Artikelen
Dr. L.J.P. van der Meij
Hoe komen Nederland en het Verenigd Koninkrijk de pensioencrisis door? Een beleidsmatige vergelijking 1 DiL artikel vergelijkt de beleidsmatige ontwikkelingen op pensioengebied in beide landen aan de hand vani de belangrijkste maatregelen die in 2010 zijn genomen als antwoord op de recente'kredietcrisis en de economische recessie. 1.
Inleiding
Nederland en het Verenigd Koninkrijk bekleden binnen de Europese Unie een v r i j uitzonderlijke positie als het gaat o m arbeidsvoorwaardelijke pensioenen. Beide landen hebben een ontwikkelde tweede pijler, waarbinnen op basis van kapitaaldekking grote vermogens z i j n opgeb o u w d door pensioenfondsen. In Engeland worden pensioenvermogens doorgaans ondergebracht in een 'occupational pension scheme', opgericht als trust. In Nederland w o r d e n de pensioenkapitalen beheerd door aparte pensioenfondsen, veelal opgericht als stichting. I n beide landen geldt echter dat het pensioenvermogen gescheiden w o r d t belegd van de werkgever, en dat men reserves moet opbouwen om te voldoen aan de uiteindelijke verplichtingen. In tegenstelling tot een omslagstelsel, w o r d t het geld dus al vooraf opzijgezet. Dit artikel vergelijkt - zoals reeds gezegd - de beleidsmatige ontwikkelingen op pensioengebied in beide landen. 2.
om een kwalitatieve bodem i n hun fonds te leggen.^ Dezelfde Pensions Act 3995 preciseerde ook de wettelijke bepalingen ten aanzien van de bescherming van opgebouwde pensioenaanspraken en -rechten. Het (onder Engelse pensioenjuristen inmiddels) beruchte art. 67 van deze wet maakt het v r i j w e l onmogelijk voor fondsen om opgebouwde aanspraken en rechten te korten, tenzij de deelnemers van het fonds daarmee akkoord gaan.
Achtergrond
2.1. Engeland In Engeland is het arbeidsvoorwaardelijk pensioen al lang geen rustig bezit meer. Al vanaf 1995 w o r d t er eindeloos gesleuteld aan het pensioengebouw en zijn er verschillende wetswijzigingen doorgevoerd om pensioenfondsen beter te laten functioneren. De ene beleidsmaatregel volgt de andere op. Deze maatregelen hebben met elkaar gemeen dat er steeds meer toezicht en meer regelgeving w o r d t ingevoerd, zonder dat dit de meedogenloze afl
Pensioenfondsen zijn i n de laatste jaren ook geconfronteerd met steeds verdergaande regelgeving op het gebied van de Governance. Zo is het sinds april 2005 verplicht voor Engelse pensioenfondsen om ten minste 1/3^ van het bestuur samen te stellen u i t vertegenwoordigers van leden van het fonds.' De interne controle op fondsbestuur is ook aangescherpt, voornamelijk door de benoeming in 2005 van een aparte toezichthouder, de Pensions Regulator, die bevoegdheden heeft o m i n te grijpen i n het management van een pensioenfonds.'' Deze toezichthouder geeft regelmatig r i c h t l i j n e n uit, waarin talloze bepalingen zijn opgenomen ten aanzien van het beleid dat pensioenfondsen moeten voeren op tal van terreinen. De belangrijkste v e r n i e u w i n g kwam i n 2005, met de oprichting van het 'Pension Protection Fund' (de PPF).^ De PPF is in feite een reddingsboot voor pensioenfondsen waarvan de werkgever failliet is gegaan. Als de sponsor van een Engels pensioenfonds i n onderdekking failliet gaat, dan komt dat fonds i n principe i n aanmerking om overgenomen te w o r d e n door de PPF. De PPF neemt dan de overgebleven bezittingen alsmede de verplichtingen van het pensioenfonds over. De ingegane pensioenen worden dan door de PPF doorbetaald (behalve de uitkeringen van hen die met vervroegd pensioen zijn gegaan). De rechten van actieve leden en slapers worden echter gekort: zij kunnen slechts rekening houden met een u i t kering van 90% van hun opgebouwde aanspraken, tot aan een plafond van ( i n 2010/2011) £ 33.054,09.'^ Naast de invoering van de PPF heeft de Engelse wetgever (mede i n het kader van de IGRP-Richtlijn'') een financieel toetsingskader ingevoerd. Dit behelst i n principe een wettelijke verplichting voor pensioenfondsen om er altijd
2.
zie hier voor Tolley's Pensions Law Htindboot Sixtli Edition, Londen, 2004,
3.
