Actuele ontwikkelingen in het betalings- en effectenverkeer Betaalorganisatie Currence en de winkeliers hebben maatregelen genomen om het kopiëren van de magneetstrip op pinpassen tegen te gaan. Oude terminals worden verzegeld of buiten openingstijden opgeborgen en versneld vervangen door veiliger automaten. Vlak voor de introductie van de uniforme eurobetaalruimte SEPA begin volgend jaar hebben de banken de zorgen van het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer (MOB) op enkele punten weg kunnen nemen, maar tarieven voor het accepteren van de nieuwe betaalproducten zijn nog niet bekend. Het MOB heeft alle betrokken partijen verder opgeroepen om het gebruik van de pinpas te stimuleren, omdat uit onderzoek blijkt dat dit betaalinstrument ook voor acceptanten veiliger en goedkoper is dan contant geld. Op 19 november zijn de banken in acht Europese landen overgegaan op het nieuwe hoogwaardige betaalsysteem TARGET2. In de eerste helft van 2008 volgen andere EU-landen, waaronder Nederland. Het nieuwe systeem maakt het betalingsverkeer tussen banken veiliger en goedkoper. De gedragscode die partijen in de clearing- en settlementsector voor effectentransacties hebben afgesloten leidt tot grotere transparantie en betere toegang tot systemen. Wel zijn nog maatregelen nodig om de marktwerking verder te verbeteren, concludeert een Europese adviescommissie.
Currence en winkeliers nemen maatregelen tegen skimming De laatste jaren proberen criminelen steeds vaker magneetstrips van pinpassen te kopiëren (skimmen). Aanvankelijk gebeurde dit alleen bij geldautomaten. De criminelen knutselden in de vorm van voorzetstukken speciale apparatuur vast aan geldautomaten om de magneetstrip te kopiëren. Criminelen keken vervolgens de pincode af met behulp van een kleine camera die bij de geldautomaat was opgehangen of door over de schouder mee te kijken welke code de bankklant intoetst. Door voorzetmondjes te plaatsen hebben banken de skimmingfraude bij geldautomaten inmiddels sterk weten terug te dringen. Meer recentelijk richten criminelen zich ook op betaalautomaten in winkels. Daarbij gaat het in alle gevallen om skimming bij een ouder type betaalautomaat, dat nog ongeveer tien procent uitmaakt van de ruim tweehonderdduizend betaalautomaten die in DNB
/ Kwartaalbericht december 2007
Nederland op toonbanken staan. Deze betaalautomaat kan makkelijk worden opengeschroefd en aangepast zonder dat de winkelier of zijn klanten dat kunnen zien. Criminelen lieten zich insluiten in winkels waar dit type betaalautomaat op de toonbank staat en manipuleerden vervolgens ’s nachts de betaalautomaat om magneetstrips te kunnen kopiëren en pincodes af te kunnen lezen. Modernere betaalautomaten functioneren niet meer zodra ze worden opengemaakt. Daarom heeft manipulatie van deze betaalautomaten geen zin. Veel winkeliers met het bewuste type verouderde automaten verzegelen inmiddels hun apparatuur, zodat voor winkelier en klant zichtbaar is of een automaat is opengemaakt. Ook hebben enkele ketens detectieapparatuur geplaatst die bewegingen waarneemt rond de betaalautomaat na sluitingstijd. Andere winkels zetten de betaalautomaten buiten openingstijden in de kluis. Naar aanleiding van de skimmingactiviteiten heeft Currence, dat certificaten voor betaalautomaten verleent, de winkeliers opgeroepen deze verouderde betaalautomaten snel te vervangen. Daarnaast heeft de organisatie aangekondigd dat de licentie voor dit type per 30 juni 2008 vervalt, anderhalf jaar eerder dan voorzien. Alle winkeliers zijn over deze verkorte gebruiksduur ingelicht. Bij de aanschaf van een nieuwe terminal kunnen winkeliers direct overschakelen op een apparaat dat emv-passen accepteert. De emv-chip, vernoemd naar de initiatiefnemers Europay, MasterCard en Visa, wordt wereldwijd op betaalpassen aangebracht ter vervanging van de magneetstrip en maakt het kopiëren van gegevens aanzienlijk moeilijker. Zie voor meer informatie daarover de nota ‘Van strip naar chip’ op de webpagina van het mob (via www.dnb.nl en het onderwerp Betalingsverkeer). Overigens vergoeden banken schade als gevolg van skimming aan hun klanten. De banken zijn onlangs ook een campagne begonnen om consumenten te informeren over maatregelen die zij kunnen nemen om bankieren via internet veilig te laten verlopen. Aangeraden wordt regelmatig te controleren of de beveiliging van de computer adequaat is, of daadwerkelijk steeds verbinding bestaat met de bank en of betalingen conform opdracht zijn uitgevoerd. Meer informatie is te vinden op www.3xkloppen.nl.
Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer Op 19 november vond de najaarsvergadering van het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer (mob) plaats. 21
Betalingsverkeer
Banken en organisaties van consumenten en bedrijven werken in het mob onder voorzitterschap van dnb aan verdere verbeteringen in het betalingsverkeer. Belangrijke thema’s vormden dit keer de aanstaande overgang op Europese betaalproducten en een onderzoek naar de kosten die winkeliers maken voor het accepteren van diverse betaalproducten. Op de drempel van SEPA Over enkele weken is de eerste fase van de gemeenschappelijke eurobetaalruimte (Single Euro Payments Area, sepa) een feit. Vanaf 1 januari 2008 geven Nederlandse banken betaalpassen uit die in het hele eurogebied gebruikt kunnen worden. En vanaf 28 januari maken banken het voor hun klanten mogelijk om overschrijvingen op basis van de nieuwe sepa-standaard te ontvangen. Geleidelijk zullen zij vanaf die datum ook de mogelijkheid bieden via een sepa-overschrijving te betalen, zowel binnen Nederland als naar andere eurolanden. Op termijn zal de Europese overschrijving ook voor binnenlandse betalingen gebruikt worden. Nadat de banken, dnb en Currence (eigenaar van onder andere de merken pin en Acceptgiro) tijdens de voorjaarsvergadering een plan voor de overgang naar sepa hadden voorgelegd, kwam het mob met een lijst zorgpunten, die obstakels kunnen vormen voor een soepele overgang naar de Europese betaalproducten. Enkele daarvan zijn nu uit de weg geruimd, zoals de noodzaak om grootzakelijke gebruikers nauwer te betrekken bij de overgang. Net als andere gebruikers dienen zij goed geïnformeerd te zijn over de veranderingen en bovendien kan het juist voor hen interessant zijn om gebruik te gaan maken van Europese betaalvarianten. Verder zijn op verzoek van het mob de mogelijkheden voor geschillenbeslechting in Europese context in kaart gebracht. Er blijkt op dit punt weinig te veranderen door de komst van sepa. Ondanks deze voortgang houdt het mob enkele zorgen. Winkeliers vrezen bijvoorbeeld nog steeds prijsstijgingen en gebrek aan keuzemogelijkheid met betrekking tot pinbetalingen. Verder is nog niet duidelijk hoe de banken precies het gebruik van Europese rekeningnummers (iban en bic) zo klantvriendelijk mogelijk maken en op welke manier de Overstapservice, die het klanten makkelijker maakt van bank te wisselen, binnen sepa kan blijven bestaan. De banken beloven in de loop van 2008 uitsluitsel te geven over deze punten. Pinnen steeds goedkoper voor winkeliers Pinbetalingen kosten winkeliers steeds minder geld, terwijl contant geld voor hen juist duurder wordt. Dat 22
blijkt uit een onderzoek naar de kosten van de diverse betaalmiddelen voor detailhandel en horeca, dat in opdracht van dnb en de gezamenlijke ‘toonbankinstellingen’ is uitgevoerd door het onderzoeksinstituut eim. De marginale kosten van een pinbetaling nemen af en bedragen voor de winkelier nu zestien cent. Deze kostendaling is onder meer het gevolg van een verlaging van de tarieven die winkeliers aan hun bank betalen en het goedkoper worden van communicatiediensten. Voor een contante betaling bedragen de kosten eenentwintig cent, vanwege onder meer tel-, vervoer- en afstortkosten. Naar aanleiding van het onderzoek heeft het mob een oproep gedaan aan alle betrokken partijen om het betalen met de pinpas verder te stimuleren. Een nog prominentere rol voor de pinpas in het betalingsverkeer komt ook de veiligheid ten goede. Minder geld in de winkels verkleint immers de kans op diefstal en overvallen.
