Beleidsnota Wet maatschappelijk ondersteuning (Wmo) Renswoude 2011-2014
Beleidsnota Wet maatschappelijke ondersteuning Renswoude 2011-2014
P a g i n a |1
INHOUDSOPGAVE
Inleiding ........................................................................................................................ blz. 2 Hoofdstuk 1: Sociale samenhang en leefbaarheid ......................................................... blz. 5 Hoofdstuk 2: Ondersteuning opgroeiende kinderen ...................................................... blz. 7 Hoofdstuk 3: Informeren, adviseren en cliëntenondersteuning .................................... blz. 10 Hoofdstuk 4: Mantelzorg en vrijwilligerswerk ............................................................. blz. 11 Hoofdstuk 5: Deelname maatschappelijk verkeer ......................................................... blz. 13 Hoofdstuk 6: Individuele voorzieningen ....................................................................... blz. 15 Hoofdstuk 7: Maatschappelijke opvang ........................................................................ blz. 20 Hoofdstuk 8: Openbare geestelijke gezondheidszorg ................................................... blz. 21 Hoofdstuk 9: Verslavingsbeleid .................................................................................... blz. 22 Hoofdstuk 10: Procesverplichtingen ............................................................................. blz. 23 Bijlage 1: Afkortingenlijst
Beleidsnota Wet maatschappelijke ondersteuning Renswoude 2011-2014
P a g i n a |1
INLEIDING Het vierjaren beleidsplan 2011-2014 dat voor u ligt, volgt op het vorige beleidsplan dat de gemeenteraad heeft vastgesteld over de periode 2008-2010. Op grond van artikel 3, lid 1 en 2 van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) stelt de gemeenteraad telkens voor een periode van ten hoogste vier jaar een of meer plannen vast, die richting moeten geven aan de door de gemeenteraad of het college van burgemeester en wethouders te nemen beslissingen betreffende maatschappelijke ondersteuning. Doel van de Wet Het doel van deze wet is dat iedereen moet kunnen meedoen aan de samenleving. In deze wet staat dat de gemeente de randvoorwaarden moet scheppen en de maatregelen moet nemen om dit meedoen mogelijk te maken. De Wmo heeft ook tot doel herstel van de zelfredzaamheid van burgers. De gemeente moet hen toerusten om te participeren in de samenleving. Dit geldt voor alle burgers, ongeacht hun zorgbehoefte. Met de invoering van de Wmo in 2007 zijn de volgende doelstellingen vastgelegd: veiligstellen van zware en langdurige zorg in de toekomst; beheersen van de groei in de zorguitgaven; herstellen zelfredzaamheid van de burgers; bevorderen van samenhang in lokaal beleid en lokale uitvoering; realiseren van noodzakelijke en laagdrempelige ondersteuning dichtbij. Om deze doelstellingen te realiseren kent de Wmo de volgende uitgangspunten: De eigen verantwoordelijkheden van het individu. Iedere burger is zelf verantwoordelijk voor het regelen van zaken die nodig zijn om te participeren, in overleg met en met steun van zijn eigen sociale netwerk. De burgers zijn verantwoordelijk voor elkaar. Algemene lokale voorzieningen. Elke gemeente moet voorzien in een collectief ondersteuningsaanbod, waar alle burgers gebruik van kunnen maken. Er moet gedacht worden aan instellingen voor sociaal-cultureel werk, algemeen maatschappelijk werk, sport, cultuur en recreatie. Specifieke voorzieningen. Er moet een persoonsgericht ondersteuningsaanbod zijn voor kwetsbare burgers die, ondanks eigen inspanningen en ondanks ondersteuning van derden, geen oplossing kunnen vinden. Denk hierbij aan mobiliteit, woningaanpassingen en huishoudelijke verzorging. Beleidsvrijheid van de gemeente. De gemeente is vrij om binnen aangegeven kaders zelf beleid vast te stellen. De gemeente is verantwoordelijk voor de toegankelijkheid, betaalbaarheid en kwaliteit van deze voorzieningen. Horizontale beleidsvorming. De gemeente stelt zelf het eigen Wmo-beleid vast in samenspraak met de burgers en de lokale belangenorganisaties. Samenhang beleid met betrekking tot wonen, welzijn en zorg op lokaal niveau.
Beleidsnota Wet maatschappelijke ondersteuning Renswoude 2011-2014
P a g i n a |2
Taken voor de gemeente De verantwoordelijkheid van de gemeente is vastgelegd in negen prestatievelden: 1. Het bevorderen van sociale samenhang en leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten. 2. Op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met opgroeiproblemen en ondersteuning van ouders met opvoedproblemen. 3. Het geven van informatie, advies en cliëntondersteuning. 4. Het versterken van mantelzorgers en vrijwilligers. 5. Het bevorderen van deelname aan het maatschappelijk verkeer en het bevorderen van het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking of een chronisch of psychosociaal probleem ten behoeve van het behoud van hun zelfstandig functioneren of hun deelname aan het maatschappelijk verkeer. 6. Het verlenen van voorzieningen aan mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en aan mensen met een psychosociaal probleem, ten behoeve van het behoud van hun zelfstandig functioneren of hun deelname aan het maatschappelijk verkeer. 7. Maatschappelijke opvang, advies en steunpunten huiselijk geweld. 8. De Openbare Geestelijke GezondheidsZorg (OGGZ). 9. Ambulante verslavingszorg. De Wmo-Klankbordgroep De Wmo-Klankborggroep kan op het gebied van de Wmo: advies uitbrengen aan college van burgemeester en wethouders en aan gemeenteraad; nieuwe ideeën aandragen; inhoud geven aan burgerparticipatie. De klankbordgroep wordt samengesteld uit diverse geledingen van de bevolking en kan gevraagd en ongevraagd advies uitbrengen over Wmo-gerelateerde zaken. Het is een middel om feeling te houden met wat er leeft bij de burgers. Het is ook een wettelijke plicht om burgers te laten participeren in het Wmo-beleid. Tot op heden heeft de klankbordgroep zich vooral beziggehouden met individuele voorzieningen (prestatieveld 6) en mantelzorg/ vrijwilligerswerk (prestatieveld 4). Het is nadrukkelijk de bedoeling om meer vorm en inhoud te geven aan de klankbordgroep. De klankbordgroep zal zich ook steeds meer gaan bezighouden met de overige prestatievelden. Huidige ontwikkelingen De gemeente heeft de afgelopen jaren steeds meer taken toebedeeld gekregen. Hierdoor is bij veel burgers het idee ontstaan dat de gemeente „hun probleem‟ wel zal oplossen. In het collegeprogramma 2010-2014 staat over het gevolg daarvan: “een toekomstige samenleving die steeds meer uitgaat van „gemak, genot en gewin‟ “. Geconstateerd wordt dan ook dat deze mentaliteit op den duur een dure en wellicht onbetaalbare samenleving oplevert. Dit zal dan, zoals zo vaak is gebleken, ten koste gaan van kwetsbare mensen en groepen in onze samenleving. De burger verwacht steeds meer van de gemeente, terwijl het door verminderde inkomsten steeds moeilijker wordt om de begroting sluitend te krijgen. Gelukkig is de zelfredzaamheid in Renswoude nog steeds groot; men voelt zich verantwoordelijk voor elkaar. De gemeente ontvangt de komende jaren minder geld uit het gemeentefonds voor de Wmo, individuele voorzieningen. De herverdeling van de Wmo heeft voor de gemeente Renswoude een nadelig effect van € 8,-- per inwoner.
