BELEIDSPLAN INTEGRAAL TOEZICHT EN HANDHAVEN 2012-2015 GEMEENTE BEST
“Samen sterker, door integraal toezicht en handhaven”
1 Beleidsplan Integraal Toezicht en Handhaving 2012-2015
Inhoudsopgave 1.
Inleiding ..................................................................................................................................3
2.
Handhaven in het algemeen ......................................................................................................4 2.1 Begrippen toezicht en handhaven ..................................................................................................4 2.2 Missie toezicht en handhaving........................................................................................................5 2.3 Positionering integraal toezicht- en handhavingsbeleidsplan.............................................................5 2.4 Kaders en trends...........................................................................................................................6 2.4.1 Landelijk kader.......................................................................................................................7 2.4.2 Landelijke trend .....................................................................................................................7 2.4.3 Provinciaal kader ....................................................................................................................8 2.4.4 Gemeentelijk kader ................................................................................................................8 2.4.5 Gemeentelijke trend ...............................................................................................................9
3.
Beleidsuitgangspunten en doelstellingen toezicht en handhaven .................................................10 3.1 3.2
4.
Doelstellingen .............................................................................................................................10 Beleidsuitgangspunten ................................................................................................................11
Handhavingsthema’s...............................................................................................................12 4.1 Inleiding.....................................................................................................................................12 4.2 Methodiek risicoanalyse...............................................................................................................12 4.3 Handhavingthema’s ....................................................................................................................13 4.5 Toezicht en klachten en meldingen ..............................................................................................16 4.5.1 Intensiteit toezicht........................................................................................................16 4.5.2 Integraal toezicht .........................................................................................................16 4.5.3 Klachten en meldingen .................................................................................................16
5.
Strategie................................................................................................................................18 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5
6.
Algemeen...................................................................................................................................18 Programmatisch handhaven ........................................................................................................18 Samenwerking............................................................................................................................18 (Provinciebrede) handhavingstrategie...........................................................................................20 Gedogen ....................................................................................................................................20
Beleidscyclus en kwaliteitseisen ...............................................................................................21 6.1 6.2
Bijlagen
Beleidscyclus ..............................................................................................................................21 Kwaliteitseisen ............................................................................................................................21 ..................................................................................................................................23
Bijlage 1: Handhavingsstrategie “Zo handhaven wij in Brabant”..........................................................23
2 Beleidsplan Integraal Toezicht en Handhaving 2012-2015
1.
Inleiding
Voor u ligt het Integraal toezicht- en handhavingsbeleidsplan 2012–2015. Deze nota is een actualisering en vervanging van de nota uit 2006. De actualisatie van dit beleid is om twee redenen noodzakelijk. Ten eerste omdat de looptijd van de nota uit 2006 is verstreken en ten tweede omdat er op wet- en regelgevinggebied ontwikkelingen zijn die ook van invloed zijn op toezicht en handhaving. Bijvoorbeeld: - Introductie van onder andere de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), die op het gebied van toezicht en handhaving om een integrale en programmatische aanpak vraagt; - Het stellen van wettelijke kwaliteitseisen aan toezicht en handhaving om een professioneel niveau te waarborgen (Besluit omgevingsrecht en Ministeriele regeling omgevingsrecht); - Voor steeds meer activiteiten wordt de vergunning- of ontheffingsplicht vervangen door algemene regels, waardoor de toets vooraf plaats maakt voor een toets achteraf; - Op grond van de bestuurlijke strafbeschikking worden/zijn Boa’s in de gelegenheid gesteld om strafrechtelijk te handhaven; - De samenwerking met de externe partners wordt geïntensiveerd en vastgelegd in nog nader te ontwikkelen handhavingarrangementen. In dit beleid wordt aangegeven, wat de burgers van de gemeente mogen verwachten ten aanzien van respectievelijk toezicht op en handhaving van wetten en regels in de fysieke leefomgeving, en wat de gemeente van haar burgers en ondernemers verwacht. De gemeentelijke overheid houdt toezicht en handhaaft waar nodig. De burgers en ondernemers verwachten in dit opzicht bescherming en daadkracht van de overheid. In algemene zin richt de grootste kritiek van burgers en ondernemers zich op inconsequent gedrag en slecht voorbeeldgedrag van de gemeente. Anderzijds hebben burgers en ondernemers ook hun eigen verantwoordelijkheid waar het gaat om de naleving van wetten en andere regelgeving. Dit aspect verdient extra aandacht, omdat de neiging bestaat om de overheid overal verantwoordelijk voor te stellen. Reden temeer voor de gemeente om toezicht- en handhavingsbeleid vast te stellen waardoor een gestructureerde, consequente en transparante aanpak in toezicht en handhaving daadwerkelijk wordt bewerkstelligd. Dit is ook een vereiste voor de rechtmatigheidtoetsing van bestuurlijke handhaving door de rechter. Daarnaast draagt dit bij tot een efficiënte en effectieve bedrijfsvoering op het taakveld van toezicht en handhaving. Dit toezicht- en handhavingbeleid geeft de uitgangspunten en het kader voor de uitvoering van de toezicht- en handhavingstaken in de gemeente Best. Vooraf vindt er een afweging plaats tussen het belang van de naleving van de norm (vastgelegd in wet- en regelgeving), het belang van de overtreder en het belang van eventuele derden (nalevingstrategie en prioritering). Dit geschiedt door het uitvoeren van een risicoanalyse voor alle betrokken (beleids)velden (Kernbeleid Veiligheid, milieu, bouw, ruimtelijke ordening, brandveiligheid en APV). Hiermee wordt inzichtelijk bij welke activiteiten zich de grootste handhavings- en nalevingsproblemen (kunnen) voordoen. Het beleidsplan geeft inzicht in de vraag hoe de gemeente Best aankijkt tegen haar toezicht- en handhavingstaken en beschrijft hoe die taken dienen te worden opgepakt, vorm gegeven en ingevuld. Daarmee geeft het toezicht- handhavingbeleid de basis voor een gestructureerde, consequente en transparante aanpak in toezicht en handhaving. Omdat Best een veelheid aan handhavingstaken heeft, ontkomen we er niet aan prioriteiten te stellen en duidelijke keuzes te maken. Het doel van deze nota is om voor een periode van 4 jaar het voorgestelde toezicht- en handhavingsbeleid te hanteren. Gedurende deze periode is de ambitie aanwezig om de veiligheid en leefbaarheid effectief verder te verbeteren door de belangrijkste thema’s integraal en programmatisch aan te pakken en de juiste prioriteiten daarin te stellen. Deze nota is afgestemd met de relevante (interne en externe) partners. Het handhavingbeleid is de basis voor een programmatische en cyclische uitvoering van de toezicht- en handhavingstaken in de vorm van een jaarlijks terugkerend uitvoeringsprogramma. Het uitvoeringsprogramma wordt vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders, waarbij het college rekening houdt met de vastgestelde prioriteiten. Elk jaar wordt het uitvoeringsprogramma geëvalueerd en indien nodig worden doelen en prioriteiten bijgesteld.
3 Beleidsplan Integraal Toezicht en Handhaving 2012-2015
2.
