ACTIEPLAN 2006-2010 Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
Eindrapport
INHOUD MANAGEMENTSAMENVATTING.......................................................................................................................... 3 1
VOORWOORD ............................................................................................................................................. 6
2
INLEIDING .................................................................................................................................................... 7
3
RESULTATEN ................................................................................................................................................ 8 3.1
DOELSTELLING 1: DRAAGVLAK CREËREN VOOR ENERGIEZORG................................................................................... 9
3.1.1
Energiezorg in beheers- en managementovereenkomsten ................................................................ 9
3.1.2
Omzendbrieven REG ......................................................................................................................... 11
3.1.3
Verantwoordelijkheden in verband met energiezorg ....................................................................... 13
3.1.4
Sensibilisering en engagement i.v.m. energiezorg ........................................................................... 16
3.2
DOELSTELLING 2: ENERGIEVERSPILLING VOORKOMEN EN ENERGIEVERBRUIK REDUCEREN ............................................. 18
3.2.1
Energiezuinige aankopen ................................................................................................................. 18
3.2.2
Energieboekhouding......................................................................................................................... 20
3.2.3
Rapportering energiegebruik binnen de Vlaamse overheid ............................................................. 24
3.2.4
Uitvoeren energieaudits ................................................................................................................... 27
3.2.5
Richtlijnen plan van aanpak betreffende energiezorg...................................................................... 30
3.3
DOELSTELLING 3: ENERGIEBEWUST HUREN, BOUWEN EN RENOVEREN ..................................................................... 34
3.3.1
Situering ........................................................................................................................................... 34
3.3.2
Resultaten ........................................................................................................................................ 34
3.3.3
Knelpunten ....................................................................................................................................... 36
3.4
DOELSTELLING 4: INNOVATIE EN INZETTEN VAN HERNIEUWBARE ENERGIEBRONNEN ................................................... 37
3.4.1
Groene stroom ................................................................................................................................. 37
3.4.2
Pilootprojecten m.b.t. opwekken van hernieuwbare energie........................................................... 39
3.4.3
Haalbaarheid van WKK voor nieuwbouwprojecten.......................................................................... 43
4
EVALUATIE VAN HET ACTIEPLAN ............................................................................................................... 44
5
BLIK NAAR DE TOEKOMST ......................................................................................................................... 46
6
LIJST MET AFKORTINGEN ........................................................................................................................... 48
7
OVERZICHT VAN BIJLAGEN ........................................................................................................................ 49
Actieplan 2006-2010 – Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
Pagina 2 van 49
Managementsamenvatting De globale doelstelling van dit actieplan was rationeel energieverbruik binnen de Vlaamse overheidsgebouwen realiseren voor de departementen, IVA ’s en EVA ’s. Het was de bedoeling dat de trekkers van dit actieplan met de betrokken partijen een kader of structuur uitwerkten voor energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen. Dit bleek een complexere en meer ambitieuze opdracht dan oorspronkelijk voorzien, omdat de invloed van de uitvoerders van het plan beperkt was. De autonomie van de agentschappen en de departementen vormde het belangrijkste knelpunt bij de uitvoering. De actieradius van het actieplan bleef hierdoor beperkt: acties in het actieplan waren niet afdwingbaar, het aantal personeelsleden dat actief meewerkte aan de uitvoering van het actieplan bleef beperkt, vaak moest gerekend worden op de nodige ‘goodwill’. De uitvoerders hebben zich daardoor voornamelijk moeten beperken tot overkoepelende acties en specifieke acties in gebouwen in het beheer van het Agentschap voor Facilitair Management (AFM). Anderzijds hebben snelle ontwikkelingen in de energiewet- en regelgeving ervoor gezorgd dat bepaalde acties uit het actieplan structureel verankerd werden en dat is zeker positief. De verplichte uitvoer van haalbaarheidsstudies voor alternatieve energiesystemen bij nieuwbouwprojecten bijvoorbeeld stuurt de overheid naar een meer duurzame huisvesting. De totale uitvoeringstatus van het actieplan bedraagt ongeveer 74% (overzicht: zie Bijlage 12). De (nieuwe) acties die bij de opmaak van het tussentijds rapport (eind 2008) werden opgenomen, hebben een uitvoeringstatus van 61%, terwijl de uitvoeringsstatus van de acties uit het oorspronkelijke actieplan (VR 20 juli 2006) 84% bedraagt. De acties uit het actieplan hebben globaal geleid tot een daling van de energieverbruiken voor de gebouwen in beheer van het AFM. De resultaten van dit actieplan kunnen als volgt samengevat worden: 1
Naar aanleiding van dit actieplan kwam de werkgroep Energieoverleg maandelijks samen om de acties uit het actieplan op te volgen en regelmatig bij te sturen. Dit heeft ertoe geleid dat nieuwe inzichten, strategieën en acties werden geïdentificeerd en sommige acties werden geherformuleerd. Via dit overleg werd een kanaal gecreëerd dat toelaat om informatie uit te wisselen tussen beleidsvoorbereidende en beleidsuitvoerende entiteiten. De uitvoerders van het actieplan zijn spelers die een proces begeleiden en hierin ook een voorbeeldrol vervullen. Op overkoepelend niveau werden acties gerealiseerd op vlak van communicatie, opleiding en sensibilisatie gericht op een efficiëntere aanwending van middelen en op een betere afstemming en coördinatie van acties. De ontwikkelde communicatiematerialen kunnen door de Vlaamse entiteiten gebruikt worden. Toch moet er nog extra ingezet worden om alle entiteiten op te roepen zelf meer aandacht te besteden aan interne communicatie van gerealiseerde energiebesparingsacties. In de meeste gevallen zijn enkel de rechtstreeks betrokkenen (nl. de gebouwverantwoordelijke en de gebouwenbeheerder) op de hoogte, terwijl de andere personeelsleden niet afweten van het bestaan van de diverse projecten en campagnes omtrent energiebesparingsacties. Aangezien de gebruikers van de gebouwen niet of nauwelijks op de hoogte zijn van de ingevoerde maatregelen, voelen ze zich ook niet geroepen om rationeler om te springen met energie. Een grote besparing kan behaald worden door sensibilisatie van de gebruikers. Hiervoor zijn ook geen grote investeringen nodig. Op overkoepelend niveau werden instrumenten voor energiezorg ter beschikking gesteld. Het AFM stelt raamcontracten (energieboekhouding, energie-audits, opmaak EPC, relighting …) open waarin Vlaamse entiteiten kunnen intekenen via het principe van de opdrachtencentrale. De werking van de opdrachtencentrale is een flexibel mechanisme dat toelaat dat alle entiteiten op verschillende tijdstippen kunnen intekenen. Er bestaat reeds dienstverlening en ondersteuning van de gebouwverantwoordelijken. De praktijk toont echter aan dat vele gebouwverantwoordelijken hiervan niet op de hoogte zijn. Daarom zal de Cel Interne Milieuzorg (Cel IMZ) in samenwerking met AFM een digitaal informatiepunt uitbouwen dat op een gebruiksvriendelijke manier relevante informatie aanlevert over energiezorg. Hierbij zal ook de nodige aandacht gegeven worden aan communicatie en opleiding/vorming. De essentiële en initiële stap in energiezorg is het vastleggen van taken en verantwoordelijkheden rond energiezorg (organisatorische en structurele verankering). De 1
Vertegenwoordigers van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie, het Agentschap voor Facilitair Management, het Vlaams Energieagentschap en het Departement Bestuurszaken.
Actieplan 2006-2010 – Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
Pagina 3 van 49
omzendbrief FM/2008/2 deed hierin een stap in de goede richting maar bleef echter in de aanbevelende sfeer. Een alternatief was bepaalde resultaatsverbintenissen op vlak van energiezorg op te nemen in de beheers- en managementovereenkomsten en concreet te vertalen in engagementen in de ondernemingsplannen. Uit de doorlichting van de (beschikbare) eerste generatie beheers- en managementovereenkomsten (2008-2010) zijn verschillende entiteiten hierin concrete engagementen aangaan. In de tweede generatie beheers- en managementovereenkomsten (2011-2015) werd geopteerd voor vereenvoudiging en werd beslist om 2 generieke doelstellingen (verhogen maturiteit, realiseren van efficiëntiewinsten) op te nemen. Bijgevolg is milieu- en energiezorg minder expliciet de aanwezig en dus minder daadkrachtig in de 2 generatie beheers- en managementovereenkomsten. Energiezorg binnen het actieplan is, zoals de titel zegt, zeer gebouw gebonden. De rol die de gebouwverantwoordelijke (gebouwenwerkgroep) speelt in energiezorg is daarom zeer belangrijk. Duidelijke afspraken over de taken en verantwoordelijkheden op vlak van energiezorg van de gebouwverantwoordelijke zijn cruciaal. Er zal een voorstel (pilootproject) worden uitgewerkt om taken en verantwoordelijkheden voor energiezorg in de functiebeschrijving van sleutelfuncties zoals gebouwverantwoordelijken, gebouwenbeheerder, leidend ambtenaar … te verankeren. Op basis van uitgewerkte voorstellen binnen het AFM en het Departement LNE (als pilootentiteiten), zal er bekeken worden of taken en verantwoordelijkheden verder overkoepelend binnen de Vlaamse overheid geregeld kunnen worden. Belangrijk is ook om de andere spelers in kaart te brengen zoals de onderhoudsfirma’s die ook een belangrijke rol spelen. De onderhoudsfirma’s moeten gestimuleerd (beloond) worden voor hun alertheid en dienstverlening op vlak van energiezorg. In realiteit zijn vaak verschillende entiteiten van verschillende beleidsdomeinen in hetzelfde gebouw gehuisvest. Hier bestaat dan het knelpunt of de onduidelijkheid wie eventuele besparingsmaatregelen zal financieren. Het nieuw opgerichte Vlaams 2 Energiebedrijf zal daarin een belangrijke partner zijn, en kan invulling geven aan het systeem van generieke budgetten. Het monitoren (meten + analyseren) van het energieverbruik is een eerste stap naar een bewust energiebeheer. De Vlaamse overheid kan slechts een onderbouwd intern energiebeleid uittekenen wanneer zij zicht heeft op de energieverbruikscijfers van al haar entiteiten. Energieverbruikscijfers van de ganse Vlaamse overheid zijn op dit moment nog niet centraal of gecoördineerd beschikbaar. In het actieplan werden al inspanningen gedaan om de Vlaamse entiteiten op te roepen een energieboekhoudingsysteem bij te houden. Entiteiten kunnen beroep doen op een energieboekhoudingspakket (EMC) dat door Afdeling Studie en Advies van het AFM aan entiteiten wordt ter beschikking gesteld via mandaatstelling. De continue of maandelijkse opvolging van 3 de energieverbruiken wordt gestimuleerd maar wordt niet verplicht. Momenteel zijn er 186 gebouwen (verdeeld over 9 beleidsdomeinen) in het EMC-boekhoudingspakket opgenomen en daarvan wordt 35% actief (continu) bijgehouden. De energieboekhouding laat de entiteiten bovendien ook toe om op een snelle manier energieverbruikscijfers te rapporteren. De Cel IMZ en het AFM hebben getracht om het belang van de energieboekhouding aan de Vlaamse entiteiten duidelijk te maken. Daarnaast is het belangrijk om energieaudits periodiek uit te voeren of resultaten regelmatig te raadplegen. Besparingsmaatregelen en terugverdientijd veranderen in functie van de tijd aangezien zowel de energieprijzen als de technologische ontwikkelingen evolueren. De stijgende energieprijzen zullen waarschijnlijk bepaalde energie-investeringen aansporen. Het ontbreken van data verhindert het evalueren van de resultaten van het actieplan en bemoeilijkt de opvolging van de doelstellingen. Daarom heeft de Cel IMZ in samenwerking met het Departement Bestuurszaken – Afdeling Beleid en het AFM in 2010 een samenwerking opgestart om jaarlijks het energieverbruik van de Vlaamse overheid te bevragen. In oktober november 2010 werd de eerste bevraging georganiseerd. Omwille van onvolledige gegevens werd het gemiddelde totaal energieverbruik voor 2009 berekend op basis van slechts een beperkt aantal 4 gebouwen en bedraagt dit 212,3 kWh/m². Op basis van de eerste ervaring zal de bevraging herbekeken worden en zal een structuur worden opgezet waarbij de gegevens op een eenvoudige en betrouwbare wijze jaarlijks kunnen verzameld worden en centraal beschikbaar zijn. 5
Dit rapport geeft een overzicht van de jaarlijkse energieverbruikscijfers (in kWh/m²) van alle gebouwen waarvan het AFM de energielasten draagt (inclusief Ferraris- en Consciencegebouw) voor de hele looptijd van het actieplan (2006-2010). Het aardgas- en waterverbruik is in de voorbije periode lichtjes gedaald, het elektriciteitsverbruik daarentegen is lichtjes gestegen. De continue verdere huur 2
Oprichting goedgekeurd in het Vlaams Parlement op 06/07/2011 (na afloop van het actieplan energiezorg). FM/2008/2 Omzendbrief Rationeel Energiegebruik voor beheerders van technische installaties. 4 Op basis van de data beschikbaar op 28 februari 2011. 5 Energiecijfers zijn graaddagen gecorrigeerd. 3
Actieplan 2006-2010 – Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
Pagina 4 van 49
van het Ellipsgebouw (50% t.o.v. 2008), de uitgebreide ICT-activiteiten en het ontbreken van specifieke energiebesparende maatregelen (enkel onderhoudswerken) in het Ellipsgebouw kunnen deze stijging van het elektriciteitsverbruik grotendeels verklaren. De genomen acties in het kader van het actieplan hebben globaal geleid tot een daling van de energieverbruiken voor de gebouwen in beheer van het AFM. Daarnaast werd ook werk gemaakt van het ontwikkelen van gemeenschappelijke criteria voor energiezorg in het bijzonder en duurzaamheid in het algemeen. De (herwerkte) handleiding ‘Waardering van kantoorgebouwen – op weg naar een duurzame huisvesting in de Vlaamse overheid’ is hiervan een voorbeeld. Via dit instrument kunnen entiteiten duurzaamheidscriteria opnemen bij nieuwbouw en renovatieprojecten van (grote) kantoorgebouwen. Acties rond aankoop van energiezuinige apparaten en installaties, zullen worden behandeld in het Vlaamse Actieplan Duurzame overheidsopdrachten (periode 2009-2020), waarvan de Cel IMZ in de taskforce zit. Dit actieplan was een eerste stap in het proces van bewustmaking en samenwerking rond energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen. Het actieplan heeft geleid tot beter overleg en afstemming tussen de betrokkenen in het actieplan, gecoördineerde doorstroming van informatie naar de doelgroepen en efficiëntere aanwending van financiële middelen. Het maandelijkse energieoverleg is een belangrijk forum dat helpt om structureel samen te werken en in te spelen op andere beleidsevoluties (zoals actieplan duurzame overheidsopdrachten). Toch zijn de uitvoerders van het actieplan er zich van bewust dat er nog een hele weg te gaan is om (Europese) energie- en klimaatdoelstellingen te bereiken. De recente (regelgevende) initiatieven (vooral) op Europees niveau inzake energie en energieprestatie van gebouwen zijn de basis bij het vastleggen van mijlpalen en bakens voor de toekomst. De Vlaamse overheid moet als organisatie met groot gebouwenpatrimonium de nodige bijdrage leveren en het goede voorbeeld geven. Onder andere de richtlijn betreffende de energieprestatie van gebouwen (2010/31/EU) en de richtlijn ter bevordering van het gebruik van hernieuwbare energiebronnen (2009/28/EU) zullen er toe bijdragen dat energie-efficiëntie en inzet van hernieuwbare energiebronnen binnen de Europese Unie worden versneld, en dus ook in het gebouwenpatrimonium van de Vlaamse overheid. Op basis van de recente ontwikkelingen is een ambitieus energie-actieplan voor de Vlaamse overheid onontbeerlijk. In 2011 zal het Vlaams Energieagentschap met ondersteuning van verschillende stakeholders een actieplan Bijna-Energieneutrale gebouwen (= BEN-gebouwen) voor Vlaanderen uitwerken. Het nieuwe actieplan ‘Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen’ zal hierop inhaken. Belangrijke actoren bij de opmaak van een nieuw actieplan zijn o.a. het Departement LNE (Cel IMZ, trekker van vorige en toekomstige actieplan), het Departement Bestuurszaken, het Vlaams Energieagentschap, het Agentschap voor Facilitair Management, het Team Vlaamse Bouwmeester, het Departement Financiën en Begroting en (een vertegenwoordiging van) Vlaamse entiteiten met specifiek vastgoedbeheer. Een goede afstemming tussen beleid, beheer en facilitair management en een duidelijke taakverdeling tussen alle betrokkenen, kan ertoe leiden dat resultaten sneller, efficiënter en effectiever kunnen gerealiseerd worden. Ondanks het aflopen van het actieplan ‘Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen’, lopen de acties i.v.m. energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen niet af. Acties die niet of niet 6 volledig werden gerealiseerd, worden verder opgenomen in de werkplanning voor energiezorg de komende jaren, samen met een aantal nieuwe acties die bij het aflopen van het actieplan geformuleerd werden. Deze acties worden gekaderd in het Sleutelproject 4.2. Duurzaam optreden van de Vlaamse overheid (VR 2011 0402 DOC.0056). Eén van de doelstellingen van het sleutelproject is het energieverbruik van de Vlaamse overheidsgebouwen te reduceren t.o.v. het referentiejaar 2009. O.a. op basis van de resultaten van energie-audits en haalbaarheidsstudies inzake hernieuwbare energie, zullen verbeteringsvoorstellen worden uitgevoerd, in functie van de terugverdientijd, return on investment, energetische waarde … maar ook rekening houdend met de levensduur van de uitrusting (life cycle management of levenscyclusbeheer). De voortgang van het Sleutelproject wordt bewaakt door het College Ambtenaren-generaal. Hierdoor kunnen (eventuele) knelpunten sneller aangepakt worden of kunnen beslissingen genomen worden die doorbraak voor de verdere werking kunnen betekenen.