Beleidsnota Wet maatschappelijke ondersteuning Renswoude 2011-2014
P a g i n a |3
De hoofdlijn is dat de bezuiniging in twee gelijke stappen tot stand komt. In het jaar 2011 wordt €17.891,-- minder ontvangen uit het gemeentefonds en in 2012 wordt de Wmo uitkering € 36.256,-- minder dan voor de herverdeling. Het Wmo-budget voor hulp bij het huishouden bedraagt voor 2011 € 251.906,-- en voor voorzieningen € 236.000,--. Van groot belang is dat er prioriteiten worden gesteld. Er moeten keuzes worden gemaakt. De centrale doelen die de gemeente zich moet stellen zijn: versterken zelfredzaamheid, stimuleren participatie en bevorderen van het welbevinden van haar burgers. Iedereen moet kunnen blijven meedoen aan de samenleving. Dat kan alleen maar als de burger zich bewust is van zijn of haar verantwoordelijkheid. Kernbegrippen zijn: verantwoordelijkheid, vertrouwen en verbinding! Het beleidsplan bestaat uit negen prestatievelden. Om het leesbaar en overzichtelijk te houden zijn de uitgangspunten van het vorige beleidsplan, de realisatie van die uitgangspunten en de nieuwe uitgangspunten in de afzonderlijke hoofdstukken per prestatieveld uitgewerkt.
Beleidsnota Wet maatschappelijke ondersteuning Renswoude 2011-2014
P a g i n a |4
HOOFDSTUK 1: SOCIALE SAMENHANG EN LEEFBAARHEID Prestatieveld 1: Het bevorderen van sociale samenhang en leefbaarheid in dorp, wijk of buurt. Leefbaarheid laat zich definiëren als: het wonen in een prettige en veilige omgeving, met de mogelijkheid om (thuis of in de buurt) gebruik te kunnen maken van (eenvoudige) zorg-, welzijns- en gemaksdiensten. Renswoude kent door kleinschaligheid, betrokkenheid en cultuur min of meer een natuurlijke invulling van dit prestatieveld. In het vorige beleidsplan is als doel gesteld behoud en versterking van een gemeenschap waar mensen zich verantwoordelijk voelen voor elkaar. Een samenleving waaraan iedereen mee kan doen. Op het moment van schrijven is nog niet bekend of de gemeente zelfstandig blijft met vergaande samenwerking en op termijn fusie met Veenendaal of dat er gefuseerd moet worden met de gemeenten Scherpenzeel en Woudenberg. Belangrijk is dat de gemeente Renswoude haar eigenheid bewaart. De gemeente Renswoude mag zich gelukkig prijzen met een bevolking die veel tot stand brengt. Denk alleen al aan al die vrijwilligers bij verenigingen en kerken die zich verantwoordelijk voor en betrokken voelen bij elkaar. Pas als mensen het zelf niet meer kunnen regelen, ligt er een taak voor de gemeente. Belangrijk is een evenwichtige leeftijdsopbouw, behoud van werkgelegenheid, duurzaam evenwicht tussen landbouw, natuur en recreatie en bereikbaarheid van voldoende voorzieningen. Aan de laatstgenoemde aandachtspunten is in de afgelopen jaren gewerkt. Denk bijvoorbeeld aan: Actief re-integratiebeleid voor mensen die een uitkering op grond van de Wet Werk en Bijstand ontvangen. De ontwikkeling van bedrijventerrein Groot Overeem De ontwikkeling van Beekweide en het Dorpshart, waarbij rekening wordt gehouden met de realisatie van woningen die een evenwichtige leeftijdsopbouw mogelijk maken. Denk hierbij aan levensloopbestendige woningen voor jongeren en ouderen. Het faciliteren en coördineren van het Breed Overleg. Hierdoor worden de contacten tussen vrijwilligersorganisaties/kerken onderling en gemeente en vrijwilligersorganisaties onderhouden. Realisatie van het fietspad aan de Barneveldsestraat. Het uitbreiden van tennisbanen en voetbalvelden. De ontwikkeling van wandelpaden en het faciliteren van de Grebbelinie. Het realiseren van muziekgebouw “‟t Podium”. Faciliteren Bibliotheek Zuid Oost Utrecht (ZOUT) Een nieuwe ontwikkeling is het deelnemen van Renswoude in de Regio Food Valley. Per 1 januari 2011 zijn de regionale samenwerkingsverbanden WERV en Regio de Vallei samengegaan in de Regio Food Valley. De deelnemende gemeenten zijn: Wageningen, Ede, Rhenen, Veenendaal, Barneveld, Nijkerk, Scherpenzeel en Renswoude. De Food Valley wil zich gaan ontwikkelen tot een regio, die de thuisbasis vormt voor kennisinstellingen en bedrijven op het gebied van gezonde voeding met een uitstekend woon- werk- een leefklimaat. De ambitie van Food Valley is om in 2020 hét centrum van de agrofood
Beleidsnota Wet maatschappelijke ondersteuning Renswoude 2011-2014
P a g i n a |5
kenniseconomie in Europa en daarbuiten te zijn. Er wordt een voedingsbodem gecreëerd voor verdere innovatie door kennis en ondernemerschap doelgericht samen te brengen. Uitgangspunten Doorgaan met het tot op heden gevoerde beleid met betrekking tot de hiervoor genoemde punten. Via communicatie en transparant beleid de burger op de hoogte houden van besluiten en nieuwe ontwikkelingen. Doorgaan met de ontwikkeling van het Dorpshart met een gevarieerd woningaanbod ( bijvoorbeeld levensloopbestendige woningen), 1e lijnvoorzieningen en behoud van de bibliotheek. Doorgaan met de ontwikkeling van beekweide Het op peil houden van huidige voorzieningen rondom zorg. Bekendheid geven aan recreatieve en toeristische mogelijkheden in Renswoude.
Beleidsnota Wet maatschappelijke ondersteuning Renswoude 2011-2014
P a g i n a |6
HOOFDSTUK 2: ONDERSTEUNING OPGROEIENDE KINDEREN Prestatieveld 2: Op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen met opgroeien en van ouders met problemen met opvoeden. De eerste verantwoordelijkheid voor de opvoeding van de jongeren ligt bij hun ouders. Toch worden de gemeentelijke taken op het gebied van preventieve jeugdzorg steeds groter. In prestatieveld 2 zijn de wettelijke eisen specifiek voor jeugdbeleid vastgelegd. Deze eisen zijn beperkt tot vijf taken, gericht op ondersteuning van jongeren met problemen met opgroeien en gericht op ouders met problemen met opvoeden. De vijf taken dienen de aansluiting van het lokale beleid op de jeugdzorg te waarborgen. Het gaat om: 1) informatie en advies 2) signalering 3) toeleiding (verwijzing) 4) pedagogische hulp 5) coördinatie van zorg. Op 9 november 2010 heeft de gemeenteraad het plan van aanpak Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) Renswoude besproken. In dit plan van aanpak staat de volgende visie: Kind en gezin centraal: het resultaat telt! In Nederland vinden wij het, terecht, ontzettend belangrijk dat er beleid en organisatie is waarin jeugd en gezin echt centraal staan en waarbij het gaat om het resultaat. Renswoude biedt een uitstekende basis om hieraan ook daadwerkelijk vorm te geven. De overheid ondersteunt deze ontwikkeling met financiën. Een van die middelen om hieraan vorm te geven is een CJG. Wij zien het CJG vooral als een vliegwiel dat alles in beweging zet; Deze CJG-beweging zorgt voor bruggen tussen kinderen, opvoeders en professionals. Door die bruggen is het gemakkelijk elkaar te ontmoeten, ervaringen te delen, signalen op te vangen en te begeleiden als het nodig is. De gemeente is er verantwoordelijk voor dat dit CJG-concept werkt en er ook regionaal verbindingen worden gelegd. Uitgangspunten 1) Kinderen horen in hun jeugd gelijke kansen te krijgen om gelukkig te zijn, te spelen, de opleiding te genieten die bij hen past en zoveel bagage mee te krijgen dat zij later als volwassene hun talenten en hun kansen weten te benutten. 2) Goede gezinsrelaties zijn belangrijk voor de ontwikkeling van jongeren naar volwassenheid. Steun en begeleiding kunnen nodig zijn, als daar behoefte aan is. 3) Een CJG-concept kan goed functioneren wanneer het gedragen wordt vanuit de bevolking en geen politiek besluit is dat van bovenaf is opgelegd. Wij zullen daarom inzetten op het verbinden van de bestaande infrastructuur en alleen die elementen toevoegen, waaraan ook behoefte bestaat. 4) Schattingen wijzen uit dat 85%1 van de kinderen opgroeit zonder (noemenswaardige) moeilijkheden. Als er zich wel problemen voordoen, weten jongeren en ouders over het algemeen goed de weg te vinden in de infrastructuur van hulpverlening en advies. De rol
1
Rapport: ‘Van Klein naar Groot ‘, Commissie Zorg om Jeugd In opdracht van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten Juni 2009.