Zie art. 241 lid 1 van de Pensions Act 2004.
4.
Zie P a r f ; van de Pensions Act 2004.
p. 341-355.
1.
5.
Zie Part 2 van de Pensions Act 2004.
Dr. L.J.P. van der Meij is als pensioenjurist werkzaam bij Houthoff
6.
Zie Ttie Pension Protection Fund (Pension Compensation
Buruma. Hij heeft hiervoor negen jaar als pensioenjurist in Engeland
7.
Richtlijn nr, 2003/41/EG van het Europees Parlement en de Raad van
gevverl(t bij twee grote Londense advocatenkantoren.
TPV
Cap) Order 20W.
de Europese Unie van 3 juni 2003.
Afl. 1 - februari 2011
3
H O E K O M E N N E D E R L A N D E N H E T V E R E N I G D K O N I N K R I J K DE P E N S I O E N C R I S I S D O O R ?
voor te zorgen dat de 'technische voorzieningen' van het fonds zijn gedekt. Dit betekent in feite dat de dekkingsgraad van een pensioenfonds altijd minstens 100% moet bedragen. Wanneer een pensioenfonds onder deze dekkingsgraad zakt, ontstaat er een verplichting om een herstelplan i n te dienen bij de toezichthouder. Binnen het herstelplan moet aangegeven worden hoe het fonds denkt de dekkingsgraad weer op 100% te brengen. De toezichthouder heeft r i c h t l i j n e n gepubliceerd, waarin aangegeven w o r d t binnen welke termijnen een fonds d i t moet doen. De looptijd van een herstelplan kan i n p r i n cipe niet langer zijn dan tien jaar. In februari 2009 heeft de Engelse toezichthouder echter te kennen gegeven dat, gezien de economische omstandigheden van de kredietcrisis, ook looptijden van langer dan tien jaar aanvaardbaar zijn.^ Al met al is er sinds 1995 dus steeds meer pensioenwetgeving ingevoerd. Engelse pensioenfondsen en besturen {trustees, of trustee-boards) worstelen hier nog steeds mee. Niet alleen is het gecompliceerder (en duurder) geworden o m in Engeland een pensioenfonds te onderhouden, maar ook is er sinds die t i j d een groot vraagteken gezet bij de betaalbaarheid van eindloonregelingen. Veel Engelse werkgevers zijn al vóór de kredietcrisis overgestapt op goedkopere alternatieven, waaronder een middelloonregeling ( i n Engeland: career-average revalued earnings schemes, of w e l 'CARE Schemes'), o f in de meeste gevallen een zuivere beschikbare premieregeling. Fraai is dat n a t u u r l i j k niet voor de Engelse w e r k n e mers, die ooit kregen te horen dat hun pensioenstelsel tot de besten ter wereld behoorde. Het beeld dat dus op d i t m o m e n t het Engelse pensioenlandschap beheerst, is er een van schraalheid. De meeste werknemers hebben nu nog slechts recht op een beschikbare premieregeling. En sommige werknemers hebben helemaal geen pensioenregeling, aangezien het in Engeland w e t t e l i j k niet toegestaan is om personeel verplicht deel te laten nemen i n een pensioenregeling. Bij veel Engelsen is de boodschap intussen w e l doorgedrongen dat hun bedrijfspensioen niet iets is waar ze al te veel hoop op moeten vestigen. In de Engelse pers w o r d t nu al jaren duidelijk ingespeeld op die onzekerheid door veelvuldig te schrijven over (aantrekkelijkere) manieren om een appeltje voor de dorst opzij te leggen, waaronder (beleggen i n ) kunstvoorwerpen en onroerend goed. 2.2. Nederland Ook Nederlanders worden regelmatig herinnerd aan het feit dat hun kapitaalgedekte pensioensysteem i n de tweede pijler een groot sociaal goed is. Wat na het einde van de Tweede Wereldoorlog w e r d uitgebouwd door de
begin jaren v i j f t i g aan de basis stond van de wederopbouw, droeg de kiemen van een succesvol systeem van pensioenfondsen in zich. Niet alleen de bedrijfstakpensioenfondsen en beroepspensioenfondsen, met hun grote mate van verplichte participatie - maar ook de gewone ondernemingspensioenfondsen voeren hier w e l b i j . Op deze wijze werd er een enorm vermogen belegd binnen de Nederlandse pensioenfondsen, die wettelijk gescheiden zijn van het vermogen van de sponsoronderneming achter het pensioenfonds. De economische crisis van 2008/2009 heeft binnen zowel de Nederlandse alsook de Engelse pensioensector zijn sporen nagelaten. De beleidsmakers in beide landen waren natuurlijk al langer bezig met het verzetten van de bakens, om rekening te houden met algemene o n t w i k kelingen zoals het langlevenrisico en de ontwikkelingen op de financiële markten. De kredietcrisis en de economische recessie van 2008/9 hebben dat proces echter versneld. 3.
