Agenda Opiniërende bijeenkomst
Dinsdag 25 januari 2011, 20.00 uur Raadzaal in het Raadhuis, Dr. Langeveldplein 30, Sliedrecht
1. 2.
3a. 3b.
4a.
4b. 5.
6.
Opening Spreekrecht burgers over geagendeerde en nietgeagendeerde onderwerpen Personen die willen inspreken dienen dit uiterlijk vóór 12.00 uur op de dag van de bijeenkomst aan de griffier te melden. De spreektijd is maximaal 5 minuten per persoon. Vaststellen agenda Bezoek van de heer M. van Bijnen, directeur bureau Drechtsteden De heer Van Bijnen geeft in korte presentatie zijn eerste indrukken weer. Daarna is het woord aan de aanwezigen om o.a. te spreken als klant van de Drechtsteden. Mededelingen portefeuillehouders Raadsleden kunnen n.a.v. de Informatiebrief van de portefeuillehouders korte toelichtende vragen stellen. Mededelingen van de vertegenwoordigers in de gemeenschappelijke regelingen Rondvraag (mondelinge vragen o.g.v. artikel 45) Bij de rondvraag zijn de raadsleden in de gelegenheid korte vragen aan het college te stellen over actuele gebeurtenissen. Deze vragen worden van tevoren ingediend. Verslag en actielijst opiniërende bijeenkomst van 22 november 2010 De raadsleden wordt gevraagd verslagen en actielijst vast te stellen.
Stukken
Richttijden 20.00-20.30
agenda
20.30-20.35 20.35-20.50
Informatiebrief 20.50-20.55 (komt vrijdag 21 januari) 20.55-21.00 21.00-21.05
verslag actielijst
21.05-21.10
Onderwerpen Ruimte en Groen
7.
8.
overzicht Ingekomen stukken De raadsleden wordt gevraagd om de ingekomen stukken voor kennisgeving aan te nemen raadsvoorstel Bestemmingsplan Ruysdaelstraat De raadsleden wordt gevraagd: raadsbesluit -. bij de vaststelling van het bestemmingsplan Ruysdaelstraat geen exploitatieplan als bedoeld in artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening vast te stellen, omdat de kosten anderszins zijn verzekerd; het bestemmingsplan Ruysdaelstraat, bestaande uit de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand
21.10-21.15
21.15-21.25
-2-
NL.IMRO.0610.bp16Ruysdaelstraat-3001, waarbij voor de locatie van de geometrische planobjecten gebruik is gemaakt van een ondergrond welke is ontleend aan de GBKN van 8 juni 2010, met de bijbehorende bestanden vast te stellen
Onderwerpen Burger en Bestuur 9.
10.
11.
12.
13.
overzicht
21.25-21.30
raadsvoorstel raadsbesluit concept zienswijze
21.30-21.35
raadsvoorstel raadsbesluit Plan v. Aanpak
21.35-21.40
Uitvoeringsprogramma
21.40-22.00
Memorie van antwoord Uitvoeringsprogramma
22.00-22.10
overzicht Ingekomen stukken De raadsleden wordt gevraagd om de ingekomen stukken voor kennisgeving aan te nemen. Aanbeveling tot benoeming van twee nieuwe leden in raadsvoorstel raadsbesluit het bestuur van de Stichting openbaar primair onderwijs Papendrecht en Sliedrecht.
22.10-22.15
Ingekomen stukken De raadsleden wordt gevraagd om de ingekomen stukken voor kennisgeving aan te nemen Concept Regionaal risicoprofiel veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid De raadsleden wordt gevraagd: in te stemmen met de concept-zienswijze van het College en het College te mandateren om de zienswijze namens de Raad naar de Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid te zenden de vergadering dient zich gezien de datum van 1 februari 2011 uit te spreken over het verzenden van de zienswijze namens de Sliedrechtse raad. De zienswijze kan dan voor 1 februari 2011 naar de veiligheidsregio ZHZ worden gestuurd Aanbesteding Accountant Jaarrekening 2010 De raadsleden wordt gevraagd: Deloitte Accountants BV te Rotterdam opdracht te verstrekken voor de reguliere controle van de jaarrekening 2010 in overeenstemming met de bijgevoegde controleopdracht. De kosten voor de reguliere controle te dekken uit de daarvoor in de begroting opgenomen budgetten. De bijlage, het controleprotocol 2010 met relevante interne en externe wet en regelgeving (normenkader rechtmatigheid 2010) vast te stellen. Geactualiseerde versie van het Uitvoeringsprogramma 2010-2014 De raadsleden wordt gevraagd de geactualiseerde versie van het Uitvoeringsprogramma 2010-2014 te bespreken Uitvoeringsprogramma Openbare orde en Veiligheid 2011-2012 De raadsleden wordt gevraagd het uitvoeringsprogramma Openbare orde en Veiligheid 2011-2012 te bespreken
Onderwerpen Welzijn en Zorg
14.
15.
22.15-22.20
-3-
16.
17.
De raadsleden wordt gevraagd de door het bestuur van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Papendrecht en Sliedrecht aanbevolen kandidaten zijnde : de heer P. Flier, wonende te Papendrecht, Margriethof 42 op bindende voordracht van de oudergeleding van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad en de heer C.A. Oskam, wonende te Papendrecht, Jan van Goijenstraat 58 op voordracht van de personeelsgeleding van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad te benoemen tot lid van het bestuur per 1 maart 2011 van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Papendrecht en Sliedrecht raadsvoorstel Ontwerpbegroting 2010 en meerjarenbegroting 2011 - 2014 van de Stichting Openbaar Primair On- raadsbesluit derwijs Papendrecht en Sliedrecht De raadsleden wordt gevraagd goedkeuring te verlenen aan de ontwerpbegroting voor het jaar 2010 van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Papendrecht en Sliedrecht. Sluiting
22.20-22.25
22.25
De voorzitter,
A. de Winter
De voorzitter gaat ervan uit dat alle technische en informatieve vragen voor de vergadering gesteld zijn aan de behandelend ambtenaar, zodat de vergadering hiermee niet wordt belast. De raadsvoorstellen en raadsbesluiten die op 25 januari 2011 door de voorzitter worden aangeduid als ‘hamerstuk zonder danwel met stemverklaring’ worden in de Hamerraad van 8 februari 2011 vastgesteld. De raadsleden ontvangen voor 31 januari 2011 een overzicht t.b.v. deze Hamerraad.
Vergaderstukken De (digitale) agenda en de voorstellen staan op www.sliedrecht.nl onder het kopje Bestuur & Organisatie. De (papieren) agenda en de voorstellen liggen vanaf donderdag 20 januari 2011 ter inzage in de publiekshal van het gemeentekantoor aan de Industrieweg 11. De stukken liggen voor de (burger)raadsleden ter inzage in het raadhuis aan het Dr. Langeveldplein 30. Burgers die de stukken willen inzien, kunnen contact opnemen met de griffie voor een afspraak (0184 49 59 86).
Opiniërende bijeenkomst
Datum 25 januari 2011
agendapunt 8
behandeld ambtenaar
10
11 12
13
15
16
onderwerp (trefwoord)
mailadres
telefoon
[email protected]
49 59 56
[email protected]
49 59 81
M.C. Boevée
A. Overbeek
[email protected]
49 59 89
J.P. Tanis
J. Alsma
[email protected]
49 58 91
M.C. Boevée
G. Hanegraaf
[email protected]
49 58 26
M.C. Boevée
W. Hokken
[email protected]
49 58 82
J.P. Tanis
W. Hokken
[email protected]
49 58 82
J.P. Tanis
Bestemmingsplan Ruys- M.C. Suykerbuyk daelstraat Concept Regionaal risi- C. Visic coprofiel veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid Aanbesteding Accountant Jaarrekening 2010 Geactualiseerde versie van het Uitvoeringsprogramma 2010-2014 Uitvoeringsprogramma Openbare orde en Veiligheid 2011-2012 Aanbeveling tot benoeming van twee nieuwe leden in het bestuur van de Stichting openbaar primair onderwijs Papendrecht en Sliedrecht. Ontwerpbegroting 2010 en meerjarenbegroting 2011 - 2014 van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Papendrecht en Sliedrecht
portefeuillehouder
VERGADERVERSLAG Van Datum Aanwezig
: Opiniërende raadsbijeenkomst, raadhuis, Langeveldplein 30 : 22 november 2010, aanvang 19.30 uur : W.J. Dunsbergen, voorzitter T.C.C. den Braanker M.J. Bisschop-Roodbeen D. van Meeuwen L.A. Huijser M. Visser H.M. Mulder C.N. de Jager Ph. G. Mak H.G. Verloop K. Kuiken V.E. Prins J.L. de Vries G.J. Visser-Schlieker W.H. Blanken M. Sneijder A. de Winter A. van Gameren C.A. de Bruin J.J. Huisman B. van der Plas A. van Rees C.E. Verschoor L. van Rekom M. Danser-Duizendstra M.C. Boevée J.P. Tanis (iets later) J.A. Lavooi A. de Waard M.J. Verhoef A. Overbeek H. Vos-Hulleman
Afwezig m.k. Verslag
: T.W. Pauw : mw E. Verveer
notulistenbureau Getikt! (af tapes)
1. OPENING De voorzitter opent de vergadering en heet iedereen welkom. Bericht van verhindering is ontvangen van de heer Pauw; wethouder Tanis komt iets later.
2. SPREEKRECHT BURGERS OVER GEAGENDEERDE EN NIET-GEAGENDEERDE ONDERWERPEN Personen die willen inspreken dienen dit uiterlijk vóór 12.00 uur op de dag van de bijeenkomst aan de griffier te melden. De spreektijd is maximaal 5 minuten per persoon. Er zijn geen insprekers. 3. VASTSTELLEN AGENDA Het voorstel om agendapunt 18.a. en 18.b. tegelijk te behandelen wordt overgenomen. 4A. MEDEDELINGEN PORTEFEUILLEHOUDERS Raadsleden kunnen n.a.v. de Informatiebrief van de portefeuillehouders korte toelichtende vragen stellen. De heer Visser vraagt naar de planning van de bestemmingsplannen De heer Mak merkt op dat zijn fractie zich zorgen maakt over de problematiek in de woningbouw. Hij vraagt wat dit concreet betekent voor de mobiliteit in de woningmarkt. Mevrouw Visser merkt op dat veel punten op de actielijst de datum 22 november hebben; daar wordt echter niet op ingegaan in de mededelingen, op één punt na en dat gebeurt dan nog erg summier. Dat gaat om het procesvoorstel Visie op de organisatie waar dit jaar nog over gesproken zou worden. Ze verbindt dat aan punt 7 van de actielijst. Daar is uitgebreid over gesproken, maar dat zie je niet terug. Daarnaast neemt het college niet eens de moeite om in de informatiebrief aan te geven waarom een aantal zaken niet tijdig kon worden afgerond. Wethouder Lavooi merkt op dat de toezegging was om de planning inderdaad voor 22 november ter inzage te leggen; dat is helaas niet gelukt. Hij heeft wel gezien dat de planning afgelopen vrijdag naar de griffie is gegaan. Dat is uiteraard te laat, maar het is onderweg. In de informatieve bijeenkomst van 18 januari 2011 zal hier specifiek aandacht aan geschonken worden, inclusief de digitalisering die inmiddels behoorlijk op gang is gekomen. Hij zal de raad na het portefeuillehoudersoverleg Fysiek van 7 december informeren over de zeer ingrijpende gevolgen van de huisvestingsmaatregelen van het rijk voor de corporaties. De heer Gravesteijn, directeur Tablis en tevens voorzitter van de corporaties van Drechtsteden zal eveneens uitgenodigd worden. De heer Mak merkt op naar aanleiding van de ingekomen stukken onder Ruimte en Groen over PALT dat naast de betaalbaarheid ook de planning van belang is. Mevrouw Visser merkt op dat ze een concrete vraag heeft gesteld met betrekking tot het procesvoorstel Visie op de organisatie. Daar zou voor het eind van dit jaar nog uitgebreid over gesproken worden. De raad heeft daar om gevraagd, en dan komt er een half A4tje met prachtige tekeningen die misschien best geschikt zijn voor de organisatie, maar niet voor raadsleden. Ze had daar iets meer van verwacht. 4B. MEDEDELINGEN VAN DE VERTEGENWOORDIGERS IN DE GEMEENSCHAPPELIJKE REGELINGEN Geen opmerkingen. 5. RONDVRAAG (MONDELINGE VRAGEN O.G.V. ARTIKEL 45) Bij de rondvraag zijn de raadsleden in de gelegenheid korte vragen aan het college te stellen over actuele gebeurtenissen. Deze vragen worden van tevoren ingediend. Geen vragen.
-2-
6. VERSLAG EN ACTIELIJST OPINIËRENDE BIJEENKOMST VAN 25 OKTOBER 2010 De raadsleden wordt gevraagd verslagen en actielijst vast te stellen. Het verslag van 25 oktober 2010 wordt ongewijzigd vastgesteld. Actielijst: Nr. 1 beoogde datum 2e kwartaal 2011 Nr. 2 beoogde datum eind 1e kwartaal 2011 (opiniërende vergadering van maart) Nr. 3 geen opmerkingen Nr. 4 staat op de agenda van de auditcommissie van 1 december a.s. > afvoeren Nr. 5 laten staan Nr. 6a en 6b ingelost > vervalt Mevrouw Visser merkt op dat dit punt doorgeschoven zou worden naar de volgende vergadering; het staat niet geagendeerd voor vanavond. Burgemeester Boevée antwoordt dat er een gesprek heeft plaatsgevonden met beiden. De aard van het gesprek zou naar de fractievoorzitters moeten worden teruggekoppeld om enig zicht te geven op wat er aan vragen leefde en wat er aan opmerkingen is gemaakt. Daarbij zou het kunnen blijven op dit moment. Als de raad behoefte heeft aan overleg, hoort hij dat. Dat is niet het geval. Het punt wordt van de actielijst afgevoerd. Nr. 7 niet afgerond, wordt februari 2011 Nr. 8 niet gehaald, wordt februari 2011 Nr. 9 niet afgerond; wacht op afstemming griffie/gemeentesecretaris; wordt februari 2011 Het college zegt toe naar aanleiding van de opmerking van PRO Sliedrecht dat de actiepunten die niet op tijd worden gehaald voortaan worden opgenomen in de ‘mededelingen portefeuillehouders’, die de vrijdag voor de opiniërende bijeenkomst worden verspreid, met vermelding van de achterliggende reden. De toezegging was om een overzicht van afspraken vanuit de begrotingsraad in januari aan te leveren; de heer Boevée zegt toe daar een goede planning op te maken. Wethouder Lavooi merkt op ten aanzien van de toezending van stukken BC en DB Jeugdgezondheidszorg dat er door de heer Van Rekom gevraagd is naar het overrulen door het DB van Zuid-Holland Zuid van het besluit van de bestuurscommissie rondom de Jeugdgezondheidszorg. Tot vorige week donderdag was met name het standpunt van het DB van Zuid-Holland Zuid niet helder; dat is inmiddels wel helder geworden. Het was een kleine moeite geweest om hier bij de mededelingen melding van te maken. Hij is het met de heer Boevée eens dat de actielijst wat zorgvuldiger met elkaar moet worden doorgenomen.
Onderwerpen Welzijn en Zorg 7. INGEKOMEN STUKKEN De raadsleden wordt gevraagd om de ingekomen stukken voor kennisgeving aan te nemen WELZIJN EN ZORG 1. Terugkoppeling Hollandsche Biesbosch 2. Overzicht verleende en afgewezen subsidies 2010 3. Realisatie van het Actieplan van de Integrale Beleidsnota Sport 2006-2010 4. Jaarverslag Wmo-adviesraad 2009 5. Vergaderstukken van de vergadering van het Algemeen Bestuur van het Openbaar Lichaam Sociale Werkvoorziening Drechtsteden (Drechtwerk), 27 oktober 2010 Mevrouw Bisschop merkt op naar aanleiding van punt 4 een compliment te willen maken richting deze enthousiaste club mensen. Ze stelt voor om hen eens uit te nodigen in de raad. -3-
De suggestie van mevrouw Visser om de Wmo adviesraad dan uit te nodigen om het jaarverslag 2010 te komen presenteren wordt overgenomen. Dit punt wordt toegevoegd aan de actielijst.
8. CONVENANT EN SUBSIDIEVERORDENING VAN HET SAMENWERKINGSVERBAND AANGEPAST SPORTEN DRECHTSTEDEN De raadsleden wordt gevraagd: 1. kennis te nemen van het Convenant Samenwerkingsverband Aangepast sporten in de regio Drechtsteden; 2. de Subsidieverordening aangepast sporten in de regio Drechtsteden 2011 vast te stellen De heer Van Rekom meldt dat de VVD verheugd is over het feit dat de subsidieregeling is vereenvoudigd zonder kostenverhoging en hoopt dat er nog vele vereenvoudigingen mogen volgen. Mevrouw Visser geeft een tekstuele aanpassing door op de eerste pagina ‘samenwerking aangepast sporten Drechtsteden heeft als doel’. Bij punt 5, communicatie mist ze de eigen Sportraad van Sliedrecht, terwijl die toch de eerst aangewezene is om dit soort activiteiten te promoten. De heer Huijser sluit zich daar bij aan. Zijn fractie kan instemmen met de wijzigingen. Met betrekking tot overschrijding van het subsidieplafond zal er naar rato een verdeling worden toegepast. Hij stelt voor om helemaal geen overschrijding toe te staan. Hij vraagt welk bedrag er rondgaat voor Sliedrecht met betrekking tot aangepast sporten. Verder hoopt hij dat veel mensen met een beperking hier gebruik van zullen maken. Wethouder De Waard antwoordt dat de Sportraad hier inderdaad niet bij betrokken is geweest, noch om advies is gevraagd; dat was achteraf bezien misschien beter geweest, maar dat is achteraf. Hij heeft zich laten vertellen dat de Sportraad Dordrecht er bij betrokken was en dat zou voldoende zijn voor het totaal. De Sportraad zal wel geïnformeerd worden over het besluit. Hij trekt het boetekleed aan en belooft hier alerter op te zijn. De tekstwijziging wordt overgenomen. Uiteraard is het streven om het subsidieplafond niet te doorbreken, maar er kunnen zich onvoorziene zaken voordoen die om een oplossing vragen. Het gaat om ongeveer € 116.500 die beschikbaar is in het hele samenwerkingsverband; daarvan neemt Sliedrecht 10.433 euro voor zijn rekening. Hamerstuk zonder stemverklaring voor de raad van 6 december.
9. BELEIDSNOTA CENTRUM VOOR JEUGD EN GEZIN SLIEDRECHT De raadsleden wordt gevraagd de beleidsnota Centrum voor Jeugd en Gezin Sliedrecht vast te stellen
De heer Kanters schuift aan vanuit de ambtelijke organisatie om eventuele vragen te beantwoording. Mevrouw Visser merkt op dat haar fractie het op prijs zou stellen als er voor 6 december een poging wordt gedaan om pagina 4 te herschrijven; met name het gegoochel met de cijfers bovenaan, waar niet duidelijk is wat structureel is en wat incidenteel is. De conceptnota (blz. 5) zou ter bespreking worden voorgelegd aan de Wmo adviesraad; zij heeft de resultaten zoals toegezegd echter nog niet gezien en hoopt dat daar vanavond een uitleg over komt. De heer Van Rekom sluit zich aan bij de opmerking over de onduidelijke cijfers in het financieel overzicht. De beleidsnota voor CJG leidt tot de opmerking dat het jammer is dat door de uitgestelde besluitvorming over de aanbesteding van de integrale jeugdzorg aan Rivas of GGD er nog steeds geen sprake is van integrale jeugdzorg. Het CJG is er voor jeugdigen tot 23 jaar; dat was oorspronkelijk tot 19 jaar. Zijn fractie constateert dat er geen nader beleid is gemaakt ten aanzien van de jeugd van 19-23 jaar. Of het noodzakelijk is moet je je afvragen, maar dan moet je in je stuk in ieder geval niet
-4-
pretenderen dat je er iets aan doet. Binnen het CJG gaat het erg veel over overlegstructuren en coördineren; er wordt slechts summier aandacht besteed aan de niet te onderschatten rol van de scholen. Zijn fractie had graag wat meer concrete statistieken over problemen van de Sliedrechtse jeugd in de beleidsnota gezien. Mevrouw Mulder merkt op dat haar fractie in principe tevreden is over het voorliggende beleidsplan en uitziet naar het operationeel worden van het CJG. De verwachtingen zijn hooggespannen. Ze vraagt hoe het zit met identiteitsgebonden hulp. Ze vraagt aandacht voor de communicatie met de burgers en vraagt hoe het vertrouwen van de burgers in dit nieuwe instituut wordt bewerkstelligd. De ontwikkeling dient goed gemonitord te worden. Het gaat om nieuwe taken en haar fractie zal deze ontwikkeling dan ook extra goed volgen. De heer Verloop stelt vast dat al zijn opmerkingen al gepasseerd zijn. Zijn fractie spreekt waardering uit voor de nota. Mevrouw De Bruin merkt op dat haar fractie nog steeds zorg heeft dat de instanties langs elkaar heen zullen werken of elkaar voor de voeten zullen lopen. Wethouder Lavooi merkt op dat de financiële consequenties in het raadsvoorstel op pagina 4 worden verhelderd ten behoeve van de raadsvergadering. Alle details staan er in, maar hij kan zich voorstellen dat er om verduidelijking wordt gevraagd van de totalen; de overzichtelijkheid kan beter. Er wordt geprobeerd om het schriftelijk advies van de bespreking in de WMO-raad van 15 november voor de raad van 6 december aan te bieden, maar dat is niet zeker. Er zijn geen substantiële zaken naar voren gekomen. Het is inderdaad jammer dat de gevolgen van de IJGZ nog niet kunnen worden meegenomen; dat geldt voor het gehele werkgebied van de GGD. Het werk gaat wel gewoon door. Ook hij had graag gezien dat er een besluit was genomen, maar vreest dat de discussie in regionaal verband nog wel een tijd gaande zal zijn. Het IJGZ richt zich op de jeugd tot 19 jaar, maar dat neemt niet weg dat dit wel een aandachtspunt moet zijn voor de komende tijd. De scholen zijn wel degelijk betrokken bij dit verhaal; in de loop van volgend jaar zal blijken hoe zich dit ontwikkelt. Er is nu een huis in het leven geroepen waarin men elkaar vindt, maar de primaire doelstelling is om het aantal overlegsessies terug te dringen, omdat men elkaar hopelijk op een veel eenvoudiger manier gaat vinden. Met betrekking tot monitoring is de vraag of zo’n instituut in de praktijk goed zal gaan werken; liefst zie je dat onderbouwd met harde cijfers. Hij is het met de raad eens dat er meetbare gegevens moeten komen en zegt toe te gaan proberen om dat wat concreter te maken. Hij stelt voor aan de betrokken partijen te vragen om over ongeveer anderhalf jaar concreet inzicht te verschaffen in de behaalde resultaten. Er zijn wel degelijk contacten met identiteitsgebonden hulp, maar in de tweede schil. Voor communicatie met de bewoners geldt een beetje hetzelfde als het gaat om het monitoren: alleen een feestelijke opening is waarschijnlijk onvoldoende. Dit is ook een aandachtspunt om mee te geven aan de groep om dit in de loop van volgend jaar te gaan concretiseren. De PvdA waarschuwt voor dubbel werk; zoals gezegd is alleen overleg onvoldoende, het zal concreter en meer meetbaar moeten zijn. Hij dankt voor het vertrouwen in het proces tot nu toe. Tweede termijn De heer Van Rekom merkt op dat dit een beleidsnota is; in de optiek van zijn fractie staat er te veel een procesmatige beschrijving van overlegstructuren in en te weinig over hoe je nu werkelijk de jeugdzorg gaat aanpakken. Even los van het CJG moet daarin nadrukkelijk de rol van de scholen aan bod komen; dan is het beeld wat meer compleet. De heer Verloop merkt op dat hij de uitdrukking gegoochel met cijfers toch wel negatief opvat, ondanks dat mevrouw Visser heeft gezegd dat zij dat niet negatief heeft bedoeld. Ook zijn fractie wil geen dubbel werk, maar er is veel overleg en hij pleit voor zorgvuldigheid. Het gaat om jeugd en dan is overleg misschien wel eens nodig om vergissingen te voorkomen. Om dubbel werk te voorkomen heb je overleg nodig. Mevrouw de Bruin merkt op bij interruptie dat ze niet heeft gezegd dat overleg een slechte zaak is; op dit moment gebeuren er soms dingen dubbel doordat verschillende hulpverleners met hetzelfde gezin
-5-
bezig zijn. Met overleg zou je dat kunnen voorkomen; het CJG moet er voor zorgen dat men elkaar niet meer voor de voeten loopt. De heer Verloop merkt op dat daar het ZAT team voor is; hij juicht het bestaan van zo’n team toe. De heer Van Rekom merkt op dat overleg prima is; zijn zorg zit in de hoge frequentie van het woord coördineren en het woord overleg. Hij ondersteunt mevrouw de Bruin dan ook van harte: te veel overleg leidt tot doublures. Dat gaat ten koste van de jeugdzorg. Dit is een beleidsnota; het is prima als daarin kort wordt stilgestaan bij overlegstructuren, maar dat mag nooit de overhand hebben. Hij is meer geïnteresseerd in hoe de jeugd wordt aangepakt. Mevrouw Mulder gaat er van uit dat er daadwerkelijk zal worden gemonitord. BESPREEKPUNT voor de raad van 6 december 2010.
10. BESCHIKBAAR STELLEN VOORBEREIDINGSKREDIET MAATSCHAPPELIJKE STAGE 2011 De raadsleden wordt gevraagd in te stemmen met: 1. het vormen van een reserve € 20.239 t.b.v. het budget Wmo/maatschappelijke stage 2010; 2. een voorbereidingskrediet van € 20.239 beschikbaar te stellen ten behoeve van Wmo/Maatschappelijke Stage 2011. Mevrouw Mulder merkt op dat haar fractie dit voorstel kan steunen. Ze pleit voor het informeren van de bedrijven en instellingen waar de maatschappelijke stages moeten worden gelopen bij dit systeem en ziet dit graag uitgewerkt in het plan van aanpak dat in 2011 verschijnt. De heer Verloop stelt een tekstuele mutatie voor: het woord minimaal vervangen door maximaal (blz. 2, halverwege het raadsvoorstel). De heer Van Rekom merkt op dat zijn fractie de bijdrage van de gemeente aan het websysteem Experience toejuicht; dat geldt niet voor de inzet van de makelaar en het onderbrengen van deze makelaar bij Stichting Welzijnswerk Sliedrecht. Dat is primair een taak en verantwoordelijkheid van de scholen zelf, en niet van de gemeente. Daarnaast moet een en ander nog aangeboden worden aan de Tweede Kamer; het gevaar bestaat dat je op de muziek vooruitloopt. Mevrouw Visser ondersteunt dit; er gaan landelijk stemmen op om de maatschappelijke stage in het voortgezet onderwijs te heroverwegen. Op zich moet je er klaar voor zijn, maar vooruitlopen op is misschien niet verstandig in economisch slechte tijden. Ze vraagt of Stichting Welzijnswerk de meest geëigende plaats is om jongeren naartoe te sturen in het kader van de maatschappelijke stage. Ze vindt het jammer dat de gemeente niet doorpakt als het gaat om het concreet bieden van stageplaatsen; het gaat nog steeds om een procesvoorstel. Wethouder Lavooi merkt op dat communicatie met het bedrijfsleven bijna voor zich spreekt. Hij zegt toe om nog even naar de tekst in het raadsvoorstel te kijken: het is in ieder geval niet de bedoeling meer geld hiervoor uit te trekken dan het rijk beschikbaar stelt. Het voorgestelde bedrag is overigens wel iets meer, maar daarbij gaat het om het veilig stellen van gelden. Wat de makelaar onderbrengen bij de stichting Welzijnswerk betreft: wellicht komt dit bij de discussie over de brede doorlichting terug. In de visie van het college wordt geprobeerd om geld te besparen, maar ook om een aantal activiteiten die te maken hebben met het nemen van verantwoordelijkheden binnen de maatschappij zelf bij de toekomstige stichting welzijnswerk neer te leggen. Dat is wel een richting die het college denkt in te slaan. Uiteraard gebeurt dat in nauw overleg met de scholen. Voor het verbeteren van de koppeling tussen vraag en aanbod moet je iets bedenken. Misschien wordt inderdaad op de muziek vooruit gelopen, maar je moet toch het geld veilig stellen. Als de regering iets anders gaat bedenken, wordt er wel weer een mouw aan gepast. De heer Van Rekom merkt op dat zijn fractie een makelaar helemaal niet ziet zitten in dit kader; een makelaar in woningen is al bedreigd door Internet. Hij ziet het nut van zo’n makelaar niet in. Scholen zouden absoluut in staat moeten zijn om te fungeren als intermediair.
-6-
Mevrouw Visser vraagt de overige raadsleden te reageren op haar vraag of die stagemakelaar dan bij Stichting Welzijnswerk ondergebracht moet worden; haar fractie vindt van niet. De heer Van Rekom merkt op dat zijn fractie de functie van makelaar op zich al niet ziet zitten. Mevrouw Mulder merkt op dat het haar een logische zet lijkt, omdat een maatschappelijke stage toch een vorm van vrijwilligerswerk is. Mevrouw Visser merkt op dat het gaat om leerlingen in het voortgezet onderwijs; die zijn volgens haar niet, of in zeer beperkte mate, bezig met vrijwilligerswerk. Dan heeft ze meer vertrouwen in de oplossing van de heer Van Rekom die zegt: je moet dat veel dichter bij de scholen houden. De leerlingen zien het vooral als een taak. Op dit moment hebben ze al te maken met een of ander regiobureau in Dordrecht; die moet een bepaalde stageplek goedkeuren. De afstand wordt met het voorstel van het college alleen maar groter, en de drempel hoger. De heer Van Rekom merkt op bij interruptie dat in het document expliciet staat dat scholen primair verantwoordelijk zijn voor opname in het lesprogramma, coördinatie en begeleiding. Het lijkt hem volstrekt logisch dat je dit zo dicht mogelijk bij de scholen houdt. Mevrouw De Bruin merkt op dat zij bij een welzijnsorganisatie werkt in Rotterdam; daar zit ook de coördinerend makelaar voor maatschappelijke stages, die coördineert voor scholen en bedrijven. Dat werkt uitstekend. Hij weet veel over de beschikbaarheid van stageplekken en mogelijkheden van vrijwilligerswerk. Mevrouw Visser merkt op dat het nu zo is geregeld dat er via school bericht uit Dordrecht moet komen of een stageplek wel of niet is goedgekeurd. Je gaat iets ouds weggooien om iets nieuws op te tuigen. Wethouder Lavooi merkt op afgelopen zaterdag de Vrijwilligersdag te hebben bezocht van de stichting Welzijnswerk; daar probeerden allerlei mensen hun mogelijkheden te laten zien. Hij is er van overtuigd dat je op plaatselijk niveau iets moet organiseren als aanjaagpunt voor zowel vrijwilligerswerk als maatschappelijke stages als mantelzorg, uiteraard met gebruikmaking van digitale middelen. Hij is het volledig eens met de inbreng van de SGP/ChristenUnie fractie. De voorzitter concludeert dat er zal worden gekeken naar de tekst met betrekking tot minimaal/maximaal en dat er verdeeld wordt gereageerd op de stagemakelaar en diens plek. Er is voorgesteld om af te wachten wat de Tweede Kamer hiervan zegt. HAMERSTUK met stemverklaring voor de raad van 6 december.
11. KEUZE DEELNAME BIESBOSCH EN OPRICHTING PARKSCHAP NATIONAAL PARK DE BIESBOSCH A. De raadsleden wordt gevraagd: 1) Toe te treden tot respectievelijk in te stemmen met toetreding per 1 januari 2011 door de provincie Noord-Brabant en de gemeenten Drimmelen en Werkendam tot de Gemeenschappelijke regeling Natuur- en recreatieschap De Hollandse Biesbosch; 2) De naam van het Natuur- en recreatieschap De Hollandse Biesbosch te wijzigen in Parkschap Nationaal Park De Biesbosch; 3) De leden van het algemeen bestuur de heer A. de Waard, de heer H.G. Verloop, de heer L.A. Huijser en de heer L. van Rekom ontslag te verlenen; 4) De portefeuillehouder Recreatie en Toerisme van de gemeente Sliedrecht aan te wijzen als lid van het algemeen bestuur van de regeling; 5) Dit besluit in werking te laten treden op 1 januari 2011; 6) Vaststellen van de Gemeenschappelijke regeling Parkschap Nationaal Park De Biesbosch.
-7-
B. De raadsleden wordt gevraagd: In te stemmen met de instelling van de bestuurscommissie Parkschap Nationaal Park De Biesbosch overeenkomstig de conceptverordening op de bestuurscommissie Parkschap Nationaal Park De Biesbosch. Mevrouw Bisschop-Roodbeen merkt op dat er nogal wat haken en ogen aan dit voorstel zitten. In principe staat haar fractie nog steeds achter de oprichting van een parkschap, maar de positie van Sliedrecht moet nader bekeken worden en de mogelijkheid tot uittreding moet open worden gehouden. Ze vraagt door wie het bedrag ad 2,5 miljoen om uit te kunnen treden is berekend en vastgesteld. Als het bestuur dat doet, is dat dus het eigen orgaan van de gemeenschappelijke regeling. Het zou gaan om afschrijvingskosten en frictiekosten; een onderliggende rapportage om dit te toetsen ontbreekt. Haar fractie pleit voor een second opinion door een onafhankelijk jurist. Haar fractie mist de inhoudelijke motieven om mee te gaan met het argument om niet uit te treden en voelt zich als het ware tegen de muur gezet. Ook de provincie ontraadt uittreding, maar er wordt geen inhoudelijke motivering gegeven. Ze vraagt waarom niet is onderzocht of dit kan worden ondergebracht bij de gemeenschappelijke regeling Drechtsteden, zoals eerder in de raad is bepleit. Ze vraagt of er sprake is van samenvoeging van twee schappen of toch van toetreding; of het een fusie is of niet. De vorige portefeuillehouder heeft het woord fusie nogal eens gebruikt. De oprichting van het parkschap beoogt een nieuwe bestuurlijke organisatie vorm te geven. Ook dit is juridisch niet helder. Op blz. 3 staat dat er geen grote financiële effecten te verwachten zijn, maar wat dan wel? Uit het stuk blijkt dat pas duidelijkheid wordt verkregen bij de begrotingsvoorstellen van 2012. Dat is toch wel een beetje griezelig. Ze verwijst naar het financiële verhaal bovenaan blz. 4; een meerjarenbegroting ontbreekt waardoor je eigenlijk een open eind verhaal hebt. Op blz. 4 onder het kopje Raden en Staten staat dat de leden van het AB de leden van het DB zullen vormen. De raad komt hiermee meer op afstand te staan als het gaat om het besturen van het nieuwe Parkschap. Je kunt je afvragen wat dan nog je invloed en zeggenschap is, zeker afgezet tegen de kosten die daarmee gepaard gaan. Op blz. 4 wordt gesproken over een afzonderlijke samenwerkingsovereenkomst met Staatsbosbeheer, maar ook hieruit blijkt weer de afstand die er komt. Eigenlijk krijg je meer het idee dat er gesproken wordt van het optuigen van een landelijk schap. Er is immers ook een rol weggelegd voor de minister van LNV. Op blz. 5 staat dat je niet uit kunt treden omdat het om een wijziging van de huidige gemeenschappelijke regeling gaat. Maar bij besluit a. staat dat wel wordt voorgesteld om gemeenschappelijke regeling waterschap de Brabantse Biesbosch op te heffen. Ze vraagt waarom er aan die kant wel opheffing plaatsvindt en waarom niet juist andersom. Ze vraagt waarom Werkendam en Drimmelen wel uit kunnen treden en wat daar dan de financiële consequenties van zijn. Ook hier ontbreekt een juridische onderbouwing. Onder d. wordt gesproken over het vaststellen van de gemeenschappelijke regeling. Haar fractie vindt dat vreemd in het kader van het voorgaande; het gaat immers over een bestaande regeling. Haar fractie stelt voor dit geheel nog eens juridisch objectief te laten toetsen. Tekstueel heeft ze nog enkele opmerkingen: op blz. 5 wordt gevraagd om drie besluiten te nemen, maar er staan er vier. Op blz. 6 wordt gesproken over 6 december 2010, maar vervolgens wordt gesproken over 6 december 2011; waarschijnlijk zal daar ook 6 december 2010 mee bedoeld worden. Besluit 1 klopt taalkundig niet helemaal: we besluiten toe te treden tot, resp. in te stemmen met toetreding. Samengevat: de inhoudelijke motivering om mee te gaan ontbreekt. Een eigen orgaan van het huidige schap heeft geoordeeld over de afkoopsom; haar fractie is van mening dat een objectieve financiële toets op zijn plaats zou zijn. De juridische vorm van de gemeenschappelijke regeling: wie heft nu wie op, zou juridisch getoetst moeten worden. Voorts zijn de financiële consequenties niet te overzien. De raad komt meer op afstand te staan. Gezien de ligging van het gebied zou haar fractie er voor willen pleiten om het schap onder te brengen bij de gemeenschappelijke regeling Drechtsteden. Er wordt gesproken over een Nationaal Park; er is sprake van upgraden naar landelijk gebied en het lijkt haar fractie dan ook dat de rol inderdaad gering is. Haar fractie is op dit moment niet overtuigd om mee te gaan, zeker omdat de inhoudelijke motivering ontbreekt.
