Eindrapport
ONDERZOEK BESTEMMINGSPLAN WERKLANDSCHAP AALTEN-WEST TERUGBLIK MET HET OOG OP DE TOEKOMST
Aan Gemeenteraad Aalten
Van dr. Igno Pröpper Remco Smulders MSc
Vught, 28 januari 2014
Inhoudsopgave 1
Kern...............................................................................................1
Aanleiding ............................................................................................................. 1 Resultaten van het onderzoek: samenvatting .......................................................... 1
2
Bevindingen en conclusies ............................................................. 4
3
Aanbevelingen ............................................................................. 10
Bijlage 1
Tijdbalk ............................................................................. 13
Bijlage 2
Onderzoeksopzet ............................................................... 15
Bijlage 3
Respondentenlijst .............................................................. 18
Bijlage 4
Bronnenlijst ....................................................................... 19
Colofon Dit onderzoek is uitgevoerd door de Rekenkamercommissie Aalten, Oost-Gelre, Winterswijk. Sinds september 2013 is deze rekenkamercommissie ingericht volgens het directeursmodel. Directeur van de rekenkamercommissie is dr. Igno Pröpper. Hij heeft dit onderzoek uitgevoerd samen met Remco Smulders MSc. Het onderzoek is begeleid door een groep raadsleden met ondersteuning van de griffier Marcel Fiering. De verantwoordelijkheid voor de inhoud en kwaliteit van het onderzoek berust bij de directeur van de rekenkamercommissie. Samenstelling begeleidingsgroep Mevr. P. Hoezen, raadslid PvdA Dhr. H. Meerdink, raadslid CDA Dhr. G. Migchelbrink, raadslid Progressieve Partij Dhr. J. Pennings, raadslid ChristenUnie Dhr. M. Veldhuizen, raadslid VVD Dhr. R. Wossink, raadslid Gemeentebelangen
1
Kern
Aanleiding De gemeenteraad van Aalten heeft besloten een onderzoek in te stellen naar de geschiedenis rondom het Bestemmingsplan Werklandschap Aalten-West. Al ruim tien jaar is de gemeente bezig met de planvorming voor het realiseren van een bedrijventerrein aan de westkant van Aalten. Hierover is veelvuldig gesproken in de gemeenteraad, met bewoners, met omliggende gemeenten en de provincie. Dit heeft geleid tot het vaststellen van een bestemmingsplan voor een werklandschap in 2008. Passend bij de strategie van een actieve grondpolitiek zijn de hiervoor benodigde gronden aangekocht in 2009. In 2012 onthoudt de Raad van State echter definitief goedkeuring aan het bestemmingsplan. Los van hierdoor veroorzaakte vertraging, is door de economische ontwikkeling de behoefte van bedrijven aan extra ruimte inmiddels afgenomen. De gemeenteraad wil graag lering trekken uit dit dossier, ook met het oog op toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen en grondaankopen. De hoofdvraag van het onderzoek luidt als volgt: Welke conclusies en lering kunnen wij als gemeente trekken uit de geschiedenis van het Werklandschap Aalten-West? 1 In de raadsvergadering van 17 september 2013 heeft de raad aan de nieuw geïnstalleerde rekenkamercommissie opdracht verstrekt om het onderzoek uit te voeren.
Resultaten van het onderzoek: samenvatting Het bestemmingsplan Werklandschap Aalten-West is in 2008 onder grote tijdsdruk tot stand gekomen. De gemeente had in 2004 via de Wet voorkeursrecht gemeenten het recht bedongen de gronden als eerste aan te kopen. De gemeente moet het bestemmingsplan dan wel binnen een bepaalde termijn vaststellen. Vanwege onder meer herindeling en een bestuurlijke crisis loopt het plan vertraging op. Onder grote tijdsdruk is het bestemmingsplan in mei 2008 op slagvaardige en voldoende zorgvuldige wijze tot stand gekomen. Het college deelt in de planfase alle relevante informatie met de raad. In het belang van snelle voortgang nemen raad en college bewust een zeker risico. Een van deze risico’s houdt verband met de veranderende milieuregelgeving (inclusief geurregelgeving). Een punt van verbetering is dat er geen precieze risico-analyse is opgesteld die per risico laat zien hoe groot de kans is dat deze optreedt en wat daarvan de consequenties zijn voor de financiën, het halen van geplande termijnen en het ambitieniveau.
1
De onderzoeksopzet, inclusief volledige vraagstelling en normenkader, is opgenomen in bijlage 2. 1
De provincie keurt het bestemmingsplan in 2008 en 2010 (gedeeltelijk) goed, maar beide keren oordeelt de Raad van State anders. Met de tweede uitspraak van de Raad van State in 2012 is het bestemmingsplan definitief van de baan. De gemeente en provincie trokken samen op in de procedures bij de Raad van State. Met de kennis van nu hadden zij zaken anders kunnen aanpakken; met de kennis van toen is de gekozen benadering goed te verdedigen. Regelgeving en jurisprudentie waren volop in ontwikkeling en gemeente en provincie beschikten nog niet over een volledig beproefd juridisch instrumentarium. Belangrijkste les uit dit onderzoek is een tijdige heroverweging van belangrijke besluiten en het open staan voor en serieus nemen van signalen die om heroverweging vragen. Cruciaal heroverwegingsmoment was medio 2009 toen het college besloot de gronden aan te kopen. Op dat moment waren er verschillende signalen die wezen op toenemende risico’s en tegenvallende opbrengst. Naast toenemende juridische risico’s (ontwikkelingen in geurregelgeving en jurisprudentie), liepen de economische vooruitzichten terug en waren er signalen dat projectontwikkelaars zich terughoudend opstelden. Een eerste aanbeveling is om bij belangrijke en langlopende dossiers momenten van heroverweging in te bouwen om de koers te bevestigen of juist bij te sturen. Benoem bij een heroverwegingsmoment kernachtig de eerder gemaakte politieke keuzes en bekijk of deze in de gewijzigde omstandigheden nog van toepassing zijn. Een tweede aanbeveling is om de risico-analyse bij belangrijke dossiers verder te professionaliseren. Inventariseer alle belangrijke risico’s en laat per risico zien hoe groot de kans is dat deze optreedt en wat daarvan de consequenties zijn voor de financiën, het halen van geplande termijnen en het ambitieniveau.
2
3
2
Bevindingen en conclusies Toekomstvisie Aalten voorziet bedrijventerrein aan Westkant Aalten De gemeenteraad van Aalten gaat er in 2004 bij het opstellen van de Toekomstvisie Aalten van uit dat er ruimte nodig is voor 28 hectare aan bedrijventerrein. Een belangrijk deel hiervan wil de gemeenteraad realiseren aan de westkant van Aalten. Het gaat hierbij in eerste instantie om een gebied van circa 15 hectare (lichtblauw op onderstaande kaart) en op langere termijn mogelijk nog 10 hectare (gestreept op onderstaande kaart). Via de zogenaamde ‘noordelijke inprikker’ zal het nieuwe terrein ontsloten moeten worden.