Handhaven in het algemeen
Toezicht en handhaven bevinden zich in een dynamische omgeving. Forse incidenten (Enschede, Volendam en meer recent de brand in Moerdijk) hebben het belang van toezicht en handhaven benadrukt. De onafhankelijke onderzoeken en de rapporten van de VROM Inspectie lieten zien dat de werkwijze van de toezichthoudende overheden voor verbetering vatbaar was. Veel overheden zijn die weg naar professionalisering ingeslagen. Het Rijk wil tegelijkertijd de regeldruk verminderen. Daarnaast is de lijn om burgers en bedrijven meer verantwoordelijkheid te geven. Daarbij werkt men over het algemeen met algemene regels. Denk bijvoorbeeld aan het Gebruiksbesluit, het opgaan van de meeste specifieke algemene regels voor milieu in het Activiteitenbesluit en uitbreiding van vergunningsvrij bouwen. Deze wijzigingen leiden ertoe dat voor veel activiteiten niet vooraf meer een vergunning is vereist. Burgers en ondernemers hoeven daarom niet altijd meer een vergunning aan te vragen, maar moeten bij de realisatie van hun project of activiteit wel voldoen aan algemene regels opgenomen in wet- en regelgeving. Dit heeft gevolgen voor vergunningverlening, toezicht en handhaving omdat naar verwachting 50 % minder vergunningsaanvragen ingediend zullen worden. Voor de vakgroep vergunningen vindt gedeeltelijk een verschuiving van taken plaats van het beoordelen van aanvragen om vergunning naar het beoordelen van meldingen, volgen van maatwerkprocedures en beoordelen van beperkte omgevingstoetsen. Voor toezicht en handhaving zal dit inhouden dat toezicht en handhaving van meldingen en algemene regels meer (voorbereidings)tijd zal vergen. Deze uitdaging zal door de gemeente Best opgepakt moeten worden. Bij het vormgeven van die meer professionele manier van werken, waarbij de activiteiten van de burger en bedrijfsleven centraal staan, spelen de volgende ontwikkelingen: streven naar meer kwaliteit (betere dienstverlening en toezicht), transparantie, en verantwoording door de overheid integraal werken van taakgericht naar probleem- en procesgericht werken streven naar vermindering van lastendruk en toezichtlasten voor burgers en ondernemers streven naar meer verantwoordelijkheid van burgers en streven naar meer efficiency en effectiviteit digitalisering
2.1
Begrippen toezicht en handhaven
Onder toezicht en handhaving wordt het volgende verstaan: Toezicht: het verzamelen van informatie om na te gaan of een handeling of zaak voldoet aan de daaraan gestelde eisen, het zich daarna vormen van een oordeel daarover en het eventueel naar aanleiding daarvan interveniëren. Het toezicht zoals bedoeld is gericht op burgers, ondernemers en instellingen. Handhaving: het zo nodig afdwingen van de naleving van door de overheid gestelde regels. In het kader van toezicht en handhaving wordt een onderscheid gemaakt tussen preventieve en repressieve activiteiten. We spreken van preventieve activiteiten bij voorlichting, communicatie, subsidiering, het toezicht tot en met de eerste aanschrijving en de daaraan verbonden hercontrole en gedeeltelijk bij de inzet van de Boa’s. Door goede voorlichting, goed toezicht op de naleving van regels, bij voorkeur gestart in een vroeg stadium en een snelle afhandeling van vergunning- en afwijkingsprocedures wordt een beter naleefgedrag gestimuleerd. Door te investeren in preventie behoeft de gemeente Best minder vaak repressief op te treden zodat hiervoor ook minder capaciteit c.q. middelen behoeven te worden ingezet c.q. besteed. Hierna vinden repressieve activiteiten plaats. Repressieve maatregelen, zoals het opleggen van een last onder bestuursdwang of een last onder dwangsom en strafrechtelijk optreden, zijn op te vatten als een vorm van ‘afschrikking’. Het doel hiervan is om de overtreding te (laten) beëindigen. Een professionele handhavingorganisatie gebruikt een mix van maatregelen die onder de gegeven omstandigheden het meest efficiënt en effectief zijn.
4 Beleidsplan Integraal Toezicht en Handhaving 2012-2015
2.2
Missie toezicht en handhaving
In Best hanteren we de volgende missie voor toezicht en handhaven. Deze is gebaseerd op de algemene missie voor Veiligheid en Handhaving zoals die is genoemd in het afdelingsplan 2011.
Transparant toezicht en handhaven, waardoor spontane naleving van wet- en regelgeving wordt bevorderd met als resultaat een veilige, gezonde en kwalitatieve leefomgeving in Best. Teneinde dit te realiseren streeft de gemeente Best naar een professionele, systematische, integrale en programmatische wijze van toezicht en handhaven. De missie is uit te werken in drie kernpunten: 1. Voorkomen van overtredingen verdient hoogste prioriteit; 2. Toezicht en Handhaven vindt onderbouwd, programmatisch en transparant plaats; 3. Communicatie over de inhoud van het toezicht- en handhavingsbeleid is noodzakelijk Ad 1 De gemeente Best legt de nadruk op preventie. Aan het verbeteren van naleefgedrag en het voorkomen van overtredingen wordt de hoogste prioriteit gegeven. Preventie begint bij helder en duidelijk beleid en regelgeving met een groot draagvlak. Goede en tijdige communicatie met belangenorganisaties, burgers en ondernemers bij beleidsontwikkeling en implementatie daarvan is dan ook een absolute noodzaak. Zie punt 3; dit hebben we niet gedaan!! Door het vergroten van het draagvlak zal het naleefgedrag worden verbeterd. Daarmee wordt veel repressieve handhaving voorkomen. Ad 2 Goed toezicht en handhaving verloopt volgens plan en voldoet aan de wettelijke kwaliteitscriteria. De gemeente maakt dat plan in de vorm van een handhavingsprogramma. In dat programma wordt duidelijk gemaakt dat niet alles (tegelijk) kan worden aangepakt en dat daarin keuzes gemaakt worden op grond van goede afwegingen en prioriteiten. Risico’s en naleefgedrag bepalen in hoeverre een handhavingstaak prioriteit heeft. Negatieve effecten op een veilige en gezonde leefomgeving, bij niet naleving van regels, spelen een belangrijke rol in de sturing van de toezichts- en handhavingsinspanningen. Ad 3 Naast communicatie over het hoe en waarom van regelgeving is ook communicatie over de inhoud van het handhavingsbeleid van belang. Men moet weten waar men aan toe is, maar bovendien moet wat de gemeente gaat oppakken aansluiten bij de behoefte van de inwoners en ondernemers.
2.3
Positionering integraal toezicht- en handhavingsbeleidsplan
Het integraal toezicht- en handhavingsbeleid is een onderdeel van de beleidscyclus voor vergunningverlening, toezicht en handhaving voor de beleidsvelden milieu, bouwen, brandveilig gebruik en openbare ruimte. De afgelopen jaren zijn forse stappen voorwaarts gezet op het gebied van toezicht en handhaving. In het schema op de volgende bladzijde staat het beleid van de afdeling Veiligheid en Handhaving weergegeven, bestaande uit het brandweerbeleidsplan, de beleidsvisie Externe Veiligheid, het Kernbeleid Veiligheid, het Integraal toezicht- en handhavingsbeleid en het rampenplan.
5 Beleidsplan Integraal Toezicht en Handhaving 2012-2015
Schematisch overzicht beleid Veiligheid en Handhaving
Zie hiervoor tevens het gemeentelijk kader, onder 2.4.3.
2.4
Kaders en trends
In onderstaand schema worden de meest relevante kaders en trends genoemd, die een rol spelen bij de totstandkoming van dit beleid. Deze kaders worden vervolgens per paragraaf nader omschreven. Overzicht kader en trends Landelijk kader Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en interbestuurlijk toezicht Regionale uitvoeringsdiensten Basisregistraties Landelijke trend Drank- en horecawet Bouwbesluit 2012 Omgevingswet Provinciaal kader Handhavingssamenwerking Brabant Regionale huisvestingsverordening Regionale samenwerkingsovereenkomst Boa’s Gemeentelijk kader Programmabegroting 2012-2014 Intergemeentelijke samenwerking (Veldhoven Kernbeleid Veiligheid Milieubeleidsplan Horeca- en evenementenbeleidsplan Gemeentelijke trend Vergunningenbeleidsplan Deregulering APV Digitaal werken
6 Beleidsplan Integraal Toezicht en Handhaving 2012-2015
2.4.1 Landelijk kader Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) De Wabo geeft de kaders aan voor de omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning is één geïntegreerde vergunning voor bouwen, wonen, monumenten, ruimte, natuur en milieu. De Wabo zorgt er voor dat er in principe nog maar één handhavend bestuursorgaan voor de omgevingsvergunning is. Deze wet bevat regels met betrekking tot de bestuursrechtelijke handhaving. Best moet kunnen optreden als een bestuursrechtelijk handhavingsorgaan. Naast de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht gelden ook het Besluit omgevingsrecht en de ministeriele regeling omgevingsrecht. Het Besluit en de regeling bevatten onder meer kwaliteitseisen voor het toezicht en de handhaving van de omgevingsvergunning. Deze kwaliteitseisen zijn minimumeisen waaraan elke professionele handhavingsorganisatie moet voldoen. Interbestuurlijk toezicht Bij interbestuurlijk toezicht gaat het om het toezicht van het rijk of de provincie op de uitvoering van het toezicht en handhaving door de gemeente. De minister en/of de provincie beschikken op grond van de Wabo, onder meer, over aanwijzing- en/of vorderingbevoegdheden. Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) Een RUD cq omgevingsdienst is een openbaar lichaam zoals bedoeld in de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr). In 2008 adviseerde de Commissie Mans 25 verplichte uitvoeringsdiensten in te stellen. De RUD is een regionaal werkende uitvoeringsdienst die de uitvoering van bepaalde VROM-taken van provincie, waterschap en gemeenten overneemt. Basisregistraties (GBA/BAG) In de gemeente Best zijn de GBA, dé basisregistratie voor persoonsgegevens en de BAG dé basisregistratie voor adressen en gebouwen ingevoerd. Het doel van deze basisregistraties is een Andere Overheid, die bij haar taakvervulling gebruik maakt van de essentiële en betrouwbare gegevens uit de basisregistraties.
