66e JAARVERSLAG
BANCA MONTE PASCHI BELGIO N.V. ALGEMENE VERGADERING 17 APRIL 2014
Inhoudsopgave BESTUUR EN CONTROLE
4
VENNOOTSCHAPPEN VAN DE GROEP MET DEELNEMING
5
IN HET MOEDERBEDRIJF
5
PERSONEEL EN ORGANIGRAM
6
BOODSCHAP VAN DE VOORZITTER VAN DE RAAD VAN BESTUUR EN VAN DE VOORZITTER VAN HET
8
DIRECTIECOMITÉ
8
BEHEERRAPPORT 2013
9
VOORUITZICHTEN 2014
14
DIVERSEN
14
WAARDERINGSREGELS BETREFFENDE DE VOORNAAMSTE POSTEN VAN DE BALANS
18
OP 31/12/2013
18
Inleiding
18
CONVERSIE VAN DEVIEZENVERRICHTINGEN
18
Waarderingsregels betreffende de voornaamste posten van de balans en van de resultatenrekening18
VORDERINGEN
18
Portefeuille van roerende waarden
19
HANDELSPORTEFEUILLE
19
Waarderingsregels van de handelsportefeuille
19
BELEGGINGS-/INVESTERINGSPORTEFEUILLE
19
Waarderingsregels van de beleggings-/investeringsportefeuille Beleggingsportefeuille aangeschaft met het oog op rentabiliteit op middellange termijn
19 20
BELEGGINGSEFFECTEN DIE EEN LIQUIDITEITSSTEUN VORMEN
20
Arbitrageverrichtingen op de beleggings-/investeringsportefeuille
20
WAARDERINGSMETHODE
20
Financiële vaste activa Materiële en immateriële vaste activa Afgeleide producten FRA – I.R.S. Afgeleide producten – verkoop van opties Termijnwisselverrichtingen Jaarlijkse dotatie aan F.I.S. Schulden aan kredietinstellingen en klanten In effecten belichaamde schulden (kasbon) Voorzieningen voor ‘risico’s en kosten’ Fonds voor algemene bankrisico’s
20 21 21 21 22 22 22 22 22 22
BESPREKINGEN DOOR DE RAAD
24
VAN BESTUUR VAN DE
24
2
BALANS OP 31/12/2013
24
VOORSTELLEN VAN DE RAAD VAN BESTUUR AAN DE ALGEMENE VERGADERING
25
VOORSTEL VAN BESTEMMING VAN HET RESULTAAT VAN HET BOEKJAAR
26
BERAADSLAGINGEN VAN DE ALGEMENE VERGADERING VAN 17/04/2014
27
BOEKHOUDKUNDIGE BALANS 2013
32
CONTACTGEGEVENS
73
3
Bestuur en controle RAAD VAN BESTUUR Voorzitter Marco Massacesi Bestuurders Dino Albanese Anna Armento Cristiano Ciappei
Ondervoorzitter Fabrizio Schintu (***)
Fabio Giannotti (**) Alain Cools
DIRECTIECOMITÉ Voorzitter Fabio Giannotti (*) Leden Dino Albanese
Alain Cools
AUDITCOMITÉ Coördinator Fabrizio Schintu (***) Leden Anna Armento Cristiano Ciappei REMUNERATIECOMITÉ Voorzitter Marco Massacesi Leden Fabrizio Schintu (***) Anna Armento Cristiano Ciappei COMITÉ VAN ONAFHANKELIJKE BESTUURDERS Leden Anna Armento Cristiano Ciappei CONTROLE Commissaris ERNST & YOUNG – Bedrijfsrevisoren Vertegenwoordigd door Jean-François Hubin DIRECTIE Algemeen Directeur Algemeen Adjunct-Directeur Administratief Directeur Commercieel Directeur Organisatorisch Directeur (*) tot 29/10/2013
(**) tot 14/11/2013
Fabio Giannotti (*) Alain Cools Dino Albanese Massimo Bencardino Bruno De Santis (****) (***) tot 12/12/2013
4
(****) sinds 05/04/2013
Vennootschappen van de groep met deelneming in het moederbedrijf
AIACE REOCO S.r.l. ANTONVENETA CAPITAL L.L.C. I ANTONVENETA CAPITAL L.L.C. II ANTONVENETA CAPITAL TRUST I ANTONVENETA CAPITAL TRUST II BANCA ANTONVENETA S.P.A. BANCA MONTE PASCHI BELGIO N.V. CIRENE FINANCE SRL CONSORZIO OPERATIVO GRUPPO MONTEPASCHI CONSUM.IT S.P.A. ENEA REOCO S.r.l. G.IMM.ASTOR S.R.L. IMMOBILIERE VICTOR HUGO S.C.I. MAGAZZINI GENERALI FIDUCIARI DI MANTOVA SOCIETA' PER AZIONI MANTEGNA FINANCE II S.R.L. IN LIQUIDAZIONE MONTE DEI PASCHI DI SIENA LEASING & FACTORING BANCA PER I SERVIZI FINANZIARI ALLE IMPRESE S.P.A MONTE PASCHI BANQUE S.A. MONTE PASCHI CONSEIL FRANCE SOCIETE PAR ACTIONS SIMPLIFIEE MONTE PASCHI FIDUCIARIA S.P.A. MONTE PASCHI IRELAND LTD MONTEPASCHI LUXEMBOURG S.A. MPS CAPITAL SERVICES BANCA PER LE IMPRESE S.P.A. MPS COVERED BOND 2 SRL MPS COVERED BOND SRL MPS GESTIONE CREDITI BANCA S.P.A. MPS IMMOBILIARE SPA MPS PREFERRED CAPITAL I LLC MPS PREFERRED CAPITAL II LLC MPS TENIMENTI POGGIO BONELLI E CHIGI SARACINI SOC. AGR. SPA PERIMETRO GESTIONE PROPRIETA’ IMMOBILIARI S.C.P.A.
5
Personeel en organigram Op 31/12/2013 bestond het personeel van de bank uit 110 eenheden (*). De samenstelling is als volgt: Leidinggevend personeel Gevolmachtigden
4 (**) Kaderleden 4 Bedienden Arbeider
51 50 1
Langdurige zieken 0 Ouderschapsverlof (100 %) 0
(*) 111 eenheden op 1 januari 2014 (**) 5 leidinggevende personeelsleden op 1 januari 2014 (M. Bastianelli)
6
Integratie van de Banca Monte Paschi Belgio N.V. in de Bankgroep Monte dei Paschi di Siena De Banca Monte Paschi Belgio N.V. maakt sinds 1992 deel uit van de Bankgroep Monte dei Paschi di Siena, waarvan het moederbedrijf de Banca Monte dei Paschi di Siena SpA is, een van de oudste kredietinstellingen ter wereld, gesticht te Siena in 1472. In 1995 wijzigde de Banca Monte dei Paschi di Siena haar juridische statuut van Publiekrechtelijke Kredietinstelling in een Naamloze Vennootschap in overeenstemming met de bepalingen van de 'Legge Amato' van 02/08/1990. Ten gevolge van deze transformatie was het volledige maatschappelijke kapitaal van de Banca Monte dei Paschi di Siena SpA tot in juli 1999 in handen van de Stichting Monte dei Paschi di Siena. In die maand werden de aandelen op de beurs genoteerd via een openbaar verkoopbod en het uitschrijven van een kapitaalverhoging. De Algemene Directie van de Bank bleef in Siena, waar ook de zetel van de Stichting gevestigd is. De aandelen van de Banca Monte dei Paschi di Siena SpA zijn momenteel op de Beurs van Milaan genoteerd. Vandaag staat de Banca Monte dei Paschi di Siena in Italië aan het hoofd van een van de drie grootste bankgroepen met een belangrijk marktaandeel in alle bedrijfssectoren waarin de Bank werkzaam is. De Groep MPS is actief in het hele land en op de belangrijkste internationale plaatsen, met een werkgebied dat gaat van traditionele bankactiviteiten tot Asset Management en Private Banking (gemeenschappelijk investeringsfonds in roerende goederen, patrimoniumbeheer, pensioenfondsen en levensverzekeringen), van bankinvesteringen tot vernieuwende bedrijfsfinanciering, met een bijzondere voorliefde voor ‘gezinnen’ en KMO’s. Met meer dan 28.400 werknemers, ongeveer 2.330 filialen en een sterk ontwikkeld netwerk van distributiekanalen, waaronder een uitgebreid netwerk van financiële promotoren, biedt de Groep MPS zijn diensten aan ongeveer 5,5 miljoen klanten aan. Het doel van de Groep MPS bestaat erin om waarde in de tijd te creëren voor alle ‘stakeholders’, met bijzondere aandacht voor de tevredenheid van de klanten, de professionele ontwikkeling van de mensen, de belangen van de aandeelhouders en het referentiegebied. Dit alles gebeurt binnen een geconsolideerd en door alle werknemers gedeeld waardensysteem dat op de volgende waarden berust: - verantwoordelijkheidszin; - klantgerichtheid; - aandacht voor verandering; - ondernemingszin en productiviteit; - professionele vakkennis; - teamgeest en samenwerking. In de rest van Europa is de Groep MPS aanwezig in Frankrijk en in België met banken naar plaatselijk recht. Het buitenlandse netwerk wordt aangevuld met operationele ‘branches’ in Londen, New York, Hongkong en Shanghai. Vertegenwoordigingen in Moskou, Cairo, Tunis, Istanbul, Beijing, Guangzhou, Mumbai, Casablanca, Algiers en Frankfurt zorgen 24 uur per dag voor een intercontinentale werking. De Banca Monte Paschi Belgio N.V., waarvan de maatschappelijke zetel in Brussel gevestigd, is, is goed geïntegreerd in de strategie van de Groep Monte dei Paschi di Siena, die sinds lang aandacht heeft voor Europa en voor de interne markt, met als belangrijkste doelstelling de verbetering van haar competitiviteit en haar rentabiliteit door de versterking van de synergieën met betrekking tot de organisatie en op handelsvlak. De aandeelhoudersstructuur van de Bank per 31/12/2013 is als volgt samengesteld: Banca Monte dei Paschi di Siena SpA: 100 %
De Bank is sinds 1947 op het Belgische grondgebied aanwezig. De Banca Monte Paschi Belgio N.V. is welbekend en geïntegreerd in de activiteitensectoren die verband houden met bewaargevingen, met de toekenning van kredieten aan particulieren en ondernemingen, alsook met dienstverlening, en dan voornamelijk voor de talrijke families van Italiaanse oorsprong en de ambtenaren van de internationale instellingen die in het land gevestigd zijn.
7
Boodschap van de Voorzitter van de Raad van Bestuur en van de Voorzitter van het Directiecomité In 2013 heeft de Bank op een moeilijke markt de goede prestaties van alle balanscijfers bevestigd en een winst geboekt die - hoewel lager dan de winst van het jaar voordien - de Bank in staat stelde om haar patrimoniale stevigheid nog te vergroten. De relatie met de klanten is het centrale punt van de activiteiten van een commerciële bank. De Bank zal zich in 2014 concentreren op haar corebusiness, het aanbieden van producten en diensten aan de klanten – en dan meer bepaald aan particulieren en aan kleine en middelgrote ondernemingen – met de bedoeling om het klantenbestand uit te breiden en te diversifiëren en om gelijktijdig haar positie als belangrijk referentiepunt voor de Italiaanse en internationale gemeenschap in België te versterken. Er zal naar een grotere sectorale diversificatie worden gestreefd via een hogere impact van de wederbeleggingen in verschillende economische sectoren, waarbij voorrang zal worden gegeven aan de commerciële operaties. De toename van het volume van de deposito's van de klanten, die onlosmakelijk verbonden zijn met de ontwikkeling van de bank, zal hierin van essentieel belang zijn. In dat opzicht kan de kapitaalverhoging die door het Moederbedrijf voorzien is, een belangrijke etappe vormen in de perceptie van de bankgroep op de markt - en dan meer bepaald in het wholesale-segment. Deze doelstellingen moeten worden nagestreefd in het kader van een voorzichtig risicobeheer, in overeenstemming met de gebruikelijke benadering van de Bank. Het tweede semester van het jaar 2014 zal belangrijk zijn voor de Italiaanse gemeenschap in België, aangezien het Voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie gedurende die zes maanden aan Italië zal worden toevertrouwd. De Bank moet klaar zijn om de kansen te grijpen die zich naar aanleiding daarvan zullen aanbieden. Net als vorig jaar willen we nog het sterke en permanente engagement onderstrepen van de structuren van de Bank in 2014 met betrekking tot de voorbereidende activiteiten voor de installatie van het nieuwe informaticasysteem. Dit vormt een cruciale overgang voor de Bank, die een nieuwe wending aan haar activiteiten zal geven, nieuwe energieën zal vrijmaken, haar in staat zal stellen om nieuwe potentialiteiten te benutten en haar operationele hulpmiddelen zal versterken. Door de invoering van het nieuwe systeem zullen we, aansluitend op het industriële plan van de Groep, een nieuw industrieel plan kunnen opstellen, dat het potentieel van de Bank op de Belgische markt tot uitdrukking zal kunnen brengen. De Bank beschikt over alle competenties, capaciteiten en energieën om deze uitdagingen met succes aan te gaan. Wij zullen onze doelstellingen kunnen realiseren als alle personeelsleden hierbij worden betrokken – ongeacht of ze commerciële of administratieve taken uitvoeren. Wij wensen dan ook alle Bestuurders en medewerkers te bedanken voor het engagement en de toewijding waarvan ze blijk hebben gegeven en voor alles wat ze komend jaar ten gunste van de Bank zullen doen. Daniele Bastianelli Voorzitter van het Directiecomité (*)
Guido Ravoet Voorzitter van de Raad van Bestuur (**)
* sinds 1 januari 2014 ** sinds 4 maart 2014
8
BEHEERRAPPORT 2013 Ondanks de moeilijke context heeft de Banca Monte Paschi Belgio N.V. (BMPB) de nodige inspanningen geleverd om haar beleid voort te zetten dat erop gericht is om haar activiteiten in het binnenland toe te spitsen. Ze doet dit door een bijzondere aandacht te besteden aan de ontwikkeling van de relaties die ze onderhoudt met de wereld van de kleine en de middelgrote ondernemingen en de wereld van de particulieren. De inplanting van een nieuw agentschap in het hart van het economische en commerciële weefsel van Luik past in deze benadering. De verstrenging van de prudentiële normen die door Europa worden opgelegd, en dan meer bepaald op het vlak van de eigen middelen, heeft een invloed gehad het aanbod van nieuwe kredieten aan de reële economie. De grotere fiscale druk met betrekking tot de dekking van de inningen bleef evenmin zonder gevolgen voor de economische rekening. De BMPB kon daarentegen, net als de andere kredietinstellingen, voordeel halen uit het beleid van de belangrijkste centrale banken - en dan meer bepaald op het vlak van de evolutie van de waardering van haar aandelenportefeuille.
RETAIL BANKING De relaties met het segment van de particulieren kenden in 2013 een vrij positieve evolutie, ondanks de moeilijke context. Op het vlak van de patrimoniale gegevens vertoonden de toegekende kredieten een stijging van 7 % tot € 250 miljoen dankzij de goede resultaten die werden geboekt op het vlak van de productie van hypothecaire leningen. De rechtstreekse inningen bleven daarentegen globaal gezien bijna ongewijzigd op € 533 miljoen (+ 1 %), waarbij de erosie van de uitstaande bedragen in de onlinebank werd opgevangen door de stijging van de uitstaande bedragen via het netwerk van de agentschappen. De fondsen onder beheer werden in een context van lage rente en een bepaald herstel van de beursmarkten op € 161 miljoen gebracht (+ 7 %).
CORPORATE BANKING Ook in 2013 bleef het vermogen van de bank om het aandeel liquiditeiten die bij ondernemingen en instellingen werden opgehaald en die onmisbaar zijn voor de ontwikkeling van het kredietaanbod, onder druk staan ten gevolge van de verlaging van de rating van het moederbedrijf (momenteel bedraagt de long term rating BBB bij Fitch, B2 bij Moody’s en BBB bij DBRS). De deposito’s die aan ons werden toevertrouwd, liepen daardoor op jaarbasis met 29 % terug tot € 204 miljoen. Deze evolutie woog op het niveau van de kredieten, dat op jaarbasis een daling liet zien van 9 % tot € 491 miljoen.
AANDELENPORTEFEUILLE De BMPB heeft in 2013 het hele jaar lang de nodige inspanningen geleverd om dit bestanddeel van haar activa zo goed mogelijk te beheren - en dan meer bepaald met betrekking tot de risico's. De omvang van de obligatieportefeuille vertoonde weliswaar een beperkte terugval met 2 % tot € 343 miljoen, maar in de praktijk vonden er mutaties plaats, waardoor achteraf een kwalitatieve verbetering kon worden geboekt: eind 2013 was 94,2 % van de aandelen van het Investment Grade-niveau (tegenover 93,1 % in 2012). De gemiddelde rating bedraagt A-/A3. Bovendien beantwoordt 93 % van de effecten aan de criteria voor de E.C.B. (90 % in 2012). De positieve latenties van de aandelenportefeuille bedroegen op 31/12/2013 € 4,0 miljoen. Wat de rentevoeten betreft, nam het gewicht van het bestanddeel met vaste rente om redenen van rentabiliteit van het ene jaar op het andere toe van 56 % naar 62 % en vertegenwoordigt een uitstaand bedrag van € 214 miljoen. De looptijd bedraagt 3,4 jaar. Wat de emittenten betreft, zag de openbare sector omwille van kosten in eigen fondsen zijn blootstelling toenemen van € 45 miljoen tot € 230 miljoen (van 52 tot 67 %), terwijl de banksector en de bedrijfssector hun blootstelling gevoelig zagen dalen, van respectievelijk € 446 miljoen tot € 95 miljoen (van 41 % tot 28 %) en van € 8 miljoen tot € 17 miljoen (van 7 % tot 5 %). Teneinde eventuele toekomstige risico’s op verliezen te dekken, heeft de BMPB in haar boeken een algemene voorziening voor effecten behouden ten bedrage van € 632 duizend.
