Evaluatiekrant over Het Nieuwe Ouder Worden
eerste jaargang
nummer 1
mei 2013
Tijd van eenheidsworst is voorbij
Kijk naar mensen, niet naar kwalen
pagina 4
pagina 6
Oud worden is de toekomst! pagina 3
pagina 12
pagina 22
Minder zorg vaak beter
Bolwerk AWBZ moet geslecht
Huwelijk tussen cure en care
COLUMN Imre Krull campagneleider ActiZ
Handle with care
3
De campagne Het Nieuwe Ouder Worden in een notendop
Waar do en we het voor?
‘D
it is de grootste fout van mijn leven’ zei mijn moeder van bijna zeventig tijdens de oplevering van haar seniorenwoning van 80m2, prachtig gelegen in het centrum van het dorp. De zaterdag daarna zat ik bij ‘Café Lehmitz’, de laatste voorstelling van Theatergroep Carver in Bellevue in Amsterdam. Ontluisterend realistisch. Het leek of ik anderhalf uur op een gesloten afdeling van een verpleeghuis zat. Weer een dag later was ik in een fijne jurk bij de première van ‘Verliefd op Ibiza’. Een zonnige film met Willeke van Ammelrooy, ook bijna zeventig, in de rol van hippe oma. Eerlijk gezegd, na een jaar campagne maken over Het Nieuwe Ouder Worden ben ik ‘lost’. ‘Lost’ in mijn beeldvorming. Want diversiteit is troef. Hoe erg is het eigenlijk de verzorgingsstaat los te laten? En hoe ga ik dat zelf doen, ouder worden? We stellen niet de vraag ‘wat wil je eigenlijk nog wel en zullen we eens kijken hoe je dat zelf kunt aanpakken?’. Ligt daar niet het recept voor oud en gelukkig zijn? Vereenzaming is heel lang een keuze. Pas als je echt oud en kwetsbaar bent, moet je omringd worden door mensen die je ook zo behandelen; ‘handle with care’. Ik leef op bij het zien van foto’s van Ari Seth Cohen* over goedgeklede dames op leeftijd. Ik word echt blij van de verhalen van Annemarie Oster**. Van ouderen die raadslid zijn, of nog drie dagen in de bakkerij meehelpen. En iets betekenen voor hun buurt. Gewoon mensen die doorgaan met leven, ook al zijn ze op leeftijd. En als het helpt om van tachtig het nieuwe vijftig te maken, doe ik daar graag aan mee. Als de campagne kan bijdragen aan een eigen manier van ouder worden, gaan we als het aan mij ligt nog een paar jaar door met debatten, gesprekken, onderzoek, tv series, tentoonstellingen en filmfestivals. Wanneer mijn moeder na een week verzucht dat de zon weer een beetje schijnt, ben ik blij dat we hebben doorgezet. Dat ik tegen haar kan zeggen dat dit nog lang niet haar eindstation is. En zal ik haar tegen wil en dank een beetje pushen om maar ‘iets’ te gaan doen. Gewoon wat van je leven maken; dat begint als je geboren wordt en stopt als je dood gaat. Een liedje van Bert en Ernie uit Sesamstraat popt op in mijn hoofd, want jong geleerd is oud gedaan: ‘Maak er wat van, maak er wat van en als het echt niet anders kan * Ari Seth Cohen: boek ‘Advanced Style’ dan maak er toch wat van.’ * * Annemarie Oster: boek ‘Mooi Geweest’ Simple as that.
2012: Jaar van inzicht en experiment
U
it de debatten: ‘Professionele ouderenzorg is vaak medische zorg, in situaties waar eenzaamheid het echte probleem is.’ En: ‘Dokters moeten leren om minder naar kwalen en meer naar mensen te kijken. In plaats van vragen waar de pijn zit, is het soms beter om te vragen: wat is voor u belangrijk?’. Twee opvallende uitspraken uit de reeks van het afgelopen jaar. Waarin verder bleek dat, ondanks de moeite die ‘cure’ en ‘care’ zorgorganisaties steken in het leveren van goede zorg en maatwerk, patiënten toch nog hopeloos verdwaald kunnen raken in de ‘zorgketen’. En dat vrijwilligers en mantelzorgers soms onterecht toestemming wordt onthouden voor het uitvoeren van werkzaamheden die ze eigenlijk best mogen verrichten. ActiZ wilde in 2012 met de campagne Het Nieuwe Ouder Worden het debat over de toekomst van de ouderenzorg voeren. Zowel met zijn leden en stakeholders als met de maatschappij. De debatten waren daarom nadrukkelijk verkennend en gericht op huidige problemen en ontwikkelingen. Dit mede in het licht van (negatieve) berichtgeving in de media. Wat klopt er wel en niet van deze berichten? Wat is de stand van de ouderenzorg? Daarnaast wilde ActiZ informeren over de veranderende ouderenzorg en de gevolgen voor mensen zelf in hun (toekomstige) rol als cliënt, mantelzorger en vrijwilliger. Tot slot werd beoogd om begrip voor – en instemming over – de noodzakelijkheid van deze veranderingen te creëren. De debatten in 2012 waren druk bezocht en hebben tot veel reacties geleid. Ze vonden bovendien plaats in een periode, waarin zorg over de toekomst van de ouderenzorg steeds nadrukkelijker een maatschappelijk issue is geworden.
2013: Jaar van uitzicht en verbinding
V
anaf begin 2013 vindt een verschuiving plaats naar een meer inhoudelijke verkenning van oplossingen. De eerste debatten gingen nog vooral over de vraag wat er mis is in de ouderenzorg van nu. Dit jaar zullen ze steeds meer gericht zijn op het bedenken van concrete oplossingen en aanbevelingen aan de politiek. Tijdens drie regionale debatten staan steeds één of meerdere uitgangspunten uit de agenda en het Deltaplan centraal:
H B estedingsmacht bij cliënten H Regelarme zorg H Transities binnen de ouderenzorg (van intramuraal naar extramuraal, van formele naar informele zorg en van zorg naar welzijn) Daarnaast wordt 2013 voor de campagne het jaar van de verbinding. ActiZ participeert daarom met andere organisaties in initiatieven die gerelateerd zijn aan de toekomst van de ouderenzorg. Voorbeeld is een gezamenlijk debat met de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) over de aansluiting tussen ‘cure’ en ‘care’. Kernvragen: 1 Hoe zorgen we ervoor dat verschillende organisaties goed samenwerken bij het geven van zorg? 2 Hoe zorgen we ervoor dat zorgvragen geïntegreerd worden behandeld, zodat niet de kwaal maar de patiënt centraal staat? Een ander voorbeeld is de Generatietop in april, georganiseerd samen met PGGM en VGZ. Dit symposium gaat over maatschappelijke problemen, die te maken hebben met solidariteit tussen generaties. (Ouderen)zorg en preventie zijn thema’s die hier onder andere aan bod komen. Mede door dit soort initiatieven zal 2013 niet alleen in het teken staan van het vinden van oplossingen, maar ook en vooral van het verspreiden van nieuwe inzichten onder een zo breed mogelijk publiek.
De interne aftrap van de campagne vond plaats met een Interactiz onderzoek. Leden konden op elkaar reageren. Stellingen waren bijvoorbeeld: H De samenleving kan zich de niet meer zo zelfredzame oudere niet meer veroorloven. H Het zorgaanbod is voor de nieuwe oudere volstrekt onbegrijpelijk.
5
4
Debat #1 De Fleur Agema Gelden zijn niet nodig
‘Oud worden is de toekomst!’
datum 10 april 2012 locatie De Rode Hoed, Amsterdam
M
ijn lieve buren zijn zestig jaar getrouwd; niet gescheiden van de liefde en niet gescheiden door zorgbehoeften. Samen wonen ze in een mooi, groot, oud herenhuis. Ze zijn gelukkig. De buurman maakt de lekkerste Indische gerechten. Koopt in het voorjaar kilo’s rode pepers, laat die drogen, waarna hij er de echte authentieke sambal van maakt. Hij vindt altijd wel iets in huis of om het huis dat een opknapbeurt verdient. Zijn het niet de kozijnen, dan is het wel de balustrade van het balkon of het onkruid in de tuin. Zijn belangrijkste taak op dit moment is de zorg voor zijn vrouw. Niet lang na een heupoperatie is zij afgelopen zomer van haar fiets gevallen. Door deze nare val brak ze haar beide armen. Ze werd wakker in het ziekenhuis. Omdat niemand kon vertellen hoe ze ten val is gekomen, heeft de buurman op de plaats des onheils een reconstructie gemaakt. Hij constateerde dat ze mogelijk tegen zo’n vervelend Amsterdammertje is gefietst, op haar linkerarm viel en doorrolde over haar buik om vervolgens op haar rechterarm te eindigen. Na een tijdelijke opname in het ziekenhuis kwam ze gelukkig weer thuis. De thuiszorg verzorgde haar wonden, hun zoon verzorgde de fysiotherapie en de buurman zorgde voor al het overige. Na nog een vervolgoperatie staat alles inmiddels weer op de rails, al is het wankel.
bezoekersaantal 450
ier is mijn moeder. H Regelen jullie het verder? Minder zorg is vaak beter en de maatschappij moet meer doen. Enkele opvallende conclusies uit het eerste ActiZ debat, op 10 april 2012 in De Rode Hoed in Amsterdam. Het eerste van vijf debatten over Het Nieuwe Ouder Worden. Over één ding waren de ruim 450 aanwezigen het eens: de ouderenzorg is nu te veel een taak voor zorgprofessionals, voor de toekomst is een grotere bijdrage van de hele maatschappij noodzakelijk. Overheid en organisaties moeten beter luisteren en een stapje terug doen, mensen moeten elkaar weer leren vinden.
de zorgprofessionals voelt bijna de helft zich schuldig omdat zij meer willen doen, op een andere manier. En hoewel cliënten nu nog vooral dankbaar zijn voor de zorg, voorziet een zeer grote meerderheid van hen (84 procent) grote problemen als er niets verandert. Maar welke verandering en hoe? Het panel, bestaande uit hoogleraar Ouderengeneeskunde Joris Slaets, socioloogschrijver Herman Vuijsje, Tweede Kamerlid Sabine Uitslag (CDA) en zorgbestuurder Marco Meerdink, ging hierover in debat met de zaal.
een oudere rouwt na de dood van een geliefde langer dan drie maanden. Wij geven hem dan het predicaat ‘depressief’ en schrijven een receptje. Maar vaak zit de oplossing in beter luisteren: wat willen de cliënten nu echt?” Volgens Meerdink gaat het in 30 procent van de gevallen om eenzaamheid. “We hebben het dan over welbevinden. Als je dat oplost, verlaag je de zorgvraag aanzienlijk.” Meerdink was daarom ook helemaal niet gelukkig met de extra 2 miljard euro (de Fleur Agema Gelden) die dit kabinet voor ouderenzorg had gereserveerd: “We hebben dat bedrag helemaal niet nodig.”
at de huidige vorm van ouderenzorg op termijn niet langer houdbaar is, bleek al direct uit het onderzoek waarmee Bureau Motivaction het debat opende. Eén op de drie mantelzorgers voelt zich schuldig, omdat hij of zij te weinig aandacht geeft aan een hulpbehoevend familielid. Van
Zorg is niet altijd nodig “De zorgprofessionals hebben een andere bril nodig,” stelde Joris Slaets. “Artsen en verpleegkundigen hebben de neiging om overal een gezondheidsprobleem van te maken. Maar als je anders naar zorg kijkt, worden problemen kleiner. Bijvoorbeeld:
Veel zorgtaken bij vrijwilligers Vragen die te maken hebben met welbevinden, vallen heel goed buiten de formele zorg om te beantwoorden. Vrijwilligers kunnen daarin een grote rol spelen, vooral de actieve 65-plussers. Veel ouderen kunnen en willen nog veel
D
Reacties
“Als ik kwaliteitsmanagers in de zorg spreek, hoor ik altijd: ‘meten is weten’. Tegenwoordig antwoord ik dan met: ‘doe meer met ongeveer’.” Martin Hagen, Wethouder WMO in Alkmaar, tijdens het eerste HNOW debat “Wij hadden de Wilders gelden, 800 miljoen, niet nodig. Zeker niet intramuraal, waar ze geland zijn. Voor de rest van de kabinetsperiode is dat nog 2,5 miljard. Ik heb ze nu voor jullie verdiend.” Marco Meerdink, directeur Espria, tijdens het eerste HNOW debat
Martje Brandsma opende het eerste debat in de Rode Hoed met een dansvoorstelling.
