Wmo/AWBZ Met actuele informatie over ontwikkelingen en activiteiten nr 11 • december 2008
Meer mantelzorgers recht op vergoeding Staatssecretaris Bussemaker past de financiële regeling voor mantelzorgers aan voor 2009. Meer mensen komen daardoor in aanmerking voor het mantelzorgcompliment. Uit onderzoek blijkt dat mantelzorgers het compliment positief waarderen. Dat schrijft de staatssecretaris in een brief aan de Tweede Kamer. “Het spreekt vanzelf dat mantelzorgers die op grond van de gehanteerde criteria niet in aanmerking kwamen voor een compliment, daar soms teleurgesteld over waren. Ik kan mij dat goed voorstellen.” Sinds 2007 kunnen mantelzorgers per jaar maximaal € 250,ontvangen. Doel van de regeling is om financiële waardering uit te spreken voor de mantelzorger. Door de regeling te verruimen kunnen wellicht meer mensen aanspraak maken op het mantelzorgcompliment. Als mantelzorger kan men maar één mantelzorgcompliment ontvangen, ook al zorgt de mantelzorger voor meer mensen. Degene die zorg ontvangt van diverse mantelzorgers, bepaalt zelf wie het mantelzorgcompliment ontvangt. Om ervoor te zorgen dat meer mensen het mantelzorgcompliment krijgen, past Bussemaker de regeling in 2009 aan: In 2009 wordt bij zorgvragers die een AWBZ-indicatie hebben voortaan verondersteld dat mantelzorg aanwezig is. Het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) hoeft niet meer de inzet van mantelzorgers vast te stellen. Bussemaker roept gemeenten op om te investeren in mantelzorg. Ze gaat erop toezien dat gemeenten in hun plannen een aantal basisfuncties voor mantelzorgondersteuning opnemen. “Daarbij kun je denken aan respijtzorg, informatiepunten en meer aandacht voor zwaarbelaste mantelzorgers” aldus de staatssecretaris. Meer informatie? Wilt u meer informatie, dan kunt u contact opnemen met Nurhayat Öztürk van Zorgbelang Gelderland,
[email protected]. Ook kunt u meer informatie vinden op de volgende sites: www.minvws.nl en www.mezzo.nl/mantelzorgcompliment.nl
Nieuwsbrief 11 • december 2008
Van ouders, voor ouders Bijeenkomst Oudernetwerk Jeugdzorg Zaterdag 31 januari 2009 Tijd: 10.00 – 14.30 uur Locatie: nog niet bekend Het Oudernetwerk Jeugdzorg i.o. bestaat uit ouders die ervaring hebben in het omgaan met hulpverlening vanuit de jeugdzorg. Het netwerk is nog in oprichting en organiseert daarom ontmoetingen met ouders die ervaring hebben (gehad) met jeugdzorg.
Thema: jeugdzorg Verhaal, ontmoeting, workshops Deze bijeenkomst is alleen voor ouders Gratis toegang Voor de lunch wordt gezorgd Kinderopvang aanwezig Meer informatie en aanmelding Hellen Houterman (Zorgbelang Gelderland), telefoonnummer 026 384 28 22. Truus Jonker (ouder van de initiatiefgroep), telefoonnummer 033 245 37 05.
