Beleidsplan Integraal Toezicht en Handhaving Omgevingsrecht
2016 – 2019
Afdeling Inwoners en Omgeving Cluster Juridische Zaken Vastgesteld door het college op 15 december 2015 Kenbaar gemaakt aan de gemeenteraad op 15 januari 2016
Inhoudsopgave Bestuurlijke samenvatting ......................................................... 3 1. Inleiding ................................................................................ 5 1.1 Aanleiding 5 1.2 Doelstelling 5 1.3 Afbakening 5 1.4 De dubbele regelkring “Big-8” 6 1.5 Leeswijzer 8
6.7
Strategie bij overtredingen door de gemeente zelf
7. Uitvoeren beleidsplan.......................................................... 31 7.1 Communicatie 31 7.2 Samenwerking met andere organisaties 32 7.3 Monitoring en evaluatie 32 7.4 Verslaglegging en verbeteringen doorvoeren 33 7.5 Hardheidsclausule 33
2. Evaluatie Beleidsplan integrale handhaving 2012 - 2016 .... 10 3. Visie op handhaving ............................................................ 12 3.1 Programmatisch handhaven 12 3.2 Uitgangspunten 13 4. Probleemanalyse ................................................................ 16 4.1 Handhaven op basis van risico’s 16 4.2 Methodiek 16 4.3 Uitkomsten probleemanalyse 16 5. Doelen en speerpunten ....................................................... 18 5.1 Inbreng gemeenteraad en klankbordgroep 18 5.2 Doelen uitgewerkt per speerpunt 19 5.3 Algemene doelstellingen en richtlijnen 21 5.4 Uitwerking in uitvoeringsprogramma 21 6. Nalevingstrategie ................................................................ 23 6.1 Preventiestrategie 23 6.2 Toezichtstrategie 23 6.3 Sanctiestrategie 24 6.4 Gedoogstrategie 27 6.5 Strategie bij klachten en handhavingsverzoeken 28 6.6 Strategie bij verzoek om verlenging van de begunstigingstermijn 28 Pagina |1
29
Bijlagen A. Uitleg DBC Risico-analyse B. Uitkomst DBC Risico-analyse C. Landelijke handhavingstrategie
Pagina |2
Bestuurlijke samenvatting Het Beleidsplan Integraal Toezicht en Handhaving Omgevingsrecht 2016 – 2019 behelst de keuzes die de gemeente Sint Anthonis maakt ten aanzien van toezicht en handhaving voor de periode 2016 - 2019. De kern van het beleidsplan wordt gevormd door de visie, uitgangspunten en doelen met speerpunten. Om draagvlak te creëren zijn deze onderdelen van het beleidsplan in overleg met een externe klankbordgroep tot stand gekomen. In de klankbordgroep zijn de volgende organisaties vertegenwoordigd: Dorpsraden, ZLTO, SWO, Milieuvereniging, Omgevingsdienst, Waterschap, Politie en Brandweer. De visie op toezicht en handhaving luidt als volgt:
"Toezicht en handhaving staan niet op zichzelf maar hebben een maatschappelijk doel: het waarborgen van veiligheid, gezondheid en leefbaarheid en het bevorderen van duurzaamheid. De gemeente Sint Anthonis staat voor consequent, transparant en integraal toezicht houden en handhavend optreden". Deze visie wordt vertaald in de volgende 8 uitgangspunten, die de gemeente hanteert bij de uitvoering van het toezicht- en handhavingsbeleid: 1. Toezicht en handhaving dienen ter voorkoming van gevaar, hinder en overlast. 2. Toezicht en handhaving bevorderen duurzaamheid. 3. Toezicht en handhaving zijn consequent en transparant. 4. Toezicht en handhaving zijn integraal. 5. Toezicht en handhaving stimuleren de eigen verantwoordelijkheid van burgers en bedrijven. 6. Toezicht- en handhavingsacties worden afgemaakt. 7. De gemeente geeft zelf het goede voorbeeld. 8. Handhaving is het sluitstuk.
Het beleidsplan kent 5 doelen die zijn afgeleid uit de visie op toezicht en handhaving en uit de uitgangspunten die de gemeente hanteert bij de uitvoering van het toezicht- en handhavingsbeleid. Daarnaast is zo veel mogelijk aansluiting gezocht bij de doelstellingen uit het Coalitieprogramma Sint Anthonis 2014 – 2018 “Samen werken aan de toekomst”. De 5 doelen van het handhavingsbeleid zijn algemeen geformuleerd. Aan deze doelen zijn specifieke, meetbare speerpunten gekoppeld. Bij het bepalen van deze speerpunten is de uitkomst van de probleemanalyse als leidraad gebruikt. De doelen en speerpunten luiden als volgt: 1. De gemeente bevordert een veilige leefomgeving. a. Het bewaken van de constructieve veiligheid bij bouw en verbouw. b. Het vergroten van de brandveilige omgeving. 2. De gemeente bevordert een gezonde leefomgeving. a. Het terugbrengen van milieuovertredingen bij veehouderijen. b. Het terugbrengen van overtredingen bij asbestsaneringen. 3. De gemeente bevordert de leefbaarheid van dorpen en buitengebied. a. Het tegengaan van illegale bedrijvigheid. b. Het tegengaan van illegale bewoning. c. Het bevorderen van landschapsversterkende maatregelen. 4. De gemeente verbetert haar dienstverlening. a. Transparant en oplossingsgericht handhaven. 5. De gemeente bevordert duurzaamheid. a. Het bevorderen van duurzaam en energiezuinig bouwen. b. Het bevorderen van energiebesparing door bedrijven. De doelen met speerpunten worden in het jaarlijkse uitvoeringsprogramma uitgewerkt in concrete acties die zijn gekoppeld aan de beschikbare capaciteit. Bij het vaststellen van de doelen en speerpunten is gekeken naar de risico’s, naar waar inwoners, bedrijven en instellingen last van hebben en naar de beschikbare capaciteit. Pagina |3
Pagina |4
1. Inleiding 1.1
Aanleiding
Toezicht en handhaving zijn belangrijke instrumenten die de gemeente Sint Anthonis inzet ten behoeve van het waarborgen en bevorderen van veiligheid, gezondheid, leefbaarheid en duurzaamheid. In dit beleidsplan bepaalt het college van burgemeester en wethouders het beleid op het gebied van toezicht en handhaving van het omgevingsrecht voor de periode 2016 - 2019. Het college is hiertoe bevoegd op grond van artikel 7.2 eerste lid van het Besluit omgevingsrecht (Bor) in samenhang met artikel 7.1 van het Bor en artikel 5.2 en 5.3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). De kwaliteitseisen die de Wabo aan een professionele handhavingsorganisatie stelt, vormen het uitgangspunt van dit plan. In dit beleidsplan worden de keuzes beschreven die het college op het gebied van toezicht en handhaving maakt: Welke onderwerpen verdienen meer of juist minder aandacht? Op welke manieren houden we toezicht en welke handhavingsinstrumenten zetten we op welke momenten in? Het beleid levert een bijdrage aan een consequente en transparante uitvoering van toezicht en handhaving en schept zo duidelijkheid voor burgers en bedrijven. Toezicht en handhaving vinden plaats op basis van het principe gelijke monniken, gelijke kappen. Verder is een goede en open communicatie met burgers en bedrijven een belangrijk aspect van toezicht en handhaving. In dit beleidsplan wordt uitgegaan van de eigen verantwoordelijkheid van burgers in combinatie met een faciliterende rol van de gemeente. In de gemeente Sint Anthonis spreken burgers elkaar aan wanneer zij overlast ervaren. Daarnaast wordt benadrukt dat repressieve handhaving het sluitstuk is van een heel traject. In dit traject wordt onder meer gesproken met de overtreder en wordt onderzocht of voor de overtreding alsnog een vergunning kan worden verleend. Pas als dit traject niet tot een oplossing leidt, is repressieve handhaving aan de orde.
Dit beleidsplan is de opvolger van het Beleidsplan integrale handhaving 2012 – 2016. In de beleidsperiode van dat plan heeft de gemeente ervaring opgedaan met het uitvoeren van haar toezicht- en handhavingstaken volgens een beleidscyclus. In 2014 heeft een evaluatie plaatsgevonden. Één van de aanbevelingen uit het op 11 november 2014 door het college vastgestelde rapport “Evaluatie handhaving” was een meer integrale benadering van de probleemanalyse en prioritering bij de opstelling van het handhavingsbeleid voor de periode 2016 – 2019. Aan deze en andere aanbevelingen uit het evaluatierapport is in dit beleidsplan gevolg gegeven.
1.2
Doelstelling
Dit beleidsplan geeft richting aan alle activiteiten van de gemeente Sint Anthonis op het gebied van toezicht en handhaving. De programmatische en integrale aanpak van de taken op het gebied van toezicht en handhaving leidt tot een transparante, effectieve en efficiënte inzet van de voor dit taakveld beschikbare middelen.
1.3
Afbakening
Dit beleidsplan heeft betrekking op (1) het toezicht op de naleving van en (2) de handhaving van de wet- en regelgeving met betrekking tot de fysieke leefomgeving: bouwen, slopen, milieu, ruimtelijke ordening, brandveiligheid, Algemene Plaatselijke Verordening (APV) en bijzondere wetgeving. In dit beleidsplan worden de begrippen ‘toezicht’ en ‘handhaving’ als volgt gedefinieerd: Toezicht: het verzamelen van informatie ten behoeve van de beantwoording van de vraag of wordt voldaan aan de geldende wet- en regelgeving; beoordelen of er sprake is van een overtreding; zo ja, actie ondernemen (hierbij gaat het niet altijd om handhavend optreden maar bijvoorbeeld ook om legalisatie).
Pagina |5
Handhaving: Het doen naleven van door de overheid gestelde wet- en regelgeving door middel van: preventieve maatregelen (toetsen bestemmingsplannen en vergunningen op handhaafbaarheid, voorlichting aan inwoners en bedrijven op website gemeente en/of in gemeenteblad, overleg met inwoners en bedrijven,...); repressieve maatregelen (bestuursdwang, dwangsom, ...).
1.4
De dubbele regelkring “Big-8”
De kwaliteitseisen die de Wabo aan een professionele handhavingsorganisatie stelt, staan in hoofdstuk 7 van het Besluit omgevingsrecht (Bor) en zijn samengevat in tabel 1.1. De basis van deze kwaliteitseisen is de dubbele regelkring (zie figuur 1.1). Deze zogenaamde "Big-8" beschrijft 7 samenhangende processtappen, die een professionele handhavingsorganisatie doorloopt. In figuur 1.1 zijn deze 7 processtappen
Figuur 1.1 Dubbele regelkring
Pagina |6
weergegeven in de blauwe rechthoeken. Wanneer de "Big-8" wordt gehanteerd, komen toezicht en handhaving tot stand op basis van inzichtelijke keuzes en is de uitvoering gericht op het bereiken van vooraf afgesproken resultaten. Het verband tussen de 7 processtappen van de “Big-8", de kwaliteitseisen uit het Bor en de hoofdstukken van dit beleidsplan is weergegeven in tabel 1.1. Het opstellen van een beleidsplan toezicht en handhaving is een 4-jaarlijks proces dat plaats vindt in de linkerhelft van de “Big-8”. In figuur 1.1 is deze helft van de “Big-8”, het opstellen van het beleidsplan, verder uitgesplitst in 10 (groene) stappen. Deze stappen zijn in groen opgenomen in tabel 1.1, zodat inzichtelijk is in welk hoofdstuk van dit beleidsplan de diverse stappen aan bod komen.
Kwaliteitseis Bor
Processtap "Big-8"
Handhavingsbeleid (art. 7.2): Er is een handhavingsbeleid voor alle beleidsvelden die in de Wabo prioriteiten en doelen worden geïntegreerd of erbij aanhaken. Daarin staat een beschrijving van de visie en doelen, de prioriteiten, de strategieën strategie en de activiteiten, gebaseerd op een probleemanalyse. Het beleid is afgestemd met andere betrokken bestuursorganen en strafrechtelijke partners. Uitvoeringsprogramma (art. 7.3): De organisatie stelt jaarlijks een uitvoeringsprogramma vast en programma en organisatie maakt dit bekend. Dit uitvoeringsprogramma is afgestemd met andere betrokken bestuursorganen en strafrechtelijke partners. Uitvoeringsorganisatie (art. 7.4): De inrichting van de organisatie waarborgt een adequate uitvoering werkwijze van het beleid. In ieder geval ligt de personeelsformatie vast. De organisatie is ook buiten kantooruren bereikbaar en beschikbaar. uitvoering Werkprocessen zijn vastgesteld. Voor zover er sprake is van toezicht op inrichtingen zijn vergunningverlening en handhaving gescheiden en is er een roulatieschema. programma en organisatie Borging van de middelen (art. 7.5): Financiële en personele middelen zijn in de begroting gewaarborgd.
Hoofdstuk beleidsplan
3 t/m 5 stap 0 t/m 5 en 8 6 stap 6
apart document stap 7 en 9
6
uitvoeringsprogramma
Monitoring (art. 7.6): De organisatie bewaakt en registreert resultaten en voortgang van monitoring de uitvoering van het programma.
7
Rapportage (art. 7.7): De organisatie rapporteert over de uitvoering van het programma evaluatie en over het bereiken van de gestelde doelen.
7
Tabel 1.1. De kwaliteitseisen uit het Besluit omgevingsrecht (Bor)
Pagina |7
1.5
Leeswijzer
Dit beleidsplan bestaat uit 7 hoofdstukken. In het eerste hoofdstuk worden de aanleiding en het doel van dit beleidsplan beschreven, vindt afbakening plaats en wordt de dubbele regelkring “Big-8” toegelicht. Hoofdstuk 2 geeft een korte evaluatie van de beleidsperiode 2012 -2016 weer. In hoofdstuk 3 wordt de visie van de gemeente Sint Anthonis op toezicht en handhaving beschreven. Ook beschrijft dit hoofdstuk de uitgangspunten die de gemeente hanteert op het gebied van toezicht en handhaving. In hoofdstuk 4 wordt ingegaan op de uitgevoerde probleemanalyse en de resultaten daarvan. De gestelde doelen en speerpunten staan in hoofdstuk 5. In het zesde hoofdstuk is de nalevingstrategie uitgewerkt. Tot slot wordt in hoofdstuk 7 ingegaan op de uitvoering van dit beleidsplan en de monitoring en evaluatie daarvan.
Pagina |8
Pagina |9
2. Evaluatie Beleidsplan integrale handhaving 2012 - 2016 Op 11 november 2014 heeft het college het rapport “Evaluatie handhaving” vastgesteld. In dit rapport is aangegeven op welke wijze uitvoering is gegeven aan het Beleidsplan integrale handhaving 2012 - 2016. Uit de evaluatie blijkt onder meer dat de uitvoering van toezicht en handhaving niet vrijblijvend is. Veel is in wet- en regelgeving vastgelegd. In het rapport is een aantal aanbevelingen opgenomen. Voor het nieuwe beleid ten aanzien van toezicht en handhaving zijn met name de volgende aanbevelingen van belang: geef integraal toezicht concreter vorm; organiseer meer projectmatig toezicht en leg de aanpak per branche vast; benader de probleemanalyse en prioritering op een meer integrale wijze; schenk in het kader van preventieve handhaving meer aandacht aan het vooraf toetsen van bestemmingsplannen en vergunningen (voorschriften) op handhaafbaarheid; verbeter de registratie van uitgevoerde toezicht- en handhavingsacties en de resultaten daarvan. Aan deze aanbevelingen uit het evaluatierapport is in dit beleidsplan gevolg gegeven. Het rapport “Evaluatie handhaving” is op 1 december 2014 besproken in de vergadering van de vaste commissie voor de gemeenteraad. De gemeenteraad heeft met name suggesties gedaan ten aanzien van communicatie en transparantie. Aangegeven is dat de communicatie van de gemeente met burgers en bedrijven verder verbeterd moet worden en dat het toezicht- en handhavingsproces transparanter moet zijn.
P a g i n a | 10
In 2013 is de communicatie verbeterd door, voorafgaand aan het overhandigen of verzenden van de vooraankondiging van het handhavingsbesluit, een gesprek aan te gaan met de betrokkene waarin het gehele proces (waaronder het legalisatieonderzoek) wordt toegelicht. Om de communicatie nog verder te verbeteren is er eind 2014 voor gekozen om voorafgaande aan de vooraankondiging een sommatiebrief te overhandigen of te versturen. In de sommatiebrief wordt de betrokkene in de gelegenheid gesteld de overtreding binnen een bepaalde termijn op te heffen zonder dat hieraan consequenties zijn verbonden. Deze stap blijft uiteraard achterwege in geval van overtredingen die acuut optreden vereisen. Op de wijze van communiceren wordt verder ingegaan in paragraaf 7.1.
P a g i n a | 11
3. Visie op handhaving 3.1
Programmatisch handhaven
Het beleid ten aanzien van toezicht en handhaving maakt deel uit van een beleidscyclus waarbij er sprake is van een onlosmakelijke verbinding tussen visie (beleid), programmering en uitvoering. Hiermee wordt gestreefd naar een optimale afstemming binnen deze cyclus. Met het opstellen van een integraal beleidsplan toezicht en handhaving, een jaarlijks uitvoeringsprogramma en een jaarverslag beoogt het college te komen tot een beleid dat een cyclisch karakter heeft. Gedurende de cyclus wordt bepaald of de doelstellingen nog worden behaald en of er bijsturing in het beleid en de uitvoering plaats dient te vinden. Evaluatie is een wezenlijk onderdeel van deze cyclus. Na de evaluatie wordt bekeken of het beleid dient te worden aangepast. In de beleidscyclus voor toezicht en handhaving worden de volgende fasen onderscheiden: Fase 1 Het opstellen van een beleidsplan, waarin in ieder geval het volgende wordt vastgelegd: een visie op toezicht en handhaving met vastgestelde doelen en een prioriteitstelling; de nalevingstrategie (preventie-, toezicht-, sanctieen gedoogstrategie); de wijze van monitoren en evalueren. Met dit beleidsplan wordt aan deze fase gestalte gegeven. Het beleidsplan draagt bij aan de optimalisering van de kwaliteit van toezicht en handhaving en aan een effectieve en efficiënte inzet van capaciteit en middelen om de optimale afstemming tussen visie (beleid), programmering en uitvoering te bereiken.
P a g i n a | 12
Fase 2 Dit is de uitvoeringsfase. In deze fase wordt het beleid concreet omgezet in een programma voor het komende jaar. Hierin wordt vastgelegd hoe de beschikbare capaciteit aan de hand van de in het beleid vastgestelde prioriteiten wordt ingezet op de verschillende taken. Het uitvoeringsprogramma voor het volgende jaar wordt normaliter in het laatste kwartaal van het lopende jaar vastgesteld. Het uitvoeringsprogramma 2016 is in januari 2016 vastgesteld, omdat dit beleidsplan moest zijn vastgesteld voordat het uitvoeringsprogramma kon worden opgesteld. Fase 3 In fase 3 worden de resultaten uit fase 1 en 2 geëvalueerd1. In het eerste kwartaal van een opvolgend jaar wordt een jaarverslag opgesteld, waarin conclusies worden getrokken en aanbevelingen worden gedaan over de vragen of het beleid op een juiste wijze wordt uitgevoerd, of de beoogde resultaten worden behaald en of er bijsturing plaats dient te vinden. Fase 4 In de laatste fase worden de in het beleid genoemde aspecten uit fase 1, waar nodig, bijgestuurd en/of uitgebreid aan de hand van de uitkomsten van het jaarverslag. Ieder jaar kunnen het jaarverslag maar ook bestuurlijke verantwoordelijkheden en voortschrijdende inzichten leiden tot bijstelling van de gestelde prioriteiten. De bijsturing naar aanleiding van de evaluatie uit fase 3 wordt vertaald in het uitvoeringsprogramma voor het volgende jaar.
1
Het jaarlijks evalueren is een verplichting die voortvloeit uit de Wabo (artikel 7.2 en artikel 7.7 Besluit omgevingsrecht).
3.2
Uitgangspunten
Dit beleidsplan heeft betrekking op het omgevingsrecht waarbij de behoeften die bestaan binnen de gemeente Sint Anthonis voorop staan. Hierbij wordt op een eenduidige en transparante wijze uitvoering gegeven aan wet- en regelgeving. Bij de uitvoering wordt nadrukkelijk gekeken naar rechtszekerheid en effectiviteit van de gemeentelijke inzet op het gebied van toezicht en handhaving. Adequaat toezicht op en handhaving van wet- en regelgeving is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van gemeente en inwoners. De verantwoordelijkheden worden daar gelegd waar deze thuis horen. De visie van de gemeente Sint Anthonis op handhaving luidt als volgt:
"Toezicht en handhaving staan niet op zichzelf maar hebben een maatschappelijk doel: het waarborgen van veiligheid, gezondheid en leefbaarheid en het bevorderen van duurzaamheid. De gemeente Sint Anthonis staat voor consequent, transparant en integraal toezicht houden en handhavend optreden". Deze visie wordt vertaald in de volgende uitgangspunten, die de gemeente hanteert bij de uitvoering van het toezicht- en handhavingsbeleid:
2. Toezicht en handhaving bevorderen duurzaamheid Ook het bevorderen van duurzaamheid is een vanzelfsprekend uitgangspunt. De gemeente kiest voor een gezonde leefomgeving en gaat verantwoord om met ons milieu en onze leefomgeving. De gemeente stimuleert haar burgers en bedrijven hetzelfde te doen. 3. Toezicht en handhaving zijn consequent en transparant De uitvoering van toezicht en handhaving vindt plaats volgens duidelijke, vastgestelde strategieën. Dit betekent dat de gemeente bij geconstateerde overtredingen consequent en voorspelbaar handelt. Vergelijkbare situaties worden op vergelijkbare wijze aangepakt, waarmee willekeur en rechtsongelijkheid voorkomen worden. Toezicht en handhaving zijn transparant omdat alle activiteiten schriftelijk worden vastgelegd. In het jaarverslag toezicht en handhaving wordt verantwoording afgelegd over de (wijze van) uitvoering van het beleid. 4. Toezicht en handhaving zijn integraal De gemeente levert een bijdrage aan de vermindering van de toezichtlast voor bedrijven door integraal te controleren. Dit zal vooral betekenen dat toezichthouders overtredingen op andere beleidsterreinen signaleren en doorgeven (oog- en oorfunctie). Waar dit voordelen biedt voor de bedrijven zullen de toezichthouders voor elkaar controleren. Deze integrale werkwijze sluit aan bij de ambities die de gemeente heeft ten aanzien van de verbetering van haar dienstverlening.
1. Toezicht en handhaving dienen ter voorkoming van gevaar, hinder en overlast Het waarborgen van veiligheid, gezondheid en leefbaarheid is een vanzelfsprekend uitgangspunt. Om gedragingen en activiteiten die de veiligheid en gezondheid in gevaar kunnen brengen te voorkomen, stelt de gemeente regels in verordeningen, bestemmingsplannen en vergunningen. De gemeente stelt deze regels ook om hinder en overlast zo veel mogelijk te voorkomen en te beperken. De gemeente handhaaft deze regels, want het stellen van regels is zinloos als ze niet gehandhaafd worden.