Beleidsnota Wet maatschappelijke ondersteuning Renswoude 2011-2014
P a g i n a |7
van de gemeente voor deze jongeren ligt op het scheppen en in stand houden van een gezonde leefomgeving, waarbij wij bijvoorbeeld denken aan het bieden van: voldoende speelruimte; sport, cultuur en ontspanning; goede onderwijshuisvesting; veilige infrastructuur; goede jeugdzorg. Voor ouders zijn allerlei verbanden, zoals scholen, consultatiebureau, bibliotheek, kerken, „langs de zijlijn‟ van sportfaciliteiten, van grote betekenis voor ontmoeting, waar zij van gedachten kunnen wisselen, eventueel informatie kunnen halen e.d. Wij streven ernaar het CJG-concept voor deze groep kinderen en ouders in te bedden in de bestaande structuren (zie ook punt 3). 5) De verantwoordelijkheid voor het „aan de bel trekken‟ en problemen aanpakken ligt in eerste instantie bij de ouders. De Renswoudse cultuur is al gericht op zelfredzaamheid (eigen kracht). Deze zelfredzaamheid vormt het uitgangspunt voor het organiseren van hulp en ondersteuning. 6) Leerkrachten op scholen zien de kinderen bijna dagelijks. Zij hebben veel kennis over kinderen en gezinnen. De functie van de leerkracht als „eerstelijns aanspreekpunt voor ouders‟ is voor ons een belangrijk gegeven. Dit geldt ook voor VVO, huisarts, de consultatiebureaus, verloskundigen, wijkagent en in mindere mate voor medewerkers van bijvoorbeeld sportverenigingen. Voor ons zijn dit belangrijke partners en wij streven naar samenwerking binnen en draagvlak onder deze partijen voor in te zetten acties. 7) Gebruik maken van de bestaande infrastructuur. Dit sluit aan op hetgeen onder punt 3 is opgemerkt. Met partijen om tafel gaan zitten om te kijken deze kan worden verbeterd. Wanneer er een „blinde vlek‟ in kaart is gebracht, kunnen wij zoeken naar nieuwe mogelijkheden, passend in de omgeving van bestaande structuren. Planning is om eind 2011 het CJG Renswoude gerealiseerd te hebben. Dit wordt in nauwe samenwerking met de lokale partijen opgepakt. Jeugdnetwerk De gewenste samenwerking en afstemming in het CJG bestaat al enkele jaren in Renswoude middels het Jeugdnetwerk Renswoude (JNR). Dit is een kleinschalige, gestructureerde vorm van samenwerken tussen personen die werken met kinderen tussen 0-18 jaar. Het JNR komt één keer per twee maanden samen. Als problemen in een vroeg stadium worden opgemerkt en er vervolgens ook iets aan wordt gedaan, is vaak een lichte vorm van hulpverlening al genoeg om de problemen op te lossen of te verminderen. De zorg moet zo dicht mogelijk bij de jeugdige, zo kort mogelijk duren en zo licht mogelijk zijn. De participanten zijn Vitras/CMD maatschappelijk Werk, verpleegkundige Ouder en Kind Zorg, Kinderdagverblijven, kinderfysiotherapeut, logopedist en GGD Midden- Nederland. Op uitnodiging komen Bureau jeugdzorg, Iriszorg en AMK. Zijdelings verbonden is de huisarts. Het JNR heeft in de afgelopen jaren al zeker zijn meerwaarde bewezen. Dit wordt door alle participanten onderschreven. De signaalfunctie wordt goed opgepakt. Overige ondersteuning Naast het subsidiëren van de jeugdgezondheidszorg (JGZ) 0-4, JGZ 4-19 en Algemeen Maatschappelijk werk (AMW) doet de gemeente nog meer op het gebied van ondersteuning van jeugdigen met problemen met opgroeien en van ouders met problemen met opvoeden:
Beleidsnota Wet maatschappelijke ondersteuning Renswoude 2011-2014
P a g i n a |8
Onderwijsbegeleiding op de beide basisscholen in Renswoude. Dit wordt uitgevoerd door Eduniek; Breed logopedische ondersteuning op de beide basisscholen in Renswoude. Dit wordt uitgevoerd door de GGD- MN. Inspecties en handhaving van de kinderdagverblijven, dit wordt uigevoerd door de GGDMN.
Met het voorgaande wordt invulling gegeven aan de vijf wettelijke eisen gericht op het jeugdbeleid. Dit moet de komende jaren minimaal gehandhaafd blijven en op onderdelen verder uitgewerkt. In het regionale samenwerkingsverband FoodValley onderdeel Sociaal Domein worden mogelijk een aantal thema‟s op het gebied van jeugdbeleid gezamenlijk opgepakt, bijvoorbeeld: Gezond leven (o.a. overgewicht) Preventie en bestrijding verslavingsvormen (o.a. FrisValley) Preventie maatschappelijke uitval jongeren Actief participerend burgerschap ontwikkelen.
Beleidsnota Wet maatschappelijke ondersteuning Renswoude 2011-2014
P a g i n a |9
HOOFDSTUK 3: INFORMEREN, ADVISEREN EN CLIËNTONDERSTEUNING Prestatieveld 3: Het geven van informatie, advies en cliëntondersteuning. Met 'geven van informatie en advies' wordt gedoeld op activiteiten die de burger de weg wijzen in het veld van maatschappelijke ondersteuning. Het kan hierbij zowel gaan om algemene voorzieningen zoals (voldoende) informatiepunten, als om meer specifieke voorzieningen zoals een individueel advies, of hulp bij de verheldering van een ondersteuningsvraag. De gemeente heeft tot taak de burger wegwijs te maken binnen de Wmo. Als de burger een vraag heeft op het gebied van maatschappelijke ondersteuning, moet de gemeente de burger verder kunnen helpen. De ene keer zal de gemeente zelf actie kunnen ondernemen, een andere keer zal de gemeente de burger verwijzen naar een andere instantie. Belangrijk is dat er één loket komt waar de burger met alle vragen die betrekking hebben op maatschappelijke ondersteuning terecht kan. In de Wmo wordt nadrukkelijk gesteld dat de burger op het gebied van wonen, zorg en welzijn op een centraal punt binnen de gemeente terecht moet kunnen. Cliëntondersteuning gaat net iets verder dan informatie en advies. Cliëntondersteuning richt zich op mensen die voor een vraag of situatie staan die wat ingewikkelder is, en waarvoor zij zelf en hun omgeving geen oplossing weten. De praktijk heeft inmiddels uitgewezen dat een fysiek loket in deze gemeente niet noodzakelijk is. Het loket in het gemeentehuis is onvoldoende toegankelijk voor mensen met een beperking. Dit wordt ruimschoots gecompenseerd door op huisbezoek te gaan. In de vorige beleidsnota werd gesproken over plannen om een werkplek en spreekkamer te realiseren op de plek waar nu de raadszaal is gesitueerd. Deze plannen zijn door het fusieproces niet uitgevoerd. Er blijft echter behoefte aan een toegankelijke en laagdrempelige spreekkamer. Uitgangspunten Burgers moeten iedere werkdag tussen 9.00 - 12.00 uur terecht kunnen met hun vragen en snel en goed worden geholpen. De burger moet in een toegankelijk spreekkamer, waar privacy is gewaarborgd, kunnen worden ontvangen. Het aanbod van cliëntondersteuning moet goed op elkaar aansluiten en voldoen aan de vragen van de inwoners. Door de uitkomsten van het klanttevredenheidsonderzoek wil de gemeente maatregelen treffen om de informatie, adviesfunctie en cliëntondersteuning te optimaliseren. Dit na de klankbordgroep gehoord te hebben. De mogelijkheden van de website moeten verder worden ontwikkeld.
