België - Belgique PB - PP 9000 GENT
BC 21557
12 2015
VIERMAANDELIJKS
TIJDSCHRIFT
VAN
SAMENLEVINGSOPBOUW
GENT
VZW
EDITORIAAL
VISIE
Niemand gaat verloren. 2015 kondigt zich aan als een nieuw jaar. Er zijn nogal wat dingen “in verandering”. Een grondstroom in Vlaanderen zegt hiernaar te snakken. Samenlevingsopbouw Gent ervaart veeleer het snikken van vele anderen. In de Gentse wijken wordt een grotere dualiteit in onze maatschappij merkbaar. Frustraties van mensen die uit de boot vallen of dreigen te vallen worden harder voelbaar. Vele mensen waar wij mee werken voelen zich slachtoffer van de geldende meritocratie, van de gedachte dat je als individu of gezin zelf je lot in handen hebt en een grote verdienste hebt aan wat je overkomt. Hoe leg je falen uit aan mensen die –ondanks vele halsstarrige pogingen – geen deel mogen uitmaken van onze maatschappij? Mensen zonder wettig verblijf, na 17 jaar nog altijd zonder papieren in België. Of werkzoekende 50 + ers die zogezegd moeten werken en solliciteren maar waar niemand zit op te wachten. Jongeren met verscheidene mastertitels die niet aan de bak komen, gehandicapten waar geen afdoende voorzieningen voor beschikbaar zijn. Sommige dingen ‘overkomen’ ons, niet elke inspanning leidt tot een billijk resultaat en voor een groot deel problemen heeft de maatschappij waarin we leven gewoonweg geen pasklaar of financieel haalbaar antwoord! Sluit dit óók niet aan bij de realiteit? Heb je dan zelf helemaal niets in de hand? Natuurlijk is eigen inzet en verantwoordelijkheid belangrijk. Maar we moeten af van de leugen van de meritocratie. Hoe groot is jouw verdienste bij het degelijk onderwijs dat je in België wordt geboden? Hoe groot je individuele inzet ook is, het collectieve aanbod zorgt in grote mate mee voor het resultaat. Grote individuele verworvenheden zoals ‘vrede’, ‘vrijheid’ of gewoon ‘verlof’ werden enkel en alleen collectief afgedwongen. Naast de ‘hete’ maatschappelijke kwestie van de daling of stijging van inkomensongelijkheid (Picketty), staat ook het collectieve meer en meer onder druk. Wie komt ervoor op, wie zorgt ervoor? Wie heeft recht om vanuit een collectiviteit te spreken en te handelen? En waarom of wanneer? Op zo’n moment zien we ook nieuwe collectiviteiten, nieuwe ‘communities’ ontstaan. Ze staan voor meer “samen” in plaats van minder. Onze regelgeving en maatschappij is er nog niet klaar voor, vele stedelingen wél. Omdat ze er meerwaarde uithalen, omdat ze er gelukkiger van worden, omdat ze er sterker door worden. Zo’n 2015 wensen we u van harte!
Commun
oude wijn in
Boerenhof - Rabot
Samenlevingsopbouw in aandachtsgebieden 1
Traditioneel werkt Samenlevingsopbouw in de steden in achtergestelde wijken met een hoge concentratie aan maatschappelijk kwetsbare groepen. In ons huidige meerjarenplan doen we dat vooral vanuit het programma Leefbaarheid. Samen met verschillende maatschappelijk kwetsbare groepen zoeken we naar manieren waarop de omgeving een antwoord kan geven op de noden en behoeften van hen die er wonen en gebruik van maken. Werken 1
aan leef baarheid betekent met andere woorden de voorwaarden creëren in de omgeving voor een goed leven van bewoners en gebruikers van een buurt. We voelen de nood die focus op de omgeving om te draaien: de noden bij maatschappelijk kwetsbare groepen worden schrijnender. Hun situatie in positieve zin doen keren, voor hun noden antwoorden ontwikkelen moet onze eerste focus, onze voortdurende betrachting zijn. Hoe kan de buurt hierop georganiseerd worden? Wat is daarvoor nodig?
Vrij naar Werken in aandachtsgebieden, visietekst van de sector Samenlevingsopbouw, 2014.
| 2 |
VISIE
Tekst: Lut Vael en Emma Van Mullem - Foto’s: Dimitri Vandenberghe en Wannes Degelin
nity building:
in nieuwe zakken? Sinds jaar en dag maakt het Engels taalgebruik opmars in onze contreien. Ook in de sociale sector wordt het vakjargon stilaan vermengd met managementtermen die dan veelal ook in hun onvertaalde vorm gebruikt worden. De laatste tijd is er meer en meer sprake van ‘community’ en de nood aan ‘community building’. Maar wat bedoelen we daar nu precies mee? Is dit nieuw voor het sociaal werk? Nieuw voor Samenlevingsopbouw? Of oude wijn in nieuwe zakken? Emma Van Mullem en Lut Vael gingen elk hun weg in deze zoektocht en ontmoeten ergens halverwege ook Dimitri Vandenberghe: work in progress! Van Samenlevingsopbouw natuurlijk!
sociale relaties. Deze relaties stijgen boven familiebanden uit. Personen die er deel van uitmaken definiëren deze relaties subjectief als zijnde belangrijk voor hun sociale identiteit en hun sociale praktijken.”4 333 2
Vrij vertaald van http://en.wikipedia.org/wiki/ Community
3
http://www.encyclo.nl
4
Community - gemeenschap
Het woord ‘community 2’ is afgeleid van het oudfranse ‘communete’ wat zelf dan weer voortkomt uit het Latijnse ‘communis’. ‘Communis’ wordt vertaald als gemeenschap-
pelijk of ook nog algemeen 3. Denk bv. aan ‘het algemeen belang’. Of mooier uitgedrukt in het Engelse “things held in common”. Er bestaan vandaag verschillende invullingen van het begrip ‘community’. Denk bv. maar aan de diverse
online ‘communities’ die als paddenstoelen uit de grond rijzen. We zochten en vonden een brede definitie van community die geldt voor alle verschillende vormen: “Een groep of netwerk van mensen die objectief met elkaar verbonden zijn door duurzame
| 3 |
James, Paul; Nadarajah, Yaso; Haive, Karen; Stead, Victoria (2012). pdf download Sustainable Communities, Sustainable Development: Other Paths for Papua New Guinea. Honolulu: University of Hawaii Press. p. 14. See also James, Paul (2006). Globalism, Nationalism, Tribalism: Bringing Theory Back In —Volume 2 of Towards a Theory of Abstract Community. London: Sage Publications, geciteerd op http://en.wikipedia.org/wiki/Community
VISIE 333
De rol van Samenlevingsopbouw
Samenlevingsopbouw werkt samen met mensen in maatschappelijk kwetsbare posities. Per definitie is hun situatie op heel wat punten verschillend. Maar… er zijn ook heel wat gelijkenissen. Samenlevingsopbouw kiest ervoor om mensen te organiseren op wat hen verbindt: het wonen in dezelfde buurt, de nood aan open ruimte in de wijk van mensen die in te kleine huizen moeten leven, het tevergeefs zoeken naar een gezonde en betaalbare woning, de ervaring niet gezien of gehoord te worden, … enzovoort.
