R a a d
V3Jl|^£ltC
'
Afdeling bestuursrechtspraak G e m e e n t e O u d e IJsselstreek Ontvangen: 26/05/2014
14ink08544 Raad v a n de g e m e e n t e O u d e I J s s e l s t r e e k Postbus 4 2 7080 AA
GENDRINGEN
Datum
2 3 mei 2 0 1 4
Ons nummer
U w kenmerk
201400754/2/R2
Onderwerp
Behandelend ambtenaar
Oude IJsselstreek Bestemmingsplan Windpark Den Tol Netterden
Y . A . Neijssel 070-4264574
/Verzoek o m voorlopige voorziening
Hierbij o n t v a n g t u k o p i e ë n v a n nadere s t u k k e n die in de b o v e n v e r m e l d e zaak zijn ingediend. Z o a l s u is m e e g e d e e l d , zal de zaak o p 2 7 m e i 2 0 1 4 w o r d e n b e h a n d e l d o p een z i t t i n g . Hoogachtend, de g r i f f i e r Deze brief is g e a u t o m a t i s e e r d a a n g e m a a k t en is d a a r o m niet o n d e r t e k e n d . De a d m i n i s t r a t i e is o p 3 0 m e i g e s l o t e n .
2553146IBJ3)
Postbus 20019 - 2500 EA Den Haag - T 070 426 44 26 - F 070 365 13 80 - www.raadvanstate.nl B i j correspondentie de datum en het nummer van deze brief vermelden
23 mei 1 4 1 2 : 1 5
0334656943
Veltman Advocatenkantoor
>
<
V e l t m a n Advocatenkantoor
RAAD VAN
bestuursrecht--ruimtelijke ordening - milieu
A f d e l i n g Bestuursrechtspraak van de Raad van State Postbus 20019 2500 EA D E N H A A G
m
t^ili-.J:]/
Tevens per fax (070-3651380)
: 22 m e i 2014 : V-16067
STATE;
INGEKOMEN'
2 3 MEI
Datum Onzeref
P.1
verzonden
Advocaat: mr. J.Veltman
Uwref : 201400754/1/R2 en 201400754/2/R2 O n d e r w e r p : Bestemmingsplan W i n d p a r k D e n T o l Netterden
R E A C T I E OP H E T V E R W E E R S C H R I F T / T O E Z E N D I N G N A D E R S T U K Hoogedelgestrenge v r o u w e , heer, Door m i d d e l van deze brief reageer i k mede met het oog op de mondelinge behandeling van het bovenaangeduide verzoek o m voorlopige voorziening alvast op enkele onderdelen van het verweerschrift. 1. De i n s t a n d h o u d i n g s d o e l e n I n onderdeel 3.3 stellen burgemeester en wethouders zich op het standpunt dat het Natura 2000-gebied 'Unterer N l e d e r r h e i n ' niet is aangewezen voor de G r u t t o (Uferschnepfe), W u l p (Grosser B r a c h v o g e l ) en T u r e l u u r (Rotschenkel), maar u i t s l u i t e n d v o o r soorten die v o o r k o m e n op bijlage 1 van de Vogelrichtlijn. Dit is niet juist, zo b l i j k t u i t het bijgevoegde besluit {productie 14; de producties z i j n d o o r g e n u m m e r d ten opzichte van het beroepschrift en m i j n brief v a n 10 februari j l . ) tot aanwijzing van de i n de deelstaat Noordrijn-Westfalen gelegen speciale beschermingszones als bedoeld i n artikel 4 van de Vogelrichtlijn zoals gepubliceerd i n het Mrnisterialblatt 2005 van deze deelstaat (nr. 4, 26 januari 2005). De a a n w i j z i n g v a n 'Unterer Niederrhein' v a l t i n deze b e k e n d m a k i n g te v i n d e n onder n u m m e r 11. D a a r i n is ook opgesomd voor welke soorten van bijlage 1 (artikel 4, l i d 1, v a n de Vogelrichtlijn) en voor welke trekvogels (artikel 4, l i d 2, van de Vogelrichtlijn) d i t gebied is aangewezen. Vertaald i n het Nederlands valt hier het volgende te lezen: "Het gebied
is aangewezen
als doortrek-,
rust-
en overwinleringsgebied
voor watervogels
steltlopers en in het bijzonder voor Kolgans, Rietgans, Brandgans, Kleine zwaan, Wilde zwaan voor eer.den, Nonnetje, Goudplevier, Bosruiter, Witgatje, Zwarte ruiter, Groenpootruiter Kemphaan.