Beleidsnota Wet maatschappelijke ondersteuning Renswoude 2011-2014
P a g i n a | 10
HOOFDSTUK 4: MANTELZORG EN VRIJWILLIGERSWERK Prestatieveld 4: Het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers. Mantelzorg is langdurende zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende. De hulp wordt geboden door personen uit de directe omgeving, waarbij zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt. Onder vrijwilligerswerk wordt de vrijwillige inzet van burgers verstaan, zowel informeel en ongeorganiseerd (burenhulp) als in georganiseerd verband (bijvoorbeeld vrijwillige hulpdienst) Huidige situatie mantelzorg De gemeente ziet het belang in van mantelzorg. De gemeente Renswoude valt onder het Regionaal Steunpunt Mantelzorg (RSM) in Veenendaal. Dit regionale steunpunt biedt ondersteuning aan mantelzorgers in Veenendaal, Rhenen en Renswoude. Gezien de kleine schaal van Renswoude is besloten geen lokaal steunpunt in te richten. Mantelzorgers uit Renswoude kunnen echter een beroep blijven doen op het RSM. De functies van dit RSM zijn: Informatie: Denk hierbij aan themabijeenkomsten, nieuwsbrieven en folders en website. Advies en begeleiding: van allochtone mantelzorgers, jonge mantelzorgers, GGZ mantelzorger, niet aangeboren hersenletsel mantelzorgers en werkende mantelzorgers. Emotionele steun: bijvoorbeeld lotgenotencontact en Alzheimercafé. Educatie: het verzorgen van cursussen. Respijtzorg: zoals het mantel-weekend en dag van de mantelzorg. Huidige situatie vrijwilligerswerk In de Renswoudse samenleving spelen vrijwilligers een rol van betekenis. Deze vrijwilligers zorgen voor een levendige gemeenschap, waarin burenhulp wordt gegeven, activiteiten plaatsvinden, verenigingen volop kunnen bijdragen aan sport, spel en ontspanning. Het bloeiende verenigingsleven in Renswoude is afhankelijk van vrijwilligers. Zonder al die vrijwilligers zouden de verenigingen niet kunnen bestaan. Er wordt vrijwilligerswerk verricht op bestuursniveau, maar er zijn ook vele vrijwilligers die zich bezighouden met de praktische uitvoering binnen de organisaties. Hoewel Renswoude een bloeiend verenigingsleven kent, komt ook in Renswoude het vrijwilligerswerk onder druk te staan. Burgers werken meer en langer en hebben ook vaak nog de verantwoordelijkheid voor een ouder of ziek familielid of buurman/buurvrouw. De gemeente subsidieert het Regionale Steunpunt Vrijwilligerswerk (Welzijn Leusden). Dit steunpunt ondersteunt de vrijwilligersorganisaties bij vragen en bij problemen. Per jaar worden enkele cursussen georganiseerd en verschijnt er viermaal per jaar een nieuwsbrief. Eén keer per twee jaar wordt er een vrijwilligersavond georganiseerd door de gemeente in samenwerking met Scherpenzeel. De gemeente draagt ook bij aan het opleiden van vrijwilligers voor specifieke projecten. Een voorbeeld hiervan is het 75+ project. De gemeente faciliteert en coördineert het Breed Overleg. Twee maal per jaar vindt op gestructureerde wijze overleg plaats tussen gemeente en verenigingen. In dit overleg kunnen verenigingen en gemeente elkaar informeren en nieuwe ideeën en initiatieven uitwisselen. Momenteel wordt gewerkt aan een overzicht op basis van producten en diensten en niet op
Beleidsnota Wet maatschappelijke ondersteuning Renswoude 2011-2014
P a g i n a | 11
basis van verenigingen. Zoekt men een bepaalde activiteiten of dienst, dan is in één oogopslag te zien welke verengingen deze activiteit of dienst aanbieden. De gemeente promoot de jaarlijkse activiteiten in het kader van het Oranje Fonds met Nederland Doet (NL Doet). Nederland Doet is de grootste vrijwilligersactie in Nederland. Iedereen wordt opgeroepen minstens één keer per jaar als vrijwilliger de handen uit de mouwen te steken. Uitgangspunten Mensen verantwoordelijk laten zijn voor de samenleving waar zij deel van uitmaken. Met name vrijwilligerswerk stimuleren voor jongeren en mensen die aan de zijlijn van de samenleving staan. Om dit te realiseren contact zoeken met Regionaal Steunpunt Vrijwilligerswerk. Het bieden van goede ondersteuning aan vrijwilligers en mantelzorgers door middel van het beschikbaar stellen van financiële middelen aan Regionaal Steunpunt Vrijwilligerswerk en Steunpunt Mantelzorg. Zoeken met vrijwilligersorganisaties en mantelzorgers naar mogelijkheden om de organisaties meer bekendheid te geven. Affiniteit van Wmo-medewerkers voor vrijwilligers en mantelzorgers. De gemeente is zich bewust van het feit dat vrijwilligers en mantelzorgers steeds belangrijker worden. Wil er sprake zijn van mensen in een gemeenschap die zich verantwoordelijk voelen voor de samenleving waar zij deel van uitmaken, dan dient er een enthousiast en gezond klimaat te zijn voor vrijwilligers en mantelzorgers. In de afgelopen jaren is geen nieuw beleid ontwikkeld ten aanzien van het vrijwilligerswerk. Vanwege de kleinschaligheid subsidieert de gemeente het Regionaal Steunpunt Vrijwilligerswerk en het Regionaal Steunpunt Mantelzorg. Nieuwe initiatieven die van belang zijn voor de burgers van Renswoude worden gestimuleerd. Het bestaande beleid zal in de komende jaren worden gecontinueerd.