“ActiZ zag er het grote belang van in om met elkaar als maatschappij – en dus niet alleen als aanbieders – de discussie aan te gaan.
Het onderwerp: de zorg met betrekking tot ouder worden en wat daar bij komt kijken. En dan blijkt dat het heel waardevol is om met elkaar in gesprek te gaan. Dat er niet zoiets bestaat als DE oudere Of HET verpleeghuis. De tijd van de eenheidsworsten is nu echt voorbij, goddank... Kortom: deze campagne heeft geleid tot inzichten, die ik iedereen toewens!” Sabine Uitslag, Tweede Kamerlid (CDA), tijdens het eerste HNOW debat “Wij maken de creativiteit op de werkvloer morsdood, door die vol te stoppen met protocollen uit wetenschappelijke kennis en regelgeving.” Joris Slaets, hoogleraar Ouderengenees kunde, tijdens het eerste HNOW debat
voor een ander doen. Sterker nog, stelde wethouder Hagen uit Alkmaar: als mensen zelf hulp bieden, hebben ze ook minder schroom om hulp te vragen. Diezelfde Hagen zorgde ook voor de uitsmijter van de avond, als hij even later de doorgeschoten bureaucratie in de zorg hekelt: “Ik heb gemerkt dat in deze sector het adagium Meten is weten geldt. Wat tot enorme extra kosten leidt. Mijn tip aan de zorginstellingen: Doe meer met ongeveer!” Handen thuis De oplossing ligt er wellicht in dat zorgorganisaties en zorgprofessionals juist minder gaan doen. “Mijn vergezicht op zorg is mensen bij elkaar brengen en de handen thuishouden,” opperde een deelnemer. Dat bij elkaar brengen kan bijvoorbeeld via een ‘datingsite’. Hierop kunnen ouderen, die behoefte hebben aan een praatje of hulp bij de
boodschappen, mensen vinden die dat voor ze willen doen. En vice versa. Niet méér regelen voor de ouderen, maar juist minder. Ook de overheid kan daarin een handje helpen, aldus Sabine Uitslag. “De overheid kan een stap terug doen en meer vertrouwen hebben in de zorgprofessionals. Wij zijn er voor om de kaders te scheppen.” Aftrap Het debat vormde een goede aftrap voor een breed maat schappelijk debat over de toekomst van de ouderenzorg. “Luisteren naar cliënten en het veranderen van de zorg; dat vergt een enorme inspanning,” zo besloot ActiZ voorzitter Guus van Montfort de bijeenkomst. “We staan voor een grote uitdaging. Deze avond heeft veel suggesties opgeleverd. Die nemen wij mee naar de vervolgdebatten.”
De buurvrouw vertelt mij bijna wekelijks dat weer iemand heeft geadviseerd ‘toch eens naar een aanleunwoning of verzorgingshuis uit te kijken’. Steevast zegt ze dan: ‘Maar ik wil helemaal niet naar een aanleunwoning of verzorgingshuis. Ik woon mijn hele leven al in dit huis, hier wil ik blijven wonen’. Als ik naar mijn buren kijk, kan ik mij niet voorstellen dat je hen adviseert naar een aanleunwoning of verzorgingshuis te verhuizen. De buurman heeft nu van alles om zichzelf mee te vermaken. Waar laat hij in een kleine woning zijn potten, pannen en ander kookgerei? In welke kamers laat hij de kilo’s pepers drogen? En wat moet hij in een woning waar alles zo spic en span is dat hij niets meer heeft om op te knappen? De buurvrouw is nu veel thuis. Maar in haar grote huis kan ze zich steeds in een andere ruimte begeven, waar ze altijd wel iets kan doen. Ze schudt nog iedere dag de dekens op, trekt de lakens recht, doet de was in de machine en de droger, poetst het huis en loopt haar ommetje. Ze voelt zich veilig en thuis in dit huis waar ze 82 jaar geleden werd geboren. In één van de debatten omschreef Clairy Polak het nieuwe ouder worden als volgt: ‘Als het even kan tot het eind aan toe de regie in eigen handen houden.’ Dat is precies wat mijn buren willen. Het lijkt mij dat wij als debatbezoekers dat ook willen. Laten we daarom met een positieve blik de nieuwe oudere helpen dit te realiseren, terwijl we zelf hard op weg zijn een nieuwe oudere te worden. Zoals wij zeggen: ‘Oud worden is de toekomst!’ Ingrid Meijering Stichting GetOud co-auteur van het boek ‘Wat ik later wilde worden’ (zie www.getoud.nl)
7
6
De heer is gevallen
‘P
ap, zou u hier ook willen wonen?’ Misprijzend reageert vader Sjeng op de vraag over het verzorgings- annex verpleeghuis waar hij vier dagen per week naar dagverzorging gaat: ‘Poeh! Hier wil ik nog niet geschilderd hangen!’ Vitaal tot over de 80 Nooit van zijn leven zou hij ervoor kiezen om zijn seniorenwoning te verlaten. Tot ver voorbij de tachtig is mijn vader zeer vitaal. Hij wandelt dagelijks, zwemt wekelijks en is vast toehoorder bij de repetitie van de fanfare waarvan hij decennialang bestuurslid is geweest. Op zondag fietst hij naar het voetbalveld. Zijn sociale contacten strekken zich uit over minstens drie generaties. Hij doet niets liever dan lekker ‘wreigele’ in het café op de hoek, ook nadat hij in 2005 voor de tweede keer weduwnaar is geworden. Feestje bij 90 Wankel ter been en wiebelig in het hoofd wordt hij in november 2011 negentig. Het is een wonderlijk feestje in het café om de hoek: volle bak met alle kinderen, schoondochters en -zonen, kleinkinderen, achterkleinkinderen, de ene nog levende zus met haar dementerende man en de schoonzussen die nog helder van geest zijn. Eenzaam? Nee. Maar hij zit er wel ‘alleenig’ bij, amper nog in staat om contact te maken. Traditioneel georiënteerd In de categorisering van Motivaction, dat onderzoek heeft gedaan in opdracht van ActiZ, is mijn vader een traditioneel georiënteerde man. Lokaal geworteld in een landelijk gebied, met sociale contacten in de directe omgeving. Voor zorg valt hij bij voorkeur terug op kinderen en familie. Hij wil rustig oud worden in zijn eigen woning, in het dorp waar hij zijn leven lang heeft gewoond en veel sociale contacten heeft. Een eenvoudige, gelovige man die stiekem altijd een kwajongen is gebleven. Thuis- en mantelzorg schieten tekort Zelfstandig wonen en zelf zijn leven regelen: het is hem de laatste jaren aardig gelukt. Mede dankzij de talrijke kinderen en de dames van de thuiszorg. Maar de combinatie van thuiszorg en mantelzorg blijkt onvoldoende. Het valt, in reactie op zijn groeiende behoefte aan ondersteuning en zorg, niet de klok rond vol te houden. Nachtelijk gedwaal eindigt in de zoveelste val, met ernstige verwondingen aan het hoofd. Ditmaal vergaat ons het lachen om de notitie die we zo vaak in het zorgschrift hebben gelezen: ‘De heer is gevallen.’ Hij is helemaal van het pad af en gaat met sprongen achteruit. Zelfstandig blijven wonen: met pijn in het hart en schuldgevoelens die ook in het Motivaction-onderzoek opduiken, besluiten we dat we hem dit niet meer kunnen geven in de allerlaatste etappe van zijn leven. Sinds de vrijdag voor Kerst woont hij in een verpleeghuis. Kleinschalig met plattelandssfeer, dat
wel. Zijn telefoon is afgesloten, de huur opgezegd, zijn woning leeggeruimd. We ondergaan een nederlaag. Traditioneel, modern, postmodern Behalve traditioneel georiënteerde ouderen als mijn vader, identificeert Motivaction nieuwe groepen: ouderen van de babyboom- en verloren generaties met een moderne of postmoderne oriëntatie. De eersten verwachten grofweg dat de bestaande ouderenzorg voor hen beschikbaar blijft, de andere is kosmopolitischer en zal het zelf wel regelen. Tijdens het debat Het Nieuwe Ouder Worden, afgelopen dinsdagavond in de Rode Hoed, leek het er warempel op dat er alleen traditionele, moderne en postmoderne ouderen bestaan die precies weten wat ze kunnen en willen. Het debat bleef hangen op het punt van de overmaat aan zorg die mensen ontvangen in het kader van de AWBZ. Hulp die strikt genomen geen zorg is, maar bijvoorbeeld een welzijnsdienst of schoonmaak. Wonen, welzijn, ramen lappen en stofzuigen: het kan allemaal uit de AWBZ. Schuif maar door naar gemeente en/of familie, verwanten of buren. Geen woord verkeerd, maar het echte vraagstuk blijft buiten beeld. Nu het echte debat a.u.b. Aan het echte debat zijn we nog niet aan toegekomen. Wonderlijk vind ik het dat Het Nieuwe Ouder Worden niet ging over mijn vader. Of over die honderdduizenden anderen, die in de allerlaatste fase van hun leven de regie verliezen, en aan wie keuzes ontglippen. Zij hebben niet zozeer behoefte aan welzijn als wel aan fysieke zorg: wassen, aankleden, verplaatsen, eten, activiteiten, een arm om de schouder, even naar het grand café voor een stuk vlaai, een wandelingetje door het bos. Zonder al te veel conversatie omdat zij zich niet meer verstaanbaar kunnen maken. Hoe ziet Het Nieuwe Ouder Worden er uit voor die honderdduizenden mensen die op hoge leeftijd dement worden? Is dat ineens geen probleem meer? En voor welke opgave komen zorg en samenleving te staan, als het onheilsbericht van vier wetenschappers over de langetermijngevolgen van obesitas bij kinderen blijkt uit te komen: ze krijgen massaal dementie tussen de 50 en 60 jaar. Deze overdikke kinderen komen niet eens toe aan ouder worden, laat staan aan Nieuw Ouder Worden. Ergo: snij gerust alle onzin, overdadige luxe en pseudozorg weg uit het collectieve systeem. Maar spreek tijdens het volgende ActiZ-debat op 7 juni in ’s-Hertogenbosch alstublieft wel over de echte opgave waar we voor staan. Ruud Koolen Hoofdredacteur Skipr
Herman Vuijsje bij Debat #1
Grijze koppen, Rode Hoed...
