RECHT-VAARDIG? ALLES WAT JE OOIT WOU WETEN OVER JUSTITIE (ZONDER HET TE DURVEN VRAGEN) INFOFICHES OM KENNIS TE MAKEN MET JUSTITIE EN OP DOELTREFFENDE MANIER DEEL TE NEMEN AAN HET DAGPROGRAMMA “RECHT-VAARDIG?”
INHOUDSTAFEL FICHE 1: WAT IS RECHT ? .....................................................................................................................2
FICHE 2: KORTE GESCHIEDKUNDIGE SCHETS...........................................................................................3
FICHE 3: NUT EN KENMERKEN VAN HET GERECHT ....................................................................................5
FICHE 4: BURGERLIJK RECHT ? STRAFRECHT ? EN NOG …? .......................................................................5
FICHE 5: ORGANIGRAM JUSTITIE ...........................................................................................................7
FICHE 6: DE MISDRIJVEN.................................................................................................................... 10
FICHE 7: DE ACTOREN, WIE IS WIE IN DE REC HTBANK?............................................................................ 13
FICHE 8: HOE VERLOOPT EEN PROCES? ............................................................................................... 19
FICHE 9: JUSTITIE, GRATIS OF NIET ?.................................................................................................... 22
FICHE 10: VOOR DE RECHTER? HET KAN OOK ANDERS! .......................................................................... 24
FICHE 11: OORDEL EN IS OOK STRAFFEN .............................................................................................. 27
FICHE 12: DE JEUGDCRIMINALITEIT ..................................................................................................... 31
FICHE 13: NUTTIGE LINKS EN INFO ....................................................................................................... 34
FICHE 14: PIRAMIDE VAN DE RECHT ERLIJKE MACHT IN BELGIË ................................................................. 36
1
FICHE 1: WAT IS RECHT? Zoals bij alle algemene begrippen is het niet gemakkelijk om in één zin een goede omschrijving van het woord “recht” te geven. Hoewel er geen “beste definitie” is, aanvaardt men in de rechterlijke of juridische wereld deze bepaling: Het recht bevat bindende maatregelen die opgesteld worden door de overheid en die als doel hebben het samenleven mogelijk te maken.
Wat betekent deze definitie nu concreet in ons dagelijks leven? Enkele voorbeelden. Bijvoorb eeld: de verkeersregels Het opleggen van deze regels is nodig om het “samenleven” op de b aan mogelijk te maken. Mocht de overheid niet b epaald heb b en dat het verkeer aan b epaalde regels (voorrang van rechts, rode lichten…) geb onden is, dan zou dit tot totale chaos leiden. Bijvoorb eeld: in het strafrecht De overheid moet b epalen wat er geb eurd b ij diefstal, b ij moord , … Bijvoorb eeld: in b urgerlijk recht Hoe kan ik scheiden? Wat geb eurt er met de kinderen in geval van echtscheiding? Bijvoorb eeld: in arb eidsrecht Mag mijn werkgever mij zomaar ontslaan? Bijvoorb eeld: in handelsrecht Wat geb eurt er wanneer een zaak failliet gaat?
Om het samenleven mogelijk te maken zijn er dus bindende regels nodig: regels die moeten nageleefd worden, zo niet wordt men gestraft.
In een democratie zijn er 3 machten die zich met die regels bezighouden. Het parlement (wetgevende macht) stelt de regels vast in de wet. De regering (uitvoerende macht) moet ervoor zorgen dat deze wet kan uitgevoerd worden wanneer de praktische details nog niet ingevuld zijn. De rechtbanken (rechterlijke macht) zijn bevoegd om na te gaan of de wetten gerespecteerd worden en sancties op te leggen indien dat niet het geval is.
Men noemt deze verdeling “de scheiding der machten”, omdat het verschillende instellingen en/of mensen zijn die zich met deze 3 aspecten bezig houden: het maken, het uitvoeren en het doen respecteren van de wet. De bevoegdheden worden dus verdeeld.
2
FICHE 2: KORTE GESCHIEDKUNDIGE SCHETS
Omdat de eerste mensen samenleefden in kleine groepen en op elkaar aangewezen waren, kon het individu niet buiten de groep bestaan. Er was nog geen staat, enkel de groep. Persoonlijk bezit was onbestaand en men onderwierp zich aan de gewoonten en regels van de groep. Wanneer iemand een fout had begaan, nam men weerwraak volgens de gewoonten van de groep. Met het ontstaan van de landbouw gaan de mensen zich settelen. Op dat moment ontstonden er grotere samenlevingen en ook het privébezit. De nood aan geschreven regels en aan strafrecht werd groter. Eén van de eerste geschreven wetboeken is de Codex van Hammurabi (opgesteld rond 1730 voor onze tijdrekening). De wetten zijn gebaseerd op het principe van “oog om oog, tand om tand”. Bijvoorb eeld: "Heeft een b ouwmeester een huis geb ouwd dat instort, en de b ewoner wordt daarb i j gedood, dan zal die b ouwmeester gedood worden; wordt de zoon van de b ewoner gedood, dan zal de zoon van de b ouwmeester gedood worden."
Onder invloed van de Griekse en Romeinse beschaving begint men wetten op te stellen die niet alleen dienen om te straffen maar ook om de samenleving beter te laten functioneren. Rechterlijke instanties worden in het leven geroepen om de toepassing van de wetten te verzekeren. De rechters zijn de koning, de consul en de welgestelde burgers. Zij kunnen tegelijkertijd wetten maken en aannemen. In de 5
de
eeuw voor onze tijdrekening ontstaat de idee dat een wet
moet neergeschreven zijn: zo wordt de WET van de 12 Tafelen ontworpen en in bronzen
platen
gegraveerd.