9
Gestructureerde effectenportefeuille Dit bestanddeel van de beleggingsportefeuille bevat op 31/12/2013 nog slechts één positie waarvoor de BMPB conform een van onze evaluatieregels gehouden is om bij elke afsluiting van de rekeningen een waardevermindering ten bedrage van de geldende negatieve latentie te boeken, nl. € 484 duizend.
PORTEFEUILLE VASTGELOPEN KREDIETEN Hoewel de BMPB in 2013 nog steeds bijzonder veel aandacht had voor de kwaliteit van haar kredietportefeuille, konden de negatieve gevolgen van de economische crisis niet worden vermeden. Zo is het aandeel van alle wederbeleggingen voor klanten met kredieten in contentieuze en precontentieuze portefeuilles en kredieten met een heel hoog risico licht verslechterd en in een tijdspanne van twaalf maanden van 3,6 % naar 5,7 % gestegen. De dekkingsgraad voor contentieuze kredieten bedroeg op 31/12/2013 68 % (tegenover 64 % op 31/12/2012) en 55 % op het totale uitstaande bedrag van € 41 miljoen van de portefeuille vastgelopen kredieten. PATRIMONIALE EN ECONOMISCHE SITUATIES Patrimoniale gegevens Van eind december 2012 tot eind december 2013 daalde de balans met 6,7 % tot € 1,157 miljard tegenover € 1,240 miljard twaalf maanden eerder. Op het vlak van de verschillende bestanddelen kan het volgende worden benadrukt: op het vlak van de activa een inkrimping van zowel de kredieten die aan de klanten werden toegekend met € 53 miljoen tot € 759 miljoen (- 6,5 %) als van de interbancaire leningen met € 25 miljoen tot € 34 miljoen (- 42,2 %), terwijl het uitstaande bedrag in roerende waarden dicht bij zijn niveau van 2012 bleef - d.w.z. op € 343 miljoen (- 2,0 %);
op het vlak van de financieringsbronnen een erosie van de inning uitgaand van de klanten met € 78 miljoen tot € 755 miljoen (- 9,3 %), terwijl het beroep op kredietinstellingen van zijn kant slechts licht teruggevallen is tot € 275 miljoen (- 3,2 %).
Evolutie van de wederbeleggingen De vorderingen op de kredietinstellingen werden vastgelegd op € 34 miljoen en hebben meer bepaald betrekking op de monetaire reserve en de punctuele kasoverschotten die op de rekening blijven staan bij onze belangrijkste correspondenten. De vorderingen op de klanten bedroegen € 759 miljoen tegenover € 811 miljoen een jaar eerder. De jaarlijkse variatie van € 53 miljoen houdt verband met de zoektocht naar een optimalisatie van de geabsorbeerde eigen fondsen en een beperking van de risicoconcentratie op dezelfde tegenpartij, maar ook en vooral met de afstemming van het niveau van de wederbeleggingen met het niveau van de stabiele inning. Op het vlak van de concentratie is de situatie ten gevolge van de voortijdige terugbetaling van belangrijke lijnen en de beperking van andere verbeterd. Zo is voor de grootste tien risicoblootstellingen het percentage in één jaar tijd van 24 % naar 21 % teruggebracht. Op geografisch vlak bedraagt het aandeel van de kredieten die aan de Belgische economie werden toegekend, 75 % - wat overeenstemt met een bedrag van € 569 miljoen, waarvan € 168 miljoen in de vorm van hypothecaire leningen. De obligatievorderingen vertegenwoordigen in totaal een uitstaand bedrag van € 343 miljoen tegenover € 350 miljoen een jaar eerder.
Evolutie van de financieringsbronnen In het verlengde van 2012, toen de BMPB ‘collateral damage’ ondervond van de verlaging van de rating van het moederbedrijf, diende de bank haar aandacht te concentreren op haar liquiditeit en algemeen
10
gesteld op de naleving van de bijbehorende reglementaire ratio's. In die context waakte onze instelling erover om de essentie van haar thesauriebehoeften enerzijds door de inning bij klanten en anderzijds door de verpanding van effecten te waarborgen. Overigens begint het grondige werk dat dagelijks wordt verricht om onze bestaande klanten te omkaderen en om nieuwe klanten te ontvangen, vruchten af te werpen – en dit niet alleen in de wereld van de particulieren, maar ook in die van de kleine en middelgrote ondernemingen en de meer institutionele instellingen. De rechtstreekse inning uit het segment van de particulieren vertoonde in een ongunstige omgevingscontext en ondanks de terugval van de online inningen met ongeveer 11 % tot € 109 miljoen, een groei met 1,3 % tot € 533 miljoen. Algemeen gesteld bleven de klanten de voorkeur geven aan meer lonende deposito’s zoals de ‘L.D. PASCHI FEDELTA’ en de deposito's met meerjarige termijnen 'PASCHI PREMIUM'. De rechtstreekse inningen uit het segment van de ondernemingen en de supranationale instellingen bedroegen € 204 miljoen, wat overeenstemt met een inkrimping van ongeveer 28,6 % of ongeveer € 82 miljoen. Op geografisch vlak is de inning aanzienlijk toegespitst op het binnenlandse terrein. Belgische bewoners droegen er voor 77 % toe bij met een waarde van € 579 miljoen (tegenover 63 % in 2012). Het aandeel van de klanten uit de andere landen van de eurozone en de rest van de wereld bedraagt respectievelijk 17 % met € 130 miljoen (15 % in 2012) en 6 % met 46 miljoen (22 % in 2012). Bij de inningen uit de banksector daalde het uitstaande bedrag met 3,2 % tot € 275 miljoen. Van dat bedrag is € 183 miljoen afkomstig van liquiditeiten die worden verkregen via effecten die in pand worden gegeven, waarvan de waarde met € 33 miljoen steeg. Op het vlak van de liquiditeitsrisico’s leeft de BMPB de reglementaire limieten en haar interne limieten na, zoals de BNB STRESS TEST RATIO op één week, die op 31/12/2013 24 % bedroeg en de NET STABLE FUNDING RATIO (N.S.F.R.) die 97 % bedroeg.
Evolutie van bepaalde bestanddelen buiten balans Avalkredieten De kredieten die in het kader van de uitgifte van bankwaarborgen werden toegekend, bedroegen € 76 miljoen (+ 5 %). Verrichtingen op rentevoeten De BMPB is slechts aanwezig op swaps van rentevoeten. Ze doet daar alleen een beroep op voor de dekking van een deel van haar kredietportefeuille met vaste rente en op lange termijn, die vooral uit hypothecaire leningen en beleggingskredieten bestaat. Op 31/12/2013 vertegenwoordigden de uitstaande bedragen in totaal € 163 miljoen tegenover € 174 miljoen een jaar eerder. De jaarlijkse variatie is grotendeels toe te schrijven aan het feit dat de laatste effecten in de portefeuille waartegen I.R.S.’sen gesteund waren – hetzij nominaal € 9 miljoen – verliepen tijdens het boekjaar dat hier wordt beschouwd. Deposito’s effecten van derden De effectenfondsen onder beheer bedroegen op 31/12/2013 € 250 miljoen, wat overeenstemde met een groei van 11 % ten opzichte van de situatie bij de afsluiting van het vorige boekjaar, hetzij € 225 miljoen. De gunstige evolutie van de beurs- en de obligatiemarkten werkte de terugkeer in de hand van beleggers die op zoek waren naar hogere rendementen en droeg bij tot de goede economische prestaties die door ons Departement PRIVATE werden gerealiseerd.
Gegevens omtrent eigen fondsen Na boeking van het resultaat van het boekjaar 2013, ofwel € 2,6 miljoen, bedroeg het niveau van de nuttige eigen fondsen ongeveer € 113,0 miljoen, als volgt uitgesplitst: Eigen fondsen sensu stricto
:
€
94,1 miljoen
TIER 1
Aanvullende eigen fondsen
:
€
18,9 miljoen
TIER 2
:
€ 113,0 miljoen
Eigen fondsen
11
31.12.2012 Reglementaire evaluatie 897.106 9,8 % 10,3 % 12,4 %
Bedragen in K€ RWA Ratio Core Tier I Ratio Tier I Regulatory Solvency ratio (Tier I + Tier II)
31.12.2013 Reglementaire evaluatie 813.187 11,2 % 11,6 % 13,9 %
Economische gegevens De BANCA MONTE PASCHI BELGIO N.V. sloot het jaar 2013 af met een netto boekhoudwinst van € 2,6 miljoen tegenover € 4,0 miljoen een jaar eerder (- 35 %).
1.
De inkomsten uit rente en gelijkgestelde inkomsten droegen bij tot de economische rekening van 2013 voor een bedrag van 15,8 miljoen - wat een daling met 1,7 % betekent ten opzichte van het niveau van 2012 (€ 16,1 miljoen). De lichte inkrimping op jaarbasis heeft slechts betrekking op het bestanddeel van rente in de strikte zin, die aan de P&L van het boekjaar heeft bijgedragen voor € 13,7 miljoen tegenover € 14,0 miljoen een jaar eerder. De commissies die in het kader van de kredietactiviteiten per kas werden ontvangen, bleven immers ongewijzigd op € 2,1 miljoen.
2.
De inkomsten uit de commissies vertoonden ondanks de ongunstige economische situatie een globaal genomen gunstige trend, waarbij onder meer werd geprofiteerd van de gunstige omstandigheden op de beurs- en de obligatiemarkten. Ze vertoonden op jaarbasis een stijging van 9,7 % en bedroegen € 3,0 miljoen tegenover € 2,7 miljoen eerder. 3. De inkomsten uit financiële verrichtingen, bestaande uit € 1,9 miljoen netto meerwaarde uit de verlenging van een geschikt beheer van de aandelenportefeuille, droegen bij tot het resultaat van 2013 ter waarde van € 2,5 miljoen tegenover € 4,0 miljoen op het einde van het boekjaar 2012 (- 37 %).
4.
De overige bedrijfsopbrengsten werden gunstig beïnvloed door de inning van niet alleen liquidatiebonussen op contentieuze zaken die werden afgesloten, maar ook door de inning van waarborgen die in het kader van achterstallige kredieten werden ontvangen. De combinatie van beide elementen heeft tot gevolg dat dit type inkomsten van het ene jaar op het andere van € 0,4 miljoen tot € 1,2 miljoen gestegen is. De overige bedrijfskosten lieten een lichte stijging zien van 4,2 % tot € 2,0 miljoen. Net als in 2012 heeft het grootste bestanddeel van deze post betrekking op overheidstaksen op de inningen, die – rekening houdend met de recuperatie van ons quotum in de vereffening van het voormalige I.R.G. - op een bedrag van € 1,1 miljoen uitkwamen - een stijging van 9,0 % op jaarbasis.
5.
6. De algemene kosten konden op het niveau van 2012 worden gehouden en bedroegen € 13,9 miljoen (- 1,1 %) – en dit zowel voor het bestanddeel personeelskosten (€ 10,0 miljoen of - 1,9 %) als voor de overige administratieve kosten (€ 3,9 miljoen of + 1,1 %).
7.
De afschrijvingskosten op immateriële en materiële vaste activa stegen globaal genomen met 3,7 % tot € 1,7 miljoen. Deze variatie is grotendeels toe te schrijven aan het toenemende gewicht van de uitgaven die betrekking hebben op de implementatie van een nieuwe informaticatool, die met 33,7 % stegen tot € 0,6 miljoen. Voor de kredietrisico’s boekte de bank waardeverminderingen op de vorderingen ten bedrage van € 2,5 miljoen tegenover € 2,6 miljoen in 2012 (- 6,7 %). We noteren hierbij dat de bank over het jaar 2013 een dotatie van € 3,2 miljoen heeft samengesteld om de kredietrisico's te dekken. Op het einde van het boekjaar beschikte de bank over een algemene voorziening voor de klanten van € 1,0 miljoen. We merken ook op dat de bank in de loop van het boekjaar terugnemingen heeft uitgevoerd van overtollige voorzieningen op individuele klanten ten bedrage van € 1,6 miljoen.
8.
12
9.
In het verlengde van de verbetering van de waardering van de laatste gestructureerde effectenpositie in 2013 waarvoor de BMPB conform een van onze evaluatieregels een negatieve latentie dient te boeken, werd overgegaan tot een terugneming van een overtollige waardevermindering van € 620 duizend. Gelijktijdig werd de algemene voorziening voor effecten in één jaar tijd van € 174 duizend op € 632 duizend gebracht. 10. Rekening houdend met de belangrijke beschikbare fiscale latenties, hoefde de bank geen enkele belasting op het resultaat te dragen. Het geschatte bedrag voor terugvorderbare en tegenwerpbare fiscale verliezen bedroeg op 31 december 2013 bijna € 55,6 miljoen.
13
VOORUITZICHTEN 2014 De Banca Monte Paschi Belgio N.V. zal in de loop van het boekjaar 2014 met de volgende grote uitdagingen worden geconfronteerd: haar activiteiten zullen worden toegespitst op de corebusiness van de commerciële bank en de relaties met de klanten – en dan meer bepaald met de kleine en de middelgrote ondernemingen en met de particulieren. Daarnaast moet de bank aanwezig blijven in de markt van de kredieten voor de plaatselijke economie en zal ze het niveau van de deposito’s moeten opvoeren, die onlosmakelijk verbonden zijn met haar ontwikkeling. De relatie met de klanten is het centrale punt van de activiteiten van de bank. De bank zal streven naar een maximalisatie van de verhoudingen met haar klanten; de nodige aandacht zal met name worden besteed aan de dienstverlening met de bedoeling om ‘exclusieve’ producten en diensten aan te bieden. Via een dynamische en proactieve benadering zal op de potentiële behoeften van de klanten worden geanticipeerd. Er zal bijzondere aandacht worden besteed aan de groei van het klantenbestand. Voor het corporate segment zal een voorzichtige ontwikkeling worden nagestreefd door meer commerciële dan financiële activiteiten en een opsplitsing van de risico's. Er zal een grotere sectorale diversificatie worden nagestreefd via een hogere incidentie van de herbeleggingen naar verschillende economische sectoren. Hierbij zal aan de commerciële verrichtingen voorrang worden verleend: dienstverlening, ‘unfunded’ verrichtingen en de ontwikkeling van de ‘Trade Finance’ (import-export).
de voortzetting van de implementatie van een nieuwe onmisbare informaticatool, die de uitbreiding van het aanbod producten, diensten en opdrachten zal ondersteunen, die de structuur zal moeten realiseren. Die uitdagingen zullen met succes kunnen worden aangegaan als alle personeelsleden van de Bank erbij worden betrokken - ongeacht of ze commerciële of administratieve opdrachten vervullen.
DIVERSEN Gebruik van financiële instrumenten door de vennootschap Het beleid van de Bank betreffende het beheer van de risico’s die verband houden met de financiële instrumenten, wordt beheerd door het ALM-Comité, dat tijdens vergaderingen de volgende punten onderzoekt: de situatie van de activa en de passiva van de Bank; de situatie van ‘mismatching’ die ermee verband houdt; de thesaurie- en liquiditeitssituatie; de vastrentende bestanddelen; de evolutie van het renterisico; het onderzoek van alle operationele en marktproblematieken. Het ALM-Comité levert een belangrijke bijdrage aan de beheeroriëntatie en de controle op de marktrisico's. Het Comité zorgt ook voor de opvolging van de beslissingen en de naleving van de grenzen die door de Raad van Bestuur werden vastgelegd. De door de Bank ontwikkelde activiteiten inzake afgeleide instrumenten beperkt. Deze activiteiten betreffen voornamelijk interest swaps. Er dient te BMPB in het kader van de dekking van het renterisico op het product amortizing swaps gebruikmaakt. Backoffice voert regelmatig controles uit
14
zijn momenteel bijzonder worden opgemerkt dat de 'hypothecaire lening' van op de naleving van deze
beperkingen. Bovendien maken deze beperkingen het voorwerp uit van een controle door de Interne Auditdienst, die aan het Auditcomité rapporteert. De frontoffice-activiteiten worden omkaderd door een systeem van beperkingen betreffende de verschillende types van risico’s die inherent zijn aan de bankactiviteiten. Deze beperkingen hebben zowel betrekking op het type verrichting (renteopbrengst, opbrengst van deviezen,…) als op het type product (I.R.S., termijnwisselcontracten,…).
Gegevens omtrent belangrijke gebeurtenissen na de afsluiting van het boekjaar Er is na de afsluiting van het boekjaar geen enkele gebeurtenis voorgevallen die een invloed zou kunnen hebben op de jaarrekeningen.
Indicaties over de omstandigheden die een merkelijke invloed op de ontwikkeling van de vennootschap zouden kunnen hebben De groei en de rentabiliteit van de bank worden beïnvloed door: de constante zoektocht naar synergieën en rationalisering met de verschillende entiteiten van de BMPS Groep; de voortdurende inspanningen om het handelsfonds in functie van de opportuniteiten te laten groeien; de evolutie van de beheerde kapitalen en van de markten; de investeringen die werden toegestaan om de bank van spitstechnologie te voorzien; het reputatierisico; de macro-economische omgeving.
Onderzoek en ontwikkeling In de loop van het boekjaar 2013 werd geen enkele activiteit uitgevoerd inzake onderzoek en ontwikkeling.
Bijkantoor De bank beschikt niet over bijkantoren.
