Basisschool Oudendijk Schoolgids

Basisschool Oudendijk

Schoolgids 2013-2014

1. VOORWOORD Bestuur Namens het bestuur bied ik u de schoolgids voor het schooljaar 2013-2014 aan. Hierin vindt u alle mogelijke informatie over Basisschool Oudendijk. Veel daarvan is vertrouwd en blijft zoals het is, maar toch zal er dit jaar ook weer sprake zijn van de nodige veranderingen. Basisschool Oudendijk is een neutraal bijzondere school, de enige in het Land van Heusden en Altena. ‘Neutraal bijzonder’ wil zeggen dat de school zijn beleid niet op een specifieke levensbeschouwelijke richting baseert. Het uitgangspunt is gelijkwaardigheid en respect voor verschillende (geloofs)overtuigingen. De school heeft een eigen bestuur, waarin leden van de vereniging zitting kunnen nemen. Met ingang van komend schooljaar zal de functie van directeur ingevuld worden door Carien van Till. Het eerste half jaar zal er nog ondersteuning beschikbaar zijn van de huidige interim directeur. Op financieel gebied is basisschool Oudendijk een gezonde school. De reserves waren de afgelopen jaren dusdanig groot dat besloten is deze af te bouwen door extra te investeren in het onderwijzend team en leermiddelen. Voor de komende jaren zal dat niet meer in dezelfde mate mogelijk zijn. Dit wordt vooral veroorzaakt door toenemende bezuinigingen vanuit de overheid. Er blijft voldoende ruimte om de visie ‘Op maat voor de toekomst’ ook de komende jaren financieel inhoud te geven. Vanuit de visie ‘Op maat voor de toekomst’ is Basisschool Oudendijk een kleine informele school, waar de leerlingen centraal staan. Ieder kind wordt gezien als een uniek individu, dat zich op ‘eigen-wijze’ kan en mag ontplooien. Het leerklimaat is prettig, open en gericht op samen leren en leven. Basisschool Oudendijk heeft van oudsher veel aandacht gehad voor kinderen die in de een of andere vorm ‘bijzonder’ zijn. Dit heeft er in geresulteerd dat verschillende kinderen die elders vastliepen in Oudendijk wel een passende en veilige schoolomgeving geboden kon worden. Speerpunt voor Basisschool Oudendijk voor de komende jaren zijn de ‘bijzondere’ kinderen in de vorm van de groep hoogbegaafden. Door enkele teamleden wordt nu een opleiding op dit gebied gevolgd. Ook zal het reeds aanwezige lesprogramma en verrijkingsstof voor deze groep verder uitgebreid worden. In het kader van de ‘verlengde schooldag’ worden na de reguliere schooltijd activiteitenprogramma’s verzorgd. Voorbeelden zijn: techniek (industriële vormgeving), dans, toneel, muziek, yoga en drama. Onze website (www.bsoudendijk.nl) wordt steeds meer gebruikt om met de ouders en leerlingen te communiceren en verslag te doen van allerlei schoolactiviteiten. Sinds vorig schooljaar worden ouders via de mail op de hoogte gehouden van belangrijke ontwikkelingen. De digitale schoolborden worden veel gebruikt en vormen een goede aanvulling in de lessen. Nieuwe lesmethodes bieden steeds meer mogelijkheden om de computer en internet toe te passen in de lessen. Basisschool Oudendijk kenmerkt zich door een laagdrempelig en sociaal karakter. Er zijn veel mensen die zich als vrijwilliger inzetten voor de school: leden van de ouderraad en medezeggenschapsraad, maar ook individuele ouders die voorlezen, helpen bij klusochtenden, sportdag, schoolkamp en andere activiteiten.

1



Al deze vrijwilligers leveren een bijdrage om onze kinderen een fijne schooltijd en een goede basis voor later mee te geven. Deze bijdrage bepaalt in belangrijke mate het unieke karakter van Basisschool Oudendijk. Alle ouders en niet-ouders die zich ook dit jaar weer vrijwillig inzetten hiervoor alvast hartelijk bedankt! Iedereen die hieraan wil bijdragen nodig ik van harte uit om ons dit te laten weten. Hulp is altijd welkom. Kijk ook eens op de website www.bsoudendijk.nl voor uitgebreide informatie over de school, bestuur, missie en visie en nog veel meer. Namens het bestuur wens ik het team, de leerlingen, vrijwilligers en alle andere betrokkenen een leerzaam, gezellig en gezond schooljaar toe. Kees Groeneveld Voorzitter Directie Met ingang van dit schooljaar ligt voor mij de uitdagende en mooie taak om de directietaken te mogen vervullen. Voor diegenen die mij nog niet zo goed kennen: ik ben sinds het jaar 2000 werkzaam op Basisschool Oudendijk. Een tijd lang heb ik in meerdere groepen gewerkt, maar sinds een paar jaar sta ik parttime voor groep 7/8. Daarnaast ben ik intern begeleidster en ben ik remedial teacher geweest. Afgelopen jaar heb ik de opleiding voor schoolleider gevolgd, om goed voorbereid aan mijn nieuwe functie te kunnen beginnen. In de afgelopen 13 jaar heb ik mogen zien en ervaren wat een bijzondere en mooie school wij hebben. Een school die zich kenmerkt door een geheel eigen sfeer en cultuur, waar naast het opdoen van cognitieve kennis, veel aandacht wordt besteed aan zaken die kinderen de kans geven zich veel breder te ontwikkelen. Het afgelopen schooljaar hebben wij veel gedaan aan het opzetten of het verder ontwikkelen van beleid. Denk hierbij aan beleid om de meer- en hoogbegaafde leerlingen de aandacht en het aanbod te kunnen geven dat zij nodig hebben en het uitbreiden van het handelings- en opbrengstgericht werken. Wij zullen hier komend schooljaar mee doorgaan, maar daarnaast zijn wij voorloperschool in de regeling ‘Cultuureducatie met kwaliteit’, waardoor we de komende jaren een doorgaande leerlijn cultuur kunnen opzetten. Dit zijn de grootste projecten die voor ons liggen, maar daarnaast werken wij altijd aan een continue verbetering van de kwaliteit van ons onderwijs. De school doet het qua opbrengsten goed, maar dat is geen reden om op onze lauweren te gaan rusten. Kwaliteit is iets waar altijd in geïnvesteerd moet worden. Teamleden hebben het afgelopen jaar veel aan nascholing gedaan en veel opleidingen lopen door in het komende schooljaar. Wij kunnen stellen dat wij hierdoor voor een school van onze omvang veel expertise in huis hebben, dat vooral de kinderen ten goede zal komen. Wij hebben binnenkort coördinatoren voor rekenen, taal, lezen, rekenen en cultuur en een meer- en hoogbegaafdheidsspecialist in huis, naast een intern begeleider en bevoegde remedial teachers. Naast alle aandacht voor de basisvakken hebben wij ook meegedaan aan het ‘Project Lekker Fit’ Het project heeft de kinderen veel bijgebracht over gezond eten en leven. Met ingang van dit schooljaar zal de school meedoen aan het vervolgprogramma SchoolGruiten. Dat staat voor groenten en fruit eten op school. Op SchoolGruiten scholen wordt minimaal twee keer per week gezamenlijk groeten en fruit in de klas gegeten. 2



Dit schooljaar zal ook meer vorm gegeven worden aan ouderbetrokkenheid. Ouderbetrokkenheid is de (emotionele) betrokkenheid en (mede)verantwoordelijkheid van ouders bij zowel de opvoeding als het onderwijs van hun eigen kind, thuis en op school. Het doel van ouderbetrokkenheid is om een gezamenlijke verantwoordelijkheid te dragen voor de ontwikkeling van een kind ten behoeve van zijn of haar resultaten. Een begin is hiermee gemaakt door het opstellen van huiswerkbeleid. Alles overziend, gaan wij vol vertrouwen het nieuwe schooljaar tegemoet, waarin wij met u en de kinderen goede en mooie dingen tot stand zullen brengen. Namens het team wens ik iedereen een heel fijn, goed, leerzaam en vrolijk schooljaar toe. Carien van Till Directeur

De kleuters werken in het schooltuintje.

3



1. VOORWOORD .................................................................................. 1 BESTUUR ........................................................................................................................................ 1 DIRECTIE ........................................................................................................................................ 2 2. DE SCHOOL ...................................................................................... 7 3. DE ORGANISATIE ............................................................................... 9 3.1 VERENIGING.............................................................................................................................. 9 3.2 BESTUUR .................................................................................................................................. 9 3.3 RAAD VAN TOEZICHT (RVT) ....................................................................................................... 10 3.4 MEDEZEGGENSCHAPSRAAD (MR) ............................................................................................... 11 3.5 OUDERRAAD ........................................................................................................................... 12 3.6 FINANCIELE BIJDRAGEN OUDERS ................................................................................................ 124 3.7 OVERZICHT VAN ALLE BETALINGEN ............................................................................................... 16 3.8 TEAMVERGADERING EN STUDIEDAGEN .......................................................................................... 16 4. HET SCHOOLPLAN ........................................................................................................ 17 5. DE INHOUD VAN HET ONDERWIJS .......................................................... 24 5.1 KLEUTERS ............................................................................................................................... 24 5.2 REKENEN EN WISKUNDE............................................................................................................. 25 5.3 LEZEN .................................................................................................................................. 265 5.4 BEGRIJPEND LEZEN ................................................................................................................... 26 5.5 TAAL EN SPELLING .................................................................................................................... 26 5.6 SCHRIJVEN .............................................................................................................................. 26 5.7 ENGELS .................................................................................................................................. 26 5.8 WERELDORIËNTATIE ................................................................................................................. 27 5.9 GESCHIEDENIS ....................................................................................................................... 267 5.10 VERKEER............................................................................................................................ 268 5.11 BIOLOGIE, NATUURKUNDE EN TECHNIEK.................................................................................... 268 5.12 NATUUREDUCATIE ................................................................................................................ 268 5.13 ICT ..................................................................................................................................... 29 5.14 EXPRESSIEVAKKEN EN CULTUUREDUCATIE .................................................................................... 30 5.15 GYMNASTIEK ......................................................................................................................... 32 5.16 ZWEMMEN ........................................................................................................................... 33 5.17 NASCHOOLSE ACTIVITEITEN OP SCHOOL ...................................................................................... 33 6. DE KWALITEIT VAN HET ONDERWIJS ....................................................... 34 6.1 TOETSEN ................................................................................................................................ 34 6.2 INTERNE BEGELEIDING ............................................................................................................... 34 6.3 NASCHOLING......................................................................................................................... 346 6.4 MENING OUDERS ..................................................................................................................... 37 7. RAPPORTAGE EN OPBRENGSTEN ........................................................... 37 7.1 RAPPORTEN ............................................................................................................................ 38 7.2 CITO-SCHOOLVORDERINGENONDERZOEK....................................................................................... 38 7.3 ONDERWIJSKUNDIG RAPPORT ..................................................................................................... 38 7.4 SCHOOLKEUZE LEERLINGEN GROEP 8 ............................................................................................ 38 4



7.5 WAAR NAAR TOE NA OUDENDIJK ................................................................................................ 40 8. MEDISCHE/OPVOEDKUNDIGE ZAKEN....................................................... 41 8.1 EDUX EN CED (ONDERWIJSBEGELEIDINGSDIENSTEN) ....................................................................... 41 8.2 SAMENWERKINGSVERBAND ........................................................................................................ 41 8.3 PERMANENTE COMMISSIE LEERLINGENZORG (PCL) ........................................................................ 41 8.4 INFORMATIEPUNT VOOR OUDERS OVER ONDERWIJS ........................................................................ 42 8.5 JEUGDGEZONDHEIDSZORG (JGZ) - GGD STADSGEWEST BREDA ........................................................ 42 8.6 LOGOPEDIST............................................................................................................................ 42 8.7 GGD- TEAM ........................................................................................................................... 43 8.8 KLACHTENREGELING ................................................................................................................. 43 INTERNE VERTROUWENSPERSOON ..................................................................................................... 43 EXTERNE VERTROUWENSPERSOON..................................................................................................... 43 8.9 INFORMATIEPLICHT GESCHEIDEN OUDERS ...................................................................................... 44 8.10 ZIEKTE, MEDICIJNGEBRUIK EN MEDISCHE HANDELINGEN ................................................................. 45 8.11 LUIZENCONTROLE ................................................................................................................... 46 9. BETROKKENHEID OUDERS ................................................................... 46 10. ACTIVITEITEN ................................................................................ 47 10.1 NIEUWSFLITS EN WEBSITE ........................................................................................................ 47 10.2 INFORMATIEAVOND ................................................................................................................ 47 10.3 SINTERKLAASFEEST ................................................................................................................. 48 10.4 KERSTFEEST .......................................................................................................................... 48 10.5 ZOMERFEEST ......................................................................................................................... 48 10.6 VERJAARDAGEN ..................................................................................................................... 48 10.7 SPORTEVENEMENTEN.............................................................................................................. 48 10.8 DERDE WERELD ..................................................................................................................... 49 10.9 SCHOOLKAMP........................................................................................................................ 49 10.10 KLEUTERDAG ....................................................................................................................... 50 10.11 BIBLIOTHEEK ....................................................................................................................... 50 11. TOELATING EN LEERPLICHT................................................................. 51 11.1 TOELATING ........................................................................................................................... 51 11.2 TOELATING LEERLINGEN VAN ANDERE SCHOLEN ............................................................................ 51 11.3 TOELATING LEERLING MET EEN HANDICAP, DE ZOGENAAMDE RUGZAK LEERLING. ................................. 51 11.4 LEERPLICHT ........................................................................................................................... 52 11.5 SCHOOLVERZUIM ................................................................................................................... 52 11.6 GRONDEN VOOR VRIJSTELLING VAN HET VOLGEN VAN ONDERWIJS .................................................... 53 11.7 SCHORSING EN VERWIJDERING LEERLINGEN ................................................................................. 53 12. SPONSORING ................................................................................ 53 13. DIVERSEN .................................................................................... 53 13.1 SPREEKUUR........................................................................................................................... 53 13.2 VERVOERSKOSTEN VAN HUIS NAAR SCHOOL ................................................................................. 53 13.3 JEUGDSPORTFONDS ................................................................................................................ 54 13.4 VERZEKERINGEN .................................................................................................................... 54 13.5 LEER- EN HULPMIDDELEN ......................................................................................................... 54 13.6 KOSTELOOS MATERIAAL ........................................................................................................... 54 13.7 INFORMATIE AAN DERDEN ........................................................................................................ 54 5



13.8 SNOEP, PAUZEHAPJE EN LUNCH ................................................................................................. 54 13.9 SCHOOLMELK ........................................................................................................................ 55 13.10 ONTRUIMINGSPLAN .............................................................................................................. 55 13.11 KLEUTERS ........................................................................................................................... 55 14. SCHOOLTIJDEN, OVERBLIJVEN EN OPVANG .............................................. 56 14.1 SCHOOLTIJDEN ...................................................................................................................... 56 14.2 VERANTWOORDELIJKHEID ........................................................................................................ 56 14.3 OVERBLIJVEN ........................................................................................................................ 56 14.4 BUITENSCHOOLSE OPVANG ...................................................................................................... 57 14.5 LEERLINGENLIJST .................................................................................................................... 58 15. VAKANTIES EN VRIJE DAGEN ............................................................... 58 15.1 SCHOOLVAKANTIES 2013-2014 ............................................................................................... 58 16. ADRESSEN ................................................................................... 59 16.1 SCHOOL EN ONDERWIJZEND EN ONDERWIJSONDERSTEUNEND PERSONEEL.......................................... 59 16.2 LEDEN VAN HET BESTUUR ......................................................................................................... 60 16.3 LEDEN VAN DE RAAD VAN TOEZICHT .......................................................................................... 61 16.4 LEDEN VAN DE MEDEZEGGENSCHAPSRAAD (OUDERVERTEGENWOORDIGING) ...................................... 61 16.5 LEDEN VAN DE OUDERRAAD...................................................................................................... 62 16.6 VERZORGING INTERIEUR .......................................................................................................... 62 16.7 EXTERNE VERTROUWENSPERSONEN ........................................................................................... 62 16.8 INTERNE VERTROUWENSPERSOON ............................................................................................. 62 16.9 INSPECTIE ............................................................................................................................. 62 16.10 CENTRUM VOOR JEUGD EN GEZIN ............................................................................................ 62

6



2. DE SCHOOL Basisschool Oudendijk is de enige neutraal bijzondere school op algemene grondslag in het Land van Heusden en Altena. Op algemene grondslag wil zeggen, dat deze vorm van onderwijs in principe voor iedereen toegankelijk is. Dit onderwijs gaat uit van de gelijkwaardigheid van alle levensbeschouwelijke en maatschappelijke stromingen. De leerling kan een levensbeschouwing opbouwen en van daaruit een eigen inbreng hebben, een en ander met respect en begrip voor de levens- en maatschappijbeschouwing van anderen. Basisschool Oudendijk is een kleine school met voldoende leerlingen om een redelijke bestaanszekerheid te hebben en is goed toegerust om aantrekkelijk te zijn voor ouders uit Oudendijk en een wijdere omgeving (Woudrichem, Rijswijk, Giessen, Uitwijk, Sleeuwijk en omstreken). ‘Klein’ wil zeggen: een school met vijf combinatiegroepen. Het aantal leerlingen per combinatie trachten we te beperken tot 24 - 26 (12 -13 per groep). Dit aantal maakt een goed sociaal en pedagogisch klimaat mogelijk. Gezien de samenstelling van de groepen en het totale aantal leerlingen van school, zal soms echter afgeweken moeten worden van dit maximum aantal. Als school hebben we dan echter de mogelijkheid te zorgen voor “extra handen” in de groep waardoor genoeg aandacht voor de individuele leerling toch gewaarborgd is. ‘Goed toegerust’ betekent: kwalitatief goed onderwijs, kwalitatief goed materiaal en een goed onderhouden gebouw. Voor het realiseren van goed onderwijs beschikt de school over een kundig en enthousiast team van leerkrachten, dat bereid is zich in te zetten voor zowel de school als geheel, als voor de individuele leerling, maar dat ook de eigen beperkingen kent en er naar handelt. De leerkrachten staan open voor maatschappelijke ontwikkelingen en hebben oog voor de daaruit voortvloeiende wensen van de ouders. Ouders, bestuur en leerkrachten vinden het volgende belangrijk: De school is een onderdeel van het totale onderwijs dat voor ieder kind verder reikt dan uitsluitend acht jaar basisonderwijs. Bij de keuze van de basisleerstof en attitudes moet rekening worden gehouden met wat in het vervolgonderwijs nodig is, maar er moet ook worden ingespeeld op maatschappelijke en culturele ontwikkelingen. Onder kwaliteit wordt ook verstaan: gedegenheid. Niet te veel versnippering, waardoor niets blijft hangen, maar zorgen dat wat je doet goed is. Niet alleen de keuze van de leerstof is belangrijk, maar vooral ook de manier waarop het wordt aangeboden: “er zijn meerdere wegen, die naar Rome leiden”. Er dient rekening te worden gehouden met de verscheidenheid van de kinderen. Van de school wordt meer verwacht dan de ontwikkeling van de cognitieve mogelijkheden. Ook de andere in de wet genoemde vormingsgebieden, die in prestaties niet of minder meetbaar zijn, moeten voldoende aandacht krijgen, zoals sociale vorming en burgerschap, leren leren, inzicht in eigen talenten en kennis van kunst en cultuur.