Grote opkomst bij Indicatiestelling startbijeenkomsten PGB Platforms Zorgbelang Gelderland gaat onderzoek doen naar indicatiestelling in regio Oost-Veluwe en regio bij gemeenten. Nijmegen Bij een indicatiestelling wordt bepaald Op donderdag 11 en maandag 29 september 2008 zijn in respectievelijk Apeldoorn en Wijchen de startbijeenkomsten voor een PGB platform gehouden. Dat deze platforms voorzien in een behoefte bleek uit het hoge aantal aanmeldingen. Op beide middagen waren meer dan 50 aanwezigen. Er moesten zelfs mensen teleurgesteld worden omdat de ruimte in de zalen beperkt was. Tijdens deze startbijeenkomsten werden eerst ervaringen uitgewisseld. Gebrek aan informatie en communicatie wordt door veel PGB-houders als het grootste knelpunt ervaren. Ook slechte bejegening en gebrek aan begrip worden vaak genoemd als prioriteit voor verbetering. Belangrijke punten die vragen om actie. Ook u kunt meedoen! Graag gaat Zorgbelang Gelderland samen met de PGB-houders aan de slag om het PGB beter te maken. Woont u in de regio Oost-Veluwe of in de regio Nijmegen? En heeft u een PGB in het kader van de Wmo? Meldt u dan nu aan voor het PGB platform! U wordt dan op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen, ontvangt uitnodigingen voor bijeenkomsten en kunt uw eigen ervaringen kwijt in een vragenlijst die we twee keer per jaar versturen. Voor meer informatie en om u aan te melden kunt u contact opnemen met Leonie Wiekamp, e-mail:
[email protected]
of u recht heeft op zorg. Gemeenten stellen indicaties voor voorzieningen zoals vervoer, rolstoelen of woningaanpassingen. Sinds de invoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is er het nodige veranderd op het gebied van indicatiestelling bij gemeenten. Het meest duidelijk is dit voor wat betreft de hulp bij het huishouden, waarvoor de indicatie nu ook via de gemeente wordt gesteld. Zorgbelang Gelderland wil graag weten hoe Gelderse gemeenten indicaties stellen. En ook hoe cliënten deze indicatiestelling ervaren. Wilt u ook uw ervaringen inzetten? Als u ervaring heeft met indicatiestelling voor Wmo voorzieningen, kunt u zich bij ons aanmelden voor deelname aan dit onderzoek. U krijgt dan per post of per mail een korte vragenlijst toegestuurd. Met uw ervaringen gaan we aanbevelingen doen aan cliënten die te maken krijgen met een indicatiestelling. U kunt zich aanmelden bij Selma Roos via telefoonnummer 026 - 384 28 22 of email
[email protected]
Nieuwsbrief 11 • december 2008
Wmo-beleid gemeenten vergeleken Informatie voor burgers op Wmo-kaart Bij het vergelijken van het Wmo-beleid van de Gelderse gemeenten, valt op hoe goede voorbeelden inspiratie kunnen bieden. Er zijn gemeenten die bij het opstellen van hun Wmobeleid een stapje ‘harder’ lopen en op onderdelen goed scoren. Zo oordeelt Zorgbelang Gelderland dat 43 beschikbare gemeentelijke Wmo-beleidsplannen onder de loep nam. Tegelijkertijd valt op dat het voor gemeenten lastig is om Wmo-beleid te baseren op de vraag van de burger. Het Rijk veronderstelt dat gemeenten het beste weten wat hun burgers nodig hebben. Toch ontbreekt er nog vaak plaatselijke beleidsinformatie over de doelgroepen. Dat type Wmobeleidsplannen is meer een vertaling van bestaand welzijnsbeleid, dat nu de terminologie van de prestatievelden volgt. Met het schrijven van een meerjarenbeleidsplan elke vier jaar voldoet een gemeente aan haar wettelijke verplichting. Sommigen grijpen het beleidsplan aan voor nieuw beleid zoals bedoeld, maar anderen zijn al blij als zij minimaal kunnen voldoen aan deze wettelijke verplichting. Mogelijk krijgen zij nog moeilijk zicht op de kwetsbare burger. Cliënt voorop Bij het vergelijken van de beleidsplannen stelde Zorgbelang Gelderland de cliënt voorop. Hoe bevorderen gemeenten de eigen regie en keuzevrijheid van cliënten? Hoe stellen zij burgers centraal bij de organisatie van maatschappelijke ondersteuning? Hebben gemeenten speciale aandacht voor kwetsbare burgers? En baseren gemeenten hun beleid wel op gegevens en advies van cliënten en burgers? Zorgbelang maakt met haar analyse zichtbaar of gemeenten (willen) presteren op deze thema’s en waar ze op de goede weg zijn.