-8-
De heer Verloop sluit zich aan bij het betoog van mevrouw Bisschop. Ook de CDA fractie heeft wat moeite met hetgeen voorligt. Je zou bijna denken dat uittreden niet mogelijk is, maar als hij het betoog van mevrouw Bisschop beluistert gaat zijn fractie daar een heel eind in mee. Mevrouw Visser heeft vandaag telefonisch navraag gedaan bij de ambtelijke organisatie naar het juridisch en financieel onderzoek waar naar wordt verwezen in het stuk. Ze is er nog steeds niet van overtuigd dat het voorstel wat hier ligt, het enige is en misschien ook niet het juiste is, zeker gezien de unanimiteit van een jaar geleden hieromtrent in de raad. Haar werd verteld dat alle juridische adviezen die zijn ingewonnen, in het raadsvoorstel staan; er is geen apart juridisch stuk. Het pleidooi van mevrouw Bisschop was haar dan ook uit het hart gegrepen, met name de vraag om een second opinion van bij van voorkeur een buitenstaander. Ze heeft de gemeenschappelijke regeling opgevraagd waar mevrouw Bisschop uit heeft geciteerd; het bedrag dat is genoemd richting 8 november is volgens haar arbitrair. Haar fractie ondersteunt het verzoek van mevrouw Bisschop volledig en geeft haar een compliment voor de manier waarop ze dit voorstel heeft gefileerd. Mevrouw De Bruin sluit zich kortheidshalve aan bij mevrouw Bisschop. De heer Van Rekom sluit zich niet aan. Zijn fractie gaat er van uit dat de juridische onderzoeken en de financiële uitkomsten kloppen; je blijft nergens als je daar niet op mag vertrouwen. De VVD is op die basis voorstander van deelname aan de oprichting van het parkschap Nationaal Park De Biesbosch, met de volgende kanttekeningen. Ook zijn fractie vond de afkoopsom onevenredig en onredelijk hoog. In het kader van de brede doorlichting kan Sliedrecht zich geen verhoging van de lasten veroorloven; al zou het vijf ton zijn in plaats van 2,5 miljoen, dan is dat nog geen reden om te stemmen voor uittreding. In de oprichtingstatuten van het Parkschap Nationaal Park de Biesbosch dient de uittredingregeling meer gedetailleerd en zorgvuldig beschreven te worden om een uittreding in de toekomst voor Sliedrecht redelijkerwijs mogelijk te maken. Daarnaast is zijn fractie er nog steeds voorstander van dat Papendrecht zich gaat aansluiten bij de Biesbosch en vraagt voorts aandacht voor een betere bedrijfsvoering, gezien het feit dat er in 2010 waarschijnlijk een exploitatietekort zal zijn. Ook hier zal de tien procent bezuinigingsdoelstelling voor volgend jaar waargemaakt moeten worden. Mevrouw Visser vraagt of de VVD dan geen enkele behoefte heeft aan een second opinion, waar misschien wel iets positiefs voor Sliedrecht uitkomt. De heer Van Rekom antwoordt dat hij ook de gemeenschappelijke regeling heeft gelezen; je kunt best een discussie gaan voeren over op je op basis van een fusie of een samengaan mogelijk kunt uittreden, maar het is helder dat dat geld kost en het bedrag is dan eigenlijk niet relevant. Los daarvan is zijn fractie er voorstander van om bij de Biesbosch te blijven horen en zal daarom een uittreding niet ondersteunen. Mevrouw Visser merkt op dat in de meerjarenramingen een bedrag van in totaal zes ton is opgenomen; dat zou je op kunnen hoesten zonder dat het zeer doet voor de burgers. Haar fractie vindt vooral de vraag wat de Biesbosch nog voor de Sliedrechtse burgers te bieden heeft, relevant. De raad krijgt alleen maar minder invloed in een veel groter schap, dat daardoor waarschijnlijk weer minder bestuurbaar en beheersbaar wordt. De heer Van Rekom antwoordt dat zijn fractie dat anders ziet. Het feit dat je minder invloed hebt, wil niet zeggen dat je als Sliedrechtse burger niet kunt genieten van het prachtige park en daar gaat het uiteindelijk om; het staat los van de financiële bijdrage. Wethouder De Waard sluit aan bij de woorden van de heer Van Rekom; de raad mag er inderdaad van uitgaan dat hetgeen in het stuk staat, waar is. Sliedrecht heeft ooit met Dordrecht samen de stap gezet om dit parkschap op te richten en heeft samen met de provincie voorwaarden opgesteld. Een daarvan is dat het algemeen bestuur van het parkschap bepaalt, wanneer iemand wil uittreden, onder welke voorwaarden dat gaat gebeuren. Juridisch is getoetst of dat een zuivere formulering is, en dat bleek zo te zijn. Dat betekent dat het AB zelf kan bepalen onder welke voorwaarden een deelnemer zal uittreden. Zo is het ook gebeurd en uiteindelijk heeft het AB dit voorstel unaniem in de richting van de raad en het college neergelegd. Unaniem: zowel de vertegenwoordigers van de provincie als van Dordrecht als van Sliedrecht. Voor het college was er wat dat betreft ook niet echt een reden om daar nog eens extra naar te kijken; de regels zijn op zich uitermate helder en het bestuur heeft daar gebruik
-9-
van gemaakt. Het bedrag is samengesteld uit frictiekosten en gelden die gemoeid zijn met de afkoop van veel investeringen die door Provincie, Dordrecht en Sliedrecht zijn gedragen. Die gelden moeten in de toekomst wel een keer terugkomen en Dordrecht en de provincie kunnen dat samen niet ophoesten; vandaar dat die component bij Sliedrecht wordt neergelegd. Het college heeft gemeend dat het te gek is om 2,5 miljoen te betalen om van iets wat gezamenlijk is opgezet en wat in de ogen van veel bewoners van Sliedrecht een fantastische recreatievoorziening is, af te komen. Het parkschap Hollandse Biesbosch blijft bestaan en gaat over naar het nieuwe parkschap. Daarin treden toe de gemeenten Werkendam en Drimmelen en de provincie Noord Brabant. Op dat moment verandert het nieuwe parkschap ook van naam en wordt het Nationaal Park De Biesbosch. Er blijven twee compartimenten bestaan: de Hollandse Biesbosch en de Brabantse Biesbosch. In dat compartiment draagt Sliedrecht bij op basis van de uitgave die meerjarig is uitgezet. Daarvan is overigens gezegd dat de bijdrage die nu geleverd wordt van ca. 150.000 euro voor 2012 in ieder geval met tien procent gekort gaat worden. Dat is meegedeeld in het AB als zijnde een voorwaarde van de gemeente Sliedrecht om mee te gaan. Elk bedrag is arbitrair, maar het bedrag van 2,5 miljoen is unaniem vastgelegd door het bestuur. Er is een fors aantal zaken getoetst door de eigen juristen; ook juristen van Drechtsteden zijn daar bij betrokken geweest en dat was voor het college voldoende om het voorstel in deze vorm op tafel te leggen. Als het gaat om aansluiting van andere gemeenten wordt vanuit het Brabantse geprobeerd om de gemeente Breda hierbij te betrekken. Binnen Drechtstedenverband is via de heer Veerman van Alblasserdam meermalen aangegeven dat Sliedrecht graag zou willen dat andere gemeenten gaan deelnemen. Sterker nog, het zou nog beter zijn als het hele schap onder het regime van Drechtsteden zou komen. Maar dat heeft even tijd nodig, want het gaat om een vrij substantiële bijdrage die als nieuw beleid in die gemeenten zou moeten worden meegenomen. Tweede termijn Mevrouw Bisschop merkt op dat niet in twijfel wordt getrokken dat het stuk waar is; er zijn echter meer waarheden en verschillende visies. Ook economen en juristen hebben verschillende visies als het om harde cijfers gaat. Vandaar het pleidooi voor een objectieve juridische en objectieve beoordeling van het hele voorstel. Het AB bepaalt wanneer iemand kan uittreden; dat is prima, maar de raad mag daar controle op uitoefenen. Over de manier waarop dat plaatsvindt, kun je ook discussiëren. De portefeuillehouder merkte op dat de bijdrage blijft bestaan; dat is nu juist wat in het stuk ontbreekt. Er is geen harde toezegging, er zijn geen harde garanties voor de toekomst. Er staat duidelijk dat in de begroting van 2012 de consequenties pas onder ogen kunnen worden gezien. Ook de paragraaf boven pagina 4 is een paragraaf met een open einde. De portefeuillehouder heeft aangegeven dat er eigen juristen naar gekeken hebben, maar er ligt geen rapportage waaraan de raad kan toetsen. Haar fractie blijft dus twijfels houden. Mevrouw Visser merkt op dat de portefeuillehouder heeft gezegd dat het AB unaniem de afkoopsom heeft bepaald. Ze schrikt daarvan. Op zich is het wel logisch, want het AB zit daar met de pet op van het Natuur- en Recreatieschap, terwijl een aantal mensen hier zit als raadslid met een controlerende taak. Door de verdeling in het bestuur zou het wel zo kunnen zijn dat als Dordrecht te kennen geeft uit te willen treden, zij de afkoopsom op nul kunnen zetten; ze hebben de meerderheid in het bestuur. Vandaar haar opmerking dat het bedrag arbitrair is. Ze heeft er moeite mee dat er gerefereerd wordt aan juridisch en financieel onderzoek; er hoort dan een paragraaf bij de stukken te zitten en die zit er niet bij. Ze blijft dus bij haar eerdere steun voor het verzoek van mevrouw Bisschop voor een objectieve second opinion. Als die niet toegezegd wordt, zal haar fractie op 6 december tegen stemmen. Mevrouw de Bruin merkt op uit de beantwoording op te kunnen maken dat Sliedrecht voor eeuwig vast zal zitten aan iets wat minimaal een ton per jaar kost. In dat licht bezien is 2,5 miljoen misschien niet eens zoveel geld. Het stemt haar fractie treurig dat de Drechtsteden vooralsnog niet genegen zijn om dit op te nemen in hun gemeenschappelijke regeling; het is wel de gehele Drechtsteden die daar plezier van heeft. Ook de tekst van het raadsvoorstel, in te stemmen met, of toe te treden tot, was inderdaad een beetje verwarrend. Stemt de raad nu in met toetreding van de provincie Noord Brabant en Drimmelen/Werkendam? Dat is prima, maar het is niet bekend tegen welke voorwaarden en
- 10 -
bijdragen. Dat zou best minder kunnen zijn dan wat Sliedrecht moet betalen, en dat is dan wel een discussie waard. Graag hoort ze tekst en uitleg en een financiële onderbouwing. De heer Verloop stelt vast dat zijn fractie ook nog wat vragen heeft. Het uittreden in de toekomst moet helder worden, wellicht als de schappen op een andere manier worden ingevuld. Het onderbrengen in de gemeenschappelijke regeling Drechtsteden zou zijn fractie van harte toejuichen. De open eind regeling baart hem ook zorgen. Wethouder De Waard merkt op dat je kunt twisten over of hetgeen in de huidige gemeenschappelijke regeling staat, een goede afspraak geweest is. Maar die ligt nu eenmaal voor. Dat betekent dat er een voorstel ligt vanuit het AB met de voorwaarden waarop Sliedrecht uit deze regeling zou kunnen treden. Los van het bedrag is het college ook principieel van mening dat in de begroting zeker een component voor recreatieve voorzieningen opgenomen mag worden. Ook het feit dat dat is vastgesteld, maakt dat het college deze insteek heeft gekozen. Hij kan toezeggen dat hij zal proberen een onderbouwing op schrift te krijgen voor de vergadering van 6 december, om de raad alsnog in die vergadering te overtuigen van het voorstel. Eeuwig er aan vastzitten is wel een erg lange tijd; hij heeft zo zijn ideeën over wat voor eeuwig betekent. De raad zal uiteindelijk de keuze moeten maken of er de bereidheid is om een fors bedrag op tafel te leggen, of in lengte van jaren doorgaat om een bijdrage te leveren aan iets fantastisch. Uiteraard wordt gekozen voor een meerjarenperspectief. Het bedrag dat door Brabant wordt ingebracht is op zich niet zo verschrikkelijk interessant, want dat is het compartiment van Brabant. Hij zal het nagaan voor 6 december. In de nieuwe regeling waar Sliedrecht toe toetreedt, staan heel veel voorwaarden waarbij in ieder geval geborgd is dat er geen extra uitgaven gedaan kunnen worden zonder instemming van alle deelnemers. Ook met betrekking tot toetreding, uittreding, wijziging en opheffing staat een aantal artikelen die nader aangeven hoe dat in de toekomst zal kunnen gebeuren. In een van de eerste vergaderingen van het nieuwe schap, als dat er komt, zal hij er op aandringen nog eens extra naar die voorwaarden te kijken. Op dit moment is het lastig om dat nog te regelen. Mevrouw Visser merkt op bij interruptie dat de wethouder zegt dat het niet interessant is wat er wordt ingebracht door Drimmelen, Werkendam en de provincie Noord Brabant omdat dit in een ander compartiment terecht komt; ze vraagt waarom er dan een nieuwe regeling parkschap Nationaal Park de Biesbosch moet worden vastgesteld. Dan is het toch wel interessant wat er wordt ingebracht. Wethouder De Waard merkt op dat er waarschijnlijk meer mogelijkheden bestaan om aan subsidies te komen als er een groter schap is. Nu zou het er op lijken dat er veel meer moet worden uitgegeven om het uiteindelijk voor elkaar te krijgen. Op termijn zou het met minder mogelijk moeten zijn om dezelfde voorzieningen te treffen. Mevrouw Bisschop vraagt wat er gebeurt als een meerderheid in de raad vraagt om een objectief juridisch danwel financieel oordeel van een onafhankelijke derde. De wethouder stelt dat het 2,5 miljoen is of meegaan; haar fractie vraagt zich af of het wel 2,5 miljoen is en of het wellicht op een andere manier kan. De voorzitter constateert dat de wethouder een forse poging gaat doen om de raad van Sliedrecht te overtuigen, ook op basis van een onderbouwing. Wethouder De Waard antwoordt dat het buitengewoon lastig zal worden om dat nog voor 6 december te organiseren; dat is al over twee weken. De 2,5 miljoen is een besluit van het AB en dat betekent dat je terug zult moeten naar de Hollandse Biesbosch om daar te gaan vertellen dat er een second opinion wordt gevraagd. Dat betekent wel dat er heel veel zaken op de lange baan geschoven worden. Mevrouw Visser merkt op dat het toch een geweldige steun moet zijn voor de portefeuillehouder om een second opinion van de raad op zak te hebben. Ze begrijpt niet waarom de wethouder die second opinion niet toe wil zeggen. Mevrouw Bisschop merkt op dat als de second opinion tot dezelfde conclusie komt, haar fractie overtuigd is.
- 11 -
De voorzitter concludeert dat er voor 6 december een stuk komt op basis waarvan de raad overtuigd kan worden; verder is het aan het college. BESPREEKSTUK voor de raad van 6 december. KORTE SCHORSING Onderwerpen Ruimte en Groen 12. INGEKOMEN STUKKEN De raadsleden wordt gevraagd om de ingekomen stukken voor kennisgeving aan te nemen
1. 2. 3. 4. 6. 7.
RUIMTE EN GROEN Voorontwerp bestemmingsplan Rivierdijk 182 Ontwerp bestemmingsplan Baanhoek 75-81 Ontwerp bestemmingsplan Ruysdaelstraat Lokale prestatieafspraken 2010-2014 met Tablis Wonen Prestatieafspraken Lange Termijn Drechtsteden 2010-2020 tussen gemeenten en woningbouwcorporaties Vergaderstukken portefeuillehoudersoverleg Fysiek, 5 oktober 2010
Mevrouw Visser merkt op naar aanleiding van de stukken 4 en 6 dat deze beiden worden gebruikt als onderdeel van een nieuw te schrijven woonvisie. Ze neemt aan dat die er aan vast geniet worden. In aansluiting op de woorden van de heer Mak vraagt ze of al deze afspraken proof zijn op het verhaal van de sociale woningbouw. Wethouder Lavooi antwoordt dat de stukken 4 en 6 inderdaad een ingrediënt zullen worden van de te actualiseren Woonvisie. Op de tweede vraag kan hij antwoorden dat deze problematiek in Portefeuillehoudersoverleg Fysiek aan de orde komt. Maar dat die gevolgen zal hebben voor de te actualiseren Woonvisie is helder. Het lijkt hem niet zinvol om de lange termijnafspraken daar eerst op te checken alvorens te tekenen; nu al vooruit lopen op de gevolgen van de Europese maatregel zou betekenen dat je de gemaakte afspraken met zeker een jaar voor je uitschuift. Hij zou de zaken die recent tot overeenstemming zijn gekomen, willen aftikken en daarna komt er een nieuw element. Vastgesteld. Wethouder Lavooi verlaat de vergadering.
13. GEWIJZIGD VASTSTELLEN VAN HET BESTEMMINGSPLAN DE DRIEHOEK De raadsleden wordt gevraagd: 1. bij de vaststelling van het bestemmingsplan De Driehoek geen exploitatieplan als bedoeld in artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening vast te stellen omdat de kosten anderszins zijn verzekerd; 2. de zienswijze van het waterschap Rivierenland gegrond te verklaren; 3. de zienswijze van N.V. Nederlandse Gasunie gegrond te verklaren; 4. het bestemmingsplan De Driehoek, bestaande uit de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0610.bp12dedriehoek-3001, waarbij voor de locatie van de geometrische planobjecten gebruik is gemaakt van een ondergrond welke is ontleend aan de GBKN van juli 2009, met de bijbehorende bestanden gewijzigd vast te stellen in overeenstemming met de bij het raadsbesluit behorende en als zodanig gewaarmerkte ‘Staat van wijzigingen’; 5. het Beeldkwaliteitsplan voor het bestemmingsplan De Driehoek vast te stellen. De heer Verloop vraagt wanneer de exploitatieopzet wordt aangeboden (punt 7). Mevrouw Visser merkt op dat er inmiddels een brief is ontvangen; ook in de Raadsinformatiebrief staat het een en ander over het Plaatje bij Inhoud bestemmingsplan in de combinatievisie, de visie op - 12 -
de ontwikkelingsmogelijkheden van het Plaatje en de Driehoek. Het waren twee dingen die eigenlijk onlosmakelijk met elkaar verbonden waren. Haar fractie heeft geen moeite met het vaststellen van het bestemmingsplan op zich, maar vraagt zich af of je niet moet wachten tot het een in orde is voor je het ander doet. Burgemeester Boevée antwoordt dat het in de uitvoering is gekoppeld omdat er qua bestemming mogelijkheden moesten zijn om zaken in te vullen; zo is dat ook richting de provincie aangepakt. Het zijn en blijven twee aparte bestemmingsplannen die gecombineerd zijn opgepakt. Bestemmingsplanmatig is er van een koppeling geen sprake als je een bepaalde specifieke benoeming er uit haalt. Het is verstandig om dat specifieke er even uit te halen en dit als bestemmingsplan te zien. Er is geen exploitatieplan opgesteld. Hamerstuk met stemverklaring voor de raad van 6 december.
14. AANKOOP GRONDEN IN DE DRIEHOEK De raadsleden wordt gevraagd aanvullend krediet beschikbaar te stellen van € 366.000 voor de aankoop van gronden in “De Driehoek” Mevrouw Visser merkt op dat haar fractie de indruk krijgt dat de gemeente weer aan actieve grondpolitiek gaat doen, maar dat terzijde. Het zijn volgens de portefeuillehouder twee aparte bestemmingsplannen; ze moet er dus van uitgaan dat bij de Driehoek ROM-D totaal niet betrokken is. Toch staat er in de tekst: het ontwerp heeft vanaf vrijdag 16 juni 2010 gedurende zes weken ter inzage gelegen. De provincie Zuid-Holland en de regio Drechtsteden kunnen instemmen met het ontwerp. Ze vraagt wat de regio Drechtsteden te maken heeft met aankoop van gronden van de Driehoek. De heer Van Gameren merkt op dat er ooit een Transformatievisie is gemaakt voor het deel ten noorden van de spoorlijn. Daar ligt de koppeling met de regio Drechtsteden. Wethouder Tanis zegt toe nog naar de tekst van het raadsvoorstel te kijken op het punt van het instemmen door de provincie en de Drechtsteden. Burgemeester Boevée vult aan dat ook Drechtsteden zich hard heeft gemaakt richting de provincie om deze invulling aan dit gebied te kunnen en willen geven, maar het is niet meer dan dat. Hamerstuk met stemverklaring voor de raad van 6 december.
Onderwerpen Burger en Bestuur 15. INGEKOMEN STUKKEN De raadsleden wordt gevraagd om de ingekomen stukken voor kennisgeving aan te nemen.
1. 2.
BURGER EN BESTUUR Evaluatie van het tijdelijk huisverbod door het onderzoekscentrum Drechtsteden Vergaderstukken Drechtstedenbestuur, 28 oktober 2010
Vastgesteld.
16. EERSTE WIJZIGING REGLEMENT VAN ORDE VOOR DE VERGADERINGEN EN ANDERE WERKZAAMHEDEN VAN DE GEMEENTERAAD SLIEDRECHT 2010 EN Eerste wijziging Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de gemeenteraad Sliedrecht 2010 en Eerste wijziging Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de opiniërende bijeenkomsten Sliedrecht 2010
- 13 -
De raadsleden wordt gevraagd: 1. de Eerste wijziging Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de gemeenteraad Sliedrecht 2010 vast te stellen 2. de Eerste wijziging Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de opiniërende bijeenkomsten Sliedrecht 2010 vast te stellen Mevrouw Visser merkt op dat er in het presidium ook een eindtijd is afgesproken van uiterlijk 23.00 uur. In het ene reglement van orde staat dit wel en in het andere niet. Ze hecht er aan dat de gehele afspraak wordt overgenomen. Met betrekking tot artikel 5, blz. 3, staat dat op de agenda van een uitgeschreven hamerraad slechts hamerstukken kunnen worden geplaatst en behandeld met en zonder stemverklaring; andere typen agendapunten zijn niet mogelijk. Maar via het presidium is een afspraak gemaakt over het opwaarderen van agendapunten. Op het moment dat je een hamerstuk met stemverklaring op wilt waarderen tot een discussiestuk, schuift dit door naar de volgende raad. Dit moet nog verwerkt worden in het concept raadsvoorstel, anders blijft die afspraak boven de markt hangen. Burgemeester Boevée beaamt dat er duidelijkheid moet komen; dit zal worden vastgelegd. De eindtijd van een opiniërende bijeenkomst om 23.00 uur wordt ingevoegd. Hamerstuk zonder stemverklaring voor de raad van 6 december.
17. VERORDENING ALLEENRECHT DRECHTWERK SCHOONMAAK De raadsleden wordt gevraagd de “Verordening alleenrecht Drechtwerk schoonmaak” vast te stellen. De heer De Jager neemt aan dat juridisch is getoetst dat alleenrecht kan; hij mist wel de rol die bedrijven kunnen spelen in het tewerkstellen van mensen met een beperking. Bedrijven willen graag hun maatschappelijke verantwoording nemen en dat wordt zo geheel uitgesloten. Hij vraagt of nagedacht kan worden over of bedrijven ook een rol zouden kunnen spelen bij Drechtwerk en of er over is nagedacht wat de landelijke overheid wil; misschien komt er een wijziging en zou je dit niet voor drie jaar vast moeten leggen. Op blz. 2 staat dat het belangrijk is om te blijven letten op marktconformiteit. Hij vraagt hoe dat kan als de markt geen speler is door het alleenrecht; dan meet je immers niet objectief. Er staat dat de kosten licht stijgen; zijn voorstel is dat die kosten voortaan ook in het raadsvoorstel worden opgenomen. Wethouder De Waard merkt op dat dit voorstel is opgesteld om te kunnen voldoen aan de verplichtingen in de richting van Drechtwerk op basis van het convenant dat is gesloten. Hij gaat er van uit dat het alleenrecht juridisch is getoetst. Marktconform hoeft niet perse te maken te hebben met bedrijven die in dit contract betrokken zijn; dat kan ook gaan over bedrijven die in de markt opereren. Daar kun je je tarieven mee vergelijken door offertes op te vragen. Hij neemt het voorstel om voortaan de kosten in het voorstel op te nemen, mee. De heer De Jager herhaalt zijn vraag om naar de termijn van drie jaar te kijken. Wellicht is het ook verstandig om de actualiteit te volgen; de discussie is levendig, ook landelijk. Hij merkt op te verwachten dat als een bedrijf een dergelijke offerteaanvraag krijgt, er enkel beleefdheidshalve een prijs zal worden ingediend, maar die kan dan zeker niet als marktconform worden bestempeld. Wethouder De Waard antwoordt dat hij er naar zal kijken en er op 6 december op terug zal komen. BESPREEKPUNT voor de raad van 6 december.
- 14 -
18A. UITVOERINGSPLAN OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID 2011-2012 De raadsleden wordt gevraagd: 1. kennis te nemen van het uitvoeringsplan Openbare Orde en Veiligheid 2011-2012; 2. te adviseren over de in dit plan opgenomen speerpunten en inzet van politie, gemeente en openbaar ministerie. 18B. PLAN VAN AANPAK VANDALISME EN OVERLAST De onderwerpen 18a en 18b worden gelijktijdig behandeld. De heer Huijser merkt op dat de lokale aandachtspunten geen aanleiding geven tot het geven van een betere visie. Hij vraagt wat er bedoeld wordt met ‘een koppeling maken met het strafrecht’ waar het gaat om een bepaalde groep hangjongeren. Zijn fractie pleit bij het voorlichtingswerk wederom voor de inbreng van stichting de Hoop, een stichting die zijn waarde ruimschoots heeft bewezen. Hij vraagt hoeveel keer een vervolging is ingesteld in relatie tot het overtreden van de APV. Het teruglopen van het aantal vernielingen zou ook kunnen liggen aan verminderde animo om aangifte te doen. Uit onderzoek blijkt dit overigens ook. Je kunt je zo ten onrechte rijk rekenen. Hij vraagt hoe dit fenomeen kan worden tegengegaan. In 2010 zijn er geen aangiften geweest van graffiti; dat is erg vreemd. In het aantal meldingen zijn dalingen en stijgingen te zien. Hij vraagt of het zo zou kunnen zijn dat mensen bij overlast niet meer naar de politie bellen omdat die niet altijd direct ter plaatse verschijnt; dat is een kwestie van prioriteiten, maar mensen worden daar weleens moedeloos van. Verder zijn er ook mensen die bang zijn om een melding te doen. Structurele oplossingen in wijken tegen overlast moeten wel door de gemeente worden geregeld, maar de bewoners zien de oplossing dan liefst in een andere wijk gerealiseerd. Zijn fractie roept het college op om op de ingeslagen weg door te gaan; het kan niet zo zijn dat een burger uiteindelijk bepaalt of de gemeente iets in een bepaalde wijk mag creëren. De wijkcoördinatoren en de wijkplatforms verdienen hulde voor hun bijdrage daarin. Dat geldt ook voor de wijkpolitie en de jongerenwerker. Hij stelt voor om kennis te nemen van de ervaringen van de gemeente Rotterdam waar het gaat om de aanpak van jongeren. Daar worden de ouders aangesproken; als die hun kinderen niet in toom houden worden ze eventueel hun huis uitgezet. Dat is een stevige maatregel; toch is het misschien aardig om eens te kijken hoe ze dat in Rotterdam regelen. Het CJG biedt binnen niet al te lange tijd een oplossing als het gaat om hulp aan ouders bij de opvoeding. In de plannen wordt stilgestaan bij de inzet van suswachten. Als de politiezorg door reorganisatie in de komende jaren achteruit gaat, zal de raad daar iets tegenover moeten stellen. Vooral de politie moet instaan voor handhaving en veiligheid; soms heeft hij de indruk dat handhaving voor een groot deel wordt neergelegd bij de burger. Natuurlijk heeft de burger een taak in de vorm van zelfredzaamheid, maar als de noodzakelijke politiezorg niet of niet volledig kan worden geboden, moet er toch iets gebeuren. Ook de inzet van horecateams in Sliedrecht moet op de juiste waarde worden ingeschat; dat kan een waterbedeffect hebben. Hij roept daarom op om zuinig te zijn op de suswachten. Bezuinigen op suswachten op de donderdag en in de weekeinden verdient heroverweging. Zijn fractie vindt het jammer dat het nog niet mogelijk blijkt te zijn om het jeugdwerk naar de wijk te krijgen. Er zouden geen geschikte locaties zijn, maar naar zijn mening is er in elke wijk wel een locatie waar voor de jeugd iets georganiseerd kan worden. Ook de kerken hebben daar, voor zover ze daar al niet iets aan doen, een taak in. Het jeugdwerk is nu geconcentreerd rondom Elektra en Pand 33; er is zeker waardering voor de medewerkers aldaar, maar zijn fractie zou het toch graag anders zien en is benieuwd welke suggesties worden meegenomen in de evaluatie van het jongerenbeleid. Bij de sportkantines en de slijterijen zijn prima resultaten geboekt, maar het forse alcoholgebruik onder jongeren blijft zijn fractie grote zorgen baren; met name in de weekeinden. Dat is zichtbaar op de hangplekken. Van de wijkagenten wordt gevraagd om op die jeugd te letten, maar de capaciteit is beperkt. Op blz. 11 staat iets over uitbreiding van cameratoezicht; zijn fractie is wel voorstander van camera’s, maar het moet niet zo zijn dat de hele gemeente er mee volgehangen wordt. Het creëren van een graffitiplaats heeft niet zijn voorkeur; hij verwacht dat er nog steeds graffiti zal worden aangebracht waar dat niet mag, vanwege de kick. Hij vraagt hoeveel graffitispuiters er zijn opgespoord en of de
- 15 -
kosten van het schoonmaken op de daders zijn verhaald. Hij vraagt of er nog wat te melden is over het project Meld Misdaad Anoniem in relatie tot vandalisme. Initiatieven die de burgemeester neemt op de scholen worden toegejuicht door zijn fractie; hij geeft daar complimenten voor. De heer De Vries merkt op dat het hem zeer verbaast dat er geen onderscheid gemaakt kan worden tussen meldingen van burgers van overlast en controles door de politie ; in 2009 waren dat er 150. Het landelijk systeem werkt kennelijk niet, maar het zou simpel te registreren moeten zijn, bij wijze van spreken gewoon in een schrift. De jeugd is immers een speerpunt. In de nota ontbreekt overlast van scooters nabij hangplekken, in centra, rond verkeerspleinen en bij het Burg. Winklerplein. Het wordt ook wel circuitgedrag genoemd. De PvdA fractie in de Tweede Kamer heeft daar een voorstel voor ingediend. Hij heeft daar een technische vraag over gesteld. Schade moet verhaald worden op de daders; dat werkt zeker preventief. Als de pers dit oppakt zal dat, naar hij verwacht, ook zijn uitwerking hebben. Preventieve maatregelen: in de nota vandalisme staat dat er in Sliedrecht ongeveer 10 à 15 groepen zijn die hinder veroorzaken. Er is één groep die overlast veroorzaakt; daarmee wordt volgens hem een groep van boven de 15 jaar bedoeld. Hij gaat er vanuit dat die groep met naam en adres bekend is. In plaats van eerst een overlegcircuit in te gaan pleit hij er voor om de betreffende ouders rechtstreeks aan te spreken. Het voorstel om de suswachten in te zetten op de donderdag wordt ondersteund door zijn fractie. Preventieve maatregelen in de Oudejaarsnacht zullen heel goed werken, zeker als vernielers de rekening gepresenteerd krijgen. De heer Van Rekom merkt op dat er in het plan van aanpak staat dat er eigenlijk maar twee centra zijn waar jongeren terecht kunnen, Elektra en Pand 33. Volgens de VVD is die stelling te beperkt; er is ook een CJMV gebouw en een Rank in de Oranjestraat. Ook hier heeft de jeugd een plek gevonden, door de inzet van veel meestal kerkelijke vrijwilligers. De VVD wil benadrukken dat de grotere sportverenigingen de jeugd ieder weekeind vertier bieden; dat moet je koesteren en je moet dan ook in het plan van aanpak expliciet melding maken van de waarde van sportverenigingen en kerken voor de jeugd. De heer Blanken spreekt zijn waardering uit voor alle partners in dit plan. Onder 4.2.2. Kerkbuurt vrij van graffiti staat dat het jongerenwerk desgevraagd bereid is om een workshop graffiti te houden voor jongeren die behoefte hebben om op een legale manier graffiti te spuiten. Hij vraagt hoe dat in verhouding staat tot de laatste alinea, over een permanente plaats voor het spuiten van graffiti. Burgemeester Boevée komt gezien de veelheid aan vragen met een memorie van antwoord, waarin de punten uit de bijdrage van de raadsleden worden meegenomen. BESPREEKPUNT voor de raad van 6. december.
19. BELASTINGVERORDENINGEN 2011 De raadsleden wordt gevraagd de volgende verordeningen vast te stellen: 1. de Verordening reinigingsheffingen 2011; 2. de Verordening havengeld 2011; 3. de Verordening brandweerrechten 2011; 4. de Verordening leges 2011; 5. de Verordening rioolheffing 2011; 6. de Verordening onroerende-zaakbelastingen 2011; 7. de Verordening hondenbelasting 2011; 8. de Verordening precariobelasting 2011 Mevrouw Visser merkt op dat haar fractie zoals bekend moeite heeft met punt 7, de hondenbelasting. Daarnaast heeft haar fractie moeite om punt 8, de precariobelasting 2011 nu al vast te stellen; de portefeuillehouder zou nog komen met aanvullende voorstellen om de precariorechten te verhogen. Tijdens de begrotingsraad is een opmerking gemaakt door de heer Dunsbergen over de OZB en de waardevermindering op duurdere huizen; daar is volgens haar in deze verordening nog geen rekening
- 16 -
mee gehouden, waardoor de OZB voor niet-dure huizen relatief iets meer zal gaan stijgen als voor dure huizen. Ze heeft er geen oplossing voor, maar er zou nog op teruggekomen worden. De heer Verloop merkt op dat het CDA graag zou zien dat er nog een keer kritisch door de stukken heen gelopen wordt. Er staan zaken in die soms niet meer van toepassing zijn; bestuursstukken kunnen worden opgevraagd tegen betaling, maar veelal zijn die van Internet af te halen. Zijn fractie heeft wat moeite met komma’s als het gaat om 92 cent en dergelijke; hij stelt voor om af te ronden. Zijn fractie stelt voor om de € 2,30 voor het verkrijgen van een visvergunning in het openbare water van de gemeente eruit te halen; zonder vergunning hoeft er ook niet meer op te worden gehandhaafd. Wethouder Tanis merkt op dat het plan om de inkomsten te verhogen breder was dan uitsluitend de precariorechten. De Belastingdienst heeft een plan gemaakt dat betrekking heeft op de punten 1 tot en met 8 en gaat volgend jaar al starten; daar worden nu reeds de eerste aanzetten toe gegeven. Het plan komt bij de brede doorlichting naar de raad. Ook als dit voorstel nu wordt aangenomen is het altijd mogelijk om tussentijds de verordening aan te passen. Mevrouw Visser merkt op dat haar fractie al jaren aangeeft dat de precariorechten meer op zouden kunnen brengen; daar gaat het om. Als een eventuele verhoging in de tweede helft van 2011 doorgevoerd kan worden, is ze daar tevreden mee. Wethouder Tanis antwoordt dat hij daar zeker op terug zal komen. Hij is zich er van bewust dat hij tijdens de begrotingsbehandeling een toezegging heeft gedaan rond de waardevermindering van de huizen en de OZB; als je als wethouder in het debat met de raad echter alle toezeggingen moet noteren, vergeet je er wel eens één. Er is nog niets aan gedaan; modale huizen krijgen inderdaad te maken met een iets hogere conclusie. Hij merkt op richting de heer Verloop graag te willen kijken naar eventuele tekstuele punten. De heer Verloop merkt op te hebben voorgesteld om bedragen af te ronden. Wethouder Tanis antwoordt dat die techniek al jaren gehanteerd wordt in Sliedrecht. Mevrouw Visser merkt op dat haar fractie geen voorstander is van afronden, anders ga je onevenredig verhogen en dat werkt jaren door. Wethouder Tanis concludeert dat er geen steun is voor het voorstel van de heer Verloop. De heer Verloop merkt op dat er zaken in staan als het sluiten van een huwelijk op doordeweekse dagen en in het weekeind; het tarief wordt in het weekeind niet verdubbeld, maar is dan ineens 2,47 keer zoveel. Om die reden vraagt hij zich af of er goed naar gekeken is. Wethouder Tanis herhaalt dat dat de systematiek is, conform de VNG verordening en de afspraken in Drechtstedenverband. De heer Van Rekom merkt op dat er een aantal zaken voorbij komen die al in de begrotingraad aan de orde gesteld zijn; hij wil er voor pleiten dergelijke verordeningen volgend jaar tijdens de programmabegroting mee te nemen in het belang van een eenduidige discussie. Mevrouw Visser merkt op dat bij de begroting eerst de percentages vastgesteld dienen te worden door de raad; daarna kunnen de verordeningen pas aangepast worden. De heer Van Rekom antwoordt dat dat wel gelijktijdig kan; hooguit moeten bij een wijziging de cijfers in de verordening aangepast worden. Wethouder Tanis kijkt naar de suggestie van een gelijktijdige behandeling van de belastingenverordeningen en de programmabegroting voor volgend jaar. Deze toezegging wordt toegevoegd aan de actielijst. Hamerstuk met stemverklaring van PRO Sliedrecht voor de raad van 6 december.
- 17 -
20. COMPTABILITEITSBESLUITEN DECEMBER 2010 (VEEGBESLUIT 2010) De raadsleden wordt gevraagd de comptabiliteitsbesluiten voor december vast te stellen Portefeuillehouder: Diversen Totaal Programma 10: Financiën en organisatie
Verlaging c.q. verhoging van diverse posten naar aanleiding van het zogenoemde “veegbesluit”. Per saldo stijgt de post voor onvoorziene uitgaven met € 403.750.
Product: Onvoorzien
De budgetmutaties hebben betrekking op 43 onderwerpen: Portefeuillehouder: J.P. Tanis 1. Heffingsrente afwikkeling baatbelasting Programma 10: Financiën en Organisatie
Budget van € 63.500 ter beschikking stellen voor heffingsrente en proceskosten naar aanleiding van de verschuldigde baatbelasting overeenkomstig de Rapportage afwikkeling baatbelastingen van de GBD.
Product 140: Baatbelasting Kerkbuurt
In de raadsvergadering van 28 juni 2010 is kennisgenomen van de Rapportage afwikkeling baatbelasting van Gemeentebelastingen Drechtsteden (GBD) d.d. 11 mei 2010. In deze rapportage wordt aangegeven dat door het SCD en GBD in beeld zou worden gebracht tot welke bedragen de opgelegde aanslagen daadwerkelijk zijn voldaan en door wie. Dat is enerzijds van belang om te bepalen aan welke belastingschuldigen welke bedragen moeten worden terugbetaald. Anderzijds kan dan worden berekend welk totaalbedrag aan heffingsrente moet worden betaald. Alle aanslagen en de betalingen daarop worden handmatig beoordeeld. Dit om onjuiste en onterechte terugbetalingen te voorkomen. De hoogte van de heffingsrente wordt begroot op ca € 60.000. Daarnaast heeft de Rechtbank de gemeente Sliedrecht veroordeeld tot betaling van proceskosten en de terugbetaling van griffierechten aan eisers, circa € 3.500. In het overleg op 27 september 2010 over de 2e Marap 2010 van de GBD is door de controller van de GBD aan de controller van Sliedrecht toegezegd een meer definitieve raming van de rentekosten te verstrekken. Dekking: ten laste van de post Onvoorzien. Portefeuillehouder: J.P. Tanis / A. de Waard 2. Mutaties GR Drechtsteden op basis van 2e Marap, onderdeel SCD Programma 10: Financiën en Organisatie Extra kosten € 66.000 ten behoeve van Deelprogramma 1B (bedrag per werkplek) Product IP020: SCD n.a.v. 2e Marap GRD, ten laste van de stelpost verhoging bijdrage GRD. In de 2e Marap 2010 van de GR Drechtsteden wordt de bijdrage van Sliedrecht ten behoeve van het onderdeel Deelprogramma 1B (bedrag per werkplek) van het SCD geraamd op € 379.000. Hierbij wordt rekening gehouden met additionele beheerkosten, extra investeringen, migratie applicaties, alsmede de meerkosten die worden gemaakt voor telefonie en printers. In de 1e marap van de GRD is aangekondigd dat deze meerkosten in rekening worden gebracht bij de veroorzaker. In de 2e Marap van de GRD is inzichtelijk gemaakt wat dit per klantorganisatie kost. In de Zomernota 2010 is op basis van de geactualiseerde GRD begroting 2010 de bijdrage van Sliedrecht geraamd op € 313.000, zodat een aanvullend bedrag van € 66.000 wordt geraamd. Onder voorbehoud van vaststelling van de 2e Marap 2010 van de GRD in de Drechtraad van december 2010 kan het aanvullende bedrag ad € 66.000 in de gemeentebegroting worden geraamd. Financiële dekking: Ten laste van de stelpost SCDtransitie ad € 196.000 in de Algemene Reserve. Eventuele ??????