P a g i n a | 13
5. Toezicht en handhaving stimuleren de eigen verantwoordelijkheid van burgers en bedrijven De gemeente gaat ervan uit dat burgers en bedrijven zelf hun verantwoordelijkheid nemen ten aanzien van naleving van de voor hen geldende regels, zodat de gemeente terughoudend kan zijn in het houden van toezicht daarop. Als blijkt dat het zelfcontrolerende vermogen van burgers en bedrijven tekort schiet, spreekt de gemeente hen daarop aan. 6. Toezicht- en handhavingsacties worden afgemaakt Wie A zegt, zegt ook B. Een eenmaal opgestart toezicht- en handhavingstraject wordt pas afgesloten nadat de overtreding is opgeheven. Verbeurde dwangsommen worden ook daadwerkelijk geïnd. Ook wanneer de overtreding na verbeurte van de dwangsommen ongedaan is gemaakt. 7. De gemeente geeft zelf het goede voorbeeld Wie zichzelf niet aan de regels houdt, kan een ander daar niet op aanspreken. Daarom is het van belang dat de gemeente en haar vertegenwoordigers (ambtenaren, bestuurders en raadsleden) zelf het goede voorbeeld geven aan burgers en bedrijven. 8. Handhaving is het sluitstuk Repressieve handhaving (bijvoorbeeld het opleggen van een last onder dwangsom) volgt aan het einde van een heel traject. Dat traject bestaat uit de volgende stappen: toezicht houden, vaststellen of er sprake is van een overtreding, onderzoeken of legalisatie mogelijk is, overleg met de overtreder en het versturen van een sommatiebrief. Pas als deze stappen niet leiden tot opheffing van de overtreding, volgt repressieve handhaving. Deze uitgangspunten worden vertaald naar uitvoeringsprogramma waarin de concrete handhavingsactiviteiten worden beschreven.
het jaarlijkse toezichten
P a g i n a | 14
P a g i n a | 15
4. Probleemanalyse 4.1
Handhaven op basis van risico’s
De gemeente heeft een groot aantal toezicht- en handhavingstaken. De voor toezicht en handhaving beschikbare middelen laten niet toe dat de gemeente deze taken allemaal volledig uitvoert. Er moeten dus keuzes worden gemaakt en prioriteiten worden gesteld. De gemeente Sint Anthonis wil de voor toezicht en handhaving beschikbare middelen zo efficiënt mogelijk inzetten. Daarom is het van belang te weten welke risico’s er ontstaan wanneer de regels niet worden nageleefd. De handhavingstaken waar de risico’s het grootst zijn krijgen de hoogste prioriteit. Het feit dat de toezicht en handhavingstaken met een lage prioriteit minder aandacht zullen krijgen, betekent niet dat de gemeente niet aan haar wettelijke taken voldoet. In de Wabo staat dat het bevoegd gezag tot taak heeft zorg te dragen voor de bestuursrechtelijke handhaving van het omgevingsrecht. De Wabo schrijft echter niet voor op welke wijze het bevoegd gezag de regels moet handhaven en of het bevoegd gezag alle regels moet handhaven. Integendeel. Het Bor schrijft juist voor dat het bevoegd gezag een handhavingsbeleid moet formuleren waarin, gebaseerd op een probleemanalyse, prioriteiten worden gesteld.
4.2
Methodiek
Om prioriteiten te kunnen stellen is het noodzakelijk te weten welke risico´s er kunnen ontstaan als regels niet worden nageleefd. We hebben met behulp van een landelijk gangbaar risicomodel een probleemanalyse uitgevoerd met als doel inzicht te krijgen in deze risico’s. Het betreft het risicoafwegingsmodel “DBC-Risico” (DBC-model2). Dit risicomodel voldoet aan de landelijke kwaliteitscriteria. Vanaf 2016 werkt de Omgevingsdienst Brabant Noord (ODBN) ook met dit model. Prioritering vindt hiermee regionaal plaats. 2
Damen Bouwcentrum.
P a g i n a | 16
Bij het bepalen van de input voor de probleemanalyse is een externe klankbordgroep betrokken. De klankbordgroep bestaat uit vertegenwoordigers van de volgende organisaties: Gezamenlijke dorpsraden, ZLTO Sint Anthonis, SWO Sint Anthonis, Milieuvereniging Land van Cuijk, ODBN, Waterschap Aa en Maas, Politie Oost Brabant en Brandweer Brabant Noord. Op welke wijze de klankbordgroep betrokken is bij de probleemanalyse staat in bijlage 1 bij dit beleidsplan: ‘Uitleg DBC risico-analyse’. In deze bijlage wordt uitgelegd hoe de probleemanalyse is uitgevoerd.
4.3
Uitkomsten probleemanalyse
Uit de DBC risico-analyse volgt aan welke toezicht- en handhavingstaken in beginsel prioriteit gegeven wordt. Hoe groter het negatieve effect van een overtreding (impact) en hoe groter de kans daarop (omvang), des te hoger komt de taak op de prioriteitenlijst. Door op deze prioriterende wijze de uitvoering van toezicht en handhaving af te stemmen, kan doelmatig en kostenefficiënt worden gewerkt. De prioriteitenlijst is besproken met de externe klankbordgroep. In bijlage 2 zijn de uitkomsten van de DBC risico-analyse te vinden.
P a g i n a | 17
5. Doelen en speerpunten Burgers hebben soms nog de verwachting dat de overheid bij normschending altijd optreedt. Het is in de praktijk echter niet mogelijk om alle normen te handhaven. Er is teveel recht dat dient te worden gehandhaafd en regelmatig wordt om handhaving verzocht. Daarom is het van belang dat prioriteiten worden gesteld, zodat de beschikbare capaciteit zo efficiënt mogelijk kan worden ingezet. In het handhavingsbeleid 2012-2016 zijn prioriteiten bepaald op basis van de Risicomodule van Oranjewoud. Deze module is niet gebruikt bij het bepalen van de prioriteiten in dit beleidsplan. Daarvoor is, zoals in hoofdstuk 4 is aangegeven, het DBC-model gebruikt. Toepassing van het DBC-model leidt tot een objectievere, beter toepasbare en meer onderscheidende prioritering en bovendien wordt dit model regionaal gebruikt. In het vorige hoofdstuk zijn de uitkomsten van de probleemanalyse gepresenteerd. Daarbij zijn de risico´s gerangschikt van zeer groot tot zeer klein. In dit hoofdstuk wordt vastgelegd welke doelen de gemeente Sint Anthonis stelt. Daarnaast worden speerpunten geformuleerd.
5.1
Inbreng gemeenteraad en klankbordgroep
In het coalitieprogramma 2014 - 2018 "Samen werken aan de toekomst" staan de doelen beschreven die de coalitiepartijen in de gemeenteraad van Sint Anthonis in deze raadsperiode willen bereiken. Ook door de oppositiepartij is aangegeven dat de verbetering van de dienstverlening en de balans tussen ondernemerschap en zorg voor de samenleving belangrijke aandachtspunten zijn. Deze punten kwamen ook tijdens de bijeenkomsten van de externe klankbordgroep naar voren. Het toezicht- en handhavingsbeleid draagt bij aan het realiseren van de volgende 4 doelstellingen uit het coalitieprogramma:
P a g i n a | 18
De gemeente werkt toe naar een duurzame agrarische sector in 2020. Ten aanzien van de intensieve veehouderij zet de gemeente niet in op meer maar op beter. De uitstoot van geur, fijnstof en ammoniak zal verminderen. Hiertoe wordt de controle op en de handhaving van verleende vergunningen gecontinueerd. Er komt strikte handhaving op de werking van luchtwassers. De gemeente wil in 2020 energieneutraal zijn. We hebben de plicht te zorgen dat onze leefomgeving van voldoende kwaliteit is en blijft voor de toekomst. We gaan zonnecollectoren plaatsen op openbare gebouwen en blijven de bouw van duurzame en energieneutrale woningen stimuleren, onder meer door korting te geven op de kavelprijs. De gemeente geeft het goede voorbeeld. De gemeente gaat verloedering van het buitengebied tegen. Bestemmingsplannen dienen op orde te zijn. In de Structuurvisie Buitengebied geeft de gemeente richting aan de ontwikkelingen in het buitengebied. Dit plan zal de komende bestuursperiode als leidraad dienen. Het beleid ten aanzien van Vrijkomende Agrarische Bebouwing (VAB) wordt ruimhartig toegepast. De gemeente verbetert haar dienstverlening. Communicatie is een belangrijk aspect van de gemeentelijke dienstverlening. Openheid en wederzijds respect zijn de leidraad voor goede contacten met onze inwoners. De gemeente benadert haar inwoners op een klantgerichte wijze en zoekt naar oplossingen.
5.2
Doelen uitgewerkt per speerpunt
Dit beleidsplan kent 5 doelen. Deze doelen zijn afgeleid uit de visie op toezicht en handhaving en uit de uitgangspunten die de gemeente hanteert bij de uitvoering van het toezicht- en handhavingsbeleid. Daarnaast is zo veel mogelijk aansluiting gezocht bij de doelstellingen uit het coalitieprogramma 2014 – 2018. De 5 doelen van het handhavingsbeleid zijn algemeen geformuleerd. Hieronder worden aan deze doelen specifieke, meetbare speerpunten gekoppeld. Bij het bepalen van deze speerpunten is de uitkomst van de probleemanalyse als leidraad gebruikt. De speerpunten worden in het jaarlijkse uitvoeringsprogramma uitgewerkt in concrete acties die zijn gekoppeld aan de beschikbare capaciteit. Doel 1: de gemeente bevordert een veilige leefomgeving Dit doel kent de volgende speerpunten:
Doel 2: de gemeente bevordert een gezonde leefomgeving Dit doel kent de volgende speerpunten: Het terugbrengen van milieuovertredingen bij veehouderijen. Goed werkende luchtwassers en andere emissiearme stalsystemen dragen bij aan de vermindering van de uitstoot van geur, fijnstof en ammoniak en daarmee aan de verduurzaming van de agrarische sector. De stalsystemen van alle veehouderijen in onze gemeente blijven periodiek gecontroleerd worden door de toezichthouders van de ODBN. Het terugbrengen van overtredingen bij asbestsaneringen. Onjuiste sanering van asbest kan ernstige gevolgen hebben voor de gezondheid van omwonenden. In de sloopfase heeft toezicht op asbestsaneringen dan ook prioriteit. Deze controles worden uitgevoerd door de toezichthouders van de ODBN. Dit doel sluit aan bij doelstelling 1 uit het coalitieprogramma (een duurzame agrarische sector in 2020).
Het bewaken van de constructieve veiligheid bij bouw en verbouw. De constructieve veiligheid van gebouwen die worden gebouwd of verbouwd is belangrijk omdat fouten in de constructie ernstige gevolgen kunnen hebben. Als een constructie eenmaal gereed is, is het veel moeilijker om de deugdelijkheid van die constructie te controleren. Daarom vinden controles op constructieve veiligheid met name plaats tijdens de bouw. Het vergroten van de brandveilige omgeving. Brandveiligheid blijft een belangrijk aandachtspunt. Het hoofdthema daarbij is ‘veiligheid voor mensen’. De Brandweer Brabant Noord werkt momenteel aan een regionale risicoanalyse. Zodra de resultaten van deze analyse beschikbaar zijn worden deze bij de planning in het uitvoeringsprogramma meegenomen. Indien noodzakelijk wordt ook het beleid aangepast of aangevuld.
P a g i n a | 19
Doel 3: de gemeente bevordert de leefbaarheid van dorpen en buitengebied Dit doel kent de volgende speerpunten: Het tegengaan van illegale bedrijvigheid. Illegale bedrijvigheid kan een negatief effect hebben op het woon- en leefklimaat. Denk hierbij aan verkeersaantrekkende werking, (geluids)overlast of concurrentievervalsing. Het voorkomen van deze effecten begint bij het stellen van duidelijke voorwaarden ten aanzien van (de omvang van) bedrijvigheid. Groeit een bedrijf uit zijn jasje, dan moet het naar een bedrijventerrein en komt de oude locatie vrij voor een startend bedrijf. Het tegengaan van illegale bewoning. Wanneer al dan niet voor bewoning bestemde panden illegaal worden bewoond kunnen (brand)veiligheidsproblemen ontstaan. Niet voor bewoning bestemde gebouwen, zoals kantoren, bijgebouwen, bedrijfsloodsen of recreatiewoningen, voldoen doorgaans immers niet aan de normen die aan voor bewoning bestemde panden gesteld worden. Ook het met meer dan één huishouden bewonen van een woning of de huisvesting van arbeidsmigranten in (bedrijfs)woningen kan leiden tot (brand)veiligheidsproblemen. Daarnaast kan illegale bewoning de leefbaarheid en openbare orde aantasten. Het bevorderen van landschapsversterkende maatregelen. We zijn trots op onze groene gemeente en willen het landschap in onze gemeente graag behouden en waar mogelijk verder ontwikkelen en versterken. Dit doen we onder andere door afspraken met ondernemers te maken over landschapsversterkende maatregelen zoals erfbeplanting. Deze afspraken komen tot uiting in voorwaardelijke verplichtingen in het bestemmingsplan. De gemeente controleert of aan deze verplichtingen wordt voldaan. Dit doel sluit aan bij doelstelling 2 uit het coalitieprogramma (verloedering van het buitengebied tegengaan).
P a g i n a | 20
Doel 4: de gemeente verbetert haar dienstverlening Dit doel kent het volgende speerpunt: Transparant en oplossingsgericht handhaven. Het is van groot belang dat handhaving transparant is. Onze inwoners moeten immers kunnen begrijpen waarom er sprake is van een overtreding. Door begrip ontstaat ook meer bereidheid tot het beëindigen van de overtreding. Meedenken in oplossingen is belangrijk omdat handhavend optreden pas aan de orde is als legalisatie niet mogelijk is. Dit doel sluit aan bij doelstelling 3 uit het coalitieprogramma (verbeteren dienstverlening). Doel 5: de gemeente bevordert duurzaamheid Dit doel kent de volgende speerpunten: Het bevorderen van duurzaam en energiezuinig bouwen. Veel maatregelen die bijdragen aan het energieneutraal maken van woningen en andere bouwwerken moeten al in de bouwverbouwfase worden doorgevoerd. Tijdens de bouwcontroles wordt gecontroleerd of de eisen die worden gesteld aan het duurzaam en energiezuinig bouwen worden nageleefd. Het bevorderen van energiebesparing door bedrijven. Ook in de gebruiksfase kan in bedrijfsgebouwen zoals supermarkten, zorginstellingen en kantoorgebouwen vaak nog veel energie bespaard worden. Het Activiteitenbesluit stelt eisen aan het energieverbruik van bedrijven. Tijdens het regionale project “Branchegerichte aanpak energie” wordt gecontroleerd of aan deze eisen wordt voldaan. Dit doel sluit aan bij doelstelling 4 uit het coalitieprogramma (energieneutrale gemeente in 2020).
5.3
Algemene doelstellingen en richtlijnen
Naast de doelen zoals genoemd in de vorige paragraaf gelden ten aanzien van alle taakvelden de volgende algemene doelstellingen en richtlijnen:
Behalve aan de gemeentelijke prioriteiten zullen de toezichthouders en integraal handhavers in de gemeente Sint Anthonis ook uitvoering geven aan de regionale prioriteiten op het gebied van toezicht en handhaving. In het jaarlijkse uitvoeringsprogramma zal worden aangegeven op welke wijze de gemeente de regionale prioriteiten zal uitvoeren.
Alle schriftelijke verzoeken om handhaving (gericht aan het college en voorzien van de naam van de verzoeker met handtekening) worden in beginsel binnen de wettelijke beslistermijn van 8 weken afgehandeld.3 De beslistermijn kan met een redelijke termijn worden verlengd (te denken valt aan een verlenging van 8 weken). Geconstateerde activiteiten die worden uitgevoerd zonder een daarvoor benodigde vergunning worden direct stilgelegd. Met het direct stilleggen van de activiteiten wordt, naast het bevriezen van de situatie, geprobeerd om de betrokkene ertoe te bewegen om een vergunning aan te vragen. Indien het onaannemelijk is dat er een vergunning verleend kan worden, wordt de betrokkene daar ook op gewezen. 4 Tegen ernstige overtredingen, calculerend gedrag, malafide overtreders wordt altijd opgetreden (zie figuur 6.2 in hoofdstuk 6: de interventiematrix van de Landelijke handhavingstrategie).
5.4
Uitwerking in uitvoeringsprogramma
In het jaarlijks door het college vast te stellen uitvoeringsprogramma zullen bovenstaande doelstellingen verder worden uitgewerkt in concrete acties. Het uitvoeringsprogramma vormt de basis voor de persoonlijke werkplanningen van de toezichthouders en integraal handhavers. 3
Dit houdt in dat het college binnen 8 weken een besluit neemt op het verzoek om handhaving, waarin wordt vermeld of het verzoek wordt af- of toegewezen. Bij een toewijzing wordt aan overtreder een last onder dwangsom of een last onder bestuursdwang opgelegd (nadat het voornemen daartoe aan de overtreder is bekend gemaakt). 4 Indien vergunning achteraf wordt aangevraagd (na het aanvangen of gereed zijn van de activiteit) geldt aanvullend beleid. Dit beleid houdt in dat 15% extra leges in rekening worden gebracht bij een aanvraag tot legalisatie (met een minimum verhoging van € 50,- tot een maximum verhoging van € 1.500,-).
P a g i n a | 21
P a g i n a | 22
6. Nalevingstrategie
die volgen op overtredingen, zal de gemeente het naleefgedrag naar verwachting positief beïnvloeden.
De nalevingstrategie geeft aan op welke wijze en met de inzet van welke instrumenten naleving van de regelgeving en de gestelde doelen wordt bereikt. De nalevingstrategie omvat strategieën voor preventie, toezicht, sanctionering en gedogen. Deze strategieën worden beschreven in de paragrafen 6.1 tot en met 6.4. Daarnaast beschrijft dit hoofdstuk de strategie bij klachten en handhavingsverzoeken (paragraaf 6.5), de strategie bij een verzoek om verlenging van de begunstigingstermijn (paragraaf 6.6) en de strategie bij overtredingen door de gemeente zelf (paragraaf 6.7).
Handhaafbare regelgeving Veel regels zijn opgenomen in landelijke wetgeving, bijvoorbeeld in de Wabo, de Woningwet, de Wet ruimtelijke ordening en de Wet milieubeheer. De gemeente kan de handhaafbaarheid van deze regels niet beïnvloeden. De gemeente heeft uiteraard wel invloed op de regels die de gemeente zelf vaststelt, bijvoorbeeld de Algemene Plaatselijke Verordening (APV), de Bouwverordening, bestemmingsplannen en vergunningen.
6.1
Preventiestrategie
De preventiestrategie richt zich op het vergroten van de bewustwording bij bedrijven en burgers. Wanneer mensen zich bewust zijn van de geldende regels, worden er minder overtredingen begaan en hoeft er minder repressieve handhaving plaats te vinden. Om spontane naleving mogelijk te maken moeten regels aan twee voorwaarden voldoen: ze moeten voor iedereen kenbaar zijn en ze moeten duidelijk, eenduidig en dus handhaafbaar zijn. Kenbare regelgeving Uit het oogpunt van preventie, maar ook om mensen in de gelegenheid te stellen zich te informeren, moeten regels voor alle burgers en bedrijven bekend zijn. De gemeente maakt gebruik van de website en de gemeentepagina in de Omstreeks om te communiceren over nieuwe gemeentelijke of landelijke regels. In de beleidsperiode gaat de gemeente op het gebied van handhaving meer gebruik maken van het instrument communicatie. Er wordt niet alleen gecommuniceerd over nieuwe wet- en regelgeving of beleid, maar ook over uit te voeren handhavingsprojecten en de resultaten daarvan. Door actief te communiceren over (nieuwe) regels, de eigen verantwoordelijkheid van burgers en bedrijven, de uit te voeren handhavingsprojecten en de sancties
Regels zijn handhaafbaar wanneer ze voldoen aan de volgende criteria: actueel, op basis van geldende wet- en regelgeving en beleid; eenduidig, op één manier uit te leggen en niet tegenstrijdig; controleerbaar, gebaseerd op zichtbare en / of meetbare feiten. De gemeente toetst actief of nieuw op te stellen regels actueel, eenduidig, controleerbaar en dus handhaafbaar zijn. Vergunningverleners en handhavers overleggen voorafgaand aan de afgifte van complexe omgevingsvergunningen over de handhaafbaarheid van de te stellen voorschriften. Ook conceptbestemmingsplannen, -beleidsplannen en verordeningen worden vooraf door de handhavers gecontroleerd op handhaafbaarheid.
6.2
Toezichtstrategie
In de toezichtstrategie staat de vraag centraal hoe de gemeente als bevoegd gezag het toezicht op naleving van de regels uitoefent. Hoe komt de gemeente erachter dat een overtreding plaatsvindt? Hoe actief is de gemeente in het opsporen van overtredingen? Er zijn twee vormen van toezicht: preventief toezicht en repressief toezicht. Preventief toezicht is gebaseerd op het jaarlijkse uitvoeringsprogramma. Preventief toezicht is thematisch- of gebiedsgericht en kan al dan niet worden verbonden aan vergunningen. Repressief toezicht vindt plaats op
P a g i n a | 23
basis van klachten. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen schriftelijke handhavingsverzoeken (aanvraag in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)) en (telefonische) meldingen of klachten (geen aanvraag in de zin van de Awb). Bij een handhavingsverzoek moet de gemeente de wettelijke beslistermijn in acht nemen. Bij een melding of klacht geldt geen beslistermijn. De intensiteit waarmee de gemeente Sint Anthonis toezicht houdt hangt af van de prioriteit die aan een handhavingstaak is toegekend. Hoe hoger de prioriteit, hoe intensiever het toezicht. In het uitvoeringsprogramma wordt jaarlijks aangegeven op welke wijze het toezicht wordt uitgevoerd per prioriteit. Toezicht en repressieve handhaving worden in de gemeente Sint Anthonis integraal uitgevoerd. Hiermee wordt tegemoet gekomen aan de ambities die de gemeente heeft ten aanzien van de verbetering van haar dienstverlening. Ook wordt hiermee tegemoet gekomen aan de eisen die in de Wabo aan het toezicht worden gesteld. De Wabo schrijft onder meer voor dat het bestuursorgaan zijn controles moet afstemmen en coördineren om te voorkomen dat gemeentelijke toezichthouders en andere toezichthouders (bijvoorbeeld van de ODBN, de Provincie en het Waterschap) zonder dat van elkaar te weten kort na elkaar hetzelfde bedrijf bezoeken. Er zijn vier vormen van integraal toezicht te onderscheiden: Controleren met elkaar. Vanuit de verschillende taakvelden (milieu, bouw, ruimtelijke ordening, brandveiligheid) wordt gezamenlijk een integrale controle uitgevoerd. Deze vorm van toezicht leent zich goed voor complexe situaties en situaties met een hoge bestuurlijke prioriteit. Controleren na elkaar. De verschillende toezichthouders voeren op verschillende momenten controles uit. Omdat deze controles verspreid over een langere periode plaatsvinden, heeft deze aanpak een sterkere preventieve werking. De toezichtlast gaat echter niet omlaag.
P a g i n a | 24
Controleren voor elkaar. De integrale controle wordt door één toezichthouder uitgevoerd. Deze vorm van toezicht leent zich vooral goed voor situaties met een geringe complexiteit. Signaleren voor elkaar. De toezichthouder neemt tijdens zijn controle aspecten van de andere beleidsvelden of van andere bestuursorganen mee (oog- en oorfunctie). Als hij overtredingen op het gebied van de andere beleidsvelden of bestuursorganen vaststelt seint hij zijn collega´s in. De toezichthouders in de gemeente Sint Anthonis zijn al gewend om te signaleren voor elkaar. Deze vorm van integraal toezicht wordt al jaren toegepast. Waar dit voor de bedrijven voordelen biedt, zullen de toezichthouders met elkaar controleren. Waar de complexiteit van de situatie en de te controleren regels dat toelaat, zullen de toezichthouders voor elkaar controleren. In het uitvoeringsprogramma wordt nader ingegaan op de wijze waarop toezicht wordt uitgevoerd.
