ADVIES TIJDELIJKE ADVIESCOMMISSIE LOKALE OMROEPCONCESSIE 2013-2017
Aan het College van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Rotterdam
Rotterdam, 10 oktober 2012
Geacht college, Hierbij bieden wij u ons advies aan over de aanvragen voor de lokale omroepconcessie 2013-2017 in Rotterdam. Inleiding In Rotterdam start in februari 2013 een nieuwe vijfjarige periode van zendmachtiging voor de lokale omroep. Het Commissariaat voor de Media heeft de gemeenteraad hierover een advies gevraagd dat betrekking moet hebben op de representativiteit van het programmabeleid bepalend orgaan (PBO). Mede op verzoek van de raadscommissie Jeugd, Onderwijs en Cultuur – die wenste dat een onafhankelijke commissie werd ingesteld – is de commissie in september begonnen met haar werkzaamheden. De gemeente verzocht de commissie de vier aanvragen voor die nieuwe periode van lokale zendmachtiging te beoordelen op de mate van representativiteit in relatie tot het beleidsplan en de overige ingediende stukken met betrekking tot de aanvraag. Met inachtneming van de Mediawet, heeft de commissie daarbij ook de benoemde criteria in de door de gemeenteraad vastgestelde Beleidsvisie lokale media meegenomen in haar overwegingen. Tevens heeft de gemeente de commissie gevraagd een gemotiveerde voorkeur uit te spreken voor één van de gegadigde partijen voor de omroepconcessie. Het voorkeursadvies van de commissie wordt aan het eind van deze brief toegelicht. Opmerkingen vooraf Voordat de commissie u inzicht geeft in haar beoordeling, wil zij u enkele algemene opmerkingen meegeven. Graag had de commissie de gelegenheid gehad om met de PBO-leden van de gegadigde omroepstichtingen rechtsreeks te spreken. Gezien de krappe planning was dit helaas niet mogelijk, met als gevolg dat de commissie haar beoordeling van de PBO’s moest beperken tot de schriftelijke informatie over de aanvragen. Wellicht kunt u in overweging nemen om in de aanloop naar een volgende concessieperiode (in 2017) voor deze gesprekken ruimte te creëren in de beoordelingsfase van de plannen. Ten aanzien van de beoordeling van het PBO heeft de commissie er na intern beraad voor gekozen dat de vertegenwoordiging van een lid voor een bepaalde profijtgroep of stroming niet noodzakelijkerwijs verbonden hoeft te zijn aan een koepelorganisatie of orgaan voor die profijtgroep. Een persoon met een aantoonbaar groot netwerk in een bepaald gebied kan volgens de commissie ook een goede vertegenwoordiger zijn voor die profijtgroep of stroming. De omroep zou dan moeten toelichten waarom die persoon een goede representant is van een bepaalde profijtgroep of stroming. Echter omdat die toelichting in veel gevallen ontbreekt, vond de commissie het in die gevallen lastig om dit facet goed te beoordelen. De meegestuurde Cv’s van de PBO-leden zijn daarom goed bestudeerd. De commissie heeft het uiteindelijk als een pré aangemerkt wanneer een PBO-lid aan een passende koepelorganisatie/orgaan is verbonden. Met betrekking tot de profijtgroep ‘godsdienstige stromingen’ merkt de commissie bovendien op dat deze in vrijwel alle plannen slechts beperkt is vertegenwoordigd in het PBO, namelijk dikwijls door iemand van één godsdienstige stroming.
