Wmo/AWBZ Met actuele informatie over ontwikkelingen en activiteiten nr 12 maart 2009
Pakketmaatregelen AWBZ De AWBZ wordt (opnieuw) gewijzigd. Veel cliëntgroepen maken zich daar op dit moment erg ongerust over. De angst is vooral dat veel mensen de zorg zullen moeten ontberen die zij toch echt nodig hebben. De grote vraag is echter hoe deze maatregelen uit gaan pakken in 2009. Anders gezegd; hoeveel mensen krijgen dan niet meer de zorg die zij toch echt nodig hebben? Eerst even terug naar de maatregelen op zich; waaruit bestaan deze: Alleen mensen met matige en ernstige beperkingen op een aantal specifieke onderdelen krijgen vanaf 2009 nog AWBZbegeleiding. De AWBZ-functies 'ondersteunende begeleiding' en 'activerende begeleiding' worden gecombineerd tot één functie 'begeleiding'. Een deel van de functie 'activerende begeleiding' zal gaan vallen onder de functie 'behandeling'. Mensen die vanwege psychosociale problemen recht hadden op ondersteunende begeleiding in dagdelen of op persoonlijke verzorging (de „grondslag psychosociaal‟), kunnen vanaf 1 januari 2009 bij de gemeenten een beroep doen op de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Dat zijn mensen die bijvoorbeeld thuisloos zijn, psychosociale problemen hebben of verslaafd zijn. AWBZ-begeleiding wordt in dagdelen en in uren gegeven. Het maximale aantal dagdelen verandert niet; dat blijft negen dagdelen per week. Het aantal uren begeleiding kan wel veranderen. Sommige mensen zullen minder uren krijgen, voor anderen verandert er niets. Vanaf 1 januari 2010 gaat iedere volwassene die extramurale AWBZ-begeleiding krijgt, een eigen bijdrage betalen. Voor de functies 'persoonlijke verzorging' en 'verpleging' in de AWBZ gold die eigen bijdrage al. De verwachting is dat door de beperking van de functie begeleiding (1 en 2) 27% van de mensen die nu nog AWBZbegeleiding krijgen, er straks geen recht meer op zullen hebben. Dit gaat in Nederland om circa 60.000 mensen.
Nieuwsbrief 12
maart 2009
De veranderingen kunnen dus het volgende betekenen: Mensen krijgen een nieuwe indicatie voor de functie „begeleiding‟ en er verandert niets; Mensen krijgen een nieuwe indicatie voor de functie „begeleiding‟, waarbij het aantal uren begeleiding minder wordt; Mensen krijgen geen nieuwe indicatie en daarom ook geen AWBZ-begeleiding meer, omdat hun beperkingen te licht zijn om nog langer voor deze begeleiding in aanmerking te komen. Deze maatregelen zijn met ingang van 1 januari 2009 van kracht geworden. Bij de invoering ervan zal het eerste jaar een overgangsjaar zijn. Het ministerie van VWS ziet dit jaar toe op de effecten van deze maatregelen. Hiertoe worden binnen een aantal gemeenten nadere initiatieven genomen.
Zoals reeds aangegeven is op dit moment moeilijk in te schatten hoe voelbaar deze maatregelen zullen zijn voor bepaalde groepen en hoe kwalijk het zal gaan uitpakken voor hen. Daar zijn een aantal redenen voor. 1. De verantwoordelijkheden voor het bieden van de zorg op onderdelen die wel overeind blijven komen bij andere instellingen te liggen (zorgverzekeraars, gemeenten). Vooral gemeenten zijn niet toegerust op het uitvoeren van deze taken. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft al aangegeven dat gemeenten meer tijd nodig hebben voor de voorbereiding van de uitvoering hiervan. 2. Het budget dat uiteindelijk voor deze zorgfuncties is uitgetrokken, is inmiddels behoorlijk naar beneden toe bijgesteld. Wat kunt u als belangenbehartiger doen? Praat met burgers die mogelijk met deze maatregelen te maken krijgen. Kijk daarbij goed naar de groep om wie het gaat. Op welke manier kun je hen goed bereiken? Met welke organisaties kun je daarvoor samenwerken? Met creativiteit en doorzettingsvermogen kom je een heel eind. Formuleer zo concreet mogelijk over welke burgers u zich zorgen maakt en waarom. Wat kan in uw ogen de gemeente doen om hen op te vangen? Zoek samenwerkingspartners. Cliëntenraden van ondersteuningsorganisaties hebben ook met deze maatregelen te maken. Informeer elkaar en sla de handen ineen voor goede belangenbehartiging. Ga in gesprek met uw gemeente over de zorg voor de meest kwetsbare burgers. Kent de gemeente hen? Is er een goed zorgsysteem voor hen die buiten het AWBZ-regime gaan vallen?