De
Twaalf
Tafelen
bevatten regels
uit
alle
onderdelen van de wetgeving: privaatrecht, strafrecht, procesrecht en staatsrecht. In onze regionen mengt de Romeinse invloed zich met de Germaanse invloed. Deze mengelmoes blijft gelden tijdens de Middeleeuwen, daarnaast ontstaat ook een canoniek of godsdienstig recht. Het zijn vooral de koningen die de macht in handen hebben: ze bepalen de wet, voeren ze uit en zijn ook nog rechter in geval van conflicten. Het kwam erop neer dat de koningen hun zin deden. de
Het is pas in de 18
eeuw dat de filosofen van de Verlichting (vooral
Montesquieu) pleiten voor regels die de burgers beschermen tegen de willekeur van het gerecht (lees van de koning). Het principe van de scheiding der machten moet een bescherming bieden tegen de té grote macht van 1 persoon. Door de belangrijkste taken onder 3 organen te verdelen, kan er nooit meer dan één te machtig worden.
3
De Code Napoléon (1804) is de basis van onze burgerlijke wetgeving. Het principe van de gelijkwaardigheid van elke burger voor de wet wordt ingevoerd, de
burgerlijke
stand
wordt
onttrokken
aan
het
kerkelijk
recht,
het
legaliteitsbeginsel wordt ingevoerd (d.w.z. dat iemand alleen kan gestraft worden voor iets waar op het ogenblik van de misdaad een wet voor is). In België staan de regels van de organisatie van de rechterlijke macht beschreven in de Grondwet, die in 1831 aangenomen werd.
4
FICHE 3: NUT EN KENMERKEN VAN HET GERECHT Wetten zijn onontbeerlijk om een maatschappij goed te laten functioneren. Wetten verbieden en verplichten, beschermen en geven rechten. Wetten zijn er voor alle burgers van het land. Maar niet iedereen respecteert de wetten. Wat te doen met mensen die de wet niet respecteren? Wat te doen wanneer onze rechten niet gerespecteerd worden? In het historisch overzicht kon je al lezen dat justitie enorm geëvolueerd is door de tijden heen. Maar welke zijn de kenmerken van justitie vandaag?
De rechtbank moet aan een aantal voorwaarden voldoen, die ervoor moeten zorgen dat een uits praak in alle eerlijkheid gebeurt, zonder willekeur. De rechter is vandaag onafhankelijk en onpartijdig. Hij/zij mag zich bij het beoordelen van een zaak enkel baseren op de wet die iedereen kan en moet kennen. De rechter motiveert zijn/haar uitspraak: de rechter deelt de redenen mee die aan de oorsprong liggen van de uitspraak. Bovendien moet de rechter binnen een redelijke termijn een oordeel vellen. De rechter kan niet weigeren een oordeel te vellen.
Deze kwaliteiten vinden we terug in het symbolisch beeld van Vrouwe Justitia: o
Ze heeft een band voor de ogen: omdat ze onpartijdig is.
o
Ze heeft een zwaard in haar hand: omdat ze de macht heeft haar vonnissen te laten uitvoeren.
o
Ze draagt een balans: omdat haar oordeel een afweging moet zijn van alle elementen en gemotiveerd moet zijn.
o
Ze steunt op de wet: omdat iedereen gelijk is voor de wet.
Ook als beschuldigde of verdachte heb je rechten. Je hebt het recht op verdediging. Iedereen heeft recht op tegenspraak: elke partij moet met de argumenten van de andere partij geconfronteerd worden, moet hierop kunnen antwoorden en zich verdedigen. In strafzaken heeft iedereen recht om in hoger beroep te gaan: dat wil zeggen dat als je niet akkoord gaat met een uitspraak je naar een hogere rechtbank kan stappen om de zaak 1 keer over te doen, men noemt dit ook “ dubbele aanleg”.
5
Elke beschuldigde is onschuldig tot de schuld bewezen is men noemt dit het vermoeden van onschuld.
= een basisinstelling van een democratie
6
FICHE 4: BURGERLIJK RECHT? STRAFRECHT? EN NOG …?
1. DE 2 HOOFDTAKKEN VAN HET RECHT ZIJN HET BURGERLIJK RECHT EN HET STRAFRECHT.
BURGERLIJK RECHT Het
BURGERLIJK
RECHT
STRAFRECHT regelt
de
geschillen tussen personen.
Het STRAFRECHT is het geheel van wetten die
aangeven
welke
gedragingen
strafbaar zijn.
De STRAFRECHTSPRAAK legt straffen op
Het gaat hier vooral om: o
het
statuut van de persoon: adoptie,
gaan
scheiding, erfenis.
DEFINITIE
o
het
statuut
die voorzien zijn in de wet. Het kan dan
van goederen:
problemen
rond eigendom, vruchtgebruik, verkoop,
over
een
alternatieve straf,
gevangenisstraf,
een
een geldboete of een
verbod (vb. rijverbod).
verhuur. o
aansprakelijkheden:
persoonlijke
aansprakelijkheid, aansprakelijkheid voor eigendom (vb.: overhangende takken…)
Een alternatieve straf kan bestaan uit een werkstraf bepaald
waarbij aantal
opdrachten
moet
men uren
onbetaald (max.
vervullen
300 die
een u) de
maatschappij ten goede komen. Het
BURGERLIJK
geschillen
tussen
RECHT regelt ook de de
burger
en
overheid (bijvoorbeeld fiscale geschillen ).
de Het strafrecht bevat ook de mogelijkheid om een zaak af te handelen zonder dat deze voor de rechter komt. Deze mogelijkheid heet “strafbemiddeling”. Hierbij wordt een overeenkomst
gesloten tussen dader en
slachtoffer om materiële en morele schade te herstellen (vb. de dader betaalt een schadevergoeding, aan.)