dnb sorteert minder bankbiljetten dnb heeft in de eerste drie kwartalen van 2007 850 miljoen biljetten op echtheid en kwaliteit gecontroleerd. Dat is elf procent minder dan in dezelfde periode vorig jaar. Deze ontwikkeling vloeit voort uit het beleid om de commerciële banken de bankbiljetten na ontvangst van hun klanten zelf weer in omloop te laten brengen. In 2003 kondigde dnb aan dat tussen 2005 en 2008 de structuur van de bankbiljettendistributie zou worden herzien. Hiermee beoogt dnb de efficiëntie van de chartale infrastructuur te verhogen. De aanleiding voor de wijziging was dat de banken onbeperkt en vrijwel kosteloos bankbiljetten bij dnb konden afstorten en bestellen. Hierdoor nam de frequentie waarop dnb bankbiljetten ontving en weer uitgaf alsmaar toe. dnb streeft ernaar om van de circa twee miljard biljetten die de commerciële banken van hun klanten ontvangen, jaarlijks nog 600 tot 800 miljoen afgestort te krijgen. De overige biljetten zullen de banken na controle op echtheid en kwaliteit, in overeenstemming met de door de centrale banken van de eurolanden en de Europese Centrale Bank (ecb) opgestelde richtlijnen, zelf weer in circulatie brengen. Dit recirculeren van bankbiljetten beperkt het aantal overdrachten, transporten en verwerkingsstappen en verkort de chartale distributieketen. De afgelopen drie jaar verloopt de reorganisatie van de bankbiljettendistributie voorspoedig. Zoals grafiek 2 laat zien, neemt het aantal door dnb gesorteerde bankbiljetten sinds 2005 af. Vanaf 1 januari 2008 treedt de DNB
/ Kwartaalbericht december 2007
Betalingsverkeer
Grafiek 1 Aantal gesorteerde biljetten door dnb vanaf 1984 In miljarden stuks 2,0 1,8 1,6 1,4 1,2 1,0 0,8 0,6 0,4 0,2 0 84
86
88
90
92
94
96
98
00
02
04
06
Voor 2007 is uitgegaan van een 12-maands voortschrijdend jaartotaal tot en met september.
nieuwe structuur in werking, maar de banken zijn in 2005 al begonnen met het treffen van de voorbereidingen voor het aanpassen van hun interne organisatie. In toenemende mate verzorgen de banken een gedeelte van de recirculatie van bankbiljetten. Hierdoor is het werkaanbod op de agentschappen van dnb afgenomen, met de sluiting van de drie agentschappen buiten Amsterdam in juli 2007 als gevolg. Dat is een halfjaar eerder dan in 2003 was gepland. Aangifteplicht voor contant geld Vanaf juni 2007 moeten personen die van of naar de lidstaten van de Europese Unie reizen en eur 10.000 of meer aan contant geld bij zich hebben, hiervan aangifte doen bij de douane. Met deze maatregel wil de eu het witwassen van geld, terrorismefinanciering en andere criminele activiteiten bestrijden. Meer informatie over de aangifteplicht is te vinden op de website van de Nederlandse Douane (www.douane.nl) of de luchthaven Schiphol (www.schiphol.nl).
Eerste banken overgegaan op target2 target2, het nieuwe betaalsysteem voor interbancair betalingsverkeer, is op 19 november in gebruik genomen. Die dag gingen de centrale en commerciële banken van Oostenrijk, Cyprus, Duitsland, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta en Slovenië over op het nieuwe systeem. Een volgende groep eu-landen (waaronder Nederland) zal dat doen op 18 februari volgend jaar, waarna de laatste landen op 19 mei volgen. DNB
/ Kwartaalbericht december 2007
De systemen van de landen in de laatste twee groepen, zoals top van de Nederlandsche Bank (dnb), zijn gedurende de overgangsperiode verbonden met het nieuwe systeem, zodat alle banken elkaar kunnen blijven betalen. target2 wordt de opvolger van target, dat een aaneenschakeling vormt van nationale hoogwaardige betaalsystemen in de Europese Unie. In het nieuwe systeem is de topgirale dienstverlening geharmoniseerd. In alle aangesloten landen zijn de dienstverlening, de prijzen en de interfaces hetzelfde en gelden identieke regels. Een dergelijk geharmoniseerd systeem biedt een hogere garantie voor continuïteit en draagt bij aan financiële stabiliteit. Daarnaast is target2 efficiënter omdat er met één systeem schaalvoordelen gerealiseerd worden