1
Hoewel de beleidsplannen niet verplicht zijn volgens de Mediawet vindt de commissie dat deze plannen veel beter zicht geven op de intenties en voornemens van de vier omroepstichtingen, dan louter de stukken die het Commissariaat eist. Zij meent dat zij vooral uit de beleidsplannen kon opmaken hoe pluriform, toegankelijk en representatief het plan voor de omroep – en het PBO daarbinnen – meent te zijn voor de stad. Kortom, de commissie staat op het standpunt dat een integraal oordeel over het plan, naast de wettelijk verplichte beoordeling van het PBO, een aanvullende waarde heeft bij de onderbouwing van de voorkeur voor één partij. Immers, het beleidsplan laat ook zien welke rol en reikwijdte het PBO zal krijgen in de organisatie en hoe de omroep invulling geeft aan lokale verbintenissen via het PBO. De commissie constateert tevens dat de plannen op veel punten nog tamelijk abstract blijven en een nadere uitwerking (nog) ontbreekt. Zij signaleert dat in alle plannen ruimte is voor talentontwikkeling, in mindere of meerdere mate, dus dat alle plannen proberen aan te sluiten bij dit gemeentelijke uitgangspunt. De uitwerking ervan is echter in alle plannen nog tamelijk beknopt. Hoewel de plannen aanzienlijk verschillen in mediale aanpak, vindt de commissie dat geen enkel plan op een écht vernieuwende wijze publieke media inzet. Een vooruitstrevende en actuele visie op lokale media wordt dus helaas gemist in alle plannen. Daarnaast had de commissie op basis van de beschikbare informatie onvoldoende zicht op de financiële haalbaarheid van de plannen. Hoewel hierover geen expliciet oordeel was gevraagd aan de commissie, merkt zij wel op dat er in drie plannen (SLOR, SMR en OPEN) aanvullende middelen nodig zijn. Mede omdat de commissie vindt dat in alle plannen de ‘business case’ nog niet voldoende is uitgewerkt, heeft zij dit geen doorslaggevende rol laten spelen in haar afweging. Ter informatie heeft de commissie een overzicht van de PBO’s en beknopte samenvatting van de beleidsplannen van de gegadigde partijen als bijlage bij deze brief gevoegd. Zo krijgt u een korte indruk van deze plannen. De commissie benadrukt dat zij zich bij haar beoordeling gebaseerd heeft op de volledige aanvraag zoals ingediend bij het Commissariaat voor de Media én het aanvullende plan bij de gemeente inclusief bijlagen en correspondentie daarover. Beoordelingen per aanvraag Hierna geven wij per aanvraag een beoordeling van de afzonderlijke plannen, te beginnen met de beoordeling van de mate van representativiteit van het (beoogde) PBO, die volgens de Mediawet het voornaamste zo niet het enige argument is waarop de gemeente haar advies aan het Commissariaat mag baseren. Daarnaast hebben wij op uw verzoek ook een integrale afweging gemaakt van de afzonderlijke plannen aan de hand van de door de gemeenteraad vastgestelde criteria. De commissie heeft de volgende criteria zelf daaraan toegevoegd: mate van vernieuwing, bestuurlijke slagkracht, financiële haalbaarheid en tot slot mate van vertrouwen in het gehele plan.
Stichting Lokale Omroep Rotterdam (SLOR of Omroep Rotterdam) De commissie heeft lang over het PBO en plan van de SLOR gesproken, mede omdat de SLOR al een lange geschiedenis heeft in de stad. In principe beoordeelt de commissie de huidige samenstelling van het PBO van de SLOR als voldoende representatief voor Rotterdam; er is een ruim voldoende aantal leden en er zijn diverse stromingen vertegenwoordigd waarvan enkele ‘logische’ representanten. De leeftijdsspreiding is redelijk, maar de commissie beoordeelt het PBO te weinig representatief voor de verschillende etnische groepen in Rotterdam. Daarnaast merkt de commissie op dat zij enkele stromingen niet goed vertegenwoordigd vindt. Dit heeft betrekking op de stromingen bedrijfsleven (werkgevers/werknemers) en participatie/bevolking: desbetreffende PBO-leden vertegenwoordigen slechts een klein deel van deze profijtgroep en zijn dus matig representatief. Wat betreft de geestelijke en godsdienstige stromingen is het PBO op dit moment over het geheel bezien wel redelijk representatief, omdat het PBO-lid voor welzijn deel uitmaakt van het Platform Levensbeschouwing
2