Figuur 1: Streefbeeld Aalten tot 2010 (uit: Toekomstvisie Aalten, december 2004). De gemeenteraad vestigt bij het vaststellen van de toekomstvisie direct het voorkeursrecht op de benodigde gronden. Voor de eerste 15 hectare zal grond moeten worden aangekocht van drie eigenaren.
Het dossier blijft liggen en er ontstaat tijdsdruk Het vestigen van voorkeursrecht betekent dat de gemeente gebonden is aan een deadline: het concept-bestemmingsplan moet in december 2007 gereed zijn. In 2005 en 2006 loopt het opstellen van het bestemmingsplan vertraging op. Verschillende factoren spelen hierbij een rol: – Per 1 januari 2005 fuseren de gemeenten Aalten en Dinxperlo. Veel tijd en energie van
4
Conclusie 1: – De gemeente acteert niet slagvaardig in 2005 en 2006. Dit leidt tot tijdsdruk in 2007. –
de ambtelijke organisatie en het bestuur gaan in de herindeling zitten. In 2005 en 2006 voert de gemeente intern en met de regio/provincie overleg over het samenvoegen van de plannen voor bedrijventerreinen van Aalten en Dinxperlo. In totaal zijn er plannen voor 53 hectare maar mede gezien de verslechterende economische vooruitzichten moet dit worden teruggebracht. Eind 2006 wordt overeenstemming bereikt over een totaal van 20 hectare; 10 in Aalten en 10 in Dinxperlo. In oktober 2006 valt het college. Het nieuw aantredende college, inclusief een nieuwe verantwoordelijke portefeuillehouder, moet zich eerst inwerken.
College en raad nemen bewust risico’s bij vaststellen bestemmingsplan Conclusie 2: Eind 2007 en begin 2008 handelen college en raad slagvaardig en voldoende zorgvuldig (in het licht van de grote tijdsdruk).
Wanneer de tijdsdruk toeneemt, gaan college en raad slagvaardig te werk waarbij in korte tijd een bestemmingsplan wordt vastgesteld. Hierbij nemen zij bewust een aantal risico’s: – Het college kiest voor het laten opstellen van een globaal bestemmingsplan met uitwerkingsverplichting. Een globaal bestemmingsplan geeft minder duidelijkheid en rechtszekerheid voor betrokkenen en maakt dat het lastiger is om aan te tonen dat het plan niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening: je weet immers nog niet precies wat er komt. De keuze voor het globale plan is ingegeven door tijdsdruk, maar ook doordat er nog geen bedrijven in beeld zijn met hele concrete plannen. – Uit een haalbaarheidsonderzoek blijkt dat verschillende vooronderzoeken in het gedrang zullen komen. – Uit het haalbaarheidsonderzoek, een interne memo en raadsnotulen blijkt dat er veel ontwikkelingen zijn op het gebied van geurregelgeving. Op bepaalde punten is het onduidelijk hoe de nieuwe Wet geurhinder en veehouderij geïnterpreteerd moet worden. Over het geheel gesproken is er sprake van een voldoende zorgvuldige afweging. Relevante alternatieve locaties worden afgewogen en het bestemmingsplan sluit aan bij regionaal/ provinciaal beleid. Mede vanwege de tijdsdruk worden de risico’s genomen. Een punt van verbetering is dat er geen precieze risico-analyse is opgesteld die per risico laat zien hoe groot de kans is dat het misgaat en wat daarvan de consequenties zijn (in termen van financiële consequenties, gevolgen voor de planning en gevolgen voor het ambitieniveau). HET BESTEMMINGSPLAN BEVAT OOK VEEL GOEDE COMPONENTEN Ondanks dat de Raad van State tot twee keer toe het goedkeuringsbesluit van de provincie vernietigt, laten de uitspraken ook zien dat het bestemmingsplan op veel gebieden de toetsing van de Raad van State wel doorstaat. Het gaat hierbij onder andere om de ontsluiting van het bedrijventerrein en de behoefte aan een nieuw bedrijventerrein. Bovendien is ook de locatie van het bedrijventerrein an sich niet het probleem: het is nog steeds mogelijk om op deze locatie een werklandschap of bedrijventerrein te realiseren. Dit bevestigt de lezing van een aantal sleutelpersonen dat er ook veel goed is gegaan bij het opstellen van het bestemmingsplan.
5
College en raad trekken gezamenlijk op vanuit gezamenlijke informatiepositie Conclusie 3: Het college deelt in de planfase alle relevante informatie met de raad. Risicovolle keuzes worden gezamenlijk genomen.
Het college deelt in deze fase alle relevante informatie met de raad. De raad is betrokken op alle cruciale momenten: bij de locatiekeuze en vestiging van het voorkeursrecht in 2004, de verlenging van het voorkeursrecht in 2006, de haalbaarheidsstudie en de ter inzage legging van het bestemmingsplan in 2007 en ten slotte bij het vaststellen van het plan in 2008. De raad heeft hierbij dezelfde informatie als het college. Raad en college nemen gezamenlijk de keuzes voor de locatie en omvang van het bedrijventerrein, het actieve grondbeleid en het vaststellen van een globaal bestemmingsplan. De onzekerheden (onder andere ten aanzien van geurregelgeving) zijn bij zowel raad als college bekend, maar beide besluiten gezamenlijk dat het snel realiseren van bedrijvenkavels en het bestendigen van het voorkeursrecht voorop staan. ACTIEF GRONDBELEID EN VOORKEURSRECHT Het vestigen van het voorkeursrecht past in het actieve grondbeleid van Aalten. In 2007 is dit beleid door de gemeenteraad vastgelegd in de Nota Grondbeleid gemeente Aalten. Voor een actief grondbeleid zijn twee belangrijke motieven. Ten eerste kan de gemeente meer sturing geven aan ruimtelijke ontwikkelingen. Daarmee kan de gemeente er voor zorgen dat de ontwikkelingen aansluiten bij de wensen en doelen van de gemeente. Ten tweede leidt een actief grondbeleid veelal tot een positief exploitatieresultaat: de gemeente kan gronden vaak tegen een hogere prijs verkopen. Aan een actief grondbeleid zitten ook risico’s: tegenvallende economische ontwikkeling of onvoorziene omstandigheden kunnen er toe leiden dat de gemeente juist verlies moet nemen. Het vestigen van het voorkeursrecht is een belangrijk middel in het actieve grondbeleid. Hiermee kan de gemeente voorkomen dat gespeculeerd wordt met grond waarop ontwikkelingen voorzien zijn en voorkomen dat deze gronden worden opgekocht door projectontwikkelaars. Het actieve grondbeleid heeft Aalten ineen aantal projecten grote winsten opgeleverd. Zo blijkt uit de jaarstukken 2009 dat Aalten het project Industrieterrein II zal afsluiten met een positief resultaat van €573.000,-.
Aankoop gronden zonder heroverweging Conclusie 4: Ondanks nieuwe ontwikkelingen vindt vóór de aankoop van de gronden geen expliciete heroverweging plaats.