Bussemaker ondertekent convenant vrijwilligersverzekering Gemeenten moeten gewezen worden op de mogelijkheid om een vrijwilligersverzekering af te sluiten. In het convenant spreken het Rijk en de VNG af gemeenten daarop te wijzen.
Nieuwsbrief 12
maart 2009
Het kabinet stort jaarlijks vier miljoen euro in het Gemeentefonds. Dat bedrag is bestemd voor het verzekeren van vrijwilligers. Hiermee worden de risico‟s die vrijwilligers lopen tijdens hun werkzaamheden verzekerd, en hoeven zij niet zelf voor mogelijke kosten op te draaien. Dit maakt het voor vrijwilligersorganisaties makkelijker om mensen te werven. Volgens de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) zijn gemeenten verantwoordelijk voor de ondersteuning van vrijwilligers. Met het convenant hoopt staatssecretaris Bussemaker dat alle gemeenten zo snel mogelijk een vrijwilligersverzekering afsluiten.
CJG’s in 2011 gerealiseerd Alle gemeenten in Nederland zijn verplicht om een Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) op te zetten. In 2011 moeten deze CJG‟s functioneren als laagdrempelige voorziening voor alle opgroei- en opvoedingsvragen. Betrekken van burgers In de opstartfase heeft Zorgbelang Gelderland gemeenten middels een brochure aangeraden hun burgers (ouders en jongeren) te betrekken bij het ontwikkelen van het CJG in hun gemeente. Om een laagdrempelige voorziening te realiseren, ligt het voor de hand juist de mogelijke gebruikers van die voorziening erbij te betrekken. In Wageningen heeft de gemeente een klankbordgroep van gebruikers geformeerd. Het is opvallend dat de ideeën van jongeren en ouders vaak afwijken van de gedachten van instellingen. Zo vonden medewerkers van instellingen bijvoorbeeld dat het CJG moest uitstralen dat opvoeden leuk is. Ouders reageerden daar heftig op door te zeggen dat opvoeden vaak helemaal niet leuk is, dat het hard werken is, dat je soms met je handen in het haar zit en niet weet wat je met je kind aan moet en wat goed is. Ouders vinden het vooral belangrijk dat het CJG een uitstraling heeft dat het normaal is om opgroei- en opvoedvragen te hebben en deze te stellen. Mocht uw gemeente niet in gesprek willen met inwoners, dan kunt u overwegen de Wmo-raad in de gemeente te benaderen. U kunt de Wmo-raad vragen in hoeverre zij op de hoogte zijn, van de plannen van de gemeente, rondom het opzetten van het CJG. U kunt aanbieden de Wmo-raad te adviseren vanuit het burgerperspectief, en de leden aanraden om meer inwoners te betrekken. Hierbij is het belangrijk dat de inwoners een goede afspiegeling zijn van de gemeente (dus bijvoorbeeld mensen met en zonder jeugdzorgervaring, autochtoon en allochtoon, man en vrouw, vanuit verschillende wijken etc).
Nieuwsbrief 12
maart 2009
Het CJG heeft te maken met de volgende vijf Wmo-functies: 1. 2. 3. 4. 5.
Informatie en advies Signalering Toeleiding naar hulp Licht pedagogische hulp Coördinatie van zorg
Geïnteresseerden, de Wmo-raad en gemeenten kunnen overigens ook contact met Zorgbelang Gelderland opnemen als ze een gesprek willen over hoe ze burgers kunnen betrekken bij het CJG. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de betreffende regioconsulent (zie blz. 11).
Mystery guest in Gelderland Een belronde langs de gemeentelijke loketten
Alle Gelderse gemeenten (in totaal 56) zijn net zoals vorig jaar gebeld door onze Mystery guest. Deze Mystery guest was een medewerker van het team Informatie van Zorgbelang Gelderland. Er is contact gezocht met de Wmo-loketten van de gemeenten waarbij een gefingeerde situatie aan de Wmo-medewerk(st)er werd voorgelegd. Er werd verzocht om informatie over huishoudelijke verzorging voor een beginnende vergeetachtige oude dame, de oma van de Mystery guest. Voor elke gemeente werd een scorelijst ingevuld. Het onderzoek vond plaats in de maand oktober 2008.