7
of biedt zijn excuses
BURGERLIJK RECHT
STRAFRECHT
De geschillen worden geregeld door:
De strafrechtbanken zijn:
o
o
het vredegerecht -
De
vrederechter
is
bevoegd
de politierechtbanken -
voor
(kleine)geschillen waarvan de waarde
overtredingen
niet hoger is dan
gecorrectionaliseerde
€ 1860 (vb. niet
betalen van een electriciteitsfactuur) -
o
voor
huurgeschillen
wanbe-drijven
te beoordelen (zie p.12) -
de
deze rechtbank is ook bevoegd voor
tussen echtgenoten, …
gevallen van onopzettelijke slagen,
rechtbank
van
1
ste
verkeersmisdrijven,
verwon-dingen
aanleg
(burgerlijke kamer)
veroorzaakt
-
verkeersongeval
Deze rechtbank is bevoegd voor alle waarvoor
de
o
de
rechtbank
en
van
(correctionele kamer)
In deze rechtbank kan men ook in
-
deze
rechtbank
van een vrede-rechter.
gecorrectionaliseerde
tegen
-
ste
de misdrijven
in deze rechtbank gaat men ook in
een politierechter. o
aanleg.
en
de
beroep tegen de beslissingen van
de
beslissingen van de rechtbank van 1
aanleg
(zie p.12)
bij het Hof van Beroep kan men indienen
ste
een
beoordeelt
wanbedrijven
de
doden
1
beroep gaan tegen de beslissingen
beroep
ook
door
vrederechter niet bevoegd is.
het Hof van Beroep (burgerlijke kamer) -
de
ALLE
de
-
RECHTBANK
(ongeacht
en
waarde van het geschil), geschillen
privaatgeschillen
o
de politierechter is bevoegd om de
het Hof van Beroep (correctionele kamer)
Opgelet: een uitspraak in 1
ste
aanleg tegen de
o
tegen
beslissing van een vrederechter kan niet voor de
een 3
want
de
beslissingen
rechtbank van 1
keer beoordeeld worden in het Hof
van Beroep,
bij dit Hof kan men beroep indienen ste
van
de
aanleg
het recht op dubbele
aanleg is al uitgeoefend.
Opgelet: een uitspraak in 1
ste
aanleg tegen
de beslissing van een politierechter kan niet de
voor een 3
keer beoordeeld worden door
het Hof van Beroep want het recht op dubbele aanleg is al uitgeoefend. o
het Hof van Assisen
o
het Hof van Assisen is bevoegd voor de beoordeling van misdaden (zie p.12)
8
WET
BURGERLIJK RECHT
STRAFRECHT
Het burgerlijk recht kan in de
In het Strafwetboek worden de bepa-
eerste plaats teruggevonden
lingen rond strafbare gedragingen en
worden
de straffen voor het plegen van deze
in
het
Burgerlijk
Wetboek. (maar er zijn nog
daden verzameld.
tal
In het Wetboek
van
andere
wettelijke
bepalingen zoals de wet op
voor
de jeugdbescherming, de wet
dering worden de
op de vzw’s of de Vlaamse wooncode)
regels
Strafvor-
van
de
strafprocedure bepaald.
2. NAAST HET BURGERLIJK RECHT EN HET STRAFRECHT IS ER NOG … o
Het Arbeidsrecht: in het Arbeidsrecht staan de regels die de verhoudingen tussen de werknemer en de werkgever regelen. Zo kan je naar de Arbeidsrechtbank stappen als de werkgever je loon niet uitbetaalt.
o
Het Handelsrecht: bevat de regels die de betrekkingen regelen tussen de handelaars. De gewone burgerlijke regels, bijvoorbeeld over de koop, worden aangevuld met speciale regels voor de handelaars. De Handelsrechtbank is bijvoorbeeld bevoegd voor faillissementen.
o
En dan is er nog Cassatie: bovenaan de gerechtelijke piramide staat het Hof van Cassatie. Dit Hof oordeelt of de rechter, die de zaak daarvoor heeft behandeld, zich aan de wet en aan de procedures heeft gehouden. Indien dat niet het geval is , dan kan dit Hof het oordeel van de rechter verbreken ( in het Frans: “casser”, vandaar de naam Cassatie). Op deze manier voert dit Hof de ultieme controle uit en biedt het bescherming tegen eventuele fouten van de rechters.
9
FICHE 5: ORGANIGRAM JUSTITIE
10
FICHE 6: DE MISDRIJVEN
1. DEFINITIE
Een MISDRIJF = elk doen of laten waaraan door de wet een stra fsanctie verbonden is.
o
DOEN = strafbare handeling doen (vb. een misdaad plegen)
o
LATEN = strafbare nalatigheid (vb. geen hulp bieden aan een persoon in nood)
2. DRIE SOORTEN MISDRIJVEN
3 SOORTEN OVERTREDING
WANBEDRIJF
MISDAAD
Is een misdrijf dat bestraft
Is een misdrijf dat bestraft
Is een misdrijf dat bestraft
wordt met een politiestraf.
wordt me teen
wordt me teen criminele
correctionele straf.
straf.
Dit is de lichtste
Dit is de
Dit is de zwaarste
categorie: voornamelijk
tussencategorie: denk
categorie: moord,
verkeersovertredingen.
hier aan diefstal,
roofmoord, slagen en
brandstichting, …
verwondingen met de
MISDRIJVEN
WAT?
dood tot gevolg, … o
o
gevangenisstraf van 1 tot 7 dagen
o WELKE STRAF?
EN/OF geldboete van maximum € 25 (x5,5 )
o
werkstraf van 20u tot 45 u
1
o
1
gevangenisstraf van
vrijheidsstraf
8 dagen tot 5 jaar
(opsluiting van 5 jaar
EN/OF geldboete van
en meer)
tenminste € 26 (x 5,5) o
o
werkstraf van 46u tot
o
EN/OF geldboete van € 26 en meer (x 5,5)
300u
x 5.5 = Opdeciemen: omdat het geld steeds in waarde verandert, wordt de geldboete verhoogd met een coëfficiënt dat door de wet voorzien is. De geldboetes in euro (sinds maart 2004) worden vermen igvuldigd met 5.5. Een geldboete van € 100 komt dus neer op € 550.
11
Politierechtbank
Correctionele rechtbank
Hof van Assisen
De vernieling van
Diefstal is een wanbedrijf.
Moord is een misdaad.
WELKE RECHTBANK?
andermans eigendom is een overtreding. EEN VOORBEELD
3. CORRECTIONALISEREN Wanneer een rechter van mening is dat er “verzachtende omstandigheden” aanwezig zijn, dan kan de rechter het misdrijf van categorie verlagen = dit is “correctionaliseren”. Een misdaad kan een wanbedrijf worden door “verzachtende omstandigheden”: het zal dan niet het ste
Hof van Assisen zijn dat bevoegd is, maar wel de correctionele rechtbank van 1
aanleg.