Door dit gemeenschappelijke in beeld te brengen willen we mensen laten ervaren dat ze niet alleen staan. Het verbindt en geeft kracht en moed. Dat proces dagdagelijks aangaan, bewust versterken en ook verbinden met andere maatschappelijke groepen, is wat opbouwwerkers elke dag doen.
Commons
Heel algemeen gesteld zijn commons hulpbronnen die onder het gezamenlijke beheer van een groep of organisatie vallen en waarop geen afgebakende rechten bestaan. Het wordt heel duidelijk met een citaat uit een bekende toespraak van het
opperhoofd Seattle van de Dwamish en Suquamish-stam (uit 1854!): “Hoe kun je de lucht, de warmte van het land kopen of verkopen? Dat is voor ons moeilijk te bedenken. Als wij de prikkeling van het water niet kun-
nen bezitten, hoe kunt u het van ons kopen? Hoe kun je de lucht kopen of verkopen, de warmte van de aarde, de snelheid van de antiloop? Hoe kunnen wij die dingen aan u verkopen en hoe kunt u dat kopen?” 333
de praktijken die we “ In vandaag ontwikkelen, willen
| 4 |
we bewust de creërende en solidaire buurtgemeenschap vorm geven.
”
VISIE
| 5 |
VISIE Pauzelandschap
Onze praktijk op zoek naar antwoorden
lokale talenten
dromen verbeelden
333 Opperhoofd Seattle wordt uiteraard op brute wijze geconfronteerd met de blanke man die op een heel andere manier met natuur omgaat dan de Indianen gewend zijn. Een clash van culturen? Of veeleer: een confrontatie met de grenzen van de markt. Mensen ondervinden ook vandaag dat zij steeds meer grenzen worden opgelegd over zaken die ons allen toebehoren: wat mag wel en niet in de openbare ruimte? Met wie mag je hoe gaan samen wonen en waarom verlies je
daardoor je uitkering? We moeten allemaal langer werken maar voor mensen met een lage opleiding worden alle jobs weggesaneerd? Wat moeten we dan nog begrijpen onder algemeen belang? Hoe gaan we om met individueel bezit? En hoe met collectief bezit? Denk maar aan hoe vandalen omgaan met bushokjes of de trams en bussen zelf? Waar of wie is die dominante kracht die bepaalt wie welke waarde toebrengt en hoe die al dan niet meetelt in onze maatschappij?
Met de Community Land Trust gaan we heel direct in op één van de aangehaalde voorbeelden: is grond met recht en reden privaat te bezitten? Is dit altijd zo geweest en hoe kunnen we daar vandaag mee omgaan? Een reis door de geschiedenis5 leert ons dat eigendom, grondbezit en het gemeenschappelijke beheer ervan door de tijd evolueren. In de middeleeuwen, en zeker in de 12de13de eeuw, werden gronden op een natuurlijke manier gezamenlijk beheerd voor landbouw, weiland of als bos. Zo waren er gedeelde rechten op eenzelfde lap grond. Zowel de graaf, de leenheer, als de leenman hadden rechten op eenzelfde lap grond. Het concept ‘gemeengoed’ maakte bovendien bemiddeling mogelijk bij geschillen tussen landheer en boer. In de 12de-13de eeuw zorgde het gemeenschappelijke voor medezeggenschap en lokale verankering. In de daarop volgende periode verloor dit stilaan terrein. In de 16de en 17de eeuw werden omheiningen geplaatst rond de gemeenschappelijk boerengronden. Gemene goeden gingen ten onder in het proces van modernisering (het verlichtings denken) en de stijgende tendens naar privatisering. Met het model van de Community Land Trust wil Samenlevings opbouw opnieuw een kentering veroorzaken in de spanning tussen privaat en publiek bezit. Kort gezegd staat het model voor private eigendom van de woning maar gemeenschappelijk beheer van de grond. Ja, de CLT ondersteunt dus eigenaarschap. Sterker nog, we wensen dit mogelijk te maken voor mensen met een beperkt inkomen. Dit vanuit de overtuiging dat eigenaarschap tegemoet komt aan bepaalde persoonlijke belangen: mensen willen een eigen huis omdat het hen (en hun gezin) woonzekerheid biedt, omdat het hen in staat stelt op een vrij eenvoudige wijze een bescheiden vermogen op te bouwen wat ze nadien aan hun kinderen kunnen nalaten. Deze intergenerationele zorg en verantwoordelijkheid vinden we belangrijk. Ook de energie,
de talenten, de zorg en de samenhorigheid die mensen vinden en besteden in het samen werken aan een huis, willen we niet zomaar verloren laten gaan. Bouwen is een activiteit die altijd en overal een rechtstreeks antwoord biedt op basisbehoeften. En ja, met de CLT bouwen we dus ook aan de gemeenschap: hoe kunnen we samen zorgen voor onze buurt? Binnen CLT streven we naar solidarisering op buurtniveau. Met alle buurtbewoners wordt nagedacht over een mogelijke buurtfunctie op de CLT-site zelf, maar ook breder in de wijk. Wat zijn de noden, knelpunten en dromen van de wijk? Hoe kunnen we met alle buurtbewoners deze knelpunten oplossen, noden inwilligen en dromen realiseren? Wat is ervoor nodig opdat alle buurtbewoners zich een deel voelen van de wijk en samen werken aan het beter, leuker, mooier en leefbaarder maken ervan? In gesprek met de bewonersgroep van de CLT noteerde Emma Van Mullem deze eigen definitie van de bewoners wanneer zij moeten uitleggen wat ‘community’ voor hen betekent: “Het economisch, ecologisch en duurzaam SAMEN leven in verbondenheid en vertrouwen. Een gemeenschap waar we door zorg en het samen doen voor, door en met elkaar sterker worden en groeien.”6
Belang van plaatsen
In het Gentse opbouwwerk hechten we ook veel belang aan nieuwe plaatsen, locaties in de stedelijke ruimte die nieuw worden gemaakt, doordat verschillende mensen er een nieuw gemeenschappelijk belang vinden en zich op basis daarvan de plek toe-eigenen. Een mooie illustratie daarvan is hoe erin het Gentse Rabot aan de verschillende buurtbeheertrajecten wordt gewerkt. Eén ervan wordt uitgebreid beschreven in het artikel ‘Boerenhof’ dat verder volgt.
Sociale praktijken maken de community
In de processen die we hierboven beschreven proberen we als opbouwwerkers nieuwe relaties te creëren, nieuwe verbindingen te realiseren. We halen mensen uit hun isolement en maken krachtige
5 Van Mullem Emma samen met de bewonersgroep en spaargroep van de CLT Gent vzw, Visie op de ‘community’ binnen CLT Gent VZW, onuitgegeven visietekst, juni 2014.