en omdat het niet meer nodig is dat elk land afzonderlijk allerlei maatregelen neemt om de continuïteit voor zijn systeem te waarborgen. Verder is target2 beter toegerust op het toegenomen aantal lidstaten van de eu. Vanaf mei zullen er 21 centrale banken aangesloten zijn. Tot slot zijn toekomstige verbeteringen ook eenvoudiger te realiseren in één systeem dan in twintig verschillende systemen. Aan de doelstelling van het hoogwaardige betaalsysteem verandert niets: commerciële banken en clearing- en settlement-systemen in de eu kunnen elkaar via target2 snel en veilig grote bedragen betalen. Deze betalingen worden direct verwerkt en uitgevoerd, zonder dat verrekening plaatsvindt met andere betalingen (geen nettering). Met target2 zijn de diensten per centrale bank identiek. Banken die in meerdere Europese landen actief zijn hoeven niet langer aansluitingen bij verschillende centrale banken te onderhouden, wat voor hen een kostenbesparing betekent. Bovendien kunnen zij hun liquiditeit binnen de eu zo efficiënter beheren. Ook het aantal verbindingen met systemen voor verrekening (clearing) van retailbetalingen en van betalingen als gevolg van effectentransacties is drastisch beperkt tot zes procedures, waar toch alle partijen mee uit de voeten kunnen. De tarieven voor target2 zijn in de gehele eu gelijk; er wordt dus niet langer onderscheid gemaakt tussen nationale en grensoverschrijdende betalingen. De genoemde ontwikkelingen dragen bij tot een nadere invulling van één Europese betaalruimte. target2 is de afgelopen vijf jaar ontwikkeld in nauw overleg met de toekomstige gebruikers. De specificaties zijn gebaseerd op diverse raadplegingen van de banken en clearing- en settlementorganisaties. Verder zijn zij ook sterk betrokken geweest bij de ontwikkeling om te kunnen inspelen op hun wensen en veranderingen daarin. 23
Betalingsverkeer
Het nieuwe systeem draait op computers van de centrale banken van Duitsland en Italië, terwijl de centrale bank van Frankrijk de backoffice beheert. Alle centrale banken blijven zelf hun relaties met de banken en clearing- en settlementorganisaties onderhouden om zo goed mogelijk voeling te houden met de markt. target2 wordt naar verwachting het grootste topgirale betaalsysteem ter wereld. Zoals grafiek 1 laat zien, zijn de aantallen en de waarde van de betalingen in zowel target als de Nederlandse component top de afgelopen jaren flink gegroeid. De totale waarde van betalingen in target is nu 117% en het aantal betalingen 84% hoger dan in 2000. Het aandeel van top bedraagt in aantallen ongeveer 6%; in waarden zo’n 5%. Van het totale aantal target-transacties betreft 23% grensoverschrijdend betalingsverkeer, wat neerkomt op 35% van de waarde. Ook de recente turbulente ontwikkelingen op de financiële markten hadden hun weerslag op het verkeer in de hoogwaardige betaalsystemen. Sinds mei is het aantal transacties toegenomen; ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar lag in top het aantal transacties tussen mei en september 28% hoger. Een deel van deze groei is het gevolg van een toename in de handel op de beurzen. Ook de ingebruikname medio juni 2007 van Telegiro Nieuwe Stijl, het nieuwe interbancaire systeem voor spoedbetalingssysteem, droeg bij. Grafiek 2 Aantallen transacties en hun omzet in target en top Miljoenen respectievelijk eur biljoenen 700
140
600
120
500
100
400
80
300
60
200
40
100
20 0
0 00
Waarde target
01
02
Waarde top
03
04
05
Aantal betalingen target (schaal rechts)
06
071
Aantal betalingen top (schaal rechts)
Bron: ecb 1 De gegevens over 2007 betreffen een schatting op basis van data tot en met juli.
24
De verwachting is daarom dat het aantal transacties en hun waarde voor geheel 2007 hoger zullen uitkomen dan de voorlopige berekening op basis van de gegevens over de eerste zeven maanden van het jaar. Deze groei heeft overigens niet geleid tot verstoringen of capaciteitsproblemen in het systeem. Ook bij het ontwerp van target2 is geanticipeerd op een verdere toename van het aantal betalingen.
