Centrum Basiseducatie Brusselleer Gezondheid
Oefenmap lezen en schrijven Oud worden zonder het te weten
p. 1 Niveau 3
Alzheimer
Oud worden zonder het te weten Als je oud bent, weet je het soms allemaal niet meer zo goed. Je vergeet veel. Bij sommige oude mensen wordt dat steeds erger. Ze worden kinds. Ze zijn dement.
Mensen met Alzheimer kunnen niet altijd thuis verzorgd worden. Ze moeten naar een tehuis.
Op het einde van hun leven lijken ze wel kleine kinderen. Ze praten verward. Of ze maken enkel rare geluiden. Ze kunnen niet meer eten zonder hulp. Ze kunnen zich niet meer aankleden. Ze plassen in hun broek.
Alzheimer Veel ouderen worden dement. De helft van hen heeft de ziekte van Alzheimer. Wie ouder dan 80 wordt, heeft 1 kans op 4 op Alzheimer. Meer dan de helft van de 90jarigen is dement. Eén persoon op 3 krijgt met Alzheimer te maken. Ofwel krijgt hij de ziekte zelf. Ofwel iemand in zijn familie.
Hersenen De oorzaak van dementie zijn storingen in de hersenen. Bij Alzheimer zitten de hersenen helemaal in de war. De hersenen zijn een ingewikkeld net van zenuwen en
Tekst uit: Wablieft 246
Centrum Basiseducatie Brusselleer Gezondheid
Oefenmap lezen en schrijven Oud worden zonder het te weten
p. 2 Niveau 3
schakels. Die geven signalen door. Soms gaat dat met een snelheid van 400 kilometer per uur. Als er dan iets fout zit, gaan mensen raar doen. Bij Alzheimer raken de schakels echt in de war. De signalen worden dan slecht doorgegeven.
116 miljoen zieken In België hebben 100.000 mensen Alzheimer. In de hele wereld zijn 16 miljoen gevallen bekend. Hoe langer mensen leven, hoe meer mensen de ziekte krijgen. Over 30 jaar zullen er 116 miljoen gevallen van Alzheimer zijn. Want voorlopig is er geen middel om de ziekte te voorkomen of te genezen. Dokters kunnen de ziekte wel vertragen.
Familie Iedereen kan Alzheimer krijgen. Maar in sommige families komt de ziekte meer voor. In die families komt ze ook op jongere leeftijd voor. Mongolen hebben een grote kans om al jong Alzheimer te krijgen.
Verzorgen De ziekte van Alzheimer is niet dodelijk. Personen met Alzheimer worden wel sneller besmet met een andere ziekte. Ze sterven vaak aan een ontsteking of griep. Ze hebben ook veel verzorging nodig. Net zoals kleine kinderen. De verzorging kan thuis gebeuren: eten geven, aankleden, in bed leggen, op toilet zetten,… Maar niet iedereen kan dat aan. Er zijn dan ook tehuizen voor bejaarden met Alzheimer.
Zwaar De ziekte is zwaar voor de zieke zelf. Maar ook de familie heeft het moeilijk. In het begin heeft een zieke nog veel heldere momenten. Dan beseft hij de gevolgen van zijn ziekte. Hij kan steeds minder voor zichzelf zorgen. Dat is moeilijk om te aanvaarden. De kinderen hebben het moeilijk om hun vader of moeder dement te zien worden.
(w)
Tekst uit: Wablieft 246
Centrum Basiseducatie Brusselleer Gezondheid
1
Oefenmap lezen en schrijven Oud worden zonder het te weten
Waar of niet waar? 1. Demente mensen lijken op het einde van hun leven wel kleine kinderen. 2. Eén persoon op 4 krijgt met Alzheimer te maken. 3. De hersenen zijn een ingewikkeld net van zenuwen en schakels. 4. Er is een middel om Alzheimer te genezen. 5. Er zijn geen tehuizen voor bejaarden met Alzheimer. 6. In het begin heeft een zieke nog veel heldere momenten.