Nieuwsbrief 11 • december 2008
Wmo-kaart op website Zorgbelang Gelderland Door de analyse van de beschikbare Gelderse beleidsplannen heeft Zorgbelang Gelderland voor gemeenten en Wmo-raden veel praktische informatie. Op de burger toegespitste informatie van Wmovoorzieningen per gemeente is op de website van Zorgbelang Gelderland te vinden. Via de Wmo-kaart van Gelderland op www.zorgbelanggelderland.nl kunnen zij van hun voorzieningen kennisnemen en deze vergelijken met andere gemeenten. Meer informatie Gemeenten kunnen voor een verdiepende vergelijking van de eigen plannen contact opnemen met Gé Hoeijmakers, medewerker team lokale participatie van Zorgbelang Gelderland. Zijn telefoonnummer is 026 384 28 22 of per e-mail gehoeijmakers@ zorgbelanggelderland.nl. Voor gemeenten en Wmo-raden die geïnteresseerd zijn in gerichte adviezen vanuit het perspectief van de burger zeker de moeite waard.
Interview met Joop Helder Op een mooie herfstmiddag bel ik aan bij Joop Helder. De ontvangst is hartelijk met een kopje thee en wat lekkers. We hebben een afspraak voor een interview over cliëntenparticipatie in de Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGz). Joop is bestuurslid van de Landelijke Vereniging van Thuislozen (LVT), zit als zodanig ook in het bestuur van de Nederlandse Patiënten- en consumentenfederatie (NPCF), bezoekt regelmatig congressen en symposia en is lid van het platform van Omnizorg Apeldoorn. En over dat laatste wil ik hem graag spreken. Omnizorg Apeldoorn Sinds september 2008 heeft Omnizorg haar deuren geopend voor dak- en thuislozen, verslaafden en GGz-cliënten. In het gebouw worden allerlei verschillende functies ondergebracht voor opvang, wonen, zorg en werk. Omnizorg is een samenwerkingsverband tussen de gemeente Apeldoorn, Tactus Verslavingszorg, RIBW Oost-Veluwe en IrisZorg. In het platform van Omnizorg zat een vertegenwoordiging van cliënten uit de doelgroepen. Zij hebben meegedacht over het concept en de uitvoering van Omnizorg. Het platform heeft ondermeer een reglement voor een cliëntenraad opgesteld.
zijn. Toch is het belangrijk dat ook deze groep mensen haar stem laat horen. Deze functie zal Joop in de komende tijd samen met andere vrijwilligers gaan vervullen. Vanuit een kantoorruimte onder in het Omnizorggebouw wordt advies gegeven over administratie, financiën en regelgeving voor dak- en thuislozen, verslaafden en GGz – cliënten in de breedste zin van het woord. Door dit persoonlijk contact is het mogelijk om leden voor een cliëntenraad te werven. Nieuwe taken, voor een toch al druk bezet man. “Ach, zegt Joop, ik wil niet te veel, ik heb te weinig tijd.” Leonie Wiekamp
Wanneer ik Joop vraag naar wat gemeenten en organisaties kunnen doen om deze cliëntenparticipatie te bevorderen is het even stil. ‘’Die hele Wmo is hartstikke mooi, maar zie jij een zwerver al bij de wethouder aan tafel zitten? Ik dacht het niet!’’ is zijn reactie. Het idee van participatie is mooi, maar in de praktijk staan beide groepen erg ver van elkaar af. Cliëntenparticipatie Joop benadrukt dat er iemand nodig is die kennis heeft van deze groep mensen en kennis van de organisatie om een cliëntenraad te vormen. Iemand die zowel door de doelgroep als door de organisatie vertrouwd wordt. Een bruggenbouwer. Deze persoon heeft de contacten in de doelgroep en kan mensen die geschikt zijn voor een cliëntenraad persoonlijk benaderen. Joop: “Je moet dezelfde taal spreken als de mensen.” Joop adviseert ook een goede onafhankelijke voorzitter. Iemand die leiding kan geven aan deze groep mensen en de structuur kan bewaken. Om een cliëntenraad een mogelijkheid te geven om goed te functioneren, is dat echt nodig. Bruggenbouwer Ook binnen Omnizorg is het lastig om cliëntenparticipatie te bewerkstelligen. Het is niet eenvoudig om de juiste mensen te vinden. Veel bezoekers van Omnizorg interesseert het helemaal niets, voor anderen is het bijna onmogelijk omdat ze analfabeet Nieuwsbrief 11 • december 2008