Rotterdam, hoewel hij echter niet in die hoedanigheid lid is van het PBO. De commissie vindt het PBO-lid voor geestelijke stromingen slechts beperkt representatief voor die profijtgroep. Echter, aangezien twee leden van twee belangrijke profijtgroepen (geestelijke stromingen; kunst en cultuur) nog dit jaar aftreden en er volgend jaar wederom drie leden aftreden, kan de commissie de representativiteit van het PBO in de nieuwe concessieperiode, niet goed beoordelen. Er treden immers op redelijk korte termijn 5 leden af (van in totaal 11 leden), waarvan thans onduidelijk is welke profijtgroepen en welke mensen er voor in de plaats zullen komen. Hoewel de SLOR de enige partij is die nu een PBO heeft en reeds functioneert, neemt de commissie in haar afweging mee dat een aanzienlijk deel binnenkort zal aftreden en dat dit van invloed is op de continuïteit van het functioneren ervan. De commissie vindt het jammer dat de SLOR er niet voor gezorgd heeft dat, voorafgaand aan de beoordeling van het PBO door de gemeente, nieuwe leden waren aangezocht. Kortom, de commissie concludeert dat zij de huidige representativiteit van het PBO van de SLOR over het algemeen representatief vindt en slechts op onderdelen matig representatief. Het biedt, als gevolg van de op korte termijn geplande aftredens van 5 leden, echter onvoldoende zekerheid ten aanzien van de totale representativiteit in de komende concessieperiode 2013-2017. Het PBO en de gehele aanvraag overziend, merkt de commissie nog het volgende op over het beleidsplan en de overige ingediende stukken van de SLOR. De wijze waarop de SLOR de kwaliteitsverbetering in de programmering wil realiseren én borgen vindt de commissie onvoldoende toegelicht in de aanvraag. Hoewel de SLOR vrijwel de enige partij is met ervaring in programmering op diverse mediakanalen en zelf signaleert dat de kwaliteit omhoog zou moeten, kan zij de commissie niet overtuigen van een succesvolle verbetering daarvan. De voorgestelde mediale aanpak van de SLOR beschouwt de commissie als “oude wijn in oude zakken”. Er ontbreekt een vooruitziende visie op en aanpak van de lokale kanalen, waarbij zij vooral een multimediale benadering mist. De commissie meent dat de SLOR wél ambitie heeft om de lokale nieuwsvoorziening te verbeteren via een dagelijks Rotterdam Magazine op televisie. Deze ambitie is echter nog weinig concreet en in de opdracht, die hiervoor is uitgezet, vindt de commissie dat de SLOR te gemakkelijk uitgaat van realisatie op dit terrein. De meerwaarde van de lokale media van de SLOR ten opzichte van de regionale kanalen van RTV Rijnmond wordt de commissie niet duidelijk en is onvoldoende toegelicht. Over het algemeen meent de commissie dat het plan te weinig vernieuwend is. De commissie waardeert het dat de SLOR talenten de ruimte wil bieden, maar zij vindt tegelijkertijd dat dit onderdeel tamelijk beknopt is omschreven en vooralsnog onvoldoende is uitgedacht hoe een en ander vorm zou kunnen krijgen. Daarnaast meent de commissie dat de SLOR goede intenties heeft met diverse lokale partijen te gaan samenwerken ten einde de lokale verankering te versterken, zoals de gemeente wenst. Op basis van ervaringen in het verleden concludeert de commissie dat de SLOR goed met producenten van content overweg kan. Ook in het PBO van de SLOR ziet de commissie diverse potentiële samenwerkingsverbanden. Desondanks heeft de SLOR de commissie niet weten te overtuigen van haar vermogen tot het sluiten van samenwerkingsvormen in brede zin, want dan had de commissie bijvoorbeeld verwacht dat de SLOR de andere gegadigde partijen wel had omarmd voorafgaand aan of tijdens de nu lopende aanwijzingsprocedure. De commissie heeft twijfels over de mate van professionaliteit van de organisatie; ondanks dat er professionals werkzaam zijn, maakt de organisatie geen professionele indruk. Zo is de begroting bijvoorbeeld matig toegelicht en niet sluitend. Voorts maakt de commissie uit het beleidsplan op dat de SLOR zelf eveneens vindt dat bepaalde zaken in de organisatie een andere aanpak verdienen, echter het plan ontbeert volgens de commissie tegelijkertijd overtuigingskracht en enthousiasme. Omdat het bestuur van de SLOR recentelijk is afgetreden en er nog geen zicht is op vervanging, waardoor de organisatie een onzekere tijd tegemoet gaat, beoordeelt de commissie de huidige bestuurlijke slagkracht als tamelijk zwak. Bovendien meent de commissie dat de continuïteit mogelijk in het geding kan komen. Alles overwegende, komt de commissie tot de conclusie dat zij in beperkte mate vertrouwen heeft in het plan van de SLOR. Allereerst omdat zij het huidige PBO van de SLOR voldoende representatief acht voor Rotterdam, maar niet goed kan oordelen over de samenstelling van het PBO in de nieuwe concessieperiode als gevolg waarvan de representativiteit ervan onzeker is. Daarnaast meent de
3
commissie dat het plan op zich wel een optimistisch wensbeeld schetst dat een verbetering is van de huidige praktijk, maar dat de uitwerking ervan haar niet het vertrouwen biedt dat zij had verwacht en waarop zij had gehoopt. Hierdoor heeft zij serieuze twijfels bij de haalbaarheid ervan.