Een wanbedrijf kan zo een overtreding worden en door de politierechtbank beoordeeld worden.
12
FICHE 7: DE ACTOREN; WIE IS WIE IN DE RECHTBANK?
1. DE MAGISTRATEN
1.1 Twee types magistraten:
Men onderscheidt twee types magistraten. De zittende magistratuur; dat zijn de RECHTERS. Zij ontlenen hun naam aan het feit dat zij zitten als zij recht spreken.
De staande magistratuur; dat zijn de vertegenwoordigers van het Openbaar Ministerie (of Parket). Zij ontlenen hun naam aan het feit dat zij rechtstaan als zij hun betoog houden. Het zijn de Procureur des Konings en zijn/haar substituten (medewerkers).
1.2 Een welbepaalde titel op elk niveau Op elk niveau van de juridische organisatie hebben de leden van de staande en de zittende magistratuur een welbepaalde titel:
13
HET HOF VAN BEROEP ZITTENDE MAGISTRATUUR
Eerste voorzitter
STAANDE MAGISTRATUUR
Procureur Generaal Eerste Advocaat Generaal
Raadsheren
Advocaten generaal Substituut van Procureur Generaal HOF VAN ASSISEN ZITTENDE MAGISTRATUUR
STAANDE MAGISTRATUUR
Eerste Voorzitter
Procureur des Konings
2 Rechters bijzitters
Eerste Substituut Substituten
DE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG ZITTENDE MAGISTRATUUR
STAANDE MAGISTRATUUR
Voorzitter
Procureur des Konings
Vice Voorzitter
Eerste Substituut
Kamervoorzitters
Substituten
Jeugdrechter RECHTBANK VAN KOOPHANDEL / ARBEIDSRECHTBANK ZITTENDE MAGISTRATUUR
STAANDE MAGISTRATUUR
Voorzitter
Procureur
des
Konings
Lekenrechters (in handelszaken/
(koophandel)
in sociale zaken)
Auditeur (arbeidsrechtbank)
POLITIERECHTBANK ZITTENDE MAGISTRATUUR
Politierechter
STAANDE MAGISTRATUUR
Procureur des Konings
VREDEGERECHT ZITTENDE MAGISTRATUUR
Vrederechter
14
STAANDE MAGISTRATUUR
/
2. DE GRIFFIER De griffier is de “secretaris” van de rechtbank en de rechterhand van de rechter. Hij/zij zorgt voor de administratie van de zitting en verzamelt alle stukken
(verzoeken,
pleitnota’s,
klachten,
verzoekschriften,
conclusies enz.). Tijdens een zitting neemt de griffier nota’s van alles wat er gezegd en gedaan wordt. De griffier maakt een verslag op van de zitting, neemt deel aan de beraadslagingen van de rechters na afloop van de zitting en schrijft samen met de rechter (s) het vonnis.
3. DE ADVOCAAT
Omdat het recht moeilijk is, wordt er vaak aangeraden om beroep te doen op een advocaat. Deze advocaat zal zijn/haar “cliënt” verdedigen in de rechtszaak. Hiervoor wordt hij/zij betaald door de cliënt, in sommige gevallen door de staat (zie p.20) De advocaat vertelt tijdens het proces de argumenten van zijn/haar cliënt aan de rechter. In de meeste gevallen moet de advocaat deze argumenten ook schriftelijk aan de rechter overhandigen (men noemt dit de conclusies). Ook buiten de rechtbank kan een advocaat een belangrijke rol spelen.
Hij/zij
kan overleggen met de tegenpartij om te
vermijden dat het tot een geschil komt. De advocaat heeft vaak ook een adviserende rol.
4. DE TEGENPARTIJ
Hier moet men een onderscheid maken tussen de burgerlijke en de strafprocedure. (zie p.6-7 voor het verschil tussen burgerlijk recht en strafrecht)
15
In een burgerlijke procedure wordt een zaak voor de rechtbank gebracht op vraag van één van de partijen. Die persoon noemt men de EISER. De eiser daagt de tegenpartij voor de rechter. Aangezien die tegenpartij zich zal moeten verweren tegen de argumenten van de eiser, noemt men die partij de VERWEERDER. In een strafprocedure is er geen tegenpartij, want de “verdachte” wordt in naam van de maatschappij vervolgd door het Openbaar Ministerie bij monde van de Procureur. Het Openbaar Ministerie moet bewijzen verzamelen om de schuld van de verdachte te bewijzen, maar ook om zijn onschuld te kunnen bewijzen. Wanneer in een strafprocedure iemand slachtoffer is, kan die zich BURGERLIJKE PARTIJ stellen. Op die manier kan het slachtoffer zijn zeg doen tijdens het proces en schadevergoeding vragen voor de lichamelijke en/of morele schade die hij/zij geleden heeft.
5. SCHEMATISCHE VOORSTELLING RECHTBANK
Schematisch gezien, ziet een rechtbank er als volgt uit:
5.1 In een burgerlijk proces
RECHTER
GRIFFIER
Doet uitspraak over de vordering van de eiser.
Verleent bijstand aan de rechter, zorgt voor de administratieve taken (bijhouden stukken, register van de zaken, e.d.)
EISER
+ ADVOCAAT
VERWEERDER
+ ADVOCAAT
5.2 In een strafproces (dat geen assisenproces is) RECHTER ( S)
Doet uitspraak over de vordering van de burgerlijke partij en van het openbaar ministerie.
OPENBAAR MINISTERIE
GRIFFIER
Verleent bijstand aan de rechter, zorgt voor de (Procureur des Konings of substituut)
administratieve taken (bijhouden stukken, register van de zaken, e.d.)
16
GETUIGEN
/ EXPERTEN
BEKLAAGDE
Persoon die naar de correctionele rechtbank of de
(Indien het slachtoffer dat schade geleden heeft
politierechtbank verwezen wordt.
schadevergoeding vraagt.)