Borgesiusfaan 25, 3818 jV Anersfocrt - Postbus 2222, 380$-CE Amersfoort - 2e Bezoekadres: Zuiderpark 20, Groningen T 033 4656240 - F 033 4656943 -
[email protected] - www.v8ltBiafWdvocateiionloor.nl BTW nr: NL 1 ' 7633306 B 01 - KvK nr: 32150164
en en en
23 mei 14 12:15
Veltman Advocatenkantoor
0334656943
>
<
Daarnaast is het gebied aangewezen als broedgebied van bedreigde vogelsoorten - wateren en riet (Zomertaling, karekiet, Blauwborst);
p.2
Slobeend, Tafeleend, Porsekinhoen,
het Nederrijnse cultuurlandschap (Ooievaar, Kwartelkoning, Roodborsttapuü), en - grind- en zandvlakten langs de Rijn (Kleine plevier).'
van
Visdief, Zwarte Tureluur,
Grutto,
stern,
Kleine
Graspieper,
Bij het beroepschrift z i j n als productie 4 en 5 al overgelegd de ' M e l d e d o k u m e n t e ' v o o r respectievelijk de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn. D e daarin genoemde ornithologische doelen stemmen overeen m e t het bovengenoemde aanwijzingsbesluit, met dien verstande dat de Grosser Brachvogel (Wulp) w e l i n de M e l d e d o k u m e n t e w o r d t genoemd, maar niet i n het aanwijzingsbesluit. Daaruit m a g evenwel niet w o r d e n afgeleid dat het gebied niet o o k ten behoeve v a n de W u l p is aangewezen. Het aanwijzingbesluit spreekt i m m e r s over 'Wasser- u n d W a t v ö g e l ' en noemt dan i n het bijzonder ('insbesondere') een aantal soorten. De instandhoudingsdoelen z i j n i n meer kwantitatieve z i n vastgelegd i n het Massnahmenkonzept (het beheerplan; een deel v a n d i t beheerplan is a l als productie 8 b i j het beroepschrift overgelegd i n verband m e t de i n het Massnahmenkonzept o p de b l a d z i j d e n 115 en 234 opgenomen regels over de aan te h o u d e n afstand tussen w i n d t u r b i n e s en vogelvoorkomens). D e relevante b l a d z i j d e n u i t het Massnahmenkonzept w a a r i n het instandhoudingsdoel voor de G r u t t o (300 broedparen) w o r d t beschreven , z i j n als productie 11 b i j m i j n brief v a n 10 f e b r u a r i 2014 gevoegd. I n diezelfde productie 11 zijn ook de instandhoudingsdoelen v o o r de W u l p (Grosser Brachvogel) e n de T u r e l u u r (Rotschenkel) te v i n d e n . Voor de W u l p geldt dat het instandhoudingsdoel ligt o p meer dan 50 broedparen. I n 2010 was d i t doel n o g niet bereikt, maar de trend is gunstig (van 0 tot 3 broedparen i n 1983 naar 45 tot 47 broedparen i n 2010). Voor de T u r e l u u r geldt dat o o k deze soort sinds 1983 is toegenomen, maar dat het instandhoudingsdoel v a n 80 tot 100 broedparen n o g lang niet is bereikt. H e t bovenstaande brengt mee dat, anders d a n de raad i n het verweerschrift suggereert, de raad verplicht is o m b i j de toetsing aan artikel 6, l i d 3, van de H a b i t a t r i c h t l i j n ook de effecten op (onder andere) de Grutto, de W u l p en de T u r e l u u r te betrekken. 2. D e r e i k w i j d t e v a n de passende b e o o r d e l i n g O p g r o n d v a n de voortoets zijn v o o r Unterer N i e d e r r h e i n 'effecten op een g r o o t aantal soorten uitgesloten, deze z i j n i n de beoordeling niet meegenomen', aldus de passende beoordeling (paragraaf 4.3, blz. 27 e.v.). Volgens de voortoets z o u d e n effecten op de broedvogels v a n Unterer N i e d e r r h e i n op v o o r h a n d z i j n uitgesloten gelet op enerzijds het feit dat de turbines o p een afstand van rrürtimaal 500 meter van het gebied zouden verrijzen en anderzijds gelet op het f e i t dat broedende vogels v o o r n a m e l i j k b i n n e n het broedgebied foerageren en het N a t u r a 2000-gebied dus niet verlaten. A l d u s heeft de passende beoordeling zich beperkt tot onderzoek naar de kwalificerende Bijlage 1-soorten Brandgans, Grote zilverreiger, Dwerggans, Kleine zwaan, W i l d e zwaan, Bruine kiekendief. Ooievaar en
