7-4-2010 231.268; 434.223 m
Projectcode 20113
Projectnaam Keizerweg 4a De Heurne
Boornummer 8
Locatie Gehele terrein
Datum x; y 7-4-2010 231.267; 434.197 m
Beschrijver Theo Huls
Boorfirma Rouwmaat
Boormethode Edelmanboor
Maaiveldhoogte
Globale grondwaterstand 0 cm-mv
Beschrijver Theo Huls
Boorfirma Rouwmaat
Boormethode Edelmanboor
Maaiveldhoogte
Globale grondwaterstand 0 cm-mv
Boorprofiel getekend volgens NEN 5104 Bodemmonster
0 m 7-1
Boorprofiel getekend volgens NEN 5104
Bodemonderzoek
Bodemmonster
0-40; Matig fijn zand, matig humeus, licht siltig; kleur: donkerbruin
0 m 8-1
40-50; Matig fijn zand, matig siltig; kleur: lichtbruin
Bodemonderzoek
0-40; Matig fijn zand, matig humeus, licht siltig; kleur: donkerbruin 40-50; Matig fijn zand, matig siltig; kleur: lichtbruin
1 m
1 m
2 m
2 m
3 m
3 m
4 m
4 m
5 m
5 m
BIJLAGE 3
ANALYSERAPPORTEN GROND
Analysecertificaat Uw projectnummer Uw projectnaam Uw ordernummer Datum monstername Monsternemer
20113 Keizerweg 4a De Heurne
Certificaatnummer Startdatum Rapportagedatum Bijlage Pagina
07-04-2010
Analyse
Eenheid
1
2
Uitgevoerd
Uitgevoerd 79.5
S
Voorbehandeling Cryogeen malen AS3000
S
Bodemkundige analyses Droge stof
% (m/m)
84.8
S
Organische stof
% (m/m) ds
3.7
S
Gloeirest
% (m/m) ds
96.0
S
Korrelgrootte < 2 µm (Lutum)
% (m/m) ds
5.3
S
Metalen Barium (Ba)
mg/kg ds
19
17
S
Cadmium (Cd)
mg/kg ds
0.22
<0.17
S
Kobalt (Co)
mg/kg ds
<4.0
<4.0
S
Koper (Cu)
mg/kg ds
8.6
<5.0
S
Kwik (Hg)
mg/kg ds
0.054
<0.050
S
Molybdeen (Mo)
mg/kg ds
<1.5
<1.5
S
Nikkel (Ni)
mg/kg ds
4.9
10
S
Lood (Pb)
mg/kg ds
24
<13
S
Zink (Zn)
mg/kg ds
49
24
Minerale olie Minerale olie (C10-C12)
mg/kg ds
--
--
Minerale olie (C12-C16)
mg/kg ds
--
--
Minerale olie (C16-C21)
mg/kg ds
--
--
Minerale olie (C21-C30)
mg/kg ds
--
--
Minerale olie (C30-C35)
mg/kg ds
--
--
Minerale olie (C35-C40)
mg/kg ds
--
--
S
Minerale olie totaal (C10-C40)
mg/kg ds
<38
<38
S
Polychloorbifenylen, PCB PCB 28
mg/kg ds
<0.0010
<0.0010
S
PCB 52
mg/kg ds
<0.0010
<0.0010
S
PCB 101
mg/kg ds
<0.0010
<0.0010
S
PCB 118
mg/kg ds
<0.0010
<0.0010
S
PCB 138
mg/kg ds
<0.0010
<0.0010
S
PCB 153
mg/kg ds
<0.0010
<0.0010
S
PCB 180
mg/kg ds
<0.0010
<0.0010
S
PCB (som 7) (factor 0,7)
mg/kg ds
0.0049 1)
0.0049
2010052113 08-04-2010 16-04-2010/09:35 A,B,C 1/2
1)
Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen, PAK Nr. Monsteromschrijving 1 1-1 2-1 3-1 4-1 5-1 6-1 7-1 8-1>M1 2 1-2 1-3 1-4 3-2 3-3>M2
Analytico-nr. 5331582 5331583
Q: door RvA geaccrediteerde verrichting A: AP04 erkende verrichting S: AS 3000 erkende verrichting Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.
Eurofins Analytico B.V.
Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.analytico.com
ABN AMRO 54 85 74 456 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623
Eurofins Analytico B.V. is ISO 9001: 2008 gecertificeerd door Lloyd's RQA en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
TESTEN RvA L010
Analysecertificaat Uw projectnummer Uw projectnaam Uw ordernummer Datum monstername Monsternemer
20113 Keizerweg 4a De Heurne
Certificaatnummer Startdatum Rapportagedatum Bijlage Pagina
07-04-2010
Eenheid
1
2
S
Analyse Naftaleen
mg/kg ds
<0.050
<0.050
S
Fenanthreen
mg/kg ds
S
Anthraceen
mg/kg ds
S
Fluorantheen
mg/kg ds
0.32 2)
<0.050
S
Benzo(a)anthraceen
mg/kg ds
0.15
<0.050
S
Chryseen
mg/kg ds
0.17
<0.050
S
Benzo(k)fluorantheen
mg/kg ds
0.11 2)
<0.050
S
Benzo(a)pyreen
mg/kg ds
0.20
<0.050
S
Benzo(ghi)peryleen
mg/kg ds
0.095 2)
<0.050
S
Indeno(123-cd)pyreen
mg/kg ds
<0.050 2)
<0.050
S
PAK VROM (10) (factor 0,7)
mg/kg ds
0.11 2) <0.050
1.3
2010052113 08-04-2010 16-04-2010/09:35 A,B,C 2/2
<0.050 <0.050
0.35
Nr. Monsteromschrijving 1 1-1 2-1 3-1 4-1 5-1 6-1 7-1 8-1>M1 2 1-2 1-3 1-4 3-2 3-3>M2
Analytico-nr. 5331582 5331583
Q: door RvA geaccrediteerde verrichting A: AP04 erkende verrichting S: AS 3000 erkende verrichting
CE
Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.
Eurofins Analytico B.V.
Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Akkoord Pr.coörd.
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.analytico.com
ABN AMRO 54 85 74 456 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623
Eurofins Analytico B.V. is ISO 9001: 2008 gecertificeerd door Lloyd's RQA en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
TESTEN RvA L010
Bijlage (A) met deelmonsterinformatie behorende bij analysecertificaat 2010052113 Pagina 1/1 Analytico-n Boornr
Barcode
Monsteromschrijving
5331582 5331582 5331582 5331582 5331582 5331582 5331582 5331582
1 2 3 4 5 6 7 8
1-1 2-1 3-1 4-1 5-1 6-1 7-1 8-1
Deelmonster Omschrijving Van 1-1 2-1 3-1 4-1 5-1 6-1 7-1 8-1
0 0 0 0 0 0 0 0
Tot 50 50 30 50 40 40 40 40
0505333366 0505333468 0505333462 0505333460 0505333458 0505333456 0505333454 0505333457
1-1 2-1 3-1 4-1 5-1 6-1 7-1 8-
5331583 5331583 5331583 5331583 5331583
1 1 1 3 3
1-2 1-3 1-4 3-2 3-3
1-2 1-3 1-4 3-2 3-3
60 110 150 30 80
110 150 200 80 130
0505333453 0505333459 0505333439 0505333463 0505333455
1-2 1-3 1-4 3-2 3-3>M2
Eurofins Analytico B.V. Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.analytico.com
ABN AMRO 54 85 74 456 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623
Eurofins Analytico B.V. is ISO 9001: 2008 gecertificeerd door Lloyd's RQA en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
Bijlage (B) met opmerkingen behorende bij analysecertificaat 2010052113 Pagina 1/1 Opmerking 1) De toetswaarde van de som is gelijk aan de sommatie van 0,7*RG Opmerking 2) De confirmatie valt door matrix invloed niet binnen de kwaliteitseisen volgens NEN6977. De gerapporteerde gehaltes zijn op basis van een golflengte(combinatie) bepaald.
Eurofins Analytico B.V. Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.analytico.com
ABN AMRO 54 85 74 456 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623
Eurofins Analytico B.V. is ISO 9001: 2008 gecertificeerd door Lloyd's RQA en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
Bijlage (C) met methodeverwijzingen behorende bij analysecertificaat 2010052113
. Pagina 1/1
Analyse Methode Cryogeen malen AS3000 W0106 Droge stof W0104 Organische stof W0109 Korrelgrootte < 2 µm (Lutum) DMA rob W0173 AES/ICP Barium (Ba) W0423 AES/ICP Cadmium (Cd) W0423 AES/ICP Cobalt (Co) W0423 AES/ICP Koper (Cu) W0423 AES/ICP Kwik (Hg) W0423 AES/ICP Molybdeen (Mo) W0423 AES/ICP Nikkel (Ni) W0423 AES/ICP Lood (Pb) W0423 AES/ICP Zink (Zn) W0423 Minerale Olie (GC) W0202 Polychloorbifenylen (PCB) W0266 PAK som AS3000 W0301 PAK (VROM) W0301
Techniek Voorbehandeling Gravimetrie Gravimetrie Sedimentatie ICP-MS ICP-MS ICP-MS ICP-MS ICP-MS ICP-MS ICP-MS ICP-MS ICP-MS GC-FID GC-MS HPLC HPLC
Referentiemethode Cf. AS3000 Cf. pb 3010-2 en Gw. NEN-ISO 11465 Cf. NEN 5754 Cf. pb 3010-4 en cf. NEN 5753 Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3010-7 en cf. NEN 6978 Cf. pb 3010-8 en gw. NEN 6980 Cf. pb 3010-6 en cf. NEN 6977 Cf. pb 3010-6 en cf. NEN 6977
Nadere informatie over de toegepaste onderzoeksmethoden alsmede een classificatie van de meetonzekerheid staan vermeld in ons overzicht "Specificaties analysemethoden", versie juli 2009.
Eurofins Analytico B.V.
Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.analytico.com
ABN AMRO 54 85 74 456 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623
Eurofins Analytico B.V. is ISO 9001: 2008 gecertificeerd door Lloyd's RQA en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
BIJLAGE 4
ANALYSERAPPORTEN GRONDWATER
Analysecertificaat Uw projectnummer Uw projectnaam Uw ordernummer Datum monstername Monsternemer
20113 Keizerweg 4a De Heurne
Certificaatnummer Startdatum Rapportagedatum Bijlage Pagina
07-04-2010
Analyse
Eenheid
1 230
S
Metalen Barium (Ba)
µg/L
S
Cadmium (Cd)
µg/L
1.7
S
Kobalt (Co)
µg/L
<5.0
S
Koper (Cu)
µg/L
<15
S
Kwik (Hg)
µg/L
<0.050
S
Molybdeen (Mo)
µg/L
<3.6
S
Nikkel (Ni)
µg/L
<15
S
Lood (Pb)
µg/L
<15
S
Zink (Zn)
µg/L
2900
S
Vluchtige Aromatische Koolwaterstoffen Benzeen
µg/L
<0.20
S
Tolueen
µg/L
<0.30
S
Ethylbenzeen
µg/L
<0.30
S
o-Xyleen
µg/L
<0.10
S
m,p-Xyleen
µg/L
<0.20
S
Xylenen (som) factor 0,7
µg/L
0.21
BTEX (som)
µg/L
<1.1
S
Naftaleen
µg/L
<0.050
S
Styreen
µg/L
<0.30
S
Vluchtige organische chloorkoolwaterstoffen Dichloormethaan µg/L
<0.20
S
Trichloormethaan
µg/L
<0.60
S
Tetrachloormethaan
µg/L
<0.10
S
Trichlooretheen
µg/L
<0.60
S
Tetrachlooretheen
µg/L
<0.10
S
1,1-Dichloorethaan
µg/L
<0.60
S
1,2-Dichloorethaan
µg/L
<0.60
S
1,1,1-Trichloorethaan
µg/L
<0.10
S
1,1,2-Trichloorethaan
µg/L
<0.10
S
cis 1,2-Dichlooretheen
µg/L
<0.10
S
trans 1,2-Dichlooretheen
µg/L
<0.10
CKW (som)
µg/L
<3.2
S
1,1-Dichlooretheen
µg/L
<0.10
S
Dichloorpropanen som factor 0.7
µg/L
0.52
2010057392 16-04-2010 20-04-2010/16:37 A,C,D 1/2
Nr. Monsteromschrijving 1 1
Analytico-nr. 5349209
Q: door RvA geaccrediteerde verrichting A: AP04 erkende verrichting S: AS 3000 erkende verrichting Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.
Eurofins Analytico B.V.
Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.analytico.com
ABN AMRO 54 85 74 456 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623
Eurofins Analytico B.V. is ISO 9001: 2008 gecertificeerd door Lloyd's RQA en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
TESTEN RvA L010
Analysecertificaat Uw projectnummer Uw projectnaam Uw ordernummer Datum monstername Monsternemer
20113 Keizerweg 4a De Heurne
Certificaatnummer Startdatum Rapportagedatum Bijlage Pagina
07-04-2010
Eenheid
1
S
Analyse 1,2-Dichloorethenen (Som) factor 0,7
µg/L
0.14
S
Vinylchloride
µg/L
<0.10
S
1,1-Dichloorpropaan
µg/L
<0.25
S
1,2-Dichloorpropaan
µg/L
<0.25
S
1,3-Dichloorpropaan
µg/L
<0.25
S
Tribroommethaan
µg/L
<2.0
Minerale olie Minerale olie (C10-C12)
µg/L
--
Minerale olie (C12-C16)
µg/L
--
Minerale olie (C16-C21)
µg/L
--
Minerale olie (C21-C30)
µg/L
--
Minerale olie (C30-C35)
µg/L
--
Minerale olie (C35-C40)
µg/L
--
Minerale olie totaal (C10-C40)
µg/L
<100
S
2010057392 16-04-2010 20-04-2010/16:37 A,C,D 2/2
Nr. Monsteromschrijving 1 1
Analytico-nr. 5349209
Q: door RvA geaccrediteerde verrichting A: AP04 erkende verrichting S: AS 3000 erkende verrichting
CE
Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.
Eurofins Analytico B.V.
Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Akkoord Pr.coörd.
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.analytico.com
ABN AMRO 54 85 74 456 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623
Eurofins Analytico B.V. is ISO 9001: 2008 gecertificeerd door Lloyd's RQA en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
TESTEN RvA L010
Bijlage (A) met deelmonsterinformatie behorende bij analysecertificaat 2010057392 Pagina 1/1 Analytico-n Boornr 5349209 5349209
1 1
Deelmonster Omschrijving Van 1 1-1
1 1-1
170 170
Tot 270 270
Barcode
Monsteromschrijving
0690972543 0700533513
1
Eurofins Analytico B.V. Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.analytico.com
ABN AMRO 54 85 74 456 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623
Eurofins Analytico B.V. is ISO 9001: 2008 gecertificeerd door Lloyd's RQA en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
Bijlage (C) met methodeverwijzingen behorende bij analysecertificaat 2010057392
. Pagina 1/1
Analyse ICP-MS Barium ICP-MS Cadmium ICP-MS Kobalt (Co) ICP-MS Koper ICP-MS Kwik ICP-MS Molybdeen (Mo) ICP-MS Nikkel ICP-MS Lood ICP-MS Zink Xylenen som AS3000 Aromaten (BTEXN) Styreen VOCL (11) CKW : 1,1-Dichlooretheen DiClEtheen som AS3000 DiChlprop. som AS300 CKW : Vinylchloride 1,1-dichloorpropaan 1,2-Dichloorpropaan 1,3-dichloorpropaan tribroommethaan Minerale Olie (GC)
H
Methode W0420 W0420 W0420 W0420 W0420 W0420 W0420 W0420 W0420 W0254 W0254 W0254 W0254 W0254 W0254 W0254 W0254 W0254 W0254 W0254 W0254 W0215
Techniek ICP-MS ICP-MS ICP-MS ICP-MS ICP-MS ICP-MS ICP-MS ICP-MS ICP-MS HS-GC-MS HS-GC-MS HS-GC-MS HS-GC-MS HS-GC-MS HS-GC-MS HS-GC-MS HS-GC-MS HS-GC-MS HS-GC-MS HS-GC-MS HS-GC-MS LVI-GC-FID
Referentiemethode Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3130-1/2 en gw. NEN EN ISO 15680 Cf. pb 3130-1/2 en gw. NEN EN ISO 15680 Cf. pb 3130-1/2 en gw. NEN EN ISO 15680 Cf. pb 3130-1/2 en gw. NEN EN ISO 15680 Cf. pb 3130-1/2 en gw. NEN EN ISO 15680 Cf. pb 3130-1/2 en gw. NEN EN ISO 15680 Cf. pb 3130-1/2 en gw. NEN EN ISO 15680 Cf. pb 3130-1/2 en gw. NEN EN ISO 15680 Cf. pb 3130-1/2 en gw. NEN EN ISO 15680 Cf. pb 3130-1/2 en gw. NEN EN ISO 15680 Cf. pb 3130-1/2 en gw. NEN EN ISO 15680 Cf. pb 3130-1/2 en gw. NEN EN ISO 15680 Cf. pb 3110-5
Nadere informatie over de toegepaste onderzoeksmethoden alsmede een classificatie van de meetonzekerheid staan vermeld in ons overzicht "Specificaties analysemethoden", versie juli 2009.
Eurofins Analytico B.V.
Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.analytico.com
ABN AMRO 54 85 74 456 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623
Eurofins Analytico B.V. is ISO 9001: 2008 gecertificeerd door Lloyd's RQA en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
Bijlage (D) opmerkingen aangaande de monstername en conserveringstermijn 2010057392 Pagina 1/1 Er zijn verschillen met de richtlijnen geconstateerd die de betrouwbaarheid van de resultaten van onderstaande monsters of analyses mogelijk hebben beinvloed.
De conserveringstermijn is voor de betreffende analyses overschreden. Analyse Vluchtige KWS (HS) (voorbehandeling)
Analytico-nr. 5349209
Eurofins Analytico B.V. Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.analytico.com
ABN AMRO 54 85 74 456 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623
Eurofins Analytico B.V. is ISO 9001: 2008 gecertificeerd door Lloyd's RQA en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
Analysecertificaat Uw projectnummer Uw projectnaam Uw ordernummer Datum monstername Monsternemer
20113 Keizerweg 4a De Heurne
Certificaatnummer Startdatum Rapportagedatum Bijlage Pagina
21-04-2010 Theo Huls
Analyse
Eenheid
1
µg/L
3000
S
Metalen Zink (Zn)
S
Anorganische verbindingen & natte chemie Chloride
S
Ortho-fosfaat (PO4-P)
S Q Q
Sulfaat opgelost (SO4-S)
mg/L
83
mg P/L
<0.020
Ortho-fosfaat (PO4)
mg PO4/L
<0.060
Sulfaat opgelost (SO4)
mg SO4/L
36
mg S/L
12
Uitbesteed / Overig onderzoek Overig onderzoek
2010060466 21-04-2010 27-04-2010/11:18 A,C 1/1
Uitgevoerd
Nr. Monsteromschrijving 1 Her 1
Analytico-nr. 5360164
Q: door RvA geaccrediteerde verrichting A: AP04 erkende verrichting S: AS 3000 erkende verrichting
CE
Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.
Eurofins Analytico B.V.
Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Akkoord Pr.coörd.
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.analytico.com
ABN AMRO 54 85 74 456 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623
Eurofins Analytico B.V. is ISO 9001: 2008 gecertificeerd door Lloyd's RQA en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
TESTEN RvA L010
Bijlage (A) met deelmonsterinformatie behorende bij analysecertificaat 2010060466 Pagina 1/1 Analytico-n Boornr 5360164 5360164
Deelmonster Omschrijving Van
1 her 1 her
Tot
Barcode
Monsteromschrijving
0700533489 0600702167
Her 1
Eurofins Analytico B.V. Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.analytico.com
ABN AMRO 54 85 74 456 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623
Eurofins Analytico B.V. is ISO 9001: 2008 gecertificeerd door Lloyd's RQA en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
Bijlage (C) met methodeverwijzingen behorende bij analysecertificaat 2010060466
. Pagina 1/1
Analyse Chloride (discrete analyser) ICP-MS Zink Ortho-fosfaat (discrete analyser) Sulfaat opgelost (autoanalyser)
Methode W0566 W0420 W0566 W0522
Techniek Spectrometrie ICP-MS Spectrometrie Spectrometrie (CFA)
Referentiemethode Cf. pb 3140-2 en cf.NEN 6604 Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3140-2 en cf.NEN 6604 Cf. NEN 6654: 1992
Nadere informatie over de toegepaste onderzoeksmethoden alsmede een classificatie van de meetonzekerheid staan vermeld in ons overzicht "Specificaties analysemethoden", versie juli 2009.
Eurofins Analytico B.V.
Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.analytico.com
ABN AMRO 54 85 74 456 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623
Eurofins Analytico B.V. is ISO 9001: 2008 gecertificeerd door Lloyd's RQA en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
BIJLAGE 5
TOETSINGSTABELLEN
In de onderstaande tabel(len) worden de geanalyseerde concentraties aangegeven. De achtergrond-, toetsings- en interventiewaarden van de grond hebben betrekking op een bodem met bepaalde organische stof- en lutumpercentages zoals deze in de tabellen zijn gepresenteerd.