7



Voor alles moet ervan uitgegaan worden dat kinderen het leuk vinden om te leren. Er moet voor gezorgd worden dat de kinderen met plezier naar school gaan. Goed onderwijs lukt uitsluitend bij een positieve instelling van de leerkracht ten opzichte van de leerlingen. Ieder kind moet in zijn eigen waarde gelaten worden en de leerkracht dient open te staan voor een aanpak, die per individu kan verschillen. Bij leren gaat het om een gedragsveranderingsproces. Leren vraagt om een integratie van het cognitieve en het affectieve leerproces. Anders gezegd: leren en emotie zijn niet te scheiden. Onderwijskundig wordt ervan uitgegaan dat ieder kind een individu is dat onderwijs in een groep geniet. Dit houdt in dat de school het onderwijs zo tracht in te richten dat het individu in de groep, zoveel als mogelijk, tot zijn recht komt. Daarom zal zowel het individuele-, het groeps- als het klassikale onderwijs de nodige aandacht krijgen. Afhankelijk van de leerling, de groep en de leerstof zal een keus gemaakt worden welke manier van aanbieden de voorkeur heeft. Vanuit de overheid wordt er vanaf schooljaar 2013-2014 verwacht dat iedere school een leerling die aangemeld wordt, passend onderwijs kan bieden. Is dit niet mogelijk op de eigen school, dan moet de school binnen haar samenwerkingsverband op zoek gaan naar een school die dit passend onderwijs wel kan bieden. Om te kunnen bepalen welke leerlingen we wel en welke we niet dit passend onderwijs kunnen bieden, is in het afgelopen schooljaar een inventarisatie gemaakt en hebben we bekeken voor welke problematiek we de kennis nu al in huis hebben, welke kennis we ons nog eigen kunnen maken en welke problematiek voor ons als school te zwaar is om, ook na bijscholing op een goede wijze hulp te bieden. Door rekening te houden met en gebruik te maken van datgene waar leerlingen sterk in zijn, is het mogelijk een grotere groep leerlingen te motiveren. Daarom zijn we al enkele jaren bezig met MI (Meervoudige Intelligentie). Deze theorie is ontwikkeld door de Amerikaan Howard Gardner. Deze theorie gaat ervan uit dat door gebruik te maken van intelligenties van leerlingen deze meer worden gemotiveerd. Ze kunnen daardoor dingen waar ze minder sterk in zijn beter onder de knie krijgen. Een voorbeeld: een leerling is motorisch sterk, maar zwak in rekenen. Door de tafels aan te leren door het kind te laten hinkelen op een tafelhinkelveld, zal hij gemotiveerder met tafels bezig zijn en ze daardoor makkelijker onder de knie krijgen. Deze aanpak vergt een andere manier van denken over de manier van lesgeven. Ook maken we als school gebruik van de mogelijkheden die de computer biedt. Afgelopen jaar heeft de school een computergame aangeschaft waarmee de tafels op een speelse en voor kinderen aantrekkelijke manier worden geautomatiseerd. De eerste resultaten hiervan zijn veelbelovend. Het team overlegt regelmatig met elkaar over de mogelijkheden om de MI-gedachte binnen het onderwijs toe te passen.

8



Koken is rekenen

Kennis opdoen, door dingen te maken.

3. DE ORGANISATIE Om goed onderwijs te kunnen verwezenlijken in een prettige sociale en pedagogische omgeving is de betrokkenheid van alle personeelsleden en ouders van groot belang. In formele zin ligt de verantwoordelijkheid voor de dagelijkse gang van zaken vast in de volgende organisatiestructuur. 3.1 Vereniging De grondslag van de school ligt vast in de statuten van de schoolvereniging. De officiële naam luidt: Vereniging tot Oprichting en Instandhouding van een Neutraal Bijzondere Basisschool te Oudendijk. Deze vereniging, die opgericht is in mei 1934, heeft tot taak de school in stand te houden. De leden bestaan uit ouders. Ook nadat hun kind(eren) van school is(zijn), kunnen ouders lid van de vereniging blijven. In de praktijk gebeurt dat veel. Het lidmaatschap van de vereniging is wenselijk voor minimaal één ouder per gezin. Alleen de leden hebben spreek- en stemrecht tijdens ledenvergaderingen. Ouders die nog geen lid zijn, kunnen zich opgeven via het inschrijfformulier dat op school verkrijgbaar is en op de website staat. Het lidmaatschap moet schriftelijk worden beëindigd. Minimaal eenmaal per jaar worden alle leden uitgenodigd voor de Algemene Ledenvergadering. Op deze avond legt het bestuur verantwoording af over het gevoerde beleid. Tevens treedt een deel van het bestuur af en worden nieuwe bestuursleden gekozen of herkozen. Ook de MR geeft een toelichting op de activiteiten van het afgelopen jaar en de ouderraad legt verantwoording af over het gevoerde beleid en het beheer van de ouderbijdrage. Het lidmaatschapsgeld van de vereniging bedraagt € 5,= per lid per jaar. Voor de verschuldigde bedragen ontvangen de leden in de eerste helft van het schooljaar een rekening. 3.2 Bestuur Een neutraal bijzondere school wil zeggen dat de school een neutrale beheersvorm kent. De school heeft een eigen bestuur, waarin leden van de vereniging zitting kunnen hebben. Het bestuur wordt gekozen tijdens de Algemene Ledenvergadering. De zittingsduur is 3 jaar en de bestuursleden kunnen tweemaal voor een volgende periode worden herkozen. Het bestuur draagt namens de vereniging de verantwoordelijkheid voor de wijze waarop de school functioneert. Zij benoemt en ontslaat personeel, beheert het gebouw en de 9



financiën. Ieder bestuurslid is verantwoordelijk voor een eigen portefeuille en beschikt over de juiste competenties om deze zo goed mogelijk in te vullen. De school is aangesloten bij de Verenigde Bijzondere Scholen (VBS), een organisatie die schoolbesturen en directies ondersteunt bij diverse uitvoeringstaken. Tenminste eenmaal per jaar hebben twee bestuursleden een functionerings- en beoordelingsgesprek met de directeur. De directeur is als personeelslid bij de bestuursvergaderingen aanwezig en heeft daarin een adviserende stem. De functionerings- en beoordelingsgesprekken met de leerkrachten worden geïnitieerd en gehouden door de directeur. De leerkrachten hebben te allen tijde een adviserende stem naar het bestuur. Ouders kunnen via MR, de vereniging en het bestuur hun visie inbrengen in bestuurlijke zaken, zoals de organisatie van de school en de financiën. Ook over onderwijsinhoudelijke zaken kunnen zij via bovengenoemde kanalen meepraten en –denken. Op dit moment bestaat het bestuur uit de volgende personen: Voorzitter (ICT en personeelszaken) Secretaris Penningmeester Bestuurslid (beheer en onderhoud gebouw) Bestuurslid (onderwijskundige zaken) Bestuurslid (personeel en buitenschoolse activiteiten)

Dhr. E. Kieboom (Erik) Mevr. A.M. van Nieuwstadt (Anne Marie) Dhr. J. van Aartrijk (Jiel) Dhr. E. den Dekker (Erik) Dhr. P. Ververis (Peter) Mevr. A. Slagmolen (Angelique)

Daarnaast zijn de volgende personen bij de bestuursvergaderingen aanwezig: Aspirant bestuurslid Ondersteuning bestuur t/m december 2013

Mevr. L. Colijn (Lisette) Dhr. M. Romijn (Marc)

Het bestuur belegt ieder jaar in mei een Algemene Ledenvergadering en legt dan verantwoording af voor het gevoerde beleid en het beheer van de financiën. De leden ontvangen hiervoor automatisch een uitnodiging. 3.3 Raad van Toezicht (RvT) Ook Basisschool Oudendijk heeft in het kader van de wet ‘goed onderwijs, goed bestuur’ actief gewerkt aan de oprichting van de Raad van Toezicht. Uitgangspunt was een Profielschets Toezichthouders die door de VBS is aangereikt. Het bestuur van de school heeft gekozen voor een constructie waarin de Raad van Toezicht fungeert als een zelfstandig orgaan naast bestuur en directeur. Het bestuur bestuurt en is eindverantwoordelijk en aansprakelijk voor het gevoerde beleid. De RvT houdt toezicht, geeft geen bindende instructies, maar kan gevraagd en ongevraagd adviseren. Bestuursbesluiten kunnen niet ongedaan worden gemaakt door de RvT, maar de raad heeft de bevoegdheid bij ernstig disfunctioneren individuele bestuursleden en/of het voltallige bestuur te ontslaan. De MR heeft het recht op een bindende voordracht van 1 lid. Het bestuur heeft gekozen voor een RvT met 3 leden waarvan het profiel overeenkomt met de opgestelde profielschets van de RvT. Deze leden zijn bekend met en betrokken bij de school en de omgeving ervan. Bij het samenstellen van de eerste leden van de RvT zijn bestuur en MR betrokken. De RvT heeft een reglement opgesteld, waarin de werkwijze, 10



evenals aanstellings- en aftredingsprocedures zijn verwoord. Dit reglement is getoetst door een notaris en de statuten van de school zijn hierop aangepast. De RvT functioneert sinds 2011 en komt een aantal keer per jaar bijeen om het gevoerde beleid te bespreken en te evalueren. Minimaal twee keer per jaar is er een vergadering met het bestuur. De RvT wordt betrokken bij het (financiële) beleid van de school, krijgt alle bestuursstukken en wordt geïnformeerd en geconsulteerd als er belangrijke zaken spelen. De RvT legt tijdens de Algemene Ledenvergadering (ALV) verantwoording af over het goed uitvoeren van de toezichthoudende rol. Samenstelling Raad van Toezicht voorzitter secretaris algemeen lid

Dhr. M. Montijn (Maarten) Dhr. M. Mol (Machiel) Dhr. J. Kolff (Jan)

De huidige leden van de RvT hebben in het verleden kinderen op Basisschool Oudendijk gehad en zijn meerdere jaren als bestuurslid op onze school actief geweest. 3.4 Medezeggenschapsraad (MR) De MR bestaat altijd uit vier personen. In de oudergeleding van de MR hebben twee personen zitting. Deze worden tijdens de ALV gekozen door en uit ouders van leerlingen. De personeelsgeleding wordt gevormd door twee leden die uit het team afkomstig zijn. De directeur is als vijfde adviserend lid toegevoegd en als zodanig, indien nodig, aanwezig op de vergaderingen. Tevens treedt de directeur op als intermediair tussen bestuur en MR. De samenstelling is als volgt: Voorzitter (oudergeleding) Lid oudergeleding Lid personeelsgeleding Lid personeelsgeleding Adviserende stem (directeur)

Dhr. A. van Gammeren (Arjens) Dhr. P. Korthuijs (Paul) Mevr. M. Buijk-van Rooij (Ria) Mevr. A. Booij-Albada (Annelies) Mevr. C. van Till (Carien)

De leden hebben voor een periode van twee jaar zitting in de medezeggenschapsraad. Jaarlijks treedt de helft van het aantal leden af volgens een door de medezeggenschapsraad op te maken rooster. Zij zijn onmiddellijk herkiesbaar. Tijdens de ALV legt de MR verantwoording af voor het gevoerde beleid en worden er indien nodig verkiezingen gehouden. Doelstelling van de MR: De MR heeft binnen de school een adviserende stem dan wel instemmingsbevoegdheid. Zij behartigt de belangen van de ouders, hun kinderen en het onderwijzend personeel in onder andere de volgende zaken: het schoolplan, voorzieningen ten behoeve van leerlingen, taken van het personeel, organisatie van de school, besteding van middelen en regels op het gebied van gezondheid en veiligheid. Een kopie van de agenda en elk goedgekeurd MR-verslag kunnen op verzoek worden opgevraagd. Daarnaast belegt de MR een paar keer per jaar een speciale bijeenkomst met de ouders, om op deze manier nog beter op de hoogte te blijven wat er bij degenen die zij vertegenwoordigen leeft. Verder behoort tot de taken van de MR het organiseren van een

11



Kinder-MR. Hiervoor worden jaarlijks in de bovenbouwgroepen verkiezingen georganiseerd. De leden van de KMR hebben regelmatig overleg met een van de leden van de MR.

De KinderMR vergadert met de oudergeleding van de MR. 3.5 Ouderraad De ouderraad bestaat uit vijf tot negen leden (ouders). De leden worden voor een periode van drie jaar gekozen. De vergaderingen worden bijgewoond door tenminste één leerkracht. Eenmaal per jaar heeft de ouderraad samen met het bestuur overleg om te praten over allerlei lopende zaken. Doelstelling ouderraad: • Vanuit de ouders een praktische bijdrage te leveren aan het goed functioneren van de school door het ondersteunen en organiseren van allerlei schoolactiviteiten. Taken en werkzaamheden van de ouderraad: • Beheren van inkomsten uit ouderbijdrage en eventuele andere opbrengsten. • Het mede organiseren van schoolse activiteiten, zoals: sinterklaas- en kerstfeest, avondvierdaagse, schoolfeest, sportdag, Pasen en andere jaarlijkse evenementen. • Tijdens de ALV legt de ouderraad verantwoording af over de besteding van de financiën en wordt verslag gedaan van de activiteiten van het afgelopen jaar. Huidige samenstelling van de ouderraad: Voorzitter Secretaris Penningmeester Algemeen lid Algemeen lid Algemeen lid Algemeen lid Algemeen lid

Mevr. J. Schampers (Judith) Mevr. M. Kolk (Mildred) Mevr. U. Koehoorn (Ursula) Mevr. S. van Gammeren (Sybille) Dhr. G.J. Kuiper (Gerben Jan) Mevr. M. van Drunen (Martine) Mevr. M. van Leysen (Monique) Dhr. J. de Kreij (Jeroen)

12



Voorbereidingen voor het Kerstdiner

Leiden tot prachtig gedekte tafels De paashaas komt de school ieder jaar bezoeken!

13



3.6 Financiële bijdragen ouders Door onze school wordt aan de ouders een aantal financiële bijdragen gevraagd. Deze bijdragen zijn te verdelen in vrijwillige en verplichte bijdragen. Vrijwillige bijdrage: De school heeft een wettelijke verplichting te vermelden dat de volgende ouderbijdrage vrijwillig is: de algemene ouderbijdrage. Algemene ouderbijdrage Dankzij de inkomsten uit de ouderbijdrage kan de school bepaalde zaken die niet worden bekostigd door de overheid, toch organiseren. Voorbeelden hiervan zijn het schoolfeest, de sportdag, sinterklaas, kerstdiner of – ontbijt en activiteiten tijdens open dagen en speciale avonden voor leerlingen (zoals de eindmusical groep 8). Deze activiteiten zijn niet mogelijk zonder bijdragen van ouders. Hoewel er scholen zijn die ervoor hebben gekozen om kinderen van wie de ouders geen ouderbijdrage betalen uit te sluiten van deelname aan extra activiteiten, is dat niet de lijn die Basisschool Oudendijk volgt. We vragen ouders die de ouderbijdrage uit principiële redenen niet willen betalen, zich op andere wijze in te zetten in het kader van de extra activiteiten die we voor onze leerlingen organiseren. De huidige ouderbijdrage bedraagt € 26,=. Dit bedrag is de afgelopen jaren gelijk gebleven. Mocht de ouderbijdrage in de toekomst op voordracht van de ouderraad worden verhoogd, dan is overleg met en instemming van bestuur en MR nodig. Verplichte bijdragen: Zwemgeld Als school in een waterrijke omgeving vinden we het belangrijk om de leerlingen van groep 3 en 4 zwemles aan te bieden. Hiervoor ontvangen we een subsidie van de gemeente Woudrichem. Die is echter niet toereikend om de zwemlessen in zijn geheel te kunnen bekostigen. Ook aan de ouders wordt daarom een bijdrage gevraagd. De kosten bedragen € 2,56 per kind per zwemles. Wanneer u financieel niet in staat bent deze kosten te betalen, verzoeken wij u dit schriftelijk aan de directeur kenbaar te maken. In dat laatste geval is het mogelijk om via de gemeente een tegemoetkoming in de kosten te krijgen. De gemeente heeft hiervoor het Participatiefonds Schoolgaande Kinderen in het leven geroepen. Meer informatie kunt u vinden op de site: www.loketaltena.nl. Indien u dat op prijs stelt, kan de school u ondersteunen bij het aanvragen van deze extra middelen. Ouders die ervoor kiezen om hun kind(eren) niet te laten deelnemen aan het schoolzwemmen, zijn verplicht hun kind(eren) gedurende het tijdstip van de zwemlessen gewoon naar school te brengen. In het kader van de leerplichtwet zal de school dan zorgen voor een passend leerstofaanbod. Schoolkamp Het is kenmerkend voor onze school dat alle leerkrachten en leerlingen van groep 3 t/m 8 jaarlijks op schoolkamp gaan. Dit is niet alleen heel leuk, leerzaam en gezellig, maar zorgt ook voor een groot saamhorigheidsgevoel tussen kinderen uit verschillende klassen. Dit is een belangrijk kenmerk van de cultuur op onze school. Daarom levert de school hieraan een financiële bijdrage. Deze is echter niet toereikend om het gehele schoolkamp uit te bekostigen. Daarom is er ook een bijdrage van de ouders nodig. Deze bijdrage bedraagt € 40,=.

14



Ouders die ervoor kiezen om hun kind(eren) niet te laten deelnemen aan het schoolkamp, zijn verplicht hun kind(eren) gedurende het schoolkamp gewoon naar school te brengen. In het kader van de leerplichtwet zal de school dan zorgen voor een passend leerstofaanbod. Lidmaatschap vereniging Als ouder kunt u lid worden van de vereniging van de school. Als lid hebt u stemrecht tijdens de algemene ledenvergadering en het geeft u de mogelijkheid nog meer bij te dragen aan het goed functioneren van de school. Wanneer u lid wordt, verplicht u zich tot het betalen van de contributie voor het lidmaatschap. Dit lidmaatschap eindigt na schriftelijke opzegging van uw kant. Het lidmaatschap moet uiterlijk vier weken voor aanvang van de zomervakantie worden beëindigd. Ook nadat uw kind(eren) van school is/zijn kunt u, zoals veel ouders, lid blijven van de vereniging. De contributie bedraagt momenteel € 5,= per jaar per persoon. Het formulier om lid te worden kunt u downloaden van onze website. Overblijfkosten Basisschool Oudendijk heeft ervoor gekozen om het overblijven zelf te organiseren. Op die manier houden we de kosten beperkt. Onder begeleiding van de overblijfcoördinator zijn vijf personen verantwoordelijk voor de totale organisatie ervan. Dit kunnen ouders zijn, maar ook vrijwilligers van buiten de school. Alle overblijfkrachten ontvangen voor hun werkzaamheden een vrijwilligersvergoeding. De school voldoet aan alle wettelijke verplichtingen rond scholing van overblijfkrachten. Wanneer uw kind overblijft op school zijn hier kosten aan verbonden. Deze moeten vooruit betaald worden. Dit kan door middel van een eenmalige betaling voor het hele jaar voor de dagen dat uw kind overblijft. Leerlingen die incidenteel overblijven, kunnen een kaart kopen waarmee ze 10, 20 of 30 keer kunnen overblijven. De kosten bedragen € 0,75,= per keer. Voor het overblijven op onze school zijn dit schooljaar de volgende overblijfkrachten verantwoordelijk: Coördinator (gecertificeerd) Overblijfkracht (gecertificeerd) Overblijfkracht Overblijfkracht Overblijfkracht Overblijfkracht

Mevr. S. van Alten (Sjanie) Mevr. C. van der Pol (Corina) Mevr. J. Schampers (Judith) Mevr. E. den Toom (Elly) Mevr. T. Venhuis (Teija) Mevr. T. Molhoek-Walraven (Tineke)

De spelregels m.b.t. de overblijf hangen in de school. Het is niet toegestaan snoep of chocolade mee te geven in de broodtrommels van de kinderen. Dit schooljaar willen wij als vervolg op het EU-Schoolfruitproject en het project Lekker Fit toewerken naar de status van SchoolGruiten school. Dit betekent voor de kinderen dat zij als tussendoortje minimaal twee maal in de week groente of fruit mee nemen. Schoolmelk Op school bestaat de mogelijkheid om via Campina-Melkunie schoolmelk te betrekken voor uw kind. Wanneer u hiervan gebruik wilt maken, kunt u hiervoor een aanvraagformulier op school krijgen of downloaden via onze website. Financiële afhandeling vindt rechtstreeks plaats tussen u en Campina-Melkunie.

15



3.7 Overzicht van alle betalingen Bij de betaling van de verschillende bijdragen is het volgende van belang: • • •

Aangezien de achternaam van het kind en de betalende ouder/verzorger niet altijd hetzelfde is, wordt u verzocht bij de betaling de naam van het kind/de kinderen te vermelden. Wilt u per onderdeel betalen en geen betalingen koppelen. Dit scheelt heel veel administratief gepuzzel. Wilt u het juiste rekeningnummer gebruiken? Anders moet er voortdurend met geld worden geschoven tussen de verschillende rekeningnummers.

Financiële Bijdragen Algemene ouderbijdrage voor het schooljaar 20132014 Zwemgeld

Bedrag € 26,= per kind

Schoolkamp

€ 68,40 per jaar of in 10 termijnen van € 6,84 € 40,=

Lidmaatschap vereniging

€ 5,=

Overblijfkosten

€ 0,75,= per keer. Kaarten voor 10, 20 en 30 keer overblijven zijn te koop bij de leerkrachten. Leerlingen van groep 1 t/m 4 die de hele week overblijven: € 90,= per jaar. Leerlingen van groep 5 t/m 8 die de hele week overblijven: € 120,= per jaar. Het totaalbedrag kunt u betalen in twee termijnen: 1 september 2013 en 1 februari 2014.