2
23 mei 14 12:16
0334656943
Veltman Advocatenkantoor
p.3
VA > <
Goudplevier en daarnaast naar de G r u t t o ( v g l . de o p s o m m i n g i n tabel 12 i n de passende beoordeling). I n het v e r w e e r s c h r i f t onder 3.3 w o r d t deze aanpak o p n i e u w v e r d e d i g d , hoewel inmiddels vaststaat dat de meest nabije turbines o p een afstand v a n 265 meter respectievelijk 300 meter z u l l e n verrijzen en eveneens vaststaat dat ook broedvogels het N a t u r a 2000-gebied verlaten, met name wegens balts- en paniekvluchten. I n de passende beoordeling had m e n daarom niet mogen volstaan met alleen maar onderzoek naar de G r u t t o . O o k andere soorten die i n het Natura 2000-gebied broeden had m e n i n de passende beoordeling moeten betrekken. Te noemen vallen dan K w a r t e l k o n i n g ( W a c h t e l k ö n i g ) , T u r e l u u r (Rotschenkel), Graspieper (Wiesenpieper) en Roodborsttapuit (Schwarzkehlchen), soorten ten behoeve waarvan 'Unter N i e d e r r h e i n ' is aangewezen als N a t u r a 2000-gebied. Deze soorten verkeren evenals de G r u t t o i n een (zeer) ongunstige staat van i n s t a n d h o u d i n g ( v g l . tabel 5 i n het Massnahmenkonzept, productie 11). H e t is goed denkbaar dat onderzoek naar deze soorten die slechts i n zeer lage aantallen voorkomen, tot de conclusie z o u hebben geleid - net zoals dat het geval is b i j de Grutto - dat het mogelijke aantal aanvaringsslachtoffers meer z o u bedragen d a n de 1 % mortaliteitsnorm. I n dat geval zouden de voorgestelde mitigerende maatregelen, te w e t e n het stilzetten van de vier meest z u i d e l i j k e turbines i n het broedseizoen, niet alleen getroffen moeten w o r d e n ten behoeve van de G r u t t o , maar ook ten behoeve v a n deze andere soorten. N u z i j n deze mitigerende maatregelen (opgenomen i n de cnitweip-omgevingsvergunning, bijlage 2 b i j het verzoek o m v o o r l o p i g e voorziening) alleen gericht op de G r u t t o en is het treffen ervan afhankelijk van de vraag i n hoeverre de G r u t t o i n het gebied aanwezig b l i j k t te z i j n . Is dat laatste niet het geval, d a n hoeven de turbines niet te w o r d e n stilgezet, hoewel deze mogelijk w e l leiden tot een significante sterfte onder andere relevante soorten. Nader onderzoek naar andere soorten dan de Grutto is bovendien belangrijk, o m d a t significante effecten zich ook k u n n e n voordoen als gevolg v a n (broed)habitatverlies en b a r r i è r e w e r k i n g . I n het licht van het voorgaande is de stelling i n het verweerschrift, onder 3.3, dat de voorgestelde mitigerende maatregelen ten behoeve van de G r u t t o , ook 'effect zullen hebben op eventuele andere soorten steltlopers' veel te ongenuanceerd. A n d e r e soorten zullen h i e r v a n alleen p r o f i j t hebben, voor zover de G r u t t o i n voldoende mate v o o r k o m t . 3. D e e f f e c t e n o p de K o l g a n s I n het beroepschrift is betoogd dat het bestemmingsplan i n strijd is met een goede r u i m t e ü j k e ordening, o m d a t daarin niet is voorzien i n de aanleg v a n n i e u w e geschikte leefgebieden voor de Kolgans, h o e w e l deze maatregel w e l i n de zienswijzennota als mitigerende maatregel is aangekondigd (onder 3.1 e n 4.10). H e t plan had het t r e f f e n van deze maatregelen daarom moeten waarborgen i n de v o r m v a n een voorwaardelijke verplichting. I n het verweerschrift, onder 2.10, w o r d t n u meegedeeld dat de turbines niet direct na vaststelling v a n het bestemmingsplan w o r d e n g e b o u w d en dat de keuze is gemaakt o m met de initiatiefnemers een overeenkomst te sluiten:
3
23 mei 14 12:17
0334656943
Veltman Advocatenkantoor
>
p.4
<
'(..J, waarin op basis van de uitkomsten van nader onderzoek van het gebied de Duffelt - met inachtneming van cumulatieve effecten van het windpark Netter den-Azewijn -, wordt vastgesteld of de 1% mortalüeitsgrens op basis van deze gebiedsdefinities wordt overschreden. Indien dat het geval is, bevat de overeenkomst de verplichting om een nieuw leefgebied voor kolganzen op de gronden van initiatiefnemers te creëren.' N A B U stelt zich net als de Commissie mer i n haar toetsingsadvies (blz. 5, bovenaan) op het standpunt dat bij de b e a n t w o o r d i n g v a n de vraag o f de 1% mortaliteitsnorm w o r d t overschreden, niet de gehele populatie van Unterer N i e d e r r h e i n (van W y l e r tot D u i s b u r g ) i n ogenschouw moet w o r d e n genomen, maar de lokale populatie. De Commissie mer noemt i n dit verband de populatie i n het gebied de D u f f e l t . D i t gebied ligt evenwel ten westen v a n Kleef en de daaT voorkomende populatie zal daarom geen effecten o n d e r v i n d e n van de w i n d t u r b i n e s . D i t is anders b i j de kolganzenpopulatie i n het direct ten z u i d e n van het voorgenomen w i n d p a r k gelegen gebied H e t t e r - M i l l i n g e r b r u c h . H i e r overwinteren veelal 13.000 tot 14.000 kolganzen. De bijbehorende 1% m o r t a l i t e i t s n o r m bedraagt dan 39 tot 42 ganzen (uitgaande v a n dezelfde uitgangspunten als hiervoor i n de passende beoordeling zijn gehanteerd en zoals beschreven i n het advies van de Commissie mer o p blz. 4). I n de passende beoordeling is sprake v a n 96 aanvaringsslachtoffers onder kolganzen bij het gekozen voorkeursaltematief 3 (paragraaf 6.3.2, blz. 46, tabel 26). H i e r v a n uitgaande heeft het w i n d p a r k een significant negatief effect op de Kolgans en k a n daaraan dus geen planologische m e d e w e r k i n g w o r d e n verleend, tenzij is v o l d a a n aan de ADC-toets zoals voorgeschreven i n artikel 6 v a n de Habitatrichtlijn d a n w e l het p l a n zodanig w o r d t g e w i j z i g d dat d i t significant negatieve effect zich niet v o o r d o e t H e t bestemmingsplan biedt derhalve onvoldoende zekerheid dat de r u i m t e l i j k e o n t w i k k e l i n g , w a a r i n het voorziet, niet leidt tot significant negatieve effecten op de kolgans. Daar k o m t b i j dat waar de zienswijzennota zonder e n i g v o o r b e h o u d het t r e f f e n van mitigerende maatregelen voor de Kolgans aankondigt, u i t het verweerschrift n u blijkt dat deze maatregelen alleen z u l l e n w o r d e n getroffen, indien u i t n o g te verrichten onderzoek b l i j k t dat de 1% mortaliteitsgrens w o r d t overschreden. Maar als het inderdaad zo is dat het w i n d t u r b i n e p a r k deze grens (mogelijk) overschrijdt, geldt dat de raad zoals gezegd geen planologische m e d e w e r k i n g aan het plan had mogen verlenen. H e t onderzoek waarover de gemeente heeft gecontracteerd of n o g zal contracteren m e t de initiatiefnemers (dat is niet d u i d e l i j k ) had derhalve voorafgaand aan de vaststelling v a n het besternmingsplan moeten z i j n verricht. I k verzoek u het voorgaande b i j u w beoordeling van het beroep te betrekken. Een afschrift v a n deze brief heb i k heden toegezonden aan B en W van O u d e IJsselstreek t.a.v. I . Testroet. H I
rtf
end, 1
4
23 mei 14 12:18
"
p.5
0334656943
Veltman Advocatenkantoor
pagina 1 van 4
Ausgabe 2005 Nr. 4 vom 26.1.2005 Seite 61 bis 98 - recht.nrw.de
Mtni5lennm tür Irmercs und tomrnunaf«
recht.nw.de - bestens informiert SchriJtgnófJe Start
> MB! (2005)