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Grondmonster Verbinding
M1 (mg/kg.ds)
AW ½(AW+I)
I
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Organische stof (% d.s.) Lutum (% d.s.) Droge stof Droge stof (% d.s.) Metalen Barium [Ba] Cadmium [Cd] Kobalt [Co] Koper [Cu] Kwik [Hg] Lood [Pb] Molybdeen [Mo] Nikkel [Ni] Zink [Zn] PAK Naftaleen Anthraceen Fenanthreen Fluorantheen Benzo(a)anthraceen Chryseen Benzo(a)pyreen Benzo(g,h,i)peryleen Benzo(k)fluorantheen Indeno-(1,2,3-c,d)pyreen Pak-totaal (10 van VROM) (0.7 factor) Polychloorbifenylen (PCB) PCB 52 PCB 28 PCB 101 PCB 118 PCB 138 PCB 153 PCB 180 PCB (7) (som, 0.7 factor) Minerale olie Minerale olie C10 - C12 Minerale olie C12 - C16 Minerale olie C16-C21 Minerale olie C21-C30 Minerale olie C30-C35 Minerale olie C35-C40 Minerale olie C10 - C40
3,7 5,3
84,8
19 0,22 <4 8,6 0,054 24 <1,5 4,9 49
-
0,39 5,81 22,7 0,11 34,7
4,46 39,7 65,2 201 95,0 29,5 219
8,53 73,6 108 368 190 43,7 367
<0,05 <0,05 0,11 0,32 0,15 0,17 0,2 0,095 0,11 <0,05 1,3
-
-
1,50
20,8
40,0
<0,001 <0,001 <0,001 <0,001 <0,001 <0,001 <0,001 0,0049
-
0,0074
0,19
0,37
-
70,3
960
1850
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ M1: 1-1,2-1,3-1,4-1,5-1,6-1,7-1,8-1 (0-50 cm-mv)
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Betekenis van de tekens en afkortingen: * individuele parameters < detectiegrens; Blanco: geen toetsingswaarde vastgesteld, i: indicatieve norm, !: overschrijding echter niet alle normen bekend, -: onder achtergrondwaarde of detectiegrens, +: tussen achtergrondwaarde en ½(AW+I), ++: tussen ½(AW+I) en interventiewaarde, +++: boven interventiewaarde, n.b.: niet bepaald.
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Grondmonster Verbinding
M2 (mg/kg.ds)
AW ½(AW+I)
I
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Organische stof (% d.s.) Lutum (% d.s.) Droge stof Droge stof (% d.s.) Metalen Barium [Ba] Cadmium [Cd] Kobalt [Co] Koper [Cu] Kwik [Hg] Lood [Pb] Molybdeen [Mo] Nikkel [Ni] Zink [Zn] PAK Naftaleen Anthraceen Fenanthreen Fluorantheen Benzo(a)anthraceen Chryseen Benzo(a)pyreen Benzo(g,h,i)peryleen Benzo(k)fluorantheen Indeno-(1,2,3-c,d)pyreen Pak-totaal (10 van VROM) (0.7 factor) Polychloorbifenylen (PCB) PCB 52 PCB 28 PCB 101 PCB 118 PCB 138 PCB 153 PCB 180 PCB (7) (som, 0.7 factor) Minerale olie Minerale olie C10 - C12 Minerale olie C12 - C16 Minerale olie C16-C21 Minerale olie C21-C30 Minerale olie C30-C35 Minerale olie C35-C40 Minerale olie C10 - C40
2 2
79,5
17 <0,17 <4 <5 <0,05 <13 <1,5 10 24
-
0,35 4,27 19,3 0,10 31,8
3,95 29,2 55,6 184 95,0 23,1 181
7,55 54,0 91,8 337 190 34,3 303
<0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 0,35
-
1,50
20,8
40,0
<0,001 <0,001 <0,001 <0,001 <0,001 <0,001 <0,001 0,0049
+
0,0040
0,10
0,20
-
38,0
519
1000
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ M2: 1-2,1-3,1-4,3-2,3-3 (30-200 cm-mv)
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Betekenis van de tekens en afkortingen: * individuele parameters < detectiegrens; Blanco: geen toetsingswaarde vastgesteld, i: indicatieve norm, !: overschrijding echter niet alle normen bekend, -: onder achtergrondwaarde of detectiegrens, +: tussen achtergrondwaarde en ½(AW+I), ++: tussen ½(AW+I) en interventiewaarde, +++: boven interventiewaarde, n.b.: niet bepaald.
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Grondwatermonsters Verbinding
1 (µg/liter)
S
½(S+I)
I
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Metalen Barium [Ba] Cadmium [Cd] Kobalt [Co] Koper [Cu] Kwik [Hg] Lood [Pb] Molybdeen [Mo] Nikkel [Ni] Zink [Zn]
230 1,7 <5 <15 <0,05 <15 <3,6 <15 2900
+ + +++
Vluchtige aromaten Benzeen Tolueen Ethylbenzeen o-xyleen p- en m-xyleen Naftaleen (BTEXN) Xylenen (som, 0.7 factor) BTEX (som) Styreen (Vinylbenzeen)
<0,2 <0,3 <0,3 <0,1 <0,2 <0,05 0,21 <1,1 <0,3
-* -
<0,6 <0,6 <0,1 <0,1 <0,1 <0,2 0,14
-*
<0,25 <0,25 <0,25 0,52
-
<0,1 <3,2 <0,1 <0,1 <0,1 <0,6 <0,6
-
<0,1 <2 -
Gehalogeneerde koolwaterstoffen 1,1-Dichloorethaan 1,2-Dichloorethaan 1,1-Dichlooretheen cis-1,2-Dichlooretheen trans-1,2-Dichlooretheen Dichloormethaan 1.2-Dichloorethenen (som, 0.7 factor) 1,1-Dichloorpropaan 1,2-Dichloorpropaan 1,3-Dichloorpropaan Dichloorpropanen (0,7 som, 1,1+1,2+1,3) Tetrachlooretheen (Per) CKW (som) Tetrachloormethaan (Tetra) 1,1,1-Trichloorethaan 1,1,2-Trichloorethaan Trichlooretheen (Tri) Trichloormethaan (Chloroform) Vinylchloride Tribroommethaan (bromoform) Minerale olie Minerale olie C10 - C12 Minerale olie C12 - C16 Minerale olie C16-C21 Minerale olie C21-C30 Minerale olie C30-C35 Minerale olie C35-C40 Minerale olie C10 - C40
-
50,0 0,40 20,0 15,0 0,050 15,0 5,00 15,0 65,0
338 3,20 60,0 45,0 0,18 45,0 153 45,0 433
625 6,00 100,0 75,0 0,30 75,0 300 75,0 800
0,20 7,00 4,00
15,1 504 77,0
30,0 1000 150
0,0100 0,20
35,0 35,1
70,0 70,0
6,00
153
300
7,00 7,00 0,0100
454 204 5,01
900 400 10,00
0,0100 0,0100
500 10,0
1000 20,0
0,80
40,4
80,0
0,0100
20,0
40,0
0,0100 0,0100 0,0100 24,0 6,00
5,01 150 65,0 262 203
10,00 300 130 500 400
0,0100 -
2,51 315
5,00 630
50,0
325
600
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ 1: (170-270 cm-mv)
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Betekenis van de tekens en afkortingen: * individuele parameters < detectiegrens; Blanco: geen toetsingswaarde vastgesteld, i: indicatieve norm, !: overschrijding echter niet alle normen bekend, -: onder achtergrondwaarde of detectiegrens, +: tussen achtergrondwaarde en ½(AW+I), ++: tussen ½(AW+I) en interventiewaarde, +++: boven interventiewaarde, n.b.: niet bepaald.
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Grondwatermonsters Verbinding
1 (µg/liter)
S
½(S+I)
I
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Metalen Zink [Zn] Diverse natschemische bepalingen Chloride Ortho-fosfaat (PO4-P) Ortho-fosfaat (PO4) Sulfaat opgelost (SO4) Sulfaat opgelost (SO4-S)
3000 +++
83000 <20 <60 36000 12000
65,0
433
800
100000
-
-
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ 1-her: (170-270 cm-mv)
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Betekenis van de tekens en afkortingen: * individuele parameters < detectiegrens; Blanco: geen toetsingswaarde vastgesteld, i: indicatieve norm, !: overschrijding echter niet alle normen bekend, -: onder achtergrondwaarde of detectiegrens, +: tussen achtergrondwaarde en ½(AW+I), ++: tussen ½(AW+I) en interventiewaarde, +++: boven interventiewaarde, n.b.: niet bepaald.
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯
BIJLAGE 6 Toegepaste normen (behalve voor laboratoriumonderzoek) NEN 5104 NVN 5707 NVN 5709
Geotechniek Asbest Bodem
NEN 5725
Bodem
NEN 5740 NPR 5741
Bodem Bodem
NPR 6616 NEN 5742
Water en slib Bodem
NEN 5743 NEN 5744
Bodem Bodem
NEN 5745 NEN 5120 NEN 5751 NEN 5733 NEN 5766 NEN 5861 NEN-EN-ISO 5667-3 NEN 5897
Bodem Geotechniek Bodem Bodem Bodem Milieu Water
NEN-ISO 7888 SIKB protocol 2001 SIKB protocol 2002 SIKB protocol 2018
Water
Asbest
Milieu
Classificatie van onverharde grondmonsters Bodem- Inspectie, monsterneming en analyse van asbest in bodem Monstervoorbehandeling voor de bepaling van organische en anorganische parameters in grond Richtlijn voor het uitvoeren van vooronderzoek bij verkennend, orienterend en nader onderzoek Onderzoeksstrategie bij verkennend bodemonderzoek Boorsystemen en monsternemingstoestellen voor grond, sediment en grondwater, die worden toegepast bij bodemverontreinigingsonderzoek Routinebepaling van de pH Monsterneming van grond en sediment t.b.v. de bepaling van metalen, anorganische verbindingen, matig vluchtige organische verbindingen en fysisch/chemische bodemkenmerken. Monsterneming van grond en sediment t.b.v. de bepaling van vluchtige verbindingen. Monsterneming van grondwater t.b.v. de bepaling van metalen, anorganische verbindingen, matig vluchtige organische verbindingen en fysisch/chemische eigenschappen. Monsterneming van grondwater t.b.v. de bepaling van vluchtige verbindingen. Bepaling van stijghoogten van grondwater door middel van peilbuizen . Voorbereiding van het monster voor fysisch-chemische analyses Bepaling van de korrelgrootte m.b.v. zeef en pipet Plaatsing van peilbuizen ten behoeve van milieukundig bodemonderzoek Procedures voor monsteroverdracht Bemonstering - Deel 3: Richtlijnen voor de conservering en behandeling van watermonsters Monsterneming en analyse van asbest in recyclinggranulaat Bepaling van het elektrisch geleidingsvermogen
onbewerkt
bouw-
en
sloopafval
en
Water
Plaatsen van handboringen en peilbuizen, maken van boorbeschrijvingen, nemen van grondmonsters en waterpassen Het nemen van grondwatermonsters
Asbest
Locatie-inspectie en monsterneming van asbest in bodem
ONDERZOEKSOPZET: De veldwerkzaamheden zijn door de Milieutechniek Rouwmaat Groenlo B.V. (Dhr. T. Huls) uitgevoerd op 6 mei 2010. In de onderstaande tabel is de onderzoeksopzet weergegeven. Aantal peilbuizen 4
Analyses water 4 zink
RESULTATEN: Verrichte werkzaamheden: In de volgende tabel zijn de verrichte werkzaamheden weergegeven: Aantal peilbuizen 4 peilbuizen (1, 2, 3, 4)
Op de tekening in bijlage 1c staan de diverse boringen weergegeven. De boringen staan beschreven in bijlage 2. Zintuiglijke waarnemingen: In onderstaande tabel zijn de zintuiglijk waargenomen bijzonderheden weergegeven: Boring
Traject (cm-mv) 0-40 0-60 0-60
1 2 4
Zintuiglijke afwijking puin (licht) puin (matig) puin (matig)
De analyseresultaten van de onderzochte monsters worden vergeleken met de waarden van de toetsingstabel uit de "Circulaire bodemsanering 2009, Staatscourant nr. 67 7 april 2009". Tevens is gelet op het voorkomen van asbest. Visueel is op de bodem en in het opgeboorde materiaal geen asbestverdacht materiaal waargenomen. Metingen watermonstername Tijdens bemonstering van het grondwater, zijn de volgende metingen uitgevoerd: Code
Plaatsingsdatum
Bemonsteringsdatum
Filterstelling (cm-mv)
1 2 3 4
6-5-2010 6-5-2010 6-5-2010 6-5-2010
12-5-2010 12-5-2010 12-5-2010 12-5-2010
200-300 200-300 170-270 350-400
Grondwaterstand (cm-mv) 140 153 127 147
Zuurgraad pH
Geleidbaarheid EGV (µS/cm)
5,44 5,21 5,32 5,58
291 536 478 520
Geen van de gemeten geleidbaarheid wijkt niet af van de waarde, welke gezien de natuurlijke omstandigheden verwacht kan worden. Daar in tegen is de zuurgraad wat aan de lage kant wat in een dergelijk gebied te verwachten is. Analyseresultaten:
Rapportnummer: MT.20143
pagina 2 van 3
In de onderstaande tabel(len) worden de geanalyseerde concentraties aangegeven. De achtergrond-, toetsings- en interventiewaarden van de grond hebben betrekking op een bodem met bepaalde organische stof- en lutumpercentages zoals deze in de tabellen zijn gepresenteerd.
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ 1 (µg/liter)
Verbinding
Grondwatermonsters 2 3 (µg/liter) (µg/liter)
S
½(S+I)
I
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Metalen Zink [Zn]
<60 -
<60 -
<60 -
65,0
433
800
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ 1: (200-300 cm-mv) 2: (200-300 cm-mv) 3: (170-270 cm-mv)
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Betekenis van de tekens en afkortingen: *:separate gehalten zijn beneden detectielimiet,Blanco: geen toetsingswaarde vastgesteld, i: indicatieve norm, !: overschrijding echter niet alle normen bekend, -: onder streefwaarde of detectiegrens, +: tussen streefwaarde en ½(S+I), ++: tussen ½(S+I) en interventiewaarde, +++: boven interventiewaarde, n.b.: niet bepaald.
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ ⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Grondwatermonster 4 (µg/liter)
Verbinding
S
½(S+I)
I
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Metalen Zink [Zn]
<60 -
65,0
433
800
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ 4: (350-400 cm-mv)
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ Betekenis van de tekens en afkortingen: *:separate gehalten zijn beneden detectielimiet,Blanco: geen toetsingswaarde vastgesteld, i: indicatieve norm, !: overschrijding echter niet alle normen bekend, -: onder streefwaarde of detectiegrens, +: tussen streefwaarde en ½(S+I), ++: tussen ½(S+I) en interventiewaarde, +++: boven interventiewaarde, n.b.: niet bepaald.
⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯⎯ In bijlage 3 zijn de analyserapporten van het grondwater opgenomen. In geen van de grondwatermonsters is één van de onderzochte stoffen aangetroffen in een concentratie boven de streefwaarde of de detectiegrens van de desbetreffende stof. Hiermee is de verontreiniging in zowel horizontale als verticale richting afgeperkt tot de achtergrondwaarde. CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN: Een duidelijke oorzaak is niet aan te wijzen. De grond water verontreiniging is plaatselijk. Omdat er minder dan 100 m3 grondwater sterk is verontreinigd, is er sprake van geen ernstig geval van bodemverontreiniging. Een naderonderzoek wordt niet noodzakelijk geacht. Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd
Met vriendelijke groet,
F.H. Broekhuijsen Bijlagen BIJLAGE 1 BIJLAGE 2 BIJLAGE 3
Situatietekening met monsternamepunten Boorbeschrijvingen Analyserapporten grondwater
Rapportnummer: MT.20143
pagina 3 van 3
BIJLAGE 1
SITUATIETEKENING MET MONSTERNAMEPUNTEN
BIJLAGE 2
BOORBESCHRIJVINGEN Betekenis van afkortingen G/g
: grind/grindig
O/o
: Olie
Blinde buis
:
Z/z
: zand/zandig
P/p
: Puin
Klei-afdichting
:
L/s
: leem/siltig
T/t
: Stoeptegels
Filter
:
K/k
: klei/kleiig
V/h
: veen/humeus
Grondwaterst.
:
m
: mineraal arm
Geroerd monster
:
Overig Ongeroerd monster
:
Projectcode 20143
Projectnaam Keizerweg 4a De Heurne
Boornummer 1
Locatie Gehele terrein
Datum x; y 6-5-2010 231.270; 434.201 m
Projectcode 20143
Projectnaam Keizerweg 4a De Heurne
Boornummer 2
Locatie Gehele terrein
Datum x; y 6-5-2010 231.238; 434.188 m
Beschrijver Theo Huls
Boorfirma Rouwmaat
Boormethode Edelmanboor, zuigerboor
Maaiveldhoogte
Globale grondwaterstand 150 cm-mv
Beschrijver Theo Huls
Boorfirma Rouwmaat
Boormethode Edelmanboor, zuigerboor
Maaiveldhoogte
Globale grondwaterstand 160 cm-mv
Boorprofiel getekend volgens NEN 5104 Fltr. Bodembuis monster
Boorprofiel getekend volgens NEN 5104
Bodemonderzoek
0 m
Fltr. Bodembuis monster
0-40; Matig fijn zand, matig humeus, licht siltig; Puin (licht); kleur: donkerbruin
Bodemonderzoek
0 m
0-60; Matig fijn zand, matig humeus, licht siltig; Puin (matig); kleur: donkerbruin
40-140; Fijn zand, matig siltig; kleur: bruin 60-90; Matig fijn zand, licht siltig; kleur: roestbruin 1 m
90-150; Fijn zand, matig siltig; Ijzeroersporen; kleur: lichtbruin
1 m
140-300; Matig fijn zand, matig siltig; kleur: grijsbruin
G.W.
150-200; Uiterst fijn zand, sterk siltig; kleur: lichtgrijs
G.W.
2 m
2 m
3 m
3 m
4 m
4 m
5 m
200-300; Matig fijn zand, licht siltig; kleur: lichtbruin
5 m
pH 5,44
EGV 291 µS/cm
Grondwaterbemonstering: 12-5-2010 Temperatuur Grondwaterstand 9 °C 140 cm-mv
Diepte 300 cm-mv
Monsternemingsfilter Perforatie 200-300 cm-mv
pH 5,21
EGV 536 µS/cm
Grondwaterbemonstering: 12-5-2010 Temperatuur Grondwaterstand 9,2 °C 153 cm-mv
Diepte 300 cm-mv
Monsternemingsfilter Perforatie 200-300 cm-mv
Projectcode 20143
Projectnaam Keizerweg 4a De Heurne
Boornummer 3
Locatie Gehele terrein
Datum x; y 6-5-2010 231.248; 434.206 m
Projectcode 20143
Projectnaam Keizerweg 4a De Heurne
Boornummer 4
Locatie Gehele terrein
Datum x; y 6-5-2010 231.255; 434.201 m
Beschrijver Theo Huls
Boorfirma Rouwmaat
Boormethode Edelmanboor, zuigerboor
Maaiveldhoogte
Globale grondwaterstand 130 cm-mv
Beschrijver Theo Huls
Boorfirma Rouwmaat
Boormethode Edelmanboor, pulsboor
Maaiveldhoogte
Globale grondwaterstand 170 cm-mv
Boorprofiel getekend volgens NEN 5104 Fltr. Bodembuis monster
0 m
Boorprofiel getekend volgens NEN 5104
Bodemonderzoek
Fltr. Bodembuis monster
0-80; Matig fijn zand, matig humeus, licht siltig; Ijzeroersporen; kleur: donkerbruin
0 m
Bodemonderzoek
0-60; Matig fijn zand, matig humeus, licht siltig; Puin (matig); kleur: donkerbruin
60-150; Fijn zand, matig siltig; Ijzeroersporen; kleur: lichtbruin 80-140; Fijn zand, matig siltig; Ijzeroersporen; kleur: lichtbruin 1 m
1 m
G.W. 140-200; Uiterst fijn zand, sterk siltig; kleur: lichtbruin G.W.
2 m
200-280; Matig fijn zand, licht siltig; kleur: grijsbruin
2 m
3 m
3 m
4 m
4 m
5 m pH 5,32
150-200; Matig fijn zand, sterk siltig; kleur: lichtgrijs
200-400; Matig grof zand, licht siltig; kleur: grijsbruin
5 m EGV 478 µS/cm
Grondwaterbemonstering: 12-5-2010 Temperatuur Grondwaterstand 9 °C 127 cm-mv
Diepte 270 cm-mv
Monsternemingsfilter Perforatie 170-270 cm-mv
pH 5,58
EGV 520 µS/cm
Grondwaterbemonstering: 12-5-2010 Temperatuur Grondwaterstand 9 °C 147 cm-mv
Diepte 400 cm-mv
Monsternemingsfilter Perforatie 350-400 cm-mv
BIJLAGE 3
ANALYSERAPPORTEN GRONDWATER
Analysecertificaat Uw projectnummer Uw projectnaam Uw ordernummer Datum monstername Monsternemer
20143 Keizerweg 4a De Heurne 12-05-2010
Analyse S
Metalen Zink (Zn)
Nr. 1 2 3 4
Monsteromschrijving 1 2 3 4
Certificaatnummer Startdatum Rapportagedatum Bijlage Pagina
2010072545 12-05-2010 14-05-2010/09:13 A,C 1/1
Eenheid
1
2
3
4
µg/L
<60
<60
<60
<60
Analytico-nr. 5401104 5401105 5401106 5401107 Q: door RvA geaccrediteerde verrichting A: AP04 erkende verrichting S: AS 3000 erkende verrichting
CE
Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.
Eurofins Analytico B.V.
Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Akkoord Pr.coörd.
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.analytico.com
ABN AMRO 54 85 74 456 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623
Eurofins Analytico B.V. is ISO 9001: 2008 gecertificeerd door Lloyd's RQA en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
TESTEN RvA L010
Bijlage (A) met deelmonsterinformatie behorende bij analysecertificaat 2010072545 Pagina 1/1 Analytico-n Boornr
Barcode
Monsteromschrijving
5401104
1
1
Deelmonster Omschrijving Van 1
200
Tot 300
0700532058
1
5401105
2
2
2
200
300
0700532049
2
5401106
3
3
3
170
270
0700533499
3
5401107
4
4
4
350
400
0700533518
4
Eurofins Analytico B.V. Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.analytico.com
ABN AMRO 54 85 74 456 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623
Eurofins Analytico B.V. is ISO 9001: 2008 gecertificeerd door Lloyd's RQA en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
Bijlage (C) met methodeverwijzingen behorende bij analysecertificaat 2010072545
. Pagina 1/1
Analyse ICP-MS Zink
Methode W0420
Techniek ICP-MS
Referentiemethode Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2
Nadere informatie over de toegepaste onderzoeksmethoden alsmede een classificatie van de meetonzekerheid staan vermeld in ons overzicht "Specificaties analysemethoden", versie juli 2009.
Eurofins Analytico B.V.
Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.analytico.com
ABN AMRO 54 85 74 456 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623
Eurofins Analytico B.V. is ISO 9001: 2008 gecertificeerd door Lloyd's RQA en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
De Heurne, uitbreidingslocatie bestemmingsplan rapport 1594
De Heurne, uitbreidingslocatie bestemmingsplan (gemeente Aalten) Een Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek in de vorm van een verkennend booronderzoek
L. Haaring R. van Lil
2
Colofon ADC Rapport 1594 De Heurne, uitbreidingslocatie bestemmingsplan (gemeente Aalten) Een Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek in de vorm van een verkennend booronderzoek Auteurs: L. Haaring en R. van Lil
In opdracht van: Pouderoyen Compagnons, namens de gemeente Aalten © ADC ArcheoProjecten, Amersfoort, oktober 2008 Foto’s en tekeningen: ADC ArcheoProjecten, tenzij anders vermeld Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgevers. ADC ArcheoProjecten aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit de toepassing van de adviezen of het gebruik van de resultaten van dit onderzoek.
Autorisatie: dr. E. Lohof ISBN 978-90-6836-584-9 ADC ArcheoProjecten Tel 033-299 81 81 Postbus 1513 3800 BM Amersfoort Fax 033-299 81 80 Email
[email protected]
3
Inhoudsopgave Administratieve gegevens van het onderzoeksgebied Samenvatting 1 Inleiding 1.1 Algemeen 1.2 Doelstelling en vraagstelling 2 Bureauonderzoek 2.1 Methoden 2.2 Resultaten 3 Inventariserend Veldonderzoek 3.1 Methoden 3.2 Resultaten 3.3 Interpretatie 4 Conclusies 5 Aanbeveling Literatuur Lijst van afbeeldingen Lijst van tabellen Bijlage 1 Boorgegevens
4 5 7 7 7 7 7 8 10 10 11 11 12 12 13 13 13
Administratieve gegevens van het onderzoeksgebied
Provincie: Gemeente: Plaats: Toponiem: Kadastrale gegevens: Kaartblad:
Coördinaten:
Bevoegd gezag: Deskundige namens het bevoegd gezag: ARCHIS-onderzoeksmeldingsnummer (CIS-code): ADC-projectcode: Periode van uitvoering: Beheer en plaats documentatie:
Gelderland Aalten De Heurne De Heurne onbekend 41W 231.200/434.313 231.260/434.280 231.276/434.058 231.249/434.006 231.077/434.050 231.450/434.088 231.200/434.314 gemeente Aalten Dhr. M. Kocken 30069 4108755 augustus 2008 ADC ArcheoProjecten, afd. P&B Amersfoort
5
Samenvatting In opdracht van Pouderoyen Compagnons, namens de gemeente Aalten, heeft ADC ArcheoProjecten een bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek uitgevoerd voor het plangebied De Heurne (gemeente Aalten). In het plangebied zal het bestemmingsplan gewijzigd worden ten behoeve van uitbreiding van de bestaande woonkern van De Heurne. Het onderzoek is noodzakelijk om te bepalen of bij de voorgenomen activiteiten de kans bestaat dat archeologische resten in de ondergrond worden aangetast. Op basis van het bureauonderzoek werd in het plangebied een dekzandrug met plaggendek verwacht. Onder dit plaggendek kunnen resten uit alle archeologische perioden verwacht worden. Door de veronderstelde ligging op een dekzandrug en de beschermende werking van een plaggendek tegen verstorende bodemingrepen werd de kans op het voorkomen van archeologische resten hoog geacht. Bij het booronderzoek is de verwachte dekzandrug met plaggendek niet aangetroffen. Naar aanleiding van het booronderzoek is het plangebied in te delen in twee bodemtypen. Het grootste deel van het plangebied bestaat uit fijn zand met leemlaagjes met een AC-profiel. In het oosten van het plangebied bevinden zich ten zuiden van de boerderij drie boringen met een ABC-profiel. Deze boringen hebben een zandiger textuur, en een hogere ligging. Bovendien liggen deze boringen dicht in de buurt van de boerderij, die op deze locatie ook is aangegeven op alle geraadpleegde historische kaarten. In dit deel van het plangebied, dat ongeveer 2000 m2 groot is, kunnen archeologische resten verwacht worden uit alle perioden. In het overige deel van het plangebied worden op basis van het veldonderzoek geen archeologische resten verwacht. Tijdens het booronderzoek zijn geen indicatoren aangetroffen die wijzen op archeologische sporen in de bodem. ADC ArcheoProjecten adviseert om in het gebied rond de boringen 20, 21 en 28 een inventariserend veldonderzoek uit te voeren door middel van het uitvoeren van karterende boringen (IVO-P), teneinde gaafheid, omvang, datering en conservering van archeologische resten te onderzoeken. De oppervlakte van het nader te onderzoeken gebied beslaat circa 0,2 ha. De exacte invulling van de werkzaamheden dient te worden vastgelegd in een door de bevoegde overheid goed te keuren Programma van Eisen (PvE). Het is niet uit te sluiten dat buiten de vindplaats toch nog archeologische resten voorkomen. Daarom merken wij op dat het aanbeveling verdient om de uitvoerder van het grondwerk te wijzen op de plicht archeologische vondsten te melden bij de bevoegde overheid, zoals aangegeven in de Monumentenwet 1988 en de Wet op de Archeologische Monumentenzorg.
ADC ArcheoProjecten Rapport 1594
Uitbreidingslocatie bestemmingsplan De Heurne
6
Tabel 1. Tijdsduur van de verschillende (pre)historische perioden.
PERIODE
TIJD IN JAREN
Nieuwe tijd C
1850
na Chr.
-
heden
na Chr.
Nieuwe tijd B
1650
na Chr.
-
1850
na Chr.
Nieuwe tijd A
1500
na Chr.
-
1650
na Chr.
Late-Middeleeuwen B
1250
na Chr.
-
1500
na Chr.
Late-Middeleeuwen A
1050
na Chr.
-
1250
na Chr.
Vroege-Middeleeuwen D
900
na Chr.
-
1050
na Chr.
Vroege-Middeleeuwen C
725
na Chr.
-
900
na Chr.
Vroege-Middeleeuwen B
525
na Chr.
-
725
na Chr.
Vroege-Middeleeuwen A
450
na Chr.
-
525
na Chr.
Romeinse tijd
19
voor Chr.
-
450
na Chr.
IJzertijd
800
voor Chr.
-
19
voor Chr.
Bronstijd
2000
voor Chr.
-
800
voor Chr.
Neolithicum (Nieuwe Steentijd)
5300
voor Chr.
-
2000
voor Chr.
8800
voor Chr.
-
4900
voor Chr.
300.000
voor Chr.
-
8800
voor Chr.
Mesolithicum (Midden Steentijd) Paleolithicum (Oude Steentijd)
ADC ArcheoProjecten Rapport 1594
Uitbreidingslocatie bestemmingsplan De Heurne
7
1
Inleiding 1.1
Algemeen
In opdracht van Pouderoyen Compagnons, namens de gemeente Aalten, heeft ADC ArcheoProjecten een bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek uitgevoerd voor het plangebied De Heurne (gemeente Aalten). In het plangebied zal het bestemmingsplan gewijzigd worden ten behoeve van uitbreiding van de bestaande woonkern van De Heurne. Het onderzoek is noodzakelijk om te bepalen of bij de voorgenomen activiteiten de kans bestaat dat archeologische resten in de ondergrond worden aangetast.
1.2
Doelstelling en vraagstelling
Het doel van het bureauonderzoek is het verwerven van informatie over bekende of verwachte archeologische waarden binnen het omschreven gebied. Het doel van het inventariserende veldonderzoek is het aanvullen en toetsen van de op basis van het bureauonderzoek opgestelde gespecificeerde verwachting. Het inventariserend veldonderzoek vond plaats door middel van een verkennend booronderzoek. Ten behoeve van het inventariserend veldonderzoek is een plan van aanpak (PvA) opgesteld conform KNA (Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie) specificatie VS01 en de geldende beleidsregel van de Staatsecretaris van OCW.1 Hierin zijn de volgende onderzoeksvragen opgesteld: - Zijn er (aanwijzingen voor) archeologische waarden in het plangebied aanwezig, en zo ja, wat is naar verwachting de omvang, ligging, aard en datering hiervan? Indien er archeologische waarden aanwezig zijn: - In welke mate worden deze waarden verstoord door realisatie van de geplande bodemingreep? - Hoe kan deze verstoring door planaanpassing tot een minimum worden beperkt? Indien de archeologische waarden niet kunnen worden behouden: - Welke vorm van nader onderzoek is nodig om de aanwezigheid van archeologische waarden en hun omvang, ligging, aard en datering voldoende te kunnen bepalen om te komen tot een selectiebesluit? Het bureauonderzoek is uitgevoerd op 11 augustus 2008 en het booronderzoek vond plaats op 18 en 19 augustus 2008. Meegewerkt hebben: R. van Lil (prospector), L. Haaring (fysisch geograaf), E. Lohof (senior prospector),
2
Bureauonderzoek 2.1
Methoden
Het onderzoek is uitgevoerd conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), versie 3.1, in het bijzonder de specificaties LS01, LS02, LS03, LS04 en LS05. Het bureauonderzoek wordt gerapporteerd conform LS06. Het onderzoek bestaat uit zes onderdelen (specificaties LS01 t/m LS06). In de eerste vier onderdelen zijn de volgende werkzaamheden verricht: - afbakening plangebied en vaststellen van de consequenties van het mogelijk toekomstige gebruik - beschrijving van de huidige situatie - beschrijving van de historische situatie en mogelijke verstoringen - beschrijving van bekende archeologische waarden en aardwetenschappelijke gegevens Op grond van deze onderdelen wordt een gespecificeerde verwachting van het gebied opgesteld (specificatie LS05). Hierin wordt verwoord of, en zo ja, welke archeologische waarden worden verwacht. Indien deze worden verwacht worden de (veronderstelde) eigenschappen van de waarden zo gedetailleerd mogelijk aangegeven.
1
Beleidsregel van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 15 juni 2005, nr. WJZ/2005/26210 (8163), tot wijziging van de Beleidsregels opgravingsbevoegdheid. Het PvA is opgesteld door J. Huizer (prospector) op 21-5-2008.
ADC ArcheoProjecten Rapport 1594
Uitbreidingslocatie bestemmingsplan De Heurne
8
2.2
Resultaten
2.2.1 Afbakening plan- en onderzoeksgebied en vaststellen van de consequenties van het mogelijk toekomstige gebruik (LS01) Het plangebied ligt in De Heurne en heeft een oppervlakte van 3,3 ha. Het wordt begrensd door de Keizerweg in het oosten, de D.H. Keuperweg en de tuinen van de huizen aan deze weg in het zuiden en de Lage Heurnseweg in het westen. In het noorden wordt het plangebied begrensd door een ontwateringssloot. De exacte locatie is weergegeven in afbeelding 1. Er zijn weinig archeologische en aardkundige gegevens beschikbaar van het plangebied. Om een uitspraak te kunnen doen over de archeologische verwachting in het plangebied zijn daarom gegevens betrokken uit de directe omgeving, waarbij een straal van circa 2 km is aangehouden. Dit is het onderzoeksgebied. In het plangebied is een bestemmingsplanwijziging gepland. Op basis van het nieuwe bestemmingsplan zullen woningen worden gebouwd. De plannen voor deze nieuwe woningbouw zijn nog niet concreet De consequentie van de voorgenomen ingreep is dat eventuele waardevolle archeologische resten in de ondergrond worden aangetast. 2.2.2 Beschrijving van de huidige situatie (LS02) Het grootste deel van het plangebied is momenteel in gebruik als grasland. In het zuidwesten van het plangebied is een parkje met een oppervlak van circa 0,4 ha. In het oosten van het plangebied staat een boerderij. Het woonperceel beslaat circa 0,3 ha. 2.2.3 Beschrijving van de historische situatie en mogelijke verstoringen (LS03) De historische situatie is op verschillende historische kaarten als volgt: Bron 2 Kadastrale minuut uit 1832 3 Historische kaart uit 1845 4 Bonnekaart uit 1889 5 Bonnekaart uit 1893 6 Bonnekaart uit 1908 7 Bonnekaart uit 1926 8 Bonnekaart uit 1936
historische situatie bouwland, weiland, huis & erf, heide, eigenaar Wander Ormel bouwland, huis & erf bouwland, huis & erf, paden bouwland, huis & erf, paden spoorlijn, paden, bouwland, huis & erf, pad spoorlijn, paden, bouwland, huis & erf, pad spoorlijn, bouwland, weiland, huis & erf
Op de historische atlas uit 1845 is het noordelijke deel van het plangebied in gebruik als akker. Vanuit het zuidoosten komt een pad het gebied binnen, dat in het westen van het plangebied doodloopt op een noordwest-zuidoost georiënteerd pad. Van het plangebied zijn vijf bonnekaarten beschikbaar. De oudste dateert van 1889 (afb. 3). In het oosten van het plangebied, langs de huidige Keizerweg, is hierop een woonerf te zien. In het westen van het plangebied loopt een noordwest-zuidoost georiënteerd pad. Deze situatie is in 1893 onveranderd. In 1904 is een spoorlijn tussen Varsseveld en Dinxperlo in gebruik genomen . De spoorlijn liep van noord naar zuid dwars door het plangebied (afb. 4). De voorheen reeds aanwezige paden kruisen de spoorlijn. Omdat de lijn niet rendabel was, werd deze vanaf 1935 alleen nog voor goederentransport gebruikt. Op de bonnekaart van 1936 (afb. 5) is te zien, dat de kruisende paden zijn verwijderd. In de tweede wereldoorlog, in 1942, zijn de rails verwijderd door de Duitsers om het materiaal te hergebruiken.9 De spoorlijn is na de oorlog niet opnieuw opgezet. De oppervlakten die buiten het spoortraject en de paden liggen, zijn op alle historische kaarten afgebeeld als landbouwgrond of weiland. Het woonerf is vanaf 1832 op alle geraadpleegde historische kaarten afgebeeld.
2
www.watwaswaar.nl. Wolters Noordhoff Atlasproducties 1990. 4 Bureau Militaire Verkenningen 1889. 5 Bureau Militaire Verkenningen 1893. 6 Bureau Militaire Verkenningen 1908. 7 Bureau Militaire Verkenningen 1926. 8 Bureau Militaire Verkenningen 1936. 9 Mond. ref. bewoners 3
ADC ArcheoProjecten Rapport 1594
Uitbreidingslocatie bestemmingsplan De Heurne
9
2.2.4 Beschrijving van bekende archeologische waarden en aardwetenschappelijke gegevens (LS04) De volgende aardwetenschappelijke informatie is bekend van het plangebied: Type informatie 10 Geologie 11 Geomorfologie Bodemkunde
12
informatie Formatie van Boxtel, Laagpakket van Wierden dekzandruggen, al dan niet met oud bouwlanddek (3L5) hoge zwarte enkeerdgrond (zEZ21), haarpodzolgrond (cHn21) en vlakvaaggrond (Zn23)
Geografisch gezien ligt het plangebied in het dekzandgebied van de Achterhoek, behorend bij het oostelijk zandgebied. 13 Tijdens de voorlaatste ijstijd, het Saalien, was de Rijn actief in dit gebied. De rivier had een verwilderd karakter en zette grote hoeveelheden sediment af, variërend van grind tot silthoudend zand. Tijdens het laatste glaciaal, het Weichselien, is het gehele toenmalige oppervlak van het onderzoeksgebied bedekt met dekzand. Er is geen geologische kaart uitgegeven van de omgeving van het onderzoeksgebied, maar omdat het gehele onderzoeksgebeid bestaat uit dekzandvormen, is het zeer waarschijnlijk dat het gebied geplaatst moet worden in de Formatie van Boxtel, Laagpakket van Wierden.14 Het landschapsbeeld van het onderzoeksgebied wordt bepaald door dekzandruggen en –kopjes. In de laagten komen verspoelde dekzanden voor, Het plangebied zelf ligt op een complex van dekzandruggen (afb. 6). De relatief hooggelegen dekzandruggen vormden gedurende alle archeologische perioden vanaf het Laat-Paleolithicum een geschikte vestigingsplaats. Op het AHN is echter te zien, dat het plangebied op een relatief lage vlakte tussen 2 dekzandruggen ligt (afb. 9). Vanaf de Middeleeuwen werden de arme zandgronden ten behoeve van de akkerbouw verrijkt met plaggen, waardoor een humeuze ophogingslaag ontstond. De hoge, droge zandgronden werden daarvoor als eerste gebruikt, Later, toen de druk op het landschap toenam, is men ook de lagere, nattere delen van het landschap met deze plaggen gaan bemesten en ophogen om meer grond voor landbouw geschikt te maken. Dit zogeheten esdek zorgt voor een fysieke bescherming van eventueel aanwezige ondergelegen archeologische resten tegen ploegen en andere vormen van grondbewerking. Bodems waarvan de humeuze laag ten minste 50 cm dik is worden enkeerdgronden genoemd. Het plangebied ligt op een complex van dekzandruggen. In het grootste deel van het plangebied zijn volgens de bodemkaart hoge zwarte enkeerdgronden aanwezig. In de meest zuidelijke hoek worden laarpodzolgronden weergegeven en in de meest noordelijke hoek vlakvaaggronden (afb. 7). Dit zijn gronden waarin weinig bodemvorming heeft plaatsgevonden, ofwel doordat er gedurende lange tijd weinig bodemvormende processen actief zijn geweest, ofwel doordat er bodemverstoring heeft plaatsgevonden. In het onderzoeksgebied zijn de volgende archeologische (indicatieve) waarden vastgesteld: Bron Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW) Archeologische Monumenten Kaart (AMK) waarnemingen ARCHISII (Archeologisch Informatie Systeem) vondstmeldingen ARCHISII onderzoeksmeldingen ARCHISII
omschrijving hoge indicatieve archeologische waarde geen AMK-terreinen in onderzoeksgebied 3630 geen vondstmeldingen in het onderzoeksgebied 18807, 19051, 17725
Het plangebied heeft op de Indicatieve Kaart voor Archeologische Waarden (IKAW) een hoge verwachting. Dit is gebaseerd op de geomorfologie en de bodem van het gebied, namelijk een dekzandrug met in het grootste deel van het plangebied een esdek (herkenbaar aan de hoge zwarte enkeerdgronden). In het onderzoeksgebied zijn geen AMK-terreinen aanwezig. De dichtstbijzijnde ARCHISII-waarneming, enkele fragmenten aardewerk uit de IJzertijd,15 bevindt zich op een afstand van circa 2 km ten zuidoosten van het plangebied. Bij een archeologische begeleiding voor het aanleggen van een waterleiding op circa 1400 m ten zuiden van het plangebied zijn nederzettingsresten aangetroffen die dateren tussen IJzertijd en Vroege Middeleeuwen.16 Vondsten zijn er niet gedaan. De overige in het onderzoeksgebied
10
De Mulder et al., 2001, Weerts et al., 2003. Stichting voor Bodemkartering 1982. Stichting voor Bodemkartering 1982. 13 Berendsen 1993. 14 De Mulder et al., 2001, Weerts et al., 2003. 15 ARCHISII waarneming 3630. 16 Onderzoeksmelding 19051. 11 12
ADC ArcheoProjecten Rapport 1594
Uitbreidingslocatie bestemmingsplan De Heurne
10
gelegen onderzoeksmeldingen hebben als gevolg van verstoring van de bodem geen resultaat opgeleverd.17 Het plangebied ligt op een archeologisch interessante landschappelijke eenheid, Dat in de directe omgeving van het plangebied weinig waarnemingen bekend zijn, komt mogelijk doordat er weinig archeologisch onderzoek is uitgevoerd. Ook kunnen pre- en protohistorische resten onder het esdek verscholen liggen, waardoor ze niet aan het oppervlak komen te liggen, Bij de onderzoeksmeldingen waar geen waarnemingen zijn gedaan, was de bodem verstoord. De enige waarneming in het onderzoeksgebied18 bevindt zich op een vergelijkbare landschappelijke eenheid als het plangebied, namelijk een dekzandrug met een hoge zwarte enkeerdgrond. Het is onduidelijk of deze zich in of onder het esdek, danwel aan het maaiveld bevonden. De nederzettingsresten van onderzoeksmelding 19051 bevonden zich onder het esdek. 2.2.5 Gespecificeerde verwachting (LS05) In het hele plangebied kunnen archeologische resten voorkomen uit alle archeologische perioden. De archeologische resten komen voor onder het esdek en in de top van de oorspronkelijke C-horizont. De vondstenlaag is opgenomen onderin het esdek; hier wordt ook wel van ‘cultuurlaag’ gesproken: een doorwerkte oude bodem tussen het esdek en de ongeroerde ondergrond met kleine fragmenten aardewerk, natuursteen, vuursteen en houtskool.19 Archeologische sporen zullen zich bevinden tot ongeveer 25 cm in de top van de C-horizont. Organische resten en bot zullen door de relatief droge en zure bodemomstandigheden slecht zijn geconserveerd. Het complextype en de omvang kunnen niet nader worden gespecificeerd door de beperkte gegevens. Vanwege de historische aanwezigheid van een spoorlijn en diverse paden door het plangebied, bestaat de kans dat het bodemprofiel verstoord is. Bij de realisatie van de voorgenomen bouwplannen zullen eventueel aanwezige archeologische waarden in het plangebied geheel worden verstoord of vernietigd.
3
Inventariserend Veldonderzoek 3.1
Methoden
De bij het Inventariserend Veldonderzoek toegepaste methoden zijn conform de KNA, versie 3.1, in het bijzonder specificatie VS03 (booronderzoek). Uitgangspunt van het inventariserend veldonderzoek is de gespecificeerde verwachting zoals die is opgesteld in het bureauonderzoek. De strategie voor het veldonderzoek is hierop gebaseerd, alsmede op het voor dit onderzoek opgestelde Plan van Aanpak (VS01). De rapportage is opgesteld conform specificatie VS05. Tenslotte is een aanbeveling gegeven. In het plangebied zijn grondboringen uitgevoerd met als doel het bepalen van de bodemopbouw en eventuele bodemverstoringen. Dit is de verkennende fase van het inventariserend veldonderzoek. Het verkennen van de bodemopbouw gebeurt door de bodemtextuur en, indien relevant, bodemkundige horizonten systematisch te beschrijven. Eventuele afwijkingen van de verwachte bodemopbouw zoals vastgesteld op grond van het bureauonderzoek, en andere niet-natuurlijke bodemkenmerken kunnen er aanleiding toe geven om (delen van) het plangebied als verstoord te beschouwen. Er zijn 36 boringen geplaatst in een grid bestaande uit parallelle raaien met een afstand van 25 m. Binnen een raai zijn de boringen geplaatst om de 30 m. De boringen zijn zodanig geplaatst dat zij verspringen ten opzichte van die in de aangrenzende raai en zijn uitgevoerd met een 7 cm edelmanboor. De boringen zijn gezet tot ten minste 25 cm in de ongestoorde ondergrond tot gemiddeld 90 cm en maximaal 120 cm onder het maaiveld. De bodemtextuur en archeologische indicatoren zijn beschreven volgens SBB 5.1 van het NITG-TNO waarin ondermeer de standaard classificatie van bodemmonsters volgens NEN5104 wordt gehanteerd.20 De X- en Y-coördinaten zijn bepaald aan de hand van de lokale topografie. De hoogte van het maaiveld ter plaatse van de boringen is bepaald aan de hand van AHN-beelden.