‘Ik kneep me in de arm, hoorde ik het goed?’
...dacht ik toen ik het debatcentrum in hartje Amsterdam betrad voor de aftrap van het project Het Nieuwe Ouder Worden. Maar dat klopte maar half. De vertegenwoordigers van de grijze en kalende doelgroep waren in de minderheid. Dit was vooral een bijeenkomst voor ‘het veld’, en dat bleek nog heel aardig in de krullen te zitten. Bij mij was het precies andersom: ik hoor, net vijfenzestig geworden, wél bij de doelgroep en, als zelfstandig journalist, niet bij het veld. Een mooie uitgangspositie om in alle vrijheid wat commentaar te leveren.
W
ie zijn ze, die Nieuwe Ouderen? Assertieve geboortegolvers, die het heft in handen willen houden tot het eind aan toe. Ongeveer volgens mijn eigen target ‘eerst heel oud worden en vervolgens kerngezond overlijden’. Als het aan hen lag, konden we alle ouderen-, bejaarden- of seniorencentra (streep door wat niet correct is) morgen wel sluiten. Ze zijn opvallend in beeld, die Nieuwe Ouderen. Maar volgens onderzoekbureau Motivaction is de voorhoede nog maar een minderheid. De meeste leden van de grijze golf die eraan komt, zijn nog helemaal niet zo vastbesloten om het op eigen houtje te rooien. Zij vinden juist dat het na een werkzaam leven tijd wordt om te oogsten. Ze hebben er recht op iets terug te zien voor wat ze allemaal hebben bijgedragen. Daar hoort ook bij dat er instanties zijn die hun dingen uit handen nemen. Dus maar bijbouwen, die centra en zorgcomplexen? Nee, want de oudjes van de toekomst (mag ik zeggen, want ik hoor er zelf bij) verschillen wél veel van vroeger in de mate waarin ze die steun en hulp op prijs stellen. Daarover waren zo ongeveer alle aanwezigen het eens: de collectieve zorgarrangementen - de voorgebakken kaders waarbij je je maar hebt aan te passen moeten op de helling. ‘We moeten de mensen zelf vragen wat ze willen’, klonk het eenstemmig. Ook op een ander punt bleek bijna iedereen het eens: er is sprake
van ‘overzorg’. Ouderen krijgen teveel zorg opgedrongen en gaan zich daardoor zieker, zwakker en misselijker voelen dan ze in werkelijkheid zijn. ‘Niet de kwalen moeten centraal staan, maar de mensen’ klonk het in alle toonaarden. Plus, tot mijn niet geringe verbazing, de hartenkreet dat deze ‘overzorg’ mede het resultaat is van overfinanciering. Extra geld voor de ouderenzorg? Ben je helemaal? Er moet eerder geld af! Ik kneep me in de arm – hoorde ik het goed? En die secondenzorg dan, de onderbetaling van de ‘handen aan het bed’, de
Wat kun je doen met evenveel geld? Hoe kun je de bestaande budgetten zó aanwenden, dat een meer persoonlijk gerichte bejegening mogelijk wordt? Dat er meer gefocust wordt op mogelijkheden en minder op beperkingen, maar dat er ook toereikende voorzieningen worden gegarandeerd voor degenen die juist wél met ernstige beperkingen worstelen? Moeten we er niet voor waken dat we, bij al dat eensgezinde enthousiasme over totaal nieuwe benaderingen en het reduceren van overzorg, deze groep een beetje uit het oog verliezen? Moet de overheid, in plaats van verder terug te treden, niet juist sterker opkomen
‘De oudjes van de toekomst verschillen wél veel van vroeger in de mate waarin ze die steun en hulp op prijs stellen’ overbelasting van verpleeghuispersoneel, de pyjamadagen? De vraag kwam nauwelijks aan de orde – werd gesmoord in de eensgezindheid van het verzamelde veld. Ook over een ander punt bleek grote overeenstemming te bestaan: de ouderenzorg begeeft het bijna onder een karrenvracht aan regels en voorschriften. Het is een vertrouwde klacht, ook elders in de samenleving, maar daarom nog niet minder actueel.
voor deze zwaksten? En hoe valt zo’n assertiever optreden van de overheid te combineren met vermindering van het aantal regels? Vragen, vragen. Wat mij betreft geen slechte oogst voor zo’n eerste bijeenkomst.
9
8
Debat #2 Meer wijkzusters en vrijwilligers bij ouderen thuis
‘Wat hebben we het hier toch goed’
datum 7 juni 2012 locatie Congrescentrum 1931, ’s-Hertogenbosch bezoekersaantal 320
‘O nee!’ roept ze streng. Dat kan nog niet. Dat doen we straks pas!’
Kind, wat waren we verwend! Het tweede debat over Het Nieuwe Ouder Worden vond plaats op 7 juni 2012 in Congrescentrum 1931 in ’s-Hertogenbosch. Vertegenwoordigers van zorgorganisaties, ouderenbonden, kenniscentrum Vilans en beroepsorganisatie Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland (V&VN) bespraken de zorg bij ouderen thuis. Over meer inzet van wijkzusters en vrijwilligers was iedereen het eens. Over verandering van de formele zorg liepen de meningen uiteen.
U
it onderzoek van Motivaction blijkt dat zorgorganisaties en -professionals vaak onbekend zijn met wat vrijwilligers en mantelzorgers kunnen en mogen doen. Het belangrijkste uitgangspunt moet zijn: hoe wil de cliënt dat vrijwilligers en mantelzorgers bij zijn zorg betrokken zijn? Maar er bestaan veel onduidelijkheden. Mogen vrijwilligers bijvoorbeeld medische handelingen verrichten? Juridische belemmeringen zijn er niet. Maar Desirée Bierlaagh van V&VN toonde zich sceptisch: “Keuzes om handelingen door vrijwilligers te laten verrichten moet je nooit maken vanuit schaarste, maar vanuit kwaliteit.” Henk Nies van Vilans en Joop Blom van NVOG zagen ruimte voor een uitbreiding van taken. “We moeten niet denken vanuit wat niet kan, maar vanuit wat wel kan.” Terughoudendheid komt vaak voort uit angst voor risico’s. Als het fout gaat, is de zorgorganisatie verantwoordelijk. Toch
W
e maken ons op voor het kerstdiner. Al maanden hebben wij (personeel, bewoners en familie van) er met zijn allen naar toe gegonsd. Ik was er als de kippen bij toen ik er -gelukkig al in september- lucht van kreeg. Meteen knalde ik onze namen op de intekenlijst.
Regie bij cliënt Het tweede deel van het debat spitste zich toe op twee vragen: los je de organisatorische problemen op door de regie bij de cliënt te leggen? En: werkt een buurt- of wijkgerichte organisatiestructuur? Wim van Minnen van CSO toonde zich voorstander van regie bij de cliënt.
Martin van Rijn
Wijkgericht Een wijk- of buurtgerichte organisatiestructuur vond algemene bijval. De vertegenwoordigde zorgorganisaties (Buurtzorg, Zorgbalans en Surplus) hebben ervaring met een wijkgerichte aanpak en de inzet van wijkverpleegkundigen die ook buiten de geïndiceerde zorg om bij mensen thuis komen. Deze aanpak werkt. Maar hoe dit voorbij de experimentele fase komt, blijft nog de vraag. Martin van Rijn van PGGM hield een pleidooi voor een combinatie van enerzijds menselijk contact en aandacht op lokaal niveau, en anderzijds de inzet van ICT hulpmiddelen op een centraal, grootschalig niveau. Technologische toepassingen (zoals domotica) zijn op grote schaal immers goedkoper te organiseren. De rol van mantelzorgers en vrijwilligers vraagt om meer aandacht van alle betrokkenen, concludeerde ActiZ voorzitter Guus van Montfort. Dit sluit goed aan op de conclusie uit het eerste debat dat de zorgbehoefte afneemt naarmate mensen meer aandacht krijgen van mantelzorgers en vrijwilligers. Voor de combinatie van formele en informele zorg bestaat geen eenduidig model. “We moeten van elkaar leren en het samen doen,” aldus Van Montfort.
Tosca Niterink opende het debat in de Brabanthallen en las voor uit eigen werk
Op de Keukenhoflaan, in een waaigat tussen jaren zeventig hoogbouw en een woonwagen kamp, staat een gloednieuw golfplaten bouwkeetachtig optrekje te blinken.
Omringd door betonrot en prikbosjes met klapperende patatzakken van Friet van Piet, doet mijn moeder hier aan kleinschalig wonen. Samen met zeven andere dames, die vanwege hun eigen veiligheid achter een cijferslot leven.
blijft het een paradox dat mantelzorgers veel mogen zolang de zorgvrager thuis woont, maar bijna niets zodra deze naar een instelling verhuist. Een deel van de zaal gaf aan dat hun organisaties de taken van vrijwilligers willen uitbreiden.
Maar hoe zit dat dan met de financiële structuur? Uit de zaal kwam het commentaar dat “cliënten geen last willen hebben van de manier waarop zorgorganisaties de financiële stromen organiseren.” De aanwezigen kwamen niet tot een gezamenlijke conclusie.
tekst Tosca Niterink
foto’s Anita Janssen
Reactie “Als je kijkt naar de cijfers van de ouderen zorg, zie je dat het om steeds meer ouderen gaat die ook steeds vaker thuis moeten of willen wonen. En bij wie het misschien niet altijd om een zorgindicatie gaat, maar ook om eenzaamheid en te weinig sociale contacten.” Martin van Rijn, destijds directeur van PGGM, tijdens het tweede HNOW debat
Eindelijk is het nu zover. Het feest barst los. Het is een drukte van belang in de huiskamer; de dames, kerstversiering, kinderen, kleinkinderen,
rollators. We gaan op de bank zitten, mijn moeder en ik.
“En jij daar!” Mijn moeder wijst Annie op een stoel naast haar. “Snel, anders gaat er een ander in zitten.” Annie heeft een fles champagne meegenomen. “Wilt u een glaasje?” vraagt ze aan mijn moeder. “U ook mevrouw Wormerveer, en uw dochter?”
“Nou, graag!” roepen ze allemaal. Ik ga glazen pakken.
Bij het kookeiland staat een vrouw stokbrood op te piepen. Dat gaat niet in de magnetron. Maar dat is haar ding, besluit ik, als ik op haar borst een speldje zie met daarop de levensgevaarlijke tekst ‘vrijwilliger’.
Hoewel ik altijd van iedereen mijn gang mag gaan in de kitchenette, zinkt de moed mij nu in de schoenen. Ze staat voor de servieskast. Ik vraag of ik er even bij mag om glazen te pakken. “Glazen?” vraagt ze achterdochtig, “waarvoor?”