Joop Helder (achterste rij 2e van links) 1
Brede netwerken binnen de Wmo De Wmo biedt volop mogelijkheid voor burgerparticipatie. Het schoolvoorbeeld hiervan is misschien wel een ‘breed netwerk’. In een breed netwerk zitten verschillende (vertegenwoordigers van) gebruikers van de Wmo om de tafel. Iedereen is welkom, en de samenstelling kan, afhankelijk van het thema, veranderen. Het doel is: gezamenlijk belangen te behartigen richting gemeente, zorg- en welzijnsaanbieders en andere partijen. Hoe ze dat doen? Dat is aan het brede netwerk te bepalen! Acht kenmerken van een breed netwerk 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Lobby van Wmo-consumenten Geen rechtspersoon Geen formele structuur Tal van belangengroepen aan tafel Spreiding over de negen prestatievelden Dynamische, integrale samenstelling Onafhankelijke positie, veel bewegingsvrijheid Bepalen eigen agenda
In een aantal gemeenten in Gelderland draait inmiddels een breed netwerk Wmo. Deze netwerken voldoen niet per definitie aan alle acht bovenstaande kenmerken. Een netwerk kan zich aanpassen aan de lokale situatie en rekening houden met de oude verhoudingen en situaties. Daarmee is het een instrument op maat. Hieronder volgt een schets van vier Wmo-netwerken in Gelderland. 1. Culemborg Op 27 juni 2008 is, op initiatief van de Stichting Gehandicaptenraad Culemborg, een breed Wmo-netwerk in Culemborg van start gegaan. Ze hebben dit initiatief genomen om meer signalen en knelpunten uit de Culemborgse samenleving te kunnen oppikken. Bij de start waren 25 verschillende belangengroepen aanwezig. In de komende tijd zal er tijd gestoken worden in het versterken van het onderlinge contact. Momenteel zoeken enkele leden van de Gehandicaptenraad contact met belangengroepen om een nieuw thema te agenderen voor de volgende netwerkbijeenkomst in 2009. 2. Nijkerk In Nijkerk opende de wethouder op 24 oktober jl. een grote netwerkmarkt. Op deze markt waren lokale belangengroepen aanwezig met stands. Ook de Wmo-adviesraad Nijkerk presenteerde zich op deze markt. Burgers konden informatie krijgen over de activiteiten van de deelnemende belangengroepen. Daarnaast was het voor de belangengroepen een mogelijkheid om elkaars activiteiten te leren kennen en te netwerken. Nieuwsbrief 11 • december 2008
3. Barneveld In Barneveld zijn 18 wijk- en dorpsplatforms actief. Gezamenlijk hebben zij een, door de gemeente ondersteund, centraal overleg. Op 20 november jl. vond een centraal overleg plaats met als thema de Wmo. De Wmo-raad zoekt contact met dit netwerk van platforms omdat zij dicht bij de mensen in de wijk staan. Graag zou de Wmo-raad in de toekomst zien dat de wijkraden, Gehandicaptenraad en andere belangenorganisaties samenwerken om enkele gemeenschappelijke agendapunten te ontwikkelen. 4. Wageningen Op initiatief van de Cosbo Wageningen (samenwerkingsverband van de ouderenbonden) is al enkele jaren een breed Wmo netwerk actief in Wageningen. De Cosbo hecht veel waarde aan samenwerking, aangezien een versnipperde inzet van belangen niet effectief is in een gemeente. Het netwerk is proactief, ze wacht niet op uitnodigingen van bijvoorbeeld de gemeente, maar zoekt zelf contact met dienstverlenende organisaties. Daarmee ontwikkelt het brede Wmo netwerk haar eigen agenda. Als luis in de pels heeft het netwerk de kwaliteit van de dienstverlening aan de mantelzorg op de agenda gezet. Het steunpunt mantelzorg werkt nu niet naar wens en het netwerk gaat verder op onderzoek uit. Meer informatie? Kent u ook een netwerk in Gelderland? Bent u bezig met het opstarten van een breed Wmo netwerk? Of wilt u gewoon meer weten over de mogelijkheden van een breed netwerk? Neem dan contact op met Sebo Woldringh via telefoonnummer 026 384 28 22 of e-mail: sebo
[email protected]
Gemeenten temperen verwachtingen van inwoners
Gelderland ingediend voor de ontwikkeling van het meetinstrument, de zogenaamde Wmo monitor.