Auditcomité De bank voldoet aan de voorschriften van de wet van 17 december 2008, die van kracht is sinds 9 januari 2009, met name het bestaan binnen het beheerorgaan van een auditcomité, dat samengesteld is uit niet-uitvoerende bestuurders, van wie een van de leden onafhankelijk is en over specifieke bekwaamheden beschikt op het vlak van boekhouding en auditing. De Raad van Bestuur bevestigt dat de heer Ciappei en mevrouw Armento over de gewenste bekwaamheden beschikken. Belangrijkste risico’s waaraan de bank wordt blootgesteld De BANCA MONTE PASCHI BELGIO N.V. wordt omwille van haar activiteiten aan bepaalde risico’s blootgesteld. De belangrijkste daarvan zijn: de marktrisico’s, die voornamelijk verband houden met de beleggingsactiviteiten in effectenportefeuilles (obligaties) en de activiteiten van de transformatie van de rentevoet (A.L.M.); het liquiditeitsrisico dat voortkomt uit de verschillen in de vervaldagen tussen de inningen en hun wederbeleggingen; het tegenpartijrisico dat verbonden is met de kredietactiviteiten; het reputatierisico; het operationele risico.
15
Liquiditeitsbeleid Sinds de diverse financiële crisissen is de liquiditeit uitgegroeid tot een bijzonder belangrijke parameter voor het beheer van een bank. Het liquiditeitsrisico vertegenwoordigt de moeilijkheid of het onvermogen van de bank om haar vervallen engagementen na te komen. Deze situatie vloeit voort uit het onvermogen om geld te innen of uit de beperkingen van de demobilisering van activa. Dit risico omvat ook de mogelijkheid dat de bank een meer dan normale kostprijs moet betalen om zich te financieren of om activa te verkopen en het risico dat dit tot een verlies van patrimoniale waarde leidt. De bank probeert het liquiditeitsrisico zoveel mogelijk te beperken. Vermits het niet mogelijk is om de actieve en passieve vervaldagen perfect op elkaar af te stemmen en de bank een rol van omvormer van vervaldagen speelt, wordt er toch gestreefd naar een zekere weerstand tegen massale terugtrekkingen door een kwalitatieve effectenportefeuille aan te houden die voldoende liquide is en bijgevolg een potentiële bron van liquiditeit vormt via financieringsverrichtingen bij de BNB, Repurchase Agreements of zelfs de vereffening indien de financieringsmarkten volledig bevroren zijn. De Banca Monte Paschi Belgio financiert zich op korte termijn hoofdzakelijk op twee manieren. Enerzijds en hoofdzakelijk met het klantenbestand (zichtrekeningen, deposito’s,…), dat een zekere historische stabiliteit vertoont, en anderzijds met schulden op korte termijn tegenover het moederbedrijf. De BMPB is bijgevolg weinig onderhevig aan het risico op opdroging van de liquiditeiten en blokkering van de interbancaire markt, vermits ze hoofdzakelijk met de Groep MPS werkt, die haar gemakkelijker een kortetermijnfinanciering toekent dan wanneer de Bank systematisch met andere marktspelers zou moeten onderhandelen. De Bank beschikt bij haar moederbedrijf over een bevestigde kredietlijn voor een bedrag van € 300.000.000. We verduidelijken verder dat de Bank voor het beheer van het liquiditeitsrisico een beleid voert dat in de toepassingsperimeter van het groepsbeleid inzake het beheer van het liquiditeitsrisico past. Remuneratiebeleid In overeenstemming met de aanbeveling van de Nationale Bank van België heeft de Bank bij de Nationale Bank van België haar remuneratiebeleid ingediend. Dit maakt integraal deel uit van de beleidsnota van goed bestuur en werd in overleg met de Raad van Bestuur door het Directiecomité vastgelegd. Dit remuneratiebeleid bevordert een gezond en efficiënt risicobeheer. De leden van het personeel en van het Directiecomité kunnen in geen geval aanspraak maken op een verworven recht op een variabele vergoeding.
Remuneratiecomité In overeenstemming met de wet van 22 juli 2011 tot omzetting van diverse richtlijnen betreffende het toezicht op de financiële sector en houdende diverse bepalingen, moet de Raad van Bestuur in zijn jaarverslag aantonen dat de leden van het Remuneratiecomité over de nodige individuele en collectieve deskundigheid beschikken. In 2013 bestond het Remuneratiecomité uit de volgende personen: Voorzitter: dhr. Marco Massacesi Leden: mevr. Anna Armento, dhr. Cristiano Ciappei en dhr. Fabrizio Schintu (tot 12/12/2013). Voor hen geldt dat: allen niet-uitvoerende leden van de Raad van Bestuur zijn; drie leden van het Remuneratiecomité ook lid van het Auditcomité zijn; twee onafhankelijke bestuurders lid zijn van het Remuneratiecomité; de leden van het Remuneratiecomité over aanvullende beroepservaring in verschillende sectoren beschikken. De Raad van Bestuur oordeelt bijgevolg dat de leden van het Remuneratiecomité over de vereiste deskundigheid beschikken om een bekwaam en onafhankelijk oordeel te vellen over het remuneratiebeleid en de incentives die werden gecreëerd voor het beheer van de diverse risico's, het eigen vermogen en de liquiditeit. De bestuurders die voldoen aan alle criteria die bedoeld zijn in artikel 526ter van het Wetboek van Vennootschappen, worden als onafhankelijk beschouwd. Op basis hiervan beschouwt de Raad de volgende leden van het Remuneratiecomité als onafhankelijke bestuurders: mevr. Anna Armento en dhr. Cristiano Ciappei. Toepassing van de wet van 3 mei 2002 tot wijziging van de onverenigbaarheidsregeling voor bestuurders van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en van het reglement van de
16
Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen van 9 juli ter toepassing van deze wet De lijst van de externe mandaten die worden uitgeoefend door het leidinggevende personeel van de Banca Monte Paschi Belgio, die ter publicatie werd voorgelegd, is beschikbaar op de website www.montepaschi.be.
17
Waarderingsregels betreffende de voornaamste posten van de balans Op 31/12/2013 Inleiding De waarderingsregels worden vastgelegd door de Raad van Bestuur met inachtneming van hetgeen voorgeschreven is in het Koninklijk besluit van 23/09/1992 betreffende de jaarrekeningen van kredietinstellingen . Conversie van deviezenverrichtingen
De monetaire elementen van het actief en van het passief alsook de termijncontracten in deviezen werden geconverteerd in euro door toepassing van de gemiddelde koers contante koop-verkoop op balansdatum. De negatieve en de positieve wisselverschillen werden op de resultatenrekening geboekt, met uitzondering van deze die de financiering van deelnemingen in deviezen betreffen en in de overlopende rekeningen worden gehandhaafd. De niet-monetaire elementen worden gewaardeerd in euro op basis van de wisselkoers die van kracht is op de aanschaffingsdatum of op de betalingsdatum. De conversie in euro van de resultaten uitgedrukt in deviezen (opbrengsten en kosten) gebeurt op basis van de contante wisselkoers op het ogenblik dat zij als opbrengsten of kosten worden gedefinieerd.
Waarderingsregels betreffende de voornaamste posten van de balans en van de resultatenrekening Vorderingen
De vorderingen op kredietinstellingen en op klanten worden opgenomen in de balans voor het bedrag van de fondsen die ter beschikking worden gesteld van de schuldenaars, na aftrek van de eventueel verrichte terugbetalingen en waardeverminderingen zoals hieronder vermeld. Wanneer het bedrag dat ter beschikking werd gesteld van de schuldenaar, verschilt van het nominale bedrag van de vordering, wordt het verschil prorata temporis als renteopbrengst of –kost behandeld. Elk kredietdossier wordt met de gepaste voorzichtigheid gewaardeerd, rekening houdend met de situatie van de schuldenaar en de waarde van de ontvangen zakelijke en persoonlijke zekerheden. De vorderingen die oninbaar of betwist zijn, worden overgeboekt in een specifieke rubriek van het schema A (Post 150: oninbare of dubieuze vorderingen). Indien de vordering definitief oninbaar wordt geacht, wordt een integrale waardevermindering verricht. Indien er daarentegen een kans bestaat op gedeeltelijke invordering, worden waardeverminderingen geboekt ten belope van het gedeelte van de vordering dat als verloren wordt beschouwd. Wanneer de Raad van Bestuur oordeelt dat er voor een vordering geen enkele mogelijkheid op recuperatie bestaat, voornamelijk ten gevolge van een attest van de curator, wordt de verrichting volledig afgeschreven. De interesten waarvan de inning onzeker is en de oninbare interesten worden niet in de resultaten geboekt. Voor de dekking van de risico’s verbonden met landen die hun schulden laattijdig terugbetalen, zijn de regels van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen van toepassing.
18
Portefeuille van roerende waarden Effecten die geen financiële vaste activa zijn, worden gewaardeerd op basis van het onderscheid of zij behoren tot de handelsportefeuille (Trading) dan wel tot de beleggings-/investeringsportefeuille (Hedging) overeenkomstig artikel 35ter van het Koninklijk besluit op de jaarrekeningen.
Handelsportefeuille
Onder effecten die behoren tot de handelsportefeuille, moet worden verstaan de vastrentende en vlottende effecten die in het kader van een uitgifte zijn verworven met de bedoeling om ze bij derden te plaatsen, alsook de effecten die anderszins zijn verworven met de bedoeling om ze door te verkopen met het oog op het kortetermijnrendement, normaal gezien niet langer dan zes maanden en die, voor effecten op vaste termijn, korter is dan de resterende looptijd van de betrokken effecten. Elke overboeking in investering moet worden verricht tegen de beursprijs op de dag van de overboeking. Deze laatste is automatisch wanneer de handelsportefeuille langer dan zes maanden wordt gehouden.
Waarderingsregels van de handelsportefeuille De effecten die tot de handelsportefeuille behoren, alsook de contante aankoopverrichtingen in uitvoering met betrekking tot effecten in de handelsportefeuille, waarvoor er een liquide markt bestaat, worden gewaardeerd tegen hun marktwaarde op balansdatum. In het andere geval worden ze gewaardeerd tegen hun aanschaffingswaarde of tegen hun marktwaarde op balansdatum indien deze laatste lager is. Onverminderd de toerekening van de gelopen interesten over de verstreken periode, die worden geïnjecteerd op basis van de nominale rentevoet, worden de maandelijks vastgestelde waarderingsverschillen ten laste gebracht van de resultatenrekening als bestanddeel van de post V.I.A. ‘Winst (Verlies) uit financiële transacties uit het wissel- en handelsbedrijf in effecten en andere financiële instrumenten'. (Art. 35ter 2)
Beleggings-/investeringsportefeuille
Onder effecten die tot de beleggingsportefeuille behoren, moet worden verstaan de effecten die niet behoren tot de handelsportefeuille en die geen financiële vaste activa zijn. De effecten die worden aangeschaft in het kader van Asset Swap en Floating Rate Note behoren eveneens tot de beleggingsportefeuille.
Waarderingsregels van de beleggings-/investeringsportefeuille De vlottende effecten die deel uitmaken van de beleggingsportefeuille, worden gewaardeerd tegen hun aanschaffingswaarde of tegen hun realisatiewaarde op de balansdatum indien deze laatste lager is. (Art. 35ter 3) De meer- of minderwaarden van terugbetaling worden op dit moment op dezelfde wijze als de vastrentende effecten over de resterende looptijd van de effecten gespreid. De vastrentende effecten in de beleggingsportefeuille worden gewaardeerd op grond van hun actuariële rendement, dat bij de aankoop werd berekend, met inachtneming van hun terugbetalingswaarde op de vervaldag. Het verschil tussen de aanschaffingswaarde en de terugbetalingswaarde wordt prorata temporis voor de resterende looptijd van de effecten in resultaat genomen als bestanddeel van de renteopbrengst van deze effecten. De inresultaatneming van dit verschil geschiedt op geactualiseerde basis, uitgaande van het reële rendementspercentage bij aankoop. In de balans worden deze effecten opgenomen tegen hun aanschaffingswaarde, vermeerderd of verminderd met het (maandelijkse) gedeelte van het bedoelde verschil dat in resultaat wordt genomen. (Art. 35ter 4) Hoewel ze tot de beleggingsportefeuille behoren, zijn sommige gestructureerde effecten (*) het voorwerp van een herwaardering overeenkomstig artikel 35ter 6 van het Koninklijk besluit van 23 september 1992 op de jaarrekeningen van de kredietinstellingen voor zover aan de hierna bepaalde voorwaarden wordt voldaan. “Onder duurzame minderwaarde of waardeverlies wordt verstaan deze die langer dan 12 maanden na het voorvallen ervan blijven bestaan en die op het ogenblik van de maandelijkse afsluiting van de rekening een decote van meer dan 10 % zouden voorstellen ten opzichte van de aanschaffingsprijs, dit wil zeggen een negatieve latentie van meer dan € 175.000,-." Door toepassing van genoemd lid zal elk van de gestructureerde effecten waarvan de negatieve latentie gelijk zou zijn aan hetzij meer dan 10 % van de aankoopprijs, hetzij een hoger bedrag dan € 175.000,- en die langer dan 12 maanden zou worden behouden, het voorwerp uitmaken van een waardevermindering die in rubriek 517.21 van schema A zal worden geboekt. In geval van een latere verbetering of verslechtering van de inventariswaarde van de betrokken effecten door toepassing van deze regel zal het niveau van de waardevermindering worden aangepast.
19
Bovendien spreekt het voor zich dat, indien een minderwaarde op deze effecten zou plaatsvinden ten gevolge van een ongunstige evolutie van het kredietrisico, eveneens een ad hoc waardevermindering zal worden toegepast om met genoemd kredietrisico rekening te houden. Voor de posities die – ook al zouden ze afzonderlijk de hierboven genoemde limieten niet bereiken – toch globaal een negatieve latentie van meer dan € 500.000,- zouden bereiken, wordt een waardevermindering opgemaakt voor het gedeelte dat dit bedrag overschrijdt. De opbrengsten uit ontvangen interesten worden geboekt in de economische rekening tijdens het jaar waarin ze worden vastgesteld. (*)
Worden in het bijzonder beoogd de posities waarvan het rendement slechts kan inkrimpen of zelfs nul kan worden tegen de vervaldag van het papier en dit ongeacht de evolutie van de rentecurve. Zo worden onder meer uitgesloten de effecten waarvan de vergoeding verbonden is aan een percentage van de CMS 10 jaar.
Beleggingsportefeuille aangeschaft met het oog op rentabiliteit op middellange termijn In het kader van een prudentieel beheer van het renterisico werd een beleggingsportefeuille samengesteld, bestaande uit effecten aangeschaft in een optiek van rentabiliteit op middellange termijn. Naast de toepassing van de specifieke waarderingsregels voor de investeringsportefeuille (cf. punt B hierboven) worden de eventuele latente minderwaarden die voortvloeien uit de waardering, aan de marktprijs geboekt en ondergebracht in een specifieke voorziening genaamd: ‘Voorziening voor risico’s van posities in roerende waarden’. Net zoals voor de effecten die werden aangeschaft in het kader van de handelsportefeuille, is het de bestemming die wordt gekozen op het ogenblik van de aanschaffing die als basis zal dienen voor de toepassing van de geschikte herwaarderingsmethode. Beleggingseffecten die een liquiditeitssteun vormen
De effecten in de beleggingsportefeuille die tevens als liquiditeitssteun dienen, worden gewaardeerd tegen hun marktwaarde indien die lager is dan de waarde die wordt verkregen met toepassing van de vorige paragrafen. Net zoals voor de effecten die werden aangeschaft in het kader van de handelsportefeuille, is het de bestemming die wordt gekozen op het ogenblik van de aanschaffing die als basis zal dienen voor de toepassing van de geschikte herwaarderingsmethode.
Arbitrageverrichtingen op de beleggings-/investeringsportefeuille Met arbitrageverrichting wordt bedoeld elke gecombineerde aan- en verkoop van vastrentende beleggingseffecten binnen een relatief korte tijdsspanne die een reële rendementsverbetering van de vastrentende beleggingseffecten tot gevolg heeft. Waarderingsmethode
De meer- en minderwaarden uit de verkoop van vastrentende beleggingseffecten in het kader van arbitrageverrichtingen worden gespreid in resultaat genomen samen met de toekomstige opbrengsten uit de arbitrage. In dat geval worden de minder- of meerwaarden in de resultatenrekening tegengeboekt en in afwachting van hun toerekening opgenomen in de rekeningen waarin de gekochte effecten zijn geboekt. De betrokken minder- of meerwaarden worden op basis van het constante reële jaarlijkse rendement toegerekend aan de renteopbrengsten van vastrentende effecten, over de periode die loopt tot de dichtstbijzijnde vervaldag van de gekochte of verkochte effecten. Bij een latere verkoop van de gekochte effecten moet het resterende bedrag in de daarop betrekking hebbende correctierekening integraal worden verwerkt in het resultaat van het boekjaar waarin die verkoop heeft plaatsgevonden, tenzij de verkoop in het kader van een nieuwe arbitrage geschiedt. (Art. 35ter 5)
Financiële vaste activa De financiële vaste activa worden geregistreerd en behouden aan hun aankoopwaarde. In geval van duurzame minderwaarde en ontwaarding worden waardeverminderingen opgenomen. De waardeverminderingen maken het voorwerp uit van opname wanneer ze overtollig worden.