17
Onderzoeksmeldingen 18807 en 17725. ARCHISII waarneming 3630. Groenewoudt 1994. 20 Bosch 2005; Normalisatie-Instituut 1989. 18 19
ADC ArcheoProjecten Rapport 1594
Uitbreidingslocatie bestemmingsplan De Heurne
11
3.2
Resultaten
Voor aanvang van het booronderzoek waren er 39 boringen gepland, maar vanwege een slechte betreedbaarheid van enkele percelen zijn de boringen 10, 13 en 14 komen te vervallen. In totaal zijn er 36 boringen uitgevoerd, dit komt neer op 12 boringen per hectare. De locatie van de boringen is weergeven in afb. 10. De lithologie in het plangebied bestaat in het algemeen uit zandige afzettingen met een sterk variërende bijmenging van silt en grind. Globaal is de lithologie in de boringen opgebouwd uit twee lagen. De onderste laag bestaat uit zwak tot matig silthoudend zand. De mediane korrelgrootte en het siltgehalte variëren sterk per boring. In dit onderste pakket zijn sterk siltige lagen aangetroffen en in sommige boringen komt grind voor. Dit pakket is lichtgrijs van kleur en bevat veel vlekken van ijzeroxides en ijzerconcreties. Het bovenste pakket bestaat uit matig fijn, zwak siltig zand (in enkele boringen matig siltig) en is matig humeus. De kleur van dit pakket is donkerbruingrijs, de dikte van het pakket varieert sterk van circa 25 tot circa 90 cm. De overgang van het onderste naar het bovenste pakket is soms rommelig, met brokken humeus zand in een niet humeuze matrix of andersom. In het westen van het plangebied hebben enkele boringen een afwijkende bodemopbouw. Boring 21 en 28 bestaan geheel uit zwak siltig, matig fijn zand. De sortering is beter en het zand is compacter dan bij de overige boringen. Onder de humeuze bovenlaag bevindt zich in de boringen 21 en 28 een donkerbruine laag van enkele centimeters dik., met daaronder een laag die tot enkele decimeters grijsoranje van kleur is. Hierin komen veel roestvlekken en enkele ijzerconcreties voor. In boring 20 komt deze grijsoranje laag ook voor, maar dan direct onder de bovenste, humeuze laag. De bovenliggende donkerbruine laag ontbreekt in deze boring. Tijdens het booronderzoek zijn geen indicatoren aangetroffen die wijzen op archeologische sporen in de bodem.
3.3
Interpretatie
Op het AHN is te zien, dat het plangebied vergeleken met de omgeving in een laag gelegen deel van het landschap ligt. Gezien de sterke variabiliteit van de afzettingen, de sterk siltige lagen en de aanwezigheid van grind in het onderste pakket, is het onwaarschijnlijk dat het hier om een dekzandrug gaat. De afzettingen maken een verspoelde indruk. Waarschijnlijk ligt het plangebied op een vlakte van verspoelde dekzanden. De bodem bestaat in bijna het gehele gebied uit een AC-profiel, waarbij de overgang soms rommelig is. De rommelige aard van het pakket, de rommelige overgang naar het onderliggende pakket en de relatief lage ligging van het plangebied wijzen erop dat het bovenste, humeuze pakket waarschijnlijk relatief laat is opgebracht ter bevordering van de landbouw en dat het niet om een esdek gaat. Bij een esdek zou een homogener pakket verwacht worden en zou de overgang naar de C-horizont minder rommelig zijn. Er worden in het bovenste pakket geen archeologische sporen verwacht. Het pakket onder deze opgebrachte grond bevat geen duidelijke kenmerken van bodemvorming. Waarschijnlijk hebben deze gronden altijd relatief laag in het landschap gelegen. Indien zich archeologische resten in het onderzate pakket hebben bevonden, zijn deze waarschijnlijk volledig in de bouwvoor opgenomen. Ook in dit onderste pakket worden geen archeologische resten in situ verwacht. In de boringen 20, 21 en 28 zijn restanten van een veldpodzol bodem aangetroffen. Op het AHN (afb. 9) is te zien, dat deze boringen op de flank liggen van de dekzandrug, die in het oosten aan het plangebied grenst. Op de historische kaarten is te zien, dat in de buurt van deze boringen een boerderij gelegen heeft, ongeveer op de locatie waar de huidige boerderij staat. In dit deel van het plangebied kunnen om twee redenen wel archeologische resten worden verwacht. Ten eerste ligt het op de flank van een dekzandrug, wat een gunstige landschappelijke eenheid is voor de archeologische verwachting voor alle perioden. Ten tweede is op alle geraadpleegde historische kaarten een boerderij te zien direct ten noorden van het aangegeven deel. Het is niet ondenkbaar dat op deze locatie veel langer bewoning is geweest, en dat zich hierin resten van historische bewoning bevinden. In het deel van het plangebied ten zuiden van de huidige boerderij (afb. 10) kunnen archeologische sporen worden verwacht vanaf het Paleolithicum. In het overige deel van het plangebied worden, ondanks de hoge verwachting die bij het bureauonderzoek was opgesteld, geen archeologische resten verwacht.
ADC ArcheoProjecten Rapport 1594
Uitbreidingslocatie bestemmingsplan De Heurne
12
4
Conclusies Zijn er (aanwijzingen voor) archeologische waarden in het plangebied aanwezig en, zo ja, wat is naar verwachting de omvang, ligging, aard, datering en waardestelling hiervan? In het oostelijk deel van het plangebied zijn in een aantal boringen restanten van een podzolbodem aangetroffen (afb. 10). Hierin kunnen archeologische resten uit alle perioden worden verwacht. In de rest van het plangebied is een AC-profiel aangetroffen in een relatief laag deel van het landschap. Hierin worden geen archeologische waarden verwacht. In welke mate worden deze waarden verstoord door realisatie van de geplande bodemingreep? Bij de realisatie van woningbouw zal de bodem tot een diepte van ten minste 70 cm worden verstoord. Eventueel aanwezige archeologische waarden zullen hierbij geheel verstoord dan wel vernietigd worden. Hoe kan deze verstoring door planaanpassing tot een minimum worden beperkt? Door de bebouwing buiten het op afbeelding 8 aangemerkte gebied te realiseren, kan worden vermeden dat eventueel aanwezige archeologische waarden verloren gaan. Indien de eventuele archeologische waarden niet kunnen worden behouden: Welke vorm van nader onderzoek is nodig om de aanwezigheid van archeologische waarden en hun omvang, ligging, aard en datering voldoende te kunnen bepalen om te komen tot een selectiebesluit? Om de aanwezigheid van archeologische waarden en hun omvang, ligging, aard en datering voldoende te kunnen bepalen, zullen in het archeologisch kansrijke deel van het plangebied vervolgonderzoek nodig zijn in de vorm van karterende boringen. Het gaat om een gebied van circa 0,2 ha rond de boringen 20, 21 en 28 (fig. 10). Karterende boringen in combinatie met zeven van het materiaal van de Aen B-horizont kunnen meer informatie verschaffen over de eventuele aanwezigheid van archeologische resten.
5
Aanbeveling ADC ArcheoProjecten adviseert om in de gebieden met een hoge archeologische verwachting een inventariserend veldonderzoek uit te voeren door middel van het uitvoeren van karterende boringen (IVO-P), teneinde gaafheid, omvang, datering en conservering van archeologische resten te onderzoeken. Het betreft het op afbeelding 10 aangegeven gebied met een ABC-profiel, ofwel het gebied rond de boringen 20, 21 en 28. De oppervlakte van het gebied is circa 0,2 ha. De exacte invulling van de werkzaamheden dient te worden vastgelegd in een door de bevoegde overheid goed te keuren Programma van Eisen (PvE). Het is niet uit te sluiten dat buiten de vindplaats toch nog archeologische resten voorkomen. Daarom merken wij op dat het aanbeveling verdient om de uitvoerder van het grondwerk te wijzen op de plicht archeologische vondsten te melden bij de bevoegde overheid, zoals aangegeven in de Monumentenwet 1988 en de Wet op de Archeologische Monumentenzorg.
ADC ArcheoProjecten Rapport 1594
Uitbreidingslocatie bestemmingsplan De Heurne
13
Literatuur Bureau Militaire Verkenningen, verschillende jaargangen (1989, 1893, 1908, 1926, 1936): Aalten, blad 516, 1:25.000. Bosch, J.H.A., 2005: Archeologische Standaard Boorbeschrijvingsmethode, Versie 5.2. Utrecht (TNOrapport, NITG 05-043-A). Groene woudt, B.J., 1994: Prospectie, waardering en selectie van archeologische vindplaatsen: een beleidsgerichte verkenning van middelen en mogelijkheden. Amersfoort (Nederlandse Archeologische Rapporten, 17). Normalisatie-Instituut, Nederlands, 1989: Geotechniek, classificatie van onverharde grondmonsters NEN 5104, Delft. Stichting voor Bodemkartering, 1982: Geomorfologische kaart van Nederland, schaal 1:50.000, blad NR 41 West en Oost AALTEN Stichting voor Bodemkartering, 1982: Bodemkaart van Nederland, schaal 1:50.000, blad NR 41 West AALTEN Tol, A.J., J.W.H.P. Verhagen & M. Verbruggen, 2006: Leidraad inventariserend veldonderzoek. Deel: karterend booronderzoek. Gouda (SIKB uitgave). Wolters-Noordhoff Atlasprodukties, 1990: Grote Historische Atlas van Nederland, deel 3 Oost-Nederland 1830-1855, Groningen.
Lijst van afbeeldingen Afb. 1 Locatie van het plangebied Afb. 2 Detailkaart van het plangebied Afb. 3 Locatie van het plangebied op de bonnekaart van 1889 Afb. 4 Locatie van het plangebied op de bonnekaart van 1908 Afb. 5 Locatie van het plangebied op de bonnekaart van 1936 Afb. 6 Locatie van het plangebied op de geomorfologische kaart Afb. 7 Locatie van het plangebied op de bodemkaart Afb. 8 Indicatieve Kaart Archeologische Waarden, AMK-terreinen en ARCHIS-meldingen Afb. 9 Locatie van het plangebied op het Actueel Hoogtebestand Nederland Afb. 10 Resultaten van het booronderzoek
Lijst van tabellen Tabel 1 Archeologische perioden
ADC ArcheoProjecten Rapport 1594
Uitbreidingslocatie bestemmingsplan De Heurne
14
HEELWEG HEELWEG HEELWEG
WESTENDORP WESTENDORP WESTENDORP WESTENDORP WESTENDORP WESTENDORP 440000
BRED BRE BRED BRE BRED VARSSEVELD VARSSEVELD VARSSEVELD
AALTEN AALTEN AALTEN
SILVOLDE SILVOLDE SILVOLDE SILVOLDE SILVOLDE SILVOLDE 435000
SINDEREN SINDEREN SINDEREN SINDEREN SINDEREN SINDEREN
HEURNE HEURNE HEURNE HEURNE HEURNE HEURNE
8
DE DE HEURNE HEURNE DE DE HEURNE HEURNE DE DE HEURNE HEURNE
ULFT ULFT ULFT
VOORST VOORST GEM GEMGENDR GENDR VOORST GEM GENDR GEM GENDR VOORST GEM GENDR VOORST VOORST
BREEDENBROEK BREEDENBROEK BREEDENBROEK
GENDRINGEN GENDRINGEN GENDRINGEN GENDRINGEN GENDRINGEN GENDRINGEN
430000
DINXPERLO DINXPERLO DINXPERLO DINXPERLO DINXPERLO DINXPERLO
N N N N N N
8
MEGCHELEN MEGCHELEN MEGCHELEN
0 0 00 00
5000m 5000m 5000m 5000m 5000m 5000m
bron: Geodan 225000
230000
235000
240000
Afb. 1 Locatie van het plangebied
ADC ArcheoProjecten Rapport 1594
De Heurne De Heurne
434000
434200
434400
15
N N N N N N
0 00 00 0
50m 50m 50m 50m 50m 50m
231000
231200
231400
Begrenzing plangebied
Afb. 2 Detailkaart van het plangebied
ADC ArcheoProjecten Rapport 1594
De Heurne De Heurne
434000
434200
434400
16
N N N N N N
000
50m 50m 50m
231000
231200
231400
BONNEKAART VAN 1889 Begrenzing plangebied
Afb. 3 Locatie van het plangebied op de bonnekaart van 1889
ADC ArcheoProjecten Rapport 1594
De Heurne De Heurne
434000
434200
434400
17
N N N N
0 00 00 0
50m 50m 50m 50m 50m 50m
231000
231200
231400
BONNEKAART VAN 1908 Begrenzing plangebied
Afb. 4 Locatie van het plangebied op de bonnekaart van 1908
ADC ArcheoProjecten Rapport 1594
De Heurne De Heurne
434000
434200
434400
18
N N N N N N
000
50m 50m 50m
231000
231200
231400
BONNEKAART VAN 1936 Begrenzing plangebied
Afb. 5 Locatie van het plangebied op de bonnekaart van 1936
ADC ArcheoProjecten Rapport 1594
De Heurne De Heurne
433000
434000
435000
436000
19
N N N N N N
0 00 00 0
500m 500m 500m 500m 500m 500m
230000
231000
232000
233000
LEGENDA
Complex van dekzandruggen, al dan niet met oud bouwlanddek Geisoleerde dekzandruggen, al dan niet met oud bouwlanddek Dekzandkopjes Vlakte van verspoelde dekzanden Bebouwde kom Water Begrenzing plangebied
Afb. 6 Locatie van het plangebied op de geomorfologische kaart
ADC ArcheoProjecten Rapport 1594
De Heurne De Heurne
433000
434000
435000
436000
20
N N N
0 00 00 0
500m 500m 500m 500m 500m 500m
230000
231000
232000
233000
LEGENDA
Hoge zwarte enkeerdgronden Hoge bruine enkeerdgronden Laarpodzolgronden Haarpodzolgronden Vlakvaaggronden Beekeerdgronden Gooreerdgronden Begrenzing plangebied
Afb. 7 Locatie van het plangebied op de bodemkaart
ADC ArcheoProjecten Rapport 1594
De Heurne De Heurne
434000
435000
436000
21
15.807 15.807 15.807 15.807 15.807 15.807
433000
N N N N N N 19.051 19.051 19.051 19.051 19.051 19.051
0 00 00 0
3.639 3.639 3.639 3.639 3.639 3.639
500m 500m 500m 500m 500m 500m
17.725 17.725 17.725 17.725 17.725 17.725 230000
Legenda
231000
232000
233000
ARCHIS-meldingen (bijgewerkt mrt.'08)
Hoge indicatieve archeologische waarde
Neolithicum
Middelhoge indicatieve archeologische waarde
Onderzoeksmelding
Lage indicatieve archeologische waarde Zeer lage indicatieve archeologische waarde Begrenzing plangebied
Afb. 8 Indicatieve Kaart Archeologische Waarden, AMK-terreinen en ARCHIS-meldingen
ADC ArcheoProjecten Rapport 1594
De Heurne De Heurne
434000
434200
22
N N N N N N
0 00 00 0
50m 50m 50m 50m 50m 50m
231000
231200
231400
LEGENDA Hoogte in m t.o.v. NAP 17,0
18,5
21,5
18,0
18,8
Begrenzing plangebied
18,3
19,4
Afb. 9 Locatie van het plangebied op het Actueel Hoogtebestand Nederland
ADC ArcheoProjecten Rapport 1594
De Heurne De Heurne
434300
23
39 39 38 38 37 37
36 36
434200
31 31
32 32 29 29
30 30
434100
22
33
44 99
12 12
11 11
10 10
88
77
66
55
19 19
18 18
17 17
16 16
15 15
11
20 20
21 21
22 22
23 23
24 24
28 28
27 27
26 26
25 25
13 13 434000
33 33
34 34
35 35
14 14
N N N N N
000
50m 50m 50m
231000
231100
231200
231300
231400
LEGENDA BOORPUNTEN ABC-profiel
podzolgrond
AC-profiel
vaaggrond
bodem geheel verstoord
begrenzing plangebied
Afb. 10 Resultaten van het booronderzoek
ADC ArcheoProjecten Rapport 1594
De Heurne De Heurne
nummer
ADC ArcheoProjecten rapport 1594
06
05
04
03
02
01
50 zand
matig siltig; matig humeus
35 zand
zwak siltig; matig humeus
30 zand zwak siltig
40 zand
zwak siltig; matig humeus 40 90 zand matig siltig
0
30 80 zand zwak siltig
0
60 zand
matig siltig; matig humeus sterk siltig; zwak 60 85 zand humeus zwak siltig; zwak 85 100 zand grindig; zwak humeus zwak siltig; zwak 100 120 zand grindig
0
35 70 zand matig siltig
0
90 100 zand uiterst siltig
50 90 zand matig siltig
0
70 zand
bijmenging
matig siltig; matig humeus sterk siltig; zwak 70 90 zand humeus 90 120 zand uiterst siltig
0
maaiveldhoogte (cm) NAP bovengrens (cm onder mv) ondergrens (cm onder mv) grondsoort
y coordinaat (m)
x coordinaat (m)
Bijlage I
zandmediaan
donker-; grijs-; bruin;
kleur donker-; bruin-; grijs;
donker-; bruin-; grijs;
licht-; bruin-; grijs; licht-; grijs;
matig fijn
matig fijn
matig fijn
matig fijn
donker-; grijs-; bruin; licht-; grijs;
licht-; grijs;
bruin-; grijs;
bruin-; grijs;
matig fijn
matig fijnzeer fijn zeer fijn
donker-; bruin-; grijs;
matig fijn
matig licht-; grijs; fijnmatig fijn
matig fijn
zeer fijnzeer licht-; grijs; fijn zeer fijn licht-; grijs;
matig fijn
matig grijs-; bruin; fijnmatig fijn zeer fijn grijs;
matig fijn
kalkgehalte
nieuwvormingen
kalkloos weinig roestvlekken
kalkloos
kalkloos weinig roestvlekken
kalkloos
kalkloos
kalkloos
kalkloos
kalkloos
kalkloos weinig roestvlekken
kalkloos
kalkloos veel roestvlekken
kalkloos weinig roestvlekken
kalkloos
kalkloos weinig roestvlekken
kalkloos
kalkloos
antropogene bijmengingen spoor baksteen
spoor baksteen
weinig baksteen
organische bijmengingen bodemhorizonten A-horizont; antropogeen dek C-horizont
A-horizont; antropogeen dek C-horizont
C-horizont
C-horizont
A-horizont; antropogeen dek A-horizont; antropogeen dek
A-horizont; antropogeen dek
C-horizont
A-horizont; antropogeen dek
A-horizont; antropogeen dek A-horizont; antropogeen dek C-horizont
overig gradaties in korrelgrootte; leemlaagjes
goed gesorteerd
slecht gesorteerd
slecht gesorteerd
vlekkerig, wittige vlk, slecht gesorteerd
scherpe grens
leemlaagjes
leemlaagjes; leembrokjes
opgebrachte grond
leemlaagjes
omgewerkt, zeer heterogeen, vlekkerig
1
De Heurne De Heurne
Lithostratigrafie
nummer
ADC ArcheoProjecten rapport 1594
14
13
12
11
10
09
08
07
bijmenging
25 zand
zwak siltig; matig humeus 25 60 zand zwak siltig 60 70 zand zwak siltig
0
matig fijn matig fijn
matig fijn
matig fijn
matig grof
matig fijn
matig fijn
matig siltig; matig humeus
donker-; grijs-; bruin; licht-; grijs; licht-; bruin-; grijs;
donker-; grijs-; bruin; donker-; grijs-; bruin; licht-; grijs; licht-; grijs; licht-; grijs;
grijs-; bruin; licht-; grijs; licht-; grijs;
matig fijn
matig fijn matig fijn
20 40 zand matig siltig
20 zand
donker-; grijs-; bruin;
donker-; bruin-; grijs; donker-; oranje-; bruin; oranje-; grijs; grijs;
donker-; grijs-; bruin; bruin; donker-; grijs-; licht-; bruin-; grijs;
kleur
matig fijn
40 60 zand matig siltig 60 70 leem sterk zandig 70 80 zand zwak siltig
0
50 zand
matig siltig; matig humeus matig siltig; zwak 50 80 zand humeus 80 95 zand matig siltig 95 120 zand zwak siltig
0
matig fijn zeer fijn
matig fijn
matig fijn
zwak siltig; matig humeus
35 45 zand zwak siltig
35 zand
45 90 zand zwak siltig 90 100 zand matig siltig
0
matig fijn
45 80 zand matig siltig
matig fijn
zeer fijn
zwak siltig; matig humeus
zandmediaan
25 45 zand matig siltig
25 zand
maaiveldhoogte (cm) NAP bovengrens (cm onder mv) ondergrens (cm onder mv) grondsoort
0
kalkgehalte
nieuwvormingen
kalkloos veel roestvlekken kalkloos
kalkloos
kalkloos veel roestvlekken kalkloos kalkloos veel roestvlekken
kalkloos
kalkloos
kalkloos weinig roestvlekken kalkloos veel roestvlekken
kalkloos
kalkloos
kalkloos veel roestvlekken kalkloos spoor roestvlekken
kalkloos veel ijzerconcreties
kalkloos
kalkloos spoor roestvlekken
kalkloos
kalkloos
antropogene bijmengingen weinig sintels
organische bijmengingen bodemhorizonten A-horizont; antropogeen dek C-horizont C-horizont
A-horizont; antropogeen dek A-horizont; antropogeen dek C-horizont C-horizont C-horizont
A-horizont; antropogeen dek A-horizont; antropogeen dek C-horizont C-horizont
C-horizont C-horizont
A-horizont; antropogeen dek
A-horizont; antropogeen dek A-horizont; antropogeen dek C-horizont
overig niet uitegvoerd
niet uitgevoerd
goed gesorteerd goed gesorteerd
veel zandlagen
opgebrachte grond; omgewerkte grond
opgebrachte grond
niet uitgevoerd
omgewerkte grond
opgebrachte grond
leembrokjes
gradaties in korrelgrootte; leemlaagjes
omgewerkte grond
2
De Heurne De Heurne
Lithostratigrafie
y coordinaat (m)
x coordinaat (m)
nummer
ADC ArcheoProjecten rapport 1594
19
18
17
16
15
bijmenging
zwak siltig; matig humeus
matig fijn
matig fijn
