MAURICE DEREIJ
KRIMP IN PARKSTAD NIET DOEMDENKEN MAAR ‘UMDENKEN’
BIJLAGENRAPPORT
PAGINA
|1
KRIMP IN PARKSTAD NIET DOEMDENKEN MAAR ‘UMDENKEN’ Masterthesis van Maurice Dereij in opdracht van de Masterstudie Master of Urban and Area Development te Utrecht. Onderdeel II: Bijlagenrapport
Afstudeerbegeleider: ir. M. HUFFSTADT Afstudeercoördinator: dr. A. BUS Beoordelaar: dr. K.E. BUGGE Afstudeerperiode: maart 2014 – november 2014
Omslagfoto: mijnwagons op een stukje spoor nabij het Mijnmuseum in Heerlen
Heerlen, 17 november 2014 Maurice Dereij PAGINA
|2
INHOUDSOPGAVE 1.
VOORAF
2.
CONTEXT PARKSTAD LIMBURG 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.6.1 2.6.2 2.6.3 2.6.4 2.7
3. 3.1 3.2 3.3 3.4 3.4.1 3.4.2 3.4.3 3.4.4 3.5 3.5.1 3.6 3.6.1 3.6.2 3.6.3 3.6.4 3.6.5
6 8
Inleiding De identiteit van Parkstad Ruimtelijke kennismaking met Parkstad Economische aspecten Beleidsmatige aspecten Demografische aspecten De levensfasen van Parkstad Bevolkingssamenstelling van Parkstad Overeenkomsten tussen grensgebieden Samenvattend Bijzondere kenmerken van Parkstad
8 8 10 12 13 14 15 17 20 23 23
BUITENLANDSE KRIMPGEBIEDEN
27
Krimp op wereld schaalniveau Krimp op Europees schaalniveau Krimp op landelijk schaalniveau Groot-Brittannië Karakterschets Aberdeenshire Intro Liverpool/Manchester Karakterschets Liverpool Karakterschets Manchester` Frankrijk Karakterschets Nord-Pas de Calais Duitsland Karakterschets Noordrijn-Westfalen Karakterschets Sachsen-Anhalt Karakterschets Halle Karakterschets Sachsen Karakterschets Leipzig
27 28 29 34 34 38 38 41 43 44 47 52 54 56 59 61
PAGINA
|3
INHOUDSOPGAVE 4.
SELECTIE VAN KRIMPGEBIEDEN
64
4.1 4.2
64 65 65 67 68 70 70 71 72 74 75 77 79 81
Inleiding Groot-Brittannië Context Aberdeenshire Context Liverpool Context Manchester Frankrijk Context Nord-Pas de Calais Context Lille Duitsland Context Noordrijn-Westfalen Context Sachsen-Anhalt Context Halle Context Sachsen Context Leipzig
4.2.1 4.2.2 4.2.3 4.3 4.3.1 4.3.2 4.4 4.4.1 4.4.2 4.4.3 4.4.4 4.4.5
5.
MAATREGELEN HALLE-LEIPZIG 5.1 5.2 5.3
Inleiding Bestuurlijk proces Krimp en kwaliteit Fysieke kwaliteiten Ecologische kwaliteiten Economische kwaliteiten Sociale kwaliteiten Culturele kwaliteiten Politieke kwaliteiten Concrete maatregelen in Halle-Leipzig Categorie wonen Categorie voorzieningen Categorie sociaal-economisch Categorie openbare ruimte
5.3.1 5.3.2 5.3.3 5.3.4 5.3.5 5.3.6 5.4 5.4.1 5.4.2 5.4.3 5.4.4
6
85 85 86 89 89 92 93 94 95 96 99 100 103 104 108
LITERATUUR
112
6.1 6.2 6.3 6.4 6.5
112 113 116 120 120
Literatuur Publicaties Internetbronnen Klankbord Beeldverantwoording
PAGINA
|4
VOORAF Promenade, centrum van Heerlen
1
1.
VOORAF In het kader van de Masterproef van de MUAD (Master of Urban and Area Development) vindt onderzoek plaats, om te komen tot een palet van krimpmaatregelen, gericht op Parkstad Limburg. Deze maatregelen zijn geïnspireerd op de aanpak van de krimpproblematiek in het buitenland en leveren mogelijk een bijdrage aan het vitaal houden van de krimpende stadsregio Parkstad Limburg. De stadsregio Parkstad Limburg is een samenwerkingsverband tussen acht gemeenten in het Zuidoosten van Limburg, hierna te noemen: “Parkstad”. Onderzoek naar de context van Parkstad en de analyses van vergelijkbare krimpgebieden is een omvangrijk onderzoek waardoor het onderzoeksrapport te uitgebreid en onoverzichtelijk wordt. Vanuit dit inzicht is het onderzoek gesplitst in twee rapporten; een ONDERZOEKSRAPPORT en het voorliggende BIJLAGENRAPPORT. Het onderzoeksrapport is een rapport dat separaat van dit uitgebreide bijlagenrapport gelezen kan worden. Dit bijlagenrapport is bedoeld als ondersteunend naslagwerk voor de lezer van het onderzoeksrapport.
LEESWIJZER Het voorliggende bijlagenrapport beschrijft in hoofdstuk 2 uitvoerig de context van Parkstad aan de hand van verschillende gebiedskenmerken. De context van Parkstad vormt vervolgens de basis voor de verkenning en selectie van overeenkomstige buitenlandse krimpgebieden in hoofdstuk 3 en 4. Na de selectie van een overeenkomstig krimpgebied worden in hoofdstuk 5 van dit bijlagenrapport de krimpmaatregelen beschreven.
PAGINA
|6
ONDERZOEKSRAPPORT
DE CONTEXT VAN PARKSTAD Renovatie van het verzakte winkelcentrum ‘t Loon in Heerlen
2
2.
DE CONTEXT VAN PARKSTAD 2.1
INLEIDING Het vooronderzoek, dat in het plan van aanpak1 uitgevoerd is, vormt het uitgangspunt van dit hoofdstuk. Hiervoor is gebruik gemaakt van literatuur welke gevonden zijn in diverse internetbronnen. De context waarin Parkstad momenteel functioneert, vormt een essentieel onderdeel van dit onderzoek. Het vormt de basis om de (krimp)problematiek in Parkstad inzichtelijk te maken en daarbij een kader om tot de selectie van buitenlandse krimpgebieden te komen. Met betrekking tot de context van Parkstad wordt in dit onderzoek de volgende definitie gehanteerd: Onder de context van Parkstad worden de gebiedsspecifieke kenmerken van de stadsregio verstaan. Deze kenmerken worden onderverdeeld in de volgende aspecten: de identiteit, ruimtelijke kennismaking, beleidsmatig, economisch en demografisch. De context van Parkstad – en daarmee de specifieke gebiedskenmerken – vormen het uitgangspunt om tot een gebiedsdefinitie te komen. Gebiedskenmerken, die van primair belang zijn, vormen het selectiekader voor krimpgebieden in het buitenland2. Deze geselecteerde krimpgebieden vormen in een latere fase van het onderzoek de input voor krimpmaatregelen, waarmee het latere palet aan maatregelen gevuld wordt.
2.2
DE IDENTITEIT VAN PARKSTAD Parkstad Limburg is de naam van het regionale samenwerkingsverband van de gemeenten Brunssum, Heerlen, Landgraaf, Kerkrade, Onderbanken, Nuth, Simpelveld en Voerendaal3. De eerste vier gemeenten hebben een gemeenschappelijk verleden, waarin de economie een groot deel van de twintigste eeuw voornamelijk op mijnbouw was gebaseerd. Ze zijn in die tijd in rap tempo uitgegroeid van landelijke dorpen tot een stedelijke structuur. De overige vier gemeenten hebben altijd een landelijker karakter gehouden, maar zijn de laatste jaren wel steeds meer met hun stedelijke buren vervlochten geraakt. Een groot deel van Parkstad wordt dus gevormd door de vroegere Oostelijke Mijnstreek van Limburg. Omdat er grote vraag was naar steenkool, groeide de Oostelijke Mijnstreek uit tot een van de meest welvarendste gebieden van Nederland. Tijdens de wederopbouw en na Plan van aanpak, d.d. 10-04-2014 Op basis van brainstormsessies georganiseerd door de Bond van Nederlandse Architecten (BNA) en het kenniscentrum stedelijke vernieuwing (KEI) 3 www.Parkstadlimburg.nl 1 2
PAGINA
|8
de Tweede Wereldoorlog produceerden de mijnen op topcapaciteit om aan de vraag te kunnen voldoen. Omstreeks 1960 daalde de vraag naar kolen echter drastisch doordat stoommachines en stoomtreinen steeds vaker vervangen werden door motoren op elektriciteit, olie en het in Nederland gewonnen aardgas. De hoge arbeidskosten en de alternatieve energievoorzieningen zorgden voor de ondergang van de mijnbouw. In 1965 besloot de overheid tot sluiting van de mijnen. Dat had gevolgen voor de Oostelijke Mijnstreek, die zich helemaal op de mijnbouw gericht had. Toen binnen tien jaar (1965-1974) alle mijnen in de regio werden gesloten, heeft Den Haag verscheidene pogingen ondernomen om de regionale economie te moderniseren en stimuleren. Dit bracht bijvoorbeeld het Centraal Bureau voor de Statistiek, het pensioenfonds ABP en de Belastingdienst naar Heerlen. Daarnaast werd DSM (de afkorting stond ooit voor Dutch State Mines) omgevormd tot een petrochemische multinational. Dit bracht wel nieuwe werkgelegenheid, maar niet voldoende om de klap van de mijnsluiting boven te komen. Vanaf eind jaren negentig hebben de regiogemeenten het heft in de regionale herontwikkeling meer in eigen hand genomen4. Bij een nieuw economisch toekomstperspectief hoorde een naam, die niet meer aan de mijnen zou herinneren: Parkstad Limburg. De naam wijst op het ruimtelijke karakter van ‘stad in het groen’. Groen is er zeker ruim voorradig: Parkstad heeft een voor Nederlandse begrippen unieke landschappelijke ligging met veel bos, heide en heuvelland. ‘Stad’ suggereert echter meer eenheid dan er tot nu toe is; het gaat vooralsnog om een wat onsamenhangende verzameling stadswijken en dorpen. Afb. 2.1 - Indruk van Parkstad, zicht op Heerlen. Rechts het ABP (licht blauw)
Bron: www.archined.nl/uploads/pics/Parkstad-centrum_Heerlen_01.jpg
4
Parkstad Limburg; wegen naar de toekomst. PAGINA
|9
2.3
RUIMTELIJKE KENNISMAKING MET PARKSTAD Parkstad is gelegen in het Zuidoosten van Limburg en is met circa 250.000 inwoners een van de meest verstedelijkte en dichtstbevolkte gebieden van Nederland. Parkstad is, door de samenwerking met acht gemeenten, een stadsregio met een aanzienlijke omvang van 211 vierkante kilometer5. Parkstad kent een gunstige internationale ligging, op 15 kilometer afstand van Aken en tussen de economische centra; het Ruhrgebied en Antwerpen. Daarnaast zijn Maastricht en Eindhoven binnen 45 minuten bereikbaar per auto. Parkstad is bereikbaar via een internationaal wegennet en op één uur reisafstand zijn vier internationale luchthavens bereikbaar. Hoe ziet een regio met een langzaam maar zeker krimpende bevolking eruit? Uit een fietstocht kriskras door Parkstad blijkt, dat de krimp in Parkstad nog niet zo extreem is als de ontwikkelingen in Detroit of OostDuitsland. Rondom het station van Heerlen worden mogelijke vooroordelen in eerste instantie wel bevestigd. Woningleegstand en leegstand van kantoren komt opvallend veel voor, voornamelijk achter het station van Heerlen. Het CBS, de brenger van nieuwe werkgelegenheid staat al jaren leeg, 48.000 vierkante meters kwamen vrij toen het CBS voor zichzelf een nieuw kantoor bouwde net iets verderop en sindsdien wordt gezocht naar een nieuwe bestemming. Afb. 2.2 - Leegstand in Parkstad
Bron: M. Dereij
Ook het stadscentrum lijkt betere tijden te hebben gekend. Rondom de Pancratiuskerk en het Glaspaleis, waar horeca, opgeknapte winkelstraten een marktpubliek trekken, lijkt Heerlen een provinciestad als vele andere zonder grote problemen. In andere delen van het centrum valt toch weer www.parkstad-limburg.nl/index.cfm/parkstad-limburg/overons/parkstad-in-cijfers 5
PAGINA
| 10
leegstand op, vastgoed dat ook al langer lijkt leeg te staan gezien de staat ervan. Het gebied rondom het station is dan ook een van de eerste locaties in Parkstad, die momenteel een grondige opknapbeurt ondergaan. Hier verrijst de komende jaren het Maankwartier, een nieuw stadscentrum dat Parkstad een herkenbaar stadshart moet geven6. Afb. 2.3 - Digitaal 3D model van het Maankwartier dat momenteel in aanbouw is
Bron: www.maankwartier.nl
De wijken rondom het centrum van Heerlen bieden veel verschillende indrukken. Monotone flatwijken en rijtjeshuizen, die hard aan renovatie toe zijn, worden afgewisseld door architectonisch bijzondere arbeidersbuurten en aantrekkelijke middenklasse buurten met volop groen. Uniek voor Nederland zijn de oude mijnkoloniën: buurten die indertijd door de mijnbedrijven voor hun arbeiders neergezet zijn. Ook nu nog zijn het buurten die, door de stedenbouwkundige opzet (als kleine dorpjes) en fraaie architectuur, opvallen in Parkstad. Het heuvellandschap geeft Heerlen en andere delen van Parkstad een natuurlijke bonus: er zijn maar weinig andere plekken in Nederland die zo mooi in het heuvelland liggen. Het lijkt alsof hier nauwelijks bewust gebruik van gemaakt is. Er is veel groen, maar vooral ook veel bebouwing. De kernen van Parkstad lopen bijna ongemerkt in elkaar over. Als er geen plaatsnaamborden zouden staan, zou het onduidelijk zijn of het nu Brunssum, Heerlen, Landgraaf of Kerkrade is. Opvallend is het gebrek aan oude gebouwen en dat in een regio waar sommige dorpen al sinds de Romeinen bestaan. In het landelijk gebied liggen dan wel eeuwenoude boerderijen, en historische dorpskernen, maar verder is vrijwel heel Parkstad in de 20ste eeuw gebouwd. Ook het moderne erfgoed is, met uitzondering van de mijnkoloniën, bijna geheel verdwenen. Net na de mijnsluiting was de sloop van de voormalige mijngebouwen een begrijpelijke reactie. Maar nu zal Parkstad nog wel eens jaloers kijken naar het creatieve hergebruik van de oude 6
www.maankwartier.nl PAGINA
| 11
mijncomplexen in het Ruhrgebied. De laatste jaren is in Heerlen, Kerkrade en Landgraaf veel ambitieuze nieuwbouw neergezet om meer bezoekers naar de regio te trekken. De regionale voetbaltrots Roda JC verhuisde van het sombere Kaalheide naar het Parkstadstadion op de grens tussen Kerkrade en Heerlen. Het stadion wordt omgeven door grootschalige detailhandel. Landgraaf heeft het skicomplex Snowworld, waar zelfs de World Cups snowboarden wordt gehouden, het wereldtuinenpark Mondo Verde en het Megalandcomplex, bekend van Pinkpop. Terwijl dit soort toeristentrekkers ook elders in Nederland wel te vinden zijn, is er nog iets dat Parkstad bijzonder maakt: de grenslocatie. Duitsland is er nooit ver weg en zorgt ervoor dat de grens soms onmerkbaar overgestoken wordt. ‘Schengen’ heeft het grensgevoel doen vervagen en grensverkeer is voor inwoners van Parkstad dan ook een vertrouwd beeld. Veel inwoners zijn de laatste jaren net over de landgrens verhuisd, om in Duitsland een groter en toch goedkoper huis te betrekken. Veel van hen doen echter nog inkopen in Parkstad, brengen er hun kinderen naar school of werken er. Toch blijkt de grens soms een barrière, zeker gezien de gebrekkig spoorverbinding. De intercity uit Amsterdam heeft Heerlen als eindstation, de grens oversteken in de richting van Aken kan alleen met een ‘boemeltrein’ die bijna in elke buitenwijk stopt. Heerlen-Aken, hemelsbreed nog geen 20 km, duurt ruim een half uur.
2.4
ECONOMISCHE ASPECTEN De regio Parkstad Limburg erkent haar enorme sociaaleconomische opgave en de complexiteit van de thema's waar zij mee te maken heeft. Parkstad Limburg heeft daarom, met ondersteuning van de provincie Limburg de WGR+ status in 2005 aangevraagd en in 2006 gekregen. Parkstad Limburg heeft in 2007 een strategische alliantie7 gesloten met de aangrenzende Städteregion Aachen, qua bevolking even groot als de hele regio Zuid Limburg. Een stadsregio, die bekend staat om zijn cultuurhistorische waarden en zijn excellente technische universiteit (RWTH) met 43.000 studenten, waar jaarlijks meer studenten techniek afstuderen dan in heel Nederland. De RWTH is gestart met het ontwikkelen van drie nieuwe campussen. Deze grootschalige ontwikkeling vormt de basis van de gehele Euregionale gebiedsontwikkeling, waar Parkstad direct voordeel van kan hebben. Wellicht moet die eenheid nog groeien en zullen de gemeenschappelijke naam en gezamenlijke herontwikkelingsprojecten op langere termijn meer ruimtelijke, economische en sociale samenhang brengen. Na een voorzichtige aanzet tot intensievere samenwerking8 op vrijwillige basis is deze sinds 2006 geformaliseerd. De regionale bestuurskracht is versterkt, doordat Parkstad van het rijk de WGR+ status heeft gekregen. Een status 7 8
Nirov.platform31.nl/Upload/nirov/Stedelijkenetwerken 1Parkstad.nl/1parkstad/visie-1parkstad PAGINA
| 12
die vergelijkbaar is met de stadsregio’s van de vier grote steden in de Randstad en de stadsregio’s Arnhem-Nijmegen, Eindhoven en Twente. De focus van het regiobestuur is economische structuurversterking. Het regionale ontwikkelingsprogramma steunt op vier pijlers: een economische, ruimtelijke, sociale en strategische. Deze pijlers zijn uitgewerkt in actieplannen en maatregelen op gebieden als kenniseconomie, arbeidsmarkt, woonmilieus, verkeer en vervoer, cultuur en zorg. Er is vooral aandacht voor de veranderende zorgvraag van de vergrijzende bevolking. Hier hoopt het bestuur van Parkstad van de nood een deugd te maken: Parkstad zou zich als een soort laboratorium van innovatieve ouderenzorg9 kunnen ontwikkelen. Dit is ook een van de sectoren waarop de regio zijn hoop gevestigd heeft om de economie een nieuwe impuls te geven. In de economische toekomstplannen staan naast zorg ook toerisme en ‘nieuwe energie’ centraal. Banengroei in deze sectoren zou de selectieve migratie van jongeren kunnen verminderen en wellicht ook de retourmigratie van jongeren kunnen stimuleren. Nu verlaten veel jongeren de regio als ze gaan studeren, om vervolgens niet meer terug te keren. Dat verandert misschien als er interessantere carrièreperspectieven in de herkomstregio komen.
2.5
BELEIDSMATIGE ASPECTEN Tot het jaar 2006 probeerden de bestuurders van de Parkstad gemeenten krimp te bestrijden. Ze hoopten nieuwe inwoners te trekken door hun woningvoorraad uit te breiden. Deze houding van bestuurders is begrijpelijk, zij waren immers gewend aan groei. Bovendien was krimp een moeilijk verkoopbare boodschap en waren de bestuurders bang dat deze problematiek hun draagvlak bij de kiezers zou aantasten. Hierdoor ontstond er tussen de Parkstad gemeenten concurrentie, om inwoners van elkaar aan te trekken10. Tegelijkertijd verergerden de problemen die met demografische krimp samengaan, zoals leegstand. Door het opvoeren van woningbouw wordt krimp geen halt toegeroepen. Ook bestuurders beseffen dit. Niet het bestrijden maar het accommoderen – accepteren en begeleiden– is het devies. Derhalve is er onlangs besloten, dat de samenwerking anders moet binnen Parkstad11. Parkstad kiest in de nieuwe samenwerkingsconstructie voor een scheiding tussen beleid en uitvoering, waarbij de rollen van gemeenten, regio en provincie verschuiven. Parkstad gaat zich vooral bezig houden met beleidszaken12, voor het aanjagen van fysiekruimtelijke transformatie komt een aparte organisatie, de IBA (Internationale Bau Aussstellung). Daarmee wil de stadsregio samen met de provincie de iba-parkstad.nl Dam, F. Et al. (2006). Krimp en ruimte. Bevolkingsafname, ruimtelijke gevolgen en beleid 11 Persbericht Parkstad Limburg, 28 oktober 2013 12 Regioprogramma Parkstad Limburg. 9
10
PAGINA
| 13
transformatie van Parkstad oppakken en internationaal op de kaart gaan zetten. In de afgeslankte Parkstadorganisatie vormen de samenwerkende wethouders uit de acht deelgemeenten van Parkstad de spil. De wethouders richten zich voornamelijk op de thema’s wonen, economie en toerisme, ruimte en mobiliteit; de kernagenda van Parkstad. Uit een verkennend gesprek met de burgemeester van Landgraaf13 is naar voren gekomen, dat de samenwerking tussen de deelgemeenten in Parkstad beter zou kunnen. Invulling van de kernagenda wordt vaak op individuele basis uitgevoerd zonder overleg met de andere deelgemeenten. Op het gebied van herstructurering van woningen wordt echter wel constructief samengewerkt. In samenwerking met andere deelgemeenten, bewoners, bedrijven en corporaties zijn vijf Parkstadwijken benoemd, waar met herstructurering intussen gestart is. Samenwerking tussen de deelgemeenten wordt bemoeilijkt omdat de gemeenten een verschillende status hebben. Zo behoort Heerlen tot het Grotestedenbeleid en kan daardoor rechtstreeks afspraken maken met de overheid. Bovendien kan in het centrum van Heerlen relatief veel worden gebouwd in vergelijk met de andere Parkstadgemeenten. De resterende bouwproductie wil iedere gemeente op een of andere manier naar zich toetrekken. Beleidsinitiatieven, zoals het inzetten op innovatieve ouderenzorg geven meteen de spanning aan tussen harde realiteit en hoop op een betere toekomst. Het blijkt erg lastig te zijn om de goede balans te vinden in regionaal ontwikkelingsbeleid, in een gebied dat met bevolkingskrimp te maken krijgt. Dit is echter aannemelijk, in Nederland is de planning vooral gericht op bevolkingsgroei en kent een lange ‘remweg’. Beleid gericht op krimp is iets heel anders. Accepteren van krimp is zeker niet berusten in de situatie. Bij krimp moet er misschien zelfs wel meer geïnvesteerd worden dan bij groei en is er wellicht innovatiever beleid nodig. Opvallend zijn de reacties van enkele corporaties, die actief zijn in Parkstad14. De corporaties hebben de krimp geaccepteerd en zijn bereid om drastische maatregelen (waaronder sloop) te nemen. De gemeenten zien elkaar echter zo nu en dan te veel als concurrenten en stellen (als het zo uitkomt) dat het allemaal niet zo’n vaart zal lopen. De urgentie van de krimp dreigt hierdoor soms onder te sneeuwen.
2.6
DEMOGRAFISCHE ASPECTEN In deze paragraaf worden de demografische aspecten van Parkstad beschreven. Aangezien dit onderzoek focust op het onderzoeken van krimpmaatregelen, die in het buitenland succesvol zijn toegepast, wordt het noodzakelijk geacht de krimpproblematiek (oorzaak en gevolg) van 13 14
Gesprek gevoerd met dhr. R. Vlecken op 24 februari 2014, te Landgraaf Onderzoek krimp als kans, kijken naar krimp, door Parkstad Limburg PAGINA
| 14
Parkstad uitvoerig(er) te onderzoeken. Dit om de oorzaken en kenmerken van de bevolkingskrimp in Parkstad te achterhalen, om in een latere fase van het onderzoek de buitenlandse krimpregio’s beter te kunnen vergelijken.
2.6.1
DE LEVENSFASEN VAN PARKSTAD Na een welvarende periode kwam de steenkolenindustrie in minder dan tien jaar tijd, van 1966 tot 1974, geheel tot stilstand15. De mijnen sloten snel achter elkaar en de werkgelegenheid viel sterk terug. Het gevolg was dat de sterke groei van na de Tweede Wereldoorlog omsloeg in krimp: vanaf eind jaren zestig tot eind jaren zeventig nam de bevolking in Parkstad Limburg af, zie grafiek 1. Grafiek 2.1 - Bevolkingsgroei Parkstad per 1000 inwoners
Bron: CBS, Eurostat (nabewerkt)
Er kwam een uittocht op gang van mensen, die naar gebieden elders trokken die meer werkgelegenheid boden. Het was ook de tijd dat meer jongeren verder studeerden aan het hoger onderwijs. Ook om die reden vertrokken jongeren uit de regio. De mijnarbeiders, die massaal ingestroomd waren, werden tegelijkertijd ouder. De combinatie van deze twee ontwikkelingen zorgde ervoor dat de vergrijzing in Parkstad versterkt werd. Al vanaf de eind jaren zestig was er een grote toename van het aandeel ouderen in Parkstad. Het aandeel 65-plussers steeg in de periode tussen 1960 en 1980 met 6% ten opzichte van het landelijke gemiddelde van 3%16.
15 16
www.demijnen.nl/actueel/artikel/renaissance-zuid-limburg CBS, bevolkingscijfers Parkstad PAGINA
| 15
In de jaren tachtig groeide de bevolking van Parkstad licht. Door overplaatsing van het CBS en het ABP werd er een bijdrage geleverd aan de werkgelegenheid. Daarnaast werden de jaren tachtig gekenmerkt door de vestiging van inwoners uit Duitsland en België, dit vanwege de lagere prijzen voor koopwoningen in Parkstad. De opleving werd dus niet veroorzaakt door werkgelegenheid, maar de goedkope woningen zorgden in de jaren tachtig voor groeicijfers. Sinds midden jaren negentig kent Parkstad opnieuw krimp, er trekken meer mensen uit Parkstad naar Duitsland en België dan andersom. Niet alleen de stijgende huizenprijzen in de regio liggen hieraan ten grondslag, maar ook beleidsmaatregelen. Nederlanders die in het buitenland wonen, maar werkzaam zijn in Nederland kunnen de hypotheekrente van de belasting blijven aftrekken. Kortom, wonen in een grensgebied zoals Parkstad is fiscaal niet aantrekkelijk. In paragraaf 2.6.2 wordt de migratie uit Parkstad uitvoerig beschreven. Ook de laatste tien jaar blijft Parkstad krimpen, maar het gaat in kleine stapjes, zie grafiek 2.2 op de volgende pagina. Opvallend is dat de krimp vooral wordt veroorzaakt door vertrekkers, mensen die verhuizen buiten de regio. Vooral de kansrijke beroepsbevolking gaan op zoek naar werkgelegenheid elders, meestal in de Randstad. Anderzijds speelt ook de vergrijzing, het groeiend aantal ouderen, een rol17. Mensen die van buiten Parkstad kwamen werken, bij bijvoorbeeld het CBS of ABP gaan met pensioen en willen terugverhuizen naar hun geboortestreek. Doordat de woningmarkt in Parkstad op slot zat, in Limburg nog sterker dan elders, konden zij echter niet vertrekken. Nu het weer beter gaat met de woningmarkt doen zij dat alsnog, wat de uitstroom verklaart. Tabel 2.1 - Bevolkingscijfers Parkstad
Bron: www.vanmeernaarbeter.nl/nieuws/parkstad-krimpt-maar-in-kleine-stapjes (nabewerkt)
Gebiedsdocument Parkstad en bevolkingsprognose en prognose woningvoorraadbehoefte 17
PAGINA
| 16
2.6.2
BEVOLKINGSSAMENSTELLING VAN PARKSTAD18 Parkstad kent met meer sterfgevallen dan geboorten een sterk toenemende natuurlijke krimp. Het aantal sterfgevallen steeg in de periode 1995-2007 met 9%, het aantal geboorten in deze periode daalde met 23%. Landelijk daalde in dezelfde periode het aantal geboorten met nog geen 3%. De ontwikkeling in het aantal geboorten weegt in Parkstad dan ook zwaarder, in de trend van natuurlijke krimp, dan elders in Nederland. Een belangrijke oorzaak is de daling van het aantal vrouwen van 20-40 jaar. De uitstroom vanuit Parkstad naar het buitenland wordt structureel van aard. De eerder genoemde bijzondere ligging van Parkstad maakt de stadsregio tot een vertrekgebied, in plaats van een gebied met extra aantrekkingskracht. Uit onderzoek van Nicis Institute en van het Kennisplatform Demografisch Transitie19 blijkt dat er rekening gehouden moet worden met een aanhoudende uittocht, met als belangrijkste redenen de gunstige prijs-kwaliteitverhouding van wonen in Duitsland en fiscale argumenten. In 1995-2007 vertrok driekwart van de emigranten uit Parkstad naar België of Duitsland (voor Nederland als geheel is dit een kwart), Duitsland is verreweg het aantrekkelijkste bestemmingsland voor de Limburgers. De emigratie vanuit Parkstad is weergegeven in grafiek 2.3 op de volgende pagina. Grafiek 2.2 - Emigratie vanuit Parkstad, 1995 - 2007
Bron: CBS, Eurostat (nabewerkt)
De gemiddelde afstand van een Parkstad-gemeente tot Duitsland is geringer dan naar België. Wonen in Duitsland en werken in Nederland is de makkelijkste combinatie. De binnenlandse migratie zorgt net als de internationale migratie voor een vrijwel structureel verlies aan bevolking. Het geringe migratieoverschot vanuit de rest van de provincie Limburg in 2006 en 2007 was slechts van geringe betekenis en kon de uitstroom naar de rest van Nederland bij lange na niet goedmaken.