Stichting Mediaproducties Rotterdam (SMR) De commissie beoordeelt het PBO van SMR als onvoldoende representatief voor Rotterdam. Enerzijds vindt de commissie het aantal leden van het PBO, hoewel er is voldaan aan het minimale aantal, te klein voor een goede representatie van een stad als Rotterdam. Anderzijds meent de commissie dat de beoogde PBO leden vrij specifiek zijn. Zij heeft sterk de indruk dat deze leden slechts een beperkte vertegenwoordiging vormen van de betreffende profijtgroep. Zo is onder meer het beoogde PBO lid voor de godsdienstige stromingen actief voor een klein kerkgenootschap. Ook vindt de commissie de profijtgroep kunst en cultuur onvoldoende passend vertegenwoordigd. Het PBO en de gehele aanvraag overziend, merkt de commissie nog het volgende op over het beleidsplan en de overige ingediende stukken van SMR. De beoogde kwaliteit van de programmering heeft SMR volgens de commissie te abstract toegelicht en pas in tweede instantie (naar aanleiding van een vraag van de gemeente) uiteengezet. De commissie vindt de geschetste mediale aanpak van SMR weinig vernieuwend en mist hierin een multimediale benadering. Tevens merkt zij op dat het plan van SMR zich vooral focust op radio. Bovendien meent de commissie dat het internetplatform onvoldoende in het plan in geïntegreerd. De ambitie en inzet voor de lokale nieuwsvoorziening vindt de commissie te summier omschreven. In het plan heeft SMR wel kort RTV Rijnmond genoemd, maar de commissie meent dat SMR haar positionering en meerwaarde ten opzichte van de regionale omroep onvoldoende heeft toegelicht. Wat betreft talentontwikkeling wil SMR duidelijk ruimte bieden aan talent. De commissie waardeert dit, maar stelt vast dat een nadere uitwerking ontbreekt. SMR heeft diverse beoogde lokale samenwerkingspartijen in haar plan opgenomen maar omdat een toelichting hierop ontbreekt, heeft het lijstje de commissie niet kunnen overtuigen van de gewenste lokale verankering. De commissie krijgt de indruk dat zowel het bestuur als de uitvoeringsorganisatie van SMR hoofdzakelijk draait op twee personen. Tevens is het organisatieplan van de omroepstichting onvoldoende toegelicht, waardoor de commissie geen uitspraak kan doen over de professionaliteit en continuïteit van SMR. Omdat er thans slechts twee bestuursleden zijn benoemd, heeft de commissie onvoldoende zicht op de bestuurlijke slagkracht van SMR. Wat betreft de financiële haalbaarheid van het plan constateert de commissie dat de stichting niet uitkomt met de gereserveerde middelen voor de lokale omroepfunctie. Men heeft immers een eenmalige opstartsubsidie gevraagd. De begroting vindt de commissie onvoldoende toegelicht. Een positieve kanttekening bij het financiële onderdeel is dat SMR als enige partij al een inschatting heeft gemaakt van haar liquiditeitspositie. Alles overwegende, concludeert de commissie dat zij weinig vertrouwen heeft in het plan van SMR, hoofdzakelijk omdat zij het PBO onvoldoende representatief vindt voor Rotterdam en daarnaast omdat het plan op diverse essentiële onderdelen onvoldoende concreet is uitgedacht en uitgewerkt.