De casus “Mijn moeder is 85 en al een paar jaar weduwe. Ze woont nog zelfstandig, maar de laatste tijd maak ik mij zorgen. Ik woon niet bij haar in de buurt en kom er maar ééns per twee weken. Als ik haar bezoek merk ik dat ze vergeetachtig wordt. In de koelkast vind ik steeds vaker levensmiddelen die over de houdbaarheidsdatum zijn. Het bed verschonen lukt haar niet meer, net als ander zwaar huishoudelijk werk. De huisarts raadt mij aan om thuiszorg voor mijn moeder aan te vragen.” De resultaten De meeste gemeenten hebben op de website een rechtstreekse link naar het Wmo-loket. Dit zorgt ervoor dat informatie snel te vinden is. Wel is de informatie vaak algemeen en is het nodig om voor specifieke informatie te bellen. De telefonische bereikbaarheid van de loketten is verbeterd. Veel loketten zijn de hele ochtend of zelfs de hele dag bereikbaar. Een enkele gemeente is maar een of twee uur in de ochtend geopend. Naast de telefonische bereikbaarheid hebben de meeste gemeenten ook een inloopspreekuur. Opvallend is dat een groot aantal zorgaanbieders een wachtlijst heeft voor het inzetten van huishoudelijke verzorging. Het gaat dan vooral om de HV1 of alfa hulpen. De ene gemeente vindt een wachtlijst van twee weken al lang, terwijl bij een andere gemeente zonder schroom wordt verteld dat het maanden kan duren voordat hulp ingezet kan worden. Vaak wordt er vaag gedaan over de termijnen tussen aanvraag en indicatie en tussen indicatie en inzetten zorg. Antwoorden als „maanden‟ of „daar hebben wij geen zicht op‟ zorgen alleen maar voor verwarring bij de cliënt. De tijd tussen de indicatiestelling en het daadwerkelijk krijgen van hulp lijkt groter te zijn geworden, gemeenten blijven hier onduidelijk over. De gesprekken met de loketmedewerkers werden over het algemeen als positief ervaren. De Zorgbelangmedewerker werd vriendelijk te woord gestaan en er werd begripvol geluisterd. In een aantal gevallen werd door de loketmedewerker doorgevraagd naar de situatie en werd meegedacht over aanvullende oplossingen. Een enkele keer kwam de medewerker bot over en werden er erg summiere antwoorden gegeven. Een aanvraagformulier met retourenvelop wordt als prettig ervaren net zoals aanvullende informatiefolders over bijvoorbeeld het CAK en andere Wmo-voorzieningen. Wat opvalt, is dat er verschillend wordt omgegaan met de schriftelijke informatieverstrekking; gemeenten sturen heel uiteenlopende informatie bij het voorleggen van eenzelfde casus. Een groot aantal van de indicaties wordt door middel van een huisbezoek gesteld. Dit is een goede ontwikkeling.
Nieuwsbrief 12
maart 2009
Wmobeleidsplannen In 2008 zijn alle beschikbare gemeentelijke Wmo-beleidsplannen gescreend op een aantal criteria vanuit gebruikersperspectief en wettelijke vereisten. Hoewel het wel wettelijk verplicht is blijken niet alle gemeenten te beschikken over een Wmo-beleidsplan. Op de website www.zorgbelanggelderland.nl vindt u de analyse van Zorgbelang Gelderland aan de hand van de volgende vier punten: Keuzevrijheid Op welke wijze bevordert de gemeente de keuzevrijheid van burgers? Daarbij is gekeken naar twee onderdelen: keuzemogelijkheden bij huishoudelijke zorg en keuze bij hulpmiddelen. De burger centraal Op welke wijze staat de burger centraal bij het loket? Wordt er echt rekening gehouden met iemands wensen en mogelijkheden?
Aandacht voor ‘kwetsbare’ burgers Heeft de gemeente aandacht voor bijvoorbeeld mantelzorgers, jongeren, mensen met psychosociale en psychische problemen en mensen met verstandelijke beperkingen? Betrokkenheid van burgers Op welke wijze worden burgers betrokken bij het Wmo-beleid? Zorgbelang Gelderland heeft in de Wmo-beleidsplannen veel variatie aangetroffen tussen de gemeenten. Gemeenten die voorop lopen hebben nagedacht over de manier waarop ze het perspectief van de (kwetsbare) burger willen betrekken in het beleid en de uitvoeringsplannen voor de Wmo. Ze benoemen dilemma‟s en oplossingen en hebben een koers uitgestippeld. U vindt een regionale vergelijking van de beleidsplannen op de website. Met deze informatie wil Zorgbelang Gelderland Wmoraden en lokale belangenbehartigers ondersteunen in hun werk. Gemeenten krijgen met deze informatie vergelijkingsmateriaal en suggesties voor beleid. Zij kunnen op deze wijze leren van elkaars goede praktijken. Meer informatie en regiocontactpersoon: www.zorgbelanggelderland.nl.