6
Zie Bijlage 11 Werkplanning Energiezorg 2011-2014.
Actieplan 2006-2010 – Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
Pagina 5 van 49
1
Voorwoord
Dit rapport maakt de balans op van het actieplan 2006-2010 ‘Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen’ voor de periode 2006-2010. Het actieplan kadert in het Vlaamse Klimaatbeleidsplan 2006-2012 en speelt in op de doelstellingen van Vlaanderen in Actie. Drie verschillende entiteiten werkten samen aan dit rapport: het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie (Cel Interne Milieuzorg en Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid), het Agentschap voor Facilitair Management (Afdeling Studie en Advies) en het Vlaams Energieagentschap. De inleiding van het rapport schetst kort de doelstelling van het actieplan, onder ‘Resultaten’ wordt elke actie kort toegelicht en worden de resultaten en knelpunten besproken. De managementsamenvatting bevat een korte samenvatting met de belangrijkste conclusies. Dit rapport is een eerste stap in het proces van bewustmaking en samenwerking rond energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen en vormt de basis voor verdere acties en maatregelen van de Vlaamse overheid. De Vlaamse overheid heeft een voorbeeldfunctie op vlak van energiezorg. Dat betekent niet alleen dat zij consequent en efficiënt moet zijn, maar dat zij in sommige dossiers het voortouw moet nemen en vernieuwend zijn. Als grote organisatie met heel wat verschillende activiteiten heeft zij een aanzienlijke energie-impact die zo beperkt mogelijk moet gehouden worden. Als belangrijke speler kan de Vlaamse overheid ook de markt bespelen door in haar overheidsopdrachten energiecriteria op te nemen. Het actieplan heeft alvast geleid tot beter overleg en grotere afstemming tussen de betrokkenen in het actieplan, een betere doorstroming van informatie naar de doelgroepen en efficiëntere aanwending van financiële middelen. Om de doelstellingen van het actieplan te halen, werden al heel wat initiatieven genomen. Toch is er nog een hele weg te gaan. Energiezorg is immers een continu en dynamisch proces. Het sleutelproject 4.2. Duurzaam optreden van de Vlaamse overheid (Meerjarenprogramma Slagkrachtige overheid) biedt de nodige continuïteit aan het proces van energiezorg. Dit eindrapport is in eerste instantie bestemd voor de Vlaamse Regering, maar staat uiteraard ook ter beschikking van alle belanghebbenden en geïnteresseerden.
Geert Bourgeois, Viceminister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand
Joke Schauvliege, Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur
Freya Van den Bossche, Vlaams minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie
Actieplan 2006-2010 – Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
Pagina 6 van 49
2
Inleiding
De aandacht voor klimaatsverandering en het hieruit voortvloeiende klimaatbeleid is de laatste decennia sterk toegenomen. Men beseft immers dat de menselijke activiteiten ingrijpende gevolgen kunnen hebben voor het klimaat. Daarom gingen de geïndustrialiseerde landen via het Protocol van Kyoto (1997) de verplichting aan om tijdens de periode 2008-2012 hun broeikasgasemissies met gemiddeld 5% te reduceren ten opzichte van de uitstoot in 1990. De Europese Unie engageerde zich in naam van alle EU-lidstaten tot een reductie met 8% van de uitstoot. Deze Europese reductiedoelstelling werd in 1998 via een intern Europees akkoord verder verdeeld over de verschillende lidstaten: België engageerde zich tot een vermindering van 7,5%. Deze nationale reductiedoelstelling werd op zijn beurt verdeeld tussen de verschillende gewesten, waarbij het Vlaamse Gewest zijn uitstoot van broeikasgassen tegen 2008-2012 met 5,2% moet verminderen. Europa besliste op de Lentetop 2008 om in zijn klimaatbeleid te gaan voor 20-20-20: tegen 2020 wil Europa 20% minder uitstoot van broeikasgassen, 20% energiebesparing ten opzichte van 1990 en 20% hernieuwbare energie. België moet ervoor zorgen dat tegen 2020 13% van zijn energiebehoefte wordt ingevuld op hernieuwbare wijze. Het is duidelijk dat, om de Vlaamse reductiedoelstelling te kunnen halen, elke schakel in de maatschappij een rol speelt en dat dus ook de Vlaamse overheid zelf inspanningen moet leveren. Om de lopende en geplande initiatieven nog beter op elkaar af te stemmen en de beschikbare middelen efficiënt in te zetten, keurde de Vlaamse Regering op 20 juli 2007 het actieplan 20062010 ‘Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen’ goed. Dit actieplan geeft een overzicht van de actuele situatie en acties rond energiezorg, een analyse van de nog te ondernemen acties en duidelijke afspraken voor de verdeling van taken en verantwoordelijkheden. De Vlaamse overheid heeft aandacht voor energiezorg om volgende redenen: 1. De Vlaamse overheid moet voldoen aan wetten en regels op vlak van energiezorg; 2. De Vlaamse overheid heeft een voorbeeldrol voor burgers en bedrijven; 3. Interne energiezorg in Vlaamse overheidsgebouwen werd als doelstelling opgenomen in verschillende Vlaamse planningsdocumenten; 4. Ook andere landen/regio's besteden veel aandacht aan interne energiezorg; 5. Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen kan de energiefactuur ervan gevoelig verlagen; 6. De Vlaamse overheid moet reële inspanningen leveren om te voldoen aan het Protocol van Kyoto. De globale doelstelling van het actieplan is te komen tot een rationeel energieverbruik binnen de Vlaamse overheidsgebouwen van departementen, IVA’s en EVA’s. Dit actieplan maakt een uitzondering voor motorbrandstoffen. Voor milieuvriendelijk transport verwijzen we naar het uitgebreide actieplan 2007-2010 ‘Milieuzorg in het voertuigenpark van de Vlaamse overheid’, dat werd goedgekeurd door de Vlaamse Regering op 26 januari 2007. Het is de bedoeling om met alle betrokken partijen verder te werken aan een kader voor een gestructureerde aanpak van energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen. Hiervoor zijn volgende stappen nodig: • draagvlak creëren voor energiezorg • het principe ‘meten is weten’ toepassen • energieverbruik verlagen • hernieuwbare energie introduceren. Via een maandelijks overleg tussen de uitvoerders van dit actieplan werd het actieplan opgevolgd en bijgestuurd. Dit rapport is geen volledige weergave van alle initiatieven die binnen de Vlaamse overheid genomen werden/worden op vlak van rationeel energiegebruik, maar een weergave van de resultaten en een evaluatie van de voorbije werkjaren (2006-2010) door trekker en uitvoerders van dit actieplan. Bovendien integreert het eindrapport de resultaten van het tussentijds rapport dat op 29 mei 2009 aan de Vlaamse Regering werd meegedeeld.
Actieplan 2006-2010 – Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
Pagina 7 van 49
3
Resultaten
Het actieplan werd opgebouwd volgens vier principes (draagvlak creëren voor energiezorg, toepassen van ‘meten is weten’, energieverbruik verlagen, hernieuwbare energie introduceren) waaronder verschillende doelstellingen en bijhorende acties ressorteren. Bij de opmaak van het rapport werden bepaalde doelstellingen van het actieplan samengebracht in een overkoepelende doelstelling, wat geleid heeft tot de volgende opdeling en structuur: • Doelstelling 1: Draagvlak creëren voor energiezorg • Doelstelling 2: Energieverspilling voorkomen en energieverbruik reduceren • Doelstelling 3: Energiebewust huren, bouwen en renoveren • Doelstelling 4: Innovatie en inzetten van duurzame energiebronnen De terminologie of aanduiding van de verschillende betrokken partijen is volledig conform het actieplan en tussentijds rapport. De partijen die zich in dit document als trekker geëngageerd hebben voor een of meerdere acties, hebben die taak opgenomen en getracht de afgesproken timing zoveel mogelijk te respecteren. De partijen die hun medewerking verlenen, worden aangeduid als 'betrokkenen'.
Actieplan 2006-2010 – Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
Pagina 8 van 49
3.1 Doelstelling 1: Draagvlak creëren voor energiezorg 3.1.1 Energiezorg in beheers- en managementovereenkomsten Actie Trekker Energiezorg wordt enerzijds IMZ opgenomen in de beheersovereenkomsten met de EVA’s en IVA’s en anderzijds in de managementovereenkomsten met de verschillende departementen 3.1.1.1
Betrokkenen Vlaamse Regering
Timing 2006
Doelgroep Leidend ambtenaren
Situering
Om energiezorg structureel te verankeren in de entiteiten van de Vlaamse overheid is het essentieel dat de leidend ambtenaren energiezorg ondersteunen. Het actieplan is tot stand gekomen tijdens de bestuurlijke reorganisatie van de Vlaamse overheid (Beter Bestuurlijk Beleid of BBB) dat werd aangegrepen als een ideaal moment om milieu- en energiezorg te verankeren. Op 1 september 2006 keurde de Vlaamse Regering een aantal generieke elementen voor de beheersovereenkomsten goed (VR/2006/20.07/DOC.0919) Beheersovereenkomsten worden afgesloten tussen de bevoegde minister en de administrateur-generaal of de Raad van Bestuur van een agentschap om beleidsuitvoering te sturen en te monitoren. Via generieke elementen wil de Vlaamse Regering synergie en samenhang sturen. De voorgestelde formuleringen van de generieke 7 principes in de nota van de Vlaamse Regering werden daarom verplicht opgenomen in de beheersovereenkomst van elk agentschap. De departementen maken net als de agentschappen deel uit van de organisatiestructuur én -cultuur van de Vlaamse overheid. De generieke principes moesten daarom ook opgenomen worden in de planningsdocumenten (managementovereenkomst of PLOEG-planningsdocument) voor de secretarissen-generaal van de Vlaamse overheid. Onder de paragraaf ‘De Vlaamse overheid als voorbeeldige werkgever’ werd volgend generiek principe geformuleerd: “De Vlaamse overheid heeft onmiskenbaar een voorbeeldfunctie tegenover alle andere actoren in onze samenleving: burgers, ondernemingen, middenveldorganisaties en andere overheden. Richtlijnen die aan deze actoren door de Vlaamse overheid worden opgelegd, moeten uiteraard ook door de agentschappen van diezelfde overheid worden nageleefd. Het agentschap engageert zich om aan dergelijke richtlijnen, bijvoorbeeld inzake energiezorg, milieuzorg, mobiliteit, etc. zelf consequent uitvoering te geven, vanuit de voorbeeldfunctie die het agentschap heeft als deel van de Vlaamse overheid”. 3.1.1.2
Resultaten
Status 2006-2008: De actie werd (gedeeltelijk) uitgevoerd. Status 2009-2010: Geen (bijkomende) acties gedefinieerd/ondernomen. Bespreking: Energiezorg werd opgenomen in de generieke principes van de eerste generatie beheers- en de managementovereenkomsten. In Bijlage 1 wordt een overzicht gegeven van de resultaten van de doorlichting van enkele beheers- en managementovereenkomsten. Deze doorlichting werd steekproefsgewijs uitgevoerd in de periode juli-augustus 2008 aan de hand van de beheers- en managementovereenkomsten die in die periode beschikbaar waren op www.vlaanderen.be/beheersovereenkomsten. De resultaten in Bijlage 1 geven dus geen volledig beeld van de engagementen binnen de Vlaamse overheid voor de periode 2008-2010. De meeste eerste generatie beheers- en managementovereenkomsten maken melding van het generieke principe. De concrete invulling en bereikte resultaten op vlak van energiezorg zijn uiteraard belangrijker. In die zin is het zinvol om een doorlichting te doen van de ondernemingsplannen en de verplichte jaarlijkse rapporteringsdocumenten. Het jaarlijkse ondernemingsplan is het instrument waarmee uitvoering wordt gegeven aan het meerjarenperspectief van de beheers- of 7
VR/2006/2007/DOC.0919 ‘De generieke elementen van de beheersovereenkomsten in de vernieuwde Vlaamse overheid’
Actieplan 2006-2010 – Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
Pagina 9 van 49
managementovereenkomst en waarover minstens jaarlijks voor 31 maart gerapporteerd moet worden (facultatief halfjaarlijks tegen eind september). De eerste generatie beheersovereenkomsten in de Vlaamse overheidsadministratie liepen van 1 januari 2008 tot 31 december 2010. In functie van de voorbereiding van de 'tweede generatie' beheersovereenkomsten heeft het College van Ambtenaren-Generaal een voorstel voor bijsturing uitgewerkt. Het model werd vereenvoudigd en afgeslankt en werd ondertussen goedgekeurd door de Vlaamse Regering. Op 1 januari 2011 traden de nieuwe beheersovereenkomsten tussen de Vlaamse Regering en de agentschappen in voege. De looptijd van de nieuwe beheersovereenkomsten geldt tot 31 december 2015. Het nieuwe sjabloon voor de beheersovereenkomsten 2011-2015 stelt twee generieke doelstellingen voor die in de Vlaamse overheid overkoepelend gebruikt moeten worden. Elke leidend ambtenaar stelt een verbetertraject op voor het verder verhogen van de maturiteit en voor het realiseren van efficiëntiewinsten voor zijn/haar organisatie. Bij die verbetertrajecten kiest de entiteit in samenspraak met de bevoegde minister(s) organisatiethema's waarvoor concrete, specifieke acties uitgewerkt worden voor de looptijd van de beheersovereenkomst. Het opzet is om voor elk organisatiethema SMART-doelstellingen te formuleren die aangepast zijn aan de organisatie. Duurzaamheid is één van de mogelijke thema's van deze overkoepelend generieke principes. Daarnaast kan de leidend ambtenaar in samenspraak met de bevoegde minister(s) bijkomende eigen accenten op het vlak van duurzaamheid leggen, los van de twee overkoepelende generieke principes en de afspraken op het vlak van horizontaal, beleidsdomein overschrijdend beleid. 3.1.1.3
Knelpunten
−
Het Departement Bestuurszaken (Dept. BZ) heeft bij zijn adviezen bij de eerste generatie beheersovereenkomsten) nadrukkelijk aanbevolen om de generieke principes te vertalen in SMART-doelstellingen met vermelding van indicatoren en streefwaarden. Helaas heeft slechts een beperkt aantal agentschappen hieraan gevolg gegeven bij de eerste generatie beheers- en managementovereenkomsten.