Rekeningnummer NL71RABO0372562973 t.n.v. Neutraal Bijz. School Oudendijk inzake Ouderraad NL97RABO0118930494 t.n.v. Neutraal Bijz. School Oudendijk NL97RABO0118930494 t.n.v. Neutraal Bijz. School Oudendijk NL32RABO0372500625 t.n.v. Neutraal Bijz. School Oudendijk NL97RABO0118930494 t.n.v. Neutraal Bijz. School Oudendijk

3.8 Teamvergadering en studiedagen Het team vergadert 3 maal per 4 weken. Deze vergaderingen vinden na schooltijd afwisselend plaats op de dinsdag of de donderdag. Buiten zaken zoals sportdag, boekenweek, sinterklaas enz., is er een aantal vaste punten op de agenda. Hierbij valt te denken aan: leerlingbespreking, verslagen van bijgewoonde vergaderingen van bestuur, MR en ouderraad en periodieke evaluaties van het onderwijsbeleid. Voor het hele jaar worden agendapunten ingeroosterd die te maken hebben met het onderwijsbeleid. Hierdoor is het mogelijk de missie en visie in de praktijk vorm te geven. Hierbij valt te denken aan: het verder vorm geven van de kwaliteitsbewaking, oriëntatie op een nieuwe methode, het verder vorm geven aan het zelfstandig werken, het samen bespreken en eventueel bijstellen van gemaakte afspraken, het verder invoeren van MI (Meervoudige Intelligentie), opstellen, evalueren en bijstellen opbrengsten handelingsgericht werken, e.d. Om bij te blijven in het vak, worden per jaar een aantal studiedagen/-middagen gehouden. Meestal vinden deze op een woensdag plaats, waardoor het maar beperkt nodig is de 16



leerlingen vrij te geven. Regelmatig worden deze studiedagen begeleid door externe deskundigen. Afhankelijk van het onderwerp zal er door school worden deelgenomen aan studiedag van ons Samenwerkingsverband (SWV 41-07). Ook volgt iedereen een aantal cursussen per jaar bij de Regioacademie (van SWV 41-07) of andere externe cursusaanbieders. De te volgen cursussen sluiten aan bij het onderwijskundig beleid van de school. Het bestuur vindt het belangrijk om te investeren in de deskundigheidsbevordering van het team en stelt hiervoor jaarlijks een budget beschikbaar. Het CED heeft de school begeleid in het neerzetten van opbrengsten handelingsgericht werken, de evaluatie en eventuele bijstellingen van de groepsplannen en het bijbehorende klassenmanagement. Hierbij hoort ook collegiale intervisie. In het kader van een rekenpilot vanuit het Samenwerkingsverband heeft een rekenexpert ons begeleid in het werken met een andere rekendidactiek en het kennen van de leerlijnen en de doelen. De exacte data van de studiedagen waren bij het ter perse gaan van deze schoolgids nog niet bekend, maar deze zullen ruim van te voren via de nieuwsflits en posters op school aan alle ouders worden gemeld.

Lammetjesdag. De dag waarop nieuwe leerlingen kunnen kennismaken met onze school en de grote kinderen voor ‘een lammetje’ zorgen.

4. HET SCHOOLPLAN Sinds enkele jaren is iedere school verplicht een schoolplan te hebben. In een schoolplan worden de volgende zaken beschreven: • Onderwijskundig beleid • Personeelsbeleid • Kwaliteitsbeleid • De planmatige schoolontwikkeling Het doel is om: • Open en transparant te zijn naar leerlingen, ouders en verzorgers. • Verantwoording af te leggen aan ouders, verzorgers en inspectie. • Aan te geven of de school aan alle wettelijke verplichtingen voldoet. Een schoolplan wordt door het bestuur voor de duur van 4 jaar vastgesteld. Het tot stand komen van een schoolplan gebeurt door overleg tussen team, MR, bestuur en directie. Het schoolplan wordt ieder jaar geëvalueerd en zo nodig bijgesteld. Twee jaar geleden is een nieuw schoolplan opgesteld voor de periode 2011-2015. Dit schoolplan ligt ter inzage op school en kan desgewenst op verzoek worden verstrekt. Ieder jaar wordt aan de hand van 17



het schoolplan een schooljaarplan opgesteld. Hierin wordt beschreven wat de beleidsvoornemens voor het komende jaar zijn en aan welke zaken dat jaar extra aandacht zal worden besteed. Het schooljaarplan 2013-2014 ligt vanaf het begin van het schooljaar ter inzage op school en kan desgewenst op verzoek worden verstrekt. Borging Om de missie en visie van onze school goed te kunnen waarborgen, is een aantal randvoorwaarden belangrijk. De school investeert bijvoorbeeld in een continue scholing van de leerkrachten, onderwijsassistenten en overblijfkrachten. Ook worden er investeringen gedaan in leermiddelen, het gebouwenonderhoud en het kwaliteitszorgsysteem voor het onderwijs. De kleinschaligheid van ons onderwijs bepaalt in hoge mate het bijzondere karakter van onze school en kan alleen worden gewaarborgd worden door een beperkte groei. Het maximale aantal leerlingen voor wie ruimte is op onze school, is door het bestuur vastgesteld op 118 leerlingen. Voor het schooljaar 2013-2014 blijven we daar nog onder. Kwaliteit in Kaart Het is goed je eigen handelen regelmatig onder de loep te nemen. Dit geldt voor ieder individu, maar dit geldt ook zeker voor een school. Wij werken met Kwaliteit in Kaart. Dit is een objectief meetinstrument, dat de school gebruikt om het eigen handelen en functioneren in beeld te brengen en daar waar nodig te verbeteren. Aan bod komen: • Kwaliteitszorg • Toetsing • Leerstofaanbod • Tijd • Onderwijsleerproces • Schoolklimaat • Zorg en begeleiding • Opbrengsten Identiteit van de school De neutraal bijzondere basisschool Oudendijk is een kleine informele school waar de leerlingen centraal staan. Iedere leerling is een uniek individu, met zijn eigen manier van ontplooien. Het leerklimaat is prettig, open en gericht op samen leren en leven. Wij streven ernaar om voor elk kind onderwijs op maat te verzorgen. Onderwijs op maat Wat betekent op maat? Kort gezegd: de maat vinden die bij leerlingen past zodat zij zich op een prettige manier, gemotiveerd, maximaal kunnen ontwikkelen op zowel het cognitief gebied als op andere terreinen. De komende jaren gaan we in dit kader zwaar inzetten op meer- en hoogbegaafdenbeleid. Vorig jaar is hiertoe de eerste aanzet gegeven. In groep 5/6 is er een begin gemaakt met een speciaal programma voor deze leerlingen waarbij ze samen met een leerkracht een dagdeel per week werken aan een verdiepend programma waarbij de ontwikkeling van leerstrategieën centraal staan. Uitgangspunt daarbij is dat meer- en hoogbegaafde kinderen zoveel mogelijk in een gewone schoolcontext met andere kinderen worden uitgedaagd. Vanaf het schooljaar 2013-2014 gaan we verder door met het ontwikkelen en uitvoeren van het meer- en hoofbegaafdenbeleid.

18



Nieuwe methodes In het onderwijs gaan methodes acht à negen jaar mee. De afgelopen jaren zijn al de methodes aan bod geweest. In de afgelopen jaren zijn de nieuwe methodes voor schrijven, begrijpend lezen, spelling en bewegingsonderwijs ingevoerd. Vorig schooljaar zijn we gaan werken met een vernieuwde aardrijkskundemethode ‘Wijzer door de Wereld’ en hebben we ons georiënteerd op een nieuwe rekenmethode waarmee we het schooljaar 2013-2014 gaan werken. Het afgelopen schooljaar hebben we Kleuterplein aangeschaft voor de groepen 1 en 2. In deze lesmethode komen alle kerndoelen terug voor deze groepen. Zowel in de instructie als in de opdrachten wordt rekening gehouden met verschillende niveaus van de kinderen. Kleuterplein heeft tevens een digitaal kleutervolgsysteem. Speerpunten Uitgaande van de basis ‘Op maat voor de toekomst’ kent Basisschool Oudendijk een aantal speerpunten. Dat zijn onderwerpen die extra kleur en inhoud aan het onderwijs geven en waarmee wij ons profileren. De speerpunten zijn: 1. Verschillende talenten: Onze school werkt volgens de uitgangspunten van de meervoudige Intelligentie van Howard Gardner. Hij gaat uit van de gedachte dat menselijke vermogens veel verder reiken dan lezen, schrijven en rekenen. Mensen hebben verschillende talenten en ieder leert op eigen wijze. Door oog te hebben voor en wetenschap te hebben van de talenten, kunnen deze aangesproken worden om te leren. Daarnaast kan men ook (latente) talenten verder ontwikkelen. Maak gebruik van de sterke kanten die iedereen in zich heeft. Er moet in het onderwijs ook aandacht worden besteed aan capaciteiten zoals sociaal waarnemingsvermogen, beeldend en muzikaal vermogen. Door kinderen aan te sporen een volledige reeks van talenten en/of intelligenties te ontwikkelen, verandert de school in een opleiding die verder gaat dan einddoelen en die ontwikkelingen om wil zetten in levensvaardigheden. Voor ons onderwijs betekent dit het stimuleren van een brede ontwikkeling bij onze leerlingen, uitgaan van verschillen en uniciteit waarderen, leerlingen stimuleren hun sterke en zwakke kanten te leren kennen en deze in te zetten om te leren, samen te werken en te communiceren. Kort gezegd kiest Basisschool Oudendijk niet alleen voor het hoofd, maar ook voor de handen en het hart.

Je kunt op veel verschillende manieren tafels leren…

2. Gestructureerde vrijheid: Onderwijs gebaseerd op vrijheid betekent geen vrijblijvendheid. Gestructureerde vrijheid betekent een keuze voor een afwisseling van werkvormen: momenten van instructie, 19



klassikale uitleg, individuele- en groepsopdrachten, projecten zowel gericht op sociale- als cognitieve vaardigheden. Deze variatie motiveert leerlingen en laat hen meerdere talenten benutten. 3. Omgaan met elkaar: Sociale vaardigheden zijn ingebed in de schoolcultuur, voor zowel leerlingen als leerkrachten. Naast de persoonlijke groei wordt ook het sociaal probleemoplossend vermogen gestimuleerd. De school werkt met de zogenaamde ‘Kanjermethode’ om de sociale vaardigheden van de leerlingen te vergroten. In 2013-2014 neemt het team deel aan een herhalingstraining van de Kanjermethode waarin ook is voorzien in een avond voor ouders. De Kanjermethode is inmiddels uitgebreid met een pakket waarmee de ontwikkeling van de sociale competentie van kinderen kan worden gemeten. Onder de kinderen stimuleren we het gevoel van saamhorigheid niet alleen in de klas, maar ook door bewust activiteiten te organiseren waarbij alle kinderen van de school betrokken zijn. Voorbeelden daarvan zijn: het schoolkamp van groep 3 t/m groep 8, de gezamenlijke vieringen op woensdag waar alle jarigen van die week worden toegezongen door de hele school en waar de kinderen van groep 7 en 8 de verantwoordelijkheid nemen voor een kleuter en het gezamenlijk bijwonen van elkaars dramavoorstellingen.

Iedere jarige wordt voor het oog van de hele school in het zonnetje gezet.

4. Cultuureducatie: Onze school kiest nadrukkelijk voor cultuureducatie als een belangrijk speerpunt. Cultuureducatie is in ons schoolplan 2011-2015 als een thema opgenomen, maar gezien de ontwikkelingen op school op het gebied van cultuureducatie is het uitgegroeid tot een speerpunt in ons beleid. Vier jaar geleden is er een cultuurcoördinator opgeleid die binnen de school moet zorgen voor een verankering van het cultuureducatiebeleid. In mei 2013 is er een tweede gecertificeerde cultuurcoördinator bij gekomen. Naast het reguliere onderwijsprogramma investeert de school in een vakdocent drama die de helft van het schooljaar wordt ingehuurd om dramalessen te geven aan alle leerlingen van onze school. Ook begeleidt zij groep 8 bij het zelf ontwikkelen en uitvoeren van de musical. De school is vertegenwoordigd in de stuurgroep van het CultuurPuntAltena en is aangesloten bij Kunstmenu. Hierin zijn verschillende scholen in het Land van Heusden en Altena vertegenwoordigd. De belangrijkste redenen waarom cultuureducatie zo belangrijk is zijn: het draagt bij aan de algemene ontwikkeling en vorming, stimuleert en motiveert de creativiteit, het creatieve denken en de creatieve vaardigheid, spreekt onderzoekend vermogen aan, doet een beroep op reflectief vermogen, ontwikkelt persoonlijke groei, 20



zelfbewustzijn en zelfvertrouwen, het verhoogt inzicht en waarderen van jezelf en anderen, ontwikkelt het vermogen om jezelf te presenteren, verhoogt de zelfstandigheid, het verhoogt de betrokkenheid bij de samenleving en ontwikkelt begrip voor andere normen, waarden en culturen en leert samenwerken en rekening houden met elkaar. Sinds vier jaar hebben we een gecertificeerde cultuurcoördinator. Een tweede leerkracht heeft de cursus voor cultuurcoördinator voor de zomervakantie afgerond. Daarnaast participeren we als school in CultuurPuntAltena (CPA). Deze organisatie brengt het aanbod van cultuur en de vraag hiernaar vanuit de scholen bij elkaar. Ook dit geeft weer de mogelijkheid om als school de omgeving meer te betrekken bij het onderwijs. Vanuit het CPA hebben we afgelopen jaar o.a. meegedaan aan een groot dansproject en ook komend schooljaar gebruiken we het lespakket Jet & Jan voor de leerlingen van groep 5/6. Daarnaast gaan we werken met een door de CPA geïnitieerde leskist over de Middeleeuwen. Onze school is aangesloten bij Kunstmenu Land van Altena. Deze organisatie koopt namens de deelnemende scholen jaarlijks een voorstelling of project in van Kunstbalie, een door de Provincie Noord-Brabant ingestelde cultuurorganisatie. Dit kan bv. een muziek-, toneel- of dansvoorstelling zijn of een project over literatuur of foto en film. Met ingang van september 2013 doet onze school mee aan het door de landelijke overheid gesubsidieerde programma ‘Cultuureducatie met Kwaliteit’. Doelstelling is de komende jaren binnen ons onderwijs een doorlopende leerlijn cultuur ontwikkelen. Onze ambitie is om kunst- en cultuureducatie niet geïsoleerd aan te bieden, maar zoveel mogelijk te integreren binnen het lesprogramma. Verderop in deze schoolgids leest u hierover meer.

Niets is leuker dan een zelfbedacht toneelstuk uitvoeren.

21



Sinds het voorjaar van 2012 worden er met regelmaat op school opnames gemaakt voor de televisieserie dokter Tinus. Onze school is hiervoor vanwege de bijzondere locatie uitgekozen door de productiemaatschappij die deze serie maakt. Leerlingen van onze school mogen zowel op school als in Woudrichem meedoen aan filmopnames. Mochten er in 20132014 weer filmopnames worden gemaakt, dan mogen onze leerlingen daar met voorrang aan mee doen.

Opperste concentratie tijdens de opnames en ter afsluiting een gezellige groepsfoto met de hoofdrolspelers.

22



5. Werken met thema’s en projecten: De school biedt gedurende het jaar diverse thema’s aan die specifiek zijn gericht op omgevingsgericht onderwijs, cultuur & maatschappij en technologie/techniek. Gedurende een afgebakende tijdsperiode werken leerlingen, meestal in groepen, zelfstandig aan een dergelijk specifiek onderwerp. De belangrijkste thema’s/projecten voor het schooljaar 2013-2014 op een rijtje: Voeding: onze school heeft vorig jaar meegedaan met het project Expeditie Lekker Fit. Dit is een initiatief van de GGD i.s.m. Hak en de gemeente Woudrichem dat ook komend schooljaar nog door loopt. Het doel van het project is om kinderen bewust te maken van gezond eten en leven. Tijdens het project krijgen de kinderen hierover o.a. lessen, gaan ze planten kweken en volgen ze een kookworkshop. Er is veel aandacht voor het eten van groente en fruit. Als school vinden we voeding een belangrijk thema. Daarom heeft de school vorig jaar mee gedaan met het EU-schoolfruitprogramma. Toen dit programma was afgelopen namen alle kinderen zelf minimaal drie dagen per week – op maandag, dinsdag en donderdag – groenten en fruit mee naar school om te eten tijdens de ochtendpauze of de lunch. Met ingang van het schooljaar 2013-2014 doet de school mee aan het vervolgprogramma SchoolGruiten. Dat staat voor Groenten en fruit eten op school. Op SchoolGruiten scholen wordt minimaal twee keer per week gezamenlijk groeten en fruit in de klas gegeten. We vragen daarom ook dit schooljaar alle ouders om minimaal twee, maar liefst drie keer per week aan hun kind groente en/of fruit mee te geven.

Gezonde dingen eten begint met het proeven ervan.

Verkeer: kinderen vormen een zeer kwetsbare groep in het verkeer. Jaarlijks zijn in Nederland honderden kinderen betrokken bij verkeersongevallen. Kinderen moeten daarom leren veilig aan het verkeer deel te nemen. Om verkeerseducatie op scholen te stimuleren en een hoge kwaliteit te waarborgen, is er door de provincie een keurmerk in het leven geroepen. Het label met het beeldmerk Seef de Zebra wordt uitgereikt als er voldoende punten zijn gehaald op een lijst met criteria van de provincie. Het label is daarmee een tastbaar bewijs van de inzet van een school voor de verkeerseducatie en verkeersveiligheid rond de school. In mei 2012 is het Brabants Verkeersveiligheidslabel uitgereikt aan onze school. Ook in het schooljaar 2013-2014 gaan we door met een planmatig verkeersbeleid. Dit betekent dat er naast het wekelijkse 23



verkeersonderwijs uit de methode, veel aandacht besteed wordt aan praktische oefeningen. Ook wordt jaarlijks in groep 7 het praktisch en theoretisch verkeersexamen afgenomen. Verder is er aandacht voor de schoolomgeving en worden de routes naar school zo verkeersveilig mogelijk. Er is een verkeerswerkgroep opgericht waar naast een leerkracht en een onderwijsassistent ook een verkeersouder in plaats heeft genomen. Bovendien worden ouders bij de verkeerseducatie betrokken tijdens een jaarlijks project en door middel van informatie op de site. Afgelopen schooljaar was er in het onderwijsprogramma veel aandacht voor het te hard rijden op de Oudendijk. Leerlingen zijn actief betrokken geweest bij de uitwerking van dit thema. Snelheid blijft een belangrijk thema in de verkeerseducatie. Derde Wereldproject: om het jaar vindt er op school in het voorjaar een project plaats waarbij een ontwikkelingsland centraal staat. De school ondersteunt dan een project of organisatie die bij voorkeur door ouders, verzorgers of leerkrachten is aangedragen. De persoonlijke betrokkenheid vinden wij belangrijk bij de keuze van het project. Onze leerlingen krijgen lessen over dit land, waarbij allerlei thema’s aan de orde komen. Ze gaan ook zelf aan de slag om gebruiksvoorwerpen, sieraden en andere dingen te maken die raakvlakken hebben met de cultuur en leefgewoonten van het betreffende land. Het project wordt afgerond met een presentatie aan de ouders die alles wat de kinderen hebben gemaakt kunnen kopen. Ook vindt een veiling plaats met spullen die door ouders zijn aangedragen. De opbrengst van het project komt ten goede aan het uitgekozen project. Dit schooljaar zal er weer een Derde Wereldproject plaatsvinden. Dit keer staat het WestAfrikaanse land Benin centraal. We gaan geld inzamelen voor AFAP, een ontwikkelingsorganisatie die projecten opzet om ondervoeding tegen te gaan en die wezen opvangt en een opleiding geeft. AFAP wordt geleid door Marie Adegnika uit Benin.