Kosten parkeren gehandicapten In 2008 zijn 23 gemeenten gebeld met vragen over de kosten van de gehandicaptenparkeerkaart (GPK) in hun gemeente. Zorgbelang Gelderland trof grote verschillen aan. De parkeerkaart De kosten voor een gehandicaptenparkeerkaart variëren in Gelderland van gratis tot € 79,89. Medische keuring In vijftien gemeenten hoeft de aanvrager de kosten van de medische keuring niet te betalen. In acht gemeenten betaalt de aanvrager wel (een deel van) de kosten van de medische keuring. Dit varieert van € 79,41 tot € 137,10. De parkeervergunning Niet elke gemeente heeft een parkeervergunning. Zes gemeenten hebben deze niet. Eén gemeente heeft alleen een parkeervergunning voor mensen met een beperking. De kosten voor een parkeervergunning variëren van
Nieuwsbrief 12
maart 2009
€ 25,20 tot € 136,13 per jaar. In vier gemeenten (Nijmegen, Duiven, Doesburg, Doetinchem) is de GPK duurder dan een parkeervergunning (afhankelijk van welke vergunning). Hierbij moet wel aangetekend worden dat een parkeervergunning alleen geldig is in een beperkt gebied in de binnenstad van één stad of dorp. De GPK is geldig in heel Europa. Twee gemeenten (Nijmegen en Apeldoorn) hebben een aparte gemeentelijke GPK. Hiermee kan alleen binnen die gemeente op gehandicaptenparkeerplaatsen geparkeerd worden. De keuringseisen zijn wat minder streng voor wat betreft de loopafstand. In Apeldoorn krijg je deze kaart gratis bij een Europese GPK. Kosten verlenging GPK De kosten voor het verlengen van een GPK zijn bijna altijd gelijk aan de kosten voor een eerste verstrekking. Alleen in Beuningen is dit bedrag hoger. Herkeuring De kosten voor herkeuring zijn op één gemeente na hetzelfde als bij de eerste keuring. In Doetinchem betaalt de aanvrager bij verlenging € 166,95, bijna € 30 meer dan bij de eerste keuring. Als er geen keuring nodig is zijn de kosten € 27,90. Alleen de gemeente Duiven heeft een GPK die goedkoper is naar gelang de geldigheidsduur korter is. Bij een geldigheidsduur korter dan vijf jaar is de prijs een evenredig deel van de prijs bij een geldigheid van vijf jaar. Meer weten?: kijk op www.zorgbelanggelderland voor informatie per (onderzochte) gemeente bij „Vergelijk Gelderse gemeenten‟ of neem contact op met Selma Roos,
[email protected]
Informatie en klachtenopvang De medewerkers van deze afdeling beantwoorden graag uw vragen of ondersteunen u bij een klacht. De afdeling is iedere werkdag bereikbaar van 09.00 tot 16.30 uur via telefoonnummer: 026 384 28 22 of per e-mail:
[email protected]. De dienstverlening van deze afdeling is gratis.
Meldpunt Herindicatie Vanaf januari 2007 monitoren de Zorgbelangorganisaties de invoering van de Wmo via het meldpunt. Op de website van Zorgbelang Nederland staat een vragenlijst die ingevuld kan worden. In 2007 richtte het meldpunt zich op de ervaringen met de huishoudelijke hulp; in 2008 op de herindicatie. Gelderse ervaringen In Gelderland meldden in 2008 zo‟n 98 mensen hun ervaringen. Een belangrijk signaal dat zij afgaven is dat zij niet of onvoldoende gehoord werden bij de indicatiestelling. Veertig procent van de respondenten heeft niet voldoende kunnen vertellen wat de eigen ideeën zijn over de huishoudelijke verzorging die hij/zij nodig heeft. Maar liefst 31 procent heeft onvoldoende kunnen uitleggen waarvoor hij/zij huishoudelijke verzorging nodig heeft. Ook heeft bijna vijftig procent slecht tot onvoldoende zijn eigen persoonlijke omstandigheden kunnen toelichten aan de indicatieadviseur. Ook over de kwaliteit van de indicatiestelling was lang niet iedereen tevreden. Een derde vindt de klantgerichtheid van de medewerkers bij het stellen van de indicatie „slecht‟; 35 procent „onvoldoende‟. Over de deskundigheid van de indicatiesteller denkt 71 procent dat deze onvoldoende tot slecht is. Met het resultaat van de indicatiestelling zijn veel mensen dan ook niet tevreden. Zo‟n 77 procent is het oneens met het uiteindelijke indicatieadvies. Bijna 70 procent geeft aan met dit indicatieadvies onvoldoende zelfstandig het huishouden te kunnen voeren. Opvallend is dat 82 procent wel tevreden was met de huishoudelijke hulp voor de herindicatie. Landelijke ervaringen Weinig positieve geluiden meldden de 98 mensen uit Gelderland. Uit het landelijke onderzoek, dat bijna 1000 klantenervaringen kent, blijkt dat zaken misgaan op het terrein van indicatiestelling, Nieuwsbrief 12
maart 2009