“Ik wil even een drankje inschenken.”
“O nee!” roept ze streng. “Dat kan nog niet. Dat doen we straks pas!”
“Wat hebben we het hier toch goed,” verzucht mevrouw Wormerveer. “Nietwaar poppenkoppie?” en ze pakt mijn moeders hand. “Kom maar vast mee!” roept één van de zusters na een uurtje. “We gaan vast naar de grote zaal!”
“Waar gaan we heen, zuster?” klinkt het vanuit de rollator file. “Naar de grote zaal.”
“Wat zegt ze?”
“De grote zaal.”
“Krijgen we gym?” De boel is nog niet helemaal op orde in de grote zaal.
Het neonlicht is oogverblindend. Ik zie glimmende catering dozen en feestelijk gedekte tafels. De zusters draven zenuwachtig rond met papieren schemerverlichting en schalen koud buffet. De opkomst is enorm. De feestgangers blijven maar binnen stromen.
“Wat is er aan de hand?” vraagt mijn moeder. “Is er iemand jarig?”
De grote zaal blijkt te klein. Geen nood. De harmonicawand scheurt open. Er komt nog meer multifunctionele groepsruimte vrij. Tegen de achtermuur staat een rijtje droogkappen.
Mevrouw Wormerveer wijst naar de kerstkransen aan de muur.
“Zijn dat allemaal rouwkransen?”
“Haar broer is net dood,” giechelt haar dochter. “Vandaar!”
De sfeerverlichting is aan, het koude buffet ligt te blinken op zilveren schalen. De zusters
staan op een rij.
“Vrolijk kerstfeest,” zeggen ze. “U kunt aanstonds tafel voor tafel toe tasten.”
Er komt een man binnen met plaksnor. Hij heeft een hoge hoed op. Op de hoed glimmen kerstlampjes. Hij draagt een pandjesjas en klemt een dik boek onder de arm. “Daar heb je de begrafenis ondernemer al!” zegt mevrouw Wormerveer.
Er klinkt gelach.
“Ssssst!” doet de vrijwilligster.
“Ik ga u het kerstverhaal vertellen,” zegt de man.
“Dat kennen we toch al,” klinkt het boos vanuit een rolstoel.
“Er was eens een timmerman met zijn vrouw...”, begint de plaksnor.
“Dat is de zoon van mevrouw Kistenmaker,” hoor ik iemand zeggen.
“Die timmerman?” vraagt een ander.
“Heerlijk,” zegt mevrouw Wormerveer, als we even later zitten te smullen van onze papieren bordjes. “Die man daar, met dat witte jasje” zegt ze vol ontzag, terwijl ze wijst naar de zoon van mevrouw Map, “is vast de hoofdkok!”
“Oh, oh,” zucht ze nog maar een keer “wat hebben we het hier toch goed!”
“Is dat zo mam?”
Mijn moeder kijkt Annie en mij beurtelings doordringend aan. “Maak dat jullie hier ook geplaatst worden.”
11
10
Max van Weezel
Politiek moet AWBZ durven aanpakken door: Gijs Herderschêe, Martin Sommer / De Volkskrant 13 juli 2012
De politiek faalt in de aanpak van de onstuimige groei van de AWBZ. De scherp oplopende kosten voor deze volksverzekering voor langdurig zieken en gehandicapten moeten eindelijk op de politieke agenda komen. Het stelsel wordt onbetaalbaar. De komende verkiezingen zouden daarom over de AWBZ-kosten moeten gaan. Dit zeggen drie deskundigen uit verschillende disciplines in de zorg vandaag in de Volkskrant. ‘Dat bolwerk moet worden geslecht’, aldus Roel Bekker, voormalig topambtenaar op het ministerie van Volksgezondheid. De kosten zijn de laatste tien jaar bijna verdubbeld. Op dit moment gaat meer dan 25 miljard naar de AWBZ. Dat wordt, als er niets verandert, over drie jaar 30 miljard. De gemiddelde werknemer betaalt nu al ruim 300 euro AWBZ-premie per maand. Politieke partijen hebben er tot dusver weinig tot niets aan gedaan. Dat gaat van links tot rechts. De VVD heeft nooit op de rem gestaan, SP en PVV al helemaal niet, en PvdAstaatssecretaris Jet Bussemaker wilde in de vorige kabinetsperiode niet over hervorming van de AWBZ praten.
Reacties in de krant
‘Het mes in de AWBZ’
Politiek commentator Max van Weezel consta teerde dat het debat in De Volkskrant de AWBZ kort voor de verkiezingen op de agenda zette: ‘Maar je kunt van niemand verwachten dat hij electorale zelfmoord pleegt.’ De kosten voor de AWBZ nemen torenhoge vormen aan en de lijsttrekkers namen dat, desgevraagd in ‘Nieuwsuur’ uiteraard zeer serieus. Maar, zo meent Van Weezel, de voorbeelden van Elco Brinkman en Wouter Bos, die beiden ooit flink uitgleden nadat ze de AOW ter discussie hadden gesteld, smaken niet naar meer. De grote partijen zullen er weinig trek in hebben om aan de AWBZ te gaan morrelen en zo oudere kiezers in de armen te drijven van PVV, SP en 50Plus. Wie van de lijsttrekkers zal als eerste zijn nek breken over de AWBZ?
Jet Bussemaker
‘Hervorming was al ingezet’
Belangenlobby Marco Meerdink, bestuurder van zorginstelling Espria, meent dat dat te maken heeft met het electorale gewicht van de grote groep ouderen. ‘Er is geen enkele prikkel tot verandering, de belangenlobby is enorm.’ Gezondheidseconoom Marcel Canoy hoopt dat politici het lef hebben om kritisch te kijken naar de vergoedingen. ‘De neonatale hielprik, de doventolk, het uitlenen van verpleegartikelen, vaccinaties, ziekenvervoer. Allemaal in de AWBZ.’
Voormalig staatssecretaris Jet Bussemaker van VWS liet zich niet zomaar zeggen dat onder haar bewind de AWBZ geheel niet hervormd zou zijn: ‘Ik heb vanaf het begin aangegeven dat kwetsbaren op de bescherming moeten kunnen rekenen waar de AWBZ voor bedoeld is, en dat we juist daarom terug moeten naar de kern.’
Namens de SP, een van de aangesproken partijen, reageert Tweede-Kamerlid Renske Leijten afhoudend. ‘Je kunt wel zeggen: we gooien er van alles uit, maar dan is het voor veel zorgbehoevenden toch de vraag of ze het nog kunnen betalen. Dan is het een kwestie of je geld hebt of niet. Wij kiezen niet voor die tweedeling.’
Bussemaker heeft daarom, deels op advies van de SER, vanaf 2007 onderdelen uit de AWBZ gehaald (o.a. boodschappenbegeleiding en wonen) en de zorgkantoren afgeschaft. Om de AWBZ verder toekomstbestendig te maken, moet er in haar ogen nog veel gebeuren, zoals het in ere herstellen van wijkverpleegkundigen en het stimuleren van samenwerking tussen huisartsen, thuiszorg, welzijn en woningcorporaties. Verder zouden bij de financiering gezondheidswinst en kwaliteit van leven centraal moeten staan, en niet de afzet. ‘Er is nog veel te doen; dat proces is niet gebaat bij selectieve politieke interpretaties en grote bewegingen zonder perspectief.’
Leijten: ‘Het is goed om het te hebben over de doelmatigheid. Heel veel wordt ongebruikt weggegooid. Maar de stijgende zorgkosten zijn gewoon een feit. De vraag moet zijn: hoe gaan we dat met z’n allen betalen? En dus niet: wie mieteren we eruit?’ © ANP. Ministerie van VWS
ReactieS ‘De langdurige zorg is verschrikkelijk verwend. Er is geen enkele prikkel tot verandering, de belangenlobby is enorm. Zelfredzaamheid wordt niet aangemoedigd, er is een geweldig aanbod-denken. Beperk de AWBZ tot waarvoor die ooit bedoeld was. Haal de onzin eruit.’ Marco Meerdink tijdens het mede door ActiZ georganiseerde debat in De Volkskrant, juli 2012
‘Als we zo doorgaan, zit binnenkort de halve bevolking in de AWBZ. Staatszorg, gebureaucratiseerd, met uit de pan rijzende kosten waar je relatief weinig voor terugkrijgt. Alles staat nu ter discussie en verandert. Met uitzondering van de AWBZ. Dat bolwerk moet worden geslecht.’ Roel Bekker, oud SG van VWS, tijdens het debat in De Volkskrant
Pieter Hilhorst
‘Huidige gezondheidszorg is ziekmakend’ Journalist en inmiddels wethouder te Amster dam Pieter Hilhorst meldde in de Volkskrant van 17 juli 2012 dat de huidige zorg te zeer is ingericht op het behandelen van ziekten, in plaats van het bevorderen van gezondheid: ‘Maar in de zorgindustrie heeft niemand baat bij investeren in gezond leven.’ Er moet veel meer aandacht zijn voor de lange termijn effecten van roken, drinken, stress, te weinig bewegen, eenzaamheid, obesitas, hulpafhankelijkheid en maatschappelijk isolement. Maar voor zorgverzekeraars is investeren in preventie al snel het subsidiëren van concurrenten. Dokters en ziekenhuizen willen ondertussen gewoon omzet draaien. Zo vaart de huidige gezondheidszorg een volstrekt verkeerde, ziekmakende koers: alleen in een maatschappij die liever voorkomt dan geneest, blijft de zorg op termijn betaalbaar.
Wouter Bos
‘Verander AWBZ van verzekering in voor ziening’ Ook voormalig vicepremier Wouter Bos meng de zich in het Volkskrant debat, door er onder meer op te wijzen dat de AWBZ nieuwe onge lijkheden introduceert. Een voorbeeld daarvan is dat mensen in verpleeghuizen overdag, net als iedereen, iets willen doen. Maar dat komt niet door hun aandoening, en dus moet dag besteding niet uit de AWBZ betaald worden. Zuur voor degenen die krap bij kas zitten maar degenen die niet een tehuis wonen, hebben hetzelfde probleem. ‘Maak daarom van de AWBZ een voorziening of ga een stap verder: hef het op. Het deel dat het karakter heeft van een voorziening kan naar de gemeenten toe, en de rest naar de zorgverzekeraars.’
12
Houdbare ouderenzorg
En wat nu als we de AWBZ afschaffen?
Over Het Nieuwe Ouder Worden
Wat gaan we doen met de AWBZ en met de ouderenzorg? De toekomst van de ouderenzorg is onderwerp van discussie. In de Volkskrant van 13 juli roepen Marco Meerdink, Roel Bekker en Marcel Canoy de politiek op om zaken uit de AWBZ te schrappen. Van sommige zaken kun je je inderdaad afvragen of ze uit de AWBZ gefinancierd moeten blijven worden. Zorgorganisaties zien ook andere mogelijkheden.