Basisschool in Porto Novo

Marie Adegnika uit Benin

5. DE INHOUD VAN HET ONDERWIJS 5.1 Kleuters De inhoud van het onderwijs aan kleuters kenmerkt zich o.a. door de volgende punten: • • • •

Veel tijd en aandacht voor brede ontwikkeling bevorderende activiteiten, waarin het spel een centrale rol inneemt. Inrichting van het lokaal vanuit een aantal van deze activiteiten waardoor er vaste ruimten zijn, de zogenaamde hoeken. Waar mogelijk wordt door materiaal gestuurde, proces gestuurde en situatie gestuurde activiteiten tot zelfstandig werken en spelen gestimuleerd. Binnen de vakken wereldoriëntatie en expressie hebben de georganiseerde activiteiten vooral een verkennend karakter: je realiseren wat er in je omgeving gebeurt en exploreren van je expressiemogelijkheden. 24



Groep 3 tot en met 8: vanaf groep 3 wordt meer een onderscheid gemaakt in aparte vakken, vandaar dat onderstaande beschrijving grotendeels van toepassing is op het onderwijs voor de groepen 3 tot en met 8. 5.2 Rekenen en wiskunde In de Wet op het Basisonderwijs wordt niet meer gesproken over rekenen, maar over rekenen en wiskunde. Hiermee wordt vooral een andere benadering van het rekenonderwijs beoogd. Bij deze benadering is het niet meer de door de leerkracht aangeboden standaard oplossing waar het om gaat, maar wordt de leerlingen veel meer geleerd zelf oplossingsstrategieën te ontdekken en toe te passen. Vanaf schooljaar 2005-2006 werken we met de methode Alles telt. Meerbegaafde leerlingen krijgen extra verdieping met de boekjes Rekentijger, Kien en andere materialen Het afgelopen schooljaar hebben wij meegedaan aan een rekenpilot die ons werd aangeboden door het samenwerkingsverband (SWV) waar onze school aan is verbonden. Het doel was om te onderzoeken in hoeverre scholen verbeteringen kunnen aanbrengen in het rekenonderwijs. Experts op dit gebied hebben in de klas gekeken naar de didactische aspecten en hebben ons daarnaast op verschillende studiedagen geschoold in een didactiek waarmee problemen eerder worden gesignaleerd en dus ook eerder geremedieerd kunnen worden. Ook is er aandacht besteed aan de leerlijnen en leerdoelen van het rekenonderwijs en het handelings- en opbrengstgericht werken binnen het rekenonderwijs. Afgelopen schooljaar hebben wij ons georiënteerd op een nieuwe methode, die goed aansluit op de nieuwe inzichten die wij hebben opgedaan. Vanaf het schooljaar 2013-2014 gaan wij werken met de methode Rekenrijk. 5.3 Lezen In het land zijn twee leesmethodes die bij het merendeel van de scholen gebruikt worden. De methodes zijn Veilig leren lezen en Leeslijn. Wij gebruiken de laatste methode. Vijf jaar geleden hebben we hiervan de vernieuwde versie aangeschaft. Ook deze methode biedt voldoende aanknopingspunten om alle typen leerlingen zo goed mogelijk te bedienen. Het is een methode die goed inspeelt op de persoonlijke kennis en leesvaardigheid van de individuele leerling. Door middel van toetsing wordt het leesniveau van de individuele leerlingen bepaald. Met behulp van leesouders wordt een aantal keer per week in kleine groepjes geoefend tot de leerling het niveau bereikt heeft waarop deze oefeningen zelfstandig gedaan kunnen worden. Daar waar nodig wordt – evenals bij de andere vakken – extra remedial teaching (RT) ingezet. Naast het oefenen van de leesvaardigheid, krijgen de leerlingen ook de ruimte om het lezen als prettige vrijetijdsinvulling te leren kennen omdat het een vast onderdeel is van het lesprogramma. Ze kunnen hiervoor gebruik maken van de schoolbibliotheek en het staat ook als vast onderdeel op het lesrooster. Daarnaast doet de school mee aan het leesbevorderingsproject van de bibliotheek, 25



de Rode Draad. Ook wordt in het kader van de Kinderboekenweek de nodige aandacht besteed aan het plezier van lezen. 5.4 Begrijpend Lezen In het kader van de vervanging van methodes, hebben we ons in schooljaar 2009 - 2010 georiënteerd op een nieuwe methode voor begrijpend lezen. In deze oriëntatie waren een aantal punten belangrijk waarop speciaal op gelet is. Enkele van deze punten waren: • De leerlingen strategieën leren om een tekst te kunnen begrijpen. • Grote variatie in soorten teksten. • Actualiteit van de teksten. • Mogelijkheden van zelfstandig verwerken van de leerstof. • Goede toetsingsmogelijkheden. • Motiverend aanbod. Uiteindelijk is gekozen voor de methode: Lezen in Beeld aangezien deze methode het meest voldeed aan de door ons gestelde eisen. Deze methode is drie jaar geleden ingevoerd. 5.5 Taal en Spelling Nadat we twee jaar gewerkt hadden met onze nieuwe taalmethode Taalverhaal en hem ervaren hadden als degelijk en aantrekkelijk, hebben we drie jaar geleden besloten om in het afgelopen schooljaar ook het spellingsgedeelte van deze methode aan te schaffen en in te voeren. Buiten een gevarieerd aanbod aan leerstof wordt er sinds ruim een jaar meer aandacht besteed aan grammatica, waardoor de overgang naar het voortgezet onderwijs op het gebied van taal wat minder groot is. Het voordeel van de combinatie van de taal- en spellingsmethode is dat woorden op meer verschillende manieren door de leerlingen ervaren worden, waardoor de kans groter is dat deze woorden de leerlingen eigen worden. Hierdoor ontstaat waardoor een grotere woordenschat, waarvan de spelling ook nog goed is. 5.6 Schrijven Vier jaar geleden is gestart met de methode Pennenstreken. De letters kunnen meteen in een lopend schrift geschreven worden en het schrijven wordt onmiddellijk gekoppeld aan het lezen en het spellen. Vanwege de gebruikte leesmethode beginnen de kinderen in groep 3 niet meteen met schrijven, maar wordt de eerste tijd gestempeld. Aangezien het de bedoeling is dat de kinderen een eigen handschrift ontwikkelen, wordt hier vooral vanaf groep 7 aandacht aan besteed. Alle kinderen schrijven vanaf groep 4 uitsluitend met een vulpen. Zij krijgen van school een eerste eigen vulpen. Mocht deze kwijt geraakt zijn, dan dienen de kinderen zelf een nieuwe aan te schaffen. Het kan zijn dat een leerling meer is gebaat bij een andere pen. Het is aan de leerkrachten om te bepalen of dit het geval is en dit zal dan met de ouders en kinderen worden gecommuniceerd. 5.7 Engels Sinds vier jaar werken we vanaf groep 6 met de methode Just do it! Er is gekozen voor deze methode, omdat het hiermee goed mogelijk is om zowel klassikaal als individueel te werken. De methode bestaat uit 3 niveaus en is concentrisch van opbouw. Dat wil zeggen dat de onderwerpen in alle drie de niveaus aan bod komen, maar iedere keer weer wat moeilijker zijn. Ieder niveau bestaat uit 8 units, die iedere keer met een toets worden afgesloten. In de units worden zaken uit het dagelijks leven van de leerlingen behandeld. De methode is afgestemd op het Anglia-examen. Dit examen wordt zowel in Engeland als op veel scholen voor het voortgezet onderwijs in Nederland gebruikt voor de bepaling van het niveau. 26



We hebben bewust gekozen voor onderwijs in het Engels vanaf groep 6, omdat in de voorgaande groepen de taalontwikkeling van de Nederlandse taal nog volop in ontwikkeling is. Uitgangspunt is dat onze leerlingen op dit gebied een makkelijke aansluiting moeten hebben bij het Engelse taalonderwijs op het voortgezet onderwijs. Uit de terugkoppeling van het vervolgonderwijs blijkt ook dat dit het geval is. Afgelopen schooljaar hebben we als naschoolse activiteit Engelse les aangeboden in de vorm van dramalessen. Hiervoor was vooral vanuit de onderbouw veel enthousiasme. Bij voldoende belangstelling willen we deze lessen ook in het schooljaar 2013-2014 als naschoolse activiteit aanbieden. 5.8 Wereldoriëntatie Onder deze noemer vallen de vakken aardrijkskunde, geschiedenis, natuuronderwijs, verkeersonderwijs, geestelijke stromingen en sociale redzaamheid (de aandacht is hier gericht op het sociale verkeer in de wereld om ons heen). De algemene doelstelling van deze vakken is om onze leerlingen basisinzichten en basisbegrippen te verschaffen en ze vaardigheden aan te leren waarmee ze de wereld die op hen afkomt, verder kunnen verkennen. Tot en met groep 4 wordt de wereldoriëntatie geïntegreerd aangeboden. Naast de gebruikte methodes, wordt ook gebruik gemaakt van programma’s verzorgd door de NOT (Nederlandse Onderwijs Televisie). Afgelopen schooljaar hebben wij de vernieuwde aardrijkskundemethode Wijzer door de Wereld aangeschaft. Bij het uitzoeken van de voor onze school en type onderwijs meest geschikte methode, hebben we de volgende uitgangspunten gehanteerd: • • • • • • •

Thema’s gekoppeld aan regio. Concentrische opbouw. Extra aandacht voor milieu- en ontwikkelingseducatie. Opbouw van de leerstof vanuit het bekende. Zelf informatie opzoeken. Topografie is belangrijk. Aansluiting bij andere vakken zoals expressie, taal, samenleving.

5.9 Geschiedenis We werken bij geschiedenis met de vernieuwde versie van onze oude methode Bij de Tijd. Het aanbod in deze methode voldoet aan de nieuwe indeling van onze vaderlandse geschiedenis in tien tijdvakken. Ook wordt er vaak een duidelijke link gelegd naar het heden, zodat de rol van het verleden naar dit heden voor de leerlingen duidelijker is. Door de opzet van de methode is het mogelijk in bepaalde mate te differentiëren en de leerling zelfstandig te laten werken. Met behulp van een klassikale en een individuele tijdbalk wordt de periode waarin de groep zich aan het verdiepen is, zichtbaar gemaakt in de tijd. Voor sommige onderwerpen wordt afgeweken van de methode en wordt door middel van een project dit onderwerp aangeboden. Dit gebeurt vaak in combinatie met andere zaakvakken. Per jaar kunnen de thema’s verschillen. Het vorig schooljaar is een aantal mappen aangeschaft waarin bepaalde geschiedenisthema’s aangeboden wordt vanuit de MI-gedachte. Dit maakt het mogelijk om een aantal hoofdstukken uit de 27



geschiedenismethode anders aan te bieden of aan te vullen met behulp van de opdrachten op de MI-kaarten. Omdat deze methode al wat ouder is, zullen wij ons dit schooljaar oriënteren op een nieuwe methode. 5.10 Verkeer Sinds een aantal jaren werken we met de methode Wegwijs. Tot en met groep 7 werkt deze methode toe naar het landelijk verkeersexamen dat afgenomen wordt in groep 7. Daarna vindt meer een oriëntatie plaats op verkeer in zijn algemeenheid en moeten leerlingen onderzoekjes doen die hier betrekking op hebben. De methode geeft mogelijkheden om niet alleen in theorie bezig te zijn met verkeer, maar ook in de praktijk met de opgedane kennis te oefenen. Daarnaast hoort er een computerprogramma bij waarmee allerlei verkeerssituaties geoefend kunnen worden. Zoals eerder genoemd ontwikkelen we ook dit jaar allerlei activiteiten in het kader van het Brabants Verkeersveiligheid Label. We hebben een actief verkeersveiligheidsbeleid m.b.t. de verkeersveiligheid van en naar school en in de directe omgeving van de school. Een protocol m.b.t. het vervoer van onze leerlingen tijdens excursies en uitjes ligt ter inzage in de school. 5.11 Biologie, natuurkunde en techniek Omdat er in het team een duidelijke behoefte bestond om meer vanuit een methode de lessen voor biologie, natuurkunde en techniek vorm te geven, hebben we ons in het schooljaar 2010-2011 georiënteerd op een methode voor deze vakken. Uit deze oriëntatie is uiteindelijk de methode Naut van uitgeverij Malmberg gekomen. Naut is een aantrekkelijke methode waarin de leerstof zeer gevarieerd wordt aangeboden. Aangezien het aantal lessen beperkt is, maar toch de kerndoelen voor dit vakgebied geheel afdekken, bestaat de mogelijkheid om ook buiten de geboden lessen leerstof aan te bieden, bijvoorbeeld door het volgen van School-tv, door voor de leerlingen een biologieles te organiseren in de uiterwaarden of door leerlingen zelf te laten bouwen naar aanleiding van door ouders gegeven lessen over architectuur en timmeren.

Eerst les gekregen en vervolgens het geleerde in de praktijk brengen.

5.12 Natuureducatie We proberen zoveel mogelijk gebruik te maken van wat de directe omgeving biedt aan educatieve mogelijkheden. We gaan regelmatig naar de uiterwaarden in het kader van natuureducatie en aardrijkskunde. Ook doen we ieder jaar mee aan Expeditie Loevestein, een initiatief van Staatsbosbeheer en het Wereld Natuur Fonds dat zich afspeelt in het natuurgebied Munnikenland bij Slot Loevestein. Leerlingen doen daar bodemonderzoek, onderzoeken poep van verschillende dieren en doen onder begeleiding van medewerkers van Staatbosbeheer allerlei proefjes. Met alle klassen proberen we ieder jaar landgoed

28



Clootwijck te bezoeken waar kinderen o.a. meehelpen in de tuin. De school doet ook mee aan een viertal programma’s die het Nationaal Park De Loonse en Drunense Duinen voor het primair onderwijs aanbiedt. Hierin maken de leerlingen kennis met het grootste stuifzandgebied van Noordwest-Europa. Voor de lagere groepen zijn er de natuurbelevingsprogramma's 'Takkenhoedjes' en 'Zandgebak en Luchtkastelen'. Voor de hogere groepen zijn de natuurleerpaden 'Zandspoor' en 'Dassenwerk' ontwikkeld. De programma's worden begeleid door ervaren schoolgidsen van het nationaal park. Op school is een stukje grond geschikt gemaakt als groentetuin voor de kleuters.

Zelf aan de slag in het kleutertuintje.

5.13 ICT Vier jaar geleden is de bouw van een informatieruimte gerealiseerd. In deze ruimte zijn de computers geplaatst die voor die tijd in de hal stonden. Daarnaast zijn hier ook al de informatieve boeken, cd’s en dvd’s ondergebracht. De computer, ingebed in de andere vakken, wordt op school gebruikt als: • Hulpmiddel bij het oefenen van spelling, hoofdrekenen, tafels. • Informatiebron bij het maken van werkstukken e.d. • Middel tot het verwerken van leerstof. Hierbij kunt u denken aan het maken van werkstukken, verhalen, gedichten enz. Daarnaast krijgen de leerlingen vanaf groep 4 het programma Basis Bits aangeboden. Via deze methode leren de leerlingen stapsgewijs om te gaan met de computer in zijn vele facetten. Door middel van toetsing kunnen de vorderingen in de gaten worden gehouden. Om de leerlingen te leren om op een goede manier om te gaan met de informatie die via de computer tot hen komt, krijgen ze nadat ze Basis Bits hebben afgesloten een programma aangeboden over mediawijsheid, dat hier speciaal voor gemaakt is. Nadat ze dit hebben afgesloten, wordt een typecursus aangeboden die de leerlingen in staat stelt om voordat ze groep 8 verlaten, blind te typen. We zijn ons als school bewust van het feit dat door middel van het gebruik van internet de leerlingen in contact kunnen komen met sites waarvan wij als school en u als ouder het niet prettig vinden dat deze sites bezocht worden. Hierover zijn met de leerlingen duidelijke afspraken gemaakt. Deze afspraken houden in dat sites waarvan je gezien de naam van de site kunt aannemen dat ze porno, extreem geweld e.d. kunnen bevatten, niet bezocht

29



mogen worden. Er zijn echter ook sites waarbij je een andere inhoud vermoedt, dan dat er werkelijk achter zit. Wanneer leerlingen op deze sites bovengenoemde inhoud tegen komen, moeten ze dit melden aan de leerkracht, zodat deze aan kan geven aan alle kinderen dat deze site niet bezocht mag worden. De leerlingen mogen alleen gebruik maken van internet met de toestemming van de leerkracht. Met regelmaat controleren we via de geschiedenis van de schoolcomputer welke sites door leerlingen zijn bezocht. Als school gaan we er tot nu toe vanuit dat we in goed vertrouwen met de leerlingen op deze wijze gebruik kunnen maken van internet. Mocht het zo zijn dat dit vertrouwen niet terecht is, dan zullen we ons beraden op andere afspraken. 5.14 Expressievakken en cultuureducatie Cultuureducatie is een van de speerpunten van onze school. In hoofdstuk 4 van deze schoolgids staat verwoord waarom cultuureducatie zo belangrijk is: het draagt bij aan de algemene ontwikkeling en vorming, stimuleert en motiveert de creativiteit, het creatieve denken en de creatieve vaardigheid, spreekt onderzoekend vermogen aan, doet een beroep op reflectief vermogen, ontwikkelt persoonlijke groei, zelfbewustzijn en zelfvertrouwen, het verhoogt inzicht en waarderen van jezelf en anderen, ontwikkelt het vermogen om jezelf te presenteren, verhoogt de zelfstandigheid, het verhoogt de betrokkenheid bij de samenleving en ontwikkelt begrip voor andere normen, waarden en culturen en leert samenwerken en rekening houden met elkaar. Onze samenleving verandert steeds sneller. Eén kunstje kennen is voor de generatie die nu opgroeit niet meer voldoende. Wie niet leert flexibel te zijn en zich te ontwikkelen kan zichzelf in de samenleving van de toekomst niet staande houden. De ontwikkeling van de creatieve en sociale vaardigheden vinden wij daarom als school enorm belangrijk. Ook de overheid erkent dit belang van cultuureducatie en wil het onderwijs extra stimuleren om een doorgaande leerlijn cultuureducatie te ontwikkelen via de regeling Cultuureducatie met Kwaliteit. Onze school doet hieraan met ingang van september 2013 mee en is daarmee een van de twee koploperscholen in het Land van Heusden en Altena. Voor de uitvoering van deze regeling is voor de deelnemende scholen extra geld beschikbaar. Aan het begin van het schooljaar 2013-2014 moeten de eerste contouren van het beleids- en uitvoeringsplan Cultuureducatie met Kwaliteit zichtbaar zijn. Wat willen we als school bereiken met cultuureducatie? • De sociaal-emotionele ontwikkeling stimuleren (zelfbeeld, sociale vaardigheden enz.) • Leerlingen in aanraking brengen met kunst en cultuur. • Deelname aan kunst en cultuur buiten de school stimuleren. • Talentontwikkeling stimuleren. • Kennis/vaardigheden op het gebied van kunst en cultuur vergroten. • Leerlingen leren omgaan met verschillende culturen. • Leerlingen leren waarnemen, herkennen, analyseren, waarderen en reflecteren. • Leerlingen kennis van en waardering voor de eigen omgeving bijbrengen. • Stimuleren van de creativiteit van leerlingen en ze leren out of the box te denken. Onze ambitie is om over drie jaar, na afloop van de regeling Cultuureducatie met Kwaliteit, alle verschillende disciplines van cultuureducatie stevig te hebben verankerd in het onderwijsprogramma van de school. Het gaat om de volgende disciplines waarbij we voorbeelden noemen van uitwerkingen in de praktijk:

30



1. Kunsteducatie/designeducatie: actief (leerlingen ‘maken’ zelf kunst, zoals schilderen, muziek spelen, drama, tekenen, fotograferen enz.); receptief (leerlingen ‘ondergaan’ kunst: ze kijken en luisteren naar anderen die de kunst beoefenen / hebben beoefend) en reflectief (leerlingen reflecteren op kunstbeoefening van zichzelf en anderen). 2. Erfgoededucatie: alle vormen van educatie waarbij cultureel erfgoed als doel of middel wordt ingezet. Cultureel erfgoed bevat overblijfselen uit het verleden die een samenleving belangrijk vindt om te beschermen. Daartoe behoren bijvoorbeeld materieel erfgoed ( voorwerpen in musea, archeologische sporen en vondsten, natuurmonumenten, landschappen enz.) en immaterieel erfgoed (verhalen, taaluitingen, tradities en gebruiken). 3. Literatuureducatie: ontwikkelen van de zogenaamde literaire competentie: aanbodgericht (leerlingen wegwijs maken in het brede aanbod van boeken); tekstgericht (leerlingen leren boeken te kiezen en te waarderen) en lezersgericht (beargumenteerd te reflecteren op boeken). 4. Media-educatie / mediawijsheid: kennis, vaardigheden en mentaliteit waarmee leerlingen zich later als bewuste en kritische burgers actief kunnen bewegen in een complexe en steeds veranderende samenleving. Denk aan het leren van praktische (ICT) vaardigheden en leerlingen leren hoe ze kritisch en verantwoord met media kunnen omgaan. Een doorgaande leerlijn cultuureducatie die is geïntegreerd in het onderwijs maakt het makkelijker om keuzes te maken in het kunst- en cultuuraanbod op school en in de regio en moet ervoor zorgen dat de leerlingen die onze school doorlopen in acht jaar tijd met alle domeinen van cultuureducatie in aanraking zijn gekomen. Het schooljaar 2013-2014 maken we naast ons eigen cultuurprogramma ook gebruik van het jaarlijkse aanbod van Kunstbalie. Dit is een organisatie die in de provincie Noord-Brabant een kunstaanbod verzorgt voor het onderwijs. Bij het ontwikkelen van de expressiemogelijkheden bij leerlingen op het gebied van zingen, handvaardigheid en tekenen, laten de leerkrachten zich inspireren door de methode Moet je doen. Daarnaast hebben wij afgelopen schooljaar een proefabonnement genomen op de digitale methode Laat maar zien. Deze methode dekt alle kerndoelen op het gebied van cultuureducatie en biedt lessen voor tekenen, handvaardigheid, textiel, fotografie en animatie. Er is ook de nodige aandacht voor kunst-, cultuur en erfgoededucatie. Dit schooljaar zal bekeken worden of wij tot een vast abonnement overgaan. Voor de dramalessen maken we een gedeelte van het schooljaar gebruik van een vakleerkracht drama. Zij verzorgt dramalessen voor de groepen 1 t/m 8. De kleuters starten met een les van een half uur terwijl deze lessen vanaf groep 5 t/m 8 een uur duren. Ook wordt door de dramadocent de eindmusical van groep 8 verzorgd.