Beleidsnota Wet maatschappelijke ondersteuning Renswoude 2011-2014
P a g i n a | 12
HOOFDSTUK 5: DEELNAME MAATSCHAPPELIJK VERKEER Prestatieveld 5: Het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijk verkeer en het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en van mensen met een psychosociaal probleem. Dit prestatieveld heeft betrekking op algemene maatregelen die, zonder dat men zich tot de gemeente behoeft te wenden, ten goede kunnen komen aan alle inwoners van de gemeente Renswoude. Ze hoeven niet persé gericht te zijn op mensen met beperkingen. Deze mensen moeten wel baat hebben bij deze voorzieningen. De gemeente kan ook als belangenbehartiger van de burger optreden op die terreinen waar zij in eerste instantie niet zelf verantwoordelijk voor is. De gemeente krijgt hierin een regisserende rol. Onder de algemene voorzieningen vallen ook de meer specifieke voorzieningen voor ouderen, gehandicapten, chronisch zieken en psychiatrische patiënten. Huidige situatie Openbaar vervoer De gemeente heeft geen directe invloed op het openbaar vervoer. Renswoude is te bereiken met twee busverbindingen: Utrecht-Arnhem en Amersfoort-Arnhem . Het dichtstbijzijnde (intercity) treinstation is Veenendaal-De Klomp. De gemeente kan wel adviserend optreden. Collectief vervoer Renswoude is aangesloten bij Regiotaxi Gelderland; alle inwoners kunnen gebruik maken van de Regiotaxi. Van de Regiotaxi kan gebruik gemaakt worden als er een vervoersbehoefte bestaat in de regio (maximaal 5 zones) Er is een goed leesbare en overzichtelijke folder ontwikkeld voor de inwoners. In 2012 wordt de Regiotaxi opnieuw aanbesteed. Met ingang van 2013 gaan de nieuwe contracten in. De verwachting is dat de provincie minder wil gaan bijdragen. Dit houdt in dat de kosten voor de gemeente zullen stijgen. Daar het buitengebied van de gemeente met het openbaar vervoer niet te bereiken is, kan de regiotaxi als een noodzakelijke voorziening worden beschouwd. Toegankelijkheid openbare gebouwen Wanneer er klachten zijn over de openbare gebouwen kan men contact opnemen met de gemeente. Bij het gemeentehuis ontbreekt een gehandicaptenparkeerplaats. Soms is het moeilijk voor burgers met een beperking de auto naast het gemeentehuis te parkeren zonder het risico te lopen van een bekeuring. In de praktijk levert het parkeren in de nabijheid van het gemeentehuis weinig problemen op. Woningaanbod Er komt steeds meer vraag naar seniorenwoningen en levensloopbestendige woningen. Het is dan ook aan de gemeente om te anticiperen op deze toenemende vraag. Dit is gemakkelijker voor huurwoningen dan voor koopwoningen. De gemeente heeft de huurwoningen in eigen beheer. Met de ontwikkeling van het Dorpshart, Beekweide en de locatie van De Borgwal zal rekening worden gehouden met burgers die ouder worden en de daarbij behorende beperkingen. Daarnaast heeft dit prestatieveld betrekking op de gehandicaptensport, de stimulerende breedtesport en meer bewegen van ouderen.
Beleidsnota Wet maatschappelijke ondersteuning Renswoude 2011-2014
P a g i n a | 13
Uitgangspunten De gemeente heeft een verantwoordelijkheid voor een regionale vervoersvoorziening, ook voor burgers die beperkingen ondervinden. De gemeente dient de rolstoel toegankelijkheid en doorgankelijkheid te bevorderen van openbare gebouwen en voorzieningen
Beleidsnota Wet maatschappelijke ondersteuning Renswoude 2011-2014
P a g i n a | 14
HOOFDSTUK 6: INDIVIDUELE VOORZIENINGEN Prestatieveld 6: Het verlenen van voorzieningen aan mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en aan mensen met een psychosociaal probleem ten behoeve van het behoud van hun zelfstandig functioneren of hun deelname aan het maatschappelijk verkeer. Dit prestatieveld omvat de individuele voorzieningen. Ontwikkelingen De Kanteling De wet schrijft voor dat de gemeenten hun burgers moeten compenseren op een aantal domeinen, maar schrijft niet voor hoe ze dat moeten doen. Ging het voorheen onder de Wet Voorziening Gehandicapten (WVG) om vraag- of claimgericht denken, onder de Wmo is het resultaat dat bereikt moet worden belangrijker. In dit proces staat niet alleen de beperking van de burger centraal, maar ook de context waarin hij die beperking ervaart. In de Kanteling draait alles om de individuele behoefte van de cliënt, de burger krijgt meer te zeggen over de eigen situatie De basis voor het denken in resultaten is de compensatieplicht. De Wmo geeft de burgers de ruimte om tot passende oplossingen te komen voor het te behalen resultaat. De doelgroep is breed. Het gaat om mensen met een lichamelijke, verstandelijke, zintuiglijke, psychische of psychosociale beperking. De gemeente dient de burger te compenseren op de volgende domeinen: Het voeren van een huishouding Zich in en om de woning verplaatsen Zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel Medemensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan. 1. Hulp bij het huishouden Met ingang van 1 januari 2007 kan de zorgvrager kiezen uit de door de gemeente gecontracteerde aanbieders. Na aanbesteding van de hulp bij het huishouden met de gemeenten Rhenen en Veenendaal zijn de aanbieders per 1 augustus 2009: Agathos Thuiszorg, Axxicom, Curadomi,Opella, Quarijn, RST Zorverleners, Thuiszorg Service Nederland en Tzorg. De contracten gelden voor de duur van één jaar met een optie tot verlenging van maximaal drie keer één jaar. De prijzen staan vast al wordt wel de indexering van het CBS-prijsindexcijfer toegepast (gegevens Centraal Bureau voor de Statistiek). De contracten zijn tot stand gekomen middels een traject op Europese aanbesteding. Er dient één keer per vier jaar een aanbesteding plaats te vinden. De eerste jaren na de invoering van de Wmo waren niet gemakkelijk voor zowel cliënt, zorginstelling als gemeente. De gemeente ontving dan ook veel klachten van cliënten met name over wisselende hulpen, niet capabele hulpen en onvoldoende uren hulp. Deze problemen zijn na de gezamenlijke aanbesteding met de gemeenten Veenendaal en Rhenen aanzienlijk verminderd. Er kan hulp bij het huishouden worden verstrekt op grond van de Wmo wanneer de cliënt een positieve indicatie heeft. De indicatie is als het ware de toegangspoort tot de professionele zorg. Eerst wordt gekeken of er geen gebruikelijke zorg is die de zorgvraag dekt. Bijvoorbeeld: is er een gezonde partner of kind dat de zorg (tijdelijk) kan overnemen.