Gemeenten in Oost-Gelderland schrijven, ondanks wettelijke verplichtingen, maar weinig in hun beleidsplannen over vrije keuze van huishoudelijke zorg of hulpmiddelen. De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) verplicht gemeenten evenwel maatregelen te nemen ter bevordering van de keuzevrijheid. Toch zijn er amper richtinggevende uitlatingen te vinden over keuzevrijheid. Dat is merkwaardig. Wat beweegt gemeenten meer accent te gaan leggen op het realiseren van collectieve voorzieningen in plaats van het stimuleren van individuele keuzevrijheid?
De gemeenten Heumen en Wijchen en woningcorporatie Talis hebben gegevens nodig die op wijkniveau iets vertellen over leefbaarheid en participatiegraad. Zorgbelang Gelderland ziet erop toe dat aandacht voor burgerperspectief en kwetsbare groepen in de monitor een plek krijgen. Dat gaat gebeuren in goed overleg met de plaatselijke Wmo-raden en door consultatie van specifieke doelgroepen en wijkraden.
Zorgbelang Gelderland denkt dat gemeenten het vergulden van het recht op vrije keuze al snel te duur vinden. Gemeenten vrezen een toenemend gebruik van voorzieningen en temperen zo de verwachtingen van hun inwoners. Zo geeft Bronckhorst bijvoorbeeld prioriteit aan collectief gebruik en het toegangsbeleid. Montferland presenteert het stimuleren van collectief gebruik als innovatie. Winterswijk en Oude IJsselstreek doen helemaal geen uitlatingen over keuzevrijheid. Dit concludeert Gé Hoeijmakers, die alle beleidsplannen Wmo van de Gelderse gemeenten heeft geanalyseerd vanuit cliëntenperspectief. Op 2 oktober hield hij een inleiding in de Radstake in Heelweg voor de Wmo-raden en belangenorganisaties. Hij adviseerde hen om het thema ‘keuzevrijheid’ hoog op de agenda te zetten bij de gemeenten. In de toekomst dreigen immers zelfstandigheid en eigen regie van groepen mensen met een beperking onder druk te komen staan. Meer informatie? Wilt u meer informatie hierover dan kunt u contact opnemen met Gé Hoeijmakers van Zorgbelang Gelderland,
[email protected].