2.4.2 Landelijke trend Drank- en Horecawet Momenteel is er een voorstel tot wijziging van de Drank- en Horecawet (DHW) goedgekeurd door de Tweede Kamer. Deze wijziging heeft twee doelen: 1. Het terugdringen van alcoholgebruik onder vooral jongeren om gezondheidsschade en verstoring van de openbare orde te voorkomen 2. Het terugdringen van de administratieve lasten voor ondernemers en vrijwilligers. De verwachting is dat de Eerste Kamer het wetsvoorstel binnenkort behandelt en dat de wetswijziging op 1 juli 2012 in werking treedt. Gevolg van deze wetswijziging voor toezicht en handhaving is met name dat het toezicht op de Drank- en Horecawet wordt overgeheveld van de Voedsel en Warenautoriteit naar de gemeente. Er komt voor de gemeente derhalve een nieuwe taak bij. Begin 2012 dienen de consequenties van deze wetswijziging in beeld te worden gebracht en de wijze waarop Best hieraan invulling kan geven. Bouwbesluit 2012 Een groot aantal bestaande voorschriften over het (ver)bouwen, gebruiken en slopen van gebouwen en andere bouwwerken wordt samengevoegd in een geheel nieuw Bouwbesluit: het Bouwbesluit 2012. Dit nieuwe besluit komt in de plaats van het Bouwbesluit 2003, de daarbij behorende ministeriële regeling, het Gebruiksbesluit en een aantal voorschriften uit de gemeentelijke bouwverordeningen. Het nieuwe Bouwbesluit bevat ook enkele nieuwe voorschriften. Het Bouwbesluit 2012 treedt naar verwachting op 1 april 2012 in werking.
7 Beleidsplan Integraal Toezicht en Handhaving 2012-2015
Omgevingswet Met de Omgevingswet worden de wettelijke kaders inzichtelijker gemaakt om ontwikkeling en beheer van de leefomgeving beter beheersbaar te maken. Onderwerpen die in de nieuwe wet worden geregeld verdwijnen uit de bestaande wetgeving. De nieuwe wet zal daarmee een aanzienlijke inhoudelijke reductie van regels, wetten en regelingen op het terrein van de fysieke leefomgeving betekenen. De nieuwe wet regelt met prioriteit: het versnellen en verbeteren van besluitvorming in het brede fysieke domein; de integratie van plannen en toetsingskaders; het vergroten van bestuurlijke afwegingsruimte; het doelmatig uitvoeren van onderzoek. De planning is dat de Omgevingswet in 2014 in werking treedt.
2.4.3 Provinciaal kader Handhavingsamenwerking Brabant Binnen de provincie vindt een intensieve samenwerking plaats tussen de verschillende handhavingspartners. Er geldt een provinciebrede handhavingstrategie. Daarnaast vindt met regelmaat zowel ambtelijk als bestuurlijk overleg plaats (ambtelijk en bestuurlijk regionaal handhavingsoverleg). Ook op uitvoerend niveau vinden diverse overleggen plaats, voor de verschillende vakgebieden: milieu en bouwen/RO. Daarnaast is de samenwerking bekrachtigd middels een bestuursovereenkomst. Voor meer informatie over de handhavingsamenwerking in Brabant, zie paragraaf 5.3. Regionale huisvestingsverordening (arbeidsmigranten) De problematiek van de arbeidsmigranten is in eerste instantie een uitdaging voor het beleidsveld Volkshuisvesting. Het is op dit moment echter niet mogelijk om te beschikken over de instrumenten opgenomen in de Huisvestingswet / Huisvestingsverordening, met name de Onttrekkings- en Omzettingsvergunning. Tevens ontbreekt op dit moment een beleidsnotitie Arbeidsmigranten voor (aanvullende) regulering van dit onderwerp. Op grond hiervan is toezicht en handhaving op dit moment alleen mogelijk met behulp van het ‘Algemene gebruiksverbod’ uit het vigerende bestemmingsplan. Er zijn op dit moment echter wel ontwikkelingen gaande die op termijn moeten/kunnen leiden tot een beleidsnotitie Arbeidsmigranten, waarmee huisvesting van arbeidsmigranten gereguleerd kan worden. In beginsel zal handhavend worden opgetreden als er sprake is van huisvesting van arbeidmigranten in een woonwijk en indien het gebruik van deze woonruimte leidt tot excessen zoals geluidsoverlast, parkeeroverlast e.d. In het buitengebied, industrieel gebied en het centrum van Best zal hierop in principe niet handhavend worden opgetreden. Bij een verzoek tot handhaving zal wel altijd een belangenafweging plaatsvinden. Regionale samenwerkingsovereenkomst Boa’s In de regio Brabant Zuid-Oost is in november 2011 een samenwerkingsovereenkomst gesloten, waarbij het mogelijk wordt gemaakt om Boa’s domein 1 (openbare ruimte) en domein 2 ( milieu, welzijn en infrastructuur) uit te wisselen en in te zetten in andere gemeenten.
2.4.4 Gemeentelijk kader Het Integraal Toezicht- en Handhavingbeleidsplan 2012- 2015 sluit aan op de Programmabegroting 20122014. Kernbeleid Veiligheid Op 17 december 2010 is het Kernbeleid Veiligheid door de gemeenteraad vastgesteld. Voor de inhoud wordt verwezen naar die beleidsnota. Het Kernbeleid Veiligheid en het integraal toezicht handhavingsbeleidsplan zijn aanvullend op elkaar en het (maatschappelijk) effect is synergetisch. Vergunningbeleidsplan In dit beleidsplan worden, op basis van een risicoanalyse, de prioriteiten en intensiteit van de toetsing van aanvragen voor een omgevingsvergunning vastgelegd. Volgens planning wordt deze in 2012 opgesteld.
8 Beleidsplan Integraal Toezicht en Handhaving 2012-2015
Milieubeleidsplan In het milieubeleidsplan worden een aantal milieuthema’s geprioriteerd, waarbij per thema wordt aangegeven wat er op deze gebieden binnen de gemeente gebeurt. Het is hiermee het parapluplan voor de overige themagerichte beleidsplannen op het gebied van milieu (zoals het zonebeheerplan en het luchtkwaliteitsplan). Volgens planning wordt dit begin 2012 vastgesteld. De geprioriteerde thema’s uit het milieubeleidsplan worden voor zover relevant meegenomen bij geplande controles, zowel bij vergunningsplichtige als meldingsplichtige bedrijven. De thema’s zijn op zichzelf niet leidend bij de bepaling welke bedrijven gecontroleerd worden. Wel kan in een handhavingsuitvoeringsprogramma worden opgenomen dat de prioritering ertoe leidt dat op projectmatige basis voorrang wordt gegeven aan taken op grond van het milieubeleidsplan of een onderliggend themagericht beleidsplan. Horeca- en evenementenbeleid In dit beleidsplan worden aanvullende regels gesteld voor horeca, evenementen, festiviteiten en paracommerciële activiteiten. Het horecastappenplan maakt deel uit van het horeca- en evenementenbeleidsplan. Zie hiervoor paragraaf 5.4.