bejegening, communicatie en de toewijzing van hulp door gemeenten. Wat mensen overkomt Meer hierover kunt u lezen in de krant „Wat Mensen Overkomt‟. Hierin zijn de ervaringen van mensen die zijn binnengekomen bij alle Zorgbelangorganisaties gebundeld. In deze krant staat ook aan de hand van een stappenplan en checklist beschreven wat u zelf kunt doen met de uitkomsten van het meldpunt. De krant is eind 2008 verspreid onder de aangesloten organisaties van Zorgbelang Gelderland. Mocht u (nog) een exemplaar willen ontvangen, dan kunt u een aanvraag doen per e-mail:
[email protected] of per telefoon: 026 384 28 22. Wat kunt u als Wmo-raad doen? Stap 1: inlezen Lees de krant ‘Wat Mensen Overkomt’; Stap 2: inventarisatie Ga na of er ook signalen zijn over problemen in uw gemeente; Stap 3: gesprek binnen Wmo-raad Bespreek deze resultaten in uw Wmo-raad; Stap 4: overleg met anderen Ga na of anderen signalen binnen hebben gekregen over de zorgtoewijzing in uw gemeente. Neem bijvoorbeeld contact op met cliëntenraden van thuiszorgorganisaties in uw gemeente; Stap 5: Afhankelijk van de resultaten van stap 1 t/m stap 4 kunt u het gesprek aangaan met de gemeente. U kunt een brief schrijven, een gesprek aanvragen bij de verantwoordelijke wethouder of meteen een (ongevraagd) advies geven aan de gemeente.
Ook voor een cliëntenraad thuiszorg en voor een vrijwilliger binnen een cliëntenorganisatie is het mogelijk om actie te ondernemen naar aanleiding van de resultaten van het meldpunt. Hoe? Dat kunt u lezen in de krant ‘Wat Mensen Overkomt’.
Aandacht voor leerlingenvervoer Welke gemeente of vervoerder scoort de meeste KwaliTaxiPunten Werkconferentie Leerlingenvervoer op 2 april 2009 in het Provinciehuis van Arnhem Gebruikers, vervoerders, scholen en belangenbehartigers formuleerden elf KwaliTaxiPunten vanuit het gebruikersperspectief van het leerlingenvervoer. Ze dagen daarmee gemeenten, en impliciet ook vervoersbedrijven, uit om 'door te schakelen’. Op de Werkconferentie Leerlingenvervoer op 2 april in het Provinciehuis in Arnhem worden deze aanbevelingen bekend gemaakt. Belangstellenden kunnen zich aanmelden bij Annemarie Mulling van Zorgbelang Gelderland, telefoon 026 384 28 22 of
[email protected]. De werkconferentie begint om 14.00 uur en duurt tot 18.00 uur. Gemeenten in Gelderland hanteren hun eigen regels als het gaat om leerlingenvervoer. Na een inventarisatie van de uiteenlopende voorschriften en regelingen kwamen bij het vervoer betrokken partijen tot elf aanbevelingen. Gemeenten hebben als taak de regie te voeren waar het gaat om het leerlingenvervoer. In hoeverre houden ze nu, of gaan zij in de toekomst, bij het aanbesteden van het leerlingenvervoer rekening houden met de kwaliteit waar gebruikers voor pleiten? Veelzijdig programma De Werkconferentie Leerlingenvervoer opent met een presentatie van de onderzoeksresultaten en het aanbieden van de KwaliTaxiPunten aan Manja Smits, lid van de Tweede Kamer voor de Socialistische Partij (SP) en Frans Willems, Adjunct-secretaris VNG Gelderland. Aansluitend komen diverse vertegenwoordigers uit de vervoersketen aan het woord. Zo brengen een directeur van een ZMLK-school, een consulent van MEE Gelderse Poort, een ouder, een ambtenaar en een vervoerder hun ervaringen met het leerlingenvervoer in. Tijdens de pauze is het mogelijk om innovaties aan het wagenpark te bezichtigen en daarna houdt Harald Faber van adviesbureau Forsetti een lezing met als titel „Een andere kijk op het leerlingenvervoer‟. Aan het eind van de werkconferentie is er gelegenheid tot het stellen van vragen en discussie. Na afloop is er tijd om nog even door te praten bij een
Nieuwsbrief 12
maart 2009
hapje en een drankje. De Firma Zorgbehang zorgt gedurende de middag voor een cabareteske inbreng. Meer informatie De organisatie van de werkconferentie is in handen van de Stichting Gehandicaptenplatform Overbetuwe, KansPlus (belangennetwerk verstandelijk gehandicapten), MEE-organisaties in Gelderland en Zorgbelang Gelderland. Voor meer informatie over deze werkconferentie kunt u contact opnemen met Liesbeth Zwanepol of Selma Roos van Zorgbelang Gelderland, telefoon 026 384 28 22 of per e-mail: liesbethzwanepol@zorgbelang gelderland.nl,
[email protected]
Zo kan het
ook…
In deze rubriek benoemen we goede Wmo ervaringen met gemeenten in Gelderland. Er gaan regelmatig dingen niet goed en er is nog heel wat te verbeteren, maar…zo kan het ook! Mevrouw de Boer, woonachtig in de gemeente Rheden, maakt gebruik van een scootmobiel. Haar huidige model is na twee jaar afgeschreven, daarom vraagt ze een nieuwe aan. De aanvraag wordt gehonoreerd, maar er wordt van mevrouw de Boer wel een eigen bijdrage gevraagd.