Gedragscode effectensector leidt tot transparantie Een jaar na tekening van een gedragscode zijn prijzen in de clearing- en settlement-sector voor effectentransacties transparanter en is de onderlinge toegang tot beurzen, clearingorganisaties en effectenbewaarbedrijven verbeterd. Dat concludeert de Monitoring Group, die voor de Europese Commissie de voortgang rondom de afspraken in de gedragscode controleert. De gedragscode is een vorm van zelfregulering die de concurrentie in de Europese effectenafwikkeling moet bevorderen, zodat de kosten van grensoverschrijdende effectenhandel omlaag kunnen en de kapitaalmarkt in de Europese Unie efficiënter wordt. De code bevat afspraken over vergroting van prijstransparantie, eerlijke toegang tot de diensten van verschillende aanbieders in de sector (‘interoperabiliteit’) en het apart aanbieden van handels-, clearing- en settlementdiensten (unbundling). Volgens de Monitoring Group zijn prijzen van clearingorganisaties en bewaarbedrijven duidelijk transparanter dan voorheen, onder meer door publicatie van tarieven op de websites van de bedrijven. Wel zijn tarieven nog moeilijk vergelijkbaar, omdat overzichten van kortingen soms ontbreken. Ook zijn nog regelmatig geen prijsberekeningvoorbeelden voorhanden. Eind juni publiceerde de marktsector richtlijnen voor het realiseren van interoperabliteit. Op grond daarvan krijgen marktpartijen de mogelijkheid om een aanbieder van clearing- en settlementdiensten te kiezen, wat concurrentie bevordert. De Monitoring Group is te spreken over de samenwerking tussen de beurzen, de clearinghuizen, bewaarbedrijven en de gebruikers op dit punt. Wel worden verdere aanvullingen en aanpassingen in de richtlijnen verwacht. Tot slot treft de sector voorbereidingen voor de ontvlechting van de diverse vormen van dienstverlening. Beurzen die georganiseerd zijn als zogenaamde silo’s moeten per 1 januari komen jaar hun clearing- en settlementdiensten los van hun handelsdiensten aanbieden. De bewaarbedrijven moeten daarnaast bijvoorbeeld het DNB
/ Kwartaalbericht december 2007
Betalingsverkeer
aanbieden van rekeningen en het onderpandbeheer van elkaar loskoppelen. Ondanks de vooruitgang ligt een efficiënte backoffice voor de kapitaalmarkt in Europa nog ver in de toekomst. Niet alleen zijn op grond van de gedragscode nog verdere verbeteringen mogelijk, ook moeten nog juridische en belastingtechnische barrières binnen Europa geslecht worden en bestaat er nog geen overeenstemming over de ontwikkeling van standaarden voor veiligheid en efficiëntie. De Europese Commissie heeft een onderzoeksbureau de opdracht gegeven om de prijzen, kosten en omzetten in de effectensector in de gaten te houden, om in de toekomst te kunnen beoordelen of marktpartijen daadwerkelijk voldoen aan de eisen van de gedragscode. Mocht dat niet het geval zijn, dan kan zij alsnog besluiten een Europese Richtlijn in te voeren.
ook daadwerkelijk over de juiste competenties beschikken. Uit ervaringen van deelnemers blijkt dat het niet altijd eenvoudig is om hierop te selecteren.
Business Continuity Planning: aandacht voor de menselijke factor dnb organiseerde op 20 november 2007 voor de vierde keer een seminar over Business Continuity Planning (bcp) en Crisismanagement. Dit jaarlijkse seminar heeft als doel kennis uit te wisselen tussen bcp-experts en verantwoordelijken voor het betalings- en effectenverkeer. Het thema van het seminar was dit jaar de menselijke factor. Menselijk handelen is immers van cruciaal belang voor business continuity en crisismanagement. Tijdens het seminar werd de menselijke factor in kritieke processen belicht aan de hand van een oefening met grootschalige uitbraak van een besmettelijke ziekte (pandemie), zoals die in 2006 in het Verenigd Koninkrijk werd gehouden. Ook kwam aan bod wat er moet gebeuren als de menselijke factor op grote schaal uitvalt. Voor kritieke processen kunnen instellingen met behulp van de door dnb gepubliceerde guidance note human factor beter bepalen hoe zij in verschillende functies met de menselijke factor kunnen omgaan en voor welke processen zij bijvoorbeeld een dubbele bezetting nodig hebben. Maatschappelijke onrust moet altijd voorkomen worden om de problemen niet te laten verergeren. Goede communicatie met alle belanghebbenden is hierbij van groot belang. Tijdens het congres werd onderscheid gemaakt tussen communiceren over risico’s, wat vooraf kan, en communiceren tijdens crises, gericht op het verstrekken van informatie. Voor organisaties is het tot slot van belang om ervoor te zorgen dat diegenen die de crisis moeten managen DNB
/ Kwartaalbericht december 2007
25