2.4.5 Gemeentelijke trend Intergemeentelijke samenwerking Met de gemeente Veldhoven worden onder meer de mogelijkheden onderzocht van samenwerking op het gebied van toezicht en handhaving. Deregulering APV Momenteel wordt gewerkt aan een vereenvoudiging van de APV, waarbij de regels worden verminderd en versimpeld. Hierbij wordt een goede afweging gemaakt tussen lastenverlichting enerzijds en ongewenste risico’s anderzijds. Digitaal werken Sinds het in werking treden van de Wabo is het digitaal indienen van aanvragen mogelijk gemaakt. Vanaf 17 oktober 2011 worden vergunningen binnen onze gemeente dan ook digitaal afgehandeld. Onderzocht wordt of digitaal toezicht ook tot de mogelijkheden behoord.
9 Beleidsplan Integraal Toezicht en Handhaving 2012-2015
3.
Beleidsuitgangspunten en doelstellingen toezicht en handhaven
Bij het uitvoeren van toezicht en handhaven wordt gewerkt vanuit een aantal uitgangspunten; deze uitgangspunten zijn noodzakelijk om de gestelde doelen te behalen. In dit hoofdstuk zullen eerst de doelstellingen van dit handhavingsbeleidsplan worden opgesomd en toegelicht. In de tweede paragraaf worden de bestuurlijke uitgangspunten van toezicht en handhaving behandeld.
3.1
Doelstellingen
Met betrekking tot toezicht en handhaven wil Best een aantal doelstellingen bereiken. Het gaat hierbij om het geven van invulling aan onze wettelijke verplichtingen, alsmede een continue verbetering van de uitvoering van onze taken. Resultaten moeten niet alleen intern zichtbaar zijn, maar moeten zich zeker ook vertalen naar buiten, zowel voor burgers en ondernemers als overige externe partijen.
1. Verbeteren naleefgedrag. Eén van de belangrijkste doelen die we met toezicht en handhaving willen bereiken is het verbeteren van het naleefgedrag. Daarbij worden niet alleen onze toezicht- en handhavingsinspanningen daar ingezet waar het nodig is, maar ook de juiste toezicht- en handhavingsinspanningen ingezet. Uiteindelijk zal dit moeten leiden tot een afname van het aantal overtredingen, met andere woorden een toename van de mate van spontane naleving. Mede daardoor kunnen de daarachter liggende doelstellingen op het gebied van het verminderen van risico’s voor veiligheid, gezondheid en milieu worden bereikt, zodat de kwaliteit van de (fysieke) leefomgeving verbeterd. Het resultaat zal dan zijn een verschuiving van handhaven naar toezicht.
2 Integraal toezicht en handhaven. Door integraal toezicht wordt handhaven effectiever en efficiënter. Ook neemt hierdoor voor de burger en ondernemer de toezichts- en handhavingslast af.
3. Voldoen aan wettelijke kwaliteitseisen. In het Besluit omgevingsrecht en de Ministeriele regeling omgevingsrecht zijn kwaliteitseisen opgenomen waaraan een professioneel handhavingsproces moet voldoen. Zie hiervoor tevens hoofdstuk 6 van dit beleidsplan. Aan het eind van deze beleidsperiode dient het resultaat te zijn dat voldaan wordt aan deze doelstellingen.
10 Beleidsplan Integraal Toezicht en Handhaving 2012-2015
3.2
Beleidsuitgangspunten
Hieronder volgt een opsomming van de uitgangspunten die aan het toezicht en handhaven in Best ten grondslag liggen. Deze uitgangspunten vinden hun uitwerking in dit beleidsplan, het uitvoeringsprogramma en de protocollen, en zeker zo belangrijk in de dagelijkse praktijk van de handhaving. x x x x x
x x x x x x x
x
x x x x x
Het toezicht en handhavingsbeleid van de gemeente is transparant. De gemeente is waar mogelijk met andere handhavingpartners duidelijk over wat wel en wat niet toegestaan is. Regelgeving die gehandhaafd moet worden, is actueel en handhaafbaar; maatschappelijke ontwikkelingen krijgen een snelle vertaling. De wettelijke kwaliteitscriteria opgenomen in het Besluit omgevingsrecht en de Ministeriële Regeling omgevingsrecht worden als leidraad gehanteerd voor toezicht en handhaving van de wet- en regelgeving bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Voor overige wet- en regelgeving vormen deze kwaliteitscriteria ook de leidraad voor toezicht en handhaving. Toezicht en Handhaven geschiedt programmatisch en cyclisch. Op basis van een bestuurlijke prioriteitenstelling worden toezicht- en handhavingactiviteiten jaarlijks gepland in een uitvoeringsprogramma. Over de uitvoering daarvan en de bereikte resultaten wordt gerapporteerd. De uitkomsten hiervan vormen de input voor het volgende programma en kunnen aanleiding geven om het beleid aan te passen. (Programmatisch) handhaven vraagt om een stevige bestuurlijke en ambtelijke discipline en bestuurlijke bereidheid tot handhaven. Voor realisering van de gestelde doelen in dit beleidsplan en de uitvoeringsprogramma’s worden voldoende financiële middelen zowel in personele zin als in facilitaire ondersteuning beschikbaar gesteld. De kracht van het gemeentelijke toezicht en handhaving moet liggen in het voorkomen van normovertredingen. Hiermee wordt ook de handhavinglast voor burgers en ondernemers zoveel mogelijk beperkt. Slecht gedrag wordt aangepakt. Indien een burger, ondernemer of instelling wetten of regels overtreedt, dan wordt deze daarop door de gemeente aangesproken. Toezicht en handhaving geschiedt gestandaardiseerd volgens de provinciale strategie “Zo handhaven wij in Brabant”, zie paragraaf 5.4. Gedogen van overtredingen en het opschorten van handhaving geschiedt bij uitzondering, expliciet, gemotiveerd en tijdgebonden, volgens het gemeentelijk beleid ‘Gedogen in Best’ van 25 januari 2005. Ad-hoc toezicht en handhaven op basis van klachten en meldingen blijft naast het programmatisch toezicht aanwezig. Bij elke klacht of melding vindt een individuele afweging plaats. Op klachten en meldingen van burgers, ondernemers of instellingen wordt altijd gereageerd en gecommuniceerd. Ook wanneer het niet leidt tot een overheidsoptreden, zie paragraaf 4.5.3. Bij huisvesting van arbeidmigranten zal in beginsel handhavend worden opgetreden als er sprake is van huisvesting van arbeidmigranten in een woonwijk en indien het gebruik van deze woonruimte leidt tot excessen zoals geluidsoverlast, parkeeroverlast e.d. In het buitengebied, industrieel gebied en het centrum van Best zal hierop in principe niet handhavend worden opgetreden. Toezicht en handhaving geschiedt integraal. De gemeente geeft zelf het goede voorbeeld. De gemeente Best voert de regie. De gemeente streeft bij toezicht en handhaving naar optimale samenwerking zowel met interne als met externe partners. Burgers en ondernemers zijn primair zelf verantwoordelijk voor de naleving van wet- en regelgeving en voor de gevolgen van overtredingen.
11 Beleidsplan Integraal Toezicht en Handhaving 2012-2015
4.
Handhavingsthema’s
4.1
Inleiding
Om op een effectieve en efficiënte wijze invulling te kunnen geven aan het voorgestane toezicht- en handhavingsbeleid is het noodzakelijk prioriteiten te stellen. Dit geschiedt door het uitvoeren van een risicoanalyse voor alle betrokken beleidsvelden (Kernbeleid Veiligheid, milieu, bouw, ruimtelijke ordening, brandveiligheid en APV). Hiermee wordt inzichtelijk bij welke activiteiten zich de grootste handhavingsen nalevingsproblemen (kunnen) voordoen. De risicoanalyse is uitgevoerd door ervaringsdeskundigen voor de eerdergenoemde beleidsvelden.