6.3
Sanctiestrategie
Het bevorderen van naleving van regelgeving kan uiteindelijk betekenen dat sanctionerend moet worden opgetreden. Om dit op een eenduidige manier te doen, hanteert de gemeente Sint Anthonis een sanctiestrategie. In de afgelopen beleidsperiode (2012 tot 2016) heeft de gemeente de Brabantse handhavingstrategie “Zó handhaven we in Brabant” gehanteerd. Inmiddels is een Landelijke handhavingstrategie ontwikkeld. De Landelijke handhavingstrategie is een landelijk geldend afwegingsinstrument dat door handhavingsorganisaties wordt gehanteerd om van bevinding naar ingrijpen te komen. De Landelijke handhavingstrategie brengt één lijn aan in hoe instanties reageren op tijdens het toezicht geconstateerde overtredingen. In figuur 6.1 is de positionering van de Landelijke handhavingstrategie weergegeven.
De actuele versie van de Landelijke handhavingstrategie (versie 1.7) is als bijlage 3 bij dit beleidsplan gevoegd en is daarmee met dit beleidsplan vastgesteld. Zodra een nieuwe versie beschikbaar is, wordt gewerkt overeenkomstig de nieuwe versie, tenzij het college daarover anders beslist. Kort samengevat is de visie van de Landelijke handhavingstrategie: Onafhankelijkheid: sterke, slagkrachtige en onafhankelijke handhavingsinstanties. Professionaliteit en vakmanschap: training, opleiding, kennis- en informatie-uitwisseling. Betrouwbaarheid: beginselplicht tot handhaven en verantwoording afleggen. Eenvoud: een passende interventie bij iedere bevinding en hoe daartoe te komen. Gezamenlijkheid: overleg, afstemming en planmatig en informatie gestuurd gezamenlijk optreden.
figuur 6.1
Positionering Landelijke handhavingstrategie
De term ‘handhavingstrategie’ drukt uit dat ingrijpen breder is dan het opleggen van sancties naar aanleiding van geconstateerde overtredingen. Omdat ingrijpen ook kan plaatsvinden tijdens de toezichtsfase, bijvoorbeeld door het maken van afspraken met de overtreder en het verstrekken van informatie, raakt de Landelijke handhavingstrategie de toezichtstrategie. De Landelijke handhavingstrategie heeft geen betrekking op het toezicht als zodanig (denk aan prioriteiten, de wijze van toezicht houden e.d.). De Landelijke handhavingstrategie raakt ook de gedoogstrategie. Dit houdt in dat de Landelijke handhavingstrategie erkent dat er reden kan zijn om van bestuursrechtelijk handhavend optreden af te zien. Dit laat eventuele strafvervolging door het Openbaar Ministerie onverlet.
In hoofdstuk 3 van de Landelijke handhavingstrategie is het stappenplan opgenomen dat door toezichthouders en handhavers moet worden doorlopen om deze visie te verwezenlijken. De Landelijke handhavingstrategie maakt gebruik van een interventiematrix die in figuur 6.2 is opgenomen. Ten opzichte van de Brabantse handhavingstrategie is een extra categorie overtredingen toegevoegd, namelijk de categorie ‘vrijwel nihil’. Dit is een versoepeling.
P a g i n a | 25
In de Brabantse handhavingstrategie wordt een overtreding namelijk minimaal aangemerkt als ‘beperkt’. Om naleving van regels af te dwingen, hebben de gemeente en haar handhavingspartners zowel bestuursrechtelijke als strafrechtelijke instrumenten tot hun beschikking. In de sanctiestrategie staat beschreven wanneer en hoe deze middelen worden ingezet. In figuur 6.3 is de interventiematrix met straf- en bestuursrechtelijke instrumenten opgenomen.
figuur 6.2
P a g i n a | 26
De interventiematrix
figuur 6.3 De interventiematrix bestuursrechtelijke instrumenten
met
straf-
en
De Landelijke handhavingstrategie gaat uit van het principe zo licht mogelijk starten met ingrijpen, gericht op herstel en het vervolgens snel inzetten van zwaardere middelen wanneer naleving uitblijft. De toezichthouders en handhavers van de gemeente Sint Anthonis bepalen het in te zetten sanctiemiddel met behulp van de interventiematrix. De toezichthouder of handhaver kiest in principe voor de minst zware (combinatie van) interventie(s) uit de matrix, tenzij de toezichtouder of handhaver motiveert dat in de betreffende situatie een andere (combinatie van) interventie(s) passender is. Een toelichting op de interventiematrix is in bijlage 3 bij dit beleidsplan te vinden. In de Landelijke handhavingstrategie zijn ten opzichte van de Brabantse handhavingstrategie nieuwe interventies toegevoegd, zoals het bestuurlijk gesprek, de bestuurlijke boete, de bestuurlijke strafbeschikking milieu, het exploitatieverbod/sluiting en het schorsen/intrekken van certificaat of erkenning. De standaardinterventies van de Brabantse handhavingstrategie blijven onveranderd en kunnen onverminderd worden gebruikt (zoals de last onder bestuursdwang). De bestaande processen en termijn hoeven niet te worden aangepast, behalve in de situatie waarin wordt gekozen voor aanspreken/informeren. In dat geval stopt het proces en wordt geen hercontrole ingepland.
6.4
Gedoogstrategie
Bestuursrechtelijke handhaving is een discretionaire bevoegdheid waarvan niet in alle gevallen gebruik gemaakt hoeft te worden. Uit jurisprudentie blijkt echter dat de gemeente een beginselplicht tot handhaving heeft (zie paragraaf 6.5). Dat betekent dat er in principe geen ruimte bestaat voor het gedogen van overtredingen. Toch kan de belangenafweging in een aantal gevallen leiden tot de conclusie dat handhavend optreden op dat moment niet redelijk is. In aansluiting op het landelijk beleidskader gedogen ziet de gemeente Sint Anthonis in de volgende situaties af van handhavend optreden:
Overmachtsituaties Dit zijn onvoorziene situaties (bv. calamiteiten) die niet voor legalisatie in aanmerking komen, maar waarbij de overtreder geen enkel verwijt kan worden gemaakt. De belangenafweging kan er in die situaties toe nopen om de overtreding tijdelijk te gedogen. Situaties waarin handhavend optreden onevenredig is Kenmerk van deze situaties is dat geen sprake is van overmacht of van zicht op legalisatie van de overtreding op afzienbare termijn, maar wel van één of meer zodanig bijzondere omstandigheden dat de belangenafweging aanleiding geeft om af te zien van bestuursrechtelijk handhavend optreden. Handhavend optreden is dan onevenredig (incidentele overtredingen of overtredingen van geringe ernst). Situaties waarin sprake is van concreet zicht op legalisatie (of op beëindiging van de overtreding) Tot de legalisatie of beëindiging kan de overtreding worden gedoogd. Beleidsregel voor bewoning De gemeente Sint Anthonis kent een beleidsregel ‘Gemeentelijk beleid permanente bewoning van recreatieverblijven en andere niet voor bewoning bestemde ruimten en bouwsels’. In het geval van een tijdelijke noodsituatie (maximaal vier maanden) kan de gemeente bewoning van een recreatieverblijf of ander niet voor bewoning bestemde ruimte of bouwsel gedogen. Persoonlijke feiten en omstandigheden spelen een grote rol bij de beslissing of al dan niet wordt gedoogd. In elk geval moet sprake zijn van een tijdelijke noodsituatie. Eventuele situaties die in het verleden passief gedoogd zijn, zullen op het moment dat deze opnieuw worden geconstateerd als nieuwe situatie worden beschouwd.
P a g i n a | 27
6.5
Strategie bij klachten en handhavingsverzoeken
Overtredingen of mogelijke overtredingen kunnen door derden onder de aandacht van de gemeente worden gebracht . Dit kan door middel van het indienen van een mondelinge of schriftelijke klacht of door middel van het indienen van een schriftelijk verzoek om handhaving. Het omgaan met deze klachten en verzoeken om handhaving vraagt een specifieke aanpak. Met klachten en verzoeken om handhaving wordt als volgt omgegaan. Klachten Bij een klacht wordt aan de hand van de in dit beleidsplan opgenomen prioritering bepaald of en zo ja, wanneer de klacht in behandeling wordt genomen. Heeft de handhavingstaak waarop de klacht ziet een lage prioriteit, dan wordt de klager meegedeeld dat de klacht voorlopig niet in behandeling wordt genomen en dat behandeling volgt zodra daarvoor de ruimte is. Is sprake van een hoge prioriteit, dan wordt de klacht direct in behandeling genomen. De situatie wordt op locatie beoordeeld door een toezichthouder en de klager wordt desgewenst geïnformeerd over de afhandeling van de klacht. In geval van een klacht is de gemeente niet aan een beslistermijn gebonden. Verzoeken om handhaving Bij een schriftelijk verzoek om handhaving wordt zo snel mogelijk (mondeling of schriftelijk) contact opgenomen met de verzoeker om handhaving of diens gemachtigde. Dan wordt besproken wat het belang en doel van het verzoek is en wat kan worden verwacht van de gemeente. Vervolgens wordt de situatie op locatie beoordeeld door een toezichthouder en worden alle belanghebbenden (dus ook de mogelijke overtreder) geïnformeerd over de afhandeling en de verdere procedure. Dit gebeurt schriftelijk. Bij een verzoek om handhaving geldt een beslistermijn van 8 weken (zie par. 5.3). Zie voor de verdere afhandeling van de zaak de sanctie- en de gedoogstrategie. Bij anonieme verzoeken om handhaving wordt de aanpak gevolgd zoals bij een klacht, met het verschil dat de verzoeker vanwege zijn anonimiteit niet op de hoogte kan worden gesteld van de werkwijze van de gemeente. P a g i n a | 28
Beginselplicht tot handhaving Dit beleidsplan laat de beginselplicht tot handhaving onverlet. Uit jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State volgt dat beleid niet mag inhouden dat nooit wordt opgetreden tegen overtredingen met een lage prioriteit. Wanneer bij dergelijke overtredingen door een belanghebbende wordt verzocht om handhaving, mag daarvan niet worden afgezien onder verwijzing naar de prioriteitstelling in het beleid. Afzien van handhaving mag alleen onder bijzondere omstandigheden, omdat ook voor overtredingen met een lage prioriteit de beginselplicht tot handhaving geldt. Een bijzondere omstandigheid kan zijn dat sprake is van een zeer geringe overtreding (een zogenaamde ‘bagatelzaak’). Zijn er geen bijzondere omstandigheden, dan moet tot handhaving worden overgegaan5.
6.6
Strategie bij verzoek begunstigingstermijn
om
verlenging
van
de
In een last onder dwangsom en een last onder bestuursdwang wordt een termijn opgenomen waarbinnen de overtreder een einde moet maken aan de overtreding. Dat is de zogenaamde begunstigingstermijn. Wordt die termijn niet in acht genomen dan moet de overtreder ofwel een dwangsom betalen ofwel wordt bestuursdwang toegepast. Een overtreder kan verzoeken om het verlengen van de begunstigingstermijn. Tot dusver worden alle begunstigingstermijnen – op verzoek - verlengd tot na de beslissing op bezwaar, de uitspraak van de Rechtbank in beroep en de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in hoger beroep. Het verlengen van de begunstigingstermijn wordt redelijk geacht, tenzij het laten voortduren van de overtreding leidt tot onherstelbare of ernstige schade aan het milieu of landschap en / of indien ernstig gevaar ontstaat 5
zie ABRvS 4 juni 2014, ECLI:NL:RVS:2014:1982 en ABRvS 25 juni 2014, ECLI:NL:RVS:2014:2303.
voor de veiligheid van mensen of goederen in de directe omgeving (bijvoorbeeld een brandgevaarlijke situatie). Handhavend optreden (een dwangsom innen of bestuursdwang toepassen) terwijl er nog geen sprake is van een duidelijk (rechterlijk) oordeel brengt als risico met zich mee dat het handhavingsbesluit van het college vernietigd kan worden en het college schadevergoeding moet betalen (voor het toepassen van bestuursdwang) of de reeds geïnde dwangsommen met rente moet terugbetalen. Gezien het bovenstaande wordt als beleidslijn gehanteerd dat de begunstigingstermijn – op verzoek – verlengd wordt tot zes weken na de beslissing op bezwaar, zes weken na de uitspraak van de Rechtbank of zes weken na de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Indien nodig kan deze termijn nog iets langer gesteld worden.
6.7
Strategie bij overtredingen door de gemeente zelf
In het geval dat geconstateerd wordt dat de gemeente Sint Anthonis zelf een overtreding heeft begaan, wordt hieraan te allen tijde een zeer hoge prioriteit toegekend. Er wordt in dat geval binnen een zo kort mogelijk tijdsbestek een einde gemaakt aan de overtreding, zonder dat door het college een officieel handhavingsbesluit wordt genomen. Er vindt wel verslaglegging plaats.
P a g i n a | 29
P a g i n a | 30
7. Uitvoeren beleidsplan Het beleidsplan wordt uitgevoerd door de integraal handhavers en toezichthouders van de gemeente Sint Anthonis. Daarnaast wordt een aantal taken binnen het taakveld milieu uitgevoerd door de toezichthouders en handhavers van de Omgevingsdienst Brabant Noord (ODBN). Het toezicht binnen het taakveld brandveiligheid wordt uitgevoerd door de Brandweer Brabant Noord. De uitvoering van het beleidsplan wordt jaarlijks uitgewerkt in het uitvoeringsprogramma, dat wordt vastgesteld door het college. In het uitvoeringsprogramma worden concrete acties opgenomen die bijdragen aan de in dit beleidsplan gestelde doelen en speerpunten. Deze acties worden gekoppeld aan de beschikbare capaciteit.
7.1
Communicatie
In het kader van toezicht en handhaving is een transparante en heldere communicatie van groot belang. In deze paragraaf wordt aangegeven hoe het college hier uitvoering aan geeft. Algemene bekendmakingen Het is van belang dat de burgers en bedrijven op de hoogte zijn van de visie van het college op toezicht en handhaving. Hoe voert de gemeente haar wettelijke handhavingstaken uit? Wat vindt de gemeente belangrijk (prioriteiten)? Waar wordt extra aandacht aan besteed (projectmatig handhaven)? Door het toezicht- en handhavingsbeleid inzichtelijk te maken, wordt meer draagvlak gecreëerd. Goede voorlichting en communicatie begint met een vastgesteld, transparant toezicht- en handhavingsbeleid. Dit beleidsplan is na vaststelling bekend gemaakt in de Omstreeks. Vervolgens is het beleidsplan op de gemeentelijke website geplaatst, zodat het altijd makkelijk te raadplegen is.
resultaten. Denk hierbij aan de resultaten van uitgevoerde projecten. Hoeveel controles zijn er uitgevoerd en hoeveel overtredingen zijn er geconstateerd? Hoeveel sancties zijn er opgelegd en in welke situaties is voor welke sanctie gekozen? Dit heeft een preventief effect en bevordert de transparantie. Door het plaatsen van artikelen in de Omstreeks en/of op de gemeentelijke website over relevante ontwikkelingen of wijzigingen in beleid, wet- en regelgeving wordt geprobeerd om zoveel mogelijk te voorkomen dat overtredingen plaatsvinden doordat inwoners en bedrijven de wet- en regelgeving niet kennen. Communicatie met inwoners en bedrijven Zoals in hoofdstuk 2 is aangegeven, is de wijze van communicatie met inwoners en bedrijven in het proces van toezicht en handhaving in 2013 en 2014 gewijzigd. De wijze van communicatie is afgestemd op de ernst van de overtreding. Bij overtredingen met beperkte gevolgen wordt eerst een sommatiebrief verzonden (als de toezichthouder de overtreder al gesproken heeft) of overhandigd (als de toezichthouder de overtreder nog niet gesproken heeft), voorafgaande aan de vooraanschrijving. Op deze wijze wordt de overtreder in de gelegenheid gesteld de overtreding op te heffen zonder dat hieraan juridische consequenties zijn verbonden. Door het invoeren van deze stap wordt het traject minder zwaar ingestoken en wordt geprobeerd om zonder formeel handhavingstraject gezamenlijk tot een oplossing te komen. Is sprake van een ernstige overtreding, dan wordt de overtreder uitgenodigd voor een gesprek in het gemeentehuis en wordt uitgelegd wat is geconstateerd en of legalisatie al dan niet tot de mogelijkheden behoort. Na afloop van het ambtelijk gesprek wordt een vooraanschrijving (voornemen tot handhaving) overhandigd waarin alles wat tijdens het gesprek aan de orde is geweest terug te lezen is.
Daarnaast wordt in de vorm van een artikel in de Omstreeks en/of op de internetpagina van de gemeente aandacht besteed aan behaalde P a g i n a | 31
Vanwege de ernst van de overtreding, kan de overtreder geen extra tijd gegund worden om de overtreding ongedaan te maken zonder dat daaraan consequenties verbonden zijn. In geval van een urgente en ernstige overtreding moet direct handhavend worden opgetreden, waardoor er geen tijd is om voorafgaand aan de handhavingsactie met de overtreder in gesprek te gaan (voorbeeld: instortingsgevaar bouwwerk). Het gesprek vindt nadien plaats. In dat geval wordt direct een last onder dwangsom of last onder bestuursdwang opgelegd. Door heldere en duidelijke communicatie wordt geprobeerd om op een transparante en efficiënte wijze een einde te maken aan overtredingen. In gezamenlijk overleg met inwoners en bedrijven wordt gezocht naar oplossingen en daar waar die niet voor handen zijn, wordt geprobeerd om op een zo prettig mogelijke wijze tot overeenstemming komen over de wijze waarop en de termijn waarbinnen overtredingen beëindigd moeten zijn.
7.2
Samenwerking met andere organisaties
Samenwerking op het gebied van toezicht en handhaving in het omgevingsrecht vindt plaats overeenkomstig de daarover binnen de samenwerkingsverbanden gemaakte afspraken. Omgevingsdienst Brabant Noord De Omgevingsdienst Brabant Noord voert taken uit voor de gemeente Sint Anthonis en 18 andere deelnemers aan de gemeenschappelijke regeling op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving. Er valt een onderscheid te maken in: inrichting gebonden taken op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving: deze worden uitgevoerd voor minimaal de bedrijven zoals die landelijk in het basistakenpakket zijn opgenomen; niet-inrichting gebonden taken zoals bijvoorbeeld asbest of bodem;
P a g i n a | 32
collectieve taken. Binnen de collectieve taken wordt gewerkt aan innovatie en aan efficiënter en effectiever werken. Uiteraard vindt ook afstemming plaats tussen de drie Brabantse Omgevingsdiensten via het Bestuurlijk Platform Omgevingsdiensten. Brandweer Brabant Noord Afstemming met de brandweer en overleg over lopende zaken vindt regelmatig plaats. Vanaf 2016 zal ook actiever integraal met de brandweer gecontroleerd worden. Politie Oost Brabant Met de komst van de Landelijke handhavingstrategie wordt de samenwerking met de politie nog belangrijker. Zie hierover paragraaf 6.3.
7.3
Monitoring en evaluatie
Om een goed oordeel te kunnen vormen over de resultaten en de effecten van toezicht en handhaving is het essentieel dat monitoring en registratie plaatsvindt van alle uit te voeren taken (toetsing, toezicht en handhaving). Onder monitoring wordt verstaan het periodiek meten van dezelfde parameters of indicatoren. Door monitoring en registratie worden de resultaten van toezicht en handhaving meetbaar. Deze getallen zeggen niet alles maar ze maken het handhavingsproces wel inzichtelijk(er). In het jaarverslag worden de resultaten van het afgelopen jaar kenbaar gemaakt. Daarbij wordt geëvalueerd of de doelen die zijn gesteld in het beleidsplan en uitvoeringsprogramma zijn gehaald en/of volgens de uitgangspunten verwoord in paragraaf 3.2 is gehandeld.
7.4
Verslaglegging en verbeteringen doorvoeren
Jaarlijkse verslaglegging aan de raad Dit beleidsplan wordt bekend gemaakt aan de gemeenteraad.6 Ook het jaarlijkse uitvoeringsprogramma wordt aan de gemeenteraad bekend gemaakt.7 Na de bekendmaking van het uitvoeringsprogramma voor het daaropvolgende jaar, wordt een jaarverslag opgesteld.8 Dit jaarverslag wordt in het begin van het volgende kalenderjaar ter kennisgeving aan de gemeenteraad voorgelegd. In het jaarverslag wordt gerapporteerd over: het bereiken van de gestelde doelen, waaronder de uitvoering van de voorgenomen activiteiten in verhouding tot de prioriteitenstelling; de uitvoering van de afspraken met andere bestuursorganen over de samenwerking bij en de afstemming van de werkzaamheden.
Indien noodzakelijk, wordt het tussentijds aangepast en afgestemd op ontwikkelingen. Het beleid zal in ieder geval voor de periode 2020 tot en met 2023 opnieuw worden opgesteld en vastgesteld.
7.5
Hardheidsclausule
In uitzonderingsgevallen kan gemotiveerd van dit beleid worden afgeweken na afweging van de betrokken belangen.
Ook wordt geëvalueerd of de in het uitvoeringsprogramma opgenomen activiteiten zijn uitgevoerd en in hoeverre deze activiteiten hebben bijgedragen aan het bereiken van de gestelde doelen.9 De keuzes die zijn gemaakt ten behoeve van de in te zetten capaciteit worden dus verantwoord. Vervolgens wordt nagegaan of het beleid in het licht van deze ervaringen dient te worden aangepast en/of aangevuld. Naast deze op de inhoud gerichte verslaglegging, kan het jaarverslag ook de organisatie beoordelen. Zijn de gestelde doelen bereikt en zo nee, wat was hiervan de oorzaak? Natuurlijk kunnen ook andere van belang zijnde invalshoeken of ontwikkelingen redenen zijn om het beleid bij te stellen. Te denken valt aan bestuurlijke- en ambtelijke visies en ambities, wijziging van taken, gewijzigd inzicht in de prioriteitstellingen en wijzigingen in wet- en regelgeving.