18 19
CBS, bevolkingscijfers Parkstad www.vanmeernaarbeter.nl PAGINA
| 17
De hiervoor geschetste ontwikkelingen in geboorte- en sterftecijfers, binnenlandse verhuistrends en de uitstroom naar het aangrenzende buitenland, hebben hun weerslag op de actuele en toekomstige samenstelling van de bevolking in Parkstad. Grafiek 2.3 laat zien dat het percentage jongeren in Parkstad Limburg tussen 1998 en 2008 daalde van 22 naar 20. Dit is een sterkere daling dan in de rest van Limburg, maar vooral vergeleken met de rest van Nederland, waar het percentage jongeren in deze periode nauwelijks terugliep. Grafiek 2.3 - Jongeren en ouderen in Parkstad en Nederland
Bron: CBS, Eurostat (nabewerkt)
Bij de oudere bevolking is juist een snelle toename zichtbaar en worden de verschillen tussen Parkstad en de rest van Nederland groter. Het aandeel 65-plussers in Parkstad nam in 10 jaar tijd met 2,7% toe tot 18,5%. Een iets sterkere stijging kenmerkt overigens de rest van Limburg. In Nederland als geheel was de stijging van 13,5% in 1998 naar 14,7% in 2008 een stuk minder. De stijging van het percentage ouderen gaat niet alleen samen met een dalend percentage jongeren, maar ook met een daling van de potentiële beroepsbevolking (20-64 jaar). Het vergrijzingsproces van de bevolking in Parkstad Limburg verkeert hiermee in een verdere fase dan in Nederland als geheel. Hoewel het aantal huishoudens in Nederland in alle kalenderjaren tussen 2007-2025 nog fors toeneemt, geldt voor Parkstad Limburg dat het aantal huishoudens eerst stabiliseert en na 2020 daalt. De toekomstige groei van het aantal huishoudens in Nederland wordt volledig veroorzaakt door het groeiend aantal alleenwonenden. Ook in Parkstad Limburg wordt tussen 2007-2025 een toename van het aantal alleenstaanden verwacht, te weten rond +7.000. Ook het aantal alleenstaande ouders neemt licht af met -1.500. Dit betekent dat de komende jaren het aantal gezinnen – met en zonder kinderen – in Parkstad Limburg terugloopt en dat hiervoor in de plaats alleenstaanden komen. De belangrijkste oorzaak voor de PAGINA
| 18
toename van het aantal alleenstaanden is de vergrijzing. Velen verliezen op hogere leeftijd hun partner en blijven meestal als alleenstaande achter, wat ook in Parkstad aan de orde is. Toch blijven paren het meest voorkomende huishoudenstype in Parkstad Limburg, Met een aandeel van rond 55% nu en 50% in 2025. Naast de vergrijzing verklaart de individualisering20, de toename van het aantal alleenstaanden. Dit uit zich bijvoorbeeld in het feit, dat tegenwoordig circa de helft van de kinderen, die uit huis gaat eerst alleen gaat wonen. Ook zijn relaties breekbaarder geworden. Daardoor is men vaker opnieuw alleenstaand. Toch spelen deze twee vormen van alleen wonen in de Parkstadgemeenten een minder zwaarwegende rol. De eerste uitingsvorm (vaker uit huis alleen gaan wonen) zorgt niet meer voor veel extra alleenstaanden. Het aantal jongeren daalt in de toekomst. Er zijn geen tekenen, dat kinderen nog vaker dan nu uit huis gaan en alleen gaan wonen. De tweede uitingsvorm (meer verbroken relaties) draagt weliswaar voor Nederland nog bij aan een groei van het aantal alleenstaanden, maar niet voor Parkstad Limburg. Uit de regionale prognoses21 komt naar voren, dat het aantal verbroken relaties in Parkstad in de toekomst vrij stabiel zal zijn. Deze demografische ontwikkelingen hebben belangrijke consequenties voor de inrichting van de woningvoorraad. De huidige voorraad komt uit de tijd, dat er vooral voor gezinnen (met kinderen) werd gebouwd. Ook de nieuwbouw is nog vaak op gezinnen gericht met de bouw van eengezinswoningen. Dit is vooral van toepassing in plattelandsgemeenten, nabij de grote stad, die met name op gezinnen met kinderen een grote aantrekkingskracht uitoefenen. In de toekomst neemt het aantal jonge paren in Parkstad sterk af, waardoor er minder eengezinswoningen nodig zijn22. Wel groeit het aantal oudere paren en alleenstaanden. Vanwege hun behoefte aan veiligheid en comfort is niet uit te sluiten, dat sommigen de voorkeur geven aan stedelijke leefvormen. Kortom; door de vergrijzing zullen er meer ouderen zijn, voornamelijk alleenstaande ouderen. Hun zelfredzaamheid is vaak geringer, dan die van (echt)paren, omdat partners elkaar kunnen ondersteunen. Verzorgd wonen kan voor de beleidsmakers in krimpgebieden zoals Parkstad een kans betekenen, zeker omdat het huidige beleid vaak gericht is op het zo lang mogelijk zelfstandig laten wonen. De stap naar een verzorgingshuis wordt op deze wijze langer uitgesteld. Dit pleit ervoor om in de herstructureringsplannen specifiek aandacht te schenken aan deze doelgroep.
RIGO.2011. Leefbaarheid in krimpgebieden Rapportage woonwensenonderzoek Parkstad.(2009). 22 CBS: Regionale prognose 2009–2040: vergrijzing en omslag van groei naar krimp 20 21
PAGINA
| 19
2.6.3
OVEREENKOMSTEN TUSSEN GRENSGEBIEDEN Het karakter van de grensstreek van Parkstad kent overeenkomsten met andere regio’s in Nederland, vooral met regio’s, die ook met krimp en vergrijzing te maken hebben. In deze paragraaf worden de parallelle ontwikkelingen in Nederland, België en een aangrenzend deel van Duitsland beschreven. Bevolkingskrimp wordt in dit onderzoek opgevat als een transformatie van een gebied, hetgeen geassocieerd wordt met een stagnatie in de gebiedsontwikkeling (ruimtelijk, economisch en demografisch). Grensstreken hebben vanwege hun decentrale ligging ten opzichte van de nationale economische centra vaker te maken met stagnatieverschijnselen dan centraler gelegen gebieden23, denk aan OostGroningen, Zeeuws-Vlaanderen maar ook Parkstad. Afstanden tot centra van de nationale economie zijn van belang voor de ontwikkeling van de regionale economie. Dit geldt zowel voor de omvang en de aard van de beschikbare arbeidsplaatsen als voor het arbeidsaanbod. Een voortgezette opleiding en de start op de (nationale) arbeidsmarkt geven in grensgebieden snel aanleiding tot het wegtrekken van jongeren24. De kansen die jongeren elders hebben, dragen in dergelijke grensgebieden bij aan de ontgroening. Dit speelt in Nederland bijvoorbeeld ook in de kustgebieden van de noordelijke provincies25. Ontgroening wordt op sommige plaatsen kwantitatief gecompenseerd, door de vestiging van oudere huishoudens, aan het einde van hun wooncarrière. Het wegtrekken van jongeren om bovengenoemde redenen is veel meer een regionaal verschijnsel, terwijl de vestiging van ouderen een aanzienlijke lokale variatie laat zien afhankelijk van de lokale aanwezigheid van gunstige omstandigheden. Sociaaldemografische kenmerken van grensgebieden kunnen net als economische kenmerken afwijken van nationale patronen of gemiddelden. Het zijn indicatoren voor parallellen in de historische ontwikkeling of gelijkenis in een brede sociaaleconomische context. Een voorbeeld hiervan is het gemiddelde kinderaantal van Limburgse vrouwen vergeleken met dat van Duitse vrouwen. Dat ligt dichter bij elkaar dan dat van Limburgse vrouwen vergeleken met andere Nederlandse vrouwen. In de volgende figuren (afbeelding 2.4 & 2.5 op de volgende pagina’s) zijn voor enkele demografische bevolkingskenmerken parallellen zichtbaar tussen regio’s die formeel tot de invloedssferen van verschillende landen behoren. De vraag is of Zuid-Limburg als grote grensregio meer parallellen vertoont met regio’s in Duitsland of België dan met overige regio’s in Nederland. Dit laatste kan een eyeopener zijn voor beleidsmakers, die gewend zijn om de regionale kenmerken en ontwikkelingen te relateren aan landelijke ontwikkelingen of Kesteloot en Meys, 2008 Harts, 2008 25 Latten e.a., 2008 23 24
PAGINA
| 20
ontwikkelingen in andere regio’s van het land. Misschien is dat minder terecht en zouden de parallellen met regio’s in het buitenland meer in overwegingen of in nationaal onderzoek betrokken moeten worden. In 2005 was de bevolkingsomvang van Zuid-Limburg vrijwel gelijk aan die in 1990. De totale groei bedroeg slechts 0,2%. Hiermee behoort ZuidLimburg tot de gebieden met de laagste bevolkingsgroei van Nederland. Binnen de regio daalde het inwonertal van Parkstad Limburg met 2,5%26. In dezelfde periode nam de totale bevolking van Nederland juist toe met 9,5%. Binnen Nederland zijn er drie regio’s waar in deze periode de bevolking afnam, te weten Delfzijl en omgeving, de agglomeratie Haarlem, het Gooi en de Vechtstreek. Bevolkingskrimp of een stabilisatie van de groei op dit regioniveau was dus binnen Nederland uitzonderlijk. Afb. 2.4 - Bevolkingsontwikkeling 1990 - 2005 in de aangrenzende gebieden van Parkstad
Bron: CBS, Eurostat (nabewerkt)
De ontwikkeling in Zuid-Limburg staat echter niet ver af van die in veel regio’s in België en Duitsland, waar de bevolking in deze periode kromp of slechts matig toenam. Opvallend is de bevolkingskrimp in het Duitse Ruhrgebied, die al sinds het begin van de jaren negentig van de vorige eeuw plaatsvond. Deze krimp kwam vooral door een negatief natuurlijk verloop, oftewel meer sterfgevallen dan geboorten. Eind jaren negentig kwam daar ook nog een negatief vestigingssaldo bij.
26
CBS, bevolkingscijfers Parkstad PAGINA
| 21
De laatste combinatie doet zich momenteel ook voor in Parkstad Limburg. Ook in België is de bevolkingsgroei en -krimp niet gelijkmatig verspreid over het land. In West-Vlaanderen is de groei in de jaren 1990-2005 relatief klein; in drie gebieden kromp de bevolking zelfs. Vooral tegen de Franse grens stagneerde de groei. In de jaren negentig was het migratiesaldo hier zeer laag of negatief. In combinatie met een negatief natuurlijk verloop leidde dit tot de geringe bevolkingsgroei. In ZeeuwsVlaanderen was deze demografische ontwikkeling vergelijkbaar met die aan de Belgische kant van de grens. Nederland is vergeleken met omliggende gebieden over de grens relatief jong (afbeelding 2.5). Het aandeel 65-plussers in 2005 is 8,7% in de provincie Flevoland en 16,8 in Zeeland. In de provincie Limburg is dit 15,9%, in Zuid-Limburg 17,0% en in Parkstad Limburg zelfs 22%. Het percentage ouderen in Parkstad Limburg gaat, meer nog dan in heel Limburg, duidelijk in de richting van percentages in regio’s in Duitsland of West-Vlaanderen. Afb. 2.5 - Aandeel bevolking van 65 jaar en ouder in 2005
Bron: CBS, Eurostat (nabewerkt)
In Duitsland vergrijzen vooral de grote gebieden in het Ruhrgebied: meer dan 18% van de bevolking. In de provincie Vlaanderen is dit aandeel 19,6%. Ook hier valt op dat de provincies Limburg en Zeeland meer overeenkomen met het beeld in het aangrenzende buitenland dan met de rest van Nederland.
PAGINA
| 22
2.6.4
SAMENVATTEND De nieuwe regionale prognose laat voor Parkstad een geringere krimp zien dan in de vorige prognoses het geval was. Parkstad krijgt te maken met een aanhoudende (netto) uitstroom naar het buitenland en een afnemende natuurlijke aanwas. Er is nauwelijks compensatie door binnenlandse toestroom. De buitenlandse migratie wordt sterk bepaald door de verhuizingen naar het aangrenzende buitenland. Volgens de regionale bevolking- en huishoudenprognoses krijgt Parkstad tot 2025 te maken met bevolkingsdaling en een lichte huishoudensdaling. Tegelijkertijd wijzigt echter de huishoudenssamenstelling fors. Beide processen zijn relevant voor de kwantitatieve en kwalitatieve woningvraag: die wordt kleiner en verandert (meer oudere alleenstaanden en minder jonge gezinnen). De concurrentie van aangrenzende woongebieden in Duitsland en België blijft een onberekenbare factor.
2.7
BIJZONDERE KENMERKEN VAN PARKSTAD Om in een latere fase van het onderzoek te kunnen vaststellen in welke mate krimpmaatregelen uit het buitenland succesvol kunnen zijn en mogelijkerwijs bijzondere gebiedskenmerken verder versterken, wordt in deze paragraaf beschreven welke kenmerken Parkstad bijzonder maakt. Stadsregio’s worden ‘merken’ die de aandacht van bewoners, bedrijven, investeerders en subsidieverstrekkers (Den Haag, Brussel) moeten zien te trekken. Een grote uitdaging hierbij is om iets bijzonders te bieden en niet méér van hetzelfde. Elke stadsregio kan mede op basis van historisch gegroeide eigenschappen een eigen profiel kiezen. Belangrijk is het om kapitaal en mensen naar de regio te trekken én rekening te houden met de belangen van al aanwezige bewoners en bedrijven. Parkstad heeft een nog uitdagender taak. Parkstad probeert zich sinds kort als stadsregio te ontwikkelen en het is een van de eerste delen van Nederland, die met bevolkingskrimp te kampen heeft. Een eerste kenmerk is dat Parkstad geen dominante kernstad heeft. De ontwikkeling van enkelvoudige regio’s (één grote stad) naar meervoudige regio’s (samenwerkend stedelijk gebied) is de laatste decennia in heel Europa te zien27, maar Parkstad is in feite altijd al een meervoudige regio geweest. Heerlen is dan wel de grootste stad in de regio, maar steekt niet ver boven de andere kernen van de regio uit. De grootste werkgevers en grootste attracties zitten niet alleen in Heerlen, maar deels ook in Landgraaf en Kerkrade. Bovendien ziet het ernaar uit dat juist deze drie gemeenten met de meeste inwoners, voorzieningen en werkgelegenheid het meest door verdere krimp zullen worden getroffen. De kleinere suburbane en landelijke gemeenten zullen daardoor hun aandeel in de regiobevolking vergroten. Het ontbreken van een duidelijk centrum kan ►
27
Europas Decentraal PAGINA
| 23
als een zwakte worden gezien, maar misschien ligt de toekomst juist wel in een meervoudig ontwikkelingsmodel (samenwerken met andere deelgemeenten uit de regio), waar Parkstad dus al goed op voorbereid is. ► Een tweede kenmerk, dat
ook uit de naam blijkt, is de afwisseling tussen stedelijk en groen gebied. Zoals beschreven in paragraaf 2.3 vormt deze afwisseling een natuurlijke bonus; er zijn maar weinig andere plekken in Nederland die zo mooi in het heuvelland liggen. Parkstad is rijk aan bos, heuvels, heide en landelijk gebied. Vanuit de meeste wijken is het Limburgse landschap bereikbaar op wandel- en fietsafstand. Het groene karakter kan ertoe bijdragen dat bewoners en bezoekers Parkstad niet als een enorm verstedelijkt gebied hoeven te ervaren. Echter is groen bij de meeste buitenstaanders niet de eerste associatie bij de regio, die nog vaak uitsluitend met het industrie- en mijnverleden geassocieerd wordt. ► Een
ander bijzonder kenmerk: Parkstad ligt dichtbij grotere stedelijke centra: Aken, Luik, Maastricht en Hasselt. Iets verder, maar binnen acceptabele reistijd liggen steden als Eindhoven, Brussel, Keulen, Düsseldorf en de westrand van het Ruhrgebied. Parkstad ligt dan wel aan de rand van Nederland, maar wel centraler in Europa. Parkstad is goed bereikbaar over weg en spoor en daarmee goed verbonden met toonaangevende Europese centra als Brussel en Amsterdam. Hierbij dient wel opgemerkt te worden dat de grensoverschrijdende verbindingen verbeterd kunnen worden. Dit geldt vooral voor het spoor: de intercity eindigt nu in Heerlen, waarvandaan Aken en Maastricht slechts per stoptrein te bereiken zijn, en België alleen via Maastricht. Dit terwijl aansluitingen op de hogesnelheidslijnen binnen handbereik (Aken, Luik) liggen. Het is natuurlijk de vraag of de nabijheid van andere steden en een goede bereikbaarheid een voor- of een nadeel zijn; waarschijnlijk een mix van beide, waarvan het effect op Parkstad moeilijk te bepalen is. ► Tenslotte is
Parkstad binnen Nederland bijzonder omdat het als een van de eerste regio’s te maken krijgt met bevolkingskrimp. Binnen Europa echter is die situatie minder bijzonder, want in landen als Duitsland, Italië en Spanje worden grote delen hier al langer mee geconfronteerd. Binnen Nederland is Parkstad pionier op het gebied van beleid voor krimpende steden en regio’s. Om deze reden wordt Parkstad dan ook met meer dan gemiddelde aandacht in Nederland gevolgd. Tabel 1 op de volgende pagina geeft – op basis van de hiervoor beschreven kenmerken en het eerder geschreven plan van aanpak – de sterktes en zwaktes van Parkstad en de kansen en bedreigingen (SWOTanalyse) weer. Veel van deze sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen hebben met elkaar te maken. Daarom is het een voordeel, dat er al intensief binnen de regio wordt samengewerkt. De lokale bestuurders binnen de regio committeren zich al sterk aan het regionale belang en zien Parkstad Limburg als eenheid. Maar bewoners en bedrijven voelen zich waarschijnlijk nog vooral Heerlenaar, Kerkradenaar of Brunsummer. PAGINA
| 24
Bezoekers van buiten komen naar Pinkpop of Snow World in Landgraaf en Roda JC in Kerkrade, vaak zonder het idee te hebben dat ze in Parkstad zijn. Parkstad bestaat nog maar kort als regionaal samenwerkingsverband, deze naamsbekendheid en regionale verbondenheid moet nog groeien. Een gevaar kan zijn dat de onderlinge verbondenheid onder druk komt te staan, als blijkt dat niet alle Parkstadgemeenten voor dezelfde krimpuitdagingen komen te staan. Vooral Heerlen, Landgraaf en Kerkrade lijken de komende decennia te maken te krijgen met dubbele krimp van zowel het aantal bewoners als het aantal huishoudens, de andere Parkstadgemeenten nog niet. Tabel 2.2 - SWOT analyse Parkstad
STERKTES
Ligging binnen Europa Aantrekkelijk woonmilieu: groen stedelijk Attracties, evenementen Regionale samenwerking Erkenning en acceptatie krimp
ZWAKTES
KANSEN
‘Krimp als kans’: pionier in passend beleid Kwaliteit in plaats van kwantiteit Grensoverschrijdende samenwerking Voortbouwen op regionale specialismen Retourimmigratie voormalige inwoners van Parkstad Verhoging arbeidsparticipatie Betere aansluiting op regionale vervoersnetwerken
Ligging binnen Nederland Bevolkingsontwikkeling Economische ontwikkeling Imago: voordeel/negatieve associaties Regionale identiteit Ruimtelijke samenhang/structuur Concurrentienadelen m.b.t. aantrekken/vasthouden bewoners: lagere belastingen, lagere vastgoedprijzen in Duitsland Fiscale omstandigheden
BEDREIGINGEN
Omliggende regio’s meer concurrentiekracht, vooral regio’s met een grotere centra (Maastricht, Aken, Luik en Hasselt) Te laag schaalniveau regionale samenwerking Terugval in groeidenken Is krimp echt een kans?
PAGINA
| 25
ONDERZOEKSRAPPORT
BUITENLANDSE KRIMPGEBIEDEN Mijnmuseum Heerlen, fiets voor het mijnspoor
3
3.
BUITENLANDSE KRIMPGEBIEDEN In dit hoofdstuk wordt de bevolkingskrimp weergegeven op verschillende schaalniveaus, om inzicht te krijgen wat de werkelijke krimpomvang is. Er wordt gekeken naar bevolkingskrimp op wereldschaal, Europese schaal en op landelijk schaalniveau. Europese landen, die te maken hebben met aanzienlijke28 bevolkingskrimp en/of bevolkingsverandering vormen vervolgens de basis voor een selectie op een kleiner schaalniveau: krimpgebieden en -regio’s. Deze krimpgebieden zullen getoetst worden op overeenkomsten met Parkstad.
3.1
KRIMP OP WERELD SCHAALNIVEAU De wereldbevolking groeit nog steeds, de groei in 2013 was 1,1%29. De verwachting is, dat de komende 40 jaar de wereldbevolking nog met 2 miljard mensen zal toenemen30. Deze toename is niet overal gelijk. De grootste groei is te vinden in de ontwikkelingslanden, in het bijzonder op het Afrikaanse continent. Ook een aantal Arabische landen groeien nog fors. Puur op basis van cijfers krimpt de wereldbevolking dus niet. En toch is er sprake van bevolkingskrimp in specifieke delen van de wereld. De grootste bevolkingsdaling is te zien in delen van Europa en in enkele Aziatische landen. De Verenigde Staten is één van de weinige ontwikkelde landen, waar geen sprake is van bevolkingsdaling. Het geboortecijfer is laag maar daar tegenover staat een hoge immigratie, waardoor het bevolkingsaantal stabiel blijft. Door immigratie van onder andere Latijns-Amerikanen daalt de bevolking niet. Dit geldt eveneens voor landen als Australië, Nieuw-Zeeland en Canada. De verwachting is dat de wereldbevolking vanaf 2075 zal stagneren en vervolgens zal krimpen31. Doordat er een grote verschuiving in bevolkingsaantallen ontstaat, worden volgens professor R. Rousseau in de toekomst ook verschuivingen in de macht van landen verwacht.
Wat moet blijken uit gegevens van CBS/Eurostat The worldfactbook , CIA, 2012. www.cia.gov 30 Publications NATOA, 2011 www.nato.int 31 The coming Population Decline, Professor R. Rousseau, 2012. www.diplomaticcourier.com 28 29
PAGINA
| 27
Afb. 3.1 - Wereldkaart steden met het hoogste krimppercentage van de laatste 50 jaar
Bron: http://pingmag.jp/2007/01/26/shrinking-cities (nabewerkt)
3.2
KRIMP OP EUROPEES SCHAALNIVEAU Sinds de eeuwwisseling is het aantal inwoners van de Europese Unie met 22 miljoen inwoners toegenomen, van 480 naar 502 miljoen. Ook Europa kent in absolute getallen geen bevolkingskrimp. Het merendeel van deze groei, 17,4 miljoen is ontstaan door migratie. Het andere deel van de groei, 4,4 miljoen komt door natuurlijke groei. Er zijn echter landelijke grote verschillen waarneembaar. In Europa is sprake van bevolkingsdaling in een aantal Europese landen. Deze daling is het grootst in de Oost-Europese landen. De voornaamste reden voor de bevolkingsdaling in Europa is een laag geboortecijfer. Monaco heeft het laagste geboortecijfer, 6,8 geboorten per 1000 inwoners, Ierland heeft met 15,6 geboorten het hoogste geboortecijfer. In Europa is het gemiddelde aantal kinderen 1,8 per vrouw32. Ter vergelijking, in Nigeria krijgt een vrouw gemiddeld 7 kinderen33. Naast een laag geboortecijfer heeft de bevolkingskrimp in Europa ook te maken met verstedelijking. Er zijn in Europa stedelijke regio’s, die groeien in bevolkingsaantal en regio’s, die krimpen in bevolkingsaantal.
Sanderse C (RIVP)m Verweij A. Geboorte samengevat. 2011. www.nationaalkompas.nl 33 Data Wereldbank,2013. www.data.worldbank.org 32
PAGINA
| 28
Onderstaande afbeelding 3.2 toont de bevolkingsverandering in Europa van 1995 tot 2005. Hierin is te zien, dat een aantal landen te maken heeft met bevolkingskrimp in bepaalde delen van een land. Vooral in de Baltische staten is er sprake van een bevolkingsdaling. Ook Bulgarije, Finland, gebieden in Zweden en gebieden in voormalig Oost-Duitsland laten een krimp zien. Afb. 3.2 - Bevolkingsverandering Europa 1995 – 2005
Bron: NIDI 2009 (nabewerkt)
3.3
KRIMP OP LANDELIJK SCHAALNIVEAU Krimp in Europa vormt het ‘zoekgebied’ van dit onderzoek, naar verwachting zijn de cultuurverschillen met krimpregio’s buiten de Europese Unie dermate groot, dat een realistisch vergelijking met Parkstad niet mogelijk is. Om tot een selectie te komen van de krimplanden in Europa, wordt gebruik gemaakt van gegevens uit de Altas of Shrinking Cities34. Deze atlas maakt inzichtelijk op welk schaal Europa met bevolkingskrimp geconfronteerd wordt. Afbeelding 3.3 op de volgende pagina maakt duidelijk dat een aantal grote steden in Europa aanzienlijke krimp kennen.
34
Atlas of Shrinking Cities, onderdeel 2, pagina 14 PAGINA
| 29
Afb. 3.3 - Actuele krimp in de grote steden van Europa
Bron: NIDI 2009 (nabewerkt)
De atlas geeft aan, dat het verlies van arbeidsplaatsen voor grote steden een verlies aan inwoners betekent. Met deze problematiek wordt ook Parkstad geconfronteerd. Het kaartmateriaal met de aanduiding van het verlies aan arbeidsplaatsen is aangegeven in afbeelding 3.4 op de volgende pagina. In de Westerse industrielanden is het verlies aan arbeidsplaatsen dramatisch. Op Europees schaalniveau zijn het de onderstaande landen die het grootste verlies aan arbeidsplaatsen laten zien35: Frankrijk → 2.300.000 verloren arbeidsplaatsen Ukraine → 2.500.000 verloren arbeidsplaatsen Polen → 3.170.000 verloren arbeidsplaatsen Duitsland → 4.600.000 verloren arbeidsplaatsen
35
Atlas of Shrinking Cities, onderdeel 2, pagina 15 PAGINA
| 30
Afb.3.4 - Verlies arbeidsplaatsen in Europa
Bron: Atlas of Shrinking Cities (nabewerkt)
Het verlies aan arbeidsplaatsen heeft sterke invloed op het inwoneraantal van grote steden. Zoals beschreven in het plan van aanpak, is er sprake van een zelf versterkend effect in de grote steden.
Werkgelegenheid volgt arbeidsaanbod → bevolking volgt werkgelegenheid → bevolkingskrimp
Om tot een selectie te komen van krimplanden, die verder geanalyseerd worden in dit onderzoek, wordt gebruik gemaakt van historisch cijfers en niet van prognoses. Het onderzoek is immers gericht op krimplanden met ‘ervaring’ in de omgang met bevolkingskrimp. Vanuit deze optiek zijn krimplanden, met een lange ervaring, waardevol in dit onderzoek naar krimpmaatregelen uit buitenlandse krimpgebieden. Op basis van de historische cijfers uit de Altas of Shrinking Cities36 komen een aantal krimplanden in aanmerking voor verder onderzoek, zie ook afbeelding 3.5 op de volgende pagina. De afbeelding laat op basis van fases (tussen 1950 en 1990) zien, welke landen reeds lange tijd met bevolkingskrimp te maken hebben.
