Alles wat je altijd over darmkanker wou weten (maar niet durfde vragen)
Tim Rondou Gastroenteroloog Sint-Jozefkliniek Bornem-Willebroek
Bijscholing 2013
vóórkomen ontstaan voorkómen en preventie symptomen diagnose behandeling
Dikke darm of colon
Endeldarm of rectum
wereldwijd ◦ derde meest voorkomende kanker ◦ tweede meest voorkomend doodsoorzaak door kanker ◦ meer dan 1.000.000 per jaar, waarvan 500.000 overlijdens
Europa: 400.000 per jaar, 200.000 overlijdens (23 overlijdens/u !!! , de klok rond)
België: ◦ 3e bij mannen, 2e bij vrouwen ◦ jaarlijks +/- 8000 nieuwe gevallen (= vol voetbalstadion !!), +/- 4000 overlijdens ◦ ter vergelijking: in België 820 verkeersdoden per jaar …
algemeen: ◦ vnl. op oudere leeftijd (vanaf 60 jaar) ◦ “life-time risk” 1/20
75 % “sporadisch”: geen familiale belasting 20 % “lichte” familiale belasting: ◦ meestal slechts licht verhoogd risico; geen gekende genetische afwijkingen
5 % sterk familiaal verband met gekende genetische afwijking, en 80-100% kans op dikke-darmkanker op jongere leeftijd FAP HNPCC andere
poliep-kanker-sequentie: ◦ bijna 100 % ontstaat uit poliep
risicofactoren: combinatie van factoren: ◦ “aanleg” (= erfelijkheid) ◦ omgevingsfactoren: voeding: weinig vezels veel vet alcohol en roken
levensstijl: overgewicht inactiviteit …
◦ langbestaande ziekte van Crohn of colitis ulcerosa
risicofactoren: ◦ omgevingsfactoren:
niet teveel rood vlees voldoende vezels niet roken, matig alcohol fysieke activiteit vet beperken overgewicht vermijden
preventief nazicht: doel is vroegtijdige diagnose van ofwel darmkanker, maar beter nog de voorloper hiervan = poliepen
risico om darmkanker te krijgen: 5% op 50 jaar (= 1 op 20)
risico om aan darmkanker te sterven: ◦ vroeg stadium: 95% kans om nog te leven na 5 jaar ◦ laat stadium: 5% kans om nog te leven na 5 jaar vroegtijdige diagnose is zeer belangrijk !!!
darmkanker is ideale ziekte om vroegtijdig op te sporen: •komt vaak voor •evolueert traag •voorloper (= poliep) kan opgespoord worden •goede opsporingstesten
600
Hier starten
Rate per 100,000
500 400 300 200 100 0 30-34
35-39
40-44
45-49
50-54
55-59
60-64
Age Group
65-69
70-74
75-79
80-84
85+
hoe vroegtijdig opsporen ? ◦ microscopisch bloedverlies of “occult bloed” opsporen in de stoelgang om kanker op te sporen ◦ darmonderzoek of “coloscopie” om poliepen of kanker op te sporen
veranderd stoelgangspatroon ijzertekort bloed bij de stoelgang of zwarte stoelgang buikpijn
MAAR … soms géén !!
wanneer ?