6
Dit is verplicht o.g.v. artikel 7.2 lid 6 Besluit omgevingsrecht. Dit is verplicht o.g.v. artikel 7.3 lid 3 Besluit omgevingsrecht. 8 Dit is verplicht o.g.v. artikel 7.7 lid 1 Besluit omgevingsrecht. 9 Dit is verplicht o.g.v. artikel 7.7 lid 2 Besluit omgevingsrecht. 7
P a g i n a | 33
Uitleg DBC Risico-analyse De probleemanalyse begint met een inventarisatie van handhavingstaken. Aan de hand van de bestaande wet- en regelgeving is binnen de ambtelijke organisatie een inventarisatie gemaakt van alle gemeentelijk handhavingstaken. De ambtelijk voorbereide lijst met handhavingstaken is besproken met een externe klankbordgroep De inbreng van de externe klankbordgroep is gebruikt in de volgende fase van de probleemanalyse. In deze fase is met behulp van het DBC-model bepaald waar de capaciteit op ingezet moet worden, uitgaande van de maximale calamiteit (wat het ergste is dat kan gebeuren doordat de gemeente niet handhaaft?). De uitkomst van de probleemanalyse is met de externe klankbordgroep besproken. In het DBC-Risicomodel worden drie verschillende fasen onderscheiden: ‘T&H Bouw/Verbouw’, ‘T&H Gebruik’ en ‘T&H Slopen’. Het risicomodel gaat uit van activiteiten, zoals Wonen, Industrie en Bijeenkomstfunctie. Bijna elke activiteit is opgebouwd uit subactiviteiten. Dit zijn herkenbare types inrichtingen of bouwwerken, zoals bijvoorbeeld een woning, een woongebouw, een woonwagen of winkel. Hieronder treft u de volledige lijst van activiteiten (dikgedrukt) en sub-activiteiten (a…g) aan die in de DBC Risico-analyse is opgenomen: 1. Agrarische sector a. Akkerbouw en open grond teelt b. Dienstverlening landbouw (incl. hoveniers) c. Glastuinbouw d. Veehouderij (IPPC) e. Veehouderij (niet IPPC) 2. Bijeenkomstfunctie a. Diversen (buurthuizen, kerken, verenigingsgebouwen) b. Horeca - cafés en discotheken (hard) c. Horeca – restaurants en overig (zacht) d. Kinderopvang (excl. Gastouder) 3. Bouwwerken geen gebouw zijnde a. Culturele kunstwerken b. Kunstwerken (weg- en waterbouwkundig) 4. Dumpen afval 5. Evenementen a. Groot b. Klein 6. Gezondheidsfunctie a. Praktijkruimte b. Verzorgingstehuis 7. Industrie a. Bouwnijverheid en installatietechniek b. Garages en autoherstelbedrijven c. Metalectrobedrijven d. Transport- en distributiebedrijven e. Uitgeverijen en drukkerijen f. Voorzieningen en installaties g. Overig 8. Kantoorfunctie a. Kantoor (kleinschalig) b. Kantoorgebouw (grootschalig)
9. Logiesfunctie a. Camping b. Hotels, pensions en B&B’s 10. Onderwijsfunctie a. Basisschool (incl. BSO) b. School overige (middelbaar en hoger onderwijs) 11. Plaatsen van voorwerpen op of aan de weg 12. Sportfunctie a. Sportgebouwen (o.a. kantines) b. Sportvelden 13. Stoken 14. Vellen van houtopstanden 15. Verontreiniging door honden 16. Winkelfunctie a. Benzinestation met LPG b. Benzinestation zonder LPG c. Supermarkten d. Winkel 17. Wonen a. Bijzondere woongebouwen (hostels, verst. Beperkten, opvangcentra) b. Woning c. Woongebouw (waaronder hoogbouw) d. Woonwagen e. Bouwwerken aan, op of bij woning
Per handhavingstaak is eerst de karakteristieke maximale calamiteit bepaald. Bijvoorbeeld illegale bewoning bedrijfsgebouwen in het buitengebied bij onvoldoende controle of een afname van de leefbaarheid bij onvoldoende toezicht op evenementen. Vervolgens is de Omvang bepaald van het negatieve effect van niet of onvoldoende toezicht en handhaving. Hierbij is de volgende vijfdeling aangehouden: 1. Het negatieve effect is niet of nauwelijks merkbaar. 2. Het negatieve effect is alleen merkbaar ter plaatse van de locatie van de verstoring (en er is sprake van een beperkte grootte van deze locatie). 3. Het negatieve effect is merkbaar in de directe omgeving van de verstoring (enkele straten, op wijkniveau). 4. Het negatieve effect is merkbaar in een ruim gebied rondom de bron van de verstoring (enkele dorpen, stedelijk niveau). 5. Het negatieve effect is merkbaar in het gehele gebied dat wordt beschouwd (de gehele provincie) De omvang is bijvoorbeeld afhankelijk van het aantal objecten dat in de gemeente Sint Anthonis aanwezig is waarop de betreffende handhavingsactiviteit ziet. Denk daarbij aan het aantal supermarkten, benzinestations, bijgebouwen, woningen, hotels, kinderdagverblijven etc. Hoe groter het aantal objecten, des te groter de omvang het negatieve effect. Daar waar het niet gaat om objecten is gekeken naar het aantal locatie(s) waar de activiteit zich kan voordoen (bijvoorbeeld bij vellen houtopstanden). Na het bepalen van de omvang, zijn vervolgens per handhavingstaak de risico’s vanuit zes verschillende invalshoeken beoordeeld en gewogen. Dit is de Impact.
De zes invalshoeken (ook wel afwegingscriteria) zijn: Gezondheid In hoeverre leidt een mogelijke calamiteit tot een afname van een gezond leefklimaat voor de mens. De te verwachten schade aan het leefmilieu in de vorm van afname van de luchtkwaliteit, waterkwaliteit, etc. Veiligheid In hoeverre leidt een mogelijke calamiteit tot letsel. De te verwachten schade in de vorm van lichamelijk letsel als gevolg van een verstoring/calamiteit die volgt uit het niet of onvoldoende uitvoeren van een taak. Leefbaarheid In hoeverre leidt een mogelijke calamiteit tot afbreuk van het sociale leefmilieu (verloedering, gevoel van onveiligheid, etc.). De te verwachten afbreuk en schade aan de beleving van de leefomgeving door de burger als gevolg van een verstoring/calamiteit die volgt uit het niet of onvoldoende uitvoeren van een taak door de overheid. Duurzaamheid In hoeverre tast een mogelijke calamiteit het milieu aan. De te verwachten optredende afbreuk en schade aan de kwaliteit van het leefmilieu (milieuvervuiling) als gevolg van een verstoring/calamiteit. Financieel Wat is de financieel-economische schade voor de gemeente als gevolg van de calamiteit. Het gaat hier om schade die door de gemeente moet worden vergoed dan wel die ten laste komt van de gemeentelijke economie. Bestuurlijk Wat is de imagoschade van een eventuele calamiteit of het in stand houden van een illegale situatie. De te verwachten afbreuk en/of schade aan het imago, beeld, geloofwaardigheid en vertrouwen van de burger in het bestuurlijk apparaat en haar besluitvorming als gevolg van een verstoring/calamiteit die volgt uit het niet of onvoldoende uitvoeren van een taak. Voorbeelden: (al dan niet georganiseerde) protesten, mediacampagnes, open brieven e.d., met als gevolg gezichtsverlies, gevoel van zaakjes niet op orde, etc. Per invalshoek is op basis van ervaringsdeskundigheid een cijfer gegeven op een schaal van 1 tot en met 5. Hoe hoger de score, des te hoger het negatieve effect. Op basis van de 6 scores heeft het model een eindscore uitgerekend, waaruit een prioriteit volgt (zeer hoog, hoog, gemiddeld, laag, zeer laag).
Afwegingsmodel Handhavingsrisico's
SENZE
Risico-inschatting handhavingsopgave Totaaloverzicht taken op thema Fase Activiteit
Prioriteit
Taak 2. Gebruik Plaatsen van voorwerpen op of aan de weg Controle afwijken regels APV
Risico-inschatting
6,5
Zeer Hoog
2. Gebruik Dumpen afval Controle afwijken regels Wet milieubeheer
6,1
Zeer Hoog
Controle afwijken regels bestemmingsplan
6,1
Zeer Hoog
5,2
Zeer Hoog
2. Gebruik Agrarische sector; Veehouderij (niet IPPC) Toezicht op Activiteitenbesluit, stalsystemen (incl luchtwassers) Agrarische sector; Veehouderij (IPPC) Toezicht op Activiteitenbesluit, stalsystemen (incl luchtwassers) Toezicht op OV Milieu 2. Gebruik Wonen; Bouwwerken aan, op of bij woning Controle op afwijken regels bestemmingsplan Wonen; Woning Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
5,2
Zeer Hoog
5,2
Zeer Hoog
4,8
Zeer Hoog
4,8
Zeer Hoog
Controle afwijken regels bestemmingsplan
4,8
Zeer Hoog
3. Sloop Wonen; Woning Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
4,6
Zeer Hoog
1. Bouw / verbouw Wonen; Woning Toezicht op OV bouwen, constructieve veiligheid
4,6
Zeer Hoog
2. Gebruik Wonen; Bouwwerken aan, op of bij woning Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
4,4
Hoog
4,4
Hoog
4,4
Hoog
4,4
Hoog
4,4
Hoog
Wonen; Woning Controle bestaande bouw, gezondheid + bruikbaarheid Controle bestaande bouw, brandveiligheid 1. Bouw / verbouw Wonen; Bouwwerken aan, op of bij woning Toezicht op OV bouwwerk aan, op of bij woning Wonen; Woning Controle afwijken regels bouwen Toezicht op OV bouwen, gezondheid + bruikbaarheid
4,4
Hoog
Toezicht op OV bouwen, brandveiligheid
4,4
Hoog
Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
4,4
Hoog
Toezicht op OV bouwen, energiezuinigheid
4,4
Hoog
Controle afwijken regels bestemmingsplan
4,4
Hoog
3. Sloop Agrarische sector; Veehouderij (niet IPPC) Toezicht op sloopmelding
4,3
Hoog
Agrarische sector; Veehouderij (IPPC) Toezicht op sloopmelding
4,3
Hoog
Agrarische sector; Akkerbouw en open grond teelt Toezicht op sloopmelding
4,3
Hoog
2. Gebruik Agrarische sector; Akkerbouw en open grond teelt Controle afwijken regels bestemmingsplan
4,3
Hoog
4,3
Hoog
Toezicht op Activiteitenbesluit, veiligheid (opslag gev. stoffen)
Totaaloverzicht taken op thema
maandag 23 november 2015
Pagina 1 van 18
Afwegingsmodel Handhavingsrisico's
SENZE
Fase Activiteit
Prioriteit
Taak 3. Sloop Agrarische sector; Veehouderij (niet IPPC) Toezicht op melding mobiel breken
Risico-inschatting
Agrarische sector; Veehouderij (IPPC) Toezicht op melding mobiel breken
4,1
Hoog
4,1
Hoog
2. Gebruik Winkelfunctie; Benzinestation zonder lpg Toezicht op Activiteitenbesluit bodem
4,1
Hoog
1. Bouw / verbouw Agrarische sector; Veehouderij (niet IPPC) Controle afwijken regels milieu-activiteiten Wm
4,1
Hoog
Agrarische sector; Veehouderij (IPPC) Controle afwijken regels milieu-activiteiten Wm
4,1
Hoog
2. Gebruik Verontreiniging door honden Controle afwijken regels APV
3,9
Hoog
Winkelfunctie; Winkel Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
3,9
Hoog
Bijeenkomstfunctie; Diversen (buurthuizen, kerken, verenigingsgebouwen) Toezicht op Drank- en Horecavergunning
3,9
Hoog
Agrarische sector; Veehouderij (niet IPPC) Controle afwijken regels bestemmingsplan
3,9
Hoog
Agrarische sector; Veehouderij (IPPC) Toezicht op Activiteitenbesluit, overig
3,9
Hoog
3,9
Hoog
3,9
Hoog
Controle afwijken regels bestemmingsplan 1. Bouw / verbouw Agrarische sector; Akkerbouw en open grond teelt Controle afwijken regels bestemmingsplan Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
3,9
Hoog
Toezicht op OV bouwen, constructieve veiligheid
3,9
Hoog
3. Sloop Industrie; Voorzieningen en installaties Toezicht op Besluit bodemkwaliteit
3,7
Hoog
Agrarische sector; Veehouderij (niet IPPC) Toezicht op Besluit Bodemkwaliteit
3,7
Hoog
Agrarische sector; Veehouderij (IPPC) Toezicht op Besluit Bodemkwaliteit
3,7
Hoog
Agrarische sector; Akkerbouw en open grond teelt Toezicht op Besluit Bodemkwaliteit
3,7
Hoog
2. Gebruik Vellen van houtopstanden Controle afwijken regels APV
3,7
Hoog
Winkelfunctie; Winkel Controle afwijken regels bestemmingsplan
3,7
Hoog
Controle bestaande bouw, brandveiligheid
3,7
Hoog
Bijeenkomstfunctie; Diversen (buurthuizen, kerken, verenigingsgebouwen) Toezicht op Activiteitenbesluit, geluid
3,7
Hoog
Agrarische sector; Veehouderij (niet IPPC) Toezicht op Activiteitenbesluit, overig
3,7
Hoog
Agrarische sector; Akkerbouw en open grond teelt Controle op bestaande bouw, constructieve veiligheid
3,7
Hoog
Controle op Besluit gefluoreerde broeikasgassen milieubeheer en Uitvoeringsbesluit EG-verordening ozonlaagafbrekende stoffen Toezicht op Activiteitenbesluit, lozingen (afvalwater)
3,7
Hoog
3,7
Hoog
Toezicht op Activiteitenbesluit, overig
3,7
Hoog
Toezicht op Activiteitenbesluit, bodem
3,7
Hoog
3,7
Hoog
1. Bouw / verbouw Agrarische sector; Veehouderij (niet IPPC) Controle afwijken regels bestemmingsplan
Totaaloverzicht taken op thema
maandag 23 november 2015
Pagina 2 van 18
Afwegingsmodel Handhavingsrisico's
SENZE
Fase Activiteit
Prioriteit
Taak 1. Bouw / verbouw Agrarische sector; Veehouderij (IPPC) Controle afwijken regels bestemmingsplan
Risico-inschatting
3,7
Hoog
3. Sloop Winkelfunctie; Winkel Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
3,5
Hoog
Industrie; Voorzieningen en installaties Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
3,5
Hoog
Agrarische sector; Veehouderij (niet IPPC) Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
3,5
Hoog
Agrarische sector; Veehouderij (IPPC) Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
3,5
Hoog
Agrarische sector; Akkerbouw en open grond teelt Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
3,5
Hoog
3,5
Hoog
2. Gebruik Industrie; Voorzieningen en installaties Toezicht op Activiteitenbesluit veiligheid (opslag gev. stoffen) Agrarische sector; Veehouderij (niet IPPC) Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
3,5
Hoog
Toezicht op Activiteitenbesluit bodem
3,5
Hoog
Controle op Besluit gefluoreerde broeikasgassen milieubeheer en Uitvoeringsbesluit EG-verordening ozonlaagafbrekende stoffen Controle bestaande bouw, energiezuinigheid
3,5
Hoog
3,5
Hoog
Controle bestaande bouw, brandveiligheid
3,5
Hoog
Agrarische sector; Veehouderij (IPPC) Controle bestaande bouw, energiezuinigheid Toezicht op Activiteitenbesluit, bodem
3,5
Hoog
3,5
Hoog
Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
3,5
Hoog
Controle bestaande bouw, brandveiligheid
3,5
Hoog
1. Bouw / verbouw Winkelfunctie; Winkel Toezicht op OV bouwen, constructieve veiligheid
3,5
Hoog
3,5
Hoog
Agrarische sector; Veehouderij (niet IPPC) Toezicht op OV bouwen, constructieve veiligheid Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
3,5
Hoog
Controle afwijken regels bouwen
3,5
Hoog
Toezicht op naleving Activiteitenbesluit, stalsystemen (incl luchtwassers)
3,5
Hoog
Agrarische sector; Veehouderij (IPPC) Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
3,5
Hoog
Toezicht op naleving Activiteitenbesluit, stalsystemen (incl luchtwassers)
3,5
Hoog
Controle afwijken regels bouwen
3,5
Hoog
Toezicht op OV bouwen, constructieve veiligheid
3,5
Hoog
2. Gebruik Logiesfunctie; Camping Toezicht voorschriften vergunning brandveiligheidsverordening
3,3
Gemiddeld
3,3
Gemiddeld
Wonen; Bijzondere woongebouwen (hostels, verst.beperkten, opvangcentra) Toezicht op OV Gebruik en gebruiksmelding
3,3
Gemiddeld
Winkelfunctie; Supermarkten Toezicht op OV Gebruik en gebruiksmelding
3,3
Gemiddeld
Winkelfunctie; Winkel Controle bestaande bouw, energiezuinigheid
3,3
Gemiddeld
Sportfunctie; Sportgebouwen (oa kantines) Toezicht op OV Gebruik en gebruiksmelding
3,3
Gemiddeld
Onderwijsfunctie; Basisschool Overig (incl. BSO) Toezicht op OV Gebruik en gebruiksmelding
3,3
Gemiddeld
Logiesfunctie; Hotels, pensions en B&B's Toezicht op OV Gebruik en gebruiksmelding
3,3
Gemiddeld
Toezicht op OV gebruik / melding brandveilig gebruik
Totaaloverzicht taken op thema
maandag 23 november 2015
Pagina 3 van 18
Afwegingsmodel Handhavingsrisico's
SENZE
Fase Activiteit
Prioriteit
Taak 2. Gebruik Industrie; Voorzieningen en installaties Controle afwijken regels bestemmingsplan
Risico-inschatting
Bijeenkomstfunctie; Horeca - restaurants en overig (zacht) Toezicht op Drank- en Horecavergunning Bijeenkomstfunctie; Diversen (buurthuizen, kerken, verenigingsgebouwen) Toezicht op kennisgeving incidentele festiviteiten APV
3,3
Gemiddeld
3,3
Gemiddeld
3,3
Gemiddeld
3,3
Gemiddeld
Agrarische sector; Veehouderij (niet IPPC) Controle bluswatervoorziening (openbaar gebied of bedrijfsterrein)
3,3
Gemiddeld
Agrarische sector; Veehouderij (IPPC) Controle bluswatervoorziening (openbaar gebied of bedrijfsterrein)
3,3
Gemiddeld
3,3
Gemiddeld
Controle bestaande bouw, brandveiligheid
1. Bouw / verbouw Winkelfunctie; Winkel Controle afwijken regels bouwen Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
3,3
Gemiddeld
Toezicht op OV bouwen, brandveiligheid
3,3
Gemiddeld
Controle afwijken regels bestemmingsplan
3,3
Gemiddeld
Toezicht op OV bouwen overig; (wo parkeren)
3,3
Gemiddeld
Toezicht op OV bouwen, energiezuinigheid
3,3
Gemiddeld
Onderwijsfunctie; Basisschool Overig (incl. BSO) Toezicht op OV bouwen, constructieve veiligheid Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid Industrie; Voorzieningen en installaties Controle afwijken regels bouwen
3,3
Gemiddeld
3,3
Gemiddeld
3,3
Gemiddeld
Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
3,3
Gemiddeld
Toezicht op OV bouwen, constructieve veiligheid
3,3
Gemiddeld
Toezicht op OV bouwen, brandveiligheid
3,3
Gemiddeld
Agrarische sector; Veehouderij (niet IPPC) Toezicht op OV bouwen, brandveiligheid
3,3
Gemiddeld
Agrarische sector; Veehouderij (IPPC) Toezicht op OV bouwen, brandveiligheid
3,3
Gemiddeld
3. Sloop Wonen; Bouwwerken aan, op of bij woning Toezicht op sloopmelding
3,1
Gemiddeld
Logiesfunctie; Camping toezicht op sloopmelding
3,1
Gemiddeld
Wonen; Woonwagen Toezicht op sloopmelding
3,1
Gemiddeld
Wonen; Bijzondere woongebouwen (hostels, verst.beperkten, opvangcentra) Toezicht op sloopmelding
3,1
Gemiddeld
Wonen; Woongebouw (w.o. hoogbouw) Toezicht op sloopmelding
3,1
Gemiddeld
Wonen; Woning Toezicht op sloopmelding
3,1
Gemiddeld
Winkelfunctie; Supermarkten Toezicht op sloopmelding
3,1
Gemiddeld
Winkelfunctie; Winkel Toezicht op sloopmelding
3,1
Gemiddeld
Winkelfunctie; Benzinestation zonder lpg Toezicht op sloopmelding
3,1
Gemiddeld
Winkelfunctie; Benzinestation met lpg Toezicht op sloopmelding
3,1
Gemiddeld
Sportfunctie; Sportgebouwen (oa kantines) Toezicht op sloopmelding
3,1
Gemiddeld
Logiesfunctie; Hotels, pensions en B&B's Toezicht op sloopmelding
3,1
Gemiddeld
Totaaloverzicht taken op thema
maandag 23 november 2015
Pagina 4 van 18
Afwegingsmodel Handhavingsrisico's
SENZE
Fase Activiteit
Prioriteit
Taak 3. Sloop Kantoorfunctie; Kantoor (kleinschalig) Toezicht op sloopmelding
Risico-inschatting
3,1
Gemiddeld
Industrie; Uitgeverij en drukkerijen Toezicht op sloopmelding
3,1
Gemiddeld
Industrie; Transport en distributiebedrijven Toezicht op sloopmelding
3,1
Gemiddeld
Industrie; Metalectrobedrijven Toezicht op sloopmelding
3,1
Gemiddeld
Industrie; Industrie overig Toezicht op sloopmelding
3,1
Gemiddeld
Industrie; Garages en autoherstelbedrijven Toezicht op sloopmelding
3,1
Gemiddeld
Industrie; Bouwnijverheid en installatietechniek Toezicht op sloopmelding
3,1
Gemiddeld
Gezondheidsfunctie; Verzorgingstehuis Toezicht op sloopmelding
3,1
Gemiddeld
Gezondheidsfunctie; Praktijkruimte Toezicht op sloopmelding
3,1
Gemiddeld
Bouwwerken geen gebouw zijnde; Kunstwerken (weg- en waterbouwkundig) Toezicht op sloopmelding
3,1
Gemiddeld
Bijeenkomstfunctie; Horeca - restaurants en overig (zacht) Toezicht op sloopmelding
3,1
Gemiddeld
Bijeenkomstfunctie; Horeca - cafés en discotheken (hard) Toezicht op sloopmelding
3,1
Gemiddeld
Bijeenkomstfunctie; Diversen (buurthuizen, kerken, verenigingsgebouwen) Toezicht op sloopmelding
3,1
Gemiddeld
Agrarische sector; Glastuinbouw Toezicht op sloopmelding
3,1
Gemiddeld
Agrarische sector; Dienstverlening landbouw (incl hoveniers) Toezicht op sloopmelding
3,1
Gemiddeld
2. Gebruik Winkelfunctie; Benzinestation met lpg Toezicht op Besluit LPG tankstations
3,1
Gemiddeld
Onderwijsfunctie; Basisschool Overig (incl. BSO) Controle bestaande bouw, gezondheid + bruikbaarheid
3,1
Gemiddeld
Bijeenkomstfunctie; Diversen (buurthuizen, kerken, verenigingsgebouwen) Controle bestaande bouw, gezondheid + bruikbaarheid
3,1
Gemiddeld
1. Bouw / verbouw Onderwijsfunctie; Basisschool Overig (incl. BSO) Controle afwijken regels bouwen
3,1
Gemiddeld
3. Sloop Bouwwerken geen gebouw zijnde; Kunstwerken (weg- en waterbouwkundig) Toezicht op melding mobiel puinbreken
3,0
Gemiddeld
2. Gebruik Stoken (kachels, vuurkorven, afval) Controle afwijken regels Wet milieubeheer
3,0
Gemiddeld
3,0
Gemiddeld
Controle afwijken regels APV Logiesfunctie; Camping Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
3,0
Gemiddeld
Controle bestaande bouw, brandveiligheid
3,0
Gemiddeld
Controle afwijken regels bestemmingsplan
3,0
Gemiddeld
3,0
Gemiddeld
3,0
Gemiddeld
3,0
Gemiddeld
Wonen; Bijzondere woongebouwen (hostels, verst.beperkten, opvangcentra) Controle bestaande bouw, brandveiligheid Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid Winkelfunctie; Supermarkten Controle op Besluit gefluoreerde broeikasgassen milieubeheer en Uitvoeringsbesluit EG-verordening ozonlaagafbrekende stoffen
Totaaloverzicht taken op thema
maandag 23 november 2015
Pagina 5 van 18
Afwegingsmodel Handhavingsrisico's
SENZE
Fase Activiteit
Prioriteit
Taak 2. Gebruik Winkelfunctie; Benzinestation met lpg Toezicht op Activiteitenbesluit bodem
Risico-inschatting
3,0
Gemiddeld