Na de vaststelling van het bestemmingsplan, voert de gemeente lange tijd onderhandelingen over de aankoop van de benodigde grond. Pas in juni 2009 wordt de eerste koopovereenkomst gesloten. Bij deze belangrijke investering maakt het college niet alsnog een volledige risico-analyse. Bovendien maakt het college geen expliciete heroverweging naar aanleiding van een aantal nieuwe ontwikkelingen en wordt de raad niet in stelling gebracht voor een mogelijke heroverweging. Een aantal signalen/ ontwikkelingen hadden hiervoor aanleiding kunnen zijn: – Gedeputeerde Staten keuren in december 2008 het bestemmingsplan gedeeltelijk goed. Gedeputeerde Staten onthouden goedkeuring aan de geluidszone die in het plan is opgenomen. – De economische omstandigheden zijn, na de vaststelling van het plan in het voorjaar van 2008, verslechterd. Ter illustratie: in juni 2008 voorspelt het Centraal Plan Bureau een economische groei van 2,25% in 2008 en 1,25% in 2009. In juni 2009 voorspelt het CPB een economische krimp van 4,75% in 2009 en 0,5% in 2010. – Een marktpartij (bouwende ontwikkelaar) maakt aan de gemeente kenbaar dat hij in de gegeven marktomstandigheden niet bereid zou zijn het beoogde bedrijventerrein
6
– –
volledig risicodragend te ontwikkelen. Voorwaarde voor hem zou zijn dat de gemeente risicodragend participeert om daarmee het eventuele uiteindelijke verlies te delen. In februari 2009 is zowel door de maatschap Luiten als door de Stichting Natuur en Milieu Aalten tegen het goedkeuringsbesluit beroep ingesteld bij de Raad van State. Het wordt steeds duidelijker dat er een kanteling plaatsvindt in de geurregelgeving (zie ook onderstand tekstkader). Het ontbreekt nog aan zekerheid over hoe gemeenten hier mee om moeten gaan. Belangrijk signaal is dat de Raad van State in december 2008 en januari 2009 uitspraken doet waarin een interpretatie wordt gegeven van een ‘geurgevoelig object’ die anders is dan de interpretatie waar de gemeente bij het opstellen van het bestemmingsplan van uit was gegaan.
Het college heeft deze risico’s niet expliciet afgewogen, noch de raad betrokken bij een mogelijke heroverweging. Bij het aankoop van de gronden prevaleert binnen het college nog steeds de wens (die eerder ook door de raad was uitgesproken) om het voorkeursrecht niet te laten verlopen en op korte termijn een bedrijventerrein te realiseren. ONTWIKKELINGEN IN GEURREGELGEVING 1 januari 2007 wordt de nieuwe Wet geurhinder en veehouderij van kracht. Deze wet past in de ontwikkeling, die deels ook voortkomt uit jurisprudentie, waarbij een kanteling plaatsvindt in de milieuregelgeving. Oorspronkelijk werd er vooral gekeken naar de bron van de milieubelasting (bijvoorbeeld een veehouderij). Wanneer de milieubelasting van de bron binnen de normen bleef, werd een vergunning verstrekt. De kanteling houdt in dat in de eerste plaats wordt gekeken naar de gevolgen voor een aanvaardbaar woon- en leefklimaat van de omgeving, ongeacht welke bron. In deze benadering moet naar de totale milieubelasting van alle aanwezige bronnen worden gekeken. Bij het realiseren van bijvoorbeeld een nieuw bedrijventerrein moet goed in kaart worden gebracht wat de totale geurbelasting is van alle omringende veehouderijen. In een geurverordening kan een gemeente vastleggen welke milieubelasting aanvaardbaar is. In de nieuwe Wet geurhinder en veehouderij wordt ook een nieuwe definitie van het begrip ‘geurgevoelig object’ opgenomen. Hierdoor ontstaat de vraag of de beoogde bedrijfpanden op het werklandschap ‘geurgevoelig objecten’ zijn. De gemeente maakt bij het opstellen van het bestemmingsplan de inschatting dat bedrijfspanden die niet zijn gericht op het permanente verblijf van mensen, niet onder de definitie van een ‘geurgevoelig object’ vallen. Na vaststelling van het bestemmingsplan wordt in jurisprudentie van de Raad van State duidelijk dat dit een verkeerde inschatting is.
Raad van State vernietigt goedkeuringsbesluit In januari 2010 vernietigt de Raad van State het goedkeuringsbesluit van de provincie. In het plan is onvoldoende inzichtelijk gemaakt in hoeverre sprake is van een aanvaardbaar bedrijfsklimaat. Bovendien is onduidelijk in hoeverre het plan wel uitvoerbaar is: de gemeente heeft vestiging van geurgevoelige objecten uitgesloten, maar de Raad van State hanteert een veel ruimere definitie van wat een geurgevoelig object is. Op basis hiervan acht de Raad van State het plan onvoldoende gemotiveerd.
College van B&W kiest voor nieuwe goedkeuring Na de eerste uitspraak kan de gemeente inzetten op drie sporen: 7
– – –
De appellant overreden niet in beroep te gaan tegen een nieuw goedkeuringsbesluit. Als de gemeente hierin slaagt, is het bestemmingsplan onherroepelijk. Een geheel nieuwe bestemmingsplan opstellen. Gedeputeerde Staten een nieuw goedkeuringsbesluit laten nemen waarbij wordt geprobeerd de bezwaren van de Raad van State te weerleggen.
De gemeente gaat eerst in gesprek met de appellant. Verschillende betrokkenen geven aan dat de gemeente hierin goed heeft opgetreden. Het lukt echter niet tot overeenstemming te komen: de gemeente vindt de eisen van de appellant disproportioneel. Ook wil de gemeente niet een compleet nieuw bestemmingsplan opstellen. Voor zowel het tegemoetkomen aan de appellant als het opstellen van een nieuw bestemmingsplan geldt dat de opties te veel tijd kosten (terwijl de gemeente op korte termijn kavels voor bedrijven wil hebben) en te veel geld (omdat de gronden al zijn aangekocht en er rente wordt betaald). De gemeente vraagt de provincie begin 2011 om een nieuw goedkeuringsbesluit te nemen zodat snel met de bouw van het werklandschap kan worden aangevangen. Om in te spelen op de bezwaren van de Raad van State, onthoudt de provincie in het nieuwe besluit goedkeuring aan de plandelen die binnen de geurcontouren vallen. Door het opstellen van de lokale geurverordening in 2009 zijn deze geurcontouren verkleind en dus blijft er nog 9,3 hectare over voor het werklandschap. Volgens de berekeningen van de gemeente is een sluitende exploitatie nog steeds mogelijk.