−
Bij het aflopen van de eerste generatie beheersovereenkomsten werd de beheersovereenkomst als instrument grondig geëvalueerd. Onder meer vanuit het oogpunt van interne planlastvermindering telt elke beheersovereenkomst nu slechts twee, zij het ruime generieke principes over het horizontale beleid van de Vlaamse overheid. De aandacht voor energiezorg is hierbij minder expliciet aanwezig en dus minder daadkrachtig.
Actieplan 2006-2010 – Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
Pagina 10 van 49
3.1.2 Omzendbrieven REG Actie (uit actieplan) Trekker Betrokkenen Timing Doelgroep 1. De omzendbrief OA-MIN-91/1- OA- IMZ VEA Najaar Alle ambtenaren ION-91/1 i.v.m. energiezorg aan de LNE- Cel Lucht 2006 gebruikers van gebouwen waar AFM – Afdeling entiteiten van de Vlaamse overheid Studie & Advies gehuisvest zijn, wordt herbekeken, eventueel aangepast en opnieuw verspreid. 2. De omzendbrief OA-MIN-91/1bis- AFM - VEA Najaar Energieverantw. OA-ION-91/1 bis aan de Afdeling LNE- Cel Lucht 2006 Gebouwverantw. energieverantwoordelijke en het Studie & IMZ Gebouwbeheerder personeel belast met het technische Advies Onderhoudsfirma beheer van de verwarmingsinstallaties in Vlaamse gebouwen waar entiteiten van de Vlaamse overheid gehuisvest zijn, wordt herbekeken, eventueel aangepast en opnieuw verspreid. Nieuw actievoorstel (uit tussentijds rapport) 3. Bepalen op welke manier relevante IMZ AFM - Afdeling 2010 Gebouwverantw. informatie over energiezorg op Studie & Advies Gebouwbeheerder gebruiksvriendelijke manier aan gebouwverantwoordelijken moet worden aangeboden. 3.1.2.1
Situering
De Vlaamse omzendbrieven 91/1 en 91/1bis inzake ‘Maatregelen bestemd om het energieverbruik der verwarmings- en verlichtingsinstallaties te verminderen’ dateren van januari 1991 en moesten aangepast worden aan de huidige situatie en kennis op vlak van energiezorg. De omzendbrief 91/1 is gericht aan alle personeelsleden van de Vlaamse overheid, de andere aan de energieverantwoordelijken en aan het personeel dat belast is met het technische beheer van de verwarmingsinstallaties in de gebouwencomplexen van de Vlaamse overheid. In deze omzendbrieven worden het personeel, de energieverantwoordelijken en technisch verantwoordelijken aangespoord tot rationeel energieverbruik. 3.1.2.2
Resultaten
Status 2006-2008: Actie 1 en 2 zijn uitgevoerd. Op 15 februari 2008 heeft de Vlaamse Regering akte genomen van de nieuwe omzendbrieven. De omzendbrieven REG FM/2008/1, bestemd voor alle gebruikers die gehuisvest zijn in de gebouwen van de Vlaamse overheid, en FM/2008/2, bestemd voor beheerders van technische installaties, zijn beschikbaar op http://bz.vonet.be/nlapps/docs/default.asp?fid=1059 Zie ook Bijlage 2. Status 2009-2010: Actie 3 is uitgevoerd. Er werd beslist om een digitaal informatiepunt voor gebouwverantwoordelijken op te zetten. De bedoeling is dat een deel van de koepelsite specifieke informatie biedt voor gebouwbeheerders en gebouwverantwoordelijken. Uitvoeringsperiode: 2011-2012. Bespreking: De bestaande omzendbrieven werden aangepast aan de gewijzigde of nieuwe regelgeving (vb. EPC voor publieke gebouwen) en de handleiding ‘Waardering van kantoorgebouwen – Op weg naar een duurzame huisvesting voor de Vlaamse overheid’ (zie 3.3). De relevante regelgeving uit ARAB en omzetting van Europese regelgeving werden kort gebundeld. Omdat de omzendbrieven in eerste instantie een sensibiliserend doel hadden, werden enkel aanbevelingen geformuleerd, geen richtlijnen of maatregelen. De omzendbrieven (zie Bijlage 2) werden alleen als mededeling op de Vlaamse Regering geagendeerd. De omzendbrieven werden opgesteld en goedgekeurd op het maandelijkse energieoverleg. Deze werden aangevuld en nagekeken door de entiteit ICT-beleid (vroegere SCICT), een aantal
Actieplan 2006-2010 – Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
Pagina 11 van 49
gebouwverantwoordelijken en de Gemeenschappelijke Dienst voor Preventie en Bescherming (Dept. Bestuurszaken). De omzendbrieven REG werden ook voorgelegd aan het Strategisch Overlegforum Bestuurlijke Organisatie (SOBO). Opdat omzendbrieven effectief in de praktijk worden nageleefd, moet er voldoende aandacht zijn voor communicatie en sensibilisatie. Anders blijft de omzendbrief, die enkel als mededeling op de Vlaamse Regering is gekomen, een dode letter. Naar aanleiding van de goedkeuring van deze omzendbrieven werd op 27 mei 2008 een infosessie georganiseerd voor de beheerders van technische installaties in de Vlaamse overheid (zie ook 3.1.4). De Cel IMZ stelt via haar website communicatiemateriaal en informatie te beschikking aan alle entiteiten (en lokale overheden) en het AFM stelt raamcontracten op waarop Vlaamse entiteiten kunnen intekenen via haar opdrachtencentrale. De werking van de opdrachtencentrale is een flexibel mechanisme dat toelaat dat alle entiteiten op verschillende tijdstippen kunnen intekenen. Er bestaat reeds dienstverlening en ondersteuning van de gebouwverantwoordelijken. De praktijk toont echter aan dat vele gebouwverantwoordelijken hiervan niet op de hoogte zijn. Daarom zal de Cel IMZ in samenwerking met AFM een digitaal informatiepunt uitbouwen dat op een gebruiksvriendelijke manier relevante informatie aanlevert over energiezorg. Hierbij zal ook de nodige aandacht gegeven worden aan communicatie en opleiding/vorming. Nieuwe acties: Sleutelproject 4.2. Duurzaam optreden van Vlaamse overheid (MJP Slagkrachtige overheid) Beschrijving Mijlpaal (timing) Trekker Organiseren van periodieke vorming en Opleidingen en AFM en IMZ opleidingen + (interne) communicatie naar communicatiemomenten verschillende relevante doelgroepen op (continu) verschillende niveaus (sleutelfiguren, alle ambtenaren, hiërarchie) Opzetten van informatiepunt (met Informatiepunt (2011- IMZ opleidingspakketten, handleidingen, praktische 2012) tips, instructies, technische informatie, enz.) aan de verschillende sleutelfuncties 3.1.2.3
Knelpunten
−
De opmaak en uiteindelijke goedkeuring van de omzendbrieven heeft meer tijd in beslag genomen dan voorzien was in de planning. Bij de start van deze actie was het proces van totstandkoming van deze beleidsdomein overschrijdende omzendbrieven niet duidelijk. De bestaande procedure voor agendering op de Vlaamse Regering dateerde immers van voor de reorganisatie (BBB) en moest dus herwerkt worden. Bovendien bestond er onduidelijkheid over de reikwijdte en bevoegdheden (EVA’s met rechtspersoonlijkheid, adviesraden) en de vormeisen voor de omzendbrieven. Er is dus heel wat tijd gegaan naar het bevragen en uitzoeken van de te volgen procedure. Ten slotte hebben personeelswissels en daaruit volgende taakbelasting voor bijkomende vertraging gezorgd.
−
Er werd discussie gevoerd over de effectiviteit van de omzendbrief als instrument om mensen op te roepen rationeel om te gaan met energie. Er werd gekozen voor de formule van een omzendbrief omdat deze vorm formeler is dan bijvoorbeeld een folder met vrijblijvende aanbevelingen en complementair is aan de sensibilisatiecampagnes. Aangezien de omzendbrieven enkel als mededeling op de Vlaamse Regering kwamen, zijn die minder afdwingbaar.
−
De gebouwverantwoordelijken hebben niet altijd of onvoldoende vorming en/of kennis om de omzendbrieven toe te passen.
Actieplan 2006-2010 – Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
Pagina 12 van 49
3.1.3 Verantwoordelijkheden in verband met energiezorg Actie (uit actieplan) 1. De verantwoordelijkheden voor energiezorg worden per gebouw vastgelegd
Trekker Betrokkenen Timing AFM - VEA Eind 2006 Afdeling LNE-Cel Lucht Studie & IMZ Advies Nieuw actievoorstel (uit tussentijds rapport) 2. Mogelijkheden van AFM - Afd. IMZ, VEA, Dep Eind 2010 generieke budgetten in kaart Studie & BZ brengen Advies 3.1.3.1
Doelgroep Energieverantw. Gebouwenverantw. Gebouwenbeheerders
Vlaamse entiteiten
Situering
Bij het invoeren van energiezorg is het belangrijk dat taken en verantwoordelijkheden voor energiezorg worden vastgelegd. Op die manier weet iedereen duidelijk wat hij moet doen om zijn steentje bij te dragen. Richtlijnen moeten duidelijk maken wat de Vlaamse overheid verwacht van haar werknemers op verschillende relevante niveaus (zie ook 3.1.1 en 3.1.2) met betrekking tot energiezorg: − Wie neemt beslissingen over energiezorg? Wie stelt budget beschikbaar? − Wie volgt lopende REG-maatregelen op? − Wie volgt energiefacturen en –verbruik op? Wie houdt de energieboekhouding bij? − Wordt bij nieuwe activiteiten en projecten rekening gehouden met energiecriteria zodat er energie bespaard kan worden? − Welke instantie is verantwoordelijk voor het onderhoud van installaties van gebouwen? Wordt in de onderhoudscontracten rekening gehouden met of is er aandacht voor energiebeheer? 3.1.3.2
Resultaten
Status 2006-2008: Actie 1 werd niet uitgevoerd. Bijkomende actie (2) werd geformuleerd. Status 2009-2010: Actie 1 werd specifiek geformuleerd voor Departement LNE en AFM (pilootentiteiten). Actie 1 en actie 2 werden opgenomen in Sleutelproject van MJP Slagkrachtige overheid ‘4.2 Duurzaam optreden van de Vlaamse overheid’. Bespreking: Een verankering van energiezorg kan onder meer gebeuren door het aanpassen van functiebeschrijvingen op relevante niveaus (leidend ambtenaren, gebouwverantwoordelijken, gebouwenbeheerders …). Op die manier wordt energiezorg ingebed in de bedrijfsvoering en de organisatiestructuur. Dit is natuurlijk iets dat op niveau van de entiteit moet gebeuren. Iedere entiteit houdt immers een zekere autonomie op vlak van interne bedrijfsvoering. Of entiteiten al dan niet een milieu- en/of energiemanagementsysteem ingevoerd hebben, kan een indicator zijn voor het feit dat zij effectief werk hebben gemaakt van de bepaling van de taken voor energiezorg. Een (gecertificeerd) milieu- en energiemanagementsysteem legt immers taken en verantwoordelijkheden op vlak van milieu en energie vast. Bovendien kunnen actieplannen in het kader van het managementsysteem, energiedoelstellingen omvatten die periodiek worden opgevolgd en geëvalueerd. Als men kiest voor een omzendbrief om de verantwoordelijkheden voor energiezorg in de Vlaamse overheid effectief vast te leggen, moet die omzendbrief opgesteld worden door een overkoepelend orgaan dat de aanbevelingen kan afdwingen. De omzendbrief FM/2008/1 ‘Rationeel energiegebruik’ voor verantwoordelijken voor technisch beheer van installaties (zie 3.1.2) en de omzendbrief OA/PIWFaMa/00/1 ‘Taken en bevoegdheden van de ambtenaar met de hoogste graad in het gebouw’ (van voor BBB), kunnen hiervoor als vertrekbasis dienen. Het AFM staat in voor de betaling van de energiefactuur van een 80-tal gebouwen. De energiefacturatie en opvolging ervan is een continue opdracht van het AFM voor de gebouwen in zijn beheer (cf. Energieboekhouding 3.2.2). Het AFM zal een voorstel doen om de functiebeschrijvingen van de logistieke diensten van deze gebouwen aan te passen en te vervolledigen, zodat verantwoordelijkheden en taken voor energiezorg duidelijk kunnen worden vastgelegd. Het Departement LNE zal hierin ook het voortouw nemen (= specifiekere herformulering van actie 1). Het bepalen van taken en bevoegdheden en het geven van aanwijzingen voor de praktische organisatie
Actieplan 2006-2010 – Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
Pagina 13 van 49
zullen ook toelaten om het energieverbruik binnen de Vlaamse overheid op te volgen en te rapporteren (zie ook 3.2.3). Gebouwen waar verschillende entiteiten gehuisvest zijn, zullen idealiter een gebouwenwerkgroep samenstellen die energiezorg en maatregelen bespreekt en organiseert. De entiteit die een generiek budget ter beschikking stelt om energiebesparingsmaatregelen in te voeren waarbij alle gebouwgebruikers baat hebben, zou deze prestatie op haar naam moeten kunnen zetten. Het AFM zal daarom onderzoeken of het mechanisme van generieke budgetten voor energiebesparende maatregelen kan geïmplementeerd worden, zodat er minder discussie is tussen financierder (van de besparende maatregel) en begunstigde (van de verlaagde energiekost) (actie 2). Daarnaast staat het AFM ook in voor energiebesparende investeringen in gebouwen waarvan de energielasten niet door AFM gedragen worden, zoals in Ferraris- of Consciencegebouw. De maatregelen op krediet van AFM komen dus niet ten goede aan het budget van AFM en zijn derhalve niet zichtbaar in de rapporteringen van AFM. Ook hiermee zal rekening gehouden moeten worden bij de benadering van het punt ‘generieke budgetten’. 8
Er is geen volledig geactualiseerd overzicht van alle gebouwverantwoordelijken (eventueel energieverantwoordelijke) binnen de Vlaamse overheid. Voor de meeste grote administratieve overheidsgebouwen is dit het AFM. Tot op heden is het echter niet helemaal duidelijk wie voor welk gebouw optreedt als officiële gebouwverantwoordelijke. Dat is vooral het geval in de kleinere gebouwen. Zo dreigen maatregelen en aanbevelingen niet in de praktijk te worden omgezet. Het is nochtans belangrijk dat er duidelijke afspraken gemaakt worden voor de concrete taken m.b.t. een gebouw, zodat bepaalde wettelijk verplichte taken zeker niet in het gedrang komen. Daarom werden in het kader van de rapportering van oktober-november 2010 (zie p. 26) niet alleen energieverbruiken van de diensten van de Vlaamse overheid (departementen, IVA’s en EVA’s, toepassingsgebied van dit actieplan) opgevraagd, maar ook de namen van gebouwbeheerder, gebouwverantwoordelijke en energieverantwoordelijke voor elk Vlaams overheidsgebouw. Deze inventaris zal dienen om (eventueel in pilootvorm, netwerken) het draagvlak voor energiezorg te verbreden en werk te maken van lopende acties. De voorgestelde acties (1 & 2) zijn beleidsdomein-/entiteitoverschrijdend en vergen de nodige draagkracht en voorbereiding. In de periode 2009-2010 werd het AFM grondig geherstructureerd, waardoor bovenstaande acties geen prioriteit hebben gekregen. Omdat de resultaten van deze acties de basis leggen voor de continuïteit van energiezorg in Vlaamse overheidsgebouwen, werden de acties opgenomen in het sleutelproject 4.2. Duurzaam optreden van de Vlaamse overheid (MJP Slagkrachtige overheid). Met duidelijke afspraken en functiebeschrijvingen, de nodige ondersteuning (informatie & vorming, cf. 3.1.2) en beschikbare gegevens (cf. 3.2.2), kunnen efficiëntiewinsten (interne en externe kostenbesparingen) gerealiseerd worden. Nieuwe acties: Sleutelproject 4.2. Duurzaam optreden van Vlaamse overheid (MJP Slagkrachtige overheid) Beschrijving Mijlpaal (timing) Trekker Verankeren van principes en richtlijnen rationeel Aangepaste AFM en IMZ energiegebruik in de functiebeschrijving van functiebeschrijvingen sleutelfuncties als gebouwverantwoordelijken en - sleutelfuncties in pilootentiteiten beheerders (leidend ambtenaar). Aanpak via pilootentiteiten (AFM, Departement LNE) die trekkersrol vervullen. De gevolgde (2011-2012) aanpak (aanpassing van processen, aanduiding en invulling van verantwoordelijkheden) kan later als voorbeeld dienen voor andere entiteiten (competentienetwerken) Uitwerking & invoering van principe van generieke Gemaakte afspraken AFM budgetten en nagaan of er hiervoor voldoende draagvlak bestaat in de hele Vlaamse overheid. (2011-2014)
8
De term ‘Gebouwverantwoordelijke’ wordt op twee niveaus gebruikt: a) de officiële gebouwverantwoordelijke, zijnde de hoogste leidend ambtenaar in het gebouw & b) de gebouwverantwoordelijke die instaat voor onderhoud, kleine herstellingen e.d., en normaliter een personeelslid is van de entiteit van de hoogste leidend ambtenaar.