Beleidsnota Wet maatschappelijke ondersteuning Renswoude 2011-2014
P a g i n a | 15
De indicatiestelling is belangrijk. De meeste indicaties worden gesteld door één van de Wmomedewerkers. Bij bezwaar van de cliënt of indien er sprake is van gecompliceerde aanvragen, wordt advies gevraagd aan de MO-Zaak. De MO-Zaak is de instantie die de gemeente adviseert op het gebied van maatschappelijke ondersteuning. Voorheen werd geadviseerd door het CIZ. De Wmo-medewerkers volgen cursussen, zodat zij beter worden toegerust voor hun taak als indicatiesteller. De gemeente maakt onderscheid tussen de volgende vormen van hulp bij het huishouden: Categorie 1 (HH1). Huishoudelijke werkzaamheden, bijvoorbeeld stof afnemen, afwassen, opruimen, ramen zemen, sanitair schoonmaken, wassen van kleding, bed opmaken e.d.. Categorie 2 (HH2). Categorie 1 aangevuld met activiteiten behorende bij de organisatie van het huishouden, bijvoorbeeld helpen bij het bereiden van de warme maaltijd, opvoedingsactiviteiten, administratieve werkzaamheden en plannen en beheren van middelen met betrekking tot het huishouden. In Renswoude wordt geïndiceerd in klassen; er is dus sprake van een bandbreedte. De meeste gemeenten indiceren in uren. De indicatie geeft aan hoeveel uren hulp bij huishouden nodig is om de beperkingen te compenseren. Bij een bandbreedte wordt aangegeven hoeveel hulp de cliënt minimaal en maximaal nodig heeft. Bijvoorbeeld klasse 2, tussen de 2 en 3,9 uur. De algemene opvatting is dat indiceren in uren voor de gemeente een financieel voordeel oplevert. De zorginstellingen zouden, als zij voldoende personeel ter beschikking hebben, teveel uren hulp bij het huishouden kunnen leveren en vervolgens declareren. Uit de praktijk blijkt dat de zorginstellingen zorgvuldig omgaan om met de indicaties. Een voordeel van het indiceren in klassen is dat flexibel kan worden omgegaan door de thuiszorgorganisatie met bijvoorbeeld het (tijdelijk) meer of minder inzetten van hulp bij het huishouden. De verstrekte uren dienen wel binnen de gestelde klasse te blijven. Bij het indiceren in uren weet de cliënt en de instelling precies waar zij aan toe zijn. De cliënt weet exact op hoeveel uur hulp bij het huishouden hij/zij recht heeft. Ook is het gemakkelijker te controleren of de cliënt gekregen heeft waar hij/zij recht op heeft. Bij een volgende aanbesteding is het zinvol om het indiceren in uren te overwegen. Naast de zorg in natura heeft men ook de keuze uit een zogenaamd Persoonsgebonden Budget (PGB). Hierdoor wordt de maximale keuzevrijheid van de burger gegarandeerd. Het Persoonsgebonden budget wordt direct betaald aan de cliënt. De gemeente kan aan het PGB voorwaarden stellen. Uitgangspunt is dat de cliënt de financiële tegemoetkoming besteedt waarvoor zij is verstrekt. Teveel of niet gebruikte Wmogelden dienen, voor zover mogelijk, teruggevorderd te worden. De PGB-tarieven voor hulp bij het huishouden zijn de laatste jaren niet meer verhoogd. Het tarief ligt nog altijd ruim boven de norm voor het minimum loon (per 1 januari 2011 € 15,30 per uur). Uitgangspunt blijft dat de cliënt die zorg krijgt en houdt die nodig is. 2. Individuele Woonvoorzieningen In de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Renwoude 2008 staat in artikel 2 dat voorzieningen die algemeen verkrijgbaar zijn in principe niet worden vergoed. De raad heeft in het verleden aangegeven dat dit artikel ruim (dus in het voordeel van de cliënt) moest
Beleidsnota Wet maatschappelijke ondersteuning Renswoude 2011-2014
P a g i n a | 16
worden geïnterpreteerd. Algemeen verkrijgbare voorzieningen betreffen artikelen die men in een goede doe-het-zelf zaak kan aanschaffen. Voorbeelden zijn steunen in toilet en verhoogde toiletpot. In veel gemeenten worden deze kosten niet meer vergoed. Het de verantwoording van de mensen zelf om te voorzien in algemeen gebruikelijke voorzieningen. Daarnaast moet de gemeente strenger aan de poort worden. Wat mensen zelf kunnen, moeten ze ook zelf doen. Wel heeft de jurisprudentie aangegeven dat er ook naar inkomen gekeken moet worden. 3.Individuele vervoersvoorzieningen De Wmo-verordening geeft de mogelijkheid om meer dan één vervoersvoorziening naast elkaar te verstrekken. In de toekomst zal kritischer dan tot nu gebeurt de beperkingen worden gecompenseerd. Dit kan inhouden dat iemand niet meer automatisch én een scootmobiel én een vervoersvoorziening krijgt van de gemeente. Eerst zal worden bekeken of de beperkingen met één voorziening kunnen worden gecompenseerd. De gemeente kent de volgende vervoersvoorzieningen: Collectief vervoer/regiotaxi. De burger, met een indicatie, wordt in staat gesteld om maximaal 900 zones per jaar tegen gereduceerd tarief te reizen. De kosten voor de burger zijn ongeveer gelijk aan kosten van het openbaar vervoer. Er is ook een inkomenstoets. Deze voorziening wordt niet verstrekt als het inkomen gelijk is of meer bedraagt dan 150% van de bijstandsnorm. Een tegemoetkoming in de kosten van vervoer. De vergoeding kan achteraf op declaratiebasis worden gedeclareerd. Per 1 januari 2011 bedraagt de maximale vergoeding € 140,00 per kwartaal Deze voorziening wordt alleen verstrekt als er een indicatie is voor een vervoersvoorziening en het inkomen niet meer bedraagt of gelijk is aan 150% van de bijstandsnorm. Voor een driewielfiets, scootmobiel of ander vervoersmiddel wordt tot op heden geen eigen bijdrage of eigen aandeel gevraagd. Een eigen aandeel kan worden gevraagd bij verstrekking van een financiële tegemoetkoming. De cliënt krijgt een bedrag voor een bepaald product of dienst. Een eigen bijdrage wordt gevraagd bij verstrekking van voorziening in natura of persoonsgebonden budget. Hoe hoger het inkomen, hoe hoger de eigen bijdrage. Volgens de wet moet de gemeente compenseren. Dit houdt in dat een eigen aandeel of eigen bijdrage een reële optie is. Immers de burger aan wie een scootmobiel is verstrekt, heeft dus geen aanschafkosten en onderhoudskosten van de fiets. In het licht van de compensatie kan dus van de burger een bijdrage worden gevraagd. Dit heeft als mogelijk bijkomend effect dat er ook minder scootmobielen in de schuur blijven staan die bijna niet worden gebruikt. Dit houdt een besparing in van de kosten. Momenteel huurt de gemeente rolstoelen, scootmobielen en diverse andere voorzieningen van Uwthuiszorgwinkel, voorheen Amant Thuiszorgwinkels, te Amersfoort. Deze voorzieningen worden vervolgens in bruikleen verstrekt. Uit het klanttevredenheid onderzoek is gebleken dat de meeste gebruikers tevreden zijn over de verstekte voorziening en de service. Nu er bezuinigd moet gaan worden, zal in overweging genomen moeten worden of de gemeente ook deze voorzieningen niet samen met Veenendaal, of in geval van een fusie met Scherpenzeel en Woudenberg, moet gaan aanbesteden. De uitgaven zullen hierdoor dalen. Het college van burgemeester en wethouders hecht echter wel grote waarde aan een veilige en betrouwbare voorziening
Beleidsnota Wet maatschappelijke ondersteuning Renswoude 2011-2014
P a g i n a | 17
4. Algemene voorzieningen De overige voorzieningen hebben betrekking op dorpsalarmering (indicatie Charim), klussendienst (SOS) en tafeltje dekje (SOS. Sinds kort zijn er afspraken gemeente met de Nederlandse Patiëntenvereniging-Renswoude (NPV) met betrekking tot een boodschappendienst. Wat mensen zelf kunnen, moeten zij ook zelf doen! Eigen bijdrage en eigen aandeel Wmo Conform artikel 15 van de Wmo mogen gemeenten een eigen bijdrage vragen aan burgers van achttien jaar en ouder, die individuele voorzieningen van de gemeente ontvangen. Het is echter aan de gemeente of zij ook een eigen bijdrage wil vragen voor Wmo woonvoorzieningen. In de Wmo staat in artikel 15, lid 2 dat de hoogte van de eigen bijdrage voor verschillende soorten van maatschappelijke ondersteuning verschillend kan worden vastgesteld en mede afhankelijk gesteld kan worden van het inkomen van degene aan wie de maatschappelijke ondersteuning is verleend en van zijn echtgenoot. Het college kan voor alle Wmo-voorzieningen, behalve voor rolstoelen en de kindervoorzieningen, een eigen bijdrage vaststellen. Voor woonvoorzieningen en woningaanpassingen kan gedurende drie jaar (39 perioden van 4 weken) een eigen bijdrage gevraagd worden. Het spreekt vanzelf dat de kostprijs niet mag worden overschreden, d.w.z. men betaalt nooit meer aan eigen bijdrage dan de kostprijs van de verstrekte voorziening. Door het anti-cumulatie beding betaalt de burger nooit meer dan de voor cliënt geldende maximale inkomensafhankelijke bijdrage. De