Sinds juli 2007 betaalt iedereen met een nieuwe indicatie scootmobiel een eigen bijdrage. Iedereen die al een indicatie had hoeft die eigen bijdrage niet te gaan betalen tot het moment dat een nieuwe scootmobiel moet worden aangeschaft. Mevrouw de Boer is het niet eens met de beslissing dat ze een eigen bijdrage moet gaan betalen. Een scootmobiel heeft een afschrijvingstermijn van zeven jaar. Haar scootmobiel is na twee jaar, buiten haar schuld om, dusdanig kapot dat hij niet meer gerepareerd kan worden. Het is redelijk om aan te nemen dat mevrouw de Boer nog een jaar of vijf gebruik had kunnen maken van haar huidige scootmobiel zónder een eigen bijdrage te betalen. De betreffende leidinggevende van de gemeente Rheden beslist deze keer geen eigen bijdrage op te leggen.
Nieuwsbrief 12
maart 2009
InfoduCT Sinds enkele weken heeft Zorgbelang Gelderland een eigen intranet voor de aangesloten organisaties: InfoduCT. InfoduCT is een digitale en interactieve ontmoetingsplaats en helpdesk. InfoduCT is een besloten website en alleen toegankelijk voor de aangesloten organisaties van Zorgbelang Gelderland. Op InfoduCT kunnen bestuursleden en actieve vrijwilligers ervaringen, documenten en kennis met elkaar uitwisselen.
Wist u dat er op het forum van InfoduCT ook een thema „Wmo‟ is? Hier kunt u ervaringen uitwisselen, kennis delen en ideeën opdoen. InfoduCT is met behulp van een gebruikersnaam en wachtwoord toegankelijk voor aangesloten organisaties. U kunt uw eigen gebruikersnaam en wachtwoord aanvragen door een e-mail te sturen naar:
[email protected] Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Ellen Spanjers.
Nieuwe Handleiding Indicatiestelling zorgt voor goede voorbereiding Een praktische gids voor gebruikers van Wmo-voorzieningen en hun belangenbehartigers
Als u huishoudelijke hulp nodig heeft of een beroep wilt doen op een andere voorziening die u via uw gemeente moet aanvragen, krijgt u te maken met een indicatiestelling. Hoe bereidt u zich daar goed op voor, hoe verloopt zo‟n gesprek en wat kunt u doen als u het met een beslissing niet eens bent? Zorgbelang Gelderland schreef een praktische gids voor gebruikers van Wmovoorzieningen, waarin deze en andere vragen worden beantwoord. Bijzonder aan de handleiding is dat medewerking is verleend door mensen die zelf (verscheidene keren) een indicatiestelling hebben ondergaan. De bijdrage van deze ervaringsdeskundigen heeft geleid tot een praktische handleiding met bruikbare tips die zorgt voor een goede voorbereiding op een indicatiestelling. Ook mensen die opkomen voor de belangen van anderen, kunnen de Handleiding Indicatiestelling Wmo-voorzieningen gebruiken bij hun ondersteunende werk. Een eerste oplage van 6.500 gidsen is breed verspreid onder Wmo-raden, huisartsen en uiteenlopende patiëntenverenigingen in Gelderland. De Handleiding wordt dusdanig goed ontvangen dat Zorgbelang Gelderland besloten heeft tot een tweede druk. Belangstellenden kunnen een exemplaar van de Handleiding aanvragen bij Zorgbelang Gelderland, telefoon 026 384 28 22. Via de website www.zorgbelanggelderland.nl is de brochure ook te downloaden.