Raad van State onthoudt goedkeuring aan bestemmingsplan De Raad van State vernietigt in 2012 ook het tweede goedkeuringsbesluit. Bovendien besluit de Raad van State goedkeuring te onthouden aan het bestemmingsplan. De consequentie hiervan is dat de gemeente een compleet nieuw bestemmingsplan moet opstellen. De Raad van State draagt twee argumenten aan. Het eerste argument is dat niet duidelijk is gemaakt dat er in het plangebied een aanvaardbaar woon- en leefklimaat ontstaat. De gemeente had moeten kijken naar de cumulatie van geurhinder van alle omliggende bedrijven (en dit met een berekening moeten onderbouwen). Om deze reden oordeelt de Raad van State dat het besluit onvoldoende zorgvuldig is voorbereid. Het tweede argument van de Raad van State is ingegeven doordat de provincie slechts voor een deel van het plangebied goedkeuring heeft verleend. Als gevolg hiervan is er volgens de Raad van State onvoldoende waarborg dat in het plan voldoende balans ontstaat tussen bedrijvigheid, verkeer, groen en natuur. Omdat deze waarborg er niet is, kan een afwijking ontstaan van het uitgangspunt van het plan. De Raad van State oordeelt dat deze afwijking onvoldoende is gemotiveerd.
Samenspel tussen gemeente en provincie Conclusie 5: De gemeente en provincie trokken samen op. Met de kennis van toen zijn
De gemeente en provincie trokken samen op in de procedures bij de Raad van State. In de beelvorming over het samenspel speelt de negatieve uitkomst bij de Raad van State een grote rol. Met de kennis van nu is het gemakkelijk om te beoordelen hoe zaken anders hadden kunnen worden aangepakt. Met de kennis van toen zijn de gemaakte keuzes te verdedigen; regelgeving en jurisprudentie waren volop in ontwikkeling en gemeente en provincie beschikten nog niet over een volledig beproefd juridisch instrumentarium. 8
de gemaakte keuzes te verdedigen.
Positief punt is de goede informatieverstrekking vanuit de gemeente naar de provincie. De provinciale ambtenaar is erg goed op de hoogte van de lokale situatie en de provincie volgt bij het tweede goedkeuringsbesluit de lijn van de gemeente. Achteraf gesproken – nu we de uitspraak van de Raad van State kennen – hadden gemeente en provincie de te volgen tactiek en inschatting van de risico’s beter kunnen afstemmen. Het college geeft achteraf in een memo aan de raad bijvoorbeeld aan dat het achteraf gezien verstandig zou zijn geweest om een percentuele verdeling vast te stellen voor de invulling van het plan. Vanuit de provincie is het beeld dat dit in de gegeven situatie onwenselijk was omdat je dan de benodigde flexibiliteit opgeeft (die met een globaal plan is beoogd). Achteraf gezien had de gemeente de provincie ook actiever kunnen volgen tijdens de juridische procedures. Hoewel de provincie het plan moest verdedigen voor de Raad van State, was het primair in het belang van de gemeente dat het bestemmingsplan overeind bleef. Zeker nadat de gronden al waren aangekocht en het plan in eerste aanleg vernietigd was, had de gemeente ‘er bovenop’ moeten zitten. HET ‘CUMULATIE-ARGUMENT’ Het beeld bij een aantal sleutelpersonen uit de gemeente is dat de provincie een actievere rol had moeten spelen. In het bijzonder verwijzen zij er hierbij naar dat de provincie tijdens de zitting had moeten weerleggen dat er sprake is van cumulatie van geurhinder. Dit had de gemeente wellicht deels kunnen behoeden voor de tweede vernietiging, in ieder geval ten aanzien van het argument van de Raad van State over cumulatie. De Raad van State had in 2010 in een andere zaak echter al gesteld dat in dit soort situaties onderzoek naar cumulatie gedaan moet worden (zie uitspraak 200807852/1/R2). In die uitspraak stelde de Raad van State: “De enkele stelling van de raad en het college dat de andere bedrijven geen invloed hebben op de stankhinder (…) is niet inzichtelijk gemaakt met onderzoek of berekeningen”. Gemeente en provincie hadden hier wellicht met aanvullend onderzoek op in kunnen spelen, maartijdens de zitting was dit niet meer te verhelpen: er had immers vooraf onderzoek moeten plaatsvinden om aantoonbaar te maken dat er geen sprake was van cumulatie.
Conclusie 6:
Grote financiële consequenties voor Aalten
De financiële schade wordt deels veroorzaakt door de vernietiging van het bestemmingsplan, maar voor een groot deel door de dalende behoefte.
Met het project ‘Werklandschap AaltenKosten West’ is veel geld gemoeid. Ten eerste Aankoop grond (2009) €2.301.043,95 heeft Aalten bijna 2,5 ton besteed aan Rentekosten (2009-2013) €441.885,00 onder andere advieskosten, Plankosten (2008-2012) €244.481,30 onderzoeken en doorbelaste loonkosten Totaal €2.987.410,25 ten behoeve van het bestemmingsplan Werklandschap Aalten-West. Aangezien er een nieuw bestemmingsplan moet worden gemaakt, is deze post grotendeels als verlies te beschouwen. Daarnaast is in 2009 een grote investering gedaan met de aankoop van de gronden. Aalten heeft hier €2,3 miljoen aan besteed. Oorspronkelijk zou dit een investering zijn die winst op zou leveren. Inmiddels is duidelijk dat dit niet het geval zal zijn. Na de uitspraak van de Raad van State heeft Aalten een nieuw behoefteonderzoek laten uitvoeren. Op basis hiervan vindt op dit moment nieuwe planvorming plaats waarbij in eerste instantie 9
rekening wordt gehouden met 2,5 hectare voor bedrijven. De overige hectare zouden invulling kunnen krijgen als solarpark. Het financiële plaatje is nog niet helemaal helder, maar Aalten zal in ieder geval een verlies op de boekwaarde moeten nemen van €567.500,Tot en met 2013 is over het aankoopbedrag bovendien €441.885 rente betaald. Dit bedrag zal de komende jaren nog verder oplopen. De tegenvallende opbrengst van de grond en de oplopende rente worden deels veroorzaakt door de vernietiging van het bestemmingsplan; dit heeft vanzelfsprekend tot vertraging geleid. Deels is het echter de vraag in hoeverre de grond al geëxploiteerd had kunnen worden wanneer het bestemmingsplan nu al vast zou staan. De economische omstandigheden hebben immers geleid tot een daling van de behoefte aan bedrijfsruimte.