Actieplan 2006-2010 – Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
Pagina 14 van 49
3.1.3.3
Knelpunten
−
Het is belangrijk dat de personen die taken en verantwoordelijkheden hebben op vlak van energiezorg de tijd hebben om deze bijkomende taken uit te voeren. Een gebouwverantwoordelijke voor grotere gebouwen wordt dagelijks met allerlei problemen geconfronteerd, zodat de energieproblematiek vaak moet wijken voor andere belangen. Bij dergelijke conflicten is het belangrijk dat de verantwoordelijken hierin keuzes maken zodat het personeel efficiënt ingezet wordt.
−
Als bevoegdheden en verantwoordelijkheden worden vastgelegd door een omzendbrief, moet die uitgaan van een overkoepelende instantie die de naleving ervan kan afdwingen. Deze actie is moeilijk realiseerbaar vanwege de autonomie die entiteiten hebben verkregen naar aanleiding van BBB.
Actieplan 2006-2010 – Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
Pagina 15 van 49
3.1.4 Sensibilisering en engagement i.v.m. energiezorg Actie (uit actieplan) Trekker Bij de Vlaamse overheid IMZ wordt via de bestaande kanalen op regelmatige tijdstippen informatie rond energiezorg verspreid De werknemers worden op VEA regelmatige tijdstippen gesensibiliseerd rond energiezorg
Betrokkenen VEA Entiteit ICT-beleid Aankoopbeheer Cel Interne Communicatie IMZ Entiteit ICT-beleid Aankoopbeheer Cel Interne Communicatie Nieuw actievoorstel (uit tussentijds rapport) Organiseren van vorming van IMZ AFM - Afd. Studie & nieuwe gebruikers van het Advies energieboekhoudingspakket 9 (EMC-pakket) Trekken van campagne IMZ Communicatieverantw. Dikke-truiendag bij de Vlaamse overheid Vlaamse overheid 3.1.4.1
Timing Continu
Doelgroep Alle ambtenaren
Continu
Alle ambtenaren
2009
Gebouwbeheerder Gebouwverantw.
2009
Alle ambtenaren
Situering
Bij energiezorg zijn sensibilisering en vorming uiterst belangrijk. Voor het actieplan werd geopteerd om sensibiliseringsacties en campagnes overkoepelend te organiseren. Zo worden middelen beter benut en worden alle entiteiten ondersteund en bereikt. Op die manier kan men de eenheid binnen de Vlaamse overheid benadrukken en de mogelijkheid creëren om bijvoorbeeld het energiegebruik van vergelijkbare gebouwen te vergelijken of energiemaatregelen van verschillende entiteiten kenbaar te maken. Algemene informatie kan naar alle werknemers verspreid worden; zo blijft energiezorg onder de aandacht van iedereen. Naast sensibiliseren is het ook belangrijk om de nodige ondersteuning te voorzien o.a. onder de vorm van opleidingen en informatievoorziening (handleiding, praktische tips, instructies, technische informatie, enz.) aan de verschillende doelgroepen. 3.1.4.2
Resultaten
Status 2006-2010: Acties werden uitgevoerd (eigenlijk een continue opdracht). Overzicht van uitgevoerde acties in Bijlage 3. Bespreking: Het Vlaams Energieagentschap (VEA) heeft in het verleden al heel wat sensibiliseringswerk rond de gewenste vermindering van het energieverbruik verricht met campagnes die zich in de eerste plaats tot de burger richtten, maar ook toegepast kunnen worden in een kantooromgeving. Zo vonden de affiches ook hun weg binnen de Vlaamse overheidsgebouwen. Tijdens de uitvoering van het actieplan werd door VEA en de Cel IMZ afgesproken dat de Cel IMZ de actie van sensibilisering van ambtenaren zou trekken en VEA lid zou zijn van de klankbordgroep ‘communicatie’ waarin de communicatieverantwoordelijken van o.a. het Departement LNE, VMM, OVAM, interne communicatie van DAR vertegenwoordigd zijn. De Cel IMZ coördineert, bespreekt en toetst haar campagnes af met deze klankbordgroep. De Cel IMZ heeft in 2006 en 2007 een centrale campagne rond energiezorg gevoerd. Het campagnemateriaal werd ter beschikking gesteld en er werden bijkomende acties georganiseerd voor de werknemers van de Vlaamse overheid. In 2012 wil de Cel IMZ bij de Vlaamse overheid campagne voeren rond ‘Groene ICT’ (Green ICT, Techniques that improve the environmental impacts of ICT or the organisation using the ICT). Deze campagne moet enerzijds Vlaamse ambtenaren bewustmaken van de mogelijkheden van milieuverantwoorde en energiezuinige ICT en hun rol hierin, en anderzijds leidinggevenden en ICT-verantwoordelijken wijzen op hun verantwoordelijkheid in een duurzaam aankoopbeleid en beheer van ICT. 9
Energy Monitoring & Controlling is een softwarepakket voor energieboekhouding dat door AFM wordt gebruikt. Zie ook 3.2.2.
Actieplan 2006-2010 – Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
Pagina 16 van 49
Het AFM sluit vooral aan bij de campagnes van de Cel IMZ en werkt structureel samen met de Cel. Het AFM organiseerde enkele infosessies voor eigen personeel en (technisch) personeel binnen de Vlaamse overheid. Het AFM verspreidde in 2009 folders met informatie van uitgevoerde projecten (vb. relighting, gebruik van glasfolie). Het informatiepunt (zie 3.1.2) zal ingezet worden om informatie (technische informatie, campagne- en sensibilisatiemateriaal …) voor de specifieke doelgroep beschikbaar te maken. In Bijlage 3 wordt een kort overzicht gegeven van de studiedagen en sensibiliseringsacties die in de periode 2006-2010 werden georganiseerd en de campagnes die op korte termijn gepland zijn. 3.1.4.3
Knelpunten
−
De impact van sensibilisatieacties meten is niet altijd evident. Zelfs als gedragsverandering aangetoond kan worden, is het niet zeker of die constant blijft. Bijgevolg is periodieke organisatie van sensibiliseringsacties en studiedagen een blijvende noodzaak (continue opdracht).
−
Sensibiliseringsacties worden op niveau van de entiteiten georganiseerd. Energieverbruik is sterk gebonden aan gebouwgebruik. Vaak zijn in één gebouw meerdere entiteiten gehuisvest. Het is bijgevolg niet gemakkelijk om de communicatie te illustreren met energieverbruikcijfers per entiteit.
Actieplan 2006-2010 – Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
Pagina 17 van 49
3.2 Doelstelling 2: Energieverspilling voorkomen en energieverbruik reduceren 3.2.1 Energiezuinige aankopen Actie (uit actieplan) Trekker Er wordt een omzendbrief opgesteld IMZ rond energiezuinige aankopen in de Vlaamse overheid.
3.2.1.1
Betrokkenen Entiteit e-government en ICT-beheer Aankoopbeheer Aankoopdiensten entiteiten
Timing 2007
Doelgroep Aankopers
Situering
Het energieverbruik kan men verlagen door in de eerste plaats overbodig energieverbruik te voorkomen. Een belangrijke actie hierin is om reeds bij aankoop (toestellen, installaties, onderhoudscontracten …) bepaalde energiecriteria op te nemen en te zoeken naar energievriendelijke alternatieven. Conform de diverse Europese initiatieven moeten milieu- en energiegebonden elementen in de toekomst ook in de bestekken opgenomen worden. Het engagement inzake aandeel groene elektriciteit wordt besproken in 3.4.1. Om dit te concretiseren werd in de eerste generatie beheers- en managementovereenkomsten het generieke principe van duurzaam en ethisch verantwoord aankopen van producten opgenomen. 3.2.1.2
Resultaten: Energiezuinige aankopen
Status 2006-2010: Aangezien acties rond duurzame aankopen (overheidsopdrachten) worden uitgevoerd in het kader van het Vlaams Actieplan Duurzame Aankopen (VR 9 juni 2009) werd beslist om geen bijkomende omzendbrief op te stellen en in dit actieplan geen specifiekere acties (rond energie) op te nemen. Bespreking: De eerste generatie beheersovereenkomsten die na de reorganisatie van de Vlaamse overheid opgemaakt werden tussen de agentschappen en de Vlaamse Regering bevatten enkele generieke principes. Om de entiteiten ertoe aan te zetten rekening te houden met duurzaamheidscriteria in overheidsopdrachten, werd de volgende generieke bepaling opgenomen: "Het agentschap zal bij de aankoop van zijn producten de in de Vlaamse overheid geldende normen m.b.t. energie- en milieuzuinigheid respecteren en waakt erover dat deze aankoopproducten in menswaardige omstandigheden werden geproduceerd (eerlijke handel). Het agentschap engageert zich om binnen de termijn van deze beheersovereenkomst de volgende projecten met het oog op dit duurzaam en ethisch verantwoord aankoopbeheer concreet uit te voeren: … " In Bijlage 1 worden de resultaten voorgesteld (cursief aangeduid) van de doorlichting van de eerste generatie beheers- en managementovereenkomsten op dit generieke principe die uitgevoerd werd in de periode juliaugustus 2008. De omzendbrief FM/2008/1 (zie 3.1.2) vermeldt de keuze van energiezuinige informatieapparatuur. Tegen 2020 wil de Vlaamse overheid 100% duurzame overheidsopdrachten voor die productgroepen waarvoor zij duurzaamheidcriteria heeft bepaald. Om dit te bereiken zal ze 4 opeenvolgende actieplannen opmaken en uitvoeren. Op 9 juni 2009 keurde de Vlaamse Regering het eerste Vlaams Actieplan Duurzame Overheidsopdrachten (werkjaar 2009-2011) goed. De trekker van dit actieplan is de Cel Duurzame Ontwikkeling van het Departement Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid (DAR). Acties rond milieu-, energievriendelijke en duurzame aankopen (overheidsopdrachten) worden gecoördineerd, gerealiseerd en opgevolgd via het actieplan duurzame overheidsopdrachten. De Cel IMZ, die bij beide actieplannen betrokken is, bewaakt de nodige afstemming. Om de Vlaamse entiteiten te ondersteunen bij hun aankoopbeleid beveelt de Vlaamse overheid reeds de volgende instrumenten aan: −
OVAM ontwikkelde een berekeningsmodel onder de vorm van een softwarepakket dat beschikbaar is via het internet (www.producttest.be). Organisaties kunnen hiermee testen hoe goed zij presteren op het vlak van milieuverantwoorde consumptie en productgebruik. Het softwarepakket reikt ook een lijst van criteria aan die bij bestekken kan gevoegd worden.
Actieplan 2006-2010 – Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
Pagina 18 van 49
Waar dat relevant was, werden ook energiecriteria opgenomen. Naast de courante apparaten zoals printers en kopieermachines, die al opgenomen zijn in de productgroep ‘kantoormaterialen’, werd een nieuwe productgroep ‘elektronische en elektrische apparaten’ toegevoegd. Deze laatste wordt in 2011 geactualiseerd. −
Het Departement LNE subsidieert de milieukoopwijzer (www.milieukoopwijzer.beH). Dit instrument geeft een rangorde van criteria aan, samen met een overzicht van geschikte producten en leveranciers. Ook hier worden energiecriteria, waar relevant, opgenomen. Enkele voorbeelden zijn: verlichting, drank en dranktoestellen, rekenmachines.
−
De federale overheid (PODDO) beheert de Gids voor Duurzame Aankopen met duurzaamheidscriteria voor bepaalde (www.gidsvoorduurzameaankopen.be) productgroepen. In 2010 heeft de Vlaamse overheid een samenwerking opgezet met het federale beleidsniveau om de federale en Vlaamse criteriaontwikkeling op elkaar af te stemmen. Deze samenwerking komt tegemoet aan de vraag van sectorfederaties, producenten en leveranciers om één criteriaset te ontwikkelen voor België, in plaats van een aparte voor elk bestuursniveau. Deze goede afstemming tussen overheidsniveaus is cruciaal voor producenten, leveranciers, aankopers en het brede middenveld. Dit zorgt voor duidelijkheid en maakt de afzet voor de producenten groot genoeg om hun aanbod effectief aan te passen. In de toekomst zullen de aankopers van de Vlaamse overheid (mits goedkeuring van de Vlaamse Regering) bijgevolg voor bepaalde productgroepen naar de criteria van de Gids voor Duurzame Aankopen doorverwezen worden. Op dit moment zijn in de Gids voor Duurzame Aankopen de volgende criteriasets door de stakeholders gevalideerd: voeding en catering, matrassen, kleding en textielproducten, meubelen (binnenhuis en buitenhuis), drukwerk, papierproducten, reproductieapparatuur, ICT en toners.
−
De entiteit e-government en ICT-beheer heeft met de huidige ICT-dienstverlener van het gemeenschappelijk ICT-contract 2008 (HP-Belgacom) afspraken gemaakt over een energieen milieubewust aankoopbeleid. De producten in de Productcataloog van het ICT-contract 2008 voldoen aan milieu- en energiecriteria en zijn maximaal voorzien van een ecofiche. Bij alle toekomstige onderhandelingen met leveranciers van dit contract moet rekening gehouden worden met de vooropgestelde milieu- en energiecriteria.
3.2.1.3
Knelpunten
In 2007 voerde VITO, in opdracht van de Cel IMZ, een onderzoek uit naar duurzaamheidscriteria in de overheidsopdrachten van de Vlaamse overheid. De knelpunten die VITO identificeerde, kunnen als volgt worden onderverdeeld: −
Knelpunten m.b.t. informatie en kennis over het opnemen van duurzame criteria in overheidsopdrachten. Het gaat hier zowel om foutieve percepties (milieuvriendelijke producten zijn duurder, niet gemakkelijk te verkrijgen …) als gebrek aan kennis (over wetgeving, juridische consequenties, milieuaspecten);
−
Knelpunten m.b.t. beleid, zoals een gebrek aan ondersteuning van het management;
−
Knelpunten m.b.t. draagvlak, zoals gebrek aan interesse of angst voor verandering.
Actieplan 2006-2010 – Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
Pagina 19 van 49
3.2.2 Energieboekhouding Actie (uit actieplan) 1. Opstellen van omzendbrief met richtlijnen rond het opvolgen van het energieverbruik d.m.v. een energieboekhouding in gebouwen met een oppervlakte van meer dan 1.000 m² waarin de Vlaamse overheid gehuisvest is. 2. Ter beschikking stellen van het boekhoudingpakket aan alle entiteiten van de Vlaamse overheid.