gemeente Renswoude kent op dit moment alleen de eigen bijdrageregeling met betrekking tot de hulp bij het huishouden. Op grond van artikel 4 van de Wmo kan het college van burgemeester en wethouders rekening houden met de persoonskenmerken en behoeften van de aanvrager van de voorzieningen, waaronder verandering van woning in verband met wijziging van leefsituaties, alsmede met de capaciteit van de aanvrager om uit een oogpunt van kosten zelf in maatregelen te voorzien. Dit houdt in dat de gemeente een eigen aandeel van de aanvrager kan vragen, waarbij ook het eigen vermogen kan worden meegewogen bij het bepalen van de voorziening. De Centrale Raad van Beroep doet binnenkort uitspaak over de vraag of bij toekenning van één voorziening zowel een eigen aandeel als een eigen bijdrage kan worden gevraagd. Eigen verantwoordelijkheid In artikel 20 van de huidige Wmo- verordening staat o.a. dat een woonvoorziening, die wordt aangevraagd op een moment dat op basis van leeftijd, gezinssituatie of woonsituatie te voorzien was dat deze voorziening noodzakelijk zou zijn en er geen sprake is van een onverwacht optredende noodzaak, kan worden geweigerd. Met andere woorden er wordt ook een grote verantwoordelijkheid bij de burger neergelegd. De burger dient ook zelf te anticiperen op beperkingen die bij een bepaalde leeftijd horen. De gemeente dient de burger hiervan wel middels publicaties op de hoogte te stellen. De gemeente gaat uit van het principe dat iedere inwoner van Renswoude als het enigszins mogelijk is in Renswoude moet kunnen blijven wonen. Dit vraagt dan wel extra inspanning van de gemeente met betrekking tot het woningbeleid. Begeleiding
Beleidsnota Wet maatschappelijke ondersteuning Renswoude 2011-2014
P a g i n a | 18
Met ingang van 1 januari 2009 is de begeleiding op psychosociale grondslag binnen de AWBZ afgeschaft. De ondersteunende begeleiding blijft wel bestaan voor mensen met aanspraak op een psychiatrische grondslag. Hiervoor is één nieuwe functie gekomen: begeleiding. Het gaat om mensen met vooral zware beperkingen. Zij verblijven vaak in AWBZ-instellingen of krijgen intensieve AWBZ-zorg. De begeleiding maakt meestal deel uit van hun behandeling. De hiervoor genoemde maatregel is vooral een bezuinigingsmaatregel. Het is niet de bedoeling dat de gemeente deze functie gaat overnemen. De gemeente krijgt zeer beperkte gelden uit het gemeentefonds. Tot op heden heeft de gemeente geen concrete aanvragen ontvangen voor ondersteunende begeleiding. Het is van belang dat de gemeente, samen met andere maatschappelijke organisaties, zoekt naar een oplossing als er individuele knelpunten ontstaan. De gemeente heeft echter wel een verantwoordelijkheid als er knelpunten ontstaan. Uitgangspunten De Wmo- voorzieningen moeten ook op de lange termijn betaalbaar blijven. Opleggen van eigen aandeel of eigen bijdrage voor woonvoorzieningen en vervoersvoorzieningen. Algemeen gebruikelijke voorzieningen niet vergoeden, al dient de gemeente rekening te houden met het inkomen. Het compensatiebeginsel uitvoeren. De burger wijzen op de eigen verantwoordelijkheid middels publicaties Bij volgende aanbesteding hulp bij het huishouden indiceren in uren overwegen.
Beleidsnota Wet maatschappelijke ondersteuning Renswoude 2011-2014
P a g i n a | 19
HOOFDSTUK 7: MAATSCHAPPELIJKE OPVANG Prestatieveld 7: Het bieden van maatschappelijke opvang, waaronder vrouwenopvang en beleid ter bestrijding van geweld dat door iemand uit de huiselijke kring van het slachtoffer is gepleegd. In de Wmo is maatschappelijke opvang gedefinieerd als “het tijdelijk bieden van onderdak, begeleiding, informatie en advies aan personen die, door een of meer problemen al dan niet gedwongen de thuissituatie hebben verlaten en niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving”. Vrouwenopvang wordt in deze wet omschreven als: “het tijdelijk bieden van onderdak en begeleiding aan vrouwen die, al dan niet gedwongen, de thuissituatie hebben verlaten in verband met problemen van relationele aard of geweld´. Huidige situatie De gemeenten Renswoude, Rhenen, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal en Wijk bij Duurstede werken samen op het gebied van huiselijk geweld en het Veiligheidshuis te Amersfoort. Om deze samenwerking te kunnen uitvoeren, is in 2004 een Regionaal Coördinator Huiselijk Geweld aangetrokken en in 2009 is besloten tot het creëren van de functie Informatiemakelaar Veiligheidshuis. Beide functies zijn in 2010 ondergebracht bij de gemeente Veenendaal, waarbij de twee functionarissen elkaar ook kunnen vervangen. De twee functionarissen zijn in dienst van de gemeente Veenendaal. Doordat de gemeente Veenendaal als werkgever optreedt en ook het risico loopt zijn door de participerende gemeenten afspraken gemaakt. Deze afspraken zijn opgenomen in een overeenkomst en door de burgemeesters van de gemeenten ondertekend. De portefeuillehouders thuisgeweld van de gemeenten en management van organisaties participeren in een stuurgroep. Burgers uit Renswoude kunnen telefonisch contact opnemen met het Advies en Steunpunt Huiselijk Geweld te Amersfoort. De extra kosten die de Regionaal Coördinator Huiselijk Geweld en de Informatiemakelaar Veiligheidshuis met zich meebrengen, worden door de afzonderlijke gemeenten naar rato van het inwoneraantal betaald. Het budget voor vrouwenopvang gaat naar centrumgemeente Ede
Beleidsnota Wet maatschappelijke ondersteuning Renswoude 2011-2014
P a g i n a | 20
HOOFDSTUK 8: OPENBARE GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG Prestatieveld 8: Het bevorderen van openbare geestelijke gezondheidszorg, met uitzondering van het bieden van psychosociale hulp bij rampen. In de Wmo wordt de Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGZ) gedefinieerd als “het signaleren en bestrijden van risicofactoren op het gebied van de openbare geestelijke gezondheidszorg, het bereiken en begeleiden van kwetsbare personen en risicogroepen, het functioneren als meldpunt voor signalen van crisis en dreiging van crisis bij kwetsbare personen en risicogroepen en het tot stand brengen van afspraken tussen betrokken organisaties over de uitvoering van de openbare geestelijke gezondheidszorg”. Renswoude heeft hiervoor aansluiting gezocht bij andere gemeenten. De gemeenten Ede, Veenendaal, Barneveld, Rhenen, Scherpenzeel, Wageningen en de hulporganisaties in deze gemeenten hebben een convenant opgesteld. In dit convenant, dat inmiddels is verlengd tot 2014, worden de volgende uitgangspunten nagestreefd. Verbetering van de zorgmonitor en intensivering van het gebruik. Continuering van het vangnetteam Valleiregio. De centrale meldfunctie van de zorgcoördinatie bewerkstelligen. Voorzien in opvang voor dak- en thuislozen die een eerste opvang nodig hebben, zoals een sociaal pension met dagbesteding. Het dagbestedingaanbod binnen de Valleiregio af te stemmen wat betreft volume en variëteit. De bestaande regionale en lokale afspraken voor een verbeterd OGGZ-pakket worden gecontinueerd voor wat betreft de ketensamenwerking wonen, dagbesteding, schuldhulpverlening, zorg en voorwaarden/ondersteuning. De bedoeling is dat er meer op preventie wordt ingezet. De instellingen zullen een trajectvergoeding gaan ontvangen. Van tevoren wordt in een trajectplan vastgelegd hoe lang een cliënt van dat traject gebruik mag maken. Op deze wijze kunnen de kosten beter in de hand worden gehouden. Binnen de gemeentelijk organisatie wordt overlegd hoe beter samengewerkt kan worden als er binnen een leefeenheid sprake is van diverse financiële problemen. Dit ter voorkoming dat schulden die de burgers bij de gemeente hebben, te hoog oplopen. De nota lokale gezondheidszorg Renswoude 2008-2011 is op 15 april 2008 vastgesteld. De gemeente dient aandacht te besteden aan het terugdringen van roken, schadelijk alcoholgebruik, overgewicht, diabetes en depressie. Voor de thema‟s roken en diabetes sluit de gemeente aan op de landelijke campagne. Wat betreft schadelijk alcoholgebruik heeft de gemeente een projectplan voor jongeren in de leeftijdscategorie van 12 tot en met 18 jaar (zie prestatieveld 9) Om de doelstellingen van het bestrijden van overgewicht te realiseren heeft de gemeente Renswoude in samenwerking met GGD Middden-Nederland een actieprogramma preventie van overgewicht samengesteld. Preventie richt zich op zowel voorkomen van ontstaan van overgewicht als op het voorkomen dat mensen die te zwaar zijn nog zwaarder worden. De centrumgemeente Ede ontvangen de financiële middelen om dit prestatieveld in te vullen.