Engeland beleefde in 2010 een politiek t u r b u l e n t jaar. De verkiezingen van 6 mei 2010 leverden geen der partijen een meerderheid van zetels in het Lagerhuis op. Als gevolg hiervan besloten de leiders van de Conservatieve partij en de Liberaal Democraten om coalitiebesprekingen aan te gaan. Dit leverde op 11 mei 2010 voor het eerst sinds de Tweede Wereldoorlog een coalitieregering op i n het Verenigd Koninkrijk. Waar Nederlanders gewend zijn aan ellenlange formatieonderhandelingen en compromissen tussen coalitiepartijen, is d i t voor de Engelsman een hoogst ongebruikelijk verschijnsel. De nieuwe regering w e r d dan aanvankelijk ook met wat scepsis bekeken, en besloot meteen om daadkrachtig op te treden.^ 3,1. Algemeen Ook op pensioengebied werd een aantal maatregelen aangekondigd. Binnen het kader van de noodzaak om het begrotingstekort terug te dringen, w e r d i n het regeerakkoord een aantal lange-termijn maatregelen aangekondigd: a. de ontkoppeling van het Engelse ouderdomspensioen (the 'basic state pension' - het Engelse equivalent van de AOW) aan de l o o n o n t w i k k e l i n g in het bedrijfsleven zou ongedaan w o r d e n gemaakt. Hiervoor i n de plaats k w a m een 'triple guarantee': de basic state pension zal jaarlijks worden verhoogd in l i j n met de loon- of prijsontwikkeling, maar ten minste met 2,5%; b,
een commissie zou ingesteld worden om te bezien hoe de 'long-term affordability' van de ambtenarenpensioenen gewaarborgd kan w o r d e n ;
9.
Zie voor de politielce achtergrond: Dennis Kavanagh en Philip Cowley:
sociale partners, is echter nu ook aan verschraling blootgesteld. De geleide economie die eind jaren veertig en 8.
Zie de Statement to employers 2009) van de Pensions
4
sponsoring
Regulator.
DB pension schemes (februari
Recente beleidsontwikkelingen i n Engeland
The British General Election of 2010, Londen, 2010,
A f l . 1 - februari 2011
TPV
HOE KOMEN NEDERLAND EN HET VERENIGD KONINKRIJK D E PENSIOENCRISIS DOOR?
c.
d,
de zogenoemde 'default retirement age' (65) zal gefaseerd verdwijnen. De Engelse AOW-leeftijd gaat omhoog van 65 naar 66 vanaf 2016 (voor mannen) en 2020 (voor vrouwen). De regel dat een pensioengerechtigde u i t e r l i j k op 75-jarige l e e f t i j d zijn pensioenkapitaal moet omzetten i n een a n n u ï t e i t w o r d t afgeschaft; en mogelijkheden worden onderzocht o m pensioengerechtigden flexibeler toegang te verschaffen tot hun pensioenkapitaal.