Visie op de ‘community’ binnen CLT Gent VZW”, definitie vanuit de bewonersgroep CLT Gent, 2014, p.4. Volledige tekst op cltgent.be
6
| 6 |
VISIE
C
De C van CLT
verbindingen met de buitenwereld. We dagen ook sterke en machtige partners uit mee in te zetten op deze praktijken: een stad, een huisvestingsmaatschappij, een bedrijf, aannemers, politici … In deze zoektocht naar het samen maken van nieuwe en passende antwoorden op terechte welzijnsnoden van mensen dagen we de bestaande verhoudingen tussen mensen uit. We kennen maatschappelijk kwetsbare groepen
niet als actor, we zien hen te vaak als hulpbehoevend en aan de vragende kant. In de praktijken die we vandaag ontwikkelen willen we bewust de creërende en solidaire buurtgemeenschap vorm geven. Een hedendaagse community building kan volgens Samenlevingsopbouw niet anders dan een middel zijn om sociale rechtvaardigheid te vergroten, het welzijn van alle burgers te verhogen en zo ongelijkheid en uitsluiting te vermijden. | 7 |
Binnen het pr ojec t Commun it y Land Trus jaar hard gew t is er het afge erkt aan een lopen teks t rond ‘C Bewoners en ommunit y’. bestuur zijn ov er tuigd dat re CLT in Meulest alisatie van ee ede een mee n eerste rwaarde zal Welke meerw vormen voor aarde een CL de wijk. T kan bieden vo en individu, or de gemeens wordt beschr ch ev ap en in de visietek De teks t sche st. ts t de meerw aarde van he beheer van gr t gemeensch onden, iets w appelijk at geen nieuw middeleeuwen gegeven is. Al legden mense in de n met een la voor het aank ag inkomen sa open van geza men m en Gent vz w wil lijke landsbou het gemeens wgronden. CL chappelijk be T uitvinden om heer van gron dat een men den hertaliteitswijzig ken over ruim ing m.b.t. he telijke ordeni t nadenng en gr ondb gezien de scha ezit noodzake arste van de be lijk is sc hi Het ten dienst kbare gronde n in Vlaander e stellen van en. gronden aan zorgen vo or de gemeensch een duur zam ap kan er e invulling Gent vz w gelo van die gr on oft dat bezit va den. CLT n gronden do zorg t voor ee or de gemeens n dynamiek va chap n w ederkerigheid en stewardshi , betrokkenh p bij wijkbew eid oner s. Projec het individu en ten als CLT ve de gemeensch rs terken ap door het st mische, ecolog reven naar ec ische en sociaa onol volhoudbare De volledige te gemeenschap kst is beschikb pen. aar op de web site w w w.cltg ent.be.
STADSVERNIEUWING
Tekst: Dimitri Vandenberghe - Foto’s: Wannes Degelin en Dimitri Vandenberghe
BOERENHOF IN RABOTWIJK Het Boerenhof heeft door de jaren heen vele verschillende functies vervuld. De paarden die de schepen moesten trekken op de Nieuwe Vaart werden er gestald om te verzorgen en te grazen, de forains of kermiskramers hadden er een plaats om te overwinteren en in de tijd van koning auto werden er garages gebouwd om de auto’s te parkeren. Die garages, die ooit keurig onderhouden werden, lagen er de laatste jaren verwaarloosd bij. Het was een grauwe groezelige plek geworden te midden van een woonblok. Onder meer door een geweigerde bouwvergunning om er nieuwe garageboxen te bouwen en het overlijden van de eigenaar kreeg de stad Gent de kans om het binnengebied aan te kopen. Zo gezegd, zo gedaan. De eerste plannen die de stad op tafel legde bestonden eruit om van
De Rabotwijk was tot het midden van de 19e eeuw een moerassig, onbewoond gebied. De vroegere Kerkstraat (nu Victor Frisstraat) leidde eeuwen lang mensen van de Brugse Poort naar Wondelgem doorheen het gebied. Geleidelijk aan kwam de urbanisatie, ingezet door de toenmalige textielbaronnen van het Rabot op gang. Cités en straten in de vorm van een dambordpatroon werden aangelegd. Op een kaart uit 1855 zien we voor het eerst een gebouw verschijnen aan de rand van die Wondelgemse Meersen, meer bepaald in de Kerkstraat (nu Victor Frisstraat). Het is het gebouw dat we nu kennen als de ingang van Het Boerenhof. het binnengebied een nieuwe grote parking te maken, daarnaast kregen bewoners van de Kwakkelstraat de
mogelijkheid om een stukje privétuin aan te kopen en de rest zou een gemeenschappelijk buurtpark worden.
| 8 |
Een mooi plan zou je kunnen zeggen maar dit was buiten de wil van een aantal geëngageerde buurtbewoners gerekend.
‘t Stad is van ons
Die bewoners verenigden zich in ‘de Boerenhovers’. De Boerenhovers vonden het plan maar niks. Ze schreeuwden het uit: er is nood aan groen en open ruimte in deze druk bevolkte wijk. Ze organiseerden de buurt, overlegden met elkaar, hielden parkeermetingen bij,… om zo tot een gedegen dossier te komen. Er was de goesting, ze hadden elkaar gevonden en ze zouden zich te allen tijde verzetten tegen de plannen van de stad. Na een ruime bevraging in de buurt, werd het duidelijk dat vele buurtbewoners snakten naar dat plekje waar ze ongedwongen hun ding kunnen doen. Het verloederde gebied moest
STADSVERNIEUWING een groene long worden. De strijd werd aangegaan met de stad en die werd ook gewonnen!
Witte rook
Toen de bevoegde schepenen eind juni de plek bezochten, kregen de bewoners te horen dat de parkeerplaats, op twee tot vier plaatsen voor autodelen na, volledig wordt geschrapt. Dit werd op groot jolijt onthaald bij de bewoners. ‘Zie je: als je druk blijft zetten, kun je dingen doen bewegen.’ Ondertussen duiken steeds meer gaten op in de muren die de huizen in de Schommel- en Kwakkelstraat scheiden van de nieuwe tuin. Soms is het gat met een hek of deurtje afgewerkt; soms
is het gewoon een gat gebleven. De bewoners kunnen bijna niet geloven hoe de ontwikkeling van het binnengebied hun leven heeft veranderd. De laarzen aan de achterdeur, de voeten in het gras, … terwijl ze drie jaar geleden nog uitkeken op een troosteloze rij garageboxen. Er is veel veranderd in de buurt. We merken het terwijl we staan te praten. Steeds meer mensen komen door hun gat gekropen. Iedereen wil erbij zijn en vertellen hoezeer de plek voor een ommekeer heeft gezorgd.