3
Aanbevelingen
Een belangrijke aanleiding voor dit onderzoek is dat de gemeenteraad lessen wil trekken voor de toekomst. De gemeente Aalten heeft wat dit betreft zelf ook niet stil gezeten. Meteen na de tweede uitspraak van de Raad van State heeft het college de organisatie opdracht gegeven de geschiedenis te evalueren. Een belangrijke les die hierbij is getrokken, luidt dat er geen grond moet worden aangekocht voor dat er een onherroepelijk plan ligt. Bij het doen van aanbevelingen voor de toekomst is het daarnaast belangrijk te onderkennen dat een aantal omstandigheden gewijzigd is. Twee belangrijke veranderingen zijn: – Aalten heeft geen actief grondbeleid meer – uit de interviews blijkt dat de gemeente nauwelijks nog gronden aankoopt. – De provincie is na een wijziging in de Wet ruimtelijke ordening niet meer betrokken bij soortgelijke procedures. Dit betekent niet dat er geen lering meer kan worden getrokken uit deze casus. De lessen gaan over belangrijke dossiers/ grote projecten die zich over een langere periode uitstrekken. Wij formuleren twee aanbevelingen. 1
Bouw tijdig momenten van politiek-bestuurlijke heroverweging in. a Zorg dat in belangrijke en langlopende dossiers momenten van heroverweging plaatsvinden om de koers te bevestigen of juist bij te sturen. Dit kan periodiek, maar ook bij ingrijpende wijzigingen in de situatie. Maak hier tussen raad en college afspraken over. b Vermijd tunnelvisie en sta open voor nieuwe signalen. c Faciliteer een transparant proces waarbij geschiedenis, huidige politieke kaders, actuele ontwikkelingen en stand van zaken voor iedereen in beeld zijn. Een hulpmiddel hiervoor is een digitaal webdossier. d Benoem bij een heroverwegingsmoment kernachtig de eerder gemaakte politieke keuzes en bekijk of deze in de gewijzigde omstandigheden nog van toepassing zijn.
10
HEROVERWEGINGSMOMENTEN Van een cruciaal moment van heroverweging is sprake als: – de dan geldende politieke kaders knellend blijken en voortgang belemmeren; – er zich mogelijkheden van versnelling aandienen bij gewijzigde politieke kaders; – er nieuwe omstandigheden zijn, bijvoorbeeld andere belangen komen op, die om heroverweging vragen; – er zich grote (financiële) risico’s aandienen; – beoogde resultaten uitblijven of er averechtse (neven)effecten ontstaan; – de uitvoering hapert of mislukt en/of de planning niet wordt gehaald. 2
Verbeter de risico-analyse voor besluitvorming over belangrijke dossiers a Maak bij de besluitvorming over belangrijke dossiers/ grote projecten altijd een professionele risico-analyse. Inventariseer alle belangrijke risico’s en laat per risico zien hoe groot de kans is dat deze optreedt en wat daarvan de consequenties zijn voor de financiën, het halen van geplande termijnen en het ambitieniveau. b Update de risico-analyse regelmatig gedurende het project, zeker wanneer er belangrijke en onomkeerbare investeringen worden gedaan. Omstandigheden kunnen immers veranderen, zeker bij grote projecten met een doorgaans lange doorlooptijd. Maak de risico-analyse ook onderdeel van momenten van heroverweging. c Leg als raad heldere kaders vast via boven- en ondergrenzen: als deze overschreden worden, moet de raad opnieuw betrokken worden bij heroverweging (zie tekstkader).
STURING EN RISICOMANAGEMENT De onderstaande figuur kan behulpzaam zijn bij het analyseren van de sturing door raad en college op grote projecten en de invulling van risicomanagement. Bij grote en langlopende projecten is de precieze bepaling van een taakstellend budget meestal onmogelijk door continu wijzigende omstandigheden. Het kan daarom zinvol zijn om met een zekere financiële bandbreedte te werken (bovengrens en ondergrens). Op basis van een goede risicoanalyse kan een voorziening worden ingericht waarmee risico’s binnen de grenzen van de bandbreedte opgevangen kunnen worden. Op die manier ontstaat financieel weerstandsvermogen binnen het project en kan vertraging worden voorkomen. Daarnaast is duidelijk wanneer de grenzen van het weerstandsvermogen bereikt zijn en de raad moet worden betrokken bij een heroverweging.
11
12
Bijlage 1 Tijdbalk 2004 dec 2005 jan 2006 -
okt nov 2007 jun aug sep
nov dec
2008 jan maa mei dec 2009 feb -
De gemeenteraad van Aalten stelt de Toekomstvisie Aalten vast. Hierin wordt vastgelegd dat de gemeente aan de westkant van bedrijventerrein ’t Broek een nieuw bedrijventerrein wil vestigen. De raad vestigt het voorkeursrecht op de gronden die hiervoor nodig zijn. Aalten en Dinxperlo fuseren. In de toekomstvisie van de oude gemeente Aalten is ruimte gereserveerd voor 30 hectare bedrijventerrein. In de visie van Dinxperlo is 23 hectare opgenomen. In de loop van 2005 en in 2006 concludeert het nieuwe college dat de plannen ten aanzien van bedrijventerreinen te ambitieus zijn. Intern, regionaal en met de provincie vindt overleg plaats over de vraag hoeveel en welke locaties ontwikkeld moeten worden. Met de provincie wordt eind 2006 de afspraak gemaakt dat gemeente Aalten 20 hectare zal ontwikkelen: 10 hectare in Aalten en 10 hectare in Dinxperlo. Het college valt en een nieuwe wethouder Ruimtelijke Ordening treedt aan. De raad verlengt het voorkeursrecht voor het plangebied van het werklandschap met één jaar. De raad dringt aan op het snel opstellen van een bestemmingsplan. Uiterlijk 14 december 2007 moet een bestemmingsplan in procedure worden gebracht. Arcadis wordt gevraagd offerte uit te brengen voor een haalbaarheidsonderzoek naar de realisatie van het bedrijventerrein en de randweg. Arcadis krijgt de opdracht het haalbaarheidsonderzoek uit te voeren. Op basis van de eerste conclusies van Arcadis wordt besloten de randweg (‘de noordelijke inprikker’) los te koppelen van de ontwikkeling van het bedrijventerrein. Arcadis zal een bestemmingsplan gaan maken voor het bedrijventerrein. De gemeenteraad stelt in de nota Grondbeleid een actief grondbeleid vast. Op 13 december wordt het ontwerpbestemmingsplan Werklandschap Aalten-West ter inzage gelegd. Hiermee samenhangend wordt door het college het voorkeursrecht bestendigd. Binnen vijf maanden dient de raad het bestemmingsplan vast te stellen. Het bedrijventerrein heeft in het bestemmingsplan de vorm van een werklandschap gekregen. Doel is dat dit leidt tot een betere inpassing in het landschap. In totaal komen er 11 zienswijzen ten aanzien van het ontwerpbestemmingsplan binnen bij de gemeente. Het college besluit het bestemmingsplan verder in procedure te brengen en ter vaststelling voor te leggen aan de raad. Het bestemmingsplan Werklandschap Aalten-West wordt op 7 mei vastgesteld door de raad. Vanaf 30 mei ligt het bestemmingsplan gedurende zes weken ter inzage. Gedeputeerde Staten keuren het bestemmingsplan gedeeltelijk goed. Gedeputeerde Staten onthouden goedkeuring aan de geluidszone die is opgenomen in het bestemmingsplan. De maatschap Luiten en de Stichting Natuur en Milieu Aalten stellen bij de Raad van State beroep in tegen het goedkeuringsbesluit van de provincie. Vanaf het vaststellen van het bestemmingsplan in 2008 wordt onderhandeld over de aankoop van de gronden voor de realisatie van het werklandschap. Er wordt grond aangekocht van drie eigenaren: in juni 2009 wordt het eerste stuk grond aangekocht; in december komt ook de laatste aankoop definitief rond.