Het regeerakkoord besloot op d i t punt met een Interessante aankondiging: We will simplify f/ie rules and regulations relating to pensions to help reinvigorate occupational pensions, encouraging companies to offer high-quality pensions to all employees, and we will wori< with business and the industry to support auto-enrolment.^° Op zich l i j k e n deze maatregelen weinig p i j n te bevatten voor de pensioengerechtigden. Het is een waslijst van (deels populaire) wensen, die vooral aangekondigd schijnen te z i j n om de kiezer het gevoel te geven dat de nieuwe regering hinderlijke bureaucratische obstakels w i l v e r w i j d e r e n . Maar al in de loop van 2010 w e r d duidel i j k dat ook de Engelse pensioensector niet buiten schot zou blijven en de regering van plan was ook hier een deel van haar bezuinigingsvoornemens door te voeren. 3.2. Beperking van hoogte indexatie Begin j u l i 2010 maakte het Engelse ministerie van sociale zaken bekend dat een w i j z i g i n g doorgevoerd zou worden i n de indexatiemaatstaf voor bedrijfspensioenen." In Engeland is de indexering van pensioenen dooroccupational pension schemes verplicht bij wet geregeld. Het k o m t erop neer dat de pensioenen g e ï n d e x e e r d w o r d e n i n l i j n met de inflatie, gebaseerd op de ontwikkelingen i n de zogenoemde 'Retail Price index' (ontwikkelingen i n de prijzen), tot aan een plafond van 2.5%. De regering gaf te kennen dat voor de berekening van de indexatie per 30 september 2010 een bredere index gebruikt mocht worden: de zogenoemde 'consumerprice index'. Dit betekende (dat is althans de bedoeling) dat de inflatiecorrectie voor Engelse bedrijfspensioenen versoberd gaat worden (ook al zit er een aantal technische haken en ogen aan vast). De officiële verklaring voor deze maatregel was dat de consumer price index een beter beeld geeft van het uitgavenpatroon van de gemiddelde gepensioneerde, en daarom een juiste maatstaf is voor verhoging van de bedrijfspensioenen. Het l i j k t echter duidelijk dat de
10.
Zie het hoofdstiil< 'Pensions and older People' in het Engelse regeerakkoord; The Coalition:
our programme
for government,
regering vooral probeert om de indexering van pensioenen goedkoper te maken, waardoor de pensioenfondsen iets meer soelaas krijgen op d i t punt, 3.3, Fiscale maatregelen Een aantal beperkende maatregelen op het fiscale vlak waren intussen al aangekondigd in de noodbegroting, die ingediend werd door de nieuwe regering op 22 j u n i 2010,^^ De noodbegroting was noodzakelijk, volgens de regering, om de kapitaalmarkten te laten zien hoe Engeland het rijzende begrotingstekort w i l bestrijden. Een aantal pensioenmaatregelen werden aangekondigd, die pas later i n het jaar in meer detail werden uitgewerkt. De belangrijkste maatregelen waren ongetwijfeld de beperking van het pensioenkapitaal dat Engelse pensioenspaarders jaarlijks (fiscaal aantrekkelijk) mogen opbouwen, In Engeland mag men jaarlijks belastingvrij een bepaald bedrag aan pensioenvermogen opbouwen (de zogenoemde 'annual allowance'), t e r w i j l een algehele grens geldt voor het belastingvrije pensioenkapitaal dat tijdens de opbouwperiode gespaard mag worden (de zogenoemde 'lifetime allowance'). Aanvankelijk was de annual allowance op £ 255,000 vastgesteld. Op 14 oktober 2010 maakte de Engelse regering echter bekend dat d i t bedrag fors teruggeschroefd gaat worden: vanaf 6 april 2012 w o r d t d i t bedrag verlaagd t o t £ 50,000, De lifetime allowance w o r d t ook verlaagd: vanaf 6 april 2012 gaat dit van £ 1,8 m i l j o e n naar £ 1,5 m i l j o e n . Deze maatregel betekent dus dat de Engelse fiscus i n ieder geval meer geld zal halen u i t de Engelse pensioenfondsen. De regering heeft overigens w e l een concessie gedaan: het gedeelte van de annunl n//owance dat niet gebruikt is, kan binnen een periode van drie jaar w e l naar een volgend belastingjaar w o r d e n doorgeschoven. Iemand die dus i n belastingjaar 1 slechts £ 20,000 spaart, mag i n belastingjaar 2 dus £ 80,000 belastingvrij opzij zetten voor zijn pensioenpot. 3.4, Afschaffen van verplichte annuïteiten Tegelijkertijd maakte de regering werk van haar voornemen om de zogenoemde anmiity rule af te schaffen, waardoor pensioengerechtigden gedwongen zijn om u i t e r l i j k op hun 75"" verjaardag hun pensioenkapitaal om te zetten i n een a n n u ï t e i t . Deze regel was de Britse Conservatieve partij al lang een doorn i n het oog, en onder haar achterban is al jaren een grote lobby die ijvert voor het afschaffen van deze bepaling. Hun wens l i j k t nu u i t te gaan komen. Onder het voorstel van de regering wordt de leeftijdsdrempel nu verhoogd van 75 naar 77 als een interim maatregel. Tegelijkertijd heeft zij voorgesteld om iedereen vanaf 55 de mogelijkheid te geven ieder jaar een deel van het het opgebouwde pensioenkapitaal te gebruiken, mits de
Londen, 2010,
p,26, 11.