] Druckvarslon | RSS | Impressum | Log-n |
> Ausgabe (4)
Ober das Portal
fT)(V)
Ministerialblatt (MBI. NRW.) Ausgabe 2005 Nr. 4 vom 26.1.2005 Seite 61 bis 98
LandBsrochrl NRW GellenCe Gesetze una vero-dnjrger Ge tenee Er: esse Bakanntnac^ungen Gesetzbiatt
Bekanntmachung derEuropaischen Vofjetecnutzgebleta in rJordrhein-Wes.ttal»n Bek. d. Mlnlsterlums für Umwelt urcd Naturachutz, Landwirtscharl und Verbraucrienscrujtz - lll-9-C16.07.00.O4 v. 17.12-2004 Normstruklur : Nacmkoof
Norm NormnjO
Minister! a-b!att Newsefler
Bedieriungshirfe Fragen & Antworten Lnksammlung Reaaktion
Mir.istcriurr. ter Umwelt u i d Katurschutz, Landwirtschafl und Verbraucherscbutz Bckanntniachujigder Kuropüisclien Yogehcbutzgebietc in Nordrhein-Westfaleo Bek. d. Ministeriums für Umwelt und Naiurschulz, Landwirlschaft und Verbraucherschutz - III-9-6]6.07.00.04 v. 17.122004 F h ropilischVogelscbutzgebiete in Nordrhein-Westfalen Die nach Artikel 4 Absacz I der Richtlinie 79,'409/EWG (Europaischc Vogelsehutzrichtlinie) zu besonderen Schutzgebieten erkJartcn oder nach Artikel 4 Absatz 2 derselben Richtlinie als solcheanerkanntenGebictc in Nordrhc:n-WestfalCT werden hierrnit bekannt gemacht. Die Abgrenzungcn der besonderen Schutzgebiete sind in den Obersichlskarten der Aitlagc darecslellt Kanen im Maflstab ; :5 000 liegen bei den interen Landschafebehörden der jeweüs genannten Kreisc und kreisfreien Stadie zur Einsicht aus. Darübsr hinaus kc-nnen die Dcïailabgrenzungcn auch im Internet sowohl aber das Mtnisterium for Umwelt und Naturschutz, Landwinschoft und Verbraucberschutz ( M U M I V ) ( w w w . n a t u r a 2 0 0 0 . m « n l v . n r v . ï - ) als auch die Landesanstalt für Ökolcgie. Bodsnordnung und Forsten (LÖBF) (www.ioebf.rtrw.de) irn Informationssystem D A T U R A 20CO" eir.gesehen werden. 1. „Opper.welKrMoor-'(DE-3417-471) FlachengrüBe: 472 ha Kreis; Minden-Lubbccke Schutzzwcck; Erhaltung und Enrwicklung eines nach Niedersachsen ürjergreirenden Moorgebietes mit Übergangs- und Schwingrasenmooreii als - Brui- und Nahrungshabitat von Bckassine, Wachtelkönig, Krickenlc, Raubwurgcr, N e u n t ö t a . Schwarzkehlctien und (Jraunkchlchcn 2. „ W e s e r a u e » (DE-3519^101) £lachengröflc: 2.749 ha Krcis Minden-Lübbeckc Schut2iweck: Erhaltung und Enrwicklung einer ausgedehnien Stromtaiauc sowie der angrenzenden Niedcrungsflachen mit Abgrabungsgewassern als - Durchzugs-, Rast- und Überwinterungsgebiet Für Wasser- und Watvogel (Singschwan, Zwergschwan, Blassgans, Saatgans, Goldregenpfeifer, Zwergïager, Gênsesêger, Schellentc und LflfFeJentc) - Brttgebiet Fur gefahidete Vogelarten der Sri llgewasser und Rdhrichtc (Rohrwcihe und LöfFclente) - Brut- und Nahmngsgebiet tlirden WcjRstorch 3. .Duaterdieker rViederung** (DE-3612-401) FlichengröDc. 2.6S7 ha Kreis: Steinfurt Schurz7\veck: Erhaltung und Entwicklung eincs grtinlandgcpragter. offeneri Niederungs- und Moorgebieles als Brut- und Rastgebiet fur Vogelarten der - Moore (Krickente und Bckassine) - des Fsucht- und Magergnlnlandcs (Wacntelkonig, GroCer Brachvogel, Uferschr.epfe, Goldregenpfeifer und 3ekassine ) - der Heiden sowie deT offenen Grasflachen auf Binnendüncn (Heidclerchc) 4 „Hastaunieileru«g-(I)K-J6IS-40!) FlachcngröOe: 2.505 ha Krcis: Mirjden-LQbbocke Schulzzweck Erhaltung und Enrwicklung einer natuntahen gninlandgepragtcn, djreh OiTenheit, GroBrajmigkeit und wcitgchende Unzcrschnirtenheit gepragter Niederung als Brut-, Nahrurgs- und Rastgebiet für gefShrdete Vogelarten, insbesondere - der Moorlebensruume(Zweiglaucher, Krickente, Knakente, Tafelente. Lóffelenle. Kranich, Wassenal.'e, Tüpfelsumpfhuhn und Bckassine) - des Feuchi- und Nassgrunlandes (WeiBslorch und Wachtclkónig) 5. „ M o o r e und Reiden des wcstlichcn Miïnsierlu«dc»~ (DE-3807-401) flachengroBe 2.325 ha Kreis; Borken