- 18 -
Portefeuillehouder: M.C. Boevée 3. 2e Burap 2010 GR Regio ZHZ, onderdeel packagedeal met GRD Programma 1: Bestuur en Dienstverlening Extra financiële bijdrage aan GR ZHZ. Hogere lasten van € 150.000 n.a.v. de Product 4: Coörd. Besluiten Gem. Regelingen zogenoemde packagedeal GR Drechtsteden met ZHZ: aandeel Sliedrecht o.b.v. inwoneraantallen. Ten laste van Algemene Reserve Bij de jaarrekening 2009 en 1e Bestuursrapportage 2010 van de GR Regio ZHZ is uitgebreid gerapporteerd over de zogenoemde packagedeal met de GR Drechtsteden. Op dit moment vindt de bestuurlijke afronding plaats van gesprekken die zijn gevoerd om te komen tot een packagedeal met ZHZ, waarbij langs een aantal sporen tot een oplossing van de discussiepunten met betrekking tot het SCD wordt gekomen. Onderdeel van de packagedeal is een financiële bijdrage van de GR ZHZ aan de financiële problematiek over de jaren 2008 tot en met 2010. Die ZHZ-bijdrage is € 4,2 miljoen, waarvoor in de 2e burap 2010 als dekking wordt voorgesteld een bedrag van € 3,0 miljoen via een extra bijdrage van de gemeenten en € 1,2 miljoen uit overige middelen zoals de reserves van de GR Regio ZHZ en de GR Veiligheidsregio. Het aandeel van Sliedrecht in het bedrag van € 3 miljoen wordt in de 2e burap 2010 naar rato van de inwonertallen geraamd op afgerond € 150.000. Onder voorbehoud van besluitvorming in het Algemeen Bestuur van ZHZ dd 1 december 2010 kan dit bedrag in de gemeentebegroting worden geraamd. Financiële dekking: Ten laste van de Algemene Reserve. Portefeuillehouder: M.C. Boevée 4. Mutaties GR Drechtsteden op basis van 2e Marap, onderdeel packagedeal ZHZ Programma 1: Bestuur en Dienstverlening Extra financiële bijdrage aan GR Drechtsteden. Hogere lasten van € 91.000 Product 4: Coörd. Besluiten Gem. Regelingen n.a.v. de zogenoemde packagedeal GR Drechtsteden met ZHZ. Ten laste van Algemene Reserve Bij de jaarrekening 2009 en 1e Marap 2010 van de GR Drechtsteden is uitgebreid gerapporteerd over de zogenoemde packagedeal met de GR Regio Zuid-Holland Zuid. Op dit moment vindt de bestuurlijke afronding plaats van gesprekken die zijn gevoerd om te komen tot een packagedeal met ZHZ, waarbij langs een aantal sporen tot een oplossing van de discussiepunten met betrekking tot de SCD wordt gekomen. Onderdeel van de packagedeal is een financiële bijdrage van de GRD aan de financiële problematiek over de jaren 2008 tot en met 2010. Die GRD-bijdrage is € 2,3 miljoen, waarvoor in de 2e Marap 2010 als dekking wordt voorgesteld een bedrag van € 1,0 miljoen via een extra bijdrage van de gemeenten en € 1,3 miljoen uit overige middelen zoals de BWSreserve en de opbrengst van de brede doorlichting van de GRD in 2010. Het aandeel van Sliedrecht in het bedrag van € 1 miljoen wordt in de 2e Marap 2010 geraamd op € 91.000. Onder voorbehoud van vaststelling van de 2e Marap 2010 in de Drechtraad van december 2010 kan dit bedrag in de gemeentebegroting worden geraamd. Financiële dekking: Ten laste van de Algemene Reserve. Portefeuillehouder: M.C. Boevée 5. Afrekening 2009 GR Drechtsteden onderdeel Algemene dekkingsmiddelen Programma 1: Bestuur en Dienstverlening Extra kosten (€ 79.500) voor de gemeenschappelijke bijdrage aan de GRD Product 4: Coörd. Besluiten Gem. Regelingen a.g.v. vaststellen rekeningresultaat 2009. Ten laste van de post onvoorzien.
- 19 -
In de vergadering van de Drechtraad op 16 juni 2010 is de jaarrekening 2009 van de GRD vastgesteld. Dit betekent dat er tot afrekening van het rekeningsresultaat met de gemeenten overgegaan moest worden. Voor het onderdeel Algemene dekkingsmiddelen wordt in totaal € 877.000 in rekening gebracht bij de gemeenten. De belangrijkste van de posten op dit onderdeel betreffen de SCD-compensatie van de regio ZHZ over 2008, een vergoeding aan Dordrecht in verband met extra dienstverlening over het 1e kwartaal 2008 en een aanvullende storting in de Voorziening vordering Landsbanki. Het aandeel van Sliedrecht in het bedrag ad € 877.000 beloopt € 79.500. Financiële dekking: Ten laste van de post onvoorzien. Portefeuillehouder: J.A. Lavooi 6. Verwerking resultaat SDD 2009 Programma 6: Werk, Inkomen, Zorg en Welzijn Product: diversen
Restitutie resultaat SDD 2009 € 357.000, ten gunste van de post onvoorzien.
De restitutie van het resultaat 2009 van de SDD inzake WMO middelen konden, volgens wettelijke voorschriften, niet in het resultaat van 2009 opgenomen worden (kon pas na een definitief besluit van de Drechtraad). Het voordelig resultaat van € 357.000 komt nu ten gunste van de exploitatie 2010 (onvoorzien). Portefeuillehouder: J.A. Lavooi 7. Mutaties GR Drechtsteden SDD op basis van 1e en 2e Marap Programma 6: Werk, Inkomen, Zorg en Welzijn Extra kosten € 66.000 van de SDD als gevolg van hogere uitgaven volgens 1e en 2e Marap. Ten laste van de post onvoorzien. Product: diversen
Hogere lasten SDD door: Kinderopvangregeling Extra lasten minimabeleid WMO huishoudelijke hulp/hulpmiddelen WMO Bbag (gehandicaptenvervoer) Schuldhulpverlening Apparaatskosten SDD Totaal
€ 10.000 € 47.000 € 165.000 € 222.000 -/€ 3.000 -/€ 69.000 € 66.000 Portefeuillehouder: A. de Waard
8. Regionale ontwikkeling dienstverlening Programma 1: Bestuur en Dienstverlening
Aanvullend bedrag (€ 18.000) voor uitvoering Regionaal Programmaplan Dienstverlening Drechtsteden ten laste brengen van de post onvoorzien.
Product 4: Coörd. Besluiten Gem. Regelingen
Het college van B&W heeft op 26 januari ingestemd om de regionale visie op de dienstverlening uit te werken in een programmaplan. De regionale stuurgroep dienstverlening heeft in opdracht van de NDD het Regionaal Programmaplan Dienstverlening Drechtsteden 2010 gemaakt. De eerste fase is het harmoniseren van de processen rondom de dienstverlening. In 2010 is gestart met het herontwerp van de werkprocessen, het koppelen van Antwoord (websites) aan de landelijke content. Ten behoeve van de uitvoering van het Regionaal Programmaplan Dienstverlening Drechtsteden is in 2010 € 200.000 benodigd. Op basis van de verdeelsleutel op basis van inwoneraantallen is de bijdrage voor Sliedrecht 9.2%. van € 200.000 = € 18.000.
- 20 -
Portefeuillehouder: : M.C. Boevée 9. Extra inkomsten VOG’s, rijbewijzen en paspoorten Programma 1: Bestuur en Dienstverlening Extra opbrengsten (€ 48.000) voor de VOG’s, Rijbewijzen en paspoorten. Deze extra Product 18: Gem. basisadministratie Personen opbrengst leidt ook tot extra kosten Product 19: Reisdocumenten en rijbewijzen (€ 19.500) voor afdracht van documenten aan het rijk. Voordelig saldo € 28.500 ten gunste van de post onvoorzien. Naar aanleiding van de werkelijke verkoopcijfers van 2009 en de tussentijdse aantallen van 2010 is bij het opstellen van de begroting van 2011 kritisch gekeken naar de opbrengstenraming incl. daaraan gekoppelde afdrachten aan het rijk. Voor 2010 resulteert dit in de volgende bijstelling van de budgetten: Verwachting VOG’s: 200 st. extra. Opbrengst € 6.000. Extra kosten afdracht € 4.500 Verwachting Rijbewijzen: 700 st. extra. Opbrengst € 22.000. Extra kosten afdracht € 6.650 Verwachting Reisdocumenten: Opbrengst € 20.000. Extra kosten afdracht € 5.000 Portefeuillehouder: M.C. Boevée 10. Verkiezingen Programma 1: Bestuur en Dienstverlening
Bij de zomernota van 2010 is een aanvullend budget beschikbaar gesteld van € 25.000 voor de post verkiezingen. Dit budget is ontoereikend gebleken. Gevraagd wordt een extra budget van € 15.500 voor aanvullende kosten. Dekking: ten laste van onvoorzien.
Product 21: Verkiezingen
. Dit betreft extra uitgaven( 2 verkiezingen) van materiële kosten, vergoeding stembureauleden en tellers, voorlichting stembureauleden, huur stemlokalen, catering ten behoeve van stembureau leden, inrichting stemlokalen en werving tellers, bezorging stempassen alsmede gebruikmaking uitslag verkiezing pakket en huur materiaal. Portefeuillehouder: M.C. Boevée 11. Pensioen voormalig wethouder Programma 1: Bestuur en Dienstverlening Ontvangen bedrag (€ 609.000) aan pensioenrechten van een voormalig Product 2: Coörd.besl. college B&W wethouder. Dit bedrag wordt gestort in de voorziening pensioenen voormalig wethouders. In 2010 wordt hiervan een bedrag van € 32.000 onttrokken voor het uitkeren van een aanvullend pensioen. Van Loyalis is een bedrag ontvangen voor de pensioenrechten van een voormalig wethouder. Dit bedrag dient in de voorziening pensioenen voormalige wethouders gestort te worden. Hierbij is rekening gehouden met de landelijke ontwikkelingen met betrekking tot de pensioenvoorziening van politieke ambtsdragers. Naar verwachting zal uiterlijk per 1 januari 2012 op wettelijke basis een apart pensioenfonds voor politieke ambtsdragers worden gevormd. Dit zal worden ondergebracht bij het algemeen Burgerlijk Pensioenfonds. Op dat moment zal door alle overheidsinstanties overdracht van pensioenkapitaal moeten plaatsvinden op basis van actuariële berekeningen van alle lopende en toekomstige pensioenaanspraken. Tot die tijd wordt het pensioen door de gemeente betaald ten laste van eerder genoemde voorziening.
- 21 -
Portefeuillehouder: M.C. Boevée 12. Representatiekosten B&W Programma 1: Bestuur en Dienstverlening
Verhoging van het budget (€ 12.000) representatie a.g.v. de wisseling van het Product 3: Representatie college/raad. Ten laste van de post onvoorzien. De kosten van representatie zijn circa € 12.000 hoger dan voorzien. De belangrijkste oorzaak hiervan zijn de kosten van de wisseling van het college/raad. Deze post wordt gedekt door de post onvoorziene baten en lasten. Portefeuillehouder: M.C. Boevée 13. Brandweerkazerne Programma 2: Openbare orde en veiligheid
Vervallen huuropbrengst GSM antennes door opzegging contract telecom-bedrijf. € 3.500 ten laste van onvoorzien.
Product 22: Brandweer Sliedrecht
De minder ontvangsten worden veroorzaakt door het afhaken van een telecombedrijf. De overeenkomst tot plaatsing van antennes voor mobiele telefonie op de toren van de brandweerkazerne is eenzijdig opgezegd. Portefeuillehouder: J.P. Tanis 14. Inspectie gastoudergezinnen Programma 3: Jeugd en Onderwijs
Gevraagd wordt een budget van € 21.000 voor de extra kosten van inspecties bij gastoudergezinnen. Dekking voor € 5.500 uit post correctieposten begroting en restant (€ 15.500) ten laste van onvoorzien.
Product 40: Kinderopvang/Peuterspeelwerk
Inspecties gastouders In januari 2010 is er een bedrag van €2.500 opgenomen in de gemeentelijke begroting ten behoeve van de inspecties bij de gastouders. Op dat moment was nog niet duidelijk hoeveel gastouders daadwerkelijk in Sliedrecht aanwezig waren. De verwachting was dat de meeste gastouders zich in het begin van het jaar zouden melden omdat er een terugbetalingsplicht was voor ouders waarvan de gastouders niet voldeden aan de eisen. Omdat deze terugbetalingsplicht is vervallen en omdat de cursussen ‘goed gastouderschap’ pas later in het jaar zijn gestart is het overgrote deel van de gastouders pas vlak voor of op de deadline van 1 oktober 2010 gemeld. In 2009 is een structureel bedrag van € 13.000 in het gemeentefonds gestort en in 2010 is een eenmalig bedrag van € 11.000 gestort om de wetswijziging (en de inspecties van de gastouders) te kunnen bekostigen. Voor dit laatste bedrag kunnen 31 gastouders worden geïnspecteerd. Dit is dus niet toereikend om alle Sliedrechtse gastouders van te laten inspecteren. GGD brengt voor een inspectie van gastouderopvang € 355 per aanmelding in rekening. Zij factureert op basis van nacalculatie. De daadwerkelijke kosten vallen fors hoger uit dan het bedrag wat is opgenomen in de begroting 2010: Kosten tot 1 november 2010 (74 inspecties) Opgenomen in gemeentelijke begroting Tekort
€ 26.500 € 5.500 € 21.000
Omdat er nog een aantal inspecties moet worden uitgevoerd, wordt u voorgesteld een extra bedrag van € 21.000 extra te ramen voor deze taak.
- 22 -
Portefeuillehouder : J.P. Tanis / J.A. Lavooi 15. Mutatie primaire begroting Schoolmaatschappelijk werk Rivas Zorggroep Programma 3: Jeugd en Onderwijs Bedrag voor schoolmaatschappelijk werk (€ 47.500) is dubbel opgenomen in de primaire Product 38: Overige randdiensten onderwijs begroting. Voorgesteld wordt bedrag ten gunste van onvoorzien te boeken. De kosten voor schoolmaatschappelijk werk zijn in de primaire begroting zowel in product 79 Algemene maatschappelijke dienstverlening opgenomen als op product 38 Overige randdiensten. Bedrag op product 38 kan komen te vervallen. Portefeuillehouder: J.P. Tanis 16. Schoolzwemmen en leerlingenvervoer Programma 3: Jeugd en Onderwijs Product 29: Diversen openbaar onderwijs Product 31: Diversen bijzonder onderwijs Product 33: Diversen bijzonder spec. Onderwijs Product 37: Leerlingenvervoer
Extra kosten voor schoolzwemmen (€ 15.000) en voor leerlingen vervoer (€ 100.000). Deze kosten ten laste brengen van onvoorzien.
Schoolzwemmen: Door toename met 1 lesuur per week zijn de kosten voor De Lockhorst hoger dan geraamd. Leerlingenvervoer: Op basis van de budgetmutatie veegbesluit 2009 was al duidelijk dat de raming voor het jaar 2010 te laag was. Dit was abusievelijk niet verwerkt. Daarnaast is in de loop van 2010 sprake van toename van het aantal vervoersadressen. Per augustus 2009 174 leerlingen te vervoeren naar 27 schooladressen en per augustus 2010 147 leerlingen naar 39 schooladressen. Er is tevens sprake van toename van leerlingen met specifieke gedragsproblemen waarvoor passend vervoer cq. incidenteel vervoer vereist is. Betreffende overschrijdingen ten laste van onvoorzien brengen. Portefeuillehouder: J.P. Tanis 17. Inpandige uitbreiding H. Dunantschool Programma 3: Jeugd en Onderwijs Verhoging krediet als gevolg van extra kosten inpandige uitbreiding H. Product 28: Openbaar onderwijs Dunantschool (€ 22.000) kunnen ten laste worden gebracht van voorziening huisvesting onderwijs. Werkzaamheden inpandige uitbreiding, begroot op € 147.500,-- zijn uitgevoerd in 2009, maar eindafrekening is in juli 2010 ontvangen. Naast meerkosten van ca. 2.500 euro zijn tevens verantwoord de gelijktijdig uitgevoerde werkzaamheden voor vervanging van vloerbedekking hal (kosten 12.000,-- euro) en aanbrengen valbeveiliging dak. (kosten 7.500,-- euro). Voor laatstgenoemde werkzaamheden waren gelden in de schijf 2009 van de voorziening huisvestingsvoorzieningen onderwijs opgenomen maar nog niet geactiveerd. De extra kapitaallasten die hiermee gepaard gaan zullen gedekt worden ten laste van de voorziening huisvesting onderwijs. Portefeuillehouder: J.P. Tanis 18. Renovatie J. Calvijnschool Programma 3: Jeugd en Onderwijs
Verhoging krediet (€ 26.000) a.g.v. extra kosten voor renovatie en tijdelijke huisvesting in voormalige Groen van Prinstererschool kunnen ten laste worden gebracht van voorziening huisvesting onderwijs.
Product 30: Openbaar onderwijs
- 23 -
Voor renovatie en tijdelijke huisvesting in gebouw Frans Halsstraat was een totaalkrediet beschikbaar van € 350.000. Bij de renovatie werkzaamheden werd met name in de panelen bij de kozijnen asbest geconstateerd. Dit leidde tot een verhoging van kosten met ca.€ 19.000. Voor de tijdelijke huisvesting was voorts geen rekening gehouden met kosten voor verwijderen kapotte speelattributen, egaliseren cq. herstraten schoolplein en aanschaf / plaatsing van fietsenrekken. (kosten ca. € 7.000). De extra kapitaallasten die hiermee gepaard gaan zullen gedekt worden ten laste van de voorziening huisvesting onderwijs. Portefeuillehouder: J.P. Tanis 19. Projecten uitbreiding/nieuwbouw Griendencollege Programma 3: Jeugd en Onderwijs Overschrijding krediet uitbreiding/nieuwbouw Griendencollege Product 34: Bijzondere scholengemeenschap dekken door nog te ontvangen teruggave BTW. Het krediet voor de uitbreiding/nieuwbouw Griendencollege is met circa € 11.000 overschreden. Deze overschrijding kan gedekt worden uit nog te ontvangen bedragen (nog te ontvangen teruggave BTW) Portefeuillehouder: J.A. Lavooi 20. Aanwending BDU CJG t.b.v. subsidie Homestart Programma 3: Jeugd en Onderwijs Aanwending BDU CJG voor subsidie Home Start. Het voordeel (€ 30.000) wat hierdoor Product 42: Jeugd- en jongerenwerk ontstaat kan ten gunste van onvoorzien worden geboekt. Met ingang van 2008 ontvangt de gemeente een Brede Doeluitkering Centrum Jeugd en Gezin (BDU CJG). Deze middelen moeten na 4 jaar verantwoord worden en indien er middelen over zijn moeten deze worden terugbetaald aan het Rijk. De activiteiten van Home Start passen binnen de doelstelling van het CJG, zijnde ondersteuning ten behoeve van kwetsbare gezinnen. De kosten van Home Start voor 2010 mogen derhalve gedekt worden uit de middelen BDU CJG. Hiermee valt een bedrag van € 30.000 aan algemene middelen vrij en van kan dit bedrag afgeraamd worden van de post “Jeugd- en Jongerenwerk” ten gunste van “onvoorzien". Portefeuillehouder: A. de Waard 21. Verwijdering Huisvuil Programma 4: De openbare Ruimte
Diverse mutaties in opbrengsten en uitgaven op het product verwijdering huisvuil. Saldo (€ 44.000) ten gunste de reserve egalisatie tarieven afvalstoffenheffing.
Product 54: Verwijdering huisvuil
1. Extra inhuur personeel t.g.v. inzet personeel voor de inzameling van kunststofverpakkingsafval 2. Hogere opbrengst papier milieupark:een nabetaling van Nedvang vanuit het afvalfonds over 2009 3. Hogere opbrengst afgedankte elektronische apparatuur: bijdrage NVMP 4. Extra kosten inzameling kunststof: kosten voor aanschaf plastic hero zakken 5. Puin- en Tuinafval: lagere verwerkingskosten Portefeuillehouder: A. de Waard / J.A. Lavooi 22. Overbrengen krediet ‘Aanschaf kunst buitenuitbreiding’ van afd. WW naar WEZ Programma 5: Cultuur, Sport en Recreatie Krediet ‘Aanschaf kunst buitenuitbreiding’ Programma 7: Verkeer en Vervoer (€ 10.000) overboeken van voorziening onderhoud riolering naar reserve toepassing Product 57: Cultuurbeleid beeldende kunst.
- 24 -
Op verzoek van de afdeling Weg en waterbouw en in overleg met de afdeling WEZ wordt toestemming gevraagd om het krediet ‘Aanschaf kunst buitenuitbreiding’ ad. € 10.000, beschikbaar gesteld in de raad van 5-11-2007 als onderdeel van het restant krediet vervanging riolering en herinrichting buitenuitbreiding, geraamd ten laste van de voorziening onderhoud riolering, over te boeken naar de reserve toepassing beeldende kunst en daarmee het budgetbeheer bij de afdeling WEZ onder te brengen. Portefeuillehouder: J.A. Lavooi 23. Exploitatielasten vm. Groen van Prinstererschool Programma 5: Cultuur, Sport en Recreatie Budgetaanvraag voor exploitatielasten van de vm. Groen van Prinstererschool Product 60: Multifunctionele accommodaties (€ 22.500). Opbrengst derden is € 16.500. Resteert € 6.000 ten laste van de post onvoorzien. Het schoolgebouw is in maart 2009 overgedragen aan de gemeente. De elektriciteit e.a. kosten van maart 2009 t/m maart 2010 zijn in het begrotingsjaar 2010 door de Vereniging Christelijk Onderwijs aan de gemeente in rekening gebracht. De overige exploitatielasten voor 2010 zijn o.a. onderhoud en reparatiekosten, beveiligings- en bewakingskosten en verzekeringen. De doorbelasting van de energiekosten i.v.m. de tijdelijke huisvesting van de Johannes Calvijnschool bedragen € 7.800 en de huuropbrengsten van de tijdelijke huisvesting door Rivas bedragen € 8.700. Portefeuillehouder: J.A. Lavooi 24. Aanvraag krediet Verbouwingskosten De Reling Programma 5: Cultuur, Sport en Recreatie Programma 6: Werk, Inkomen, Zorg en Welzijn Product 60: Multifunctionele accommodaties Product 84: Wet maatschappelijke ondersteuning
Het beschikbaar stellen van een krediet van € 20.000 voor de verbouwingskosten/investeringskosten van de Reling. Dit bedrag komt ten laste van het product Wet maatschappelijke ondersteuning.
Op 15 juni 2010 heeft het college besloten om -vooruitlopend op het besluit tot verstrekking van een krediet van € 20.000 door de gemeenteraad voor deze investeringslast- een voorschot toe te kennen voor noodzakelijke aanpassingen aan gebouw de Reling voor de nieuwe huurder Yulius (voorheen: RMPI/De Grote Rivieren). Door middel van deze budgetmutatie wordt deze kredietaanvraag geëffectueerd. In de begroting van 2010 en verder is € 121.000 opgenomen onder de correctieposten begroting P129 Wmo en taakmutaties septembercirculaire. Dit bedrag is bij de zomernota afgeraamd en overgeboekt naar product 84 Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Van dit bedrag is voorgesteld om in 2010 eenmalig een bedrag reserveren van € 20.000 voor verbouwingskosten/ investeringskosten Reling. De geraamde investering bedraagt € 20.000. De kapitaallasten voor afschrijving en rente hiervoor bedragen € 2.000 per jaar. De ruimte in de Reling is vrijgekomen door het vertrek van enkele instellingen naar het CJG per 1 januari 2011. Yulius wil de ruimte huren voor inloopactiviteiten en als regiokantoor voor de consulenten. Hiervoor dient een eenmalige aanpassing in het gebouw plaats te vinden: het plaatsen van scheidingswanden, telefoon- en computeraansluitingen en een keuken op de eerste etage. De exploitatie van de Reling kent een structureel voordelig saldo van € 12.000.
- 25 -
Portefeuillehouder: M.C. Boevée 25. Aanvullende bijdrage 2010 Stichting Comité 4 en 5 mei Programma 5: Cultuur, Sport en Recreatie Beschikbaar stellen van budget van € 2.500 Programma 1: Bestuur en Dienstverlening i.v.m. tegenvallende inkomsten Kathedraal concert. Dekking vindt plaats door € 1.250 Product 64: Sportbeleid en -subsidiering ten laste te brengen van de stelpost Product 16: Volksfeesten subsidieverhoging en € 1.250 ten laste van onvoorzien.
Eens in de vijf jaar ontvangt de Stichting Comité 4 en 5 mei een hoger subsidiebedrag, om in het kader van lustrumjaren een uitgebreider programma aan te kunnen bieden. Bij het Kathedraalconcert wat dit jaar heeft plaatsgevonden zijn de inkomsten substantieel lager uitgevallen. In totaal is er een tekort ontstaan van € 2.500 waarvoor de stichting een krediet heeft moeten nemen. Om extra kosten a.g.v. het krediet te voorkomen vraagt de stichting eenmalig een bedrag van € 2.500. Een bedrag van € 1.250 zal worden terugbetaald via een lagere subsidieverlening voor 2011. Portefeuillehouder: J.A. Lavooi 26. Afrekening Regeling Inburgering Oudkomers N-56 Programma 6: Werk, Inkomen, Zorg en Welzijn Financiële afrekening in 2010 voor de Regeling Inburgering Oudkomers N-56 over Product 81: Opvang Asielzoekers/Verblijfsger. de jaren 2006 en 2007. Aanvullend op waar rekening mee is gehouden krijgen we € 101.000. Bedrag ten gunste van onvoorzien. Gemeente Sliedrecht heeft deelgenomen aan de Regeling Inburgering Oudkomers N-56 (‘RIO-II’). De uitvoering van deze regeling vond plaats in 2006 en 2007, waarvoor het Rijk gelden ter beschikking stelde. Hoewel deze regeling op individuele basis is aangegaan, werkte de gemeente Sliedrecht samen met andere gemeenten in de regio (i.c. Regio Zuid-Holland Zuid). Het Rijk heeft in 2008 uiteindelijk de definitieve eindafrekening opgemaakt, welke resulteerde in een nabetaling aan de Regio ZuidHolland Zuid. Het aandeel van de nabetaling voor de gemeente Sliedrecht zou dan vervolgens overgemaakt worden aan de gemeente Sliedrecht. Tot op heden was dat nog niet gebeurd. Dit heeft mede te maken met de overheveling van de inburgeringstaken van de Regio Zuid-Holland Zuid naar de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden. Recent heeft de Regio Zuid-Holland Zuid de afrekening voor de gemeenten opgemaakt. Het resultaat hiervan is dat de gemeente Sliedrecht € 146.000 zal ontvangen. In de begroting van 2010 is met betrekking tot deze ontvangst reeds rekening gehouden met € 45.000, zodat een niet begroot voordeel van € 101.000 ten gunste van het jaar 2010, resteert, ten gunste van de post onvoorzien. Portefeuillehouder: J.A. Lavooi 27. Centrum Jeugd en gezin OVA 2009, correctie zomernota Programma 6: Werk, Inkomen, Zorg en Welzijn Bij de zomernota is abusievelijk een budget aangevraagd € 12.000 voor de aanvullende Product 78: Algemene Gezondheidszorg overheidsbijdrage in de kostenontwikkelingen. Voorgesteld wordt dit bedrag terug te draaien. Ten gunste van de post onvoorzien. OVA-middelen Op 1 september 2009 heeft de gemeente Sliedrecht de beschikking ontvangen inzake de aanvullende overheidsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling van de jeugdgezondheidszorg (OVA). Deze middelen zijn gestort in de BDU CJG om door te sluizen naar de uitvoerende organisaties. Het bedrag - 26 -
is voor 2010 abusievelijk dubbel opgenomen en kan derhalve worden afgeboekt. (Bedrag was reeds opgenomen in de primaire begroting en vervolgens abusievelijk opgenomen in de zomernota van 2010.) Portefeuillehouder: J.A. Lavooi / A. de Waard 28.Afdeling projecten Programma 9: Wonen Diverse extra kosten en inkomsten voor Programma 6: Werk, Inkomen, Zorg en Welzijn Baanhoek-West, ontwikkelingsvisie Kerkbuurt en voorbereiding revitalisering Product 118: Exploitatie Baanhoek-West Nijverwaard. Product 70: Economische Zaken Product 74: Erfpacht industrieterreinen Dit betreft een aantal begrotingswijzigingen van de afdeling Projecten, deze worden per product toegelicht: Planontwikkeling Baanhoek-West In de komende periode wordt Baanhoek-West verder ontwikkeld. De projectleiding wordt hierin bijgestaan door externe deskundigen. Hiervoor is een bedrag benodigd van € 50.000. Met deze kosten is rekening gehouden in de grondexploitatieberekening van de gemeente De kosten worden gedekt uit de bouwgrondexploitatie Baanhoek-West (voor de gemeente dus budgetneutraal). Projectleiding-Sectretariaat Baanhoek-West In 2009 is ten onrechte een bedrag van € 13.500 aan kosten doorberekend aan de ontwikkelaar van Baanhoek-West. Dit is in 2010 gecorrigeerd. De lagere opbrengst wordt gedekt uit de gemeentelijke bouwgrondexploitatie Baanhoek-West. Bijdragen voorbereiding en toezicht Baanhoek-West In de komende periode wordt Baanhoek-West verder ontwikkeld. Voor de gemeentelijke kosten voor voorbereiding en toezicht mogen contractueel (samenwerkingsovereenkomst Baanhoek-West) kosten per woning in rekening worden gebracht bij de ontwikkelaar. Voor de looptijd van het project worden deze opbrengsten geraamd op € 1.290.000. Met deze opbrengsten is rekening gehouden in de grondexploitatieberekening. Deze opbrengsten komen ten bate van de gemeentelijke bouwgrondexploitatie Baanhoek-West. Bijdragen infrastructurele werken Baanhoek-West In de komende periode wordt Baanhoek-West verder ontwikkeld. Voor een bijdrage aan de Reserve Infrastructuur mag contractueel (samenwerkingsovereenkomst Baanhoek-West) een bedrag per woning in rekening worden gebracht bij de ontwikkelaar. Voor de looptijd van het project worden deze opbrengsten geraamd op € 2.040.000. Met deze opbrengsten is rekening gehouden in de grondexploitatieberekening. Deze opbrengsten komen ten bate van de Reserve Infrastructuur. Ontwikkelingsvisie Kerkbuurt Op 28 juni 2010 heeft de gemeenteraad een krediet van € 31.000 beschikbaar gesteld voor de ontwikkelingsvisie Kerkbuurt voor het begrotingsjaar 2011. Dit project is voortvarend opgepakt en inmiddels zijn de werkzaamheden reeds gestart. Er wordt daarom voorgesteld om een bedrag van € 15.000 van het krediet reeds in 2010 beschikbaar te stellen, ten laste van de post onvoorzien.
- 27 -
Voorbereiding revitalisering Nijverwaard De gemeenteraad heeft op 7 juni 2010 ingestemd met de eindrapportage Renovatie Nijverwaard. In onderstaand overzicht is de in het raadsvoorstel opgenomen tabel over het nog te ontvangen bedrag na vaststelling van de toegekende subsidie weergegeven. Toegekende subsidie 493.000 Voorschot subsidie in 2003 68.500 Voorschot subsidie in 2005 158.000 Totaal uitbetaalde voorschotten 226.500 Nog te ontvangen na vaststelling 266.500
Deze rapportage is bij de provincie Zuid-Holland ingediend met het verzoek om de toegezegde subsidie vast te stellen. Inmiddels heeft de provincie de definitieve subsidie vastgesteld op het in de eindrapportage aangegeven bedrag en heeft toegezegd het bedrag van € 265.917 te zullen betalen aan de gemeente. In het raadsvoorstel van juni is aangegeven dat na vaststelling door de provincie van de subsidie de begrotingswijziging aan de gemeenteraad zal worden voorgelegd. Conform het raadsvoorstel zal van het nog te ontvangen bedrag van € 266.500 een bedrag van € 143.500 worden overgeboekt naar het krediet voor fase 4 Lelystraat West (dekking reeds door de raad gevoteerd in december 2007). Het resterende bedrag van € 123.000 kan dan gestort worden in de Reserve Renovatie Nijverwaard. Portefeuillehouder: A. de Waard 29. Inrichten 30 km zone baanhoek (spoorbrug Papendrecht) Programma 7: Verkeer en Vervoer Meerkosten inrichting 30 km zone Baanhoek (€ 14.500). Kosten kunnen worden gedekt Product 87: Onderhoud wegen door product 87 (€ 7.500) en door product 94 Product 93: Verkeer (algemeen) (€ 7.000) Product 94: Verkeersmaatregelen De inrichting van de 30 km zone Baanhoek (westelijk deel) is geheel met bewonersparticipatie tot stand gekomen. Als gevolg van de lange procedure en het invullen van terechte wensen zijn meerkosten ontstaan. Tevens heeft tegelijkertijd onderhoud plaatsgevonden. Hiertoe dient de bijdrage uit het budget periodiek onderhoud als correctie te worden doorgevoerd. Portefeuillehouder: A. de Waard 30. Keerlus Elzenhof Programma 7: Verkeer en Vervoer
Gevraagd wordt een budget van € 24.500 beschikbaar te stellen voor aanleg parkeerplaatsen/keerlus. Dekking vindt plaats door bijdrage Tablis (€ 11.000), restant (€ 13.500) ten laste van budget periodiek onderhoud wegen.
Product 87: Onderhoud wegen
De werkzaamheden waren het aanleggen van een 16 tal parkeerplaatsen bij de 10 hoogflats en het maken van een keerlus voor taxi’s bij de Elzenhof over bestaand tegel werk. Voor de werkzaamheden werd van Tablis een bijdrage verkregen van € 11.112,15. Het restant dient uit het budget periodiek onderhoud wegen te worden bijgedragen.
- 28 -
Portefeuillehouder: A. de Waard 31. Gladheidbestrijding Programma 7: Verkeer en Vervoer
Aanvullend budget (€ 23.000) beschikbaar stellen voor gladheidbestrijding.
Product 85: Gladheidbestrijding Ten gevolge van strenge winter extra inzet van personeel en gebruik van strooizout. Portefeuillehouder: J.A. Lavooi 32. Meerwerk milieudienst Zonebeheer industriegebied Programma 8: Ruimtelijke Ordening en Milieu Meerwerk taken milieudienst i.h.k.v. zonebeheer industriegebied (€ 13.000). De Product 109: Bodembescherming en sanering extra kosten kunnen worden gedekt uit de Product 110: Geluid en lucht reguliere budgetten binnen de productgroep milieu. In het kader van de uitvoering van de wettelijke taak betreffende het zonebeheer is investeringskrediet gevoteerd voor actualisering van zonebewakingmodellen door de milieudienst Lopende en volgende op de actualisatie van de zonebewakingsmodellen voor de industrieterreinen Molendijk-Industrieweg en Rivierdijk-De Peulen is meerwerk ontstaan. Dit meerwerk heeft o.a. te maken met correcties op de actualisatie, overleg, onderzoek en rapportage in verband met ruimtelijke ontwikkelingen op het Plaatje, Oude Uitbreiding West en Watertorenterrein. De extra kosten als gevolg van het meerwerk kunnen worden gedekt uit de reguliere budgetten binnen de productgroep milieu. Portefeuillehouder: J.A. Lavooi 33. BWS subsidie Woningbouwcorporaties Programma 9: Wonen
De subsidie (€ 119.000) van de overheid inzake BWS is komen te vervallen. Daarmee is ook de doorbetalingsverplichting vervallen.
Product 112: Woningbouwcorporaties
Op 22 augustus 2008 is een besluit tot verplichte afkoop van de BWS subsidies genomen. Begin 2009 is een afkoopbedrag ontvangen en dit is naar doorgestort aan Tablis Wonen. Dit bedrag is ten onrechte structureel in de begroting opgenomen en wordt door dit besluit gecorrigeerd. Thans wordt er nu geen subsidie meer ontvangen en doorgestort. Portefeuillehouder: J.A. Lavooi 34. Leges bouwvergunningen Programma 8: Ruimtelijke Ordening en Milieu
Aanvullende inkomsten (€ 232.000) bouwleges voor o.a. bouwprojecten halte Baanhoek en Baanhoek-West. De opbrengsten komen ten gunste van onvoorzien.
Product 105: Vergunningen
De opbrengst bouwleges is in 2010 hoger dan begroot. Reden hiervoor is een aantal grote bouwprojecten (waaronder halte Baanhoek en Baanhoek-West) waarvoor vergunningen zijn verstrekt. Deze opbrengsten komen ten gunste van de post onvoorzien. Ten aanzien van de verstrekte bouwvergunningen het volgende: Op de verlening van vergunningen worden de opbrengsten geboekt op het moment van het verlenen van de vergunning. Dat is op zich best redelijk, echter een deel van de werkzaamheden wordt pas tijdens de bouw of na realisatie van het project uitgevoerd. Vaak zit er ook nog een verschil in het jaar van verlening en de realisatie van het project. Door de opbrengst te verantwoorden bij het verlenen van
- 29 -
de vergunning ontstaat hier een beeld wat niet in verhouding is tot de verrichte werkzaamheden. Wij pleiten er daarom voor om de realisatie van de opbrengst van grotere projecten (meer dan € 30.000 aan leges) voor een evenredig deel door te schuiven naar het moment van realisatie. Hiervoor zal de financiële verordening aangepast moeten worden. Dat zal voor 2010 niet meer lukken voor het einde van het jaar. Gevraagd wordt om in te stemmen met het aanpassen van de verordening en vooruitlopend daarop om voor projecten, waarvan de legesopbrengst hoger is dan € 30.000, een evenredig deel als vooruit ontvangen bedragen op te nemen op de balans. Dit bedrag komt ten gunste van de exploitatierekening op het moment dat de werkzaamheden goeddeels zijn afgerond.
Portefeuillehouder: M.C. Boevée 35. Asbestverwijdering Parallelweg 32 Programma 8: Ruimtelijke Ordening en Milieu
Kosten asbestverwijdering (€ 16.500) De kosten worden verhaald op de veroorzaker..
Product 106: Preventie/controle/handhaving Kosten gemaakt t.g.v. asbestverwijdering Parallelweg. De kosten worden verhaald op de veroorzaker. Momenteel loopt er een bezwarenprocedure, in behandeling bij het Juridisch Kennis Centrum. Portefeuillehouder: M.C. Boevée 36. Vrijval budget Duurzaam Bouwen Programma 8: Ruimtelijke Ordening en Milieu
Vrijval budget (€ 5.000) Duurzaam bouwen t.g.v. onvoorzien.
Product 107: Duurzaam bouwen In 2010 geen kosten gemaakt m.b.t. Duurzaam bouwen. Budget wel handhaven in de begroting van de komende jaren. Dit omdat per 2011 er een nieuw beoordelingsprogramma wordt ingevoerd GPRgebouw en hier mogelijk kosten uit voortvloeien. Portefeuillehouder: J.A. Lavooi 37. Extra inzet bureau Volgerlanden Programma 9: Wonen
Extra inzet bureau Volgerlanden voor het project Oude Uitbreiding West. Bedrag van € 6.000 ten laste brengen van de Stimuleringsreserve Woningbouw.
Product 116: Herstructurering woonwijken
Er mee in te stemmen dat het bureau Volgerlanden voor 45 extra uren wordt ingeschakeld voor het project Oude Uitbreiding West. Doordat het project vertraging heeft opgelopen door de problematiek van het industrielawaai en de zienswijzen van bedrijven tegen het besluit hogere grenswaarden geluid, heeft het bureau volgerlanden extra uren nodig voor coördinatie en het bijwonen van project- en stuurgroepvergaderingen. Tot het einde van het jaar gaat het om ca. 45 uur. Voorgesteld wordt de extra kosten te boeken op de Stimuleringsreserve Woningbouw. Portefeuillehouder: J.P. Tanis 38 Diverse mutaties Grondzaken Programma 10: Financiën en Organisatie
Extra inkomsten door diverse grondverkopen en verhuur van gronden. Daarentegen diverse grondaankopen + advieskosten Per saldo € 6.500 ten gunste van onvoorzien.