2
p. 3 Niveau 3
.............................. .............................. .............................. .............................. .............................. ..............................
Zoek het antwoord in de tekst 1. Hoeveel 90-jarigen zijn dement? ......................................................................................................................... 2. Wat is de oorzaak van dementie? ......................................................................................................................... 3. Hoeveel Belgen hebben Alzheimer? ......................................................................................................................... 4. Welke bevolkingsgroep heeft een grote kans om al jong Alzheimer te krijgen? ......................................................................................................................... 5. Welke taken horen bij thuisverzorging van een bejaarde met Alzheimer? ......................................................................................................................... 6. Wat kan een dementerende bejaarde moeilijk aanvaarden? .........................................................................................................................
3
Zoek de betekenis in je woordenboek. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz 1. Alzheimer: ....................................................................................................... ......................................................................................................................... 2. de storing: ........................................................................................................ ......................................................................................................................... 3. de mongool: ..................................................................................................... .........................................................................................................................
Tekst uit: Wablieft 246
Centrum Basiseducatie Brusselleer Gezondheid
1
de helft de dementie het moment de bejaarde de ziekte de griep
het ogenblik 50 procent de kindsheid influenza de oudere de aandoening
1. 2. 3. 4. 5. 6.
......................... ......................... ......................... ......................... ......................... .........................
= = = = = =
......................... ......................... ......................... ......................... ......................... .........................
......................... ......................... ......................... ......................... ......................... .........................
= = = = = =
......................... ......................... ......................... ......................... ......................... .........................
......................... ......................... ......................... ......................... ......................... .........................
= = = = = =
......................... ......................... ......................... ......................... ......................... .........................
Wat is ongeveer hetzelfde? (bijvoeglijke naamwoorden)
1. 2. 3. 4. 5. 6.
3
p. 4 Niveau 3
Wat is ongeveer hetzelfde? (zelfstandige naamwoorden)
1. 2. 3. 4. 5. 6.
2
Oefenmap lezen en schrijven Oud worden zonder het te weten
kinds fout dodelijk raar verward oud
bejaard in de war eigenaardig fataal verkeerd dement
1. 2. 3. 4. 5. 6.
Wat is ongeveer hetzelfde? (werkwoorden)
1. 2. 3. 4. 5. 6.
beseffen plassen aanvaarden praten doorgeven sterven
Tekst uit: Wablieft 246
wateren begrijpen babbelen accepteren overlijden overbrengen
1. 2. 3. 4. 5. 6.
Centrum Basiseducatie Brusselleer Gezondheid
1
Oefenmap lezen en schrijven Oud worden zonder het te weten
p. 5 Niveau 3
Hoe staat het in de tekst? 1. Oud worden zonder het te beseffen. ......................................................................................................................... 2. De ziekte van Alzheimer is niet fataal. ......................................................................................................................... 3. Veel bejaarden worden kinds. ......................................................................................................................... 4. Wie ouder dan 80 wordt, heeft 25 procent kans op de ziekte van Alzheimer. ......................................................................................................................... 5. Dementie wordt veroorzaakt door storingen in de hersenen. ......................................................................................................................... 6. Maar niet iedereen is daar tegen opgewassen. .........................................................................................................................
2
Vul één van de volgende voorzetsels in: in op bij van over door.
1. 2. 3. 4. 5. 6.
3
…………………….. het einde van hun leven lijken ze wel kinderen. …………………….. sommige oude mensen wordt dat steeds erger. De oorzaak zijn storingen …………………….. de hersenen. In de hersenen geven zenuwen en schakels signalen …………………….. . Soms gaat dat met een snelheid …………………….. 400 kilometer per uur. …………………….. 30 jaar zullen er 116 miljoen Alzheimer-patiënten zijn.