36
Atlas of Shrinking Cities, onderdeel 7, pagina 12 PAGINA
| 31
Afb. 3.5 - Perioden van krimp
Bron: Atlas of Shrinking Cities, onderdeel 7, pagina 12 (nabewerkt) PAGINA
| 32
Vanwege de leesbaarheid zijn per land kleuren toegevoegd. Hierdoor is, op basis van een fasering, eenvoudig af te lezen welke landen in dit onderzoek interessant zijn voor verdere analyses. In onderstaand overzicht zijn deze landen per fase concreet weergegeven. BEVOLKINGSKRIMP SINDS FASE I (vanaf 1950) Groot-Brittannië Duitsland Verenigde Staten van Amerika
BEVOLKINGSKRIMP SINDS FASE II (vanaf 1960) Denemarken Zweden Frankrijk
BEVOLKINGSKRIMP SINDS FASE III (vanaf 1970) Italië Canada Op basis van bovenstaande ‘ervaringslanden’ in de omgang met krimpproblematiek en het verlies van arbeidsplaatsen, zijn de volgende landen geselecteerd voor verdere analyses:
KRIMPLANDEN VOOR VERDER ONDERZOEK Groot-Brittannië Duitsland Frankrijk
Deze landen worden in de volgende paragrafen verder geanalyseerd, om vervolgens te komen tot het schaalniveau van krimpregio’s per land. De selectie van de krimpgebieden per ‘krimpland’ wordt verder toegelicht in de betreffende paragraaf. In alle gevallen wordt er op basis van een concrete karakterschets inzichtelijk gemaakt, in welke context het krimpgebied momenteel functioneert en welke problematieken het gebied kent. In een overzicht wordt de context samengevat om vervolgens de staalkaart van Parkstad in te vullen. Hieruit blijkt vervolgens welke overeenkomsten het gebied met Parkstad kent en of verdere analyses naar de (krimp)maatregelen, die door de krimpregio genomen zijn, noodzakelijk zijn.
PAGINA
| 33
3.4
GROOT-BRITTANNIË Deze paragraaf beschrijft het ‘krimpland’ Groot-Brittannië. Afbeelding 3.6 is een uitsnede van de krimpkaart van Europa. De uitsnede geeft aan dat in Groot-Brittannië onderstaande steden de grootste bevolkingskrimp (>50%) kennen: Belfast (krimp sinds 2001: -7%)37 Glasgow (krimp sinds 2001: -5%)38 Liverpool (krimp 1981-2001: -11,6%)39 Manchester (krimp 1981-2001: -9,1%)40 Aberdeen (krimp 1981-2001: -9,1%)41 Afb.3.6 - Krimpsteden in Groot-Brittannië
Bron: Atlas of Shrinking Cities (nabewerkt)
3.4.1
KARAKTERSCHETS ABERDEENSHIRE Deze analyse van Noordoost-Schotland is voornamelijk gericht op de stad Aberdeen in Aberdeenshire. Schotland is met ca. 65 inwoners per km2 een van de dunst bevolkte gebieden in Europa. Het grootste deel van de bevolking (ca. 80%) woont in het centrale laagland (‘Central Belt’), in de industriële driehoek Dundee, Edinburgh, Glasgow. De rest van het land, afgezien van het noordoosten, is dun bevolkt. De vier grootste steden zijn: Glasgow (600.000 inwoners), Edinburgh (500.000), Dundee (141.000) en Aberdeen (211.000). De zuidelijke 37
www.nisra.gov.uk/Census/pop_press_release_2_2011.pdf
38www.nas.gov.uk
www.shrinkingcities.com/Liverpool www.shrinkingcities.com/Manchester 41 http://www.nrscotland.gov.uk 39 40
PAGINA
| 34
Lowlands hebben ca. een kwart miljoen inwoners, de Highlands en Islands ca. één miljoen. Moray vormt samen met een groot aantal andere gebieden een andere regio en valt buiten deze analyse, zie onderstaande afbeelding 3.7. Afb.3.7 - Aberdeenshire in Noordoost Schotland
Bron: www.aberdeenshire.gov.uk (nabewerkt)
Aberdeen en Aberdeenshire liggen in het Noordoosten van Schotland, aan de Noordzee. Wat betreft landschap wordt het gebied gekenmerkt door een lange kuststrook, de Cairngorms bergen in het binnenland en een glooiend landbouwgebied daar tussenin. Er stromen een aantal rivieren door het gebied, waaronder de Dee en de Don, die ook door de stad Aberdeen stromen. De positie van Noordoost-Schotland kan gekarakteriseerd worden als een perifere groeipool in Europa. De vondst van olie- en gasreserves in de Noordzee bracht grote veranderingen. Vanaf de jaren zeventig van de vorige eeuw werd Aberdeen het centrum van waaruit deze voorraden geëxploiteerd werden. Het gebied bouwde een centrale positie op in internationale netwerken in de energiesector. Het gevolg van deze economische ontwikkelingen is een sterke bevolkingsgroei van de afgelopen decennia (positieve migratie). In de regio zorgt de olie-industrie voor een directe werkgelegenheid van 23.500 banen, die is ruim tien procent van de totale werkgelegenheid. Indirecte werkgelegenheid levert nog eens 139.000 banen op en dat betekent 59% van de werkgelegenheid in de regio direct, of indirect gebaseerd is op de olie- en gasindustrie. Migratie, gedreven door de arbeidsmarkt, heeft als effect dat de regio een relatief hoog aandeel
PAGINA
| 35
inwoners jonger dan 20 jaar kent. De regio kent relatief minder 65plussers in vergelijking met het Schotse gemiddelde. Bestuurlijk is het in Schotland anders geregeld dan in Nederland. Een regionaal bestuur, dat vergelijkbaar is met een provincie, kent Schotland niet. Men kent alleen lokale autoriteiten. Schotland heeft een ruimtelijk planningssysteem, dat is gebaseerd op een ‘land in use management’ benadering. Dat wil zeggen: de ruimtelijke planning wordt lokaal bepaald en is niet verbonden met de overheid. Wel vindt er samenwerking plaats met lokale overheden in strategische ruimtelijke plannen; de Structure Plans. Rond de eeuwwisseling heeft de regio echter een periode van bevolkingsdaling meegemaakt. Deze periode wordt nadrukkelijk opgevat als een waarschuwing: het heeft duidelijk gemaakt dat bevolkingsafname direct leidt tot negatieve effecten op het voorzieningenniveau, de huizenmarkt, de arbeidsmarkt en de leefomgeving. Bevolkingsgroei is voor de regio nu een expliciete doelstelling om de ervaren negatieve effecten van krimp te keren. De regio als geheel is geen krimpregio, maar individuele gemeenten binnen Aberdeenshire hebben wel te maken met bevolkingsdaling. Vergrijzing speelt een rol in het hele gebied, maar ten opzichte van Schotland als geheel niet extra sterk. Aberdeen blijft relatief jong, vanwege opleidingsmogelijkheden. De vergrijzing en ontgroening zorgen voor een druk op de voorzieningen (onderwijs, zorg en welzijn). Ook is er sprake van een afname van de detailhandel in Aberdeenshire. Sommige gebieden kennen zelfs een afname van 40% over de afgelopen decennia. Door de voorspelde bevolkingsgroei wordt verwacht dat het aantal leerlingen weer zal stijgen vanaf 2015 (The Scottish Government 2009).
PAGINA
| 36
GEBIEDSKENMERKEN ABERDEEN SAMENGEVAT
Na onderzoek blijkt dat de regio als geheel geen krimpregio vormt. Omslag in de jaren 90 van stagnatie naar groei. Voornaamste groeifactor: immigratie. Oorzaak groeifactor: sterke energiesector. Opvallend: suburbanisatie stedelijk deel (Aberdeen city) terwijl het rurale deel juist groei kent. Toekomst: meeste prognoses verwachten groei door immigratie. Onzekerheid: eenzijdige economische basis.
KENGETALLEN ABERDEENSHIRE Inwoners Aberdeen (stad): 210.000 Inwoners Aberdeenshire: 240.000 Inwoneraantal: 450.000 Werkeloosheidscijfer: 2,1% Oppervlakte stad: 6,5 km2 Oppervlakte regio: 186 km2
Grafiek 4.1 - Bevolkingsontwikkeling Aberdeenshire 540000 520000 500000 480000 460000 440000 420000 400000 1981 1986 1991 1996 2001 2006 2011 2016 2021 2026 2031
Bron: www.gro-scotland.gov.uk
PAGINA
| 37
3.4.2
INTRO LIVERPOOL/MANCHESTER Liverpool en Manchester zijn goede voorbeelden waar bevolkingskrimp speelt in voormalige industriesteden in GrootBrittannië. Beide steden zijn in het noordwesten van Engeland gelegen. Manchester was de eerste industriestad van de wereld en een belangrijke handelsplaats. Liverpool stond bekend als haven- en logistiek centrum van de textielbranche. Afb. 3.8 - Liverpool en Manchester
Bron: Google Maps (nabewerkt)
Manchester en Liverpool worden verbonden door het ManchesterLiverpool kanaal, een kanaal dat in de negentiende eeuw werd aangelegd toen beide steden een industriële bloeiperiode doormaakten. Het waren handelscentra, waar de omliggende textielindustrie en de haven van Liverpool een hoofdrol in speelden. Maar toen de industrie halverwege de vorige eeuw inzakte, was dit het startsein voor de neergang van de steden, nog eens versterkt door de ontwikkeling van het grootschalige containervervoer, die de havenactiviteit in Liverpool een klap toebracht. De neergang van de textielindustrie vormde dan ook de neergang voor de steden Manchester en Liverpool. Rond 1930 hadden beide steden rond de 850.000 inwoners; vandaag de dag woont er circa de helft van de bevolking van toen. Extreme de-industrialisatie en suburbanisatie vond plaats. Tegelijkertijd groeide de armoede onder de resterende arbeidersbevolking. In sommige delen van Liverpool was in de jaren negentig, veertig procent van de bevolking werkeloos.
3.4.3
KARAKTERSCHETS LIVERPOOL In de tijd van het British Empire was Liverpool met zijn grote haven een zekere werkplaats. Voor de haven waren vooral goedkope hulpkrachten nodig – geen vakpersoneel. Deze monostructuur bracht Liverpool in een zeer kwetsbare positie. Vanwege het afstoten van de
PAGINA
| 38
koloniën en de opkomst van het containervervoer verloor de haven steeds verder aan betekenis. Naast de privatisering van de woningbouw is ook de bebouwingsdichtheid in de binnenstad extreem afgenomen door sloop. Waar eerst circa zestig appartementen per hectare waren, zijn er nu nog zes tot acht appartementen per hectare. Een voorbeeld van deze extreme afname vormt de wijk Anfield. In deze wijk zijn sinds het jaar 2000 de inwoneraantallen drastisch gedaald. Van de 1400 woningen zijn er nog maar 400 bewoond (afname: -70%). Associaties met een spookstad zijn hierdoor snel gelegd. De woningen zijn inmiddels deels gesloopt, er is een natuurlandschap ontstaan met kunstmatige heuvels. Deze heuvels zijn echter een stuk minder onschuldig als op het eerste gezicht lijkt. Hun vorm ontlenen ze namelijk aan het achtergelaten puin van de gesloopte huizen. Voor de afvoer ervan was geen geld, of men had het er niet voor over. Afb. 3.9 - Na sloop van de woningen wordt het puin achtergelaten en afgedekt met graszoden.
Bron: http://studiereis.fondsbkvb.nl (nabewerkt)
PAGINA
| 39
Afb.3.10 – Liverpool, dichtgetimmerde woningen wachten om gesloopt te worden
Bron: http://studiereis.fondsbkvb.nl (nabewerkt)
GEBIEDSKENMERKEN LIVERPOOL SAMENGEVAT
Voormalige economische drager Liverpool: textielindustrie en haven. Sinds 1950 sterke terugloop textielindustrie hetgeen de aanleiding is voor de neergang van Liverpool. Dramatische leegstand in diverse wijken van Liverpool (Anfield) door de uittocht van de beroepsbevolking op zoek naar werkgelegenheid elders. Een monostructuur geënt op goedkope hulpkrachten, dus geen vakpersoneel, is de oorzaak dat de haven aan betekenis verloor. Door het stilvallen van de economische drager zijn er tussen 1981 en 1996 83.000 arbeidsplaatsen verloren gegaan (1 op de 3 banen zijn weggevallen). Sinds 2001 ligt circa 500 Ha. van Liverpool braak. Opmerkelijk: de bevolkingsontwikkeling is vrijwel identiek aan Manchester.
PAGINA
| 40
KENGETALLEN LIVERPOOL Inwoners Liverpool: Werkeloosheidscijfer: Oppervlakte stad:
440.000 18% 112 km2
Grafiek 4.2 - Bevolkingsontwikkeling Liverpool 900000 800000 700000 600000 500000 400000 300000 200000 100000 1800 1810 1820 1830 1840 1850 1860 1870 1880 1890 1900 1910 1920 1930 1940 1950 1960 1970 1980 1990 2000 2010
0
Bron: www.liverpool.nsw.gov.au/business/economic-development
3.4.4
KARAKTERSCHETS MANCHESTER Manchester is op vier na de grootste stad van Engeland met 510.000 inwoners en een oppervlakte van 116 km2. De totale agglomeratie in de vorm van het graafschap Greater Manchester bedraagt 2.6 miljoen inwoners. Net als Liverpool was Manchester een textielstad. Net als Liverpool heeft ook Manchester ongeveer de helft van de bevolking verloren door de-industrialisatie. Tijdens de industriële revolutie was Manchester een stad waar bedrijven en bewoners zich graag vestigden. In de jaren negentig liep het inwonersaantal en het aantal bedrijven terug, steeg de werkloosheid, verdwenen voorzieningen en verloederde de stad. Ondanks deze overeenkomst met Liverpool is de relatie tussen beide steden complex. Op het gebied van hun voetbalteams, muziek, culturele instellingen en verkrijgen van fondsen van de Europese Unie kennen beide steden een bittere rivaliteit. Opmerkelijk hierbij: beide steden zijn groot gegroeid door de eerste civiele spoorverbinding ter wereld. Manchester heeft echter, eerder dan Liverpool, ingezien dat constructieve samenwerking met de overheid noodzakelijk is om de krimpproblematiek aan te pakken. Hierdoor zijn voormalige industriegebouwen, waar katoen als voormalig en belangrijk exportproduct geproduceerd werden, herbestemd tot appartementen. De voormalige industriële sfeer is, door de moderne architectuur die in niets refereert aan het verleden, nog nauwelijks waarneembaar. Het stilvallen van de katoenindustrie
PAGINA
| 41
heeft dus ook voor Manchester een uittocht van de beroepsbevolking tot gevolg gehad. Tussen 1971 en 1981 heeft Manchester bijna 50.000 werkplaatsen verloren. Ondanks de groei in de servicesector was er in 1995 nog een werkloosheid van 18.9%. Momenteel ligt het werkloosheidscijfer rond de 9%.
GEBIEDSKENMERKEN MANCHESTER SAMENGEVAT
Voormalige economische drager Manchester: textielindustrie. Sinds 1950 sterke terugloop textielindustrie wat de aanleiding is voor de neergang van Manchester. Bewustwording krimpproblematiek heeft geleid tot constructieve samenwerking met de overheid (in tegenstelling tot Liverpool). Groei in de servicesector. Ondanks bovenstaande groei toch nog een werkloosheidscijfer van 9%. Herontwikkeling van voormalige industriegebouwen tot appartementen. Opmerkelijk: de bevolkingsontwikkeling is vrijwel identiek aan Liverpool.
KENGETALLEN MANCHESTER Inwoners Manchester stad: 510.000 Inwoners agglomeratie: 2.6 miljoen (Greater Manchester) Werkeloosheidscijfer: 9% Oppervlakte stad: 112 km2 Grafiek 4.3 - Bevolkingsontwikkeling Manchester 800000 700000 600000 500000 400000 300000 200000 100000 1800 1810 1820 1830 1840 1850 1860 1870 1880 1890 1900 1910 1920 1930 1940 1950 1960 1970 1980 1990 2000 2010
0
Bron: www.nmanchester.org/economic-development/population
PAGINA
| 42
3.5
FRANKRIJK Volgens de laatste gegevens van het Franse bureau voor statistiek, Insee, is de bevolkingsgroei in Frankrijk in absolute zin nog groeiende. Tot deze conclusie komt ook het Bouwfonds, dat de ontwikkeling van de woningenmarkten in Nederland, Duitsland en Frankrijk in kaart gebracht heeft42. Het huidige inwoneraantal van 65 miljoen groeit tot 2020 met +2%. De regio Parijs en de aantrekkelijke profiteren het meest van de bevolkingsgroei door migratie uit andere delen van Frankrijk. Het zijn gebieden met een aangenaam klimaat en landschap, waar het prettig wonen en werken is. Frankrijk laat krimp zien in het binnenland en delen van NoordFrankrijk. Binnen de sterke regio’s laten vooral de grote steden bevolkingsgroei zien. Parijs als hoofdstad blijft sterk groeien maar dat geldt ook voor Lyon, Bordeaux en Toulouse. Ook in Frankrijk zet naar verwachting de trek naar de steden in de komende jaren verder door. In afbeelding 3.11 zijn de grootste krimp- en groeisteden volgens het Franse bureau voor statistiek weergegeven. Afb. 3.11 - Groei- en krimpsteden in Frankrijk
Bron: www.Insee.fr en Atlas of Shrinking Cities. (nabewerkt)
In het kader van dit onderzoek is krimp in het noordelijke deel van Frankrijk interessant. Dit deel van Frankrijk kent namelijk een rijk industrieel verleden, dat inmiddels grotendeels stilgevallen is. Een waardevolle overeenkomst met Parkstad. 42
www.bouwfondsim.nl
PAGINA
| 43
De regio Nord-Pas-de-Calais is één van de 26 Franse regio's. Het gebied ligt in het uiterste noordwesten van Frankrijk. Het bestaat uit twee departementen, te weten Nord en Pas-de-Calais. In het noorden heeft Departement Nord een lange grens met België en in het westen ligt het Nauw van Calais, de meest bevaren zeevaartroute ter wereld, met aan de overkant Groot Brittannië. De regio vormt een grensgebied in de vorm van een verbindingszone tussen Frankrijk en Noord-Europa. Het imago van het gebied is niet positief; het wordt aangeduid met ‘Pays Noir’ een bijnaam die gebaseerd is op mijnbouw en vrij vertaald ‘Zwart Land’ betekend. Afb. 3.12 - Nord-Pas de Calais
Bron: www.corevih-5962.fr/accueil/index.php (nabewerkt)
3.5.1
KARAKTERSCHETS NORD-PAS DE CALAIS Het gebied Nord-Pas-de-Calais als geheel was een belangrijk mijnbouwgebied. De afgelopen vijftig à zestig jaar is de regionale economie echter ingrijpend veranderd. In 1954 werkten er bijvoorbeeld 144.700 mensen in de mijnbouw; in 1975 was dit aantal teruggelopen tot 43.040 mensen, en in 1999 was het aantal vrijwel nihil43. Opmerkelijk is de overeenkomst met Liverpool en Manchester; ook in deze regio is, naast het mijnverleden, ook de textielindustrie een belangrijke economische drager geweest. Het arbeidsverlies in de textielindustrie is enigszins gecompenseerd door nieuwe banen in een nieuwe industrie, de auto-industrie. Precies zoals in Parkstad het geval 43www.urbistat.it/AdminStat
PAGINA
| 44
is: de vervangende werkgelegenheid is niet voldoende om alle mijnwerkers en textielarbeiders in Nord-Pas Calais op te vangen. De regio Nord-Pas-de-Calais44 telt ongeveer 4 miljoen inwoners en heeft een oppervlakte van 12.400 km². Het is een sterk geürbaniseerd gebied: 95% van de bevolking woont in stedelijk gebied. De grootste stad is Lille. Samen met Roubaix en Tourcoing vormt Lille een Metropolitan Area die 1,1 miljoen inwoners telt. Andere stedelijke gebieden zijn Douai-Lens, Valenciennes, en de havensteden Duinkerken en Calais. Vergrijzing doet zich in Nord-Pas de Calais veel sterker voor dan ontgroening, maar het niveau ligt iets lager dan het Franse gemiddelde. Het percentage 60-plussers stijgt van 18 procent in 1999 tot 19 procent nu, en verder tot ruim 28 procent in 2031, een relatieve toename met ruim 50 procent. Overeenkomstig met Parkstad wordt er in Nord-Pas de Calais relatief veel een beroep gedaan op de zorgvoorzieningen. Het industriële verleden, met de nadruk op zware industrie, heeft tot heden gevolgen voor de volksgezondheid. Eén van de belangrijke economische kenmerken van Nord-Pas-deCalais is de hoge werkloosheid. Met een werkloosheidcijfer van 12,5% staat de regio op de één na hoogste plaats in Frankrijk. In 2007 is dit cijfer enigszins gedaald naar 11,1%, maar nog steeds hoger dan het Frans gemiddelde. Het gaat voor een deel om structurele werkloosheid, een erfenis van de afname van industriële activiteiten. Nationaal gezien ligt dit gebied perifeer ten opzichte van het economische hart van Frankrijk, Parijs. Nord-Pas-de-Calais ligt geografisch gezien tussen een aantal belangrijke economische kernzones, handelszones en stedelijke gebieden zoals Parijs, het Ruhrgebied, Randstad, Vlaamse Ruit en Londen. Het lijkt erop dat hierdoor juist economische activiteiten worden weggetrokken. Deze ligging in één van de economische kernzones van Europa (de Bleu Banana) wordt onvoldoende benut. Vooral de bestedingen in Research and Development zijn lange tijd achtergebleven.
44
www.insee.fr
PAGINA
| 45
De bevolkingsontwikkeling van Nord-Pas de Calais laat echter twee steden zien, die toch bevolkingsgroei kennen. Het Franse bureau voor statistiek, Insee45, heeft de bevolkingsontwikkeling van de regio in kaart gebracht. Deze bevolkingsontwikkeling is weergegeven in grafiek 4.4. Grafiek 4.4 - Bevolkingsontwikkeling Nord-Pas de Calais (1968 is 100%) 115 110 105 100 95 90 85 80 1968
1975
1982
1990
1999
2006
Mauberge
Lille
Valenciennes
Calais
Dunkerke
Cambrai
Roubaix Bron: www.insee.fr (nabewerkt)
De grafiek laat een bevolkingsgroei zien, die in de meeste gevallen piekt omstreeks de jaren ’75 van de vorige eeuw. Het stilvallen van de industriële drager wordt gekenmerkt door bevolkingsverlies in de jaren erna. Hoewel de steden Lille en Valenciennes de meeste bevolkingskrimp laten zien, is het opmerkelijk dat beide steden sinds 1990 weer een bevolkingsgroei laten zien. En dat is interessant; op welke wijze is er ondanks het stilvallen van de economische drager toch een dergelijke groei ontstaan?
GEBIEDSKENMERKEN NORD-PAS DE CALAIS SAMENGEVAT
45
Voormalige economische drager: textiel- en mijnindustrie. Sinds 1975 stilvallen van de industrie. Vervangende werkgelegenheid in de vorm van auto-industrie. Hoge werkloosheidscijfer: 12,5%. Regio blijft achter in het kader van Research and Development. Nagenoeg alle steden in de regio krimpen, alleen Lille en Valenciennes laten groei zien. www.insee.fr
PAGINA
| 46
KENGETALLEN NORD-PAS DE CALAIS Inwoners regio: 4 miljoen Werkeloosheidscijfer: 12,5% Oppervlakte regio: 12.400 km2 Grafiek 4.5 - Bevolkingsontwikkeling Lille en Valenciennes 105 100 95 90 85 80 1968
1975
1982
1990
1999
Lille
2006
2010
2014
2018
Valenciennes
Bovenstaande grafiek laat een bevolkingskrimp zien vanaf 1968 (100%) met een dieptepunt in 1984 voor Lille en in 1990 voor Valenciennes. Opvallend is dat beide steden na het stilvallen van de industrie meteen inwoners ‘verloren’ hebben, terwijl de andere steden in Nord-Pas de Calais nog enige vorm van groei lieten zien. Op basis van het Franse bureau voor statistiek, zijn bovenstaande prognoses toegevoegd aan de historische bevolkingsontwikkeling van Lille en Valenciennes. Beide steden groeien volgens de prognoses tot hun oorspronkelijke inwonersgrootte, de groei neemt daarna af. Bron: www.nord-pas-de-calais.direccte.gouv.fr
3.6
DUITSLAND In 2006 kende Duitsland een leegstand van zo’n 1,3 miljoen woningen. Prognoses46 gaan ervan uit dat er rond 2030 ongeveer 2 miljoen appartementen leeg staan en 20% van de bewoners werkloos is. In het kader van dit onderzoek een interessant ‘onderzoeksland’. Meerdere regio’s in Duitsland worden getroffen door bevolkingskrimp, vooral de regio’s in Oost-Duitsland. Duitsland is wat betreft omvang echter niet vergelijkbaar met Nederland. Duitsland kent ruim 80 miljoen inwoners en zestien deelstaten en is dus vele malen groter dan Nederland. Het gevolg hiervan is dat de bevolkingskrimp in Duitsland meer divers is dan in Nederland. 46
www.vsa-verlag.de/uploads/media
PAGINA
| 47
Afb.3.13 - Krimp- en groeisteden van Duitsland
Bron: Bundesinstitut fur Bau-, Stadt-, und Raumforschung (nabewerkt)
De Wiedervereinigung op 3 oktober 1990 betekende de start van een nieuw hoofdstuk in de Duitse geschiedenis. Deze veroorzaakte in eerste instantie een euforische stemming in Duitsland. De eenwording had immers een einde gemaakt aan de ruim veertig jaar durende verdeling; de geschiedenis had Duitsland een 'tweede kans' gegeven. Het optimisme bleek echter van korte duur: al snel werd de 'nieuwe' Bondsrepubliek geconfronteerd met de problemen, die de eenwording met zich meebracht. De economische integratie van de ‘twee Duitslanden’ bleek een moeilijkere taak, dan aanvankelijk werd gedacht. Ook op het mentale vlak bestond (en bestaat) er een
PAGINA
| 48
flinke kloof tussen Oost- en West-Duitsland met bevolkingskrimp als gevolg. Overeenkomstig met Groot-Brittannië, Frankrijk en Nederland zorgt ook in Duitsland de trek naar de grote steden voor een leegloop van het platteland. Daarbij blijkt er ook nog verschil te zijn tussen West- en Oost-Duitsland. In het Westen krimpen vooral de kleinere steden, terwijl in Oost-Duitsland vooral de kleinere steden groeien. Als reactie hierop is het vijfjarige programma Stadtumbau West (Stadombouw West) door de Duitse regering in het leven geroepen. Het is een onderzoekprogramma dat krimp (in West-Duitsland) in al z’n facetten in beeld brengt en is een subsidie instrument. In 2009 is het programma aangevuld met het programma Stadtumbau Ost dat gericht is op de problematiek in Oost-Duitsland. In afbeelding 3.14 op de volgende pagina zijn de steden en gemeenten aangeven die betrokken zijn in het Stadtumbau programma Oost en West. Binnen het onderzoeksprogramma van Stadtumbau West zijn er zestien voorbeeldsteden waar wordt gekeken, hoe de gemeenten met het vraagstuk van economische en demografische verandering omgaan. In de projecten van de verschillende steden is naar voren gekomen dat aan de volgende thema’s gewerkt moet worden: Demografische ontwikkelingen; Woningmarkt; Sociale structuren; Gebouwen die onvoldoende gebruikt worden; Voorzieningenbehoefte. Er wordt vaak in krimpscenario’s gedacht, maar Stadtumbau betekent eigenlijk stedelijke ontwikkeling zonder groei. Zo’n denk- en werkwijze stijgt boven een puur krimpscenario uit en kan ook voor Parkstad een relevante ontwikkeling zijn. Stedelijke herontwikkeling (Stadtumbau) is meer dan alleen het slopen van niet gebruik vastgoed. Het zorgt voor een duurzame stedelijke ontwikkeling in de snel veranderende demografische en economische situatie. Het doel is de stedelijke achteruitgang door bevolkingskrimp zoveel mogelijk tegen te gaan door het verbeteren van de vitaliteit en aantrekkelijkheid van de getroffen krimpstad. De eerste jaren is er naar aanleiding van het programma veel geïnvesteerd in de sloop van woningcomplexen. Tegenwoordig komt er veel kritiek op deze eenzijdige aanpak van de problemen in de wijken. Naast sloop is ook het aantrekkelijk maken van de totale wijk een voorwaarde voor een betere leefkwaliteit. Wanneer deze gegarandeerd wordt, zal de leegstand pas echt gaan afnemen47. 47
Atlas voor gemeenten: leefbaarheid
PAGINA
| 49
De kaart, afbeelding 3.14, is samengesteld door een Duits onderzoeksbureau voor stad en ruimte48 en geeft aan welke steden en gemeenten betrokken zijn bij het programma Stadtumbau Ost (groen) en West (blauw). Opvallend is de concentratie van steden in OostDuitsland. Vanuit deze optiek is Duitsland een land, dat reeds langere tijd kampt met bevolkingskrimp, een interessant ‘krimpervaringsland’ om verder te analyseren in dit onderzoek. Afb. 3.14 - Steden en gemeenten die betrokken zijn in het programma Stadtumbau Ost en West
Bron:Bundesinstitut fur Bau-, Stadt-, und Raumforschung (nabewerkt)
48
www.bbsr.bund.de
PAGINA
| 50
In West-Duitsland zijn twee soorten krimpgebieden te onderscheiden. Ten eerste gaat het om gemeenten, die last hebben van economische veranderingen. Dit betreft vooral de steden waar vroeger mijnen, staalproductie, textielindustrie, leerindustrie of scheepsbouw plaatsvond. In de tweede plaats zijn er gemeenten, die door veranderende woningbehoefte sociaaleconomisch succesvolle inwoners verliezen. Dit leidt tot een eenzijdige bevolkingsopbouw. Bevolkingskrimp in de Oost-Duitse deelstaten (de voormalige DDR) heeft een andere oorzaak, dan de bevolkingskrimp in het Ruhrgebied. De oorzaak van de krimp zijn de veranderingen in het politiekeconomische systeem in Oost-Duitsland. Na de val van de Muur in 1989 en de samensmelting in 1990 heeft de volledige werkgelegenheid plaats moeten maken voor kapitalisme. Dit leidde tot grote werkloosheid en het vertrek van een deel van de bevolking naar deelstaten waar het economisch beter ging. Vooral hoog opgeleiden en vrouwen vertrokken, waardoor het geboortecijfer daalde en de bevolking vergrijsde. Uit onderzoek van Mathessen49 blijkt de bevolkingskrimp in Oost-Duitsland voornamelijk te zijn ontstaan door migratie.