Product 137: Grondzaken
- 30 -
De volgende mutaties zijn verricht: Grondverkopen Huuropbrengsten Externe kosten adviezen Aankoop gronden Totaal voordelig
€ € € € €
20.000 2.000 5.000 -/10.500 -/6.500
Portefeuillehouder: J.P. Tanis 39. Dividendopbrengsten Programma 10: Financiën en Organisatie
Extra inkomsten (€ 161.500) door meevallende dividenduitkeringen BNG en Eneco. Ten gunste van de post onvoorzien.
Product 135: Beleggingen
Rekening was gehouden met een dividend van € 32.000 van de BNG en € 384.500 van Eneco. In 2010 is de dividenduitkering over 2009 hoger uitgevallen. Voor de BNG bedraagt de dividenduitkering € 77.500 en voor Eneco € 500.500. Per saldo wordt er een hogere opbrengst geboekt van € 161.500. Portefeuillehouder: A. de Waard 40. Inhuur personeel Programma 10: Financiën en Organisatie
Kosten van inhuur € 363.000. De kosten van inhuur worden gedekt door besparingen op personeelskosten als gevolg van o.a. niet vervulde vacatures en uit ziekte- en zwangerschapsuitkeringen van medewerkers.
Product: diversen
Als gevolg van niet vervulde vacatures van diverse afdelingen, langdurig ziekteverzuim en zwangerschapsverlof, heeft er inhuur plaatsgevonden. Het betreft hier tijdelijke inhuur om de lopende processen niet te verstoren. Hiervoor is een extra budget nodig van € 363.000. Hogere kosten voor inhuur in 2010: a. Inhuur personeel beheerder sporthallen b. Inhuur personeel ROBM c. Inhuur personeel Brandweer d. Inhuur personeel Projectmanagement Totaal
€ 25.000 € 60.000 € 200.000 € 78.000 € 363.000
Dit bedrag wordt in 2010 gedekt door: 1. Uitkeringen WAO, Ziekte en Zwangerschap 2. Vacatureruimte (salarisruimte) Totaal
€ 53.000 € 310.000 € 363.000
- 31 -
Portefeuillehouder: J.P. Tanis / J.A. Lavooi 41. Mutaties septembercirculaire 2010 Programma 10: Financiën en Organisatie
Bijstellen van de raming 2010 n.a.v. de ontwikkelingen rondom het gemeentefonds Product 134: Algemene uitkering op basis van de septembercirculaire. De Product 81: Opvang asielzoekers korting bedraagt € 91.500, hierin is een taakmutatie van € 25.000 voor uitvoeringskosten instapcursussen inburgering opgenomen. Het nadeel komt daardoor op € 116.500. Op Prinsjesdag is de septembercirculaire gemeentefonds 2010 gepubliceerd door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het saldo van de algemene uitkering is ten opzichte van de primaire begroting € 91.500 naar beneden bijgesteld. Portefeuillehouder: J.P. Tanis 42. Aankoop gronden Waterschap Rivierenland locaties Baanhoek Programma 10: Financiën en Organisatie Budget (€ 27.000) beschikbaar stellen voor aankoop gronden locaties Baanhoek en ten Product 137: Grondzaken laste brengen van de post onvoorzien. Aankoop 3 locaties Baanhoek waarvan de gemeente de eigendom wil verwerven, ten behoeve van een in de toekomst mogelijke noodzaak tot aanleg van parkeerplaatsen, waarbij de gronden tot die tijd groen zullen worden ingericht. De totale kosten van aankoop en kosten eigendomsoverdracht bedragen € 27.000 en zullen ten laste komen van onvoorzien. Melding 43. Korting inkomensondersteuning Programma 6: Financiën en Organisatie
Portefeuillehouder: J.A. Lavooi Korting van € 375.000 op het budget voor inkomensondersteuning.
Product 66: Bijstandverlening De geprognosticeerde lasten Inkomensondersteuning zijn hoger dan de totale begrote lasten. Het klantenbestand WWB/WIJ van de SDD is in de periode 1 januari tot en met 31 augustus 2010 gestegen met 11,4%. Het tempo waarin we stijgen vlakt inmiddels enigszins af. Voor het geprognosticeerde negatieve resultaat voor 2010 van € 7.260.000 wordt een begrotingswijziging voorgesteld. Het definitieve resultaat zal met de jaarrekening 2010 met de gemeenten worden afgerekend. Voor de gemeente Sliedrecht wordt een nadeel van € 375.000 begroot. Deze post wordt in navolging van de SDD niet budgettair verwerkt, maar in het rekeningresultaat voor 2010. Het saldo van de post onvoorzien, na verwerking van dit veegbesluit, is voldoende om dit geprognosticeerde nadeel te kunnen dekken. Financiële kaders: Het saldo van de post voor onvoorziene uitgaven 2010 is na het comptabiliteitsbesluit van september € 65.634 positief. Dit saldo neemt door deze voorgestelde besluiten toe met € 403.750. Hierdoor wordt het saldo van de post onvoorziene uitgaven na de raadsvergadering in december € 468.384. Een totaaloverzicht is bijgesloten. De heer Van Gameren merkt op dat het resterende saldo onvoorzien wellicht het toekomstige resultaat van 2010 is, aangezien dit het veegbesluit is. Dit moet nog in de Drechtraad worden vastgesteld, waar hij vertegenwoordiger is. Als hij bezwaar zou hebben, moet hij feitelijk zichzelf daar op aanspreken en dat brengt hem in een merkwaardige positie. Hij vraagt zich af op hij zijn collegaraadsleden niet moet vragen of ze niet ook in dubio zitten. Heel veel dingen vallen tegen, met name die betrekking hebben op de gemeenschappelijke regelingen; die worden met dit veegbesluit - 32 -
rechtgetrokken. In andere comptabiliteitsbesluiten zijn blijkbaar administratieve vergissingen gemaakt die ook rechtgetrokken worden. Hij vraagt de raad of hij daar verdrietig om moet zijn, of juist tevreden omdat Sliedrecht ondanks de tegenvallers toch nog de post onvoorzien met 4 ton omhoog brengt. Mevrouw Visser is van mening dat de raad zich in het begin feitelijk rijk heeft gerekend; de grootste tegenvallers zitten in de gemeenschappelijke regelingen en daar kun je van zeggen dat die te maken hebben met de hebzucht van Sliedrecht in eerste instantie. Wat je jezelf als Drechtraadlid kunt verwijten, is dat er nog steeds genoegen wordt genomen met het feit dat eerste en tweede Maraps veel te laat komen en dan is bijsturing steeds moeilijker. Anderzijds gebiedt de eerlijkheid haar te zeggen dat de bijsturingen die op dit moment op stapel staan, met name in Drechtstedenverband, de goede kant op gaan. De controle op Zuid-Holland Zuid moet veel beter geborgd worden; een verlies van 4,2 miljoen in drie jaar tijd is niet niks. De heer Van Gameren zou verdrietig en alert moeten zijn. Ondanks dat haar fractie geen voorstander is van gemeenschappelijke regelingen, mag Sliedrecht blij met de Sociale Dienst Drechtsteden, gezien de ontwikkelingen qua bijstand en dergelijke. Je moet je voorstellen wat er op je af was gekomen als je nog zelfstandig was geweest. De heer Sneijder vraagt of er een eindbedrag in zicht is met betrekking tot de afwikkeling van de baatbelasting. Hij mist een stuk tekst bij punt 2. Punt 13, contracten. Waarschijnlijk kan dit niet zo maar teruggelegd worden bij de gemeenschappelijke regeling Biesbosch. Er is eenzijdig een contract opgezegd en dat kost de gemeente geld; dat is heel vreemd. Hij vraagt of het de Biesbosch ook geld gaat kosten als Sliedrecht eenzijdig het contract op zou zeggen. Naar aanleiding van punt 24 merkt hij op dat Yulius een groot kantoor gaat bouwen aan de Kerkbuurt; in de Reling wordt voor Yulius een verbouwing gedaan ad 20.000 euro. Hij vraagt of er een risico is dat dit een desinvestering blijkt als Yulius na een of twee jaar besluit om alle activiteiten onder te brengen in het nieuwe pand. De heer Verloop merkt op dat de fractie van het CDA tot de conclusie is gekomen dat het budgetrecht een van de sterkste rechten van de raad is; als er dan 43 comptabiliteitsbesluiten voorliggen, vindt zijn fractie dat toch enigszins buiten proporties. Gelukkig heeft het een positief effect op de post onvoorzien, maar het is toch moeilijk in de hand te houden. Wethouder Tanis merkt op dat voor wat betreft de baatbelasting er een reële inschatting gemaakt is van de rentekosten. Hij verwijst naar een overleg met de controller van de Belastingdienst en komt er verder technisch op terug, voor 6 december. Dat geldt ook voor de tekst bij punt 2 en voor punt 13. Hij begrijpt de vraag met betrekking tot het opzeggen van het contract, maar neemt aan dat dit juridisch klopt. Ook daar zal hij naar laten kijken. Over Yulius is hij niet voldoende op de hoogte; wethouder Lavooi heeft de vergadering reeds verlaten. De heer Mak merkt op bij interruptie dat het gaat om een contract voor vier à vijf jaar. Hij heeft daar een technisch vraag over gesteld. Wethouder Tanis dankt voor die aanvulling. Richting de heer Verloop merkt hij op de onvrede te begrijpen. Voor een deel heeft dat te maken met de keuze om eens per jaar een veegbesluit te nemen; dat bevredigt hem ook niet. Je kunt er ook voor kiezen om het in de eerstvolgende cyclus mee te laten lopen in plaats van te wachten tot december, dan hou je het ook wat zuiverder. Hij wil er best in de auditcommissie nog eens over spreken. De heer Van Gameren merkt op dat daar vorig jaar al eens over gesproken is, samen met de accountant. De accountant vond het ook handig om niet eens per jaar een veegbesluit te nemen en de auditcommissie heeft daar positief op gereageerd. Helemaal te voorkomen is het uiteraard niet. Mevrouw Visser stelt voor om bij de Zomernota al een soort veegbesluit te nemen. Wethouder Tanis stelt voor om dit voorstel in de auditcommissie te bespreken en er praktisch vorm aan te geven. Toevoegen aan actielijst. De heer Van Gameren merkt op dat er nu een package deal is opgenomen met betrekking tot de overschrijdingen die Zuid-Holland Zuid gedaan heeft richting de gemeenschappelijke regeling Drechtsteden. Hij mist nog dat Sliedrecht buiten de gemeenschappelijke regeling Drechtsteden ook geld betaalt aan Zuid-Holland Zuid; een klein miljoen. Als dat meer geld kost in het kader van de package deal, had hij daar ook een comptabiliteitsbesluit van verwacht. Wethouder Tanis verwijst naar punt 3.
- 33 -
De heer Van Gameren antwoordt dat dat nog steeds in relatie is met de gemeenschappelijke regeling Drechtsteden. Wethouder Tanis merkt op dat het op hoofdlijnen als volgt in elkaar steekt. Zuid-Holland Zuid had twee problemen. Binnen de dochters van Zuid-Holland Zuid, met name de Veiligheidsregio en de Milieudienst, was er sprake van forse verliezen in de afgelopen jaren, die niet gedekt konden worden door de beschikbare reserves. Vervolgens had Zuid-Holland Zuid een discussie met de Drechtsteden over de contracten die er lagen tussen Service Centrum Drechtsteden en de geleverde diensten. Die twee aspecten worden in dit verhaal opgelost. Concreet betekent het dat Sliedrecht aan Zuid-Holland Zuid een bijdrage moet leveren van afgerond 150.000 euro. De heer Van Gameren stelt voor zijn vraag op papier te zetten. BESPREEKPUNT voor de raad van 6 december. 21. SLUITING De voorzitter sluit de vergadering om 22.38 uur.
De voorzitter,
De griffier,
W. Dunsbergen
A. Overbeek
- 34 -
ACTIELIJST OPINIËRENDE BIJEENKOMST n.a.v. 22 november 2010 (behandeling 25 januari 2011) Nr. datum Omschrijving 1 30/03/2009 Informatie over aanbesteding contract met CityTec van 14 gemeenten 2 26/04/2010 Memo over Gezondheidsenquête GGD ZHZ, gecombineerd met andere onderzoeken 3 10/05/2010 Bespreking Evaluatie SCD
Afhandeling A. de Waard
Beoogde datum 2e kwartaal 2011
J.A. Lavooi
15 maart 2011
A. de Waard
1e of 2e kwartaal 2011
4
J.P. Tanis
5
6 7
8 9
10
06/09/2010 Informatieve bijeenkomst over bestemmingsplan ‘Watertorenterrein en Rivierdijk 2 – 338’ 06/09/2010 Opiniërende bijeenkomst informeren over de evaluatie (projecten) n.a.v. ‘Resultaten Rekenkamercommissieonderzoek aanbevelingen rapporten Kerkbuurt en kunstgrasvelden’ 25/10/2010 Toezending stukken BC en DB Jeugdgezondheidszorg 25/10/2010 Reactie op fenomeen dat er diverse toezeggingen van college voor 1e kwartaal 2011 staan en er weinig vergadermomenten zijn 22/11/2011 WMO-raad n.a.v. jaarverslag 2010 tijdens informatieve bijeenkomst 22/11/2011 Onderzoek naar mogelijkheid om belastingverordeningen en programmabegroting gelijktijdig te behandelen 22/11/2011 Onderzoek naar mogelijkheid om het veegbesluit van december meer te spreiden, bijvoorbeeld bij de zomernota
de voorzitter,
W. Dunsbergen
de griffier,
A. Overbeek
M.C. Boevée
15 maart 2011
J.A. Lavooi
15 maart 2011
M.C. Boevée
15 maart 2011
griffier J.P. Tanis
z.s.m. na publicatie jaarverslag 2010 25 januari 2011
auditcie
25 januari 2011
Ingekomen stukken opiniërende bijeenkomst van 25 januari 2011 RUIMTE EN GROEN NOTA’S/INGEKOMEN BRIEVEN 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Mutaties in het beplantingsplan reconstructie aanleg rotonde Stationsweg-Rembrandtlaan Voortgangsrapportage projecten Benoeming G. Tegelberg in monumentencommissie Sliedrecht Starterswoningen stand van zaken Nieuwe wetgeving staatssteun woningcorporaties Wet kraken en Leegstand Vergaderstukken portefeuillehoudersoverleg Fysiek, 2 november en 7 december 2010
STELLER/BEHANDELEND AMBTENAAR H.W. Langhorst, 940 D.C. v. ’t Hoff, 960 I. Verkerk, 962 I. Verkerk, 962 I. Verkerk, 962 I. Verkerk, 962 W. Labee, 918
Concept Raadsvoorstel Aan de raad van de gemeente Sliedrecht
Agendapunt:
Sliedrecht, 11 januari 2011
Onderwerp: Vaststelling van het bestemmingsplan Ruysdaelstraat Voorgesteld besluit: 1. bij de vaststelling van het bestemmingsplan Ruysdaelstraat geen exploitatieplan als bedoeld in artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening vast te stellen, omdat de kosten anderszins zijn verzekerd; 2. de zienswijze van reclamant 1 ongegrond te verklaren; 3. de zienswijze van ProRail gegrond te verklaren; 4. het bestemmingsplan Ruysdaelstraat, bestaande uit de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0610.bp16Ruysdaelstraat-3001, waarbij voor de locatie van de geometrische planobjecten gebruik is gemaakt van een ondergrond welke is ontleend aan de GBKN van 8 juni 2010, met de bijbehorende bestanden vast te stellen.
Advies opiniërende bijeenkomst:
Overwegingen en alternatieven: 1. Inhoud bestemmingsplan Tablis Wonen is voornemens om in totaal 22 meergezinswoningen (seniorenwoningen) op te richten aan de Ruysdaelstraat te Sliedrecht. De bestaande woningen (19 eengezinswoningen) zijn reeds vanwege slechte bouwkundige staat gesloopt. De beoogde herstructurering is niet direct uitvoerbaar op basis van het vigerend bestemmingsplan ‘Woongebied’. Met de herziening van het bestemmingsplan wordt de ontwikkeling aan de Ruysdaelstraat juridisch mogelijk gemaakt.
2. Plangebied Het plangebied is gelegen aan de oostzijde van de Ruysdaelstraat nabij het centrum van de gemeente Sliedrecht. Het plangebied wordt aan de noordzijde begrensd door de Hobbemastraat, aan de oostzijde door achtertuinen behorende bij de woningen gelegen aan de Paulus Potterstraat, aan de zuidzijde door groen en aan de westzijde door nieuwbouwwoningen.
3. Ter inzage In overeenstemming met artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening heeft het ontwerp bestemmingsplan Ruysdaelstraat na publicatie in Het Kompas en de Staatscourant vanaf vrijdag 29 oktober 2010 gedurende zes weken ter inzage gelegen in het gemeentekantoor van de gemeente Sliedrecht. In deze periode heeft een ieder de mogelijkheid gekregen een zienswijze in te dienen op het ontwerp bestemmingsplan.
-2-
4. Zienswijzen Tijdens de periode van terinzagelegging zijn 2 zienswijzen binnengekomen van: - Reclamant 1; - ProRail. De zienswijzen zijn binnen de termijn ingediend en zijn ondertekend en daarmee ontvankelijk. Voor de inhoud van de zienswijzen wordt kortheidshalve verwezen naar het bijgevoegde zienswijzenverslag. In dit verslag zijn de zienswijzen opgenomen en van een reactie voorzien. Het zienswijzenverslag wordt geacht hier volledig te zijn herhaald en ingelast. De zienswijze van reclamant 1 richt zich op het feit dat het zuidoostelijk deel van de Ruysdaelstraat de huidige bestemming van bewoning nog steeds behoudt en dit deel van de straat dient ook bij de berekening van het aantal parkeerplaatsen betrokken te worden. Hoe het zuidoostelijk deel van de Ruysdaelstraat in de toekomst ingevuld zal worden, is nog niet bekend. Het zuidoostelijk deel van de Ruysdaelstraat is dan ook niet opgenomen in het voorliggende bestemmingsplan en de zienswijze is dan ook ongegrond. De zienswijze van ProRail betreft het ontbreken van een paragraaf over railverkeerslawaai. In overleg met Prorail is bepaald dat in het bestemmingsplan een paragraaf opgenomen zal worden met betrekking tot het railverkeerslawaai en de nieuw te ontwikkelen woningen aan de Ruysdaelstraat. De toelichting van het bestemmingsplan is dan ook aangepast.
Kaderstellende en controlerende aspecten t.b.v. de gemeenteraad, uitgesplitst in: •
Financiële kaders Aan de uitvoering van het plan zijn voor de gemeente geen (bijzondere) kosten verbonden. De kosten van de met het bestemmingsplan mogelijk gemaakte ontwikkeling worden door de initiatiefnemer op zich genomen. Met de initiatiefnemer is een anterieure overeenkomst gesloten, waarmee alle kosten voor de gemeente anderszins verzekerd zijn. De raad dient te besluiten geen exploitatieovereenkomst vast te stellen. In het concept raadsbesluit is hier dan ook aandacht aan geschonken.
•
Wettelijke en Beleidskaders, eventueel inhoudelijke/ruimtelijke kaders Artikel 3.1, 3.8 en 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening
•
Tijdspad, monitoring en evaluatie Wettelijke- en Beleidskaders, eventueel inhoudelijke/ruimtelijke kaders - In overeenstemming met artikel 3.8 lid 3 Wro het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan binnen twee weken na de vaststelling bekend maken. - De kennisgeving van het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan in de Staatscourant en Het Kompas plaatsen en op de website van de gemeente publiceren. - De kennisgeving langs elektronische weg verzenden aan de diensten en bestuursorganen als bedoeld in het artikel 3.8 eerste lid onder b Wro en de hierbij behorende stukken aan hen beschikbaar stellen. Het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan treedt in werking met ingang van de dag na die waarop de beroepstermijn bij de Raad van State afloopt.
-3-
Externe communicatie: Het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan wordt gepubliceerd in Het Kompas en de Staatscourant.
Burgemeester en Wethouders van Sliedrecht, de secretaris, de burgemeester,
M.J. Verhoef
M.C. Boevée
Concept Raadsbesluit
De raad van de gemeente Sliedrecht;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 11 januari 2011; gezien het zienswijzenverslag d.d. december 2010; overwegende voorts, dat van de mogelijkheid tot het indienen van zienswijzen gebruik is gemaakt door: 1. Reclamant 1 2. ProRail gelet op artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening;
besluit:
1. bij de vaststelling van het bestemmingsplan Ruysdaelstraat geen exploitatieplan als bedoeld in artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening vast te stellen, omdat de kosten anderszins zijn verzekerd; 2. het bestemmingsplan Ruysdaelstraat, bestaande uit de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0610.bp16Ruysdaelstraat-3001, waarbij voor de locatie van de geometrische planobjecten gebruik is gemaakt van een ondergrond welke is ontleend aan de GBKN van 8 juni 2010, met de bijbehorende bestanden vast te stellen.
Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Sliedrecht op … februari 2011.
De griffier,
De voorzitter,
A. Overbeek
M.C. Boevée
Ingekomen stukken opiniërende bijeenkomst 25 januari 2011 BURGER EN BESTUUR NOTA’S/INGEKOMEN BRIEVEN 1.
2. 3. 4. 5. 6.
7. 8. 9. 10. 11.
Uitwerking van het onderwerp ‘geestelijke bijstand bij rampen’ binnen de draaiboeken Nazorg/IAC en Opvang en Verzorging Maatregelen ten behoeve van een ordelijk verloop van de jaarwisseling Verslag ‘overleg coffeeshop’ 14 oktober 2010 Intern mobiliteitsplan/beleid in de regio Concept-werkplan griffie 2011 Brief Drechtsteden over discrepantie Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden en Reglement van Orde voor de Drechtraad Brief provincie Zuid-Holland over de gemeentebegroting 2011 Financiële gevolgen van Packagedeal ZHZ/GRD Concept-programma Conferentie Drechtstedenbestuur, 25 en 26 november 2010 Vergaderstukken Drechtstedenbestuur, 23 december 2010 Vergaderstukken AB van de GR Zuid-Holland, 1 december 2010
STELLER/BEHANDELEND AMBTENAAR C. Visic, 981
C. Visic, 981 C. Visic, 981 M.J. Verhoef, 815 A. Overbeek, 989 Griffie, 986
R. Penning, 993 R. Penning, 993 J.W. Alsma, 891 J.W. Alsma, 891 R. Penning, 993
Concept Raadsvoorstel Aan de raad van de gemeente Sliedrecht
Agendapunt:
Sliedrecht, 21 december 2010
Onderwerp: Concept Regionaal Risicoprofiel Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid. Voorgesteld besluit: Instemmen met de concept-zienswijze van het College en het College mandateren om de zienswijze namens de Raad naar de Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid te zenden. Advies opiniërende bijeenkomst:
Overwegingen en alternatieven: Nadat alle gemeenteraden van de gemeenten binnen de veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid hun visie gegeven hebben op het regionaal risicoprofiel beslist het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio welke zaken worden toegevoegd aan het regionaal risicoprofiel. De volgende stap is de vaststelling van het beleidsplan, waarin een prioriteitsstelling wordt opgenomen in de aanpak van de vastgestelde risico’s. Op grond van artikel 15 van de Wet op de Veiligheidsregio moet een veiligheidsregio binnen 6 maanden na inwerkingtreding van de wet (dus voor 1 april 2011) een regionaal risicoprofiel hebben vastgesteld. Op grond van artikel 15, lid 3, wordt de gemeenteraad van Sliedrecht gevraagd om een zienswijze op dit regionaal risicoprofiel. Daarnaast wordt de gelegenheid geboden aan de gemeenteraad om lokale speerpunten die naar mening van de gemeenteraad niet of onvoldoende in het profiel zijn opgenomen, onder de aandacht te brengen van het bestuur van de veiligheidsregio. Om als veiligheidsregio adequaat beleid te voeren is het noodzakelijk inzicht te hebben in de aanwezige risico’s. Zowel in de eigen regio als in de omliggende gebieden. Het regionaal risicoprofiel geeft dit inzicht. Met het risicoprofiel kunnen de veiligheidsbesturen strategische besluiten nemen over het gezamenlijke beleid van de veiligheidsregio en haar partners om risico’s te verminderen en beter voorbereid te zijn op rampen en crises. Het risicoprofiel is echter geen optelsom van lokale risicoinventarisaties: in het risicoprofiel zijn risico’s beschreven die gelden voor alle of tenminste een aantal gemeenten of een lokaal risico waarbij het effectgebied naar verwachting interlokaal zal zijn. Het regionaal risicoprofiel is een inventarisatie en analyse van de in een veiligheidsregio aanwezige risico’s, inclusief relevante risico’s uit aangrenzende gebieden. De risico-inventarisatie omvat een overzicht van de aanwezige risicovolle situaties en de soorten incidenten die zich daardoor kunnen voordoen. In de risicoanalyse worden de geïnventariseerde gegevens nader beoordeeld, vergeleken en geïnterpreteerd. Op basis van de conclusies kan het bestuur van de veiligheidsregio strategische beleidskeuzes maken over de ambities voor de risico- en crisisbeheersing. Deze ambities worden vastgelegd in het beleidsplan van de veiligheidsregio.
-2-
Elke regio herbergt specifieke risico’s, waarvoor gericht beleid van de veiligheidsregio en haar partners nodig kan zijn. Ordeverstoringen, overstromingen, treinongevallen en terrorisme, maar bijvoorbeeld ook infectieziekten en uitval van nutsvoorzieningen vormen een continue bedreiging van de vitale belangen van de samenleving. Het regionaal risicoprofiel is bedoeld om inzicht in de aanwezige risico´s binnen de veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid te krijgen. Op basis van dit inzicht kan het veiligheidsbestuur strategisch beleid voeren om de aanwezige risico´s te voorkomen en beperken en om de crisisbeheersingsorganisatie op specifieke risico´s voor te bereiden. Ook biedt het een basis voor de risicocommunicatie naar de burgers. De Adviesgroep Gemeentesecretarissen Veiligheid (AGV) heeft aangaande het concept regionaal risicoprofiel VRZHZ een advies uitgebracht. Dit advies is in samenwerking met de ambtenaren rampenbestrijding (arb’ers) opgesteld. Een aantal punten uit het advies van de AGV zijn specifiek van toepassing op de gemeente Sliedrecht en omliggende gemeenten en worden hieronder daarom nader toegelicht. Eén van die punten zijn de risico’s omtrent buitendijkse gebieden en de daarin gevestigde bedrijven. In Sliedrecht hebben we ook te maken met bedrijven die gevestigd zijn in buitendijks gebied, o.a. industrieterrein Kerkerak en ’t Plaatje. Beide liggen buitendijks, echter wel op dijktafelniveau (gelijke hoogte met de dijk). Deze problematiek is niet exclusief voor de gemeente Sliedrecht, daarom zou het goed zijn de risico’s hieromtrent als regionaal risico op te nemen en derhalve tot een aandachtsgebied binnen het regionaal risicoprofiel te maken. Een ander risico dat in onvoldoende mate is opgenomen in het regionaal risicoprofiel, is het transport en opslag van radioactief materiaal. Binnnen de gemeente Sliedrecht zijn een aantal bedrijven gevestigd die radioactieve materialen opslaan en in het bedrijfsproces toepassen, het gaat hier echter wel om (zeer) kleine hoeveelheden. Toch valt het aan te bevelen dit scenario verder uit te werken. Aangezien er veel personenvervoer via het spoor plaatsvindt in de regio Zuid-Holland Zuid valt het aan te raden dit risico op te nemen in het regionaal risicoprofiel. Een groot deel van de gemeente Sliedrecht is gelegen aan de MerwedeLingelijn (spoorlijn Dordrecht-Geldermalsen) en kent momenteel één station. In 2012 zal er naar verwachting een tweede station geopend worden, namelijk station Baanhoek-West. Het is dan ook verstandig het risico omtrent een ongeval in het kader van personenvervoer op het spoor op te nemen in het regionaal risicoprofiel. Een ramp op afstand is ook niet opgenomen als risico. Op zich niet verwonderlijk: als een ramp zich afspeelt buiten het grondgebied van Zuid-Holland Zuid, lijkt het niet zo logisch hier voorbereidingen op te treffen. Toch is het niet zo onlogisch: gemeenten zijn immers verantwoordelijk voor het gehele nazorgtraject richting inwoners en hierin kunnen wel degelijk preperatieve maatregelen genomen worden. Afgelopen mei werd de veiligheidsregio nog geconfronteerd met een ramp op afstand, ‘Vliegramp Tripoli’. Incidenten waarbij het ontstaan van paniek in menigten wordt verwacht zijn veelal gekoppeld aan grootschalige evenementen. In Sliedrecht vindt er één keer in de twee jaar ook een grootschalig evenement plaats, namelijk het Baggerfestival. Dit festival trekt in twee dagen ongeveer 180.000 bezoekers. Het valt daarom aan te bevelen dit evenement op te nemen in het regionaal risicoprofiel (hoofdstuk A.1.8). Tot slot moet hier ook het risico op een luchtvaartongeval in Sliedrecht benoemd worden. Er ligt geen vliegveld binnen de grenzen van Sliedrecht, maar Sliedrecht ligt wel onder de aanvliegroute van Rotterdam/The Hague Airport. Dit verhoogt het risico op een luchtvaartongeval tot een niveau waarop preparatie op de bestrijding van (de gevolgen van) een luchtvaartongeval wenselijk is.
-3-
Op bladzijde 38 van het regionaal risicoprofiel staat bij de gemeente Sliedrecht een kruisje bij het scenario ‘onrust in probleemwijk’. Dit kruisje is verkeerd gezet en zal verwijderd worden. In de concept-zienswijze wordt aan de Veiligheidsregio ZHZ aangegeven de toevoegingen zoals opgenomen in het advies van Adviesgroep Gemeentesecretarissen Veiligheid (AGV) te onderschrijven. Met betrekking tot bovengenoemde punten uit het advies van de AGV welke specifiek van toepassing zijn op de gemeente Sliedrecht en omliggende gemeenten zal in de zienswijze worden aangegeven dat de gemeente Sliedrecht deze zeker opgenomen wil zien in het concept regionaal risicoprofiel. Daarnaast worden de overige aandachtspunten zoals opgenomen in het bijgevoegde advies van de Adviesgroep Gemeentesecretarissen Veiligheid (AGV) aangaande het concept regionaal risicoprofiel onderschreven. Derhalve wordt u voorgesteld in te stemmen met de bijgevoegde concept-zienswijze en het College mandaat te verlenen om de zienswijze namens de Raad naar de Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid te zenden. Kaderstellende en controlerende aspecten t.b.v. de gemeenteraad, uitgesplitst in: •
Financiële kaders nvt
•
Wettelijke en Beleidskaders, eventueel inhoudelijke/ruimtelijke kaders nvt
•
Tijdspad, monitoring en evaluatie nvt
Externe communicatie: Het College van Burgemeester en wethouders de zienswijze in te laten dienen middels bijgevoegde conceptbrief. Burgemeester en Wethouders van Sliedrecht, de secretaris, de burgemeester,
M.J. Verhoef
M.C. Boevée
Concept Raadsbesluit
De raad van de gemeente Sliedrecht; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 december 2010;
besluit:
Instemmen met de concept-zienswijze van het College en het College mandateren om de zienswijze namens de Raad naar de Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid te zenden.
Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Sliedrecht op ….februari 2011 De griffier,
De voorzitter,
A. Overbeek
M.C. Boevée
Dagelijks Bestuur Veiligheidsregio ZHZ Hoofdafdeling Risico- en Crisisbeheersing T.a.v. E.M. van Biene Vlasblom Postbus 350 3300AJ DORDRECHT 3300AJ
Geachte mevrouw E.M. van Biene Vlasblom, Middels deze brief sturen wij u de zienswijze van de gemeenteraad van Sliedrecht toe aangaande het concept regionaal risicoprofiel VRZHZ. De zienswijze van de gemeenteraad is gebaseerd op het advies van de Adviesgroep Gemeentesecretarissen Veiligheid (AGV) aangaande het concept regionaal risicoprofiel VRZHZ. Dit advies is in samenwerking met de ambtenaren rampenbestrijding (arb’ers) opgesteld. Een aantal punten uit het advies van de AGV zijn specifiek van toepassing op de gemeente Sliedrecht en omliggende gemeenten en ziet de gemeenteraad daarom zeker opgenomen in het concept regionaal risicoprofiel. Eén van de punten die de gemeenteraad graag opgenomen ziet in het regionaal risicoprofiel zijn buitendijkse gebieden en de daarin gevestigde bedrijven. In Sliedrecht hebben we ook te maken met bedrijven die gevestigd zijn in buitendijks gebied, o.a. industrieterrein Kerkerak en ’t Plaatje. Beide liggen buitendijks, echter wel op dijktafelniveau (gelijke hoogte met de dijk). Deze problematiek is niet exclusief voor de gemeente Sliedrecht, daarom zou het goed zijn de risico’s hieromtrent als regionaal risico op te nemen en derhalve tot een aandachtsgebied binnen het regionaal risicoprofiel te maken. Een ander risico dat in onvoldoende mate is opgenomen in het regionaal risicoprofiel, is het transport en opslag van radioactief materiaal. Binnnen de gemeente Sliedrecht zijn een aantal bedrijven gevestigd die radioactieve materialen opslaan en in het bedrijfsproces toepassen, het gaat hier echter wel om (zeer) kleine hoeveelheden. Toch valt het aan te bevelen dit scenario verder uit te werken. Aangezien er veel personenvervoer via het spoor plaatsvindt in de regio Zuid-Holland Zuid valt het aan te raden dit risico op te nemen in het regionaal risicoprofiel. Een groot deel van de gemeente Sliedrecht is gelegen aan de MerwedeLingelijn (spoorlijn Dordrecht-Geldermalsen) en kent momenteel één station. In 2012 zal er naar verwachting een tweede station geopend worden, namelijk station Baanhoek-West. Het is dan ook verstandig het risico omtrent een ongeval in het kader van personenvervoer op het spoor op te nemen in het regionaal risicoprofiel.
Datum 6 december 2010
Betreft Zienswijze gemeenteraad
Bijlagen Advies AGV d.d. 15 oktober 2010
Uw kenmerk
Ons kenmerk
Uw brief van
Afdeling BV
Telefoon direct 0184-495981
Fax 0184-412769
Behandeld door C. Visic
Bezoekadres Industrieweg 11 3361 HJ Sliedrecht
-2Een ramp op afstand is ook niet opgenomen als risico. Op zich niet verwonderlijk: als een ramp zich afspeelt buiten het grondgebied van Zuid-Holland Zuid, lijkt het niet zo logisch hier voorbereidingen op te treffen. Toch is het niet zo onlogisch: gemeenten zijn immers verantwoordelijk voor het gehele nazorgtraject richting inwoners en hierin kunnen wel degelijk preperatieve maatregelen genomen worden. Afgelopen mei werd de veiligheidsregio nog geconfronteerd met een ramp op afstand, ‘Vliegramp Tripoli’. Incidenten waarbij het ontstaan van paniek in menigten wordt verwacht zijn veelal gekoppeld aan grootschalige evenementen. In Sliedrecht vindt er één keer in de twee jaar ook een grootschalig evenement plaats, namelijk het Baggerfestival. Dit festival trekt in twee dagen ongeveer 180.000 bezoekers. Het valt daarom aan te bevelen dit evenement op te nemen in het regionaal risicoprofiel (hoofdstuk A.1.8). Tot slot moet hier ook het risico op een luchtvaartongeval in Sliedrecht benoemd worden. Er ligt geen vliegveld binnen de grenzen van Sliedrecht, maar Sliedrecht ligt wel onder de aanvliegroute van Rotterdam/The Hague Airport. Dit verhoogt het risico op een luchtvaartongeval tot een niveau waarop preparatie op de bestrijding van (de gevolgen van) een luchtvaartongeval wenselijk is. Daarnaast onderschrijft de gemeenteraad de overige aandachtspunten zoals opgenomen in het bijgevoegde advies van de Adviesgroep Gemeentesecretarissen Veiligheid (AGV) aangaande het concept regionaal risicoprofiel. Met vriendelijke groet,
Hoogachtend, Burgemeester en Wethouders van Sliedrecht, de secretaris, de burgemeester,
M.J. Verhoef
M.C. Boevée
Concept Raadsvoorstel Aan de raad van de gemeente Sliedrecht
Agendapunt:
Sliedrecht, 17 december 2010
Onderwerp: Aanbesteding Accountant Jaarrekening 2010 Voorgesteld besluit: • Deloitte Accountants BV te Rotterdam opdracht te verstrekken voor de reguliere controle van de jaarrekening 2010 in overeenstemming met de bijgevoegde controleopdracht. •
De kosten voor de reguliere controle te dekken uit de daarvoor in de begroting opgenomen budgetten.
•
Het controleprotocol 2010 met relevante interne en externe wet en regelgeving (normenkader rechtmatigheid 2010) vast te stellen.
Advies opiniërende bijeenkomst:
Overwegingen en alternatieven: De Auditcommissie heeft tot taak zorg te dragen voor de afstemming en coördinatie van de processen die gericht zijn op de control binnen de gemeente Sliedrecht, zoals vastgelegd is in de gemeentewet en de daarop gebaseerde verordeningen. Tevens zorgt de auditcommissie voor de aansturing van het jaarlijks proces van de accountantscontrole. De controle opdracht is uitgewerkt in de bijlagen. Tevens is hierbij de geactualiseerde versie van het controleprotocol gevoegd, inclusief de bij de controle opdacht behorende normenkader rechtmatigheid (overzicht na te leven externe en interne wet- en regelgeving). Deze nota is de auditcommissie 17 december 2010 vastgesteld. Beoogd effect Met bijgaande opdracht wordt het normen- en toetsingskader en de opdracht aan de accountant voor de reguliere controle van de jaarrekening 2010 door de Raad vastgesteld in het kader van het verlenen van een goedkeurde accountantsverklaring. Argumenten • Met vaststelling van de controle opdracht wordt voldaan aan de geldende wettelijke kaders. Op basis van de controle opdacht onderzoekt de accountant of de jaarrekening het vereiste inzicht geeft in overeenstemming met het bepaalde in artikel 213, lid 2 van de Gemeentewet. Tevens controleert de accountant de naleving van geldende specifieke wet- en regelgeving. • De controle betreft zowel de getrouwheid van de jaarrekening als de financiële rechtmatigheid. In overeenstemming met het “Besluit Accountantscontrole Provincies en Gemeenten” en de door het Platform Rechtmatigheid Provincies en Gemeenten landelijk uitgebrachte adviezen over de toepassing in de praktijk van dit Besluit houdt de controle
-2-
opdracht zowel een controle in op de getrouwheid van de jaarrekening als ook op de rechtmatigheid van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties. De gehanteerde goedkeurings- en rapporteringstoleranties blijven ongewijzigd .De raad moet op grond van de geldende wetgeving expliciet de goedkeurings- en rapporteringstoleranties vaststellen. De in de afgelopen jaren gehanteerde toleranties komen overeen met de percentages opgenomen in het lopende contract met de accountant en sluiten aan bij de gangbare controlepraktijk in gemeenteland. Wij stellen voor in de controle opdracht voor de jaarrekening 2010 de toleranties ongewijzigd te laten. Dat betekent dat voor een goedkeurende accountantsverklaring noodzakelijk is dat het totaal aan foutenbedrag niet uitkomt boven de norm van 1% van de totale brutolasten en het totaalbedrag aan onzekerheden niet boven de norm van 3% van de brutolasten. • De opdracht wordt uitgevoerd in overeenstemming met het door de accountant ingediende auditplan. Op 1 december 2010 is dit auditplan door de Auditcommissie besproken met de accountant. Door de inbreng van de adviescommissie is de accountant in staat geweest om in te gaan op de specifieke vragen die in onze gemeente leven en daarop te adviseren. Het betreft de volgende punten: • Economische crisis: ombuigingen c.q. bezuinigingen • Waardering grondexploitaties en monitoring verkopen / marktontwikkelingen / kostenverhaal • Dekking onderhoud kapitaalgoederen / voorziening onderhoud • Verbonden partijen • Bouwleges (beleid opbrengstverantwoording) • (Actualisatie) Risicomanagement en weerstandsvermogen Daarbij is in gezamenlijkheid de aanpak van de controle 2010 samengesteld, die specifiek is geënt op de omstandigheden en actualiteiten binnen onze gemeente. •
Risico’s Als belangrijkste risico´s kunnen worden genoemd: 1. het niet tijdig behalen van een goedkeurende accountantsverklaring 2. het risico op kosten van meerwerk
Kaderstellende en controlerende aspecten t.b.v. de gemeenteraad, uitgesplitst in: •
Financiële kaders De kosten voor de reguliere controle kunnen worden gedekt uit de daarvoor in de begroting opgenomen budgetten.