Zie Written Ministen'nl Statements van het Britse Parlement.
TPV
(Thursöay 8 july 2010), op de website
12.
Zie: Budget 22 june 2010: Employer and Pension Providers op de website van de HM Revenue & Customs (Engelse fiscus).
A f l . 1 - februan 2011
5
HOE K O M E N NEDERLAND EN HET V E R E N I G D KONINKRIJK DE PENSIOENCRISIS DOOR?
desbetreffende persoon kan aantonen over een m i n i m u m inkomen te beschii
mogelijk zijn om werknemers te laten participeren i n the National Employment Savings Trust (afgekort: NEST), Dit is een soort nationaal pensioenfonds met een beschikbare premieregeling voor werkgevers die zelf geen eigen regeling hebben. De regering heeft aangekondigd dat werkgevers slechts dan aan de 'auto-enrolment' plicht voldoen wanneer hun eigen pensioenregeling bepaalde voorwaarden vervult (voornamelijk wat betreft de hoogte van de werkgeverspremies),
Onder het nieuwe voorstel van de regering zou iemand met een bepaald m i n i m u m i n k o m e n dus i n principe zijn pensioenkapitaal kunnen gebruiken zonder daarvoor een a n n u ï t e i t te hoeven kopen. Het voordeel hiervan voor pensioengerechtigden is dat zij dus niet langer gedwongen z i j n een a n n u ï t e i t te kopen tegen (tegenwoordig) ongunstige tarieven. Voor mensen met een zuivere beschikbare premieregeling zou d i t een populaire oplossing zijn.
4,
Dit kan ook gunstig uitpakken voor leden van defined benefit pensioenfondsen in Engeland. Slechts weinig leden van zulke fondsen zijn bereid om hun opgebouwde rechten via waardeoverdracht naar een dc-regeling over te maken, omdat men (naar nu is gebleken terecht) vreest
Ook i n Nederland was 2010 een turbulent jaar op pensioengebied. Terwijl de tweede h e l f t van het jaar voornamelijk overschaduwd werd door de dreigende korting op aanspraken en uitkeringen van. een aantal pen-
dat de waarde van het opgegeven db-pensioen onder een dc-regeling vaak niet behouden zal blijven. Als men echter v r i j e l i j k over het dc-kapitaal kan beschikken, zullen wellicht meer leden gebruik gaan maken van de mogelijkheden tot waardeoverdracht. Dit betekent dan natuurlijk dat db fondsen meer ademruimte krijgen, doordat de verplichtingen met de waardeoverdracht ook overgeheveld w o r d e n . " 3.5, Auto-enrolment In tegenstelling tot Nederland, is het in Engeland niet mogelijk om werknemers verplicht te laten deelnemen in een bedrijfspensioenregeling. Ook al is dit vanuit het oogpunt van de individuele v r i j heid hoogst verdedigbaar, het heeft in Engeland w e l tot discussies geleid. De voorzichtige conclusie schijnt nu getrokken te zijn dat het wellicht beter is om werknemers automatisch te laten participeren in een bedrijfspensioenregeling. Dit betekent echter niet dat hier een automatische verplichtstelling volgens het Nederlandse