Beleidsnota Wet maatschappelijke ondersteuning Renswoude 2011-2014
P a g i n a | 21
HOOFDSTUK 9: VERSLAVINGSBELEID Prestatieveld 9: Het bevorderen van het verslavingsbeleid. De Wmo omschrijft het verslavingsbeleid als “maatschappelijke zorg gericht op verslaafden, alle individuele geneeskundige verslavingszorg daaronder niet begrepen en preventie van verslavingsproblemen, met inbegrip van activiteiten in het kader van de bestrijding van overlast door verslaving”. Ook dit prestatieveld heeft betrekking op hen die deze vorm van opvang en behandeling nodig hebben. Jongeren in de regio Vallei zijn stevige drinkers. Vaak op jonge leeftijd beginnen zij al met drinken van alcohol, ruim voordat zij de leeftijd van 16 jaar hebben bereikt. Alcohol is schadelijk voor de gezondheid. Dit geldt zeker voor jongeren omdat het de ontwikkeling van de hersenen belemmert. De gemeenten Barneveld, Ede, Scherpenzeel, Nijkerk, Renswoude ,Wageningen en Woudenberg willen daar wat aan doen en zijn daarom begin 2009 het project Fris Valley gestart. Het project richt zich op het terugdringen van drinken en dronkenschap bij jongeren onder de 24 jaar en vorkomen dat jongeren al ver voor hun zestiende beginnen met drinken. Fris Valley benadert de omgeving van de jongeren; het aanspreken van jongeren blijkt niet effectief. In hun omgeving worden jongeren geregeld geconfronteerd met drank via reclame, cafés, supermarkten, (sport)kantines, keten, scholen of bij hun ouders thuis. In Fris Valley participeren bestaande verbanden van opvoedingsondersteuning. De centrumgemeenten worden hiervoor gecompenseerd. Renswoude valt onder centrumgemeente Ede.
Beleidsnota Wet maatschappelijke ondersteuning Renswoude 2011-2014
P a g i n a | 22
HOOFDSTUK 10: PROCESVERPLICHTINGEN Hieronder volgt een aantal procesverplichtingen: 1) Vaststellen van een of meerdere plannen (artikel 3). 2) Participatie van burgers en een belanghebbende natuurlijke en rechtspersonen bij het tot stand komen van het beleid (artikel 11, 1e lid). 3) Personen en organisaties worden vroegtijdig in de gelegenheid gesteld zelfstandig voorstellen te doen over het beleid (artikel 11 2e lid). 4) Voordat een voordracht tot vaststelling aan de gemeenteraad wordt gedaan vraagt het college over het ontwerpplan advies aan de gezamenlijke vertegenwoordigers en representatieve organisaties van de kant van vragers op het gebied van maatschappelijke ondersteuning en aan een of meerdere niet gebonden personen (artikel 12). 5) De presentatie voor 1 juli van ieder jaar van de resultaten van een tevredenheidsonderzoek onder de vragers van de Wmo en de gegevens over de presentaties van de gemeente (artikel 9). 6) Informatieverstrekking aan de door het Ministerie aangewezen instelling van informatie over de prestaties van deze gemeente. Beleidsplan Het beleidsplan 2008-2010 is als uitgangspunt genomen. Voor u ligt het beleidsplan voor de jaren 2011-2014. Het vroegtijdig in de gelegenheid stellen van personen en organisaties om zelfstandig voorstellen over het beleid te doen en het zich vergewissen van ingezetenen die hun belangen niet goed kenbaar kunnen maken. Voordat het beleidsplan door het college van burgemeester en wethouders wordt behandeld, wordt aan de klankbordgroep in de gelegenheid gesteld hun visie op het beleidsstuk te geven. Het vragen van advies over het ontwerpplan aan gezamenlijke vertegenwoordigers van representatieve organisaties van de kant van de vragers op het gebied van maatschappelijke ondersteuning en aan een of meerdere niet gebonden personen Volgens artikel 12 van de Wmo moet aan de gezamenlijke vertegenwoordigers van representatieve organisaties van de kant van de vragers advies gevraagd worden alvorens de raad overgaat tot vaststelling van de Wmo. Aan de organisaties is gelegenheid gegeven het plan in te zien en adviezen en opmerkingen te geven met betrekking tot het Wmo -beleid. Aan de klankbordgroep is advies gevraagd alvorens het plan aan het college van burgemeester en wethouders is voorgelegd. Het beleidsplan zal ook gezonden worden aan alle participanten van het Breed Overleg en vrijwilligersorganisaties, nadat het beleidsplan voor de eerste keer door het college is behandeld. De presentatie van de resultaten van een tevredenheidsonderzoek en de prestaties van de gemeente voor 1 juli Er is een enquêteformulier gebruikt dat is ontwikkeld in opdracht van het ministerie van VWS en de VNG. Cliënten vinden het formulier te moeilijk leesbaar. In het verleden is al geprobeerd in samenwerking met de klankbordgroep een duidelijker formulier te ontwikkelen. Toch blijft het formulier moeilijk leesbaar voor veel cliënten. In samenwerking met de klankbordgroep zal een eenvoudiger formulier worden ontwikkeld.
Beleidsnota Wet maatschappelijke ondersteuning Renswoude 2011-2014
P a g i n a | 23
Informatieverstrekking aan de door de ministerie aangewezen instelling van informatie over de prestaties van deze gemeente Jaarlijks dient de gemeente middels een vragenlijst informatie aan het ministerie te vestrekken.
Beleidsnota Wet maatschappelijke ondersteuning Renswoude 2011-2014
P a g i n a | 24
BIJLAGE 1: AFKORTINGENLIJST AMK :
Advies en Meldpunt Kindermishandeling
AMW :
Algemeen Maatschappelijk Werk
AWBZ:
Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten
CIZ
:
Centrum Indicatiestelling Zorg
CJG
:
Centrum Jeugd en Gezin
HH
:
Hulp bij het huishouden
JGZ
:
Jeugdgezondheidszorg
JNR
:
Jeugdnetwerk Renswoude
NPV :
Nederlandse Patiëntenvereniging-Renswoude
OGGZ :
Openbare Geestelijke GezondheidsZorg.
PGB
Persoonsgebonden Budget
:
RSM :
Regionaal Steunpunt Mantelzorg
SOS
Stichting Ouderen Scherpenzeel en Renswoude
:
WERV:
Wageningen, Ede, Rhenen en Veenendaal
WMO :
Wet maatschappelijke ondersteuning
WVG :
Wet Voorziening Gehandicapten
Beleidsnota Wet maatschappelijke ondersteuning Renswoude 2011-2014
P a g i n a | 25