5.3 In een assisenproces Zie schematische voorstelling op de volgende pagina.
17
BURGERLIJKE PARTIJ ( SLACHTOFFER )
18
FICHE 8: HOE VERLOOPT EEN PROCES?
8.1
VERLOOP VAN EEN BURGERLIJK PROCES
8.1.2
De dagvaarding In een burgerlijk proces begint de procedure meestal door middel van een dagvaarding: hiermee laat de eiser weten aan de verweerder dat het geschil opgelost zal worden door een rechter.
8.1.2
De inleidingszitting Indien de partijen menen dat de zaak “gemakkelijk” is , dan zal de zaak behandeld worden op de inleidingszitting via korte debatten. (Bijvoorbeeld als het gaat om een onbetaalde factuur.) Indien de partijen menen dat de zaak complexer is en dat men argumenten moet uitwisselen, dan stelt de rechter een kalender op met een dag waarop de partijen conclusies (argumenten) moeten uitwisselen en een rechtsdag waarop de rechter de partijen zal horen over de zaak.
8.1.3
De rechtsdag Op de rechtsdag wordt er gepleit. De eiser neemt als eerste het woord, dan antwoordt de verweerder. De conclusies worden aan de rechter gegeven. De rechter geeft dan een dag aan waarop hij/zij klaar is met het vonnis. De rechter neemt dan de zaak in beraad. Dat wil zeggen dat hij/zij gaat nadenken over de oplossing van de zaak waarbij hij/zij zal rekening houden met de bewijsstukken, de conclusies en de mondelinge debatten.
8.1.4
De uitspraak Op de aangekondigde datum spreekt de rechter het vonnis uit. Hij/zij moet dit vonnis motiveren: de rechter geeft aan op basis van welke motieven hij/zij die bepaalde beslissing genomen heeft. De partij die “verliest” kan beslissen om in beroep te gaan.
19
8.2
VERLOOP VAN EEN STRAFRECHTERLIJK PROCES
8.1.2
De voorbereiding Meestal wordt er van een misdrijf eerst een aangifte gedaan bij de politie. De politie gaat in samenspraak met het Openbaar Ministerie op zoek naar de schuldigen en naar de bewijzen van deze schuld. Wanneer er dwangmaatregelen nodig zijn – zoals de aanhouding van de verdachte, een huiszoeking, een lichamelijk onderzoek … – moet er beroep gedaan worden op een onderzoeksrechter. De onderzoeksrechter wordt gecontroleerd door de Raadkamer. Het is de Raadkamer ook die beslist over de (eventuele) voorlopige hechtenis van de verdachte.
8.2.2
Het einde van het onderzoek Wanneer de onderzoeksrechter meent dat het dossier stevig genoeg is, maakt hij het over aan de Procureur des Konings. Die zorgt ervoor dat de Raadkamer kan beslissen of er onvoldoende bewijzen zijn (dan wordt de verdachte buiten vervolging gesteld) of dat er voldoende bewijzen zijn (dan wordt de verdachte verwezen naar de correctionele rechtbank ). Nota: bij een assisenproces wordt deze taak uitgevoerd door de Kamer van Inbeschuldigingstelling .
8.2.3
De terechtzitting De rechter gaat eerst de identiteit van de verdachte nagaan. Dan overloopt hij de feiten die ten laste gelegd worden van de verdachte en aanhoort eventuele getuigen en deskundigen. Als eerste komt dan de burgerlijke partij aan het woord. Dan heeft de Procureur des Konings (of zijn substituut) het woord, deze vordert op het einde van zijn betoog een straf. Als laatste krijgt de advocaat van de beschuldigde het woord. De rechter neemt hierna de zaak in beraad en geeft aan de partijen een datum waarop de uitspraak zal gegeven worden.
20
Nota: het grote verschil tussen een burgerlijk proces en een strafproces is dat er op een strafproces altijd een parketmagistraat (de Procureur of zijn substituut) aanwezig is.
8.2.4
De uitspraak Indien de rechter de beschuldigde schuldig acht, kan de rechter een straf uitspreken. De rechter kan de straf opschorten: d.w.z. dat hij geen uitspraak doet over de straf als de beschuldigde gedurende een bepaalde tijd geen nieuwe feiten pleegt. De rechter kan de straf uitstellen: d.w.z. dat er wel een straf wordt uitgesproken maar dat de uitvoering van de straf uitgesteld wordt indien de beschuldigde tijdens de proefperiode geen nieuwe feiten pleegt. De rechter kan natuurlijk ook een effectieve straf opleggen die onmiddellijk uitgevoerd wordt.
21
FICHE 9: JUSTITIE, GRATIS OF NIET? Justitie is gratis, zegt men … zoals men ook zegt dat de school gratis is. Nochtans weten we dat noch de school noch justitie echt gratis zijn. Het is dus juister om te zeggen dat de toegang tot justitie gratis is, maar de rechtsbedeling is niet gratis. Er zijn onkosten van allerlei aard en die worden meestal betaald door de verliezende partij.
9.1
GERECHTS- OF GEDINGKOSTEN
In burgerlijke zaken spreekt men over GEDINGKOSTEN. In strafzaken spreekt men over GERECHTSKOSTEN. Die kosten kunnen hoog oplopen, zeker als er een onderzoek met deskundigen aan te pas komt. De kosten worden vastgelegd door de wet 2. Enkele voorbeelden van kosten: o o o o o
een dagvaarding door een gerechtsdeurwaarder: € 22.29 een vaststelling van dronkenschap: € 25,44 een robotfoto : € 31.29 de kosten voor een bemiddelaar (forfait van € 53.21 per uur) een bloedafname : van € 150 tot € 170
In sommige gevallen kan men kosteloos beroep doen op een gerechtsdeurwaarder. In dat geval betaalt de Staat het ereloon. Hiervoor moet een verzoek voor rechtsbijstand ingediend worden bij de rechtbank of bij de rechter zelf.
9.2
ADVOCAATSKOSTEN
En dan zijn er nog de kosten voor een advocaat.