Trekker IMZ
Betrokkenen LNE-Cel Lucht AFM- Afd. Studie & Advies VEA
AFM - Afd. IMZ Studie & VEA Advies LNE-Cel Lucht
Nieuw actievoorstel (uit tussentijds rapport) 3. Raamcontract opmaken AFM - Afd. voor telemetrische gegevens- Studie & invoer en via Advies opdrachtencentrale ter beschikking stellen aan Vlaamse entiteiten. 4. Doorvoeren van AFM - Afd. Gebouwverantw. automatisatie van submetering Studie & naar een centrale database Advies voor de grote kantoorgebouwen (onder beheer van AFM) in Brussel. 5. In nieuwe onderhouds- AFM - Afd. contracten vereisten inzake Studie & energiebudgettering opnemen. Advies 6. Bestaande onderhouds- AFM - Afd. contracten, waar mogelijk, Studie & aanpassen met bepalingen Advies inzake energiebudgettering. 3.2.2.1
Timing 2006
Doelgroep Gebouwverantw. Gebouwenbeheerders
Najaar 2006
Energieverantw. Gebouwverantw. Gebouwenbeheerders Aanspreekpunten milieuzorg
2009
Energieverantw. Gebouwverantw. Gebouwenbeheerders
2010
Bij nieuwe aanbesteding 2010
Situering
Het monitoren (meten + analyseren) van het energieverbruik is een eerste stap naar een bewust energiebeheer en is nodig voor de uitbouw van een energiezorgsysteem. Inzicht in het energieverbruik is immers de basis voor een adequaat energiezorgsysteem. Dit inzicht helpt om het energieverbruik te beheren en te bepalen waar, hoeveel en op welke manier het verbruik kan verminderd worden. Door het vergelijken van de verbruiksgegevens kunnen plotse wijzigingen in het verbruik snel worden opgemerkt waardoor accuraat kan worden ingegrepen. Zoals gesteld in de resolutie 343 van het Vlaams Parlement op 23 mei 2001, moet een maandelijkse energieboekhouding worden bijgehouden in de ca. 250 grootste gebouwen (> 1 000 m²) en moet een jaarlijkse energieboekhouding in de overige gebouwen mogelijk worden gemaakt. Om dit project, dat nu al in verschillende gebouwen van de Vlaamse overheid loopt, verder uit te breiden, zal er een omzendbrief komen met richtlijnen voor het opvolgen van het energieverbruik door middel van een energieboekhouding in gebouwen met een oppervlakte van meer dan 1.000 m² waarin de Vlaamse overheid gehuisvest is. Als de Vlaamse overheid aan energiezorg wil doen, dan is het cruciaal om in elk gebouw, waar werknemers van de Vlaamse overheid aanwezig zijn, het energieverbruik in kaart te brengen. Immers: meten is weten! De Afdeling Studie & Advies van het AFM zal hiervoor een energieboekhoudingspakket ter beschikking stellen aan alle entiteiten van de Vlaamse overheid.
Actieplan 2006-2010 – Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
Pagina 20 van 49
3.2.2.2
Resultaten
Status 2006-2008: Actie 1: Omzendbrief i.v.m. bijhouden van energieboekhouding: Uitgevoerd Bespreking: Door alle betrokkenen van het actieplan werd beslist om geen bijkomende omzendbrief op te stellen. Men was er immers van overtuigd dat er zoveel mogelijk informatie in één zelfde omzendbrief gebundeld moest worden. Daarom vermeldt de omzendbrief FM/2008/2 (zie 3.1.2) dat de energieverantwoordelijke van een overheidsgebouw met bruikbare vloeroppervlakte > 1.000 m², een energieboekhouding bijhoudt en dat de Afdeling Studie & Advies van het AFM het energieboekhoudingspakket digitaal ter beschikking stelt. Status 2006-2008: Actie 2: Ter beschikking stellen van energieboekhoudingspakket aan alle Vlaamse entiteiten: Uitgevoerd Bespreking: Sinds 2003 zijn in het energieboekhoudingspakket (EMC-softwarepakket van Siemens) een 200-tal overheidsgebouwen opgenomen waarvan de maandelijkse meterstanden van elektriciteit, aardgas, stookolie en water van een 30-tal gebouwen onder beheer van AFM door de gebouwverantwoordelijke worden ingevoerd. De energieboekhouding werd in eerste instantie toegepast op de grootste gebouwen van de Vlaamse overheid. Daarbij ging de aandacht vooral naar de gebouwen in eigendom en de grote kantoorgebouwen. Grofweg 80% van het totale energieverbruik wordt verbruikt door de grote kantoorgebouwen (die slechts 20% van het gebouwpatrimonium vertegenwoordigen). Het aantal gebruikers van het EMC-pakket is vrij beperkt. Dit is nochtans een belangrijk instrument om inzicht te hebben in het energieverbruik van de Vlaamse overheid (zie 3.2.3) en bijgevolg de gepaste REGmaatregelen te implementeren en resultaten ervan op te volgen. In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de gebruikers van het EMCboekhoudingspakket binnen de Vlaamse overheid (status: januari 2011). Totaal aantal gebruikers van het EMC-pakket binnen de Vlaamse overheid (status: januari 2011) Beleidsdomein Aantal gebouwen of sites WVG 9 CJSM 15 MOW 68 RWO 2 LNE 48 BZ 18 LV 10 DAR 15 iV 1 Totaal 186 a Totaal aantal actieve gebruikers 34% a
Actieve gebruiker is locatie die boekhoudingspakket continu actueel houdt.
De richtlijnen om een energieboekhouding bij te houden zouden afdwingbaar moeten zijn. Het AFM, Afdeling Studie & Advies tracht via zowel harde (verplichtend) als zachte (sensibiliserend) maatregelen op te roepen om de energieboekhouding bij te houden. Ook in het kader van het raamcontract EPC-certificaat van AFM (zie 3.2.4) werd de inschrijvers gevraagd om de nodige verbruiksgegevens van de nutsvoorzieningen maandelijks (of afhankelijk van de facturatieperiode) te registreren in het EMC-pakket, als zij hierover beschikken. Engagement en acties die kaderen in een actieplan of bijvoorbeeld een energie- of (milieu)managementsysteem, hebben meer kans op succes. Dit is bijvoorbeeld het geval voor de VDAB die sinds 2006 gebruikt maakt van het EMC-pakket in het kader van hun milieuzorgsysteem (ISO 14001). De energieboekhouding verschaft hen inzicht in het verbruik en geeft - mits analyse - aanduidingen over o.a. de grootverbruikers en over de potentiële besparingssegmenten.
Actieplan 2006-2010 – Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
Pagina 21 van 49
Naar aanleiding van de goedkeuring van de omzendbrieven REG FM/2008/1 en FM/2008/2 werd op 27 mei 2008 een infosessie georganiseerd voor gebouwenbeheerders, gebouwverantwoordelijken, verantwoordelijken logistiek met praktische informatie over het gebruik, de mogelijkheden en de voordelen over het EMC-pakket. In het najaar van 2008 kregen alle Vlaamse entiteiten ook een gerichte oproep om zich in te schrijven met vermelding van praktische voorwaarden, vereisten en kostprijs voor het gebruik van het boekhoudingspakket. Status 2009-2010: Actie 3: Opmaken van raamcontract voor telemetrische gegevensinvoer + ter beschikking stellen van raamcontract via opdrachtencentrale van het AFM: Lopend Bespreking: Manuele invoer van gegevens in de boekhouding is geen sinecure. Gebruikers kennen niet steeds de omzettingsfactoren en bij vervanging van de gebouwverantwoordelijken is continuïteit niet altijd gegarandeerd. De automatisatie van de gegevensinvoer verloopt sneller, efficiënter en nauwkeuriger. Als de investeringskost voor een automatisch of telemetrisch systeem eenmaal is betaald, is de meerkost voor het bijhouden van het energieverbruik beperkt. De continuïteit bij een telemetrische gegevensopname is verzekerd, wat bij manuele invoer niet altijd het geval is. Toch blijft de investering enkel zinvol wanneer kan gegarandeerd worden dat gebruiksgegevens periodiek worden geanalyseerd en de investering eventueel gekoppeld wordt aan maatregelen. Daarom werd er in 2005-2006 een pilootproject opgestart betreffende de automatisering van verbruiksgegevens (Vlaams Administratief Centrum Hasselt en site Martelarenplein). In het VAC Hasselt werd op basis van (automatische) energie- en waterregistraties een abnormaal hoog waterverbruik geconstateerd. Door het aanpassen van het spoelprogramma van de waterverzachter werd het waterverbruik gereduceerd, wat vlot en snel kon worden nagegaan en gemonitord in het EMC-boekhoudingspakket. Deze automatisering vergemakkelijkt de continue monitoring van de verbruiksgegevens. Ook kan het besparingspotentieel van bepaalde maatregelen na uitvoering ervan (sneller) gecheckt en gecontroleerd worden. Het raamcontract voor telemetrische gegevensinvoer kan gevolgen hebben voor het gebruik van het huidige EMC-boekhoudingspakket. Bij het afsluiten van het nieuwe raamcontract kan de software voor energieboekhouding namelijk veranderen. Het AFM – Afd. Studie & Advies heeft een eerste bestek voor telemetrische gegevensinvoer in januari 2010 gepubliceerd. Omdat de gunningsprocedure werd stopgezet, liep deze actie vertraging op. Het dossier werd in december 2010 opnieuw gepubliceerd en zou in de loop van 2011 afgerond moeten zijn. Status 2009-2010: Actie 4: Doorvoeren van automatisatie van (sub)metering naar een centrale database voor de grote kantoorgebouwen (onder beheer van AFM) in Brussel: Vertraagd Bespreking: Omdat nog geen raamcontract werd afgesloten (zie actie 3), is deze actie vertraagd. Op basis van het beschikbare budget zal het AFM automatisering voor een beperkt aantal gebouwen invoeren, bij voorkeur de Vlaamse overheidsgebouwen in de Noordwijk van Brussel en de Vlaamse Administratieve Centra. Status 2009-2010: Actie 5 en actie 6: Nieuwe en bestaande onderhoudscontracten uitbreiden met bepalingen inzake energiebudgettering: Gedeeltelijk uitgevoerd Bespreking: In de nieuwe onderhoudscontracten worden bepalingen opgenomen voor het verplicht jaarlijks indienen van verbeteringsvoorstellen. Dit omvat ook voorstellen m.b.t. energiebudgettering en levensduurbeheer van installaties. Een verbeteringsvoorstel houdt bijv. in dat energetische verbeteringen met bijhorende offerte worden voorgesteld op bestaande of te vervangen installaties. In functie van prijs, terugverdientijd, return on investment, energetische waarde … maar ook in functie van o.a. de levensduur van de uitrusting, wordt beslist of het energiebesparingsvoorstel wordt uitgevoerd.
Actieplan 2006-2010 – Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
Pagina 22 van 49
Met een toestelfiche wordt per toestel bijgehouden welke investeringen en herstellingen zijn uitgevoerd. Op die manier wordt aan levensduurbeheer of ‘life cycle management’ gedaan. In het onderhoudsdossier voor het Ellipsgebouw werd hiermee rekening gehouden. Het AFM beschikt niet over de capaciteit (VTE) om alle onderhoudscontracten te screenen en waar kan, aan te passen. Bij opmaak van nieuwe onderhoudscontract wordt energiebudgettering wel opgenomen. 3.2.2.3
Knelpunten
−
De afdwingbaarheid van de omzendbrief FM/2008/2 is beperkt omdat er enkel wordt aanbevolen. De continue of maandelijkse opvolging van de energieverbruiken wordt niet verplicht maar enkel gestimuleerd.
−
In sommige gevallen kan of mag de gebouwverantwoordelijke de meterstanden niet aflezen (bv. toegang in midden- of hoogspanningscabine enkel toegelaten voor personeel met BA4attest). Men moet dan afgaan op de factuurgegevens, maar de facturen komen meestal niet tot bij de gebouwverantwoordelijken.
Actieplan 2006-2010 – Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
Pagina 23 van 49
3.2.3 Rapportering energiegebruik binnen de Vlaamse overheid Actie (uit actieplan) 1. Jaarlijks rapporteren aan de Vlaamse Regering en het Vlaamse Parlement over het energiegebruik van de Vlaamse overheid van het afgelopen jaar (o.a. aan de hand van de energieboekhouding). Actie (uit tussentijds rapport) 2. Opnemen van alle energieverbruikmeters in EMCboekhoudingspakket en stopzetten van detailrapportering in Excel. 3.2.3.1
Trekker Betrokkenen AFM - Afd. IMZ Studie & Advies
AFM - Afd. Studie & Advies
Timing jaarlijks
Doelgroep Vlaamse Regering Vlaams Parlement
2010
Situering
De Vlaamse overheid kan slechts een onderbouwd intern energiebeleid uittekenen wanneer zij zicht heeft op de energiegebruikcijfers van al haar entiteiten. Beleidsrelevante kengetallen zijn uiterst belangrijk voor de initialisatie, opvolging en de bijsturing van dit beleid, zowel vanuit de hoek van de beleidsverantwoordelijken als vanwege het management. Het AFM neemt het engagement op om te rapporteren over het jaarlijks energiegebruik binnen de Vlaamse overheid. 3.2.3.2
Resultaten
Status 2006-2008: Actie 1: Gedeeltelijk uitgevoerd. Enkel een rapportering van het energieverbruik voor de gebouwen waarvan het AFM de energiefactuur betaalt, werd uitgevoerd. In totaal gaat dit over een 70-tal gebouwen. Energieverbruikcijfers van de ganse Vlaamse overheid waren niet centraal en uniform beschikbaar. Status 2009-2010: Actie 1: Lopend (gedeeltelijk uitgevoerd).
In Bijlage 4 wordt het energieverbruik voor de gebouwen waarvan het AFM de energiefactuur betaalt, samengevat en kort besproken.
Het AFM – Afd. Studie & Advies en Cel IMZ hebben in het voorjaar 2010 beslist om i.s.m. Dept. BZ – Afd. Beleid Vlaamse entiteiten jaarlijks te bevragen over hun energieverbruik (elektriciteit, aardgas, stookolie). De verbruiksgegevens van jaar 2009 (inclusief gebouwen in beheer AFM), afkomstig van de eerste bevraging in 2010, worden in dit rapport weergegeven.
In 2010 werd de studie ‘Ontwikkeling van een methodologie als opstap naar een CO2-neutrale Vlaamse overheid: onderzoek naar haalbaarheid en mogelijke aanpak’ uitgevoerd. De resultaten: zie http://www.lne.be/campagnes/milieuzorg-in-de-vlaamseoverheid/werken-aan/energie/acties/naar-een-co2-neutrale-vlaamseoverheid.
Actie 2: Niet uitgevoerd. Deze actie is afhankelijk van het nieuw af te sluiten raamcontract (zie 3.2.2.2 actie 3). Bespreking: De Afdeling Studie & Advies van het AFM beschikt over een Access-database voor de betaling van de energiefacturen. Aan de hand van deze database kan op basis van de factuurgegevens een specifiek overzicht van de energie uitgaven en -verbruiken per gebouw worden weergegeven. Grotendeels gaat het over de gebouwen in gebruik door departementen Bestuurszaken (BZ), Landbouw en Visserij (L&V), Welzijn, Volksgezondheid en Gezin (WVG) en enkele andere diensten. Dit vertegenwoordigt naar schatting zo’n 10 à 15% van het totale elektriciteitsverbruik binnen de Vlaamse overheid.