Stichting RTV President De commissie beoordeelt het PBO van RTV President als onvoldoende representatief, zowel door het relatief kleine aantal beoogde PBO leden, hoewel er is voldaan aan het minimum aantal, als door de samenstelling. De leeftijdsspreiding in het PBO vindt de commissie onvoldoende, aangezien de leden overwegend ouderen zijn en de profijtgroep jongeren geheel ontbreekt. Ook de etnische groeperingen zijn onvoldoende vertegenwoordigd in het PBO; er is slechts 1 lid met een niet-Nederlandse achtergrond. Daarnaast meent de commissie dat het beoogde lid voor de profijtgroep kunst en cultuur slechts beperkt representatief is voor die profijtgroep. Tot slot merkt de commissie op dat de door de
4
omroepstichting aangeleverde informatie over de PBO leden tamelijk beknopt is en niet geheel duidelijk. Het PBO en de gehele aanvraag overziend, merkt de commissie nog het volgende op over het beleidsplan en de overige ingediende stukken van de RTV President. De commissie meent dat RTV President het beoogde kwaliteitsniveau in mooie maar abstracte woorden heeft omschreven. In de voorgestelde mediale aanpak heeft RTV President internet wel meegenomen, maar wordt in het algemeen vrij summier toegelicht hoe de omroepstichting de verschillende kanalen wil gaan inzetten. Zo is bijvoorbeeld niet duidelijk hoe ze het familie format daadwerkelijk gestalte wil gaan geven. De commissie oordeelt positief over de ambitie en inzet voor de lokale nieuwsvoorziening en waardeert het dat RTV President al enkele mogelijke thema’s heeft genoemd. Tevens meent zij dat RTV President door haar voorgestelde beleid, lokale media voor en door Rotterdammers, zichzelf profileert ten opzichte van RTV Rijnmond door een ‘community’ rondom de omroep te willen creëren. De commissie beschouwt deze beoogde community als een meerwaarde ten opzichte van de regionale kanalen, hoewel RTV President dit zelf niet expliciet zo heeft verwoord. De commissie meent dat het plan van RTV President desondanks geen blijk geeft van een vernieuwende visie op lokale media maar dat het plan in het verlengde ligt van hetgeen zij reeds op deelgemeentelijk niveau doet. RTV President presenteert zich in haar beleidsplan als ‘een mediaplatform voor talentontwikkeling’ en ambieert hierin tevens werklozen via hun omroep aan een baan te helpen. Deze ambitie vindt de commissie positief maar te weinig concreet uitgewerkt. Hoewel RTV President in haar plan de beoogde diverse samenwerkingspartijen uiteenzet, twijfelt de commissie of de omroep de schaalsprong van huidig werkgebied op ‘hyperlokaal’ niveau (Hoogvliet en Albrandswaard) naar gemeentelijk niveau kan waarmaken. Aangaande de professionaliteit en continuïteit van de organisatie merkt de commissie op dat de stichting de bestaande organisatie uitbreidt en met veel extra vrijwilligers wil laten functioneren; de commissie voorziet een spanningsveld tussen de mate van professionaliteit versus de mate van organisatie. In tegenstelling tot de andere plannen heeft RTV President wel uitvoerig toegelicht hoe het governance model eruit zou moeten zien. Ook constateert de commissie dat er een volledig bestuur is aangesteld bij RTV President en zij meent daarom dat er in principe voldoende bestuurskracht aanwezig is. Desalniettemin is de commissie op basis van het ingediende plan echter niet overtuigd van het gewenste professionele niveau van de organisatie en de haalbaarheid ervan. De ingediende begroting door RTV President is sluitend, maar summier toegelicht. De financiële onderbouwing van de businesscase ontbreekt ook bij RTV President. Alles overwegende, concludeert de commissie dat zij niet voldoende vertrouwen heeft in het plan van RTV President, vooral omdat zij het PBO onvoldoende representatief acht en voorts vanwege de twijfels die zij heeft over de beoogde schaalsprong van de organisatie en het plan in relatie tot de professionaliteit.
Stichting OPEN Rotterdam (OPEN) De commissie beoordeelt het PBO van OPEN als representatief voor Rotterdam. Zij meent dat er door de omroepstichting goed is nagedacht over de samenstelling van het PBO en waardeert het zeer dat OPEN gekozen heeft voor een ruim aantal leden (13). De diversiteit in het PBO van OPEN is behoorlijk, mede omdat meerdere etnische groepen zijn vertegenwoordigd. Tevens is de commissie positief over het feit dat vertegenwoordigers van zowel werkgevers als werknemers in het PBO zijn opgenomen. Ook het beoogde lid voor duurzaamheid vindt zij interessant. Bovendien waardeert de commissie het dat er relatief veel leden met een directe relatie tot een orgaan of koepelorganisatie zijn opgenomen. Het PBO en de gehele aanvraag overziend, merkt de commissie nog het volgende op over het beleidsplan en de overige ingediende stukken van OPEN.