13
2010 jan
2011 maa
jun 2012 jan 2013 Jun
De Raad van State verklaart het beroep van de maatschap Luiten gegrond en vernietigt het goedkeuringsbesluit van de provincie. Het beroep van de Stichting Natuur en Milieu wordt ongegrond verklaard. Naar aanleiding van de uitspraak vinden gesprekken plaats tussen de gemeente en de maatschap Luiten. Het lukt niet om tot overeenstemming te komen. De gemeente verzoekt de provincie in een heroverwegingsbesluit het bestemmingsplan goed te keuren, waarbij goedkeuring wordt onthouden aan de plangedeelten die liggen in de geurcontouren van de omliggende agrarische bedrijven. Gedeputeerde Staten keuren het bestemmingsplan opnieuw gedeeltelijk goed, in lijn met het verzoek van de gemeente. De Raad van State verklaart het beroep van de maatschapLuiten opnieuw gegrond, vernietigt het goedkeuringsbesluit van GS en onthoudt goedkeuring aan het bestemmingsplan. Op basis van de ‘Startnota voor de ontwikkeling van Aalten-West’ spreekt de gemeenteraad over de nieuwe plannen voor het aangekochte gebied.
14
Bijlage 2 Onderzoeksopzet 2.1
Vraagstelling
Centrale vraagstelling De centrale vraag van het onderzoek is: Welke conclusies en lering kunnen wij als gemeente trekken uit de geschiedenis van het Werklandschap Aalten-West? Met de centrale vraag wordt duidelijk dat het gaat om een toekomstgericht onderzoek: doel van het onderzoek is het trekken van lessen voor de toekomst.
Onderzoeksvragen De onderzoeksvragen zijn verdeeld in vier blokken. A 1
Totstandkoming bestemmingsplan Hoe is het bestemmingsplan Aalten-West tot stand gekomen?
Meer specifiek: Hoe heeft de verdeling van te ontwikkelen bedrijfsterreinen in de provincie en specifiek in regio de Achterhoek plaatsgevonden? 1b Wat was de politiek-bestuurlijke afweging bij het bestemmingsplan Werklandschap Aalten-West – in het bijzonder rond omvang en locatie van het werklandschap? 1c Had de gemeenteraad bij het vaststellen van het bestemmingsplan zicht op alle relevante informatie, inclusief een risico-analyse? 1d Welke rol heeft de provincie in het proces gespeeld en hoe was het samenspel tussen gemeente en provincie? In het bijzonder: was de provincie bepalend of volgend bij de keuze van de omvang en locatie van het bedrijventerrein? 1a
B 2
Juridische procedures Wat zijn de argumenten waarmee de Raad van State zowel in eerste als in tweede instantie het goedkeuringsbesluit van de provincie vernietigt?
3
Hoe had de gemeente – achteraf gesproken – de vernietiging door de Raad van State kunnen voorkomen? Mogelijke relevante invalshoeken hierbij zijn onder meer: – de keuze voor de exacte locatie; – de manier waarop gemeente en provincie zijn omgegaan met zienswijzen en bezwaren – in het bijzonder de onderbouwing; – de afstemming tussen gemeente en provincie; – de juridische capaciteit (zowel in tijd als kennis) bij zowel gemeente als provincie; – de lering die gemeente en provincie hebben getrokken uit de eerste uitspraak van de Raad van State;
15
–
de manier waarop er geprobeerd is buiten de rechtszaal om tot een oplossing te komen met de appellant.
4
Heeft de gemeente bij het in eigendom verkrijgen van de gronden een passende procedure gevolgd?
C 5
Financiële gevolgen Kan een overzicht/matrix worden opgesteld die financiële consequenties, inclusief de grondverwerving van het Werklandschap Aalten-West, voor de gemeente Aalten in beeld brengt?
D Lessen voor de toekomst 4 Wat zijn lessen voor de toekomst?
2.2
Normenkader
In dit onderzoek hebben we de volgende beoordelingscriteria (normenkader) gehanteerd. 1
Een passende afweging tussen slagvaardigheid en zorgvuldigheid in de beleids- en besluitvorming. Van gemeenten wordt slagvaardigheid verwacht: er moet op tijd ruimte beschikbaar zijn voor bedrijven die zich willen vestigen of uitbreiden. Tegelijkertijd gaat het accommoderen van bedrijvigheid rondom kernen gepaard met een belangenafweging: het belang van nieuwe bedrijvigheid moet worden afgewogen tegen de belangen van de huidige (agrarische) bedrijven en bewoners. Overleg met betrokken partijen kan hierbij een manier zijn om zowel slagvaardig als zorgvuldig te handelen.
2
Het college verschaft de raad tijdige en voldoende relevante informatie voor politieke (bij)sturing en controle. Bij de besluitvorming over een bestemmingsplan is het belangrijk dat de raad tijdig zicht heeft op o.a. het exacte plan, de motieven om tot dit plan te komen, de mogelijke alternatieven en de financiële risico’s. Ook lopende het vervolgtraject is het belangrijk dat de raad accuraat en tijdig geïnformeerd wordt over onvoorziene gebeurtenissen zodat zij, waar de raad dit nodig acht, bij kan sturen.
3
Goede en tijdige afstemming tussen gemeente en provincie en eenduidig optreden van beide partijen. In de juridische procedure rondom het bestemmingsplan Aalten-West was de gemeente Aalten (deels) afhankelijk van de provincie. De provincie stond immers ‘voor het hekje’ bij de Raad van State. Dit vraagt om goede bestuurlijke en ambtelijke afstemming. Bestuurlijke afstemming ziet vooral op het gezamenlijk overleg over de te volgen koers richting andere partijen en in de juridische procedures. Ambtelijke afstemming met name op het delen van kennis en expertise.
16
4
Voldoende juridische expertise en capaciteit. Specifieke juridische kennis en capaciteit is nodig om een besluit voor de Raad van State te verdedigen. We kijken in welke mate deze kennis en capaciteit bij de gemeente en provincie aanwezig en gebruikt is.
5
Open houding ten opzichte van nieuwe inzichten. De ervaring leert dat rondom grote projecten vaak een tunnelvisie ontstaat: het beoogde resultaat moet hoe dan ook bereikt worden. In een dergelijke situatie worden tegengeluiden niet langer goed gewogen. We gaan na in hoeverre daar in deze casus sprake van is geweest, met name na de eerste uitspraak van de Raad van State.
6
Financieel prudent handelen op basis van een risico-analyse. Risico’s zijn onvermijdelijk in grote projecten. Wel kan gezien de omstandigheden het maximale gedaan worden om de risico’s binnen de perken te houden. We gaan na in hoeverre de gemeente in de besluitvorming (o.a. over het bestemmingsplan en de grondaankopen) over een gedegen risico-analyse beschikte.
7
Gronden aankopen volgens passende en correcte procedures De aankoop van gronden moet, zeker gezien de betrokkenheid van een raadslid, op een zorgvuldige wijze gebeuren. We gaan na of in Aalten procedures bestaan voor grondaankopen en in hoeverre deze tijdens de aankopen voor het bestemmingsplan zijn gevolgd.