Wmo monitor: ‘durf meer met ongeveer’ De Wet maatschappelijke ondersteuning wil het meedoen van alle burgers aan de samenleving bevorderen. Maar lukt dat ook? Welke kansen en mogelijkheden zijn er om inwoners te stimuleren en te zorgen voor sociale samenhang in buurten, wijken en kernen? En hoe kun je dat meten? Onder het motto ‘Meten is weten, maar durf meer met ongeveer’, hebben verschillende organisaties een aanvraag bij de provincie
Nieuwsbrief 11 • december 2008
Voor Wmo-raden en belangenorganisaties is de monitor in de toekomst een belangrijke informatiebron voor hun advisering van de gemeente en standpuntbepaling over Wmo beleid. Het wiel gaat niet opnieuw uitgevonden worden. Er is immers al veel informatie voorhanden. Het project is erop gericht om, uitgaande van bestaande informatiebronnen, informatie te ordenen en alleen aanvullend onderzoek te doen waar dat nodig is. Gestart wordt met de prestatievelden over leefbaarheid en informatie, advies en ondersteuning. De monitor kan uitgroeien tot een monitor die door alle Gelderse gemeenten gebruikt kan gaan worden. Spectrum, Centrum voor maatschappelijke ontwikkeling, gaat de monitor uitvoeren. Meer informatie? Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Gé Hoeijmakers van Zorgbelang Gelderland, gehoeijmakers@ zorgbelanggelderland.nl
Zo kan het ook… In deze nieuwe rubriek benoemen we goede Wmo ervaringen met gemeenten in Gelderland. Er gaan regelmatig dingen niet goed en er is nog heel wat te verbeteren, maar….zo kan het ook! Meneer Jansen, woonachtig in de gemeente Zutphen, heeft al geruime tijd huishoudelijke verzorging. Naar volle tevredenheid komt er elke dinsdagmorgen een dame van de thuiszorg om zijn huis schoon te maken. De laatste tijd komt meneer Jansen ’s morgens echter langzaam op gang. De medewerker van de thuiszorg elke keer goed ontvangen, is voor hem eigenlijk niet meer haalbaar. Graag zou hij ’s middags thuiszorg willen ontvangen, hij neemt hiervoor telefonisch contact op met het Wmo loket van de gemeente Zutphen. Aan de telefoon wordt een afspraak met hem gemaakt voor een huisbezoek. Tijdens dit huisbezoek, afgelegd door de leidinggevende van het Wmo loket, wordt de situatie helder in kaart gebracht en wordt gezocht naar de best haalbare oplossing. De indicatie huishoudelijke verzorging 1 wordt omgezet in huishoudelijke verzorging 2 en de zorg wordt in het vervolg geleverd van 11.30 uur tot 14.30 uur. Een oplossing waar zowel de gemeente als meneer Jansen erg tevreden mee zijn!
Deze casus is gebaseerd op een waar gebeurd verhaal. De naam van meneer Jansen is gefingeerd.
Wijziging van de Wmo voor sterkere positie van cliënten De ministerraad heeft op het voorstel van staatssecretaris Bussemaker van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ingestemd met toezending aan de Tweede Kamer van een brief. Daarin staat een wijziging van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) aangekondigd om de positie van de cliënt beter te beschermen. De Wmo heeft als uitgangspunt dat cliënten hulp in natura krijgen. Steeds meer thuiszorgaanbieders sturen alfahulpen naar cliënten zonder dat de cliënt weet dat hij in feite werkgever is van deze alfahulp. De Wmo is nu zo gewijzigd dat wordt uitgesloten dat de zorgaanbieder de huishoudelijke hulp in natura via een alfahulp aan de cliënt levert. Zorgaanbieders gaan terug naar hun oorspronkelijke functie: het leveren van ondersteuning in natura. Om de keuze van een burger voor een alfahulp mogelijk te houden, wordt in de wet geregeld dat de cliënt naast een voorziening in natura of een persoonsgebonden budget ook kan kiezen voor een financiële vergoeding voor het inhuren van een huishoudelijke hulp die valt onder de Regeling Dienstverlening aan
Nieuwsbrief 11 • december 2008