•
Wettelijke en Beleidskaders, eventueel inhoudelijke/ruimtelijke kaders Wettelijk is vastgelegd dat de raad de controle opdracht verstrekt aan de accountant en daarbij de kaders voor de controle aangeeft. In dit voorstel gaat het om de vaststelling van de reguliere controle opdracht voor de jaarrekening 2010 (inclusief SISA – Voor een aantal rijksbijdrageregelingen moet op basis van Single Information Single Audit verantwoording worden afgelegd via een specifieke bijlage). Tot slot: bij de controle opdracht is o.a. een bijlage gevoegd met het controleprotocol, inclusief een overzicht van externe en interne wet- en regelgeving. Dit overzicht doet dienst als basis voor de uit te voeren rechtmatigheidstoets. Het overzicht is opgesteld naar de situatie per 1 december 2010.
•
Tijdspad, monitoring en evaluatie Na vaststelling van de controle opdracht volgt het reguliere proces van jaarafsluiting en
-3-
daarbij behorende controles en rapportages. De accountant zal medio januari 2011 aan de directie een managementletter uitbrengen met de uitkomsten van de in december verrichte interim-controles. Begin 2011 kan worden bepaald of de managementletter nog aanleiding geeft tot aanpassing van de controle opdracht. Uit pragmatische overweging stellen wij voor om de auditcommissie te laten beslissen over eventuele aanpassing.
Externe communicatie: Geen specifieke punten te noemen buiten de in de controle opdracht vermelde reguliere communicatie afspraken.
De Auditcommissie van de gemeenteraad van Sliedrecht, De secretaris,
De voorzitter,
A. Overbeek
A. van Gameren
-4-
Concept Raadsbesluit
De raad van de gemeente Sliedrecht; gezien het voorstel van de Auditcommissie Sliedrecht d.d. 17 december 2010;
besluit:
•
Deloitte Accountants BV te Rotterdam opdracht te verstrekken voor de reguliere controle van de jaarrekening 2010 in overeenstemming met de bijgevoegde controleopdracht.
•
De kosten voor de reguliere controle te dekken uit de daarvoor in de begroting opgenomen budgetten.
•
De bijlage, het controleprotocol 2010 met relevante interne en externe wet en regelgeving (normenkader rechtmatigheid 2010) vast te stellen.
Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Sliedrecht op 8 februari 2011 (hamerraad) De griffier,
De voorzitter,
A. Overbeek
M.C. Boevée
-5-
Controleprotocol voor de accountantscontrole 2010 van de gemeente Sliedrecht
1. Inleiding Voor het jaar 2010 heeft de gemeenteraad aan Deloitte Accountants opdracht verstrekt om de accountantscontrole als bedoeld in art 213 GW voor de gemeente Sliedrecht uit te voeren. Ter voorbereiding en ondersteuning van de uitvoering van de accountantscontrole moet de gemeenteraad echter nog een aantal zaken nader regelen, hetgeen op hoofdlijnen in dit controleprotocol plaatsvindt. Object van controle is de jaarrekening 2010 en daarmede tevens het financieel beheer over het jaar 2010 zoals uitgeoefend door of namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sliedrecht.
1.1 Doelstelling Dit controleprotocol heeft als doel nadere aanwijzingen te geven aan de accountant over de reikwijdte van de accountantscontrole, de daarvoor geldende normstellingen en de daarbij verder te hanteren goedkeurings- en rapporteringstoleranties voor de controle van de jaarrekening 2010 van de gemeente Sliedrecht. De raad kan de accountant alleen nadere aanwijzingen geven voor zover dit uitgaat boven de wettelijke minimumeisen.
1.2 Wettelijk kader De gemeentewet(GW), art. 213, schrijft voor dat de gemeenteraad één of meer accountants aanwijst als bedoeld in art. 393 eerste lid Boek 2 Burgerlijk Wetboek voor de controle van de in art 197 GW bedoelde jaarrekening en het daarbij verstrekken van een accountantsverklaring en het uitbrengen van een verslag van bevindingen. In het kader van de opdrachtverstrekking aan de accountant kan de gemeenteraad nadere aanwijzingen geven voor te hanteren goedkeurings- en rapporteringstoleranties. Tevens zal in de opdrachtverstrekking duidelijk aangegeven moeten worden welke wet- en regelgeving in het kader van het financieel beheer onderwerp van rechtmatigheidscontrole zal zijn. In de door de gemeenteraad vastgestelde verordening ex art 213 GW voor de controle op het financieel beheer en op de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Sliedrecht is het bij de controle te hanteren normenkader in hoofdlijnen vastgelegd. Met dit controleprotocol stelt de gemeenteraad nadere aanwijzingen vast die specifiek van toepassing zijn voor het controlejaar 2010.
1.3 Procedure In de verordening ex artikel 213 Gemeentewet is in artikel 4, lid 3, de volgende zinsnede opgenomen: Ter bevordering van een efficiënte en doeltreffende accountantscontrole vindt periodiek (afstemmings)overleg plaats tussen de accountant en (een vertegenwoordiger uit) de raad, (een vertegenwoordiger van) de rekenkamer(functie), de portefeuillehouder Financiën en de directeur middelen/concerncontroller. Artikel 7 lid 4 van deze controleverordening bepaalt dat de accountant voorafgaand aan de raadsbehandeling van de jaarstukken het verslag van bevindingen bespreekt met (een voor dit doel door de raad ingestelde vertegenwoordiging van) de raad.
-6-
2 Algemene uitgangspunten voor de controle (getrouwheid én rechtmatigheid) Zoals in art 213 GW is voorgeschreven zal de controle van de in artikel 197 Gemeentewet bedoelde jaarrekening uitgevoerd door de door de raad benoemde accountant gericht zijn op het afgeven van een oordeel over: - de getrouwe weergave van de in de jaarrekening gepresenteerde baten en lasten en de activa en passiva; - het rechtmatig tot stand komen van de baten en lasten en balansmutaties in overeenstemming met de begroting en met de van toepassing zijnde wettelijke regelingen, waaronder gemeentelijke verordeningen; - de inrichting van het financieel beheer en de financiële organisatie gericht op de vraag of deze een getrouwe en rechtmatige verantwoording mogelijk maken; - het in overeenstemming zijn van de door het college opgestelde jaarrekening met de bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen regels bedoeld in artikel 186 Gemeentewet (Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten); - de verenigbaarheid van het jaarverslag met de jaarrekening. Bij de controle zullen de nadere regels die bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden gesteld op grond van artikel 213, lid 6 Gemeentewet (Besluit Accountantscontrole Provincies en Gemeenten (BAPG)), de Kadernota en adviezen van het Platform Rechtmatigheid Provincies en Gemeenten alsmede de Richtlijnen voor de Accountantscontrole (NIVRA) bepalend zijn voor de uit te voeren werkzaamheden. Daarnaast is met ingang van 2006 de Regeling verantwoordingsinformatie specifieke uitkeringen (ook wel genoemd: single information single audit, SiSa) van toepassing. Onder rechtmatigheid wordt begrepen de definitie volgens het Besluit Accountantscontrole Provincies en Gemeenten (BAPG) dat de in de rekening verantwoorde lasten, baten en balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen, dat wil zeggen “in overeenstemming zijn met de begroting en met de van toepassing zijnde wettelijke regelingen, waaronder gemeentelijke verordeningen ”.
3 Te hanteren goedkeurings- en rapporteringstoleranties De accountant accepteert in de controle bepaalde toleranties en richt de controle daarop in. De accountant controleert niet ieder document of iedere financiële handeling, maar richt de controle zodanig in dat voldoende zekerheid wordt verkregen over het getrouwe beeld van de jaarrekening en de rechtmatigheid van de verantwoorde baten en lasten en balansmutaties en financiële beheershandelingen met een belang groter dan de vastgestelde goedkeuringstolerantie1. De goedkeuringstolerantie is bepalend voor de oordeelsvorming, de strekking van de af te geven accountantsverklaring. In het Besluit accountantscontrole Provincies en Gemeenten zijn minimumeisen voor de in de controle te hanteren goedkeuringstoleranties voorgeschreven. Provinciale Staten en Gemeenteraden mogen de goedkeuringstoleranties scherper vaststellen dan deze minimumeisen. Dit moet dan wel worden toegelicht in de accountantsverklaring. De minimumeisen zijn:
Goedkeuringstolerantie Fouten in de jaarrekening (% lasten) Onzekerheden in de controle (% lasten)
1
Goedkeurend ≤ 1% ≤ 3%
Strekking accountantsverklaring: Beperking Oordeelonthouding >1%<3% >3%<10%
≥ 10%
Afkeurend ≥ 3% -
Door de toepassing van een risicoanalyse kan het zo zijn dat niet alle transacties die groter zijn dan de vastgestelde goedkeuringstolerantie individueel worden gecontroleerd. Ook kunnen andere gegevensgerichte werkzaamheden dan deelwaarnemingen worden toegepast. Met name door toepassing van cijferanalyse (verbandscontroles) kan het aantal deelwaarnemingen worden beperkt.
-7Naast deze kwantitatieve benadering zal de accountant ook een kwalitatieve beoordeling hanteren (professional judgement). De weging van fouten en onzekerheden vindt ook plaats op basis van professional judgement. De definitie van de goedkeuringstolerantie is: De goedkeuringstolerantie is het bedrag dat de som van fouten in de jaarrekening of onzekerheden in de controle aangeeft, die in een jaarrekening maximaal mogen voorkomen, zonder dat de bruikbaarheid van de jaarrekening voor de oordeelsvorming door de gebruikers kan worden beïnvloed. Naast de goedkeuringstoleranties wordt onderkend de rapporteringtolerantie. Deze kan als volgt worden gedefinieerd: De rapporteringtolerantie(s) is een bedrag dat gelijk is aan of lager is dan de bedragen voortvloeiend uit de goedkeuringstolerantie. Bij overschrijding van dit bedrag vindt rapportering plaats in het verslag van bevindingen. Een lagere rapporteringstolerantie leidt in beginsel niet tot aanvullende controlewerkzaamheden, maar wel tot een uitgebreider rapportage van bevindingen. De rapporteringstolerantie kan worden vastgesteld op een percentage, bijvoorbeeld 80%, van de goedkeuringstolerantie of op een maatschappelijk relevant geacht absoluut bedrag zoals € 50.000. De rapporteringtoleranties kunnen zich verder toespitsen op die elementen die de raad specifiek nader terug wil zien, zonder dat dit de controletoleranties zelf beïnvloedt. De rapporteringtolerantie wordt door de gemeenteraad vastgesteld, met inachtneming van bovengenoemde minimumeisen. Daarnaast gelden op basis van art. 5 lid 4 van het BAPG afzonderlijke rapporteringstoleranties voor specifieke uitkeringen die vanaf 2006, op basis van de Regeling verantwoordingsinformatie specifieke uitkeringen, via een afzonderlijk overzicht in de jaarrekening moeten worden verantwoord. De accountant richt de controle in rekening houdend met de rapporteringtoleranties om te kunnen waarborgen dat alle gesignaleerde onrechtmatigheden die dit bedrag overschrijden ook daadwerkelijk in het verslag van bevindingen worden opgenomen. In het hierna opgenomen schema zijn de goedkeuringstolerantie en de rapporteringtolerantie(s) opgenomen zoals door de gemeenteraad vastgesteld voor het controlejaar 2010. Goedkeuringstolerantie Fouten in de jaarrekening (% lasten) Onzekerheden in de controle (% lasten)
Goedkeurend ≤ 1%
Beperking >1%<3%
Oordeelonthouding -
Afkeurend ≥ 3%
≤ 3%
>3%<10%
≥ 10%
-
Voor de rapporteringstolerantie stelt de raad als maatstaf dat de accountant minimaal elke ontdekte fout of onzekerheid ≥ € 50.000,00 rapporteert. Daarnaast geldt op grond van het BAPG voor specifieke uitkeringen het volgende: “In het verslag van bevindingen van de accountant wordt per specifieke uitkering gerapporteerd met een rapporteringstolerantie gebaseerd op de lasten van de specifieke uitkering in het verantwoordingsjaar of, bij meerjarige financiële afrekening op basis van prestatieafspraken, gebaseerd op het totale voorschot per specifieke uitkering, in alle gevallen met een ondergrens van te melden bevindingen van: a. € 10.000 indien de lasten kleiner dan of gelijk aan € 100.000 zijn; b. 10% indien de lasten groter dan € 100.000 en kleiner dan of gelijk aan € 1.000.000 zijn; c. € 100.000 indien de lasten groter dan € 1.000.000 zijn.”
-8-
4
Begrip rechtmatigheid en de aanvullend te controleren rechtmatigheidscriteria
Het begrip rechtmatigheid in het kader van de accountantscontrole wordt gedefinieerd als “Het in overeenstemming met de begroting en met van toepassing zijnde wettelijke regelingen (waaronder verordeningen) tot stand komen van baten en lasten alsmede balansmutaties”. In het kader van de rechtmatigheidscontrole kunnen 9 rechtmatigheidscriteria worden onderkend: het begrotingscriterium, het voorwaardencriterium, het misbruik en oneigenlijk gebruikcriterium, het calculatiecriterium, het valuteringscriterium, het adresseringscriterium, het volledigheidscriterium, het aanvaardbaarheidscriterium en het leveringscriterium. In het kader van het getrouwheidsonderzoek wordt al aandacht besteed aan de meeste van deze criteria. Voor de oordeelsvorming over de rechtmatigheid van het financieel beheer zal extra aandacht besteed moeten worden aan de volgende rechtmatigheidscriteria: 1. Het begrotingscriterium; 2. Het misbruik en oneigenlijk gebruik criterium (M&O-criterium); 3. Het voorwaardencriterium. Deze drie criteria kunnen als volgt nader worden uitgewerkt: Ad 1 begrotingscriterium. Via de door de raad vastgestelde financiële verordening ex. artikel 212 Gemeentewet is nader uitgewerkt hoe moet worden bepaald of de lasten binnen de omschrijving van de activiteiten en het bijbehorende bedrag van het programma passen. Volgens de verordening mogen de lasten van producten niet dusdanig worden overschreden dat de realisatie van andere producten binnen het zelfde programma onder druk komt te staan. De post onvoorzien is niet nader onderverdeeld in programma’s en kan worden gebruikt om alle soorten tegenvallers op te vangen. Hiermee zijn overschrijdingen op programmaniveau mogelijk tot het niveau van de post onvoorzien. Budgetoverschrijdingen die het bedrag van € 1.500 niet te boven gaan, worden niet aan de gemeenteraad voorgelegd en worden bij het bepalen van de begrotingsrechtmatigheid buiten beschouwing gelaten. Extra overschrijding is ook mogelijk indien hier voldoende baten tegenover staan. Bij de jaarrekening vindt door het college een analyse van de verschillen ten opzichte van de begroting plaats, conform artikel 28 van het BBV. Bij de analyse moet in ieder geval aan de volgende elementen aandacht worden besteed: • De oorzaak van de afwijking • De relatie met de prestaties • De passendheid in het beleid • De dekking vanuit andere programma’s (alternatieve dekking) • Mogelijke eerdere informatievoorziening over de afwijking aan de raad • Eventueel de mate van verwijtbaarheid Uit onderstaand overzicht blijkt wat de consequenties van de verschillende soorten begrotingsoverschrijdingen zijn:
Oorzaak begrotingsoverschrijding
Weging
1. Fout in de begroting
Onrechtmatig
2. Verantwoording op onjuist programma
Onrechtmatig
-9-
Oorzaak begrotingsoverschrijding
Weging
3. Onjuist begrotingsjaar
Onrechtmatig
4. Passende hogere lasten én baten
Rechtmatig
5. Passende hogere lasten, welke reeds tijdig tussentijds zijn gesignaleerd
Rechtmatig
6. Passende hogere lasten, niet tijdig gesignaleerd vanwege ontbrekende informatie van derden en vanwege het optreden van calamiteiten
Rechtmatig
7. Hogere lasten, abusievelijk niet tijdig gesignaleerd
Onrechtmatig
8. Niet passende lasten, geld is anders besteed dan door de raad is bedoeld
Onrechtmatig
9. Bij later onderzoek zijn fouten uit het verleden gesignaleerd. Dit betreft bijvoorbeeld kostenoverschrijdingen die achteraf als onrechtmatig moeten worden beschouwd, omdat dit bijvoorbeeld bij nader onderzoek van de subsidieverstrekker, belastingdienst of een toezichthouder blijkt (bijvoorbeeld een belastingnaheffing). Het zal hier in de praktijk vaak gaan om interpretatieverschillen bij de uitleg van wet- en regelgeving die na het verantwoordingsjaar aan het licht komen. Er zijn dan geen rechtmatigheidsgevolgen voor dat verantwoordingsjaar. Wel zal de gemeente er voor moeten zorgen dat de overschrijdingen getrouw in de jaarrekening worden weergegeven. Ook kunnen er gevolgen zijn voor het lopende jaar. -
Geconstateerd tijdens het verantwoordingsjaar
-
Geconstateerd na verantwoordingsjaar
Onrechtmatig Rechtmatig
10. Kostenoverschrijdingen op activeerbare activiteiten (investeringen) waarvan de gevolgen voornamelijk zichtbaar worden via hogere afschrijvings- en financieringslasten in het jaar zelf of pas in de volgende jaren: -
In het jaar van investeren
-
Afschrijvings- en financieringslasten in latere jaren
11. Hogere incidentele baten die zijn aangewend ter dekking van niet passende lasten
Onrechtmatig Rechtmatig Onrechtmatig
Bovenstaande analyse van baten en lasten vindt ten behoeve van de raad plaats op programmaniveau. Ad 2, M&O criterium: Door de raad is in verschillende verordeningen en besluiten een M&O beleid vastgesteld. Voor bestaande procedures wordt getoetst in hoeverre deugdelijke maatregelen ter voorkoming van misbruik- en oneigenlijk gebruik worden genomen. Daarbij is de vooronderstelling gerechtvaardigd dat binnen de belangrijkste procedures al (informeel) adequate maatregelen zijn getroffen ter waarborging van de getrouwheid van de financiële verantwoording. Ad 3, voorwaardencriterium:
- 10 Door de raad zijn in verschillende verordeningen en besluiten voorwaarden opgenomen. Met het vaststellen van de reikwijdte van de rechtmatigheidstoets door de accountant in dit controleprotocol wordt het voorwaardencriterium nader uitgewerkt. Uitgangspunt daarbij is dat vooralsnog het huidige informele beleid wordt bekrachtigd en er met name jegens derden niet met terugwerkende kracht strengere normen zullen worden toegepast. Uitgangspunt is tevens dat de raad besluit om geen directe financiële consequenties jegens derden aan de gestelde voorwaarden te verbinden.
5
Reikwijdte accountantscontrole rechtmatigheidtoetsing
De accountantscontrole op rechtmatigheid voor het kalenderjaar 2010 is limitatief gericht op: 5.1
5.2
de naleving van wettelijke kaders, zoals die in de kolom “Wetgeving extern” van de “Inventarisatie weten regelgeving in het kader van de rechtmatigheidcontrole bij gemeenten” is opgenomen (bijlage 1 van dit protocol). Dit uitsluitend voor zover deze directe financiële beheershandelingen betreffen of kunnen betreffen; de naleving van de volgende kaders:
o o o o
de begroting financiële verordening ex artikel 212 Gemeentewet; de controleverordening ex artikel 213 Gemeentewet; de verordening periodiek onderzoek doelmatigheid en doeltreffendheid ex art 213a Gemeentewet;
en de overige kaders zoals opgenomen in de kolom “Regelgeving intern” van de “Inventarisatie wet- en regelgeving in het kader van de rechtmatigheidcontrole bij gemeenten” (bijlage 1 van dit protocol). Dit laatste voor zover van toepassing en uitsluitend voor zover deze directe financiële beheershandelingen betreffen of kunnen betreffen. Indien en voor zover bij de accountantscontrole materiële financiële onrechtmatige handelingen worden geconstateerd worden deze in de rapportage en oordeelsweging uitsluitend betrokken indien en voor zover het door de raad of hogere overheden vastgestelde regels betreft. Met andere woorden: interne regels van college naar ambtelijke organisatie c.q. collegebesluiten vallen daar buiten. Voorts kunnen interne regels wel relevant zijn voor de nadere vaststelling van de invulling van “hogere” besluiten, maar deze regels zijn op zich geen object van onderzoek. Het is (over het algemeen) aan het college om een oordeel te vellen over de geconstateerde afwijkingen van lagere interne regels.
Basis voor de accountantscontrole zijn de interne controlewerkzaamheden en de rapportage daarover. Zonder een deugdelijke aanpak, uitvoering en vastlegging van de interne controle is accountantscontrole niet mogelijk.
6.
Rapportering accountant
Tijdens en na afronding van de controlewerkzaamheden rapporteert de accountant hierna in het kort weergegeven als volgt: Interim-controles In de tweede helft van het jaar wordt door de accountant een zogenaamde interim-controle uitgevoerd. Over de uitkomsten van die tussentijdse controle wordt een verslag uitgebracht aan het college. Bestuurlijk relevante zaken worden ook aan de gemeenteraad gerapporteerd. Verslag van bevindingen In overeenstemming met de gemeentewet wordt over de controle van de jaarrekening een verslag van bevindingen uitgebracht aan de raad en in afschrift aan het College van Burgemeester en Wethouders. In het verslag van bevindingen wordt gerapporteerd over de opzet en uitvoering van het financiële beheer en of de beheersorganisatie een getrouw en rechtmatig financieel beheer en een rechtmatige verantwoording daarover waarborgen.
- 11 -
Uitgangspunten voor de rapportagevorm
Gesignaleerde onrechtmatigheden worden toegelicht gespecificeerd naar de aard van het criterium (begrotingscriterium, voorwaardencriterium, etc.). Fouten of onzekerheden die de rapporteringstolerantie als bedoeld in hoofdstuk 3 van dit controleprotocol overschrijden, worden weergegeven in een apart overzicht bij het verslag van bevindingen. De accountant rapporteert ook over eventuele bevindingen met betrekking tot de betrouwbaarheid en de continuïteit van de door de gemeente gehanteerde geautomatiseerde informatieverzorging. Accountantsverklaring In de accountantsverklaring wordt op een gestandaardiseerde wijze, zoals wettelijk voorgeschreven, de uitkomst van de accountantscontrole weergegeven, zowel ten aanzien van de getrouwheid als de rechtmatigheid. Deze accountantsverklaring is bestemd voor de gemeenteraad, zodat deze de door het College van Burgemeester en Wethouders opgestelde jaarrekening kan vaststellen. In bijlage 2 worden de rapportagemomenten nader vastgelegd Bijlagen:
1. 2.
Rapportagemomenten Normenkader: Inventarisatie wet- en regelgeving in het kader van de rechtmatigheidscontrole gemeente Sliedrecht
- 12 -
Bijlage 1: Rapportage De volgende standaard rapportagemomenten worden onderkend: Rapportage
Tijdstip
Inhoud
Gericht aan
Managementletter dan wel Verslag van bevindingen interimcontrole
Na afronding van de interimcontrole.
Mogelijke risico’s, verbeter- en aandachtspunten betreffende de processen en procedures (beheersingsstructuur), beheersing specifieke subsidiestromen evenals overige van belang zijnde onderwerpen. Voortgang groeiproces invoering rechtmatigheid.
College
Verslag van bevindingen
Na afronding van de controle van de jaarrekening.
Wettelijk: De vraag of inrichting van het financieel beheer en van de financiële organisatie een getrouwe en rechtmatige verantwoording mogelijk maken. Daarnaast resterende fouten, onzekerheden of verbeteringen op het gebied van verslaglegging, rekening houdend met afgesproken rapporteringstoleranties. Relatie tussen de controletolerantie ingevolge controleverordening en de feitelijke bevindingen.
Raad
Accountantsverklaring
Na afronding van de controle van de jaarrekening.
Oordeel over de mate waarin de gemeenterekening een getrouw beeld geeft in overeenstemming met verslaggevingsvoorschriften en voldoet aan de eisen van rechtmatigheid.
Raad
Bijlage 2: Inventarisatie wet- en regelgeving in het kader van de rechtmatigheidscontrole Gemeente Sliedrecht Zie apart los Excel-document
Gemeente Sliedrecht 2010 Auditplan
Aan de gemeenteraad van de gemeente Sliedrecht t.a.v. de heer A. Overbeek Postbus 16 3360 AA SLIEDRECHT Datum 8 december 2010
Behandeld door
Onderwerp Concept Audit Plan 2010
Ons kenmerk
Uw kenmerk
Geachte leden van de Auditcommissie, Wij hebben het genoegen u hierbij ons auditplan voor de gemeente Sliedrecht voor het jaar 2010 aan te bieden. Wij danken u voor de tijd die u en uw management team heeft geïnvesteerd en de constructieve en prettige samenwerking bij het tot stand komen van dit auditplan. Uw inbreng vormt mede de basis van ons auditplan en stelt ons in staat in te gaan op de specifieke vragen die in uw gemeente leven en u daarop te adviseren. Daarmee hebben we gezamenlijk de aanpak van de controle 2010 kunnen samenstellen die specifiek geënt is op de omstandigheden en actualiteiten binnen uw gemeente. Wij hopen met dit auditplan de aanpak en de contouren van de uitvoering van de controle 2010 duidelijk te hebben weergegeven. Uiteraard zijn wij graag bereid eventuele vragen hierover te beantwoorden. Hoogachtend, Deloitte Accountants B.V.
Bijlage(n): Opdrachtbevestiging gemeente Sliedrecht
Inhoudsopgave
1. Inleiding
4
2. Controleaanpak Deloitte
5
3. Communicatie
16
4. Meerwaarde voor de gemeente Sliedrecht
18
5. Audit budget
19
Blad 4 van 19 8 december 2010 Concept
1. Inleiding
Dit auditplan voor 2010 is ingericht op basis van besprekingen met de Auditcommissie en het management en de informatie die is verkregen tijdens accountantscontroles over voorgaande boekjaren. Specifieke aandachtspunten die zijn gesignaleerd tijdens de controle over het boekjaar 2009 zijn aan u gerapporteerd in het verslag van bevindingen aan de gemeenteraad en het college d.d. 9 juli 2010, kenmerk 10R0878. De specifieke aandachtspunten voor 2009 die eveneens van belang zijn voor 2010 zijn opgenomen in het auditplan voor 2010. Dit auditplan is ontwikkeld om focus aan te brengen in onze controle en zodoende onze controle te richten op de specifieke ontwikkelingen, aandachtspunten en risico‟s zoals die vanuit ons perspectief als accountant voor uw gemeente van belang zijn. Wij beogen om het college en de gemeenteraad door de uitvoering van onze controle en de rapportering van de bevindingen daaruit, te faciliteren bij het formuleren van een adequaat antwoord op de bovengenoemde aandachtspunten. In dit auditplan vindt u een uiteenzetting over de controleaanpak van Deloitte en de voorgenomen reikwijdte van onze accountantscontrole. Goede communicatie is van belang voor een efficiënte controle. In dit auditplan besteden wij dan ook aandacht aan de geplande communicatie momenten met de Auditcommissie en het management. Tot slot is ook informatie opgenomen over het audit budget voor 2010. Op basis van onze besprekingen met het management, een vertegenwoordiging van uw gemeenteraad (de auditcommissie) en de thans beschikbare informatie hebben wij de volgende aandachtspunten vastgesteld voor de controle van de gemeente Sliedrecht over het boekjaar 2010:
Economische crisis: ombuigingen c.q. bezuinigingen Waardering grondexploitaties en monitoring verkopen / marktontwikkelingen / kostenverhaal Dekking onderhoud kapitaalgoederen / voorziening onderhoud Verbonden partijen Bouwleges (beleid opbrengstverantwoording) Risicomanagement en weerstandsvermogen
Dit auditplan onderstreept dat wij aan de interne en externe verwachtingen willen voldoen met objectieve en onafhankelijke dienstverlening, die is gericht op de belangen van de gemeente Sliedrecht op de lange termijn. Onze accountantscontrole en eventuele overige dienstverlening dienen te voldoen aan de hoogste integriteits- en kwaliteitsstandaarden, en hiermee willen wij samen met onze aanpak en uitvoering, een duidelijke meerwaarde aan uw gemeente leveren.
Blad 5 van 19 8 december 2010 Concept
2. Controleaanpak Deloitte
Voor u is van belang dat wij onze kennis en ervaring op het gebied van administratieve verantwoording en financiële verslaglegging binnen de sector met u delen. Daarnaast verzekeren wij u van een hoog niveau van deskundigheid ten aanzien van de specifieke risico‟s en sectorspecifieke onderwerpen waarmee de gemeente Sliedrecht geconfronteerd wordt. De controleaanpak van Deloitte onderscheidt zich door de inzet van een brede groep professionals met specifieke sector- en functionele deskundigheid, die een integraal onderdeel vormt van het controleteam. Voor de controle van de gemeente Sliedrecht kunnen wij gebruikmaken van specialisten op het gebied van controlezekerheid en IT-auditing, fiscalisten BTW, inkomstenbelasting, actuariële waardering, fraude en sector lokaal bestuur. Zij zijn actief betrokken bij het proces van planning en risicoanalyse, en zijn gedurende het jaar beschikbaar om met het controleteam en het management van de gemeente Sliedrecht besprekingen te voeren over risicoanalyse, onderwerpen op het gebied van administratieve verantwoording en financiële verslaglegging, ontwikkelingen binnen de sector en andere relevante onderwerpen. Wij zijn ons ervan bewust dat de effectiviteit en de efficiency van de controle van groot belang zijn voor zowel de gemeente Sliedrecht als ons controleteam. Wij werken voortdurend aan de ontwikkeling van een nog efficiënter controleproces en aan verhoging van het kwaliteitsniveau door toegenomen effectiviteit van onze werkzaamheden.
Onze focus op uw belangrijkste risico’s Als wij het hebben over een op maat gemaakte, op risico‟s gerichte controlebenadering bedoelen we meer dan de nadruk leggen op de belangrijkste risico‟s. Onze aanpak kenmerkt zich door een gerichte risicobenadering, die blootlegt wat er fout kan gaan en tot een afwijking van materieel belang kan leiden in belangrijke jaarrekeningposten en toelichtingen. Een belangrijke stap in onze risico-analyse zijn de actuele ontwikkelingen. Voor de gemeente Sliedrecht zijn naar ons oordeel vooral de heroverwegingsoperatie (bezuinigingen) en de ontwikkelingen in wetgeving, zoals Wabo, grexwet, WMO etc. van belang. Daarnaast hebben wij op basis van onze kennis van de branche een aantal aandachtsgebieden gedefinieerd waar het risico op fouten van materieel belang in belangrijke jaarrekeningposten en toelichtingen groter is. Dit kan diverse oorzaken hebben, zoals complexe regelgeving of het hanteren van schattingen.
Blad 6 van 19 8 december 2010 Concept
Voor de volgende posten hebben wij een dergelijk verhoogd risico gesignaleerd:
Begrotingsrechtmatigheid (incl. beheer investeringskredieten). Waardering grondexploitatie. Overlopende activa en passiva. Voorzieningen onderhoud. Niet uit de balans blijkende verplichtingen. Verbonden partijen / aan derden uitbestede werkzaamheden. Bouwleges (beleid opbrengstverantwoording). Interne controle functie rechtmatigheid. Interne frauderisicoanalyse. Sisa (OAB, ISV).
Uw gemeente heeft ook te maken met wettelijke vereisten ten aanzien van de verslaggeving. Ook hier geldt dat dit een aandachtsgebied is voor onze controle. Voor uw sector zijn de Besluit begroting en verantwoording (Bbv) van toepassing. De hiervoor beschreven ontwikkelingen en aandachtspunten hebben wij onderkend op basis van onze kennis van uw sector in het algemeen en van uw gemeente in het bijzonder, waarbij wij uiteraard de input vanuit uw organisatie hebben meegenomen. Daarnaast besteden wij tijdens onze controle aandacht aan door u ingebrachte aandachtsgebieden en onderwerpen, uiteraard voorzover deze onze accountantscontrole raken of wij hierover met u specifieke afspraken hebben gemaakt. Voor het controlejaar 2010 heeft u de volgende aandachtsgebieden en onderwerpen ingebracht:
Noemen door cliënt ingebrachte aandachtspunten en wensen
Als wij de controle van de gemeente Sliedrecht vanuit een samen met u samengestelde gerichte risicoanalyse benaderen, betekent dit dat wij aandacht besteden aan die gebieden die er toe doen en dat wij slechts in beperkte mate werkzaamheden uitvoeren op punten die niet of weinig risicovol zijn. Kort gezegd komt het erop neer dat wij gepaste maar geen overbodige controlewerkzaamheden uitvoeren. Wij richten ons op de financiële stromen die samenhangen met de hiervoor geschetste aandachtsgebieden, waarbij wij in de reikwijdte van onze werkzaamheden de focus leggen op de risicovolle financiële stromen en jaarrekeningposten.
Blad 7 van 19 8 december 2010 Concept
Aandachtsgebieden van de controle In de voorgaande paragraaf zijn wij ingegaan op onze risico-inschatting en op de wensen ten aanzien van specifieke aandachtspunten voor onze controle die u heeft ingebracht. In deze paragraaf gaan wij nader in op de gebieden met verhoogde risico‟s, waarbij we tevens aandacht besteden aan onze controle aanpak voor deze gebieden. Onze risico-analyse is uiteraard niet statisch. Ontwikkelingen tijdens de uitvoering van onze werkzaamheden, of bevindingen die uit onze werkzaamheden naar voren komen, kunnen leiden tot een aanpassing van onze risicoanalyse. Wij zullen het college, de gemeenteraad en het management op de hoogte stellen van belangrijke wijzigingen in onze risicoanalyse.
Geïdentificeerde risico’s Belangrijke risicogebieden Begrotingsrechtmatigheid (incl. beheer investeringskredieten)
Omschrijving risico Er kan sprake zijn van begrotings- / kredietoverschrijdingen op programma‟s en investeringsprojecten (IVA, MVA). In hoeverre dit als onrechtmatigheid meetelt in de oordeelsvorming voor de accountantsverklaring hangt af van de interne regels en de regels zoals vastgelegd in de kadernota 2010 van het PRPG.
Controleaanpak Deloitte. Door middel van detailwerkzaamheden beoordelen van kredietenoverzichten op overschrijdingen. Hierbij worden aangegane verplichtingen betrokken. Vaststellen of de rapportages, inclusief prospectieve informatie, de ontwikkelingen adequaat weergeven. Afwegen of een geconstateerde onrechtmatigheid meetelt in de oordeelsvorming voor de accountantsverklaring.
Blad 8 van 19 8 december 2010 Concept
Geïdentificeerde risico’s Belangrijke risicogebieden
Omschrijving risico
Controleaanpak Deloitte.
Waardering grondexploitatie
Als gevolg van de economische crisis kan de onderhanden werkpositie in de grondexploitatie oplopen, met het risico dat de gemaakte kosten niet meer worden terugverdiend bij verkoop van de kavels
Beoordelen van de procedures rondom de (waardering van) de grondexploitatie. Beoordelen van de uitgangspunten en de periodiciteit van de kostprijscalculatie. Beoordelen van de procedures rondom kostenbewaking van de complexen.
Overlopende activa / passiva
Als gevolg van de economische crisis en verwachte bezuingingen kan de overlopende passiva te laag en de overlopende activa te hoog zijn verantwoord.
Beoordelen saldi op tussenrekeningen op juiste afgrenzing. Nagaan of bijzondere transacties passen in de bedrijfsvoering en of de financiele gevolgen in de juiste periode zijn verantwoord.
Blad 9 van 19 8 december 2010 Concept
Geïdentificeerde risico’s Belangrijke risicogebieden Onderhoudsvoorzieningen
Omschrijving risico
Controleaanpak Deloitte.
Waardering van de voorzieningen is niet of Uitvoeren van een kritische onvoldoende onderbouwd met meerjaren deelwaarneming op beheerplannen. onttrekkingen aan voorzieningen. Toetsing of de omvang van de voorziening en de mutaties van de voorziening overeenkomen met het beheerplan. Beoordelen of de informatie zoals opgenomen in de paragraaf kapitaalgoederen toereikend is.
Niet uit de balans blijkende verplichtingen
Het risico bestaat dat niet uit de balans blijkende verplichtingen als gevolg van de economische ontwikkelingen worden uitgeoefend c.q. geëfectueerd.
Uitvoeren van een kritische deelwaarneming op de niet in de balans opgenomen verplichtingen. Aan de hand van achterliggende documentatie beoordelen of er een verhoogde kans op het effectueren van de niet uit de balans blijkende verplichtingen bestaat.
Blad 10 van 19 8 december 2010 Concept
Geïdentificeerde risico’s Belangrijke risicogebieden
Omschrijving risico
Verbonden partijen / Aan derden uitbestede activiteiten
Financiele tekorten van verbonden partijen die kunnen worden afgewenteld op de gemeenten zijn niet juist, volledig en tijdig verwerkt in de jaarrekening.
Controleaanpak Deloitte. Verkrijgen van een overzicht van alle verbonden partijen waarin de gemeente deelneemt. Beoordelen jaarstukken of tussentijdse informatie van de betreffende verbonden partij. Beoordelen of de tekorten juist, volledig en tijdig verwerkt zijn in de gemeentelijke jaarrekening.
Bouwleges
Risico dat de opbrengsten bouwleges niet in het juiste jaar zijn verantwoord (jaarafgrenzing)
Vaststellen dat de gehanteerde methode van opbrengstverantwoording bouwleges in overeenstemming is met de verslaggevingsregels. Door middel van detail waarnemingen vaststellen dat de bouwleges in het juiste boekjaar zijn verantwoord.