https://recht.nrw.de/lrni/owa/br_vbl_detaiIJext?anw_nr=7&vd id=7692&ver=8&val=... 71 -5-9(11 d
23 mei 1 4 1 2 : 1 9
"
Veltman Advocatenkantoor
0334656943
Ausgabe 2005 Nr. 4 vora 26.1.2005 Seite 61 bis 98 - recht.nrw.de
p.6
pagina 2 van 4
Schutzzweck: Erhallufig und Entwicklung voti Moor- und Heidcbereicben sowie angrcttzenden Grtinlandflachen als Brut- und Nahrungsgebiete für Arten der - eutrophen Seen mit ihren Verlandungszonen (Schwarzbalstaucher. Zwergtaucher, Flamingo, Krickente, Loffelente, Knakente, Wasserrallc, Schwarzkopfmöwe und Blaukehlchen) - Heiden (Schwarzkehlchen und Ziegenmelkcr) - Moore und Maorgcwasser (Krickente, Loffelente, Bekassine, Schwarzkehlchen und Ziegenmelker) - feuchten Grunlandflachen (Rotschenkel, Uferschnepfe und GroDer Brachvogel) 6. „Rieselfeldcr Munster" (DE-3911-401) Flachengröfte: 437 ha Kreisfrcie Stadt: Munster Schutzzweck: Erhaltung und Entwicklung der durch Flachwasserbereiche, Röhrichte und Grunlandflachen charakterisierlcri ehemaligen Ricselfetflernals - Rast-, Brul-, Nahrungs- und Mauserplaiz fur zahlreiche Wat- und Wasservdgel (Zwergtaucher, LöfTelentc, SpieBente, Knakente, Wasserralle, Tüpfelsumpfhuhn, Bekassine, K.arnpflSufer, Grünschenkel, Bruchwasserlaufer, Waldwasserlaufer, Rohrweihe, Blaukehlchen, Tcichrotusiüiger und Bartmeise) 7. „ l l e u b a c h m e d e n i n g , Lavcsumcr Bruch und Borkenbcrge" (D£-f108-401) Flachengröfle 5.08C ha Kreise: Borken, Cocsfeld, Recklinghausen Schutzzweck: Erhaltung und Entwicklung cincs viclfaltigcn, grofiflachigen, grünlandgepragten Niederungsgebietes mit angrenzenden Heiden und Mooren als Brut- und Rastgebict f l r Vogelarten der - cutrophen Seen mit ihren Röhrichlen und FlieBgewassem (Zwergtauchcr, Kricktr.tc, Tafeleritc, Blaukehlchen und Teichrohrsanger] - Moore (Krickcnte) • feuchten Grunlandflachen (TJferschnepfe, GroBcr Brachvogcl und Bekassine) - Meiden sowie der offeneti Grasflachen auf Bintienddr.en (Ziegenmelker und Heideierchc) 8. „ D a v e r t " (££-4111-401) Flachengittfle: 2 228 ha Krcisfreie SladuTCreise: Munster, Cocsfeld, Warendorf Schutzzweck: Erhaltung und Entwicklung gxofiflachiger alter Stemmicren-Eichen-Ua:nbuchenwalder. bodensaure Buchen- und FichenwSlder sowie Birken-Moorwillder - als Lebensrajm fdr den MirteUpecht ur.d den Schwarzspccht 9. „Rietberger Kmsnicderung mit Steinhorstcr B e c k c » " (DE-4116-401) FlachengroBe:929ha Kreise: Gütersloh, Paderbom Schutzzweck: Erhaltung und Enrv.icklu.ng etnes ausgedehnten grünlandgepragten Niederungsgebiercs mit zahlreichen Gewisserr als BrutNahrurtgs- und Rastgebiet mit Arten der - Stillgewasser und Róhrichte (GroBc Rohrdonjmel, Zwergschwan, Zweigtaucher, Ldfïelemc, Knuker.tc, Tafelente und Teichrohrsanger) - feuchten und frischen Grünlaridlachen (GroBer 3 raehvogel und Bekassine), - FlieQgcwasser und AuwaTder(Pirol) l ü . „ S e n n c mit Teuloburger W a l d * (DE-4118-401) FlachengroBe: 15.3S5ha Kreise: Gütersloh, Lippe, Paderbom Schutzzweck: Erhaltung und Entwicklung ciner augedchntcn Heide- und Waldlandschaft als Lebensraum fdr Alten der - Heiden und Sandrnagerrasen (Komweihc. Wcndehais, Ziegenmelker. Heidelerche, Wiesenpieper. Schwarzkehlchen, Braunkehkchen, Xeuncöter und Raubwürger) - Buchen- und Eichcnwilder (Schwarzspccht, Schwarzstorch, Rotmilan, Wespenbussard, Grauspecht. Rauhlulikauz) - FlieBgewasser mit bachbegleitenden Erlen-rEschetiwaidern (Eisvogel und Pirol) 11. „ U n t e r e r Nioderrheni" (DE-4.203-401) F!achengróSe:20 271 ha Kreisfreic Stadt/Kreise: Duisburg, Kleve, Wcscl Schutzzweck: Erhaltung und Entwicklung der grünlandgepragten Rheinauc sowie der angrenzenden Niederungsflachen