2.3
Onderzoeksopzet
Het onderzoek is uitgevoerd door de directeur van de rekenkamercommissie, dr. Igno Pröpper. Met een stuurgroep van raadsleden zijn bij de start van het onderzoek de vraagstelling, het normenkader en de onderzoeksopzet besproken. Met deze stuurgroep is vervolgens ook de conceptrapportage besproken. De dataverzameling heeft plaatsgevonden langs twee sporen: – Dossierstudie (zie bijlage 3 voor de bronnenlijst). – Interviews met bij het dossier betrokken ambtenaren en bestuurders (zie bijlage 4 voor de respondentenlijst).
17
Bijlage 3 Respondentenlijst Dhr. B. Dhr. A. Van Dhr. H.
Naam Berghoef Bijlevelt Eskes
Dhr. P. Dhr. T. Dhr. J. Dhr. H.
Evers Kok Nobel Scheffer
Dhr. L.
Verweij
Dhr. W. Ten
Voorde
Functie Burgemeester gemeente Aalten Oud-medewerker Grondzaken gemeente Aalten Teamcoördinator Omgevingsvergunningen, adviseur milieu gemeente Aalten Jurist Provincie Gelderland Wethouder Ruimtelijke Ordening gemeente Aalten Gemeentesecretaris gemeente Aalten Beleidsmedewerker ruimtelijke ordening, ruimtelijke plannen en projecten gemeente Aalten Teamcoördinator grondzaken en geozaken gemeente Aalten (eerder werkzaam als afdelingshoofd Financiën) Oud-wethouder Ruimtelijke Ordening gemeente Aalten
18
Bijlage 4 Bronnenlijst Titelbeschrijving Arcadis, Bedrijventerrein Aalten. Raming Verwervingskosten en planschade, 4 december 2007. Arcadis, Bestemmingsplan bedrijventerrein Aalten, Financiele paragraaf, 10 december 2007. Arcadis, Bestemmingsplan Werklandschap Aalten-West, Toelichting, 21 mei 2008. Arcadis, Bestemmingsplan Werklandschap Aalten-West, Voorschriften, 21 mei 2008. Arcadis, Haalbaarheid bedrijventerrein en noordelijke inprikker Aalten, 26 oktober 2007. Arcadis, Haalbaarheid bedrijventerrein en noordelijke inprikker Aalten, inclusief alle bijlagen, 30 oktober 2007. Arcadis, Offerte haalbaarheidsanalyse bedrijventerrein en randweg Aalten, 12 juli 2007. CDA fractie Aalten, Vragen van de CDA fractie betreffende de uitspraak van de Raad van State, januari 2010. Gemeente Aalten, Advies en besluit B&W aankoop gronden van dhr. De Weerdt, inclusief koopovereenkomst, 9 juni 2009. Gemeente Aalten, Advies en besluit B&W aankoop gronden van dhr. Graven, inclusief koopovereenkomst, 11 november 2008. Gemeente Aalten, Advies en besluit B&W aankoop gronden van dhr. Luiten, inclusief koopovereenkomst, 8 september 2009. Gemeente Aalten, Besluit college van B&W betreffende vaststellen uitgangspunten ten behoeve aankoop grond ontwikkeling ‘Werklandschap’, 22 juli 2008. Gemeente Aalten, Besluit college van B&W betreffende verwerving gronden (bestemmings)plangebied ‘Werklandschap Aalten-West’, 7 april 2009. Gemeente Aalten, Besluitenlijst commissie Ruimtelijke Ordening, Openbare Werken en Milieu, 17 april 2008. Gemeente Aalten, Besluitenlijst commissie Ruimtelijke Ordening, Openbare Werken en Milieu d.d. 23 augustus 2007, 23 augustus 2007. Gemeente Aalten, Besluitenlijst ROWM-vergadering over notitie bedrijventerrein Aalten/Dinxperlo, 27 april 2006. Gemeente Aalten, Besluitenlijst vergadering Commissie Ruimtelijke Ordening, Openbare Werken en Milieu d.d. 27 september 2007, 27 september 2007. Gemeente Aalten, Brief aan Arcadis betreffende haalbaarheidsanalyse bedrijventerrein en westelijke randweg te Aalten, 8 augustus 2007. Gemeente Aalten, Brief aan Arcadis betreffende ontwerpbestemmingsplan Bedrijventerrein Aalten, 6 december 2007. Gemeente Aalten, Brief aan Arcadis betreffende realisatie van een randweg/bedrijventerrein te Aalten, 28 juni 2007. Gemeente Aalten, Brief aan Gedeputeerde Staten betreffende Ontwerp Structuurvisie Bedrijventerreinen en Werklocaties, 24 november 2009. Gemeente Aalten, Brief aan gedeputeerde staten Gelderland betreffende aanmelding pilot Werklandschappen, 2 januari 2008. Gemeente Aalten, Brief van B&W aan de Raad van State betreffende reactie op beroepschriften Bestemmingsplan Werklandschap Aalten-West, 2 juni 2009. Gemeente Aalten, Brief van B&W aan Gedeputeerde Staten Gelderland betreffende Bestemmingsplan Werklandschap Aalten-West, 28 februari 2011. Gemeente Aalten, Brief van B&W aan Raad van State betreffende reactie op beroepschrift, 7 november 2011. Gemeente Aalten, Brieven aan dhr. Graven, Dhr. De Weerdt en Dhr. Luiten betreffende ter inzage legging ontwerpbestemmingsplan werklandschap Aalten-West, 14 december 2007. Gemeente Aalten, Collegevoorstel en besluit betreffende Regionaal Programma Bedrijventerreinen: bijdrage gemeente Aalten aan regulering regionaal overaanbod bedrijventerreinen, 1 februari 2011.