BEVOLKINGSKRIMP IN WEST- EN OOST-DUITSLAND Onderstaande grafiek50 laat duidelijk het verschil zien tussen de bevolkingskrimp in West- en Oost Duitsland. Op de verticale as staan de krimp- en groeipercentages, op de horizontale as zijn de inwoneraantallen weergegeven. In West-Duitsland krimpen de grotere steden terwijl in Oost-Duitsland juist de kleinere steden krimpen, er is een leegloop van het buitengebied gaande. West-Duitsland = blauw, Oost-Duitsland = rood 10 5 0 -5 -10 -15 -20 >500.000
49 50
250.000 - 500.000 100.000 - 250.000 20.000 - 100.000
Matthiesen, (2005) Bron: Akademie für Raumforschung und Landesplanung
PAGINA
| 51
Op basis van de verantwoording in het onderzoeksrapport vormen de deelstaten Noordrijn-Westfalen, Sachsen en Sachsen-Anhalt in Duitsland het onderzoeksgebied, waarin krimpsteden geselecteerd worden voor vervolgonderzoek. Om tot de selectie van krimpsteden te komen, die interessant zijn in de vergelijking met Parkstad is er een aanvullende verkleining van het onderzoeksgebied noodzakelijk. De steden, die per deelstaat de meeste krimp kennen en derhalve gedwongen zijn om maatregelen te nemen in de krimpaanpak, zijn daarbij interessant in dit onderzoek.
3.6.1
KARAKTERSCHETS NOORDRIJN-WESTFALEN Noordrijn-Westfalen is een deelstaat die met 18 miljoen inwoners vergelijkbaar is met Nederland. Gezien de grootte van de deelstaat, kleiner dan Nederland maar groter dan België, is het de meest dicht bevolkte deelstaat van Duitsland. De deelstaat is voornamelijk bekend door de aanwezigheid van het zeer uitgebreide industriële en stedelijke Ruhrgebied en stond bekend als ‘Land van kolen en staal’. De krimp in het Ruhrgebied werd veroorzaakt door het stilvallen van de zware kool- en staalindustrie na 1975. Overeenkomstig met Parkstad daalde hierdoor de werkgelegenheid dramatisch waardoor het verstedelijkte gebied Noordrijn Westfalen geconfronteerd werd met ernstige bevolkingskrimp. Hoewel de industrie van het Ruhrgebied niet overeenkomt met de economie van de Nederland, die vooral gericht is op toonaangevende sectoren zoals logistiek, tuinbouw en (financiële)dienstverlening is de overeenkomst met Parkstad treffend. Afb.3.15 - Krimpsteden in de deelstaat Noordrijn-Westfalen
Bron:www.weltkarte.com (nabewerkt)
PAGINA
| 52
Het onderzoek51 van het Bundesamt fur Bauwesen und Raumordnung toont aan welke steden in de grootste krimp kennen van de deelstaat Noordrijn-Westfalen. In tabel 3.1 zijn resultaten van het onderzoek concreet weergegeven. Tabel 3.1 - Krimpsteden in Noordrijn-Westfalen
STAD Hagen Inwoners 2010: 190.000 Prognose: krimp
Bochum Inwoners 2012: 362.000 Prognose: krimp
Wuppertal Inwoners 2013: 349.000 Prognose: krimp
CONCRETE SITUATIESCHETS
2000 - 2010 -15.000 inw.
De stad met de zweefbaan verliest sinds 2000 constant inwoners. Oorzaken en gevolgen van deze uittocht worden in het onderzoek niet beschreven.
2000 - 2013 -17.000 inw.
Essen
Sinds 2000 kent Essen een constante bevolkingskrimp (de Inwoners 2012: oorzaak en gevolgen zijn niet 566.000 vermeld in het onderzoek) met dramatische gevolgen waaronder Prognose: krimp het sluiten van scholen, kinderopvang en huurwoningen. Vergrijzing en ontgroening zijn de problemen waar Essen mee geconfronteerd wordt. Gelsenkirchen Gelsenkirchen is de meest bekende kolenstad van het Ruhrgebied. Inwoners 2011: Daarnaast floreerde grootschalige 256.000 chemie- en staalindustrieën het stadsbeeld. Het merendeel van Prognose: krimp deze industrieën zijn intussen (omstreeks 1999) stilgelegd, waardoor veel arbeidsplaatsen verloren zijn gegaan. De stad heeft sindsdien 22.000 inwoners verloren. 51
KRIMP
Hagen is een stad met een uitzonderlijk hoog aandeel 16-25 jarigen die in de stad, nu en in de toekomst, massaal (-35%) verlaten. Veel scholen worden in Hagen gesloten. Fabrieken van de autofabrikant Opel zorgen in Bochum voor werkgelegenheid. Ondanks deze economische drager heeft de stad sinds 2000 16.000 inwoners verloren door migratie.
2000 - 2012 -16.000 inw.
2000 - 2012 -21.000 inw.
2000 - 2011 -22.000 inw.
www.wiwo.de/politik/deutschland
PAGINA
| 53
Duisburg Inwoners 2012: 486.000 Prognose: krimp
Duisburg heeft ook geleden door het stilvallen van de economische dragers in Gelsenkirchen en omstreken. Het sluiten van de hoogovens in Duisburg, die inmiddels zijn gesloopt, is mede de oorzaak van de bevolkingskrimp.
2000 - 2012 -26.000 inw.
Bron: www.it.nrw.de/statistik/a
3.6.2
KARAKTERSCHETS SACHSEN-ANHALT Sachsen-Anhalt geldt als kernland van de Duitse geschiedenis en kent met vier UNESCO werelderfgoed-locaties een ruim aanbod aan Duitse cultuur. De deelstaat kent 2,2 miljoen inwoners verdeeld over 20 gemeenten. Hoofdstad van Sachsen-Anhalt is Maagdenburg. Volgens prognoses52 worden momenteel meerdere deelstaten in Duitsland bedreigd met bevolkingskrimp. Sachsen-Anhalt is echter een deelstaat in Duitsland, die met een verlies van 2,4 miljoen inwoners sinds 1990 te maken heeft met de grootste bevolkingskrimp van Duitsland. De gemeenten in de deelstaat Sachsen-Anhalt zijn al acht jaar aan het zoeken en uitproberen hoe men het beste kan omgaan met de krimpproblematiek. De Staatssecretaris, die belast is met gebiedsontwikkeling ziet zijn deelstaat als testgebied voor toekomstige gebiedsontwikkelingen in Duitsland. De deelstaat kent geen negatieve scenario’s, er wordt nadrukkelijk gezocht naar mogelijkheden, die de stadsregio weer vitaal kunnen maken. Vooral een kwalitatieve verbetering van bestaand vastgoed wordt doorgevoerd en (onjuiste) ruimtelijke beslissingen uit de DDR-tijd worden gecorrigeerd, waaronder ook de overtrokken bouwplannen direct na de val van de muur. Sinds de val van de muur zijn er in Sachsen-Anhalt 55.000 woningen gesloopt, maar nog steeds staat 14% van de woningen leeg. Recente cijfers53 tonen aan dat de deelstaat vorig jaar de meeste inwoners in heel Duitsland door bevolkingskrimp verloren heeft. In 2012 alleen al heeft Sachsen-Anhalt 17.000 inwoners verloren. Uit het onderzoek door het Bundesamt, dat ook genoemd is in paragraaf 3.6.1, zijn ook de krimpsteden van Sachsen-Anhalt in kaart gebracht, zie onderstaande tabel 3.1.
52 53
www.bpb.de/nachschlagen/zahlen-und-fakten www.mdr.de/sachsen-anhalt
PAGINA
| 54
Afb.3.16 - Krimpsteden in de deelstaat Sachsen-Anhalt
Bron:www.weltkarte.com (nabewerkt)
Middels deskresearch is per krimpstad een concrete situatieschets tot stand gekomen die in onderstaande tabel is samengevat. Tabel 3.2 - Krimpsteden in Sachsen-Anhalt
STAD Halle Inwoners 2013: 232.000 Prognose: krimp
Dessau Inwoners 2012: 80.000 Prognose: krimp
CONCRETE SITUATIESCHETS Halle is in tien jaar tijd na ‘der Wende’ van 330.000 naar 232.000 inwoners gekrompen en de bevolkingsafname zal zich ook de komende jaren verder voortzetten. Halle is een studentenstad en profileert zich met veel groene industrie. De belangrijkste werkgevers zijn de universiteit en het chemieconcern DOW. Dessau is voor het grootste deel opgetrokken uit Plattenbau. In de tweede wereldoorlog is 85% van de bebouwing in Dessau gebombardeerd, onder meer doordat de vliegtuigfabriek van Juncker er gevestigd was. In tien jaar tijd is Dessau gekrompen van 100.000 inwoners naar 80.000 inwoners. De verwachting is een verdere afname naar 60.000 inwoners. Hiermee verandert Dessau van een grote in een middelgrote stad.
KRIMP 1990 – 2013 -98.000 inw.
1990 – 2000 -20.000 inw.
PAGINA
| 55
Maagdenburg Maagdenburg is sterk gegroeid door Inwoners 2012: 230.000 Prognose: krimp
industrialisatie in het begin van de 19e eeuw. De bevolkingsgroei hield aan en bereikte in 1988 de piek van 290.000 inwoners. Daarna is het inwoneraantal als gevolg van emigratie, suburbanisatie en dalende geboortecijfers gedaald naar 230.000 inwoners.
1988 – 2012 -60.000 inw.
Bron: Verfassungsschutzbericht 2012
3.6.3
KARAKTERSCHETS HALLE Halle, ten Noordoosten van Leipzig in Oost-Duitsland, is gekrompen van 330.000 inwoners in 1990 naar 232.000 inwoners in 201354. Vooral in de jaren zestig van de vorige eeuw was er in Halle veel bouwactiviteit. Aan de overkant van de rivier de Saale is een uitbreidingsstad gerealiseerd is: Neustadt. In de meestal industrieel gefabriceerde appartementen (Plattenbau) woonden in Neustadt rond 1990 circa 94.000 mensen (vooral families van medewerkers van chemiefabrieken). Deze huizen en flats worden nu in het kader van het programma Stadtumbau Ost massaal gesloopt. De stad heeft ingezet op de overgang naar een stad van wetenschap, energie en cultuur. Hiervoor zijn de universiteitsgebouwen uitgebreid waardoor er een verdubbeling van de studenten bereikt is (nu 16.000). In het Plattenbau stadsdeel Neustadt is een groot winkelcentrum, waar redelijk recent (10 jaar geleden) nog een nieuw winkelcentrum bij is gebouwd. Gezien de enorme leegstand bevreemdt dat. Het oude winkelcentrum ligt er namelijk direct naast en in een verdiept maaiveld. Boven het winkeldeel staan vijf grote flats van elk zo’n 180 appartementen in 18 lagen hoog. Vier van deze vijf flats, allen privé eigendom, staan al jarenlang helemaal leeg. Eén staat te koop aangeboden. De kosten van exploitatie van de leegstaande flats is een half miljoen euro per jaar. Veel van deze eigenaren hebben ook geen geld meer voor sloop van de panden, en dus staan de flats er vervallen bij.
54
www.halle.de
PAGINA
| 56
Afb. 3.17 – Te koop aangeboden flat in Halle
Bron: www.hallespectrum.de (nabewerkt)
Afb. 3.18 – Vervallen, verloederd en verlaten appartementen in Halle
Bron: www.hallespectrum.de (nabewerkt)
PAGINA
| 57
Op een loopafstand van tien minuten vanuit het stadscentrum van Halle ligt Halle-Glaucha. De wijk Glaucha wordt door de spoorweg van Halle gescheiden en bestaat uit 200 woongebouwen. Deze woongebouwen zijn veelal statige woonblokken uit 1850-1900 die nagenoeg allemaal in privaat bezit zijn. Achter elk woongebouw gaan 8 tot 10 woningen schuil. Een aantal van deze woongebouwen komen uit op (groene) binnenplaatsen. De wijk heeft daardoor 2500 woningen in particulier bezit. Veel woningen staan leeg en zijn zeer verpauperd. Voor een bedrag tussen de 30.000 euro en 90.000 euro kan een volledig woongebouw worden gekocht. Deze woningen zijn vervolgens voor een huurbedrag tussen de 3 en 6 euro te verhuren.
GEBIEDSKENMERKEN HALLE SAMENGEVAT
Voormalige economische drager: chemie-industrie Sinds eenwording van Duitsland in 1990 dramatische bevolkingskrimp; -98.000 inwoners Privaat bezit in opkomst Veel leegstand, voornamelijk in de hoogbouw flats Nieuwe focus Halle: wetenschap, energie en cultuur Plattenbau wijken (leegstaand) rondom woonwijken in Halle
KENGETALLEN HALLE55 Inwoners Halle: Werkeloosheidscijfer: Woningleegstand: Oppervlakte stad:
232.000 22% 20% 135 km2
Grafiek 4.6 - Bevolkingsontwikkeling Halle 320000 300000 280000 260000 240000 220000 2014
2012
2010
2008
2006
2004
2002
2000
1998
1996
1994
1992
1990
200000
Bron: www.halle.de/de/Rathaus-Stadtrat/Statistikwahlen/Arbeitsmarkt
55
www.halle.de
PAGINA
| 58
3.6.4
KARAKTERSCHETS SACHSEN De meest oostelijke deelstaat van Duitsland is Sachsen en grenst aan Polen en Tsjechië. De deelstaat kent ruim 4 miljoen inwoners verdeeld over 22 gemeenten. Hoofdstad van Sachsen is de stad Dresden. Geen enkele andere Duitse stad is in de Tweede Wereldoorlog zo radicaal verwoest als Dresden, vele historische gebouwen zijn weer herbouwd of worden momenteel nog herbouwd. Sachsen is een deelstaat, die naast Sachsen-Anhalt ook geconfronteerd wordt met demografische veranderingen en de-industrialisatie. Vooral de kleine en middelgrote steden worden hierdoor getroffen. De gehele deelstaat verloor sinds 1990 12% van de bevolking. Huidige demografische prognoses56 houden rekening met een bevolkingsdaling van 10% extra tot 2030. Dit heeft mede tot gevolg, dat over gedimensioneerde infrastructuur aangepast moet worden, terwijl er geen financiële middelen beschikbaar zijn. Culturele en sociale projecten zijn in Sachsen uitgesteld of helemaal beëindigd. Met 370.000 leegstaande woningen kent Sachsen een dramatische leegstand, die volgens onderzoek57 voornamelijk Dresden, Chemnitz, Zwickau en Leipzig treft. In tabel 3.3 zijn de resultaten van het onderzoek concreet weergegeven. Afb. 3.18 - Krimpsteden in de deelstaat Sachsen
Bron:www.weltkarte.com (nabewerkt)
56 57
www.gruene-fraktion-sachsen.de Dsk-gmbh.de
PAGINA
| 59
Tabel 3.3 - Krimpsteden in Sachsen
STAD
CONCRETE SITUATIESCHETS
KRIMP
Leipzig
Leipzig is met circa 498.000 inwoners de dichtstbevolkte stad van Sachsen. Sinds 1990 ervaart Leipzig echter enorme economische veranderingen. Deindustrialisatie heeft tot enorme werkeloosheid geleid met een uittocht van de kansrijke beroepsbevolking tot gevolg. Daarnaast dalen de geboortecijfers in Leipzig, die de groei nog verder in de min drukken. Leipzig focust momenteel op economische, sociale en culturele voorzieningen. Chemnitz is een voormalige industriestad (textiel en bouw van locomotieven) die gedurende tien jaar tijd 16.000 inwoners zag vertrekken naar steden met meer voorzieningen. Uit onderzoek door de stad zelf, blijkt dat de levenskwaliteit in Chemnitz als zeer laag ervaren wordt, wat de migratie naar de buursteden (en naar WestDuitsland) verklaard. Dresden is de hoofdstad van de deelstaat Sachsen en stond bekend als de stad van de Europese fotografie. Na de Tweede Wereldoorlog is Dresden omgebouwd tot een socialistische metropool, hierbij werden alle historische gebouwen gesloopt. Na de val van de Berlijnse Muur is Dresden deels op historische wijze heringericht. Deze ‘stedelijke vernieuwing’ gaat op de dag van vandaag nog steeds door. Door industrialisatie is Dresden in het begin van de vorige eeuw explosief gegroeid met een piek van 650.000 inwoners in 1933. Middels de bouwmethode Plattenbau werden de inwoners gehuisvest. Na de industrialisatiegolf en de Tweede Wereld oorlog werd Dresden echter geconfronteerd met bevolkingskrimp (migratie naar West-Duitsland) waardoor de stad veel leegstand kende.
1930 – 1998 -281.000
Inwoners 2012: 542.000 Prognose: groei
Chemnitz Inwoners 2012: 241.000 Prognose: krimp
Dresden Inwoners 2012: 525.000 Prognose: groei
Val v.d. Muur 1990 – 1998 -74.000
2000 – 2010 -16.000
Na industrialisatiegolf 1933 – 1945 -282.000 Val v.d. Muur 1990 – 1999 -25.000
PAGINA
| 60
Zwickau Inwoners 2008: 95.000 Prognose: krimp
De stad Zwickau is voornamelijk bekend om de auto-industrie door de fabricage van de Trabant. Tegenwoordig produceert Volkswagen auto’s in Zwickau. De stad is echter in eerste instantie gegroeid door de textielnijverheid en zilverwinning. In de 19e eeuw brak een tweede bloeiperiode voor Zwickau aan, toen de kolenwinning op industriële schaal werd voortgezet. Sinds het stilvallen van deze industralistie kampt Zwickau met bevolkingskrimp.
1990 – 2010 -24.000
Bron: www.statistik.sachsen.de
3.6.5
KARAKTERSCHETS LEIPZIG Het Parijs van het Oosten, zoals Leipzig vroeger genoemd werd, was voor de Tweede Wereldoorlog een stad met een vitale en culturele dynamiek. De bruinkoolafgravingen, tijdens de DDR-periode de belangrijkste bron voor werkgelegenheid, moesten grotendeels dicht. Ook hier was er sprake van enerzijds terugval in de vraag naar bruinkool en anderzijds was de zwaar verouderde industrie niet opgewassen tegen concurrerende alternatieven. Nieuwe werkgelegenheid, die gecreëerd werd in de dienstensector bleek niet voldoende om het verlies in werkgelegenheid te compenseren. De stad raakte in tien jaar tijd 100.000 inwoners kwijt, sommige straten uit de oude delen van Leipzig kenden zelfs een leegstand van 50%58. Momenteel staan zelfs gloednieuwe wijken leeg. Ook bedrijventerreinen rondom de stad, die overigens ook gloednieuw zijn, liggen er ongebruikt en verlaten bij. Sinds halverwege de jaren ’90 drong de harde realiteit door en kenmerkt het stedelijke ontwikkelingsbeleid zich door een mix van ambitie en berusting. Op bestuurlijk niveau is er berusting ontstaan en is de bescheiden bevolkingsomvang geaccepteerd. Leipzig probeert nu de woningvoorraad en infrastructuur aan te passen op de krimp. Delen van de woningvoorraad worden gerenoveerd en andere delen, waar geen markt meer voor is, worden gesloopt en vervangen door parkjes en pleinen. Met de bouw van het vliegveld van Leipzig, de snelweg, de uitbreiding van de beurs Leipziger Messe, de autofabrieken van BMW en Porsche en een nieuw mediacluster, ontstaan in het noordelijke randgebied van Leipzig voor het eerst tekenen van economische activiteiten. 58
www.reimerink.com/documents/leipzig.pdf
PAGINA
| 61
Ondanks de grote problemen wordt Leipzig als positief voorbeeld beschouwd, wat betreft de ontwikkelingen na de val van de Berlijnse Muur.
GEBIEDSKENMERKEN LEIPZIG SAMENGEVAT
Voormalige economische drager: textielnijverheid, chemische industrie, bruinkoolafgravingen Nieuwe focus: economische, sociale en culturele voorzieningen Opmerkelijk: ondanks de bevolkingskrimp in grote delen van Sachsen toch bevolkingsgroei in Leipzig Nieuwe economische activiteiten rondom noordelijke stadsrand
KENGETALLEN LEIPZIG59 Inwoners Leipzig: Werkeloosheidscijfer: Woningleegstand: Oppervlakte stad:
542.000 (groeiend) 15% 8% 297 km2
Grafiek 4.7 - Bevolkingsontwikkeling Leipzig 575000 550000 525000 500000 475000 450000
2025
2020
2015
2012
2010
2008
2006
2004
2002
2000
1998
1996
1994
1992
1990
425000
Bron: www.leipzig-sachsen.de/leipzig-stadtchronik
59
Statistik.leipzig.de/statdist
PAGINA
| 62
ONDERZOEKSRAPPORT
SELECTIE VAN DE KRIMPGEBIEDEN Promenade Heerlen: verloederd en leegstaand vastgoed
4
4.
SELECTIE VAN DE KRIMPGEBIEDEN Op basis van de resultaten uit het voorgaande hoofdstuk en aan de hand van de staalkaart van Parkstad, vindt er in dit hoofdstuk een selectie plaats van buitenlandse krimpgebieden.
4.1
INLEIDING Het selecteren van buitenlandse krimpgebieden, die overeenkomsten kennen met Parkstad, heeft als doel om een krimpgebied te kunnen aanwijzen, dat voor verdere analyses in aanmerking komt. Uit de analyses die in een latere fase van dit onderzoek uitgevoerd worden, ontstaat een totaalpalet aan krimpmaatregelen.
SELECTIE VAN KRIMPLANDEN Na een analyse van krimp op verschillende ruimtelijke schaalniveaus kan geconcludeerd worden, dat bevolkingskrimp een wereldwijde problematiek vormt. Naar verwachting zijn culturele en staatkundige verschillen van krimplanden buiten de Europese Unie echter dermate groot, dat een realistische vergelijking met Parkstad niet mogelijk geacht wordt. Om deze reden wordt het zoekgebied naar krimplanden beperkt tot uitsluitend Europese landen. Omdat dit onderzoek focust op het onderzoeken van (krimp)maatregelen uit buitenlandse krimpgebieden, zijn een aantal landen geselecteerd, die reeds lange tijd ervaring hebben met bevolkingskrimp. Naar verwachting hebben deze landen, met meer als 30 jaar ervaring, kennis opgedaan in het toepassen van krimpmaatregelen. Om vast te stellen welke van deze ervaringslanden in Europa geanalyseerd moeten worden, op overeenkomstige krimpgebieden met Parkstad, wordt er in het bijlagenrapport gebruik gemaakt van data uit de Atlas of Shrinking Cities. Uit analyses in het bijlagenrapport blijkt dat Europa meerdere krimplanden met ruime ervaring kent. Bevolkingskrimp gaat terug tot de jaren vijftig van de vorige eeuw. Wanneer deze krimphistorie verdeeld wordt in krimpfases van tien jaar, dan zijn Groot-Brittannië, Duitsland en de Verenigde staten van Amerika de landen met de meeste ervaring (FASE I: krimp vanaf 1950). De Verenigde Staten van Amerika kent met Detroit een dramatische bevolkingskrimp, maar valt buiten het zoekgebied van dit onderzoek. Landen met ervaring sinds FASE II (vanaf 1960) zijn Denemarken, Zweden en Frankrijk.
PAGINA
| 64
Vanwege de taalkundige complexiteit in de literatuur wordt Denemarken en Zweden niet in dit onderzoek opgenomen. In dit onderzoek worden onderstaande krimplanden verder geanalyseerd op overeenkomstige krimpgebieden met Parkstad. • • •
4.2
GROOT-BRITTANNIË OOST-DUITSLAND FRANKRIJK
GROOT-BRITTANNIË Groot-Brittannië kent met Liverpool en Manchester twee krimpsteden van het eerste uur. Sinds 1950 worden beide steden geconfronteerd met bevolkingskrimp. Deze steden hebben sinds de bevolkingspiek in de jaren 30 van de vorige eeuw, bijna de helft van de inwoners verloren. Maar niet alleen Liverpool en Manchester krimpen, volgens de Atlas of Shrinking Cities zijn ook Belfast, Bristol, Glasgow, Newcastle, Kingston Upon Hill en Aberdeen krimpgebieden.
SELECTIE VAN KRIMPGEBIEDEN Op basis van data uit de krimpatlas komen meerdere krimpsteden in Groot-Brittannië in aanmerking voor onderzoek. Gezien de focus van dit onderzoek zijn steden die krimpen door lagere geboortecijfers niet relevant en dat blijkt wel het geval te zijn in een aantal krimpsteden. Op basis van deskresearch worden derhalve Belfast, Glasgow, Newcastle, Bristol en Kingston Upon Hill niet meegenomen in dit onderzoek. ABERDEEN, LIVERPOOL EN MANCHESTER worden wel geanalyseerd op overeenkomsten met Parkstad. Het zijn steden die de grootste krimp van Groot-Brittannië laten zien. Daarnaast zijn het voormalige industriesteden, een waardevolle overeenkomst met Parkstad. In Aberdeen speelt de olie-industrie een grote rol, terwijl Liverpool en Manchester een rijk verleden kennen in de katoenindustrie.
4.2.1
CONTEXT ABERDEENSHIRE Hoewel Aberdeen niet de grootste krimpcijfers van Groot-Brittannië laat zien, is er toch voor gekozen deze regio in eerste instantie te onderzoeken. Aberdeen kent een industriële economische drager, een sterke energiesector in de vorm van olie- en gasreserves. Bij nader onderzoek is echter gebleken dat de economische drager nog actief is, in tegenstelling tot Parkstad. Aberdeen wordt wel confronteerd met bevolkingskrimp, echter uitsluitend op zeer lokale schaal. Deze vorm
PAGINA
| 65
van krimp vormt voor Aberdeen geen aanleiding om maatregelen in te zetten. Sterker nog; door immigratie blijkt Aberdeen juist te groeien, met betrekking tot de inwoneraantallen. Op basis van de onderzoeksgegevens is de staalkaart van Parkstad ingevuld. Naar verwachting is Aberdeen niet vergelijkbaar met Parkstad. Doordat de economische drager (energiesector) nog steeds actief is in de regio, kent Aberdeen zelfs bevolkingsgroei door positieve immigratie. Daarnaast ‘scoort’ Aberdeen alleen op de staalkaart doordat het bevolkingsaantal in de regio door de industrialisering explosief gegroeid is.
ABDERDEENSHIRE ECONOMISCHE INDUSTRIËLE DRAGER (PRIMAIR BELANG) - Mijnindustrie - Staalindustrie - Textielindustrie - Economische drager is nog steeds actief
☐ ☐ ☐
EXPLOSIEVE BEVOLKINGSGROEI (PRIMAIR BELANG) UITTOCHT BEROEPSBEVOLKING (PRIMAIR BELANG)
☐
VERGELIJKBAAR FINANCIEEL KLIMAAT (SECUNDAIR BELANG) - Krimpgebied tot 350.000 inwoners - Krimpgebied tot 500.000 inwoners - Krimpgebied tot 1.000.000 inwoners
☐ ☐
SELECTIEVE MIGRATIE (SECUNDAIR BELANG) - Vergrijzing - Ontgroening
☐ ☐
LEEFBAARHEIDSPROBLEMEN (TERTIAIR BELANG) - Verloedering openbare ruimte - Verkrotting/achterstallig onderhoud - Wegvallen van voorzieningen
☐ ☐ ☐
VERGELIJKBAAR MET PARKSTAD
☐
CONCLUSIE ABERDEEN Op basis van de staalkaart van Parkstad kent Aberdeen geen overeenkomsten, aanvullend onderzoek naar krimpmaatregelen in deze regio is niet noodzakelijk. Bovendien: Aberdeen neemt momenteel geen maatregelen om de zeer lokale krimp aan te pakken.