4.2
Methodiek risicoanalyse
Een belangrijke eerste stap bij het stellen van prioriteiten is het uitvoeren van een risicoanalyse. Inzichtelijk moet zijn welke (potentiële) problemen zich in de gemeente voordoen, en welke risico’s er bestaan als de regels niet worden nageleefd, en ook als er niet handhavend wordt opgetreden. De risicoanalyse laat zien waar en in welke situaties eerder de kans bestaat dat wet of regel wordt overtreden en toont aan op welke punten zich bij overtredingen de grootste negatieve effecten kunnen voordoen. De formule hiervoor is; risico
=
kans x effect
De risicoanalyse wordt in beginsel voor een periode van 4 jaar uitgevoerd. De uitkomsten van het risicomodel dienen primair als basis voor de prioriteitstelling. Er spelen echter ook andere factoren een rol bij de uiteindelijke prioritering. Dat zijn o.a. de volgende factoren; 1. wettelijke taken 2. beleid 3. politieke belangen 4. beschikbare of beschikbaar te stellen capaciteit
ad 1. Wettelijke taken Wettelijk gezien moet de gemeente een aantal taken uitvoeren. Dit betekent dat een aantal handhavingopgaven in ieder geval moet worden opgepakt.
ad 2. Beleid Vastgesteld beleid kan nopen tot het opnemen van een handhavingopgave in het handhavingprogramma terwijl dit op basis van alleen de risicoanalyse wellicht niet het geval zou zijn.
ad 3. Politieke prioriteiten, zowel gemeentelijk als landelijk De prioritering is door interne deskundigen opgesteld rekening houdend met het coalitieakkoord en programma en in overleg met de portefeuillehouders. De uitkomsten van de probleem- c.q. risicoanalyse vormen de input voor het uitvoeringsprogramma. Daarnaast heeft het rijk in het verleden meermalen gemeenten opdracht gegeven bepaalde toezichtstaken uit te voeren (bijvoorbeeld een onderzoek naar balkons en platte daken). Deze verkregen daarmee ad hoc grote prioriteit.
ad 4. Beschikbare of beschikbaar te stellen capaciteit De daadwerkelijk in te zetten personele capaciteit moet één op één worden afgestemd met het uitvoeringsprogramma. In het kader van de methodiek van programmatisch handhaven zijn de beleidsvelden onderworpen aan een risicoanalyse. Hierbij is gebruik gemaakt van de volgende indicatoren; 1. bestuurlijk belang, 2. kans (dat bij niet handhaving ernstige problemen (kunnen) ontstaan), 3. milieu / natuur, 4. volksgezondheid, 5. convenanten en 6. wettelijke verplichtingen.
12 Beleidsplan Integraal Toezicht en Handhaving 2012-2015
4.3
Handhavingthema’s
De risicoanalyse heeft per beleidveld geleid tot het benoemen van de volgende handhavingsthema’s. Per beleidsveld zijn de thema’s in de onderstaande tabellen opgesomd. Beleidsveld: Bouwen en Ruimtelijke ordening Thema: Nieuwbouw / slopen / monumenten Thema: Bestaande bouw Thema: Regels bestemmingsplan Beleidsveld: Natuur en milieu Thema: Milieubescherming Thema: Indirecte lozingen Thema: Natuurbescherming Beleidsveld / thema: Evenementen en festiviteiten Beleidsveld / thema: Brandveilig gebruik bouwwerken Beleidsveld: Gebruik openbare ruimte/Leefbaarheid Thema: Bestuursrechtelijke maatregelen bij woningontruimingen Thema: Integrale overheidshandhaving Æ aanpak georganiseerde misdaad Thema: Jeugd en veiligheid Thema: Geweld en dreiging op straat Thema: Kwaliteit woonomgeving Thema: Verkeersoverlast
4.4
Prioritering activiteiten
Aangezien het niet mogelijk is om alle handhavingthema’s volledig uit te voeren, dienen er per thema nadere keuzes worden gemaakt. Dit gebeurt in de vorm van het stellen van prioriteiten inzake de uit te voeren activiteiten. Deze prioriteittoekenning vormt de basis voor het jaarlijks door het college van burgemeester en wethouders vast te stellen uitvoeringprogramma. Op de volgende twee pagina’s wordt, per thema, de prioritering van de verschillende activiteiten aangegeven. Hierbij geldt Prioriteit 1 = hoogste prioriteit; Prioriteit 2 = gemiddelde prioriteit; Prioriteit 3 = laagste prioriteit. De betekenis van deze prioritering voor de intensiteit van het toezicht word beschreven in paragraaf 4.5.1.
13 Beleidsplan Integraal Toezicht en Handhaving 2012-2015
Beleidsplan Integraal Toezicht en Handhaving 2012-2015
Activiteit:Toezicht en handhaven voorschriften uit de Natuurbeschermingswet, Natura2000, Ecologische hoofdstructuur en APV (kappen) Activiteit:Toezicht en handhaven ontheffingen Flora- en Faunawet
Thema: Natuurbescherming
Activiteit:Toezicht en handhaven van de voorschriften op het gebied van indirecte lozing van afvalwater
Thema: Indirecte lozingen
Activiteit:Toezicht en handhaven van voorschriften voor nieuwe vergunningsplichtige milieuactiviteiten Activiteit:Toezicht en handhaven van voorschriften voor nieuwe meldingsplichtige milieuactiviteiten Activiteit:Toezicht en handhaven van voorschriften voor bestaande vergunningsplichtige milieuactiviteiten Activiteit:Toezicht en handhaven van voorschriften voor bestaande meldingsplichtige milieuactiviteiten Activiteit: Toezicht en handhaven van algemene milieuregels Activiteit:Opsporen illegale milieu-inrichtingen Activiteit: Veldonderzoek voor BAG
Thema: Milieubescherming
Activiteit: Toezicht en handhaven van de regels uit het bestemmingsplan (strijdig gebruik) en de regels inzake een tijdelijke afwijking of afwijking van het bestemmingsplan Beleidsveld: Natuur en milieu
Thema: Regels bestemmingsplan
Activiteit:Toezicht en handhaven van de voorschriften betreffende de staat van bestaande bouwwerken en standplaatsen, het gebruik, het slopen en de welstand (hfdst. 1 t/m 3 van de Woningwet) Activiteit: Veldonderzoek voor BAG
Thema: Bestaande bouw
Activiteit: Toezicht en handhaven van de voorschriften verbonden aan vergunningen op het gebied van nieuwbouw, asbestsloop en monumenten Activiteit: Toezicht en handhaven als er gebouwd, gesloopt, verstoring en monument zonder of in afwijking van een vergunning Activiteit: Intrekken van verleende vergunningen Activiteit: CBS-meldingen Activiteit: Toezicht en handhaven van sloopvergunningen en sloopmeldingen Activiteit: Toezicht en handhaven algemene regels inzake het Bouwbesluit en de Bouwverordening Activiteit: Toezicht en handhaven van vergunningsvrij bouwen en gebruik Activiteit: Aanleveren brongegevens voor BAG
Thema: Nieuwbouw/Slopen/Monumenten
Beleidsveld: Bouwen en ruimtelijke ordening
1
1
1
1 1 1 1
2
2
2
2
2
2
2
2
3 3
3
3
3 3
14
1 1
1
1
1
1
2 2
2
2
2
2
3
3
3
Beleidsplan Integraal Toezicht en Handhaving 2012-2015
Integrale overheidshandhaving -> aanpak georganiseerde criminaliteit valt in eerste aanleg onder prioriteit 2, betreft het echter een project(matige)aanpak IOHH dan is het prioriteit 1. Kwaliteit woonomgeving valt in eerste aanleg onder prioriteit 2, betreft het Naastenbest, Hoge Akker, Leeuwerik dan is het prioriteit 1. In het renovatiegebied Naastenbest is buurtbeheer opgestart dat tevens prioriteit 1 heeft in relatie tot de kwaliteit woonomgeving.