20
Materiële en immateriële vaste activa De materiële en immateriële vaste activa waarvan het gebruikt beperkt is in de tijd, maken het voorwerp uit van afschrijvingen die worden berekend volgens een plan dat wordt opgesteld overeenkomstig de regels die door het bestuursorgaan van de kredietinstelling werden vastgelegd. (art. 15) De volgende afschrijvingspercentages moeten op onze afschrijvingen worden toegepast: - Gebouwen
Hoofdgebouw (Jozef II):
3 % degressief
Centraal huizenblok:
3 % lineair 4 % lineair
Herwaarderingsmeerwaarde: - Liften: - Inrichting van de lokalen, materiaal en meubilair: - Hardware en software, rollend materieel : - Klein materiaal, micro-informaticamateriaal: - Inrichting van de gehuurde gebouwen: - Aankoopkosten terreinen en gebouwen: - Oprichtingskosten: - Boekhoudprogramma Temenos
5 % lineair 15 % lineair 25 % lineair 33 % lineair 11 % lineair 20 % lineair 20 % lineair 10 % lineair
Opmerkingen: 1. De investeringen worden geboekt op het moment van hun aankoop aan de aankoopwaarde, verhoogd met de nietrecupereerbare btw. 2. Vanaf 01/01/03 mogen de afschrijvingen op de nieuwe investeringen enkel nog volgens het beginsel pro rata temporis als beroepskosten worden toegelaten.
Afgeleide producten FRA – I.R.S. Overeenkomstig het Koninklijk besluit van 23 september 1992 en mits inachtneming van de richtlijnen van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen, worden deze instrumenten in drie categorieën opgedeeld, namelijk: • als dekking bestemde verrichting, die geen mark-to-market herwaardering vereist. Het desbetreffende resultaat wordt prorata temporis over de looptijd van de verrichting verdeeld. Dit betreft termijnverrichtingen die het renterisico betreffende een actief, een passief, een recht, een verplichting buiten balans of een geheel van elementen met homogene karakteristieken wat betreft hun gevoeligheid voor schommelingen van de rentevoet moeten verminderen. • thesaurieverrichting die een mark-to-market herwaardering vereist, behalve indien een afwijking van artikel 36bis van het Koninklijk besluit van 23/09/1992 door de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen wordt toegekend. In dat geval kan men een beroep doen op een verdeling pro rata temporis. Dit betreft termijnrenteverrichtingen die werden gesloten in het kader van het thesauriebeheer, waarvan de looptijd niet langer is dan de normale duur van de verrichtingen (normaal gezien 12 en 60 maanden). • tradingverrichting die een herwaardering tegen de marktwaarde vereist. De waarderingsverschillen worden op de resultatenrekening geboekt als elementen van de post VI. A. ‘Winst (Verlies) uit financiële transacties uit het wissel- en handelsbedrijf in effecten en andere financiële instrumenten”. Dit betreft termijnverrichtingen die niet (meer) aan de voorwaarden voldoen om als ‘als dekking bestemde verrichtingen’ te worden gekwalificeerd.
Afgeleide producten – verkoop van opties De put of call opties die de bank in het kader van haar tradingactiviteiten verkoopt, worden als volgt behandeld: de commissies die worden ontvangen bij de afsluiting van de overeenkomsten, worden slechts in de economische rekening geboekt wanneer de genoemde opties vervallen. In afwachting daarvan worden ze in een overgangsrekening ondergebracht. Indien op de afsluitingsdatum zou blijken dat de herwaardering van de onderliggende activa een negatieve latentie zou vertonen, zal er bovendien een provisie per positie worden gesteld voor het deel van de latenties dat het niveau van de geïnde premie overschrijdt. De eventuele positieve latenties zullen ten prudentiële titel niet in de economische rekening worden geïnjecteerd.
21
Termijnwisselverrichtingen Ter zake maakt de bank een onderscheid tussen de termijnwisselverrichtingen volgens hun bestemming, d.w.z. als dekking bestemde verrichtingen (Hedging), macro-hedging en Trading. Alleen de eerste maken niet het voorwerp uit van een mark-to-market herwaardering overeenkomstig artikel 36 van de jaarrekening. De reglementering van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen voorziet onder meer dat de te ontvangen of te betalen bedragen in uitvoering van termijnwisselverrichtingen die gepaard gaan met contantwisselverrichtingen in omgekeerde zin en die zijn gesloten om de vereffening van vorderingen en van schulden te dekken, prorata temporis worden toegerekend op de looptijd van de verrichtingen als opbrengsten en kosten gelijkgesteld met renteopbrengsten en –kosten. In het tegengestelde geval worden de termijnwisselverrichtingen gewaardeerd aan de termijnwisselkoers die met de resterende termijn van deze verrichtingen overeenstemt. Het saldo van de positieve en de negatieve verschillen die eruit voortvloeien, wordt op de resultatenrekening geboekt als in aanmerking te nemen opbrengst of kost om het winst- of verliesresultaat van de wisselactiviteiten te bepalen.
Jaarlijkse dotatie aan F.I.S. Om het hoofd te bieden aan de kredietrisico’s in het algemeen, voorziet de Bank ieder jaar een F.I.S.-voorziening, waarvan het bedrag wordt bepaald door de Raad van Bestuur tijdens de zitting over de goedkeuring van het budget. Tijdens het boekjaar en voor de laatste maal vóór de voorbereiding van de balans waardeert de Raad van Bestuur de situatie van de globaal lopende kredietrisico's, waarbij hij zich de mogelijkheid voorbehoudt om verhogingen of verlagingen van de F.I.S. door te voeren. De eventuele vermindering van de F.I.S. moet worden verantwoord door een grondig onderzoek van de kredietrisico’s in het algemeen, met een bijzondere aandacht voor die ten aanzien van de klanten, waarbij het gepaste niveau van de dekkingen van de contentieuze, precontentieuze en ‘vastgelopen’ kredieten wordt gewaardeerd.
Schulden aan kredietinstellingen en klanten De schulden aan kredietinstellingen en aan de klanten worden opgenomen in de balans voor het bedrag van de gelden die ter beschikking worden gesteld van de Bank, na aftrek van de inmiddels reeds uitgevoerde terugbetalingen.
In effecten belichaamde schulden (kasbon) De schulden die worden belichaamd door een effect met verplichte kapitalisatie worden geregistreerd voor het oorspronkelijke bedrag, vermeerderd met de reeds gekapitaliseerde interesten.
Voorzieningen voor ‘risico’s en kosten’ De nodige voorzieningen worden samengesteld op basis van voorzichtige waarderingen. De voorzieningen voor belastingen dekken de verbintenissen die afgeleid zijn uit de berekening van de belastingen die verschuldigd zijn op de resultaten van het betrokken boekjaar. Er worden voldoende voorzieningen samengesteld voor de lopende rechtsprocedures en geschillen.
Fonds voor algemene bankrisico’s De Raad van Bestuur legt op voorstel van het Directiecomité de modaliteiten vast voor de toevoeging aan het Voorzorgsfonds dat bestemd is om de solvabiliteit van de Bank te beschermen tegen de latente risico’s die inherent zijn aan haar activiteiten. Dit fonds wordt eventueel opgericht bovenop de specifieke waardeverminderingen voor de identificeerbare risico’s, in functie van de hoogte van de vorderingen op de klanten. Wanneer zich een belangrijk en uitzonderlijk risico voordoet, stelt het Directiecomité aan de Raad van Bestuur eventueel een onttrekking aan het Voorzorgsfonds voor.
22
Opmerking: bij bijlage 5.12 tabel XII Staat van de schulden ten opzichte van de klanten: de vergelijkende cijfers van het vorige boekjaar en met betrekking tot de verdeling van de schulden ten opzichte van de particulieren en de ondernemingen werden omgekeerd. Bij bijlage 5.3.1 werd het vergelijkende cijfer voor het vorige boekjaar voor de rubriek 10500 gewijzigd.
23
Besprekingen door de Raad van Bestuur van de balans op 31/12/2013 De Raad van Bestuur heeft tijdens haar zitting van 4 maart 2014 met eenparigheid van stemmen het ontwerp van 'brochure' van balans van de Banca Monte Paschi Belgio N.V. per 31/12/2013 goedgekeurd, die op 17/04/2104 aan de Algemene Vergadering zal worden voorgesteld.
De bundel bestaat uit: • het Verslag van de Raad van Bestuur; • de Territoriale Balans van 31/12/2013, bestaande uit de patrimoniale situatie en de resultatenrekening die wordt afgesloten met een winst van € 2.607.451,46; • het Verslag van de Commissaris over de Territoriale Balans per 31/12/2013; • de diverse tabellen die aan de Territoriale Balans per 31/12/2013 worden gehecht.
24
Voorstellen van de Raad van Bestuur aan de Algemene Vergadering BIJEENROEPING VAN DE VERGADERING Op 27/03/2014 heeft de Raad van Bestuur beraadslaagd over de bijeenroeping van de gewone Algemene Vergadering van aandeelhouders op 17/04/2014 om 11.00 u op de Maatschappelijke Zetel te Brussel, Jozef II-straat 24, om het volgende te bespreken en te beraadslagen:
AGENDA
1. Beheerverslag van de Raad van Bestuur en verslag van de Commissaris-Revisor over de jaarrekening op 31/12/2013; 2. Goedkeuring van de patrimoniale situatie en van de resultatenrekening en bestemming van het resultaat van het boekjaar 2013; 3. Decharge van de Raad van Bestuur en van de Commissaris voor het beheer betreffende het boekjaar 2013; 4. Benoeming van drie Bestuurders ter vervanging van drie ontslagnemende Bestuurders; 5. Varia.
25
VOORSTEL VAN BESTEMMING VAN HET RESULTAAT VAN HET BOEKJAAR De Raad van Bestuur heeft tijdens haar zitting van 6 februari 2014 beraadslaagd om aan de Gewone Algemene Vergadering van 17 april 2014 de volgende bestemming van het resultaat van de territoriale balans van het boekjaar 2013 voor te stellen:
A. TE BESTEMMEN WINST
€ 7.398.389,49.-
€ 5.225.905,03.-
A. TE BESTEMMEN WINST
Te weten: € 2.607.451,46.€ 2.618.453,57.-
1. Te bestemmen winst van het boekjaar 2. Overgedragen winst van het vorige boekjaar A. TE BESTEMMEN WINST
B. BESTEMMINGEN VOOR EIGEN VERMOGEN ( - )
€ 7.398.389,49.-
€ 2.630.372,57.-
Te weten: € 130.372,57.€ 2.500.000,00.-
1. Tot de wettelijke reserve (5 % van A.1.) 2. Tot de beschikbare reserve
€ 7.398.389,49.-
A. TE BESTEMMEN WINST
€
C. OVER TE DRAGEN RESULTAAT ( - ) 2.595.532,46.-
Te weten: €
1. Over te dragen winst
2.595.532,46.€ 7.398.389,49.
A. TE BESTEMMEN WINST
D. TE VERDELEN WINST ( - )
NIHIL
26
Beraadslagingen van de Algemene Vergadering van 17/04/2014 SAMENVATTING
1. Beheerverslag van de Raad van Bestuur en Verslag van de Commissaris over de jaarrekening op 31/12/2013 Op verzoek van de Voorzitter, verklaart de Commissaris, de heer Hubin, het volgende: “AAN DE AANDEELHOUDER VAN DE BANCA MONTE PASCHI BELGIO N.V. Conform de statutaire en wettelijke bepalingen brengen wij verslag uit in het kader van ons mandaat van Commissaris. Dit verslag omvat onze mening betreffende de statutaire jaarrekeningen (de ‘Jaarrekeningen’) evenals ons verslag over andere wettelijke en reglementaire verplichtingen, zoals hieronder gedefinieerd. De Jaarrekeningen omvatten de balans per 31 december 2013, de resultatenrekening van het boekjaar dat op 31 december 2013 werd afgesloten, evenals de bijlagen. Verslag over de Jaarrekeningen – mening zonder voorbehoud We hebben de Jaarrekeningen gecontroleerd van Banca Monte Paschi Belgio N.V. (de ‘Vennootschap’) voor het boekjaar dat op 31 december 2013 werd afgesloten en dat werd opgesteld op basis van de boekhoudkundige referenties die in België van toepassing zijn. Het totaal van de balans bedraagt € 1.156.777.645 en de resultatenrekening wordt afgesloten met een winst van € 2.607.451 over het boekjaar. 27
Verantwoordelijkheid van de Raad van Bestuur met betrekking tot de opstelling van de Jaarrekeningen De Raad van Bestuur is verantwoordelijk voor de opstelling van de Jaarrekeningen, die een getrouw beeld moeten geven in overeenstemming met de boekhoudkundige referenties die in België van toepassing zijn. De Raad van Bestuur is ook verantwoordelijk voor de invoering van de interne controle die ze nodig acht voor de opstelling van de Jaarrekeningen, zodat deze geen grote anomalieën bevatten, ongeacht of die het gevolg zijn van fraude of van fouten. Verantwoordelijkheid van de Commissaris Onze verantwoordelijkheid bestaat erin om op basis van onze audit een mening te formuleren over die Jaarrekeningen. Wij hebben onze audit volgens de internationale auditnormen (International Standards on Auditing - 'ISA') uitgevoerd. Die normen vereisen van onzentwegen om ons in regel te stellen met de deontologische eisen en om de audit te plannen en uit te voeren met het oog op de verkrijging van een redelijke verzekering dat de Jaarrekeningen geen duidelijke anomalieën bevatten. Een audit impliceert de uitvoering van procedures met het oog op het verzamelen van bewijsmateriaal met betrekking tot de bedragen en de inlichtingen die in de Jaarrekeningen worden vermeld. De keuze van de toegepaste procedures wordt gemaakt door de Commissaris. Dit geldt ook voor de evaluatie van de risico’s dat de Jaarrekeningen duidelijke anomalieën bevatten, ongeacht of die het gevolg zijn van fraude of van fouten. Bij deze evaluatie van de risico’s houdt de Commissaris rekening met de interne controle van de entiteit met betrekking tot de opstelling van de Jaarrekeningen, die een getrouw beeld moeten geven, zodat de geschikte auditprocedures kunnen worden bepaald in functie van de omstandigheden en niet met de bedoeling om een mening te formuleren over de doeltreffendheid van de interne controle van de entiteit.
28
Een audit omvat ook een evaluatie van de geschiktheid van de toegepaste evaluatieregels, de redelijkheid van de boekhoudkundige schattingen die door de Raad van Bestuur werden gemaakt en de evaluatie van de gehele presentatie van de Jaarrekeningen. Wij hebben van het beheerorgaan en van de aangestelden van de entiteiten de verklaringen en inlichtingen ontvangen die we voor onze audit nodig hadden en we menen dat er voldoende geschikte bewijsmiddelen werden verzameld om een gefundeerde mening te formuleren. Mening zonder voorbehoud Naar onze mening geven de Jaarrekeningen van de Vennootschap een getrouw beeld van het patrimonium en van de financiële toestand van de Vennootschap op 31 december 2013 evenals van haar resultaten voor het boekjaar dat op die datum werd afgesloten in overeenstemming met de boekhoudkundige referenties die in België van toepassing zijn.