31



Dramavoorstelling van groep 3/4.

5.15 Gymnastiek De groepen 3 t/m 8 krijgen de lessen lichamelijke opvoeding in de sporthal ‘t Rondeel te Woudrichem. Het vervoer naar het sportlokaal gaat per bus. Groep 7/8 gaat op de fiets naar de gymles. Vanaf groep 3 is het dragen van sportkleding en sportschoenen verplicht. Bovendien moeten de kinderen een badhanddoek bij zich hebben om zich na de gymnastiek te kunnen douchen. Omwille van de veiligheid is het belangrijk dat horloges, ringen, kettingen en armbanden tijdens deze lessen worden afgedaan. Indien uw kind, om welke reden dan ook, niet kan deelnemen aan de gymnastieklessen, verzoeken wij u dat telefonisch of schriftelijk te melden. De leerlingen van groep 1 en 2 doen gymnastiek op school. (Zie hiervoor ook hoofdstuk: 6.3 De Kleuters). Sinds twee jaar maken we gebruik van de vernieuwde methode die we al in gebruik hadden, te weten Basislessen Bewegingsonderwijs. Deze nieuwe versie geeft meer de mogelijkheid de gymlessen in te richten zoals voor een kleine school wenselijk is, waardoor je als leerkracht minder tijd kwijt bent met het klaarzetten van de materialen en de gymtijden beter in te vullen zijn. Dit schooljaar gymmen we voor het eerst met de groepen 5 t/m 6 eenmaal anderhalf uur i.p.v. twee keer drie kwartier. Het voordeel hiervan is dat we minder reis- en opbouw tijd kwijt zijn. Met ingang van het schooljaar zijn de nieuwe gymtijden als volgt: Woensdag • • •

8.30 - 10.00u groep 7/8 (fiets vanuit huis) 10.00 - 10.45u groep 3/4 (bus vanuit school) 10.45 - 12.15u groep 5/6 (bus vanuit school)

32



5.16 Zwemmen Van de twee lesuren lichamelijke opvoeding voor groep 3 en 4 wordt één lesuur besteed aan zwemmen. Er wordt gezwommen op maandagmiddag in het overdekte zwembad De Kikvors in Giessen, waar de zweminstructeurs verantwoordelijk zijn voor de inhoud en uitvoering van het zwemonderwijs. Het vervoer gaat per bus. Voor de zwemlessen wordt een bijdrage gevraagd, zie hiervoor het onderdeel Financiële bijdragen ouders. De school en het zwembad ondertekenen ieder jaar het Zwemprotocol waarin staat omschreven hoe de veiligheid van de kinderen wordt gewaarborgd en wat een ieders rechten en plichten zijn. In het zwembad vindt periodiek een ontruimingsoefening plaats waaraan ook leerkrachten mee doen. Een dergelijke oefening staat voor dit schooljaar weer op het programma. 5.17 Naschoolse activiteiten op school Buiten de regeling die we als school getroffen hebben voor de reguliere naschoolse opvang, willen wij ons als school ook nog op andere wijze actief bezig houden met het invullen van de vrije tijd door de leerlingen. Daarom hebben we de afgelopen jaren gedurende het najaar en de winter buitenschoolse activiteiten georganiseerd in de vorm van cursussen van zes weken. De variatie in activiteiten is afhankelijk van het aanbod, het succes en de behoefte van onze leerlingen. Voorbeelden van het aanbod van de afgelopen jaren: yoga, ontwerp & design en figuurzagen & schilderen. Ook dit najaar zullen we activiteiten aanbieden. Activiteiten in het kader van buitenschoolse activiteiten worden vanuit het bestuur gecoördineerd. Uitgangspunt daarbij is dat de cursussen voor de school kostendekkend gegeven moeten worden. Als aanbieders een vergoeding vragen, worden die kosten doorberekend aan ouders. Dit schooljaar staan de volgende activiteiten op het programma: Engelse les gecombineerd met drama, schaaklessen en een natuurprogramma onder begeleiding van iemand van Staatbosbeheer.

De eindvoorstelling van de naschoolse activiteit Playing with English.

33



6. DE KWALITEIT VAN HET ONDERWIJS 6.1 Toetsen De kwaliteit van het onderwijs is een permanente zorg. Een van de belangrijkste manieren om zicht te houden op de resultaten van leerling, groep en school, is toetsing. De methodes die wij als school gebruiken, hebben toetsen die aansluiten bij datgene wat er in de methode wordt aangeboden. Daarnaast zijn er door het Cito een reeks niet-methode afhankelijke toetsen ontwikkeld die een beeld geven van leerling, groep en school gerelateerd aan een landelijk en, in een aantal gevallen, regionaal gemiddelde. De toetsen van het Cito die we op school gebruiken zijn: • Taal voor kleuters • Ordenen voor kleuters • Spelling voor groep 3 t/m 8 • Begrijpend lezen voor groep 4 t/m 8 • Rekenen/wiskunde voor groep 3 t/m 8 • DMT (3 minuten toets) voor groep 3 t/m 8 • AVI toets voor groep 3 t/m 8 • CITO-woordenschat toets voor analyse van resultaten groep 3 t/m 8 • CITO Entreetoets voor groep 7 • CITO Eindtoets voor groep 8 Met betrekking tot het technisch lezen worden de kinderen getoetst via de z.g. ILOtoetsen. Deze toets heeft negen niveaus. Bepalend voor het niveau zijn de snelheid van lezen en het aantal fouten dat de leerling leest. Eind groep 6 zouden alle niveaus doorlopen moeten zijn. We werken op school met AVI leesniveau. De resultaten van deze toetsen worden verwerkt in de rapporten, behalve van de entreeen de eindtoets. Hiervan wordt apart verslag gedaan. Van de Cito-eindtoets, die begin februari afgenomen wordt, krijgen de leerlingen een persoonlijk rapport, maar daarnaast ontvangt de school een schoolrapport, waarin de resultaten van de school worden vergeleken met vergelijkbare scholen in Nederland. Naast toetsing op cognitieve leerrendementen, vinden wij het ook belangrijk om een goed beeld te krijgen van de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerlingen. Daarom maakt de school voor de onderbouw gebruik van een observatiemodel en voor de andere groepen van de VISEON-vragenlijst van het Cito. Indien de uitslag hier aanleiding toe geeft, wordt eerst verder onderzoek gedaan om goed te kunnen beoordelen of er hulp geboden of gezocht moet worden. De vragenlijst wordt immers gezien als een momentopname. Dit schooljaar gaat de school zich oriënteren op een nieuw instrument om de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerlingen in kaart te brengen en het is de bedoeling dit instrument in het schooljaar 2014-2015 in te voeren in de school. 6.2 Interne begeleiding Op school is de intern begeleider (IB’er) speciaal belast met het bewaken van de kwaliteit van de zorg aan de leerlingen. Dit houdt o.a. het volgende in: • De toetskalender wordt in de gaten gehouden. • Het bespreken van de groepsoverzichten en groepsplannen met de leerkrachten 34


• • • •

•

• • •


Het bespreken van de resultaten met de leerkrachten. De resultaten op school-, groeps- en leerlingniveau analyseren en met het team bespreken. Beleid bijstellen op basis van resultaten. Het onderhouden van externe contacten die de school kunnen helpen in het aanbieden van de juiste zorg. Waar nodig wordt voor leerlingen aan de hand van de toetsresultaten door de leerkracht i.o.m. de IB’er een handelingsplan opgesteld, dat wordt uitgevoerd en geëvalueerd. Dit gebeurt zoveel mogelijk in de eigen groep, maar in een aantal gevallen zal er voor leerlingen buiten de eigen groep hulp geboden worden door middel van een remedial teacher. Wanneer uit de resultaten van een leerling blijkt dat het voor deze leerling nodig is om een eigen leerlijn te volgen voor een deel of het totale onderwijs, dan zal voor deze leerling eerst een ontwikkelingsperspectief gemaakt worden en aan de hand daarvan een leerlijn. Hiervoor zijn door de school criteria opgesteld. Deze liggen ter inzage op school. Het aanbieden van begeleiding of een aparte leerlijn gaat in overleg met de ouders. Daarbij wordt ook bekeken in hoeverre de ouders in dit proces een rol kunnen spelen. Indien de deskundigheid op school ontoereikend is, wordt er extern hulp gezocht volgens de richtlijnen van het samenwerkingsverband SWV 41-07. Lukt het niet om een leerling in overleg met het samenwerkingsverband te plaatsen op een school waar deze specifieke deskundigheid wel in huis is, dan wordt een procedure op gang gebracht voor plaatsing in het speciaal basisonderwijs. Ons streven is om leerlingen waar mogelijk zo lang mogelijk op onze school onderwijs te bieden. Uiteraard wordt hierbij rekening gehouden met de behoefte van het kind, de mogelijkheden van de leerkrachten en de andere kinderen in de klas.

Het samenwerkingsverband waarbij de school is aangesloten heeft een zorgplan opgesteld dat leidend is voor alle scholen die zijn aangesloten. Directie en bestuur van onze school zijn vertegenwoordigd in SWV 41-07 en kunnen dus meepraten en –denken over de totstandkoming daarvan. Als afgeleide van dit zorgplan hebben wij een eigen zorgplan opgesteld waarin alles staat omschreven rond de leerlingenzorg bij ons op school. Dit ligt ter inzage op school. In het kader van Passend Onderwijs heeft de school ook een schoolondersteuningsprofiel (SOP) opgesteld. In het schoolondersteuningsprofiel legt het schoolbestuur ten minste eenmaal per 4 jaar vast welke ondersteuning de school kan bieden aan leerlingen die dat nodig hebben. In het profiel wordt aangegeven welke ondersteuning de school kan bieden en welke ambities de school heeft voor de toekomst. Op basis van het profiel inventariseert de school welke expertise eventueel moet worden ontwikkeld en wat dat betekent voor de (scholing van) leerkrachten. Het samenwerkingsverband legt alle profielen bij elkaar om te beoordelen of het daarmee een dekkend aanbod kan realiseren. Doel is immers dat alle leerlingen een passende plek krijgen. Het schoolondersteuningsprofiel ligt ter inzage op school, zodat voor iedereen inzichtelijk is wat de mogelijkheden van de school zijn voor extra ondersteuning. Wij hebben als ambitie het volgende in het SOP opgenomen: “Gedurende de afgelopen jaren heeft een aantal leerlingen zich tussentijds bij ons aangemeld, omdat zij op andere scholen vastliepen op het gebied van gedrags- en leerproblemen. Wij hebben die leerlingen alsnog een goede schooltijd kunnen bieden, doordat wij over een goed sociaal en pedagogisch klimaat beschikken. 35



Om voorbereid te zijn op de toekomst, zijn wij ons aan het na-/bijscholen op de volgende terreinen: 1. Handelings- en opbrengstgericht werken. 2. Verbeteren van het rekenonderwijs, door mee te doen aan de rekenpilot van het SWV. Tevens wordt iemand binnen het team opgeleid tot rekencoördinator. 3. Het opzetten van een meer- en hoogbegaafdenbeleid. 4. Verbeteren van het taal- en spellingonderwijs. Ook hiervoor wordt iemand opgeleid tot taalcoördinator. 5. Het meer geïntegreerd verankeren van MI in ons totale onderwijs. Welke leerlingen denken wij in de toekomst in het kader van Passend Onderwijs een plaats te kunnen bieden op onze school? • Kinderen met bepaalde leerproblemen, waardoor zij ofwel extra ondersteuning nodig hebben ofwel niet op het niveau van de groep kunnen werken. Denk hierbij aan kinderen met een achterstand in een of meer van de vakken spelling, taal, lezen en rekenen. • Kinderen met gedragsproblemen, met uitzondering van kinderen die gewelddadig zijn en/of een ernstige psychische stoornis hebben en die zeer lastig in een reguliere groep op te vangen zijn. • Kinderen met een lichamelijk handicap (zoals een rolstoel), maar wel tot een zekere hoogte zelfredzaam zijn. Op het gebied van dove en blinde kinderen en kinderen met een zeer ernstige lichamelijke handicap zijn wij handelingsverlegen. Het besluit of wij een leerling met een van bovengenoemde problemen zullen toelaten, zal altijd in overleg met het team genomen worden, waarbij de volgende factoren zwaar zullen wegen: • Klassengrootte. • Het aantal leerlingen in de groep dat een gedrags- en/of leerprobleem heeft. • De groepssamenstelling en –dynamiek. • De capaciteiten van de leerkracht. Niet iedere leerkracht zal dezelfde problemen in dezelfde mate aankunnen. Iedere leerkracht heeft zijn/haar eigen talenten en een bepaalde draagkracht en daar moet ook rekening mee gehouden worden. De reden dat wij deze factoren zwaar laten meewegen, is dat wij van mening zijn dat zowel de groep waar de leerling in komt als de nieuwe leerling zelf recht heeft op een goede schooltijd en goed onderwijs. Op het moment dat wij van mening zijn, dat dit niet gegarandeerd kan worden, is het voor alle partijen niet goed en mogelijk onwenselijk om een leerling toe te laten. Op dit punt wijken wij in feite niet af van ons huidige beleid. 6.3 Nascholing Om kwalitatief hoogwaardig onderwijs aan te kunnen bieden, is het belangrijk dat er regelmatig bij- en nascholing plaatsvindt. Afspraken daarover worden vastgelegd in een POP (Persoonlijk Ontwikkelings Plan). Vanzelfsprekend worden er regelmatig gesprekken gevoerd met leerkrachten over de verbetering van zijn/haar eigen kwaliteiten. Dit jaar blijven wij veel aandacht besteden aan het opbrengsten handelingsgericht werken en het verhogen van de opbrengsten van rekenen en spelling. Meervoudige Intelligentie, de Kanjertraining en zelfstandig werken blijven aandachtspunten voor de na- en bijscholing.

36



Komend schooljaar zullen ook opleidingen tot respectievelijk taal- en rekencoördinator worden afgerond, waardoor wij binnen school ook op dit vlak de nodige expertise in huis hebben. Dit jaar ligt de nadruk op scholing in het kader van meer- en hoogbegaafdheid. Een leerkracht wordt opgeleid tot meer- en hoogbegaafdheidsspecialist door een opleiding aan de Radboud Universiteit. Het doel is om beleid op te stellen en aanbod te realiseren voor de meer- en hoogbegaafde kinderen, zodat deze kinderen zich verder kunnen ontwikkelen en zich niet gaan vervelen. Verdieping en verrijking van de leerstof zijn daarin de sleutelwoorden. We vinden het belangrijk dat we deze kinderen niet isoleren van hun groep, maar dat we een programma kunnen aanbieden waardoor ze zich binnen de groep op hun eigen niveau verder kunnen ontwikkelen. Afgelopen schooljaar zijn wij voor leerlingen in groep 5/6 begonnen met het ‘ontdekkingenklasje’ waar kinderen gedurende een dagdeel een uitdagend en verrijkend aanbod kregen. Dit zal de komende jaren een veel meer gestructureerde vorm krijgen en zich uitbreiden voor kinderen uit alle groepen. 6.4 Mening ouders Om ook de mening van de ouders met betrekking tot de kwaliteit van onze school mee te laten wegen in het maken van ons kwaliteitsbeleid, wordt voorafgaand aan een nieuw schoolplan, eens in de vier jaar een enquête onder de ouders gehouden. Deze is drie jaar geleden gehouden. Over het algemeen heerst er tevredenheid over de gang van zaken op school. Gaven de ouders bij de vorige enquête de school als gemiddeld rapportcijfer een 7,2, bij de laatste enquête was dit opgelopen tot een 7,8. De bedoeling is om in dit schooljaar weer een enquête te houden. Als verbeterpunten werden destijds door de ouders de verkeerssituatie voor de school genoemd en het gedrag van de ouders daarbij. Na het verkeersproject dat we vorig schooljaar op de school hebben uitgevoerd – en dat heeft geleid tot het verkrijgen van het Brabants Verkeersveiligheid Label – is de situatie enorm verbeterd. Ook de ouders hebben daaraan een grote bijdrage geleverd. Er wordt niet meer geparkeerd op de stoep van de school en ook komt het niet meer voor dat kinderen midden op de straat worden afgezet. Uiteraard blijven we ons inspannen om de situatie ook de komende jaren zo te houden. We hebben met de gemeente Woudrichem afgesproken dat er twee keer per jaar een controle plaatsvindt door een Bijzondere Opsporings Ambtenaar (B.O.A.). Wij streven er als school naar om laagdrempelig te werken. Dat betekent dat zowel leerkrachten als de directeur openstaan voor feedback. Ouders die het gevoel hebben dat hun stem onvoldoende wordt gehoord, kunnen hun stem ook laten horen bij hun wettelijke vertegenwoordiging op school: de MR. Leden van de vereniging kunnen meedenken over onderwijskundige en financiële zaken door hun inbreng tijdens de Algemene Ledenvergadering. Mocht er sprake zijn van een conflict dat niet intern opgelost kan worden, dan is hiervoor een externe klachtenregeling in het leven geroepen. Verderop in deze schoolgids vindt u hierover meer informatie.

7. RAPPORTAGE EN OPBRENGSTEN Ouders kunnen altijd leerkrachten aanspreken als ze vragen hebben over de vorderingen van hun kind. Om de lessen niet te verstoren, willen we graag dat ouders hun vragen stellen buiten de lestijden. Korte vragen kunt u zonder afspraken stellen, maar schat u in dat het gesprek wat langer gaat duren, dan zal er een afspraak worden gemaakt.