PAGINA
| 66
4.2.2
CONTEXT LIVERPOOL Na onderzoek blijkt Liverpool een stad te zijn, die met dramatische bevolkingskrimp geconfronteerd wordt. Het inwonersaantal van Liverpool is gekrompen van 800.000 inwoners in 1930 naar 430.000 inwoners in 2000. De laatste cijfers laten echter een lichte bevolkingsgroei zien (470.000 inw. +9%). Liverpool is een stad, die in de jaren 30 van de vorige eeuw explosief gegroeid is door de textielindustrie. Door het stilvallen van deze economische drager wordt Liverpool, net als Parkstad, geconfronteerd met een uittocht van de beroepsbevolking op zoek naar werkgelegenheid elders. Opmerkelijk is de lichte bevolkingsgroei de laatste jaren in Liverpool. Op basis van de onderzoeksgegevens uit het bijlagenrapport wordt onderstaande staalkaart ingevuld. Hieruit blijkt, dat Liverpool overeenkomsten kent met Parkstad. Voornamelijk het stilvallen van de economische drager en de uittocht van de beroepsbevolking zijn waardevol in het vergelijk. Hoewel de dramatische leegstand in het stadsdeel Anfield niet vergelijkbaar is met de leegstand in Parkstad, vormt de wijze waarop Liverpool omgaat met deze problematiek een interessante opgave voor aanvullend onderzoek.
LIVERPOOL ECONOMISCHE INDUSTRIËLE DRAGER (PRIMAIR BELANG) - Mijnindustrie - Staalindustrie - Textielindustrie - Economische drager is nog steeds actief
☐ ☐ ☐
EXPLOSIEVE BEVOLKINGSGROEI (PRIMAIR BELANG) UITTOCHT BEROEPSBEVOLKING (PRIMAIR BELANG)
VERGELIJKBAAR FINANCIEEL KLIMAAT (SECUNDAIR BELANG) - Krimpgebied tot 350.000 inwoners - Krimpgebied tot 500.000 inwoners - Krimpgebied tot 1.000.000 inwoners
☐ ☐
SELECTIEVE MIGRATIE (SECUNDAIR BELANG) - Vergrijzing - Ontgroening
☐ ☐
>>>
PAGINA
| 67
LEEFBAARHEIDSPROBLEMEN (TERTIAIR BELANG) - Verloedering openbare ruimte - Verkrotting/achterstallig onderhoud - Wegvallen van voorzieningen
☐
VERGELIJKBAAR MET PARKSTAD
CONCLUSIE LIVERPOOL De bevestiging, dat de context van Liverpool overeenkomsten kent met Parkstad, is aanleiding voor verder onderzoek. Hoewel de leegstand in Parkstad minder dramatisch is dan in Liverpool, is de verwachting dat de (mogelijk innovatieve) krimpaanpak van Liverpool inspirerend kan zijn.
4.2.3
CONTEXT MANCHESTER Ook Manchester is een stad, die door de industriële revolutie sterk gegroeid is in de jaren 30 van de vorige eeuw. Met het stilvallen van de textielindustrie, kent Manchester dezelfde hoofdoorzaak van de massale bevolkingskrimp als Liverpool. De krimpcijfers zijn ook vrijwel identiek, van 730.000 inwoners in 1930 naar 420.000 in 2000. Ook Manchester groeit, maar wel harder dan Liverpool (nu: 510.000 inw. +21%). In het kader van dit onderzoek een interessant gegeven en aanleiding voor aanvullend onderzoek. Welke maatregelen heeft Liverpool en in het bijzonder Manchester genomen, die de bevolkingsgroei mogelijk gemaakt hebben? Liverpool kent overeenkomsten met Parkstad, zo ook Manchester. Dat blijkt ook na het invullen van de staalkaart; in de primaire overeenkomsten ‘scoort’ Manchester overeenkomsten met Parkstad. Het stilvallen van de economische drager en de uittocht van de beroepsbevolking zijn waardevolle overeenkomsten.
PAGINA
| 68
MANCHESTER ECONOMISCHE INDUSTRIËLE DRAGER (PRIMAIR BELANG) - Mijnindustrie - Staalindustrie - Textielindustrie - Economische drager is nog steeds actief
☐ ☐ ☐
EXPLOSIEVE BEVOLKINGSGROEI (PRIMAIR BELANG) UITTOCHT BEROEPSBEVOLKING (PRIMAIR BELANG)
VERGELIJKBAAR FINANCIEEL KLIMAAT (SECUNDAIR BELANG) - Krimpgebied tot 350.000 inwoners - Krimpgebied tot 500.000 inwoners - Krimpgebied tot 1.000.000 inwoners
☐ ☐
SELECTIEVE MIGRATIE (SECUNDAIR BELANG) - Vergrijzing - Ontgroening
☐ ☐
LEEFBAARHEIDSPROBLEMEN (TERTIAIR BELANG) - Verloedering openbare ruimte - Verkrotting/achterstallig onderhoud - Wegvallen van voorzieningen
☐
VERGELIJKBAAR MET PARKSTAD
CONCLUSIE MANCHESTER Dat Manchester veel overeenkomsten kent met Liverpool zou aanvullend onderzoek wellicht overbodig maken, maar de bevolkingsgroei (+21%), die Manchester de laatste tien jaar laat zien, vormt echter een interessante casus om verder te onderzoeken.
PAGINA
| 69
4.3
FRANKRIJK Ook Frankrijk is een land, dat geconfronteerd wordt met bevolkingskrimp. Het land kent echter ook steden, die bevolkingsgroei kennen, waaronder Parijs, Lyon, en Marseille60. Deskresearch maakt echter duidelijk, dat vooral de regio Nord-Pas de Calais interessant is voor verder onderzoek , gezien het stilvallen van industrialisatie in de regio.
SELECTIE VAN KRIMPGEBIED Ook in Frankrijk is er sprake van bevolkingskrimp, maar de problematiek is anders dan in Groot-Brittannië. De trek naar de grote stad is ook in Frankrijk gaande, grote steden groeien terwijl het platteland leegstroomt. In de aantrekkelijker woongebieden, zoals de kuststroken of de Alpengebieden, is de leegloop niet van toepassing. Deze aantrekkelijke woongebieden zien het inwoneraantal juist groeien. In Frankrijk blijkt uit deskresearch, dat slechts één regio geconfronteerd wordt met een krimpproblematiek, die overeenkomt met Parkstad. De regio Nord-Pas de Calais is van oorsprong een sterk geïndustrialiseerde regio, die een ook mijnbouwverleden kent en kampt met bevolkingskrimp. In het kader van dit onderzoek wordt deze overeenkomst met Parkstad als waardevol gezien, wat een verkennend onderzoek verantwoord. Hoewel Frankrijk meerdere krimpsteden kent volgens de krimpatlas. wordt er in dit onderzoek uitsluitend gefocust op het voormalige industriële gebied NORD-PAS DE CALAIS.
4.3.1
CONTEXT NORD-PAS DE CALAIS De regio is in de vorige eeuw snel gegroeid door arbeidsimmigranten, vanwege de werkgelegenheid in de textiel- of mijnindustrie. Overeenkomstig met Parkstad is er vervangende werkgelegenheid gecreëerd, in Nord-Pas de Calais door de auto-industrie. Deze vervangende werkgelegenheid heeft ook het verlies aan arbeidsgelegenheid niet in z’n geheel kunnen compenseren, waardoor er een uittocht van de beroepsbevolking ontstaan is. Nader onderzoek wijst echter uit dat nagenoeg alle steden in Nord-Pas de Calais geconfronteerd worden met bevolkingskrimp. Echter zijn Lille en Valenciennes twee steden, die ondanks het wegvallen van de economische drager toch bevolkingsgroei (+13%) laten zien. Cijfers in tabel 4.1 laten zien, dat het vergelijk van de gehele regio met Parkstad 60
Frans bureau voor Statistiek: www.Insee.fr
PAGINA
| 70
geen meerwaarde oplevert; het verschil in grootte (oppervlakte en inwoners) is aanzienlijk. Daarom wordt in dit onderzoek verder gefocust op de krimpsteden Valenciennes en Lille. Tabel 4.1 - Vergelijk Nord-Pas de Calais met Parkstad
STAD
OPPERVLAKTE
Nord-Pas de Calais Valenciennes Lille
12.400 km 14 km2 35 km2
PARKSTAD
211 km2
INWONERS
PROGNOSE
4.000.000 43.000 228.000
Krimp Groei Groei
250.000
Krimp
2
Bron: www.insee.fr
4.3.2
CONTEXT LILLE Op basis van bovenstaande gegevens is het invullen van de staalkaart voor de gehele regio niet noodzakelijk. In tegenstelling tot de complete regio is de stad Lille beter vergelijkbaar met Parkstad. Valenciennes is ook een groeistad, maar wordt te klein (oppervlakte en inwoneraantal) geacht in vergelijking met Parkstad. De bevolkingsgroei, die Lille laat zien is een interessante ontwikkeling. Lille is een stad met 226.000 inwoners en vormt samen met de aangesloten gemeenten Hellemmes en Lomme de grootste stad van Noord Frankrijk. Lille is bevoorrecht door een gunstige geografische ligging en is op basis van een zeer dicht transportnetwerk een toegangsweg tot Europa. Sinds de laatste volkstelling is Lille met 14.000 inwoners gegroeid en kent komt daarmee op de 2e plaats van de sterkste groeiende stad in Frankrijk.
LILLE ECONOMISCHE INDUSTRIËLE DRAGER (PRIMAIR BELANG) - Mijnindustrie - Staalindustrie - Textielindustrie - Economische drager is nog steeds actief
☐ ☐
EXPLOSIEVE BEVOLKINGSGROEI (PRIMAIR BELANG) UITTOCHT BEROEPSBEVOLKING (PRIMAIR BELANG)
VERGELIJKBAAR FINANCIEEL KLIMAAT (SECUNDAIR BELANG) - Krimpgebied tot 350.000 inwoners - Krimpgebied tot 500.000 inwoners - Krimpgebied tot 1.000.000 inwoners
☐ ☐
PAGINA
| 71
SELECTIEVE MIGRATIE (SECUNDAIR BELANG) - Vergrijzing - Ontgroening LEEFBAARHEIDSPROBLEMEN (TERTIAIR BELANG) - Verloedering openbare ruimte - Verkrotting/achterstallig onderhoud - Wegvallen van voorzieningen
VERGELIJKBAAR MET PARKSTAD
☐ ☐ ☐ ☐ ☐
CONCLUSIE LILLE De uitslag van de staalkaart is niet verrassend, de economische drager en een vergelijkbaar inwonersaantal zijn waardevolle overeenkomsten met Parkstad. Dat Lille bevolkingsgroei laat zien, ondanks het stilvallen van de voormalige economische drager, is inspirerend voor Parkstad.
4.4
DUITSLAND De eenwording van Duitsland bracht slechts kortstondig een economische opleving in Duitsland. De consequenties van de eenwording werden snel duidelijk; zowel op economisch vlak, mentaal vlak en cultureel vlak waren er na veertig jaar gescheiden te zijn veel verschillen ontstaan. De migratie naar West-Duitsland en omringende landen met meer werkgelegenheid en welvaart, de-industrialisatie, de suburbanisatie naar betere woningen buiten de stad en de ontgroening en vergrijzing zijn debet aan een bevolkingsafname van gemiddeld 30%61 in de steden van Oost-Duitsland. De krimpproblematiek is in sommige steden van Duitsland dermate dramatisch, dat de regering met Rijksprogramma’s62 probeert om de leefbaarheid in verval geraakte krimpsteden te kunnen garanderen. De eerste Internationale Bouwtentoonstelling (IBA) is echter niet gericht op bouwen, maar op ‘ontbouwen’. In het bijlagenrapport is een kaart van Duitsland opgenomen, die de krimp- en groeisteden inzichtelijk maken. In het bijzonder de Oostelijke deelstaten van Duitsland (de voormalige DDR) laten bevolkingskrimp zien. Maar niet alleen Oost-Duitsland krimpt, ook andere deelstaten, zoals Noordrijn-Westfalen, worden met dramatische bevolkingskrimp geconfronteerd. Dat maakt een selectie van krimpgebieden die onderzocht worden in dit onderzoek complex. Binnen de krimpgebieden zoals Sachsen en Sachsen-Anhalt zijn er echter ook voormalige krimpsteden, die tegenwoordig bevolkingsgroei laten zien. De prognoses voor deze steden zijn positief. 61 62
Akademie für Raumforschung und Landesplanung Internationale Bau Ausstellung (IBA) en Stadtumbau
PAGINA
| 72
Steden, die in een krimpgebied na een forse terugval van inwoners toch weer bevolkingsgroei kennen, zijn interessant in het kader van dit onderzoek.
SELECTIE VAN KRIMPGEBIEDEN In tegenstelling tot Frankrijk, waar een duidelijke migratie gaande is naar de aantrekkelijke(re) woongebieden zoals de kustgebieden, is de bevolkingskrimp in Duitsland meer gedifferentieerd. Door deze krimpdifferentiatie is de selectie van krimpgebieden complex, zeker gezien de ernst van de situatie in Duitsland. Een onderzoek van het Bundesinstitut für Bau-, Stadt- und Raumforschung63 maakt echter duidelijk, dat er in Duitsland sprake is van twee hoofdgroepen bevolkingskrimp, ondanks de ernst en grootschaligheid ervan. A.
Krimpgebieden ontstaan door economische veranderingen, zoals het stilvallen van mijnen, staalproductie, textielindustrie etc.
B.
Krimpgebieden ontstaan door politiek-economische veranderingen met migratie van de kansrijke beroepsbevolking als gevolg.
De krimpsituatie is in Parkstad veel kleinschaliger dan de meeste krimpregio’s in Duitsland, maar niet minder complex. Beide krimphoofdgroepen, die door het onderzoeksbureau beschreven zijn, namelijk ook in Parkstad van toepassing. Om een bijdrage te leveren aan de krimpproblematiek in Parkstad, is een verkleining van het onderzoeksgebied in Duitsland niet eenvoudig. Parkstad krimpt immers door een combinatie van factoren; het stilvallen van de economische drager, met migratie van de kansrijke beroepsbevolking als direct gevolg. Krimpmechanismen, zoals beschreven in paragraaf 2.2.2 in het plan van aanpak, zijn in Parkstad aan de orde maar ook in Duitsland. Het principe van een krimpmechanisme is, dat krimp een effect veroorzaakt wat de krimp vervolgens verder versterkt. De zogenaamde zelfversterkende effecten, zoals migratie van de kansrijke beroepsbevolking, spelen in alle krimpgebieden van Duitsland. Op basis van deze redenatie wordt het onderzoeksgebied verkleind. Deelstaten waar de economische drager stilgevallen is worden in dit onderzoek verder geanalyseerd op overeenkomstige krimpgebieden met Parkstad.
63www.bbsr.bund.de/BBSR
PAGINA
| 73
Door het onderzoek64 van het Duitse onderzoeksbureau, Bundesamt für Bauwesen und Raumordnung, is de krimpproblematiek per deelstaat in Duitsland in kaart gebracht. Op basis van deze analyse is het mogelijk deelstaten te selecteren, waar bevolkingskrimp ontstaan is, door het stilvallen van de economische drager. Bevolkingskrimp wordt in deze gebieden in verband gebracht met migratie van de kansrijke beroepsbevolking. Volgens het onderzoek van het Bundesamt worden, voornamelijk de onderstaande deelstaten, geconfronteerd met bevolkingskrimp door migratie;
NOORDRIJN-WESTFALEN SACHSEN -ANHALT SACHSEN
Onderzoek naar de krimpsteden per deelstaat moet inzichtelijk maken welke krimpproblematiek er per krimpstad speelt. Per deelstaat is er derhalve in het bijlagenrapport een karakterschets beschreven waaruit de krimpsteden volgen, die voor aanvullende analyses in aanmerking komen. In de volgende subparagrafen worden de karakterschetsen samengevat tot de context per deelstaat, om vervolgens een selectie te maken in de krimpgebieden, die mogelijk overeenkomsten kennen met Parkstad.
4.4.1
CONTEXT NOORDRIJN-WESTFALEN De deelstaat Noordrijn-Westfalen wordt geconfronteerd met bevolkingskrimp ontstaan door economische veranderingen. Vooral het Ruhrgebied wordt hiermee geconfronteerd. Het stilvallen van de zware kool- en staalindustrie na 1975 is de oorzaak van het verlies van werkgelegenheid, wat bevolkingskrimp tot gevolg heeft. Een overeenkomst die treffend is met Parkstad. Onderzoek door het Bundesamt fur Bauwesen und Raumordnung, (onderzoeksbureau van de overheid in het kader van ruimtelijke ordening) biedt inzicht in de krimpsteden van de deelstaat. De prognoses voor de krimpsteden zijn allemaal negatief; ook in de toekomst wordt er geen bevolkingsgroei meer verwacht. De krimpsteden verschillen in grootte, zie tabel 4.2 op de volgende pagina.
64www2.klett.de/sixcms
PAGINA
| 74
Tabel 4.2 - Vergelijk krimpsteden in Noordrijn-Westfalen met Parkstad
STAD
OPPERVLAKTE
INWONERS
PROGNOSE
Hagen Gelsenkirchen Wuppertal Bochum Duisburg Essen
2
160 km 105 km2 168 km2 145 km2 233 km2 210 km2
190.000 256.000 349.000 362.000 486.000 566.000
Krimp Krimp Krimp Krimp Krimp Krimp
PARKSTAD
211 km2
250.000
Krimp
Bron: Bundesamt fur Bauwesen und Raumordnung
De tabel 4.2 maakt duidelijk, dat de krimpsteden in vergelijk tot Parkstad, in het kader van oppervlakte en inwoners verschillen, maar ook in alle gevallen met blijvende krimp geconfronteerd worden (prognoses).
SELECTIE KRIMPSTEDEN NOORDRIJN-WESTFALEN Zoals eerder is vastgesteld, wordt de krimp in Noordrijn-Westfalen, voornamelijk veroorzaakt door het stilvallen van de economische drager. Dit wordt als een waardevolle overeenkomst gezien met Parkstad. Echter is door deskresearch duidelijk geworden, dat prognoses in alle gevallen negatief zijn. De steden blijven ook in de toekomst inwoners verliezen. Hoewel de krimpproblematiek een sterke overeenkomst kent met Parkstad, Gelsenkirchen is als kolenstad zelfs heel goed vergelijkbaar, is de geprognosticeerde aanhoudende krimp een reden om verder geen onderzoek te doen naar krimpmaatregelen in NoordrijnWestfalen. Naar verwachting zullen de krimpsteden wel maatregelen getroffen hebben in de omgang met de krimpproblematiek, maar niet effectief genoeg om weer bevolkingsgroei mogelijk te maken. Gezien de focus van dit onderzoek, is Noordrijn-Westfalen niet interessant voor Parkstad. * NOORDRIJN-WESTFALEN IS IN DIT ONDERZOEK NIET MEER RELEVANT IN HET KADER VAN KRIMPMAATREGELEN UIT HET BUITENLAND.
4.4.2
CONTEXT SACHSEN-ANHALT Als kernland van de Duitse geschiedenis is Sachsen-Anhalt ook de deelstaat met de meeste bevolkingskrimp van Duitsland. De gemeenten in de deelstaat zijn sinds acht jaar aan het zoeken en experimenteren, hoe met het beste kan omgaan met gebiedsontwikkeling in een krimpgebied. De deelstaat fungeert als
PAGINA
| 75
testgebied, waarbij nadrukkelijk gezocht wordt naar mogelijkheden, die krimpsteden opnieuw aantrekkelijk en vitaal kunnen maken. Onderzoek door het Statische Landesamt Sachsen-Anhalt heeft drie steden benoemd, die de meest dramatische krimp van de deelstaat kennen: Halle, Dessau en Maagdenburg. Zie tabel 4.3. Tabel 4.3 - Vergelijk krimpsteden in Noordrijn-Westfalen met Parkstad
STAD
OPPERVLAKTE
INWONERS
PROGNOSE
Dessau Maagdenburg Halle
245 km2 201 km2 135 km2
84.000 230.000 232.000
Krimp Krimp Krimp
Parkstad
211 km2
250.000
Krimp
Bron: Statische Landesamt Sachsen-Anhalt
De bevolkingskrimp is in Sachsen-Anhalt meer dan zichtbaar. Na de val van de Muur heeft Duitsland enorm veel (€ 205 miljoen) geïnvesteerd in een programma, om een plan met visie te ontwikkelen in de aanpak van stedelijke ontwikkelingen in Oost-Duitsland. Twintig jaar na de eenwording wordt Sachsen-Anhalt echter nog steeds geconfronteerd met een flinke bevolkingsdaling. De stad Halle is gekrompen van 330.000 naar 230.000 inwoners. De stad Dessau van 100.000 naar 80.000 inwoners. Demografische gezien zijn de prognoses voor Sachsen-Anhalt ook niet positief. In 2020 zal 85% van de burgers bestaan uit ouderen (>65 jaar) en jongeren (tot 18 jaar). De beroepsbevolking zal bestaan uit een aandeel van 15%. Dit betekent, dat dit relatief kleine gedeelte de economie in Sachsen-Anhalt draaiende moet houden. Bevolkingsprognoses zijn negatief; de huidige krimpsteden in Sachsen-Anhalt blijven krimpen. Immers; de werkgelegenheid volgt het arbeidsaanbod en de bevolking volgt de arbeidsgelegenheid wat bevolkingskrimp versterkt65.
SELECTIE KRIMPSTEDEN SACHSEN-ANHALT Opmerkelijk is, dat bevolkingsverlies van Sachsen-Anhalt grootschalig van aard is. De deelstaat kent meerdere krimpsteden, die na de samensmelting tussen Oost- en West-Duitsland bevolkingskrimp laten zien. Dessau en Maagdenburg krimpen, Maagdenburg krimpt met een verlies van 60.000 inwoners zelfs ernstig, maar worden in dit onderzoek naar krimpmaatregelen voor Parkstad niet meegenomen, vanwege de verschillen in de leefbaarheid (aantrekkelijkheid van het woongebied) van de krimpregio, zie onderstaande onderbouwing.
65
Plan van aanpak, paragraaf 2.2.2 Krimpmechnismen, pagina 10
PAGINA
| 76
De bevolkingskrimp in Dessau wordt voornamelijk veroorzaakt door de grootschalige Plattenbau woonwijken (prefabbeton hoogbouw flats), die geen aantrekkelijk woongebied vormen. In de Tweede Wereldoorlog is 85% van de bebouwing in Dessau gebombardeerd en grotendeels vervangen door hoogbouw flats. Dessau heeft geleerd van Berlijn, waar Marzahn-Hellersdorf na het aftoppen van de hoogbouw Plattenbauflats weer een aantrekkelijk woongebied vormt. Ook in Dessau worden er plannen gemaakt voor een dergelijke revitalisatie. Parkstad is juist wel een aantrekkelijk woongebied, op dat gebied zijn geen krimpmaatregelen noodzakelijk en daarom is het vergelijk met Dessau in dit onderzoek ook niet relevant. De sterke bevolkingsgroei door industrialisatie heeft ook in Maagdenburg gezorgd voor veel hoogbouwflats en kent daarmee een identiek probleem met Dessau. Daarnaast zijn de dalende geboortecijfers in Maagdenburg de oorzaak van een nog ernstigere krimpsituatie dan in Dessau. Gezien de grote overeenkomsten met Dessau wordt Maagdenburg in dit onderzoek niet verder geanalyseerd op mogelijke overeenkomsten met Parkstad. De stad Halle kent de meest dramatische bevolkingskrimp van Sachsen-Anhalt en heeft sinds de samensmelting tussen Oost- en West-Duitsland bijna 100.000 inwoners verloren. Hoewel ook Halle geconfronteerd wordt met leegstand in hoogbouwflats, is Halle ook een studentenstad en een stad, die zich tracht te profileren op het gebied van nieuwe energie. Dit zijn twee overeenkomsten waar Parkstad ook op ingezet heeft; studentenhuisvesting en nieuwe energie. Naast deze overeenkomsten is de voormalige economische drager identiek aan Parkstad; namelijk mijnbouw (bruinkool). Dat Halle experimenteert met maatregelen in het kader van nieuwe energie en studentenhuisvesting wordt als een waardevolle overeenkomst met Parkstad gezien. Hoewel de prognoses voor Halle negatief zijn, de stad zal ook in de toekomst blijven krimpen, zijn naar verwachting de maatregelen, die Halle uitvoert inspirerend. In een aanvullende analyse moet blijken of Halle daadwerkelijk met Parkstad vergeleken kan worden en of onderzoek naar de maatregelen verantwoord is in het kader van dit onderzoek.
4.4.3
CONTEXT HALLE Halle is een stad in Sachsen-Anhalt, die groot gegroeid is door de aanwezigheid van zout en later door diverse chemie- en bruinkoolfabrieken, die in de vorige eeuw actief waren. Halle grenst aan het enorme industriegebied (>6000 km2), dat centraal gelegen was in het voormalige Duitse Rijk met gunstige verkeersverbindingen (daarom ook nu nog steeds: beursstad Halle-Leipzig) en een
PAGINA
| 77
vruchtbare bodem, waaronder bruinkool. Het winnen van de bruinkool en het verbranden ervan in energiecentrales zorgde enerzijds voor het systematisch vernielen van het landschap en anderzijds voor een enorme milieubelasting in de vorm van een vervuilde rivieren en lucht. Halle stond in die tijd samen met Leipzig bekend als het ‘Kummerland’ (zorgenland) ofwel het ‘Umweltkatastrophengenbiet’ (milieurampgebied). Na de val van de Muur kon het niet anders; de bruinkoolafgravingen werden stilgelegd, mede doordat er geavanceerde apparatuur en machines beschikbaar kwamen, die veel minder energie verbruiken. Het had tot gevolg dat er veel arbeidsplaatsen verloren gingen, het gevolg: migratie van de beroepsbevolking. Sinds de val van de Muur kent Halle bevolkingskrimp, ook in de prognoses tot en met 2030. Halle zet, sinds de eenwording van Duitsland, in op de technologie georiënteerde bedrijfstak en experimenteert met nieuwe energie. Vanwege de aanwezigheid van drie hogescholen en een universiteit is het huisvesten van studenten voor Halle een (luxe) probleem, dat naast de krimpproblematiek opgelost moet worden. Krimp biedt in dit geval mogelijkheden en kansen voor Halle en kan inspirerend zijn voor Parkstad.
HALLE ECONOMISCHE INDUSTRIËLE DRAGER (PRIMAIR BELANG) - Mijnindustrie - Staalindustrie - Textielindustrie - Chemie-industrie - Economische drager is nog steeds actief
☐ ☐ ☐
EXPLOSIEVE BEVOLKINGSGROEI (PRIMAIR BELANG) UITTOCHT BEROEPSBEVOLKING (PRIMAIR BELANG)
VERGELIJKBAAR FINANCIEEL KLIMAAT (SECUNDAIR BELANG) - Krimpgebied tot 350.000 inwoners - Krimpgebied tot 500.000 inwoners - Krimpgebied tot 1.000.000 inwoners
☐ ☐
SELECTIEVE MIGRATIE (SECUNDAIR BELANG) - Vergrijzing - Ontgroening
PAGINA
| 78
LEEFBAARHEIDSPROBLEMEN (TERTIAIR BELANG) - Verloedering openbare ruimte - Verkrotting/achterstallig onderhoud - Wegvallen van voorzieningen
☐ ☐ ☐
VERGELIJKBAAR MET PARKSTAD
CONCLUSIE HALLE De overeenkomsten, die Halle laat zien met Parkstad, zijn in dit onderzoek van grote waarde. Halle is, overeenkomstig met Parkstad, een stad die explosief gegroeid is door industrialisatie in de vorm van mijnbouw. De stad kent bevolkingskrimp doordat de economische drager tot stilstand gekomen is. Migratie is een gevolg van vergrijzing en ontgroening, het zijn zelfversterkende factoren. De schaalgrootte van de bevolkingskrimp, is niet vergelijkbaar met Parkstad, maar het huidige inwoneraantal echter wel. Ook de nieuwe koers die de stad gaat varen, namelijk het inzetten op nieuwe energie en het huisvesten van studenten, kan voor Parkstad inspirerend zijn, zeker gezien het huisvestigingsprobleem waarmee de RWTH in Aken kampt. Een dergelijke score op de staalkaart maakt vervolgonderzoek noodzakelijk, ook al zijn de prognoses in het kader van bevolkingsontwikkeling voor Halle negatief. Ondanks de aanhoudende krimp, kan de aanpak voor Parkstad toch een meerwaarde bieden, daarom wordt onderzoek naar de wijze waarop Halle momenteel experimenteert met studentenhuisvestiging en nieuwe energie als verantwoord beschouwd.