Verslag over andere wettelijke en reglementaire verplichtingen De Raad van Bestuur is verantwoordelijk voor de opstelling en de inhoud van het beheerverslag over de Jaarrekeningen conform artikel 96 van het Wetboek van Vennootschappen en de naleving van de wettelijke en reglementaire bepalingen die van toepassing zijn op het bijhouden van de boekhouding, het Wetboek der Vennootschappen en de statuten van de vennootschap. In het kader van onze audit en in overeenstemming met de toepasselijke bijkomende norm die werd uitgegeven door het Instituut van de Bedrijfsrevisoren en op 28 augustus 2013 in het Belgisch Staatsblad werd gepubliceerd (de ‘Bijkomende norm’), bestaat onze verantwoordelijkheid erin om bepaalde procedures in alle belangrijke aspecten uit te voeren over de naleving van bepaalde wettelijke en reglementaire verplichtingen, zoals ze door de Bijkomende Norm worden bepaald. Op basis van die procedures doen wij de volgende bijkomende vermeldingen, die de aard van onze mening over de Jaarrekeningen niet wijzigen: 29
• Het beheerverslag over de Jaarrekeningen behandelt de door de wet vereiste inlichtingen, stemt overeen met de Jaarrekeningen en vertoont geen klaarblijkelijke onsamenhangendheden ten opzichte van de informatie waarover wij in het kader van ons mandaat beschikken. • Afgezien van minder belangrijke formele aspecten werd de boekhouding bijgehouden conform de in België toepasselijke wettelijke en reglementaire bepalingen. • De bestemming van de resultaten die aan de Algemene Vergadering werd voorgesteld, is conform de wettelijke en statutaire bepalingen. • Wij hebben geen uitgevoerde transacties of beslissingen te melden die een inbreuk vormen op de statuten of op het Wetboek der Vennootschappen." De Commissaris merkt op dat er een administratieve fout geslopen is in de jaarrekeningen die naar de Algemene Vergadering worden verzonden: bijlage XIV van de rekeningen die door de Raad van Bestuur werden goedgekeurd, was niet overgeschreven in de versie die naar de Algemene Vergadering was verstuurd. Dit werd zowel voor de Ondernemingsraad als voor deze Algemene Vergadering gecorrigeerd. Vervolgens werden de rapporten van de Raad van Bestuur en de Commissaris gelezen, die geen aanleiding gaven tot opmerkingen door de Vergadering. Ze werden unaniem aangenomen. 2. Goedkeuring van de patrimoniale situatie en van de resultatenrekening en bestemming van het resultaat van het boekjaar 2013 De territoriale balans en de winst- en verliesrekeningen die daarmee verband houden, worden unaniem goedgekeurd. Wordt ook unaniem goedgekeurd: de volgende bestemming van het resultaat van het boekjaar 2013:
30
A.A.TETE BESTEMMEN WINST BESTEMMEN WINST
€ 7.398.389,49.€ 5.225.905,03.-
Te weten: 3. Te bestemmen winst van het boekjaar 4. Overgedragen winst van het vorige boekjaar
A.B.TEBESTEMMINGEN BESTEMMEN WINST VOOR EIGEN VERMOGEN ( - )
€ 2.607.451,46.€ 2.618.453,57.-
€ 7.398.389,49.€ 2.630.372,57.-
Te weten: 3. Tot de wettelijke reserve (5 % van A.1.) 4. Tot de beschikbare reserve
€ 130.372,57.€ 2.500.000,00.-
A.C.TE BESTEMMEN WINST OVER TE DRAGEN RESULTAAT ( - ) 2.595.532,46.-
€
€ 7.398.389,
Te weten: €
2. Over te dragen winst
A.D.TE WINST( - ) TEBESTEMMEN VERDELEN WINST
2.595.532,46.-
NIHIL
31
€ 7.398.389,
Boekhoudkundige balans 2013 Boekjaar
Vorig boekjaar
ACTIEF
I. Kas, tegoeden bij de centrale banken en de postgirokantoren II. Openbare handelspapieren voor herfinanciering ingediend bij de centrale bank
3.965.937
2.494.191
34.383.689
59.486.611
A. Onmiddellijk opvraagbaar
20.133.672
39.212.616
B. Overige vorderingen (op termijn of met opzegging)
14.250.017
20.273.995
IV. Vorderingen op klanten
758.540.853
811.231.020
V. Obligaties en andere vastrentende effecten
342.879.087
349.778.775
A. Van publiekrechtelijke emittenten
230.109.550
182.875.853
B. Van andere emittenten
112.769.537
166.902.922
3.044
3.044
3.044
3.044
VIII. Oprichtingskosten en immateriële vaste activa
3.841.590
3.311.001
IX. Materiële vaste activa
6.578.477
7.184.249
55.437
79.023
6.529.531
6.770.955
1.156.777.645
1.240.338.869
III. Vorderingen op kredietinstellingen
VI. Aandelen en andere vlottende effecten VII. Financiële vaste activa A. Deelnemingen in verbonden ondernemingen B. Deelnemingen in andere ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat C. Andere aandelen die financiële vaste activa vormen D. Ondergeschikte schuldvorderingen bij verbonden ondernemingen en bij andere ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat
X. Eigen aandelen XI. Overige activa XII. Overlopende rekeningen TOTAAL VAN HET ACTIEF
32
Boekjaar
Vorig boekjaar
PASSIEF VREEMD VERMOGEN
1.062.528.056
1.148.696.730
274.689.912
283.742.585
7.546.080
89.572.762
267.143.832
194.169.823
II. Schulden aan klanten
743.785.884
820.107.797
A. Spaardeposito’s
278.068.301
285.618.812
B. Overige schulden
465.717.583
534.488.985
1. Op zicht
248.565.631
204.374.561
2. Op termijn of met opzegging
217.151.952
330.114.424
III. In schuldbewijzen belichaamde schulden
10.777.419
12.196.150
A. Uitstaande bons en obligaties
10.777.419
12.196.150
IV. Overige schulden
1.887.358
2.038.132
V. Overlopende rekeningen
9.799.739
9.459.522
VI. Voorzieningen en uitgestelde belastingen
637.744
202.544
A. Voorzieningen voor ‘risico’s en kosten’
637.744
202.544
637.744
202.544
VII. Fonds voor algemene bankrisico’s
6.950.000
6.950.000
VIII. Achtergestelde schulden
14.000.000
14.000.000
EIGEN VERMOGEN
94.249.589
91.642.139
IX. Kapitaal
50.887.649
50.887.649
50.887.649
50.887.649
10.141.851
10.141.851
1.598.584
1.598.584
29.025.973
26.395.601
3.781.315
3.650.943
744.658
744.658
744.658
744.658
24.500.000
22.000.000
2.595.532
2.618.454
1.156.777.645
1.240.338.869
I. Schulden aan kredietinstellingen A. Onmiddellijk opvraagbaar B. Mobiliseringsschulden wegens herdiscontering van handelspapier B. Overige schulden op termijn of met opzegging
3. Wegens herdiscontering van handelspapier
B. Overige
1. Pensioen- en soortgelijke verplichtingen 2. Belastingen 3. Overige risico’s en kosten B. Uitgestelde belastingen
A. Geplaatst kapitaal B. Niet-geplaatst kapitaal X. Uitgiftepremies XI. Herwaarderingsmeerwaarden XII. Reserves A. Wettelijke reserve B. Onbeschikbare reserves 1. Voor eigen aandelen 2. Overige C. Belastingvrije reserves D. Beschikbare reserves XIII. Overgedragen winst (verlies) TOTAAL VAN HET PASSIEF
33
Boekjaar
Vorig boekjaar
82.963.309
78.144.669
C. Overige borgtochten
76.207.447
72.459.644
D. Documentaire kredieten
3.255.862
2.185.025
E. Activa bezwaard met zakelijke zekerheden voor rekening van derden
3.500.000
3.500.000
126.124.221
141.737.993
428.571
323.714
125.695.650
141.414.279
270.466.385
225.426.442
270.466.385
225.426.442
POSTEN BUITEN BALANSTELLING I. Eventuele passiva A. Niet-genegocieerde accepten B. Kredietvervangende borgtochten
II. Verplichtingen met een potentieel kredietrisico A. Vaste verplichtingen tot fondsenverstrekking B. Verplichtingen na aankopen van verhandelbare waardepapieren of andere waardepapieren C. Beschikbare marge op betekende kredietlijnen D. Verplichtingen tot vaste opneming en plaatsing van verhandelbare waardepapieren E. Verplichtingen tot inkoop wegens onvolkomen cessie-retrocessie
III. Aan de kredietinstelling toevertrouwde waarden A. Waarden gehouden onder fiducieregeling B. Open bewaring en gelijkgestelde
IV. Te storten op aandelen
34
Boekjaar
Vorig boekjaar
II. Rentekosten en soortgelijke kosten
18.855.690
24.680.457
V. Betaalde voorzieningen
1.196.642
1.311.961
0
0
0
0
13.945.387
14.095.014
A. Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen
9.999.787
10.191.132
B. Overige beheerskosten
3.945.600
3.903.882
1.702.448
1.642.202
KOSTEN
VI. Winst (Verlies) uit financiële transacties
(-)
A. Uit het wissel- en handelsbedrijf in effecten en andere financiële instrumenten B. Uit de realisatie van beleggingseffecten
(-) (-)
VII. Algemene beheerskosten
VIII. Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa IX. Waardeverminderingen op vorderingen en voorzieningen voor de posten ‘I. Eventuele passiva’ en ‘II. Verplichtingen met een potentieel kredietrisico’ buiten balanstelling
(-)
2.449.954
2.624.559
X. Waardeverminderingen op de portefeuille voor beleggingen en obligaties, aandelen en andere vastrentende of vlottende effecten
(-)
0
0
458.000
0
XV. Overige bedrijfskosten
1.996.144
1.915.396
XVIII. Uitzonderlijke kosten
10.720
11.363
XII. Voorzieningen voor andere risico's en kosten dan bedoeld in de posten ‘I. Eventuele passiva’ en ‘II. Verplichtingen met een potentieel kredietrisico’ buiten balanstelling XIII. Toevoeging aan het fonds voor algemene bankrisico’s
(+)(-)
A. Uitzonderlijke afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa 0
B. Waardeverminderingen op financiële vaste activa C. Voorzieningen voor uitzonderlijke risico’s en kosten: dotaties (gebruiken)
(+)(-) 0
D. Minderwaarden bij de realisatie van vaste activa E. Andere uitzonderlijke kosten
10.720
11.363
23.727
35.839
2.607.451
3.989.560
2.607.451
3.989.560
XIXbis.A. Overboeking naar de uitgestelde belastingen
XX.A. Belastingen
(-)
XXI. Winst van het boekjaar
XXII. Overboeking naar de belastingvrije reserves
(-)
XXIII. Te bestemmen winst van het boekjaar
35
Boekjaar
Vorig boekjaar
Opbrengsten I. Renteopbrengsten en soortgelijke opbrengsten
34.656.356
40.759.615
A. Waarvan: uit vastrentende effecten
7.946.149
10.620.155
0
5.136
III. Opbrengsten uit vlottende effecten A. Aandelen en andere vlottende effecten B. Deelnemingen in verbonden ondernemingen C. Deelnemingen in andere ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat
5.136
D. Andere aandelen die deel uitmaken van de financiële vaste activa
IV. Ontvangen commissies
4.205.638
4.055.092
A. Makelaarsloon en verwante commissielonen
697.987
698.243
B. Bezoldiging voor beheer-, advies- en bewaardiensten
390.768
306.149
3.116.883
3.050.700
2.508.217
3.953.946
574.027
920.329
1.934.189
3.033.617
0
0
X. Waardeverminderingen op de portefeuille van beleggingen in obligaties, aandelen en andere vastrentende of vlottende effecten
620.000
234.000
XI. Besteding en terugneming van voorzieningen voor andere risico's en kosten dan bedoeld in de posten ‘I. Eventuele passiva’ en ‘II. Verplichtingen met een potentieel kredietrisico’ buiten balanstelling
22.800
764.000
XIV. Overige bedrijfsopbrengsten
1.232.791
388.875
XVII. Uitzonderlijke opbrengsten
362
145.687
362
145.687
C. Andere ontvangen commissielonen VI. Winst uit financiële transacties A. Uit het wissel- en handelsbedrijf in effecten en andere financiële instrumenten B. Uit de realisatie van beleggingseffecten IX. Terugneming van waardeverminderingen op vorderingen en terugneming van voorzieningen voor de posten ‘I. Eventuele passiva’ en ‘II. Verplichtingen met een potentieel kredietrisico’ buiten balanstelling
XIII. Heffing op het fonds voor algemene bankrisico’s
A. Terugneming van afschrijvingen en van waardeverminderingen op immateriële en materiële vaste activa. B. Terugneming van waardeverminderingen op financiële vaste activa C. Terugneming van voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten D. Meerwaarden bij de realisatie van vaste activa E. Andere uitzonderlijke opbrengsten XIXbis.B. Onttrekkingen aan de uitgestelde belastingen XX.B. Regularisatie van belastingen en terugneming van belastingvoorzieningen XXI. Verlies van het boekjaar XXII. Onttrekking aan de belastingvrije reserves XXIII. Te bestemmen verlies van het boekjaar
RESULTAATVERWERKING
36
Boekjaar
Vorig boekjaar
5.225.905
6.817.932
2.607.451
3.989.560
2.618.454
2.828.372
2.630.373
4.199.478
2. Aan de wettelijke reserve
130.373
199.478
3. Aan de overige reserves
2.500.000
4.000.000
2.595.532
2.618.454
Boekjaar
Vorig boekjaar
A. VOOR DE POST IN ZIJN GEHEEL
34.383.689
59.486.611
1. Vorderingen op verbonden ondernemingen
7.312.368
20.250.324
0
20.273.995
A. Te bestemmen winst (verlies)
(+)/(-)
1. Te bestemmen winst (Te verwerken verlies) van het boekjaar 2. Te bestemmen winst (Te verwerken verlies) van het vorige boekjaar
(+)/(-) (+)/(-)
B. Onttrekking aan het eigen vermogen 1. Aan het kapitaal en aan de uitgiftepremies 2. Aan de reserves C. Toevoeging aan het eigen vermogen 1. Aan het kapitaal en aan de uitgiftepremies
D. Over te dragen resultaat
(+)/(-)
E. Tussenkomst van de vennoten in het verlies F. Uit te keren winst 1. Vergoeding van het kapitaal 2. Bestuurders of zaakvoerders 3. Andere rechthebbenden
3. BIJLAGE
I. STAAT VAN DE VORDERINGEN OP KREDIETINSTELLINGEN (actiefpost III)
2. Vorderingen op andere ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat 3. Achtergestelde vorderingen
B. OVERIGE VORDERINGEN (OP TERMIJN OF MET OPZEGGING) 1. Handelspapier dat voor herfinanciering in aanmerking komt bij de centrale bank van het land (de landen) van vestiging van de kredietinstelling 2. Overige vorderingen (op termijn of met opzegging) volgens hun resterende looptijd a. Maximaal drie maanden b. Meer dan 3 maanden tot een jaar c. Meer dan een jaar tot vijf jaar d. Meer dan vijf jaar e. Met onbepaalde looptijd
37
II. STAAT VAN DE VORDERINGEN OP KLANTEN (actiefpost IV) Boekjaar
Vorig boekjaar
1. Vorderingen op verbonden ondernemingen 2. Vorderingen op andere ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat 3. Achtergestelde vorderingen 4. Handelspapieren voor herfinanciering ingediend bij de centrale bank van het land (de landen) van vestiging van de kredietinstelling 5. Uitsplitsing van de vorderingen op de klanten volgens de resterende looptijd a. Maximaal drie maanden
232.333.976
b. Meer dan 3 maanden tot een jaar
15.372.735
c. Meer dan een jaar tot vijf jaar
107.579.598
d. Meer dan vijf jaar
363.152.269
e. Met onbepaalde looptijd
40.102.274
6. Uitsplitsing van de vorderingen op de klanten naar de aard van de debiteuren
12.710
18.591
b. Vorderingen op de particulieren
265.877.680
262.458.118
c. Vorderingen op de ondernemingen
492.650.464
548.754.311
a. Vorderingen op de overheid
7. Uitsplitsing van de vorderingen op de klanten volgens hun aard 755.340
a. Handelspapier (inclusief eigen accepten) b. Vorderingen uit leasing en soortgelijke vorderingen
7.844.116
c. Leningen tegen forfaitair lastenpercentage d. Hypothecaire leningen
215.791.970
e. Overige leningen op termijn van meer dan één jaar
494.049.487
f. Overige vorderingen
40.099.940
8. Geografische uitsplitsing van de vorderingen op de klanten a. Belgische oorsprong
569.191.136
b. Buitenlandse oorsprong
189.349.717
9. Analytische gegevens omtrent hypothecaire leningen met herstel bij de kredietinstelling of levensverzekering en kapitalisatie a. Aanvankelijk geleende kapitalen b. Reconstitutiefonds en wiskundige reserves in verband met deze leningen c. Uitstaand nettobedrag van deze leningen (a-b)
38
III. STAAT VAN DE OBLIGATIES EN ANDERE VASTRENTENDE EFFECTEN (actiefpost V)
A. ALGEMENE OPGAVE 1. Obligaties en effecten uitgegeven door verbonden ondernemingen
Boekjaar
Vorig boekjaar
342.879.087
349.778.775
4.594.978
13.592.304
2. Obligaties en effecten uitgegeven door andere ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat.
3. Obligaties en effecten die achtergestelde vorderingen vertegenwoordigen
4. Geografische uitsplitsing van de vorderingen a. Belgische publiekrechtelijke emittenten
62.852.197
b. Buitenlandse publiekrechtelijke emittenten
167.257.351
c. Andere dan Belgische publiekrechtelijke emittenten
10.013.823
d. Andere dan buitenlandse publiekrechtelijke emittenten
102.755.716
5. Noteringen a. Boekwaarde van de genoteerde effecten
342.879.087
b. Marktwaarde van de genoteerde effecten
347.334.111
c. Boekwaarde van de niet-genoteerde effecten 6. Looptijden a. Resterende looptijd tot één jaar maximum
44.518.237
b. Resterende looptijd van meer dan één jaar
298.360.850
7. Uitsplitsing naargelang behoren: a. Tot de handelsportefeuille 342.879.087
b. Tot de beleggingsportefeuille 8. Voor de handelsportefeuille a. Het positieve verschil tussen de marktwaarde en de aanschafwaarde van de effecten geëvalueerd volgens marktwaarde
b. Het positieve verschil tussen de marktwaarde en de boekwaarde van de effecten geëvalueerd met toepassing van artikel 35ter, § 2, alinea 2
9. Voor de beleggingsportefeuille a. Het positieve verschil tussen het geheel aan effecten waarvan de terugbetalingswaarde hoger ligt dan de
1.490.765
boekwaarde b. Het negatieve verschil tussen het geheel aan effecten waarvan de terugbetalingswaarde lager ligt dan de boekwaarde
39
7.661.630
Boekjaar
Vorig boekjaar
B. GEDETAILLEERDE OPGAVE VAN DE BOEKWAARDE VAN DE BELEGGINGSPORTEFEUILLE, DE OBLIGATIES EN ANDERE VASTRENTENDE EFFECTEN 1.
Aanschaffingswaarde aan het einde van het boekjaar
2.
Mutaties tijdens het boekjaar
350.882.773
a.
Aanschaffingen
107.244.212
b.
Overdrachten
-115.198.108
c.
Aanpassingen volgens artikel 35ter, §§4 en 5
3.
Aanschaffingswaarde aan het einde van het boekjaar
4.
Overdrachten tussen portefeuilles a. b. c.
(+/-)
434.210 343.363.087
Overdrachten van de beleggingsportefeuille naar de handelsportefeuille Overdrachten van de handelsportefeuille naar de beleggingsportefeuille Weerslag op het resultaat
5.
Waardeverminderingen op het einde van het boekjaar
6.
Mutaties tijdens het boekjaar a.
Geboekt
b.
Teruggenomen want overtollig
c.
Afgeboekt
d.
Overgezet van een post naar een andere
1.104.000
0 -620.000 0 (+/-)
7.
Waardeverminderingen op het einde van het boekjaar
8.