Actieplan 2006-2010 – Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
Pagina 24 van 49
Bijkomend wordt in Excel het detailverbruik van een tiental grotere gebouwen bijgehouden, waaronder o.a. het Boudewijngebouw, Arenberg, Martelaarsplein, VAC Hasselt, Gallaitstraat, Koningsstraat. De gegevens, zoals jaarlijkse en maandelijkse uitgaven en verbruik van elektriciteit, aardgas en water met daaruit afgeleid CO2-uitstoot worden grafisch weergegeven en opgevolgd. Het AFM gebruikt de detailrapportering in Excel om de trend van de energiekosten op te volgen omdat in het huidige EMCboekhoudingspakket de koppeling van facturatiegegevens met de werkelijke verbruiken te omslachtig is. Bij het afsluiten van het nieuw raamcontract automatische (sub)metering (zie 3.2.2 actie 3) met mogelijke softwarewijziging van het energieboekhoudingspakket tot gevolg, zal de detailrapportering via Excel geëvalueerd worden. Het toezicht op de betaling van energiefacturen van de grootste administratieve gebouwen en diverse kleinere gebouwen laat toe om het verbruik per gebouw te beheren en de prestaties van de gebouwen te vergelijken, met aandacht voor specifieke situaties. Daarbij is het ook mogelijk om het energiebudget voor nieuwe inhuringen te voorspellen en de aanvraag van energiebudgetten correcter in te schatten. In Bijlage 4 worden de energieverbruikgegevens voor de gebouwen, waarvan het AFM de energiefacturen betaalt, voor 2006 t.e.m. 2010 samengevat en kort besproken. Eveneens worden energielasten, kengetallen en de CO2-uitstoot grafisch voorgesteld. Aanvullend worden de energieverbruikcijfers van het Graaf de Ferraris- en het Henri Consciencegebouw grafisch voorgesteld. De jaarlijkse totalen uit deze rapporten vergelijken is echter geen eenvoudige taak, want het gebouwenbestand waarvan het AFM de energiefacturen betaalt, fluctueert steeds in de tijd (huur, nieuwe gebouwen, verhuis …). Bovendien is het niet evident om verbruiksgegevens rechtstreeks van energiefacturen over te nemen in een jaarlijkse energierapportering, omdat de verbruiksperiodes niet steeds op het einde van het jaar worden aangerekend. Voor kleinere gebouwen worden geen maandelijkse, maar tussentijdse aanrekeningen opgemaakt die kunnen doorlopen tot in het volgende verbruiksjaar. Bijkomende moeilijkheid zijn de continu wisselende omstandigheden zoals bezetting, mogelijke verbouwingen, nieuwe activiteiten of installaties … De evolutie van het energieverbruik kan men op gebouwniveau slechts evalueren als men ook gegevens heeft over het aantal gebouwgebruikers, mogelijke verbouwingen, nieuwe activiteiten, enz. Idealiter gebeurt deze analyse door de energieverantwoordelijke of gebouwbeheerder per gebouw. In oktober-november 2010, hebben het Departement BZ (Afd. Beleid), het AFM (Team Technieken) en het Departement LNE (Cel IMZ) een eerste bevraging georganiseerd waarin Vlaamse entiteiten rapporteren over hun energieverbruik (elektriciteit, aardgas, stookolie). Die bevraging kwam er omdat de energieverbruikscijfers van de Vlaamse overheid niet centraal en uniform beschikbaar zijn. De verschillende entiteiten leverden uiteindelijk informatie voor 322 gebouwen. Omwille van onvolledige gegevens werd slechts voor een beperkt aantal gebouwen het gemiddelde verbruik berekend. De resultaten van deze bevraging worden samengevat in onderstaande tabel. Gemiddelde energieverbruik Totaal gemiddelde Totaal aantal Totale bruto verbruik gebouwen vloeropp. (jaar 2009) [kWh/m²] Gebouwen in beheer van AFM 84,6 Elektriciteit 84,4 Stookolie & gas Gebouwen Vlaamse overheid niet in beheer van AFM 68,8 Elektriciteit 213,5 Stookolie & gas Alle gebouwen (gekend op 24 februari 2011) 79,1 Elektriciteit 133,2 Stookolie & gas
[aantal]
[m²]
43 36
260.034 249.859
31 29
139.965 151.793
75 65
399.999 401.652
Gemiddelde totaal energieverbruik van de Vlaamse overheid: 212,3 kWh/m² Het gemiddelde totaal energieverbruik van de Vlaamse overheid bedraagt 212,3 kWh/m². Dit cijfer is echter het gemiddelde energieverbruik van verschillende types overheidsgebouwen (kleine/grote kantoorgebouwen, zorgcentra, musea, sportcentra …). Het is dus ook niet aangewezen om dit cijfer te vergelijken met energiekengetallen van verschillende types gebouwen. Naarmate men meer zicht krijgt op alle verschillende types van overheidsgebouwen, kan men energieverbruikcijfers wel intern vergelijken (benchmark).
Actieplan 2006-2010 – Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
Pagina 25 van 49
Er wordt geschat dat het aantal gebouwen die gegevens hebben doorgegeven tijdens deze eerste bevraging, overeenstemt met ongeveer 10% van het totaal aantal Vlaamse overheidsgebouwen. Het Departement BZ is bezig met het inventariseren van het vastgoed- en gebouwenpatrimonium van de Vlaamse overheid. De initiatiefnemers van de bevraging verwachten dat het enkele jaren zal duren eer het correct aantal Vlaamse overheidsgebouwen en hun respectieve energieverbruiken op een uniforme wijze centraal beschikbaar zullen zijn. Bij volgende bevragingen zullen stelselmatig steeds volledigere verbruiksgegevens gerapporteerd worden waardoor het gemiddeld energieverbruik ook preciezer zal kunnen worden ingeschat. De Vlaamse overheid wil werk maken van een duurzame en klimaatvriendelijke overheid. In 2010 werd daarom op pilootschaal een methodologie (instrument) uitgewerkt om zowel CO2-emissie als reductiemaatregelen te identificeren en haalbaarheid van CO2-reducties te evalueren. De grenzen van de CO2-voetafdruk van de Vlaamse overheid werden in deze fase afgebakend tot die delen waarvoor gegevens beschikbaar zijn (energieverbruik van gebouwensites, dienstverplaatsingen, woonwerkverkeer). Deze methodologie werd eerst op pilootschaal ontwikkeld en uitgetest. Dankzij een jaarlijkse bevraging van de energiecijfers zal een steeds groter deel van de Vlaamse overheidsgebouwen opgenomen worden in de voetafdruk. De resultaten van deze studie zijn te http://www.lne.be/campagnes/milieuzorg-in-de-vlaamse-overheid/werkenvinden op: aan/energie/acties/naar-een-co2-neutrale-vlaamse-overheid. Nieuwe acties: Beschrijving Mijlpaal (timing) Trekker Sleutelproject 4.2. Duurzaam optreden van Vlaamse overheid (MJP Slagkrachtige overheid) Jaarlijkse rapportering van energieverbruiks- jaarlijks AFM + Dept BZ gegevens van de Vlaamse overheid. Afd Beleid Milieubeleidsplan 4 (MINA4-plan) Reken- en rapporteringstool (CO2-voetafdruk) wordt eind 2014 is er een IMZ + AFM gebruikt binnen de Vlaamse overheid. Er is een CO2-voetafdruk (energie werking opgezet waardoor de CO2-voetafdruk en mobiliteit) beschik(energie en mobiliteit) van het grootste deel van de baar van het grootste Vlaamse overheid periodiek kan worden opgevolgd deel van de Vlaamse en gerapporteerd. overheid
3.2.3.3
Knelpunten
−
Het vergelijken van verbruik in de tijd is geen gemakkelijke opdracht. Men dient onder andere rekening te houden met de bezetting van het gebouw, specifieke installaties en de gebouwinrichting. De ‘Anders werken’-omgeving maakt dit niet eenvoudig, omdat het aantal mensen per vierkante meter heel sterk kan variëren.
−
Een belangrijke voorwaarde om jaarlijks energieverbruik van de Vlaamse overheid te rapporteren is de medewerking van de verschillende entiteiten. De bruikbaarheid van de gegevens bij de eerste bevraging was laag. Ook het gebruik van de rekentool CO2voetafdruk zal gepaard moeten gaan met goede communicatie en de nodige opleidingssessies.
Actieplan 2006-2010 – Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
Pagina 26 van 49
3.2.4 Uitvoeren energieaudits Actie (uit actieplan) Trekker 1. Er wordt een omzendbrief IMZ opgesteld met richtlijnen voor het van een (laten) uitvoeren energieaudit in gebouwen met een oppervlakte > 1.000 m² waar entiteiten van de Vlaamse overheid gehuisvest zijn. Hierbij wordt er rekening mee gehouden dat de audits input moeten geven bij het opstellen van het energieprestatie-certificaat bij publieke gebouwen. Nieuw actievoorstel (uit tussentijds rapport) 2. Opmaak raamcontract voor AFM - Afd. uitvoer van energieaudits. Studie & Advies 3.2.4.1
Betrokkenen AFM Afd. Studie & Advies VEA
Timing 2006
Gebouwverantw.
2009
Doelgroep Energieverantw. Gebouwverantw. Gebouwenbeheerde rs
Vlaamse entiteiten
Situering
De energieaudit is een doeltreffend middel om een gebouw door te lichten op energetisch vlak en om de mogelijke energiebesparende maatregelen voor de aandachtsvelden organisatie, techniek en gedrag in kaart te brengen. Tijdens een energieaudit worden de interacties tussen de beïnvloedende factoren onderzocht en wordt een uitgebreide lijst van energiebesparende maatregelen opgesteld. Deze energiebesparende maatregelen worden begroot naar investering en terugverdientijd in de loop van de volgende jaren. Op 23 mei 2001 nam de plenaire vergadering van het Vlaamse Parlement een resolutie aan over de voorbeeldrol van de Vlaamse overheid in het uitvoeren van energieaudits. Om deze ambitie waar te maken, zou een omzendbrief opgesteld worden met daarin richtlijnen voor het (laten) uitvoeren van een energieaudit in gebouwen met een oppervlakte > 1.000 m² waar entiteiten van de Vlaamse overheid gehuisvest zijn. Deze audits zouden input moeten geven bij het opstellen van het advies voor het energieprestatiecertificaat voor publieke gebouwen. 3.2.4.2
Resultaten
Status 2006-2008: Herformulering van actie 1 in ‘Raamcontract opmaken voor opstellen van energieprestatiecertificaten voor publieke gebouwen die een beperkte energie audit bevatten’: Uitgevoerd. Status 2009-2010: Actie 2: Vertraagd. Bespreking: De betrokkenen van het actieplan beslisten om geen omzendbrief op te maken voor het uitvoeren van energieaudits in gebouwen met een bruikbare vloeroppervlakte groter dan 1.000 m². Openbare gebouwen (> 1.000 m²) in het Vlaamse gewest die vaak door het publiek worden bezocht, moeten tegen 1 januari 2009 immers een energieprestatiecertificaat (EPC) voor publieke gebouwen uithangen op een voor het publiek duidelijk zichtbare plaats (BVR van 20 april 2007 betreffende de invoering van het EPC voor publieke gebouwen). De geldigheidsduur van het EPC is tien jaar. Het EPC is een informerend en sensibiliserend instrument. Het drukt de energetische kwaliteit uit van een gebouw aan de hand van een kengetal en vermeldt vrijblijvend energiebesparende adviezen. Voor de opmaak van de EPC’s voor publieke gebouwen moeten enerzijds het energieverbruik van één jaar bijgehouden worden en anderzijds een reeks auditvragen met betrekking tot energiezorg, de gebouwschil, verwarmingsinstallaties … ingevuld worden. Op basis van deze auditlijsten worden de adviezen opgesteld die op het EPC verschijnen. Bijgevolg moeten in het kader van deze regelgeving energieaudits, weliswaar van beperkte aard, plaatsvinden in alle overheidsgebouwen in het toepassingsgebied. Op basis van de adviezen kan dan beslist worden om eventueel een diepgaandere thematische energieaudit uit te voeren. Ten slotte vermeldt de omzendbrief FM/2008/2 onder het luik ‘energiebeleid’ de uitvoer van energieaudits. Dit
Actieplan 2006-2010 – Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
Pagina 27 van 49
alles maakte de opmaak van een additionele omzendbrief overbodig. De actie werd daarom anders geformuleerd. In november 2007 hebben de Cel IMZ en het AFM alle entiteiten van de Vlaamse overheid opgeroepen om de nodige maatregelen te nemen om de Vlaamse EPC-regelgeving na te leven en ten laatste op 1 december 2007 de meterstand van elektriciteits-, aardgas- en stookoliedebietmeter(s) op te nemen. Om het EPC te kunnen opmaken moet men namelijk beschikken over gemeten energieverbruiksgegevens over een periode van exact één jaar. In haar communicatie verwees de Cel IMZ naar het raamcontract dat door AFM in het kader van EPC werd opgemaakt. De entiteiten die gehuisvest zijn in het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest werden opgeroepen om de Brusselse wetgeving inzake energieprestatiecertificatie af te wachten om te vermijden dat zij tweemaal kosten zouden maken. Om Vlaamse entiteiten te ondersteunen bij de opmaak van het EPC (inclusief beperkte EPC-audit) werd een raamcontract opgemaakt door de Afdeling Studie & Advies van het AFM. Het raamcontract voor de opmaak van het EPC (met een looptijd van 3 jaar) werd sinds juli 2008 ter beschikking gesteld aan alle entiteiten die ressorteren onder de Vlaamse overheid volgens het principe van de opdrachtencentrale. Tot op heden (januari 2011) beschikken 78 gebouwen/sites van de Vlaamse overheid over het EPC-certificaat dat via het raamcontract werd opgemaakt. Bijlage 5 geeft een samenvatting van de resultaten van de EPC’s voor Vlaamse overheidsgebouwen die gebruik hebben gemaakt van het raamcontract van het AFM. De Afdeling Studie & Advies wilde in dit raamcontract extra eisen stellen, zoals berekenen van de terugverdientijd van de aanbevelingen. Deze optionele eisen werden achteraf geschrapt op vraag van Inspectie van Financiën omdat zij tot een te grote meerkost zouden leiden. Het EPC-raamcontract werd in beperkte mate wel uitgebreid met een aanvullende energieaudit voor uitvoering, om specifieke invloeden die de energieprestatie beïnvloeden in kaart te brengen (vb. invloed van grootkeukens, servers en andere grootverbruikers op het totale energieverbruik). Op 10 juni 2010 werd het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende het energieprestatiecertificaat voor een openbaar gebouw gepubliceerd (BBHR van 27 mei 2010). Dit betekent dat elke openbare instantie of elke instelling die lokalen betrekt met een oppervlakte van meer dan 1.000 m² in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en diensten aanbiedt aan een groot aantal personen, het EPB-certificaat ‘openbaar gebouw’ moeten (laten) opmaken en op de voordeur of in de inkomhal moet ophangen. De openbare gebouwen worden ingedeeld in categorieën volgens het type van activiteit dat er plaatsvindt. Het besluit treedt volgens de categorie van het te certificeren gebouw in twee fasen in werking: vb. voor kantoren en administratieve diensten geldt dat het certificaat ten laatste op 30 juni 2011 moet uithangen; voor parlementen, rechterlijke en bestuursrechtbanken, scholen, musea, culturele centra … ten laatste op 30 juni 2012. Indien vereist, zal de Afdeling Studie & Advies van het AFM naar analogie een raamcontract voorzien voor overheidsgebouwen gelegen in het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest en dit volgens de bepalingen die opgelegd worden door het Brussels Instituut voor Milieubeheer. Naast de EPC-audits werden, in het kader van het verder optimaliseren van het gebouwbeheerssysteem, in de periode 2006-2008 energieaudits uitgevoerd in VAC Hasselt en in het administratief gebouw aan het Martelarenplein. Voor de uitvoering van diepgaandere en gedetailleerdere energieaudits zal het AFM een raamcontract opmaken. In het najaar 2010 werd het bestek voor het opstellen van energie-audits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie (in het kader van de EPC-regelgeving) voor (grote) gebouwen van de Vlaamse overheid gepubliceerd en geopend. Dit dossier is momenteel in evaluatie (offertebeoordeling) en zal in de loop van het eerste kwartaal 2011 een beslissing kennen. Nieuwe acties: Beschrijving Indien vereist: aanbieden van raamcontract ‘Opmaak EPB Publieke gebouwen’ voor Vlaamse overheidsgebouwen in Brussels Hoofdstedelijk Gewest via opdrachtencentrale Aanbieden van raamcontract ‘Opstellen van energie-audits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor (grote) gebouwen van de Vlaamse overheid’
Actieplan 2006-2010 – Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
Mijlpaal (timing) 2011
Trekker AFM – Afd. Studie & Advies
2011
AFM – Afd. Studie & Advies
Pagina 28 van 49
3.2.4.3
Knelpunten
−
Het EPC voor openbare gebouwen (in Vlaanderen) wordt opgemaakt op basis van onder meer het gemeten energieverbruik. In eerste instantie wordt dit niet gecorrigeerd in functie van de bezetting (gebruiksuren) van het gebouw. Bij de interpretatie van het kengetal op het EPC is het belangrijk om ook rekening te houden met de functies die het gebouw vervult.