Z
o kun je nog een stap verder gaan: waarom zouden we de AWBZ niet hele maal afschaffen voor de ouderenzorg? De ouderenzorg wordt nu gefinancierd vanuit drie stelsels: AWBZ, Wet maatschappelijke onder steuning (Wmo) en Zorgverzekeringswet (Zvw). Administratief razend ingewikkeld en onoverzich telijk. Met twee stelsels kan het ook. Hevel een deel van de AWBZ-taken over naar het informele netwerk en verdeel de rest tussen de andere stel sels. Huishoudelijke hulp zit nu bijvoorbeeld in de Wmo, maar ook begeleiding (ondersteuning van ouderen om hun zelfredzaamheid te vergroten) zou daar prima in passen. Van de andere kant zit in de Zvw nu bijvoorbeeld specialistische verple ging, en straks ook revalidatiezorg voor ouderen. Hier zou ook de ‘gewone’ zwaardere zorg heel goed tussen passen. Een dergelijke aanpassing biedt grote voordelen voor zowel zorgorganisaties als cliënten: behalve dat het de administratieve lasten verlicht, stimuleert het ondernemerschap en innovaties. In de AWBZ krijgen zorgonderne mers en zorgverzekeraars/zorgkantoren daarvoor nu te weinig prikkels. Ondernemerschap, lees: een vraag-gestuurde en cliëntgerichte aanpak, is goed voor de kwaliteit van zorg en daarmee goed voor de mensen die zorg nodig hebben.
‘Het bolwerk van de AWBZ moet worden geslecht’
Prikkels weg Overheveling van zorg naar de Wmo was overi gens al gaande. Zo zijn de voorbereidingen voor overheveling van begeleiding vorig jaar al gestart. De ontwikkeling is stopgezet door de Tweede Kamer; het dossier is controversieel verklaard en het is de vraag wanneer het er nog van gaat komen. Jammer, want dat neemt ook de prikkels weg voor zorgondernemers en gemeenten om door te pakken. Afstand waar mogelijk De praktijk bewijst dat het goed mogelijk is om de zorgvraag uit te stellen en te verkleinen door in eerste instantie te kijken of er hulp mogelijk is van familie, mantelzorgers en vrijwilligers. De profes sionele zorg vervult dan een ondersteunende rol: bijspringen waar nodig, afstand houden waar
mogelijk. Dan houd je professionele handen vrijer, voor die mensen die het echt niet meer zelf of met hun sociale netwerk redden. We hebben het dan over het stimuleren van zelf- en samenredzaamheid, zoals ActiZ dat voorstaat. Neem het project Buren voor Buren van de Rotterdamse zorgorganisatie Aafje. Dit is een vrijwilligersproject, voor kwetsbare ouderen die zich eenzaam voelen. Buurtgenoten doen kleine klusjes voor elkaar. Want ook kwetsbare burgers hebben een ander wat te bieden. Jong en oud, met en zonder beperking, de kracht zit hem in de wederkerigheid. Het project is zo succesvol, dat het op meerdere plekken navolging krijgt. Een ander voorbeeld zijn de zorggemeenschappen bij Zonnehuisgroep Vlaardingen. Zorgprofessionals, mensen in zorg, mantelzorgers en vrijwilligers vormen een gemeenschap waarin zij samen kij ken wat de ‘cliënt’ nodig heeft en hoe hij het best ondersteund kan worden. Geen zorg, maar welzijn De derde weg is het verder beperken van de aan spraken in de AWBZ, zoals Meerdink, Canoy en Bekker dat voorstellen. Meerdink stelt dat een deel van de zorgvraag helemaal geen zorgvraag is, maar een welzijnsvraag. Hier past dan ook geen zorg, maar welzijnsactiviteiten. Die worden vaak al op gemeentelijk niveau georga niseerd. Daar kan een zorgorganisatie nog steeds een rol in spelen, maar dan wel vanuit een totaal ander aanbod en met geheel andere financiering. Ook hier ligt een belangrijke rol voor familie, man telzorgers en vrijwilligers, maar ook voor de straat en de wijk. Gelet op de almaar stijgende kosten, is een besluit van de overheid hierover snel nodig. De consequenties van elk besluit zullen altijd groot zijn en veel vragen van zorgorganisaties. Maar geen besluit nemen is geen optie. Ik citeer Roel Bekker: ‘Het bolwerk van de AWBZ moet worden geslecht.’ Guus van Montfort Voorzitter ActiZ, organisatie van zorgondernemers
Online
www.hetnieuweouderworden.nu Twitter ➡ 896 volgers Facebook ➡ 91 likes Nieuwsbrieven ➡ 3
Het waarom van een logo De campagnenaam Het Nieuwe Ouder Worden is een knipoog naar de tijdgeest, waarin Het Nieuwe Werken en Het Nieuwe Rijden ons voorgingen. Het staat voor een soort herijking van hetgeen we al kennen. In ons geval de oudere, maar dan die van nu: actiever, zelfstandiger en mondiger dan ooit tevoren. Dit wordt verbeeld in het paardje (kracht) met acrobaat (actief zijn en jezelf in balans houden of jezelf soms overtreffen!). Het heeft een herkenbaar logo opgeleverd. Een belangrijk en overkoepelend houvast voor een campagne die een tijd moet meegaan en waarin een groot aantal partners een rol speelt. Guido Pieters designer Colombo Amsterdam
Word OOPOEH en pas op een huisdier wanneer u wilt! Stichting OOPOEH (Opa’s en Oma’s Passen Op Een Huisdier) helpt ouderen aan een leuke dagbesteding door ze in te zetten als oppas voor huisdieren. OOPOEH wil hiermee drie vliegen in één klap slaan: H ouderen helpen aan meer sociale contacten,
gezelschap en beweging; H baasjes (huisdierenbezitters) helpen aan een betrouwbare oppas; H huisdieren helpen aan de aandacht en verzorging die zij nodig hebben. Meer informatie? Kijk op www.oopoeh.nl of bel met (020) 785 37 45.
13
14
HNOW op de 50Plus Beurs
Debat #3 Politiek debat tijdens de 50Plus Beurs
Met een stand en een podium met honderd zitplaatsen was ActiZ met Het Nieuwe Ouder Worden van 11 tot en met 15 september 2012 nadrukkelijk aanwezig op de 50Plus Beurs in Utrecht.
D
eze aanwezigheid ging gepaard met vele activiteiten. Ouderen hulden zich in het ‘age simulation’ pak om te ervaren hoe het was om te bewegen als een 85-jarige. Op de dagelijkse bingoshow streed het publiek om prijzen als warmtedekens en sokkenaantrekkers. Er werden duizenden boekjes uitgedeeld met tips over Het Nieuwe Ouder Worden en honderden inhoudelijke gesprekken gevoerd. De nieuwe editie van het digitale magazine E-Zin&Zorg zag tijdens de beurs het licht, en was op de stand via een iPad te lezen. Ook vond er een verkiezingsdebat plaats. Jetta Klijnsma (PvdA), Mona Keizer (CDA), Ivo Opstelten (VVD) en Renske Leijten (SP) discussieerden met elkaar en het publiek over diverse thema’s rondom Het Nieuwe Ouder Worden.
Zorgwacht: professionele burenhulp Op 11 september 2012 heeft ActiZ tijdens het verkiezings debat op de 50Plus Beurs het stemgedrag van de beurs bezoekers gepeild. Daaruit blijkt dat de PvdA met 27% van de stemmen de grote winnaar is onder de Nieuwe Ouderen die morgen naar de stembus gaan. De VVD is met 17% nummer twee en 14,5% van de 50plussers heeft – een dag voor de verkiezingen – nog geen keuze gemaakt. Het CDA krijgt 14% van de stemmen, op afstand gevolgd door de SP (9%), de ouderenpartij 50Plus (6%), D66 (4%) en de PVV (2%).
T
ijdens het verkiezingsdebat gingen Mona Keizer (CDA), Ivo Opstelten (VVD), Jette Klijnsma (PvdA) en Renske Leijten (SP) onder leiding van Wouke van Scherrenburg met elkaar in debat over thema’s rondom Het Nieuwe Ouder Worden: zorg voor ouderen, langer doorwerken en de betrokkenheid van ouderen bij politiek en maatschappij. De ruim 800 aanwezigen gaven tijdens het debat eerst hun reactie op enkele stellingen, waaronder: H Versoepeling van het ontslagrecht is funest voor oudere werknemers. H We moeten stoppen met chemotherapie die het leven alleen met enkele maanden verlengt.
datum 11 september 2012 locatie Jaarbeurs, Utrecht bezoekersaantal 350
Vervolgens vroeg Wouke van Scherrenburg de politici te reageren op de mening van het publiek en peilde ActiZ bij ruim 250 mensen het stemgedrag voor de verkiezingen van morgen. Het verkiezingsdebat is onderdeel van de campagne Het Nieuwe Ouder Worden, over het ontstaan van een nieuw soort ouderen en de maatschappelijke gevolgen daarvan. Meer informatie over de campagne en de debatten is te vinden op de site.
ActiZ leden in actie Dagelijks hoogtepunt was de Hart in ActiZ Nieuwsshow. Leden van ActiZ traden hier in op. Op dinsdag stonden vertegenwoordigers van Frankenland, Maris en Warande op de bühne. Ze gingen in op de vraag of zorg gelukkig maakt en op de toekomst van de zorg. Op woensdag sprak Leontien van den Bosch, hoofdredactrice van Margriet, over het onderzoek ‘Hoe wilt u oud worden?’, dat haar blad samen met ActiZ had gehouden. Donderdag sprak Lia de Jongh, directeur van Magenta Zorg, over het belang van vrijwilligers en het door haar opgestarte Gouden Dagen Fonds. Hiermee krijgen mensen uit de huizen van Magenta een bijzondere dag aangeboden. Ook Jan Oerlemans was erbij. Hij is misschien wel de oudste vrijwilliger van Nederland, werkzaam bij Padua in Tilburg. Op vrijdag vertelde Henny Beemsterboer, directeur bij de Viva Zorggroep én mantelzorger, hoe belangrijk het is dat mensen op elkaar terug kunnen vallen. Yvonne de Jong en Ceciel Scholten van Vilans hielden een presentatie over mantelzorg en vrijwilligerswerk. Zaterdag vertelden Wilhelmien Looymans en Anke Elsenaar van Zorgwacht Utrecht over het werk van de wijkzuster. Op alle dagen lazen ouderen voor uit hun inzendingen voor de Margriet verhalenwedstrijd. Dat zorgde voor mooie en ontroerende momenten. ActiZ hoopt, samen met haar leden, in 2013 weer op de beurs te staan. lees verder op pagina 16 ☛
Reactie “Mevrouw, wij zijn niet van de zelfde partij, maar ik moet zeggen dat ik kippenvel krijg van uw verhaal.” Minister Ivo Opstelten tijdens het HNOW verkiezingsdebat, tegen een 95-jarige PvdA vrijwilligster.
presentatrice Hart In ActiZ Nieuwsshow: Carla Honing
15
16
17
vervolg HNOW op de 50Plus Beurs
Samenwerking ActiZ en Margriet
T
ijdens de 50Plus Beurs konden bezoekers van de ActiZ stand meedoen aan een, als bingo spel vermomde kennisquiz. Door de goede getallen te plaatsen bij specifieke vragen over Het Nieuwe Ouder Worden, kon je zo maar een elektrische dekens, zwabbers of een ander onmisbaar Nieuwe Oudere attribuut in de wacht slepen. Omdat de Nieuwe Ouderen minder moeite bleken te hebben met deze vragen dan we vooraf hadden gedacht, bedacht presentator Jack Kerklaan (foto rechts) ter plekke nog een aantal finale vragen, die wij u niet willen onthouden:
Lia de Jongh, bestuursvoorzitter van Magenta Zorg:
‘Ouderdom is helemaal geen probleem’
H Waarom mag de paus niet gecremeerd worden? H Wie werd derde in de Tweede Wereldoorlog? H Waarom heten het urinoirs, terwijl ze vrijwel altijd wit zijn? H Waarom hebben ze het over appartementen, terwijl ze toch allemaal in één gebouw zitten?