mit ihren natjrnahen Gewissern als - Durchzugs-, Rast- und Überwinterungsgebiet für Wasser- und Watvögsl, insbesondere für Blass- und Saatgans. Nonncngans, Sing- und Zwergschwan sowie Enten, Zwergsager, Goldregenpfcifer, Bruchwasserlaufct, Waldwasscrliufer, Dunkier Wassertaufer, GrCinschenket. Kampflaufer - Brutgebiet fdr gefahrdete Vogelarten der rarurnahen Gewasscr m i l ihren Röhrichtcn (Knik-. LöfTel-, Tafclcnte, TLpfelsumpfhuhn, Flus5-, Trauersceschwalbe, Teichrohrsanger, BÈautehlchen), der rdch strukturierten aiedcrrhemischcn Kulturlandschait (WeiBstorch, WachtclkOnig, Rotschenkel, Uferschnepfe, Wiesenpieper, Schwarzkehlchen) und der Kies- und Sandflachen in der Rheinaue (Flussregenpfeiferi 12. „ L i p p e w i a e a zwÊchen Ha mm und Lippstadt unit Ahsewicsen" (DE-4314-401) FladiengröBe: 2.304 ha Kreisfireie StadblCieise: Hamm, Warendorf, Soest Schutzzweck: Erhaltung jndEnnvicklungeiner gnlnlandgepragten Flussaue mit Fetichtgrünland und Röhrichtcn als - l.ebensraum fijr Rohrweihe, Wachlelkönig. Uferschnepfe, Kcuntöter - Rastgebiet für Limikolcn 13. „ r f e l l w e g b ö n j e " (FJE-441S-I0I) Flachengrofie: 48.417 ha Kreise Unrca, Soest, Paderbom Schutzzweck Erhaltung und Entwicklung der durch OfTenheit, GroBrflumigkcrt, weilgehendc UnzcrschnitteiLheit und (iberwiegende ackerbulichc Nutzung geprigten Agrarlandschaft als
hr^s://recht.rrrw.deyimfo
21-5-2014
23 mei 1 4 1 2 : 2 0
'
Veltman Advocatenkantoor
0334656943
Ausgabe 2005 Nr. 4 v o m 26.1.2005 Seite 61 bis 9S - recht.nrw.de
p.7
pag™ 3
v
^ 4
- Btutgebict insbesondere for Wiesen- and Rohrweihe und Wachlelkönig - Rast- und Durchzugsgcbiet insbesondere lurGolciregenpfcifcr.Morrrellregerrpfeifer. Komweihe und Rotmilans 14. „ E g g e " (DE-4419-J01) Flachcngrtifle:7.177ha Kreiset Höxter, Paderbcrn, Hochsauerlandkreis Schutzzweck: Erhaltung und Entwicklung eines groCflachigen, von z.T. grünlardgepragtenBachtalemdurchzogenen Wa'dgebietes im Mittelgebirge als Lcbensraum für Vogelarten der - Buchen- und Eichenwêlder (Schwarzstorch, Rotmilan, Schwarzspecht, Grauspecht und Mirtelspechl) - reich struktuiierten, natumahen Wilder (Hiselhuhn) 15. „Luertvafd « l d Biebcrbich" (DE-4513-401) FlachengrtBe: 2,636 ha ICreiset Hochsauttrlandkreis, Markischer Kreis, Soesl Scbutzzweck' Erhaltung und Entwicklung eines groflflïchigcn, von Bachtalern durchzogenen Waldgcbietes mit Eichen- ur.d Buchenwalccm als - Lcbensraum fïrr den Schwarzstorch, Rotmilan, Wespenbussard, Waldschnepfc, Mittdspccht, Schwarzspecht, Grauspecht und Eisvogel 16. „Mühncsee-(DE-4514-401) FiachcngröBe 1.190 ha Kjeis Soest Schutzzweck; Erhaltung und Entwicklung der Mihnetalsperre als - Rast- und Gbcrwinterungsgebiet Fur Wasservógcl (Zwcrgtaucher, Krickente, Ldfïelente, Tafelente, Scbellente, Zwergsager und Gansesager) 17. „Schwalm-Nette-Platte mit Grenzwald und Mein-wcg ' (DE-4603-401) FiachcngröBe: 7.221 ha Krcisfreie SladtTCreise Mönchengladbach, Kleve, Viersoi, Hcinsberg Schutzzwcck Erhaltung und Entwicklung einer von Seen, Waldem, Fliefigcwassern und Heiden gepragten vielfaltigen Landschaft als Lebcnsraum Fur Arten der - natumahen Stillgewasscr mit ihren Verlandjngsznnen (Zwcrgtaucher, Krickenlc, Wassernule, Bfaukehlchcn nnd Teicrirohrsanger) • FlieBgcwfisser mit bcglcitendcn Erlen-ZEschenwaldern und Weichholz-Atienwaldem (Eisvogel, Pirol, Nachogall) - leuchten und trockenen Heiden, Wacholderheiden und Sandmagerrasen (Ziegenmelkcr, tlctdclerche und Schwarzkehlchco) - Buchen- und Eicher.wilder (Schwarzspecht und Wespenbussard) 18. „ M e d e b a c h e r Kucht" (DE-4717-401) FiachengroBe: 13.872 ha Krcis: Hochsaucrlandkreis Schutzzweck: Erhaltung und Entwickl ung der von GrünlandJliichcn und Waldcrn geprtlgten