De toekomst
De grote droom van de bewoners is dat de tijdelijke invulling permanent
wordt en dat ze het beheer voor langere tijd in handen krijgen. Samen met de bewoners heeft Samenlevingsopbouw een traject opgezet waarbij we op het terrein willen experimenteren met nieuwe vormen van buurtbeheer. Het buurtbeheerverhaal moet bijdragen aan een leefbare buurt. Buurtbeheer is maatwerk en vindt zijn fundamenten in het ‘eigen initiatief’, het nemen van verantwoordelijkheid en het zet in op de krachten van bewoners. Het is een laagdrempelige manier om bewoners te laten mee praten, denken en initiatief nemen in de eigen buurt. Samen met de bewoners willen we in de toekomst nadenken hoe en op welke manier we gestalte
| 9 |
geven aan het buurtbeheerverhaal. Hoe geven we deze plek terug aan de buurt, hoe beheren we dat, hoe zorgen we ervoor dat iedereen op zijn manier betrokken wordt en zo iets kan betekenen, hoe kunnen we de complementaire munt ‘Torekes’ inpassen in het project? Tomas: ‘Onze boodschap aan de stad is: laat het aan ons over, we maken er iets van.’ Fernand knikt, terwijl Nand, moegespeeld, het gat weer opzoekt. Veel vragen, veel uitdagingen maar we zien het zitten. Wordt vervolgd…
WONEN
Tekst: Ann Van Hoof - Foto’s: Ann Van Hoof en Jeroen Adriansens
Dampoort knapT “Wie een eigendom heeft kunnen verwerven, zit er warmpjes in”. Mensen nemen wel vaker deze stelling in de mond als het gaat over armoede en wonen. Toch is het hebben van een eigen huis, geen garantie op een kwaliteitsvol en menswaardig leven. Sommige mensen met een laag inkomen gaan tot het uiterste voor de aankoop van een woning met een heel slechte kwaliteit en weinig basiscomfort. Vaak ontbreekt het hen aan de middelen om een grondige renovatie of zelfs de noodzakelijke herstellingswerken uit te voeren. Dit brengt ook problemen mee op andere levensdomeinen, denk maar aan een slechte gezondheid, torenhoge energiefacturen, enzovoort. We spreken in dit geval van noodkopers.
Het CLT1-team boog zich in 2012 voor het e er st over de kwestie van ‘noodkopers’. De neerslag hiervan werd in een haalbaarheidsstudie2 gegoten. Deze werd opgepi k t do or de verantwoordelijken va n O C M W G ent wat resulteerde in beleidsoverleg om een oplossingspiste voor deze groep uit te werken. Er werd nagedacht om een rollend noodkoopfonds ter beschikking te stellen, ter waarde van 300 000€. Via de Vlaamse projectoproep ‘Sociale Innovatie’ sloegen acht stakeholders (kortweg de gebruikerscommis-
sie) de handen in elkaar om dit fonds in te zetten ter renovatie van tien noodkoopwoningen. De beslissing viel al snel om het project te laten doorgaan in Dampoort/Sint-Amands| 10 |
berg, omdat daar het volgende stadsvernieuwingsproject z a l pl a a t sv i n d e n. In het voorjaar van 2014 werd binnen deze commissie een bouwblok a fgebakend, een voorwaardenkader uitgewerkt en e en r eglement uitgeschreven. Eind mei 2014 werd het project ‘Dampoort knapT OP!’ boven het doopfond gehouden.
Community Land Trust Gent
1
CLT Gent, Blauwdruk Pilootproject Coöperatief Ondernemen, 2012, 264 blz., zie website www.cltgent.be
2
WONEN De grote speerpunten van het project ‘Dampoort knapT OP’ zijn … - Kandidaat-eigenaars moeten in het afgebakend bouwblok wonen. Dit zorgt voor een zekere nabijheid, dé noodzakelijk voorwaarde voor het opbouwen van vertrouwen, ontmoeting, groepsdynamiek, betrokkenheid van naburige diensten en organisaties en visibiliteit. - Het project richt zich enkel tot noodkopers. Dit betekent dat de eigenaar in een kwalitatief ondermaatse woning woont én over onvoldoende middelen beschikt om te renoveren. Of iemand over een beperkt budget beschikt, wordt bepaald door het huidig inkomen te vergelijken met de budgetstandaard 3. Andere parameters als gezinssituatie, opleidingsniveau, gezondheid, schuld, leningslast, economische situatie, … worden mee in rekening gebracht. De kwaliteit en energiezuinigheid van de woning wordt in kaart gebracht door een woononderzoek van respectievelijk Bouw- en Woontoezicht (stad Gent) en REGent vzw. - Indien een eigenaar in aanmerking komt, krijgt hij een tussenkomst ter beschikking van maximaal 30 000€ ter renovatie van zijn woning. Bij herverkoop van de woning moet de eigenaar de tussenkomst terug betalen, met eventueel een deel van de meerwaarde van de woning. Een gelijkaardig gezin zal op dat moment over de tussenkomst kunnen beschikken om zijn woning te renoveren. Het betreft hier dus een rollend fonds waarbij overheidsgeld meermaals ten goede komt aan verschillende gezinnen. - Gedurende het hele renovatieproces voorziet het project een intensieve begeleiding op sociaal vlak (vzw SIVI en Samenlevingsopbouw Gent vzw) en bouwtechnisch vlak (Domus Mundi). 333
OP!
De budgetstandaard is een wetenschappelijke tool ontwikkeld door de Universiteit van Antwerpen die op basis van de gezinssamenstelling het inkomen aangeeft dat minimaal nodig is om, onder bepaalde gunstige voorwaarden, menswaardig te kunnen leven in de huidige (Vlaamse) samenleving. Te raadplegen via http://193.191.186.169/remi/berekening.php
3
| 11 |
WONEN 333 In juni kregen de 1800 bewoners van het afgebakende bouwblok een flyer in hun bus. Ook wijkpartners zoals het OCMW, de woonwinkel, CDF, … spraken bewoners gericht aan. Het was ook opvallend dat bewoners elkaar onderling gingen informeren en stimuleren om deel te nemen aan het project. 37 gezinnen meldden zich aan voor de inschrijvingsdatum. 13 eigenaars kwamen in aanmerking, waarvan 10 eigenaars uiteindelijk de eindronde haalden en in november ’14 de goedkeuring kregen van de OCMW-raad. De eigenaars die niet in aanmerking kwamen, konden terecht in de woonwinkel en kregen tijdens een woonbeurs meer informatie over bestaande diensten en organisaties op het vlak van wonen en diverse woonprojecten in de wijk. Precies een jaar na de aanvang van het project zullen de 10 eigenaars en Dhr. Coddens, voor-
Gebruikerscommissie – februari 2014
zitter van het OCMW Gent en Schepen van Armoedebestrijding, Werk en Seniorenbeleid, de effectieve overeenkomsten ondertekenen. Dit
betekent dat de renovatiewerken weldra van start kunnen gaan! En of iedereen enorm heeft uitgekeken naar dit moment!