37



7.1 Rapporten De leerlingen ontvangen driemaal per jaar een rapport, namelijk op: • 19 november 2013 • 25 maart 2014 • 15 juli 2014 Over de precieze data wordt u ruim voor de uitreiking van het rapport geïnformeerd in de Nieuwsflits. In de week volgend op de uitreiking van de eerste twee rapporten worden 15minuten gesprekken georganiseerd voor de ouders. Nadere informatie daarover ontvangt u per brief. Ouders die vermoeden dat ze meer tijd nodig hebben, kunnen daarvoor een aparte afspraak maken. Als tijdens het gesprek blijkt dat er meer tijd nodig is, dan wordt er een vervolgafspraak gemaakt. 7.2 Cito-schoolvorderingenonderzoek In het voorjaar maken de leerlingen van groep 7 de entreetoets van het Cito. Dit schoolvorderingenonderzoek richt zich op de belangrijkste onderdelen van taal, rekenen en informatieverwerking. De resultaten geven een indicatie welke aspecten in het laatste schooljaar extra aandacht moeten krijgen. De uitslag zal aan de ouders worden toegestuurd. In augustus van het schooljaar daarop kunnen ouders over deze uitslag van gedachten wisselen met de leerkracht(en) van groep 8. De entreetoets geeft geen advies m.b.t. de keuze voor het vervolgonderwijs, maar is wel een indicatie. De leerkracht weet bovendien aan welke punten nog extra aandacht moet worden besteed. 7.3 Onderwijskundig rapport Indien een leerling aangemeld wordt bij de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL), tussentijds naar een andere basisschool gaat als gevolg van verhuizing e.d. of na groep 8 naar het voortgezet onderwijs gaat, wordt over de betreffende leerling een onderwijskundig rapport gemaakt. Het rapport wordt aan bovengenoemde instanties doorgegeven via de ouders of, na toestemming van de ouders, rechtstreeks door school. Ouders hebben altijd het recht op een afschrift van het onderwijskundig rapport. 7.4 Schoolkeuze leerlingen groep 8 Zoals waarschijnlijk bekend zal zijn, geven ouders hun kind op voor het voortgezet onderwijs. Ouders zijn dus zelf verantwoordelijk voor het downloaden en invullen van de inschrijfformulieren en het aanleveren ervan bij de nieuwe school. De basisschool waar het kind vandaan komt, wordt wel om informatie gevraagd. Om een zo goed mogelijke keuze te maken staan de ouders een aantal hulpmiddelen ter beschikking zoals: • De eigen kennis van en inzicht in hun eigen kind. • De kennis en inzichten van de school. • Onafhankelijke toetsen. • Cito-eindtoets (afgenomen op school op kosten van de school). • Drempelonderzoek • Andere toetsen (meestal op initiatief van ouders, kosten voor de ouders). Sinds enkele jaren is het mogelijk de entreetoets later af te nemen dan voorheen. Hoewel deze toets hier niet speciaal voor is bedoeld, kan deze toch al de nodige aanwijzingen bevatten welke school voor het VO voor betreffende kind het meest geschikt zou zijn. De toets kan in ieder geval dienen als uitgangspunt voor de keuzebepaling. De uitslag van de 38



entreetoets die eind groep 7 is gemaakt, kan in de gesprekken aan het begin van het schooljaar tussen school en ouders aan de orde komen. In plaats van de rapportbespreking in november, is er voor de ouders van de leerlingen van groep 8 in december de mogelijkheid om, naast het rapport, ook de voorlopige schoolkeuze te bespreken. Het zogenaamde drempelonderzoek wordt eind oktober, begin november afgenomen. In het verleden werd dit onderzoek voornamelijk afgenomen bij kinderen die niet helemaal op het niveau van groep 8 zitten. Het drempelonderzoek geeft namelijk aan op welk niveau voortgezet onderwijs een leerling zit per vak, wat de te verwachten CITO-score is en of er leerwegondersteunend onderwijs nodig is. Wij hebben er als school voor gekozen om dit drempelonderzoek bij al onze leerlingen af te nemen. Op deze wijze kunnen wij over nog meer informatie beschikken over de vorderingen van onze leerlingen. Bij het advies dat de school met betrekking tot de keuze voor het VO verleent, proberen wij zoveel mogelijk facetten van de leerling die van belang zijn voor het goed kunnen doorlopen van het VO, mee te nemen. In groep 8 wordt de Cito-eindtoets afgenomen. Deze toets, die het inzicht meet op het gebied van taal, rekenen en wereldoriëntatie, dient om de ouders behulpzaam te zijn bij het kiezen van een school voor vervolgonderwijs. Ouders die daar prijs op stellen kunnen de resultaten met de leerkracht bespreken. Wij maken u erop attent dat niet alle scholen de resultaten van de Cito-eindtoets op dezelfde dag ontvangen. Het kan dus gebeuren dat op andere scholen de uitslag al bekend is, terwijl onze school de definitieve resultaten nog niet heeft ontvangen. De Citotoets wordt dit schooljaar afgenomen op 11, 12 en 13 februari 2014. De scholen voor vervolgonderwijs organiseren in januari en februari hun open dagen en informatieavonden. Om een beeld van een school te krijgen is het nuttig één of meer van deze bijeenkomsten te bezoeken. Mocht u behoefte hebben om een apart gesprek te hebben op de toekomstige school van uw kind, dan is dat normaal gesproken mogelijk nadat eerst een afspraak met betreffende school is gemaakt Ook zal in de loop van het jaar de nodige informatie worden meegegeven waardoor het mogelijk wordt een beeld van het voortgezet onderwijs te krijgen. Mochten er vragen zijn m.b.t. het VO, dan kunt u hiervoor terecht op school.

39



7.5 Waar naar toe na Oudendijk Als school proberen we de leerlingen zo goed mogelijk voor te bereiden op het voortgezet onderwijs. Het leerlingenaanbod bepaalt voor een groot deel de vorm van voortgezet onderwijs waar de kinderen na groep 8 naar toe gaan. Dit is sterk afhankelijk van hun mogelijkheden, waarbij de voorkeur van school ook jaarlijks wisselt. Het ene jaar is er bijvoorbeeld een vrij grote groep die naar het Altena College gaat en het jaar daarop wordt weer meer voor het Merewade College gekozen, zonder dat daar een duidelijke oorzaak voor aan te geven is. De vormen van voortgezet onderwijs waar onze leerlingen de afgelopen jaren naar toe zijn gegaan, ziet u in onderstaand overzichtje. Totaal VMBO VMBO aantal Basis/Kader l.l. Gemengd/

VMBO HAVO HAVO/ VWO/ Gemiddelde Theoretisch citoscore VWO Gymnasium HAVO

Theoretisch 2009 2010 2011 2012 2013

13 15 8 16 13

2

2 3 2 5 7

1 2 1

2 1

2

3 4 2 6 2

4 7 2 3 2

Uit de terugkoppeling van het voortgezet onderwijs naar ons toe, kan gesteld worden dat de advisering over het algemeen goed is en de toevoegingen in het onderwijskundig rapport met betrekking tot de persoonlijkheid van de leerlingen, een duidelijk positieve bijdrage levert aan de begeleiding van deze leerlingen in het voortgezet onderwijs. Om het jaar sturen we onze oud-leerlingen na het eerste jaar een enquête om te inventariseren wat we als school nog kunnen verbeteren aan de voorbereiding op het voortgezet onderwijs. De school zit ruim boven de door de onderwijsinspectie gehanteerde ondergrens van 535 en valt daarmee onder het basisarrangement. Dat wil echter niet zeggen dat de school daardoor rustig achterover kan leunen. De kwaliteit en de daaraan gerelateerde opbrengsten van de school zijn voortdurende aandachtspunten. Het bestuur heeft er ook voor de komende jaren voor gekozen om niet te bezuinigen op de formatie. De school heeft in vergelijking met leerlingenaantallen een ruime formatie die vooral wordt ingezet t.b.v. de leerlingenzorg.

Leren hoe je een standpunt moet verdedigen in de Kindergemeenteraad. 40

540 541 538 539 538



8. MEDISCHE/OPVOEDKUNDIGE ZAKEN 8.1 Edux en CED (onderwijsbegeleidingsdiensten) Wanneer het voor de school nodig is gebruik te maken van externe deskundigen, staan een aantal mogelijkheden ter beschikking. In de eerste plaats is dat het samenwerkingsverband waar de school bij aangesloten is. Daarnaast kan er expertise worden ingekocht bij verschillende schoolbegeleidingsdiensten, zoals Edux. Verder maakt de school af en toe gebruik van andere aanbieders van cursussen en begeleiding, zoals de AVS. Edux verzorgt de toetsing en begeleiding van leerlingen die speciale zorg nodig hebben. Het samenwerkingsverband waar wij als school bij aangesloten zijn, is een samenwerking aangegaan met het CED. Van daaruit worden er door onze school genoemde diensten van hen afgenomen. 8.2 Samenwerkingsverband De school neemt deel aan het samenwerkingsverband SWV 41-07 dat nauw samenwerkt met de Rotonde (Speciaal Basisonderwijs) te Gorinchem. Zowel het samenwerkingsverband als de Rotonde zijn ondergebracht in stichtingen (Stichting Centrale Dienst SWV WSNS 41-07 en Stichting WSNS 41-07 de Rotonde). Het samenwerkingsverband wordt Expertise Centrum de Rotonde genoemd. In de stichtingen werken een veertigtal scholen samen, waaronder een school voor speciaal basisonderwijs. De scholen vallen onder 9 besturen die tezamen het bestuur van beide stichtingen vormen. De stichtingen hebben als doel het vormen en in stand houden van een samenwerkingsverband, gericht op het realiseren van een samenhangend geheel van zorgvoorzieningen binnen en tussen de basisscholen en in samenwerking met de speciale school voor basisonderwijs, en wel zodanig, dat zoveel mogelijk leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doormaken en thuisnabij passend onderwijs krijgen en het in stand houden van een school voor speciaal(basis) onderwijs Voor de concrete invulling wordt verwezen naar het zorgplan van dit samenwerkingsverband, dat op school ter inzage ligt. Namens school neemt als intern begeleider Wieneke Post deel aan besprekingen en scholing in het kader van leerlingenzorg. 8.3 Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) Als de school een hulpvraag over een leerling heeft waar de school zelf, eventueel in samenwerking met het CED, niet uitkomt, wordt het probleem opgepakt op het niveau van het samenwerkingsverband. Daartoe is de Permanente Commissie Leerlingenzorg opgericht. De PCL is tevens meldpunt ter inventarisatie van alle zorgleerlingen in het samenwerkingsverband. De procedures voor consultaties met het speciaal basisonderwijs of speciaal voortgezet onderwijs (SBO/VSO) over de aanpak van zorgleerlingen liggen vast in het zorgplan van het regionale verband. Dit zorgplan ligt op school ter inzage. Het doel is zoveel mogelijk te voorkomen dat leerlingen verwezen moeten worden naar het speciaal basisonderwijs. Indien er sprake is van preventieve ambulante begeleiding of collegiale consultatie met betrekking tot een bepaalde zorgleerling, zal in samenwerking met betrokkenen en in overleg met de ouders een handelingsplan worden opgesteld. Indien ook deze geboden hulp niet voldoende blijkt te zijn, dan bestaat de mogelijkheid de betreffende leerling aan te melden bij de PCL. Deze commissie bekijkt welke hulp aan deze leerling het best geboden kan worden. 41



Er is een aantal mogelijkheden, o.a. ambulante begeleiding vanuit het speciaal onderwijs, plaatsing op een andere basisschool waar men gespecialiseerd is in de aanpak van betreffend probleem of plaatsing in het speciaal onderwijs. Ouders melden de leerling aan. Vandaar dat het ook van groot belang is dat er gedurende het hele traject van begeleiding, een goed overleg is tussen ouders en leerkracht. Ouders kunnen ook zelfstandig voor vragen en dergelijke terecht bij de PCL. Het adres is: EC de Rotonde, PCL Dr. Hiemstralaan 85 4205 KK Gorinchem 0183-624915 8.4 Informatiepunt voor ouders over onderwijs Mocht u als ouder vragen hebben over onderwijs waarvoor u niet op school terecht kunt, dan is er de mogelijkheid om contact op te nemen met 5010. Via dit informatiepunt wordt u dan doorverwezen naar een van de 6 aangesloten instanties. 5010 is telefonisch te bereiken via nummer 0800-5010 of via www.50tien.nl 8.5 Jeugdgezondheidszorg (JGZ) - GGD Stadsgewest Breda De zorg voor de gezondheid van de jeugd wordt voor de GGD uitgevoerd door de afdeling Jeugdgezondheidszorg. Op de afdeling JGZ werken jeugdartsen, jeugdverpleegkundigen, doktersassistenten, logopedisten, voorlichtingsdeskundigen en gedragsdeskundigen. Aan elke school is een JGZ-team verbonden. De leerlingen van groep 2 zullen door de jeugdarts en de leerlingen van groep 7 door de jeugdverpleegkundige onderzocht worden. Dit onderzoek gebeurt op school. U wordt tijdig ingelicht wanneer het onderzoek gaat plaatsvinden. Ter voorbereiding op deze onderzoeken ontvangt u van de GGD informatiemateriaal. Ook indien u als ouder bezorgd bent over de gezondheid of de ontwikkeling van uw kind, kunt u altijd een extra onderzoek of gesprek aanvragen. U kunt hiervoor de signaleringskaarten gebruiken (die op school verkrijgbaar zijn) of rechtstreeks telefonisch contact opnemen met de jeugdverpleegkundige. Net als bij alle activiteiten van de afdeling JGZ zijn hieraan geen kosten verbonden. De adressen en telefoonnummers zijn hieronder vermeld. GGD Stadsgewest Breda, afdeling Jeugdgezondheidszorg Postbus 3369 4800 DJ Breda Bezoekadres: Doornboslaan 225-227 4816 CZ Breda Tel.: 076-5282241 8.6 Logopedist In tegenstelling tot voorgaande jaren, komt de GGD niet meer op school voor een standaard logopedische screening. De gemeente Woudrichem heeft er in het kader van de bezuinigingen voor gekozen om de kosten hiervoor niet langer te vergoeden. De gemeente voert daarbij aan dat logopedische screening de verantwoordelijkheid van de ouders is. Mochten een leerkracht problemen constateren, dan zal dat worden aangekaart bij de ouders. Onze leerkrachten hebben echter niet de specifieke deskundigheid in huis die de

42



medewerkers van de GGD wel kunnen bieden. Waakzaamheid door de ouders blijft dan ook geboden. 8.7 GGD- Team In voorgaande jaren waren er bij de GGD steeds vaste contactpersonen voor onze school. Vanwege een reorganisatie bij de GGD wordt er daar niet meer met vaste contactpersonen gewerkt. 8.8 Klachtenregeling Veiligheid is een basisbehoefte van iedereen. Bij gebrek aan veiligheid kun je niet goed functioneren. Daarom is het belangrijk dat iedereen zich veilig kan voelen op school. Ondanks dat we als team en schoolbestuur er vanuit gaan dat iedereen op een goede manier met elkaar omgaat, kan de praktijk anders uitpakken. Indien u er behoefte aan heeft om in vertrouwen te praten over ongewenst gedrag binnen de school, dan kunt u contact opnemen met de interne contactpersoon van de school of de externe vertrouwenspersoon van de GGD. Interne vertrouwenspersoon Wat betreft klachten op het gebied van ongewenste intimiteiten, seksuele intimidatie en (seksueel) geweld is Ingrid Kuijlenburg (leerkracht groep 0,1,2) aangesteld als intern vertrouwenspersoon. Zij is in staat om een ieder die hiermee wordt geconfronteerd bij te staan en te adviseren en heeft hiervoor de juiste scholing gevolgd. Het is belangrijk om te weten dat sommige vormen van seksuele intimidatie volgens de wet strafbaar zijn. Er wordt dan gesproken over een zedenmisdrijf of een strafbaar feit. Als u bij de intern vertrouwenspersoon melding maakt van een (redelijk vermoeden van) strafbaar feit (ontucht, aanranding of verkrachting), dan is deze persoon verplicht dit te melden aan het bestuur. Het bestuur is op zijn beurt verplicht hierover de vertrouwensinspecteur van het onderwijs te raadplegen. Als zij beiden vermoeden dat er sprake is van een strafbaar feit, dan is het bestuur verplicht hiervan aangifte te doen bij justitie. De adresgegevens van de interne vertrouwenspersoon kunt u terugvinden in het hoofdstuk Adressen. Externe vertrouwenspersoon Wilt u liever eerst een en ander vertrouwelijk bespreken, dan kun u het beste direct contact opnemen met de externe vertrouwenspersoon van de GGD. De school heeft hiervoor een contract afgesloten met de GGD. Deze heeft namelijk niet de verplichting de kwestie te melden bij het bestuur en hoeft ook geen aangifte te doen bij justitie. Hij/zij zal samen met u bekijken wat er aan de hand is en welke stappen gezet kunnen worden. Hij/zij zal met u ook de mogelijke consequenties van de vervolgstappen bespreken en indien nodig u ondersteunen bij te nemen stappen. U kunt hiervoor een centraal meldpunt bellen in Breda. U wordt teruggebeld door een van de medewerkers van de GGD. Dit is altijd een arts, verpleegkundige of een gedragswetenschapper die deskundig is op dit gebied. Om deze onderwerpen bespreekbaar te maken bij de leerlingen hebben wij dvd's voor de onder-, midden- en bovenbouw. Het doel is de leerlingen mondiger te maken en zo de kans te vergroten uit ongewenste situaties te geraken. Voor klachten van meer algemene aard heeft de school zich aangesloten bij de Landelijke Klachtencommissie van de Verenigde Bijzondere Scholen (VBS). Het klachtenreglement ligt op school ter inzage.

43



Hieronder volgen twee stroomschema's die in het geval van een klacht gevolgd kunnen worden. Uiteraard kunnen de ouders/verzorgers ook een eigen route bepalen. Klachten over ongewenste intimiteiten, seksuele intimidatie en seksueel geweld Stappenplan: • • • •

U kunt hulp vragen aan de interne vertrouwenspersoon (I. Kuijlenburg) of meteen contact opnemen met de externe vertrouwenspersoon van de GGD (Afdeling Jeugdgezondheidszorg in Breda: 076-5282241). De vertrouwenspersoon van school kan begeleiden (hoeft niet inhoudelijk) naar de externe vertrouwenspersoon (arts van de GGD). De klachtafhandeling vindt plaats door de externe klachtencommissie (Regionale klachtencommissie seksuele intimidatie Breda en omstreken). Het bevoegd gezag(=bestuur) ontvangt rapport en handelt naar bevindingen.

Mogelijke vervolgstappen (die u ook rechtstreeks kunt ondernemen) zijn: • • • •

Advies inwinnen bij de vertrouwensinspecteur van het onderwijs: 0900-1113111. Ook deze heeft geen melden aangifteplicht. Een officiële klacht indienen bij de klachtencommissie. Aangifte doen bij de politie. Hulpverlening op gang brengen voor u of uw gezin.

Klachten van algemene aard Stappenplan: • • • • • •

Bespreek de klacht met de betrokken leerkracht, ouder, etc. U kunt in gesprek gaan met de directeur. U kunt in gesprek gaan met het bevoegd gezag(=bestuur). U kunt in contact treden met de externe vertrouwenspersoon. U hebt de mogelijkheid de klacht in te dienen bij een externe klachtencommissie. Bevoegd gezag (=bestuur) ontvangt rapport en handelt naar bevindingen.