L
ia de Jongh kreeg als kind begrip en respect voor ouderen met de paplepel ingegoten. Haar moeder was leidster bij de voorganger van de thuiszorg. “Als kind vond ik het heel gewoon dat het daar thuis over ging. Sindsdien heb ik het altijd geweldig gevonden om zorg te verlenen.” De Jongh snapt de huidige zorgen om de zorg heel goed. “Vooral jongeren zie ik nu gaan nadenken over later, door de bezuinigingen en werkloosheid. Bij babyboomers zie ik het besef van eigen verantwoordelijkheid nog niet echt doordringen. Laten we niet vergeten dat vroeger de oude dag thuis er gewoon bij hoorde. Sinds we zorg zijn gaan formaliseren, wordt meer en meer gesproken van een ‘zorgprobleem’. Ouderdom is helemaal geen probleem.” Zij is optimistisch. “We zitten in een overgang tussen oude ideeën over ouderdom en zorg en een nieuwe visie op ouder worden en ouderenzorg. Ik zie zo veel nieuwe ontwikkelingen om de zelfstandigheid van mensen te stimuleren. Creativiteit en slimme technologische vindingen zullen ons helpen zorg beter in te richten.” De Jongh noemt dat een ‘zachtere vorm van zorgkwaliteit’. Door grotere betrokkenheid van ouderen zelf en hun naasten zal er meer ruimte zijn voor liefdevolle zorg tijdens de laatste levensfase. “Het allerfijnst is toch te leven met de mensen van wie je houdt? Waarom zou dat ophouden zodra je hulp nodig hebt?”
Omdat u waarschijnlijk nog slimmer bent dan de gemiddelde 50Plus Beurs bezoeker, vermelden we hier slechts het antwoord op de eerste vraag: omdat hij nog niet dood is.
Nicole Huttenhuis
‘Iedereen wil ouder worden, maar we denken er liever niet over na hoe we dat later allemaal gaan doen. Het leverde mooie gesprekken op tijdens de 50Plus Beurs. Hopelijk hebben de gesprekken, de kaarten of de game mensen geprikkeld om verder na te denken.’
Mooie verhalen uit de zorg bron Margriet
In editie 31 riep Margriet in samenwerking met ActiZ lezeressen op om een mooi verhaal uit de ouderenzorg toe te sturen. Want mantelzorgers, vrijwilligers of medewerkers maken veel bijzondere, emotionele, mooie maar ook ontroerende momenten mee. Uit de inzendingen zijn twee winnaars gekozen. Zij worden beloond met een weekendverblijf in bed and breakfast De Smederij op Texel. Daarnaast stonden zij centraal op de 50Plus Beurs in Utrecht.
D
e winnende verhalen waren van Lily Spijkerman en Evita Lagerwaard. Evita (30) werkt als activiteitenbegeleidster en coördinator van het vrijwilligersbeleid in een zorgcentrum in Almere. Haar verhaal werd in Margriet gepubliceerd:
‘Natuurlijk weet ik dat nog’ Een jaar lang haalde ik op vrijdagochtend een meneer op uit zijn kamer in het verpleeghuis, om hem mee te nemen naar onze wekelijkse activiteit. Ik stelde mij elke week opnieuw aan hem voor en steeds weer vroeg hij waarom ik langskwam. Terwijl we samen naar de activiteitenruimte liepen, vertelde hij mij zijn levensverhalen en dat hij uit Amsterdam komt. Op een dag liep er een verzorgende voorbij met onder haar arm een dekbed die in de was moet. “O kijk,” zegt hij met zijn Amsterdamse accent, “die gaat zeker logeren.” Ik moest eigenlijk wel een beetje lachen en zei: “Ja, misschien wel.” Ik kreeg een band met deze meneer, ondanks het feit dat hij zich mij nooit kon herinneren. Op een avond gingen we met personeel en bewoners naar de musical Evita. Ik begeleidde deze meneer. Het was een mooie avond en geweldig om de mensen zo te zien genieten. Het was voor mij een eer dit mee te mogen maken. De volgende middag zag ik meneer in het restaurant zitten en ik liep naar hem toe om te vragen hoe het met hem ging. Tot mijn grote verbazing zei hij ineens: “Jij was gisteren toch met mij bij de opera?” Mijn mond viel open en ik zei: “Weet u dat nog?” Hij keek mij vragend aan en zei: “Ja, natuurlijk weet ik dat nog, jij niet dan?” Hij toverde een brede glimlach op mijn gezicht. Dit was zo’n speciaal moment. Wat mooi dat hij zich dit herinnerde. Nadat ik weg was gegaan bij het verpleeghuis om in een zorgcentrum te gaan werken, heb ik mijn oud-collega’s nog jaren gevraagd hoe het gaat met deze meneer. Het laatste wat ik heb gehoord, was dat het goed met hem gaat. Meer mooie, ontroerende, inspirerende verhalen uit de zorg kunt u vinden op www.ezinenzorg.com
Evita Langerwaard (links) en Lily Spijkerman
Onderzoek: Hoe willen we ouder worden? In opdracht van ActiZ onderzocht Motivaction hoe Nederlanders over hun oude dag denken. Vooral jongeren verwachten daar zelf voor te moeten zorgen.
Zorgwacht: professionele burenhulp In de Utrechtse krachtwijk Overvecht levert Zorgwacht sinds 2007 ‘professionele mantelzorg en burenhulp’ aan kwetsbare ouderen en burgers met een beperking. Ouderen kunnen bij een Zorgwacht terecht voor huishoudelijke ondersteuning, een boodschap of gewoon een praatje.
H
et Zorgwacht-concept bestaat uit preventieve, informele zorg in de wijk. Daarmee vormt het de ogen en oren van de eerstelijns gezondheidszorg, Thuiszorg en Ouderenwerk. Het idee is ontleend aan de Stadswachten. Dit waren werklozen die in de jaren ‘90 - met behoud van uitkering - voor gemeenten hetzelfde deden, maar dan op het gebied van veiligheid. Dat
initiatief resulteerde in doorstroming naar reguliere banen bij politie, stadstoezicht en beveiligingsbedrijven. Zorgwacht-vakschool Zorgwacht werkt met volwassenen, al dan niet met een uitkering, die een ‘afstand hebben tot de arbeidsmarkt’. Zij krijgen, via een leerwerkovereenkomst, een opleiding op de Zorgwacht-vakschool. Door de intensieve persoonlijke begeleiding kent deze school een zeer laag uitvalrisico. Tijdens de opleiding gaan de cursisten als leerlingZorgwacht aan het werk in de krachtwijk. Ze halen binnen één jaar de mbo-startkwalificatie ‘Helpende zorg en welzijn mbo niveau 2’. Daarna gaan ze als gediplomeerd Zorgwacht de wijk in.
Mes met twee kanten Volgens Wilhelmien Looymans, initiatiefnemer en oprichter van Zorgwacht BV, snijdt het mes aan twee kanten. “Het project is goed voor de krachtwijk. Eenzame ouderen blijven hierdoor langer zelfredzaam. De Zorgwachten gaan aan de slag in hun eigen wijk en doen werk waarmee ze van huis uit vertrouwd zijn. Ze zetten een stap naar werk en hoeven zich niet druk te maken over kosten, reiskostenvergoedingen of eventuele kinderopvang. Eenmaal gediplomeerd zijn ze formeel bevoegd en inzetbaar voor de gezondheidszorg.”
H 30% denkt niet of nauwelijks na over het ouder worden en leeft bij de dag.
H Ouderen zelf, zegt 4% H De samenleving, zegt 28% H Familie, zegt 4%
5 ingrediënten voor een fijne oude dag: H Fysiek en mentaal gezond zijn H Een sociaal netwerk hebben H Voldoende geld hebben H Een levenspartner hebben H Goede gezondheidszorg
Opmerkelijk hierbij is dat 55 - 65-jarigen vaker aangeven dat de overheid verantwoordelijk is voor de ouderenzorg (54%) H 48% van de 55- tot 65-jarigen zegt niet bereid te zijn bij de kinderen in te trekken. H 32% van de jongeren tot 45 jaar zegt niet bereid te zijn de ouders in huis te nemen.
H 7% is bang om ouder te worden. Wie is verantwoordelijk voor de ouderenzorg? H De overheid, zegt 46%
H Een derde vindt ouders verzorgen vanzelf sprekend. Een derde is het daar niet mee eens. Een derde laat het in het midden.
18
Soap over werken in de zorg
19
Motivaction signaleert
Schuldgevoel, dankbaarheid en (on)tevredenheid Onderzoek Motivaction bij Debat #1
Schuldgevoel en dankbaarheid zijn kenmerken van de huidige ouderenzorg, blijkt uit het onderzoek van Motivaction dat tijdens het eerste debat gepresenteerd werd. Eén op de drie mantelzorgers voelt zich schuldig omdat zij te weinig aandacht aan een hulpbehoevend familielid geven. 47 procent van de zorgprofessionals voelt zich schuldig omdat zij meer op een andere manier willen doen. Daarnaast is 55 procent van de professionals tevreden over de zorg die ze verlenen. Bij de cliënten overheerst dankbaarheid voor de zorg. Echter: niet minder dan 84 procent van de respondenten voorziet grote problemen als er niets verandert. Voor het hele onderzoek: www.hetnieuweouderworden.nu/cms/showpage.aspx?id=11929
Onderzoek Motivaction bij Debat #2
Onder de ouderen die zorg ontvangen, is 74% dankbaar voor de zorg die men krijgt. Maar zorg draagt niet altijd bij aan het geluk van mensen, want slechts 59% wordt gelukkig door de geboden zorg. De tevredenheid scoort met 57% evenmin optimaal; 19% is ronduit ontevreden. De grootste pijnpunten zijn: H beperkte vrijheid door wachten op zorg (ca. 38%) H frustraties over kwaliteit van de zorg (30%) H eenzaamheid (32%) H gehaaste zorgverleners (24%) H niet-lekker eten (22%) H ongezelligheid (22%)
Sinds 25 maart is op RTL5 elke werkdag de soap ‘Malaika’ te zien. Zorgondernemers hebben zich verenigd in de Coöperatie Jongeren Werken In De Zorg vanuit een heldere aanleiding: de vraag naar zorgmedewerkers neemt toe en het aanbod lijkt te dalen. ‘Malaika’ kan eraan bijdragen jongeren te interesseren in een baan in de zorg.