Noot:
Beleidsveld /thema: Evenementen en festiviteiten Activiteit: Toezicht en handhaven voorschriften evenementenvergunningen voor evenementen met een verhoogd risico ogv brandveiligheid, openbare orde, constructieve veiligheid en bereikbaarheid hulpdiensten Activiteit: Toezicht en handhaven met betrekking tot geluidsoverlast bij evenementen met een gemiddeld en verhoogd risico en festiviteiten Activiteit: Toezicht en handhaven voorschriften en/of algemene regels overige evenementen Beleidsveld / thema: Brandveilig gebruik bouwwerken Activiteit: Toezicht en handhaven van de voorschriften van vergunningen voor brandveilig gebruik bouwwerken Activiteit: Toezicht en handhaven van de voorschriften van meldingen voor brandveilig gebruik bouwwerken Activiteit: Toezicht en handhaven van de algemene regels van het Gebruiksbesluit in nieuwe panden Activiteit: Toezicht en handhaven van de voorschriften van bestaande vergunningen voor brandveilig gebruik bouwwerken Activiteit: Toezicht en handhaven van de voorschriften van bestaande meldingen voor brandveilig gebruik bouwwerken Activiteit: Toezicht en handhaven van de algemene regels van het Gebruiksbesluit in bestaande panden Beleidsveld: Gebruik openbare ruimte/Leefbaarheid Zie Kernbeleid Veiligheid Activiteit: Handhaven bij woningontruimingen Activiteit: Integrale overheidshandhaving -> aanpak georganiseerde misdaad Activiteit: Jeugd en veiligheid Activiteit: Geweld en dreiging op straat Activiteit: Kwaliteit woonomgeving Activiteit: Verkeersoverlast
15
4.5
Toezicht en klachten en meldingen
De prioritering vermeld in paragraaf 4.4 bepaalt de intensiteit van het toezicht voor deze activiteiten.
4.5.1 Intensiteit toezicht In deze paragraaf wordt, aansluitend op de prioritering, beschreven op welke wijze het toezicht wordt uitgevoerd. Prioriteit (1) Hoog (2) gemiddeld (3) laag
Mate van toezicht Pro-actief toezicht. Dit wil zeggen dat er actief wordt toegezien op het naleven van de regels Toezicht op projectmatige basis (themagewijs) en/of steekproefsgewijs. Passief toezicht. Dit houdt in een oog en oorfunctie bij integraal toezicht en naar aanleiding van meldingen / klachten.
In het uitvoeringsprogramma zal concreet aangegeven worden hoe in dat jaar de intensiteit van het toezicht per handhavingsthema zal plaatsvinden.
4.5.2 Integraal toezicht Er kunnen vier situaties van integraal toezicht worden onderscheiden; deze staan hieronder aangegeven. Al deze vormen van integraal toezicht kunnen binnen Best plaatsvinden. Bepaalde controles of projecten lenen zich beter voor bijvoorbeeld samen controleren, terwijl bij andere controles juist de oog- en oorfunctie (signaleren) van belang is en toegepast wordt. 1. Met elkaar contoleren: vanuit RO en Bouwen, Milieu en APV en Bijzondere Wetten gezamenlijk een toezicht uitvoeren. Toepasbaar in complexe situaties (Opleveringscontroles, handhavingestafette). 2. Na elkaar controleren: een aantal controles binnen een kort tijdsbestek. Het is mogelijk om met degene die gecontroleerd wordt afspraken te maken. De preventieve werking kan een voordeel zijn. 3. Controleren voor elkaar: integrale toets voor RO en Bouwen, Milieu en APV en BW door één toezichthouder. Toepasbaar in eenvoudige situaties, bijvoorbeeld integrale horecacontroles. 4. Signaleren voor elkaar: toezicht door één toezichthouder. Op hoofdpunten kijkt deze ook naar andere aspecten en meldt bijzonderheden aan de vakspecialist (oog en oor functie). Toepasbaar als op RO en Bouwen, Milieu en APV en BW specialistische kennis op het individuele vakgebied is vereist maar waar voor de overige aspecten generalistische kennis toereikend is (signaaltoezicht). Integraal toezichtprotocol De kwaliteiteisen voor toezicht en handhaven vereisen een (integraal ) toezichtprotocol. Een dergelijk protocol is "het" hulpmiddel om te komen tot en het uitvoeren van integraal, kwalitatief, meetbaar en efficiënt toezicht en handhaven. Het helpt om te komen tot een programmatische, strategische, onderling afgestemde uitoefening van het toezicht door de verschillende vakdisciplines. Binnen de beleidsperiode van deze beleidsnota zullen toezichtprotocollen ingevoerd worden.
4.5.3 Klachten en meldingen Het uitgangspunt is dat alleen die klachten en meldingen onderzocht worden waarbij sprake is van onderstaande prioriteiten. De prioritering van de klachten en meldingen is bepaald op basis van de ernst van de eventuele overtreding. Anonieme klachten en meldingen zullen buiten behandeling worden gelaten. Wanneer vooraf al duidelijk is dat de onderstaande prioriteiten niet van toepassing zijn, zal de klacht en/of melding buiten behandeling worden gelaten. Bij het constateren van een overtreding, zal worden opgetreden conform de geldende handhavingsstrategie. Daar waar sprake is van politiek gevoelige onderwerpen zal de portefeuillehouder Handhaving vooraf worden geïnformeerd. Klagers krijgen altijd bericht van de wijze van afdoening. Prioritering ernst van klachten en meldingen: 1. Aannemelijkheid van Acuut gevaar voor leefbaarheid en/of volksgezondheid 2. Aannemelijkheid van Ernstige schade leefbaarheid en/of volksgezondheid 3. Aannemelijkheid van Handelen in strijd met verleende vergunning of melding 4. Aannemelijkheid van Handelen in strijd met algemene regels 16 Beleidsplan Integraal Toezicht en Handhaving 2012-2015
Burenruzie Veel klachten en meldingen die bij de gemeente worden ingediend, zijn in feite een burenruzie, waarbij de gemeente wordt ingeschakeld om het geschil te winnen. Overtredingen van wet- en regelgeving zijn meestal de aanleiding voor de klacht. In deze situatie zal de volgende aanpak worden toegepast: 1. 2. 3.
Beroep doen op eigen verantwoordelijkheid buren Mediationtraject (buurtbemiddeling of anderszins) Toezicht en enkel handhaving van in dit beleidsplan geprioriteerde activiteiten, zie paragraaf 4.4.
17 Beleidsplan Integraal Toezicht en Handhaving 2012-2015
5.
Strategie
5.1
Algemeen
Een handhavingstrategie omvat drie onderdelen: toezicht, sancties en gedogen. Een gezamenlijk gedragen en vastgestelde strategie is nodig om consequent en transparant te kunnen handhaven. Zowel de overtreder als de ambtelijk handhaver moet weten waar hij of zij aan toe is. Voor de overtreder is het van belang dat zijn of haar rechten en plichten bekend zijn en dat helder is wat van hem of haar wordt verwacht; het ongedaan maken van een overtreding. De handhaver (zowel controleur als jurist) moet zich gedurende het gehele handhavingtraject gesteund weten door management en bestuur.
5.2
Programmatisch handhaven
Handhaving heeft verschillende betekenissen. Eén daarvan is het door de overheid toezicht houden op en zo nodig afdwingen van de naleving van door haar gestelde regels. De wijze van toezicht en handhaving wordt in de gemeente Best in toenemende mate geprofessionaliseerd. Er is een begin van programmatische uitvoering van de gemeentelijke handhavingstaken gemaakt. Door toepassing van deze systematiek wordt beoogd, een situatie van handhaving naar toezicht te realiseren. Programmatisch handhaven is een structurele en integrale aanpak van handhaving, gebaseerd op een (handhavings)uitvoeringsprogramma. In dat programma zijn aan de hand van beleidsmatige keuzes en beschikbare capaciteit, prioriteiten gesteld ten aanzien van wat er in het kalenderjaar concreet aan toezicht en handhaving wordt uitgevoerd. Omdat de gemeente een veelheid aan handhavingstaken heeft, ontkomen we er niet aan prioriteiten te stellen en duidelijke keuzes te maken.