Blad 11 van 19 8 december 2010 Concept
Geïdentificeerde risico’s Belangrijke risicogebieden Interne controle rechtmatigheid
Omschrijving risico Voor het verkrijgen van organisatiegerichte zekerheid kan niet worden gesteund op door een IC – functionaris uitgevoerde werkzaamheden
Controleaanpak Deloitte. Vaststellen dat de interne controle functie voldoet aan de daaraan te stellen eisen (status in de organisatie, reikwijdte van de functie, technische competenties en professionele zorg). Vaststellen dat de reikwijdte van het werk en de controleprogramma‟s voldoen aan ons doel en dat de uitgevoerde werkzaamheden toereikend zijn gedocumenteerd. Vaststellen dat alle, door de interne controle gesignaleerde uitzonderingen en ongebruikelijke zaken, adequaat zijn opgelost.
Blad 12 van 19 8 december 2010 Concept
Geïdentificeerde risico’s Belangrijke risicogebieden Wettelijke voorschriften – Fraude
Omschrijving risico Het management verkeert bij uitstek in de positie om fraude te plegen, omdat zij de administratie direct of indirect kunnen manipuleren en valse financiële overzichten kunnen opstellen door controlemaatregelen te doorkruisen die anders doelmatig lijken te werken.
Controleaanpak Deloitte. Kennisnemen van de interne frauderisicoanalyse en getroffen interne beheersmaatregelen. Toetsing van de juistheid van journaalposten in het grootboek en andere wijzigingen in de opstelling van de financiële overzichten. Inzicht verkrijgen in de zakelijke grondslag van significante transacties die geen onderdeel vormen van de normale bedrijfsuitoefening van de entiteit, of die anderszins ongebruikelijk lijken in het licht van onze kennis van de entiteit en haar omgeving.
Sisa (OAB)
De deugdelijke totstandkoming van de niet-financiële verantwoordingsinformatie van het onderwijsachterstandenbeleid kan niet worden vastgesteld.
Vaststellen dat de uitvoerende instanties verantwoording hebben afgelegd over de realisatie van het aantal leerlingen en de bereikte doelgroep.
Sisa (ISV)
De rechtmatige besteding van € 1,4 miljoen is een onzekerheid in de SiSabijlage 2009 van de gemeente Sliedrecht. De herverdeling van de ISV-gelden is echter al afgestemd met de Provincie ZuidHolland.
Vaststellen dat uw gemeente de juiste afrekening door de Provincie met de individuele gemeenten bewaakt.
Blad 13 van 19 8 december 2010 Concept
Uitvoering van het auditplan Onderdeel van de uitvoering van het auditplan is het evalueren van de opzet en de toetsing van de operationele effectiviteit (werking) van de interne beheersingsmaatregelen en het uitvoeren van gegevensgerichte controlewerkzaamheden. Waar mogelijk voeren wij testwerkzaamheden van interne beheersingsmaatregelen en gegevensgerichte werkzaamheden gelijktijdig uit, in overeenstemming met de verslaggevingsvoorschriften. Dit zorgt voor een efficiënt verloop van de controle. Bij de beoordeling van het systeem van interne beheersing onderscheiden wij de componenten zoals die in het COSO model worden beschreven. Onze toetsing van de interne beheersingsmaatregelen die betrekking hebben op de financiële rapportage bevat controlecomponenten op entiteitsniveau, zoals de controleomgeving, risicoanalyse, informatie en communicatie en monitoring, als controlecomponenten op procesniveau. Toetsing op procesniveau omvat organisatiegerichte controlewerkzaamheden ten aanzien van relevante potentiële fouten in belangrijke jaarrekeningposten en toelichtingen. Onze gegevensgerichte controlewerkzaamheden bestaan uit een specifieke combinatie van cijferanalyses en detailcontroles van transacties en saldi. Deze werkzaamheden zijn ontworpen om een redelijke mate van zekerheid te verkrijgen dat de financiële overzichten geen afwijkingen van materieel belang bevatten. Op grond van onze beroepsregels en het feit dat regelgevers voortdurend de nadruk leggen op de verantwoordelijkheid van de auditor voor het ontdekken van fraude tijdens de uitvoering van de controle, voeren wij controlewerkzaamheden uit om bestaande frauderisico‟s aan te pakken. Hoewel onze controle niet specifiek gericht is op het ontdekken van fraude kunnen wij gebeurtenissen of voorwaarden signaleren die duiden op motieven / druk om fraude te plegen of gelegenheden om fraude te plegen. Zulke gelegenheden worden fraude risicofactoren genoemd. Fraude risicofactoren duiden niet noodzakelijkerwijs op het bestaan van fraude, echter, ze zijn vaak aanwezig in situaties waar fraude wel bestaat. Onderdeel van onze uitgebreide controlewerkzaamheden ten aanzien van fraude is het evalueren van de opzet, invoering en operationele doelmatigheid van de processen die het management hanteert voor het vaststellen en aanpakken van risico‟s van afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude, en van de programma‟s en beheersingsmaatregelen die het management heeft opgezet om dat risico te ondervangen.
Blad 14 van 19 8 december 2010 Concept
Samenwerking Drechtsteden In 2008 en 2009 heeft uw gemeente diverse activiteiten en processen uitbesteed aan onderdelen van de GR Drechtsteden (SCD, GBD en SDD). Deze overgang heeft invloed op de inrichting en interne beheersing van nagenoeg alle processen. Gezien de ontwikkelfase waarin het SCD zich ook in 2010 nog bevindt, zien wij dit ook voor 2010 als aandachtspunt voor de accountantscontrole 2010. In de onderstaande tabel hebben wij per proces vermeld of een proces door de gemeente zelf (oranje) wordt uitgevoerd of is uitbesteed (geel) aan één van de volgende onderdelen van de GR Drechtsteden: Service Centrum Drechtsteden (SCD) Gemeentelijke Belastingdienst Drechtsteden (GBD) Sociale Dienst Drechtsteden (SDD) Voor wat betreft de processen die bij de gemeente worden uitgevoerd (oranje), vindt de administratieve verwerking van de inkomsten en uitgaven wel plaats via het SCD. Proces Administratie en verslaglegging (beheer debiteuren, crediteuren en tussenrekeningen)
Bij gemeente uitgevoerd
V
Bij SCD uitgevoerd
V
Uitkeringen V
Subsidieverstrekking V Overige opbrengsten V Belastingen
V
Opmerking De gemeente is (eind)verantwoordelijk voor het beheer van debiteuren, crediteuren en tussenrekening. Het administratieve proces vindt plaats bij het SCD. Conform voorgaande jaren wordt dit proces geheel door de Sociale Dienst Drechtsteden uitgevoerd. Bij onze accountantscontrole maken wij gebruik van de werkzaamheden van de accountant van de SDD. Het proces subsidieverstrekking wordt door de gemeente uitgevoerd.Het administratieve proces vindt plaats bij het SCD. Het proces overige opbrengsten wordt door de gemeente uitgevoerd. Het administratieve proces vindt plaats bij het SCD. Conform 2008 jaren wordt dit proces geheel door de Gemeentelijke Belastingdienst Drechtsteden (GBD) uitgevoerd. Bij onze accountantscontrole maken wij gebruik van de werkzaamheden van de accountant van de GBD.
Blad 15 van 19 8 december 2010 Concept
Proces
Bij gemeente uitgevoerd
Bij SCD uitgevoerd
Personeelskosten V Investeringen V Kosten V Treasury
V
Grondexploitaties V
Opmerking Dit proces wordt geheel door het SCD uitgevoerd.
Het proces investeringen wordt door de gemeente uitgevoerd. Het administratieve proces vindt plaats bij het SCD. Het proces kosten wordt door de gemeente uitgevoerd. Het administratieve proces vindt plaats bij het SCD. Dit proces wordt geheel door het SCD uitgevoerd. Het proces grondexploitaties wordt door de gemeente uitgevoerd. Het administratieve proces vindt plaats bij het SCD.
Waar mogelijk zullen wij evenals in 2008 en 2009 het geval was, ter bevordering van een efficiënte controle steunen op de werkzaamheden van de accountant van het Service Centrum Drechtsteden, de Sociale Dienst Drechtsteden en Gemeentebelastingen Drechtsteden. Hierbij valt te denken aan een “consolidatieverklaring” van de accountants van de SDD of GBD met betrekking tot de uitkeringen en de belastingen. Bij een consolidatieverklaring vindt de controle plaats door de accountant van de SDD of GBD, uitgaande van de controletolerantie van de gemeente Sliedrecht. Voor het SCD denken wij aan een “mededeling” van de accountant van het SCD met betrekking tot de beheersing van de processen bij het SCD. Voorafgaande aan de controle vindt hierover overleg plaats door ons met de accountant van de SDD of GBD. Aangezien Deloitte ook accountant is bij het SCD, de SDD en GBD, zijn diepgaande reviewwerkzaamheden na het verstrekken van de consolidatieverklaring niet noodzakelijk. In overleg tussen de gemeente Sliedrecht, het SCD en de accountant is voor 2010 afgesproken dat voor een aantal jaarrekeningposten van de gemeente Sliedrecht de gegevensgerichte controlewerkzaamheden plaats zullen vinden bij het SCD.
Blad 16 van 19 8 december 2010 Concept
3. Communicatie
Wij erkennen onze verantwoordelijkheid jegens de Auditcommissie en de rol die wij vervullen ten aanzien van haar bestuurlijke verantwoordelijkheden. Tijdens de uitvoering van de controle houden wij u op de hoogte van de voortgang van de werkzaamheden, de aandachtsgebieden en de afstemming met het management. Daarnaast informeert Deloitte u over belangwekkende inzichten, markt- en economische ontwikkelingen, bestuurlijke ontwikkelingen, en de toegang tot deskundigen en educatieve middelen om de effectiviteit van de toezichthoudende rol van de Auditcommissie te verhogen. De Auditcommissie dient zich ervan te hebben overtuigd dat de gemeente Sliedrecht doeltreffende procedures hanteert om significante risico‟s steeds te kunnen vaststellen, analyseren en beheersen. Daarnaast dient de Auditcommissie erop kunnen vertrouwen dat het van belangrijke kwesties op de hoogte wordt gesteld en dat deze op de juiste wijze worden opgelost. Een belangrijk onderdeel van onze verantwoordelijkheid als onafhankelijke accountant van de gemeente Sliedrecht is ondersteuning te bieden aan de Auditcommissie bij het uitoefenen van haar bestuurlijke verantwoordelijkheden. In aanvulling op het bovenstaande willen wij benadrukken dat onze onafhankelijke positie de voorwaarden creëert om u als adviseur terzijde te staan en zo een oplossingsgericht samenwerkingsverband aan te gaan. Wij stellen u de volgende middelen ter beschikking om u te ondersteunen bij de uitoefening van uw verantwoordelijkheden jegens de gemeente Sliedrecht:
Persoonlijke communicatie waarbij de nadruk ligt op kwesties die ertoe doen (2 halfjaar gesprekken met college en/of management).
Besprekingen over controle-aanpak en bevindingen naar aanleiding van de controle (3 besprekingen met de Auditcommissie en 2 besprekingen met het college en/of management).
Informatie over de nieuwste sector- en marktontwikkelingen en zaken met betrekking tot bestuurlijke vereisten en best practices.
Blad 17 van 19 8 december 2010 Concept
In de hiernavolgende matrix hebben wij ons voorstel opgenomen voor de minimale contactmomenten:
Communicatiematrix en tijdspad Activiteit
Tijdspad
Contact
Pre-auditmeeting
December 2010
Auditcommissie
Uitvoering van de interimcontrole
December 2010
Operationeel management
Bespreking bevindingen en concept managementletter
Januari 2011
College & management
Behandeling van de managementletter in de Auditcommissie
Januari / februari 2011
Auditcommissie
Uitvoering van de jaarrekeningcontrole
April/mei 2011
Operationeel management
Bespreking bevindingen concept accountantsrapport
Mei 2011
College & management
Behandeling van het accountantsrapport in de Auditcommissie
Juni 2011
Auditcommissie
Product Plan van aanpak audit 2010
Managementletter
Accountantsverklaring + accountantsrapport
©Deloitte 2007
Blad 18 van 19 8 december 2010 Concept
4. Meerwaarde voor de gemeente Sliedrecht
Als uw accountant heeft Deloitte met een groot aantal geledingen binnen uw gemeente samengewerkt. Wij hebben voldoende inzicht verkregen in uw gemeente en de onderwerpen die in uw gemeente spelen om meerwaarde te kunnen leveren en andere relevante dienstverlening in kaart te kunnen brengen waarvan uw gemeente kan profiteren. Deloitte is bij uitstek in staat meerwaarde te leveren aan de gemeente Sliedrecht door het gebruik van deskundigen met brede ervaring in functionele en sectorspecifieke gebieden. Binnen het door regelgevende instanties vereiste onafhankelijkheidskader kunnen wij u adviseren, inzichten met u delen en uw gemeente op verschillende manieren ondersteunen. Dit alles uiteraard onder voorbehoud van voorafgaande toestemming door de Auditcommissie. Wij zijn ervan overtuigd dat aanvullende dienstverlening door Deloitte naast de accountantscontrole resulteert in meer effectieve en efficiënte coördinatie en communicatie, en daarnaast de mogelijkheid biedt:
mogelijke knelpunten eerder vast te stellen en tijdig op te lossen; duplicatie van werkzaamheden te reduceren; de tijd en inspanningen van bij de controle betrokken medewerkers van de gemeente Sliedrecht te reduceren.
Wij zijn ons bewust van het belang van onze onafhankelijkheid en hanteren diverse interne procedures om deze te handhaven en te voldoen aan onze wettelijke en professionele verantwoordelijkheden. Voorbeelden van deze meerwaarde zijn:
eRoom Lokaal Bestuur externe informatievoorziening, een platform waarmee wij op een moderne manier kunnen informeren over (vaktechnische ontwikkelingen). De handboeken uit de Gemeente governance reeks, zoals verbonden partijen, jaarrekening lezen, frauderisico‟s en grondexploitatie. Op dit moment schrijven wij een handboek over projectcontrol. Handboek jaarrekening gemeenten, een praktische handleiding voor het toepassen van het Bbv. De nieuwsbrief Publieke Zaken. Diverse artikelen van Deloitte in vaktijdschriften, zoals B&G en Binnenlands Bestuur. De cursussen via de Deloitte Academy.
Voor een aantal van deze onderwerpen verwijzen wij u naar onze website, www.deloitte.nl/branches/publieke sector/Gemeenten en Provincies.
Blad 19 van 19 8 december 2010 Concept
5. Audit budget
Wij streven ernaar de gemeente Sliedrecht onderscheidende professionele dienstverlening te bieden tegen een redelijke vergoeding. Hierbij gaan wij ervan uit dat onze bewezen deskundigheid en ons streven naar tijdige en responsieve dienstverlening zullen resulteren in bestendige professionele samenwerking. Wij zijn doordrongen van de noodzaak kostenbewust te werken, waarbij zonder uitzondering wordt voldaan aan professionele standaarden en richtlijnen. De inschatting van ons audit budget voor 2010 is gebaseerd op de volgende overwegingen: Voor de bepaling van de basisprijs voor de controle zijn wij vooralsnog uitgegaan van de huidige situatie binnen Sliedrecht. Hierbij is nog geen sprake van een „optimale‟ situatie. Na verbetering in de kwaliteit van de administratieve organisatie / inteme controle, oftewel het zelfcontrolerend vermogen, is een duidelijke besparing op de controlekosten zeker mogelijk. Honorarium 2010
€
Basisprijs controle (inclusief SiSa)
€ 31.900
Administratieve organisatie / uitgebreide controleaanpak (huidige situatie)
€ 18.520
Kosten in verband met niet of niet volledig toepassen werkafspraken
PM
Kosten in verband met tekortkomingen en verbeteringen jaarrekening
PM
Honorarium 2010
€ 50.420
Alle genoemde bedragen zijn exclusief omzetbelasting, maar verder all-in. Bij de bepaling van het budget zijn wij uitgegaan van de volgende randvoorwaarden:
De kwaliteit van de door u aangeleverde jaarrekening en andere te controleren stukken voldoen aan de wettelijke voorschriften.
De te controleren bescheiden worden door u conform planning opgeleverd.
De toepassing van een stelsel van werkafspraken bij de interim-controle en bij het samenstellen van de jaarrekening (intern uitgevoerde kwaliteitsbeoordeling).
Contactmomenten: 2 halfjaargesprekken en 5 besprekingen.
UITVOERINGSPROGRAMMA College van Burgemeester en Wethouders 2010-2014
-1-
Inhoudsopgave 1.
Inleiding
2.
Samen met bewoners 2.1. Betrekken van inwoners 2.2. Welzijn van inwoners
3.
Samen in de regio 3.1. Van buiten naar binnen 3.2. Drechtsteden 3.3. Hardinxveld-Giessendam 3.4. Derde Merwedehaven
4.
Ontwikkelingen 4.1. Dorpsvernieuwing 4.2. Grote bouwprojecten 4.3. Economie 4.4. Milieu 4.5. Verkeer
5.
Veiligheid en Handhaving
6.
Financiën en Organisatie 6.1. Sluitende begroting 6.2. Versterking uitvoeringsorganisatie
Versie 15 december 2010 -2-
1. Inleiding Aan de leden van de raad,
Hierbij bieden wij u het geactualiseerde Uitvoeringsprogramma aan. De kritische opmerkingen die uw raad bij de eerste versie van dit document heeft gemaakt, hebben wij zoveel mogelijk ter harte genomen. Wij realiseren ons dat nog meer verbeteringen mogelijk zijn, maar dit vergt een veranderingsproces waarmee enige tijd gemoeid is. Om dit te bereiken zullen wij uw raad in het eerste kwartaal van 2011 een bestuursopdracht, ter vaststelling, aanbieden op basis waarvan wij via een projectmatige aanpak verder kunnen werken aan een transparante en heldere programmabegroting met bijbehorende verantwoordingsdocumenten. Onze inzet is er hierbij op gericht het Uitvoeringvoeringsprogramma op een inzichtelijke wijze te integreren in de verschillende documenten uit de gemeentelijke budgetcyclus (programmabegroting, zomernota, jaarrekening met inhoudelijke toelichting). Hierbij zal aandacht worden geschonken aan de verdere ontwikkeling van helder geformuleerde prestatie-indicatoren, waarbij de gemeentelijke producten op logische en heldere wijze gerelateerd zullen worden aan nagestreefde maatschappelijke doeleinden. Met inschakeling van het Onderzoekcentrum Drechtsteden (OCD) zullen wij hierbij trachten de effecten van het bestuurlijk handelen van onze gemeente door middel van periodieke peilingen zo goed mogelijk in beeld te brengen. Hoogachtend, Burgemeester en Wethouders van Sliedrecht, De secretaris, De burgemeester,
M.J. Verhoef
M.C. Boevée
-3-
Samen met bewoners 2.1. Betrekken van inwoners PFH
Doelstellingen en beoogde resultaten uit het Raadsprogramma
MCB
Het instellen van de wijkplatforms is een goede stap gebleken om bewoners bij het gemeentelijk beleid te betrekken en de communicatie tussen inwoners en het gemeentebestuur te verbeteren. Het buurtgericht werken als onderdeel van wijkgericht werken wordt waar mogelijk verder versterkt. Het gaat om inzet en verantwoordelijkheid van buurtbewoners voor hun leefomgeving. Gekeken wordt naar de mogelijkheid van het instellen van een inloopspreekuur of (vrijwillige) buurtcoaches.
Prestatieafspraken
Éénmalige kosten
Wijkgericht werken
n.v.t.
1. Wijkprogramma’s Via de wijkprogramma’s wordt verantwoordelijkheid teruggelegd en gedeeld met wijkbewoners. Er wordt ruimte gemaakt voor inwoners om zelf verantwoordelijkheid te nemen en inwoners worden op buurt- en wijkniveau betrokken bij keuzes en vragen. Kortom, de gemeente legt via het wijkgericht werken verantwoordelijkheid terug en deelt invloed. Het overzicht van wat er in de wijk belangrijk is en wat er naar aanleiding daarvan door wie gaat gebeuren is het wijkprogramma. Het betreft afspraken op hoofdlijnen voor het komende jaar. Het proces kent gedurende het jaar 4 fases: a) Wat speelt er in de wijk en wat is iedereen van plan? In deze fase wordt met elkaar op hoofdlijnen in beeld gebracht wat er in de wijk speelt. Wanneer hier eenmaal een goed beeld van is, betreft dit vooral het herijken van het beeld uit het vorige jaar. b) Wat gaat iedereen doen? In deze fase worden inwoners betrokken bij het maken van keuzes binnen beperkingen: dat draagt bij aan het doen van de juiste dingen en het goed doen van de juiste dingen. Het draagvlak voor (moeilijke) opgaven wordt bovendien verbreed. c) Uitvoering van projecten, initiatieven en onderhoud Gemeente, bewoners en ketenpartners gaan
-4-
Reeds in Meerjarenbegroting opgenomen ja
Planning (wanneer gereed?) Doorlopend proces
doen wat ze in het wijkprogramma hebben afgesproken. d) Transparante terug- en vooruitblik Er wordt op wijkniveau uitleg aan elkaar gegeven over wat er terecht gekomen is van de afspraken uit het wijkprogramma. Uitleg aan elkaar (inwoners, gemeente, ketenpartners) prikkelt tot doelmatige en efficiënte uitvoering. Bovendien verbreedt dit het draagvlak voor wat de gemeente en andere partijen in de wijk (niet meer) doen. Via de wijkprogramma’s wordt de financiële opgave met betrekking tot leefbaarheid vermaatschappelijkt. Dit gebeurt door dialoog over eigen werkzaamheid en het maken van keuzes binnen beperkingen. Tevens is het wijkprogramma het middel waarmee wordt ingezet op een effectieve en doelmatige samenwerking tussen inwoners, gemeente en ketenpartners.
MCB
Bij projecten wordt actief en op een heldere en open wijze gecommuniceerd met bewoners door het gemeentebestuur. Participatie van bewoners wordt gebaseerd op het recent verschenen rapport van de Nationale Ombudsman: “We gooien het de inspraak in”. De huidige communicatie- en inspraaknota wordt hierop afgestemd en in het najaar van 2010 aangeboden. College en raad bouwen, ieder vanuit een eigen verantwoordelijkheid, de communicatie met de inwoners daar waar mogelijk verder uit. Het burgerjaarverslag van de burgemeester en het jaarverslag van de griffie bieden inzicht in de communicatie en activiteiten vanuit het college en de raad met de inwoners van Sliedrecht.
Inspraak en bewonersparticipatie 1. Algemeen uitgangspunt blijft, dat verdere vergroting van de betrokkenheid van inwoners, instellingen en ondernemers hoog op de politieke agenda blijft staan. Via interactieve beleidsvorming wordt door een betere participatie een meer zichtbaar en dichtbij bestuur gestimuleerd. 2. De inzet is erop gericht het gesprek met bewoners en maatschappelijke partners op basis van een heldere rolverdeling met bijbehorende verantwoordelijkheden zo goed mogelijk te structureren. Hiertoe wordt kadernota ‘Alles is bespreekbaar’ geëvalueerd , waarbij afstemming zal plaatsvinden met het recente rapport van de Nationale Ombudsman: ‘We gooien het de inspraak in. 3. In aansluiting op de sub 2 bedoelde evaluatie wordt een populaire versie van ‘Alles is bespreekbaar’ gepubliceerd. 4. In samenspraak met het Onderzoekcen-
-5-
trum Drechtsteden (OCD) wordt periodiek onderzocht op welke wijze de mogelijkheden tot bewonersparticipatie door de bevolking, het maatschappelijk middenveld en bedrijfsleven wordt ervaren. 5. In het burgerjaarverslag wordt jaarlijks verantwoording afgelegd over de uitgevoerde communicatieactiviteiten.
-6-
Samen met Bewoners 2.2. Welzijn van inwoners PFH
Doelstellingen en beoogde resultaten uit het Raadsprogramma
Prestatieafspraken
AW
Het college zet de uitvoering van het onlangs vastgestelde gemeentelijke subsidiebeleid, gebaseerd op het gelijkheidsbeginsel, voort.
Subsidiebeleid Het onlangs vastgestelde subsidiebeleid wordt met zorgvuldige aandacht voor het gelijkheidsbeginsel gecontinueerd. Conform het gestelde onder 6.1. van het Raadsprogramma zal het gesubsidieerde verenigingsleven bij komende bezuinigingsrondes zoveel mogelijk worden ontzien.
JPT
De peuteropvang in Sliedrecht wordt zoveel mogelijk gekoppeld aan (brede) scholen.
Brede school in relatie tot peuteropvang De uitvoering van het peuterspeelzaalwerk wordt zoveel mogelijk gekoppeld aan de (brede) scholen
JAL
Jongerenwerk vervult een belangrijke rol binnen de Sliedrechtse samenleving en zal voortgezet worden. Daarbinnen is een verdere verschuiving van het ambulant werk met speciale aandacht voor risicojongeren wenselijk. Zo worden vroegtijdig gesignaleerde problemen tegengegaan bij zowel de jongeren zelf als hun omgeving. Een doorlichting van het jongerenwerk vanuit bovengenoemde invalshoeken wordt in het voorjaar van 2011 aan de raad aangeboden. Daarbij zal een relatie worden gelegd met de ontwikkeling van het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG), dat in 2011 operationeel wordt, en de verdere
Ambulant jongerenwerk Uitvoering van een doorlichting van het Sliedrechtse jongerenwerk met aandacht voor: a) een verschuiving naar het ambulant werk met speciale aandacht voor risicojongeren; b) vroegtijdige signalering van problemen; c) het leggen van relaties naar het Centrum voor Jeugd en Gezin, en de verdere ontwikkeling van de Zorgadviesteams Centrum voor jeugd en Gezin In 2011 zal op basis van het vastgestelde beleidsplan daadwerkelijk worden gestart
Éénmalige kosten
Reeds in Meerjarenbegroting opgenomen
ja
De (meer)kosten voor de huisvesting van een peuterspeelzaal in de Brede school in Baanhoek West zijn nog niet bekend
Planning (wanneer gereed?)
Doorlopend proces
Doorlopend proces
Voorjaar 2011
Kosten op basis van BDU CJG
-7-
BDU wordt omgezet naar Structurele bijdrage gemeentefonds
Begin 2011
JAL
ontwikkeling van de Zorgadviesteams (ZAT)
met de uitvoering van het CJG en zal de opzet van bestaande casusoverleggen aansluiten bij de wettelijke zorgstructuur voor het onderwijs.
Er komt een betere samenwerking tussen de zorg en plaatselijke instellingen om te voorkomen dat mensen buiten de boot vallen of zorg mijden. Een actieplan dat de onderlinge verbondenheid tussen bewoners, de sociale veiligheid en het vrijwilligerswerk versterkt, wordt in samenwerking met betrokken instellingen en groepen opgesteld. Voor de Stichting Welzijnswerk streven we naar een bredere functie
Betere samenwerking zorg en plaatselijke in-
Doorlopend proces
stellingen Door de Stichting Welzijnswerk Sliedrecht wordt in samenwerking met betrokken instellingen en groepen (WEZ, Wijkgericht werken, kerken en zorginstellingen) een Actieplan opgesteld, dat de onderlinge verbondenheid tussen bewoners, de sociale veiligheid en het vrijwilligerswerk versterkt. Bij de verbetering van de samenwerking tussen zorg en plaatselijke instellingen neemt de Stichting Welzijns -werk eveneens het voortouw. Hierbij wordt naast het WMO-loket een belangrijke rol weggelegd voor het Vrijwilligers- en Mantelzorgpunt. Gestreefd wordt naar een toename van het aantal mensen dat vrijwilligerswerk verricht. Leidraad hierbij de actiepunten uit het Beleidsplan Vrijwillige Inzet (2009—2012) en het Plan van aanpak maatschappelijke stages (2011).
-8-
3. Samen in de regio 3.1. Van buiten naar binnen PFH
Doelstellingen en beoogde resultaten uit het Raadsprogramma
MCB
In de afgelopen raadsperiode heeft Sliedrecht met succes ervaring opgedaan met het regionale samenwerkingsverband Drechtsteden onder het motto “Lokaal wat lokaal kan en regionaal wat regionaal moet’ met behoud van de lokale identiteit. Vanuit een positieve grondhouding wordt deze ontwikkeling, die veelal onontkoombaar is, binnen de netwerkstad Drechtsteden onderschreven. Doel van de samenwerking is en blijft te komen tot een nog beter functionerende lokale overheid en dienstverlening aan de inwoners.
Prestatieafspraken
Eénmalige kosten
Lokaal wat lokaal kan en regionaal wat regionaal moet Centrale toets bij nieuwe ontwikkelingen ten aanzien van de taakverdeling tussen de regio en de gemeente is in voorkomende gevallen iedere keer gericht op beantwoording van de vraag of hierdoor een effectieve en efficiënte bijdrage wordt geleverd aan het behoud van optimale bestuurskracht op het laagst mogelijke schaalniveau . Doel van de samenwerking is en blijft te komen tot een nog beter functionerende lokale overheid en dienstverlening aan de inwoners. Aan dit centrale uitgangspunt wordt in een permanente dialoog met uw raad vorm en inhoud gegeven.
-9-
Reeds in Meerjarenbegroting opgenomen ja
Planning (Wanneer gereed?) Doorlopend proces
3. Samen in de regio 3.2. Drechtsteden PFA
Doelstellingen en beoogde resultaten uit het Raadsprogramma
JPT
De samenwerking tussen de zes Drechtstedengemeenten wordt in de komende raadsperiode verder gestructureerd. Het rapport van de commissie Scholten II geeft hier een goede richting aan. Het Sliedrechtse college en de raad dienen leidend te zijn bij de kaderstelling als het gaat om (nieuwe) ontwikkelingen binnen het samenwerkingsverband. De kaderstellende rollen dienen goed te worden geborgd om de ambtelijke organisatie te kunnen sturen. Het college heeft de taak om zowel de kaderstellende rol van de raad als de kaderstellende en initiërende rol van haar eigen collegeleden te verbeteren. De komende periode zal er binnen Drechtsteden actief gewerkt dienen te worden aan het ‘in control’ brengen van de ambtelijke organisatie door de organisatie bedrijfsmatiger te laten werken en daarover regelmatig te rapporteren aan de Drechtraad.
Prestatieafspraken
Eénmalige kosten
Betere structurering van de samenwerking tussen de zes Drechtstedengemeenten 1. Periodieke overlegsituaties creëren waarbij zowel op raadsniveau als binnen het college via een gestructureerde aanpak gelegenheid wordt geboden tot bestuurlijke terugkoppeling en actualisering van kaderstellende uitspraken. 2. Bestaande afspraken over de ambtelijke advisering evalueren en waar nodig verbeteren. 3. Ten aanzien van de beleidsmatige ontwikkeling van Drechtsteden dient voorrang verleend te worden aan het realiseren van de nagestreefde bezuinigingstaakstellingen en het verder verbeteren van de bedrijfsvoering. Bij de besluitvorming over nieuw beleid zullen wij bij voortduring aandringen op voorafgaande instemming van de deelnemende gemeenten over de hierbij toe te passen financiële en inhoudelijke kaders. 4. Op basis van de besluitvorming van de Drechtraad worden de aanbevelingen uit het rapport van de commissie Scholten II zoveel mogelijk geïmplementeerd.
- 10 -
n.v.t.
Reeds in Meerjarenbegroting opgenomen ja
Planning (wanneer gereed?) Doorlopend proces 2010-2014
Evaluatieonderzoek afronden in de eerst helft van 2011 Doorlopend proces 2010-2014
Drechtstedendinsdag is 7 september jl. ingevoerd
3. Samen in de regio 3.3. Hardinxveld-Giessendam PFH
Doelstellingen en beoogde resultaten uit het Raadsprogramma
prestatieafspraken
Eénmalige kosten
MCB
Bestuurlijke en ambtelijke samenwerking houdt voor Sliedrecht niet op bij de grenzen van de Drechtsteden. Sliedrecht stelt zich actief op in deze samenwerking en wenst daar waar mogelijk de samenwerking met andere buurgemeenten, zoals Hardinxveld-Giessendam, verder te intensiveren en uit te breiden. In het voorjaar van 2011 worden de eerste ambtelijke samenwerkingspilots geformuleerd.
Samenwerkingspilots In overleg met het management van Sliedrecht en Hardinxveld-Giessendam worden concrete samenwerkingspilots geformuleerd en uitgewerkt in een businesscase.
- 11 -
Reeds in Meerjarenbegroting opgenomen
Planning (wanneer gereed?) De uitkomst van dit onderzoek is in de eerste helft van 2011 beschikbaar.
3. Samen in de regio 3.4. Derde Merwedehaven PFA
Doelstellingen en beoogde resultaten uit het Raadsprogramma
MCB
Sliedrecht blijft scherp op het handhaven van de vergunningen en stuurt aan op concrete stappen die gericht zijn op een zo spoedig mogelijke sluiting van de stort op de Derde Merwedehaven. Het (gezondheids)belang van de inwoners staat hierbij voorop. Het gemeentebestuur neemt haar verantwoordelijkheid, bouwt haar contacten met de provincie uit en streeft mede in Drechtstedenverband naar oplossingen. De advieskosten dienen daarbij binnen de te stellen financiële kaders te blijven. De gemeente Sliedrecht zal alles doen wat in haar vermogen ligt om sluiting van de Derde Merwedehaven op zo kort mogelijke termijn te realiseren. De gemeente Sliedrecht zal zich tot het uiterste verzetten tegen het verlengen van de vergunning in 2012 met alle wettelijke middelen die haar ter beschikking staan.
Prestatieafspraken
Eénmalige kosten
Afvalberging Derde Merwedehaven In 2010 is het ‘Afsprakenkader verbetering leefomgevingskwaliteit’ geëvalueerd. In 2011 wordt ongewijzigd ingezet op het structureel verminderen van de milieuhinder aan de overkant en bij voorkeur op een vervroegde sluiting van de Derde Merwedehaven.
In december 2010 zijn PROAV, Delta en Dordrecht overeengekomen te komen tot een sluiting per 1 januari 2013.
- 12 -
Reeds in Meerjarenbegroting opgenomen ja
Planning (wanneer gereed?) Doorlopend proces tot sluiting is gerealiseerd
4. Ontwikkelingen 4.1. Dorpsvernieuwing PFH
Doelstellingen en beoogde resultaten uit het Raadsprogramma
Prestatieafspraken
Eénmalige kosten
JAL
Het college legt eind 2010 de raad een concept van de nieuwe structuurvisie voor. Voor een aantal in deze structuurvisie te benoemen gebieden wordt een dorpsvernieuwingsplan opgesteld. Dit plan wordt in het najaar van 2012 aan de raad aangeboden. Tevens dient in het plan een antwoord te worden gegeven op de behoefte aan en de mogelijkheden van meer open ruimte voor groen en spelen in buurten.
Versterking ruimtelijke kwaliteit op basis van structuurvisie Voor het versterken van de ruimtelijke kwaliteit is het goed dat de gemeente beschikt over een actuele structuurvisie. In 2010/2011wordt de in 2006 vastgestelde structuurvisie ‘De wèreld tusse Wengerde en ’t waoter’ geactualiseerd en gedigitaliseerd. Voor de hierin expliciet te benoemen herstructureringsgebieden worden in 2011/2012 ‘dorpsvernieuwingsplannen’ opgesteld.
- 13 -
€ 25.000
Reeds in Meerjarenbegroting opgenomen ja
Planning (wanneer gereed) Uiterlijk voor 1 april 2011 wordt een eerste (digitaal) ontwerp aan de raad aangeboden
4. Ontwikkelingen 4.2. Grote bouwprojecten PFH
Doelstellingen en beoogde resultaten uit het Raadsprogramma
JPT
Het college krijgt de opdracht de plannen voor het Burgemeester Winklerplein met voortvarendheid aan te pakken en daarmee de uitvoering van het plan te bevorderen.
Burgemeester Winklerplein Realiseren van het plan Burg. Winklerplein zoals dat door de Windroos bij de gemeente en betrokken partijen is ingediend en in hoofdopzet geaccordeerd. Het voor de gemeente budgettaire plan wordt door De Windroos voor eigen rekening en risico ontwikkeld en uitgevoerd op basis van de realisatieovereenkomst.
JPT
Voor het Watertorenterrein zijn de plannen in een vergevorderd stadium. Het bestemmingsplan is in ontwerp gereed. Aan de raad zal op korte termijn worden voorgesteld in te stemmen met het stedenbouwkundig ontwerp en het in procedure brengen van het bestemmingsplan.
Watertorenterrein Het realiseren van 200 woningen in het duurdere segment.
Het realiseren van de plannen van ’t Plaatje en omgeving is afhankelijk van de financiële haalbaarheid. Die wordt voornamelijk bepaald door de betrokken bedrijven. De focus van het gemeentebestuur ligt bij de coördinatie en het faciliteren van het project.
Het Plaatje De uitvoering van het project vindt regionaal plaats. Hiervoor is ROM-D partij.
MCB
Prestatieafspraken
Eénmalige kosten
Reeds in Meerjarenbegroting opgenomen
Planning (wanneer gereed?)
Opstellen bestemmingsplan. Proces- en begeleidingskosten. Andere kosten die voortvloeien uit de samenwerkingsovereenkomst.
1. Ontwikkelingsplan gereed in het najaar van 2010 2. Aansluitend een realisatieplan 3. Uitvoering 2012 en volgende jaren
Bestemmingsplankosten. Kosten proces- en projectbegeleiding.
Naar verwachting kan het voorontwerp bestemmingsplan in het voorjaar van 2011 in procedure worden gebracht.
Door de raad zijn voorbereidingskredieten beschikbaar gesteld. De bestede gelden worden gedeclareerd bij de betrokken ondernemers en/of de regio, de zogenaamde mandenmaken gelden.
- 14 -
4. Ontwikkelingen 4.3. Economie PFH
Doelstellingen en beoogde resultaten uit het Raadsprogramma
AW/ JPT Respectievelijk: Economische Visie én ontwikkelingsvisie Kerkbuurt
Het college geeft het economische beleid van de gemeente een nieuwe impuls met het opstellen van een lokale economische structuurvisie, waarin rekening wordt gehouden met de regionale ontwikkelingen en de detailhandelsconcentratie Burgemeester Winklerplein, Kerkbuurt en Merwedeplein. Voorts krijgt de toekomst van de Nijverwaard en de woonboulevard daarbij hoge prioriteit. Het college komt in het voorjaar van 2011 met de lokale economische structuurvisie.
JAL
Bevorderd wordt dat cliënten van de Sociale Dienst Drechtsteden, het Werkplein en Drechtwerk een functie kunnen vervullen binnen het plaatselijke bedrijfsleven en de dienstverlening
JAL
Het actieplan Jeugdwerkloosheid wordt actief ondersteund”
Prestatieafspraken
Eénmalige kosten
Economische visie/ontwikkelingsvisie Kerkbuurt Een extern bureau heeft opdracht gekregen om op basis van beschikbare onderzoeken en adviezen een ontwikkelingsvisie voor de Kerkbuurt op te stellen. Dat onderzoek vindt gelijktijdig plaats met het opstellen van een economische structuurvisie voor Sliedrecht. Bij het maken van visies wordt nadrukkelijk gecommuniceerd met alle bij deze materie betrokken partijen
Bevordering arbeidsparticipatie 1. Verkorten van de wachtlijst door meer samenwerking met bedrijven, CWI, UWV, en SDD en detachering van Wswgeïndiceerden. 2. Samenwerking met andere partners. De samenwerking wordt makkelijker gemaakt door de ontschotting van rijkssubsidies en de introductie van een Landelijk Participatiefonds. 3. Afsluiten van een gemeentelijk convenant met wederzijdse prestatieafspraken. Actieplan jeugdwerkloosheid Dit plan is gericht op het realiseren van een arbeidspool t.b.v. het beschikbaar komen van voldoende personeel met de juiste kwalificaties op het niveau 2, 3 en 4 van het MBO voor zorginstellingen en het beperken van de uitval van nieuw personeel. Actie ondersteunen en maximaal benutten van subsidiegel-
- 15 -
Reeds in Meerjarenbegroting opgenomen
Planning (wanneer gereed?)