Onderwijsfunctie; Basisschool Overig (incl. BSO) Controle bestaande bouw, brandveiligheid
3,0
Gemiddeld
Bijeenkomstfunctie; Horeca - restaurants en overig (zacht) Controle bestaande bouw, brandveiligheid
3,0
Gemiddeld
Agrarische sector; Dienstverlening landbouw (incl hoveniers) Toezicht op Activiteitenbesluit, veiligheid (opslag gev. stoffen)
3,0
Gemiddeld
2,8
Gemiddeld
2,8
Gemiddeld
3. Sloop Bouwwerken geen gebouw zijnde; Kunstwerken (weg- en waterbouwkundig) Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid Bijeenkomstfunctie; Diversen (buurthuizen, kerken, verenigingsgebouwen) Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid 2. Gebruik Evenementen; klein Controle evenement
2,8
Gemiddeld
Logiesfunctie; Camping Toezicht op naleving Activiteitenbesluit, opslag gevaarlijke stoffen
2,8
Gemiddeld
Wonen; Bijzondere woongebouwen (hostels, verst.beperkten, opvangcentra) Controle bestaande bouw, gezondheid + bruikbaarheid
2,8
Gemiddeld
Wonen; Woongebouw (w.o. hoogbouw) Controle bestaande bouw, brandveiligheid
2,8
Gemiddeld
2,8
Gemiddeld
Winkelfunctie; Supermarkten Controle bestaande bouw, brandveiligheid
2,8
Gemiddeld
Toezicht op Activiteitenbesluit energie
2,8
Gemiddeld
Sportfunctie; Sportvelden Toezicht op Activiteitenbesluit lichthinder
2,8
Gemiddeld
Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
Sportfunctie; Sportgebouwen (oa kantines) Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
2,8
Gemiddeld
2,8
Gemiddeld
Gezondheidsfunctie; Praktijkruimte Toezicht op Activiteitenbesluit, afval
2,8
Gemiddeld
Bouwwerken geen gebouw zijnde; Kunstwerken (weg- en waterbouwkundig) Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
2,8
Gemiddeld
Bijeenkomstfunctie; Horeca - restaurants en overig (zacht) Toezicht op OV Gebruik en gebruiksmelding
2,8
Gemiddeld
Bijeenkomstfunctie; Diversen (buurthuizen, kerken, verenigingsgebouwen) Toezicht op gebruiksmelding
2,8
Gemiddeld
Agrarische sector; Dienstverlening landbouw (incl hoveniers) Controle afwijken regels bestemmingsplan
2,8
Gemiddeld
Controle bestaande bouw, brandveiligheid
1. Bouw / verbouw Logiesfunctie; Camping Controle afwijken regels bestemmingsplan
2,8
Gemiddeld
Wonen; Bijzondere woongebouwen (hostels, verst.beperkten, opvangcentra) Toezicht op OV bouwen, constructieve veiligheid
2,8
Gemiddeld
Logiesfunctie; Hotels, pensions en B&B's Controle afwijken regels bestemmingsplan
2,8
Gemiddeld
Bijeenkomstfunctie; Diversen (buurthuizen, kerken, verenigingsgebouwen) Controle afwijken regels bestemmingsplan
2,8
Gemiddeld
3. Sloop Wonen; Bijzondere woongebouwen (hostels, verst.beperkten, opvangcentra) Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
2,6
Gemiddeld
Winkelfunctie; Benzinestation zonder lpg Toezicht op Besluit bodemkwaliteit
2,6
Gemiddeld
Industrie; Bouwnijverheid en installatietechniek Toezicht op Besluit bodemkwaliteit
2,6
Gemiddeld
Totaaloverzicht taken op thema
maandag 23 november 2015
Pagina 6 van 18
Afwegingsmodel Handhavingsrisico's
SENZE
Fase Activiteit
Prioriteit
Taak 3. Sloop Bouwwerken geen gebouw zijnde; Kunstwerken (weg- en waterbouwkundig) Toezicht op Besluit Bodemkwaliteit Agrarische sector; Dienstverlening landbouw (incl hoveniers) Toezicht op Besluit Bodemkwaliteit 2. Gebruik Winkelfunctie; Benzinestation zonder lpg Toezicht op Activiteitenbesluit lozingen (afvalwater) Sportfunctie; Sportvelden Toezicht op Activiteitenbesluit geluid Sportfunctie; Sportgebouwen (oa kantines) Toezicht op naleving Activiteitenbesluit, stookinstallaties
Risico-inschatting
2,6
Gemiddeld
2,6
Gemiddeld
2,6
Gemiddeld
2,6
Gemiddeld
2,6
Gemiddeld
Toezicht op Drank- en Horecavergunning
2,6
Gemiddeld
Controle bestaande bouw, gezondheid + bruikbaarheid
2,6
Gemiddeld
Toezicht op naleving Activiteitenbesluit, geluid
2,6
Gemiddeld
Onderwijsfunctie; Basisschool Overig (incl. BSO) Toezicht op Activiteitenbesluit, stookinstallaties
2,6
Gemiddeld
2,6
Gemiddeld
Logiesfunctie; Hotels, pensions en B&B's Toezicht op drank- en horecavergunning
2,6
Gemiddeld
Bijeenkomstfunctie; Horeca - restaurants en overig (zacht) Toezicht op Activiteitenbesluit, geluid
Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
2,6
Gemiddeld
Controle afwijken regels bestemmingsplan
2,6
Gemiddeld
Toezicht op kennisgeving incidentele festiviteiten APV
2,6
Gemiddeld
Bijeenkomstfunctie; Diversen (buurthuizen, kerken, verenigingsgebouwen) Controle afwijken regels bestemmingsplan
2,6
Gemiddeld
Agrarische sector; Dienstverlening landbouw (incl hoveniers) Toezicht op Activiteitenbesluit, overig
2,6
Gemiddeld
1. Bouw / verbouw Logiesfunctie; Camping Toezicht OV bouwen, constructieve veiligheid
2,6
Gemiddeld
Winkelfunctie; Supermarkten Toezicht op OV bouwen, constructieve veiligheid
2,6
Gemiddeld
Logiesfunctie; Hotels, pensions en B&B's Controle afwijken regels bouwen
2,6
Gemiddeld
Gezondheidsfunctie; Praktijkruimte Controle afwijken regels bestemmingsplan
2,6
Gemiddeld
Bijeenkomstfunctie; Horeca - restaurants en overig (zacht) Controle afwijken regels bestemmingsplan
2,6
Gemiddeld
Agrarische sector; Dienstverlening landbouw (incl hoveniers) Controle afwijken regels bestemmingsplan
2,6
Gemiddeld
Toezicht op OV bouwen, constructieve veiligheid
2,6
Gemiddeld
Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
2,6
Gemiddeld
3. Sloop Logiesfunctie; Camping Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
2,4
Laag
Wonen; Woongebouw (w.o. hoogbouw) Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
2,4
Laag
Winkelfunctie; Supermarkten Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
2,4
Laag
Winkelfunctie; Benzinestation zonder lpg Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
2,4
Laag
Sportfunctie; Sportvelden Controle afwijken regels slopen
2,4
Laag
Sportfunctie; Sportgebouwen (oa kantines) Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
2,4
Laag
Onderwijsfunctie; Basisschool Overig (incl. BSO) Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
2,4
Laag
Totaaloverzicht taken op thema
maandag 23 november 2015
Pagina 7 van 18
Afwegingsmodel Handhavingsrisico's
SENZE
Fase Activiteit
Prioriteit
Taak 3. Sloop Logiesfunctie; Hotels, pensions en B&B's Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
Risico-inschatting
2,4
Laag
Kantoorfunctie; Kantoor (kleinschalig) Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
2,4
Laag
Industrie; Bouwnijverheid en installatietechniek Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
2,4
Laag
Gezondheidsfunctie; Praktijkruimte Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
2,4
Laag
Bijeenkomstfunctie; Horeca - restaurants en overig (zacht) Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
2,4
Laag
Agrarische sector; Dienstverlening landbouw (incl hoveniers) Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
2,4
Laag
2. Gebruik Evenementen; groot Toezicht op ontheffing Drank- en Horeca
2,4
Laag
2,4
Laag
Logiesfunctie; Camping Toezicht op bijhouden nachtregister
2,4
Laag
Sportfunctie; Sportgebouwen (oa kantines) Toezicht op ontheffing incidentele festiviteiten
2,4
Laag
Logiesfunctie; Hotels, pensions en B&B's Controle afwijken regels bestemmingsplan
Toezicht op vergunning brandveiligheidsverordening
2,4
Laag
Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
2,4
Laag
Toezicht op speelautomatenaanwezigheidsvergunning
2,4
Laag
Controle bestaande bouw, brandveiligheid
2,4
Laag
Kantoorfunctie; Kantoor (kleinschalig) Controle bestaande bouw, gezondheid + bruikbaarheid
2,4
Laag
Controle afwijken regels bestemmingsplan
2,4
Laag
Controle bestaande bouw, brandveiligheid
2,4
Laag
Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
2,4
Laag
Gezondheidsfunctie; Praktijkruimte Controle bestaande bouw, brandveiligheid
2,4
Laag
Toezicht op Activiteitenbesluit, lozingen (afvalwater)
2,4
Laag
Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
2,4
Laag
Controle bestaande bouw, gezondheid + bruikbaarheid
2,4
Laag
Controle afwijken regels bestemmingsplan
2,4
Laag
Bijeenkomstfunctie; Horeca - restaurants en overig (zacht) Toezicht op Activiteitenbesluit, lucht
2,4
Laag
Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
2,4
Laag
Bijeenkomstfunctie; Horeca - cafés en discotheken (hard) Toezicht op Drank- en Horecavergunning
2,4
Laag
Bijeenkomstfunctie; Diversen (buurthuizen, kerken, verenigingsgebouwen) Controle bestaande bouw, energiezuinigheid
2,4
Laag
Agrarische sector; Dienstverlening landbouw (incl hoveniers) Toezicht op Activiteitenbesluit, bodem
2,4
Laag
Toezicht op Activiteitenbesluit, lozingen (afvalwater)
2,4
Laag
1. Bouw / verbouw Logiesfunctie; Camping Toezicht OV bouwen, brandveiligheid
2,4
Laag
Wonen; Bijzondere woongebouwen (hostels, verst.beperkten, opvangcentra) Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
2,4
Laag
Wonen; Woongebouw (w.o. hoogbouw) Toezicht op OV bouwen, constructieve veiligheid
2,4
Laag
Winkelfunctie; Benzinestation zonder lpg Toezicht op OV bouwen, constructieve veiligheid
2,4
Laag
Sportfunctie; Sportgebouwen (oa kantines) Toezicht op OV bouwen, constructieve veiligheid
2,4
Laag
Totaaloverzicht taken op thema
maandag 23 november 2015
Pagina 8 van 18
Afwegingsmodel Handhavingsrisico's
SENZE
Fase Activiteit
Prioriteit
Taak 1. Bouw / verbouw Logiesfunctie; Hotels, pensions en B&B's Toezicht op OV bouwen, constructieve veiligheid
Risico-inschatting
Kantoorfunctie; Kantoor (kleinschalig) Controle afwijken regels bestemmingsplan Toezicht op OV bouwen, constructieve veiligheid Industrie; Bouwnijverheid en installatietechniek Controle afwijken regels bestemmingsplan Toezicht op OV bouwen, constructieve veiligheid Gezondheidsfunctie; Praktijkruimte Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid Controle afwijken regels bouwen
2,4
Laag
2,4
Laag
2,4
Laag
2,4
Laag
2,4
Laag
2,4
Laag
2,4
Laag
Toezicht op OV bouwen, constructieve veiligheid
2,4
Laag
Toezicht op OV brandveiligheid
2,4
Laag
2,4
Laag
Bijeenkomstfunctie; Diversen (buurthuizen, kerken, verenigingsgebouwen) Toezicht op OV brandveiligheid Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
2,4
Laag
Controle afwijken regels bouwen
2,4
Laag
Toezicht op OV bouwen, constructieve veiligheid
2,4
Laag
3. Sloop Onderwijsfunctie; Basisschool Overig (incl. BSO) Toezicht op sloopmelding
2,2
Laag
2. Gebruik Evenementen; groot Toezicht op evenementenvergunning
2,2
Laag
2,2
Laag
2,2
Laag
2,2
Laag
2,2
Laag
2,2
Laag
Logiesfunctie; Camping Toezicht op naleving Drank- en Horecavergunning Controle bestaande bouw, energiezuinigheid Wonen; Bijzondere woongebouwen (hostels, verst.beperkten, opvangcentra) Controle afwijken regels bestemmingsplan Controle bestaande bouw, energiezuinigheid Wonen; Woongebouw (w.o. hoogbouw) Controle bestaande bouw, gezondheid + bruikbaarheid Controleren afwijken regels bestemmingsplan
2,2
Laag
Controle bestaande bouw, energiezuinigheid
2,2
Laag
2,2
Laag
2,2
Laag
2,2
Laag
2,2
Laag
Sportfunctie; Sportvelden Controle afwijken regels bestemmingsplan
2,2
Laag
Sportfunctie; Sportgebouwen (oa kantines) Controle afwijken regels bestemmingsplan
2,2
Laag
Onderwijsfunctie; Basisschool Overig (incl. BSO) Controle afwijken regels bestemmingsplan
2,2
Laag
Controle bestaande bouw, energiezuinigheid
2,2
Laag
Logiesfunctie; Hotels, pensions en B&B's Controle bestaande bouw, energiezuinigheid
2,2
Laag
Kantoorfunctie; Kantoor (kleinschalig) Controle bestaande bouw, energiezuinigheid
2,2
Laag
Gezondheidsfunctie; Praktijkruimte Controle bestaande bouw, energiezuinigheid
2,2
Laag
Bijeenkomstfunctie; Horeca - restaurants en overig (zacht) Controle bestaande bouw, energiezuinigheid
2,2
Laag
Winkelfunctie; Supermarkten Controle afwijken regels bestemmingsplan Controle bestaande bouw, energiezuinigheid Winkelfunctie; Benzinestation zonder lpg Controle afwijken regels bestemmingsplan Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
Toezicht op Activiteitenbesluit, lozingen (afvalwater)
2,2
Laag
Controle bestaande bouw, gezondheid + bruikbaarheid
2,2
Laag
Totaaloverzicht taken op thema
maandag 23 november 2015
Pagina 9 van 18
Afwegingsmodel Handhavingsrisico's
SENZE
Fase Activiteit
Prioriteit
Taak 2. Gebruik Agrarische sector; Dienstverlening landbouw (incl hoveniers) Toezicht op Besluit Bodemkwaliteit Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid 1. Bouw / verbouw Logiesfunctie; Camping Toezicht op OV bouwen overig; (wo parkeren)
Risico-inschatting
2,2
Laag
2,2
Laag
2,2
Laag
Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
2,2
Laag
Toezicht op OV bouwen, energiezuinigheid
2,2
Laag
Toezicht op OV bouwen, gezondheid + bruikbaarheid
2,2
Laag
Controle bestaande bouw, energiezuinigheid
2,2
Laag
Controle afwijken regels bouwen
2,2
Laag
2,2
Laag
Wonen; Bijzondere woongebouwen (hostels, verst.beperkten, opvangcentra) Toezicht op OV bouwen overig; (wo parkeren) Controle afwijken regels bouwen
2,2
Laag
Controle bestaande bouw, brandveiligheid
2,2
Laag
Controle afwijken regels bestemmingsplan
2,2
Laag
Toezicht op OV bouwen, bruikbaarheid en gezondheid
2,2
Laag
Toezicht op OV bouwen, brandveiligheid
2,2
Laag
Controle bestaande bouw, energiezuinigheid
2,2
Laag
Toezicht op OV bouwen, energiezuinigheid
2,2
Laag
Wonen; Woongebouw (w.o. hoogbouw) Toezicht op OV bouwen overig; (wo parkeren)
2,2
Laag
Toezicht op OV bouwen, energiezuinigheid
2,2
Laag
Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
2,2
Laag
Controle afwijken regels bouwen
2,2
Laag
Toezicht op OV bouwen, brandveiligheid
2,2
Laag
Toezicht op OV bouwen, gezondheid + bruikbaarheid
2,2
Laag
Controle afwijken regels bestemmingsplan
2,2
Laag
Wonen; Woning Toezicht OV activiteit afwijken bestemmingsplan
2,2
Laag
Winkelfunctie; Supermarkten Toezicht op OV bouwen, brandveiligheid
2,2
Laag
Toezicht op OV bouwen, energiezuinigheid
2,2
Laag
Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
2,2
Laag
Controle afwijken regels bouwen
2,2
Laag
Toezicht op OV bouwen overig; (wo parkeren)
2,2
Laag
Winkelfunctie; Benzinestation zonder lpg Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid Toezicht op OV bouwen, brandveiligheid
2,2
Laag
2,2
Laag
Controle afwijken regels bestemmingsplan
2,2
Laag
Controle afwijken regels milieu-activiteiten Wm
2,2
Laag
Toezicht op naleving Activiteitenbesluit
2,2
Laag
Sportfunctie; Sportvelden Toezicht op OV bouwen overig; (wo parkeren)
2,2
Laag
Controle afwijken regels bestemmingsplan
2,2
Laag
Toezicht op OV bouwen, constructieve veiligheid
2,2
Laag
Sportfunctie; Sportgebouwen (oa kantines) Toezicht op OV bouwen, gezondheid + bruikbaarheid
2,2
Laag
Toezicht op OV bouwen, energiezuinigheid
2,2
Laag
Controle afwijken regels bouwen
2,2
Laag
Toezicht op OV bouwen, brandveiligheid
2,2
Laag
Controle afwijken regels bestemmingsplan
2,2
Laag
Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
2,2
Laag
Toezicht op OV bouwen overig; parkeren)
2,2
Laag
Totaaloverzicht taken op thema
maandag 23 november 2015
Pagina 10 van 18
Afwegingsmodel Handhavingsrisico's
SENZE
Fase Activiteit
Prioriteit
Taak 1. Bouw / verbouw Onderwijsfunctie; Basisschool Overig (incl. BSO) Controle afwijken regels bestemmingsplan
Risico-inschatting
2,2
Laag
Toezicht op OV bouwen, gezondheid + bruikbaarheid
2,2
Laag
Toezicht op OV bouwen, energiezuinigheid
2,2
Laag
Toezicht op OV bouwen, brandveiligheid
2,2
Laag
Toezicht op OV bouwen overig; (wo welstand, parkeren)
2,2
Laag
2,2
Laag
Logiesfunctie; Hotels, pensions en B&B's Toezicht op OV brandveiligheid Controle bestaande bouw, energiezuinigheid
2,2
Laag
Toezicht op OV bouwen overig; (wo parkeren)
2,2
Laag
Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
2,2
Laag
Toezicht op OV bouwen, gezondheid + bruikbaarheid
2,2
Laag
Toezicht op OV bouwen, energiezuinigheid
2,2
Laag
2,2
Laag
Kantoorfunctie; Kantoor (kleinschalig) Controle bestaande bouw, energiezuinigheid Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
2,2
Laag
Controle afwijken regels bouwen
2,2
Laag
Toezicht op OV bouwen overig; (wo parkeren)
2,2
Laag
Toezicht op OV bouwen, brandveiligheid
2,2
Laag
Toezicht op OV bouwen, energiezuinigheid
2,2
Laag
Toezicht op OV bouwen, gezondheid + bruikbaarheid
2,2
Laag
Industrie; Bouwnijverheid en installatietechniek Controle afwijken regels bouwen
2,2
Laag
Toezicht op OV bouwen, energiezuinigheid
2,2
Laag
Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
2,2
Laag
Toezicht op OV bouwen brandveiligheid
2,2
Laag
Gezondheidsfunctie; Praktijkruimte Toezicht op OV bouwen overig; (wo parkeren)
2,2
Laag
Toezicht op OV bouwen, energiezuinigheid
2,2
Laag
Toezicht op OV bouwen, gezondheid + bruikbaarheid
2,2
Laag
Bouwwerken geen gebouw zijnde; Kunstwerken (weg- en waterbouwkundig) Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
2,2
Laag
Toezicht op Besluit Bodemkwaliteit
2,2
Laag
Toezicht op OV bouwen, constructieve veiligheid
2,2
Laag
2,2
Laag
Bijeenkomstfunctie; Horeca - restaurants en overig (zacht) Controle afwijken regels milieu-activiteiten Wm Toezicht op OV bouwen, gezondheid + bruikbaarheid
2,2
Laag
Toezicht op OV bouwen, constructieve veiligheid
2,2
Laag
Toezicht op OV brandveiligheid
2,2
Laag
Toezicht op OV bouwen overig; (wo parkeren)
2,2
Laag
Controle afwijken regels bouwen
2,2
Laag
Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
2,2
Laag
Toezicht op OV bouwen, energiezuinigheid
2,2
Laag
Bijeenkomstfunctie; Diversen (buurthuizen, kerken, verenigingsgebouwen) Toezicht op OV bouwen, gezondheid + bruikbaarheid
2,2
Laag
Toezicht op OV bouwen, energiezuinigheid
2,2
Laag
Toezicht op OV bouwen overig; (wo parkeren)
2,2
Laag
2. Gebruik Gezondheidsfunctie; Verzorgingstehuis Controle bestaande bouw, brandveiligheid
2,0
Laag
Toezicht op OV Gebruik en gebruiksmelding
2,0
Laag
Bijeenkomstfunctie; Kinderopvang (excl gastouder) Controle bestaande bouw, brandveiligheid
2,0
Laag
Toezicht op OV Gebruik en gebruiksmelding
2,0
Laag
Bijeenkomstfunctie; Horeca - cafés en discotheken (hard) Toezicht op OV Gebruik en gebruiksmelding Controle bestaande bouw, brandveiligheid Totaaloverzicht taken op thema
2,0
Laag
2,0
Laag
maandag 23 november 2015
Pagina 11 van 18
Afwegingsmodel Handhavingsrisico's
SENZE
Fase Activiteit
Prioriteit
Taak 1. Bouw / verbouw Onderwijsfunctie; School overige (middelbaar en hoger onderwijs) Toezicht op OV bouwen, constructieve veiligheid Kantoorfunctie; Kantoorgebouw (grootschalig) Toezicht op OV bouwen, constructieve veiligheid 2. Gebruik Wonen; Woonwagen Controle afwijken regels bestemmingsplan Gezondheidsfunctie; Verzorgingstehuis Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid Bijeenkomstfunctie; Horeca - cafés en discotheken (hard) Toezicht op kennisgeving incidentele festiviteiten APV
Risico-inschatting
2,0
Laag
2,0
Laag
1,9
Laag
1,9
Laag
1,9
Laag
Controle afwijken regels bestemmingsplan
1,9
Laag
Toezicht op Activiteitenbesluit, geluid
1,9
Laag
Agrarische sector; Glastuinbouw Toezicht op Activiteitenbesluit, lichthinder
1,9
Laag
1,9
Laag
1,9
Laag
1,7
Laag
1,7
Laag
1. Bouw / verbouw Wonen; Woonwagen Controle afwijken regels bestemmingsplan Bijeenkomstfunctie; Diversen (buurthuizen, kerken, verenigingsgebouwen) Toezicht op OV rijksmonument 3. Sloop Winkelfunctie; Benzinestation met lpg Toezicht op Besluit LPG tankstations Bijeenkomstfunctie; Kinderopvang (excl gastouder) Toezicht op sloopmelding 2. Gebruik Evenementen; groot Toezicht op ontheffing incidentele festiviteiten
1,7
Laag
Wonen; Woning Controle afwijken regels veranderen monument
1,7
Laag
Onderwijsfunctie; School overige (middelbaar en hoger onderwijs) Toezicht op OV Gebruik en gebruiksmelding
1,7
Laag
Industrie; Transport en distributiebedrijven Controle bestaande bouw, brandveiligheid
1,7
Laag
Industrie; Industrie overig Controle bestaande bouw, brandveiligheid
1,7
Laag
Toezicht op Activiteitenbesluit veiligheid (opslag gev. stoffen)
1,7
Laag
Toezicht op Activiteitenbesluit lucht
1,7
Laag
Bijeenkomstfunctie; Horeca - cafés en discotheken (hard) Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
1,7
Laag
Agrarische sector; Glastuinbouw Controle afwijken regels bestemmingsplan
1,7
Laag
1,7
Laag
1,7
Laag
Kantoorfunctie; Kantoorgebouw (grootschalig) Controle afwijken regels bestemmingsplan
1,7
Laag
Gezondheidsfunctie; Verzorgingstehuis Toezicht op OV bouwen, constructieve veiligheid
1,7
Laag
1. Bouw / verbouw Onderwijsfunctie; School overige (middelbaar en hoger onderwijs) Controle afwijken regels bouwen Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
3. Sloop Wonen; Woning Toezicht op OV gemeentelijk / rijksmonument
1,5
Zeer laag
Winkelfunctie; Benzinestation met lpg Toezicht op Besluit bodemkwaliteit
1,5
Zeer laag
Industrie; Uitgeverij en drukkerijen Toezicht op Besluit bodemkwaliteit