2
http://w w w .cmro-cmoj.be/pdf/gerechtskosten_2009.pdf )
22
Een advocaat is dikwijls een noodzaak. Die advocaat bespreekt zijn “ereloon” met zijn cliënt. Het is de cliënt die de kosten van zijn advocaat betaald ook als hij/zij het proces wint. Sinds 2008 is hierin verandering gekomen: de rechter kan de verliezende partij veroordelen om de erelonen van de advocaat van de andere partij te betalen. Indien men hulp zoekt voor juridische bijstand, kan men terecht in het bureau voor juridische bijstand van zijn gerechtelijk arrondissement 3. Men verleent er eerste en tweedelijnsbijstand. De eerstelijnsbijstand bestaat uit een eerste advies dat gratis is. Indien men toch beroep moet doen op een advocaat, dan verwijst het bureau naar de tweedelijnsbijstand (vroeger bekend onder de naam Pro Deo). Indien men aan de wettelijke bepalingen voldoet (bvb. als men als alleenstaande met niemand ten laste max. € 878 netto/maand heeft als inkomen), kan men genieten van een volledige of gedeeltelijk kosteloze bijstand van een advocaat.
3
Alle informatie over de justitiehuizen http://w w w .just.fgov.be/img_justice/publications/pdf/53.pdf
23
gratis
te
dow nloaden
of
te
bestellen:
FICHE 10: VOOR DE RECHTER? HET KAN OOK ANDERS! Conflicten tussen mensen zijn van alle tijden en van alle maatschappijen. Die conflicten kunnen voor een rechter geregeld worden maar het kan ook anders! Een procedure voeren is vaak duur, en vaak is het dat niet waard. Daarom wordt er meer en meer beroep gedaan op een BEMIDDELAAR.
10.1
DE BEMIDDELING IN BURGERLIJKE, FAMILIALE EN HANDELSZAKEN
10.1.1 Wanneer kan men beroep doen op bemiddeling? Burenconflicten, conflicten tussen huurders en verhuurders, schadevergoedingen of geschillen tussen personenrechten (alimentatiegeld, hoederecht over kinderen) of echtscheiding met onderlinge toestemming, scheiding van tafel en bed ... evenveel voorbeelden van problemen die niet noodzakelijk door een rechter maar door een bemiddelaar kunnen geregeld worden. Deze bemiddelaars zijn erkend, het zijn welzijnswerkers of notarissen of advocaten.
10.1.2 Wat is het doel van de bemiddeling? De bemiddeling gebeurt op vrijwillige basis. Bij een bemiddeling is het uiteindelijke doel tot een akkoord te komen. Het bemiddelingsakkoord is meestal schriftelijk. Het houdt in dat beide partijen het respecteren. Gebeurt dit niet, dan komt de zaak toch voor de rechter.
10.1.3 Wat zijn de voordelen van bemiddeling? Dikwijls leidt een proces tot een onherstelbare breuk in relaties tussen mensen, vooral als het om conflicten gaat met mensen uit de onmiddellijke omgeving (familie, collega’s, buren). Bij een bemiddeling staat het overleg centraal. In een vertrouwde ruimte wordt er op kalme en serene wijze naar een “aanvaardbare oplossing” gezocht , d.i. aanvaardbaar voor beide partijen.
24
De bemiddeling is goedkoper, sneller en aangenamer dan een gerechtelijke procedure. Voor een aantal geschillen – bijvoorbeeld huurgeschillen – is het vandaag verplicht om een “verzoeningspoging” te ondernemen. Het is de vrederechter die deze bemiddeling organiseert.
10.1.4 De strafbemiddeling -
De bedoeling? Ook hier is het de bedoeling een geschil op te lossen zonder dat een rechter optreedt.
-
Hoe gaat dat in zijn werk? Het is de Procureur des Konings die beslist of een strafbemiddeling van toepassing is op een bepaald conflict. In het JUSTITIEHUIS gaat een justitieassistent een eerste onpartijdig gesprek op gang brengen tussen de dader en het slachtoffer. In dit gesprek probeert men de redenen en de gevolgen van de feiten te onderzoeken en na te gaan wat de verwachtingen zijn van de partijen. Vb. de dader heeft het slachtoffer geduwd, waardoor die met zijn hoofd op de rand van de stoep is terechtgekomen. Het slachtoffer heeft een hersenschudding en een hersenbloeding. Wat kan het slachtoffer vragen? Het slachtoffer kan bijvoorbeeld vragen dat de dader vrijwillig een aantal dagen gaat werken in een centrum voor gehandicapten. Zo kan hij inzien welke gevolgen zijn daad had kunnen hebben.
Indien dader en slachtoffer akkoord gaan met de overeenkomst organiseert de Procureur des Konings een bemiddelingszitting. De partijen ondertekenen een proces
verbaal
waarin
de
concrete
maatregelen
van
de
strafbemiddeling
beschreven staan. Vb. In het geval hierboven: de dader moet 40 uur vrijwilligerswerk uitvoeren in een gehandicaptencentrum in de buurt.
Indien de dader en het slachtoffer niet tot een overeenkomst komen, wordt de procedure stopgezet en beslist de Procureur des Konings welk gevolg er gegeven wordt aan het dossier. -
Wat kan de Procureur allemaal voorstellen? 1.
Verschillende
manieren
van
schaderegeling:
schadevergoeding, herstel van materiële en/of morele schade,
25
wederzijdse uitleg, excuses, enz. 2.
Een behandeling of een passende therapie. Wanneer de dader een ziekte of een verslaving inroept, dan kan gevraagd worden dat hij/zij gedurende maximum 6 maanden een therapie of een behandeling moet volgen.
3.
Een dienstverlening: de dader moet een onbezoldigde activiteit
verrichten
ten
dienste
van
de gemeenschap
(maximum 120 uur binnen maximum 6 maanden).
4.
Een opleiding: de dader kan gevraagd worden een opleiding te volgen (van maximum 120 uur in maximum 6 maanden).