5.3
Samenwerking
Wederkerige dienstverleningsovereenkomst Wabo met provincie Op 1 oktober 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in werking getreden. Als gevolg hiervan vindt in het kader van vergunningverlening en toezicht een verschuiving plaats van bevoegdheden tussen provincie en gemeenten. Dit betekent dat Gedeputeerde Staten (G.S.) van de provincie Brabant het ‘nieuwe bevoegd gezag’ wordt voor een vijftal ‘provinciale inrichtingen’ gelegen op het grondgebied van de gemeente Best. Het houdt in dat G.S. het bestuursorgaan wordt voor alle vergunningverlening en toezicht en handhaving ten behoeve van deze ‘provinciale inrichtingen’. G.S. wordt hierdoor verantwoordelijk voor taken waarvoor zij de kennis niet in huis heeft. Er is voor gekozen om de kennis en capaciteit te benutten bij de bestuursorganen die deze taken tot de wetswijziging hebben uitgevoerd. Om deze samenwerking goed te laten verlopen en onderling de kosten te kunnen verrekenen is een dienstverleningsovereenkomst opgesteld. Uitgangspunt hierbij is dat samenwerking dient plaats te vinden op een pragmatische en constructieve wijze, op basis van vertrouwen in elkaars kennis en expertise. DVO waterschap Op 22 december 2009 is de Waterwet in werking getreden. Met het in werking treden van de Waterwet zijn de gemeenten bevoegd gezag geworden voor wat betreft het lozen van afvalwater op de riolering (de indirecte lozingen). Het waterschap heeft op grond van de Waterwet geen handhavende bevoegdheden meer; deze bevoegdheden zijn geheel overgegaan naar de gemeenten. Wel heeft het waterschap nog een adviesrecht ten aanzien van de indirecte lozingen. Om hier invulling aan te geven aan de ondersteuning van de gemeenten door het waterschap is een dienstverleningsovereenkomst opgesteld (in samenwerking met diverse gemeenten, SRE, de provincie en drie waterschappen). Kortweg houdt dit in dat het waterschap de gemeente voor een periode van 2 jaar gratis zal ondersteunen in haar taken op grond van de Waterwet. Deze taken zijn: Ondersteuning in het vergunningverleningtraject en het vooroverleg; Uitvoering van reguliere controles conform een jaarlijks te overleggen uitvoeringsprogramma; Ondersteuning bij repressieve handhaving, zowel bestuursrechtelijk als strafrechtelijk; Ondersteuning bij klachten, incidenten en calamiteiten; Ondersteuning bij bezwaar en beroep. Op 1 januari 2012 eindigt deze overeenkomst; deze wordt naar verwachting onder dezelfde voorwaarden met een jaar verlengd.
18 Beleidsplan Integraal Toezicht en Handhaving 2012-2015
DVO Veiligheidsregio Zuidoost Brabant Vanwege het in werking treden van de Wet op de Veiligheidsregio’s, op 1 oktober 2010, worden de gemeentelijke taken met betrekking tot proactie, preventie en preparatie verplicht geregionaliseerd. Om dit op een goede manier te regelen en te stroomlijnen is hiervoor een DVO afgesloten met de Veiligheidsregio Zuidoost Brabant. Bestuursovereenkomst De praktijk leert dat een goede samenwerking tussen alle handhavinginstanties leidt tot betere handhavingsresultaten. Daarom hebben op 29 juni 2007 alle 80 handhavinginstanties in Noord-Brabant de Bestuursovereenkomst handhaving omgevingsrecht (BOK) getekend. De Bestuursovereenkomst werd voor het eerst afgesloten in 1999 en is nu verlengd tot 1 januari 2013. In de Bestuursovereenkomst zijn de samenwerkingsafspraken tussen de diverse handhavinginstanties (waaronder 86 gemeenten, de provincie, Rijkswaterstaat, VROM-inspectie, Algemene Inspectiedienst, Waterschappen, politieregio’s en het Openbaar Ministerie)vastgelegd. Het doel van de overeenkomst is dan ook het realiseren en in stand houden van een gewenste milieu-, water-, en omgevingskwaliteit door het bevorderen en vasthouden van structureel, systematisch en samen handhaven door de verschillende partijen bij de uitvoering van handhavingstaken. Door te tekenen verplichten de instanties zich om zich hieraan te houden. Zo is er sprake van een handhavingstrategie “Zó handhaven wij in Brabant” en een gezamenlijk meerjarenprogramma 20102014. Aanvullend op de Bestuursovereenkomst handhaving omgevingsrecht 2007-2012 Noord-Brabant hebben de strafrechtelijke partners - Openbaar Ministerie en Politie - een intentieverklaring over handhavingsamenwerking getekend. In deze verklaring staat dat Openbaar Ministerie en Politie hun strafrechtelijke aandeel in de integrale handhaving leveren. Meerjarenprogramma Daarnaast is binnen de Brabantse handhavingssamenwerking in 2009 gezocht naar onderwerpen waar samen werken een meerwaarde heeft. Of omdat meerdere partners een soortgelijk probleem hebben, óf omdat het oplossen van een probleem alleen kan als álle partners de handen ineen slaan bij het oplossen van dat probleem. Samen aan het werk om Brabant mooier, schoner én veiliger te maken! Het gezamenlijke Meerjarenprogramma 2010-2012 is tot stand gekomen via een afwegingsproces met de partners en via een interactief proces zijn de speerpunten voor de Brabantse handhavingssamenwerking opgesteld. Speerpunten zijn díe onderwerpen die binnen de handhavingssamenwerking met prioriteit worden op- en aangepakt omdat er een actueel probleem is met dat onderwerp. Eind 2009 is het Meerjarenprogramma 2010-2012 vastgesteld. Aan dat programma, vertaald in een aantal speerpunten, wordt provinciaal, regionaal en lokaal gewerkt. In Best zijn niet alle speerpunten even actueel en binnen het jaarlijkse uitvoeringsprogramma wordt conform de uitgangspunten van dit beleidsplan ook in die speerpunten geprioriteert. De gemeente Best heeft zich provinciaal aangesloten bij die thema’s die een overduidelijke meerwaarde hebben en aansluiten bij onze prioriteiten. Voor enkele speerpunten uit het meerjarenprogramma geldt dat ze, naast de eventuele lokale prioritering, een hoge provinciale prioriteit hebben en daarmee een verplicht karakter om ze gezamenlijk aan te pakken. Daarbij valt bijvoorbeeld te denken aan (gemeente)grens overschrijdende activiteiten en de asbestproblematiek. Met instemming van het bestuur (provinciaal en regionaal bestuurlijk handhavingoverleg BPHO en BRHO) is in 2011 een “kerngroep” opgericht die bestaat uit managers handhaving die de samenwerking en sturing op de speerpunten gaat bevorderen. In de uitvoeringsprogramma’s toezicht en handhaving zal worden ingegaan op de thema’s en projecten en de uren die hieraan toegerekend moeten worden.