De adressen van de vertrouwenspersonen en genoemde instellingen vindt u verderop in deze schoolgids in het hoofdstuk Adressen. 8.9 Informatieplicht gescheiden ouders Een toenemend aantal kinderen bij ons op school heeft gescheiden ouders. Wij vinden het belangrijk om beide ouders goed te informeren over de ontwikkeling van hun kind(eren). Voorwaarde is natuurlijk wel dat ouders zelf hun verschillende adresgegevens aan de school doorgeven. We onderscheiden twee situaties bij de informatievoorziening aan gescheiden ouders: 1. Ouders die beiden met het ouderlijk gezag zijn belast met één of twee verzorgende ouders: De school heeft in dat geval de wettelijke plicht beide ouders gelijk te behandelen. Beide ouders moeten worden uitgenodigd voor ouderavonden en correspondentie moet gericht zijn aan beide met gezag belaste ouders. De school kan hiervan alleen afwijken als naar de mening van de school zwaarwegende belangen van het kind geschaad zouden kunnen worden. Een niet-verzorgende ouder hoeft 44



niet om informatie te vragen. Dit geldt voor alle gevallen waarin de school het noodzakelijk vindt de verzorgende ouder op de hoogte te brengen over voorvallen op school die het kind betreffen. 2. Een van de ouders heeft na de scheiding het ouderlijk gezag: De ouder die het gezag heeft, is verplicht de niet-gezaghebbende ouder te informeren over het kind. Dat staat zo in de wet omschreven. De school heeft een informatieplicht aan de nietgezaghebbende ouder als deze daarom vraagt. Hierop kan alleen een uitzondering worden gemaakt als het belang van het kind zich verzet tegen het verstrekken van informatie. Deze situatie zou zich kunnen voor doen wanneer de andere ouder een contactverbod is opgelegd en de orde en rust op school worden verstoord. Uit rechtspraak hierover blijkt wel dat de school goede argumenten moet hebben om de niet met het gezag belaste ouders de algemene informatie over het kind te onthouden. Bij het verschaffen van informatie is het niet van belang of de andere ouder of het kind het eens is met het geven van informatie aan de andere ouder. We geven als school aan het kind in principe één rapport mee in de veronderstelling dat dit door beide ouders wordt gelezen. Willen de ouders twee rapporten ontvangen, dan kunnen ze dit aan de directeur kenbaar maken. Gescheiden ouders kunnen overigens ook via de website en Nieuwsflits op de hoogte blijven van activiteiten op school. 8.10 Ziekte, medicijngebruik en medische handelingen Het komt soms voor dat leerlingen tijdens schooluren klagen over pijn die meestal met eenvoudige middelen te verhelpen, zoals: hoofdpijn, buikpijn, oorpijn of pijn ten gevolge van een insectenbeet. Ook krijgen leerkrachten soms het verzoek om kinderen de door een arts voorgeschreven medicijnen toe te dienen of een medische handeling uit te voeren. We vinden het als school belangrijk om hierover goede afspraken met ouders te maken. Uiteraard met het oog op de gezondheid van onze leerlingen, maar ook in verband met de aansprakelijkheid. Wij onderscheiden vier verschillende situaties: • Uw kind wordt ziek op school: uitgangspunt is dat een kind dat ziek wordt naar huis gaat en dat zonder overleg met de ouder(s)/verzorger(s) geen medicijnen worden verstrekt. In geval van ziekte zal altijd contact met u worden opgenomen om te overleggen wat er moet gebeuren. Is er iemand thuis om uw kind op te vangen? Kan uw kind worden gehaald? Uw kind gaat nooit onder schooltijd zonder begeleiding door een volwassene naar huis. In principe dienen wij geen medicijnen toe (ook geen paracetamol!) zonder uw toestemming. • Uw kind moet medicijnen gebruiken die tijdens schooltijd toegediend moeten worden (pufjes tegen astma, medicatie voor ADHD/ADD en antibiotica): in dat geval is het belangrijk dat wij een schriftelijke verklaring van de ouders krijgen waarin het volgende in ieder geval is opgenomen. 1) een verklaring dat u de school toestemming geeft om dit medicijn toe te dienen 2) om welke medicijnen het gaat 3) hoe vaak het toegediend moet worden 4) op welke wijze. Onjuist gebruik van medicijnen kan namelijk leiden tot schade aan de gezondheid van uw kind. Moet uw kind bijvoorbeeld spuiten omdat het diabetes heeft, dan wordt in overleg met u bekeken welke rol de school daarin kan spelen. Het is voor de school immers niet altijd mogelijk de noodzakelijke medische handelingen uit te voeren als daarvoor geen specifieke deskundigheid aanwezig is. • Uw kind is langdurig ziek of heeft een bepaalde handicap: wij vinden het belangrijk om het mogelijk te maken dat uw kind zoveel mogelijk deelneemt aan het normale 45


•


leven van een schoolgaand kind. Uw kind wordt daardoor ook niet de hele dag herinnerd aan het feit dat hij/zij ziek is. Ook hiervoor geldt dat de school in goed overleg met u gaat bekijken wat noodzakelijk is voor een goede medische begeleiding, omdat het mogelijk is dat de deskundigheid van de leerkrachten op een bepaald terrein niet toereikend is. Wij nemen als school onze zorgplicht heel serieus en willen in voorkomende gevallen graag met u naar een alternatief zoeken. Uw kind krijgt een ongelukje op school of tijdens de gymles: de leerkracht schat de ernst van de situatie in. Als de situatie ernstig lijkt wordt meteen contact opgenomen met uw huisarts. Daarna krijgt u een telefoontje om u op de hoogte te stellen van de situatie en te vragen of u ook naar de huisarts kunt komen. Is de situatie minder ernstig, dan nemen we eerst contact met u op voor overleg.

8.11 Luizencontrole Ons beleid is dat we na iedere vakantie op maandag een luizencontrole uitvoeren bij alle kinderen. Als er luizen worden geconstateerd, dan handelen we als volgt: 1) het kind wordt op school gekamd en behandeld 2) de betreffende ouder(s) worden gebeld. Als u niet wilt dat uw kind op school wordt behandeld, dan kunt u dit schriftelijk kenbaar maken aan de directeur. Met regelmaat verspreiden we informatie over luizenpreventie en behandeling. Op de site van de GGD kunt u hierover ook veel informatie terugvinden. Alleen m.b.v. alle ouders kunnen we ervoor zorgen dat we dit probleem binnen de perken houden. De data voor de luizencontrole zijn als volgt: • Maandag 9 september 2013 • Maandag 28 oktober 2013 • Maandag 6 januari 2014 • Maandag 24 maart • Maandag 12 mei We verzoeken u dan vriendelijk het weekend voor de controle uw kind nog eens extra goed te controleren. Mochten we bij uw kind hoofdluis constateren dan nemen we contact met u op. U wordt dan verzocht om tijdens de middagpauze uw kind van school te halen zodat u hem of haar thuis kunt behandelen. Als bij een kind met grote regelmaat hoofdluis wordt geconstateerd nemen we in overleg met de ouders contact op met de GGD.

9. BETROKKENHEID OUDERS Binnen de school worden heel wat activiteiten door de ouders ondersteund. De hulp van ouders is voor onze school onmisbaar. Zo wordt er geholpen bij: • • • • • • • • • • •

Het niveaulezen de handarbeidlessen op dinsdagmiddag het uit- en aankleden bij het zwemmen van groep 3 en 4 op donderdag de organisatie van feesten en excursies de samenstelling van de schoolkrant de jaarlijkse schoonmaak, klusjesdagen de begeleiding van sportevenementen het toezicht bij het overblijven organisatie schoolkamp tuinonderhoud en nog veel meer. 46



Aan het begin van het schooljaar ontvangt u een brief waarmee u kunt aangeven bij welke activiteit u wilt meehelpen.

Ieder jaar doet een meidenteam van groep 5/6/7 mee met het scholenvoetbal in Sleeuwijk.

10. ACTIVITEITEN 10.1 Nieuwsflits en website Door middel van de Nieuwsflits - die om de drie weken verschijnt - en onze website, www.bsoudendijk.nl, houden we ouders, leerlingen en andere belangstellenden op de hoogte van datgene wat er op school gebeurt en het vermelden waard is. We doen ons best onze site zo actueel en aantrekkelijk mogelijk te houden. Bijna wekelijks worden de laatste nieuwtjes, vaak voorzien van foto's op de site gezet om er op die manier voor te zorgen dat de site voor de school, ouders en andere belangstellenden een goed communicatiemiddel zal zijn. Om de informatiestroom op onze school in goede banen te leiden is er afgelopen schooljaar in overleg met bestuur, MR en ouderraad een document opgesteld waarin precies staat aangegeven op welke wijze er gecommuniceerd zal worden en via welk medium. 10.2 Informatieavond Aan het begin van het schooljaar organiseren alle leerkrachten een informatieavond voor de ouders van de leerlingen uit hun groep. Daarbij wordt een en ander verteld over het werk, de methodes en de verdere gang van zaken in betreffende groep. Tevens is er gelegenheid tot het stellen van vragen. De informatieavonden zullen dit jaar gehouden worden op 16 en 17 september. U wordt nog geïnformeerd over de tijd en avond waarop u verwacht wordt voor de verschillende groepen.

47



10.3 Sinterklaasfeest Sint Nicolaas bezoekt onze school dit jaar weer op 5 december. Ouders, broertjes en zusjes worden uitgenodigd om dit feest bij te wonen. Ook leerlingen die bijna vier jaar zijn, mogen met hun ouders aan het feest deelnemen. 10.4 Kerstfeest Ieder jaar wordt op school een viering gehouden in het teken van kerst. Deze vieringen vinden de ene keer ’s avonds plaats in de vorm van een kerstdiner, de andere keer ’s morgens in de vorm van een ontbijt. Dit jaar zal er een kerstdiner worden gehouden. Het kerstfeest op school wordt in ieder geval gevierd in de week voor de kerstvakantie. U wordt nog geïnformeerd over de exacte datum. 10.5 Zomerfeest Elk schooljaar organiseert de ouderraad een schoolfeest voor iedereen die op welke wijze dan ook bij school betrokken is. Het hoofddoel is een gezellig samenzijn. Omdat uit de enquête die hierover is gehouden, naar voren kwam dat voor een groot aantal ouders en leerlingen de zaterdag in verband met sport en andere verplichtingen vaak bezwaarlijk is, is besloten afwisseling te brengen in de dag waarop het zomerfeest wordt georganiseerd. Zoals de planning op dit moment is, zal 21 september een en ander plaatsvinden. U wordt hiervan ruim van te voren op de hoogte gesteld door de feestcommissie. 10.6 Verjaardagen Verjaardagen van de kinderen worden per klas gevierd. Op woensdagochtend worden alle jarigen van die week door de kinderen gefeliciteerd en toegezongen in de hal van de school. Gezien vervelende ervaringen in het verleden met kinderen die op school rond renden met een lolly in hun mond, is het op school niet toegestaan te trakteren op lolly’s. Wij willen u dringend vragen geen grote hoeveelheden snoep te laten trakteren. Vaak vinden kinderen een stukje fruit, worst of kaas net zo lekker. 10.7 Sportevenementen Begeleiding bij sportevenementen Als school vinden we het belangrijk dat leerlingen kennismaken met sport als vorm van vrijetijdsbesteding. We schrijven als school dan ook vaak in op toernooien die door de sportverenigingen worden georganiseerd. Omdat we een klein schooltje zijn, houdt dat in dat begeleiding neer komt op een kleine groep ouders en leerkrachten. Om ervoor te zorgen dat we mee kunnen blijven doen, is het nodig dat het aantal ouders dat zich wil inzetten om het team te begeleiden, groot genoeg is. Evenementen die voorgaande jaren werden georganiseerd en waar de school aan deelnam waren onder meer: Sportdag De school organiseert al een paar jaar voor alle leerlingen een sportdag. Deze dag wordt ook dit jaar weer gehouden. De datum hiervoor is nog niet bekend. Voor deze gelegenheid mogen we gebruik maken van een van de velden van de voetbalvereniging Woudrichem. Voetbaltoernooi Het voetbaltoernooi wordt georganiseerd voor zowel jongens als meisjes van groep 5 t/m 8. De jongens spelen in elf- en de meisjes in zeventallen. Het geheel speelt zich af op een woensdagmiddag in april.

48



Korfbaltoernooi De school doet bij voldoende belangstelling ook mee aan het korfbaltoernooi, dat omstreeks half mei wordt verzorgd door de Christelijke Korfbalvereniging Almkerk. Dit evenement is bestemd voor de midden- en bovenbouw. Hockeytoernooi Het hockeytoernooi wordt georganiseerd voor groep 7 en 8 in het najaar. Dit wordt verzorgd door hockeyvereniging Rapid uit Gorinchem. Zwemtoernooi Zowel in de gemeente Woudrichem als in Genderen zijn wel zwemtoernooien voor de scholen georganiseerd. Bij voldoende belangstelling van kinderen uit groep 5 t/m 8 wordt deelgenomen aan deze zwemtoernooien. Tafeltennistoernooi De tafeltennisvereniging uit Sleeuwijk organiseert ieder jaar een toernooi voor de basisschooljeugd. Afgelopen jaren hebben wij als school deelgenomen en zullen dat bij voldoende belangstelling ook dit schooljaar weer doen. Avondvierdaagse In mei 2011 is voor het eerst een avondvierdaagse georganiseerd in de kern Woudrichem. Ook komend schooljaar doen wij daar weer aan mee. Speciaal voor kleuters is het sinds vorig jaar ook mogelijk om naast de 10 en 5 km ook 2,5 km te lopen. Ook voor deze activiteit zijn we afhankelijk van de inzet van ouders. De datum van de avondvierdaagse 2014 was bij het ter perse gaan van deze schoolgids nog niet bekend. 10.8 Derde Wereld We vinden het belangrijk dat onze leerlingen kennismaken met het leven en de cultuur van leeftijdgenoten in andere leefomstandigheden dan waar zijzelf in verkeren. Sinds enkele jaren is daarom gekozen voor projecten die dicht bij de kinderen liggen. Bij deze projecten is het de bedoeling dat de leerlingen een actie houden waarbij geld bij elkaar gebracht wordt om het project te steunen. Daarnaast is het de bedoeling dat ze kennismaken met de manier van leven en de cultuur van hun leeftijdgenootjes. Tot nu toe hebben we projecten in Peru, Nepal, Namibië en Zuid-Afrika gesteund. 10.9 Schoolkamp Jaarlijks organiseren leerkrachten met ouders een schoolkamp voor de groepen 3 t/m 8. De bijdrage van de ouders is € 40,= per kind. Met deze activiteit onderscheiden we ons van andere scholen waar vaak alleen groep 8 op schoolkamp gaat. Uit ervaring weten we dat het schoolkamp in belangrijke mate bijdraagt aan het saamhorigheidsgevoel onder ouders, leerkrachten en kinderen op onze school. Zo lang de financiële situatie van de school het toe staat, zullen we dan hierin ook als school financieel investeren. Mocht een kind vanwege bijvoorbeeld heimwee niet mee willen op schoolkamp, dan zal eerst gezocht worden naar een mogelijkheid om dit kind toch het kamp in een aangepaste vorm mee te laten maken. Het blijft bijvoorbeeld niet slapen, maar wordt door de ouders gehaald en gebracht. Mocht ook dit geen optie zijn, dan zal voor deze leerling een alternatief lesprogramma gemaakt worden voor die dagen. De leerkrachten van de groepen gaan samen met een aantal ouders mee als begeleiding. Ouders kunnen zich aanmelden als begeleider. Er wordt altijd rekening

49



gehouden met een groepssamenstelling van ‘nieuwkomers’ en ‘oudgedienden’. Mochten er veel aanmeldingen zijn, dan vindt er een loting plaats. 10.10 Kleuterdag Als de kinderen van groep 3 t/m 8 op schoolkamp zijn, gaan de kleuters gewoon naar school. We organiseren dan samen met ouders altijd een feestelijke kleuterdag met een bijzonder thema. Deze dag leren de kleuters van alles over dit thema, maar er is natuurlijk ook volop ruimte om te zingen, te dansen en gezellig samen te zijn. Aan het eind van de dag zijn ouders welkom om te kijken wat hun kinderen die dag allemaal gedaan/geleerd hebben.

Kleuterdag 2013 stond in het teken van schilderen en exposeren.

10.11 Bibliotheek Momenteel werken we samen met de Openbare Bibliotheek te Giessen. Zo heeft de school een aantal abonnementen voor het lenen van boeken in het kader van projecten. De kinderen van de onder- en middenbouw zullen de bibliotheek bezoeken. Dit schooljaar nemen alle groepen weer deel aan het project De Rode Draad, dat wordt georganiseerd door de bibliotheek. Het doel is de leesbeleving te bevorderen.

50



11. TOELATING EN LEERPLICHT 11.1 Toelating Wanneer een kind de leeftijd van vier jaar bereikt, wordt het op de dag van de verjaardag op school toegelaten. Vooraf is er gelegenheid om maximaal vijf ochtenden of middagen mee te lopen. Alleen kinderen die uiterlijk zes weken voor aanvang van de zomervakantie vier jaar worden, kunnen dit schooljaar nog beginnen. Buiten deze termijn beginnen de kinderen bij aanvang van het nieuwe schooljaar. Wordt een kind binnen drie weken na aanvang van het schooljaar vier jaar, dan is het vanaf de eerste week van het nieuwe schooljaar welkom. 11.2 Toelating leerlingen van andere scholen Als school krijgen we regelmatig te maken met leerlingen die van andere scholen komen. Dit kan het gevolg zijn van verhuizing, of vanwege het feit dat het op de school waar de leerling tot dan toe heeft gezeten niet bevalt. Wanneer, voor zover na te gaan, het leerlingen betreft die geen specifieke problematiek met zich mee brengen, zullen na overleg met de school waar de leerlingen vandaan komen, deze leerlingen worden toegelaten indien daar in de betreffende groep ruimte voor is. Als het een leerling betreft die vanwege een bepaalde problematiek niet op de school van herkomst kan blijven, wordt in het team besproken in hoeverre wij in staat zijn deze leerling gedurende de rest van zijn/haar schoolloopbaan bij ons het onderwijs te kunnen bieden wat betreffende leerling nodig heeft. Hiervoor kan de school een deskundige inschakelen. Voordat er een definitieve beslissing wordt genomen, wordt altijd gekeken of de specifieke deskundigheid in de school aanwezig is of ingekocht kan worden en of de problematiek al aanwezig is in de groep waar de nieuwe leerling geplaatst zou gaan worden. Het belang van de kinderen die al in een groep zitten, wordt ook zwaar mee gewogen. De overplaatsing zal altijd in goed overleg plaatsvinden met de school waarvandaan het kind vertrekt. 11.3 Toelating leerling met een handicap, de zogenaamde rugzak leerling. Het is verplicht als school een beleid te hebben met betrekking tot het toelaten van leerlingen met een handicap. Het gaat hier om leerlingen met verstandelijke, zintuiglijke of andere lichamelijke handicaps; om kinderen met psychiatrische problemen of ernstige leeren/of gedragsproblemen; om leerlingen met een meervoudige handicap en om langdurig zieke kinderen. Het gaat dus om kinderen die zonder die extra begeleiding geen onderwijs kunnen volgen. De school kan te maken krijgen met een kind dat al op school zit en waarbij op een bepaald moment een handicap wordt geconstateerd, zoals bijvoorbeeld het syndroom van Duchenne, een progressieve spierziekte. Tijdens de schoolloopbaan kunnen er aanpassingen in de school nodig zijn, zodat deze leerling het onderwijs kan blijven volgen. Een andere mogelijkheid is dat deze leerling naar een speciale school gaat. Ouders hebben hierin, door middel van leerling gebonden financiering de mogelijkheid om te kiezen voor het regulier basisonderwijs of voor een speciale school. Ook kun je als school te maken krijgen met de aanvraag voor plaatsing door een ouder van een gehandicapt kind. Dit kan een nieuwe leerling zijn van vier jaar, maar het kan ook een leerling zijn, die afkomstig is van een andere school.

51



Voordat tot plaatsing overgegaan kan worden, moet eerst een heel proces doorlopen worden, waarbij eerst vastgesteld moet worden of het hier gaat om een handicap waarop de leerling gebonden financiering van toepassing is. Daarna zal bekeken moeten worden of de school de mogelijkheden heeft om betreffende leerling het onderwijs en de zorg te bieden die hij/zij nodig heeft, hierbij rekening houdend met de deskundigheid van het team voor de hele schoolperiode van de leerling en de eventuele problematiek die al aanwezig is in de betreffende groep. Ieder geval zal apart worden bekeken en beslissingen hierover zullen in goed overleg tussen betreffende ouders, team en bestuur worden genomen. Mocht er een situatie ontstaan waarin onze school een leerling na een zorgvuldige afweging niet kan plaatsen, dan zal de school er – vooruitlopend op wetgeving in het kader van passend onderwijs - alles aan doen om in overleg met de ouders voor het kind tot een passende oplossing te komen. 11.4 Leerplicht Een kind is leerplichtig met ingang van de eerste schooldag van de maand, die volgt op de maand waarin het kind vijf jaar is geworden. Dus als het kind op 8 maart vijf jaar wordt, is het op de eerste schooldag in april leerplichtig. De ouders van vijfjarige kinderen mogen hun kind maximaal vijf uren per week laten verzuimen, om bijvoorbeeld een dagje uit te gaan of uit te rusten. Ouders, die van deze regeling gebruik willen maken, moeten hiervan mededeling doen aan de groepsleerkracht. Daarnaast kan nog een extra vrijstelling worden gevraagd aan de directeur van ten hoogste vijf uren per week. Deze regeling geldt tot het kind zes jaar wordt, dan is het volledig leerplichtig. De extra uren vrije tijd kunnen niet worden opgespaard! 11.5 Schoolverzuim Bij afwezigheid in geval van ziekte of in verband met een bezoek aan dokter, tandarts of andere hulpverleners verzoeken wij ons tijdig in te lichten. U kunt de school bellen tussen 08.00-08.30 (0183303349). Hebben wij om 09.00 nog niets van u vernomen, dan gaan we zelf bellen. Er kan dan immers ook iets met het kind zijn gebeurd op weg naar school. De gemeente Woudrichem streeft naar een eensluidend schoolverzuimbeleid. De school heeft zich aan dit beleid geconformeerd. Verzoek om extra vrije dagen De directeur is bevoegd op verzoek van de ouders ieder kind extra verlofdagen toe te kennen tot een maximum van 10 dagen per jaar. Deze vrije dagen dienen niet als extra vakantie of voor dagjes uit, maar worden uitsluitend toegekend in geval van bijzondere familieomstandigheden, die verlof buiten de schoolvakanties noodzakelijk maken. Het verzoek dient vooraf bij de directeur ingediend te worden. Met ingang van juni 2012 is er een wijziging in de leerplichtwet doorgevoerd met betrekking tot verlof voor ouders met seizoensgebonden arbeid. In het kort komt het er op neer dat de eisen fors zijn verhoogd voor er verlof toegekend mag worden. De wet omschrijft het als volgt: “Er moet redelijkerwijs te voorzien en/of aangetoond worden dat een vakantie in de schoolvakantieperiode tot onoverkomelijke bedrijfseconomische problemen zal leiden. Het gegeven van omzetverlies is onvoldoende”. Het komt er dus op neer dat aangetoond moet kunnen worden dat een vakantie in de reguliere vakantieweken tot onoverkomelijke

52



problemen zal leiden. Er moet dan sprake zijn van bijvoorbeeld dreigend faillissement van het bedrijf, want het argument van omzetverlies is onvoldoende (door vervangingskosten of door het bedrijf tijdelijk te sluiten). Het verlofformulier is terug te vinden op de website van de school. Daarop staat precies onder welke omstandigheden wel/geen verlof kan worden verstrekt. Wij wijzen u erop dat wij als school een wettelijke verplichting hebben om ongeoorloofd verzuim te melden. Als er sprake is van ongeoorloofd verzuim dat niet door de school is gemeld, dan kan de school een flinke boete tegemoet zien. Na een melding van ongeoorloofd verzuim krijgen ouders afhankelijk van de situatie een schriftelijke waarschuwing of een proces verbaal met een boete thuis gestuurd. Voor een verlofperiode langer dan 10 dagen dient een schriftelijk verzoek te worden ingediend bij de ambtenaar voor de leerplichtwet, op het gemeentehuis te Woudrichem. 11.6 Gronden voor vrijstelling van het volgen van onderwijs Het bevoegd gezag gaat ervan uit dat ouders die leerlingen op onze school aanmelden, de grondslagen van de vereniging onderschrijven. Vanuit dit standpunt zal er dan ook geen vrijstelling gegeven worden voor het volgen van bepaalde onderdelen van het onderwijs, anders dan op medische gronden. Aan directie en betreffende leerkracht(en) wordt opgedragen in voorkomende gevallen te zorgen voor verantwoorde invulling van deze vrijkomende onderwijstijd. 11.7 Schorsing en verwijdering leerlingen Naar aanleiding van gebeurtenissen in het land wordt er steeds meer op aangedrongen op scholen een protocol te hebben met betrekking tot het kunnen schorsen en verwijderen van leerlingen. Dit protocol ligt ter inzage op school.