Interview met Marieke Witzel 22 jaar en al zo betrokken bij de lokale politiek! Het jongste Wmoraadslid van West Maas en Waal legt uit waarom: “Zo heb ik meer invloed op de politieke gang van zaken.”
Nieuwsbrief 12
maart 2009
Marieke studeert Politicologie aan de Universiteit van Nijmegen. Ze zit in het derde jaar. “Waar veel van mijn medestudenten juist geïnteresseerd zijn in internationale en nationale politieke betrekkingen, ligt mijn hart meer bij de lokale politiek.“ Marieke woont in het dorp Alphen, gemeente West maas en Waal. “Juist het kleinschalige spreekt mij aan. Op die manier heb ik ook veel contact met alle jongeren in de gemeente. Je komt elkaar vaak tegen; bijvoorbeeld op feesten, want een discotheek is hier niet.” Jongerendebat De gemeente heeft al drie maal een jongerendebat georganiseerd. Marieke neemt deel aan de organisatie, samen met nog een paar andere jongeren. De thema‟s -en de opkomst!- waren zeer divers. De allereerste keer ging het over Carnaval, de opkomst was toen hoog, 120 jongeren. De tweede keer ging het over voorzieningen voor jongeren, toen kwamen er 20 jongeren op af. De laatste keer was het thema „drugs en alcohol‟, en was de opkomst met maar vier jongeren bedroevend laag. Dat komt volgens Marieke omdat jongeren over dit soort onderwerpen niet graag praten. Betrekken van jongeren bij beleid Marieke geeft een aantal tips om jongeren te bereiken en zo dus meer te betrekken bij beleid. “Allereerst is het van belang te benoemen wat het belang is voor jongeren om te komen. Spreek hen aan in hun eigen
taal, maar wees niet te populair, en zoek ze actief op. Je kunt jongeren bereiken door naar de sportclubs te gaan, langs de lijn of in de kantine na afloop. Als je jongeren uitnodigt voor een bijeenkomst, houd dan rekening met het tijdstip, overdag is vaak niet erg handig bijvoorbeeld. Maar waar je ook aan moet denken, is dat je je als organisatoren of gasten niet te formeel kleedt: saaie pakken schrikken af!” Wmo-raad “Ik vind het erg leuk om lid te zijn van de Wmo-raad West Maas en Waal. Juist om in contact te komen met andere mensen, de meeste mensen uit de Wmo-raad zijn én man én boven de 50. Ook het feit dat ik over veel verschillende onderwerpen wat leer, spreekt mij aan. Binnenkort komt het accommodatiebeleid op de agenda. Ik wil dan ook aangeven wat er voor jongeren van belang is welke voorzieningen er zijn. Ik vertegenwoordig de jongeren met name door vanuit mijn eigen perspectief te praten. Ik ben zelf jong en sta met beide benen in de samenleving van West Maas en Waal. Jongeren kennen mij en ik ken hen, ik weet wat er leeft onder hen. Dat is toch de kern van een goede belangenbehartiging?”
Meer structuur voor belangenbehartiging mensen met een verstandelijke beperking Mensen met een verstandelijke beperking willen graag dat er naar hen geluisterd wordt. Want ook zij hebben wensen. Bijvoorbeeld op het gebied van wonen, werk en vrije tijd. Soms zijn ze georganiseerd in een belangenorganisatie. Bij deze belangenbehartiging hebben ze meestal hulp nodig, bijvoorbeeld van een coach. Het probleem is dat er niet zoveel coaches zijn. Daarom gaat Zorgbelang Gelderland met acht Gelderse gemeenten in gesprek: Nijmegen, Arnhem, Culemborg, Ede, Harderwijk, Apeldoorn, Zutphen en Doetinchem. Het doel is om voor elkaar te krijgen dat: Er acht belangengroepen voor en door mensen met een verstandelijke beperking actief zijn in Gelderland. Deze belangengroepen allen ondersteund worden door een coach. De coaches worden geborgd in (lokale) welzijnsorganisaties, MEE-organisaties of andere ondersteuningsinstellingen. De betreffende gemeenten zorg dragen voor het faciliteren van deze organisaties; door bijvoorbeeld te zorgen voor ruimte en geld, ook na de projectperiode van twee jaar. Zorgbelang Gelderland heeft voor de duur van twee jaar geld gekregen van de Provincie Gelderland om dit voor elkaar te krijgen. Wat gaan we doen in die tijd:
Nieuwsbrief 12
maart 2009
We gaan in gesprek met de genoemde gemeenten om voor elkaar te krijgen dat zij zorgen voor facilitering, realisering en borging van een coach; We ondersteunen (lokale) welzijns- en of ondersteuningsorganisaties en mensen vanuit de doelgroep bij de werving en selectie van coaches; We ondersteunen leden van de belangengroepen met een cursus „Belangenbehartiging‟; We trainen en begeleiden de coaches voor wat betreft: o Werving van deelnemers aan de belangengroepen. o Ondersteuning bij de organisatie van bijeenkomsten voor en door mensen met een verstandelijke beperking. o Leerbijeenkomsten (intervisie) waarbij ervaringen van coaches uit de verschillende gemeenten worden uitgewisseld. Voor knelpunten worden oplossingen bedacht. Zorgbelang Gelderland hoopt dat op deze manier de stem en de wensen van mensen met een verstandelijke beperking beter gehoord zullen worden.