26
FICHE 11: OORDELEN IS OOK STRAFFEN
11.1
SOORTEN STRAFFEN DOORHEEN DE GESCHIEDENIS
Gedurende eeuwen bestond de straf uit lijfelijke straffen, geldelijke straffen, verbanning of de doodstraf. Van gevangenisstraf was er geen sprake. Lijfelijke straffen waren gruwelijk; om de schuld vast te stellen werden martelingen en godsoordelen gebruikt. In 1595 wordt in Amsterdam een nieuw soort straf ingevoerd: de gevangenisstraf. Het idee ontstaat dat straf dient voor wederopvoeding zodat de schuldige zijn/haar plaats terug kan innemen in de maatschappij. In België werd de doodstraf afgeschaft in 1996, daarmee was België het laatste land in WestEuropa om de doodstraf uit het strafrecht te verwijderen. Toch werd de doodstraf al sinds 1863 niet meer uitgevoerd in België. Een uitzondering: Na WOII werden tijdens de repressie 242 collaborateurs gefusilleerd. En in 1950 werd Philipp Schmidt, kampcommandant van Breendonk gefusilleerd. Hij was de laatste wiens doodsvonnis in België werd uitgevoerd.
De opsluiting in een gevangenis is dus de belangrijkste vorm van straf geworden. Maar er bestaan ook alternatieve straffen.
Alternatieve straffen hebben voor doel te zorgen dat de delinquent sneller en beter geïntegreerd wordt in de maatschappij. In de gevangenis zijn de meest kwetsbare kansarme groepen nog steeds oververtegenwoordigd. Opsluiting brengt vaak een nieuwe spiraal van achterstelling op gang. Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat het effect van vrijheidsberovingen op de omvang van criminaliteit beperkt is.
27
11.2
WAAROM WORDEN VEROORDEELDEN VOOR HET EINDE VAN HUN STRAF VRIJGELATEN?
11.2.1 Een beetje geschiedenis : de wet Lejeune de
In de 19
eeuw bedacht een minister van Justitie, Le Jeune, een wet die voorzag in de
VOORWAARDELIJKE invrijheidsstelling van veroordeelden op voorspraak van de Minister van Justitie. Hij wou hiermee de stakingsleiders, die opkwamen voor de rechten van de arbeiders, eerder in de maatschappij onder controle houden dan ze in gevangenissen te stoppen. Maar die wet Lejeune kwam zwaar onder vuur te liggen door de zaak Dutroux. Dutroux was in 1992 voorwaardelijk vrijgekomen op uitspraak van de toenmalige Minister van Justitie. Dutroux pleegde zijn ergste misdaden na die voorwaardelijke invrijheidstelling. De zaak Dutroux zette het probleem van het recidiveren in een dramatisch daglicht. RECIDIVEREN = meer dan 1x een misdrijf begaan Statistieken ontbreken maar het aantal recidivisten (correctioneel en assisen) ligt onder de 10%, d.w.z. dat 90% van de misdrijven begaan worden door niet-recidivisten.
11.2.2 Een uitleg: de evolutie van de maatschappij De Westerse maatschappijen ondergaan in de jaren ’60-’80
van vorige eeuw een
fundamentele evolutie van de mentaliteit. Men gaat meer en meer aandacht besteden aan preventie en alternatieve straffen in plaats van repressief of straffend op te treden. De basisidee van deze evolutie is dat de uitleg waarom iemand de wet overtreedt , moet gezocht worden in zijn sociale of economische achtergrond. Daarom moet men de dader eerder heropvoeden dan straffen, zodat hij/zij terug zijn/haar plaats kan innemen in de maatschappij. Het is in diezelfde logica dat er meer en meer alternatieve straffen worden opgelegd (zie ook p.6).
28
11.2.3 Een realiteit: de overbevolking van de gevangenissen Een andere realiteit speciale
maatregelen
gevangenissen.
Er
om gevangenen te laten genieten van is zijn
de in
overbevolking België
meer
van
de
dan 10 000
gevangenen, wat 2000 meer is dan de capaciteit. Om de integratie
in
oplossingen
de maatschappij uitgedacht:
te bevorderen heeft elektronische
men
enkelband,
strafbemiddeling, autonome werkstraf maar ook de huur van gevangenissen in ons buurland Nederland en het bouwen van nieuwe gevangenissen, enz. …
11.2.4 Vrijlaten voor het einde van de straf: het verschil tussen voorwaardelijke vrijlating en voorlopige vrijlating Wanneer we het hebben over vroegtijdig vrijlaten, is het belangrijk een verschil te maken tussen de voorlopige vrijlating en de voorwaardelijke vrijlating. De voorlopige invrijheidsstelling geldt alleen voor een gevangenisstraf van minder dan 3 jaar. De voorwaardelijke invrijheidsstelling geldt voor een gevangenisstraf van meer dan 3 jaar. Bovendien zijn er hier een aantal voorwaarden aan verbonden:
-
men moet 1/3 van zijn gevangenisstraf hebben uitgezeten
-
men moet een reclasseringsprogramma hebben gevolgd
-
het slachtoffer met gehoord worden
Sinds 2006 wordt de beslissing voor een voorwaardelijke invrijheidsstelling genomen door een speciale rechtbank: de STRAFUITVOERINGS RECHTBA NK.
29
11.2.5 De laatste cijfers4 De laatste cijfers gepubliceerd door het FOD Justitie leren ons het volgende. In 2009 waren er meer voorlopige invrijheidsstellingen van beklaagden en veroordeelden van minder dan 3 jaar dan
de
vorige
jaren.
Er
waren
ook
meer
invrijheidsstellingen aan het einde van de straf. Maar er waren minder voorwaardelijk e invrijheidsstellingen: dus voor
de
zwaarste
straffen
waren
invrijheidsstellingen.
4
Cijfers afkomstig uit Justitie in cijfers- publicatie van FOD Justitie
30
er
minder
FICHE 12: DE JEUGDCRIMINALITEIT5
12.1
DE JEUGDRECHTBANK EN DE WET OP DE JEUGDBESCHERMING
In België zijn de jeugdrechtbanken bevoegd voor jongeren EN hun ouders. De wet op de jeugdbescherming van 1965 werd de laatste jaren grondig hervormd:
-
de jeugdrechter heeft een verstrekte motiveringsplicht
-
de wet in België legt de nadruk op heropvoeding van de jongere, niet op straffen. De rechter kan maatregelen van bewaring, behoeding en opvoeding opleggen.