5
De commissie vindt het plan spannend en de beoogde kwaliteit van de programmering goed uiteengezet. Tevens is duidelijk toegelicht hoe de omroepstichting de kwaliteit van de programmering zal borgen. Daarnaast waardeert de commissie het dat OPEN marktonderzoek centraal stelt en ook doelgroepenanalyses wil uitvoeren om zicht te houden op de behoeften van de bevolking. De voorgestelde mediale aanpak wordt uitvoerig toegelicht in het plan. De commissie vindt het positief dat OPEN – als enige van de partijen – niet de infrastructuur (kanalen) centraal stelt, maar de content (programma-aanbod op de kanalen). De ambitie en inzet van de lokale nieuwsvoorziening vindt de commissie voldoende uiteengezet in het plan. Daarbij zet OPEN samenwerking centraal, waardoor de commissie meent dat de omroepstichting ook daadwerkelijk ‘van en voor Rotterdammers’ zal kunnen zijn. In het plan is expliciet toegelicht hoe zij denkt te gaan samenwerken met RTV Rijnmond. Hierover zijn al diverse gesprekken gevoerd met de regionale omroep. Deze verwachte samenwerking biedt de commissie vertrouwen in de kwaliteit van het plan. Zij meent dat OPEN op energieke wijze de maatschappelijke verankering van de lokale omroep wil versterken en waardeert de brede lijst met beoogde samenwerkingspartijen, waarin ook ‘hyperlokale initiatieven’ zijn opgenomen (op buurtniveau). Ook in het PBO ziet de commissie talrijke samenwerkingsmogelijkheden. Het gemeentelijk speerpunt talentontwikkeling is het meest uitgewerkt in het plan van OPEN, waarin ruimte voor talent centraal staat. De commissie vindt dat OPEN een goed doordacht en professioneel plan heeft gepresenteerd. De initiatiefnemers en andere betrokkenen hebben ruime ervaring in de professionele mediasector en daardoor expertise waarop zij voort kunnen bouwen. Gezien de achtergrond en ervaring van de initiatiefnemers en het vereiste aantal bestuursleden, beoordeelt de commissie de bestuurskracht positief. Wat betreft financiën constateert de commissie dat OPEN geen sluitende begroting heeft ingediend (aanvullende subsidies gevraagd) en haar businesscase nog onvoldoende financieel heeft onderbouwd. Alles overwegende, concludeert de commissie dat zij vertrouwen heeft in het plan van OPEN, in de eerste plaats omdat de commissie het PBO van OPEN representatief acht en daarnaast omdat het helder uitgewerkte plan energie uitstraalt, enigszins vernieuwend is en goed aansluit op de gemeentelijke speerpunten. Enige kanttekening is de niet sluitende begroting. Voorkeursadvies Met inachtneming van bovenstaande overwegingen, adviseert de commissie aan uw college Stichting OPEN Rotterdam als voorkeurspartij aan te merken richting het Commissariaat voor de Media. De commissie oordeelt dat het PBO van OPEN - ten opzichte van de andere PBO’s - het meest representatief is voor de stad Rotterdam. Het PBO van OPEN is goed doordacht, op zorgvuldige wijze samengesteld en telt bovendien het meeste aantal PBO-leden (13). Daarnaast vindt de commissie het een pré dat in het PBO veel leden zijn opgenomen met een relatie tot een koepelorganisatie of orgaan. Mede hierdoor heeft de commissie er vertrouwen in dat de brede lokale verankering, zoals uitvoerig toegelicht in het beleidsplan van OPEN, ook daadwerkelijk tot resultaat zal leiden en een omroep van grotere betekenis voor de stad zal kunnen zijn. Tot slot wil de commissie het college verzoeken om na verlening van de concessie, indien die door het Commissariaat aan OPEN wordt verleend, aan OPEN alsnog de opdracht te geven de verkenning van een mogelijke samenwerking met SLOR voort te zetten. SLOR en OPEN hebben immers al diverse gesprekken gevoerd, die op een gegeven moment zijn gestaakt door een (voorlopig) besluit van SLOR. Omdat bij SLOR in de afgelopen jaren veel kennis en ervaring is opgebouwd, dient OPEN ten minste te trachten op deze kennis voort te bouwen. Het initiatief voor verder onderzoek naar samenwerking of samengaan zou de gemeente bij OPEN kunnen neerleggen, waarna de onderlinge gesprekken eventueel met behulp van mediation kunnen worden voortgezet. Indien het Commissariaat op basis van eigen overwegingen besluit de concessie aan SLOR te verlenen, adviseren wij u om SLOR de opdracht te geven met OPEN verdere gesprekken te voeren met als doel samenwerking of samengaan.
6
De commissie zal met belangstelling het verdere proces volgen en dankt u voor het in haar gestelde vertrouwen.