matig fijn
zwak siltig; matig humeus
matig fijn
matig fijn
matig fijn
matig fijn
40 80 zand zwak siltig
30 zand
zwak
zwak
matig
matig
30 40 zand zwak siltig
0
zwak siltig; humeus zwak siltig; 55 80 zand humeus matig siltig; 80 100 zand grindig matig siltig; 100 110 zand grindig
55 zand
licht-; bruin-; grijs;
grijs;
donker-; grijs-; bruin;
oranje-; grijs;
grijs;
donker-; bruin-; grijs; donker-; bruin-; grijs;
matig grijs; fijnmatig fijn
0
matig fijn
donker-; bruin-; grijs; bruin-; grijs;
bruin-; grijs; bruin-; grijs; licht-; grijs;
matig fijn
matig fijn zeer fijn
matig fijn
donker-; grijs-; bruin;
licht-; grijs;
matig fijn
matig fijn
donker-; bruin-; grijs;
zwart-; grijs;
matig fijn
matig fijn
matig fijn
donker-; bruin-; grijs; donker-; bruin-; grijs;
matig siltig; zwak 80 110 zand grindig
35 zand
zandmediaan
matig fijn
kleur
zwak siltig; matig humeus 35 80 zand zwak siltig
0
50 zand
zwak siltig; matig humeus matig siltig; zwak 50 70 zand humeus 70 85 zand matig siltig 85 100 zand matig siltig
0
60 70 zand
matig siltig; matig humeus matig siltig; zwak 70 100 zand grindig
50 60 zand
zwak siltig; matig humeus zwak siltig; matig 40 50 zand humeus
40 zand
maaiveldhoogte (cm) NAP bovengrens (cm onder mv) ondergrens (cm onder mv) grondsoort
0
kalkgehalte
nieuwvormingen
kalkloos spoor roestvlekken
kalkloos
kalkloos
kalkloos
kalkloos
kalkloos
kalkloos
kalkloos spoor roestvlekken
kalkloos
kalkloos
kalkloos spoor ijzerconcreties kalkloos
kalkloos
kalkloos
kalkloos weinig roestvlekken
kalkloos
kalkloos
kalkloos
kalkloos
antropogene bijmengingen spoor aardewerkfragmenten
spoor houtskoolspikkels
organische bijmengingen bodemhorizonten A-horizont; antropogeen dek A-horizont; antropogeen dek C-horizont
C-horizont
C-horizont
A-horizont; antropogeen dek A-horizont; antropogeen dek
C-horizont
A-horizont; antropogeen dek C-horizont
A-horizont; antropogeen dek A-horizont; antropogeen dek C-horizont C-horizont
C-horizont
AE-horizont
A-horizont
A-horizont; antropogeen dek
overig dekzand
omgewerkte grond
bouwvoor; roodbakkend gedraaid
vrij slecht gesorteerd
vrij slecht gesorteerd
leemlaagjes, laagjes grover en fijner zand, enkele grindjes tussen 90 en 100 cm
vlekkerig
verbruind? leemlaagjes
omgewerkte grond
opgebrachte grond
slecht gesorteerd, leemlaagjes, enkel grindje
verrommeld , gebleekte korrels, opgebracht of omgewerkt, lijkt op A en E door elkaar
verrommeld ; omgewerkte grond
3
De Heurne De Heurne
Lithostratigrafie
y coordinaat (m)
x coordinaat (m)
nummer
ADC ArcheoProjecten rapport 1594
25
24
23
22
21
20
bijmenging
75 100 zand zwak siltig
45 zand
zwak siltig; matig humeus zwak siltig; matig 45 75 zand humeus
0
matig fijn
matig fijn
matig fijn
zeer fijn
80 100 zand matig siltig
grijs; licht-;
donker-; bruin-; grijs; donker-; bruin-; grijs;
licht-; grijs;
oranje-; bruin;
matig fijnzeer fijn
oranje-; grijs;
matig fijn
55 80 zand zwak siltig
zwak siltig; matig humeus
bruin;
matig fijn
bruin-; grijs;
55 zand
donker-; bruin-; grijs;
donker-; grijs-; bruin; donker-; grijs-; bruin; donker-; zwart-; bruin;
grijs; oranje-;
donker-; bruin;
donker-; grijs-; bruin; donker-; geel-; bruin;
matig fijn
matig fijn
matig fijn
matig fijn
matig fijn
matig fijn
matig fijn
matig fijn
licht-; grijs;
grijs; oranje-;
donker-; grijs-; bruin;
kleur
matig fijnzeer fijn
0
15 zand
zwak siltig; matig humeus matig siltig; sterk 15 80 zand grindig 80 110 zand zwak siltig
0
70 zand
zwak siltig; matig humeus zwak siltig; zwak 70 90 zand humeus zwak siltig; sterk 90 120 zand humeus
0
40 80 zand zwak siltig
25 zand
zwak siltig; matig humeus zwak siltig; zwak 25 35 zand humeus zwak siltig; matig 35 40 zand humeus
0
zeer fijn
60 100 zand matig siltig
matig fijn
matig fijn
zwak siltig; matig humeus
zandmediaan
30 60 zand zwak siltig
30 zand
maaiveldhoogte (cm) NAP bovengrens (cm onder mv) ondergrens (cm onder mv) grondsoort
0
kalkgehalte
nieuwvormingen
kalkloos
kalkloos
kalkloos
veel roestvlekken; weinig ijzerconcreties
weinig roestvlekken; kalkloos spoor ijzerconcreties kalkloos weinig roestvlekken
kalkloos
kalkloos weinig roestvlekken
kalkloos
kalkloos
kalkloos
kalkloos
C-horizont
A-horizont; antropogeen dek A-horizont; antropogeen dek
C-horizont
C-horizont
A-horizont; antropogeen dek
A-horizont; antropogeen dek A-horizont; antropogeen dek C-horizont
A-horizont; antropogeen dek A-horizont; antropogeen dek A-horizont; antropogeen dek
C-horizont
kalkloos
B-horizont; humeus
antropogene bijmengingen
spoor ijzerconcreties; veel kalkloos roestvlekken
A-horizont; antropogeen dek
C-horizont
B-horizont
A-horizont; antropogeen dek
organische bijmengingen bodemhorizonten
kalkloos
kalkloos
kalkloos
veel roestvlekken; weinig kalkloos ijzerconcreties kalkloos
kalkloos
overig zeer compact
leemlaagjes
goed gesorteerd
vanaf 50 cm gele vlekken
zeer verstoord pakket, vlekkerig, veel grof grind: spoorlijn?
omgewerkte grond
omgewerkte grond
opgebrachte grond
deels intacte podzol
verlegde Bh
opgebrachte grond
opgebrachte grond
leemlaagjes
oranje door veel roest
opgebrachte grond
4
De Heurne De Heurne
Lithostratigrafie
y coordinaat (m)
x coordinaat (m)
nummer
ADC ArcheoProjecten rapport 1594
31
30
29
28
27
26
bijmenging
30 70 zand zwak siltig
10 zand
zwak siltig; matig humeus matig siltig; matig 10 30 zand humeus
0
50 100 zand matig siltig
35 zand
zwak siltig; matig humeus zwak siltig; matig 35 50 zand humeus
0
50 100 zand matig siltig
40 zand
zwak siltig; matig humeus zwak siltig; matig 40 50 zand humeus
0
40 zand
zwak siltig; matig humeus 40 42 zand zwak siltig 42 80 zand zwak siltig
0
80 zand
zwak siltig; matig humeus zwak siltig; matig 80 90 zand humeus 90 120 zand matig siltig
0
zwak siltig; matig 65 zand grindig; zwak humeus zwak siltig; zwak 65 90 zand grindig
maaiveldhoogte (cm) NAP bovengrens (cm onder mv) ondergrens (cm onder mv) grondsoort
0
matig fijn
matig fijn
matig fijn
matig fijn
matig fijn
matig fijn
matig fijn
matig fijn
matig fijn
matig fijn matig fijn
matig fijn
matig fijn
matig fijn
matig fijn
licht-; grijs;
donker-; bruin-; grijs; donker-; geel-; bruin;
licht-; grijs;
donker-; bruin-; grijs; donker-; bruin-; grijs;
licht-; grijs;
donker-; bruin-; grijs; donker-; bruin-; grijs;
donker-; grijs-; bruin; donker-; bruin; grijs; oranje-;
donker-; bruin-; grijs; donker-; bruin-; grijs; grijs;
licht-; grijs;
matig fijn
zandmediaan
bruin-; grijs;
kleur
matig fijn
kalkgehalte
nieuwvormingen
weinig roestvlekken; spoor kalkloos ijzerconcreties
kalkloos
kalkloos
veel roestvlekken; spoor kalkloos ijzerconcreties
kalkloos
kalkloos
kalkloos
kalkloos
kalkloos
kalkloos kalkloos
kalkloos
kalkloos weinig roestvlekken
kalkloos
kalkloos
kalkloos weinig roestvlekken
kalkloos
antropogene bijmengingen spoor baksteen
organische bijmengingen bodemhorizonten A-horizont; verploegd
A-horizont; antropogeen dek
C-horizont
A-horizont; antropogeen dek A-horizont; antropogeen dek
C-horizont
A-horizont; antropogeen dek A-horizont; antropogeen dek
A-horizont; antropogeen dek B-horizont C-horizont
A-horizont; antropogeen dek A-horizont; antropogeen dek
C-horizont
A-horizont; antropogeen dek
overig vlekkerig, verrommeld
meer en minder siltige lagen, vrij slecht gesorteerd, enkel fijn grindje
opgebrachte grond
leemlaagjes, dekzand
witte vlekken
fijne grindjes en grof grind
baksteen, grof grind, mogelijk oude spoorbaan
5
De Heurne De Heurne
Lithostratigrafie
y coordinaat (m)
x coordinaat (m)
nummer
ADC ArcheoProjecten rapport 1594
37
36
35
34
33
32
bijmenging
30 zand
zwak siltig; zwak humeus
30 zand
matig siltig; matig humeus 30 60 zand matig siltig
0
35 60 zand sterk siltig
25 zand
zwak siltig; zwak humeus zwak siltig; zwak 25 35 zand humeus
0
95 120 zand sterk siltig
50 zand
zwak siltig; matig humeus zwak siltig; matig 50 85 zand humeus uiterst siltig; zwak 85 95 zand humeus
0
30 60 zand zwak siltig
0
matig fijn
matig fijn
donker-; bruin-; grijs; licht-; grijs;
grijs;
geel-; bruin;
matig fijn
matig fijn
donker-; bruin-; grijs;
licht-; grijs;
bruin-; grijs;
donker-; bruin-; grijs; donker-; bruin-; grijs;
licht-; grijs;
donker-; bruin-; grijs;
licht-; grijs;
licht-; grijs;
donker-; bruin-; grijs;
licht-; geel-; grijs;
donker-; bruin-; grijs; donker-; bruin-; grijs;
kleur
matig fijn
matig fijn
matig fijn
matig fijn
matig fijn
zeer fijn
matig fijn
matig fijn
matig fijn
40 70 zand matig siltig
zwak siltig; matig humeus
matig fijn
25 zand
matig fijn
matig fijn
matig fijn
zandmediaan
25 40 zand matig siltig
0
45 100 zand matig siltig
zwak siltig; matig humeus zwak siltig; matig 30 45 zand humeus
30 zand
maaiveldhoogte (cm) NAP bovengrens (cm onder mv) ondergrens (cm onder mv) grondsoort
0
kalkgehalte
veel roestvlekken; weinig ijzerconcreties
nieuwvormingen weinig roestvlekken; weinig ijzerconcreties
kalkloos weinig roestvlekken
C-horizont
A-horizont; verploegd
C-horizont
kalkloos spoor roestvlekken
AC-horizont
veel roestvlekken; spoor kalkloos ijzerconcreties
A-horizont; antropogeen dek
C-horizont
AC-horizont
A-horizont; verploegd
A-horizont; antropogeen dek
kalkloos weinig roestvlekken
kalkloos spoor roestvlekken
kalkloos
kalkloos spoor roestvlekken
kalkloos
kalkloos
C-horizont
weinig roestvlekken; spoor kalkloos ijzerconcreties
antropogene bijmengingen
antropogeen dek; Ahorizont
C-horizont
A-horizont verploegd
A-horizont; antropogeen dek
C-horizont
A-horizont; verploegd
A-horizont; antropogeen dek
organische bijmengingen bodemhorizonten
kalkloos spoor roestvlekken
kalkloos veel roestvlekken
kalkloos weinig roestvlekken
kalkloos
kalkloos
kalkloos
kalkloos
overig brokjes schoon zand
banden meer en minder leem
banden meer en minder leem
brokjes oranje zand
tussen 25 en 30 cm meer roestvlekken
meer en minder siltige lagen, vrij slecht gesorteerd, iets grover zand, brokken humeus zand meer en minder siltige lagen, vrij slecht gesorteerd, iets grover zand
6
De Heurne De Heurne
Lithostratigrafie
y coordinaat (m)
x coordinaat (m)
nummer
39
38
matig siltig; matig humeus
bijmenging
50 zand
matig siltig; matig humeus
50 80 zand matig siltig
0
35 70 zand matig siltig
35 zand
maaiveldhoogte (cm) NAP bovengrens (cm onder mv) ondergrens (cm onder mv) grondsoort
0
zandmediaan
matig fijn
matig fijn
matig fijn
matig fijn
kleur licht-; grijs;
donker-; bruin-; grijs;
licht-; grijs;
donker-; bruin-; grijs;
kalkgehalte kalkloos
weinig roestvlekken; spoor ijzerconcreties
kalkloos spoor roestvlekken C-horizont
A-horizont; verploegd
C-horizont
nieuwvormingen
A-horizont; verploegd
weinig baksteen
antropogene bijmengingen
veel roestvlekken; spoor kalkloos ijzerconcreties
organische bijmengingen bodemhorizonten
kalkloos spoor roestvlekken
overig geleidelijke overgang
naar beneden toe lichter; baksteen op 15, 35 en 45 cm
brokjes schoon zand
7
ADC ArcheoProjecten rapport 1594
De Heurne De Heurne
Lithostratigrafie
y coordinaat (m)
x coordinaat (m)
Quickscan Natuurwetgeving, uitbreidingslocatie bestemmingsplan De Heurne (Aalten) Opdrachtgever Pouderoyen Compagnons Contactpersoon G. Yntema CSO adviesbureau Contactpersonen dhr. A. N. de Keijzer dhr. H. Scheeringa dhr. W. Visser
Postbus 2 3980 CA Bunnik Tel: 030 – 659 43 21 Fax: 030 – 657 17 92 www.cso.nl
Quickscan Natuurwetgeving, uitbreidingslocatie bestemmingsplan De Heurne (Aalten) Onderzoeksterrein gelegen binnen kilometerhok X231 – Y434
Opdrachtgever Pouderoyen Compagnons Contactpersoon G. Yntema CSO adviesbureau Contactpersonen dhr. A. N. de Keijzer dhr. H. Scheeringa dhr. W. Visser Projectcode CSO Datum Projectleider Status
08J064 22 september 2008 dhr. A. N. de Keijzer definitief
Inhoudsopgave blz. Inhoudsopgave ...................................................................................................................................... 1 1 Inleiding........................................................................................................................................... 2 2 Situatie en Wetgeving .................................................................................................................... 3 2.1 Gebiedsbeschrijving ................................................................................................................... 3 2.2 Geplande ingrepen ..................................................................................................................... 3 2.3 Flora- en faunawet...................................................................................................................... 5 3 Methode........................................................................................................................................... 5 3.1 Onderzoeksafbakening............................................................................................................... 5 3.2 Methode...................................................................................................................................... 5 4 Resultaten ....................................................................................................................................... 5 4.1 Resultaten flora .......................................................................................................................... 5 4.2 Resultaten fauna ........................................................................................................................ 5 5 Conclusies en Advies .................................................................................................................... 5 5.1 Conclusie.................................................................................................................................... 5 5.2 Nader onderzoek ........................................................................................................................ 5 6 Literatuur......................................................................................................................................... 5
BIJLAGEN BIJLAGE 1 BIJLAGE 2 BIJLAGE 3 BIJLAGE 4
wetgeving zorgplicht resultaten onderzoek foto’s van de onderzoekslocatie
KAARTEN KAART-BIJLAGE 1 KAART-BIJLAGE 2
Regionale ligging van de onderzoekslocatie Terreinoverzicht van de onderzoekslocatie
1
Projectnummer 08J064 Quickscan natuurwetgeving, uitbreidingslocatie bestemmingsplan te De Heurne
1 Inleiding In verband met de voorgenomen woningbouw heeft CSO in opdracht van Pouderoyen Compagnons, namens de gemeente Aalten, een quickscan Natuurwetgeving uitgevoerd op een uitbreidingslocatie aan de Keizerweg te De Heurne. Het doel van het onderzoek is een inschatting te maken of de geplande ontwikkelingen strijdig zijn met de soortsbescherming van de Flora- en faunawet (2005) en de gebiedsbescherming van de Natuurbeschermingswet (1998). Het resultaat van de quickscan bestaat uit de uitspraak of, en zo ja, welke ontheffingsplichtige soorten (tabel 2 en 3 soorten) aanwezig kunnen zijn in het plangebied. Voor deze mogelijk, of zeker aanwezige ontheffingsplichtige soorten volgt veelal een advies voor nader onderzoek (volledige veldinventarisatie). Op basis van een nader onderzoek kan een ontheffing worden aangevraagd bij het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Het resultaat kan ook zijn dat onvoldoende geschikte literatuurgegevens voorhanden zijn om het mogelijk voorkomen van bepaalde ontheffingsplichtige soorten te kunnen bepalen (niet voldoende onderzoek uitgevoerd in de omgeving). Ook dan kan het advies zijn om deze ontbrekende gegevens aan te vullen met nader onderzoek (volledige veldinventarisatie). Indien geen ontheffingsplichtige soorten te verwachten zijn in het plangebied, of als de aanwezige ontheffingsplichtige soorten geen schade zullen ondervinden van de geplande ingrepen, blijven de algemene beschermende bepalingen van kracht in de zin van de algemene zorgplicht (zie bijlage 2). Daarnaast wordt gekeken of het plangebied een status heeft in het kader van de gebiedsbescherming of dat gebieden met een dergelijke status in de omgeving aanwezig zijn (vogel-, en habitatrichtlijn gebieden, natura 2000, beschermde natuurmonumenten). Indien er mogelijk effecten zijn van de planontwikkeling op dergelijke beschermde gebieden, zullen deze effecten onderzocht moeten worden in het kader van de Natuurbeschermingswet (1998).
2
Projectnummer 08J064 Quickscan natuurwetgeving, uitbreidingslocatie bestemmingsplan te De Heurne
2 Situatie en Wetgeving 2.1
Gebiedsbeschrijving
Het plangebied heeft een oppervlakte van circa 3,3 hectare. Het plangebied bestaat deels uit percelen grasland met daarin een boerderij met erf en deels uit een campingperceel (Lage Heurne 66). De graslanden (bijlage 4; foto 1 en 2) liggen aan de D.H. Keuperweg en tussen de Keizerweg en achtertuinen van de bebouwing van de woonkern De Heurne (De Riete). Langs de Keizerweg is laanbeplanting aanwezig (foto 3; Zomereiken en Wilgen). Ter plaatse van de boerderij met erf zijn verschillende opstallen gesitueerd (foto 4; woonboerderij en schuren). Om het erf is een tuin aanwezig met tuinbeplanting. Direct op het grasland ten zuiden van de boerderij is een wat oudere appelboom aanwezig. Het uiterste zuidelijke deel van het terrein is in gebruik als boomgaard (foto 5) met daarachter een dierenverblijf (tegen de D.H. Keuperweg aan). Op dit deel is een schuurtje/stal aanwezig. Er zijn geen watervoerende elementen in het onderzoeksgebied aangetroffen. De camping (foto 6) bestaat uit een erf en twee kampeerweiden die deels van elkaar gescheiden worden door een houtwal. Het kampeerterrein is tevens rondom afgeschermd van de aangrenzende percelen door houtwallen. De direct omgeving betreft kleinschalig agrarisch buitengebied, waar graslanden en bouwlanden worden afgewisseld met kleinschalige bebossingen en houtwallen. Het onderzoeksgebied zelf heeft geen status in het kader van de Natuurbeschermingswet (1998) (Natura 2000, Vogelrichtlijn of Habitatrichtlijn). Ook zijn dergelijke beschermde gebieden niet in de directe omgeving aanwezig Een nader onderzoek in het kader van de Natuurbeschermingswet (1998) wordt dan ook niet zinvol geacht. Het onderzoeksgebied vorm geen onderdeel van de Ecologische Hoofdstructuur. De quickscan heeft zich derhalve verder beperkt tot de Flora- en faunawet. Voor de ligging van de onderzoekslocatie wordt verwezen naar kaartbijlage 1. Een situatietekening van de locatie is weergegeven in kaartbijlage 2. Enkele foto’s van de onderzoekslocatie zijn opgenomen in bijlage 4. Het plangebied bevindt zich in kilometerhok X231 – Y434.