12. SPONSORING Met betrekking tot sponsoring conformeert het bevoegd gezag zich aan het convenant dat in 2003 is gesloten tussen het ministerie van onderwijs, de vertegenwoordigers van het bevoegde gezag, de werknemers in het onderwijs, ouders en leerlingen. Voor onze school houdt dit in dat wanneer er op de een of andere manier bij bepaalde activiteiten in de school sprake is of kan zijn van sponsoring, het bevoegd gezag dit per geval zal bekijken, hierbij het bovengenoemd convenant als leidraad gebruikend. Het convenant ligt op school ter inzage.

13. DIVERSEN 13.1 Spreekuur In principe kunt u de directie dagelijks na schooltijd te spreken vragen als u kort wilt overleggen. Heeft u meer tijd nodig, dan is het handig om een afspraak te maken. 13.2 Vervoerskosten van huis naar school De gemeenteraad van uw woonplaats heeft een regeling voor vervoerskosten van huis naar school vastgesteld. In deze regeling wordt rekening gehouden met uw voorkeur voor een bepaalde soort school in verband met uw godsdienst of levensbeschouwing. Als er voor uw kind geen school is binnen redelijke afstand van uw huis, heeft u recht op een gehele of

53



gedeeltelijke vergoeding van vervoerskosten. Onder redelijk wordt verstaan: ongeveer binnen 6 km, begaanbaar en veilig voor een kind. Veilig wil zeggen: voor een kind vanaf 10 jaar zonder begeleiding. De gemeente kan het vervoer zelf regelen, een bijdrage aan de ouders betalen of de kosten voor het openbaar vervoer voor haar rekening nemen. Vanaf een bepaald inkomen (jaarlijks vast te stellen) wordt een eigen vervoersbijdrage van € 491,28 per jaar gevraagd. De Verordening Leerlingenvervoer van de gemeente Woudrichem ligt op school ter inzage. 13.3 Jeugdsportfonds Het Jeugdsportfonds betaalt de contributie en sportattributen voor kinderen waarvan de ouders dat niet kunnen. Uitgebreide informatie is te vinden op www.jeugdsportfonds.nl. Contactpersoon voor Brabant is Peter Overeem, e-mail [email protected], tel 013-5904283. Wij kunnen u op verzoek helpen bij uw aanvraag bij het jeugdsportfonds. 13.4 Verzekeringen Voor alle leerlingen, leerkrachten en ouders, die op school meewerken, wordt jaarlijks een collectieve ongevallenverzekering afgesloten. Deze verzekering keert uit bij overlijden of invaliditeit door een ongeval op school of tijdens excursies. Daarnaast wordt tot een bepaald bedrag dokters- en tandartskosten vergoed. 13.5 Leer- en hulpmiddelen De leeren hulpmiddelen mogen ten behoeve van het maken van huiswerk uitsluitend in een stevige tas of rugzak worden vervoerd. Bij schade aan of verlies van boeken, werkboeken of ander materiaal van de school worden de ouders aansprakelijk gesteld. Volle schriften of werkboeken krijgen de kinderen mee naar huis. Omdat de methodegebonden toetsen meestal in toetsboekjes zitten, worden die pas aan het eind van het schooljaar meegegeven. Niet-methodegebonden toetsen worden niet mee naar huis gegeven, deze blijven op school zolang ze nog nodig zijn in verband met de begeleiding van de leerlingen. Daarna worden ze vernietigd. 13.6 Kosteloos materiaal Ten behoeve van de handvaardigheid is allerlei kosteloos materiaal, zoals lege doosjes, blikken, oude gordijnen, lapjes wol, enzovoorts, van harte welkom. Mocht u iets van bovenstaande materialen hebben voor school, laat u het dan eerst even weten. De bergruimte op school is beperkt dus ook de mogelijkheden om deze spullen op te slaan. 13.7 Informatie aan derden Over de kinderen wordt alleen informatie aan derden verstrekt na toestemming van de ouders. Als een leerling vertrekt naar een andere school, wordt ten behoeve van die school een leerling-rapport opgesteld, dat aan de ouders wordt meegegeven, dan wel aan hen wordt toegezonden of met toestemming van de ouders wordt toegezonden aan de nieuwe school van betreffende leerling. Zowel op de site van school als in de Nieuwsflits worden regelmatig foto’s van schoolactiviteiten geplaatst. We gaan hier zo zorgvuldig mogelijk mee om. Als school zien we erop toe dat er bij voorkeur geen foto’s geplaatst worden van individuele leerlingen.

13.8 Snoep, pauzehapje en lunch Als regel is snoepen op school niet toegestaan. Uitzonderingen vormen traktaties aan de 54



gehele groep zoals bij verjaardagen. Wij raden aan een pauzehapje mee te geven en eventueel iets te drinken. Het is hierbij niet toegestaan om snoep, slaatjes, snacks, frisdrank en energy drank mee te geven. We weten dat het onderscheid tussen snoep en een gezond tussendoortje vaak moeilijk te maken is, vooral nu de commercie een nieuwe markt ontdekt heeft en met zogenaamde schoolhapjes en schoolkoekjes de verleiding groot maakt. Toch willen we u verzoeken hier bewuster mee om te gaan en niet te snel te kiezen voor het gemak van deze producten. Het bewust omgaan met het lunchpakket mag ook nog wel wat aandacht. Hoewel we veel lunchtrommetjes zien met gezonde zaken, is ook hier een tendens merkbaar, waarbij het lekkere duidelijk voor het gezonde gaat. We vinden dat het goed is dat de ouders zich ervan bewust zijn dat gezond leven al begint bij het soort pauzehapjes en de inhoud van lunchtrommeltjes. 13.9 Schoolmelk Via de school kan bij de Melkunie dagelijks een kwart liter volle melk, halfvolle melk, drinkyoghurt of chocolademelk worden besteld voor in de pauze en/of tijdens het overblijven. Een aanmeldingsformulier met een prijsopgave is op school verkrijgbaar. De financiële afwikkeling verzorgt de Melkunie rechtstreeks met de klant. De schoolmelk wordt in een koelkast bewaard. 13.10 Ontruimingsplan De school is verplicht een ontruimingsplan te hebben in verband met eventuele calamiteiten. Dit plan houdt in dat de school volgens bepaalde vaste afspraken ontruimd wordt in geval van nood. Om iedereen op de hoogte te laten zijn van deze afspraken, wordt het plan drie keer per jaar geoefend. In iedere klas hangen de richtlijnen hoe te handelen in geval van een calamiteit. 13.11 Kleuters Als uw kind pas op school komt moet u er rekening mee houden dat hij/zij snel vermoeid raakt. De leerkracht zal u in voorkomend geval adviseren uw kind ‘s middags thuis te houden. Om zijn/haar plaats in de groep snel te kunnen verwerven is het noodzakelijk dat uw kind een aantal zaken beheerst. Zo moet het zindelijk zijn en redelijkerwijs zelfstandig naar het toilet kunnen. Een ongelukje is altijd mogelijk en daarvoor is extra ondergoed op school voorhanden. Verder is het voor de gymnastiek belangrijk dat de kleuters zich kunnen uit- en aankleden. In de pauze mogen de kleuters meegenomen fruit of een biscuitje eten en iets drinken(geen snoep!!).Wilt u uw kind alleen op donderdagmiddag speelgoed meegeven? Op die dag wordt er rekening mee gehouden en kan er voldoende aandacht aan worden besteed. Wij willen liever geen vechtspeelgoed of speelgoed dat geluid maakt. Op dinsdagmiddag mag buitenspeelgoed worden meegenomen. De kinderen mogen cadeautjes maken voor de verjaardagen van vader, moeder, opa’s en oma’s. Het is wel van belang tijdig een briefje mee te geven met de datum erop. Van de herfst- tot de paasvakantie is de woensdag onze vaste gymnastiekochtend. Wilt u uw kind die dag makkelijke kleding aan doen? Ze gymmen gewoon in hun ondergoed. Bij mooi weer spelen de kleuters buiten.

55



14. SCHOOLTIJDEN, OVERBLIJVEN en OPVANG 14.1 Schooltijden Schooldag Maandagochtend Maandagmiddag Dinsdagochtend Dinsdagmiddag Woensdagochtend Donderdagochtend Donderdagmiddag Vrijdagochtend Vrijdagmiddag

Groep 1 t/m 3 4 t/m 8 1 t/m 8 1 t/m 3 4 t/m 8 1 t/m 8 1 t/m 4 5 t/m 8 1 t/m 8 1 t/m 8 1 t/m 8 5 t/m 8

Tijd 8.30 - 11.30 uur 8.30 - 12.00 uur 13.00 - 15.00 uur* 8.30 - 11.30 uur 8.30 - 12.00 uur 13.00 - 15.00 uur 8.30 - 12.00 uur 8.30 - 12.30 uur 8.30 - 12.00 uur 13.00 - 15.00 uur 8.30 - 12.00 uur 13.00 - 15.00 uur

Het gymrooster voor groep 3 t/m 8 is dit schooljaar als volgt: 8.30-10.00 groep 7/8 (fiets) 10.00-10.45 groep 3/4 (bus) 10.45-12.15 groep 5/6 (bus) De kinderen van groep 7 en 8 moeten om 8.30 uur bij de sporthal ‘t Rondeel zijn. De school is verplicht een wettelijk minimum aantal uren onderwijs te verzorgen gedurende acht aaneengesloten schooljaren. Hiermee wordt rekening gehouden bij het maken van het jaarlijkse vakantierooster. Dit vakantierooster met urenoverzicht ligt ter inzage op school. Wij mogen voor de groepen 3 t/m 8 maximaal 7 keer per schooljaar een vierdaagse schoolweek inroosteren. Een overzicht hiervan treft u aan in het vakantierooster dat verderop in deze schoolgids is opgenomen. 14.2 Verantwoordelijkheid De school is verantwoordelijk voor de gang van zaken van een kwartier voor schooltijd tot een kwartier na schooltijd. Wij verzoeken de ouders hier rekening mee te houden in verband met het halen en brengen van de leerlingen. Hoewel leerkrachten vaak al vroeger op school zijn om hun werk nog voor te bereiden e.d., ligt de verantwoordelijkheid voor de kinderen op dat moment dus nog bij de ouders. Voor de leerlingen is de school open vanaf 8.15 uur. 14.3 Overblijven We zijn als school verplicht om een overblijfregeling te hebben. Meer informatie hierover kunt u terugvinden in deze schoolgids bij 3.6. Mocht u met betrekking tot het overblijven vragen hebben dan kunt u altijd terecht bij de leerkracht van uw kind of bij de overblijfcoördinator, Sjanie van Alten. Tevens biedt de school de mogelijkheid uw kind op te vangen van 11.30 - 12.00 of van 12.00-12.30 uur indien er nog schoolgaande broertjes en zusjes zijn op wie het kind moet wachten. Wij verzoeken u echter vriendelijk om in alle andere omstandigheden bij het ophalen van uw kind(eren) de reguliere schooltijden in acht te nemen. Na 15.15 uur zijn er vaak besprekingen en teamoverleg gepland. Het is dan storend als er nog kinderen op school rond lopen die niet

56



zijn opgehaald door hun ouders. I.v.m. kruimelen willen we u graag verzoeken uw kleuter een bakje of broodtrommel mee te geven. Kinderen die niet overblijven, mogen vanaf 12.45 uur op het schoolplein. Kinderen die normaal gesproken overblijven, maar tussen de middag bij een vriendje of vriendinnetje willen gaan eten, krijgen hiervoor van school alleen toestemming wanneer dit gemeld is door een ouder van het betreffende kind. Dit geldt ook voor de leerlingen uit de bovenbouw. 14.4 Buitenschoolse opvang Iedere school heeft de verplichting vanaf 2007 kinderopvang aan te bieden aan ouders. De vorm waarop dit op de scholen wordt aangeboden, is heel divers. Basisschool Oudendijk heeft besloten te kiezen voor de makelaarsrol, omdat uit een enquête blijkt dat er te weinig ouders geïnteresseerd zijn in opvang op de schoollocatie om commercieel aantrekkelijk te zijn voor de verschillende aanbieders van kinderopvang. Bovendien heeft het bestuur uitgesproken dat naschoolse opvang op de schoollocatie geen meerwaarde heeft voor de kinderen en zelfs negatief kan zijn voor de ontwikkeling: • • • •

Als de kinderen de hele dag op school zitten hebben ze weinig gevarieerde speelomgeving. Dit kan van invloed zijn voor hun motivatie om naar school te gaan. De school heeft geen geschikte locatie om de kinderen op te vangen. Het kind speelt alleen maar met dezelfde kinderen.

Het bestuur en de directie hebben gesprekken gevoerd met 3 aanbieders van kinderopvang in de omgeving. Met twee van deze organisaties is een contract afgesloten, namelijk met: • Stichting Kinderopvang Woudrichem • Kinderopvang Hoppas Wij hebben momenteel een voorkeur voor de opvang buitenschool (zowel voor- als naschoolse opvang) bij de bovengenoemde organisaties. Deze organisaties voor kinderopvang zijn deskundig en professioneel en genieten het vertrouwen van onze school. De opvang die ze bieden is divers en verschilt per organisatie. Aan ouders de keuze en verantwoordelijkheid om informatie van deze organisaties te vergelijken en een keuze te maken in de opvang die het beste bij hun kinderen past. De 2 bureaus voor kinderopvang voor u op een rijtje: •

Stichting Kinderopvang Woudrichem 0183-304565 Website: www.kowoudrichem.nl

•

Gastouderbureau Hoppas (in Woudrichem) 0183-442662 Website: www.hoppas.nl

Het afgesloten contract garandeert dat deze instellingen ervoor zorgen dat leerlingen van onze school, niet op een wachtlijst komen, maar altijd kunnen rekenen op een plaats.

57



14.5 Leerlingenlijst Op verzoek kan een leerlingenlijst met adressen en telefoonnummers aan de ouders verstrekt worden door de klassenleerkracht. Geheime telefoonnummers worden daarin niet opgenomen.

15. VAKANTIES EN VRIJE DAGEN 15.1 Schoolvakanties 2013-2014 Vakantie

Van

Tot

Herfstvakantie

21 oktober 2013

25 oktober 2013

Vrijdagmiddag voor kerst

20 december 2013

Kerstvakantie

23 december 2013

Vrijdag voor voorjaarsvakantie

14 februari 2014

Voorjaarsvakantie

17 februari 2014

21 februari 2014

Meivakantie

21 april 2014

5 mei 2014

Hemelvaart

29 mei 2014

Pinksteren

8 juni 2014

9 juni 2014 (2e Pinksterdag)

Vrijdagmiddag voor de zomervakantie

18 juli 2014

29 augustus 2014

3 studiedagen op de woensdagochtend

Nog nader in te vullen

58

3 januari 2014



16. ADRESSEN 16.1 School en onderwijzend en onderwijsondersteunend personeel Basisschool Oudendijk Oudendijk 62a 4285 WL Woudrichem Tel. 0183 303349 [email protected] Carien van Till / groep 7/8 en directeur

Annelies Booij-Albada / groep 5/6 leescoördinator en personeelsgeleding MR

Willemien Schipper / groep 3/4 en groep 1/2b en cultuur coördinator

Jakobien Vosters / groep 7/8 en coördinator meer- en hoogbegaafdenbeleid

Ingrid Kuylenburg / groep 1/2 a en vertrouwenspersoon

Debbie Boudewijns / groep 5/6, remedial teacher

(Ma)Ria Buijk-van Rooij / groep 3/4, taalcoördinator en vertegenwoordiger personeelsgeleding MR

Sjanie van Alten-Scheffers onderwijs ondersteunend en coördinator overblijf

Wieneke Post- de Kreuk onderwijs ondersteunend, rekencoördinator en intern begeleider

Marry van Genderen administratieve ondersteuning

Monique Hoogendijk-de Haes / groep 1/2 a en remedial teaching

59



16.2 Leden van het bestuur Erik Kieboom / Voorzitter, ICT en personeelszaken

Anne Marie van Nieuwstadt / secretaris

Jiel van Aartrijk / penningmeester

Erik den Dekker / gebouw en onderhoud

Peter Ververis / onderwijskundige zaken

Angelique Slagmolen / personeel en buitenschoolse activiteiten

Aanwezig tijdens bestuursvergaderingen: Marc Romijn (periode september-december 2013)

Lisette Colijn (aspirant bestuurslid)

60



16.3 Leden van de Raad van Toezicht Maarten Montijn / voorzitter Machiel Mol / secretaris Jan Kolff

16.4 Leden van de medezeggenschapsraad (oudervertegenwoordiging)

Arjens van Gammeren / voorzitter

Paul Korthuijs

61



16.5 Leden van de ouderraad Algemeen mailadres: [email protected]

Judith Schampers / voorzitter

Ursula Koehoorn / penningmeester

Mildred Kolk

Martine van Drunen

Sybille van Gammeren

Jeroen de Kreij

Gerben Jan Kuiper

Monique van Leysen

16.6 Verzorging interieur Connie van Aanen

Dickie van Ham

16.7 Externe vertrouwenspersonen Arts van de GGD (seksuele intimidatie en geweld) GGD West Brabant Afd. Jeugdgezondheidszorg Tel. 076 5282241

Bert van de Bandt / vader oud-leerlingen en nog steeds betrokken bij de school Klachten van algemene aard Contactgegevens op school verkrijgbaar

16.8 interne vertrouwenspersoon Ingrid Kuylenburg Contactgegevens op school verkrijgbaar

16.9 Inspectie Inspectie van het onderwijs [email protected] www.onderwijsinspectie.nl Vragen over onderwijs: 0800-8051 (gratis) Klachtmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld: meldpunt vertrouwensinspecteurs 0900-1113111 (lokaal tarief)

16.10 Centrum voor jeugd en gezin Tel. 0183-308118 Site: www.opgroeieninwoudrichem.nl www.opgroeieninwerkendam.nl

62

Basisschool Oudendijk Schoolgids

Recommend Documents