Stijn Oosterlynck
Greep krijgen op de lokale woonmarkt Er staat een stedelijk vernieuwingsproject op stapel voor Sint-Amandsberg. Stedelijke vernieuwing klinkt goed, maar de vraag is wat er vernieuwd wordt en wie daar wel bij vaart? Om de impact van stedelijke vernieuwing in achtergestelde buurten op de aanwezige bewoners te kunnen inschatten moeten we kijken naar de werking van de woonmarkt. Vlaanderen heeft een zeer liberale woonmarkt. Er is weinig sociale huisvesting, nauwelijks regulering van de verhouding tussen prijs en kwaliteit in de private huurmarkt en de overheid onder-
steunt vooral het verwerven van een eigen woning. De toegang van mensen tot huisvesting wordt dus vooral bepaald door hun positie op de arbeidsmarkt. Dat betekent dat in achtergestelde stedelijke buurten een aanzienlijk deel van de bewoners weinig tot geen greep heeft op haar eigen woonsituatie. Stadsvernieuwing leidt er meestal toe dat de bevolkingssamenstelling van de wijk verandert. Er wordt nieuwe publieke en groene ruimte aangelegd, gewerkt aan de verkeersveiligheid, nieuwe diensten in gepland, het imago van de wijk verbeterd, etc. Dat trekt nieuwe bewoners aan, die dik wijls kapit aalkrachtiger zijn dan de oor spr onkelijke bevolking. Dat leidt al gauw tot sociale verdringing op de huis ves ting smark t. Dit kan in principe opgevangen worden door voldoende sociale huisvesting te bouwen, maar heel dikwijls komt die te laat en de woonnood is veel groter dan het aanbod. De vraag is dus of er andere strateg ieën zijn om sociaaleconomisch zwakkere groepen meer greep te laten krijgen op de woonmarkt in de buurt waar ze wonen. Het gaat erom lokaal verankerde en demo cratische gecontroleerde eigendomsstructuren uit te bouwen, zodat zwakkere groepen beschermd worden tegen de verdringende werking van de woonmarkt. Het opzetten van community land trusts is één strategie om dit te doen. Door gronden
| 12 |
in collectief eigendom te houden en bij de verkoop van individuele eigendomstitels (een deel van) de meerwaarde terug te la t en v lo eien naar he t c ollec t ie f, kunnen de prijzen in de hand gehouden w or den en k an er lok aal kapitaal opgebouwd worden. Dat kapitaal kan ingezet worden om nieuwe gronden en/of wooneenheden te verwerven en zo meer greep te krijgen op de woonmarkt. Noodkopen is een strategie die hetzelfde beoogt, maar dan op individueel vlak. Via eigendomsverwerving proberen sociaaleconomische zwakkere huishouden hun plaats in de wijk te behouden. Het opzetten van een rollend fonds om noodkopers financieel te ondersteunen bij renovaties versterkt hun positie. De toegang tot huisvesting die ze als noodkoper vonden wordt zo toegang tot kwalitatieve huisvesting. Door de financiële tussenkomst en een deel van de meerwaarde te laten terugbetalen bij verkoop blijven de middelen op langere termijn beschikbaar om huisvesting toegankelijk te houden voor iedereen. Een stadsvernieuwingsproject dat de ambitie heeft om sociaal inclusief te zijn moet dit soort strategieën ondersteunen. Stijn Oosterlynck is hoofddocent Stad sociologie aan de UA en woordvoerder van het Centrum Ongelijkheid, Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (OASeS)
WONEN
Enkele bewoners aan het woord Claudia
Een 25tal jaar geleden kochten mijn man en ik een rijwoning in de Wittemolenstraat. We hebben ondertussen 2 grote kinderen. De woning is dringend aan renovatie toe, maar daar hebben we helaas geen geld voor. Het is fantastisch dat het OCMW Gent geld ter beschikking stelt via het project Dampoort knapT OP! Dat je dit geld bij herverkoop terugbetaalt, is maar niet meer dan normaal. Hoe meer gezinnen er gebruik van kunnen maken, hoe beter! Maar niet alleen het budget is broodnodig, ook de begeleiding is belangrijk om tot renoveren te komen. Een goede aannemer zoeken? Offertes vergelijken? Premies aanvragen? Dit is niet voor iedereen evident. Het doet echt deugd om Bram, Dieter, Caroline, Ann… ten volle te kunnen vertrouwen. Door de woononderzoeken kwamen we ook te weten dat er best wat gevaren zitten in onze woning. Zo stond het dak van onze keuken op instorten. In afwachting van de werken wordt het dak momenteel onderstut. We zijn nog niet begonnen met de werken, maar we hebben al ongelooflijk veel bijgeleerd! Ik kijk er echt naar uit om met de werken te starten! Mijn zoon en mijn man, beiden werkloos, willen heel graag meewerken aan de elektriciteitswerken en het isoleren van de zolder. Ze hebben echt goesting om zich erin te smijten, vooral omdat ze weten dat ze ondersteuning krijgen. Laat maar komen de werken, wij hebben er zin in!
Ayhan
Enkele jaren geleden kochten mijn vrouw en ik deze hoekwoning in de Gentbruggestraat. Als snel bleken er heel wat verborgen gebreken aan de woning. Zo hebben we bijvoorbeeld voortdurend last van een onuitstaanbare geur en regent het binnen. Er is ook overal enkel glas waardoor de warmte voortdurend door spleten en kieren verdwijnt. Ondertussen hebben we een dochtertje van 2,5 jaar. We beseffen maar al te goed dat de woning niet enkel onveilig, maar ook ongezond is. Het is frustrerend dat we geen geld hebben om dit aan te pakken. Het project ‘Dampoort knapT OP!’ is dan ook een godsgeschenk! Het voelt als een unieke kans om onze woning aan te pakken! De gedachte dat onze woning gezond en veilig zal zijn en dat ons comfort zal verbeteren voelt aan als een droom die werkelijkheid wordt. Als je weet dat onze levensstandaard en die van onze dochter zal verhogen, dan is het zeker fair dat je de tussenkomst terug betaalt. Het is ook goed dat je de tussenkomst pas bij herverkoop moet terug betalen. Een maandelijkse aflossing zou ons in de financiële problemen kunnen brengen. Nadien kunnen we misschien ook nog premies krijgen waardoor we onze woning nog verder kunnen verbeteren. Een 4tal maanden geleden schreven we ons in voor het project. Volgende maand ondertekenen we de overeenkomst en niet veel later zullen de werken starten. Het gaat allemaal erg vlot! Je voelt ook dat het allemaal goed in elkaar zit; dat de begeleiding heel professioneel is en dat iedereen zijn vak goed kent. Nee hoor, dit is een unieke kans die we niet aan ons mochten laten voorbijgaan!
| 13 |
WONEN
Tekst en foto: Ann Keerman (WoninGent), Rudy Roelandt en Tim Everaert (Samenlevingsopbouw Gent vzw)
Bezoek en Opvolging van Kwetsbare Sociale Huurders
BOKSH! Veldexpertise in sociale huisvesting leert ons dat steeds meer van de meest kwetsbaren in de sociale huisvesting terechtkomen. Rudy Roelandt (Samenlevingsopbouw Gent vzw – Rabot) en Ann Keerman (wijkmonitor WoninGent – Rabot) treffen deze individuen soms in extreme situaties van verwaarlozing, verbijstering, hopeloosheid, woede en verdriet aan. Vanuit de vaststelling dat kwetsbare huurders in veel gevallen door de specifieke professionele hulpverlening – om diverse redenen – onvoldoende of niet (kunnen) worden opgevolgd én daar in zeer veel gevallen individuele of samenlevingsproblemen in de directe omgeving uit voorkomen, staken Rudy en Ann noodgedwongen de koppen bij elkaar en vatten een specifieke werking op die de naam ‘BOKSH!’ kreeg. ‘BOKSH!’ staat voor Bezoek en Opvolging Kwetsbare Sociale Huurders. Het opbouwwerk Rabot, samen met de wijkmonitor van
Een betaalbaar en kwalitatief dak boven het hoofd is een van de fundamentele voorwaarden om van levenskwaliteit te kunnen spreken- een basisrecht voor iedereen. Ook voor de meest kwetsbare personen in een psychosociaal isolement en in een duidelijke positie van maatschappelijke kansarmoede, achterstelling en uitsluiting. Daarover valt niet te debatteren.