2.2
Geplande ingrepen
Ter plaatse van het plangebied wordt een uitbreiding van de woonkern De Heurne gerealiseerd. De voorgenomen ontwikkeling is zodanig dat alle in dit gebied te verwachten planten en dieren zullen worden verstoord, bedreigd en/of uit hun leefgebied worden verjaagd. Enkele van de op het plangebied aangetroffen bomen zijn kapvergunningplichtig. Voor de woonkern De Heurne wordt een nieuw bestemmingsplan opgesteld, waarin zowel de bestaande bebouwing als de uitbreidingslocatie is opgenomen. Onderhavig onderzoek heeft betrekking op de toekomstige uitbreidingslocatie. In onderhavige rapportage wordt uitgegaan van het oorspronkelijke plangebied met een oppervlakte van circa 3,3 hectare. Er is geen echter nog geen overeenstemming tussen de gemeente Aalten en de eigenaar van kadastraal perceel 3842, zodat dit perceel mogelijk niet bij de ontwikkeling zal worden betrokken.
3
Projectnummer 08J064 Quickscan natuurwetgeving, uitbreidingslocatie bestemmingsplan te De Heurne
2.3
Flora- en faunawet
De Flora- en faunawet voorziet in de bescherming van planten- en diersoorten. De wet bepaald dat er geen schade aan beschermde planten en dieren mag worden toegebracht tenzij er uitdrukkelijk toestemming voor verleend is (het “nee, tenzij” beginsel). Daarnaast erkent de wet dat alle dieren van onvervangbare waarde zijn en daarom geldt de zorgplicht. De zorgplicht houdt in dat iedereen ‘voldoende zorg’ in acht moet nemen voor alle in het wild voorkomende dieren en hun leefomgeving. Samengevat kan worden gesteld dat alle vogels, zoogdieren, amfibieën en reptielen en een aantal, meest zeldzame planten, vlinders, libellen, vissen en ongewervelden beschermd zijn. In de praktijk betekent dit dat bepaalde handelingen ten aanzien van dieren en planten slechts onder strikte voorwaarden mogelijk zijn. De Flora- en faunawet heeft in die zin dan ook de nodige consequenties bij ruimtelijke ontwikkelingen. Voor een nadere toelichting op de Flora- en faunawet wordt verwezen naar bijlage 1.
3 Methode 3.1
Onderzoeksafbakening
Omdat het in deze rapportage gaat om een vooronderzoek of quick-scan is geen soortgericht inventarisatie uitgevoerd. Het onderzoek geeft dus geen volledig inzicht in de aanwezige flora en fauna. Wel is gekeken naar mogelijkheden voor soorten, potentiële leefgebieden en aanwijzingen dat beschermde soorten aanwezig zijn in het gebied. Het vooronderzoek geeft een indruk van de waarden en mogelijk aanwezige soorten in het gebied. Dit rapport leent zich dus niet voor een eventueel noodzakelijke ontheffingsaanvraag.
3.2
Methode
Ten behoeve van de toetsing van de ontwikkelingen aan de Flora- en faunawet, is een literatuuronderzoek uitgevoerd. Hierbij is informatie gebruikt uit verspreidingsatlassen, vakliteratuur, indicaties van Het Natuurloket en indien beschikbaar van andere onderzoekingen. De resultaten van dit onderzoek zijn weergegeven in tabellen (bijlage 3). Tevens is op 11 augustus 2008 een veldbezoek aan het plangebied uitgevoerd waarbij de terreinkenmerken zijn beoordeeld. Deze beoordeling is gericht op potentieel te verwachten beschermde flora en fauna soorten. De beoordeling vindt plaats door middel van een algemene veldverkenning en richt zich op de natuurwaarden van het primaire onderzoeksgebied en de directe omgeving (invloedssfeer van te verrichten werkzaamheden). Het veldbezoek is uitgevoerd door dhr. A. de Keijzer en dhr. W. Visser van ons bedrijf. Hierbij is het gehele terrein en directe omgeving doorlopen, zodat alle verschillende terreintypen bezocht zijn. Het terrein is bekeken op de mogelijke geschiktheid voor het voorkomen van beschermde flora en fauna.
4
Projectnummer 08J064 Quickscan natuurwetgeving, uitbreidingslocatie bestemmingsplan te De Heurne
4 Resultaten 4.1
Resultaten flora
Het plangebied bestaat voornamelijk uit grasland met een agrarische- of recreatieve functie, getypeerd als voedselrijk en soortenarm. Uit informatie verkregen uit de Landelijke Vegetatie Databank blijkt dat er geen vegetatieopnamen bekend zijn van het kilometerhok X231 – Y434. Binnen het projectgebied zijn tijdens het veldbezoek geen wettelijk beschermde plantensoorten conform de Flora- en faunawet aangetroffen. Het is ook niet waarschijnlijk dat deze aangetroffen zullen worden.
4.2
Resultaten fauna
Voor de verschillende soortgroepen zijn historische verspreidingsgegevens bestudeerd. Deze verzamelde verspreidingsgegevens hebben veelal betrekking op uurhokniveau, dat wil zeggen op een gebied van 5 x 5 kilometer. Het onderzoeksgebied beslaat maar een klein deel van dit uurhok en een deel van de in het uurhok aanwezige diersoorten zullen derhalve niet op de onderzoekslocatie voorkomen (Zie bijlage 3 voor een overzicht van de verzamelde gegevens). De verspreidinggegevens van grondgebonden zoogdieren (Bekker, 2005; Broekhuizen, 1992; Dijkstra, 1998) geven aan dat in deze regio veel soorten kunnen worden aangetroffen (zie bijlage 3 voor een volledige opsomming). Tijdens de veldinspectie zijn geen aanwijzingen aangetroffen over de eventuele aanwezigheid van deze soorten (graafgangen, legers, wissels, e.d.). De mogelijk voorkomende soorten zijn veelal algemene soorten (tabel 1 soorten), hiervoor geldt een vrijstelling in het kader van ruimtelijke ontwikkeling. Van de mogelijk voorkomende soorten zijn de Eekhoorn en de Steenmarter strikter beschermd conform de flora en faunawet (tabel 2 soorten). Het plangebied lijkt niet geschikt voor het voorkomen van de Eekhoorn. Mogelijk is het gebied onderdeel van het foerageergebied van de Steenmarter. De verspreidinggegevens van vleermuizen (Limpens, 1997)geven aan dat in deze regio veel vleermuizen kunnen worden aangetroffen. Alle vleermuizen zijn strikt beschermd volgens de Flora- en faunawet (tabel 3 soorten). De voorkomende soorten zijn: Gewone dwergvleermuis, Gewone grootoorvleermuis, Laatvlieger, Rosse vleermuis en de Watervleermuis. Mogelijk zullen deze het onderzoeksgebied gebruiken als vliegroute en foerageergebied. De aanwezige opstallen (met name de boerderij) zijn in potentie geschikt als verblijfplaats. De verspreidingsgegevens van amfibieën en reptielen geven aan dat in deze regio diverse amfibieënsoorten en een reptiel aanwezig zijn (RAVON, 2005). In bijlage 3 wordt een volledige opsomming gegeven. Het betreffen echter veelal algemene soorten (tabel 1 soorten), hiervoor geld een vrijstelling in het kader van ruimtelijke ontwikkeling. Van de mogelijk voorkomende soorten zijn de Hazelworm, Kamsalamander, Levendbarende hagedis, Ringslang en de Zandhagedis strikter beschermd conform de flora en faunawet (tabel 2 en 3 soorten). Er zijn geen aanwijzingen aangetroffen voor het voorkomen van deze soorten in het plangebied. De verspreidingsgegevens van vissen geven aan dat in deze regio geen beschermde vissoorten aanwezig zijn (RAVON, 2005; Nie, 1997). Vanwege het ontbreken van permanent watervoerende elementen worden de vissoorten verder buiten beschouwing gelaten. De verspreidingsgegevens van libellen, dagvlinders en overige ongewervelden geven aan geen beschermde soorten in deze regio aanwezig zijn (Klaas-Douwe, 2002; Bos, 2006; http://www.naturalis.nl/; zie tabel 3).
5
Projectnummer 08J064 Quickscan natuurwetgeving, uitbreidingslocatie bestemmingsplan te De Heurne
Tijdens het veldbezoek zijn diverse vogelsoorten in of direct bij het plangebied waargenomen. Samenvatting Van de volgens het literatuuronderzoek in de omgeving voorkomende beschermde soorten biedt het plangebied mogelijk een geschikt verblijfs-, voortplantings- en/of foerageergebied of migratieroute voor de volgende soorten: • Grondgebonden zoogdieren: Steenmarter • Vleermuizen: Gewone dwergvleermuis, Gewone grootoorvleermuis, Laatvlieger, Rosse vleermuis en de Watervleermuis • Amfibieën en reptielen: Hazelworm, Kamsalamander, Levendbarende hagedis, Ringslang en de Zandhagedis
6
Projectnummer 08J064 Quickscan natuurwetgeving, uitbreidingslocatie bestemmingsplan te De Heurne
5 Conclusies en Advies 5.1
Conclusie
Flora: Binnen het plangebied zijn geen ontheffingsplichtige plantensoorten geregistreerd, aangetroffen of te verwachten. Fauna: Geconcludeerd wordt dat in het terrein mogelijk beschermde soorten aanwezig zijn. Het gaat dan om algemeen voorkomende soorten (tabel 1 soorten). Voor de tabel 1 soorten (tabel 1 bijlage 1 AMvB 501) geldt een vrijstelling op de ontheffingsplicht in het geval van ruimtelijk ontwikkeling wanneer zorgvuldig te werk wordt gegaan ten aanzien van flora en fauna (conform algemene zorgplicht). De volgens het literatuuronderzoek in de omgeving voorkomende zwaarder beschermde soorten (tabel 2 + 3 soorten) zijn de volgende soorten: 1. Grondgebonden zoogdieren: Steenmarter 2. Vleermuizen: Gewone dwergvleermuis, Gewone grootoorvleermuis, Laatvlieger, Rosse vleermuis en de Watervleermuis 3. Amfibieën en reptielen: Hazelworm, Kamsalamander, Levendbarende hagedis, Ringslang en de Zandhagedis Ad. 1 Grondgebonden zoogdieren: Voor de Steenmarter heeft het plangebied mogelijk een waarde als foerageergebied. Doordat aangrenzend en in de direct omgeving vergelijkbare terreinen gesitueerd zijn kan de Steenmarter echter voor het foerageren uitwijken. Daarnaast is het oppervlak van het plangebied erg klein in vergelijking met het foerageergebied van een Steenmarter. Er worden dan ook geen negatieve effecten verwacht van de planontwikkeling op een eventueel in de omgeving aanwezige Steenmarter populatie. Nader onderzoek naar het voorkomen van beschermde grondgebonden zoogdieren wordt dan ook niet noodzakelijk geacht. Ad. 2 Vleermuizen: Het is mogelijk dat het plangebied gebruikt wordt door vleermuizen als verblijfplaats, vliegroute en foerageergebied. De aanwezige opstallen zijn in potentie geschikt als verblijfplaats (zomer -, kraam-, en paarverblijf). Indien de aanwezige lijnvormige elementen (laanbeplanting, houtwallen, e.d.) en de aanwezige opstallen behouden blijven in de planontwikkeling dan is een nader onderzoek naar het voorkomen van vleermuizen niet nodig. Indien deze elementen aangetast worden dan is dit nader onderzoek noodzakelijk. Mogelijk zijn de weiden onderdeel van het foerageergebied van vleermuizen. Het is op voorhand niet uit te sluiten dat deze foerageerplaatsen van belang zijn voor een lokale populatie. Aantasting of vernietiging van dergelijke belangrijke foerageerplaatsen kunnen een significant effect hebben op locale populaties. Belangrijke foerageerplaatsen voor vleermuizen zijn beschermd volgens de Flora- en faunawet, aantasting is derhalve ontheffingsplichtig. Een nader onderzoek naar het gebruik van vleermuizen van de planlocatie wordt dan ook noodzakelijk geacht. Ad. 3 Amfibieën en reptielen: Het plangebied wordt als niet geschikt geacht voor het voorkomen van de betreffende amfibieën en reptielensoorten. Het uitvoeren van een nader onderzoek naar het voorkomen van deze soorten op het plangebied wordt derhalve niet noodzakelijk geacht. Vogels: Ongetwijfeld zullen binnen de terreingrenzen vogels broeden (in bomen, struiken en in het veld). De te verwijderen bomen en opstallen vergen controle op in gebruik zijnde schuil- en broedplaatsen. 7
Projectnummer 08J064 Quickscan natuurwetgeving, uitbreidingslocatie bestemmingsplan te De Heurne
Nader onderzoek
5.2
Samenvattend wordt geconcludeerd dat er nader onderzoek noodzakelijk is naar het voorkomen en gebruik van het plangebied door de volgende soorten: •
Vleermuizen
De te verwijderen bomen en opstallen vergen controle op in gebruik zijnde schuil- en broedplaatsen. Opgemerkt moet worden dat dit vooronderzoek of quick-scan geen inventarisatie is en dus geen inzicht geeft in de daadwerkelijk aanwezigheid en verspreiding van beschermde soorten, zoals de Flora- en faunawet vereist. Wel geeft het aan welke soorten mogelijk gebruik maken van het gebied en naar welke soorten nader onderzoek gewenst is.
8
Projectnummer 08J064 Quickscan natuurwetgeving, uitbreidingslocatie bestemmingsplan te De Heurne
6 Literatuur Bergmans, W&A. Zuiderwijk, 1986. Atlas van de Nederlandse amfibieën en reptielen en hun bedreigingen, KNNV Uitgeverij, Hoogwoud. Bekker, D.L., 2005, Verspreidingsonderzoek muizen en spitsmuizen in 2005, Rapport van de VZZ, Utrecht. Bos, F., e.a., 2006, De dagvlinders van Nederland, KNNV, Utrecht. Broekhuizen, S,. Hoekstra, N., Laar, V. van, Smeenk, C., Thijssen, J.B.M., 1992, Atlas van de Nederlandse zoogdieren, KNNV Uitgeverij, Utrecht. Dijkstra, V., 1998, Belangrijke zoogdiergebieden in Nederland, Mededeling 37 VZZ, Utrecht. Klaas-Douwe B., V.J. Kalkman, R. Ketelaar, e.a., 2002, De Nederlandse Libellen, Odonata, KNNV, Utrecht Limpens, H., K. Mostert, W. Bongers (red.), 1997, Atlas van de Nederlandse vleermuizen, KNNV, Utrecht. Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, 2004, 501, Algemene Maatregel van Bestuur in verband met wijziging van artikel 75 van de Flora- en faunawet en enkele andere wijzigingen, Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden, 2004. Nie, de, H.W. 1997, Atlas van de Nederlandse Zoetwatervissen, 2e herziene druk RAVON, 2005, Ravon no. 20 p.46-62,Waarnemingenoverzicht2004 & 2005, Ravon, Nijmegen SOVON Vogelonderzoek Nederland, 2002, Atlas van de Nederlandse broedvogels, 1998 – 2000. Nederlandse Fauna 5, Nationaal Natuurhistorisch Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey Nederland, Leiden Bergmans, W&A. Zuiderwijk, 1986. Atlas van de Nederlandse amfibieën en reptielen en hun bedreigingen, KNNV Uitgeverij, Hoogwoud. Internetbronnen: 1. http://www.natuurloket.nl 2. http://www.naturalis.nl/ 3. http://home.quicknet.nl/qn/prive/abrtn/sub/stekinfo/stekinfo_main.htm 4. http://www.soortenregister.nl/ 5. http://www.minlnv.nl/ 6. http://www.Provincie Limburg.nl/
Opgesteld door: ing. W. Visser
Akkoord bevonden door: A.N. de keijzer
22 september 2008
9
Projectnummer 08J064 Quickscan natuurwetgeving, uitbreidingslocatie bestemmingsplan te De Heurne
Bijlagen
Projectnummer 08J064 Quickscan natuurwetgeving, uitbreiding bestemmingsplan te De Heurne
Bijlage 1: WETGEVING Flora- en faunawet Ecologische woorden spelen in toenemende mate een rol bij de ruimtelijke planvorming en ruimtelijke ingrepen. Zo is per 1 april 2002 de Flora- en faunawet in werking getreden. De wet sluit aan op Europese natuurregelgeving en is gericht op soortbescherming. De Flora- en faunawet voorziet in de bescherming van een aantal planten- en diersoorten en gaat uit van het “nee, tenzij”- beginsel. Centraal hierbij staat de zorgplicht. De zorgplicht houdt in dat iedereen ‘voldoende zorg’ in acht moet nemen voor alle in het wild voorkomende planten en dieren en hun leefomgeving. Samengevat kan worden gesteld dat alle vogels, zoogdieren, amfibieën en reptielen beschermd zijn. Wel geldt er een klein aantal uitzonderingen voor zeer algemene soorten als Huismuis, Bruine rat en Zwarte rat. Bovendien is een beperkt aantal, meest zeldzame planten, vlinders, libellen, vissen en ongewervelden beschermd. In de praktijk betekent dit dat bepaalde handelingen ten aanzien van dieren en planten slechts onder strikte voorwaarden mogelijk zijn. De Flora- en faunawet heeft in de zin dan ook de nodige consequenties bij ruimtelijke ingrepen zoals de voorgestelde planvorming. Flora Met betrekking tot beschermde, inheemse planten in relatie tot hun groeiplaats is het verboden deze planten te plukken, verzamelen, af te snijden, uit te steken, te vernielen, te beschadigen, te ontwortelen of op enigerlei wijze van hun groeiplaats te verwijderen. Fauna Bepalingen in deze wet ten aanzien van dieren in hun natuurlijke leefomgeving kunnen worden samengevat als: • Het is verboden dieren behorende tot een beschermde inheemse soort te doden, te verwonden, te vangen, te bemachtigen of met het oog daarop op te sporen. • Het is verboden dieren behorende tot een beschermde inheemse soort opzettelijk te verontrusten. • Het is verboden nesten, holen of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van dieren behorende tot een beschermde inheemse soort te vernielen, uit te halen, weg te nemen of te verstoren. • Het is verboden eieren van dieren behorende tot een beschermde inheemse soort te zoeken, te rapen, uit het nest te nemen, te beschadigen of te vernielen. Het planvormingsproces en de Flora- en faunawet Genoemde bepalingen zijn niet nieuw. Vergelijkbare bepalingen waren ook reeds opgenomen in de Natuurbeschermingswet en de Vogelwet 1936. Wanneer u als initiatiefnemer plannen ontwikkelt voor ruimtelijke ingrepen of voornemens hebt dergelijke werkzaamheden uit te (laten) voeren, is het raadzaam vooraf te toetsen of de geplande werkzaamheden mogelijk nadelige gevolgen hebben voor Aanwezige flora en fauna in het plangebied. In beginsel bent u daarvoor als initiatiefnemer zelf verantwoordelijk. Tijdens het plannen van de werkzaamheden dienen de volgende zaken in kaart gebracht te worden. • • • •
Welke beschermde planten- en diersoorten komen in en nabij het plangebied voor ? Leidt het realiseren van het plan of de uitvoering van de geplande werkzaamheden tot handelingen die in strijd zijn met de verbodsbepalingen in de Flora- en faunawet met betrekking tot planten op hun groeiplaats of dieren in hun natuurlijke leefomgeving? Kunnen het plan of de voorgenomen werkzaamheden zodanig worden aangepast dat dergelijke handelingen niet of in mindere mate gepleegd worden? Is om de plannen te kunnen uitvoeren of de werkzaamheden te kunnen verrichten een ontheffing (ex. Art. 75 van de Flora- en faunawet) vereist? Projectnummer 08J064 Quickscan natuurwetgeving, uitbreiding bestemmingsplan te De Heurne
De ontheffing Ten behoeve van de planrealisatie kan het noodzakelijk zijn om ontheffing aan te vragen in verband met de (voorgenomen) overtreding van de in paragraaf 2.1 genoemde verbodsbepalingen. Per 23 februari 2005 is de regelgeving rondom de ontheffingsaanvraag (artikel 75) door middel van een nieuwe AMvB gewijzigd. Hierbij worden drie beschermingsregimes onderscheiden. Categorie 1. Algemene soorten Voor de soorten in deze categorie geldt een vrijstelling van de verbodsbepalingen in de Flora- en faunawet bij onder meer ruimtelijke ontwikkelingen. Aan deze vrijstelling zijn geen aanvullende eisen gesteld. Uiteraard geldt wel de algemene zorgplicht. In deze categorie vallen onder meer algemeen voorkomende zoogdiersoorten als mol, konijn, en amfibieën als bruine kikker en gewone pad. Categorie 2. Overige soorten Bij ruimtelijke ontwikkelingen geldt een vrijstelling voor de soorten in categorie 2 als wordt gewerkt volgens een door het ministerie van LNV goedgekeurde gedragscode. Een gedragscode moet door een sector / belangenorganisatie of initiatiefnemer worden opgesteld en ter goedkeuring aan het Ministerie van LNV worden voorgelegd. Zolang er geen gedragscode is, dient in meest situaties een ontheffing te worden aangevraagd. Een ontheffingsaanvraag wordt getoetst aan het criterium ‘doet geen afbreuk aan de gunstige staat van instandhouding van de soort’. In deze categorie vallen alle vogelsoorten en een kleine groep van minder algemene diersoorten als eekhoorn en steenmarter. Categorie 3. Soorten bijlage IV Habitatrichtlijn & Soorten bijlage 1 AMvB Voor de soorten in deze categorie dient altijd een ontheffing te worden aangevraagd. Ook met een gedragscode kan geen vrijstelling worden verkregen. Een ontheffingsaanvraag wordt getoetst aan drie criteria: 1. er is sprake van een bij de wet genoemd belang. (dit betreft een limitatieve lijst van ander gespecificeerde belangen)? 2. er is geen alternatief aanwezig voor de gewenste ingreep? 3. er wordt geen afbreuk gedaan aan de gunstige staat van instandhouding van de soort? In deze categorie zijn zeldzame en kwetsbare soorten opgenomen. Dit betreft onder meer alle vleermuissoorten, zeldzame amfibieën en reptielen, een grote groep vlinders en libellen en enkele plantensoorten.