19 Beleidsplan Integraal Toezicht en Handhaving 2012-2015
5.4
(Provinciebrede) handhavingstrategie
Een handhavingstrategie omvat drie onderdelen: toezicht (opgenomen in hoofdstuk 4 van deze nota), sancties (provinciale handhavingstrategie en handreiking bestuurlijke sanctiemiddelen) en gedogen (paragraaf 5.5). Een gezamenlijk gedragen en vastgestelde strategie is nodig om consequent en transparant te kunnen handhaven. Zowel de overtreder als de ambtelijk handhaver moet weten waar hij of zij aan toe is. Voor de overtreder is het van belang dat zijn of haar rechten en plichten bekend zijn en dat helder is wat van hem of haar wordt verwacht; het ongedaan maken van een overtreding. De handhaver (zowel controleur als jurist) moet zich gedurende het gehele handhavingstraject gesteund weten door management en bestuur. De handhavingstrategie “Zo handhaven we in Brabant, 2010” is ontwikkeld door alle bij de handhaving betrokken instanties, zoals de Brabantse gemeenten, waterschappen, provincies, politie en het Openbaar Ministerie. Het doel van de strategie is het waarborgen van een uniforme en snelle aanpak bij constateringen van overtredingen; voor verschillende categorieën overtredingen is een aparte aanpak opgenomen. De aanpak kent vaak een bestuursrechtelijke én een strafrechtelijke kant. Dit betekent dat er een goede afstemming plaats moet vinden tussen gemeente, de politie en het Openbaar Ministerie om overtredingen te beëindigen. Op grond van de getekende bestuursovereenkomst heeft de gemeente zich verplicht om de provinciebrede handhavingstrategie “Zo handhaven we in Brabant” te volgen. Deze strategie gold in eerste instantie voor overtredingen op het gebied van milieu (grijze kleurspoor) en water (blauwe kleurspoor). Sinds 2010 is de strategie verbreed en geldt deze niet alleen meer voor milieuovertredingen, maar tevens voor de onderdelen RO en bouwen (rode kleurspoor) en Openbare Orde en Veiligheid (het paarse kleurspoor) en natuurbescherming (groen). Sinds 2007 wordt deze sanctiestrategie ook in Best consequent toegepast. Al voor 2010 is naast het milieuonderdeel ervaring opgedaan met het toepassen van de strategie voor onder meer de onderdelen RO, bouwen en APV. Sinds 2010 is deze werkwijze verbeterd, vanwege de al genoemde verbreding van de strategie. Sinds 2009 bestaat ook de regionale “Handreiking bestuurlijke sanctiemiddelen”, die met name wordt gebruikt bij het bepalen van de hoogte van een dwangsom en de lengte van de begunstigingstermijn. Daarnaast geldt –na vaststelling- in Best het horecastappenplan. Dit is een specifieke handhavingstrategie, gebaseerd op de provinciebrede strategie die een handvat biedt voor de aanpak van veel voorkomende, specifieke, overtredingen in horeca en bij evenementen. Voor een stroomschema en de inhoud van de strategie wordt verwezen naar Bijlage 1 in dit beleidsplan.
5.5
Gedogen
Uitgangspunt is dat regels dienen te worden gehandhaafd. Dit is vanwege het algemeen belang dat gediend is met handhaven. Het gedogen van overtredingen is slechts in uitzonderingssituaties acceptabel. Absoluut onacceptabel is het stilzwijgend of passief gedogen. De illegale situatie is in dit geval aan geen enkele regel of voorschrift gebonden, hetgeen uit een oogpunt van de bescherming van de fysieke leefomgeving, maar met name ook uit een oogpunt van derden (bescherming) onaanvaardbaar is. Voor uitdrukkelijk gedogen (dat wil zeggen gedogen nadat een gedoogbeschikking is genomen) kan in uitzonderingssituaties plaats zijn. Die uitzonderingssituaties kunnen zijn: 1. overmachts- en overgangssituaties 2. onevenredigheid In de gemeente Best is dit vastgelegd in de set beleidsregels ‘Gedogen in Best’ van 25 januari 2005.
20 Beleidsplan Integraal Toezicht en Handhaving 2012-2015
6.
Beleidscyclus en kwaliteitseisen
6.1
Beleidscyclus
Essentieel in het toezicht- en handhavingbeleid is dat er met betrekking tot de handhaving een proces benadering wordt gevolgd met een cyclisch karakter. Er moet zowel sprake zijn van een beleidscyclus (prioriteiten en doelen - strategie - programma en organisatie – evaluatie -prioriteiten en doelen) als van een operationele cyclus (programma en organisatie – werkwijze - uitvoering – monitoring - programma en organisatie). De aansturing van deze cycli vindt plaats vanuit van tevoren geformuleerde meetbare doelstellingen. De procesbenadering met een cyclisch karakter ziet er als volgt uit:
De grondslag om de kwaliteit te waarborgen is de Big 8. De Big 8, ook wel dubbele Regelkring genoemd beschrijft een zevental samenhangende processtappen waarmee het mogelijk wordt een professioneel toezicht en handhaving te organiseren. Dit zorgt dat toezicht en handhaving tot stand komt op basis van inzichtelijke keuzes en dat de uitvoering is gericht op het bereiken van vooraf bepaald resultaat. Het gaat om een reeks van activiteiten die aantoonbaar, achtereenvolgens en in samenhang met elkaar moeten worden uitgevoerd. Daarnaast zijn ingebed in de organisatie. Verder zijn gebaseerd op inhoudelijke keuzes en ten slotte verschillende stappen kent op zowel beleids- als operationeel niveau. De elementen uit de Big Eight zijn vastgelegd in hoofdstuk 7 van het Bor en is als volgt opgebouwd: x Artikel 7.2 Bor: Handhavingsbeleid x Artikel 7.3 Bor: Uitvoeringsprogramma x Artikel 7.4 Bor: Uitvoeringsorganisatie x Artikel 7.5 Bor: Borging van de middelen x Artikel 7.6 Bor: Monitoring x Artikel 7.7 Bor: Rapportage
6.2
Kwaliteitseisen
In hoofdstuk 7 van het Besluit omgevingsrecht en de toelichting zijn de kwaliteitseisen op de bovengenoemde onderdelen beschreven. De ministeriele Regeling, omgevingsrecht, hoofdstuk 10, en de toelichting geven een nadere uitwerking op de bepalingen uit het Besluit omgevingsrecht voor het taakveld Milieu. De ministeriele Regeling omgevingsrecht geeft een nadere uitwerking op de bepalingen uit het Besluit omgevingsrecht voor het taakveld Milieu. In dit handhavingbeleid wordt de ministeriële regeling omgevingsrecht buiten beschouwing gelaten gezien het vastgestelde “Handhavingsplan 2011-2014” voor het taakveld Milieu.
21 Beleidsplan Integraal Toezicht en Handhaving 2012-2015
Minimaal elke 4 jaar worden de prioriteiten van de handhavingthema’s geactualiseerd en een nieuw integraal beleidsplan toezicht en handhaven vastgesteld. Jaarlijks wordt een uitvoeringsprogramma vastgesteld en geëvalueerd. In het uitvoeringsprogramma zal concreet aangegeven worden hoe in dat jaar het toezicht en de handhaving per handhavingsthema zal worden uitgevoerd en wat de eventuele financiële of personele consequenties hiervan zullen zijn. Jaarlijks zullen het uitvoeringsprogramma en het jaarverslag (de evaluatie van het uitvoeringsprogramma) ter vaststelling worden aangeboden aan het college. De gemeenteraad zal hiervan in kennis worden gesteld. Vanwege de lokale relevantie wordt onderstaand een drietal specifieke onderwerpen beschreven.
Klachten- en bereikbaarheidsregeling (artikel 7.4 lid 1 onder d Bor) Best dient buiten kantoortijd bereikbaar te zijn voor het melden van spoedeisende klachten en beschikbaar voor het behandelen van incidenten. Voor deze situatie beschikt Best over een eigen (milieu) bereikbaarheidsdienst met de SRE als achtervang. Daarnaast is er (zowel tijdens kantoortijd als daarbuiten) voor alle klachten en meldingen in de leefomgeving één centraal meldpunt namelijk het Servicepunt Openbare Ruimte.
Werkprocessen en procedures (art 7.4, 2e lid, Bor) Een op de uitvoering gerichte beschrijving van werkprocessen en procedures vormt de basis van kwaliteitsborging. Als hulpmiddel is een (integraal ) toezichtprotocol ontwikkeld waardoor er een praktisch instrument bestaat voor integraal toezicht.
Organiseren en aansturen van de BOA’s (artikel 7.2 lid 5 Bor) Vastgelegd dient te worden hoe de BOA’s worden aangestuurd. Zij worden in beginsel op gelijke wijze aangestuurd zoals de andere toezichthouders in zeer nauwe samenwerking met de politie. November 2011 is een regionale samenwerking –en onderlinge uitwisselbaarheid- van de BOA’s domeinen 1 en 2 tot stand gebracht in de regio Brabant Zuid-Oost. Daarnaast wordt deelgenomen aan een regionaal project “samen Sterk in het Buitengebied” waarbij regionale BOA’s worden ingezet bij buitengebied controles in de gehele SRE-regio.
22 Beleidsplan Integraal Toezicht en Handhaving 2012-2015
Bijlagen Bijlage 1: Handhavingsstrategie “Zo handhaven wij in Brabant”
23 Beleidsplan Integraal Toezicht en Handhaving 2012-2015