1,5
Zeer laag
Totaaloverzicht taken op thema
maandag 23 november 2015
Pagina 12 van 18
Afwegingsmodel Handhavingsrisico's
SENZE
Fase Activiteit
Prioriteit
Taak 3. Sloop Industrie; Transport en distributiebedrijven Toezicht op Besluit bodemkwaliteit
Risico-inschatting
1,5
Zeer laag
Industrie; Metalectrobedrijven Toezicht op Besluit bodemkwaliteit
1,5
Zeer laag
Industrie; Industrie overig Toezicht op Besluit bodemkwaliteit
1,5
Zeer laag
Industrie; Garages en autoherstelbedrijven Toezicht op Besluit bodemkwaliteit
1,5
Zeer laag
Gezondheidsfunctie; Verzorgingstehuis Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
1,5
Zeer laag
Bijeenkomstfunctie; Horeca - cafés en discotheken (hard) Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
1,5
Zeer laag
Bijeenkomstfunctie; Diversen (buurthuizen, kerken, verenigingsgebouwen) Toezicht op OV rijksmonument
1,5
Zeer laag
Agrarische sector; Glastuinbouw Toezicht op Besluit Bodemkwaliteit
1,5
Zeer laag
2. Gebruik Onderwijsfunctie; School overige (middelbaar en hoger onderwijs) Toezicht op Activiteitenbesluit, stookinstallaties
1,5
Zeer laag
Controle bestaande bouw, brandveiligheid
1,5
Zeer laag
Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
1,5
Zeer laag
Kantoorfunctie; Kantoorgebouw (grootschalig) Toezicht op OV Gebruik en gebruiksmelding Controle bestaande bouw, gezondheid + bruikbaarheid Industrie; Industrie overig Controle bluswatervoorziening (openbaar gebied of bedrijfsterrein)
1,5
Zeer laag
1,5
Zeer laag
1,5
Zeer laag
Toezicht op OV, milieu
1,5
Zeer laag
Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
1,5
Zeer laag
1,5
Zeer laag
Gezondheidsfunctie; Verzorgingstehuis Toezicht op Activiteitenbesluit afval Agrarische sector; Glastuinbouw Toezicht op Activiteitenbesluit, veiligheid (opslag gev. stoffen) Toezicht op Activiteitenbesluit, lozingen (afvalwater) 1. Bouw / verbouw Wonen; Woning Toezicht op OV rijksmonument Controle afwijken regels veranderen monument Industrie; Transport en distributiebedrijven Controle afwijken regels bestemmingsplan Gezondheidsfunctie; Verzorgingstehuis Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
1,5
Zeer laag
1,5
Zeer laag
1,5
Zeer laag
1,5
Zeer laag
1,5
Zeer laag
1,5
Zeer laag
1,5
Zeer laag
Bijeenkomstfunctie; Horeca - cafés en discotheken (hard) Controle afwijken regels bestemmingsplan
1,5
Zeer laag
Bijeenkomstfunctie; Diversen (buurthuizen, kerken, verenigingsgebouwen) Controle afwijken regels veranderen monument
1,5
Zeer laag
Agrarische sector; Glastuinbouw Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
1,5
Zeer laag
1,5
Zeer laag
Toezicht op OV brandveiligheid
Toezicht op OV bouwen, constructieve veiligheid 3. Sloop Winkelfunctie; Benzinestation met lpg Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
1,3
Zeer laag
Onderwijsfunctie; School overige (middelbaar en hoger onderwijs) Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
1,3
Zeer laag
Kantoorfunctie; Kantoorgebouw (grootschalig) Toezicht op sloopmelding
1,3
Zeer laag
1,3
Zeer laag
Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
Totaaloverzicht taken op thema
maandag 23 november 2015
Pagina 13 van 18
Afwegingsmodel Handhavingsrisico's
SENZE
Fase Activiteit
Prioriteit
Taak 3. Sloop Industrie; Voorzieningen en installaties Toezicht op sloopmelding
Risico-inschatting
1,3
Zeer laag
Industrie; Uitgeverij en drukkerijen Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
1,3
Zeer laag
Industrie; Transport en distributiebedrijven Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
1,3
Zeer laag
Industrie; Metalectrobedrijven Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
1,3
Zeer laag
Industrie; Industrie overig Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
1,3
Zeer laag
Industrie; Garages en autoherstelbedrijven Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
1,3
Zeer laag
Bijeenkomstfunctie; Kinderopvang (excl gastouder) Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
1,3
Zeer laag
Agrarische sector; Glastuinbouw Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
1,3
Zeer laag
2. Gebruik Winkelfunctie; Benzinestation met lpg Toezicht op Activiteitenbesluit lozingen (afvalwater)
1,3
Zeer laag
Onderwijsfunctie; School overige (middelbaar en hoger onderwijs) Controle bestaande bouw, gezondheid + bruikbaarheid
1,3
Zeer laag
Kantoorfunctie; Kantoorgebouw (grootschalig) Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
1,3
Zeer laag
Controle bluswatervoorziening (openbaar gebied of bedrijfsterrein)
1,3
Zeer laag
Controle bestaande bouw, brandveiligheid
1,3
Zeer laag
Industrie; Uitgeverij en drukkerijen Controle bestaande bouw, brandveiligheid
1,3
Zeer laag
Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
1,3
Zeer laag
Toezicht Activiteitenbesluit bodem
1,3
Zeer laag
Industrie; Transport en distributiebedrijven Toezicht op Activiteitenbesluit geluid
1,3
Zeer laag
Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
1,3
Zeer laag
Toezicht op Activiteitenbesluit bodem
1,3
Zeer laag
Toezicht op Activiteitenbesluit lozingen (afvalwater)
1,3
Zeer laag
Industrie; Metalectrobedrijven Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
1,3
Zeer laag
Toezicht op Activiteitenbesluit lucht
1,3
Zeer laag
Toezicht op Activiteitenbesluit geluid
1,3
Zeer laag
Toezicht op Activiteitenbesluit afval
1,3
Zeer laag
Controle bestaande bouw, brandveiligheid
1,3
Zeer laag
Toezicht op Activiteitenbesluit bodem
1,3
Zeer laag
Industrie; Industrie overig Toezicht op Activiteitenbesluit bodem
1,3
Zeer laag
Toezicht op Activiteitenbesluit lozingen (afvalwater)
1,3
Zeer laag
Toezicht op Activiteitenbesluit geluid
1,3
Zeer laag
Toezicht op Activiteitenbesluit afval
1,3
Zeer laag
Industrie; Garages en autoherstelbedrijven Toezicht op Activiteitenbesluit veiligheid (opslag gev. stoffen)
1,3
Zeer laag
Controle afwijken regels bestemmingsplan
1,3
Zeer laag
Toezicht op Activiteitenbesluit lozingen (afvalwater)
1,3
Zeer laag
Controle bluswatervoorziening (openbaar gebied of bedrijfsterrein)
1,3
Zeer laag
Toezicht op Activiteitenbesluit bodem
1,3
Zeer laag
Controle bestaande bouw, brandveiligheid
1,3
Zeer laag
Toezicht op Activiteitenbesluit afval
1,3
Zeer laag
Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
1,3
Zeer laag
Totaaloverzicht taken op thema
maandag 23 november 2015
Pagina 14 van 18
Afwegingsmodel Handhavingsrisico's
SENZE
Fase Activiteit
Prioriteit
Taak 2. Gebruik Industrie; Bouwnijverheid en installatietechniek Toezicht op Activiteitenbesluit geluid
Risico-inschatting
1,3
Zeer laag
Controle bestaande bouw, brandveiligheid
1,3
Zeer laag
Toezicht op Activiteitenbesluit afval
1,3
Zeer laag
Toezicht op Activiteitenbesluit bodem
1,3
Zeer laag
1,3
Zeer laag
Gezondheidsfunctie; Verzorgingstehuis Toezicht op Activiteitenbesluit overig Toezicht op Activiteitenbesluit lozingen (afvalwater)
1,3
Zeer laag
Controle bestaande bouw, gezondheid + bruikbaarheid
1,3
Zeer laag
Controle op Besluit gefluoreerde broeikasgassen milieubeheer en Uitvoeringsbesluit EG-verordening ozonlaagafbrekende stoffen
1,3
Zeer laag
Bouwwerken geen gebouw zijnde; Culturele kunstwerken Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
1,3
Zeer laag
Bijeenkomstfunctie; Kinderopvang (excl gastouder) Controle bestaande bouw, gezondheid + bruikbaarheid
1,3
Zeer laag
Bijeenkomstfunctie; Horeca - cafés en discotheken (hard) Controle bestaande bouw, gezondheid + bruikbaarheid
1,3
Zeer laag
Bijeenkomstfunctie; Diversen (buurthuizen, kerken, verenigingsgebouwen) Controle afwijken regels veranderen monument
1,3
Zeer laag
Agrarische sector; Glastuinbouw Toezicht op Activiteitenbesluit, overig
1,3
Zeer laag
Toezicht op Activiteitenbeslui,t bodem
1,3
Zeer laag
Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
1,3
Zeer laag
Controle bestaande bouw, energiezuinigheid
1,3
Zeer laag
1. Bouw / verbouw Winkelfunctie; Benzinestation met lpg Toezicht op OV bouwen, constructieve veiligheid
1,3
Zeer laag
Industrie; Uitgeverij en drukkerijen Toezicht op OV bouwen, constructieve veiligheid
1,3
Zeer laag
Industrie; Transport en distributiebedrijven Toezicht op OV bouwen, constructieve veiligheid
1,3
Zeer laag
Industrie; Metalectrobedrijven Toezicht op OV bouwen, constructieve veiligheid
1,3
Zeer laag
Toezicht op naleving Activiteitenbesluit
1,3
Zeer laag
Controle afwijken regels bestemmingsplan
1,3
Zeer laag
Industrie; Industrie overig toezicht op OV milieu
1,3
Zeer laag
Toezicht op Besluit Bodemkwaliteit
1,3
Zeer laag
Controle afwijken regels bestemmingsplan
1,3
Zeer laag
Toezicht op OV bouwen, constructieve veiligheid
1,3
Zeer laag
Toezicht op naleving Activiteitenbesluit
1,3
Zeer laag
Industrie; Garages en autoherstelbedrijven Controle afwijken regels bestemmingsplan
1,3
Zeer laag
Toezicht op naleving Activiteitenbesluit
1,3
Zeer laag
Toezicht op OV bouwen, constructieve veiligheid
1,3
Zeer laag
Bouwwerken geen gebouw zijnde; Culturele kunstwerken Toezicht op OV bouwen, constructieve veiligheid
1,3
Zeer laag
Bijeenkomstfunctie; Kinderopvang (excl gastouder) Toezicht op OV bouwen, gezondheid + bruikbaarheid Toezicht op OV brandveiligheid
1,3
Zeer laag
1,3
Zeer laag
Toezicht op OV bouwen, constructieve veiligheid
1,3
Zeer laag
Controle afwijken regels bestemmingsplan
1,3
Zeer laag
3. Sloop Wonen; Woonwagen Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
1,1
Zeer laag
1,1
Zeer laag
Onderwijsfunctie; School overige (middelbaar en hoger onderwijs) Toezicht op sloopmelding
Totaaloverzicht taken op thema
maandag 23 november 2015
Pagina 15 van 18
Afwegingsmodel Handhavingsrisico's
SENZE
Fase Activiteit
Prioriteit
Taak 3. Sloop Bouwwerken geen gebouw zijnde; Culturele kunstwerken Controle afwijken regels slopen 2. Gebruik Wonen; Woonwagen Controle bestaande bouw, brandveiligheid Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid Winkelfunctie; Benzinestation met lpg Controle afwijken regels bestemmingsplan Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid Sportfunctie; Sportgebouwen (oa kantines) Controle bestaande bouw, energiezuinigheid Onderwijsfunctie; School overige (middelbaar en hoger onderwijs) Controle bestaande bouw, energiezuinigheid
Risico-inschatting
1,1
Zeer laag
1,1
Zeer laag
1,1
Zeer laag
1,1
Zeer laag
1,1
Zeer laag
1,1
Zeer laag
1,1
Zeer laag
Controle afwijken regels bestemmingsplan
1,1
Zeer laag
Kantoorfunctie; Kantoorgebouw (grootschalig) Toezicht op Activiteitenbesluit energie
1,1
Zeer laag
Controle bestaande bouw, energiezuinigheid
1,1
Zeer laag
Controle afwijken regels bestemmingsplan
1,1
Zeer laag
Industrie; Uitgeverij en drukkerijen Controle bestaande bouw, energiezuinigheid
1,1
Zeer laag
Controle afwijken regels bestemmingsplan
1,1
Zeer laag
Toezicht op Activiteitenbesluit lozingen (afvalwater)
1,1
Zeer laag
Industrie; Transport en distributiebedrijven Controle bestaande bouw, energiezuinigheid Controle afwijken regels bestemmingsplan Industrie; Metalectrobedrijven Controle bestaande bouw, energiezuinigheid Controle afwijken regels bestemmingsplan Industrie; Industrie overig Controle bestaande bouw, energiezuinigheid Controle afwijken regels bestemmingsplan Industrie; Garages en autoherstelbedrijven Controle bestaande bouw, energiezuinigheid Industrie; Bouwnijverheid en installatietechniek Controle afwijken regels bestemmingsplan
1,1
Zeer laag
1,1
Zeer laag
1,1
Zeer laag
1,1
Zeer laag
1,1
Zeer laag
1,1
Zeer laag
1,1
Zeer laag
1,1
Zeer laag
Controle op bestaande bouw, constructieve veiligheid
1,1
Zeer laag
Controle bestaande bouw, energiezuinigheid
1,1
Zeer laag
Gezondheidsfunctie; Verzorgingstehuis Controle afwijken regels bestemmingsplan
1,1
Zeer laag
Toezicht op Activiteitenbesluit energie
1,1
Zeer laag
Controle bestaande bouw, energiezuinigheid
1,1
Zeer laag
1,1
Zeer laag
1,1
Zeer laag
1,1
Zeer laag
1,1
Zeer laag
Bijeenkomstfunctie; Kinderopvang (excl gastouder) Controle afwijken regels bestemmingsplan Controle bestaande bouw, energiezuinigheid Bijeenkomstfunctie; Horeca - cafés en discotheken (hard) Controle bestaande bouw, energiezuinigheid 1. Bouw / verbouw Wonen; Woonwagen Controle afwijken regels bouwen Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
1,1
Zeer laag
Toezicht op OV bouwen, constructieve veiligheid
1,1
Zeer laag
Toezicht op OV bouwen, brandveiligheid
1,1
Zeer laag
Totaaloverzicht taken op thema
maandag 23 november 2015
Pagina 16 van 18
Afwegingsmodel Handhavingsrisico's
SENZE
Fase Activiteit
Prioriteit
Taak 1. Bouw / verbouw Winkelfunctie; Benzinestation met lpg Toezicht op naleving Activiteitenbesluit
Risico-inschatting
1,1
Zeer laag
Controle afwijken regels bestemmingsplan
1,1
Zeer laag
Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
1,1
Zeer laag
Controle afwijken regels milieu-activiteiten Wm
1,1
Zeer laag
Toezicht op OV bouwen, brandveiligheid
1,1
Zeer laag
Onderwijsfunctie; School overige (middelbaar en hoger onderwijs) Toezicht op OV bouwen, gezondheid + bruikbaarheid
1,1
Zeer laag
Toezicht op OV bouwen, energiezuinigheid
1,1
Zeer laag
Toezicht op OV bouwen, brandveiligheid
1,1
Zeer laag
Toezicht op OV bouwen overig; (wo parkeren)
1,1
Zeer laag
Controle afwijken regels bestemmingsplan
1,1
Zeer laag
Kantoorfunctie; Kantoorgebouw (grootschalig) Toezicht op OV bouwen, energiezuinigheid
1,1
Zeer laag
Toezicht op OV bouwen, gezondheid + bruikbaarheid
1,1
Zeer laag
Toezicht op OV bouwen, brandveiligheid
1,1
Zeer laag
Toezicht op OV bouwen overig; (wo parkeren)
1,1
Zeer laag
Controle afwijken regels bouwen
1,1
Zeer laag
Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
1,1
Zeer laag
Controle bestaande bouw, energiezuinigheid
1,1
Zeer laag
Industrie; Uitgeverij en drukkerijen Toezicht op OV bouwen, energiezuinigheid
1,1
Zeer laag
Controle afwijken regels bestemmingsplan
1,1
Zeer laag
Toezicht op OV bouwen, brandveiligheid
1,1
Zeer laag
Controle afwijken regels bouwen
1,1
Zeer laag
Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
1,1
Zeer laag
1,1
Zeer laag
Controle afwijken regels bouwen
1,1
Zeer laag
Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
1,1
Zeer laag
Toezicht op OV bouwen, energiezuinigheid
1,1
Zeer laag
Industrie; Transport en distributiebedrijven Toezicht op OV bouwen, brandveiligheid
Industrie; Metalectrobedrijven Toezicht op OV bouwen, brandveiligheid
1,1
Zeer laag
Controle afwijken regels bouwen
1,1
Zeer laag
Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
1,1
Zeer laag
Toezicht op OV bouwen, energiezuinigheid
1,1
Zeer laag
1,1
Zeer laag
Industrie; Industrie overig Controle afwijken regels bouwen Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
1,1
Zeer laag
Toezicht op OV bouwen, brandveiligheid
1,1
Zeer laag
Toezicht op OV bouwen, energiezuinigheid
1,1
Zeer laag
Industrie; Garages en autoherstelbedrijven Toezicht op OV bouwen, energiezuinigheid
1,1
Zeer laag
Toezicht op OV bouwen, brandveiligheid
1,1
Zeer laag
Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
1,1
Zeer laag
Controle afwijken regels bouwen
1,1
Zeer laag
Gezondheidsfunctie; Verzorgingstehuis Toezicht op OV bouwen, gezondheid + bruikbaarheid
1,1
Zeer laag
Controle afwijken regels bestemmingsplan
1,1
Zeer laag
Controle afwijken regels bouwen
1,1
Zeer laag
Controle bestaande bouw, energiezuinigheid
1,1
Zeer laag
Toezicht op OV bouwen overig; (wo parkeren)
1,1
Zeer laag
Toezicht op OV bouwen, energiezuinigheid
1,1
Zeer laag
Totaaloverzicht taken op thema
maandag 23 november 2015
Pagina 17 van 18
Afwegingsmodel Handhavingsrisico's
SENZE
Fase Activiteit
Prioriteit
Taak 1. Bouw / verbouw Bijeenkomstfunctie; Kinderopvang (excl gastouder) Toezicht op OV bouwen, energiezuinigheid
Risico-inschatting
1,1
Zeer laag
Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
1,1
Zeer laag
Controle afwijken regels bouwen
1,1
Zeer laag
Toezicht op OV bouwen overig; (wo parkeren)
1,1
Zeer laag
Bijeenkomstfunctie; Horeca - cafés en discotheken (hard) Toezicht op OV bouwen, constructieve veiligheid
1,1
Zeer laag
Toezicht op OV bouwen, energiezuinigheid
1,1
Zeer laag
Toezicht op OV brandveiligheid
1,1
Zeer laag
Toezicht op OV bouwen overig; (wo parkeren)
1,1
Zeer laag
Controle afwijken regels milieu-activiteiten Wm
1,1
Zeer laag
Controle afwijken regels bouwen
1,1
Zeer laag
Controle bestaande bouw, constructieve veiligheid
1,1
Zeer laag
Toezicht op OV bouwen, gezondheid + bruikbaarheid
1,1
Zeer laag
1,1
Zeer laag
1,1
Zeer laag
Agrarische sector; Glastuinbouw Toezicht op OV bouwen, brandveiligheid Controle afwijken regels bestemmingsplan
Totaaloverzicht taken op thema
maandag 23 november 2015
Pagina 18 van 18
Landelijke handhavingstrategie Een passende interventie bij iedere bevinding
VERSIE 1.7 24 april 2014
Inhoudsopgave 1. Inleiding 1.1 1.2 1.3
Achtergrond en aanleiding Beoogde brede werking, doel en positionering Werking, implementatie en monitoring en evaluatie
2. Visie landelijke handhavingstrategie 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
Onafhankelijkheid – sterke, slagkrachtige en onafhankelijke handhavinginstanties Professionaliteit en vakmanschap – training, opleiding, kennis- en informatie-uitwisseling Betrouwbaarheid – beginselplicht tot handhaven en verantwoording afleggen Eenvoud – een passende interventie bij iedere bevinding en hoe daar toe te komen Gezamenlijkheid – overleg, afstemming en planmatig en informatiegestuurd gezamenlijk optreden
3. Realisatie landelijke handhavingstrategie – stappenplan 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
Stap 1 – Positionering bevinding in de interventiematrix Stap 2 – Bepalen verzwarende aspecten Stap 3 – Bepalen of overleg van het bestuur met politie en OM, dan wel van politie en OM met het bestuur, over de toepassing van het bestuurs- en/of strafrecht geïndiceerd is Stap 4 – Optreden met de interventiematrix Stap 5 – Vastlegging
Bijlage 1 Begrippen
Bijlage 2 Toelichting interventies van licht naar zwaar
Versie 1.7, 24 april 2014
1. Inleiding 1.1 Achtergrond en aanleiding Op 11 april 2013 zijn de grondslagen van het nieuwe stelsel van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) 1 voor de Wabo bestuurlijk vastgesteld. Het nieuwe stelsel beoogt een robuuste professioneel werkende uitvoeringsstructuur, waarin de Omgevingsdiensten een centrale rol vervullen, die: knelpunten oplost, zoals die onder andere zijn vastgesteld door de Commissie Herziening Handhavingstelsel VROM-regelgeving 2; bijdraagt aan de realisatie van beleidsdoelen in de fysieke leefomgeving (een schoner milieu, natuur en water, veiliger leefomgeving, betere naleving); leidt tot vermindering van de door het bedrijfsleven ervaren regel- en toezichtsdruk en tot een gelijk speelveld voor bedrijven. een heldere rolverdeling regelt en ook eenvoudige en effectieve afstemming tussen het bestuurs- en strafrecht. Het nieuwe VTH-stelsel is in 2013 en wordt gedurende 2014 verder ontwikkeld en geïmplementeerd op drie essentiële onderdelen: 1. generieke condities waaronder het stelsel kan functioneren en waaronder een (verdere) verbetering van de kwaliteit van vergunningverlening, toezicht en handhaving kan plaatsvinden. Hierbij valt te denken aan een infrastructuur voor kennis- en informatieuitwisseling en training en opleiding van handhavers; 2. onderling afgestemd en effectief handelen van alle instanties die een rol hebben in de handhaving van het omgevingsrecht, waaronder het maken van afspraken over de afstemming van landelijke en regionale prioriteiten en het zo effectief mogelijk bestuursen/of strafrechtelijk aanpakken ervan; 3. monitoring, verantwoording en zo nodig bijsturing van het (gezamenlijke) overheidsoptreden in het nieuwe stelsel. De onderhavige landelijke handhavingstrategie is primair uitgewerkt voor onderdeel 2, in de vorm van een instrument voor alle overheden om eenduidig te interveniëren naar aanleiding van tijdens het toezicht gedane bevindingen. De landelijke handhavingstrategie heeft ook raakvlakken met de onderdelen 1 en 3. Met onderdeel 1 vanwege het uitwisselen van ervaringen met (het toepassen van) de landelijke handhavingstrategie, teneinde de (uitvoering van de) strategie stap voor stap te verbeteren. Met onderdeel 3 vanwege de monitoring en verantwoording van de toepassing van de landelijke handhavingstrategie en de op termijn voorziene evaluatie van het VTH-stelsel en de landelijke handhavingstrategie. Voor het opstellen van de landelijke handhavingstrategie is gebruik gemaakt van bestaande strategieën. Met de toepassing van de landelijke handhavingstrategie komen de bestaande handhavingstrategieën, die daarin goeddeels zijn geïncorporeerd, te vervallen.