Nettoboekwaarde op het einde van het boekjaar
484.000
342.879.087
IV. STAAT VAN DE AANDELEN EN ANDERE VLOTTENDE EFFECTEN (actiefpost VI)
Boekjaar A. ALGEMENE OPGAVE 1. Geografische uitsplitsing van de vorderingen a. Belgische emittenten b. Buitenlandse emittenten 2. Noteringen a. Boekwaarde van de genoteerde effecten b. Marktwaarde van de genoteerde effecten c. Boekwaarde van de niet-genoteerde effecten
3. Uitsplitsing naargelang behoren a. Tot de handelsportefeuille b. Tot de beleggingsportefeuille 4. Voor de handelsportefeuille a. Het positieve verschil tussen de marktwaarde en de aanschafwaarde van de effecten geëvalueerd volgens marktwaarde
b. Het positieve verschil tussen de marktwaarde en de boekwaarde
40
Vorig boekjaar
van de effecten, gewaardeerd met toepassing van artikel 35ter, § 2, alinea 2 Boekjaar B. GEDETAILLEERDE OPGAVE VAN DE BOEKWAARDE VAN DE BELEGGINGSPORTEFEUILLE, AANDELEN EN ANDERE VLOTTENDE EFFECTEN
1. Aanschaffingswaarde op het einde van het boekjaar
2. Mutaties tijdens het boekjaar a. Aanschaffingen b. Overdrachten c. Overige aanpassingen
(+)/(-)
3. Aanschaffingswaarde op het einde van het boekjaar
4. Overdrachten tussen portefeuilles a. Overdrachten van de beleggingsportefeuille naar de handelsportefeuille b. Overdrachten van de handelsportefeuille naar de beleggingsportefeuille c. Weerslag op het resultaat
5. Waardeverminderingen op het einde van het boekjaar
6. Mutaties tijdens het boekjaar a. Geboekt b. Teruggenomen want overtollig c. Afgeboekt d. Overgezet van een post naar een andere
(+)/(-)
7. Waardeverminderingen op het einde van het boekjaar
8. Nettoboekwaarde op het einde van het boekjaar
41
Vorig boekjaar
V. STAAT VAN DE FINANCIËLE VASTE ACTIVA (actiefpost VII) Boekjaar
Vorig boekjaar
3.044
3.044
A. ALGEMENE OPGAVE
1. Uitsplitsing van de financiële vaste activa naar economische sector a. Deelnemingen in verbonden ondernemingen die kredietinstellingen zijn b. Deelnemingen in verbonden ondernemingen die geen kredietinstellingen zijn c. Deelnemingen in andere ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat en die kredietinstellingen zijn d. Deelnemingen in andere ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat en die geen kredietinstellingen zijn e. Andere aandelen die financiële vaste activa uitmaken in ondernemingen die kredietinstellingen zijn f. Andere aandelen die financiële vaste activa uitmaken in ondernemingen die geen kredietinstellingen zijn g. Achtergestelde vorderingen op verbonden ondernemingen die kredietinstellingen zijn h. Achtergestelde vorderingen op verbonden ondernemingen die geen kredietinstellingen zijn i. Achtergestelde vorderingen op andere ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat en die kredietinstellingen zijn j. Achtergestelde vorderingen op andere ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat en die geen kredietinstellingen zijn
2. Noteringen a. Deelnemingen in verbonden ondernemingen die beursgenoteerd zijn b. Deelnemingen in verbonden ondernemingen die niet beursgenoteerd zijn c. Deelnemingen in andere ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat en die beursgenoteerd zijn d. Deelnemingen in andere ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat en die niet beursgenoteerd zijn e. Andere aandelen die financiële vaste activa uitmaken in ondernemingen die beursgenoteerd zijn f. Andere aandelen die financiële vaste activa uitmaken in ondernemingen die niet beursgenoteerd zijn g. Bedrag van de achtergestelde vorderingen die worden vertegenwoordigd door genoteerde effecten
42
Boekjaar B. GEDETAILLEERDE OPGAVE VAN DE BOEKWAARDE VAN DE DEELNEMINGEN IN VERBONDEN ONDERNEMINGEN
1. Aanschaffingswaarde op het einde van het boekjaar 2. Mutaties tijdens het boekjaar a. Aanschaffingen b. Overdrachten en buitengebruikstellingen c. Overboekingen van een post naar een andere (+)/(-) 3. Aanschaffingswaarde op het einde van het boekjaar
4. Meerwaarden op het einde van het boekjaar 5. Mutaties tijdens het boekjaar a. Geboekt b. Verworven van derden c. Afgeboekt d. Overboekingen van een post naar een andere (+)/(-) 6. Meerwaarden op het einde van het boekjaar 7. Waardeverminderingen op het einde van het boekjaar
8. Mutaties tijdens het boekjaar a. Geboekt b. Teruggenomen want overtollig c. Verworven van derden d. Afgeboekt e. Overboekingen van een post naar een andere (+)/(-) 9. Waardeverminderingen op het einde van het boekjaar
10. Nettoboekwaarde op het einde van het boekjaar
43
Vorig boekjaar
Boekjaar C. GEDETAILLEERDE OPGAVE VAN DE BOEKWAARDE VAN DE DEELNEMINGEN IN ANDERE ONDERNEMINGEN WAARMEE EEN DEELNEMINGSVERBAND BESTAAT
1. Aanschaffingswaarde op het einde van het boekjaar 2. Mutaties tijdens het boekjaar a. Aanschaffingen b. Overdrachten en buitengebruikstellingen c. Overboekingen van een post naar een andere
(+/-)
3. Aanschaffingswaarde op het einde van het boekjaar
4. Meerwaarden op het einde van het boekjaar 5. Mutaties tijdens het boekjaar a. Geboekt b. Verworven van derden c. Afgeboekt d. Overgezet van een post naar een andere
(+/-)
6. Meerwaarden op het einde van het boekjaar
7. Waardeverminderingen op het einde van het boekjaar 8. Mutaties tijdens het boekjaar a. Geboekt b. Teruggenomen want overtollig c. Verworven van derden d. Afgeboekt e. Overboekingen van een post naar een andere
(+/-)
9. Waardeverminderingen op het einde van het boekjaar
10. Nettoboekwaarde op het einde van het boekjaar
44
Vorig boekjaar
Boekjaar D. GEDETAILLEERDE OPGAVE VAN DE BOEKWAARDE VAN DE ANDERE AANDELEN DIE FINANCIËLE VASTE ACTIVA UITMAKEN
1. Aanschaffingswaarde op het einde van het boekjaar 2. Mutaties tijdens het boekjaar a. Aanschaffingen b. Overdrachten en buitengebruikstellingen c. Overboekingen van een post naar een andere
(+)/(-)
3. Aanschaffingswaarde op het einde van het boekjaar
4. Meerwaarden op het einde van het boekjaar 5. Mutaties tijdens het boekjaar a. Geboekt b. Verworven van derden c. Afgeboekt d. Overgezet van een post naar een andere
(+/-)
6. Meerwaarden op het einde van het boekjaar
7. Waardeverminderingen op het einde van het boekjaar 8. Mutaties tijdens het boekjaar a. Geboekt b. Teruggenomen want overtollig c. Verworven van derden d. Afgeboekt e. Overboekingen van een post naar een andere
(+/-)
9. Waardeverminderingen op het einde van het boekjaar
10. Nettoboekwaarde op het einde van het boekjaar
45
Vorig boekjaar
Boekjaar
Vorig boekjaar
Boekjaar
Vorig boekjaar
E. GEDETAILLEERDE OPGAVE VAN DE BOEKWAARDE VAN DE ACHTERGESTELDE VORDERINGEN OP VERBONDEN ONDERNEMINGEN
1. Nettoboekwaarde op het einde van het boekjaar 2. Mutaties tijdens het boekjaar a. Toevoegingen b. Terugstortingen c. Geboekte waardeverminderingen d. Terugname van waardeverminderingen e. Koersverschillen
(+)/(-)
f. Overige
(+)/(-)
3. Nettoboekwaarde op het einde van het boekjaar 4. Gecumuleerde waardeverminderingen op het einde van het boekjaar
E. GEDETAILLEERDE OPGAVE VAN DE BOEKWAARDE VAN DE ACHTERGESTELDE VORDERINGEN OP VERBONDEN ONDERNEMINGEN 1. Nettoboekwaarde op het einde van het boekjaar 2. Mutaties tijdens het boekjaar a. Toevoegingen b. Terugstortingen c. Geboekte waardeverminderingen d. Terugname van waardeverminderingen e. Koersverschillen
(+)/(-)
f. Overige
(+)/(-)
3. Nettoboekwaarde op het einde van het boekjaar 4. Gecumuleerde waardeverminderingen op het einde van het boekjaar
46
VI. INFORMATIE OVER DEELNEMINGEN
A. DEELNEMINGEN EN MAATSCHAPPELIJKE RECHTEN IN ANDERE ONDERNEMINGEN
Hierna worden de ondernemingen vermeld waarin de instelling een deelneming bezit in de zin van het Koninklijk besluit van 23 september 1992, alsook van de andere ondernemingen waarin de instelling maatschappelijke rechten bezit ten belope van minstens 10 % van het geplaatste kapitaal.
BENAMING, volledig adres van de ZETEL
Gegevens genomen uit de laatst beschikbare jaarrekeningen
Maatschappelijke rechten
en voor de ondernemingen naar Belgisch recht, vermelding van het ONDERNEMINGSNUMMER
rechtstreeks Type
Aantal
door de filialen
Jaarrekeningen
Code
%
vastgesteld op
Valuta
%
Eigen vermogen
Nettoresultaat
(+) of (-) (in duizenden eenheden)
B. LIJST VAN DE ONDERNEMINGEN WAARVOOR DE INSTELLING ONBEPERKT AANSPRAKELIJK IS IN HOEDANIGHEID VAN ONBEPERKT AANSPRAKELIJKE VENNOOT OF LID
De jaarrekeningen van elk van de ondernemingen waarvoor de kredietinstelling onbeperkt aansprakelijk is, worden aan onderhavige jaarrekeningen toegevoegd met het oog op de gelijktijdige bekendmaking, behalve indien de kredietinstelling in de tweede kolom van de onderstaande tabel opgeeft om welke reden dit niet gebeurt. Deze verduidelijking wordt gegeven met de vermelding van de code (A, B of C), die hierna wordt gedefinieerd.
De jaarrekeningen van de vernoemde onderneming:
A. worden door deze bij de Nationale Bank van België neergelegd en gepubliceerd;
B. worden effectief bekendgemaakt door deze onderneming in een andere lidstaat van de Europese Unie, in de vorm voorzien door artikel 3 van Richtlijn 68/151/EG;
C. worden door globale consolidatie of door proportionele consolidatie, geïntegreerd in de geconsolideerde rekeningen van de kredietinstelling, die worden gecontroleerd en bekendgemaakt in overeenstemming met het Koninklijk besluit van 23 september 1992 met betrekking op de geconsolideerde rekeningen van de kredietinstellingen, de beleggingsondernemingen en de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging.
BENAMING, volledig adres van de ZETEL, RECHTSVORM en voor de ondernemingen naar Belgisch recht, vermelding van het ONDERNEMINGSNUMMER
47
Eventuele code
VII. STAAT VAN DE OPRICHTINGSKOSTEN EN IMMATERIËLE VASTE ACTIVA (actiefpost VIII)
Boekjaar
Vorig boekjaar
Boekjaar
Overige
A. OPRICHTINGSKOSTEN
1. Nettoboekwaarde op het einde van het boekjaar 2. Mutaties tijdens het boekjaar a. Nieuwe opgelopen kosten b. Afschrijvingen c. Overige
(+)/(-)
3. Nettoboekwaarde op het einde van het boekjaar 4. waarvan a. oprichtingskosten en kapitaalverhoging, kosten voor uitgifte van leningen en andere oprichtingskosten b. herstructureringskosten
B. GOODWILL
1. Aanschaffingswaarde op het einde van het boekjaar 2. Mutaties tijdens het boekjaar a. Aanschaffingen, met inbegrip van geproduceerde vaste activa b. Overdrachten en buitengebruikstellingen c. Overboekingen van een post naar een andere
(+)/(-)
3. Aanschaffingswaarde op het einde van het boekjaar
4. Afschrijvingen en waardeverminderingen op het einde van het boekjaar 5. Mutaties tijdens het boekjaar a. Geboekt b. Terugnemingen c. Verworven van derden d. Afgeboekt naar aanleiding van overdrachten en buitengebruikstellingen e. Overboekingen van een post naar een andere
(+)/(-)
6. Afschrijvingen en waardeverminderingen op het einde van het boekjaar
7. Nettoboekwaarde op het einde van het boekjaar
48
C. COMMISSIES BETAALD ALS BZOLDIGING VOOR HET AANBRENGEN VAN VERRICHTINGEN MET KLANTEN
Boekjaar
Overige
1. Aanschaffingswaarde op het einde van het boekjaar 2. Mutaties tijdens het boekjaar a. Aanschaffingen, met inbegrip van geproduceerde vaste activa b. Overdrachten en buitengebruikstellingen c. Overboekingen van een post naar een andere
(+)/(-)
3. Aanschaffingswaarde op het einde van het boekjaar
4. Afschrijvingen en waardeverminderingen op het einde van het boekjaar 5. Mutaties tijdens het boekjaar a. Geboekt b. Terugnemingen c. Verworven van derden d. Afgeboekt naar aanleiding van overdrachten en buitengebruikstellingen e. Overboekingen van een post naar een andere
(+)/(-)
6. Afschrijvingen en waardeverminderingen op het einde van het boekjaar
7. Nettoboekwaarde op het einde van het boekjaar
Boekjaar D. OVERIGE IMMATERIËLE VASTE ACTIVA
1. Aanschaffingswaarde op het einde van het boekjaar
4.672.370
2. Mutaties tijdens het boekjaar 1.089.729
a. Aanschaffingen, met inbegrip van geproduceerde vaste activa
278.507
b. Overdrachten en buitengebruikstellingen c. Overboekingen van een post naar een andere
(+)/(-)
3. Aanschaffingswaarde op het einde van het boekjaar
5.483.592
4. Afschrijvingen en waardeverminderingen op het einde van het boekjaar
1.361.369
5. Mutaties tijdens het boekjaar 559.140
a. Geboekt b. Terugnemingen c. Verworven van derden d. Afgeboekt naar aanleiding van overdrachten en buitengebruikstellingen
278.507
e. Overboekingen van een post naar een andere
(+)/(-)
6. Afschrijvingen en waardeverminderingen op het einde van het boekjaar
1.642.002
7. Nettoboekwaarde op het einde van het boekjaar
3.841.590
49
VIII. Staat van de materiële vaste activa (actiefpost IX) Boekjaar
Vorig boekjaar
A. Terreinen en gebouwen 1. Aanschaffingswaarde op het einde van het boekjaar
7.706.109
2. Mutaties tijdens het boekjaar a. Aanschaffingen, met inbegrip van geproduceerde vaste activa
(+)/(-) 58.897
b. Overdrachten en buitengebruikstellingen
746.218
c. Overboekingen van een post naar een andere
(+)/(-)
3. Aanschaffingswaarde op het einde van het boekjaar
7.018.788
4. Meerwaarden op het einde van het boekjaar
4.091.104
5. Mutaties tijdens het boekjaar
(+)/(-)
a. Geboekt b. Verworven van derden c. Afgeboekt d. Overgezet van een post naar een andere
(+)/(-)
6. Meerwaarden op het einde van het boekjaar
4.091.104
7. Afschrijvingen en waardeverminderingen op het einde van het boekjaar 8. Mutaties tijdens het boekjaar
6.345.117 (+)/(-)
a. Geboekt
573.122
b. Terugnemingen c. Verworven van derden d. Afgeboekt naar aanleiding van overdrachten en buitengebruikstellingen e. Overboekingen van een post naar een andere
746.218 (+)/(-)
9. Afschrijvingen en waardeverminderingen op het einde van het boekjaar
6.172.021
10. Nettoboekwaarde op het einde van het boekjaar
4.937.871
50
Boekjaar
Vorig boekjaar
B. INSTALLATIES, MACHINES EN GEREEDSCHAP
1. Aanschaffingswaarde op het einde van het boekjaar
1.347.621
2. Mutaties tijdens het boekjaar
(+)/(-)
a. Aanschaffingen, met inbegrip van geproduceerde vaste activa
105.410
b. Overdrachten en buitengebruikstellingen
482.631
c. Overboekingen van een post naar een andere
(+)/(-)
3. Aanschaffingswaarde op het einde van het boekjaar
970.400
4. Meerwaarden op het einde van het boekjaar 5. Mutaties tijdens het boekjaar
(+)/(-)
a. Geboekt b. Verworven van derden c. Afgeboekt d. Overgezet van een post naar een andere
(+)/(-)
6. Meerwaarden op het einde van het boekjaar
7. Afschrijvingen en waardeverminderingen op het einde van het boekjaar 8. Mutaties tijdens het boekjaar
1.158.502 (+)/(-)
a. Geboekt
135.876
b. Terugnemingen c. Verworven van derden d. Afgeboekt naar aanleiding van overdrachten en buitengebruikstellingen e. Overboekingen van een post naar een andere
482.635 (+)/(-)
9. Afschrijvingen en waardeverminderingen op het einde van het boekjaar
811.743
10. Nettoboekwaarde op het einde van het boekjaar
158.657
51
Boekjaar
Vorig boekjaar
C. MEUBILAIR EN ROLLEND MATERIEEL
1. Aanschaffingswaarde op het einde van het boekjaar
1.490.117
2. Mutaties tijdens het boekjaar
(+)/(-)
a. Aanschaffingen, met inbegrip van geproduceerde vaste activa
74.174
b. Overdrachten en buitengebruikstellingen
317.444
c. Overboekingen van een post naar een andere
(+)/(-)