WoninGent plannen structurele bezoekmomenten bij bewoners die door medehuurders, conciërges, eigen ervaringen… aangemeld of beschouwd worden als moeilijk of niet bereikbaar. Ze veroorzaken een bepaald soort overlast of leven totaal verwaarloosd. Een eerste opdracht is toegang proberen krijgen tot de persoon; een volgende is het wederzijds vertrouwen opbouwen. Tijdens de huisbezoeken wordt er informeel gepeild naar problematieken, maar ook naar kansen. Samen met de huurder in kwestie wordt er
gezocht naar mogelijke hulpbronnen voor vragen of hulpkreten. Kan er, concreet, onmiddellijke actie worden ondernomen dan wordt er niet geaarzeld. Indien er reeds een bestaande zorgverlening is, wordt deze ook mee geactiveerd. Andere diensten die kunnen ingeschakeld worden zijn wijkagent, huisartsen, familie, vrienden, opruimingsdiensten, technische dienst WoninGent… Voor situaties die op langere termijn pas oplossingen vinden worden evenzeer contacten gelegd. Geduld, vastberadenheid en humor zijn belangrijke tools.
| 14 |
Na een half jaar BOKSH! zijn de eerste effecten waarneembaar. Het vertrouwen, vertrekkend vanuit respect en openheid (o.a. een niet veroordelende houding) is – verrassend genoeg – geïnstalleerd bij een overgroot deel van de doelgroep die voordien als onaanspreekbaar of onbereikbaar werd beschouwd. De combinatie ervaringsdeskundige Samenlevingsopbouw Gent en wijkmonitor WoninGent is er één die vruchten afwerpt. Dit proces heeft twee doelstellingen. Enerzijds willen we, op kortere termijn, met dit concept onze veldwerkexpertise delen met nauw betrokken partners om hulpverlening op maat te kunnen aanbieden, en anderzijds, in samenwerking met de organisaties en huurders zelf, beleidsadviezen formuleren rond de hiaten die we samen ondervinden in de hulpverlening voor deze specifieke doelgroep. Daarvoor gaan we de komende maanden, jaren, … extra hard aan de slag. Het is nodig!
Tekst: Dimitri Vandenberghe en Frank Vandepitte - Foto’s: Geertje Franssen en Jan Rooms
m e G e Di
KORT
Diversiteit en Gemeenschap of kortweg DIEGEM onderzoekt burgerschapspraktijken in de context van gedwongen nabijheid in het dage lijkse leven. Momenten van sociaal leren zijn hierin belangrijk want daar worden nieuwe en innovatieve manieren ontwikkeld om grensoverschrijdende solidariteit in diverse samenlevingen te voeden. In de loop van 2014 en 2015 onderzoekt DieGem 32 cases verspreid over vier domeinen van het maatschappelijk leven: leren, werken, wonen en vrije tijd. Elke case toont een concreet voorbeeld van de zoektocht naar nieuwe vormen van solidariteit in diversiteit op een concrete plaats zoals de school, de werkvloer, het jeugdhuis of de buurt. We zijn blij dat ons complementaire munt project, de ‘Torekes’ één van de 32 cases is. http://www.solidariteitdiversiteit.be
Hart boven hard HART BOVEN HARD is een burger initiatief dat individuen en organisaties verenigt die zich zorgen maken over het geplande beleid van de Vlaamse en federale regering. Van studenten en gepensioneerden tot sociale en culturele organisaties, allen willen ze gaan voor een samenleving die hart boven hard verkiest. Het initiatief verzet zich tegen een al te economische kijk op onze samenleving en verdedigt gelijkheid, solidariteit en zuurstof voor mensen. Op 15 december trokken enkele honderd en fietsers langs stakings pikketten. Een lange, opzienbarende, warme solidaire kolonne... http://hartbovenhardgent
| 15 |
GRONDRECHTEN
Tekst: Ann Hendriks - Foto’s: Ann Hendriks en Jeroen Adriansens
Proactief handelen
= strijden tegen onderbescherming
Het project ‘lokaal proactief kader’ speelt in op de problematiek van onderbescherming. Onderbescherming betekent dat personen recht hebben op maatschappelijke dienstverlening (bv. leefloon, studiebeurs, thuishulp…) maar deze om een of andere reden niet opeisen.
Uit onderzoek van het HIVA, Onderzoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving, blijkt dat vooral eenpersoonshuishoudens, personen die op het Vlaamse platteland wonen, zelfstandigen en hoger opgeleiden die in een armoedesituatie zitten, een hoger risico op onderbescherming hebben. Proactief handelen wordt naar voorgeschoven als belangrijkste oplossingsspoor in de strijd tegen onderbescherming. Hierbij zet de hulp- en dienstverlener zelf stappen om rechten te realiseren en niet de rechthebbende. De hulp- en dienstverleners kunnen inzetten op zes werkpistes om proactief handelen te bevorderen : • informatie en kennis verruimen van burgers, maar ook van dienstverleners omdat een geïnformeerde burger zijn rechten beter kent • automatisch rechten toekennen, zoals bv. in Gent de schoolpremies automatisch worden toegekend aan diegenen die er recht op hebben.