1
2
Het stelsel van vergunningverlening, toezicht en handhaving voor de Wabo, Uitvoering met ambitie.nl, Vastgesteld BO 11 april 2013. De Tijd is Rijp, juli 2008.
1
Versie 1.7, 24 april 2014
1.2 Beoogde brede werking, doel en positionering Beoogde brede werking De landelijke handhavingstrategie is ontwikkeld vanuit het milieurecht, met oog voor het bredere omgevingsrecht, en heeft in eerste instantie betrekking op de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en de in artikel 5.1 van de Wabo opgenomen wetten 3. Toepassing van de landelijke handhavingstrategie leidt tot afgestemd en effectief bestuursen/of strafrechtelijk handelen. Daarom is de landelijke handhavingstrategie breder toepasbaar dan alleen op het omgevingsrecht. Doel De overheid is verantwoordelijk voor het handhaven van de wetgeving. Voor wat het omgevingsrecht betreft ligt de basis van deze verantwoordelijkheid voor het bestuur in diverse bijzondere wetten, de Algemene wet bestuursrecht en in de jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, de zogenoemde beginselplicht tot handhaven 4. Voor het OM ligt de basis van deze verantwoordelijkheid in artikel 124 van de Wet op de rechterlijke organisatie en in de Europese richtlijn inzake de bescherming van het milieu door middel van het strafrecht 5. Uitgangspunt is dat bestuur en OM, elk handelend vanuit de eigen verantwoordelijkheid, hun handelen afzonderlijk en in combinatie richten op het naleven van wet- en regelgeving. Uit het oogpunt van rechtsgelijkheid is het doel van de landelijke handhavingstrategie, voortbouwend op de hiervoor geschetste verantwoordelijkheden van bestuur en OM: uitvoering geven aan de beginselplicht tot handhaven, passend interveniëren bij iedere bevinding, in vergelijkbare situaties vergelijkbare keuzes maken en interventies op vergelijkbare wijze kiezen en toepassen, landsbreed door het bestuurlijk bevoegd gezag / de Omgevingsdiensten, landelijke inspecties, politie en het OM. Hiertoe bevat de landelijke handhavingstrategie een duidelijke visie op handhaven (hoofdstuk 2) en een uitgeschreven en geïnstrumenteerde aanpak (hoofdstuk 3). Positionering Handhavinginstanties moeten op grond van het Besluit omgevingsrecht (Bor) een nalevingstrategie hebben, bevattende een toezicht-, sanctie- en gedoogstrategie. De landelijke handhavingstrategie ondersteunt dit, door één lijn te brengen in hoe instanties reageren op tijdens het toezicht gedane bevindingen. In figuur 1 is de positionering van de landelijke handhavingstrategie weergegeven. De term ‘handhavingstrategie’ drukt uit dat interveniëren breder is dan het opleggen van sancties naar aanleiding van overtredingen. Omdat interveniëren ook tijdens toezicht kan plaatsvinden, bijvoorbeeld in de vorm van aanspreken en informeren, raakt de landelijke handhavingstrategie in figuur 1 de toezichtstrategie aan. De landelijke handhavingstrategie
3
4 5
Op de publicatiedatum van onderhavig document is hoofdstuk 5 van de Wabo (‘Bestuursrechtelijke handhaving’) voor wat betreft de handhaving van toepassing op de volgende wetten, voor zover dit bij of krachtens deze wetten is bepaald: de Flora- en faunawet, de Monumentenwet 1988, de Natuurbeschermingswet 1998, de Ontgrondingenwet, de Wet bodembescherming, de Wet geluidhinder, de Wet inzake de luchtverontreiniging, de Wet milieubeheer, de Wet ruimtelijke ordening, de Waterwet en de Woningwet. De Kernenergiewet en de Wet bescherming Antarctica ontbreken in voornoemde opsomming, omdat de landelijke handhavingstrategie daarop (vooralsnog) niet van toepassing is. Geformuleerd in ABRvS 7 juli 2004, LJN AP8242. EG richtlijn nr. 2008/99/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008.
2
Versie 1.7, 24 april 2014
gaat niet over het toezicht als zodanig (prioriteiten, manieren van toezicht houden, en dergelijke). De landelijke handhavingstrategie raakt in figuur 1 ook de gedoogstrategie aan. Dit betekent dat de landelijke handhavingstrategie erkent dat er omstandigheden kunnen zijn om van (bestuursrechtelijk) handhaven af te zien. Dit laat eventuele strafvervolging door het OM overigens onverlet 6. Figuur 1 toont tot slot dat er specifieke strategieën, die sporen met de landelijke handhavingstrategie, onder de landelijke handhavingstrategie kunnen hangen voor gebieden (bijvoorbeeld Natura 2000), groepen van normadressaten (BRZO bedrijven) of speciale thema’s. Indien een met de landelijke handhavingstrategie sporende specifieke strategie voorhanden en bestuurlijk vastgesteld is, wordt deze specifieke strategie gevolgd. Reeds onderkend is dat het voor bepaalde domeinen, zoals ‘water’, ‘erfgoed’ en ‘bouwen en wonen’, noodzakelijk kan zijn om spoedig een specifieke, met de landelijke handhavingstrategie sporende, handhavingstrategie te ontwikkelen. Hoe bereiken we naleving en wat is de rol van handhaving? Nalevingstrategie
Hoe houden we toezicht?
Hoe treden we op bij overtredingen?
Wanneer en hoe zien we van handhaven af?
Toezichtstrategie
Sanctiestrategie
Gedoogstrategie
Landelijke handhavingstrategie Passend interveniëren bij iedere tijdens toezicht gedane bevinding
Gebieds-, doelgroep- of themaspecifieke handhavingstrategieën
Figuur 1: Positionering landelijke handhavingstrategie
1.3 Werking, implementatie en monitoring en evaluatie Voor de Wabo en de in artikel 5.1 van de Wabo opgenomen wetten 7 is de landelijke handhavingstrategie voor gebruik in het VTH-stelsel opgeleverd aan het Bestuurlijk omgevingsberaad.
6 7
Gedogen in Nederland 25085, nr 2, 1996-1997. Vooralsnog met uitzondering van de Kernenergiewet en de Wet bescherming Antarctica.
3
Versie 1.7, 24 april 2014
Het overnemen en invoeren van de landelijke handhavingstrategie is onderdeel van de VTH kwaliteitscriteria voor Wabo bevoegde overheden 8. Dit waarborgt landelijke eenduidigheid in twee opzichten, te weten: 1. dat iedere bevinding een passende interventie krijgt; en 2. dat het proces om tot een passende interventie te komen overal hetzelfde verloopt. Lokale/regionale bestuurlijke afwegingsruimte zit gezien het voorgaande in keuzes over toezichtprioriteiten en de manier van toezicht houden, maar niet in het toepassen van de landelijke handhavingstrategie. De landelijke handhavingstrategie is een landelijk geldend afwegingsinstrument dat iedereen volgt om van bevinding naar interventie te komen. Dit onderstreept dat de landelijke handhavingstrategie vooral een instrument is voor uitvoerders. Als stelselverantwoordelijke VTH voor de Wabo, draagt de minister van IenM voor wat betreft het omgevingsrecht zorg voor het monitoren en evalueren van de toepassing van de landelijke handhavingstrategie en het zo nodig voorstellen van maatregelen naar aanleiding hiervan. Alle partijen die met de landelijke handhavingstrategie werken kunnen voorstellen voor maatregelen doen. Besluitvorming over voorgestelde maatregelen vindt voor wat betreft het omgevingsrecht plaats in het Bestuurlijk omgevingsberaad.
8
Paragraaf 5.2.4 Kwaliteitscriteria 2.1 voor vergunningverlening, toezicht en handhaving krachtens de Wabo, Uitvoering met ambitie.nl, 7 september 2012.
4
Versie 1.7, 24 april 2014
2. Visie landelijke handhavingstrategie Als richtinggevende visie zijn de volgende vijf uitgangspunten van het nieuwe VTH-stelsel voor de Wabo voor de handhaving geoperationaliseerd.
2.1 Onafhankelijkheid – sterke, slagkrachtige en onafhankelijke handhavinginstanties Handhavinginstanties en hun medewerkers handelen consequent en vasthoudend op basis van de geldende wet- en regelgeving en de landelijke handhavingstrategie. Het belang van sterke, slagkrachtige en onafhankelijke handhavinginstanties is groot. Provincies en gemeenten dragen hier als bevoegd gezag voor de Wabo aan bij, door voor de aan hun Omgevingsdiensten opgedragen taken een duidelijk en ruim mandaat te verstrekken, op grond waarvan de directeur bevoegd is tot het toepassen van bestuursrechtelijke interventies, waaronder sancties.
2.2 Professionaliteit en vakmanschap – training, opleiding, kennis- en informatie-uitwisseling Handhavers wegen de ernst van de bevinding, het gedrag van de normadressaat en de feiten en omstandigheden van de situatie. Handhavers bepalen vervolgens welke interventie in het specifieke geval passend is. Dit vereist professionaliteit en vakmanschap. Handhavinginstanties brengen en houden daarom de voor handhaven vereiste 9 kennis en kunde op peil en ondersteunen binnen hun organisaties een cultuur waarin (elkaar aanspreken op) kennis en informatie uitwisselen, samenwerken en handhavers die zich blijven ontwikkelen vanzelfsprekend zijn. Ook uitwisseling van kennis en leerervaringen tussen handhavinginstanties is van groot belang. De landelijke handhavingstrategie op papier is immers het begin, maar waar het vervolgens om gaat is dat alle instanties de papieren strategie op soortgelijke wijze blijven toepassen en daarover met elkaar in contact blijven en leerervaringen en beste praktijken uitwisselen. Anders zullen praktijken ongewild toch weer uit elkaar gaan lopen. Landelijk overleg over de implementatie en uitvoering van de landelijke handhavingstrategie gebeurt tijdens de implementatieperiode voor wat het omgevingrecht betreft in het Implementatieberaad. Regionaal overleg ter zake vindt plaats in (de voorportalen van) het door de provincie geïnitieerde Bestuurlijk Handhavingsoverleg (BHO) van de bevoegde overheden en het Functioneel Parket van het OM.
2.3 Betrouwbaarheid – beginselplicht tot handhaven en verantwoording afleggen Handhavinginstanties hebben een beginselplicht tot handhaven 10. Handhavend optreden is zowel eerlijk tegenover normadressaten uit het oogpunt van een gelijk speelveld, als tegenover de maatschappij die ervan uit mag gaan dat handhavers zodanig optreden dat haar rechtsgevoel wordt gerespecteerd en de leefomgeving veilig, schoon en gezond blijft. In het VTH-stelsel is de primaire verantwoordingsrelatie die van het bevoegd gezag aan het eigen democratisch controlerend orgaan (bijvoorbeeld Gemeenteraad en Provinciale Staten
9
10
Onder andere voldoen aan de voor het VTH-stelsel voor de Wabo gedefinieerde kwaliteitscriteria. Geformuleerd in ABRvS 7 juli 2004, LJN AP8242.
5
Versie 1.7, 24 april 2014
in het geval van gemeenten respectievelijk provincies). De toepassing van de landelijke handhavingstrategie is onderdeel van deze verantwoordingsrelatie.
2.4 Eenvoud – een passende interventie bij iedere bevinding en hoe daar toe te komen Met de landelijke handhavingstrategie wordt ingezet op een passende interventie bij iedere bevinding. Handhavers hanteren de landelijke handhavingstrategie bij iedere bevinding en maken daarbij gebruik van de in de strategie opgenomen instrumenten. Omwille van rechtsgelijkheid waarborgt dit passend interveniëren en eenduidig optreden, dat wil zeggen: het in vergelijkbare zaken maken van vergelijkbare keuzes en het op vergelijkbare wijze kiezen en toepassen van interventies, landsbreed. Een passende interventie wil zeggen dat de interventie, gegeven de verzamelde feiten en de beoordeling van de aard en/of omstandigheden van de bevinding en de normadressaat, zo effectief en efficiënt mogelijk leidt tot spoedig herstel van de situatie voor de bevinding, naleving waarborgt, herhaling voorkomt en/of straft daar waar dit passend is of noodzakelijk om de normadressaat tot naleven te bewegen, dan wel de norm te bevestigen. Dit betekent dat twee keuzen noodzakelijk zijn: 1. Hoe wordt er opgetreden: alleen bestuursrechtelijk, bestuurs- én strafrechtelijk, of alleen strafrechtelijk? 2. Welke interventie(s) wordt (worden) ingezet? Ad. 1
Hoe wordt opgetreden is vastgelegd in hoofdstuk 3 van deze landelijke handhavingstrategie. Bestuursrechtelijk optreden is vooral gericht op het herstellen van de situatie, dat wil zeggen op het in overeenstemming brengen met de wet- en regelgeving, opdat vastgesteld beleid wordt geëffectueerd. Strafrechtelijk optreden is vooral gericht op het straffen van de overtreder en het wegnemen van diens wederrechtelijk genoten (concurrentie)voordeel. Bestuurs- en strafrechtelijk optreden dienen daarnaast allebei tot ontmoediging, ofwel tot individuele en algemene preventie. Omdat deze aspecten vaak tegelijk aan de orde zijn, is een weloverwogen inzet van het bestuursrecht en/of het strafrecht conform de landelijke handhavingstrategie noodzakelijk. Ad. 2
De keuze van de in te zetten bestuursrechtelijke interventie(s) vindt plaats aan de hand van de in hoofdstuk 3 van de landelijke handhavingstrategie opgenomen interventieladder en interventiematrix, waarbij het spoedig herstellen van de situatie voor de bevinding de eerste prioriteit is.
2.5 Gezamenlijkheid – overleg, afstemming en planmatig en informatiegestuurd gezamenlijk optreden Toezicht houden gebeurt op basis van door bevoegde overheden bestuurlijk vastgestelde handhavingprogramma’s, inclusief financiering en menskracht, die zijn afgestemd met alle bij het omgevingsrecht betrokken instanties. Afgestemde handhavingprogramma’s en de landelijke handhavingstrategie borgen in combinatie dat de overheden planmatig gezamenlijk optreden, bij het toezicht en bij bevindingen die tijdens dat toezicht zijn gedaan 11 . Informatie is voor goede risicoanalyses en daarop gebaseerde handhavingprogramma’s onontbeerlijk.
11
Beperking toezichtlast: naleving bewerkstelligen tegen zo gering mogelijke kosten.
6
Versie 1.7, 24 april 2014
3. Realisatie landelijke handhavingstrategie – stappenplan Dit hoofdstuk geeft een stappenplan voor het toepassen van de in hoofdstuk 2 opgenomen visie. Startpunt van het stappenplan is een tijdens het toezicht gedane bevinding.
DE (MOGELIJKE) GEVOLGEN ZIJN:
3.1 Stap 1 – Positionering bevinding in de interventiematrix
Aanzienlijk, dreigend en/of onomkeerbaar
Van belang
4
3
Beperkt
2
Vrijwel nihil
1
A Goedwillend: Onbedoeld Proactief
B
C
Moet kunnen: Onverschillig
Calculerend: Bewust belemmerend en/of risico nemend
D Bewust en structureel / Crimineel: Fraude Oplichting Witwassen
GEDRAG VAN DE OVERTREDER Legenda Lichte segmenten. Bestuursrechtelijk optreden is aangewezen.
Middensegmenten. Bestuursrechtelijk, bestuursrechtelijk én strafrechtelijk of strafrechtelijk optreden is aangewezen. Strafrechtelijk optreden komt vooral in beeld, naarmate er (meer) verzwarende aspecten zijn (zoals ‘verkregen financieel voordeel’).
Zware segmenten. Strafrechtelijk optreden is in elk geval aangewezen, terwijl in veel gevallen ook bestuursrechtelijk optreden is aangewezen.
Figuur 2: De interventiematrix
De handhaver bepaalt ten eerste in welk segment van de in figuur 2 opgenomen interventiematrix hij de bevinding positioneert 12 door: (1) het beoordelen van de gevolgen van de bevinding voor milieu, natuur, water, veiligheid, gezondheid en/of maatschappelijke relevantie en (2) het typeren van de normadressaat.
12
Geldt enkel voor bevindingen die een overtreding zijn.
7
Versie 1.7, 24 april 2014
Ad. 1
De gevolgen van bevindingen beoordeelt de handhaver als: 1. vrijwel nihil; of 2. beperkt; of 3. van belang – er is sprake van aanmerkelijk risico dat de bevinding maatschappelijke onrust geeft en/of milieuschade, natuurschade, waterverontreiniging en/of doden, zieken of gewonden (mens, plant én dier) tot gevolg heeft; of 4. aanzienlijk, dreigend en/of onomkeerbaar – onder andere het geval als de overtreding maatschappelijke onrust en/of ernstige milieuschade, ernstige natuurschade, ernstige waterverontreiniging en/of doden, zieken of gewonden (mens, plant én dier) tot gevolg heeft. Ad. 2
De handhaver typeert de normadressaat als: A. goedwillend, proactief en geneigd om de regels te volgen, de bevinding is het gevolg van onbedoeld handelen; of B. onverschillig/reactief, neemt het niet zo nauw met het algemeen belang, heeft een onverschillige houding, de bevinding en de gevolgen van zijn handelen laten hem koud; of C. is opportunistisch en calculerend, er is sprake van het bewust belemmeren van controlerenden, er is sprake van mogelijkheidsbewustzijn, maar de gevolgen van het handelen worden op de koop toe genomen, bewust risico nemend; of D. bewust en structureel de regels overtredend en/of crimineel of deel uitmakend van een criminele organisatie, houdt zich bezig met fraude, oplichting of witwassen. Bij de typering van de normadressaat kijkt de handhaver dus verder dan de bevinding op zich en neemt hij diens gedrag en toezicht- en handhavinghistorie mee in beschouwing. Als de handhaver niet in staat is om de normadressaat te typeren, dan is typering B (onverschillig/reactief) het vertrekpunt. De handhaver bepaalt tot slot of er sprake is van verzachtende of verzwarende argumenten. Bij verzachtende argumenten wordt de in de interventiematrix gepositioneerde bevinding één segment naar links en vervolgens één segment naar onder verplaatst. Bij verzwarende argumenten, waaronder recidive, is de verplaatsing één segment naar rechts en vervolgens één segment naar boven. Als er meer verzachtende of verzwarende argumenten zijn, levert dit toch maar één verplaatsing op. Als legalisatie van de bevinding mogelijk is, is dat de aangewezen weg gelet op de hieruit voortvloeiende rechtszekerheid voor alle betrokkenen. Dit laat het toepassen van de landelijke handhavingstrategie en de interventiematrix onverlet, omdat er maatregelen nodig kunnen zijn om de overtreding te beëindigen en de gevolgen te beperken of weg te nemen. Bij het toepassen van de interventiematrix is de mogelijkheid van legalisatie een verzachtende omstandigheid. Er kunnen tot slot omstandigheden zijn om bij een bevinding van handhaven af te zien op basis van een vastgestelde gedoogstrategie. Onder gedogen wordt verstaan het expliciete besluit van een bestuursorgaan om tegen een bepaalde overtreding niet handhavend op te treden. De nota ‘Gedogen in Nederland’ 13 bevat het landelijke kader voor gedogen: een gedoogsituatie is van tijdelijke aard doordat het handelen binnen afziebare tijd ophoudt dan wel doordat waarschijnlijk een vergunning zal worden verleend. Ingeval tot gedogen wordt besloten dient het landelijke kader voor gedogen onverkort te worden gevolgd. Gedogen laat eventuele strafvervolging door het OM overigens onverlet.
13
Gedogen in Nederland 25085, nr 2, 1996-1997.
8
Versie 1.7, 24 april 2014
3.2 Stap 2 – Bepalen verzwarende aspecten De handhaver bepaalt of er verzwarende aspecten zijn die moeten worden betrokken bij de afweging om het bestuurs- en/of strafrecht toe te passen. Hoe meer verzwarende aspecten, des te groter de reden om naast bestuursrechtelijk ook strafrechtelijk te handhaven. Vooral voor bevindingen die na stap 1 in de middensegmenten van de interventiematrix zijn gepositioneerd (A4, B3, B4, C2 en D2), kunnen de verzwarende aspecten reden zijn om naast bestuursrechtelijk ook strafrechtelijk op te treden. De volgende verzwarende aspecten worden afgewogen: 1. Verkregen financieel voordeel (winst of besparing). De normadressaat heeft door zijn handelen financieel voordeel behaald of financieel voordeel halen was het doel. 2. Status verdachte / voorbeeldfunctie. De normadressaat is: een regionaal of landelijk maatschappelijk aansprekende of bekende (rechts)persoon, een overheid, een toonaangevend brancheonderdeel, een certificerende instelling, een persoon die een openbaar ambt bekleedt, de eigen organisatie. 3. Financiële sanctie heeft vermoedelijk geen effect. Een bestuurlijke boete kan waarschijnlijk niet geïnd worden of is waarschijnlijk door de normadressaat als (bedrijfs)kosten ingecalculeerd. 4. Combinatie met andere relevante delicten. Andere handelingen zijn gepleegd ter verhulling van de feiten, zoals valsheid in geschrift, corruptie of witwassen. 5. Medewerking van deskundige derden. De normadressaat is bij zijn handelen ondersteund door deskundige derden, zoals vergunningverlenende of certificerende instellingen, keuringinstanties en brancheorganisaties. De handhaver moet onderbouwen op grond van welke aanwijzingen hij het vermoeden heeft dat de deskundige derde op de hoogte was en/of medewerking heeft verleend aan de geconstateerde bevinding(en). 6. Normbevestiging. Bij dit aspect geldt dat het doel van de handhaving ligt in het onder de aandacht brengen van het belang van een bepaalde norm bij de branche of bij het bredere publiek. Strafrechtelijke handhaving vindt mede plaats in het kader van normhandhaving of normbevestiging met het oog op grotere achterliggende te beschermen rechtsbelangen. Hierbij speelt de openbaarheid van het strafproces een grote rol. Als in het openbaar, door middel van een onderzoek ter terechtzitting of de publicatie van een persbericht bij een transactie of strafbeschikking, verantwoording wordt afgelegd van gepleegde strafbare feiten krijgt de normhandhaving of normbevestiging het juiste effect. 7. Waarheidsvinding. Soms kan strafrechtelijk optreden met toepassing van opsporingsbevoegdheden met het oog op de strafrechtelijke waarheidsvinding en afdoening aangewezen zijn. Bijvoorbeeld als een controle of inspectie aanwijzingen aan het licht brengt dat er meer aan de hand is, maar de bestuursrechtelijke instrumenten ontoereikend zijn om de waarheid aan het licht te brengen.