−
Audits zijn waardevol, maar het is belangrijker ervoor te zorgen dat er voldoende budget is om de geïdentificeerde energiebesparingsmaatregelen uit te voeren.
−
Het is belangrijk om energieaudits periodiek uit te voeren of resultaten regelmatig te raadplegen. Besparingsmaatregelen en terugverdientijd veranderen met de tijd, aangezien zowel de energieprijzen als de technologische ontwikkelingen evolueren. De stijgende energieprijzen zullen waarschijnlijk bepaalde energie-investeringen aansporen. Energieaudits voor en na zulke besparingsinvesteringen zijn dan ook onontbeerlijk.
Actieplan 2006-2010 – Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
Pagina 29 van 49
3.2.5 Richtlijnen plan van aanpak betreffende energiezorg Actie (uit actieplan) Trekker 1. Er wordt een omzendbrief AFM - Afdeling opgesteld met richtlijnen voor het Studie & Advies opstellen van een plan van aanpak met betrekking tot energiezorg in gebouwen waar entiteiten van de Vlaamse overheid gehuisvest zijn. 2. REG-investeringen met een AFM - Afdeling terugverdientijd van 7 jaar of Studie & Advies minder zullen binnen de 3 jaar worden uitgevoerd. 3. Na beoordeling van de eerste AFM - Afdeling fase wordt nagegaan of en Studie & Advies desgevallend hoe in een tweede fase REG-investeringen met een terugverdientijd van 10 jaar of minder binnen de 5 jaar kunnen worden uitgevoerd. 4. Er wordt nagegaan op welke VEA manier de uitvoering van de plannen van aanpak financieel ondersteund kan worden. De mogelijkheid van derdepartijfinanciering (DPF) wordt onderzocht. Nieuw actievoorstel (uit tussentijds rapport) 5. Opmaak raamcontract voor AFM - Afdeling onderhoud van stookplaatsen, Studie & Advies koeling en sanitair (HVAC) voor Vlaams Brabant en Brussel. 3.2.5.1
Betrokkenen VEA IMZ
Timing 2007
Doelgroep Gebouwenbeheerders
VEA IMZ
2009
Bouwheren
VEA IMZ
2009-
Bouwheren
Eerste semester 2007
Bouwheren
AFM - Afdeling Studie & Advies IMZ
-
2009
Entiteiten in Vl-Brabant en Brussel
Situering
Om energiezorg binnen de Vlaamse overheid te stimuleren zal een omzendbrief worden opgesteld met richtlijnen voor het opstellen van een plan van aanpak waarbij de volgende onderwerpen aan bod komen: verantwoordelijken, timing, middelen, methodologie en aandachtspunten. In de periode 2002-2004 werden energieaudits uitgevoerd in 105 gebouwen waar de Vlaamse overheid gehuisvest is. Dit resulteerde in 46 auditrapporten met energiebesparingsmaatregelen en bijhorend investeringsprogramma. Voor het realiseren van deze energiebesparingen werd een tweesporenaanpak voorgesteld die rekening houdt met enerzijds zeer rendabele maatregelen met een beperkte investeringskost en anderzijds energiebesparende maatregelen met een hoge investeringskost. Concreet werd beslist dat REG-investeringen met een terugverdientijd van 7 jaar of minder binnen de 3 jaar zullen worden uitgevoerd. Na de beoordeling van de eerste fase zal worden nagegaan of en desgevallend hoe in een tweede fase REG-investeringen met een terugverdientijd van 10 jaar of minder binnen de 5 jaar kunnen worden uitgevoerd. Het tweede spoor omvat de grotere investeringen in de modernisering van het gebouwenpark van de Vlaamse overheid. Het doel is niet enkel een significante energiebesparing te realiseren, maar ook de aanpak als voorbeeld te stellen voor andere overheden en bedrijven. Er zal worden nagegaan op welke manier de uitvoering van de plannen van aanpak financieel kunnen ondersteund worden en de mogelijkheden van derdepartijfinanciering (DPF) zullen worden onderzocht. DPF houdt in dat een ESCO of Energy Service Company energiebesparingsprojecten realiseert en financiert bij zijn klant. De opbrengsten voor de klant die voortvloeien uit de besparingsprojecten worden rechtstreeks gebruikt om de investering te financieren. Technische, financiële en organisatorische belemmeringen worden op die manier weggenomen.
Actieplan 2006-2010 – Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
Pagina 30 van 49
3.2.5.2
Resultaten
Status 2006-2008: Actie 1: Uitgevoerd. Actie 2 en 3: Gedeeltelijk uitgevoerd, lopend. Zie Bijlage 6 en Bijlage 7. Actie 4: Afgerond. Status 2009-2010: Actie 2 en 3: Lopend. Zie Bijlage 6 en Bijlage 7. Actie 5: Lopend. Het huidige contract loopt eind maart 2011 af. Nieuw bestek is in ontwerpfase. Bespreking: Actie 1: Opstellen van omzendbrief De essentie van de inhoud van de geplande omzendbrief werd opgenomen in de omzendbrief FM/2008/2 Rationeel energiegebruik voor beheerders van technische installaties (zie 3.1.2). Actie 2 en 3: Uitvoeren van REG-maatregelen De Afdeling Studie & Advies van het AFM maakte voor elk gebouw waar entiteiten van de Vlaamse overheid gehuisvest zijn en waar reeds vóór de huidige legislatuur een energieaudit plaatsvond een inventaris op van de belangrijkste energiebesparende maatregelen versus de respectievelijke terugverdientijd. Bijlage 6 geeft een overzicht van de maatregelen versus status van uitvoering. Rekening houdend met factoren zoals budget, prioriteiten van de interne klant, een masterplan dat maatregelen in latere fase voorziet of een andere oplossing aanbiedt, beschikbaarheid van personeel, geplande verhuisoperaties … kregen volgende projecten met een terugverdientijd van maximum tien jaar prioriteit voor uitvoering: • plaatsen van condensatorbatterijen; • plaatsen van thermostatische kranen; • onderhoud van verwarmings-, koelings- en ventilatie-installaties. Er werd zo veel mogelijk getracht om geïntegreerd te werken, d.w.z. verschillende energiebesparende maatregelen in een omvattend project uit te voeren, zoals op gebied van isolatie, beglazingen en dergelijke. De voorgestelde werkwijze om in twee fases op basis van terugverdientermijn te werken, werd dus niet als dusdanig opgevolgd. Ook zijn er energiebesparende maatregelen uitgevoerd in gebouwen die niet tot de lijst van geauditeerde gebouwen behoorden. Zo werd de maatregel ‘plaatsen van condensatorbatterijen’ uitgevoerd in gebouwen die zowel wél als niet voorkwamen op de lijst van geauditeerde gebouwen. Bijlage 7 bevat een overzicht van uitgevoerde en geplande projecten in beheer van het AFM. Bijlage 8 bespreekt de uitgevoerde energiebesparende maatregelen (incl. evolutie energieverbruik) voor enkele gebouwen in beheer van het AFM. Daarnaast is er de introductie en toepassing van raamcontracten door het AFM, waarvan andere entiteiten van de Vlaamse overheid gebruik kunnen maken via mandaatstelling. Enkele voorbeelden van raamcontracten worden samengevat in onderstaande tabel: Raamcontracten Startdatum Duur Status (jaar) Plaatsen van glasfolie 1/03/2007 3 Afgelopen, vernieuwing in 2011 Relighting 1/07/2005 5 Afgelopen, nieuw raamcontract bijna toegewezen (4 jaar) de a Levering Gasolie (2 ) 1/03/2008 3 Contract loopt t.e.m. september 2011 de a Levering Gasolie (3 ) 3 Nieuw leveringscontract werd op 15/2/2011 geopend de a Levering Aardgas (2 ) 1/07/2008 3 Contract loopt af de Levering Aardgas (3 ) Nieuw leveringscontract in voorbereiding, aanbesteding in 2011 a EPC Publieke gebouwen 1/07/2008 3 Lopende (Vlaanderen) Energieaudits & Haalbaarheidsstu5 In evaluatie dies hernieuwbare energie
Actieplan 2006-2010 – Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
Pagina 31 van 49
Raamcontracten Automatisatie van (sub)metering a
Startdatum -
Duur Status (jaar) 6 4/2/2011 opening offertes
Raamcontract is jaarlijks opzegbaar.
Het uitvoeren van REG-maatregelen is een continue opdracht. In 2010 werd een bestek gepubliceerd voor uitvoering van energieaudits en haalbaarheidsstudies voor hernieuwbare energie. De bedoeling is dat Vlaamse entiteiten van dit raamcontract gebruik maken voor de uitvoer van energieaudits en haalbaarheidsstudies voor hernieuwbare energie. De technische bepalingen van de haalbare (energiebesparende) maatregelen kunnen in een uitvoerend bestek worden opgenomen (bij effectieve implementatie). Nieuwe actie: Beschrijving Mijlpaal (timing) Trekker Sleutelproject 4.2. Duurzaam optreden van Vlaamse overheid (MJP Slagkrachtige overheid) Invoeren van energiebesparende maatregelen 2010-2014, AFM via raamcontracten, op basis van o.a.: continue opdracht alle Vlaamse entiteiten de resultaten van de jaarlijkse rapportering van het energieverbruik binnen de Vlaamse overheid de resultaten en aanbevelingen van de studie 10 ‘CO2-neutrale Vlaamse overheid’ uitgevoerde energie-audits (cf. 3.2.4) Actie 4: Derdepartijfinanciering Op basis van de resultaten van de energieaudits voerde het VEA in 2005 een doorlichting uit van gebouwen die in aanmerking komen voor het uitvoeren van energiebesparende maatregelen via derdepartijfinanciering. Bij deze doorlichting werden de volgende criteria gehanteerd: 1. Het gebouw is eigendom van de Vlaamse overheid en er zijn geen indicaties dat dit de komende jaren zal veranderen. 2. Het is geen recent gebouw: recente gebouwen (v.a. 1990), waar in principe het potentieel aan energiebesparende investeringen op bouwfysisch vlak en aan de technische installaties beperkt zijn, komen niet in aanmerking. 3. Er zijn geen renovaties gepland. Het is niet zinvol één enkele installatie of bouwfysisch aspect van een gebouw aan te pakken als een grondige renovatie van het hele gebouw is voorzien. 4. Er is een potentieel aan energiebesparende maatregelen die een rendabele grotere investering vergen. Een rendabele grotere investering wordt gedefinieerd als een investering van minimaal 50.000 € met een terugbetaaltermijn van maximaal 15 jaar. Op basis van bovenstaande criteria zijn in 16 van de 46 gebouwen(sites) rendabele grotere investeringen mogelijk voor projecten zoals vernieuwing van stookplaatsen, relighting en WKK. Het overzicht van deze eerste analyse wordt gegeven in Bijlage 9. Op basis van de analyseresultaten (zie Bijlage 9) en rekening houdend met het bestaande gebouwenpatrimonium, nieuwe geplande verhuisoperaties en bouwplannen voor toekomstige Vlaamse Administratieve Centra werden door het VEA 4 projecten weerhouden waar de investering met behulp van derdepartijfinanciering zou kunnen plaatsvinden: Locatie Project Districtsgebouw van Afdeling Wegen Vernieuwing stookplaats Antwerpen (Vosselaar) Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Relighting (Antwerpen) Museum voor Hedendaagse Kunst WKK (Antwerpen) Boudewijngebouw (Brussel) Frequentie gestuurde ventilatoren, schakeling verlichting, warmterecuperatie luchtgroepen Het VEA heeft de betrokken entiteiten hierover geïnformeerd en heeft aangeboden dat zij bij interesse de eerste contacten met een derdepartijfinancierder zou kunnen organiseren. De betrokken entiteiten 10
‘Ontwikkeling van een methodologie als opstap naar een CO2-neutrale overheid: onderzoek naar haalbaarheid en mogelijke aanpak’ (2011). Studie uitgevoerd door RDC Environment en CO2logic in opdracht van het Departement LNE.
Actieplan 2006-2010 – Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
Pagina 32 van 49
moesten hiervoor zelf het initiatief nemen. Er werd uiteindelijk geen enkel project met derdepartijfinanciering uitgevoerd. De stookplaats in het districtsgebouw te Vosselaar zal vernieuwd worden zonder DPF. Actie 5: Opmaak van raamcontract voor onderhoud van stookplaatsen, koeling en sanitair voor Vlaams Brabant en Brussel Het huidige contract loopt eind maart 2011 af. Er is een nieuw bestek in ontwerpfase. 3.2.5.3
Knelpunten
−
Op basis van de energieaudits werden meerdere besparingsmaatregelen voor uitvoering voorgesteld. De opmaak van de nodige raamcontracten voor het uitvoeren van besparingsmaatregelen vraagt expertise en tijd.
−
Het is niet altijd duidelijk wie de resultaten van de energieaudits verder opvolgt, het nodige budget moet voorzien om de eerste investeringen uit te voeren en de winst door een lagere energiefactuur opstrijkt. Voor de gebouwen die onder beheer vallen van het AFM is hierover meer duidelijkheid.
−
Een ander mogelijk knelpunt bij realisatie van besparingsmaatregelen kunnen de onderhoudscontracten zijn. Er moet worden gecheckt of de afspraken dienen en kunnen gewijzigd worden. Bij derdepartijfinanciering moeten alle contractanten betrokken worden.
−
Voor een efficiënt project is het cruciaal dat de verschillende trajectonderdelen als studie, uitvoering en financiering door één ESCO worden uitgevoerd en niet worden opgesplitst. Wanneer studie en uitvoering/financiering worden gesplitst in 2 opdrachten, zullen de kandidaten de initiële studie opnieuw uitvoeren vooraleer een bepaalde resultaatsgarantie te geven (comfort, energiebesparing, terugverdientijd …). Ook naar aansprakelijkheidsverdeling vormt zich bij de loskoppeling een probleem. In het kader van de regelgeving overheidsopdrachten vormt deze geïntegreerde aanpak wel een probleem bij het formuleren van een bestek met goed doordachte outputspecificaties. Deze complexiteit vergt een minutieuze voorbereiding (tijd, middelen).
−
De Inspectie van Financiën (cf. advies LPA/NMA/05/00469) oordeelt dat bij het aanwenden van DPF erover gewaakt moet worden dat het beleidsdomein F&B steeds in staat moet worden gesteld om de opgezette constructies vooraf te toetsen op haar ESR-95-effect. Dat is praktisch alleen werkbaar en zinvol bij een beperkt aantal DPF-dossiers en op voorwaarde dat het gecumuleerde investeringsvolume een budgettair significante omvang bereikt. De IF waarschuwt tegen een frequent gebruik van kleinschalige alternatieve financieringen in allerhande projecten op het microniveau van gebouwen of lokale gebouwenclusters. Door het grote aantal locaties en de mogelijk beperkte omvang van de aanpassingskosten per locatie, valt niet uit te sluiten dat de goedkeuring van talrijke kleinschalige alternatieve financieringen de centrale sturing en monitoring door F&B aantast. Energiebeheer op deze wijze kan enkel in gebouwen die de overheid in volle eigendom bezit gezien anders een conflictsituatie optreedt inzake onderhoudsverplichtingen.