• de kwaliteit en toegankelijkheid verbeteren van hulp- en dienstverlening. In elke stap van het hulpverleningstraject kunnen instrumenten, zoals bv. een checklist, gebruikt worden om na te gaan of de hulpverlening toegankelijk genoeg en kwalitatief is. Men wordt op die manier beter doorverwezen. • het oprichten van lokale ontmoetingsplaatsen (geïntegreerde basisvoorzieningen) zoals een buurthuis, dorpshuis, een vereniging waar armen het woord nemen, waar er een aanbod is van ontmoeting, vrije tijd, vorming, hulpverlening en belangenbehartiging. Op die manier | 16 |
worden hulpverlening en informatie toegankelijk en laagdrempelig en is de kans groter dat er proactief kan gehandeld worden. • outreachend handelen of actief op zoek gaan naar de meest kwetsbare groepen die (nog) niet bereikt worden door de hulp- en dienstverlening. • het uitbouwen van informele netwerken. Proactieve dienstverlening blijft niet beperkt tot professionele hulpverlening. Er is nood aan mensen die op de hoogte zijn van het bestaande hulp- en dienstverleningsaanbod, zoals ervaringsdeskundigen, vrijwilligers, wijkagenten, postbodes, om kwetsbare mensen door te verwijzen. 1
Netwerk tegen Armoede, Uit de Marge vzw, Minderhedenforum, HIVA - Steunpunt Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting, VVSG, VVP, Vlaamse overheid - kabinet minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
STANDPUNT
GRONDRECHTEN Het project startte begin 2013 met een uitgebreide bevraging bij zowel mensen met een armoede-ervaring als personeel en vrijwilligers. Zo werden deelnemers van vzw Sivi, van de emancipatorische werking van het OCMW en van projectgroep ‘Genoeg’ van Samenlevingsopbouw Gent vzw, vrijwilligers van de LDC’s en personeel van OCMW en CAW aangesproken. In totaal werden 164 personen bevraagd over drempels bij de dienstverlening van OCMW Gent en CAW-Oost-Vlaanderen. In verschillende focusgroepen werden de drempels gerangschikt volgens prioriteit. Drempels die snel dienden aangepakt te worden, kregen een hogere rangschikking dan minder belangrijke drempels. Ook hier weer bestonden de groepen uit een mix van mensen met een armoede-ervaring, vrijwilligers en professionelen. De resultaten van de focusgroepen werden voorgesteld aan het bestuur en de directies van de betrokken organisaties. Zij kregen het laatste woord over de selectie van de prioriteiten. Op een dialoogmoment met alle betrokken
Het project ‘Lokaal Proactief Kader’ (20122014) liep in opdracht van welzijnsminister Jo Vandeurzen. Samenlevingsopbouw ontwikkelde dit project i.s.m. vele partners.1 Negentien pilootgemeenten in Vlaanderen namen er aan deel. De gemeenten engageerden zich om in hun lokale context meer proactief te handelen en verbeteracties op te zetten. In elke pilootgemeente werkten mensen in maatschappelijk kwetsbare posities, OCMW en lokale actoren in dialoog een actieplan uit. De lokale resultaten werden op Vlaams niveau gedeeld, geanalyseerd en verwerkt in een draaiboek. Dit draaiboek dient als inspiratiebron voor andere gemeenten om werk te maken van een proactieve hulp– en dienstverlening. Ook Gent is een van de deelnemende pilootgemeentes. Het partnerschap bestaat uit vzw Sivi, CAW Oost-Vlaanderen en OCMW Gent - Sociale Dienst en /Lokale Dienstencentra (LDC). Samenlevingsopbouw Gent vzw is trekker van dit partnerschap. | 17 |
deelnemers en organisaties werden de definitieve keuzes voorgesteld en verder uitgewerkt. Begin 2014 resulteerde dit in een actieplan met drie tot vijf prioritaire verbeterpunten per betrokken organisatie. Enkele voorbeelden van concrete acties. Informatie en kennis van dienstverleners verbeteren. De Sociale Dienst van het OCMW heeft een vorming uitgewerkt van haar aanbod. Uit de bevraging bleek dat vele hulp- en dienstverleners niet goed op de hoogte zijn voor wat je allemaal terecht kan bij een OCMW. Ook bij het OCMWpersoneel zelf weet niet iedereen altijd waarvoor je waar terecht kan. De vorming is bedoeld voor professionelen en wordt op maat van de deelnemers/organisaties uitgewerkt. De eerste vorming zal gegeven worden aan medewerkers van VDAB, nadien komen de Gentse huisartsen aan bod. Ook scholen en hun leerlingen staan op het programma. Hierdoor zal ook de kwaliteit van de dienst- en hulpverlening verbeteren: mensen zullen beter doorverwezen worden. 333
GRONDRECHTEN 333 Informele netwerken. Het CAW heeft een brochure gemaakt om haar aanbod bondig en overzichtelijk uit te leggen. Deze brochure is bedoeld voor ‘doorverwijzers’: Hiermee worden niet enkel hulp- en dienstverleners bedoeld, maar vooral ook mensen die andere mensen helpen en informeren, zoals ervaringsdeskundigen, vrijwilligers, wijkagenten, buren…. Deelnemers van Sivi en de Emancipatorische Werking van het OCMW lezen de brochure na op toegankelijkheid en begrijpbaarheid.
Kwaliteit van hulp- en dienstverlening. Vzw SIVI is in zee gegaan met LDC Wibier, beide gevestigd in Sint-Amandsberg. Samen hebben ze een vorming op maat uitgewerkt om zowel het personeel als de vrijwilligers van het LDC kennis te laten maken met de leefwereld van mensen in armoede, en vooral ook met de binnenkant van armoede: wat betekent het om in armoede te leven? Hoe komt het dat als je in armoede leeft, je kansen steeds kleiner worden, terwijl als je al veel hebt, je nog meer krijgt?
Door te werken aan meer begrip bij personeel en vrijwilligers is er meer bereidheid om allerlei kleine veranderingen door te voeren zodat de werking van het LDC toegankelijker wordt en drempels worden weggewerkt. Iets wat ten goede komt van elke bezoeker. Het is de bedoeling dat deze vorming voor elk LDC in Gent wordt uitgewerkt. Essentieel voor het welslagen van het project is het stimuleren van visie en draagvlak. Proactief handelen dient als een brede visie de hele
Armoedebeleidsplan OCMW Gent is de regisseur voor armoedebestrijding in Gent. Vanuit die rol hield het OCMW Gent de pen vast van het armoedebeleidsplan 2014-2019*. Bij de opmaak van dit plan werden naast het OCMW en de Stad Gent ook heel wat partners uit het middenveld betrokken. Wie het volledige armoedebeleidsplan wil lezen, is wel even zoet. Het plan bestaat uit verschillende onderdelen of ‘boeken’, met elk hun specifieke inhoud en doelstellingen. Het eerste boek is de kern van het armoedebeleidsplan, het gaat over de visie en de ambities rond armoedebestrijding. Het tweede boek gaat over de wetenschappelijke onderbouwing van het plan, gekoppeld aan een gedetailleerde omgevingsanalyse. Om de ambities waar te maken, worden concrete acties uitgewerkt. Deze acties worden gebundeld in een groeiactieplan, een plan dat om de 2 jaar wordt bijgewerkt en aangevuld. Met andere woorden, het is geen statisch gegeven, maar een dynamisch plan dat regelmatig wordt aangepast en bijgewerkt op basis van actuele maatschappelijke noden en deskundige input van partners.
Momenteel worden de acties uit het groeiactieplan 2014-2015 verder uitgewerkt en uitgevoerd. Naast de inbreng van middenveldorganisaties, staat OCMW Gent ook open voor de expertise en deskundige input van mensen met een armoede-ervaring . Zij zijn immers ervaringsdeskundigen in de armoede en weten vaak als geen ander op welke manieren armoede echt kan bestreden worden. De eerste stappen van deze beleidsparticipatie zijn ondertussen gezet. Via onder meer dialoogtafels rond diverse levensdomeinen (oktober 2013) en een panelgesprek rond het thema wonen (oktober 2014) gaven mensen in armoede inhoudelijke input en concrete oplossingsvoorstellen/acties voor het groeiactieplan. Afsluiten doen we passend met een nieuwjaarswens: mag 2015 een jaar zijn waar OCMW Gent, Stad Gent en armoedeorganisaties uit het Gentse middenveld verder de krachten bundelen om beleidsparticipatie van maatschappelijk kwetsbare groepen een prominente plaats te geven in de strijd tegen armoede!