model u i t voortvloeit. Maar vanaf oktober 2012 w o r d t er w e l een zogeheten 'auto-enrolment' ingevoerd, w a t betekent dat een Engelse werknemer vanaf dan l i d is en b l i j f t van een pensioenregeling tot het moment dat hij aangeeft u i t de regeling te w i l l e n stappen. De cynische gedachte hier is dat veel werknemers de moeite niet zullen nemen om u i t een pensioenregeling te stappen als zij er eenmaal deel van uitmaken. De participatiegraad moet hierdoor dus bijna door toeval (of onverschilligheid) hoger uitvallen dan nu het geval is. Omdat niet alle Engelse werkgevers een pensioenregeling hebben voor hun personeel, zal het vanaf oktober 2012
In principe moet 'auto-enrolment' er dus toe gaan leiden dat meer Engelse werknemers gaan sparen voor hun oude dag, Recente beleidsontwikkelingen in Nederland
sioenfondsen, was er beleidsmatig vooral aandacht voor de toekomstbestendigheid van het Nederlandse pensioenstelsel. De publicatie in januari 2010 van het rapport van de commissie-Goudswaard leek een tijdperk aan te kondigen waarvan een soberder pensioenstelsel het resultaat kan z i j n . " De commissie gaf een aantal mogelijke oplossingen aan, waaronder het beperken van de ambitie ten aanzien van de hoogte van het pensioen. Ook het incorporeren van de gestegen levensverwachting in de pensioenregelingen werd als mogelijkheid geopperd. Bepaalde risico's (zoals het langlevenrisico) zullen dan meer expliciet bij deelnemers komen te liggen, waardoor de pensioenopbouw voor een groter deel een voorwaardelijk ( o f 'zacht') karakter krijgt. Verder suggereerde de commissie dat er beter gecommuniceerd moest w o r d e n over de onzekerheid omtrent pensioenen. De commissie gaf ook een waarschuwing: 'Het Nederlandse stelsel heeft zich door de jaren heen steeds aan kunnen passen aan de veranderende omstandigheden. Sociale partners en overheid staan nu voor een nieuwe uitdaging o m de tweede pijler goed toekomstbestendig te m a k e n , ' " De regering reageerde op het rapport met een g e l i j k l u i dende boodschap. Volgens de brief van minister Donner van Sociale Zaken aan de Tweede Kamer moest het Nederlandse pensioenstelsel heroverwogen w o r d e n o m ervoor te zorgen dat het niet zou bezwijken onder alsmaar verder oplopende kosten. De regering deelde de conclusies van de commissie-Goudswaard, en de minister gaf
14.
Een sterke tweede pijler. Naar een toekomstbestendig lende pensioenen.
13.
Zie voor een overziclit de Pension Schemes Newsletter 2010) op de website van de Engelse fiscus.
6
44 (22
stelsel van aanvul-
Rapport van de Commissie Toekomstbestendigheid
Aanvullende Pensioenregelingen.
December 15.
Rapport commissie-Goudswaard, p.6.
Afl. 1 - februari 2011
TPV
HOE KOMEN NEDERLAND EN HET VERENIGD KONINKRIJK DE PENSIOENCRISIS DOOR?