4.4.4
CONTEXT SACHSEN De problematiek, die speelt in Sachsen is vergelijkbaar met SachsenAnhalt. Na de val van Muur verdwenen in Oost-Duitsland hele industrieën met als gevolg, dat veel mensen naar het Westen trokken op zoek naar werk. Volgens onderzoek door het Bundesamt für Bauwesen und Raumordnung is in de tweede helft van de jaren negentig in Sachsen vooral sprake van leegloop van het buitengebied. Sachsen kent een grote trek naar de stad. Dit verschil in bevolkingskrimp tussen West- en Oost Duitsland is paragraaf 3.6 beschreven. In West-Duitsland krimpen de grotere steden terwijl in Oost-Duitsland juist de kleinere steden krimpen. Er is dus een leegloop van het buitengebied gaande. Deze migratievorm is zeker van toepassing in Sachsen, grote steden groeien en dat wordt bevestigd door Leipzig en Dresden. Het zijn de grootste steden van Sachsen die
PAGINA
| 79
ondanks de dramatische krimp sinds de val van de Berlijnse Muur toch weer bevolkingsgroei laten zien. Op basis van een Duits onderzoek66 zijn de krimpsteden van Sachsen in kaart gebracht, tabel 4.4. Tabel 4.4 - Vergelijk krimpsteden in Noordrijn-Westfalen met Parkstad
STAD
OPPERVLAKTE
INWONERS
PROGNOSE
Zwickau Chemnitz Dresden Leipzig
2
103 km 221 km2 328 km2 298 km2
95.000 241.000 525.000 542.000
Krimp Krimp Groei Groei
PARKSTAD
211 km2
250.000
Krimp
Bron: Deutsche Stadt- und Grundstückentwicklungsgesellschaft
Tabel 4.4 maakt duidelijk, dat de krimpsteden in vergelijk tot Parkstad in het kader van oppervlakte en inwoners verschillen. Alleen Chemnitz is vergelijkbaar met Parkstad, oppervlakte en inwoneraantal komen overeen. Chemnitz, maar ook Zwickau, zijn echter steden die geconfronteerd worden met negatieve prognoses, ook in de toekomst neemt het inwonersaantal verder af. Gezien de migratiestromen in Oost-Duitsland, leegloop van het buitengebied en groei van de grote steden, is het niet verrassend, dat Dresden en Leipzig bevolkingsgroei laten zien. Wat verder opmerkelijk is; enkele steden in Sachsen laten wel bevolkingsgroei laten zien, terwijl de deelstaat Sachsen-Anhalt geen groeisteden kent. Dit beeld past in de geschetste migratiestromen.
SELECTIE KRIMPSTEDEN SACHSEN Zoals verwacht is de krimpproblematiek van Sachsen in sommige kleinere steden grootschaliger van aard. Na de samensmelting tussen Oost- en West zijn de steden in Sachsen dramatisch veranderd. Er is sprake van een ernstige vorm van bevolkingskrimp. In het bijlagenrapport zijn de krimpsteden uitvoeriger beschreven. De eerdere bevindingen in dit onderzoek, namelijk (e)migratie van de beroepsbevolking in Oost-Duitsland, wordt bevestigd door deskresearch. Politiek-economische veranderingen, waaronder het stilvallen en/of verplaatsen van industrialisatie, is in nagenoeg alle gevallen de oorzaak van de bevolkingskrimp. Parkstad kent dezelfde problematiek, derhalve vormt Sachsen een interessant onderzoeksgebied.
66
Dsk-gmbh.de/wp-content
PAGINA
| 80
Helaas komen de krimpsteden van Sachsen in demografisch opzicht (oppervlakte en inwoneraantal) niet overeen met Parkstad. Deze problematiek maakt de selectie van krimpsteden, die voor vervolgonderzoek in aanmerking komen lastig. Aanvullende complexiteit in de selectie wordt gevormd door de opgave, waar de meeste krimpsteden mee kampen, namelijk enorme woningleegstand. Hoewel Parkstad wel leegstand kent, is deze niet vergelijkbaar met de schaalgrootte van de krimpsteden in Sachsen. Leegstand is slechts één van de problemen in Parkstad, het is een gevolg van de bevolkingskrimp. Derhalve bieden steden, die in zetten op leegstandsmaatregelen, geen directe meerwaarde in dit onderzoek. Waar Parkstad wellicht inspiratie uit kan putten is de wijze waarop de krimpsteden in Sachsen omgaan met het enorme verlies aan inwoners. De vraag die bij deze problematiek past en waar Parkstad ook over nadenkt67; hoe kan een stad zich staande houden in een periode van ernstige bevolkingskrimp en de leefbaarheid daarbij garanderen? In deze context is Leipzig een opmerkelijke stad, de stad kent namelijk weer lichte groei, nadat Leipzig sinds de Tweede Wereldoorlog ruim 280.000 inwoners verloren heeft. Ook de prognoses zijn positief; Leipzig zal ook in de toekomst blijven groeien. Waar inwoners zijn is werkgelegenheid, Leipzig heeft naar verwachting de economische structuur weten te versterken. Hoewel Leipzig twee keer zoveel inwoners kent als Parkstad en daarmee dus een ander financieel klimaat, wordt de uitzonderlijke bevolkingsgroei als een waardevolle ontwikkeling geacht. Uit de context moet blijken of het alleen demografische verschillen betreft; analyse naar maatregelen kan voor Parkstad, ondanks de demografische verschillen, toch van waarde zijn.
4.4.5
CONTEXT LEIPZIG Demografisch is Leipzig niet direct vergelijkbaar met Parkstad, de grootste stad van Sachsen is duidelijk groter en belangrijker: Leipzig kent veel meer inwoners. Financiële middelen zijn daarom ook niet vergelijkbaar met Parkstad. Leipzig is in de jaren dertig van de vorige eeuw, net als Halle, explosief gegroeid door industrialisatie in de vorm van de chemie-industrie en bruinkoolafgravingen. De context van Halle is daarmee ook grotendeels van toepassing op Leipzig; de bruinkoolafgravingen werden stilgelegd en Leipzig zag het inwonersaantal sindsdien drastisch verminderen. Het aantal arbeidsplaatsen in de industrie kelderde van 100.000 naar slechts 10.000. De beroepsbevolking is vertrokken naar het Westen van Duitsland of naar het ommeland. 67
Regioprogramma.(2010). Naar een duurzaam vitale regio.
PAGINA
| 81
Nog steeds kampt Leipzig met een werkeloosheidscijfer van 15%, ondanks dat bedrijven als DHL, BMW en Porsche hun hoofdzetel naar Leipzig verplaatst hebben. Overeenkomstig met Parkstad is deze vervangende werkgelegenheid niet voldoende om de uittocht van de beroepsbevolking te voorkomen. De oude fabrieken in het centrum van Leipzig staan momenteel leeg. De eenzijdige industrie heeft Leipzig na de val van de Muur de das omgedaan. In demografisch opzicht laat Leipzig teruglopende geboortecijfers zien. Er worden minder kinderen geboren waardoor scholen en andere voorzieningen moeten sluiten. Hierdoor komt de leefbaarheid in delen van Leipzig in het gedrang. Bezuinigingen in het openbaar vervoer zorgen voor een versterkend effect; bereikbaarheid van bijvoorbeeld scholen wordt hierdoor problematisch. Leipzig focust momenteel op nieuwe speerpunten waaronder economische, sociale en culturele voorzieningen.
LEIPZIG ECONOMISCHE INDUSTRIËLE DRAGER (PRIMAIR BELANG) - Mijnindustrie - Staalindustrie - Textielindustrie - Economische drager is nog steeds actief
☐ ☐ ☐
EXPLOSIEVE BEVOLKINGSGROEI (PRIMAIR BELANG) UITTOCHT BEROEPSBEVOLKING (PRIMAIR BELANG)
VERGELIJKBAAR FINANCIEEL KLIMAAT (SECUNDAIR BELANG) - Krimpgebied tot 350.000 inwoners - Krimpgebied tot 500.000 inwoners - Krimpgebied tot 1.000.000 inwoners
☐ ☐
SELECTIEVE MIGRATIE (SECUNDAIR BELANG) - Vergrijzing - Ontgroening
☐
LEEFBAARHEIDSPROBLEMEN (TERTIAIR BELANG) - Verloedering openbare ruimte - Verkrotting/achterstallig onderhoud - Wegvallen van voorzieningen
VERGELIJKBAAR MET PARKSTAD
PAGINA
| 82
CONCLUSIE LEIPZIG De problematiek waar Leipzig mee kampt, is vergelijkbaar met Parkstad, echter is de schaalgrootte van de krimpproblematiek niet vergelijkbaar. Ook het inwonersaantal overstijgt het aantal inwoners van Parkstad ruim, waardoor het financiële klimaat ook niet vergelijkbaar is met Parkstad. Uit vervolgonderzoek zal moeten blijken in hoeverre de maatregelen die Leipzig neemt, financieel belastend zijn voor de stad. Naast Dresden kent Leipzig bevolkingsgroei in de deelstaat Sachsen en dat is uitzonderlijk, de overige steden in Sachsen laten blijvende krimpcijfers zien. Ook de prognoses voor Leipzig zijn positief, tot 2030 is er bevolkingsgroei geprognosticeerd. Gezien de ‘scores’ op de staalkaart wordt Leipzig verder onderzocht op maatregelen die genomen zijn in de ernstige krimpproblematiek waar de stad mee kampt.
PAGINA
| 83
ONDERZOEKSRAPPORT
MAATREGELEN HALLE-LEIPZIG Bioscoop Royal in Heerlen
5
5.
MAATREGELEN HALLE-LEIPZIG Doel van dit hoofdstuk is het inventariseren van krimpmaatregelen, welke in zes hoofdgroepen concreet beschreven worden. Deze inventarisatie is vervolgens de basis voor het samenstellen van een palet aan krimpmaatregelen, die bijdragen aan de aanpak in Parkstad.
5.1
INLEIDING “Krimp… Ik kan het woord eigenlijk niet meer horen. Zo relevant vind ik het niet dat er een paar huizen leeg staan. Laten we liever vooruit kijken en niet meteen alles slopen, dat kan altijd nog”, aldus de Duitse stedenbouwer Sulzer in een interview met Der Spiegel (Pötzl, 2012). Moe geworden van de krimpdiscussie in Oost-Duitsland pleit Sulzer ervoor niet meer te spreken van ‘Shrinking Cities’, maar van ‘Waiting Cities’, dus steden die wachten, sluimeren, totdat hun verborgen waarden ontdekt worden. Uit de literatuur68 blijkt, dat Sulzer gelijk heeft; krimp en de maatschappelijke veranderingen, die erdoor ontstaan zijn, vragen om een lange termijn perspectief, dat gebaat is met vooruit kijken in plaats van terug kijken. Krimp dwingt tot anders denken, tot reflectie, tot een toekomstvisie. Deze toekomstvisie is in Halle-Leipzig vorm gegeven door krimpmaatregelen, die in een mix van revitalisering- en sociaaleconomische maatregelen is toegepast. Uit deskresearch69 blijkt, dat de route tot bovenstaande maatregelen een lange route was. Een omslag in het denken over gebiedsontwikkeling was noodzakelijk van de lokale en regionale bestuurders in Oost-Duitsland. Gevangen in groeidenken, groei is succes en krimp is falen, moeten bestuurders nu rekening houden met de nieuwe realiteit van bevolkingsdaling, ontgroening en vergrijzing. De OostDuitse bestuurders hebben ervaren, dat krimp een nieuwe manier van besturen, organiseren en financieren vergt. Axel Dyck, voorzitter van de SPD-Fraktion in Leipzig zegt; “We zijn door vier fasen van bestuurlijke reacties heen gegaan, waarvan de eerste twee fases in noodzakelijk versneld tempo”. 1. Verharmlozung (bagatelliseren) 2. Bekämpfung (bestrijden) 3. Begleitung (begeleiden) 4. Benutzen (benutten) Philipp Oswalt (2006), Schrumpfende Städte – Internationale Untersuchung, Ostfildern: Hatje Catnz Verlag 69 Lijst met literatuur, artikelen en internetbronnen zijn opgenomen in de literatuurlijst. 68
PAGINA
| 85
De ervaringen van de bestuurders uit Halle-Leipzig in het doorlopen van bovenstaande fasen, worden voor het bestuur van Parkstad als uitermate waardevol geacht. Daarnaast zijn de maatregelen, die in dit hoofdstuk beschreven worden, voor een belangrijk deel afhankelijk van, of juist ontstaan door bestuurlijke reacties. Naast de maatregelen zelf is dus ook de bestuurlijke bewustwording in Halle-Leipzig inspirerend, voor de toekomstige (krimp)aanpak in Parkstad.
5.2
BESTUURLIJK PROCES Het bestuurlijke proces, dat Halle-Leipzig doorlopen heeft sinds ‘die Wende’ in 1989, is inspirerend voor Parkstad. Het proces, dat bestaat uit vier fasen (processtappen) heeft geleid tot het formuleren van een Stadtentwicklungsplan70 in Leipzig, waarin de toekomstige gebiedsontwikkeling is beschreven71. De basis van deze strategie wordt gevormd door ‘lessons learned’ in bestuurlijk opzicht en als gevolg daarvan het benoemen van kwaliteiten van samenleven. BAGATELLISEREN → BESTRIJDEN → BEGELEIDEN → BENUTTEN
BAGATELLISEREN: DE CIJFERS ZIJN ONJUIST “In onze gemeente valt het wel mee met de bevolkingsdaling”, een veel gehoorde opmerking van bestuurders. Vaak worden krimpcijfers ter discussie gesteld, kloppen ze wel? De bevolking laat zich echter nauwkeurig voorspellen, de potentiële moeders zijn immers al geboren. Binnen- en buitenlandse immigratiestromen spelen echter een rol en die stromen zijn minder goed voorspelbaar. Kortom; krimpcijfers zijn niet onafwendbaar maar richtinggevend. Bevolkingsdaling mag dan in kwantitatieve zin niet exact voorspelbaar zijn, de trendmatige ontwikkeling is echter wel duidelijk. Tip; niet zozeer de precieze cijfers zijn van belang, wel het verhaal achter de cijfers! Kijk over de top van de groei heen en bepaal als regio hoe het wonen, werken en recreëren eruit gaan zien. Het binnenhalen van nieuwkomers is mogelijk wanneer er gefocust wordt op bijvoorbeeld retourimmigranten.
BESTRIJDEN: DAT LATEN WE NIET GEBEUREN Ook al werd in het verleden door bestuurders het belang van krimp erkent, de eerste reacties getuigen van een zekere strijdlust, de gedachte dat krimp zich laat bestrijden. Op basis van campagnes wordt getracht nieuwe bewoners te trekken, vooral nieuwe woonconcepten zijn populair, zoals klushuizen. In Nederland is de Blauwe Stad een voorbeeld van deze strategie. Overal in Europa wordt op basis van een bestrijdingsstrategie getracht krimp te keren. Het ene initiatief om nieuwe bewoners aan te trekken is nog origineler dan het andere. 70 71
Stadtentwicklungsplan = ontwikkelstrategie Bron: www.nachhaltige-stadtentwicklung-sachsen.de/dokumente PAGINA
| 86
Deze ‘koude’ marketingstrategieën zijn echter kansloos; uiteindelijk wordt er gestreden om dezelfde groep, terwijl de vijver steeds leger wordt. Er is sprake van ‘inwonerskannibalisme’. En daarbij; mensen verhuizen niet zomaar, citymarketing kan slechts als trigger werken. onderzoek72 bevestigt dit, wooncampagnes hebben geen enkele invloed op beslissingen van mensen, om naar een bepaalde gemeente te verhuizen.
BEGELEIDEN: WE LEREN ERMEE OMGAAN Krimp bestrijden met ‘koude’ marketing is meestal weggegooid geld, krimp accepteren en ermee leren omgaan is zinvoller. Dit pleit voor ‘warme’ marketing; ‘hoe zorgen we ervoor dat de bestaande bewoners niet vertrekken’. In tegenstelling tot ‘hoe trekken we nieuwe inwoners’, is dit een andere benaderingswijze van krimp. Nieuwbouwplannen dienen gematigd te worden en de bestaande woningvoorraad wordt geherstructureerd. In Halle-Leipzig wordt er dan ook gesproken over ‘Gesundsschrumpfen73’, terwijl men in Engeland over ‘planning for decline’ spreekt. Er wordt in Halle-Leipzig dan ook heel bewust omgegaan met de sloophamer, naast de sloop van vastgoed verschraald de omgeving, doordat met sloop ook individuele, sociale en culturele waarden verdwijnen. Een mogelijke valkuil voor Parkstad, vooral omdat het zoeken naar een herbestemming en revitalisering van de overtollige woningvoorraad veel geld kost. In Halle-Leipzig geldt daarom het nieuwe adagium; ‘Neue Ideen müssen Altbauten verwenden74’.
BENUTTEN: MEER VOOR MINDER MENSEN ‘Luxus der Leere’75 was een (te) optimistische denkwijze, die door Halle-Leipzig in het beginstadium van de bevolkingskrimp gehanteerd werd. Zo beschouwd zou krimp een zegen zijn voor de ruimtelijke kwaliteit, het verkeer, de natuur en het milieu. Halle-Leipzig heeft geleerd, dat in theorie krimp inderdaad nieuwe kansen biedt. Krimpgebieden zijn in dat opzicht de laboratoria voor de toekomst. Iets waar Halle-Leipzig mee voorop loopt in Duitsland. Oplossingen bedenken voor vraagstukken, waar op den duur het hele land mee te maken krijgt, zoals vergrijzing, ontgroening en de noodzaak van burgerlijke zelfredzaamheid. In Halle-Leipzig wordt er niet geklaagd over het grote aandeel 60-plussers, de senioren hebben zelf het heft in eigen handen genomen en taken in de lokale gemeenschap verdeeld. Kernbegrippen daarbij zijn zelfredzaamheid, ontmoeting en oog voor elkaar. Dit aspect wordt uitvoeriger beschreven in paragraaf 5.3.4 G.J. Hospers (2014). Citymarketing, wat werkt wel en wat niet? Op basis van herstructurering, revitalisatie en renovatie krimpen totdat een gezond evenwicht ontstaan is op de woningmarkt. 74 Nieuwe ideeën moeten gebruik maken van bestaande panden/vastgoed 75 De luxe van veel leegte/ruimte 72 73
PAGINA
| 87
sociale kwaliteiten. Kortom, bevolkingsdaling is een context, waarmee steeds meer gemeenten in Nederland rekening moeten houden. Op basis van de ervaringen in Halle-Leipzig is inzetten op bestaande bewoners (en het binden aan de omgeving) zinvoller, dan zich richten op nieuwkomers. Dat vraagt echter een transitie van het krimpbeleid van bestrijden naar begeleiden, een proces waar Halle-Leipzig ook tijd voor nodig had. Wie had er ooit gedacht dat de leeggelopen DDR-stad Leipzig na tien jaar de ‘place to be’ voor Duitse creatievelingen zou worden? In een lang termijnproces als krimp, is geduld noodzakelijk, en de acceptatie dat ‘ijzer niet met de handen gebroken kan worden’, een boodschap die de wethouder uit Leipzig wil meegeven. Niet DOEMDENKEN maar ‘UMDENKEN76’, dat heeft men in Duitsland geleerd, Halle-Leipzig is in korte tijd losgekomen van denken in termen van ‘groei is goed’ en ‘krimp is slecht’. Het accepteren, dat krimp blijvend is en dat er snel nagedacht moet worden over ‘hoe wel om te gaan met krimp’, is vertaald in een ontwikkelstrategie, die gebaseerd is op het formuleren van zes kwaliteiten. Deze kwaliteiten worden in de volgende paragraaf beschreven.
HET BESTUURLIJKE PROCES: ‘LESSONS LEARNED’
Krimpcijfers zijn niet onafwendbaar maar richtinggevend. Het verhaal achter de krimp is belangrijk, welke demografische verschuiving vindt er plaats en wat is de oorzaak daarvan? Krimp bestrijden met koude marketing is zinloos. Nieuwe bewoners aantrekken leidt tot krimp in een buurgemeente. Inspelen op behoeftes en wensen van bestaande bewoners is succesvol. Bestaande bewoners binden aan hun leefomgeving is essentieel in een krimpgebied. Het vergt echter een overheid, die ruimte (niet alleen fysiek) aan de burger kan en wil geven. Door sloop verdwijnen ook individuele, sociale en culturele waarden; kortom sloop met beleid. Ouderen bezitten sociaal kapitaal, dat benut kan worden in het kader van zelfredzaamheid en actieve burgerparticipatie. Halle-Leipzig is in korte tijd moeten loskomen van denken in termen van ‘groei is goed’ en ‘krimp is slecht’. Niet doemdenken maar ‘umdenken’.
In de volgende paragraaf worden de maatregelen vanuit het bijlagenrapport samengevat en per hoofdgroep weergegeven. Een uitgebreide toelichting en kanttekeningen betreffende de maatregelen wordt beschreven in paragraaf 5.4.
76
Umdenken = omdenken, anders denken. PAGINA
| 88
5.3
KRIMP EN KWALITEIT Zoals blijkt uit de vorige paragraaf dwingt krimp tot anders denken. Iedere stad of regio, die met krimp te maken krijgt. probeert op z’n eigen wijze met krimp om te gaan. In Halle-Leipzig is vanaf de beginperiode, dat beide steden inwoners verloren nagedacht over hoe men in de toekomst zou willen wonen, werken en recreëren en wat daarvoor nodig is. Welke voorzieningen zijn onmisbaar, welke moeten veranderd worden en welke mogen verdwijnen? En welke investeringen vraagt dat en hoe zijn de taken verdeeld? Het zijn vragen waar Halle-Leipzig niet direct een antwoord op had, maar op basis van experimenten gedurende de laatste tien jaar nu wel antwoorden op kan geven. De stadsregio heeft per direct gereageerd op de krimpproblematiek, door het formuleren van een ontwikkelconcept77, gebaseerd op krimp als uitgangspunt. Als er door krimp bijvoorbeeld meer fysieke ruimte vrijkomt, werd er direct (gedwongen) nagedacht over het ruimtegebruik. Op deze wijze is de stadsregio Halle-Leipzig tot een strategie gekomen, die een mix van maatregelen omvat, die de kwaliteit van samenleven bepalen. Deze zijn onder te verdelen in de onderstaande zes hoofdgroepen.
ONTWIKKELSTRATEGIE: KWALITEITEN VAN SAMENLEVEN
Fysieke kwaliteiten Ecologische kwaliteiten Economische kwaliteiten Sociale kwaliteiten Culturele kwaliteiten Politieke kwaliteiten
In de volgende paragrafen worden de kwaliteiten per hoofdgroep verder toegelicht. Maatregelen/kwaliteiten, die voor Parkstad realistisch zijn, worden in het onderzoeksrapport in hoofdstuk 6 verder toegelicht.
5.3.1
FYSIEKE KWALITEITEN Halle-Leipzig heeft te maken met de volgende krimpvraagstukken: leegstand en sloop, het inzakken van de huizenmarkt, waardevermindering van het vastgoed en gebrek aan doorstroming. Ook in Parkstad en in andere krimpgebieden in Nederland, speelt deze problematiek. Zoals omschreven is in Halle-Leipzig de sloophamer met beleid gehanteerd, men heeft nadrukkelijk gezocht om tot een andere alternatieve invulling van de ruimte te komen. Halle-Leipzig heeft www.leipzig.de/bauen-undwohnen/stadtentwicklung/stadtentwicklungskonzept-seko 77
PAGINA
| 89
geleerd dat, een woning niet alleen een economische waarde representeert, maar ook een historische en familiaire, emotionele, culturele en sociale waarde omvat. Ook in Halle-Leipzig is er door de krimp, een overaanbod van woningen ontstaan, waardoor de economische waarde zakt. Er is echter niet massaal gesloopt om de waarde van het vastgoed veilig te stellen. Men heeft ervoor gekozen om woningen aan de voorraad te onttrekken, door er eenvoudig een bordje op te hangen: ‘onbewoonbaar verklaarde woning’78. Op deze manier is de markt beschermd, heeft men tijd gewonnen en dat blijkt achteraf een gouden greep. Nu de inwonersaantallen weer toenemen, kan er op basis van renovatie beschikt worden over woningen, die prima passen in het straatbeeld van Leipzig. Halle-Leipzig voegt dus een breder waarde perspectief toe aan een woning, naast de functionele waarde (de staat van de woning en haar onderdelen) wordt er eigen waarde toegevoegd, wat een nieuwe visie op gebiedsontwikkeling tot gevolg heeft. De functionele waarde van wonen is tegenwoordig in handen van professionals; architecten, bouwkundigen, woningcorporaties, projectontwikkelaars en aannemers. Op basis van theoretische en technische kennis, worden woningen geproduceerd, met de toekomstige bewoner in de rol van consument. Echter heeft Halle-Leipzig geleerd, dat mensen ook een ‘thuis’ willen; een plek, die als een eigen territorium ervaren wordt. Een plek waarin men vrij kan bewegen en waarin men iets van zichzelf kwijt kan. Op deze manier wordt er eigenwaarde aan een woning toegevoegd. Door krimp is in Halle-Leipzig de woonproductie en woonconsumptie dichter bij elkaar gebracht. Dit is mogelijk door in een vroeg stadium (aspirant)bewoners en (ver)bouwers te laten samen werken. Actief burgerschap is hiervan het resultaat; woningen die mensen binden aan hun leefomgeving. In Halle-Leipzig, en vooral in Leipzig, is de samenwerking met bewoners gebruikt om de leefomgeving zodanig in te richten, dat deze onderscheidend is. Het biedt mensen de mogelijkheid nieuwe vormen van binding met het leefgebied aan te gaan, hetgeen een belangrijke factor is een gebied met een vertrekoverschot. Dergelijke thematische wooncomplexen blijken populair in Leipzig, de mensen wonen er graag en het verloop is er beperkt. Het concept van de compacte stad in Leipzig is meerdere malen met succes uitgevoerd. In tegenstelling tot groeigebieden, waar de ruimte in strakke functies verdeeld wordt: wonen, werken en recreëren, wordt in Halle-Leipzig juist zoveel mogelijk gedefunctionaliseerd. Met andere woorden; wonen, werken en recreëren worden geconcentreerd (gemengd), waardoor er centra ontstaan. Deze centra vormen in Halle-Leipzig de basis van de publieke ruimte en maken zo menselijk contact mogelijk. H. Bijlham, 2010. Bedreigd bestaan Noord-Groningen. Assen: Van Gorcum 78
PAGINA
| 90
In Leipzig is een wijk gerevitaliseerd op basis van een mix aan maatregelen; er zijn flats afgetopt en woningen samengevoegd, terwijl sommige huizen er een extra kamer of balkon bij kregen. Plekken die vrijvielen zijn opgevuld met groenvoorzieningen. Het openbare groen mag de lokale bevolking naar eigeninzicht gebruiken; als moestuin, barbecueplek of speeltuin. Men heeft volop ervaring met revitalisering. Zo is de bestemming van woningen verruimd, zodat toeristen er hun vakantie kunnen doorbrengen. Onverkoopbare panden worden vaak met klimop of ander groen bedekt, wat er stukken beter uitziet, dan alleen maar troosteloze leegstand. Er zijn legio voorbeelden van revitaliseringsmaatregelen, die passen binnen de begeleidingsstrategie. Enkele mogelijkheden: AFTOPPEN: het verminderen van flatlagen door de bovenste verdieping(en) eraf te halen. Hoogbouw wordt op deze wijze laagbouw. OPTOPPEN: het toevoegen van extra voorzieningen bovenop een bestaand flatgebouw, zoals daktuinen of een gemeenschappelijke ruimte. BIJKAMEREN: het combineren van naast elkaar gelegen woningen. Op deze wijze kunnen kleine woningen samengevoegd worden tot grotere woningen. BOVENKAMEREN: verticaal samenvoegen van woningen door verdiepingen van meerdere woningen samen te voegen. Men spreekt dan van verticaal samenvoegen. UITPLINTEN: het toekennen van een andere functie op de begane grond van een flatgebouw, zoals een woning, ontmoetingsruimte of een atelier. OPPLUSSEN: het verbeteren van bestaande woningen zodat ouderen er goed kunnen wonen. Denk aan het weghalen van drempels en het maken van een lift. AANKOPPEN: het toevoegen van voorzieningen AANPUISTEN: het verdiepen van een woning, zodat een ‘kangoeroewoning’ ontstaat voor ouderen, die dicht bij hun kinderen willen wonen.
PAGINA
| 91
Afb. 5.1 - Voorbeeld van ‘bijkameren’ en ‘bovenkameren’.