Voor het hele onderzoek: www.hetnieuweouderworden.nu/terugblik/debat-2-kind-watwaren-we-verwend
D
e creatieve leiding van de soap is in handen van Johan Nijenhuis, maker van onder meer ‘Goede Tijden Slechte Tijden’. Het gaat over drie jonge mensen die stage lopen in zorgcentrum ‘Malaika’. Zij werken daar samen met ervaren collega’s. Uniek is dat veel hoofdrolspelers zelf uit de zorgsector komen. Op de bijbehorende website www.malaika.nl zijn de afleveringen van ‘Malaika’ te vinden, plus extra informatie en een link naar de ActiZ campagne ‘Open Armen’.
HNOW op het witte doek Jasmine Sendar die de rol van verpleegkundige Luciel speelt is ook ambassadeur van E-Zin & Zorg. Kijk op www.ezinenzorg.com
I
n 2013 worden vier filmfestivals georganiseerd met Het Nieuwe Ouder Worden als onderdeel of hoofdthema. HNOW is hiervoor een samenwerking aangegaan met ART-AGE*. Het achterliggende idee is om vanuit het perspectief van cultuur en film meerdere generaties en doelgroepen aan te spreken over Het Nieuwe Ouder Worden. De eerste twee festivals hebben reeds plaats gevonden, de andere twee zijn later dit jaar in Rotterdam op 4 juli en in het najaar in Groningen.
*ART-AGE stimuleert verbindingen tussen generaties tot buiten de landsgrenzen. De stichting is opgericht om dit in Nederland en Europa te ontwikkelen en onder de aandacht te brengen. Een belangrijk doel is betrokkenheid van de filmwereld met de grote samenlevingsthema’s. Zie ook www.art-age.nl/site/over-art-age.
21
20
Debat #4 Hoe had ik kunnen weten dat het met thuiszorg ook kon?
Het debat
V
oorjaar 2012. Ik zat mijn memoires te schrijven. Over mijn onderduik tijdens de bezetting 1940-1945, over mijn politieke en over mijn religieuze leven. Het was veertien maanden na het overlijden van mijn vrouw.
datum 13 november 2012 locatie Puddingfabriek, Groningen bezoekersaantal 150
Dick Houwaart, Nynke Hoogland en Jannie Nijlunsing
Op die dag in het voorjaar van 2012, toen alle gebeurtenissen zich herhaalden, schreef ik het op. Het werd het boekje ’Mijn vrouw is dood’ (uitgave Ipenburg, Elburg).
epaalt u ook al zelf B wanneer en door wie u wordt gewassen? In de agenda voor de zorg zet ActiZ in op een verschuiving van verpleeg- en verzorgingstehuizen naar thuiszorg. Dat dit in de praktijk niet altijd eenvoudig is, werd duidelijk tijdens het vierde HNOW-debat, op 13 november in De Puddingfabriek in Groningen.
N
aar aanleiding van zijn boek Mijn vrouw is dood ging schrijver Dick Houwaart in gesprek met de sector. In een uitverkochte zaal verhaalde hij aan Clairy Polak soms zichtbaar geëmotioneerd over deze periode. Nadat een jonge moeder met haar kinderwagen hardhandig tegen het been van zijn vrouw was gereden, kwam ze voor een operatie in het ziekenhuis terecht. Het begin van het einde, zo bleek achteraf. Houwaart: “Na de operatie werden we door twee dames van het ziekenhuis overgehaald om naar het verpleeghuis te gaan. Niemand vertelde ons dat thuiszorg
ook mogelijk was.” Houwaart wist af te dwingen dat ze in het verpleeghuis bij elkaar konden wonen. In het verpleeghuis ervoer Houwaart dat het plezier en de eigen regie uit hun leven verdwenen: “Koffiedrinken kon alleen om 10 uur s morgens en 11 uur ‘s avonds. Thuis kan ik ook om 4 uur ’s nachts koffie drinken als ik dat wil.” Ook de bejegening –zijn vrouw werd met “lieffie” aangesproken – en de kwaliteit van de zorg waren volgens Houwaart lang niet optimaal. “Soms waren er maar één of twee verpleegkundigen beschikbaar voor dertig mensen. En pas toen we na drie maanden moesten verhuizen, signaleerden de verpleegkundige van onze nieuwe verpleeghuis dat mijn vrouw al die tijd in een verkeerde rolstoel had gezeten.” Er werd een nieuwe rolstoel gemaakt, maar daar had zijn vrouw uiteindelijk geen gebruik meer van kunnen maken. Ze besloot dat het genoeg was. Ze stopte met eten, waarna ze snel achteruit ging en uiteindelijk overleed.
Ineens stond de tijd stil. Het leek alsof ik plotseling weer terug was in september 2010. Het ging snel. Huisarts, ambulance, ziekenhuis, operatie. Het begin van een reis, die wij niet kenden en die eindigde met de dood. Wat was er eigenlijk in die vier maanden gebeurd in die twee ziekenhuizen, in die twee verpleeghuizen en in dat ene verzorgingshuis? Mijn vrouw werd overgedragen aan artsen, verpleegsters en verplegers. Aan deskundigen, die wij samen vertrouwden.
Dat boekje vormde het onderwerp voor de conferentie over Het Nieuwe Ouder Worden in Groningen. In enkele gevallen was met ontsteltenis kennis genomen van wat mijn vrouw en mij was overkomen.
Ellende voorkomen Hoe keken de andere aanwezigen tegen dit verhaal aan? Jannie Nijlunsing, directeur van De Hoven (zorgcentrum met intramurale verpleging en verzorging en thuiszorg) en Nynke Hoogland, wijkverpleegkundige bij Buurtzorg Groningen, vonden dat veel van de ellende gemakkelijk voorkomen had kunnen worden. Mevrouw Houwaart had immers heel goed thuis kunnen wonen. Hoogland: “Op talloze momenten had de huisarts, de medisch specialist of de verpleegkundige contact op kunnen nemen met de wijkverpleegkundige om te zien of thuiszorg mogelijk was geweest. Mijn eigen ervaring is dat er thuis vaak heel veel kan. De wijkverpleegkundige is heel goed in staat om samen met de omgeving een oplossing te vinden voor de problemen. Pas als iemand zich thuis niet meer veilig voelt, is het tijd om na te denken over intramurale verpleging.” Nijlunsing: “Als de huisarts
Reacties “Blijkbaar had mijn vrouw ook gewoon thuiszorg kunnen krijgen. En was er een transferpunt of casemanager waarmee ik had kunnen overleggen. Waarom wist ik dat niet?” Dick Houwaart, schrijver, bij het vierde HNOW debat “We zijn de afgelopen twintig jaar te veel bezig geweest met systemen en procedures op een generiek niveau. Uitgangspunt van goede zorg is dat de cliënt het zo kan regelen als hij of zij wil.” Guus van Montfort, voorzitter ActiZ, bij het vierde HNOW debat
in het begin van het verzorgingstraject een uur de tijd had genomen om de situatie goed te beoordelen, was hij waarschijnlijk tot het inzicht gekomen dat thuiszorg hier de beste oplossing was.” Nijlunsing herkende veel van de klachten uit haar eigen ervaring. Personeelsgebrek en verkeerde bejegening komen inderdaad vaker voor. Bij De Hoven was de oplossing gevonden in actieve participatie van familie, ook bij de intramurale zorg, en het toepassen van regelarme zorg. Kern van deze vorm van zorg is dat niet de indicatiestelling, maar de concrete behoefte van de individuele cliënt de basis vormt voor de zorg en ondersteuning. Daardoor voelt de cliënt – zo blijkt ook uit wetenschappelijk onderzoek – zich veel gelukkiger. Informatieverschaffer De discussie met de zaal spitste zich toe op de vraag hoe ouderen zich meer bewust kunnen worden van de mogelijkheden. Hoewel iedereen het er over eens was dat ouderen vaak te weinig informatie hebben, verschilden de aanwezigen van mening over de oplossing. De één zag hier een schone taak voor het transferpunt in het ziekenhuis, een ander vond het typisch de verantwoordelijkheid voor de branchevereniging, een derde zag meer in de -ook door Alzheimer Nederland bepleitte- casemanager. Hoogland: “De wijkverpleegkundige is voldoende geschoold om de rol van informatieverschaffer op zich te nemen. We moeten voorkomen dat er weer een extra managementlaag ontstaat. Het is alleen wel van belang dat anderen de wijkverpleegkundige weten te vinden.” In zijn slotwoord wees Guus van Montfort er op dat zorg een individueel gebeuren blijft: “We zijn de afgelopen twintig jaar te veel bezig geweest met systemen en procedures op een generiek niveau. Uitgangspunt van goede zorg is dat de cliënt het zo kan regelen als hij of zij wil.”
ActiZ Live Stream Drie cameramensen, een regisseur, een schakel technicus, twee producers, een redacteur en een berg aan apparatuur. Plus een volledige regie-set, computers, camera’s en honderden meters kabel. ActiZ ging 13 november 2012 voor het eerst live met een debat in de Puddingfabriek in Groningen: voor iedereen te volgen via internet. Net zo spannend als live televisie! Met honderdvijftig mensen in de zaal en honderden kijkers via internet werd het bereik van het debat enorm vergroot.
Tijdens de discussie was er herkenning. Kende men de fouten, die hadden plaats gevonden. Dit was de kern van wat ik tijdens die discussie ervoer: het dikwijls ontbreken van de leidende, sturende rol van de huisarts. Hij/zij moet in gevallen als die van mijn vrouw en mij het heft in handen nemen. De huisarts krijgt de adviezen van de wijkzusters, van de verpleegsters en verplegers. Maar de huisarts is de leidsman/ leidsvrouw, die het traject van verzorging dient uit te zetten. Wisten wij dat? Nee. Hadden wij het kunnen weten? Nee. Niemand had het ons verteld. Weet de huisarts dat? De discussie leverde twijfel op. Ik moet nog veel leren, zo ‘leerde’ dit congres mij. De huisarts ook? Dick Houwaart
23
22
Debat #5 Geef de regie (en het budget) aan de cliënt Omdat ik zoveel van je hou
datum 14 februari 2013 locatie De Rode Hoed, Amsterdam
Hoe was je dag? Is iedereen verschoond? Nog leuke liposucties bijgewoond? De ironie Dat wij dit zingen: Omdat ik zoveel van je hou
bezoekersaantal 320
Margot van der Starre (directeur NVZ) en Aad Koster (directeur ActiZ) inventariseerden suggesties die uit de zaal kwamen
A
lles was liefde, op deze Valentijnsavond. Op de wijs van Willeke en Willy Alberti’s klassieker Omdat ik zoveel van je hou werden ter opening de ontluikende liefde én relatieperikelen tussen ziekenhuizen (‘Cure’) en verzorgings-, verpleeghuizen en thuiszorg (‘Care’) bezongen. Aan het eind van de avond deed ‘Care’, in de persoon van ActiZ voorzitter Guus van Montfort, een huwelijksaanzoek aan ‘Cure’, in de persoon van NVZ voorzitter Yvonne van Rooy. In de tussenliggende uren formuleerde de zaal de huwelijkse voorwaarden, na enkele voorzetten van de vijf sprekers: Rudi Westendorp (hoogleraar Ouderengeneeskunde), Romke van Balen (verpleeghuisarts), Pieter de Kort (voorzitter RIVAS), Emma Bruns (medisch specialiste en columniste NRC Next) en Marjolein de Booys (projectleider Keurmerk Seniorvriendelijke Ziekenhuizen).