Economische Visie: € 32.000 Ontwikkelingsvisie Kerkbuurt: € 31.000
Doorlopend proces
Het streven is erop gericht in het voorjaar 2011 een convenant af te sluiten Overleg met betrokkenen is gestart. Implementatie zal 2011 plaatsvinden
den van en voor het Actieplan jeugdwerkloosheid, o.a. door gerichte voorlichting en samenbrengen van uitvoeringsorganisaties, onderwijs, werkgevers (w. o. zorgaanbieders)
- 16 -
4. Ontwikkelingen 4.4. Milieu PFH
Doelstellingen en beoogde resultaten uit het Raadsprogramma
MCB
Voor de uitvoering van het door de raad vastgestelde milieubeleidsplan wordt een actieplan gemaakt. Hierbij denken we o.a. aan het terugdringen van (ultra) fijnstof en een onderzoek naar het benutten van wind- en zonne-energie. Voor de bewustwording wordt het NME-centrum ingeschakeld.
Prestatieafspraken
Eénmalige kosten
Uitvoeringsprogramma 2010-201 Sliedrecht wil een klimaatbestendige en energieneutrale gemeente worden. Om dit te bereiken moet het aandeel duurzame energie omhoog en het energieverbruik omlaag In 2009 is het ‘Milieubeleidsplan en Uitvoeringsprogramma 2010-2011 vastgesteld. Hierin is het streven naar een energieneutrale gemeente vastgelegd. Om dit doel te bereiken is een groot aantal activiteiten nader beschreven. In 2011 wordt dit verder ingevuld. In het milieubeleidsplan is ook uitwerking gegeven aan de actiepunten van de Gezondheidseffectscreening.
- 17 -
€ 50.000
Reeds in Meerjarenbegroting opgenomen ja
Planning (wanneer gereed?) Doorlopend proces
4. Ontwikkelingen 4.5. Verkeer PFH
Doelstellingen en beoogde resultaten uit het Raadsprogramma
AW
In Sliedrecht is onlangs door bewoners en college een inventarisatie als onderdeel van het verkeersbeleidsplan gemaakt van de verkeersknelpunten. De eerste inventarisatie wordt in het najaar van 2010 aan de raad voorgelegd. Rekening houdend met de gemeentelijke financiële situatie zal een scherpe keuze moeten worden gemaakt uit alle voorstellen. In ieder geval zal het college in het voorjaar van 2011 naar de raad komen met een uitgewerkt plan voor een veilige en waar mogelijk aaneengesloten oost-west-fietsverbinding in Sliedrecht. Daarbij is ook de variant voor een vrijliggend fietspad opgenomen. Bij winkelcentra en sportvelden worden de fietsenstallingen verbeterd. De verwachte toename van het vrachtverkeer op de A15 door de vestiging van de containerterminal zorgt er voor dat Sliedrecht samen met andere Drechtstedengemeenten blijft streven naar een verbreding van de A15.
Prestatieafspraken
Eénmalige kosten
Acties: A. Ontwikkelen van een veilige, zo mogelijk, aaneengesloten oost-west fietsverbinding: - Baanhoek-Matena (Sonate-Noordkil) - Station Baanhoek (Sonate-Craijensteijn) - Tiendweg (opknappen bermen, maatregelen tegen plasvorming en bewegwijzering) - Craijensteijn met vrijliggende fietspaden
B. Verbeteren van fietsenstallingen bij winkelcentra en sportvelden. Deze wensen inbrengen bij het opstellen van het uitvoeringsplan, afgestemd op de gehouden inventarisatie bij de totstandkoming van het Verkeersbeleidsplan C. In nauw overleg met het Drechtstedenbestuur en belanghebbende regiogemeenten zullen wij ons in een gezamenlijke lobby blijven inzetten voor verbreding van de rijksweg A 15.
- 18 -
€ 50.000 € 100.000 € 200.000 € 700.000 (incl. het verleggen van de hoofdbaan) € 50.000
n.v.t.
Reeds in Meerjarenbegroting opgenomen
Planning (wanneer gereed?)
Ja (project in uitvoering) Ja ( project in uitvoering) Nee (subsidietoezegging van € 200.000 is ontvangen) Nee
N.t.b. na raadsbesluit
Nee
N.t.b na raadsbesluit
n.v.t.
Onbekend.
5. Veiligheid en Handhaving PFH
MCB
Doelstellingen en beoogde resultaten uit het Raadsprogramma
Vandalisme, alcoholmisbruik, gokken en drugsgebruik is ongewenst en wordt tegengegaan. De bestaande situatie van de coffeeshop wordt node geaccepteerd en strikt gehandhaafd. De onlangs vernieuwde APV vormt de basis. Het aantal koopzondagen wordt niet uitgebreid en grootschalige evenementen op zondag worden zoveel mogelijk voorkomen. Het college stelt zich proactief op in het handhaven van veiligheid op straat en het tegengaan van overlast, waaronder parkeren en hondenpoep. Het college komt voor de zomer van 2010 met voorstellen voor een uitbreiding van het aantal bijzondere opsporingsambtenaren (BOA’s) in combinatie met samenwerking van de BOA’s in de regio. Tevens wordt aangedrongen op meer (politie)toezicht op straat en bij scholen.
Prestatieafspraken
Eénmalige kosten
Integrale wijkgerichte handhaving 1. Sliedrecht neemt in ‘Drechtsteden Noord’ verband toezichtcapaciteit af van Papendrecht. Er vindt inhuur op urenbasis plaats, zodat we meer itemgericht BOA’s kunnen inzetten en capaciteit kunnen uitbreiden, wanneer dat nodig is. 2. Nadruk wordt daarbij gelegd op handhavingstaken op het gebied van hondenbeleid en parkeren. 3. Naleven van de afspraken (onder meer via de gedoogbeschikking en exploitatievergunning) met de coffeeshopexploitant via periodieke (politie)controles en periodieke gesprekken tussen de coffeeshophouder en de gemeente. Veilig en plezierig uitgaan. 1. Structureel overleg met horecabedrijven over bijvoorbeeld preventieve maatregelen. 2. Organiseren campagne “Stop vandalisme” in samenwerking met meld misdaad anoniem. 3. Aanscherpen maatregelenpakket oud en nieuw. Inperken alcoholmisbruik In regionaal verband wordt een samenhangend geheel van maatregelen getroffen om de alcoholproblematiek de komende jaren terug te dringen (“Verzuip jij je toekomst!?”).
- 19 -
n.v.t.
Reeds in Meerjarenbegroting opgenomen
ja
Planning (wanneer gereed?)
Doorlopend proces
Verminderen van vandalisme en overlast 1. Slimme inzet van de suswachten. 2. Voorlichting jongeren en ouders via scholen. 3. Betrekken van het preventieve camera toezicht en optimaal toegankelijk maken van bewijslast en opsporingsinformatie. 4. Het uitvoeren van de maatregelen zoals genoemd in het plan van aanpak vandalisme en overlast 2010-2011
- 20 -
6. Financiën en organisatie 6.1. Sluitende begroting PFH
Doelstellingen en beoogde resultaten uit het Raadsprogramma
JPT
De gemeente Sliedrecht kent al jaren een gezonde financiële situatie. De aangekondigde rijksmaatregelen, die vanwege de mondiale economische situatie op Sliedrecht afkomen, nopen het gemeentebestuur adequaat en zorgvuldig te handelen om deze gezonde financiële situatie voor Sliedrecht en haar inwoners te behouden. Bij de uitwerking hiervan is de notitie Brede Doorlichting Sliedrecht leidend. Een algemene reserve van vier miljoen is vooralsnog noodzakelijk. Verder zal worden gezorgd voor het op peil houden van het Fonds Infrastructurele Werken en het Egalisatiefonds Grondkosten Woningbouw. In de Auditcommissie wordt verder gewerkt om begroting en jaarrekening nog meer op elkaar te laten aansluiten en daardoor transparanter te maken. Het college wordt opgedragen te komen met maatregelen om de uitgavenkant van de gemeente te verminderen en de inkomstenkant daar waar mogelijk te verbeteren, rekening houdend met ruimte voor nieuw beleid. Het afstoten van taken en het bijstellen van ambities zijn essentieel. De volgende voorzieningen worden zoveel mogelijk ontzien bij bezuinigingen: minimaregelingen en kwijtscheldingsregelingen, voorzieningen voor de ontwikkelingen van kinderen en voor mensen met een beperking en het verenigingsleven van Sliedrecht. Het verhogen van de woonlasten voor wat
Prestatieafspraken
Eénmalige kosten
Gezonde financiële situatie 1. Opstellen van een financieel sluitende Begroting en meerjarenramingen. 2. Aanhouden van een algemene reserve van minimaal vier miljoen en het op peil houden van het Fonds Infrastructurele Werken en het Egalisatiefonds Grondkosten Woningbouw. 3. Doorvoeren en borgen maatregelen uit het Project “Brede Doorlichting Sliedrecht” (zie onder) Brede doorlichting met als resultaat in 2015 € 4000.000 te bezuinigen 1. Maatregelen nemen om de uitgavenkant van de gemeente te verminderen en de inkomstenkant waar mogelijk te verbeteren. Hierbij geldt dat het verhogen van de woonlasten (OZB) niet verder gaat dan de inflatiecorrectie, tenzij er zwaarwegende redenen zijn voor verdere verhoging. 2. Uitwerken vijftien voostellen om de bezuinigingstaakstelling te realiseren. 3. Herinvoeren post voor structureel nieuw en incidenteel nieuw beleid. 4. het op peil houden/brengen van de reserves en voorzieningen. Verbetering budgetcyclus Uitvoering geven aan Plan van Aanpak verbetering programmabegroting en andere documenten uit de budgetcyclus (Auditcommissie)
- 21 -
Reeds in Meerjarenbegroting opgenomen
Planning (wanneer gereed?)
Geen
Ja
Doorlopend proces
€ 100.000
Ja
Begroting 2012
Geen
Ja
Begroting 2012
betreft de OZB gaat niet verder dan de inflatiecorrectie, tenzij er zwaarwegende redenen zijn voor verdere verhoging. Dat zijn o.a. het behoud van de hiervoor genoemde voorzieningen en / of strikt noodzakelijk gevonden investeringen.
- 22 -
6. Financiën en Organisatie 6.2. Versterking uitvoeringsorganisatie PFH
Doelstellingen en beoogde resultaten uit het Raadsprogramma
AW
De kwaliteit van de ambtelijke organisatie wordt versterkt. De samenwerking in de Drechtsteden en de brede doorlichting, die zich richt op een efficiënter en effectiever werkende organisatie, vormen de aanleiding om te komen tot een organisatie, die dienstbaar is aan de inwoners van Sliedrecht en op de nieuwe ontwikkelingen in de regio is ingespeeld. De inwoners van Sliedrecht moeten ook van een betere afstemming tussen gemeente en regionale uitvoeringsdiensten kunnen profiteren. Taken worden alleen overgeheveld als van te voren de opdracht aan de uitvoeringsdienst in financiële en organisatorische zin helder en scherp is geformuleerd, waarmee verantwoording kan worden afgelegd aan het bestuur. De zeggenschap van Sliedrecht over deze taken blijft behouden. Tevens mag een taakoverheveling niet ten koste gaan van de dienstverlening aan de inwoners. Met een basisdienstverlening die in Sliedrecht zelf beschikbaar is. Daarbij blijft het werken op zondag in gemeentelijke diensten en bedrijven beperkt. In 2012 staat er een sterkere gemeentelijke organisatie, die mede is afgestemd op het regionale samenwerkingsverband Drechtsteden, waarbij de aansturing ook in politiek-bestuurlijke zin beter is geborgd. Voor de voortgang is het gewenst dat het college eind 2010 komt met de eerste voorstellen. Doel is de ambtelijke en bestuurlijke bedrijvigheid te vermin-
Prestatieafspraken
Eénmalige kosten
Startnotitie Er wordt een startnotitie opgesteld waarin een voorstel gedaan wordt om de organisatie aan te passen aan de veranderende omgeving (dienstbaar aan de inwoners en ingespeeld op de regio). Hierbij wordt de ambtelijke organisatie kleiner en hoogwaardiger. In de startnotitie zal aandacht worden besteed aan een goede borging van de aansturing, ook in politiek-bestuurlijke zin, van de nieuw te vormen organisatie. Hierbij moet er 1,5 miljoen bezuinigd worden op de personele uitgaven. Dat bedrag word niet in één keer bereikt, maar in vijf jaar tijd. In 2011/2012 richten wij ons op de ontwikkeling van een andere organisatie,die past bij de actuele ambities van de gemeente Sliedrecht. Dat houdt onder meer het door ontwikkelen in naar een meer eigentijdse organisatie.
- 23 -
Reeds in Meerjarenbegroting opgenomen
Planning (wanneer gereed)
€ 200.000 t.b.v. proceskosten
Organisatieaanpassing is gereed in 2012
In de jaren 2011 en 2012 zal een taakstelling worden gerealiseerd van € 600.000 De alsdan overblijvende taakstelling vo9lgt in jaren 2013, 2014 én 2015.
deren, de bedrijfsvoering te verbeteren en om efficiënter en effectiever gebruik te maken van de verschillende Drechtstedenbedrijven, dan wel samenwerkingsprojecten met derden.
- 24 -
Vragen en opmerkingen SGP/CU 1. In het plan van aanpak vandalisme en overlast 2010-2011 wordt er over gesproken dat er vanuit een enkele hanggroep aanleiding bestaat om een koppeling tot stand te brengen met het strafrecht. Wat wordt hiermee bedoeld? Op het moment dat jongeren die overlast veroorzaken met Justitie in aanraking komen wordt contact gelegd met het Veiligheidshuis. In het Veiligheidshuis wordt informatie uitgewisseld tussen de diverse ketenpartners en vindt afstemming plaats van maatregelen die lokaal én strafrechtelijk worden genomen. Tijdens het overleg wordt ook nagegaan of er nog aanvullende maatregelen genomen kunnen worden om de overlast verder te bestrijden. Te allen tijde moet voorkomen worden dat de lokale aanpak en de strafrechtelijke aanpak tot tegenstrijdigheden leidt.
2. Gevraagd wordt om Stichting de Hoop een plaats te geven binnen de voorlichting. Stichting De Hoop maakt deel uit van het programma “Verzuip jij je toekomst?!”. In afstemming met de programmaleiding kunnen betrokken organisaties zoals scholen, verzoeken om De Hoop bij de voorlichting in te zetten. Als het gaat om aanvullende activiteiten, bijvoorbeeld op het gebied van roken, drugs, etc. kan dit ook rechtstreeks met De Hoop kort worden gesloten. Voor wat betreft de in Sliedrecht gevestigde coffeeshop wordt op dit moment in samenwerking met De Hoop gekomen tot een pakket op het gebied van voorlichting.
3. Hoeveel keer is er vervolging ingesteld op APV overtredingen? Veel APV overtredingen zullen worden afgehandeld met een bekeuring (door inzet van BOA’s of politie) en leiden zodoende niet tot vervolging. Omdat het Openbaar Ministerie de instantie is die de beslissing neemt over wel of niet vervolgen is hen gevraagd hierover cijfers aan te leveren. Deze gegevens zullen worden toegestuurd zodra deze beschikbaar zijn.
4. De terugloop in het aantal aangiften van vernielingen zou ook gelegen kunnen zijn in een verminderd animo om aangifte te doen. De terugloop zou in die zin ook anders uitgelegd kunnen worden. In het bestrijden van vandalisme wordt vanaf 2003 een actief beleid gevoerd. Die aanpak heeft geresulteerd in een aantal concrete initiatieven zoals een afsprakenkader voor veilig en gezellig uitgaan en reguliere overleggen met de horeca, een proeftuin van de politie, maatregelen in het kader van de veilige school, de aanstelling van suswachten, het instellen van cameratoezicht, een campagne “stop met vandalisme”. De meeste van deze maatregelen zijn uitvoerig geëvalueerd, zoals de proef met suswachten en de proef met cameratoezicht. Beide evaluaties wijzen uit dat er op het gebied van vandalisme van deze maatregelen een duidelijke preventieve werking uitgaat. Dit is een indicatie dat de genomen maatregelen effect hebben en wij schrijven een afname van de problematiek rondom het vandalisme dan ook hieraan toe. Ervaringen in de wijken van politie, jongerenwerk en gemeente bevestigen het beeld dat het probleem van vandalisme niet is opgelost, maar dat de totale omvang van de problematiek wel zichtbaar minder is geworden. Tot slot laat ook de omvang van schade aan gemeentelijke eigendommen een daling zien van ongeveer € 40.000,- in 2008 naar ongeveer € 30.000,- in 2009. Wij menen dus al met al dat de totale omvang van vandalisme in de laatste jaren is afgenomen.
5. Voor graffiti is geen enkele aangifte gedaan. Klopt dit? Graffiti wordt niet als aparte delictsoort in de politiesystemen geregistreerd. Dit heeft te maken met de overstap naar de nieuwe landelijke politieapplicatie en daarbij horende juridische kaders. Hierbij is gekozen voor het onderbrengen onder vernieling. Op zich maakt dit voor de aanpak van het probleem niet uit, echter de nul bij graffiti is zodoende misleidend. Hiermee zal voortaan rekening worden gehouden. Navraag bij de wijkagent leert dat de graffiti problematiek het afgelopen jaar in ieder geval minder is geworden en veel te maken had met de aanhouding van een paar bekende daders.
6. De terugloop in het aantal meldingen van overlast zou ook gelegen kunnen zijn in een verminderd animo om overlast te melden, bijvoorbeeld omdat men weet dat het een tijd duurt eerdat politie ter plaatse is en de politie begrijpelijkerwijs prioriteiten moet stellen of omdat melders bang zijn voor represailles. Vanaf 2003 wordt een actief beleid gevoerd op het gebied van overlastbestrijding. Belangrijke spil hierin vormt het hanggroepenoverleg. Bij iedere melding van overlast gaan de ketenpartners van dit overleg (politie, jongerenwerk en gemeente) gezamenlijk na wat een ieder kan betekenen om de overlast te bestrijden dan wel te verminderen. Overlast kan uiteraard worden gemeld op het moment dat deze overlast zich voordoet (bij de politie), maar het melden van overlast kan ook plaatsvinden achteraf bij één van de ketenpartners. De praktijk wijst uit dat overlast ook wordt gemeld bij de diverse ingangen bij de gemeente zoals het wijkgericht werken, plantsoenen en reiniging, openbare orde en veiligheid en jeugdbeleid. Er zijn de afgelopen jaren een aantal goede ontwikkelingen geweest. Zo zijn er voorzieningen voor de oudere jeugd gerealiseerd die ons inziens in preventieve zin een bijdrage leveren aan het verminderen van overlast. De voorziening die daarbij het meest in het oog springt is die onder de A15. Ook wordt het onderhoud aan de voorzieningen voor met name de oudere jeugd tegenwoordig besproken en geprioriteerd in het hanggroepenoverleg zodat het gebruik van de voorzieningen optimaal blijft. In de afgelopen jaren hebben vanuit diverse overlastsituaties overleggen plaatsgevonden met inwoners. Tijdens deze overleggen wordt uitvoerig gesproken over de ontstane overlast en wordt door middel van een gerichte aanpak gewerkt aan het oplossen dan wel het verminderen van de overlast. Bij dergelijke overlegvormen worden inwoners ook gewezen op het belang om overlast te melden. Er bereiken ons op die momenten geen signalen dat inwoners een verminderd animo hebben om overlast te melden. Evenals bij de beantwoording van vraag 4 komt uit eigen waarnemingen van politie, jongerenwerk en gemeente naar voren dat het probleem rondom overlast niet is opgelost, maar dat de totale omvang van overlast wel zichtbaar is afgenomen. Tot slot bestaan nagenoeg alle hanggroepen in Sliedrecht uit zogenaamde hinderlijke jeugd. Deze eenvoudigste categorie jeugdgroepen zijn over het algemeen nog voldoende “autoriteitsgevoelig” en aanspreekbaar op hun gedrag. Deze overlastvorm geeft geen aanleiding om te veronderstellen dat melders van overlast angst moeten hebben voor represailles. Onderdeel van het plan van aanpak vandalisme en overlast 2010-2011 is ook een pilot / proef met buurtavonden van de heer Hans Kaldenbach. De heer Kaldenbach laat buurtbewoners daarbij aan den lijve ondervinden hoe je op de meest effectieve manier om kunt gaan met bestaande cultuurverschillen tussen jongeren en bewoners. Wij denken dat deze methodiek goed aansluit bij de overlastvorm zoals die in het algemeen in Sliedrecht wordt ervaren.
7. Neem kennis van de ervaringen vanuit Rotterdam. Daar spreekt men ouders aan op het gedrag van hun kinderen en als de ouders hun kinderen niet in toom houden dan worden ze hun huis uitgezet. De politie is altijd voorstander van een directe aanpak met snelle resultaten, waarbinnen het past om contact te leggen met de ouders. Die aanpak vindt ook stelselmatig in Sliedrecht plaats. Het aanspreken op ouderlijk gezag is echter geen garantie voor succes. Er zijn legio voorbeelden van keurige ouders die maar niet willen inzien dat hun kroost buiten veel ellende veroorzaakt of van ouders die toch geen echte grip hebben op hun kinderen. Wij zullen ons oriënteren of onderdelen van de Rotterdamse aanpak ook in Sliedrecht van waarde kunnen zijn. Wij stellen ons vooralsnog voor dat een dergelijke maatregel vooral wordt toegepast op de momenten dat ouders die geen bijdrage leveren en/of zij niet ontvankelijk zijn voor hulpverlening.
8. Het is jammer dat het niet lukt jeugdwerk op wijkniveau van de grond te krijgen. SGP/CU is nieuwsgierig naar de suggesties die worden meegenomen in de evaluatie van het jeugdbeleid. Op dit moment oriënteren wij ons in Sliedrecht Oost (opnieuw) op mogelijkheden voor een dergelijke voorziening. Dit voorstel moet nog nader worden uitgewerkt en zal worden meegenomen met de evaluatie van het jeugdbeleid.
9. Het alcoholgebruik onder jeugdigen is in de weekeinden zorgelijk. Hoe wordt dit aangepakt voor de toekomst? In het kader van het programma “Verzuip jij je toekomst!?” wordt ingezet op drie peilers: Informatie, wetgeving en handhaving. Via informatie en voorlichting worden vooral de opvoeders benaderd. De mogelijkheden om de leeftijdgrens voor het verstrekken van alcohol aan te passen, zijn beperkt door besluiten in de vorige kabinetsperiode. In de gehele regio is onderzoek verricht naar schenk- en verkoopgedrag van horeca, sportkantines en winkels. Op basis van deze bevindingen wordt overleg gevoerd en afspraken gemaakt met horeca, supermarkten en detailhandel. Het programma Verzuip jij je toekomst!? is vooral preventief georiënteerd. Maatregelen die op korte termijn effectief zijn blijken minder voorhanden te zijn. Het vraagstuk is vooral lastig waar jongeren indrinken thuis of buiten bereik van volwassenen. In het eerste geval kan het aanspreken van ouders op hun verantwoordelijkheid zoals dit in het programma vervat is bijdragen. In het tweede geval handhaaft de politie overeenkomstig het bepaalde in de Algemene Plaatselijke Verordening het openlijk gebruik van alcohol in de openbare ruimte indien dit gepaard gaat met hinderlijk gedrag. Op enkele plaatsen in Sliedrecht handhaaft de politie het gebruik van alcohol zonder dat sprake is van hinder.
10. Er is sprake van een uitbreiding van het cameratoezicht. Cameratoezicht heeft een meerwaarde voor opsporing en preventie maar gehoopt wordt dat niet de gehele gemeente vol wordt gehangen met camera’s. Politie moet niet worden vervangen door camera’s. De uitbreiding van het cameratoezicht waar over gesproken wordt is halverwege 2010 gerealiseerd. Het betreft een beperkte uitbreiding en vooral een verbetering van het huidige cameratoezicht op de winkelpromenade Kerkbuurt welke in overleg met de winkeliers en de bewoners tot stand is gekomen. Er zijn geen voornemens om het cameratoezicht verder uit te breiden en mocht er in de toekomst een dergelijke ontwikkeling zijn dan zal de burgemeester de gemeenteraad hierbij betrekken.
11. Hoeveel graffitispuiters zijn er opgespoord in 2009 en is de schade op hen verhaald? Het betrof 6 aangehouden verdachten waarvan er 4 zijn aangeleverd richting het Openbaar Ministerie. Omdat het Openbaar Ministerie de verdere afdoening onder haar hoede heeft zoals het verhalen van schade op de daders is hen gevraagd hierover cijfers aan te leveren. Deze gegevens zullen worden toegestuurd zodra deze beschikbaar zijn.
12. Is er iets te melden over de voortgang van de campagne meld misdaad anoniem? Onlangs is er een eerste bijeenkomst geweest met Stichting M en de wijkagenten waarin de problematiek rondom het vandalisme uitvoerig is besproken. Tijdens die bijeenkomst zijn eerste ideeën opgedaan voor een nieuwe campagne in de bestrijding van het vandalisme. Het voornemen bestaat om in het eerste kwartaal van 2011 een aanvang te maken met de campagne. Wij zullen de gemeenteraad op de hoogte houden van de inhoud van de campagne via de ingekomen stukken.
Vragen en opmerkingen CDA 1. Het aantal meldingen van overlast is in 2009 gestegen tot 150. Dit getal wordt nietszeggend nu vanaf 2009 ook de controles onder dit aantal vallen. De politie beschikt over een wijksecretariaat die zelfstandig meldingen kan bijhouden. Hoewel de opmerking begrijpelijk is, is het ook zaak oog te houden voor de inzet die dit zou vereisen. De afgelopen jaren is de politieorganisatie overspoeld met nieuwe wetgeving, protocollen, dossierverplichtingen en andere administratieve handelingen. Dit heeft onder andere geleid tot kabinetten die zich ook hebben uitgesproken over het terugdringen van bureaucratie. Het wijksecretariaat is er om het wijkteam en de wijkagent te ondersteunen, inclusief het beantwoorden van vragen van de burger. Een wijksecretariaat dat zich bezig houdt met het bijhouden van een “dubbele” administratie zal hier minder aan toe komen. Dit lijkt de politie een ongewenste richting.
2. Er is in het stuk niets gemeld over scooteroverlast, terwijl dit wel als een probleem wordt ervaren. Het hanggroepenoverleg heeft onder andere tot taak om bij iedere melding van overlast te inventariseren waaruit de gemelde overlast concreet bestaat. Binnen het hanggroepenoverleg worden dan zo passend mogelijke maatregelen getroffen die deze overlast moeten bestrijden dan wel moeten minimaliseren. Overlast door scooters wordt zelden of nooit genoemd als een vorm van overlast zodat hierop in het beleid geen bijzondere maatregelen worden benoemd. De aanpak van scooteroverlast in Sliedrecht staat op dit moment onder de aandacht van de politie in het kader van handhaving. Dit heeft er in geresulteerd dat de in Sliedrecht bekende jongeren veelvuldig zijn bekeurd. De jongeren hoeven niet staande te worden gehouden. Wanneer de jongeren gezien worden en er overtredingen zijn waargenomen (zoals rijden zonder helm, rijden zonder rijbewijs) wordt er een proces verbaal gezonden aan de jongeren.
3. Het verhalen van schade is belangrijk, het werkt preventief. Het verhalen van schade van gemeentelijke eigendommen op de daders is op initiatief van de veiligheidssociëteit Zuid-Holland Zuid bij alle gemeenten in de regio onder de aandacht gebracht. In het plan van aanpak vandalisme en overlast 2007-2008 is het verhalen van schade
als beleid opgenomen en sindsdien wordt dergelijke schade in Sliedrecht op de daders verhaald. Ook wordt bijgehouden wat jaarlijks de schade is aan de gemeentelijke eigendommen. Het verhalen van schade steunen wij van harte als voorbeeldfunctie en deels ook in preventieve zin. De preventieve betekenis wordt bijvoorbeeld beperkt omdat de aard van het delict een lage pakkans in zich heeft, omdat de gemeente iets “hards” in handen zal moeten hebben in de vorm van een gerechtelijke uitspraak of een bekentenis alvorens de schade kan worden verhaald, etc.
4. Er zijn een tien tot vijftiental hanggroepen in Sliedrecht die hinder veroorzaken en er is één groep die overlastgevend is. Er wordt gepleit om niet een vergadercircuit in gang te houden, maar voor een directe aanpak waarin bijvoorbeeld naar de ouders wordt gegaan. De politie is altijd voorstander van een directe aanpak met snelle resultaten, waarbinnen het past om contact te leggen met de ouders. Die aanpak vindt ook stelselmatig in Sliedrecht plaats. Het aanspreken op ouderlijk gezag is echter geen garantie voor succes. Er zijn legio voorbeelden van keurige ouders die maar niet willen inzien dat hun kroost buiten veel ellende veroorzaakt of van ouders die toch geen echte grip hebben op hun kinderen. In de aanpak van jeugdoverlast wordt altijd toegewerkt naar concrete en praktische oplossingen op de korte termijn en structurele oplossingen op de lange termijn. Het is daarbij noodzakelijk dat politie, gemeente, jongerenwerk en eventuele andere relevante partijen informatie delen om te komen tot een gezamenlijke en eenduidige aanpak. Die noodzakelijke afstemming vindt plaats in het hanggroepenoverleg.
Vragen en opmerkingen VVD Er worden twee zaken gemist in het stuk: - er wordt in de stukken gemeld dat er twee centra zijn waar jeugd terecht kan: Pand 33 en Elektra. Maar de Rank en het CJMV gebouw zijn ook plaatsen waar jeugd een plek heeft. - met name de grote sportverenigingen bieden jeugd ook vertier en dat moet niet onderschat worden. Naast Elektra en Pand 33 zijn er inderdaad nog meer plaatsen waar de jeugd een plek heeft, zoals bijvoorbeeld de kerken en de sport en culturele verenigingen. De twee genoemde organisaties zijn de partners waarmee de gemeente de meeste contacten heeft als het gaat om het voorkomen van vandalisme en overlast. De rol van de sportverenigingen wordt zeker niet onderschat, zij spelen een zeer belangrijke rol in een zinvolle dagbesteding van de Sliedrechtse jeugd. Mede hierom wordt er sterk ingezet op subsidiering van jeugdsport. Hetzelfde geldt uiteraard voor de culturele verenigingen.
Vragen en opmerkingen Pro Sliedrecht Voor wat betreft graffiti wordt in het stuk gemeld dat jongerenwerk desgewenst een workshop graffiti kan organiseren. Hoe staat dit in verhouding tot een passage verderop waarin staat dat het creëren van een legale plaats vooralsnog geen voorkeur heeft? Op dit moment zijn er heel weinig jongeren die van het aanbod van het jongerenwerk gebruik maken om een workshop graffiti te houden. Het aanbod van het jongerenwerk is bedoeld als alternatief op het moment dat er een dergelijke behoefte ontstaat. Ook bestaat de mogelijkheid om, na overleg met het jongerenwerk, op de muur achter het jongerencentrum graffiti te spuiten.
Uitvoeringsplan Openbare Orde en Veiligheid 2011/2012 Gemeente Sliedrecht
Dit document is tot stand gekomen door samenwerking tussen:
• •
Zuid-Holland-Zuid District Alblasserwaard / Vijfheerenlanden
Inleiding. Het is gebruikelijk dat er tegen het eind van het jaar met de gemeenteraad wordt gesproken over de resultaten, lokale inzet en speerpunten van de politie, gemeente en het Openbaar Ministerie in het afgelopen jaar en voor het komende jaar. Hierbij wordt tevens het ontwerp uitvoeringsplan openbare orde en veiligheid aangeboden dat de lokale speerpunten voor het komende jaar bevat alsmede de inzet bevat die politie, Openbaar Ministerie en gemeente op die speerpunten plegen. Het uitvoeringsplan openbare orde en veiligheid is een vervolg op de kaderbrief 2011 die de districtsleiding van de politie Alblasserwaard en Vijfheerenlanden onlangs heeft opgesteld. In deze kaderbrief geeft de districtsleiding de ontwikkelingen en prioriteiten aan op districtelijk niveau. De kaderbrief is het startschot voor alle gemeente in het district om aan de slag te gaan met de lokale aandachtspunten. De kaderbrief is als bijlage bij dit uitvoeringsplan gevoegd en dient ter informatie. De keuze om speerpunten te benoemen is niet ieder jaar onderhevig aan wijzigingen. Ook een groot deel van de inzet die de ketenpartners op de speerpunten plegen zijn over het algemeen genomen een voortzetting van bestaand (lopend) beleid. Er is in dat opzicht dus sprake van een meerjarenbeleid. Die omstandigheid vormt aanleiding om voor te stellen het uitvoeringsplan vanaf heden voor de duur van twee jaren vast te stellen, dus voor 2011 èn 2012. Een uitzondering hierop kan zich voordoen in het geval er tussentijds toch een wijziging optreedt in de speerpunten. In dat geval zal het uitvoeringsplan nog tussentijds worden aangepast. Voor de gemeente Sliedrecht geldt dat de lokale aandachtspunten voor 2011 en 2012 niet afwijken van de ontwikkelingen in de regio. De lokale speerpunten die kunnen worden benoemd zijn achtereenvolgens: - Geweld; - Jeugd; - Veelvoorkomende criminaliteit. Met betrekking tot de veelvoorkomende criminaliteit is de aanpak op het gebied van diefstal uit auto’s en diefstal van fietsen een lokale aanvulling op de kaderbrief. Het bovenstaande betekent niet dat er voor de andere onderwerpen die niet genoemd zijn in het uitvoeringsplan of de kaderbrief lokaal geen aandacht meer zal/kan zijn. Lokaal zullen de ontwikkelingen worden gevolgd en als er aanleiding voor is zal er inzet plaatsvinden op de gesignaleerde problematiek of een trend.
Thema Geweld Het tegengaan en oplossen van geweldsdelicten raakt de essentie van de taken van de overheid en is als dusdanig altijd een prioriteit. Geweld bestaat uit vele deelgebieden die variëren in complexiteit. Voorbeelden zijn: bedreiging, mishandeling, huiselijk geweld, zedenmisdrijven, moord of doodslag, etc. Binnen het district Alblasserwaard / Vijfheerenlanden worden de nodige geweldsdelicten op straat gepleegd door jongeren tijdens het uitgaan. Overmatig drinken van alcohol, al dan niet in combinatie met drugs (XTC, cocaïne), speelt een rol bij uitgaansagressie. Ook in 2011 staan de partners voor de uitdaging deze vorm van geweld in te dammen. Huiselijk geweld. De bestrijding van huiselijk geweld heeft op 1 maart 2009 een nieuwe impuls gekregen doordat de burgemeester bij wet de bevoegdheid heeft gekregen een zogenaamd huisverbod op te leggen. Sliedrecht heeft in 2009 één huisverbod gekend en in 2010 zijn er tot en met september 2010 zes huisverboden opgelegd. De ervaringen met dit instrument zijn positief. Het huisverbod is een kordate maatregel waarmee pressie kan worden uitgeoefend op de pleger en waarmee de (kwalijke) spiraal van huiselijk geweld kan worden doorbroken. De samenwerking tussen politie, Openbaar ministerie, gemeente en de GGD is intensief. Hulpverlening wordt snel opgestart en er wordt de nodige rust gecreëerd voor de slachtoffers. Ook uit een evaluatie van het onderzoekscentrum Drechtsteden die op 19 augustus 2010 aan gemeenten is toegestuurd blijkt dat het huisverbod een bijdrage levert in de bestrijding van het huiselijk geweld op de hiervoor genoemde wijze. Veiligheidshuis. Sinds 2007 wordt in Dordrecht samengewerkt aan een sluitende aanpak van veelplegers en jeugd met alle andere relevante ketenpartners. In 2008 is het werkgebied uitgebreid met het huiselijk geweld. Het veiligheidshuis werkt persoonsgericht en gebiedsgericht. Interventies die het veiligheidshuis inzet zijn gebaseerd op een combinatie van strafrecht, zorg, toezicht en bestuursrechtelijke handhaving. Het is de ambitie van het veiligheidshuis om door te ontwikkelen naar andere gemeenten in de regio en deze ontwikkeling zal eind 2010 / begin 2011 verder gestalte gaan krijgen. Er wordt thans onderzocht of de coördinatie van nazorg van jeugdige ex gedetineerden in het veiligheidshuis een plaats kan krijgen. De coördinatie voor volwassen ex gedetineerden zal binnen de Drechtsteden worden weggezet bij de Sociale Dienst Drechtsteden. Tabel I: aangiften van geweld gemeente Sliedrecht Lichamelijke integriteit, aangiften opgenomen gemeente Sliedrecht Aangiften opgenomen
2006
2007
2008
2009
Mishandeling Bedreiging Zedenmisdrijf Straatroof Openlijk geweld (persoon) Moord, doodslag Overval Lichamelijke integriteit
63 25 29 1 1 0 2 121
69 22 7 5 3 0 1 107
56 28 8 4 6 0 1 103
61 30 12 4 4 0 1 112
2010 t/m 23 sept. 28 10 7 3 9 2* 1 60
* Betreft een tweetal pogingen. Een enigszins verwarde man reed op een zevental auto's in een file in en een inbreker in een gestolen auto reed in op een politieagent. In beide gevallen liep het gelukkig goed af.
Aangiften opgenomen
2006
2007
2008
Huiselijk geweld
8
14
18
2009
17
2010 t/m 23 sept. 13
Activiteiten partners: Politie 1. Algemeen: • Inzet van politie in verband met de openbare orde en veiligheid, waaronder wekelijks iedere vrijdag en zaterdagavond en nacht in uitgaansgebieden en bij evenementen; • De Algemene Plaatselijke Verordening wordt gehandhaafd middels bekeuringen; • Ondersteuning en gebruik van het door de gemeente Sliedrecht geïnitieerde cameratoezicht op openbare plaatsen. Dit omvat onder andere beschikbaarheid van wijkagenten om herkenning uit te voeren op beelden en de inzet van de recherche; • Er vinden analyses plaats naar het geweld binnen het district; • De politie garandeert noodhulp binnen 15 minuten, 24 uur per dag; • De politie garandeert een oplossingspercentage geweld van tenminste 70%; • Geweldszaken krijgen voorrang in de behandeling van zaken; • Slachtofferhulp wordt pro-actief aangeboden; • Slachtoffers van geweld worden binnen 3 weken benaderd in het kader van nazorg.
2. • • • •
Huiselijk Geweld Ondersteuning van ernstig bedreigde slachtoffers middels een noodknop (AWARE); Toename van het aantal meldingen dat wordt doorgezet richting hulpverlening; Het aantal ambtshalve vervolgde misdrijven en aangehouden verdachten is toegenomen; Deelname aan een casusoverleg recidivisten huiselijk geweld en het zorgnetwerk Sliedrecht;
Gemeente • • • •
•
De bekendheid van het meld- en adviespunt voor huiselijk geweld bevorderen; Het meld- en adviespunt voor huiselijk geweld subsidiëren; Inzet van zogenaamde suswachten in het uitgaansgebied iedere vrijdag- en zaterdagavond en nacht, tijdens oud en nieuw en koninginnedag; Het in stand houden en zo nodig uitbreiden van cameratoezicht op (openbare) plaatsen waar dit een aanvullende bijdrage levert aan de openbare orde en veiligheid; Het toepassen van het huisverbod op grond van de Wet tijdelijk huisverbod.