De jeugdrechtbank treedt op in MOF- en POS-gevallen: MOF een als Misdaad Omschreven Feit
POS een Problematische Opvoedings Situatie
De grafiek
5
Cijfers afkomstig uit Justitie in cijfers- publicatie van FOD Justitie
31
hierboven toont duidelijk dat er van 2005 tot 2008 een merkbare verhoging is van, zowel het aantal MOF (+11%), als van het aantal POS (+ 17%) Globaal gezien zijn er in België meer registraties van het aantal POS dan van het aantal MOF. Nog een opmerkelijk feit: het aantal zaken dat bij de parketten aangemeld wordt , is groter dan het aantal betrokken minderjarigen d.w.z. dat dezelfde jongeren voor meerdere feiten opgepakt worden (men noemt hen recidivisten).
12.2
WAT BESLIST HET JEUGDPARKET OMSCHREVEN FEIT (MOS)?
BIJ
EEN
ALS
MISDAAD
Wanneer het jeugdparket de zaak naar de jeugdrechter verwijst, kan deze verschillende maatregelen opleggen. De rechter kan berispen en/of herstelgerichte maatregelen opleggen (vb. aantal uren werken).
De
minderjarige
wordt
dan
begeleid
door
een
gespecialiseerde dienst. Het dossier wordt gesloten als het slachtoffer vergoed is. Foto: gesloten instelling Everberg
Vanaf 14 jaar kan een minderjarige door de rechter in een gesloten instelling geplaatst worden wanneer de jongere, hetzij een ernstig feit heeft gepleegd, hetzij een nieuw ernstig feit heeft gepleegd. Deze plaatsing dient om de maatschappij te beschermen. De plaatsing duurt maximum 2 maanden en 5 dagen. De rechter kan beslissen dat de feiten zo erg zijn dat de minderjarige “uit handen gegeven” wordt en beoordeeld wordt door een speciale kamer van de jeugdrechtbank samengesteld uit 2 jeugdrechters en een correctionele rechter. In 2008 werd 68,7% van de MOF zonder gevolg geklasseerd door het jeugdparket: omwille van onvoldoende bewijzen, door het overlijden van de verdachte, voor de bestwil van de minderjarige of onder voorwaarden. 24,5% werd wel doorverwezen naar de jeugdrechtbank en 6,8% kon rekenen op een bemiddeling. De jeugdzorg is een bevoegdheid van de gemeenschappen. In 2009 waren er voor de Vlaamse Gemeenschap 278 plaatsen in de 9 jeugdinstellingen. 6
6
Cijfers : http://w vg.vlaanderen.be/jongerenw elzijn/PDF/INHETNIEUWS/AJW_jaarverslag_2009.pdf
32
12.3
WAT BESLIST HET JEUGDPARKET BIJ EEN PROBLEMATISCHE OPVOEDINGSSITUATIE (POS)?
Het jeugdparket kan de minderjarige en zijn ouders doorverwijzen naar de jeugdrechtbank als de thuissituatie te moeilijk is en er hulp nodig is. De jeugdrechter kan de minderjarige in een pleeggezin plaatsen of in een begeleidingstehuis of
in
een
psychiatrische instelling of in een open of gesloten instelling. Foto: begeleidingstehuis “Ons Thuis” Ieper
De rechter kan de minderjarige en het gezin onder begeleiding plaatsen van een consulent of van een gespecialiseerde dienst. Als de minderjarige 17 jaar is, kan hij/zij verwezen worden naar de dienst BZW (Begeleid Zelfstandig Wonen).
33
FICHE 13: NUTTIGE LINKS EN INFO
13.1
ALGEMENE INFO
Op www.just.fgov.be, de website van het FOD Justitie is heel wat info te vinden. Er kunnen bovendien tal van brochures over justitie gratis besteld worden o.a.: Justitie in België – Justitie in cijfers – De aanpak van jeugddelinquentie – U bent gedagvaard. – U bent slachtoffer
13.2
SPECIFIEKE INFO VOOR JONGEREN
-
www.jeugdrecht.be biedt informatie over de rechten en plichten van kinderen en jongeren (0-25 jaar) in Vlaanderen.
-
www.jongereninformatie.be geeft een overzicht van de rechten en de plichten van jongeren i.v.m. seks, school,werken,uitgaan enz.
-
www.kinderrechtencommissariaat.be geeft de rechten en de plichten van jongeren weer
-
Op www.advocaat.be vind je een videoclip over jeugddelinquentie en kan je terecht voor de hulp van een advocaat.
-
Je bent getuige of slachtoffer van kindermishandeling? Op www.kindermishandeling.be vind je de adressen en telefoonnummers van vertrouwenscentra in je buurt.
-
Je
kan
ook
terecht
op
de
KJT
(kinderen
en
jongerentelefoon) op het noodnummer 102. Vanaf 3/11 /10 kan je met KJT chatten op maandag- en woensdagavond van 18u tot 22u.
34
13.3
PUBLICATIES (GRATIS)
-
“Gids voor leerlingen in het secundair onderwijs. 99 vragen en antwoorden over rechten en plichten”. Bestellen of downloaden via http://www.ond.vlaanderen.be/publicaties/?nr=39.
35
-
“Mijn rechten in de jeugdhulp.” Bestellen of downloaden via http://www.steunpunt.be/.
-
“Kidsgids” Bestellen of downloaden via http://www.kidsgids.be/.
FICHE 14: PIRAMIDE VAN DE RECHTERLIJKE MACHT IN BELGIË
36
Deze
infofiches
worden
je
aangeboden
door
eduBEL,
de
Educatieve
Dienst
van
BELvue
(www.belvue.be), in samenwerking met de Hoge Raad voor Justitie (www.hrj.be).
eduBEL, de Educatieve Dienst van BELvue, is een initiatief van de Koning Boudewijnstichting (www.kbs-frb.be).
37