Hoogachtend, De adviescommissie omroepconcessie 2013-2017
Dhr. K. van der Steenhoven (voorzitter) Dhr. R. E. Oosterhoff Mw. F. Örgü Dhr. J. Olivieira Dhr. D. Rijken
Bijlage: overzicht PBO’s en samenvatting van de beleidsplannen van de vier gegadigde partijen
7
Bijlage - overzicht PBO’s en samenvatting beleidsplannen van gegadigde partijen De commissie benadrukt hierbij dat zij haar oordeel heeft gebaseerd op de volledige stukken. Stichting Lokale Omroep Rotterdam (SLOR of Omroep Rotterdam) aantal PBO leden stromingen PBO
11 kunst en cultuur, geestelijke stromingen, jongeren (2x), bedrijfsleven (2x), participatie/bevolking (2x), ouderen, welzijn, onderwijs
De SLOR heeft reeds 25 jaar ervaring als lokale omroep in Rotterdam en beschikt over een ‘state of the art’ uitzendstaat, maar beseft ook dat door het veranderend medialandschap en mediagebruik dit een andere rol van de lokale omroep vraagt. Samengevat komen de nieuwe ambities samen in drie speerpunten: 1. van doorgeefluik naar spin in het web; 2. dé stadsomroep; 3. samenwerking en samenhang. De zenders zijn nu nog de kern van hun bestaan, maar Omroep Rotterdam wil meer gaan stimuleren, faciliteren en verbinden, en ook talenten ontwikkelen. Eén TV zender en één etherradiozender (MegastadFM) zullen ze meer gaan profileren als stadomroep; de kanalen zijn bekend en relevant als de publieke stadomroep en het is bekend dat ze bij elkaar horen. De organisatie gaat zowel naar binnen als naar buiten meer samenwerken; kortom minder eilandjeswerk. Om de nieuwe ambities te kunnen uitvoeren hebben ze enkele acties per speerpunt geformuleerd waaronder een dagelijks RotterdamTV magazine, overkoepelende multimediale communicatiestrategie, verbreden aanbod en versterken Rotterdam criterium, afspraken met RTV Rijnmond over regionaal/lokaal, opzetten van SLOR-STER, verbetering onderzoeken, etc. De SLOR wil de huidige kanalen blijven invullen: 2 etherradio (waaronder FunX), 4 kabelradio kanalen, 2 TV-kanalen en een internet portal. Om deze doelstellingen voor elkaar te krijgen organiseren ze een conferentiedag over de toekomst met alle betrokkenen, komt er een organisatieverbeteringsplan en een beleid om intern stageplaatsen te creëren en om vrijwilligers te betrekken en te binden. In het Meerjarenbeleidsplan 2011-2015 heeft de SLOR reeds in 2011 vier strategische doelen geformuleerd die ze tevens in de komende jaren willen gaan realiseren: betere vindbaarheid, betere programmering, hogere distributie en meer kwaliteit. Stichting Mediaproducties Rotterdam (SMR) aantal PBO leden stromingen PBO
7 Maatschappelijk zorg en welzijn, etnische en culturele minderheden, werkgevers, kerkgenootschappen en genootschappen op geestelijke grondslag, onderwijs en educaties.
SMR is een initiatief van Marciano Daans en Harrie van der Schans en beoogt een lokale omroep te worden met als beleidsrichting enerzijds het faciliteren van gebruikers en programma’s die de identiteit en betrokkenheid van Rotterdammers vergroten. Anderzijds heeft SMR een business model ontwikkeld dat er naar toewerkt om de gemeentelijke subsidiebijdrage te beperken, omdat zij meent dat er een noodzaak is om te komen tot meer ondernemersschap in de sector. Om via de lokale omroep de lokale democratie en representatie van Rotterdammers te versterken, kiest SMR voor een lager tariefstelsel dan bij de huidige lokale omroep en voor behoud van de 4 kabelkanalen. “De zenders hebben als missie een economisch en maatschappelijk platform te bieden dat gericht is op het bevorderen van ondernemerszins en economische zelfredzaamheid in Rotterdam.” SMR wil dit gaan bereiken in een compacte organisatie met een bestuur en een klein team professionals en vrijwilligers, waarbij ze zoveel mogelijk produceren met minimale inzet van middelen. Zij menen daarnaast dat ondernemersschap begint bij jong talent en de instituties daaromheen, en bieden daarom ruimte aan studenten en gaan ze coproducties maken met onderwijsinstellingen. SMR richt zich vooral op de gebruikers uit de stromingen: jongeren, onderwijs, cultuur en kunst, werkgevers, kerkgenootschappen en bi-culturele Nederlanders in de regio. Onder andere door interactieve toepassingen (interactieve
8
website en inzet social media) wil SMR deze doelgroepen aan zich binden. Aanvullend willen ze events organiseren en opereren vanuit het stadscentrum om daar dynamiek te creëren en deze zichtbaar te maken. SMR wil de volgende mediakanalen gaan invullen: 4 kabelradio kanalen, 1 etherradio kanaal, 1 Tv-kanaal en een internet portal. Stichting RTV President aantal PBO leden stromingen PBO
7 Maatschappelijk zorg en welzijn, cultuur en kunst, kerkgenootschappen en genootschappen op geestelijke grondslag, ouderen, onderwijs en educatie, sport en recreatie, etnische minderheden en culturele minderheden.