Openbaar ministerie 1. Algemeen: 1 • Instellen van vervolging van strafbare feiten . Naar verwachting zal het OM in 2011 20 tot 25 eenvoudige mishandelingen afdoen; • Indien sprake is van ernstig geweld tegen personen, overgaan tot voorgeleiding van 2 verdachte(n) bij rechter-commissaris ; 1
Daar waar in dit uitvoeringsplan gesteld wordt dat het OM vervolging van strafbare feiten instelt, geldt dat dit alleen van toepassing is indien dit binnen het juridisch kader mogelijk is. 2
Daar waar in dit plan vermeld staat dat het OM de verdachte(n) zal voorgeleiden bij de rechtercommissaris, geldt dat dit alleen mogelijk is indien het een geval betreft waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten en waarbij ernstige bezwaren en gronden voor voorlopige hechtenis aanwezig zijn.
• •
•
Verstrekken van informatie aan het slachtoffer via het Slachtoffer Informatie Punt; Aanpak conform protocol geweld tegen ambtenaren in de (semi)openbare ruimte - voor alle gevallen als bedoeld in het protocol altijd overleg met weekdienst of piketofficier; - geen transactie, tenzij de eis ter zitting een geldboete zou opleveren en er geen ruimte is voor civiele vordering; - in beginsel overgaan tot voorgeleiding bij de rechter-commissaris; - het OM zorgt ervoor dat de vordering tot schadevergoeding ter afwikkeling aan de rechtbank wordt voorgelegd. Hogere strafeis bij geweld tegen: - personen in uitoefening van hun functie (150% verhoging); - personen die burgermoed hebben getoond (150% verhoging); - personen die in een afhankelijke situatie tot de dader staan (33% verhoging).
2. Huiselijk Geweld Strafrechtelijke aanpak conform protocol, waarin o.a.: • Uitgangspunt is dat er wordt overgegaan tot strafrechtelijke vervolging indien er sprake is van een bewijsbaar strafbaar feit. • Bij het ontbreken van een aangifte vindt waar mogelijk ambtshalve vervolging plaats; • In gevallen waarin het slachtoffer uitdrukkelijk geen aangifte wil doen en er onvoldoende grond bestaat de verdachte ambtshalve te vervolgen, kan de politie een gesprek aangaan met de verdachte en het slachtoffer om beiden te attenderen op hulpverleningsmogelijkheden; • Zoveel mogelijk voorgeleiden van verdachte aan de rechter-commissaris, indien er gronden zijn voor de voorlopige hechtenis; • Als schorsing van de voorlopige hechtenis geïndiceerd is, bevordert het OM zoveel mogelijk het opleggen van bijzondere voorwaarden, zoals reclasseringsbegeleiding en/of een straat- of contactverbod; • Zo snel mogelijk inschakelen hulpverlening voor dader en slachtoffer; • Het OM informeert – indien gewenst – de slachtoffers van huiselijk geweld over het verloop van het strafproces; • Alle incidenten huiselijk geweld worden besproken in het screeningsoverleg, waarbij acties worden uitgezet m.b.t. pleger, slachtoffer en eventuele kinderen; • Extra aandacht in het veiligheidshuis voor recidivisten huiselijk geweld en een verdere koppeling tussen het screeningsoverleg en het hulpverleningstraject.
Thema Jeugd Ten aanzien van de aanpak van risicojeugd voert de gemeente de regierol. De rol van politie is het signaleren en adviseren over deze groep. In Sliedrecht krijgt de regierol vorm in een drietal overlegvormen: het Multi Disciplinair Team (MDT) voor de leeftijdsgroep twaalf jaar en jonger, het Samenwerkingsverband Jeugdwelzijn Sliedrecht (SJS) voor de leeftijdsgroep ouder dan twaalf jaar en het Coördinatie Overleg Overlast hanggroepen Sliedrecht (COOS) voor de overlast van hanggroepen. Los van percepties over de omvang van de jeugdproblematiek, is het duidelijk dat jeugdige daders en/of groepen een belangrijke rol spelen in zaken als overlast, vernielingen en geweld. Door het grote volume van deze misdrijven is er veel te winnen in een integrale aanpak van deze vormen van criminaliteit. Door een gezamenlijke aanpak moet het mogelijk zijn om meer te bereiken dan waar ketenpartners afzonderlijk toe in staat zijn. Project “verzuip jij je toekomst” De bestrijding van (overmatig) alcoholgebruik onder met name jongeren is in de loop van 2009 gestart middels het project “verzuip jij je toekomst”. Tot en met 2012 zullen acties worden uitgevoerd om dit gebruik terug te dringen. De opzet is enerzijds om meer informatie te ontsluiten zoals een attitudemeting onder jongeren en onderzoek naar de beste methodieken om het (overmatig) alcoholgebruik te bestrijden. Anderzijds worden vanaf de aanvang van het project gerichte acties uitgevoerd zoals een verkenningsactie in de horecabedrijven waarbij gecontroleerd wordt op het schenken van alcoholhoudende drank aan jongeren onder de 16 jaar en een actie in het kader van mysteryshopping bij de horeca, slijterijen, sportkantines, cafetaria’s en supermarkten. Op dit moment worden scholen benaderd om momenten aan te geven waarop contact kan plaatsvinden met de ouders. De boodschap is daarbij: stel het gebruik van alcohol zo lang mogelijk uit, maar in ieder geval tot het zestiende levensjaar van het kind. Centrum voor Jeugd en Gezin Begin januari 2011 wordt het centrum voor Jeugd en Gezin geopend. Onderdeel hiervan vormt een inlooppunt waar ouders, jeugdigen en professionals voor informatie, advies en lichte opvoedingsondersteuning terecht kunnen. Ook wordt de structuur van de casusoverleggen aangepast aan de eisen van de wet door omvorming tot een zorgadviesteam. Verder worden sluitende schriftelijke afspraken gemaakt over taken en verantwoordelijkheden met de instellingen in het achterliggende netwerk en er wordt een strategisch overleg jeugdbeleid tot stand gebracht. Plan van aanpak vandalisme en overlast 2010-2011 Op korte termijn wordt een nieuw plan van aanpak vandalisme en overlast (2010-2011) vastgesteld. De inzet die in het plan van aanpak vandalisme en overlast is genoemd is, vooruitlopend op de vaststelling er van, opgenomen in dit uitvoeringsplan openbare orde een veiligheid. Tabel II: Overzicht politiecontacten minderjarigen en meldingen overlast Politiecontact minderjarigen
2006
2007
2008
2009
Verdachte gehoord Verdachte aangehouden Verdachte in verzekering gesteld HALT-afdoening
85 37 6 1
126 58 15 14
105 79 15 7
71 50 10 10
2010 t/m 23 sept. 31 18 1 4
Melding overlast van hanggroepen
Sliedrecht
2006 2007 2008 2009
141
130
96
150
2010 t/m 23 sept. 125
Toelichting: de toename van het aantal meldingen overlast van hanggroepen is waarschijnlijk een gevolg van de invoering van het landelijk politiesysteem BHV. Dit nieuwe systeem heeft tot gevolg dat controles door de wijkagenten op jeugd nu onder “incident jeugdoverlast” wordt weggeschreven.
Activiteiten partners: Politie •
•
• • • • • • • • • • • •
•
Het voorkomen van overlast en criminaliteit door preventieve inzet van politie in verband met de openbare orde, waaronder bij evenementen en wekelijks iedere vrijdag en zaterdagavond en nacht in de uitgaansgebieden; Preventief wekelijks toezicht op overlastplekken, de personalia en portretten van overlast veroorzakende jongeren worden opgenomen in het Jeugd Informatie Systeem; De Algemene Plaatselijke Verordening wordt gehandhaafd middels bekeuringen, bijvoorbeeld op het gebied van het gebruik van alcohol in de openbare ruimte; De politie garandeert de doorlooptijden (Kalsbeeknorm) voor jeugdige verdachten; Risicojongeren worden aangemeld bij het Jeugd Preventie Team; Bij wangedrag worden ouders van minderjarigen aangesproken op hun ouderlijke verantwoordelijkheid; De contacten met de scholen worden versterkt door het naleven van het convenant Veilig In en Om School (VIOS); Aandacht voor het schoolverzuim van jeugd middels samenwerking met leerplichtambtenaren; Overleg met de jeugdcoördinator bij iedere signalering, ontbieding en aanhouding van jongeren; De politie houdt een overzicht bij van jeugdige veelplegers, op basis waarvan afspraken kunnen worden gemaakt met de partners; De politie ontwikkelt een persoonsgerichte aanpak van jeugdige meerplegers. Deelname aan de diverse overleggen gericht op jeugdigen waaronder het hanggroepenoverleg, SJS overleg, MDT-overleg, zorgnetwerk Sliedrecht, etc. Het handhaven van het gemeentelijke softdrugsbeleid op basis van de AHOJG plus criteria en exploitatievergunning en gedoogverklaring. Samen met Openbaar Ministerie en gemeente deelnemen aan de projectmatige aanpak op het gebied van jeugd en alcohol (projectplan “verzuip jij je toekomst”) dat tot en met 2012 loopt. Ondersteuning en gebruik van het door de gemeente Sliedrecht geïnitieerde cameratoezicht op openbare plaatsen. Dit omvat onder andere beschikbaarheid van wijkagenten om herkenning uit te voeren op beelden en de inzet van de recherche.
Gemeente • • • •
•
Het evalueren en actualiseren van het jeugdbeleid “jeugd(in)begrepen”. Het handhaven van het gemeentelijke drugsbeleid. Coördinatie tussen de verschillende jeugd(zorg)instellingen. Het ondersteunen van projecten, die veel belovend zijn in de adequate aanpak van gezins- en opvoedingsondersteuning en van huiselijk geweld, zoals home start en de gezinscoach. In augustus 2009 is er een wetsvoorstel Herziening Kinderbeschermingsmaatregelen bij de tweede kamer ingediend. Het wetsvoorstel zal naar verwachting in 2011 in werking treden. Onderdeel van deze wijziging is dat de burgemeester via de Raad voor de kinderbescherming een toegang krijgt tot de kinderrechter om
•
• •
•
• • • • • •
• •
• •
• •
•
• •
opvoedingsondersteuning te kunnen afdwingen in situaties waarin dat voor de ontwikkeling van het kind noodzakelijk is en ondersteuning niet op vrijwillige basis wordt aanvaard. Na de inwerkingtreding van deze wet zal de gemeente in noodzakelijke gevallen opvoedingsondersteuning afdwingen via de kinderrechter. De wet voetbalvandalisme en ernstige overlast is op 1 september 2010 in werking getreden. De wet biedt zowel op repressief als preventief gebied mogelijkheden om op te treden tegen ernstige overlast die telkenmale terug keert en waarvan de vrees bestaat dat dit in de toekomst aan zal blijven houden. De bevoegdheid die de wet biedt zal ter hand worden genomen op het moment dat zich voorvallen voordoen die aan de door de wet gestelde criteria voldoen. Structureel MDT-overleg (Multi Disciplinair Team), het signalerings- en zorgnetwerk voor 0 tot 12 jarigen, dat de gehele schoolloopbaan dekt. Structureel een SJS-overleg (Samenwerkingsverband Jeugdwelzijn Sliedrecht) voeren. Het SJS bestaat uit diverse partijen. Deze partijen bespreken in een SJSoverleg individuele zaken van jongeren tussen de 12 en 18 jaar, die in ernstige problemen verkeren. De ketenpartners vanuit het strafrecht maken geen onderdeel uit van het SJS-overleg. Vanuit een enkele hanggroep in Sliedrecht bestaat aanleiding een koppeling tot stand te brengen met het strafrecht. Hier zal in het vierde kwartaal van 2010 mee worden gestart. Structureel een COOS-overleg (Coördinatie Overleg Overlast hanggroepen Sliedrecht) voeren. De gemeente spreekt periodiek met de politie en het jongerenwerk om gevallen van overlast door hanggroepen te spreken en acties uit te voeren om de overlast te verminderen. Problemen bij jongeren in een zo vroeg mogelijk stadium signaleren en samen met partners als jeugdwerk, politie en scholen snel optreden en maatwerk leveren. Een blijvende zorg voor informatievoorziening aan jongeren en opvoeders. Jeugd, opvoeders, jongerenwerk en politie laten meedenken en meepraten over de uitvoering van wijkvoorzieningen. Gemeente neemt de regierol op zich in het maken van afspraken over het gebruik van een (speel)voorziening tussen buurtbewoners en jongeren. Afstemmen van de diverse voorlichtingsprogramma’s (zoals drugs, alcohol, overgewicht en vuurwerk) en projecten van GGD, Bouman GGZ en de politie. Het verbeteren van leefbaarheid en veiligheid door middel van wijkbijeenkomsten en avondschouwen, leefbaarheidmonitor en het Handhavingsarrangement MerwedeLingelijn. Subsidiëren van (sport)activiteiten en het jongerenwerk. Een time-out voorziening in stand houden, een plek waar jongeren tijdelijk terecht kunnen, toch onderwijs volgen, enige extra begeleiding krijgen, om vervolgens de schoolloopbaan weer gewoon op te pakken. Continueren van bestaande maatregelen zoals het cameratoezicht, suswachten in het uitgaansgebied. Ter vermindering van overlast van jeugd en in overleg en met medewerking van de winkeliers het in stand houden van de inzet van suswachten op bijvoorbeeld de donderdagavond op de winkelpromenade Kerkbuurt. Het evalueren van het plan van aanpak vandalisme en overlast 2007-2008 en het opstellen van een nieuw plan om genoemde problematieken te verminderen. Vanuit een preventieve gedachte brengt de burgemeester een bezoek aan alle scholen in het schooljaar 2010/2011 en schooljaar 2011/2012 waar hij met leerlingen van groep 8 van het basisonderwijs en groep 1 van het voortgezet onderwijs praat over veiligheid. Samen met Openbaar Ministerie en politie deelnemen aan de projectmatige aanpak op het gebied van jeugd en alcohol (projectplan “verzuip jij je toekomst”) dat tot en met 2012 loopt. Het in stand houden en zo nodig uitbreiden van cameratoezicht op (openbare) plaatsen waar dit een aanvullende bijdrage levert aan de openbare orde en veiligheid. Het hanggroepenoverleg zal een initiatiefvoorstel opstellen dat een handreiking zal bevatten over het voorzieningenniveau voor de oudere jeugd.
•
•
Omdat het aantal uren ambulant jongerenwerk op sommige momenten nog beperkt is zal worden onderzocht op welke wijze gekomen kan worden tot een uitbreiding van het aantal uren ambulant jongerenwerk in Sliedrecht. Tijdens een te organiseren buurtavond “omgaan met hangjongeren” zullen bewoners vaardigheden worden bijgebracht om beter om te kunnen gaan met de cultuurverschillen tussen jongeren en bewoners.
Openbaar Ministerie •
•
Samen met gemeenten en politie deelnemen aan de projectmatige aanpak op het gebied van jeugd en alcohol (projectplan “verzuip jij je toekomst”) dat tot en met 2012 loopt. Het vervolgen van strafbare feiten die voortkomen uit de handhaving van het gemeentelijk softdrugsbeleid.
Bij jeugdcriminaliteit: • Regie op sluitende aanpak minderjarige veelplegers. • Op tactisch niveau: afstemming tussen ketenpartners in Arrondissementaal Platform Jeugdcriminaliteit, waarbij OM voorzitter is. • Op operationeel niveau: OM is voorzitter Jeugdketenoverleg, waarin naast OM ook politie en Raad voor de Kinderbescherming zijn vertegenwoordigd. Hier worden de door de politie ingediende zaken besproken. OM neemt de afdoeningsbeslissing. • Snelle afhandeling van jeugdzaken: doorlooptijd tussen 1e verhoor en beoordeling OM in 80% van de gevallen < 3 maanden en tussen 1e verhoor en afdoening in 80% van de gevallen < 6 maanden. • Bespreking (in leerplichtoverleg) en afdoening van leerplichtzaken. • Het OM zorgt bij een mislukte HALT-straf voor de afdoening. • Naar verwachting zal het O.M. in 2011 ongeveer 20 tot 25 jeugdzaken (misdrijven) afdoen. Bij jeugdoverlast: • Instellen van vervolging bij overtredingen van de APV m.b.t. overlast. (Alleen van toepassing op de niet betaalde politietransacties en de APV-overtredingen die met een OM- transactie worden afgedaan)
Thema veelvoorkomende criminaliteit. In het Coalitieakkoord heeft het kabinet aangegeven de criminaliteit met een kwart te willen verminderen. Om deze doelstelling te bereiken is een flinke investering van de ketenpartners in de zogenaamde volumecriminaliteit. Onder volumecriminaliteit wordt verstaan de veel voorkomende criminaliteit. Inzoomend op dit voornemen is het binnen het district Alblasserwaard / Vijfheerenlanden onmogelijk om aan de categorie vernielingen voorbij te gaan. In Sliedrecht is er de laatste jaren (vanaf 2003) een geleidelijke afname te zien in het aantal aangiften van vernielingen. De daling van het aantal aangiften lijkt in 2009 te stabiliseren. Desalniettemin maakt in 2009 vernielingen circa 23% van het totaal aantal aangiften uit. Een integrale aanpak is daarom van groot belang. In Sliedrecht is binnen het begrip volumecriminaliteit de aanpak op het gebied van diefstal uit auto’s en diefstal van fietsen al enige keren aan de orde geweest. Voor 2011 en 2012 zal op beide gebieden een lokale aanpak plaatsvinden op het moment dat de ontwikkeling in criminaliteitscijfers hiervoor aanleiding geeft. Tabel III: Aangiften van vernieling in Sliedrecht in de openbare ruimte: Aangiften vernielingen
2006
2007
2008
2009
Vernieling auto Vernieling middelen openb. vervoer Vernieling openbare gebouwen Vandalisme/baldadigheid Dierenmishandeling Graffiti Overige vernieling/beschadigingen Openlijk geweld tegen goederen Overlast van/door plakken/kladden Vernieling/zaakbeschadiging
109 0 16 0 0 0 90 3 0 218
94 1 14 7 0 20 91 5 0 232
116 0 6 2 1 5 76 2 0 208
124 0 5 2 0 14 62 1 0 206
2010 t/m 23 sept. 67 1 7 1 0 0 51 0 0 127
Activiteiten partners: Politie • • • • • •
• • • • •
De politie streeft er naar alle aangiften met daderindicatie te onderzoeken; Het uitvoeren van een analyse naar vernielingen binnen het district; Naast regulier horecatoezicht in het weekend, garandeert de politie gerichte inzet op “hotspots” en looproutes van en naar uitgaansgelegenheden; Preventief toezicht op de hangplekken waar jeugd samenkomt en vernielingen aanricht (zie ook speerpunt jeugd); Mobiel videotoezicht wordt op “toptijden” ingezet om een daderindicatie te krijgen; Ondersteuning en gebruik van het door de gemeente Sliedrecht geïnitieerde cameratoezicht op openbare plaatsen. Dit omvat onder andere beschikbaarheid van wijkagenten om herkenning uit te voeren op beelden en de inzet van de recherche. Bevorderen dat eigenaren / beheerders het vernielde binnen 3 dagen herstellen; Het verhogen van de alertheid van burgers door o.a. het gebruik van SMS-alert; Het bevorderen van criminaliteitspreventie door adviezen zoals de avondschouw; Deelname en ondersteuning van de diverse overleggen met horeca en bewoners en participatie in initiatieven op het gebied van vandalisme en overlast. Het in samenwerking met de gemeente komen tot de jaarlijkse aanpak voor oud en nieuw.
• • •
Het mede organiseren van buurttoezicht op het moment dat criminaliteitscijfers hiervoor aanleiding geven of er vanuit de samenleving om gevraagd wordt. De politie bevordert, in samenwerking met de gemeente, een zo ordelijk mogelijk verloop van oud en nieuw door middel van een planmatige aanpak. De gebiedscan zal als middel worden ingezet om de criminaliteit te monitoren en maatregelen te bespreken en uit te voeren op punten die aandacht behoeven.
Gemeente •
•
• • • •
• • • •
•
• • • • • • •
Samenwerking tussen politie, horeca, gemeente en het openbaar ministerie op het gebied van uitgaan voortzetten op onder andere de volgende gebieden: voeren van horeca-overleggen, de continuering van het project “suswachters” en andere afspraken met de horeca over toezicht, de registratie van beelden door middel van cameratoezicht op plaatsen waar dit een aanvullende werking heeft in het kader van de openbare orde en veiligheid, etc. Vanuit een preventieve gedachte brengt de burgemeester een bezoek aan alle scholen in het schooljaar 2011/2012 en het schooljaar 2012-2013 waar hij met leerlingen van groep 8 van het basisonderwijs en groep 1 van het voortgezet onderwijs praat over veiligheid. Het evalueren van het plan van aanpak vandalisme en overlast 2007-2008 en het opstellen van een nieuw plan om genoemde problematieken te verminderen. Coördineren van wijkgericht werken (waaronder contacten wijkplatforms, wijkavonden, avondschouw, etc). Bijhouden van schade door vernielingen aan publieke eigendommen en het verhalen van de schade op de dader als deze bekend is. De gemeente herstelt schade aan haar eigendommen op zo kort mogelijke termijn en verwijdert graffiti van haar eigendommen. De gemeente bevordert dat andere partijen dit ook doen. Indien nodig contacten leggen en onderhouden met omwonenden bijvoorbeeld bij het ontstaan van onrust of overlast in het kader van het uitgaan. Gemeente neemt de regie rol op zich in het maken van afspraken over het gebruik van een (speel)voorziening tussen buurtbewoners en gebruikers. Samenwerking en informatievoorziening bevorderen tussen diverse partijen. Inwoners en bedrijven kunnen vernielingen aan publiek domein melden door middel van de servicelijn. Herstel van deze vernielingen vindt op zo kort mogelijke termijn plaats. In samenspraak en samenwerking met de politie initiëren van een aanpak op het gebied van fietsendiefstallen (waaronder het creëren van bewustwording onder inwoners). In samenspraak en samenwerking met de politie initiëren van een aanpak op het gebied van diefstallen uit auto’s. Het in stand houden en zo nodig uitbreiden van cameratoezicht op (openbare) plaatsen waar dit een aanvullende bijdrage levert aan de openbare orde en veiligheid. Het voeren van de regie en het samen met de politie komen tot een aanpak voor oud en nieuw. Het faciliteren van buurttoezicht op het moment dat criminaliteitscijfers hiervoor aanleiding geven of er vanuit de samenleving om gevraagd wordt. De winkeliers uit de winkelpromenade Kerkbuurt worden een voorstel gedaan om te komen tot een sluitende aanpak in de bestrijding van graffiti. Er wordt onderzoek gedaan naar de haalbaarheid van een campagne meld misdaad anoniem (Stichting M.) over het onderwerp vandalisme. De gemeente bevordert, in samenwerking met de politie en ander relevante partijen, een zo ordelijk mogelijk verloop van oud en nieuw door middel van een planmatige aanpak.
Openbaar Ministerie • •
Vervolging van strafbare feiten; Als de gedupeerde zich als benadeelde partij stelt, via schadebemiddeling trachten een regeling te treffen met verdachte om schade te vergoeden.
•
Vervolging van strafbare feiten: naar verwachting zal het O.M. in 2011 ongeveer 20 tot 25 zaken voor vernieling/openlijk geweld afdoen.
Het uitvoeringsplan openbare orde en veiligheid 2011-2012 voor de gemeente Sliedrecht is op (datum) 2010 aangenomen door de gemeente Sliedrecht, de politie en het openbaar ministerie. De politie Zuid-Holland-Zuid District Alblasserwaard/Vijfheerenlanden
J. B. Willemsen (Districtschef)
De gemeente Sliedrecht De burgemeester van Sliedrecht,
M.C. Boevée
Het Openbaar Ministerie
W.A. van Natijne (beleids officier van justitie)
Ingekomen stukken opiniërende bijeenkomst 25 januari 2011 WELZIJN EN ZORG NOTA’S/INGEKOMEN BRIEVEN 1. 2. 3.
4. 5. 6.
7.
Overeenkomst doordecentralisatie onderwijshuisvesting t.b.v. sbo-school De Akker Herbenoeming Wmo-raadslid Taakstelling en toekenning WSW budget 2011, gewijzigde begroting Drechtwerk 2011 en aanpassing gemeentebegroting 2011 Vergaderstukken bestuurscommissie Volksgezondheid regio ZHZ, 18 november en 16 december 2010 Vergaderstukken van de vergadering van de Bestuurscommissie Sociale Dienst van 4 oktober en 1 november 2010 Vergaderstukken van de vergadering van het AB van het openbaar Lichaam Sociale werkvoorziening Drechtsteden, 29 november 2010 Agenda van de vergadering van DB en AB Natuur- en Recreatieschap De Hollandse Biesbosch, 13 december 2010
STELLER/BEHANDELEND AMBTENAAR W. Hokken, 882 E. Kanters, 879 R. Zuidinga, 890
E. Kanters, 879 R. Zuidinga, 890 R. Zuidinga, 890
A. Raimond, 885
Concept Raadsvoorstel Aan de raad van de gemeente Sliedrecht
Agendapunt:
Sliedrecht, 21 december 2010
Onderwerp: Aanbeveling tot benoeming van twee nieuwe leden in het bestuur van de Stichting openbaar primair onderwijs Papendrecht en Sliedrecht. Voorgesteld besluit: de door het bestuur van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Papendrecht en Sliedrecht aanbevolen kandidaten zijnde : 1. de heer P. Flier, wonende te Papendrecht, Margriethof 42 op bindende voordracht van de oudergeleding van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad en 2. de heer C.A. Oskam, wonende te Papendrecht, Jan van Goijenstraat 58 op voordracht van de personeelsgeleding van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad te benoemen tot lid van het bestuur per 1 maart 2011 van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Papendrecht en Sliedrecht. Advies opiniërende bijeenkomst:
Overwegingen en alternatieven: Het openbaar primair onderwijs in Sliedrecht is per 1 januari 2010 overgedragen aan de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Papendrecht en Sliedrecht (hierna: de Stichting). De Stichting is een zelfstandig orgaan en oefent hierdoor alle taken en bevoegdheden van het bevoegd gezag uit. Als uitwerking van artikel 48 van de Wet op het primair onderwijs zijn gewijzigde statuten opgesteld en deze zijn door uw raad goedgekeurd. In de statuten is opgenomen dat de leden van het bestuur door de gemeenteraden worden benoemd. Artikel 6 van de statuten bepaalt dat het bestuur uit minimaal drie en maximaal uit zes leden bestaat en de benoeming geschiedt op basis van een voordracht en wel als volgt : 1. eenderde van de leden op bindende voordracht (zoals geëist krachtens artikel 48, lid 6b, van de Wet op het primair onderwijs) van de oudergeleding van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad; 2. eenderde van de leden op voordracht van de personeelsgeleding van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad en 3. eenderde van de leden op voordracht van de gemeenteraden gezamenlijk. Ter voldoening aan artikel 6 van de statuten dient de voorzitter van het bestuur een aanbeveling in om te komen tot benoeming van twee nieuwe bestuursleden. Vervolgens doet de voorzitter van het bestuur de mededeling dat de heer W. Veldhuis zijn lidmaatschap, namens de personeelsgeleding, heeft beëindigd per 1 augustus 2010 en krachtens artikel 9 (zittingsperiode en aftreden) brengt het bestuur een vacature ter kennis van de gemeenteraden. Een beëindiging van het lidmaatschap behoeft niet door de gemeenteraad bekrachtigd te worden.
-2-
Aanbeveling tot benoeming van twee nieuwe bestuursleden. Het bestuur heeft er destijds voor gekozen om de vanuit 2008 niet ingevulde vacature pas na 1 januari 2010 in te vullen. Dit vanwege het op handen zijnde samengaan van het openbaar onderwijs van beide gemeenten. Vervolgens was op dat moment bekend dat er per 1 augustus 2010 een volgende vacature zou ontstaan. In maart 2010 is een oproep geplaatst voor twee nieuwe bestuursleden. Voor de invulling is een selectie-commissie samengesteld met de opdracht gesprekken te voeren met de kandidaten. De kandidaten die zich naar aanleiding van de advertentie hebben gemeld zijn helaas niet geschikt bevonden. Het was de bedoeling om met name kandidaten uit de woonplaats Sliedrecht te vinden. Door het niet geschikt zijn van de sollicitanten hebben de bestuursleden twee andere personen benaderd die vervolgens wel door de selectiecommissie geschikt zijn bevonden. De benoeming van bestuursleden voor de Stichting is bestemd voor het openbaar onderwijs in twee gemeenten. Om deze reden vindt op ambtelijk en bestuurlijk niveau overleg plaats met de gemeente Papendrecht, om te komen tot onderling gecoördineerde standpuntbepaling richting de Stichting en de twee beoogde bestuursleden. Het schoolbestuur, in samenspraak met het onderwijsveld Sliedecht, heeft ondanks voldoende inzet geen (geschikte) kandidaten uit Sliedrecht kunnen vinden. Het hebben van geschikte kandidaten heeft wat onzerzijds betreft voorrang boven het aanhouden van een vacature in te vullen door een kandidaat uit de gemeente Sliedrecht. In de vergadering van 14 juni 2010 heeft het bestuur van de Stichting op advies van de selectiecommissie besloten aan de raad van beide gemeenten de volgende aanbeveling voor benoeming te doen : 1. de heer P. Flier, geboren 4-11-1969 en wonende te Papendrecht, Margriethof 42 op bindende voordracht van de oudergeleding van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad; 2. de heer C.A. Oskam, geboren 16-9-1947 en wonende te Papendrecht, Jan van Goijenstraat 58 op voordracht van de personeelsgeleding van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad. De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad heeft ingestemd met deze voordracht aan de raden. De heer Flier heeft een ruime ervaring op financieel gebied en de heer Oskam heeft veel ervaring op het gebied van huisvesting. Beide kandidaten onderschrijven de doelstellingen van het openbaar onderwijs en de besturingsfilosofie volgens het policy governance model. Hierna is de verdeling van de zes bestuursleden conform de (gewijzigde) statuten van januari 2010 en bestaat het bestuur uit de volgende personen : A. vanuit oudergeleding : de heren R. Buscher en P. Flier; B. vanuit personeelsgeleding : de heren J.G.Troost en C.A. Oskam; C. vanuit gemeenteraad : de heer H.A. Verhoef en mevrouw A. van der Hoek. De Stichting heeft aangegeven bij de eerstkomende vacature zich opnieuw in te spannen om op dat moment een kandidaat uit de gemeente Sliedrecht te vinden. Aangezien de Stichting dan meer bekend zal zijn bij inwoners en ouders in Sliedrecht verwachten zij hierin te kunnen slagen.
-3-
Kaderstellende en controlerende aspecten t.b.v. de gemeenteraad, uitgesplitst in: •
Financiële kaders n.v.t.
•
Wettelijke en Beleidskaders, eventueel inhoudelijke/ruimtelijke kaders Artikel 48 van de Wet op het Primair Onderwijs.
•
Tijdspad, monitoring en evaluatie N.v.t.
• Externe communicatie: N.v.t. Burgemeester en Wethouders van Sliedrecht, de secretaris, de burgemeester,
M.J. Verhoef
M.C. Boevée
Concept Raadsbesluit
De raad van de gemeente Sliedrecht; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 december 2010;
besluit:
de door het bestuur van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Papendrecht en Sliedrecht aanbevolen kandidaten zijnde : 1. de heer P. Flier, wonende te Papendrecht, Margriethof 42 op bindende voordracht van de oudergeleding van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad en 2. de heer C.A. Oskam, wonende te Papendrecht, Jan van Goijenstraat 58 op voordracht van de personeelsgeleding van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad te benoemen tot lid van het bestuur per 1 maart 2011 van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Papendrecht en Sliedrecht.
Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Sliedrecht op …. februari 2011. De griffier,
De voorzitter,
A. Overbeek
M.C. Boevée
Concept Raadsvoorstel Aan de raad van de gemeente Sliedrecht
Agendapunt:
Sliedrecht, 21 december 2010
Onderwerp: Ontwerpbegroting 2010 en meerjarenbegroting 2011 - 2014 van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Papendrecht en Sliedrecht. Voorgesteld besluit: goedkeuring te verlenen aan de ontwerpbegrotingvoor het jaar 2010 van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Papendrecht en Sliedrecht. Advies opiniërende bijeenkomst:
Overwegingen en alternatieven: Inleiding. Per 1 januari 2010 heeft uw raad het openbaar primair onderwijs overgedragen aan de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Papendrecht en Sliedrecht (hierna: de Stichting). De Stichting is een zelfstandig orgaan en oefent hierdoor alle taken en bevoegdheden van het bevoegd gezag uit. Als uitwerking van artikel 48 van de Wet op het primair onderwijs zijn in de akte van oprichting statuten opgesteld en zijn deze door uw raad goedgekeurd. Artikel 19, eerste lid, van de statuten bepaalt dat het bestuur jaarlijks een ontwerpbegroting ter goedkeuring aan de gemeenteraden (Sliedrecht en Papendrecht) aanbiedt met een toelichting op de baten en de lasten van de activiteiten voor het komende jaar, alsmede een meerjarenraming voor de daaropvolgende drie jaar. Ter voldoening aan artikel 19 van de statuten heeft de bestuursmanager de ontwerpbegroting 2010 en de meerjarenbegroting 2011 – 2014 bij brief van 27 oktober 2010 ingediend. De late indiening is het gevolg van het feit, dat nadere oriëntatie en overleg noodzakelijk was om aan de gemaakte financiële afspraken te gaan voldoen met betrekking tot het in te brengen weerstandspercentage. Ook de Stichting heeft hier extra tijd in moeten steken, omdat actuele cijfers zeer belangrijk zijn bij de opstelling van de eerste ontwerpbegroting na de bestuurlijke fusie. Na een afrondend gesprek medio oktober kon de toelichting geschreven worden ter onderbouwing van het percentage van het weerstandsvermogen van het openbaar onderwijs van Sliedrecht. De bestuursmanager omschrijft het bovenstaande door kort op te nemen dat diverse omstandigheden ertoe hebben bijgedragen dat de ontwerpbegroting daarom zo laat wordt aangeboden. Beoordeling van de ontwerpbegroting 2010. De ontwerpbegroting 2010 laat in zijn totaliteit een positief resultaat zien van € 62.464,-. Dit resultaat wordt als bestemmingsresultaat vervolgens ten gunste van de algemene reserve als onderdeel van het Eigen Vermogen gebracht. Het Eigen Vermogen in zijn totaliteit voor de Stichting bedraagt hierna per 31 december 2010 € 3.212.018,-. Het hierbij behorende weerstandspercentage bedraagt 33%.
-2-
Tijdens de bestuurlijke fusie besprekingen is gebleken dat beide partijen een laag risicoprofiel hebben. Dit houdt in dat zowel het openbaar onderwijs in Papendrecht als in Sliedrecht een weerstandsvermogen van minimaal 15% moet hebben. Daarnaast heeft de Stichting zelf besloten om als uitgangspositie voor het te voeren financieel beleid een weerstandspercentage van 25% te hanteren. Deze eerste gepresenteerde ontwerpbegroting 2010 geeft over dit onderdeel de nodige informatie waarna het openbaar onderwijs binnen beide gemeenten aan dit uitgangspunt van 25% voldoet. De Stichting hanteert tevens als uitgangspunt dat alle bedrijfsonderdelen in principe gemiddeld over vijf jaar een sluitende exploitatie hebben. Afwijkingen zullen in de toekomst alleen op beleidsmatige wijze plaatsvinden en dat naar verwachting de reserves in de toekomst ingezet moeten gaan worden. De taak van de gemeenteraad beperkt zich tot de financiële situatie van de Stichting om hiermee zorg te dragen dat de continuïteit voor het openbaar onderwijs niet in gevaar komt. Aan de hand van de ingediende meerjarenbegroting 2011 – 2014, het gestelde uitgangspunt dat alle bedrijfsonderdelen in principe gemiddeld over vijf jaar een sluitende exploitatie hebben en gelet op het aanwezige weerstandsvermogen kan gesteld worden dat de Stichting een gezonde bedrijfsvoering heeft. In het kader van deze financiële toetsing voor de continuïteit speelt het percentage van het weerstandsvermogen in relatie met de risicoanalyse de belangrijkste rol en zoals eerder opgemerkt voldoet deze over het geheel bezien in meer dan voldoende mate. De risicoanalyse moet wel om de vijf jaar (in 2014) worden geactualiseerd. De ontwerpbegroting is bestemd voor het openbaar onderwijs in twee gemeenten. Om deze reden vindt op ambtelijk en bestuurlijk niveau overleg plaats met de gemeente Papendrecht, om te komen tot onderling gecoördineerde standpuntbepaling richting de Stichting. Verzoek van het schoolbestuur. De Stichting geeft aan dat het gescheiden houden van de ramingen als een belemmering wordt gezien voor een optimale inrichting van de bedrijfsvoering en het beperkt hiermee de handelingsvrijheid van het schoolbestuur. De Stichting doet het voorstel om de specificatie alleen nog in de jaarrekening 2010 zichtbaar te maken en het nadien achterwege te laten. Ter informatie wordt opgemerkt dat de gemeente Papendrecht, gelet op het hoge ingebrachte weerstandspercentage voor de Papendrechtse scholen, heeft aangegeven zeker te willen stellen dat die uitgaven in het belang van de scholen in Papendrecht worden gedaan en daarom is een gescheiden begroting en boekhouding, zeker de komende 4 jaar, noodzakelijk totdat sprake is van meer evenwicht in de opbouw van het weerstandpercentage. Van onze zijde zijn geen bezwaren om hieraan medewerking te verlenen. Conclusie. De Stichting voldoet aan het uitgangspunt voor het te voeren financieel beleid van een minimaal benodigd weerstandsvermogen van 25% en voldoet aan het gestelde uitgangspunt dat alle bedrijfsonderdelen in principe gemiddeld over vijf jaar een sluitende exploitatie hebben. Het huidige weerstandsvermogen van 33% geeft zelfs aan dat de Stichting een zeer gezonde bedrijfsvoering heeft. Deze conclusie is conform het voorstel aan de gemeenteraad van Papendrecht d.d. 16 december 2010. Voorstel. Gelet op het bovenstaande stellen wij u voor goedkeuring te verlenen aan de voorgelegde ontwerpbegroting voor het jaar 2010 van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Papendrecht en Sliedrecht en niet meegaan met het verzoek van de Stichting om de nadere specificatie in het vervolg achterwege te laten conform bijgaand ontwerp raadsbesluit.
-3-
Kaderstellende en controlerende aspecten t.b.v. de gemeenteraad, uitgesplitst in: •
Financiële kaders Op dit moment zijn er geen financiële consequenties, want het gaat alléén om een formele goedkeuring op grond van artikel 19 van de statuten van de Stichting.
•
Wettelijke en Beleidskaders, eventueel inhoudelijke/ruimtelijke kaders Uitwerking van artikel 48 van de Wet op het primair onderwijs.
•
Tijdspad, monitoring en evaluatie Aan de orde bij behandeling jaarrekening 2010 van de Stichting.
Externe communicatie: N.v.t. Burgemeester en Wethouders van Sliedrecht, de secretaris, de burgemeester,
M.J. Verhoef
M.C. Boevée
Concept Raadsbesluit
De raad van de gemeente Sliedrecht; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 december 2010;
besluit:
goedkeuring te verlenen aan de ontwerpbegrotingvoor het jaar 2010 van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Papendrecht en Sliedrecht.
Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Sliedrecht op …. februari 2011 De griffier,
De voorzitter,
A. Overbeek
M.C. Boevée