Schrap wat er niet bij hoort. Let op de betekenis. 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Alzheimer - dement - kinds - helder van geest - seniel oud - bejaard - jeugdig - op leeftijd - versleten de ziekte - de gezondheid - de kwaal - de aandoening - het syndroom de hersenen - de schakels - de griep - de signalen - de zenuwen de patiënt - de dokter - de arts - de neuroloog - de geneesheer het tehuis - het ziekenhuis - de kliniek - het hospitaal - (het) thuis
Tekst uit: Wablieft 246
Centrum Basiseducatie Brusselleer Gezondheid
1
Oefenmap lezen en schrijven Oud worden zonder het te weten
p. 6 Niveau 3
Kruis aan wat het betekent. 1. Eén persoon op drie krijgt ermee te maken. Het overkomt één persoon op drie nooit. Eén persoon op drie wordt ermee geconfronteerd. Eén persoon op drie beleeft een avontuur. 2. Hij heeft nog heldere momenten. Hij heeft nog even tijd. Hij is soms nog helder van geest. Hij houdt van even uitrusten in de zon. 3. Als er iets fout zit, gaan mensen raar doen. Mensen gaan zich vreemd gedragen als er iets verkeerd gaat. Als mensen niet goed zitten, worden ze nerveus. Als ze rare dingen doen, maken mensen fouten.
2
Kruis aan wat wordt bedoeld. 1. gezegd van iemand die al oud is en zich weer als een kind gaat gedragen kinds kinderlijk kinderachtig 2. zó dat de dood erop volgt doodop doods dodelijk 3. in elkaar zittend op een manier die moeilijk te begrijpen is ernstig ingewikkeld eenvoudig
Tekst uit: Wablieft 246
Centrum Basiseducatie Brusselleer Gezondheid
Oefenmap lezen en schrijven Oud worden zonder het te weten
p. 7 Niveau 3
Kruiswoordraadsel. Zoek het woord onder de pijl. 1. 2. de 3. de 4. het 5. 6. het 7. de 8. de 9. de
HORIZONTAAL 1. in de war 2. elk van de in elkaar vastgrijpende delen van een ketting 3. datgene waardoor iets komt, datgene wat iets tot gevolg heeft 4. instelling waar mensen worden verzorgd 5. gezegd van mensen die van ouderdom dingen vergeten en door elkaar halen 6. teken dat er iets gaat gebeuren of dat je iets moet doen of laten 7. iemand die lijdt aan het syndroom van Down 8. soort draad die je spieren en je zintuigen verbindt met je hersenen en je ruggenmerg, zodat je kunt bewegen, voelen enz. 9. orgaan dat in je schedel zit, dat het centrum is van je zenuwstelsel en waarmee je o.a. denkt VERTICAAL Het woord onder de pijl is: ………………………………. De oplossing van het kruiswoordraadsel vind je op p. 14.
Tekst uit: Wablieft 246
Centrum Basiseducatie Brusselleer Gezondheid
3
5
joen - mil naal- sig ging - zor - ver se - her - nen hei - mer - Alz ge - in - keld - wik
1. 2. 3. 4. 5. 6.
het het de de
............................................. ............................................. ............................................. ............................................. ............................................. .............................................
Maak een samenstelling. 1. leef 2. kilo
meter jarige
1. de 2. de
............................................. .............................................
3. 4. 5. 6.
tijd een zelf zaak
3. de 4. de 5. 6.
............................................. ............................................. ............................................. .............................................
geven vaarden seffen nezen geten komen
1. 2. 3. 4. 5. 6.
............................................. ............................................. ............................................. ............................................. ............................................. .............................................
-ging -tie -heid -pig -gië -lijk
1. de 2. de 3. de 4. 5. 6.
............................................. ............................................. ............................................. ............................................. ............................................. .............................................
negentig oor ieder zich
Wat past bij elkaar? 1. 2. 3. 4. 5. 6.
6
p. 8 Niveau 3
Zet de lettergrepen in de goede volgorde. 1. 2. 3. 4. 5. 6.