Projectnummer 08J064 Quickscan natuurwetgeving, uitbreiding bestemmingsplan te De Heurne
Bijlage 2: ZORGPLICHT algemene zorgplicht, art. 2 Ff-wet (LNV 2005): 1. Een ieder neemt voldoende zorg in acht voor alle (en dus niet alleen bescherm-de) in het wild levende dieren en planten, alsmede voor hun directe leefomgeving. 2. Die zorg houdt in ieder geval in dat een ieder die weet of kan vermoeden dat door zijn handelen of nalaten nadelige gevolgen voor flora of fauna kunnen worden veroorzaakt, verplicht is: - dergelijk handelen achterwege te laten waar dit in redelijkheid kan worden gevergd; - dan wel alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs kunnen worden gevergd om die gevolgen te voorkomen of, indien dat niet mogelijk is, zoveel mogelijk te beperken of ongedaan te maken. Een onderdeel van de Flora- en faunawet is dat de initiatiefnemer invulling moet geven aan de zorgplicht ten aanzien van beschermde planten en dieren. Dit geldt zowel tijdens de uitvoering van de werkzaamheden als ten aanzien van het ontwerp. Geadviseerd wordt om in het ontwerp rekening te houden met de realisatie van nieuw biotoop in de vorm van bijvoorbeeld groenvoorzieningen en waterpartijen. De zorgplicht betekent ook dat gedurende de werkzaamheden rekening gehouden wordt met de beschermde soorten om schade aan deze soorten te voorkomen en de effecten zoveel mogelijk te beperken. De in de bijlage 1 genoemde wetswijziging (AMvB 501) heeft betrekking op de ontheffingsplicht (artikel 75 van de Flora- en faunawet). Deze wijziging houdt onder meer in, dat voor een aantal algemeen in Nederland voorkomende beschermde soorten een vrijstelling op de ontheffingsaanvraag geldt, mits de zorgplicht in acht wordt genomen. Dit betekent dat, ook voor soorten die onder de vrijstelling vallen, men wel verplicht blijft om bijvoorbeeld het voortplantingsseizoen te ontzien, of vóórdat werkzaamheden starten, dieren te verjagen of weg te vangen (en elders uit te zetten) om te voorkomen dat natuurschade in het kader van art. 9 t/m 11 zal ontstaan. Dus ook voor soorten die onder de vrijstelling vallen dienen mitigerende maatregelen te worden getroffen. Voor alle beschermde, inheemse (ook de algemeen voorkomende) vogelsoorten geldt vanuit de Floraen faunawet een verbod op handelingen die nesten of eieren beschadigen of verstoren. Een ontheffing hierop is niet mogelijk. Ook handelingen die een vaste rust- of verblijfplaats van beschermde vogels verstoren, zijn niet toegestaan. In de praktijk betekent dit dat verstorende werkzaamheden alleen buiten het broedseizoen (dat voor de meeste soorten loopt van maart tot en met juli) uitgevoerd mogen worden. Voor de verstoring van vaste rust- en verblijfplaatsen, belangrijk leef- of foerageergebied van vogels buiten het broedseizoen kan een ontheffing noodzakelijk zijn. Het betreft hierbij dan over het algemeen horsten, nesten of kolonieplaatsen die jaarrond gebruikt worden. Hieronder kan ook leefen/of foerageergebied vallen van zeer plaatstrouwe soorten, zoals uilen.
Projectnummer 08J064 Quickscan natuurwetgeving, uitbreiding bestemmingsplan te De Heurne
Bijlage 3: Resultaten RESULTATEN BRONNEN ONDERZOEK EN VELDBEZOEK SOORTEN OP LOCATIE
Tabel 3a: Gegevens Natuurloket kilometerhok x: 231- y: 434 Aantal beschermde en bedreigde soorten per kilometerhok onderverdeeld naar beschermingstatus. Van cursief aangegeven soortgroepen is aanvullende informatie opgenomen. Soortgroep FF1 1 FF231 H/V2 RL3 Volledigheid4 Actualiteit5 1 1 goed 1991-2006 Vaatplanten (tabel 3b) Mossen niet 1996-2006 Korstmossen niet 1991-2006 Paddestoelen niet 1991-2006 niet 1996-2006 Zoogdieren (tabel 3c) Broedvogels 31 5 goed 1995-2006 Watervogels niet 96/97-03/04 niet 1992-2006 Reptielen (tabel 3d) 1 slecht 1992-2006 Amfibieën (tabel 3d) niet 1992-2006 Vissen (tabel 3e) Dagvlinders(tabel 3f) goed 1995-2006 Nachtvlinders niet 1980-2005 niet 1992-2006 Libellen (tabel 3g) Sprinkhanen goed 1992-2006 Overige ongewervelden(tabel niet 1992-2006 3h) 1 FF1, FF23 = Soorten op lijst van tabel 8 resp. tabel 2 en 3 van de Flora en Faunawet. 2 H/V = Soorten van de Habitat/Vogel richtlijn. 3 RL = Rode lijst soorten. 4 Volledigheid: Wanneer de volledigheid met ‘goed’ is aangeduid zijn er voldoende gegevens beschikbaar bij het Natuurloket. In andere gevallen is nader veldonderzoek nodig. 5 Actualiteit: geeft aan uit welke periode de gegevens afkomstig zijn.
Projectnummer 08J064 Quickscan natuurwetgeving, uitbreiding bestemmingsplan te De Heurne
Tabel 3b: Vaatplanten x: 231 – y: 434 Gegevens Landelijke Vegetatiebank; kilometerhok 080 – Y433 Wetenschappelijke naam Opnamenummer (jaar) (Nederlandse naam)
MA1
F&F2
Geen vegetatieopnamen bekend van het kilometerhok 1 = Soort kan volgens literatuurgegevens mogelijk aangetroffen worden in het plangebied 2 = Soort beschermd volgens Flora Fauna wet, nummer geeft tabel FF-wet aan. Tabel 3c: Zoogdieren Gegevens zoogdieren op uurhokniveau (5x5 km) (Broekhuizen et al.1992), Vleermuizen op atlas-blokniveau (Limpens et al. 1997). Soorten in de tabel zijn geselecteerd op mogelijk voorkomen in het habitat op deze locatie en zijn een indicatie. Gegevens zijn onvolledig. Nederlandse naam Wetenschappelijke naam MA1 A2 FF3 Aardmuis Bever Boommarter Bosmuis Bosspitsmuizen Bruinvis Bunzing Damhert Das
Micortis agrestis Castor fiber Martes martes Apodemus sylvaticus Sorex aranaeus/coronatus Phocoena phocoena Mustella putorius Dama dama
Dwergmuis Dwergspitsmuis Edelhert Eekhoorn Egel Eikelmuis
Meles meles Micromys minutus Sorex minutus Cervus elaphus Sciurus vulgaris Erinaceus europaeus Eliomys quercinus
Euraziatische lynx
Lynx lynx
Gewone dolfijn
Delphinus dilphis
Gewone zeehond
Phoca vitulina
Grijze zeehond Grote bosmuis Haas Hamster Hazelmuis
Halichoerus grypus Apodemus flavicollis Lepus europeus Cricetus cricetus Muscardinus avellanarius
X
X X X
X
1 3 bijl IV HR 3 bijl 1 AMvB 1 1 3 bijl IV HR 1 2 3 bijl 1 AMvB 1 1 2 2 1 3 bijl 1 AMvB 3 bijl IV HR 3 bijl IV HR 3 bijl 1 AMvB 2 2 1 3 bijl IV Projectnummer 08J064 Quickscan natuurwetgeving, uitbreiding bestemmingsplan te De Heurne
Hermelijn Huisspitsmuis Konijn Mol Noordse woelmuis
Mustela ermina Crocidura russula Oryctolagus cuniculus Talpa europaea
X X X X
Microtus oeconomus Pitymys subterraneus Capreolus capreolus Clethrionomys glareolus Martes foina
X
Tursiops truncatus Microtus arvalis Crocidura leucodon
X
Vos Waterspitsmuis
Vulpes vulpes
X
Wezel Wild zwijn Wilde kat
Mustela nivalis Sus scrofa
Ondergrondse woelmuis Ree Rosse woelmuis Steenmarter Tuimelaar Veldmuis Veldspitsmuis
Witflankdolfijn Witsnuitdolfijn Woelrat Vleermuizen Bechstein’s vleermuis Bosvleermuis Brandt’s vleermuis Franjestaart Gewone baardvleermuis Gewone dwergvleermuis Gewone grootoorvleermuis Grote hoefijzerneus Grijze grootoorvleermuis Ingekorven vleermuis
X
Neomys fodiens X
Felis silvestris Lagenorhynchus acutus Lagenorhynchus albirostris Arvicola terrestris
X
Myotis bechsteinii Nyctalus leisleri Myotis brandtii Myotis nattereri Myotis mystacinus Pipistrellus pipistrellus Plecotus auritus Rhinolophus ferrumequinum Plecotus austriacus Myotis emarginatus
X X
HR 1 1 1 1 3 bijl IV HR 1 1 1 2 3 bijl IV HR 1 3 bijl 1 AMvB 1 3 bijl 1 AMvB 1 2 3 bijl 4 HR 3 bijl IV HR 3 bijl IV HR 1 3 bijl IV HR 3 bijl IV HR 3 bijl IV HR 3 bijl IV HR 3 bijl IV HR 3 bijl IV HR 3 bijl IV HR 3 bijl IV HR 3 bijl IV HR 3 bijl IV Projectnummer 08J064 Quickscan natuurwetgeving, uitbreiding bestemmingsplan te De Heurne
HR Kleine dwergvleermuis 3 bijl IV Pipistrellus pygmaeus HR Kleine hoefijzerneus 3 bijl IV Rhinolophus hipposideros HR Laatvlieger X 3 bijl IV Eptesicus serotinus HR Meervleermuis 3 bijl IV Myotis dasycneme HR Mopsvleermuis 3 bijl IV Barbastella Barbastellus HR Rosse vleermuis X 3 bijl IV Nyctalus noctula HR Ruige dwergvleermuis 3 bijl IV Pipistrellus nathusii HR Tweekleurige vleermuis 3 bijl IV Vespertilio murinus HR Vale vleermuis 3 bijl IV Myotis myotis HR Watervleermuis X 3 bijl IV Myotis daubentonii HR 1 = Soort kan volgens literatuurgegevens mogelijk aangetroffen worden in het plangebied 2 = Soort is aangetroffen in het plangebied tijdens veldbezoek 3 = Soort beschermd volgens Flora Fauna wet, nummer geeft tabel FF-wet aan.
Tabel 3d: Reptielen en amfibieën Gegevens reptielen op uurhokniveau (5x5 km) (Ravon, 2006). Soorten in de tabel zijn geselecteerd op mogelijk voorkomen in het habitat op deze locatie en zijn een indicatie. Gegevens zijn onvolledig. Nederlandse naam Wetenschappelijke naam MA1 A2 FF3 Adder
Vipera berus
3 bijl 1 AMvB
Alpenwatersalamander
Triturus alpestris
Boomkikker
Hyla arborea
2 3 bijl IV HR
Bruine kikker
Rana temporaria
Geelbuik vuurpad
Bombina variegata
Gewone pad
Bufo bufo
Gladde slang
Coronella austriaca
Hazelworm
Anguis fragilis
Heikikker
Rana arvalis
Kamsalamander
Triturus cristatus
X
1 3 bijl IV HR
X
1 3 bijl IV HR 3 bijl 1 AMvB 3 bijl IV HR 3 bijl IV HR
X
X
Projectnummer 08J064 Quickscan natuurwetgeving, uitbreiding bestemmingsplan te De Heurne
Kleine watersalamander
Triturus vulgaris
X
Knoflookpad
Pelobates fuscus
1 3 bijl IV HR
Levendbarende hagedis
Zootoca vivipara
X
2
Meerkikker
Rana ridibunda
1
Middelste groene kikker
Rana esculenta
Muurhagedis
Podarcis muralis
Poelkikker
Rana lessonae
Ringslang
Natrix natrix
1 3 bijl IV HR 3 bijl IV HR 3 bijl 1 AMvB
X
3 bijl IV 3 bijl 1 Vinpootsalamander Triturus helveticus AMvB 3 bijl IV Vroedmeesterpad Alytes obstetricans HR 3 bijl 1 Vuursalamander Salamandra salamandra AMvB 3 bijl IV Zandhagedis Lacerta agilis X HR 1 = Soort kan volgens literatuurgegevens mogelijk aangetroffen worden in het plangebied 2 = Soort is aangetroffen in het plangebied tijdens veldbezoek 3 = Soort beschermd volgens Flora Fauna wet, nummer geeft tabel FF-wet aan. Rugstreeppad
Bufo calamita
Tabel 3e: Vissen Gegevens beschermde vissen op uurhokniveau (5x5 km) (de Nie 1997, Ravon, 2004). Gegevens zijn onvolledig. Nederlandse naam Wetenschappelijke naam MA1 A2 FF3 Geen beschermde soorten aangetroffen in literatuur 1 = Soort kan volgens literatuurgegevens mogelijk aangetroffen worden in het plangebied 2 = Soort is aangetroffen in het plangebied tijdens veldbezoek 3 = Soort beschermd volgens Flora Fauna wet, nummer geeft tabel FF-wet aan.
Projectnummer 08J064 Quickscan natuurwetgeving, uitbreiding bestemmingsplan te De Heurne
Tabel 3f: Dagvlinders Gegevens dagvlinders op uurhokniveau (5x5 km) (F.Bos, 2006). Gegevens zijn onvolledig. Nederlandse naam
Wetenschappelijke naam
MA1
A2
FF3
Geen beschermde soorten in literatuur aangetroffen 1 = Soort kan volgens literatuurgegevens mogelijk aangetroffen worden in het plangebied 2 = Soort is aangetroffen in het plangebied tijdens veldbezoek 3 = Soort beschermd volgens Flora Fauna wet, nummer geeft tabel FF-wet aan. Tabel 3e: Libellen Gegevens libellen op uurhokniveau (5x5 km) (Dijkstra 2002). Gegevens zijn onvolledig. Nederlandse naam
Wetenschappelijke naam
MA1
A2
FF3
Geen beschermde soorten in literatuur aangetroffen 1 = Soort kan volgens literatuurgegevens mogelijk aangetroffen worden in het plangebied 2 = Soort is aangetroffen in het plangebied tijdens veldbezoek 3 = Soort beschermd volgens Flora Fauna wet, nummer geeft tabel FF-wet aan. Tabel 3e: Overige soorten Gegevens op uurhokniveau (5x5 km) Nederlandse naam
Wetenschappelijke naam
MA1
A2
FF3
Geen beschermde soorten in literatuur aangetroffen 1 = Soort kan volgens literatuurgegevens mogelijk aangetroffen worden in het plangebied 2 = Soort is aangetroffen in het plangebied tijdens veldbezoek 3 = Soort beschermd volgens Flora Fauna wet, nummer geeft tabel FF-wet aan.
Projectnummer 08J064 Quickscan natuurwetgeving, uitbreiding bestemmingsplan te De Heurne
Bijlage 4: Foto’s onderzoekslocatie
Projectnummer 08J064 Quickscan natuurwetgeving, uitbreiding bestemmingsplan te De Heurne
Kaartbijlage 1:
Regionale ligging van de onderzoekslocatie
Projectnummer 08J064 Quickscan natuurwetgeving, uitbreiding bestemmingsplan te De Heurne
Kaartbijlage 2:
Terreinoverzicht van plangebied
Projectnummer 08J064 Quickscan natuurwetgeving, uitbreiding bestemmingsplan te De Heurne
Projectnummer 08J064 Quickscan natuurwetgeving, uitbreiding bestemmingsplan te De Heurne
Projectnummer 08J064 Quickscan natuurwetgeving, uitbreiding bestemmingsplan te De Heurne
tel: 0570-504180 fax: 0570-504190 www.cso.nl
Opdrachtgever Pouderoyen Compagnons Contactpersoon De heer G. Yntema CSO adviesbureau Projectcode CSO / rapportnummer Datum Projectleider Adviseur
08J064 / 08.RJ051 22 september 2008 Ing. N.B.J. Lurvink Ing. R.R. Mol
Geohydrologisch onderzoek t.b.v. infiltratie van hemelwater “bestemmingsplan De Heurne”, gemeente Aalten
Koningsbergenstraat 2 7418 ER Deventer
Inhoudsopgave 1 2 2.1 2.2 2.3 3 4 4.1 4.2 5 5.1 5.2 6
Blz. Inleiding.......................................................................................................... 2 Achtergronden............................................................................................... 3 Terreingegevens ............................................................................................. 3 Regionale Geohydrologie................................................................................ 3 Achtergronden bij het infiltreren van hemelwater in de bodem....................... 4 Uitgevoerd onderzoek................................................................................... 6 Resultaten ...................................................................................................... 7 Veldwerkzaamheden....................................................................................... 7 Infiltratie proeven ............................................................................................. 7 Bespreking resultaten en evaluatie ........................................................... 10 Bespreking resultaten.................................................................................... 10 Consequenties voor eventuele infiltratie ....................................................... 10 Conclusies ................................................................................................... 12
Bijlagen Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4
Regionale ligging van de onderzoekslocatie Overzicht en situering van boorpunten Boorbeschrijvingen Meetresultaten
Rapportnummer: 08.RJ051 Versiedatum: 22 september 2008 Definitief
1 Inleiding In opdracht van Pouderoyen Compagnons, namens de gemeente Aalten, heeft CSO Adviesbureau een geohydrologisch onderzoek uitgevoerd ter plaatse van plangebied “De Heurne” aan de Keizerweg te Aalten, gericht op de capaciteit van de bodem met betrekking tot de infiltratie van hemelwater. Aanleiding voor het uitvoeren van het infiltratieonderzoek is de geplande ontwikkeling van het plangebied ten behoeve van woningbouw. De uitbreidingslocatie maakt onderdeel uit van een nieuw bestemmingsplan, dat voor de gehele kern De Heurne wordt opgesteld. In het kader van het “Waterbeleid voor de 21ste eeuw” en de daaruit voortvloeiende voorschriften van waterbeheerders, is men voornemens het hemelwater niet meer via het gemeentelijk rioolstelsel af te voeren naar de waterzuiveringsinstallatie maar dit te infiltreren in de bodem. Om de mogelijkheden van infiltratie van hemelwater op de locatie te onderzoeken is een eerste verkenning naar de geohydrologische eigenschappen van de planlocatie uitgevoerd. Doel van het onderzoek is het bepalen van de doorlatendheid en daarmee de infiltratiemogelijkheden van de bodem ter plaatse van de toekomstige voorzieningen. Omdat in deze fase van de planvorming de wijze en locatie van eventueel infiltreren nog niet bekend zijn, zijn op verschillende delen van het terrein doorlatendheidsmetingen (infiltratiemetingen) uitgevoerd. In dit rapport wordt ingegaan op de beschikbare gegevens en de onderzoeksopzet, de uitvoering en de resultaten van het veldonderzoek. Ten slotte worden conclusies getrokken en aanbevelingen gedaan.
2 Rapportnummer: 08.RJ051 Versiedatum: 27 augustus 2008 Definitief
2 Achtergronden 2.1
Terreingegevens
De regionale ligging van de locatie is weergegeven in bijlage 1. In kaartbijlage 2 is een overzicht van de locatie met situering van de boorpunten weergegeven. In onderstaand overzicht zijn de algemene gegevens van de locatie opgenomen. •
Adres
• • • •
Oppervlakte Huidig gebruik Toekomstig gebruik Verharding
: locatie tussen de Keizersweg, D.H.Keupersweg en de bebouwing langs de Lage Heurnseweg te De Heurne (gemeente Aalten) : circa 3,3 hectare : weilanden, boerderij en een camping : woningbouw, uitbreidingslocatie kern De Heurne : erfverharding en bebouwing ter plaatse van de boerderij
Voortbordurend op het model dat in de structuursvisie van Dinxperlo-De Heurne is opgenomen, zal er in de kern De Heurne ruimte geboden worden aan een gevarieerd woningaanbod. De bouw van de diverse woningen zal gefaseerd uitgevoerd worden.