◦ ofwel onderzoek owv. klachten ◦ ofwel nav. preventief onderzoek ◦ soms ook toevallig
hoe ? ◦ in principe zekerheidsdiagnose via coloscopie of darmonderzoek met biopsies ◦ dan stadium bepalen
“stagingsonderzoeken” ◦ CT-scan ◦ rectumkanker: NMR klein bekken ◦ evt. andere onderzoeken (vb. PET-scan)
uiteindelijke stadium ahv. TNM: ◦ T: tumordiepte ◦ N: klieren
“stagingsonderzoeken” ◦ bloedname ◦ CT-scan ◦ evt. andere onderzoeken
uiteindelijke stadium ahv. TNM: ◦ T: tumordiepte ◦ N: klieren ◦ M: uitzaaiingen
uitzaaiingen: ◦ bij diagnose +/- 30 % uitzaaiingen ◦ na verloop van tijd nog eens bij +/- 20 % van de patiënten uitzaaiingen ◦ ontstaan meestal door verspreiding via bloedbaan, soms door verspreiding via lymfevaten ◦ plaats:
lever long (endeldarm) buikvlies klieren op afstand soms andere
onderzoeken bepalen stadium stadium bepaalt behandeling
geen uitzaaiingen: doel is definitieve genezing onderscheid dikke darm en endeldarm: ◦ dikke darm: heelkunde, zelden met (tijdelijk) stoma ◦ endeldarm: geen aangetaste klieren en oppervlakkig: heelkunde aangetaste klieren of ingroei tot in diepe darmwand: voorbehandeling (“neoadjuvant”) met bestraling en chemotherapie gevolgd door heelkunde, dikwijls met tijdelijk en soms met definitief stoma
◦ nabehandeling (“adjuvant”) met chemotherapie
uitzaaiingen: ◦ vroeger: geen genezing mogelijk: “palliatieve” behandeling operatie van (sterk vernauwde) tumor, al dan niet met stoma, zonder bedoeling te genezen
◦ op heden: “palliatieve” behandeling, MÁÁÁÁR … evalueren of wegname van uitzaaiingen mogelijk is met oog op definitieve genezing stent voor sterk vernauwde tumoren ipv. operatie: voorzichtigheid geboden …
heelkunde chemotherapie doelgerichte of “targetted” therapie bestraling of radiotherapie meer marginale (meestal locale) behandelingen: SIRS, RFA, TACE, … combinatie hiervan
chemotherapie: ◦ hoe werkt chemotherapie ?
DNA of erfelijk materiaal bij celdeling: 1. 2. 3. 4.
spiraal gaat open twee enkelvoudige strengen vorming complementaire streng ontstaan van 2 nieuwe dubbele strengen 5. vorming twee nieuwe spiralen
wat gaat fout bij ontstaan kanker ? ◦ fout in delingsproces waardoor foute kopie
waarom fouten ? ◦ erfelijkheid ◦ omgevingsfactoren (infectie, zon, roken, eetgewoonten, …) ◦ ouderdom
hoe werkt chemotherapie ? ◦ bruut: cel vernietigen op meest kwetsbare moment, nl. tijdens celdeling ◦ niet enkel op kankercellen, maar op alle cellen in deling, vandaar nevenwerkingen
chemotherapie: ◦ wanneer ? bij uitzaaiingen zo geen uitzaaiingen: evt. na operatie als nabehandeling bij endeldarmkanker als voorbehandeling samen met bestraling
◦ welke ? zoveel types kanker, zoveel chemotherapie-schema’s meest gebruikt bij darmkanker: fluoro-uracil, oxaliplatin, irinotecan
nevenwerkingen chemotherapie: ◦ slijmvlies spijsverteringsbuis ◦ beenmerg ◦ (haarverlies)
doelgerichte of “targetted” therapie: ◦ vrij nieuw ◦ molecules ontworpen in labo ◦ “sleutels” om processen te blokkeren vb. aanmaak van bloedvaten vb. groeifactoren om verder te ontwikkelen
buiten de cel
in de cel
buiten de cel
monoclonale antistoffen
celwand tyrosine kinase inhibitoren
in de cel
doelgerichte of “targetted” therapie: ◦ vrij nieuw ◦ molecules ontworpen in labo ◦ “sleutels” om processen te blokkeren vb. aanmaak van bloedvaten vb. groeifactoren om verder te ontwikkelen
◦ voordeel: niet klassieke nevenwerkingen van chemotherapie ◦ nadeel: duur ◦ molecules momenteel geregistreerd:
EGFR-I: cetuximab, panitumumab VEGF-R-I: bevacizumab VEGF-trap: aflibercept multikinase-I: regorafinib