Estafettecolumn (3) In deze rubriek vertelt een belangenbehartiger een persoonlijk verhaal aan de hand van een gerichte vraag. De pen wordt nadien weer doorgegeven aan een ander, wederom met een prikkelende vraag. Theo Zents, ondermeer lid van de Wmo-raad Oost-Gelre, vertelde in de vorige nieuwsbrief zijn verhaal. Deze keer geeft hij het woord aan Bertus Hakvoort, lid van het klantenplatform ambulancezorg Noord en Oost Gelderland.
Bertus Hakvoort geeft het stokje door aan Ton van der Hoeven, voorzitter van het Gehandicaptenen ouderenbeleid Rheden & Rozendaal (AGO).
Theo’s vraag aan Bertus luidt: Hoe kun je als klantenplatform daadwerkelijk invloed uitoefenen met als doel een optimaal functionerende ambulancedienst?
Ambulancezorg op weg naar volwaardige zorginstelling Vanaf 1 oktober 2008 heeft de Gedeputeerde Staten van Gelderland het ambulancevervoer gegund aan Ambulancedienst Kennemerland BV (onderdeel van Connexxion Taxi Services BV)
Regioconsulenten Achterhoek: Liesbeth Zwanepol liesbethzwanepol@zorgbelang gelderland.nl
Ingaande 1 januari 2011 komt er in iedere veiligheidsregio één regionale ambulancedienst. Doel van deze wetswijziging is verhoging van kwaliteit, doelmatigheid en toegankelijkheid van de ambulancezorg en een betere afstemming met het openbaar bestuur. De wet markeert de ontwikkeling van een vooral op vervoer gerichte ambulancedienst naar een volwaardige zorginstelling in de keten van acute zorg.
Gelderse Vallei: Sebo Woldringh sebowoldringh@zorgbelang gelderland.nl
Nu de ontwikkelingen wat duidelijker zijn geworden zal op korte termijn de huidige cliëntenraad met de nieuwe directie in gesprek gaan om te praten over structuur van het cliëntenberaad/de cliëntenraad. Verwacht mag worden dat elke zorginstelling voldoet aan de wettelijke eisen in deze en niet alleen omdat de wet dat vraagt, maar omdat de belangen van de cliënten zo goed mogelijk moeten worden gediend. De contacten die er tot nu toe waren geven volgens mij voldoende reden tot een optimistische invulling op korte termijn.
Noordwest Veluwe: Selma Roos selmaroos@zorgbelanggelder land.nl
Eén van de belangrijkste doelstellingen van de ambulancezorg is de kwaliteit van deze zorg. Stel dat u desondanks toch niet tevreden bent over de dienstverlening door medewerkers van de genoemde ambulancediensten, dan is het belangrijk dat er naar u geluisterd wordt en dat iets met uw klacht wordt gedaan. Patiënten/cliënten hebben het recht om te klagen. Daarvoor hebben de ambulancediensten een speciale klachtencommissie benoemd.
Nieuwsbrief 12
maart 2009
Nijmegen: Joke Stoffelen jokestoffelen@zorgbelang gelderland.nl
Oost Veluwe: Leonie Wiekamp leoniewiekamp@zorgbelang gelderland.nl Rivierenland: Sebo Woldringh sebowoldringh@zorgbelang gelderland.nl Rijn IJssel: Stef Harweg stefharweg@zorgbelanggelder land.nl
Colofon Deze nieuwsbrief Wmo wordt uitgebracht door Zorgbelang Gelderland ter informatie van de lidorganisaties, vrijwilligers en de Gelderse gemeenten. Voor meer informatie: Leonie Wiekamp, Liesbeth Zwanepol Redactie: Leonie Wiekamp, Liesbeth Zwanepol Eindredactie: Marit van der Goot, Kim Scheffers Nieuwsbrief 12
maart 2009
Zorgbelang Gelderland Postbus 5310• 6802 EH Arnhem IJsselburcht 4• 6825 BP Arnhem Telefoon 026 384 28 22 Fax 026 384 28 23 www.zorgbelanggelderland.nl
[email protected]