2.2
Regionale Geohydrologie
De navolgende gegevens zijn ontleend aan de Grondwaterkaart van Nederland, blad 41west (TNODienst Grondwaterverkenning, 1972). De regionale bodemopbouw in de omgeving kan globaal als volgt worden geschematiseerd: Tabel 2.1 Diepte onder
Regionale opbouw Geologische omschrijving
Lithostratigrafie
Bodemsoort
Maaiveld (meter) 0 tot 7
Deklaag
Formatie van Twente
Middel tot uiterst fijn zand
7 tot 27
Eerste watervoerende pakket
Formatie van Kreftenheye en Urk
Middel tot uiterst grof zand, grind
> 27 m-mv
Scheidende laag
Tertiair
Middel tot uiterst fijn zand, leem, schelpen, keileem
Het eerste watervoerend pakket heeft een doorlaatvermogen (transmissiviteit) van circa 2.000 m2/dag. Het maaiveld ter plaatse van het plangebied bevindt zich op circa 18,5 m+NAP. Het grondwater bevindt zich op een diepte van circa 1,5 m-mv. Het grondwater in het eerste watervoerend pakket stroomt regionaal in westelijke tot zuidwestelijke richting. Het ondiepe grondwater stroomt vermoedelijk in noordelijke richting (richting A-watergang). Uit de wateratlas van de Provincie Gelderland blijkt verder: • ter plaatse van het plangebied is sprake van matige infiltratie • het plangebied ligt niet binnen een grondwaterbeschermingsgebied. Het dichtstbijzijnde beschermingsgebied (pompstation Dinxperlo) bevindt zich op een afstand van circa 650 meter ten zuidoosten van de onderzoekslocatie • de GHG (gemiddeld hoogste grondwaterstand) bedraagt 0,8 tot 1,2 m-mv • de GLG (gemiddeld laagste grondwaterstand) bedraagt 1,6 tot 2,0 m-mv • de zettingsgevoeligheid bedraagt 1,0 tot 1,5 centimeter 3 Rapportnummer: 08.RJ051 Versiedatum: 27 augustus 2008 Definitief
2.3
Achtergronden bij het infiltreren van hemelwater in de bodem
De infiltratiecapaciteit van de ondergrond verschilt per type ondergrond. Bij de dimensionering van een infiltratievoorziening is het van belang uit te gaan van een zo correct mogelijke inschatting van de infiltratiecapaciteit. Infiltratietesten zijn een hulpmiddel om een inschatting te maken van de infiltratiecapaciteit van de ondergrond. Het heeft echter weinig zin om de infiltratiecapaciteit te testen van gronden waarvan op basis van literatuurgegevens een veel te kleine doorlaatbaarheid wordt verwacht (klei, leem en veen). De ondergrond bestaat uit een onverzadigde en een verzadigde zone. De doorlaatbaarheid (of doorlatendheid of infiltratiecapaciteit) van beide zones wordt gekarakteriseerd door de hydraulische geleidbaarheid K. In de verzadigde zone is de hydraulische geleidbaarheid een constante (Ksat), in de onverzadigde zone is dit niet het geval. In de onverzadigde zone speelt de zuigcapaciteit van de bodem een belangrijke rol en is de hydraulische geleidbaarheid een functie van die zuigcapaciteit, die op haar beurt weer een functie is van het watergehalte van de bodem. Zo zal bij een initieel drogere bodem de infiltratiesnelheid groter zijn dan bij een initieel vochtige bodem. De infiltratiesnelheid zal afnemen naarmate het watergehalte in de bodem stijgt, totdat de bodem verzadigd raakt en de infiltratiesnelheid een constante waarde benadert. Het is aan te raden deze constante waarde te gebruiken als (veilige) waarde voor de infiltratiecapaciteit bij de dimensionering en de berekening van het ledigingsdebiet van de infiltratievoorziening. Figuur 1 geeft aan dat de infiltratiecapaciteit van een droge bodem veel groter is dan de infiltratiecapaciteit van een volledig verzadigde bodem. Dit betekent dat het beter is te voorkomen dat de infiltratie leidt tot langdurige vernatting, omdat dit de effectiviteit van een infiltratievoorziening sterk vermindert. Bij de interpretatie van infiltratiemetingen als door ons uitgevoerd (omgekeerde boorgatmethode) wordt met bovengenoemde processen rekening gehouden. De capaciteit van een infiltratievoorziening verminderd met de tijd door colmatatie (dichtslibbing), een goede aanleg en onderhoud zijn noodzakelijk om de infiltratiecapaciteit te blijven garanderen. Figuur 1
Infiltratiesnelheid met verschillende initiële watergehalten
De infiltratiecapaciteit van de bodem is tevens afhankelijk van de grondwaterstand. Met name in de winterperiode kunnen hoge grondwaterstanden voorkomen. De Europese Norm hemelwater binnen de perceelgrens [CEN, 2000, in voorbereiding] gaat uit van een minimale dikte van 0,70 m onverzadigde zone boven het hoogste niveau van de grondwaterspiegel (GHG). 4 Rapportnummer: 08.RJ051 Versiedatum: 27 augustus 2008 Definitief
De processen zoals hierboven beschreven hebben ook invloed op de interpretatie van de metingen. Aangezien een goede bepaling van de doorlatendheid (k-waarde) van groot belang is voor de dimensionering van de infiltratievoorziening zijn twee methodes gebruikt om deze te bepalen, zie tabel 2.2. De methodes zijn nader uitgewerkt in hoofdstuk 3. Tabel 2.2 Methode Veldwaarneming
Omgekeerde boorgatmethode
Gehanteerde methode voor bepaling doorlatendheid Beschrijving Indicatieve bepaling k-waarde aan de hand van zintuiglijke waarnemingen zoals korrelverdeling, korrelsortering, pakking, siltigheid en humeusiteit zie paragraaf 3.2
Nauwkeurigheid + subjectieve methode ++++ een betrouwbare methode die rekening houdt met de plaatselijke omstandigheden. Een omgekeerde boorgatmethode meet de doorlatendheid van de bodem op boorpuntniveau.
het aantal + staat voor de mate van nauwkeurigheid
5 Rapportnummer: 08.RJ051 Versiedatum: 27 augustus 2008 Definitief
3 Uitgevoerd onderzoek Op 28 juli 2008 zijn de veldwerkzaamheden uitgevoerd. Ten tijde van uitvoering van het onderzoek, waren de wijze en locatie van eventueel infiltreren nog niet bekend. Om een algemeen beeld van de doorlatendheid van de bodem in het gebied te verkrijgen zijn zes infiltratieproeven uitgevoerd, gelijkmatig verdeeld over het plangebied. De boringen zijn doorgeboord tot de grondwaterspiegel (1,1 tot 1,5 m-mv). Per boring is een boorbeschrijving conform NEN 5104 opgesteld. Op basis van het opgeboorde materiaal zijn in het veld de k-waarden per bodemlaag alsmede de GHG ingeschat en weergegeven in de boorprofielen. In het proefgat is een HDPE-filter geplaatst (volledig geperforeerd, diameter 7 cm). Het filtermateriaal zorgt ervoor dat het boorgat niet instort tijdens de proef. Allereerst is de grond rondom het filter verzadigd door een ruime hoeveelheid water via het filter te laten infiltreren, waarbij het boorgat enige tijd volledig vol water staat (voorbenatten). Nadat de bodem verzadigd is, is per boring een infiltratieproef uitgevoerd. Bij twee boringen is ter verificatie van de betrouwbaarheid van de resultaten een duplo-bepaling uitgevoerd. De uitgevoerde proef is een niet steady-state infiltratieproef (omgekeerde boorgat-methode) waarmee de verzadigde doorlatendheid wordt bepaald. Vanwege de praktisch zeer moeilijk uit te voeren steady-state proef (constant debiet en waterpeil) is gekozen voor de niet steady-state infiltratieproef waarbij het waterniveau in het boorgat afneemt in de tijd. Het filter in het boorgat wordt wederom gevuld met water waarna door middel van een datalogger de snelheid wordt bepaald waarmee het water uit het boorgat de bodem in zakt. De datalogger (diver) meet maximaal elke twee seconden seconde de hoogte van de waterkolom in het boorgat. Op basis van de metingen wordt de doorlatendheid van de bodem bepaald. Daarnaast kan op basis van de spreiding in de doorlatendheid tussen de meetpunten worden bekeken hoe homogeen de bodem op de onderzoekslocatie is. De positie van de in dit onderzoek verrichte boringen zijn ingemeten ten opzichte van een vast punt en op de plattegrond van bijlage 2 weergegeven. De veldwerkzaamheden zijn verricht door CSO. CSO is ISO 9001, VCA** en BRL2000 gecertificeerd door DNV. Daarnaast is CSO lid van de Vereniging Kwaliteitsborging Bodemonderzoek (VKB). Perceelnummer 3842 is buiten beschouwing gelaten, aangezien nog geen overeenstemming bereikt is tussen de gemeente Aalten en de eigenaar. Er was derhalve geen toestemming het perceel te betreden. De boringen zijn zo geplaatst op het overige terrein, dat een representatief beeld is verkregen voor het gehele plangebied.
6 Rapportnummer: 08.RJ051 Versiedatum: 27 augustus 2008 Definitief
4 Resultaten 4.1
Veldwerkzaamheden
Het opgeboorde materiaal is beoordeeld op kleur, textuur, bijmenging(en) en eventuele bijzonderheden. Op basis van deze zintuiglijke waarnemingen zijn aan de verschillende bodemlagen K-waarden toegekend op grond van gelijkvormigheid van de korrels, korrelsortering (grofheid), leemhoudendheid en organische stof –gehalte. De boorbeschrijvingen zijn opgenomen in bijlage 3. De bovengrond in het gehele onderzoeksgebied bestaat uit matig tot zeer fijn, sterk humeus zand. De ondergrond betreft overwegend matig tot zeer grof zand. Plaatselijk is ondergrond zwak leemhoudend. De doorlatendheid van de ondergrond is geschat op circa 2,0 m/dag. In het veld is op basis van roestvorming in het bodemprofiel het gemiddeld hoogste grondwaterniveau (GHG) geschat op circa 0,5 m-mv. Het grondwater op de locatie is aangetroffen tussen 1,1 en 1,5 m-mv.
4.2
Infiltratie proeven
Bij het uitwerken van de meetgegevens is uitgegaan van een benadering “met een afnemend infiltrerend oppervlak”, aangezien het volledige boorgat met water is gevuld en is voorzien van filtermateriaal. In figuur 2 is als voorbeeld één infiltratiecurve weergegeven (boorgat 01). Figuur 2
Infiltratiecurve proef 1
Aalten, De Heurne boring 01, proef 1 140,00
120,00
80,00
60,00
40,00
20,00
4126
4026
3926
3826
3726
3626
3526
3426
3326
3226
3126
3026
2926
2826
2726
0,00 2626
waterkolom (cm)
100,00
tijd (seconden)
7 Rapportnummer: 08.RJ051 Versiedatum: 27 augustus 2008 Definitief
Het debiet dat uit het boorgat de bodem inloopt volgt, in samenhang met de vergelijking van Darcy, uit de volgende vergelijking:
Q(t ) = K * A(t ) = −π * r 2 * met:
dh dt
K = doorlatendheid (m/sec) A = oppervlakte waarover water infiltreert in de bodem (m2) h = waterniveau in het boorgat (m) t = tijd (s)
Integratie van deze vergelijking leidt tot de vergelijking:
K=
r − Δ(ln (h(t ) )) * Δ(t ) 2
Beide vergelijkingen veronderstellen dus een lineair verband tussen ln(h) en de tijd. In onderstaande grafiek is ln(h) tegen de tijd uitgezet. De mate waarin het lineair verband aanwezig is wordt door middel van de regressie lijn (rode lijn) weergegeven. Figuur 3
Lineaire relatie tussen ln(waterkolom) en de tijd
Infiltratiegrafiek De Heurne Ln (waterkolom) boring 01, proef 1 5 4,8 4,6
Ln waterkolom (cm)
4,4 4,2 4 3,8 3,6 3,4 3,2 3
4126
4026
3926
3826
3726
3626
3526
3426
3326
3226
3126
3026
2926
2826
2726
2626
2,8
tijd (seconden)
In bijlage 4 zijn de grafieken van de infiltratieproeven van alle boringen weergegeven. De regressielijnen, en daarmee ook de doorlatendheid, hebben voornamelijk betrekking op het bodemtraject van 0,5 m-mv tot de grondwaterstand. 8 Rapportnummer: 08.RJ051 Versiedatum: 27 augustus 2008 Definitief
In de onderstaande tabel zijn de berekende k-waarden weergegeven. Ter plaatse van boringen 02 en 06 is de proef in duplo uitgevoerd. Tabel 4.1 proef 01-1 02-1 02-2 03-1 04-1 05-1 06-1 06-2
Verzadigde horizontale doorlatendheden diepte boorgat 110 110 110 130 110 110 150 150
liters voorbenat 15 15 n.v.t. 15 15 15 25 25
r (boorgat) 3,5 3,5 3,5 3,5 3,5 3,5 3,5 3,5
ln (h(t1)) 4,11 4,55 4,56 3,3 4,22 3,12 4,22 4,38
ln (h(t2)) 3,47 4,2 4,27 2,74 2,86 2,07 2,46 2,57
t1 3102 474 442 1458 490 970 278 136
t2 3792 1336 1200 1826 1684 1508 818 788
Ksat (m/dag) 1,4 0,6 0,6 2,3 1,7 3,0 4,9 4,2
Omgekeerde boorgat methode (met afnemend infiltrerend oppervlak)
Ksat =
rc/2*((ln(h(t1))-ln(h(t2)))/(t1-t2))
Ksat = r(boorgat) = h(t1) = h(t2) = t1 = t2 =
verzadigde horizontale doorlatendheid (cm/sec) straal boorgat (cm) hoogte waterkolom op t=1 (cm) hoogte waterkolom op t=2 (cm) tijdstip begin van de meting (sec) tijdstip einde van de meting (sec)
Gezien de spreiding tussen beide metingen van proeven 2 en 6, kan gesteld worden dat de enkelvoudige proeven in de overige boorgaten representatief zijn voor het bepalen van de doorlatendheid ter plaatse.
9 Rapportnummer: 08.RJ051 Versiedatum: 27 augustus 2008 Definitief
5 Bespreking resultaten en evaluatie 5.1
Bespreking resultaten
Verdeeld over het plangebied zijn zes boringen tot de grondwaterspiegel uitgevoerd. In de boorgaten zijn infiltratieproeven uitgevoerd. Het grondwater is aangetroffen op een diepte van 1,1 tot 1,5 m-mv. De bovengrond in het gehele onderzoeksgebied bestaat uit matig tot zeer fijn, sterk humeus zand. De ondergrond betreft overwegend matig tot zeer grof zand. Plaatselijk is ondergrond zwak leemhoudend. De doorlatendheid van de ondergrond is geschat op circa 2,0 m/dag. Op basis van de bodemprofielen en de informatie van de wateratlas, wordt ingeschat dat het GHG (gemiddeld hoogste grondwaterniveau) op 0,5 tot 0,8 m-mv ligt. De dikte van de onverzadigde zone is mogelijk onvoldoende om infiltratievoorzieningen te realiseren. In tabel 4.1 zijn de gemeten doorlatendheden (m/dag) weergegeven. Aan de hand hiervan kan worden gesteld dat de doorlatendheid van de bodem redelijk tot goed is. De doorlatendheid ter plaatse van boring 06 is beduidend hoger dan bij de overige boring. Dit komt vermoedelijk door de aanwezigheid van zeer grof zand vanaf 0,8 m-mv. Tevens is de maaiveldhoogte ter plaatse van boring 06 hoger dan bij de overige boringen, hetgeen ook te zien is aan de grondwaterstand.
5.2
Consequenties voor eventuele infiltratie
Bij het ontwerpen van infiltratievoorzieningen wordt doorgaans de ontwerprichtlijn ‘Hemelwater binnen de perceelgrens (2000)’ gebruikt. Uit het onderstaande stroomschema (figuur 4) zijn de mogelijkheden voor infiltratie van hemelwater op de onderzoekslocatie af te leiden. Figuur 4
mogelijkheden voor infiltratie hemelwater (hemelwater binnen perceelgrens, isso sbr, 2000)
10 Rapportnummer: 08.RJ051 Versiedatum: 27 augustus 2008 Definitief
Op basis van de meetresultaten (K-waarde en GHG) concluderen wij dat de hydrologische situatie in het plangebied niet zonder meer geschikt is voor infiltratie van hemelwater in de bodem. Wanneer de locatie opgehoogd wordt, zodat de GHG tenminste op 0,7 m-mv ligt, is de hydrologische situatie in het plangebied geschikt voor infiltratie van hemelwater middels wadi’s, infiltratiekratten, infiltratiegreppels of infiltratieriool. Mogelijk dient hierbij op enkele plaatsen enige grondverbetering plaats te vinden. Ondergrondse infiltratiesystemen dienen op een minimale afstand van bomen gelegd te worden, welke minimaal gelijk is aan de straal van de kruin. Anders bestaat er kans dat je de boom gaat draineren of dat de wortels door het infiltratiesysteem groeien. Met betrekking tot een mogelijk waterprobleem bij toekomstige woningen kan gesteld worden dat in een homogene zandgrond het water in principe als curve van een normaalverdeling (20 tot 30 graden ten opzichte van verticaal) naar beneden zakt.
11 Rapportnummer: 08.RJ051 Versiedatum: 27 augustus 2008 Definitief
6 Conclusies In opdracht van Pouderoyen Compagnons, namens de gemeente Aalten, heeft CSO Adviesbureau een geohydrologisch onderzoek uitgevoerd ter plaatse van plangebied De Heurne aan de Keizersweg te Aalten, gericht op de capaciteit van de bodem met betrekking tot de infiltratie van hemelwater. Aanleiding voor het uitvoeren van het infiltratieonderzoek is de geplande ontwikkeling van het plangebied ten behoeve van woningbouw. De uitbreidingslocatie maakt onderdeel uit van een nieuw bestemmingsplan, dat voor de gehele kern De Heurne wordt opgesteld. Om de mogelijkheden van infiltratie van hemelwater te onderzoeken is een eerste verkenning naar de geohydrologische eigenschappen van de bodem uitgevoerd. De infiltratieproeven zijn gelijkmatig over het plangebied verdeeld omdat de wijze en locatie van eventueel infiltreren nog niet bekend is. Aan de hand van een beoordeling van de opgeboorde grond en op basis van infiltratieproeven is op zes plaatsen de doorlatendheid van de bodem bepaald. Infiltratie van hemelwater in het plangebied is niet zondermeer mogelijk gezien de hoge grondwaterstand in het gebied. Op basis van de meetresultaten blijkt dat de hydrologische situatie in het plangebied na ophoging van het maaiveld geschikt is voor infiltratie van hemelwater middels wadi’s, infiltratiekratten, infiltratiegreppels of infiltratieriool. Mogelijk dient hierbij op enkele plaatsen enige grondverbetering plaats te vinden.
Opgesteld door:
Akkoord bevonden door:
Ing. R.R. Mol Adviseur
Ing. N.B.J. Lurvink Projectleider bodem & water 8 februari 2010
12 Rapportnummer: 08.RJ051 Versiedatum: 27 augustus 2008 Definitief
Bijlage 1
Regionale ligging van de onderzoekslocatie
Bijlage 2
Overzicht en situering van boorpunten
Bijlage 3
Boorbeschrijvingen
Bijlage 4
Meetresultaten Aalten, De Heurne boring 01, proef 1
140,00
120,00
waterkolom (cm)
100,00
80,00
60,00
40,00
20,00
3926
4026
3926
4026
4126
3826 3826
3726
3626
3526
3426
3326
3226
3126
3026
2926
2826
2726
2626
0,00
tijd (seconden)
Infiltratiegrafiek De Heurne Ln (waterkolom) boring 01, proef 1 5 4,8 4,6
4,2 4 3,8 3,6 3,4 3,2 3
tijd (seconden)
4126
3726
3626
3526
3426
3326
3226
3126
3026
2926
2826
2726
2,8 2626
Ln waterkolom (cm)
4,4
tijd (seconden)
2514
2414
2314
2214
2114
2014
1914
1814
1714
1614
1514
1414
1314
1214
1114
1014
914
814
714
614
514
414
314
214
114
Ln waterkolom (cm)
2514
2414
2314
2214
2114
2014
1914
1814
1714
1614
1514
1414
1314
1214
1114
1014
914
814
714
614
514
414
314
214
114
waterkolom (cm)
Aalten, De Heurne boring 02, proef 1
140,00
120,00
100,00
80,00
60,00
40,00
20,00
0,00
tijd (seconden)
Infiltratiegrafiek De Heurne Ln (waterkolom) boring 02, proef 1
4,7
4,5
4,3
4,1
3,9
Aalten, De Heurne boring 02, proef 2 140,00
120,00
waterkolom (cm)
100,00
80,00
60,00
40,00
20,00
tijd (seconden)
Infiltratiegrafiek De Heurne Ln (waterkolom) boring 02, proef 2
4,7
4,3
4,1
tijd (seconden)
1702
1602
1302
1202
1102
1002
902
802
702
602
502
402
302
202
102
3,9 2
Ln waterkolom (cm)
4,5
1702
1602
1402 1502
1502
1302 1402
1202
1102
1002
902
802
702
602
502
402
302
202
102
2
0,00
Aalten, De Heurne boring 03, proef 1
100,00
waterkolom (cm)
80,00
60,00
40,00
20,00
tijd (seconden)
Infiltratiegrafiek De Heurne Ln (waterkolom) boring 03, proef 1 4,7
4,5
4,3
3,9
3,7
3,5
3,3
3,1
2,9
tijd (seconden)
1768
1668
1568
1468
1368
1268
1168
1068
968
868
768
668
568
468
2,7 368
Ln waterkolom (cm)
4,1
1768
1668
1568
1468
1368
1268
1168
1068
968
868
768
668
568
468
368
0,00
tijd (seconden)
2648
2548
2448
2348
2248
2148
2048
1948
1848
1748
1648
1548
1448
1348
1248
1148
1048
948
848
748
648
548
448
348
248
148
Ln waterkolom (cm)
tijd (seconden)
Infiltratiegrafiek De Heurne Ln (waterkolom) boring 04, proef 1
4,9
4,7
4,5
4,3
4,1
3,9
3,7
3,5
3,3
3,1
2,9
2,7
2,5 2648
2548
2448
2348
2248
2148
2048
1948
1848
1748
1648
1548
1448
1348
1248
1148
1048
948
848
748
648
548
448
348
248
148
waterkolom (cm)
Aalten, De Heurne boring 04, proef 1
140,00
120,00
100,00
80,00
60,00
40,00
20,00
0,00
Aalten, De Heurne boring 05, proef 1 120,00
waterkolom (cm)
100,00
80,00
60,00
40,00
20,00
1906
1806
1706
1606
1506
1406
1306
1206
1106
1006
906
806
706
606
506
406
306
206
106
6
0,00
tijd (seconden)
tijd (seconden)
1906
1806
1706
1606
1506
1406
1306
1206
1106
1006
906
806
706
606
506
406
306
206
106
5 4,8 4,6 4,4 4,2 4 3,8 3,6 3,4 3,2 3 2,8 2,6 2,4 2,2 2 1,8 1,6 1,4 1,2 1 0,8 0,6 0,4 0,2 0 6
Ln waterkolom (cm)
Infiltratiegrafiek De Heurne Ln (waterkolom) boring 05, proef 1
Aalten, De Heurne boring 06, proef 1 140,00
120,00
waterkolom (cm)
100,00
80,00
60,00
40,00
20,00
tijd (seconden)
Infiltratiegrafiek De Heurne Ln (waterkolom) boring 06, proef 1
4,8 4,6 4,4 4,2 4 3,8 3,6 3,4 3 2,8 2,6 2,4 2,2 2 1,8 1,6 1,4 1,2 1 0,8 0,6 0,4 0,2
tijd (seconden)
1324
1224
1124
1024
924
824
724
624
524
424
324
224
0 124
Ln waterkolom (cm)
3,2
1324
1224
1124
1024
924
824
724
624
524
424
324
224
124
0,00
Aalten, De Heurne boring 06, proef 2 140,00
120,00
waterkolom (cm)
100,00
80,00
60,00
40,00
20,00
tijd (seconden)
Infiltratiegrafiek De Heurne Ln (waterkolom) boring 06, proef 2
4,8 4,6 4,4 4,2 4 3,8 3,6 3,4 3 2,8 2,6 2,4 2,2 2 1,8 1,6 1,4 1,2 1 0,8 0,6 0,4 0,2
tijd (seconden)
1404
1304
1204
1104
1004
904
804
704
604
504
404
304
204
104
0 4
Ln waterkolom (cm)
3,2
1524
1424
1324
1224
1124
1024
924
824
724
624
524
424
324
224
124
0,00