3. Aanschaffingswaarde op het einde van het boekjaar
1.246.847
4. Meerwaarden op het einde van het boekjaar 5. Mutaties tijdens het boekjaar
(+)/(-)
a. Geboekt b. Verworven van derden c. Afgeboekt d. Overgezet van een post naar een andere
(+)/(-)
6. Meerwaarden op het einde van het boekjaar 1.235.929 7. Afschrijvingen en waardeverminderingen op het einde van het boekjaar 8. Mutaties tijdens het boekjaar
(+)/(-)
a. Geboekt
80.565
b. Terugnemingen c. Verworven van derden d. Afgeboekt naar aanleiding van overdrachten en buitengebruikstellingen e. Overboekingen van een post naar een andere
317.444 (+)/(-)
9. Afschrijvingen en waardeverminderingen op het einde van het boekjaar
999.050
10. Nettoboekwaarde op het einde van het boekjaar
247.797
52
Boekjaar D. LEASING EN SOORTGELIJKE RECHTEN 1. Aanschaffingswaarde op het einde van het boekjaar 2. Mutaties tijdens het boekjaar
(+)/(-)
a. Aanschaffingen, met inbegrip van geproduceerde vaste activa b. Overdrachten en buitengebruikstellingen c. Overboekingen van een post naar een andere
(+)/(-)
3. Aanschaffingswaarde op het einde van het boekjaar 4. Meerwaarden op het einde van het boekjaar 5. Mutaties tijdens het boekjaar
(+)/(-)
a. Geboekt b. Verworven van derden c. Afgeboekt d. Overgezet van een post naar een andere
(+)/(-)
6. Meerwaarden op het einde van het boekjaar 7. Afschrijvingen en waardeverminderingen op het einde van het boekjaar 8. Mutaties tijdens het boekjaar
(+)/(-)
a. Geboekt b. Terugnemingen c. Verworven van derden d. Afgeboekt naar aanleiding van overdrachten en buitengebruikstellingen e. Overboekingen van een post naar een andere
(+)/(-)
9. Afschrijvingen en waardeverminderingen op het einde van het boekjaar 10. Nettoboekwaarde op het einde van het boekjaar 11. waarvan a. Terreinen en gebouwen b. Installaties, machines en gereedschap c. Meubilair en rollend materieel
53
Vorig boekjaar
Boekjaar
Vorig boekjaar
E. OVERIGE MATERIËLE VASTE ACTIVA
3.036.293
1. Aanschaffingswaarde op het einde van het boekjaar 2. Mutaties tijdens het boekjaar a. Aanschaffingen, met inbegrip van geproduceerde vaste activa
(+)/(-) 299.051
b. Overdrachten en buitengebruikstellingen c. Overboekingen van een post naar een andere
(+)/(-)
3. Aanschaffingswaarde op het einde van het boekjaar
3.335.344
4. Meerwaarden op het einde van het boekjaar 5. Mutaties tijdens het boekjaar
(+)/(-)
a. Geboekt b. Verworven van derden c. Afgeboekt d. Overgezet van een post naar een andere
(+)/(-)
6. Meerwaarden op het einde van het boekjaar
7. Afschrijvingen en waardeverminderingen op het einde van het boekjaar 8. Mutaties tijdens het boekjaar
1.747.447 (+)/(-)
a. Geboekt
353.745
b. Terugnemingen c. Verworven van derden d. Afgeboekt naar aanleiding van overdrachten en buitengebruikstellingen e. Overboekingen van een post naar een andere
(+)/(-)
9. Afschrijvingen en waardeverminderingen op het einde van het boekjaar
2.101.192
10. Nettoboekwaarde op het einde van het boekjaar
1.234.152
54
Boekjaar F. ACTIVA IN OMLOOP EN VOORUITBETALINGEN
1. Aanschaffingswaarde op het einde van het boekjaar 2. Mutaties tijdens het boekjaar
(+)/(-)
a. Aanschaffingen, met inbegrip van geproduceerde vaste activa b. Overdrachten en buitengebruikstellingen c. Overboekingen van een post naar een andere
(+)/(-)
3. Aanschaffingswaarde op het einde van het boekjaar
4. Meerwaarden op het einde van het boekjaar 5. Mutaties tijdens het boekjaar
(+)/(-)
a. Geboekt b. Verworven van derden c. Afgeboekt d. Overgezet van een post naar een andere
(+)/(-)
6. Meerwaarden op het einde van het boekjaar
7. Afschrijvingen en waardeverminderingen op het einde van het boekjaar 8. Mutaties tijdens het boekjaar
(+)/(-)
a. Geboekt b. Terugnemingen c. Verworven van derden d. Afgeboekt naar aanleiding van overdrachten en buitengebruikstellingen e. Overboekingen van een post naar een andere
(+)/(-)
9. Afschrijvingen en waardeverminderingen op het einde van het boekjaar 10. Nettoboekwaarde op het einde van het boekjaar
55
Vorig boekjaar
IX. OVERIGE ACTIVA (actiefpost XI)
Boekjaar Uitsplitsing van post XI van het actief indien dit een belangrijk bedrag vertegenwoordigt
X. OVERLOPENDE REKENINGEN (actiefpost XII)
Boekjaar 1. Over te dragen kosten
429.423
2. Verworven opbrengsten
6.100.108
X.bis HERBELEGGING VAN GESEGREERDE KLANTENGELDEN
Boekjaar Totaal
XI. STAAT VAN DE SCHULDEN BIJ DE KREDIETINSTELLINGEN (passiefpost I)
176.366.701 1. Schulden bij verbonden ondernemingen
Boekjaar
Vorig boekjaar
117.188.858
105.502.183
2. Schulden bij andere ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat 3. Uitsplitsing van de schulden anders dan op zicht naargelang de resterende looptijd 117.142.233
a. Maximaal drie maanden b. Meer dan 3 maanden tot maximaal één jaar
150.000.000
c. Meer dan een jaar tot maximaal vijf jaar d. Meer dan vijf jaar e. Met onbepaalde looptijd
56
XII. STAAT VAN DE SCHULDEN BIJ DE KLANTEN (passiefpost II)
Boekjaar
Vorig boekjaar
1. Schulden bij verbonden ondernemingen 2. Schulden bij andere ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat
3. Uitsplitsing van de schulden aan klanten volgens de resterende looptijd a. Onmiddellijk opvraagbaar
248.565.632
b. Maximaal drie maanden
46.550.196
c. Meer dan 3 maanden tot maximaal één jaar
69.048.394
d. Meer dan een jaar tot maximaal vijf jaar
65.313.375
e. Meer dan vijf jaar
9.051.436 305.256.851
f. Met onbepaalde looptijd
4. Uitsplitsing van de schulden aan klanten naar de aard van de debiteuren a. Schulden aan de overheid
95.042.550
153.971.111
b. Schulden aan particulieren
479.745.110
486.709.940
c. Schulden aan ondernemingen
168.998.224
179.426.746
5. Geografische uitsplitsing van de schulden aan klanten a. Belgische oorsprong
578.384.015
b. Buitenlandse oorsprong
165.401.870
XIII. STAAT VAN DE SCHULDEN VERTEGENWOORDIGD DOOR EEN EFFECT (passiefpost III)
1. In schuldbewijzen belichaamde schulden die naar weten van de kredietinstelling schulden zijn aan verbonden ondernemingen
Boekjaar
Vorig boekjaar
10.000.000
10.000.000
2. In schuldbewijzen belichaamde schulden die naar weten van de schuldinstelling schulden zijn aan andere ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat 3. Uitsplitsing van de in schuldbewijzen belichaamde schulden volgens de resterende looptijd 10.170.169
a. Maximaal drie maanden b. Meer dan 3 maanden tot maximaal één jaar
216.500
c. Meer dan een jaar tot maximaal vijf jaar
390.750
d. Meer dan vijf jaar e. Met onbepaalde looptijd
57
XIV. STAAT VAN DE OVERIGE SCHULDEN (passiefpost IV)
2.002.990
Boekjaar
1. Fiscale, bezoldigings- en arbeidsschulden aan de belastingsadministratie a. Vervallen schulden 337.031
b. Niet-vervallen schulden
2. Fiscale, bezoldigings- en arbeidsschulden aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid a. Vervallen schulden 200.132
b. Niet-vervallen schulden
3. Belastingen a. Te betalen belastingen b. Geschatte fiscale schulden
4. Overige schulden Uitsplitsing van deze post indien daaronder een groot bedrag voorkomt 1.117.175
a. Niet-vervallen schulden van de volgende aard: fiscaal bezoldigingen
964.165
sociale lasten
213.010 173.021
b. Overige
58
XV. OVERLOPENDE REKENINGEN (passiefpost V)
Boekjaar
1. Te boeken kosten
9.745.320
2. Over te dragen opbrengsten
54.419
XVI. VOORZIENINGEN VOOR ANDERE RISICO’S EN LASTEN (passiefpost VI.A.3)
Boekjaar Uitsplitsing van post VI.A.3 van het passief indien deze post een groot bedrag vertegenwoordigt
Voorziening latente minderwaarden
632.000
Voorziening voor lopende geschillen
5.000 744
Voorziening voor vastleggingskredieten
XVII. STAAT VAN DE ACHTERGESTELDE SCHULDEN (passiefpost VIII) Boekjaar 1. Achtergestelde schulden bij verbonden ondernemingen
14.000.000
Vorig boekjaar 14.000.000
2. Achtergestelde schulden bij andere ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat Boekjaar 3. Lasten betreffende de achtergestelde schulden, te boeken op het boekjaar
343.331
4. Volgende vermeldingen voor iedere achtergestelde schuld: het referentienummer, de ISO-code van de munt, het bedrag van de ontlening in de munt van de ontlening, de vergoedingsmodaliteiten, de vervaldatum en - indien er geen vervaldatum werd vastgelegd - de modaliteiten voor de looptijd en desgevallend de omstandigheden waarin de kredietinstelling deze vervroegd moet terugbetalen en, in voorkomend geval, de voorwaarden voor omzetting in kapitaal of een andere vorm van het passief
Ref.
1
Valuta-bedrag
€ 14.000.000
Vervaldag
07-02-2031
a)
omstandigheden van vervroegde terugbetaling
b)
voorwaarden voor de achterstelling
c)
voorwaarden voor omzetting
a)
Call ieder jaar vanaf 07/02/2011
b)
Achtergestelde ontlening
c)
Niet-omzetbare ontlening
59
XVIII. STAAT VAN HET KAPITAAL EN STRUCTUUR VAN HET AANDEELHOUDERSCHAP Boekjaar
Vorig boekjaar
A. STAAT VAN HET KAPITAAL 1. Maatschappelijk kapitaal 50.887.649
a. Geplaatst kapitaal op het einde van het boekjaar b. Geplaatst kapitaal op het einde van het boekjaar
50.887.649 Bedragen
Aantal aandelen
50.887.649
307.914
c. Wijzigingen in de loop van het boekjaar
d. Samenstelling van het kapitaal e. Categorieën van aandelen Gewone aandelen
307.914
f. Aandelen op naam g. Aandelen aan toonder en/of gedematerialiseerde aandelen Niet-opgevraagd bedrag 2. Niet-gestort kapitaal a. Niet-opgevraagd kapitaal b. Opgevraagd kapitaal niet gestort c. Aandeelhouders die gehouden zijn tot storting
Boekjaar 3. Eigen aandelen a. Gehouden door de kredietinstelling zelf * Bedrag van het gehouden kapitaal * Aantal ermee overeenstemmende aandelen b. Gehouden door haar filialen * Bedrag van het gehouden kapitaal * Aantal ermee overeenstemmende aandelen 4. Verplichtingen tot uitgifte van aandelen a. Als gevolg van de uitoefening van CONVERSIERECHTEN * Bedrag van de lopende converteerbare leningen * Bedrag van het te plaatsen kapitaal * Maximaal aantal uit te geven aandelen b. Als gevolg van de uitoefening van INSCHRIJVINGSRECHTEN * Aantal inschrijvingsrechten in omloop * Bedrag van het te plaatsen kapitaal * Maximaal aantal uit te geven aandelen 5. Toegestaan, niet-geplaatst kapitaal 6. Uitgegeven aandelen buiten kapitaal a. Verdeling * Aantal aandelen * Aantal verbonden stemrechten b. Uitsplitsing per aandeelhouder * Aantal aandelen gehouden door de vennootschap zelf * Aantal aandelen gehouden door de filialen
60
Opgevraagd bedrag, niet gestort
B. AANDEELHOUDERSSTRUCTUUR VAN DE INSTELLING OP DE DATUM VAN DE AFSLUITING VAN HAAR REKENINGEN, ZOALS DIE BLIJKT UIT DE KENNISGEVINGEN DIE DE INSTELLING HEEFT ONTVANGEN
Maatschappelijk kapitaal
50.887.649
vertegenwoordigd door
307.914 gewone aandelen
gehouden door
Banca Monte dei Paschi di Siena S.p.A Siena Italië 100 %
hoeveelheid gehouden door hoeveelheid
XIX. UITSPLITSING VAN DE BALANS, INDIEN GROTER DAN € 15 MILJOEN, IN EURO EN VREEMDE MUNTEN
Boekjaar 1. Totaal van het actief 1.118.874.241
a. In euro
37.903.404
b. In vreemde munten (tegenwaarde in euro) 2. Totaal van het passief
1.123.777.904
a. In euro
32.999.741
b. In vreemde munten (tegenwaarde in euro)
61
XX. FIDUCIAIRE VERRICHTINGEN BEOOGD IN ARTIKEL 27TER, § 1, ALINEA 3
Boekjaar Betrokken posten van het actief en van het passief
XXI. STAAT VAN DE SCHULDEN EN DE GEWAARBORGDE VERPLICHTINGEN
Boekjaar A. HYPOTHEKEN (bedrag van de inschrijving of boekwaarde van de bezwaarde gebouwen wanneer deze lager ligt)
1. Zakelijke zekerheden die door de kredietinstelling werden gesteld of onherroepelijk werden beloofd op haar eigen activa als waarborg voor schulden en verplichtingen van de kredietinstelling a. Passiefposten b. Posten buiten balans
2. Zakelijke zekerheden die door de kredietinstelling werden gesteld of onherroepelijk werden beloofd op haar eigen activa als waarborg voor schulden en verplichtingen van derden
Boekjaar B. PANDEN OP HET HANDELSFONDS (bedrag van de inschrijving)
1. Zakelijke zekerheden die door de kredietinstelling werden gesteld of onherroepelijk werden beloofd op haar eigen activa als waarborg voor schulden en verplichtingen van de kredietinstelling a. Passiefposten b. Posten buiten balans
2. Zakelijke zekerheden die door de kredietinstelling werden gesteld of onherroepelijk werden beloofd op haar eigen activa als waarborg voor schulden en verplichtingen van derden
62
Boekjaar C. PANDEN OP ANDERE ACTIVA (boekwaarde van de verpande activa)
1. Zakelijke zekerheden die door de kredietinstelling werden gesteld of onherroepelijk werden beloofd op haar eigen activa als waarborg voor schulden en verplichtingen van de kredietinstelling a. Passiefposten
198.224.000
Lening E.C.B. en REPOS b. Posten buiten balans ‘Collateral damage’ met betrekking tot swaps van rentevoeten
17.700.000
2. Zakelijke zekerheden die door de kredietinstelling werden gesteld of onherroepelijk werden beloofd op haar eigen activa als waarborg voor schulden en verplichtingen van derden a. Passiefposten b. Posten buiten balans 3.500.000
Kas van de panden en consignaties
Boekjaar D. ZEKERHEDEN GEVESTIGD OP TOEKOMSTIGE ACTIVA (bedrag van de betrokken activa)
1. Zakelijke zekerheden die door de kredietinstelling werden gesteld of onherroepelijk werden beloofd op haar eigen activa als waarborg voor schulden en verplichtingen van de kredietinstelling a. Passiefposten
b. Posten buiten balans
2. Zakelijke zekerheden die door de kredietinstelling werden gesteld of onherroepelijk werden beloofd op haar eigen activa als waarborg voor schulden en verplichtingen van derden
XXII. STAAT VAN DE EVENTUELE PASSIVA EN VAN DE VERPLICHTINGEN MET EEN POTENTIEEL KREDIETRISICO (posten I en II buiten balans)
Boekjaar 1. Totaal van de eventuele passiva voor rekening van verbonden ondernemingen 2. Totaal van de eventuele passiva voor rekening van andere ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat 3. Totaal van de verplichtingen met een potentieel kredietrisico ten aanzien van verbonden ondernemingen 4. Totaal van de verplichtingen met een potentieel kredietrisico ten aanzien van andere ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat
63
Vorig boekjaar
XXIII. BEDRIJFSRESULTATEN (posten I tot XV van de resultatenrekening)
Boekjaar
Vorig boekjaar
34.656.356
40.759.615
0
5.136
4.205.638
4.055.091
2.508.217
3.953.946
1.232.791
388.785
a. Totaal aantal op afsluitdatum
110
112
b. Gemiddeld personeelsbestand berekend in voltijdse equivalenten
1. Uitsplitsing van de bedrijfsresultaten volgens hun oorsprong a. Renteopbrengsten en soortgelijke opbrengsten * Belgische vestigingen * Vestigingen in het buitenland b. Opbrengsten uit vlottende effecten: aandelen en andere vlottende effecten * Belgische vestigingen * Vestigingen in het buitenland c. Opbrengsten uit vlottende effecten: deelnemingen in verbonden ondernemingen * Belgische vestigingen * Vestigingen in het buitenland d. Opbrengsten uit vlottende effecten: deelnemingen in andere ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat * Belgische vestigingen * Vestigingen in het buitenland e. Opbrengsten uit vlottende effecten: andere aandelen die deel uitmaken van de financiële vaste activa * Belgische vestigingen * Vestigingen in het buitenland f. Ontvangen commissies * Belgische vestigingen * Vestigingen in het buitenland g. Winst uit financiële transacties * Belgische vestigingen * Vestigingen in het buitenland h. Overige bedrijfsopbrengsten * Belgische vestigingen * Vestigingen in het buitenland 2. Werknemers ingeschreven in het personeelsregister