4
Oefenmap lezen en schrijven Oud worden zonder het te weten
voorgeaanbedoorver-
Wat past bij elkaar? 1. 2. 3. 4. 5. 6.
demen snel verzor Bel dode voorlo
Tekst uit: Wablieft 246
Centrum Basiseducatie Brusselleer Gezondheid
1
meer .................................................. meer .................................................. meer .................................................. meer .................................................. meer .................................................. meer ..................................................
worden geven zich aankleden (!) hebben zijn (!) zullen (!)
ik ....................................................... ik ....................................................... ik ........................mij........................... ik ....................................................... ik ....................................................... ik .......................................................
Schrijf de ik-vorm uit de vorige oefening in de eerste kolom. In de tweede kolom schrijf je de hij-vorm. (tijd van nu) 1. 2. 3. 4. 5. 6.
4
één oudere één persoon één geval één tehuis één kind één familie
Schrijf de ik-vorm naast het hele werkwoord. (tijd van nu) 1. 2. 3. 4. 5. 6.
3
p. 9 Niveau 3
Zoek het meervoud in de tekst. 1. 2. 3. 4. 5. 6.
2
Oefenmap lezen en schrijven Oud worden zonder het te weten
ik ................................................. ik ................................................. ik ................................................. ik ................................................. ik ................................................. ik .................................................
hij ...................................................... hij ...................................................... hij .......................zich......................... hij ...................................................... hij ...................................................... hij ......................................................
Welke werkwoordsvorm past in de zin? (tijd van nu) 1. In België (hebben) ........................ 100.000 mensen Alzheimer. 2. Eén persoon op drie (krijgen) ........................ met de ziekte te maken. 3. Maar in sommige families (voorkomen) ........................ de ziekte meer ........................ . 4. De ziekte van Alzheimer (zijn) ........................ niet dodelijk. 5. De verzorging (kunnen) ........................ thuis gebeuren. 6. Ook de familie (hebben) ........................ het moeilijk.
Tekst uit: Wablieft 246
Centrum Basiseducatie Brusselleer Gezondheid
1
Oefenmap lezen en schrijven Oud worden zonder het te weten
p. 10 Niveau 3
Schrijf de woorden van elkaar. Plaats hoofdletters en leestekens. 1. alsjeoudbentweetjehetsomsallemaalnietmeerzogoed ...................................... ........................................................................................................................... 2. wieouderdan80wordtheeft1kansop4opalzheimer ............................................. ........................................................................................................................... 3. alserdanietsfoutzitgaanmensenraardoen .......................................................... ........................................................................................................................... 4. inbelgiehebben100000mensenalzheimer ......................................................... ........................................................................................................................... 5. hoelangermensenlevenhoemeermensendeziektekrijgen ................................. ........................................................................................................................... 6. deverzorgingkanthuisgebeurenetengevenaankledeninbedleggenoptoiletzetten ...........................................................................................................................
2
Maak met de zinsdelen een zin. 1. wel / op het einde van hun leven / kleine kinderen / ze / lijken ............................................................................................................................ 2. ze / zonder hulp / eten / kunnen / niet meer ............................................................................................................................ 3. bij Alzheimer / zitten / in de war / helemaal / de hersenen ............................................................................................................................ 4. over 30 jaar / 116 miljoen gevallen van Alzheimer / er / zijn / zullen ............................................................................................................................ 5. besmet / personen met Alzheimer / worden / met een andere ziekte / sneller ............................................................................................................................ 6. de ziekte / voor de zieke zelf / zwaar / is ............................................................................................................................