Kulturlandschafl im Sauerland als Lebensraum für Arten der - Buchenwalder(Schwarzstorcli, Rotmilan. Wespenbussard, Rauhfulikauz, Schwarz-, Grauspechl) - Heiden und Wacholdertriftcn (Neuntöter, Raubwurger) - Wiesen und Brachflachen (Wiesenpieper. Braunkehlc'nen, NeuntBter) 19. „ K S n i g s f o r s r fDE-5008-401) FlachengraOe: 2.519 ha Krcisfreie Stadl/Kreis: Köln, Rheinisch-Bergischcr Kreis Schutzzwcck: Erhaltung und Entwicklung eines groBflachigen Waldgebietes mit Buchen-, Eichenmisch- und Erlen-ZEschenwaldcrn a s - Lcbensraum Für Mittelspecht, Schwarzspecht, Grauspecht und Wespenb jssard 20. „ W a h n c r Heide" (DE-5108-401) FiachcngröBe: 3.041 Fa » Krcisfreie Stadt/Krtise: Köln, Rhcinisch-Bcrgischer Kreis, Rhein-Sieg-Kreis Schutzzweck: Erhaltung und Entwicklung einer ausgedehmen Heide- urd Waldlandschaft a's Lefccnsraum Tür Arten der - Heiden und Sandmagerrasen (Wertdehals, Ziegenmelker, Heidclerche, Neuntöter und Schwarzkehlchen) - Glatthafer- und Wiescnknopf-Silgenwiesen (Bekassine, Neuntöter und Wiesenpieper) - Eichen- und Buchccwalder, Fcuchtwalder (Mittelspecht, Schwarzspecht, Grauspecht, Pitol urd Nachrigalf) 21. „ D r o v e r Heide" (DE-S205-401) FlachengröBc: 599 ha Kreis: Duren Schutzzweck: Erhaltung und Entwicklung von groBflachigen, nahrstoffarrnen, trockenen und feuchten Heiden, Magergrünland - als Lebensraum lijf Ziegcnmelker, Heidelenche, Schwarzkehlchen und Neuntöter 22. „ W i l d e r und Wiesen bel Burbneh und Neunlurchen" (DE-5214-401) FiachengroOe: 4.660 ha Kreis: Siegen-Wittgenstein Schutzzweck Erhaltung j n d Entwicklung der von Grün'andflacrien und Waldern gepragten groBflachigen Mittelgebirgslandschaft als Lebensraum für Vogelarten der - reich struktunencn, natumahen Wilder und Niederwflkler (Rotmilan, Schwarzspecht, Grauspecht, RaufuBkauz, Hasclhuhn) - extensiv genutzten OfTenlandflachen (Wacntelkonig, Bekassine, Neuntöter, Raubwurger, Braunkchlchen und Wiesenpieper) 23. „ B u m s a n d s t c i n f e t f e i im RurtaJ" (DE-5304-401) FlachengröBe: 315 ha Kreis: Duren Schutzzwcck: Erhaltung und Entwicklung der Buntsandsleinfclsen im Rurtal mit ihren Schlucht- und Hangmiscnwaldci als - JahrssJebcnsraujn fur den Ubu und den Mittelspecht
https://recht.iim.de/lr^
21 -5-2014
23 mei 1 4 1 2 : 2 1
*
Veltman Advocatenkantoor
0334656943
Ausgabe 2005 Nr. 4 vom 26.1.2005 Seite 61 bis 98 - recht.nrw.de
p.8
pagina 4 van 4
24. „ K o t W o r s t m d WaldviUe" (DE-5308-4O1) Flacbengröfie 3.587 ha Krcisfreie Stadt'Kicis: Bonn, Rhein-Sieg-Kreis Schutzzweck Erhaltung und Entwickl jng eines groflflachigen Waldkomplexes nut linden rei cben Sücleichen-Hainbuchenwalderri, BuchenAltholzbcstSnden, A u w i l d c m , Quellsümpfen und Stülgewassem als - Lebcnsraum für Mittelspecht, Schwarzspecht. GrauspechL, Rotmilan und Wespenbussard 25, „ A t i r g e b i r g c " (DE-5S06-471) - in Erganzung zu«i Vogclscbutzgcbiet „ A i r g e b i r g e " in Rhci i l j n u - P f . i l / FlachengröBc. 581 ha Kreis: Euskrrchen Schutzzweck: Erhaltung und Entwicklung natumahcr Waldgesellschaften mit ihrer typischen Auspragung als - Jahreslebensraum für das L-faselhuhn
Anidge - MBI. N » W . 2005 S. 66
Datan und Softwero sincf urtieb&rrechtüch und wetlüö-.varbsrecritliii rjeschutzL Varamwcrtlich fur die ufc!lJcation die Redakton im MnislenuT für Irneres und Kom muriates NRW. D
https://recht.rirw.de/lmi/owa/br_vbI_detaii_text?anw_nr=7&vd
id=7692&ver=8&val=...
21 -5-2014
Meyden-Martini, mw. K.T. van der Van: Verzonden: Aan: Onderwerp: Bijlagen:
POSTKAMER-FAX-1
vrijdag 23 mei 2014 12:44 Centrale Fax RvS FaxServerlP(8A): FaxlD=0334656943, 23-05-2014 12:35:24 (POSTKAMER-FAX-1) 0334656943 l_E5NC35C018A 040108E5NC43Q0828.PDF
FaxServerlP-Mailer
1