111
113
* Directiepersoneel
4,8
4
* Bedienden
105
108
* Arbeiders
1
1
* Overige
1
c. Aantal daadwerkelijk gepresteerde uren
168.348
165.039
a. Bezoldigingen en rechtstreekse sociale voordelen
6.875.811
7.212.644
b. Werkgeversbijdragen voor sociale verzekeringen
2.159.898
1.826.864
c. Werkgeverspremies voor extralegale verzekeringen
717.073
893.608
d. Overige personeelskosten
247.005
259.675
3. Personeelskosten
e. Ouderdoms- en overlevingspensioenen 4. Voorzieningen voor pensioen- en soortgelijke verplichtingen a. Dotaties b. Bestedingen en terugnemingen
Boekjaar
Vorig boekjaar
1.981.894
1.915.396
14.250
0
1.386.972
1.816.622
963.673
2.131.382
5. Uitsplitsing van de overige bedrijfskosten als deze post een groot bedrag vertegenwoordigt
6. Overige bedrijfskosten a. Bedrijfsbelastingen en -taksen b. Overige c. Uitsplitsing van de overige bedrijfskosten als deze post een groot bedrag vertegenwoordigt
7. Bedrijfsresultaten met betrekking tot verbonden ondernemingen 8. Bedrijfskosten met betrekking tot verbonden ondernemingen
XXIV. OPGAVE VAN DE BUITEN-BALANSVERRICHTINGEN OP TERMIJN OP EFFECTEN, DEVIEZEN EN ANDERE FINANCIËLE INSTRUMENTEN DIE GEEN VERPLICHTINGEN MET ZICH BRENGEN MET EEN POTENTIEEL KREDIETRISICO IN DE ZIN VAN POST II VAN DE BUITEN-BALANS Boekjaar A. SOORTEN VERRICHTINGEN (bedrag op de datum van de afsluiting van de rekeningen) 1. Verrichtingen op roerende waarden a. Aankopen en verkopen op termijn van roerende waarden en verhandelbare effecten * Waaronder verrichtingen die geen als dekking bestemde verrichtingen uitmaken 2. Verrichtingen op deviezen (te leveren bedragen) a. Termijnwisselverrichtingen * Waaronder verrichtingen die geen als dekking bestemde verrichtingen uitmaken
5.583.113
b. Valuta- en renteswaps * Waaronder verrichtingen die geen als dekking bestemde verrichtingen uitmaken c. Futures op deviezen * Waaronder verrichtingen die geen als dekking bestemde verrichtingen uitmaken d. Opties op deviezen * Waaronder verrichtingen die geen als dekking bestemde verrichtingen uitmaken e. Contracten op termijnwisselkoersen * Waaronder verrichtingen die geen als dekking bestemde verrichtingen uitmaken 3. Verrichtingen op andere financiële instrumenten Temijnrenteverrichtingen (nominaal/notioneel referentiebedrag) a. Contracten van swaps van rentevoeten * Waaronder verrichtingen die geen als dekking bestemde verrichtingen uitmaken b. Interest-future-verrichtingen * Waaronder verrichtingen die geen als dekking bestemde verrichtingen uitmaken c. Termijnrentecontracten * Waaronder verrichtingen die geen als dekking bestemde verrichtingen uitmaken d. Opties op rentevoet * Waaronder verrichtingen die geen als dekking bestemde verrichtingen uitmaken Andere aan- en verkopen op termijn (aankoop-/verkoopprijs overeengekomen tussen partijen) e. Overige wisselverrichtingen * Waaronder verrichtingen die geen als dekking bestemde verrichtingen uitmaken f. Overige verrichtingen van futures * Waaronder verrichtingen die geen als dekking bestemde verrichtingen uitmaken g. Overige aankopen en verkopen op termijn * Waaronder verrichtingen die geen als dekking bestemde verrichtingen uitmaken
65
163.419.404
Boekjaar B. Becijfering van de impact op de resultaten van een afwijking op de waarderingsregel van artikel 36bis, § 2 met betrekking tot de termijnrenteverrichtingen
1. Termijnrenteverrichtingen in het kader van het thesauriebeheer a. Nominaal/Notioneel referentiebedrag op de afsluitingsdatum van de rekeningen b. Verschil tussen de marktwaarde en de boekwaarde
(+)/(-)
2. Termijnrenteverrichtingen in het kader van het ALM-beheer a. Nominaal/Notioneel referentiebedrag op de afsluitingsdatum van de rekeningen b. Verschil tussen de marktwaarde en de boekwaarde
133.086.495 (+)/(-)
-16.204.678
3. Niet-risicoreducerende termijnrenteverrichtingen (LOCOM) a. Nominaal/Notioneel referentiebedrag op de afsluitingsdatum van de rekeningen b. Verschil tussen de marktwaarde en de boekwaarde
(+)/(-)
XXV. UITZONDERLIJKE RESULTATEN Boekjaar 1. Meerwaarden bij de overdracht van immateriële vaste activa aan verbonden ondernemingen 2. Minderwaarden bij de overdracht van immateriële vaste activa aan verbonden ondernemingen 3. Uitsplitsing van de overige uitzonderlijke resultaten indien deze post een groot bedrag vertegenwoordigt
4. Uitsplitsing van de overige uitzonderlijke kosten indien deze post een groot bedrag vertegenwoordigt
66
XXVI. BELASTINGEN OP HET RESULTAAT Boekjaar 1. Belastingen op het resultaat van het boekjaar a. Verschuldigde of betaalde belastingen en voorheffingen b. Geactiveerde overschotten van betaalde belastingen en voorheffingen c. Geraamde belastingsupplementen
2. Belastingen op het resultaat van vorige boekjaren a. Verschuldigde of betaalde belastingsupplementen b. Geraamde belastingsupplementen of belastingsupplementen waarvoor een voorziening werd gevormd
3. Belangrijkste oorzaken van de verschillen tussen de winst vóór belastingen, zoals die blijkt uit de rekeningen en de geraamde belastbare winst Belaste voorzieningen
795.086
Niet-toegelaten uitgaven
553.107 -2.433.954
Notionele interest
-6.000
Overige Aanwending van fiscale verliezen
-1.515.691
4. Invloed van de uitzonderlijke resultaten op het bedrag van de belastingen op het resultaat van het boekjaar Boekjaar 5. Bronnen van belastinglatenties 55.573.339
a. Actieve latenties
55.573.339
* Gecumuleerde fiscale verliezen die aftrekbaar zijn van latere belastbare winsten * Overige actieve latenties
1.092.994
b. Passieve latenties
1.092.994
* Herwaarderingsmeerwaarde
XXVII. BELASTING OP DE TOEGEVOEGDE WAARDE EN BELASTINGEN TEN LASTE VAN DERDEN
Boekjaar
Vorig boekjaar
8.610
38.851
a. Bedrijfsvoorheffing
142.981
145.100
b. Roerende voorheffing
175.622
168.592
1. In rekening gebracht belasting op de toegevoegde waarde a. Aan de kredietinstelling (aftrekbaar) b. Door de kredietinstelling
2. Ingehouden bedragen ten laste van derden bij wijze van
67
XXVIII . RECHTEN EN VERPLICHTINGEN BUITEN BALANS EN TRANSACTIES MET VERBONDEN PARTIJEN A. RECHTEN EN VERPLICHTINGEN BUITEN BALANS
Boekjaar 1. Belangrijke verplichtingen tot aankoop van vaste activa
2. Belangrijke verplichtingen inzake afstand van vaste activa
3. Belangrijke geschillen en overige belangrijke verplichtingen 4. Desgevallend een beknopte beschrijving van de aanvullende regeling van het rust- of overlevingspensioen ten behoeve van de personeel- of de directieleden en van de maatregelen die werden getroffen om de daaruit voortvloeiende kosten te dekken Het aanvullend pensioen wordt betaald door afhoudingen op het loon van de personeelsleden en door een patronale bijdrage, alsook door een jaarlijkse storting in een groepsverzekering Boekjaar 5. Pensioenen die door de instelling zelf worden gedragen: geschat bedrag van de verplichtingen die uit reeds gepresteerd werk voortvloeien Basis en methodes van deze raming
6. Aard en zakelijk doel van verrichtingen buiten de balans Mits de risico's of de voordelen die uit dergelijke regeling voortvloeien, van enige betekenis zijn en voor zover de openbaarmaking van dergelijke risico’s of voordelen noodzakelijk is voor de beoordeling van de financiële positie van de instelling:
Boekjaar B. TRANSACTIES MET VERBONDEN PARTIJEN BUITEN NORMALE MARKTVOORWAARDEN
Vermelding van dergelijke transacties indien zij van enige betekenis zijn, met opgave van het bedrag van deze tarnsacties, de aard van de betrekking met de verbonden partij, alsmede andere informatie over de transacties, die nodig is om inzicht te krijgen in de financiële positie van de instelling:
De vennootschap realiseert hoofdzakelijk transacties met partijen die volledig deel uitmaken van een groep. In overeenstemming met het KB van 10 augustus 2009 moeten dergelijke transacties niet in deze bijlage worden vermeld. De overige transacties met verbonden partijen zijn niet materieel ten opzichte van de jaarrekeningen die in hun geheel worden beschouwd.
68
XXIX. FINANCIËLE RELATIES MET Boekjaar A. BESTUURDERS EN ZAAKVOERDERS, NATUURLIJKE OF RECHTSPERSONEN DIE DE INSTELLING RECHTSTREEKS OF ONRECHTSTREEKS CONTROLEREN ZONDER VERBONDEN ONDERNEMINGEN TE ZIJN, OF ANDERE ONDERNEMINGEN DIE DOOR DEZE PERSONEN RECHTSTREEKS OF ONRECHTSTREEKS WORDEN GECONTROLEERD
262.079
1. Vorderingen op deze personen a. Belangrijkste voorwaarden betreffende de vorderingen Hypothecaire leningen 2. Toegestane waarborgen in hun voordeel a. Belangrijkste voorwaarden betreffende de samengestelde waarborgen
3. Overige betekenisvolle verplichtingen die in hun voordeel werden aangegaan a. Belangrijkste voorwaarden van de overige verplichtingen 4. Rechtstreekse en onrechtstreekse bezoldigingen en ten laste van de resultatenrekening toegekende pensioenen, voor zover deze vermelding niet uitsluitend of hoofdzakelijk betrekking heeft op de toestand van een enkel identificeerbaar persoon a. Aan bestuurders en zaakvoerders
73.933
b. Aan voormalige bestuurders en voormalige zaakvoerders
87.973
Boekjaar B. DE COMMISSARIS(SEN) EN DE PERSONEN MET WIE HIJ (ZIJ) VERBONDEN IS (ZIJN)
78.000
1. Bezoldiging van de commissaris(sen) 2. Bezoldigingen voor uitzonderlijke werkzaamheden of bijzondere opdrachten uitgevoerd binnen de vennootschap door de commissaris(sen) a. Andere controleopdrachten b. Belastingadviesopdrachten c. Andere opdrachten buiten de revisorale opdrachten 3. Bezoldigingen voor uitzonderlijke werkzaamheden of bijzondere opdrachten uitgevoerd binnen de vennootschap door personen met wie de commissaris(sen) verbonden is (zijn) a. Andere controleopdrachten
4.250
b. Belastingadviesopdrachten c. Andere opdrachten buiten de revisorale opdrachten
4. Vermeldingen in toepassing van artikel 133, § 6 van het Wetboek van Vennootschappen
69
XXX. POSITIES IN FINANCIËLE INSTRUMENTEN Boekjaar 1. Door de instelling te ontvangen financiële instrumenten voor rekening van klanten 2. Door de instelling te leveren financiële instrumenten aan klanten 3. Door de instelling in bewaring ontvangen financiële instrumenten van klanten
278.697.245
4. Door de instelling in bewaring gegeven financiële instrumenten van klanten
265.075.808
5. Door de instelling in waarborg ontvangen financiële instrumenten van klanten
14.303.628
6. Door de instelling in waarborg gegeven financiële instrumenten van klanten
XXXI. Afgeleide financiële instrumenten die niet op basis van de reële waarde gewaardeerd zijn
Boekjaar Schatting van de reële waarde voor iedere categorie afgeleide financiële instrumenten die niet gewaardeerd zijn op basis van hun reële waarde in de rekeningen, met opgave van de aard en de omvang van de instrumenten -18.065.282
Interests Rate Swaps Notioneel: € 163.419.4041 Boekwaarde: € - 1.431.174
XXXII. Verklaring met betrekking tot de geconsolideerde rekeningen
Inlichtingen die moeten worden verstrekt door de instelling indien zij een filiaal of een gemeenschappelijk filiaal is Naam, volledig adres van de zetel en, zo het een onderneming naar Belgisch recht betreft, het ondernemingsnummer van de moederonderneming(en) en de aanduiding of deze moederonderneming(en) een geconsolideerde jaarrekening, waarin haar jaarrekening door consolidatie opgenomen is, opstelt (opstellen) en openbaar maakt (maken)**:
BANCA MONTE DEI PASCHI DI SIENA S.p.A. PIAZZA SALIMBENI, 3 53100
SIENA
Italië
Indien het moederbedrijf (of de moederbedrijven) een onderneming naar buitenlands recht is (zijn), plaats waar de geconsolideerde rekeningen waarvan hier sprake is, kunnen worden opgevraagd**:
Idem
** Indien de rekeningen van de instelling op verschillende niveaus worden geconsolideerd, worden de inlichtingen enerzijds gegeven voor het grootste geheel en anderzijds voor het kleinste geheel van de ondernemingen waarvan de instelling deel uitmaakt als filiaal en waarvoor de geconsolideerde rekeningen worden opgesteld en gepubliceerd.
70
SOCIALE BALANS STAAT VAN DE TEWERKGESTELDE PERSONEN
WERKNEMERS DIE IN HET PERSONEELSREGISTER INGESCHREVEN ZIJN Tijdens het boekjaar Totaal
Gemiddeld aantal werknemers Voltijds
Mannen
107,3
Deeltijds
Vrouwen
64,3
4,5
Totaal in voltijdse equivalenten
43,0 4,5
111,0
64,3
46,7
162.585
99.659
62.624
Aantal daadwerkelijk gepresteerde uren Voltijds Deeltijds
5.698
Totaal
5.698
168.282
99.659
68.624
9.352.785
6.233.370
3.119.415
Personeelskosten Voltijds Deeltijds
248.119
Totaal Bedragen van de voordelen bovenop het loon
248.119
9.600.904
6.233.370
3.367.534
237.977
139.047
98.930
Tijdens het vorige boekjaar Totaal Gemiddeld aantal werknemers Aantal daadwerkelijk gepresteerde uren Personeelskosten Bedragen van de voordelen bovenop het loon
Mannen
Vrouwen
110,6
64,2
46,4
165.038
98.934
66.104
9.743.093
6.418.279
3.324.814
219.253
129.205
90.048
Op de datum van de afsluiting van het boekjaar
Voltijds
Totaal in voltijdse equivalenten
Deeltijds 106
4
109,3
102
4
105,3
Per type arbeidscontract Contract van onbepaalde duur Contract van bepaalde duur
4
4
62
62
secundair niveau
18
18
hoger niet-universitaire niveau
18
18
universitair niveau
26
26
Contract voor de uitvoering van een duidelijk gedefinieerde taak Vervangingscontract Per geslacht en studieniveau Mannen eerste niveau
Vrouwen eerste niveau secundair niveau hoger niet-universitaire niveau universitair niveau
44
4
47,3
2
1
2,8
20
3
22,5
6
6
16
16
5
5
Per beroepscategorie Directiepersoneel Bedienden
99
4
102,3
Arbeiders
1
1
Overige
1
1
Interimpersoneel en personen die ter beschikking staan van de onderneming Tijdens het boekjaar
Gemiddeld aantal tewerkgestelde personen Aantal daadwerkelijk gepresteerde uren Kosten voor de onderneming
Interimpersoneel
Personeel dat ter beschikking wordt gesteld van de onderneming
CONTACTGEGEVENS Banca Monte Paschi Belgio Maatschappelijke zetel Jozef II-straat 24 1000 Brussel België RPR Brussel BTW: BE 0403.199.306 ERKENNINGSNUMMER FSMA: 045393A T + 32 2 220 72 11 F + 32 2 218 83 91
[email protected] www.montepaschi.be Agentschappen Jozef II
Schuman
Luxemburg
Jozef II-straat 24 1000 Brussel T + 32 2 2207211
Oudergemlaan 22 1000 Brussel T + 32 2 2385210
Luxemburgstraat 40 1000 Brussel T + 32 2 2892880
Louiza
Navo
Luik
Louizalaan 22 1050 Brussel T + 32 2 2207460
Leopold III- laan 1110 Brussel T + 32 2 2207470
Av. Blonden 9 4000 Luik T + 32 2 2207407
Tongeren
Shape
Webagentschap
Georges Henrilaan 519 1200 Brussel T + 32 2 2207480
Building 102-Room 202 7010 Shape T + 32 65 446789
Jozef II-straat 24 1000 Brussel T + 32 2 2207412
Desks Eurocontrol
Charleroi
Raketstraat 96 1130 Brussel T + 32 2 2207215
Rue de Montigny, 163 6000 Charleroi T + 32 71 333691
Private Centers
Oudergemlaan 22 1000 Brussel T + 32 2 2207413
Jozef II-straat 24 1000 Brussel T + 32 2 2207211
Corporate Centers Jozef II-straat 24 1000 Brussel T + 32 2 2207211
Ons verleden is een rijk heden voor onze toekomst! 73