Het groeiactieplan bestaat uit 3 grote luiken: 1| armoedebestrijding via een integrale benadering, met focus op toegankelijkheid van dienstverlening en zorg, beleidsparticipatie en sensibiliseren, 2| armoedebestrijding via specifieke acties op verschillende levensdomeinen zoals wonen, werk, leren, vrijetijd en gezondheid, 3| armoedebestrijding via focus op kinderarmoede.
*
http://www.ocmwgent.be/OCMW/Wat-doen-we/Armoedebeleidsplan-2014-2019.html
| 18 |
GRONDRECHTEN organisatie en het hele beleid te overkoepelen. Binnen de organisatie moet deze visie ingebakken zitten in de houding en de hoofden van zowel bestuur als medewerkers. Dan wordt proactief handelen een reflex in alle acties en dienstverlening. Medewerkers moeten mee zijn in het verhaal en zich mede-eigenaar voelen van deze visie. Anderzijds moet deze visie ook structureel verankerd
worden in wet– en regelgeving en in meerjarenplannen, zowel op bovenlokaal als op lokaal niveau. In Gent zijn we alvast op de goede weg. De Masternota ‘Actieve rechtenbenadering’ en het armoedebeleidsplan 2014-2019, maar ook het ouderenbeleidsplan, alle onder regie van OCMW Gent, wijzen op een groeiend draagvlak voor proactief handelen als oplossing tegen onderbescherming.
| 19 |
Sluitstuk Het sluitstuk van het project ‘Lokaal Proactief Kader’ was een studiedag op 28 november 2014 met de voorstelling van het draaiboek boordevol goede voorbeelden en een wetenschappelijk kader om als gemeente zelf mee aan de slag te gaan. Laat je inspireren! Surf naar www.samenlevingsopbouw.be en download gratis de publicatie met tal van links, filmpjes, het draaiboek en zoveel meer.
COLUMN
COLOFON wordt uitgegeven door: Samenlevingsopbouw Gent vzw, Blaisantvest 70, 9000 Gent Telefoon: 09 223 95 15 - Fax 09 239 96 72 Email:
[email protected] Url: www.samenlevingsopbouwgent.be verschijnt in januari, mei en oktober. Onder het motto ‘Kansen creëren, grondrechten garanderen’ werkt Samenlevingsopbouw Gent vzw in de 19de-eeuwse gordel rond thema’s zoals inkomen, wonen, onderwijs en leefbaarheid. We ondersteunen en versterken er kwetsbare groepen zodat zij vanuit hun krachten zelf mee oplossingen kunnen geven voor problemen die zich in hun nabijheid stellen. In samenwerking met diensten en organisaties, zetten we samen met deze kwetsbare groepen, ook stappen om het beleid aan te sporen om tot duurzame en structurele oplossingen te komen. ‘Iedereen moet van de grondrechten kunnen genieten en ze moeten afdwingbaar zijn’. Werkten mee aan dit nummer: Ann Hendriks, Dimitri Vandenberghe, Emma Van Mullem, Ann Van Hoof, Vera Dua, Ann Keerman, Rudy Roelandt, Tim Everaert, Lut Vael, Frank Vandepitte, Stijn Oosterlynck, Ann-Sophie Hofman. Eindredactie: Stéphanie Staïesse, Lut Vael, Wannes Degelin, Dimitri Vandenberghe, Jan Rooms en Frank Vandepitte. Adresbeheer:
[email protected] Vormgeving:
[email protected] Fotografie: Jeroen Adriansens, Sophie Claeyssens, Dimitri Vandenberghe, Wannes Degelin, CLT Gent, Geertje Franssen. Verantwoordelijke uitgever: Lut Vael, Blaisantvest 70, 9000 Gent Steun: Indien je Samenlevingsopbouw Gent vzw wil steunen in de uitvoering van haar verschillende projecten kan je een gift storten op rekeningnummer BE86 0011 6719 6350
Luc De Vos
29 november 2014. Een donderslag bij heldere hemel. Zanger en muzikant Luc De Vos is plots overleden en laat Gent als het ware verweesd achter. Gans Vlaanderen kent Luc in de eerste plaats als frontman van Gorki en iedereen kan minstens een deel van zijn toppers ‘Mia’ en ‘Lieve kleine piranha’ meezingen. Zijn columns waren literaire pareltjes doorspekt met persoonlijke impressies uit zijn dagelijks leven en in zijn boeken schreef hij zijn eigenzinnige kijk op de wereld van zich af. Een artistieke duizendpoot. Zoals vele Gentenaars moest ik ook vechten tegen mijn tranen toen ik het trieste nieuws hoorde, hij was dan ook als geen ander vergroeid met onze stad. Je kwam hem regelmatig tegen op straat te voet of op zijn fiets, je zat naast hem aan de toog, je stond samen met hem te luisteren naar een optreden op de Gentse Feesten. En iedereen kreeg een glimlach, een goededag, of een kwinkslag. Hij ergerde zich mateloos aan wat hij in zijn laatste boek ‘het achterlijke, afzichtelijk verkavelde Vlaamse konijnenkotenland’ noemde en als milieubeweging hadden we aan hem een overtuigde bondgenoot. Elk jaar was hij een vaste gast op de Big Jump en sprong hij als eerste vol enthousiasme in het water samen met honderden Gentenaars. Het volstond om hem een kort mailtje te sturen: ‘Luc kunnen we ook dit jaar op je rekenen voor onze actie voor proper water?’ en nog dezelfde dag kwam het korte antwoord: ‘ok, ik zal er zijn’. Omdat hij wilde dat zijn stad een betere plek werd om te wonen, omdat hij de politici wilde aanporren om actie te ondernemen voor een betere waterkwaliteit, omdat hij een ongelooflijk groot hart had voor de natuur in zijn stad. Hij was een overtuigd ambassadeur voor het aankoopproject van Natuurpunt in de Gentbrugse Meersen en in oktober was hij nog met zijn familie aanwezig op de brunch ten voordele van dit project. Altijd en overal kon je hem vragen om zijn steentje bij te dragen, hij was steeds op post! Wij zijn nog altijd met verstomming geslagen, Gent zal nooit meer hetzelfde zijn. Zijn muziek, zijn columns, zijn humor doorspekt met weemoed, maar vooral zijn menselijke en warme aanwezigheid in de Gentse straten; we zullen het zo intens missen. Luc, met veel verdriet hebben we afscheid van je genomen, met veel warmte blij ven we aan je denken en me t veel t r o t s zullen we blij ven genieten van je muziek en je boeken : een Gentenaar die altijd zal blijven bestaan....
Vera Dua
Vera Dua is voorzitter van de Bond Beter Leefmilieu
| 20 |