huis (de regeling waar de alfahulp formeel onder valt). Dit kan bijvoorbeeld als de cliënt de vaste hulp wil houden. Dit is alleen mogelijk nadat de gemeente de burger daarover volledig heeft geïnformeerd en de burger vervolgens expliciet instemt met een andere keuze dan voor ondersteuning in natura. De wijziging heeft ook een positief effect op de arbeidsmarkt. De alfahulp komt door de maatregel weer terug in zijn zuivere vorm, zoals bedoeld in de Regeling Dienstverlening aan huis. Bij een gedwongen overgang van loondienst naar alfahulp gaan thuiszorgmedewerkers erop achteruit in arbeidsvoorwaarden en -rechten, bijvoorbeeld WW of WIA. (bron:invoeringwmo.nl)
Estafettecolumn Een nieuwe rubriek in de nieuwsbrief. Een belangenbehartiger vertelt een persoonlijk verhaal aan de hand van een gerichte vraag. De pen wordt nadien weer doorgegeven aan een ander, wederom met een prikkelende vraag. Rosemarie Kamphuisen, voorzitter van de COSBO, een samenwerkingsverband van de drie ouderenbonden in de gemeenten Rheden en Rozendaal, vertelde in de vorige nieuwsbrief haar verhaal. Deze keer geeft zij het woord aan dhr. Theo Zents, onder andere lid Wmo-raad Oost-Gelre. Rosemarie’s vraag: Theo, hoe kunnen we mensen ondersteunen die zelf niet in staat zijn hun recht te halen op allerlei uitkeringen en voorzieningen? Mag dat ook wat kosten? En wie zal dat betalen? Hoe kunnen we (als belangenbehartigers) deze groep mensen ondersteunen? Zelf moeten we niet aan voorlichting over gemeentelijke regelingen beginnen. Wie duizelt het niet bij de woorden: maatschappelijke participatie; bijstand voor chronisch zieken, gehandicapten en 65-plussers, regeling voor duurzame gebruiksgoederen, bijzondere bijstand, kwijtschelding gemeentelijke heffingen en langdurigheidtoeslag? Voorlichting en informatievoorziening zijn taken van de gemeenten. Veel geld blijft op de plank liggen vanwege onbekendheid. In mijn gemeente werd in 2007 voor de minimaregelingen 16% niet verbruikt. Wat kunnen we als lokale belangenbehartiger doen om meer bekendheid te geven aan het minimabeleid? De Wmo-raad kan hierin een belangrijke rol spelen. • Vraag informatie over de onderbesteding van de regelingen voor de minima. • Ga in overleg met de gemeente en stel een plan op voor het opsporen van de doelgroep • Organiseer bijeenkomsten met vrijwilligersorganisaties die direct contact hebben met de doelgroep. Laat de voorlichting op deze bijeenkomsten over aan de gemeentelijke sociale dienst.
•
•
•
Vrijwilligersorganisaties die te maken hebben met de doelgroep kunnen zijn: Diaconie, Vincentiusvereniging, Humanitas, Seniorenbonden, Zonnebloem, klussendienst, ouderenadviseurs, parochiële caritas instelling. Maak afspraken met de organisaties over voorlichting, doorverwijzing en uitwisseling van ervaringen. Benader de politiek voor formatie-uitbreiding bij het Algemeen Maatschappelijk Werk voor coaching en om te fungeren als spil/regisseur naar de sociale dienst (de gemeente betaalt de extra formatie bij het AMW).
Theo Zents geeft het stokje door aan Bertus Hakvoort, lid van het klantenplatform ambulancedienst Noord-Oost Gelderland. De vraag aan hem luidt: Bertus, zijn er oplossingen voor de problemen bij de continuïteit van de ambulancedienst? Hoe kun je als klantenplatform daadwerkelijk invloed uitoefenen op een optimaal functionerende ambulancedienst?
Colofon Deze nieuwsbrief Wmo wordt uitgebracht door Zorgbelang Gelderland ter informatie van de lidorganisaties, vrijwilligers en de Gelderse gemeenten. Voor meer informatie: Leonie Wiekamp, Liesbeth Zwanepol Redactie: Leonie Wiekamp, Liesbeth Zwanepol Eindredactie:
Kay van den Bosch, Kim Scheffers
Nieuwsbrief 11 • december 2008
Zorgbelang Gelderland Postbus 5310• 6802 EH Arnhem IJsselburcht 4• 6825 BP Arnhem Telefoon 026 384 28 22 Fax 026 384 28 23 www.zorgbelanggelderland.nl
[email protected]