Bron: www.veldacademie.nl (bewerkt)
5.3.2
ECOLOGISCHE KWALITEITEN Fysieke en ecologische kwaliteit zijn nauw met elkaar verbonden. Omdat veel gemeenten zich profileren met groen, rustig en ruim in de hoop daarmee nieuwe bewoners te trekken heeft Halle-Leipzig meer ingezet op duurzaamheid en nieuwe materialen, met nieuwe energie en ‘cradle-to-cradle’ als sleutelbegrippen. Het streefdoel van Halle: een mens die de wereld niet langer uitput en in harmonie met zijn omgeving leeft, ‘Urban Farming’ is geïntroduceerd. Er wordt nu nog steeds geëxperimenteerd hoe groen en duurzaam denken verbonden kan worden met een stedelijke levensstijl. Ecologie vraagt om een gedragsverandering, duurzame steden vergen een investering in het gedrag van de mensen die er gaan wonen. Een voorbeeld hiervan is de wijk EVA Lanxmeer in Culemborg: een ecologisch verantwoorde wijk die volledig gedragen wordt door mensen, die er wonen. Tot op zekere hoogte zijn de bewoners geselecteerd op hun attitude ten opzichte van de wijk. Halle heeft bewust gekozen niet te selecteren op sociaal bindend kapitaal in de hoop. dat de menging van mensen voldoende zou zijn om een thematische wijk, nieuw leven te geven. Het gevolg is dat dergelijke wijken veel verloop laten zien, men woont niet met plezier. Krimpende gebieden zijn in het algemeen sociaaleconomisch zwak, vermenging van verschillende attitudes gaat zeer moeizaam. Er is in deze gebieden meer armoede dan elders en men voelt er zich minder verantwoordelijk voor de directie leefomgeving. Deze problematiek is vergelijkbaar met Parkstad, maar ook Halle-Leipzig blijkt nog niet in staat te zijn deze wijken sociaaleconomische te versterken, waardoor de implementatie van ecologische idealen onmogelijk wordt. Urban Farming blijkt echter wel een methode te zijn, die geaccepteerd wordt en zelfs succesvol is. Op diverse locaties in de stad zijn braakliggende terreinen aan de lokale bevolking ‘gegeven’ met de bedoeling deze te gebruiken als moestuin. Omdat het gebruik van PAGINA
| 92
tijdelijke aard is, wordt in de meeste moestuinen in Halle-Leipzig gebruik gemaakt van verplaatsbare plantenbakken. Het concept is een succes, de moestuinen vormen een sociale ontmoetingsplaats. Het braakliggende terrein heeft een functie en er ontstaat reuring in het gebied. Afb. 5.2 - Voorbeeld van Urban Farming
Bron: www.leipzig.de
5.3.3
ECONOMISCHE KWALITEITEN Halle en Leipzig zijn steden, die explosief gegroeid zijn door industrialisatie in de vorm van bruinkoolafgravingen. Een dergelijke monocultuur maakt een gebied kwetsbaar. Door het wegvallen van de eenzijdige economische drager wordt Halle, Leipzig maar ook Parkstad economisch geraakt. Bevolkingskrimp betekent voor Halle-Leipzig een ramp voor de lokale economie; winkels moesten sluiten door een gebrek aan klandizie of problemen met bedrijfsopvolging, bedrijven trekken weg door gebrek aan arbeidskrachten en talenten. Geen aantrekkelijk investerings- en vestigingsklimaat voor nieuwe bedrijvigheid. Halle-Leipzig heeft deze problematiek opgepakt en gezocht naar voldoende economische variatie. Snel reageren en proberen over te stappen op de nieuwe diensteneconomie. Het ligt dan voor de hand te experimenteren met nieuwe technologie en dienstverlening op afstand mogelijk te maken. In Halle-Leipzig is geïnvesteerd in glasvezel, waardoor digitaal winkelen, digitaal een arts raadplagen of digitaal een concert bijwonen mogelijk is. In een
PAGINA
| 93
krimpregio kan een dergelijke maatregel meer dan gemiddeld bijdragen aan de kwaliteit van leven. Krimp als aanzet tot economische modernisering dus, iets waar Halle-Leipzig vroegtijdig in geïnvesteerd heeft. Krimpgebieden worden gekenmerkt door een overschot, van alles is er teveel; te veel scholen, teveel woningen, te veel infrastructuur. In Halle-Leipzig experimenteert men daarom met een sociale economie; op basis van ruilhandel worden goederen en diensten verruild. Wat Reverda schrijft in z’n boek, Krimp het nieuwe denken, wordt in HalleLeipzig experimenteel uitgevoerd. Volgens Reverda worden in lokale of regionale ruilsystemen mensen aangesproken op hun talenten en krachten. Ze worden geactiveerd aan de hand van datgene wat ze kunnen. Dat kan van alles zijn; huishoudelijke apparaten repareren, babysitten, bandenplakken, huizen schilderen of in de tuin werken. In Halle-Leipzig wordt er middels een eenvoudige namenlijst een overzicht bijgehouden van aangeboden goederen en diensten. Een soort van ‘talentenbank’ waarmee het reeds opgebouwde menselijke en sociale kapitaal zichtbaar wordt. Een voorbeeld van dienstenruil is het uitruilen van werkplekken of opvangplekken voor kinderen79. Het blijkt te werken, voornamelijk Leipzig is een stad, die nu weer bevolkingsgroei kent, doordat het voornamelijk creatievelingen aantrekt, die willen participeren in de talenteneconomie.
5.3.4
SOCIALE KWALITEITEN Het is opvallend, dat er in Nederland maar weinig aandacht is voor de ‘zachte’ aspecten van krimp: de lifestyle van de bevolking, de kwaliteit van de maatschappij of het functioneren van het lokale en regionale bestuur. Die zachte kant is minstens zo belangrijk, ook al is deze kant moeilijker tastbaar te maken. In tegenstelling tot Halle-Leipzig staat in Parkstad in ieder geval nog de harde kant van krimp centraal. Dat blijkt ook uit het regionale actieplan bevolkingsdaling, Naar een duurzaam vitale regio, van Parkstad. De twee pijlers van de notitie zijn herstructurering van de woningmarkt en economische structuurversterking. Een citaat uit dit actieplan: “Fysieke kwaliteiten van de regio, zoals wonen en mobiliteit, en de regionale economie domineren het actieprogramma.” Over het investeren in de zachte kant van Parkstad wordt in alle toonaarden gezwegen. In Halle-Leipzig zijn bestuurders zich ervan bewust, dat krimpgebieden gebaat zijn bij sociaal-culturele modernisering. Het faciliteren van bestaand talent wordt als waardevol geacht, dit wordt vormgegeven door het opgebouwde sociale menselijke kapitaal van ouderen om te vormen, om de kwaliteit van (samen)leven te kunnen garanderen. Het zijn dus de ouderen in Halle-Leipzig, die het voortouw nemen, of eigenlijk ‘gedwongen’ worden tot actief burgerschap. 79
www.kitaplatztausch.gesamtelternrat-leipzig.de PAGINA
| 94
De overgang van een groene naar grijze samenleving in Halle-Leipzig heeft ook geleid tot de gedwongen samenwerking van sportclubs, harmonies en zangverenigingen. Zeker omdat hun ledenlijsten kleiner worden en vergrijzen. Hoewel het in eerste instantie met verzet gepaard ging, is het de enige wijze om sociaal-culturele infrastructuur in stand te houden. Ook hier geldt in Halle-Leipzig; gedeeld gebruik en zelfs gedeeld eigenaarschap van een accommodatie, hebben voormalige concurrenten bijeen gebracht in wisselende samenstelling en in wisselende zeggenschap. Kortom, in Halle-Leipzig is er door de ontbindende werking van krimp, ingezet op maatschappelijke samenwerking. Zoals beschreven in de economische kwaliteiten is de investering in glasvezel een juiste keuze gebleken. ICT biedt naast een economische modernisering ook de mogelijkheid om op basis van virtuele gemeenschappen, mensen bij elkaar te brengen. Het leidt ertoe dat er in Halle-Leipzig mensen uit krimpwijken elkaar ‘live’ kunnen ontmoeten om bij te praten en ideeën uit te wisselen. De ervaring leert, dat op deze wijze mensen bijeen gebracht worden, die zonder ICT mogelijkheden elkaar nooit ontmoet zouden hebben.
5.3.5
CULTERELE KWALITEITEN Culturele kwaliteit heeft een directe relatie met sociale kwaliteit, cultuur vereist immers actieve deelname en identiteitsvorming van burgers. De vraag die dan speelt; hoe kan cultuur een bijdrage leveren aan de kwaliteit van samenleven in een krimpgebied? Cultuur is een factor, die mede de aantrekkelijkheid van een regio bepaald. Vanuit deze optiek is volgens Halle-Leipzig altijd zinvol te investeren in cultuur, zowel ‘bottom-up’ als ‘top-down’. In Halle-Leipzig wordt er door lokaal beleid het lokaal aanwezig talent gefaciliteerd. Er worden onder andere podia gecreëerd, waarop het talent zich kan manifesteren. Volgens een onderzoek (Florida, 2002) levert cultuur op deze wijze een positieve bijdrage aan het regionale leefklimaat. Dat krimp aan de basis kan liggen van cultuur, maakt het geheel nog interessanter. In Halle-Leipzig worden wekelijks in leegstaande panden optredens door bekende en onbekende artiesten gehouden. In het bijzonder in Leipzig blijkt dit een magneetfunctie te vervullen voor creatief talent. Het moet gezegd worden, in Parkstad wordt er ook de nodige aandacht aan cultuur geschonken, voorbeelden hiervan zijn de ‘Design for Emptiness’-prijs en Cultura Nova in Heerlen. Halle-Leipzig blijkt echter nog een stap verder te gaan. De stadsregio denkt na over de wijze waarop burgerschap en identiteit ingevuld kunnen worden, culturele kwaliteit in een breder aspect gezien. Deze zienswijze is gebaseerd op de (noodzakelijk) veranderende houding van burgers; oude aan groei gerelateerde gewoonten functioneren PAGINA
| 95
niet meer in een krimpregio. De verhouding tot de overheid verandert van een afwachtende relatie in een relatie, waarin het gaat over betrokkenheid, de kritische burger. Ontstane krapte op de arbeidsmarkt en de druk op voorzieningen vraagt naar een andere attitude ten aanzien van arbeid, de ondernemende burger. En verantwoordelijkheid voor de directe leefomgeving vereist vrijwilligerswerk en burgerinitiatief, de actieve burger. Kritisch, ondernemend en actief zijn, dat zijn de kernbegrippen, die HalleLeipzig momenteel inzet en daarbij terug valt op de oudere generatie. Deze kapitaalvoorraad is na economische pensionering redelijk onzichtbaar, ze worden immers niet meer automatisch aangesproken op hun kennis en ervaring. Het vormt ook voor Halle-Leipzig een uitdaging, om deze verborgen kapitaalvoorraad aan te spreken en te activeren.
5.3.6
POLITIEKE KWALITEITEN Ruimte geven aan die kritische, ondernemende en actieve burger gaat niet vanzelf, terwijl het noodzakelijk is om de burger zich als zodanig te laten ontwikkelen en presenteren. In Nederland roept bij sommige bestuurders bevolkingskrimp nog politieke gêne op en wordt gezien als bestuurlijk falen. Om dit te compenseren wordt er door Nederlandse wethouders in eerste instantie dan ook alles aan gedaan om het lokale voorzieningenniveau in stand te houden. Beloften dat scholen en zwembaden openblijven, dat winkels niet zullen sluiten en dat er alles aan gedaan wordt om de bestaande werkgelegenheid te behouden, zijn in een krimpgebied bestuurlijke handelingen die in vele gevallen gehanteerd worden. Kortom; ‘krachtig leiderschap’ die borg zou moeten staan voor het keren van de krimp. Zo ook in Parkstad, waar het onderzoek van het Topteam Krimp (2009) aanbeveelt, dat het aanstellen van een sterk bestuurlijk driemanschap voldoende mandaat moet krijgen om de krimpproblemen in Parkstad aan te pakken. Krimp zou dus oplosbaar zijn via de weg van een ‘krachtig bestuur’. Ruimte geven aan de burger past daar niet bij. Parkstad zou bij een krachtig bestuur terug zijn bij af, de voormalige mijnwerkers werden namelijk onderdrukt en iedere vorm van initiatief werd onderdrukt. Nu veertig jaar na sluiting van de mijnen is het burgerschap in Parkstad nog steeds passief van aard80. In dit geval kan de werkwijze van HalleLeipzig voor Parkstad inspirerend zijn. Halle-Leipzig schakelt door de schalen81 en is zich bewust, dat oplossingen van krimpvraagstukken vaak op het bovenlokale niveau te vinden zijn. Krimp dwingt tot regionale bestuurlijke samenwerking. Het sluiten van een basisschool vindt altijd in een bepaald buurt plaats en niet in de andere. Hetzelfde geldt voor sportcomplexen, buurthuizen 80 81
Hoofdstuk 3; De Context van Parkstad in het onderzoeksrapport. Schakelen door de schalen door ir. M. Huffstadt (2007) PAGINA
| 96
en culturele centra; de ene accommodatie moet sluiten onder invloed van krimp terwijl, de ander nog net het hoofd boven water kan houden. Als men nog verder wil, dan moeten buurgemeenten gezocht worden om samen te kijken hoe het educatieve, sportieve, culturele en sociale voorzieningenniveau in stand gehouden kan worden, zowel in kwalitatieve als kwantitatieve zin. In Halle-Leipzig wordt voor deze bovenlokale aanpak gekozen, waardoor men niet ontkomt aan bestuurlijke schaalvergroting. Hoewel een aantal bestuurders overbodig zal worden, blijkt uit deskresearch niet dat bestuurders in Halle-Leipzig zichzelf overbodig verklaard hebben. Het zal er naar verwachting, bestuurlijk nog druk zijn. Maar in Halle-Leipzig is de relatie tussen de politiek en burger wel veranderd in de richting van een meer terughoudende overheid en meer actieve burger. Het ontbreekt de overheid aan geld om alle voorzieningen in stand te houden, waardoor de burger zelf de ruimte krijgt om actief bij te dragen aan de kwaliteit van de leefomgeving. Het overeind houden van het zwembad wordt op deze manier een vraagstuk voor de burgers, die er gebruik van willen maken. Kortom, in Halle-Leipzig is geen sprake van krachtig leiderschap en is de voormalige verhouding tussen burger en overheid verschoven van informeren en reageren naar formeel adviseren en meebeslissen. De positie van de burgers in Halle-Leipzig op de participatieladder, zie afbeelding 5.3 op de volgende pagina, maakt duidelijk dat er een verschuiving plaatsvindt in de richting van meer invloed en verantwoordelijkheid van en naar de burger. Dat vitaliteit, burgerinitiatieven en betrokkenheid centraal staan in Halle-Leipzig betekent niet dat de burgers het maar zelf moeten uitzoeken. Er wordt aan de burger nadrukkelijk meer ruimte gegeven, letterlijk en figuurlijk.
PAGINA
| 97
Afb. 5.3 - Participatieladder
BESLISSEN
De overheid beslist
-
BESLUITEN
Burgers formuleren besluiten die meegenomen worden door de overheid.
Burgerjury Consensusvergadering
BEOORDELEN
Burger beoordelen feiten, visies en doelen. Overheid neemt de beoordeling ernstig. Burgers formuleren hun probleem, geven pro’s en contra’s en bieden advies.
Scenarioplanning Belangengroepen
HALLE-LEIPZIG
ADVISEREN
CONSULTEREN
INFORMEREN
PARKSTAD
Burgers mogen hun mening geven. Overheid noteert, consultaties zijn niet bindend. De burgers hebben toegang tot basisinformatie, om zich een correct beeld te vormen. De overheid informeert de burgers.
Adviescommissie Burgerpanel Virtuele discussies
Hoorzittingen Interviews Peilingen – enquêtes Focusgroepen Brochures Persconferenties Persberichten Informatiecentrum Open huis
Bron: www.leipzig.de (bewerkt)
PAGINA
| 98
Het is de burgermaatschappij, die cruciaal is voor het instant houden van de kwaliteit van (samen)leven, ook dat heeft men in Halle-Leipzig moeten ervaren. Dit inzicht is gegroeid gedurende de tijd dat HalleLeipzig te maken kreeg met teruglopende inwonersaantallen; een bestuurlijk proces dat doorlopen moe(s)t worden. De krimp was direct na ‘die Wende’ zo duidelijk aanwezig, dat er nauwelijks tijd was voor bewustwording. Bagatelliseren en bestrijden van de krimpopgave zijn fasen, die in het bestuurlijk proces versneld doorlopen zijn. Uit deskresearch blijkt echter geen onderbouwing voor deze uitspraak. Maar dat ook de bestuurders in Halle-Leipzig in eerste instantie de krimpcijfers niet geloofwaardig achten, en de krimp in tweede instantie trachten te bestrijden, is echter een menselijke reactie. In dat kader verdient de vroegtijdige bewustwording, dat begeleiden en benutten van krimp tot betere resultaten leidt, lof. De bestuurlijke verschillen tussen Leipzig en Halle zijn duidelijk; Leipzig groeit, terwijl Halle nog steeds bevolkingskrimp kent. In Leipzig is het succesvol gebleken, de burger in een vroeg stadium van de krimpdiscussie ruimte geven, tot verdere ontplooiing van z’n eigen leefomgeving. In Halle worstelt het gemeentebestuur met verschillende opvattingen over welke stad men zal zijn over tien tot twintig jaar; studentenstad, werkstad of cultuurstad. In Halle is zichtbaar, veel meer dan in Leipzig, dat een krimp van 30% geleid heeft tot een massale opgave, die in korte tijd niet snel op te lossen is.
5.4
CONCRETE MAATREGELEN IN HALLE-LEIPZIG In de eerste verkenning van de krimpaanpak in Halle-Leipzig is gebleken, dat óók de Duitse gebiedsontwikkeling niet opgewassen is tegen de snelle ontvolking. Deze is ontstaan na ‘die Wende’. In het bestuurlijke proces zijn er versneld stappen gezet, die meer ruimte bieden aan marktpartijen (consumenten) om zelf te bepalen wat ze mooi en belangrijk vinden. Het ‘umdenken’ heeft tot gevolg, dat HalleLeipzig zich bestuurlijk beperkt tot het stellen van randvoorwaarden op het gebied van functies, bouwhoogten etc. Hierdoor worden marktpartijen, meer dan ooit, zelf gedwongen na te denken welke kwaliteit(en) in de leefomgeving men wenst. De krimpproblematiek in Halle-Leipzig manifesteert zich niet alleen op de woningmarkt, het heeft ook invloed op onder andere de ruimtelijke kwaliteit en (zorg)voorzieningen. Vanuit de eerder omschreven kwaliteiten wordt de complexiteit van de krimppopgave door HalleLeipzig vertaald in praktische maatregelen. Uit deskresearch blijkt, dat de maatregelen dusdanig uiteenlopend van aard zijn, en dat groepering noodzakelijk is om de leesbaarheid van dit bijlagenrapport te waarborgen.
PAGINA
| 99
De maatregelen worden in dit onderzoek gegroepeerd in onderstaande categorieën en verder beschreven in de volgende subparagrafen.
CATEGORIEËN KRIMPMAATREGELEN
5.4.1
Wonen Voorzieningen Sociaal-economisch Openbare ruimte
CATEGORIE WONEN Er zijn de afgelopen tien, vijftien jaar vele initiatieven ontplooid om de gevolgen van de massale krimp aan te pakken. Uiteenlopende projecten kregen vorm, voornamelijk gebaseerd op sloop, renovatie, meer-generatie-woningen en beperkt bijbouwen. Werkelijk alle opaan- en aftopmogelijkheden in het kader van de Plattenbau complexen zijn toegepast. Bij enkele complexen is de publieke ruimte geprivatiseerd, zodat grondgebonden woningen over een eigen tuin beschikken. Voorzieningen, die verdeeld waren in de woonwijk, werden opnieuw geconcentreerd in de plint van een afgetopt en gerenoveerd wooncomplex. Schrijnend feit is, dat woningen en appartementen zijn opgeknapt, maar het (voornamelijk in Halle) aan mensen ontbreekt om de woningen te betrekken. In veel gevallen ontbreken liften, hierdoor zijn de bovenste verdiepingen niet populair en staan leeg. Renovatie van de bestaande woningvoorraad is een speerpunt in de stadsregio Halle-Leipzig. Waar men echter geen grip op krijgt zijn de wegtrekkende mensen. Mensenstromen zijn nagenoeg niet te regisseren, dat blijkt ook uit krimpprognoses van Halle in tegenstelling tot de groeiprognoses in Leipzig. De maatregelen op het gebied van wonen, zijn in onderstaand overzicht concreet samengevat.
MAATREGELEN WONEN 1. Bewoners worden geïnformeerd over de ontbouwingsplannen van de gemeente. Er wordt vooraf duidelijk gemaakt welke flats/woningen bleven staan en welke niet. In veel gevallen zijn de flats in bewoonde staat opgeknapt, om te voorkomen, dat bewoners na renovatie niet meer zouden terugkeren. 2. Vanuit de gemeente is er een coach particuliere woningverbetering actief. Het werk van de coach is opgericht om eigenaren te overtuigen lid te worden van de Standortgemeinschaft82. De gemeente heeft hierdoor een aanspreekpunt en de eigenaren staan sterker als het gaat over het aanpakken van de openbare ruimte. 82
Standortgemeinschaft: Vereniging van Eigenaren PAGINA
| 100
3. Om de bevolking te informeren over de voortgang van de verschillende (renovatie)projecten die lopen, is er een fietsroute gemarkeerd door rode vlaggetjes, de zogenaamde ‘Der Roten Faden’. 4. Er zijn keuzes gemaakt om de krimp als kans te gebruiken en kwaliteit van de stad te verbeteren. Door concentratie en bundeling van woningen, voorzieningen en herinrichting van de openbare ruimte zijn nieuwe ontmoetingsplekken gerealiseerd. 5. Een gunstig vestigingsbeleid (stimuleringsbeleid) voor bewoners én bedrijven is naast de fysieke ingrepen een belangrijk gegeven. De revitalisering van woonwijken is niet voldoende gebleken om effectief op krimp in te spelen. Het motto is; krimp beperken tot demografische krimp. 6. Beleidsmatig wordt er sterk ingezet op innovatieve ‘slimme’ vormen van zorgverlening aan ouderen. Doel is allereerst het langer zelfstandig laten wonen van de groeiende doelgroep ouderen. Er bestaan plannen om mantelzorginitiatieven en thuiszorg met meer financiële middelen te ondersteunen. Gebaseerd op de ontwikkelingen in Schotland wordt er geëxperimenteerd met Telecare (ICT voor zorg op afstand). 7. Leipzig speelt in op de individualiseringstrend in het wonen. In de oude wijken is veel ruimte (fysiek en beleidsmatig) om je eigen droomhuis vorm te geven en ook voor woongroepen is het een Walhalla. Thematisch wonen blijkt een succesvolle ontwikkelstrategie te zijn. 8. Er is gesloopt, maar met beleid. Er wordt eerder gezocht naar alternatieve invullingen. Leegstaande woningen worden aan de markt onttrokken door een simpel bord te plaatsen: ‘Deze woning is onbewoonbaar verklaard’. Deze aanpak beschermd de markt en zorgt voor extra ‘denktijd’. 9. Naast een inventarisatie van de huidige situatie zijn ook verschillende scenario’s voor de toekomst gemaakt. In deze scenario’s wordt tijdelijke invulling van leegstaande terreinen en puntsgewijze sloop van woningen voorgesteld. Op basis van de scenario’s zijn ‘impulsprojecten’ opgesteld. Een voorbeeld van een dergelijk impulsproject is de transformatie van een voormalig fabrieksterrein tot een park. Naar aanleiding van een ideeënwedstrijd, die uitgeschreven was, is deze transformatie tot stand gekomen. Een project betrof het slopen van etagewoningen, waarbij de bewoners geholpen werden bij het vinden van een nieuwe woning en de verhuizing. Het vrijgekomen terrein is opnieuw ingericht met vrijstaande woningen. Ondanks de krimp is het in Leipzig gelukt het gebied opnieuw in te richten en de ruimtelijke kwaliteit te verhogen.
PAGINA
| 101
Afb. 5.4 - Voorbeeld van ‘wachtend’ vastgoed dat uit de markt gehaald is in Leipzig
Bron: www.leipziger-westen.de
KANTEKENINGEN CATOGERIE WONEN A. Besluiteloosheid en verdeeldheid van de bestuurders in Halle zijn de oorzaak van de groeistagnatie, mede veroorzaakt door de grootschaligheid van de opgave. Leipzig blijkt koploper te zijn in het nemen van beslissingen die goed uitgepakt hebben. Halle volgt van dorp in 1959 naar industriestad in 1989 naar slaapstad in 1994 naar een leefstad in 2020. Voor Leipzig is deze transitie de realiteit. Toen veel andere steden nog hun kop in het zand staken, was Leipzig al bezig met het ontwikkelen van toekomstbeelden en het creëren van kansen. B. De krimpaanpak in het kader van wonen in Oost-Duitsland wordt gedomineerd door enkele partijen; de overheid en organisaties voor de sociale huisvesting. Een verschraling van het aanbod is het gevolg, de grootschalige renovatie van Plattenbau zonder liften is daarvan een voorbeeld. Aan de rand van de stad worden Plattenbau-flats opgeknapt, terwijl in de binnenstad grote terreinen braakliggen en schreeuwen om een nieuwe invulling. Niet in alle gevallen komt het versterken van de binnenstad goed uit de verf. C. De financiering van de sloop van woningen komt uit het Rijksprogramma van de Stadtumbau. Voor renovatie van woningen en openbare ruimte worden staatsleningen aangetrokken. In totaal gaat het om 205 miljoen euro. Deze worden verdeeld over 19 dorpen en
PAGINA
| 102
steden in een periode van acht jaar met een bevolking van 8 miljoen inwoners. Dit is € 1,- per jaar per inwoner. Concreet: Stadtumbau Ost: 120 miljoen euro Eigen geld gemeenten: 40 miljoen euro Private investeringen: 25 miljoen euro Europees geld: 20 miljoen euro D. Opmerkelijk: slechts zestien procent van de woningen in Leipzig is eigendom van particulieren, maar daardoor is tachtig procent niet bewoond door de eigenaar. Het achterhalen van de eigenaar is essentieel voor de wooncoach in verband met het broodnodige onderhoud. E. Niet gehinderd door hoge vastgoedwaarden of herhuisvesten van Inwoners, maakt een snelle transformatie naar krachtige regio’s met een eigen identiteit mogelijk. In de Nederlandse krimpregio’s moet de discussie over hoe we willen wonen en leven nog beginnen in een situatie, waarin vele partijen forse financiële belangen hebben.
5.4.2
CATEGORIE VOORZIENINGEN Het in stand houden van voorzieningen wordt vaak in krimpdiscussie gezien als het middel om de leefbaarheid te waarborgen. Dit blijkt ook uit het hoofddoel van het Interbestuurlijk Actieplan Bevolkingsdaling 2012. Het hoofddoel van het krimpbeleid is er gericht op het peil houden van de leefbaarheid in de krimpgebieden. De leefbaarheid wordt vervolgens in verband gebracht met de aanwezigheid van de juiste infrastructuur en voorzieningen. De belangrijkste bevindingen uit het onderzoek ‘Bedreigd Bestaan83’, laten zien dat voorzieningen geen voorwaarde zijn voor de leefbaarheid in een krimpgebied. Het is niet zozeer de aanwezigheid van (veel) voorzieningen die een voorwaarde zijn voor het ervaren van leefbaarheid, maar eerdere individuele betrokkenheid bij de wijk. Volgens dit nieuwe adagium wordt er in Halle-Leipzig omgegaan met het in stand houden van de voorzieningen, conform onderstaande maatregelen.
MAATREGELEN VOORZIENINGEN 1. Bij de renovatie van Plattenbau flats zijn de bestaande voorzieningen geconcentreerd op de begane grond van het complex. Hierdoor zijn duidelijke ontmoetingsplekken ontstaan, die voornamelijk gebruikt worden door mensen die ‘digitaal’ afgesproken hebben. 2. Halle-Leipzig is overtuigd van het idee, dat alleen de overheid verantwoordelijk is voor creëren van gelijke leefomstandigheden voor iedereen. Iedereen mag wonen waar hij wil, maar moet op een gegeven moment ook niet ervan opkijken dat de overheid niet meer 83
H. Bijlham, 2010. Bedreigd bestaan Noord-Groningen. Assen: Van Gorcum PAGINA
| 103
zorgt voor de aanleg van wegen of elektra als gekozen wordt voor een afgelegen woonlocatie. Dat is dan een keuze. Kortom; wonen op eigen risico. In extreme gevallen zijn er volledige dorpen waar wonen op eigen risico van toepassing is. Je betaalt hier ook minder belasting, maar garantie voor onderhoud van wegen, zorg en (nuts)voorzieningen zijn er ook niet. 3. Vitaliteit is het nieuwe vertrekpunt als het gaat om het behouden van voorzieningen. De burger wordt actief betrokken in de keuze welke voorzieningen behouden moeten blijven. 4. Er wordt in Halle-Leipzig vooral geïnvesteerd in de infrastructuur. De aanleg van een fietsroute langs het water in Leipzig heeft het gebied een enorme impuls gegeven. 5. In Halle-Leipzig is het ruimtelijke ordeningsbeleid drastisch omgegooid door groeikernen aan te wijzen. Het versterken van de sterkten (identiteit) en het toekennen van een passend voorzieningenniveau maken hier deel van uit. 6. Vanwege de teruglopende geboortecijfers moeten scholen gesloten worden. Er wordt momenteel beleid geformuleerd waaruit een maximale reistijd naar de dichtstbijzijnde school blijkt. Afb. 5.5 - Voorbeeld van gerenoveerde Plattenbau en concentratie van voorzieningen
Bron: www.leipziger-westen.de
KANTEKENINGEN CATOGERIE VOORZIENINGEN A. Halle-Leipzig heeft heel goed begrepen, dat bij het in stand houden van voorzieningen, de bewoners een essentiële rol spelen. Door het bereikbaar houden van voorzieningen, welke gewenst en geconcentreerd zijn, ontstaan er nieuwe sociale ontmoetingsplekken, die de leefbaarheid in een krimpwijk positief beïnvloeden.
PAGINA
| 104
B. Wethouders in Halle-Leipzig bestrijden de krimp niet (meer) en behoeven ook niet als gevolg van bestuurlijk falen een ongewenst voorzieningenniveau in stand te houden. Er wordt nadrukkelijk ruimte (letterlijk en figuurlijk) gegeven aan de burger.