Tekst uit: Wablieft 246
Centrum Basiseducatie Brusselleer Gezondheid
1
Oefenmap lezen en schrijven Oud worden zonder het te weten
p. 11 Niveau 3
Zoek het wanneer-deel in de zin. (bijwoordelijke bepaling van tijd) Bij 1. zie je hoe het moet. 1.. Als je oud bent, weet je het soms niet meer zo goed. Wanneer weet je het soms niet meer zo goed? Als je oud bent. 2. Op het einde van hun leven lijken ze wel kleine kinderen. Wanneer lijken ze wel kleine kinderen? .......................................................................... 3. Soms gaat dat met een snelheid van 400 kilometer per uur. Wanneer gaat dat met een snelheid van 400 kilometer per uur? .......................................................................... 4 Over 30 jaar zullen er 116 miljoen gevallen van Alzheimer zijn. Wanneer zullen er 116 miljoen gevallen van Alzheimer zijn? .......................................................................... 5. De signalen worden dan slecht doorgegeven. Wanneer worden de signalen slecht doorgegeven? .......................................................................... 6. In het begin heeft een zieke nog veel heldere momenten. Wanneer heeft een zieke nog veel heldere momenten? ..........................................................................
2
Maak van twee zinnen één samengestelde zin. Het begin van de zin staat er al. Bij 1. zie je hoe het moet. 1. ➀ Je bent oud. ➁ Je weet het soms allemaal niet meer zo goed. Als je oud bent, weet je het soms allemaal niet meer zo goed. 2. ➀ Er zit dan iets fout. ➁ Mensen gaan raar doen. Als er dan iets fout zit, .......................................................................................
een samengestelde zin is een zin met meer dan één persoonsvorm (tijdwoord).
Tekst uit: Wablieft 246
Centrum Basiseducatie Brusselleer Gezondheid
1
Oefenmap lezen en schrijven Oud worden zonder het te weten
p. 12 Niveau 3
Schrijf de zinnen in een juiste volgorde. Je bekomt een verstaanbare tekst.
-
Maar ook de familie heeft het moeilijk. De ziekte is zwaar voor de zieke zelf. Dan beseft hij de gevolgen van zijn ziekte. In het begin heeft een zieke nog veel heldere momenten. Dat is moeilijk om te aanvaarden. Hij kan steeds minder voor zichzelf zorgen.
Zwaar 1. 2. 3. 4. 5. 6.
2
......................................................................................................................... ......................................................................................................................... ......................................................................................................................... ......................................................................................................................... ......................................................................................................................... ......................................................................................................................... ......................................................................................................................... ......................................................................................................................... ......................................................................................................................... ......................................................................................................................... ......................................................................................................................... .........................................................................................................................
Schrijven. Kies opdracht A of B. Bedenk een titel voor je tekst. A. Ken je iemand die dement is? Wat heeft de ziekte aan zijn/haar leven veranderd? Hoe reageren familie en vrienden? B. Wat denk jij over thuisverzorging van langdurig zieke mensen?
Tekst uit: Wablieft 246
Centrum Basiseducatie Brusselleer Gezondheid
Oefenmap lezen en schrijven Oud worden zonder het te weten
p. 13 Niveau 3
.......................................................
................................................................................................................... ................................................................................................................... ................................................................................................................... ................................................................................................................... ................................................................................................................... ................................................................................................................... ................................................................................................................... ................................................................................................................... ................................................................................................................... ................................................................................................................... ................................................................................................................... ................................................................................................................... ................................................................................................................... ................................................................................................................... ................................................................................................................... ...................................................................................................................
Tekst uit: Wablieft 246
Centrum Basiseducatie Brusselleer Gezondheid
Oefenmap lezen en schrijven Oud worden zonder het te weten
p. 14 Niveau 3
Oplossing kruiswoordraadsel.
2. de
1.
v
e
r
w
A
c
h
a
k
e
l
3. de
o
o
r
t
s
r
d
z
a
a
k
e
h
u
i
s
5.
d
e
m
e
n
t
6. het
s
i
g
n
a
a
l
m
o
n
g
o
o
z
e
n
u
w
e
r
s
e
n
e
n
4. het
7. de 8. de 9. de
Tekst uit: Wablieft 246
h
l