aan dat het Nederlandse pensioenstelsel daarom op een aantal punten moet worden aangepast. Volgens het kabinet waren een aantal veranderingen noodzakelijk: (1)
Aan deelnemers van pensioenregelingen moet (beter) duidelijk gemaakt worden dat nominale zekerheid slechts beperkte zekerheid biedt. Binnen pensioenregelingen én communicatie moet daarom meer nadruk komen op de reële dekkingsgraad (een dekkingsgraad waarin ook de kosten van de indexatie zijn meegenomen),
(ii) Het moet mogelijk worden om nieuwe pensioenafspraken te maken waarbij de r e ë l e ambitie van een waarde- of welvaartsvast pensioen voorop staat, maar dan op basis van voorwaardelijke pensioenafspraken die kunnen worden aangepast als de financiële positie van een pensioenfonds dat noodzakelijk maakt, ( i i i ) Het moet mogelijk worden om pensioenregelingen af te spreken waarbij pensioenaanspraken voorwaardelijk kunnen worden gemaakt op de levensverwachting. De minister maakte duidelijk dat volgens hem de sociale partners de conclusies van de commissie-Goudswaard als basis voor gesprekken moesten nemen o m het Nederlandse pensioenstelsel toekomstbestendig te maken,'^ Niet lang na het verschijnen van deze brief werd bekend dat de sociale partners een principeakkoord hadden bereikt, In het Pensioenakkoord maakten de sociale partners duidelijk dat zij de hoofdlijnen van de analyse van de commissie-Goudswaard onderschrijven. Op basis hiervan wilden de sociale partners al i n januari 2011 tot een akkoord kunnen komen over de noodzakelijke w e t t e lijke aanpassingen. Vanaf 2012 moesten de nieuwe, flexibelere pensioencontracten hun intrede doen. Deze pensioencontracten konden, volgens het Pensioenakkoord, bestaan uit twee verschillende vormen: (iv) een 'combicontract' met een schil met een lagere opbouw met een grote mate van (nominale) zekerheid en een tweede volledig resultaatafhankelijke schil; of (v) volkomen flexibele, maar ' r e ë l e ' contracten. Binnen het kader van het Pensioenakkoord werd ook nog overeenstemming bereikt over de (gefaseerde) verhoging van de AOW-leeftijd, waarbij de AOW-leeftijd periodiek w o r d t bijgesteld op basis van de veranderingen in de macro levensverwachting."
16.
Brief minister Donner aan de Tweede Kamer, 7 april 2010, l<enmerk: AV/rB/2010/7293.
17,
stichting van de Arbeid: Pensioenakkoord
TPV
voorjaar 2010 (4 juni
2010).
De regering gaf te kennen 'verheugd' te zijn over dit akkoord. Het zou immers beter zijn om de instemming van de sociale partners binnen handbereik te hebben dan een eventueel conflict aan het sociale f r o n t te moeten bestrijden. De euforie van j u n i 2010 heeft sindsdien echter plaats gemaakt voor een wat soberder inschatting van de positie. Op het tweede gezicht bevat het Pensioenakkoord veel elementen die een nadere u i t w e r k i n g vergen, waaronder talloze aanpassingen van wetstechnische aard. De crisis rond het afstempelen van pensioenaanspraken die na augustus 2010 de gemoederen i n beweging hield gaf ook geen reden tot optimisme. Op d i t moment valt het nog te bezien i n welke vorm het pensioenakkoord de basis gaat leggen voor de aanpassingen van het Nederlandse pensioenstelsel waar al zoveel over gezegd en geschreven is, 5.
Conclusie
Voor Engeland en Nederland is i n 2010 duidelijk gebleken dat de bakens binnen het pensioenlandschap verder verzet gaan worden. In Nederland l i j k t er nu een brede consensus te ontstaan over de richting waarin het systeem moet gaan veranderen: het befaamde Poldermodel heeft een sociaal akkoord opgeleverd. Dit is een goed teken, al zal het nog heel w a t voeten in de aarde hebben voordat de nieuwe pensioencontracten daadwerkelijk bestaan en de wet gewijzigd is, In Engeland heeft de nieuwe coalitie besloten een aantal maatregelen door te voeren, waarvan een deel op het eerste gezicht bij de Britse kiezer niet onpopulair hoeft te zijn. Desalniettemin heeft deze regering echter niet voor niets i n korte t i j d in eigen land al een reputatie gekregen met de botte bijl het Britse begrotingstekort terug te w i l l e n dringen, en ook op het pensioenvlak worden er (fiscaal) bezuinigingsmaatregelen doorgevoerd. Tot dusver l i j k t de discussie in Nederland meer g e ë n t te zijn op een visie over het toekomstige pensioenlandschap, In Engeland is d i t w e l l i c h t ook minder nodig: de zuivere dc-regeling is in Engeland nu bijna overal de norm. Er zijn nog maar w e i n i g werknemers die daadwerkelijk een defined-benefit regeling hebben. De eindloonregeling l i j k t helemaal achter de horizon verdwenen te zijn. De toekomst zal u i t w i j z e n of Nederland inderdaad in Engelse r i c h t i n g opschuift, of dat het Poldermodel de defined benefit regeling toch nog enigszins (zij het gehavend) van de complete ondergang kan redden.
IS.
Brief minister Donner aan de Tweede Kamer, 14 juni 2010, kenmerk: AV/PB/2010/11923.
Afl. 1 - februari 2011
7