5.4.3
CATEGORIE SOCIAAL-ECONOMISCH In tegenstelling tot Nederland, waar weinig aandacht is voor de zachte kanten van krimp, staat het sociale kapitaal van de bevolking centraal in Halle-Leipzig. Het versterken van de gemeenschappelijke en regionale identiteit zorgt ervoor, dat mensen er graag wonen, zo blijkt uit de woongegevens van Leipzig84. En waar mensen willen wonen is werk. Op basis van onderstaande maatregelen wordt in Halle-Leipzig gewerkt aan een sociaal-culturele modernisering.
MAATREGELEN SOCIAAL-ECONOMISCH 1. De ontbindende werking van krimp is in Halle-Leipzig omgezet in een maatschappelijke samenwerking. Samenwerken op basis van een gezamenlijke regie en zonder ideologie. 2. In Halle-Leipzig is doorgedrongen, dat krachtig leiderschap geen voorwaarde is om tot samenwerking te komen met maatschappelijke middenveld. In tegendeel zelfs, de kwaliteit van samenleven wordt geborgd door een verschoven verhouding tussen overheid en burger. Een samenwerking gekenmerkt door informeren, reageren en raadplegen. Dit betekent minstens trede vier op de participatieladder: ‘de overheid neemt de beoordeling ernstig als deel van haar besluitvorming’. In sommige gevallen (bv. Pixelstrategie) is er zelfs sprake van trede 5; ‘de burgers formuleren zelf besluiten’. Kortom: betrokken bescheidenheid. 3. En toch worden er nog bestuurlijke fouten gemaakt in HalleLeipzig. Een voorbeeld hiervan is het mislukken van een gestuurde aankoop, sloop en vergroeningsstrategie. Het leverde heel veel weerstand op van bewoners, wat geleid heeft tot het uitgeven van stukken grond van veertig bij veertig meter, ‘Pixels’ genoemd. De pixels mogen door de burgers naar eigen inzicht gebruikt worden, voorwaarde is een groen idee in het gebruik ervan. Het ‘umpixelen’ van de stad gebeurt, doordat mensen voor elke vrijkomende grond een ‘claim’ kunnen neerleggen voor het (groene) gebruik ervan. Voorbeelden van het groene gebruik zijn: een homeopathische tuin, een kruidentuin, een populierenplantage als grondstof voor biobrandstof, plaats voor bijenkorven of een BMX crossbaan. 4. De overheid die ‘ongeveer’ richting geeft aan waar het heen moet met de stad, maar verder vooral meebeweegt met ideeën, initiatieven en investeringen van bewoners. De strategie van Halle-Leipzig, in het bijzonder investeren in mensen, gaat alleen werken als de inwoners 84
Document Stadentwicklung Leipzig (www.leipzig.de) PAGINA
| 105
zelf met hart en ziel aan de slag gaan. Geen concurrentie of competitie, maar coöperatief samenwerken aan de uitdaging: ‘Een mooie leefomgeving met minder mensen’. 5. Hoewel het voeren van campagnes om inwoners te trekken maar weinig succes heeft, is het een woonbedrijf Leipzig toch gelukt om senioren te interesseren. Veel media-aandacht heeft tot honderd nieuwe huurcontracten geleid. En wat blijkt; het zijn nagenoeg allemaal mensen, die terugkeren naar de regio en ook kinderen hebben in Halle-Leipzig. Het zijn dus mensen, die al een binding hebben met de regio. 6. Het hoeft niet altijd duur en lastig te zijn, zo blijkt uit de aanpak van Halle. Kleine initiatieven, zoals de onderhoud van een binnentuin leidt tot zelfempowerment en burgerinitiatief, dit soort initiatieven zijn bestuurlijk lastig op te leggen. Creativiteit is hier een openbaring. Een langzaam groeiende tuingroep saneerde het woekerende onkruid en kapte bomen. Er werd een speelplaats en een restaurant gebouwd, uiteraard door niemand tegengehouden. Op een bepaald moment heeft Halle zelfs besloten mee te werken; afvoeren van tuinafval en geld beschikbaar stellen voor nieuwe aanplanting. De West-Duitse beleggers werden door de bewoners achterhaald en aangespoord te investeren. Dat proces begint nu te lopen. 7. ‘Es braucht einige Verrückten, zo blijkt uit een Duits artikel85 van de universiteit in Halle. Daarmee wordt bedoeld, dat het doorzettingsvermogen van enkele individuen tot zichtbaar herstel kan leiden in Halle-Leipzig. Drie tot vier jaar geleden zijn slechts vier mensen in Leipzig begonnen om te proberen het verval in de stad een halt toe te roepen. In eerste instantie met allerlei sympathieke, kleinschalige initiatieven. Muurschilderingen, concerten, een buurtkroeg, een straatfestival en een succesvol initiatief van stadslandbouw om braakliggende terreinen opnieuw in te richten en bewoners te mobiliseren. Niet iedereen in de buurt stond te springen van enthousiasme, maar doorzettingsvermogen heeft ertoe geleid, dat de buurt uiteindelijk toch mee ging doen. Stukje bij beetje trad er verandering op, mensen werden enthousiast en actief. Het gevolg is dat er reuring in de buurt ontstaan is waardoor studenten, die het meestal na 1 of 2 maanden wel gezien hadden, nu langer blijven. Nadat de wijk volop in het nieuws kwam vanwege een twee weken durend straatfestival, heeft een ondernemer een aantal panden gekocht, die op de nominatie stonden om gesloopt te worden. Deze panden worden nu gerenoveerd, de negatieve krimpspriaal is in deze wijk succesvol omgebogen. 8. Het bijhouden van een namenlijst om een overzicht te behouden van de aangeboden goederen en diensten is een succesvolle maatregel. Het vormt een talentenbank, die inzicht biedt in het aanwezige menselijke kapitaal. Aan de hand van persoonlijke 85
www.soziologie.uni-halle.de/sozialstruktur PAGINA
| 106
uitnodigingen wordt dit menselijke kapitaal toegepast, bij bijvoorbeeld een consensusvergadering met de gemeente of in een burgerjury. 9. Eén succes leidt vaak tot meer is de ervaring van Halle-Leipzig in het kader van burgerinitiatieven. Bij initiatiefnemers groeit het zelfvertrouwen, terwijl Halle-Leipzig op bestuurlijk schaalniveau meer vertrouwen krijgt in het probleemoplossend vermogen van de initiatiefnemers. 10. Een negatief bijeffect van krimp is de ontbindende werking. Het heeft in Halle-Leipzig geleid tot (noodzakelijk) gedeeld gebruik en gedeeld eigenaarschap, maar veel belangrijker: maatschappelijke creatieve samenwerking. Zie afbeelding 5.6: creativiteit verbindt. Afb. 5.6 - Scholieren die in workshopverband samenwerken met scholieren van andere scholen met als doel kennismaken en saamhorigheid. Eén van de scholen wordt namelijk gesloten.
Bron: www.kreatives-leipzig.de
KANTEKENINGEN CATOGERIE SOCIAALECONOMISCH A. De sleutelfiguren (Verrückten) zijn in krimpgebieden een belangrijke voorwaarde voor het mobiliseren van vitaliteit en voor het succes van burgerinitiatieven in een gemeenschap. Deze sleutelfiguren beschikken over een mix van bijzondere eigenschappen. Enerzijds zijn het mensen met een grote lokale betrokkenheid, die vertrouwen genieten en die goed weten te luisteren naar wat andere bewoners bezig houdt. Het vertalen in breed gedragen ideeën is een eerste kwaliteit. Anderzijds zijn het bewoners, die beschikken over een omvangrijk sociaal netwerk en een brede ervaring, wellicht ook buiten de stadsgrenzen. PAGINA
| 107
B. Door de brede ervaring en de beschikking over een breed netwerk zijn de sleutelfiguren in staat burgerinitiatieven naar een hoger plan te tillen en mogelijk ook te koppelen aan bredere maatschappelijke ontwikkelingen. C. Opmerkelijk; de sleutelfiguren zijn volgens de stichting voor burgers in Leipzig meestal remigranten (vaak senioren), die een bewuste keuze gemaakt hebben om weer in de stad te gaan wonen. Deze burgers zijn trots zijn op die keuze en zijn tevens zeer betrokken. D. Op basis van de informatie op de website86 voor betrokken en actieve burgers in Leipzig, wordt er gesproken over de term ‘Engagierten Bürger’. Ook wordt de term ‘Zivilgesellschaft87’ gebruikt, die in Halle-Leipzig nadrukkelijk op de agenda staat in de begeleiding van de krimpproblematiek. Deze aandacht is niet toevallig maar voor een belangrijk deel noodgedwongen. De bevolkingsdaling neemt in Duitsland grote proporties aan en het wordt duidelijk dat, zoals het Berlin Institute (2011) in recente demografische verkenningen stelt, ‘Der Staat nicht mehr alles kan, was einst vorgab zu können88’. Die Zivilgesellschaft, die engagierten Burger sollen es nun richten89. Met nadruk wordt door het Berlin Institute aangegeven dat de betrokken burgers dé pijler in de maatschappij worden in het kader van sociaalmaatschappelijke ontwikkelingen. E. Fundamentele ingrediënten van de gemeenschap zijn; cohesie, saamhorigheid en vertrouwen. Maar ook in Halle-Leipzig is maatschappelijke samenwerking lastiger dan gedacht en ook makkelijker gezegd dan gedaan. Het gevoel voor urgentie en vervolgens het probleemeigenaarschap van de inwoners in HalleLeipzig is een voorwaarde voor maatschappelijke samenwerking. Het gevoel voor urgentie, staat of valt met de bewustwording van het probleem. Een terugtrekkende overheid is, achteraf, de concrete aanleiding om de betrokkenheid van de burgers te activeren.
5.4.4
CATEGORIE OPENBARE RUIMTE Een krimpgebied, dat in vijfentwintig jaar tijd 100.000 inwoners verliest en vervolgens een deel van massale leegstand gaat slopen, wordt zeker geconfronteerd met een extra uitdaging: het borgen van de ruimtelijke kwaliteit. Verlaten fabrieken, leegstand van woningen, soms hele complexen, het verdwijnen van winkels en openbare voorzieningen hebben een negatieve invloed op de openbare ruimte. Website van de stichting voor burgers van Leipzig: www.buerger-fuer-leipzig.de 87 Zivilgesellschaft: een samenwerkende gemeenschap/maatschappij op basis van bindingen en saamhorigheid. 88 De overheid kan niet meer alles doen wat voorheen wel mogelijk was. 89 De sleutelfiguren moeten taken van de overheid noodgedwongen overnemen. 86
PAGINA
| 108
Verloedering van de openbare ruimte is één van de meest zichtbare problemen in wijken en buurten. Een verloederende leefomgeving vormt een grote bron van ergernis voor bewoners en brengt bovendien overlast met zich mee. Met relatief eenvoudige maatregelen worden in Halle-Leipzig aantoonbare resultaten geboekt. In dit onderzoek vallen onder andere graffiti, zwerfvuil, vandalisme en andere maatschappelijke problemen buiten de doelstelling. Onderstaande maatregelen focussen op het behouden van de kwaliteit van de openbare ruimte, waarbij het doorbreken van de groeireflex en het werken met fysieke leegte centraal staat.
MAATREGELEN OPENBARE RUIMTE 1. Het invullen van de ruimte, die ontstaan is door de ontbouwingsstrategie (sloop) heeft Halle-Leipzig gekozen voor het sterker maken van de woonwijken, door het creëren van landschappelijke zones tussen de woonwijken. 2. Om het beheer van de landschappelijke zones mogelijk te maken en om bewoners van de stad te betrekken bij de herontwikkeling worden grondstukken, ‘claims’ of ‘pixels’ genoemd, aan bewoners uitgegeven (pacht). Bewoners of verenigingen kunnen aan deze stukken grond, met een minimale afmeting van 400 m2 zelf een ‘groene’ bestemming geven en dragen zelf de verantwoordelijkheid voor onderhoud en beheer. 3. Tuingroepen, die openbaar groen ‘adopteren’ en dus het groen Onderhouden, worden door Halle-Leipzig gefaciliteerd in de vorm van een financiële vergoeding voor de aanplant van nieuw groen en de afvoer van groenafval. 4. Er zijn bouwblokken in Halle en Leipzig bekend, waarvan alle ramen ingeslagen zijn om het groen een kans te geven het bouwblok volledig te overwoekeren. Dit om een ‘natuurlijke’ afscheiding met er achter liggende bedrijventerreinen mogelijk te maken. 5. Een project als de herinrichting van een oude weeffabriek in Leipzig, die vol zit met creatieve bedrijvigheid, toont aan dat het investeren in infrastructuur essentieel is. Hieronder wordt ook de digitale infrastructuur verstaan; het aanleggen van glasvezelkabel. De bereikbaarheid en inrichting van de openbare ruimte is een belangrijk uitgangspunt voor ontwikkelaars om (in het wonen) te investeren.
PAGINA
| 109
Afb. 5.7 - Plattenbau die ‘teruggegeven’ wordt aan de natuur…
Bron: https://rottenrails.wordpress.com/tag/plattenbau
KANTEKENINGEN CATOGERIE OPENBARE RUIMTE A. In Halle-Leipzig is de krimp goed zichtbaar door de toename van de openbare ruimte in de stad. Door het vergroten van de groene zones, parken en corridors is er zelfs sprake van ‘city islands’. B. Geld voor het beheer is er niet, wat betekent dat het onderhoud van het groen moet gebeuren door de bewoners zelf. C. Doordat er meer fysieke ruimte beschikbaar is, ontstaan nieuwe mogelijkheden om te voorzien in maatschappelijke behoeften. Het perspectief van de burgers is het uitgangspunt in het nadenken over natuur en landbouw. D. De groene economie, meer groen in de stad en zorg- en kinderopvang in het groen (herbestemming van leegstand) betekenen meer werk gelegenheid en kinderen en ouderen zijn meer buiten dan binnen.
SAMENGEVAT Dit hoofdstuk beschrijft dertig concrete (krimp)maatregelen in HalleLeipzig, die gebaseerd zijn op vier categorieën. De maatregelen en de kanttekeningen vormen de basis voor het samenstellen van het palet aan maatregelen voor Parkstad. De realisatie van het palet, waarbij de context van Parkstad centraal staat, vindt plaats in hoofdstuk 6 van het onderzoeksrapport. Naast de concrete maatregelen vormt ook het proces van bestuurlijke bewustwording, in Halle-Leipzig een essentieel onderdeel van het palet.
PAGINA
| 110
LITERATUUR Pancratiuskerk en Glaspaleis te Heerlen
6.
6.
LITERATUUR
6.1
LITERATUUR
Bayerisches Staatsministerium für Wirtschaft, Infrastruktur, Verkehr und Technologie (2006)
Bergevoet T. en Tuijl van M. (2013). De flexibele stad. Rotterdam: Marcel Witvoet.
Bijlham H.. (2010). Bedreigd bestaan Noord-Groningen. Assen: Van Gorcum
Büro Arp Stuttgart. (2006). Stadtentwicklungskonzept AlbstadtTalgang, Stuttgart
Dam, F. van, C. de Groot en F. Verwest. (2006). Krimp en ruimte. Bevolkingsafname, ruimtelijke gevolgen en beleid. Rotterdam/Den Haag: NAi Uitgevers/Ruimtelijk Planbureau
Engelsdorp Gastelaars, R. van en W. Ostendorf (1986), The Dutch urban system in transition: from a productive to a consumptive order? Utrecht: KNAG/RUU
Hospers G. en Reverda N., Krimp, het nieuw denken. Den Haag, Boom Lemma Uitgevers.
Harts, J.J. (2008), Stad in, stad uit. Geografie.
Dohmen J. (2013). De geur van kolen. Heerlen: LVD-U
Franke S. en Verhagen E. Creativiteit en de stad. Rotterdam: NAi Uitgevers
Kasnitz. (2011). Schrumpfende Stadte. Wiesbaden: Christiaan Lux Verlag
Kesteloot, C en Meys S. (2008), Atlas van achtergestelde buurten in Vlaanderen en Brussel. Leuven: Instituut voor Sociale en Economische Geografie K.U.Leuven
Melis K. (2013). Naar een leefbare regio. Groningen: Stichting Groninger Historische Publicaties
PAGINA
| 112
Landesentwicklungsprogramm Bayern. (2006). München Bundesamt für Bauwesen und Raumordnung (2008) Stadtumbau West; Stadtumbau in 16
Latten, J., M. Das en Chkalova K. (2008), De stad Groningen als roltrap van Noord-Nederland. Bevolkingstrends 2008-2, Voorburg/Heerlen: CBS
Matthiesen, U. (2005) Abgewandert: Humankapital in Ostdeutschland, Oswalt, P.
Matthiesen. (2005). Demografische ontwikkelingen in Duitsland na ‘der Wende’ Oswalt P, Schrumpfende Städte Band 1: Internationale Untersuchung. Ostfilderen-Ruit, Hatje Cantz Verlag.
6.2
Oswalt P, Schrumpfende Städte Band 2: Handlungskonzepte. Ostfilderen-Ruit, Hatje Cantz Verlag.
Pilotstädten – Bilanz im ExWoSt-Forschungsfeld Stadtumbau West, BBR, Bonn
Stadt Selb. (2004). Integriertes Stadtentwicklungskonzept, Selb
Sanderse C. (RIVP) Verweij A. Geboorte samengevat. (2011).
Bekkering T. en Walter J. (2001). Management van processen. Houten: Het Spectrum BV.
Straatman. (2014). Stad en Beleid. Groningen: Noordhoff Uitgevers bv.
Wirtschaftsministerium Baden-Württemberg. (2002). Landesentwicklungsplan Baden-Württemberg, Stuttgart
PUBLICATIES
Gebiedsdocument Parkstad www.parkstad-limburg.nl/index.cfm/parkstad-limburg/publicaties
Gemeentelijke samenwerking in Parkstad http://1parkstad.nl/1parkstad/visie-1parkstad
Immigratie Parkstad, bron: CBS www.cbs.nl/NR/rdonlyres/52ED5DC2-A6CB-414A-8C35D3E963B36DA4/0/2009k4b15p35art.pdf
PAGINA
| 113
Bevolkingscijfers Parkstad, bron: CBS www.cbs.nl/NR/rdonlyres/52ED5DC2-A6CB-414A-8C35D3E963B36DA4/0/2009k4b15p35art.pdf
Prognose vergrijzing Parkstad, bron: CBS www.cbs.nl/NR/rdonlyres/52ED5DC2-A6CB-414A-8C35D3E963B36DA4/0/2009k4b15p35art.pdf
The world factbook , CIA, 2012. www.cia.gov
Publications NATOA, demografie op wereldschaal, 2011 www.nato.int
The coming Population Decline, Professor R. Rousseau, 2012. www.diplomaticcourier.com
Sanderse C (RIVP)m Verweij A. Geboorte samengevat. 2011. www.nationaalkompas.nl
Data Wereldbank,2013. (aantal kinderen per vrouw) www.data.worldbank.org
Atlas of Shrinking Cities www.shrinkingcities.com
Atlas voor gemeenten: Leefbaarheid http://kknn.vanmeernaarbeter.nl/sites/kknn.vanmeernaarbeter.nl/file s/Leefbaarheid%20in%20krimpgebieden%20eindversie%20definitief_0 .pdf
Onderzoek naar krimpsteden in Noordrijn-Westfalen, door Bundesamt fur Bauwesen und Raumordnung www.wiwo.de/politik/deutschland/bevoelkerungsentwicklung-dassind-deutschlands-schrumpf-grossstaedte/7145460.html
Sleutelfiguren in Leipzig www.soziologie.unihalle.de/sozialstruktur/bartl/docs/publikationsliste_home_lang.pdf
Statistische gegevens Sachsen-Anhalt Verfassungsschutzbericht 2012
Woningleegstand Duitsland www.vsaverlag.de/uploads/media/VSA_Busch_ua_Ostdeutschland.pdf
PAGINA
| 114
Schakelen door de schalen door ir. M. Huffstadt (2007) http://kennisbank.platform31.nl/pages/25319/Documentatie/N13Schakelen-door-de-schalen.html
Artikel in tijdschrift Bestuurswetenschappen; Bevolkingsdaling vraagt paradigmaverandering
Document Stadentwicklung Leipzig www.leipzig.de
Publicatie SEV. (2011). Sterke Verhalen. Burgerinitiatieven voor voorzieningen in kleine dorpen.
Nieuwe samenwerkingsconstructie voor de Parkstad gemeenten; een scheiding tussen beleid en uitvoering Persbericht Parkstad Limburg, 28 oktober 2013
Regioprogramma Parkstad Limburg Naar een duurzaam vitale regio’ (2010)
Gebiedsdocument Parkstad en bevolkingsprognose en prognose woningvoorraadbehoefte
Demografische prognoses deelstaat Sachsen www.gruene-fraktionsachsen.de/fileadmin/user_upload/Broschuere/Broschuere_Stadtentw icklung_A5_v4.pdf
Dramatische leegstand deelstaat Sachsen http://dsk-gmbh.de/wpcontent/uploads/2012/07/Kleine_Stdte_DSK_web.pdf
Dramatische uittocht Leipzig www.reimerink.com/documents/leipzig.pdf
Document Stadentwicklung Leipzig www.leipzig.de
Universiteit van Amsterdam, (2009), Krimpregio op zoek naar identiteit en toekomst
Rapportage Topteam Krimp (2009), Krimp als structureel probleem
Planbureau voor de Leefomgeving (2013), Demografische ontwikkelingen
Intergemeentelijke structuurvisie (2009)
PAGINA
| 115
6.3
Rapportage burgeronderzoek Parkstad Limburg 2013 Stads- en buurtmonitor Heerlen door bureau Onderzoek en Statistiek van de gemeente Heerlen
Ondernemersklimaat in Parkstad www.kvk.nl/download/startersprofiel%202013_tcm109-384499.pdf
Regionale krimpontwikkelingen, onderzoek door RIGO www.rigo.nl/nl-NL/OverRIGO.aspx
Individualiseringstrend www.pbl.nl/sites/default/files/cms/publicaties/PBL2014_Ruimtelijkeimpact-demografische-ontwikkelingen-in-25-infographics.pdf
Krimpende steden, Manchester en Liverpool www.shrinkingcities.com/fileadmin/shrink/downloads/pdfs/WPII_Manchester_Liverpool.pdf
Van groei naar krimp: een demografische omslag www.vanmeernaarbeter.nl/sites/vanmeernaarbeter.nl/files/nidireport-80-summary_0.pdf
Samenstelling huishoudens Schotland www.nisra.gov.uk/Census/pop_press_release_2_2011.pdf
Krimpende steden in Duitsland, informatief artikel www2.klett.de/sixcms/media.php/229/104003_0509_schrumpf_staed te.pdf
Regioprogramma deelstaat Sachsen-Anhalt http://dsk-gmbh.de/wpcontent/uploads/2012/07/Kleine_Stdte_DSK_web.pdf
Interview J. Coenen, directeur IBA Parkstad http://pre.iba-parkstad.nl/sites/default/files/images/DDL-2014020601002HE001-1.pdf
INTERNETBRONNEN
Frans bureau voor de statistiek www.Insee.fr
Stedelijke alliantie Parkstad en Aken http://sev.platform31.nl/publicaties/publicatie.asp?code_pblc=1071
Parkstad als innovatief laboratorium voor ouderenzorg. iba-parkstad.nl/sites/default/files/images/DDL-2014020601002HE001-1.pdf PAGINA
| 116
Stilvallen van de economische drager in Parkstad www.demijnen.nl/actueel/artikel/renaissance-zuid-limburg
Website Parkstad Limburg www.Parkstadlimburg.nl
Bevolkingsontwikkeling Aberdeenshire www.gro-scotland.gov.uk
Bevolkingsontwikkeling Liverpool www.liverpool.nsw.gov.au/business/economic-development
Bevolkingsontwikkeling Manchester www.nmanchester.org/economic-development/population
Ontwikkeling woningmarkten Nederland, Duitsland en Frankrijk www.bouwfondsim.nl/~/media/Files/Publi/1206NLMRRESEU.ashx
Bevolkingsontwikkeling Lille en Valenciennes www.nord-pas-de-calais.direccte.gouv.fr/accueil-240
Bevolkingsontwikkeling Leipzig www.leipzig-sachsen.de/leipzig-stadtchronik/statistik-einwohner.html
Bevolkingsontwikkeling Leipzig www.halle.de/de/Rathaus-Stadtrat/Statistikwahlen/Arbeitsmarkt/Arbeitsmarkt
Kengetallen Leipzig http://statistik.leipzig.de/statdist/table.aspx?cat=2&rub=1
Demografische gegevens Nord-Pas de Calais www.urbistat.it/AdminStat/en/fr/demografia/dati-sintesi/nord-pasde-calais/31/2
IBA projecten Hamburg www.iba-hamburg.de/nc/projekte/projekte-a-z.html
IBA projecten Basel www.iba-basel.net/de/projekte/projektuebersicht.html
Parkstad Limburg in cijfers www.parkstad-limburg.nl/index.cfm/parkstad-limburg/overons/parkstad-in-cijfers
Nieuwbouw Maankwartier in Heerlen www.maankwartier.nl PAGINA
| 117
Informatie Halle www.halle.de
Informatie Leipzig www.leipzig.de
Krimp in Parkstad www.vanmeernaarbeter.nl/nieuws/parkstad-krimpt-maar-in-kleinestapjes
Informatie Duitsland, na ‘der Wende’ www.duitslandweb.nl/naslagwerk
Duits onderzoeksbureau voor stad en ruimte www.bbsr.bund.de
Statistische gegevens Noordrijn-Westfalen www.it.nrw.de/statistik/a
Statistische gegevens deelstaat Sachsen www.statistik.sachsen.de/html/369.htm
Dienstenruil in Halle-Leipzig www.kitaplatztausch.gesamtelternrat-leipzig.de
Creativiteit in Halle-Leipzig www.kreatives-leipzig.de
Website van de stichting voor burgers van Leipzig: www.buerger-fuer-leipzig.de
Plattenbau https://rottenrails.wordpress.com/tag/plattenbau
Participatieladder Leipzig www.leipzig.de
Afbeeldingen krimpgebieden/krimpsteden www.weltkarte.com
Onderzoek krimpsteden in Duitsland Bundesamt fur Bauwesen und Raumordnung www.wiwo.de/politik/deutschland/bevoelkerungsentwicklung-dassind-deutschlands-schrumpf-grossstaedte/7145460.html
Bevolkingskrimp in Duitse deelstaten algemeen www.bpb.de/nachschlagen/zahlen-und-fakten/soziale-situation-indeutschland/61532/bevoelkerungsentwicklung PAGINA
| 118
Demografie Duitsland www.mdr.de/sachsen-anhalt/einwohnerzahl-sachsen-anhaltschrumpft-am-staerksten100.html
Afbeeldingen fysieke kwaliteiten www.veldacademie.nl
Het uitruilen van werkplekken en opvangplekken (kinderen) www.kitaplatztausch.gesamtelternrat-leipzig.de
Website van de stichting voor burgers van Leipzig www.buerger-fuer-leipzig.de
SBS, Emigratiecijfers www.cbs.nl/nlNL/menu/themas/bevolking/publicaties/bevolkingstrends/archief/201 2/default.htm
Woningmarkt in krimpgebieden http://abonneren.rijksoverheid.nl/media/00/66/040531/730/woning markt_in_krimpgebieden.pdf
Gezondheid in krimpregio’s www.nationaalkompas.nl/object_binary/o12245_Gezondheid-inkrimpregio's_rivm3nov2011.pdf
Krimpmechanismen http://dare.uva.nl/record/461239
Krimp in Nederlandse gemeenten www.vanmeernaarbeter.nl
Krimp in Zeeland www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/dossiers/nederlandregionaal/publicaties/artikelen/archief/2012/2012-08-bt-krimpzeeland.htm
Demografie Schotland www.nas.gov.uk/about/121217.asp
Bestuurlijke organisatie Parkstad Limburg http://nirov.platform31.nl/Upload/nirov/Stedelijkenetwerken/Tripool. htm
Bundesamt für Bauwesen und Raumordnung, demografische analyses www.bbsr.bund.de/BBSR/DE/Veroeffentlichungen/AnalysenKompakt/ analysenkompakt_node.html
PAGINA
| 119
6.4
6.5
Stadontwikkeling deelstaat Sachsen www.nachhaltige-stadtentwicklung-sachsen.de/dokumente
KLANKBORD
Dhr. A. van Dyck, voorzitter van de SPD-Fraktion in Leipzig September 2014, telefonisch
Dhr. R. Vlecken, burgemeester van de gemeenten Landgraaf 24 februari 2014, te Landgraaf
Dhr. M. Ouarani, beleidsmedewerker van de gemeente Landgraaf 14-02-14, 28-02-14, 14-05-14, 25-10-14
BEELDVERANTWOORDING
P. 01 P. 05 P. 07 P. 26 P. 63 P. 84 P. 111 P. 121
M. Dereij J. Hoenen J. Hoenen J. Hoenen M. Dereij J. Hoenen M. Dereij M. Dereij
PAGINA
| 120
. Lijnenspel Centraal Bureau voor de Statistiek te Heerlen