3.3 Stap 3 – Bepalen of overleg van het bestuur met politie en OM, dan wel van politie en OM met het bestuur, over de toepassing van het bestuurs- en/of strafrecht geïndiceerd is De handhaver bepaalt of overleg over de toepassing van het bestuurs- en/of strafrecht geïndiceerd is op basis van de beoordeling van de bevinding met de interventiematrix (stap 1) en de afweging van verzwarende aspecten (stap 2). Dit overleg beoogt een weloverwogen inzet van het bestuursrecht, het bestuurs- én strafrecht of alleen het strafrecht. Dit overleg is
9
Versie 1.7, 24 april 2014
derhalve tweerichtingsverkeer: bestuursrechtelijke handhavers zoeken indien noodzakelijk het overleg op met politie en OM en omgekeerd. Overleg over de toepassing van het bestuurs- en/of strafrecht is altijd noodzakelijk als de handhaver de bevinding na stap 1 heeft gepositioneerd in de middensegmenten (A4, B3, B4, C2, D2 en D1) of zware segmenten (C3, C4, D3 en D4) van de interventiematrix. Overleg kan ook zinvol zijn bij bevindingen die de handhaver weliswaar heeft gepositioneerd in de lichte segmenten van de interventiematrix (A1, A2, A3, B1, B2 en C1), maar waarbij er op grond van stap 2 sprake is van één of meer verzwarende aspecten. In situaties waarin een handhavinginstantie een BSBm oplegt is overleg met het OM niet geïndiceerd en is strafrechtelijk optreden door het OM niet aan de orde. Als de handhaver concludeert dat overleg over de toepassing van het bestuurs- en/of strafrecht geïndiceerd is, wordt gehandeld op basis van vooraf tussen bestuursrechtelijke handhavinginstanties, politie en OM gemaakte algemene afspraken over hun samenspel. Alleen zo kan accuraat en effectief optreden in voorkomende gevallen worden gewaarborgd, in het bijzonder als er sprake is van spoed en heterdaad. Situaties waarin de vooraf gemaakte algemene afspraken niet voorzien, zullen apart door handhavinginstantie, politie en OM worden beoordeeld, in een regulier overleg of door middel van ad hoc overleg als snelheid vereist is. Uit het overleg volgt hoe de betreffende bevinding wordt opgepakt: alleen bestuursrechtelijk, bestuurs- én strafrechtelijk of alleen strafrechtelijk. Het laatste veelal startend met een opsporingsonderzoek onder leiding van de Officier van Justitie. Tenslotte is, afgezien van de interventiematrix, aangifte bij het OM standaard als toezichthouders de volgende ernstige bevindingen doen: Situaties waarin bewust het toezicht onmogelijk wordt gemaakt, zoals het weigeren van toegang, intimidatie, geweldsdreiging, fraude, vernietiging van bewijs en poging tot omkoping. Situaties waarin de toezichthouder constateert dat er opzettelijk mensen in gevaar worden gebracht, door onder andere: sabotage, vernieling of het bewust verstrekken van verkeerde informatie.
3.4 Stap 4 – Optreden met de interventiematrix De landelijke handhavingstrategie gaat uit van het in principe zo licht mogelijk starten met interveniëren gericht op herstel en het vervolgens snel inzetten van zwaardere interventies als naleving uitblijft. De handhaver gebruikt de interventiematrix van figuur 3 daarbij als volgt: 1. De handhaver kijkt naar de interventies in het segment van deze interventiematrix waarin hij de bevinding eerder met behulp van stap 1 (paragraaf 3.1) heeft gepositioneerd. 2. De handhaver kiest voor de minst zware (combinatie) van de in het betreffende segment opgenomen interventies, tenzij de handhaver motiveert dat een andere (combinatie van) interventie(s) in de betreffende situatie passender is. De interventies in de (segmenten van de) matrix lopen van beneden naar boven op in zwaarte. In bijlage 2 staan alle interventies eveneens van licht naar zwaar toegelicht. Waar in de matrix van figuur 3 ‘PV’ staat betreft het de middelzware en zware segmenten die in stap 3 zijn afgestemd tussen handhavinginstantie en OM. Als in overleg is besloten dat het OM niet optreedt, zijn er in deze situaties de in figuur 3 aangegeven op herstel en/of op bestraffing gerichte bestuursrechtelijke interventies om te overwegen, en ook de BSBm als strafrechtelijke interventie.
10
Versie 1.7, 24 april 2014
DE (MOGELIJKE) GEVOLGEN ZIJN:
Aanzienlijk, dreigend en/of onomkeerbaar
Van belang
Beperkt
Strafrecht BSBm / PV
Strafrecht BSBm / PV
Strafrecht BSBm / PV
Strafrecht PV
Bestuursrecht bestraffend Bestuurlijke boete
Bestuursrecht bestraffend Bestuurlijke boete
Bestuursrecht bestraffend Exploitatieverbod / sluiting, schorsen of intrekken vergunning certificaat of erkenning
Bestuursrecht bestraffend Exploitatieverbod / sluiting, schorsen of intrekken vergunning certificaat of erkenning
Bestuursrecht herstellend Tijdelijk stilleggen, LOB, LOD Verscherpt toezicht
Bestuursrecht herstellend Tijdelijk stilleggen, LOB, LOD, Verscherpt toezicht
Bestuursrecht herstellend Tijdelijk stilleggen, LOB, LOD
Bestuursrecht herstellend Tijdelijk stilleggen, LOB, LOD
Strafrecht BSBm / PV
Strafrecht BSBm / PV
Strafrecht BSBm / PV
Strafrecht PV
Bestuursrecht bestraffend Bestuurlijke boete
Bestuursrecht bestraffend Bestuurlijke boete
Bestuursrecht bestraffend Bestuurlijke boete
Bestuursrecht bestraffend Exploitatieverbod / sluiting, schorsen of intrekken vergunning certificaat of erkenning
Bestuursrecht herstellend Bestuurlijk gesprek, Waarschuwen
Bestuursrecht herstellend Tijdelijk stilleggen, LOB, LOD, Verscherpt toezicht
Bestuursrecht herstellend Tijdelijk stilleggen, LOB, LOD, Verscherpt toezicht
Bestuursrecht herstellend Tijdelijk stilleggen, LOB, LOD
Strafrecht BSBm / PV
Strafrecht BSBm / PV
Strafrecht PV
Bestuursrecht bestraffend Bestuurlijke boete
Bestuursrecht bestraffend Bestuurlijke boete
Bestuursrecht herstellend Tijdelijk stilleggen, LOB, LOD, Verscherpt toezicht
Bestuursrecht herstellend Tijdelijk stilleggen, LOB, LOD
Strafrecht BSBm / PV
Strafrecht PV
Bestuursrecht bestraffend Bestuurlijke boete
Bestuursrecht bestraffend Bestuurlijke boete
Bestuursrecht herstellend Bestuurlijk gesprek Waarschuwen
Bestuursrecht herstellend Bestuurlijk gesprek, Waarschuwen
4
3
2 Bestuursrecht herstellend Aanspreken / informeren
Vrijwel nihil
Bestuursrecht herstellend Bestuurlijk gesprek, Waarschuwen
1 Bestuursrecht herstellend Aanspreken / informeren
A Goedwillend: Onbedoeld Proactief
Bestuursrecht herstellend Aanspreken / informeren
B Moet kunnen: Onverschillig
C Calculerend: Bewust belemmerend en/of risico nemend
GEDRAG VAN DE OVERTREDER
D Bewust en structureel / Crimineel: Fraude Oplichting Witwassen
Figuur 3: De interventiematrix voor het bepalen van de eerste interventie(s) – zie ook bijlage 2
11
Versie 1.7, 24 april 2014
De handhaver zet de betreffende (combinatie van) interventie(s) in totdat sprake is van naleving. Als naleving binnen de door de handhaver bepaalde termijn uitblijft, pakt de handhaver direct door, door middel van het inzetten van een zwaardere (combinatie van) interventie(s). In algemene zin geldt voor termijnen het volgende: Gedragsvoorschriften dienen direct in acht genomen te worden. Hiervoor dient geen of hooguit een zeer korte termijn te worden gesteld om de overtreding te beëindigen en/of herhaling ervan te voorkomen. In alle andere gevallen – waaronder ook plannen of voorzieningen waarvoor investeringen vereist zijn – geldt: hoe urgenter de situatie des te korter de termijn. Daarbij rekening houdend met de technische en organisatorische realiseerbaarheid in die termijn. Het optreden in stap 4, zoals tot nu toe beschreven, heeft betrekking op gedane bevinding(en) die op grond van de interventiematrix worden aangepakt. Uiteraard kunnen handhavinginstanties aanvullend ook hun toezichtstrategie bij het betreffende bedrijf als zodanig aanpassen, in de zin van bijvoorbeeld het verhogen/verlagen van de toezichtfrequentie, het initiëren van de herijking van de vergunningensituatie, et cetera.
3.5 Stap 5 – Vastlegging De doorlopen stappen en genomen beslissingen worden verifieerbaar en transparant vastgelegd volgens de binnen de handhavinginstantie geldende administratieprocedures en systemen, zodanig dat hieruit kan worden afgeleid dat is voldaan aan: het motiveringsbeginsel, het zorgvuldigheidsbeginsel, het verbod van willekeur en het verbod van misbruik van bevoegdheid.
12
Versie 1.7, 24 april 2014
Bijlage 1 – Begrippen Begrip
Toelichting
Beginselplicht tot handhaven
Uitgangspunt dat het bevoegd gezag verplicht is om op te treden bij een geconstateerde overtreding. De term ‘beginselplicht’ impliceert dat er omstandigheden kunnen zijn om van handhaven en/of het opleggen van een sanctie af te zien. Dit is in het recht geregeld via artikel 5:5 Awb (het bestuursorgaan legt geen bestuurlijke sanctie op voor zover voor de overtreding een rechtvaardigingsgrond bestond) en artikelen 39 en verder van het Wetboek van strafrecht (strafuitsluitingsgronden). Uit de rechtspraak volgt voorts dat overwogen kan worden van handhaven af te zien als er concreet zicht op legalisatie bestaat, of wanneer handhavend optreden zodanig onevenredig is in verhouding tot de daarmee te dienen belangen, dat van optreden in die concrete situatie behoort te worden afgezien. Een overleg onder coördinatie van de provincie waaraan de handhavingpartners deelnemen. Het BHO stelt uitgaande van de landelijke handhavingprioriteiten de regionale / lokale handhavingprioriteiten vast. Centraal bestuurlijk overleg over het stelsel VTH o.l.v de Minister van IenM, gericht op afstemming van de verschillende taken en verantwoordelijkheden. Aan het Bestuurlijk omgevingsberaad doen in ieder geval mee: de ministers van I&M en V&J, drie vertegenwoordigers van de omgevingsdiensten, vertegenwoordigers van de bevoegde overheden en het OM. Een boete die door een daartoe bevoegde overheidsdienst zonder tussenkomst van het OM of een rechter kan worden opgelegd. Het CJIB verzorgt de inning en incasso van bestuurlijke boetes van diverse overheidsdiensten, waaronder de NVWA, de Inspectie SZW en de Inspectie Leefomgeving en Transport. Een strafrechtelijke boete die bij strafbeschikking wordt opgelegd ter afdoening van relatief eenvoudige overtredingen. De gevallen waarin dit instrument kan worden toegepast zijn opgenomen in het Feitenboekje Bestuurlijke strafbeschikking milieu- en keurfeiten. Waarneming die ten aanzien van een bepaald onderwerp van onderzoek tijdens een inspectie wordt gedaan. Na beoordeling ervan kunnen bevindingen leiden tot de kwalificatie wel/geen overtreding. Specialistisch, landelijk opererend onderdeel van het OM, dat zich toelegt op de bestrijding van complexe fraude en milieucriminaliteit. De fysieke leefomgeving omvat de inrichting van de woonwijk/gemeente inclusief de wegen, parken, industrieterreinen. De kwaliteit van de fysieke leefomgeving wordt deels bepaald door de milieukwaliteit. Een bestuurlijk vastgesteld document, waarin is vastgelegd in welke situaties en onder welke condities inzet van sancties tegenover overtreders tijdelijk achterwege kan blijven. Het door toezicht bewerkstelligen en zo nodig met toepassing van bestuursrechtelijke of strafrechtelijke middelen bereiken dat de regelgeving wordt nageleefd. Op onderkende risico’s en vastgestelde prioriteiten gericht handhavingactiviteitenprogramma, inclusief financiering en capaciteit. Actieve handeling om een geconstateerd probleem op te lossen. Toets om na te gaan of legalisatie van een overtreding mogelijk is. In de Algemene wet bestuursrecht vastgelegd beginsel dat de overheid haar besluiten goed moet motiveren: de feiten moeten kloppen en de motivering moet logisch en begrijpelijk zijn.
Bestuurlijk handhavingoverleg Bestuurlijk Omgevingsberaad
Bestuurlijke boete
Bestuurlijke strafbeschikking milieu
Bevinding
Functioneel Parket Fysieke leefomgeving
Gedoogstrategie
Handhaving
Handhavingprogramma Interventie Legalisatietoets Motiveringsbeginsel
13
Versie 1.7, 24 april 2014
Nalevingstrategie
Normadressaat OM Omgevingsdiensten
Rechtsgelijkheid Rechtvaardigingsgrond
Sanctie Sanctiestrategie
Schulduitsluitingsgrond Strafuitsluitingsgronden Strategische milieukamer
Toezicht Toezichtstrategie VTH kwaliteitscriteria
Zorgvuldigheidsbeginsel
Bestuurlijk vastgesteld document, waarin is vastgelegd met welke instrumenten naleving wordt gerealiseerd en welke rol handhaving daarbinnen speelt. Een nalevingstrategie bevat in ieder geval een toezichtstrategie, een sanctiestrategie en een gedoogstrategie. Natuurlijke of rechtspersoon voor wie een bepaalde norm of voorschrift geldt. Openbaar Ministerie. Diensten van provincies en gemeenten voor de uitvoering van de VTHtaken. De Omgevingsdiensten werden eerder ook wel aangeduid als Regionale Uitvoeringsdiensten (RUD’s). Rechtsbeginsel dat bepaalt dat gelijke gevallen gelijk dienen te worden behandeld en ongelijke verschillend naar de mate van het verschil. Omstandigheid die de wederrechtelijkheid van een handeling bij nader inzien wegneemt. Mogelijke reden om uiteindelijk geen sanctie op te leggen. Straf of maatregel die wordt toegepast als rechtsregels worden overschreden. Bestuurlijk vastgesteld document, waarin de basisaanpak voor het bestuursrechtelijk en strafrechtelijk optreden bij overtredingen is vastgelegd. De sanctiestrategie omvat ten minste: a. een op elkaar afgestemd bestuursrechtelijk – strafrechtelijk optreden tegen overtreding van de gestelde milieunormen; b. een passende reactie op geconstateerde overtredingen; c. een stringentere reactie bij voortduring van de overtreding; d. een regeling voor optreden tegen overtredingen door de eigen organisatie en andere overheden; e. transparantie over te stellen termijnen voor het opheffen van (standaard)overtredingen en over de zwaarte van sancties daarvoor. Omstandigheid die de verwijtbaarheid van een handeling bij nader inzien wegneemt. Mogelijke reden om uiteindelijk geen sanctie op te leggen. Er zijn twee categorieën strafuitsluitingsgronden: rechtvaardigheidsgronden en schulduitsluitingsgronden. Zie aldaar. Overleg tussen het Functioneel Parket van het OM, de inspecteursgeneraal van de ILT, NVWA en de Inspectie SZW, de Nationale Politie, een vertegenwoordiging van de Omgevingsdiensten en het bestuurlijk bevoegd gezag. De SMK stelt de landelijke prioriteiten vast voor de strafrechtelijke handhaving en de afstemming van de strafrechtelijke handhaving op de bestuurlijke handhaving. Het controleren of en in hoeverre wettelijke bepalingen worden nageleefd. Bestuurlijk vastgesteld document, waarin is vastgelegd welke vormen van toezicht worden onderscheiden en wat de basiswerkwijze daarbij is. Kwaliteitscriteria die inzichtelijk maken welke kwaliteit burgers, bedrijven en instellingen, maar ook overheden onderling en opdrachtgevers mogen verwachten bij de uitvoering of de invulling van taken op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH taken). In de Algemene wet bestuursrecht vastgelegd rechtsbeginsel, dat de overheid een besluit zorgvuldig moet voorbereiden en nemen: correcte handeling van de burger, zorgvuldig onderzoek naar de feiten en belangen, procedure goed volgen en deugdelijke besluitvorming.
14
Versie 1.7, 24 april 2014
Bijlage 2 – Toelichting interventies van licht naar zwaar Bestuursrecht herstellend Aanspreken/informeren Aanspreken/informeren is een informele interventie (geen wettelijke basis) naar aanleiding van een inspectie die ertoe moet leiden dat de normadressaat naleeft of in staat is na te leven. Aanspreken/informeren gebeurt mondeling, door het verstrekken van schriftelijke informatie of door verwijzing naar websites. Aanspreken/informeren is vooral aan de orde bij goedwillende normadressaten die onbedoeld niet naleven en die gemotiveerd zijn de niet naleving zo snel mogelijk zelf op te lossen. Waarschuwen – brief met hersteltermijn Waarschuwen betekent dat de normadressaat naar aanleiding van een inspectie een waarschuwingsbrief ontvangt. Daarin is opgenomen welke maatregelen of voorzieningen getroffen moeten worden om na te leven en binnen welke (redelijke) termijn. In de brief staat ook dat de handhavinginstantie verdergaande bestuursrechtelijke interventies zal nemen (LOB, LOD), als blijkt dat de in de waarschuwingsbrief opgenomen maatregelen of voorzieningen niet zijn getroffen na het verstrijken van de termijn. Bestuurlijk gesprek Een bestuurlijk gesprek met (de leiding van) de normadressaat in kwestie is een aanvullende escalerende interventie op waarschuwen. Verscherpt toezicht Verscherpt toezicht als interventie betreft het naar aanleiding van een inspectie meer of intensiever toezicht houden op de normadressaat. Een bestuurlijk gesprek zal hier vaak aan vooraf gaan. Verscherpt toezicht moet worden aangekondigd, als ook onder welke voorwaarden het verscherpt toezicht weer zal worden opgeheven. Last onder dwangsom – LOD Een last onder dwangsom is een op herstel gerichte interventie voor het ongedaan maken van overtredingen en/of het voorkomen van verdere/herhaalde overtreding. De normadressaat krijgt een verplichting (een last) opgelegd om binnen een gegeven termijn de overtreding te beëindigen door iets te doen of na te laten op straffe van het verbeuren van een dwangsom wanneer de last niet tijdig wordt uitgevoerd. De op te leggen dwangsom moet voldoende hoog zijn om de overtreding te beëindigen. Een last onder dwangsom kan alleen worden opgelegd als hiervoor een wettelijke bevoegdheid bestaat. Het opleggen van een last onder dwangsom gebeurt volgens zorgvuldig te volgen stappen. In het algemeen worden de volgende stappen doorlopen: 1. Bestuurlijke waarschuwing, dat wil zeggen: het bekend maken van het voornemen om een last onder dwangsom op te leggen met een hersteltermijn plus de termijn om zienswijzen bekend te maken. Indien niet tijdig hersteld: 2. Sanctiebeschikking, dat wil zeggen: het opleggen van een last onder dwangsom met een hersteltermijn. Indien niet tijdig hersteld: 3. Verbeuren en innen dwangsom. Last onder bestuursdwang – LOB Een last onder bestuursdwang is een op herstel gerichte interventie voor het ongedaan maken van een overtreding waarbij de handhavinginstantie, wanneer de last niet of niet tijdig wordt uitgevoerd, op kosten van de overtreder, een overtreding beëindigt door zelf daadwerkelijk in te (laten) grijpen. Een last onder bestuursdwang kan alleen worden toegepast als hiervoor een wettelijke bevoegdheid bestaat. Voor de last onder bestuursdwang gelden dezelfde zorgvuldig te doorlopen stappen als voor de last onder dwangsom. Ook hier kan, bijvoorbeeld in spoedeisende situaties, van deze stappen worden afgeweken:
15
Versie 1.7, 24 april 2014
1. Bestuurlijke waarschuwing, dat wil zeggen: het bekend maken van het voornemen om een last onder bestuursdwang op te leggen met een hersteltermijn plus de termijn om zienswijzen bekend te maken. Indien niet tijdig hersteld: 2. Sanctiebeschikking, dat wil zeggen: het opleggen van een last onder bestuursdwang met een hersteltermijn. Indien niet tijdig hersteld: 3. Uitvoeren bestuursdwang. In spoedeisende situaties en bij ernstige overtredingen is de last onder bestuursdwang de meest geschikte bestuursrechtelijke interventie. De handhavinginstantie kan verzoeken om onmiddellijke beëindiging van de overtreding. Als blijkt dat de normadressaat niet bereid is aan dit verzoek te voldoen, kan de handhavinginstantie zelf en in spoedeisende gevallen zonder voorafgaande last feitelijk optreden. Wel moet de handhavinginstantie zo spoedig mogelijk nadien alsnog een formele sanctiebeschikking uitvaardigen. Tijdelijk stilleggen Tijdelijk stilleggen betekent dat activiteiten of voertuigen als gevolg van de overtreding tijdelijk worden stilgelegd, tot de overtreding is hersteld en van naleving sprake is. Er kan aanleiding zijn om bij tijdelijk stilleggen beleid en/of politiek te informeren. Tijdelijk stilleggen kan onder de LOB vallen. Bestuursrecht bestraffend Bestuurlijke boete Een bestuurlijke boete is een bestuurlijke bestraffende sanctie die door een daartoe bevoegde overheidsdienst zonder tussenkomst van het OM of een rechter kan worden opgelegd. Het CJIB verzorgt de inning en incasso van bestuurlijke boetes van diverse overheidsdiensten, waaronder de NVWA, de Inspectie SZW en de Inspectie Leefomgeving en Transport. Een bestuurlijke boete houdt de onvoorwaardelijke verplichting in tot betaling van een geldsom en kan naast een last onder dwangsom of een last onder bestuursdwang worden opgelegd. Het opstellen van het boeterapport gebeurt door de toezichthouder/handhaver, maar de kennisgeving, beschikking en inning gebeuren door het boetebureau (o.a. CJIB). De maxima en bandbreedtes van boetebedragen zijn veelal vastgelegd in de wetgeving. Een belangrijk verschil met de BSBm is dat bezwaar en beroep bij het bestuursorgaan dienen te worden aangetekend, terwijl de normadressaat tegen de BSBm in verzet kan komen bij het OM. Schorsen of intrekken vergunning, certificaat of erkenning Als de normadressaat houder is van een begunstigend besluit (vergunning of ontheffing), dan kan het geheel of gedeeltelijk intrekken van dat besluit een passende interventie zijn. Deze interventie is met name passend als de normadressaat niet in actie komt naar aanleiding van eerdere correctieve interventies, zoals een last onder dwangsom. Het geheel of gedeeltelijk intrekken van een begunstigend besluit is een vergaande interventie die zorgvuldig moet worden voorbereid. Exploitatieverbod, sluiting Voor niet vergunningplichtige normadressaten bestaat de mogelijkheid op basis van de Fraudewet om het bedrijf te sluiten of de exploitatie ervan te verbieden. Ook dit zijn vergaande interventies die zorgvuldig moeten worden voorbereid en waarbij het informeren van beleid en politiek noodzakelijk is. Strafrecht Bestuurlijke strafbeschikking milieu – BSBm De bestuurlijke strafbeschikking milieu is een op het strafrecht (artikel 257ba Wetboek van Strafvordering) gebaseerde interventie die daartoe bevoegde handhavinginstanties zonder tussenkomst van het OM kunnen opleggen. Voor feiten uit het zogenoemde ‘Feitenboekje Bestuurlijke Strafbeschikking Milieu- en Keurfeiten’ wordt een combibon uitgeschreven (geldboete) die ter afdoening wordt gezonden aan het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB). De BSBm kan los van (óf óf), parallel met (én én) of volgtijdelijk aan (eerst…dan…) op herstel gerichte interventies worden ingezet. De BSBm is bedoeld voor relatief eenvoudige overtredingen, waarbij er over de schuldvraag geen twijfel bestaat. De ‘Richtlijn bestuurlijke strafbeschikkingbevoegdheid milieu- en keurfeiten’ geeft in paragraaf 2.7 de beleidsvrijheid binnen gestelde grenzen aan en in paragraaf 2.8 de contra-indicaties
16
Versie 1.7, 24 april 2014
voor het uitvaardigen van een BSBm. Als geen BSBm kan worden uitgevaardigd is in veel gevallen overleg met het OM noodzakelijk. Proces-verbaal (PV) BOA’s die een strafbaar feit vermoeden of constateren, kunnen een PV opmaken. Dit optreden valt onder het strafrechtelijk optreden dat in deze landelijke handhavingstrategie is geregeld. Een PV is de basis voor het verdere optreden van het OM dat kan leiden tot sancties als: een geldboete, een werkstraf, een gevangenisstraf, ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel, publicatie van het vonnis, stillegging van de onderneming en verbeurdverklaring.
17