Stichting RTV President is een initiatief van Marijke Krooswijk, Peter Krooswijk en Wilco Guchelaar en beoogt een lokale publieke omroep te worden met uitzendingen voor jong en oud en voor elk wat wils, zodat er gesproken kan worden van een echt “familie station”. RTV President wil het middelpunt vormen van nieuws, actualiteiten en informatievoorziening voor de Rotterdammer. Hun ambitie is tweeledig: ten eerste “toegang verschaffen aan de veelzijdige geluiden die binnen de Gemeente Rotterdam aanwezig zijn door binnen de programmering een eigen platform beschikbaar te stellen voor producties van derden”. Ten tweede wil RTV President de aanpak van media voor en door bewoners van het verzorgingsgebied middels een uitgebreid vrijwilligersnetwerk realiseren voor de gehele gemeente Rotterdam. Dit willen zij gaan bereiken door o.a.: programmaring via het familie format afgestemd op verschillende doelgroepen, nieuws en achtergronden bij onderwerpen “op de hoek van de straat’, een breed informatieplatform op internet waar instellingen zelf hun informatie op plaatsen, behoefte-onderzoeken onder doelgroepen, focus op enkele kanalen, samenwerkingsverbanden met o.a. zorginstellingen en maatschappelijke organisaties, en het verwerven van reclame-inkomsten. RTV President wil de volgende mediakanalen gaan invullen: 2 (ether)radiokanalen, 1 Tv-kanaal en een internet portal. Qua organisatie gaat RTV President het aantal betrokken vrijwilligers uitbreiden van 50 naar 120, een redactie afdeling inrichten, via interne coaching/opleiding jong talent de ruimte geven en ook werklozen via hen aan een baan helpen. Stichting OPEN Rotterdam (OPEN) aantal PBO leden stromingen PBO
13 Maatschappelijk zorg en welzijn, cultuur en kunst, religie (2x), werknemers, werkgevers (ondernemers), onderwijs en educatie, sport en recreatie, etnische en culturele minderen&jongeren, ouderen, duurzaamheid, participatie en emancipatie.
OPEN is een initiatief van Andre Freyssen en Oscar Langerak dat beoogt een lokale omroep te worden die een sterk podium vormt voor alle Rotterdammers, gericht op een zo groot mogelijk publiek met als doel de vele verhalen van de stad te laten horen, zien en delen. “Een lokale omroep die OPEN is van geest, OPEN staat voor iedereen en een OPEN blik biedt op Rotterdam.” OPEN wil dit bereiken door o.a. het realiseren van een actieve community, slim en efficiënt te programmeren, veel Rotterdamse samenwerkingspartijen, stageplaatsen op elke plek binnen de organisatie en intern opleiden van mediatalent, een uitgebreid PBO, een actief promotiebeleid, profielen mediakanalen op basis van marktonderzoek, externe inkomsten door reclame en sponsoring. Producten en diensten omvatten een crossmediale aanpak van televisie, radio, interactieve website en social media. Samenwerking vormt hiervoor de basis: content voor deze kanalen willen ze via crowd-sourcing gaan vullen en met in beperkte mate eigen media-aanbod, aangestuurd door een kleine multimedia redactie. OPEN wil gaan samenwerken o.a. met RTV Rijnmond op het gebied van huisvesting, nieuwsvoorziening, studiogebruik en andere faciliteiten, maar ook met FunX. OPEN wil de volgende mediakanalen gaan invullen: 2 radiokanalen, 1 Tv-kanaal en een internet portal.
9