19
Titelbeschrijving Gemeente Aalten, Collegevoorstel en Besluit betreffende beleidsnotitie Bedrijventerreinenvisie Regio Achterhoek, 26 juli 2005. Gemeente Aalten, Collegevoorstel en besluit betreffende offerteaanvraag haalbaarheidsstudie realisatie westelijke randweg en uitbreiding bedrijventerrein te Aalten, 19 juni 2007. Gemeente Aalten, Collegevoorstel en besluit betreffende opdrachtverstrekking aan Arcadis voor haalbaarheidsanalyse bedrijventerrein en randweg, 24 juli 2007. Gemeente Aalten, Collegevoorstel en besluit betreffende Regionaal Programma Bedrijventerreinen, 24 mei 2011. Gemeente Aalten, Collegevoorstel en besluit betreffende Regionale Bedrijventerreinenvisie Achterhoek, 24 januari 2006. Gemeente Aalten, Collegevoorstel en besluit betreffende uitwerking bedrijfsterrein Aalten West, 13 november 2007. Gemeente Aalten, Collegevoorstel en besluit betreffende uitwerking bedrijfsterrein Westrand Aalten, 4 december 2007. Gemeente Aalten, Collegevoorstel Notitie bedrijventerreinen Aalten/Dinxperlo, 28 maart 2006. Gemeente Aalten, Gepast grondbeleid. Nota grondbeleid gemeente Aalten, 20 november 2007. Gemeente Aalten, Interne notitie over bestemmingsplan uitbreiding bedrijventerrein Aalten, 11 september 2007. Gemeente Aalten, Kort verslag van de vergadering van RTG Ruimte II d.d. 31 mei 2011, 31 mei 2011. Gemeente Aalten, Kort verslag van de vergadering van RTG Ruimte I d.d. 4 september 2012, 4 september 2012. Gemeente Aalten, Mailwisseling met Arcadis over afspraken in het kader van bestemmingsplan, november 2007. Gemeente Aalten, Nota van zienswijzen en wijzigingen Ontwerpbestemmingsplan Werklandschap Aalten-West, 2008. Gemeente Aalten, Notitie bedrijventerreinen Aalten/Dinxperlo, 28 september 2006. Gemeente Aalten, Notulen van de openbare meningsvormende raadsvergadering van Aalten van 27 november 2012, 27 november 2012. Gemeente Aalten, Notulen van de openbare meningvormende vergadering van de raad van Aalten op 14 juni 2011, 14 juni 2011. Gemeente Aalten, Notulen van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Aalten op 7 mei 2008, 7 mei 2008. Gemeente Aalten, Notulen van de raadsvergadering van 21 november 2006, november 2006. Gemeente Aalten, Overzicht kosten Werklandschap Aalten-West (tot en met juli 2013), 2013. Gemeente Aalten, Raadsbesluit tot aanwijzing van de gronden waarop de artikelen 10-24, 26 en 27 van de Wet voorkeursrecht gemeenten van toepassing zijn (Werklandschap Aalten), 7 mei 2008. Gemeente Aalten, Raadsbesluit tot beschikbaarstelling van een krediet ten behoeve van de bijstelling van de visie voor de westrand van Aalten, 14 juni 2011. Gemeente Aalten, Raadsbesluit tot gewijzigde vaststelling bestemmingsplan Werklandschap Aalten-West, 7 mei 2008. Gemeente Aalten, Raadsmededeling betreffende beantwoording vragen rtg ruimte II d.d. 31 mei 2011, 6 juni 2011. Gemeente Aalten, Raadsmededeling betreffende beantwoording vragen VVD over uitspraak Raad van State Bestemmingsplan Werklandschap Aalten West, 1 juni 2012. Gemeente Aalten, Raadsmededeling betreffende Regionaal programma bedrijventerreinen, 31 mei 2011. Gemeente Aalten, Raadsmededeling betreffende uitspraak Raad van State inzake het bestemmingsplan Werklandschap Aalten-West, 7 september 2012.
20
Titelbeschrijving Gemeente Aalten, Raadsmededeling betreffende Werklandschap Aalten West n.a.v. vragen CDA en VVD-fractie, 25 januari 2010. Gemeente Aalten, Raadsvoorstel tot aanwijzing van de gronden waarop de artikelen 10-24, 26 en 27 van de Wet voorkeursrecht gemeenten van toepassing zijn (Werklandschap Aalten), 13 december 2007. Gemeente Aalten, Raadsvoorstel tot beschikbaarstelling van een krediet ten behoeve van de bijstelling van de visie voor de westrand van Aalten, 26 april 2011. Gemeente Aalten, Raadsvoorstel tot gewijzigde vaststelling van het bestemmingsplan Werklandschap AaltenWest, 11 april 2008. Gemeente Aalten, Startnota voor de ontwikkeling van Aalten-West, 4 juni 2013. Gemeente Aalten, Toekomstvisie gemeente Aalten deel 1 Bouwstenen, december 2002. Gemeente Aalten, Toekomstvisie gemeente Aalten deel 2 streefbeeld, 14 december 2004. Industrie kring Aalten-Dinxperlo, Brieven aan B&W betreffende notitie bedrijventerrein Aalten/Dinxperlo, 12 april en 25 april 2006. Maalderink & Lutke Willink, Brief aan College van B&W gemeente Aalten betreffende Onderhandelingen grondverwerving Werklandschap Aalten West, 28 juli 2009. Notulen diverse bijeenkomsten over Regionale Samenwerking Bedrijventerreinen, oktober 2010 tot en met februari 2011. Provincie Gelderland, Besluit van Gedeputeerde Staten met betrekking tot gedeeltelijke goedkeuring bestemmingsplan Werklandschap Aalten-West, 19 december 2008. Provincie Gelderland, Brief aan gemeenten Aalten, Berkelland en Oost-Gelre betreffende Regionaal Programma Bedrijventerreinen, 4 maart 2011. Provincie Gelderland, Brief van Provinciale commissie voor de fysieke leefomgeving betreffende heroverweging vastgesteld bestemmingsplan werlkandschap Aalten-West, 11 mei 2011. Provincie Gelderland, Brief aan college van B&W Aalten betreffende Opstellen Regionale Programmeringsdocumenten Bedrijventerreinen, inclusief uitgangspunten en onderwerpen RPB, 21 juli 2010. Provincie Gelderland, Concept verlsag Regiobezoek gedeputeerden Van haaren en Verdaas in het kader van het Regionaal Programma Bedrijventerreinen, 2 september 2010. Provincie Gelderland, Heroverwegingsbesluit van Gedeputeerde Staten met betrekking tot de goedkeuring van het Bestemmingsplan Werklandschap Aalten-West, 22 juni 2011. Provincie Gelderland, Uitgangspunten en onderwerpen Regionale Programma Bedrijventerreinen (RPB), datum onbekend. Raad van State, Processtukken beroepschrift heroverwegingsbesluit ten aanzien van bestemmingsplan Werklandschap Aalten-West, 7 november 2011. Raad van State, Uitspraak 200709155/1 over geweigerde revisievergunning Groningen, 24 december 2008. Raad van State, Uitspraak 200802497/1 over bestemmingsplan Gelderland, 28 januari 2009. Raad van State, Uitspraak 200807852/1/R2 over bestemmingsplannen Overijssel, 6 januari 2010. Raad van State, Uitspraak in het geding over het heroverwegingsbesluit van Gedeputeerde Staten ten aanzien van het bestemmingsplan Werklandschap Aalten-West, 23 mei 2012. Raad van State, Uitspraak in zaak Werklandschap Aalten-West, 13 januari 2010. Regio Achterhoek, Regionaal Programma Bedrijventerreinen Regio Achterhoek, 2011. Regio Achterhoek, Regionaal Programma Bedrijventerreinen. Voortgangsrapportage 2012, oktober 2012. Taxatie- en Adviesbureau Van Reekum en Kraak B.V., Taxatie grond dhr. Graven, 15 januari 2009. VVD fractie Aalten, Schriftelijke vragen aan het college betreffende bestemmingsplan Werklandschap AaltenWest, 23 mei 2012. VVD fractie Aalten, Vragen van de VVD fractie betreffende de ‘vernietiging goedkeuring bestemmingsplan Werklandschap Aalten-West, 21 januari 2010.
21