Emma Bruns
Buurtzorgpensions Westendorp bepleitte het terugtreden van de BV Nederland als alom aanwezige partij in de ouderenzorg. “Sinds de jaren zestig is de overheid in de gemedicaliseerde verzorgingsstaat diep in het leven van cliënten getreden. Dat is in tegenspraak met wat
zij zelf willen: eigen regie en zelfstandigheid.” Van Balen wees op het gevaar van ziekenhuisopnames voor ouderen. Ze lopen er infecties op en het tast hun botten en spierkracht aan. “Daarom is het goed dat opnames steeds korter zijn. Na de behandeling vindt het herstel elders plaats, op revalidatie-afdelingen of in zorghotels. Misschien kunnen we daar nog het buurtzorgpension aan toevoegen. Een huisarts voert daar de regie, en thuiszorg levert de zorg.” Hoogste vorm van liefde Rivas, de zorggroep van De Kort, vormt in feite al een huwelijk tussen ‘Cure’ en ‘Care’. Eén stichting, waartoe onder meer een ziekenhuis, tehuizen en thuiszorg behoren, stuurt vanuit de vraag van cliënten op kwaliteit en gezondheid. “Opname in het ziekenhuis betekent voor ouderen te vaak het einde van hun zelfstandigheid. Wij proberen dat anders te doen, door de juiste zorg op de juiste plaats aan te bieden.” De als ‘poëet in een witte jas’ geïntroduceerde Bruns nam een voorschot op de geschiedschrijving. “Over 100 jaar zegt men: aan het begin van de 21e eeuw nam de consument het heft in eigen hand. Reizen boekte hij op vliegwinkel.nl, huizen kocht hij via Funda en de muziek die hij wilde horen klikte hij aan op Spotify. Het wordt tijd dat ook de patiënt van de 21e eeuw zijn eigen verantwoordelijkheid neemt. Die moeten wij hem dan wel geven. Dat is moeilijk, want het is fijn om te zorgen voor anderen. Maar de hoogste vorm van liefde is: jezelf buitenspel zetten.” Dus denk niet in systemen, doe een stap terug en laat patiënten aangeven wat zíj willen.
Reacties “Met het creëren van de verzorgingsstaat hebben we mensen afgeleerd hoe ze de regie in eigen handen moeten nemen. Dat heeft dus niets te maken met het feit ze beperkingen hebben of ouder zijn. Als we mensen de ruimte geven om eigen regie te voeren, zijn ze daar heel goed toe in staat.” Joy van der Stel, auteur van ‘De kracht van mijn onmacht’
“Het was een goede avond. We konden alleen niet heel diep op de stof in gaan. Maar als het gaat om het weer op de agenda zetten van een betere samenwerking tussen ‘care’ en ‘cure’, helpt het heel erg om dit soort bijeenkomsten te organiseren.’’ Aad Koster, directeur ActiZ, bij het vijfde HNOW debat
“Het was fantastisch. Dit wordt het mooiste huwelijk van de eeuw.’’ Guus van Montfort, voorzitter ActiZ, bij het vijfde HNOW debat
Tien jaar geleden Trouwden wij vandaag Ik dacht ineens ’t Is tijd dat ik haar vraag Ik zei maar ‘ja’ Maar schat, het was toch... Omdat ik zoveel van je hou ’k Heb nieuwe sokken Voor je uitgezocht Ik heb een nieuwe Porsche Voor jou gekocht Nou, dankjewel Had niet gehoeven Omdat ik zoveel van je hou
De ontluikende liefde tussen Cure en Care Op 14 februari 2013 vond in De Rode Hoed in Amsterdam het Valentijnsdebat van ActiZ en NVZ (Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen) plaats. De belangrijkste conclusies van de avond: ‘Cure’ en ‘Care’ moeten bij de zorg voor ouderen zoveel mogelijk samenwerken, en de regie (en het budget) dienen daarbij in handen van de cliënt te zijn.
Sophie Wolke en Thijs Maas openden het debat met een versie van Willeke en Willy Alberti’s lied Omdat Ik Zoveel Van Je Hou (muziek: Jan Broekhuis)
Wat ben jij Beter dan mij? Dertien jaar gestudeerd? Kwantiteit Of kwaliteit ’t Is maar waar je investeert Ik zou wel beter weten
‘Vul niet alles voor mij in’ De vader van Marjolein Booys leed aan van alles, maar wist de kwaliteit van zijn leven te handhaven. Totdat hij ten val kwam en naar het ziekenhuis moest. Drie weken nadat hij zonder nadere begeleiding weer naar huis mocht, overleed hij. Maar de zorg voor kwetsbare ouderen kan ook anders georganiseerd worden, weet Booys als projectleider bij het Keurmerk Seniorenvriendelijke Ziekenhuizen inmiddels. Een succesfactor is de aanpak door een multidisciplinair team van ‘Cure’ en ‘Care’, in plaats van afzonderlijk opererende specialisten. “Kwaliteit van leven is het doel. Geneeskunde staat daar ten dienste van.” De zaal leverde daarop zo’n vijftien verdere suggesties aan voor een geslaagd huwelijk tussen ‘Cure’ en ‘Care’. Een scherpe kwam van de aan een rolstoel gekluisterde, maar zelfstandig levende en werkende Joyce: “De zorgprofessionals moeten ermee ophouden om alles voor mij in te vullen.” Na een stemming over de beste suggesties, kwam deze opmerking in de Top 5 terecht. De andere vier pleitten alle voor hetzelfde: een huwelijk tussen ‘Cure’ en ‘Care’, waarbij de regie (en het budget) in handen komen van de cliënt.
’t Is een bedrijf voor jou Een ziekenhuis En jij komt zelfs Bij de zieken thuis Het draait om geld Het gaat om mensen ’t Is dat ik zoveel van je hou Jij bent de reden Dat dit land vergrijst Bij jou staan mensen Op een lange lijst Weet wel wie hier Het echte werk doet ’t Is dat ik zoveel van je hou Wat jij doet Is heus wel goed Goedbedoeld, op z’n minst Wat geef jij De maatschappij? Je maakt niet beter En geen winst Dus ga me niet vertellen… Wees nou maar lief Want het is Valentijn En dan zal jij wel weer De mijne zijn ’t Is graag of niet Okee, ik hou je Omdat ik zoveel van je hou Het gaat wat stroefjes Maar de liefde gloort En dokter Phil Vindt dat een werkwoord Zorg jij voor mij Maak jij mij beter Omdat ik zoveel van je hou Ik heb een eed gezworen En blijf trouw Als je me nodig hebt Ben ik je vrouw Zorg ik voor jou Maak ik jou beter Omdat ik zoveel van je hou
Agenda Filmfestivals met Stichting Art Age In samenwerking met stichting Art Age organiseert ActiZ een viertal filmfestivals rondom de thema’s ouder worden en ouderenzorg. Het eerste en tweede festival vonden plaats op 28 februari en op 25 maart. De volgende zijn 4 juli in Rotterdam en in het najaar in Groningen.
Wat vonden we ervan?
‘H
et is een ondernemend jaar geweest, waarin we op veel fronten op veel verschillende manieren met veel verschillende partijen het gesprek zijn aan gegaan. De hamvraag luidde: wat betekent Het Nieuwe Ouder Worden voor de komende generaties ouderen en de mensen om hen heen? We hebben gedebatteerd met leden en andere betrokken organisaties, op de 50Plus Beurs gestaan en op websites van ons laten horen. ActiZ wil de discussie niet regisseren, maar aanwakkeren en aanjagen. Het is goed om te zien dat het onderwerp in vele media en op vele platforms door veel mensen is opgepakt.’
Aad Koster
directeur ActiZ
Generatietop met PGGM en VGZ
‘H
et afgelopen jaar hebben we Het Nieuwe Ouder Worden als thema geladen en op de kaart gezet. Dat heeft significant bijgedragen aan de bewustwording rondom het feit dat de ouderenzorg structureel aan het veranderen is. Hoe gaan wij daar mee om? Dankzij de campagne heb ik daar inspiratie voor opgedaan, die nu doorvertaald moet worden richting onze organisaties en onze clientèle.’
Op maandagmiddag 22 april gaan op de Generatietop in De Rode Hoed zeventig prominenten met elkaar aan ronde tafels in gesprek over de solidariteit tussen generaties, op het gebied van werk, gezondheid, pensioen en zorg. Het geheel wordt gecomplementeerd met sprekers, films en optredens over het sluimerende generatieconflict.
John Kauffeld
Regionale debatten Debat #2: Debat #3: Debat #4: Debat #5:
juni in Alkmaar september in Middelburg september Hardenberg november Maastricht
TedX In samenwerking met Jim Stolze (Tedx Amsterdam) en Nico Baken van KPN onderzoeken we de mogelijkheden voor een Tedx Binnenhof, waarbij innovaties centraal staan. Tedx Binnenhof vindt plaats in het voorjaar van 2014.
Het Vitaaljournaal Op basis van al het bestaande filmmateriaal dat wij de afgelopen twee jaar hebben gemaakt (Gouden Handen, E-Zin & Zorg, debatten) produceren we een online zorgjournaal.
bestuurslid ActiZ, lid Raad van Bestuur Espria
‘O
ver ouderen bestaan veel stereotypen. Met de HNOW campagne heeft ActiZ, met betrokken partijen, duidelijk in beeld gebracht dat er een andere kant is. We hebben laten zien dat er ouderen zijn die hun eigen leven willen inrichten. En dat de mogelijkheden daarvoor bestaan. Er staat een nieuwe lichting ouderen op, die onafhankelijker is dan de vorige. Nu is er aandacht nodig voor de verbinding tussen oudere en jongere generaties. Want nu niet langer alle zorg vergoed wordt, moeten mensen op elkaar kunnen rekenen.’
Jos Stienen
bestuurslid ActiZ, voorzitter Raad van Bestuur Zorggroep Almere
Inspiratie literatuur
Ontwikkeling praktisch instrument HNOW start samen met Bureauvijftig en Ruigrok Netpanel een kwalitatief en kwantitatief onderzoek naar de wensen en behoeften van ouderen ten aanzien van wonen, welzijn en zorg. Het doel is een praktisch hanteerbaar ‘instrument’ op te leveren, waarmee strategische keuzes kunnen worden gemaakt. De resultaten van het onderzoek worden in juni verwacht.
COLOFON redactie Imre Krull, Pascale van der Hoven, Bart van der Velden, Joel Bade, Marc Mijer, Annet Venema & Guido Pieters ontwerp Colombo.nu fotografie Marco Magielse, Hans Verleur HNOW campagne team Lia de Jongh, Jos Stienen, John Kaufeld, Aad Koster, Monica Brouwer, Imre Krull, Pascal van der Hoven, Bart van der Velden, Claudia Zilkens en Colombo © ActiZ 2013 Volg ons op Facebook en Twitter!
www.facebook.com/hnow
www.twitter.com/hnow_2012