Actieplan 2006-2010 – Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
Pagina 33 van 49
3.3 Doelstelling 3: Energiebewust huren, bouwen en renoveren Actie (uit actieplan) Trekker Betrokkenen Timing 1. Er wordt een handleiding AFM - IMZ 2007 opgesteld met richtlijnen voor het Afd. Vlaamse energiebewust huren, bouwen en Studie & Bouwmeester renoveren van gebouwen waar Advies entiteiten van de Vlaamse overheid gehuisvest zijn. Hierbij wordt er rekening mee gehouden dat energiebewust huren, bouwen en renoveren een aspect is van duurzaam huren, bouwen en renoveren. Nieuw actievoorstel (uit tussentijds rapport) 2. Aanpassing van de IMZ AFM, OVAM, VEA, Juni evaluatiemethodes van de LNE, VMM, 2009 11 handleiding (herwerken van de Toegankelijkheidshandleiding) bureau 3. Uitwerken opvolgtraject zodat AFM IMZ Eind de handleiding op periodieke 2009 basis geactualiseerd wordt 4. Communicatie over de AFM IMZ Mid 2010 herwerkte handleiding ‘Waardering van kantoor5 gebouwen’
Doelgroep Bouwheren Gebouwenbeheerders
Bouwheren Gebouwenbeheerders
Bouwheren Gebouwenbeheerders Vlaamse entiteiten
3.3.1 Situering De Afdeling Studie & Advies van het AFM gebruikte de handleiding ‘Technische eisen voor nieuwe kantoorgebouwen’ om de huidige situatie in bestaande gebouwen van de Vlaamse overheid te evalueren en een insteek te geven bij het ontwerp van nieuwe gebouwen van de Vlaamse overheid. De handleiding is een opsomming van de voornaamste toepasselijke regelgeving en de standpunten van de Vlaamse overheid over bouwkundige en technische criteria, zoals criteria voor de waarde van de energieprestatiecoëfficiënt, de binnenluchtkwaliteit, de winterse binnentemperatuur, enz. Het doel van deze actie is om deze handleiding te actualiseren en aan te vullen met duurzaamheidscriteria met bijhorende afpuntlijst (checklist) en zo een instrument aan te bieden om de ambtenaren die betrokken zijn bij het bouwen, renoveren en huren van overheidsgebouwen te helpen bij de keuze voor het ‘juiste gebouw’.
3.3.2 Resultaten Status 2006-2008: Actie 1: Uitgevoerd. Status 2009-2010: Actie 2: Uitgevoerd. De herwerking van bepaalde onderdelen door het WTCB werd uitgevoerd in 2009. De andere thema’s van de handleiding werden herwerkt door de Vlaamse administratie in de periode 2009-2010. Actie 3: Lopend. Actie 4: Vertraagd. Persbericht werd eind 2010 uitgestuurd naar gespecialiseerde pers, interne communicatie (infosessies) gepland voor 2011. Bespreking: De actualisatie van de handleiding ‘Technische eisen voor nieuwe kantoorgebouwen’ en de ontwikkeling van de afpuntlijst werden uitgevoerd door de KULeuven, Departement Burgerlijke Bouwkunde onder leiding van Prof. H. Hens en Veerle De Meulenaer, wetenschappelijk medewerker. 11
Handleiding ‘Waardering van kantoorgebouwen – op weg naar een duurzame huisvesting voor de Vlaamse overheid’.
Actieplan 2006-2010 – Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
Pagina 34 van 49
Deze opdracht werd gecoördineerd door de Cel IMZ en gefinancierd door de Cel Duurzame Ontwikkeling (Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid). Omdat sommige criteria in de bestaande handleiding eigen zijn aan de cultuur van de Vlaamse overheid en de handleiding in de eerste plaats een instrument is voor intern gebruik bij de Vlaamse overheid, werd een stuurgroep samengesteld met vertegenwoordiging van zowel beleidsvoorbereidende (o.a. Departement LNE, Vlaamse Bouwmeester) als beleidsuitvoerende entiteiten (o.a. AFM, VEA, VMM, OVAM). Door de uiteindelijke gebruiker van het instrument (AFM) onmiddellijk te betrekken bij de opmaak ervan, werd meer draagvlak gecreëerd. Het resultaat van deze opdracht was de handleiding ‘Waardering van kantoorgebouwen – Op weg naar een duurzame huisvesting voor de Vlaamse overheid’ (versie 10/2007). Deze handleiding (versie 10/2007) maakt een onderscheid tussen drie aspecten: leefbaarheid & welzijn, milieu & duurzaamheid en energie. Elk criterium waaraan het gebouw moet voldoen, krijgt een score van 1 tot 4. Dat getal weerspiegelt de mate waarin het gebouw het beter doet dan wat minimaal of wettelijk is opgelegd (score 0). Op basis van de totale score krijgt een gebouw ten slotte 1 tot 4 sterren toegekend. De handleiding is beschikbaar op www.vlaanderen.be/duurzaamkantoor. In afwachting van een algemeen geldend maatstaf/referentiekader fungeert de handleiding als een selectie-instrument voor de Vlaamse overheid als bouwheer. Dit document wordt in elk bestek van AFM voor nieuwbouw, verbouwing of renovatie opgenomen en is bepalend bij de gunning. Het aantal sterren dat een kantoorgebouw behaalt, zal samen met het jaar waarin het de sterren verdient, publiek bekend worden gemaakt. Voor gebouwen in aanbouw wordt ook gedacht aan een contractclausule om de vooropgestelde eisen te kunnen afdwingen (score voor én na bouw: beoordeling werkelijke prestaties). De handleiding werd voor het eerst concreet gebruikt bij de verwerving van de verschillende Vlaamse Administratieve Centra. Het Vlaams Administratief Centrum te Leuven is hiervan het eerste voorbeeld. Dit VAC, waarvan de bouwactiviteiten in het najaar van 2008 zijn gestart, behaalt het maximaal aantal sterren. Het VAC Leuven is voor de Vlaamse overheid een voorbeeldgebouw op het gebied van energieverbruik en isolatie (primair energieverbruik, E-peil 49 en een warmte-isolatie K-waarde van 21). Door de extra investering in isolatie en energiebesparende technieken scoort het project uitstekend volgens de energieprestatieregelgeving. De handleiding is niet van toepassing op kleine locaties waar andere criteria primeren - zoals bereikbaarheid - of specifieke eisen, zoals discretie van toegang, mogelijkheid voor ontvangst bezoekers … In eerste instantie wordt gestreefd naar een economisch optimum en worden de alternatieven afgewogen om het ambitieniveau zo hoog mogelijk te tillen. Er wordt voor toekomstige gebouwen gestreefd naar het bepalen van 3 sterren. Indien projecten zich aandienen waarbij de maximale score op een economisch verantwoorde manier kan bereikt worden, zal dit ook in die zin bepleit worden bij de Vlaamse Regering. Tijdens het opstellen van de handleiding waren er discussies over de verschillende ambitieniveaus voor de prestatie-eisen. Enerzijds was er discussie over de definitie van de criteria voor de verschillende scores, anderzijds over de bepaling van het hoogste ambitieniveau. Na de totstandkoming van de handleiding besloot de stuurgroep daarom een vervolgopdracht te laten uitvoeren om de maximale ambitieniveaus in de handleiding aan voorbeelden uit te praktijk te toetsen. Immers, de Vlaamse overheid wil de echte voortrekkers stimuleren door de criteria voor de hoogste score (4) zo ambitieus mogelijk maar toch haalbaar te stellen. Als voldoende innovatieve voorbeelden in kaart konden worden gebracht, zou de handleiding worden aangepast en konden de categorieën opschuiven in de richting van een hoger ambitieniveau en dit op een onderbouwde manier. Zo kon worden gecheckt of de ambitieniveaus inderdaad innovatie op vlak van duurzaamheid stimuleren. Deze opdracht werd uitgevoerd in 2008 door het Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf (WTCB). De studie van het WTCB leverde interessante inzichten en bevindingen op voor de verschillende thema’s van de handleiding. Op basis van de geanalyseerde innovatieve voorbeeldgebouwen werden de thema’s van de handleiding aangeduid die moesten herwerkt worden. Volgens het WTCB moesten de ambitieniveaus van bepaalde thema’s verstrengd worden door de evaluatiemethode te vervolledigen (meer indicatoren op te nemen) en niet door de drempelwaarden van bepaalde prestatie-eisen te verhogen. Omdat de verfijning en/of uitbreiding van de evaluatiemethode voor de meeste thema’s niet voorzien was in de hoofdopdracht, werd beslist om het WTCB de evaluatiemethodes voor bepaalde thema’s in een aanvullende studie te laten uitwerken. De herwerking van de andere thema’s zoals o.a. ‘ligging en voorzieningen’, ‘watergebruik’ werd intern uitgevoerd door de Vlaamse administraties.
Actieplan 2006-2010 – Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
Pagina 35 van 49
Eind 2010 werd de herwerking van de handleiding afgerond. De handleiding (versie 12/2010) en bijhorende afpuntlijst is beschikbaar op www.vlaanderen.be/duurzaamkantoor. De herwerkte uitgave behoudt de generieke methodiek maar de meeste thema’s werden beduidend verfijnd met het oog op een hogere duurzaamheid of een betere praktische bruikbaarheid. In het voorjaar van 2011 wordt de nodige communicatie en sensibilisatie binnen de Vlaamse overheid georganiseerd. Daarnaast komen er ook infosessies over het gebruik van handleiding en checklist. In afwachting van een aangepast instrument ‘duurzaamheidstoets gebouwen’ worden de criteria gehanteerd van de handleiding voor de Vlaamse overheid. De handleiding zal echter regelmatig moeten geactualiseerd worden in functie van de evolutie van de kantorenmarkt in o.a. wettelijke, technische en bouwkundige eisen en ambities op gebied van vooruitstrevende technieken. Het AFM zal hiervoor samen met het Departement Bestuurszaken (Vastgoedbeleid), het Departement LNE (Cel IMZ) en het Departement DAR (Team DO) richtlijnen en afspraken uitwerken (cf. Vastgoednota Ontwerp Algemeen beleidskader voor het beheer van vastgoed van de Vlaamse overheid, § 1.3.5.). Nieuwe actie: Beschrijving Interne communicatie bij AFM Infosessies waarbij handleiding en checklist worden toegelicht aan betrokken personeelsleden van AFM. Afhankelijk van de interesse/noodzaak kunnen meer gedetailleerde sessies georganiseerd worden.
Mijlpaal (timing) Voorjaar 2011
Trekker AFM
3.3.3 Knelpunten
12
−
De handleiding heeft een periodieke actualisatie nodig want regelgeving, technologie en inzichten zijn in continue ontwikkeling.
−
Het is moeilijk om een handleiding op te stellen die gebruiksvriendelijk en toegankelijk maar tegelijkertijd ook volledig en technisch onderbouwd is. Bovendien is de ontwikkeling en actualisatie van de handleiding een voortdurende evenwichtsoefening bij het bepalen van de ambitieniveaus. Er moet een evenwicht gevonden worden tussen vooruitstrevendheid en praktische haalbaarheid.
−
Als er een extern beoordelingssysteem beschikbaar wordt gesteld dat het open karakter en de kwaliteit van de handleiding evenaart, dan zal dit systeem overgenomen worden en zal in de handleiding hiernaar verwezen worden. Het ambitieniveau zal zich dan uiten in het vooropstellen van een bepaalde score volgens deze referentie.
−
In de ‘Belgian Sustainable Building Council’ werken de Vlaamse , Brusselse en Waalse overheid samen met de sectororganisaties aan een Belgisch referentiekader. Voor commerciële gebouwen (kantoren) wordt gestreefd naar maximale afstemming met BREEAM.
12
Voor de Vlaamse overheid zijn dit DAR en LNE
Actieplan 2006-2010 – Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
Pagina 36 van 49
3.4 Doelstelling 4: Innovatie energiebronnen
en
inzetten
van
hernieuwbare
3.4.1 Groene stroom Actie Trekker Er wordt een richtlijn opgesteld rond de EMA aankoop van hernieuwbare energie: minstens 12% groene stroom
3.4.1.1
Betrokkenen AFM Afd. Studie & Advies IMZ LNE - Cel Lucht VEA
Timing Einde contract
Doelgroep Aankopers elektriciteit
Situering
De Europese richtlijn 2001/77/EG betreffende elektriciteitsproductie uit hernieuwbare energiebronnen legt voor de verschillende lidstaten indicatieve doelstellingen vast voor het aandeel hernieuwbare energiebronnen. Voor België bedraagt dit 6% van de elektriciteitsproductie tegen 2010. Om deze doelstellingen te realiseren zijn er in Vlaanderen quotaverplichtingen opgelegd aan de elektriciteitsleveranciers die jaarlijks een stijgend aantal groenestroomcertificaten moeten voorleggen. Eind 2008 besliste Europa om in haar klimaatbeleid te streven naar 20% hernieuwbare energie. België moet ervoor zorgen dat tegen 2020 13% van zijn energiebehoefte (groene stroom, groene warmte en koude, hernieuwbare energie in transport) wordt ingevuld op hernieuwbare wijze. Deze doelstelling moet nog verdeeld worden tussen de gewesten en het federale niveau. Vlaanderen heeft zich wel al geëngageerd om tegen 2020 een aandeel van 13% groene stroom te bereiken (Energiedecreet, VR 8 mei 2009). Naast de vereisten die opgelegd worden aan energieleveranciers, is de rol van de aankoper van energie ook belangrijk om de energiemarkt te sturen. De Vlaamse overheid wil hierin haar voorbeeldrol opnemen. Bij de goedkeuring van het actieplan 2006-2010 ‘Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen’ werd door de Vlaamse Regering (VR/006/2007/dot.0862) beslist dat bij aankoop van elektriciteit minstens 12% afkomstig moet zijn van hernieuwbare energiebronnen. 3.4.1.2
Resultaten
Status 2006-2010: Lopend. Bespreking: Het leveringscontract elektriciteit wordt opgemaakt, beheerd en opgevolgd door de Afdeling Elektriciteit en Mechanica Antwerpen (EMA), onderdeel van het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV). Dit leveringscontract elektriciteit bevoorraadt naast gebouwen ook allerhande infrastructuurelementen zoals sluizen, bruggen, tunnels, straatverlichting, pompen … De Vlaamse minister bevoegd voor Energie beslist uiteindelijk over het percentage groene stroom bij aankoop van elektriciteit, mits naleving van een minimum van 12% hernieuwbare energie. De Vlaamse minister van Bestuurszaken besliste dat gebouwen in beheer van het AFM 100% groene stroom moeten afnemen. De EVA’s die in het raamcontract intekenden, konden het aandeel aan groene stroom kiezen (mits naleving van minimum 12%). Bijlage 10 geeft een overzicht van de groenestroomafname van de entiteiten die op het raamcontract van elektriciteitslevering hebben ingetekend. Omwille van de sterk gestegen elektriciteitsprijzen besliste de elektriciteitsleverancier in het voorjaar 2008 om het elektriciteitscontract met de Vlaamse overheid te verbreken met ingang van 1 juli 2008. Dit had tot gevolg dat de groenestroomafname voor deze entiteiten (zie Bijlage 10) terugviel op 12%. De nodige voorbereidingen werden getroffen om op korte termijn een nieuwe aanbesteding op te starten. Op 2 april 2009 besliste de Vlaamse minister bevoegd voor Energie dat de Vlaamse entiteiten die opgenomen zijn in het raamcontract, vanaf 1 mei 2009 100% groene stroom moesten afnemen. De EVA’s die op het raamcontract intekenden, hadden de vrije keuze voor het aandeel groene stroom, mits naleving van minimum 25% groene stroom. De Vlaamse minister van Bestuurszaken besliste dat de gebouwen van het AFM 100% groene stroom moesten afnemen. Van de in totaal 42 verschillende klanten van het raamcontract (18 IVA’s, 5 EVA’s en 2 departementen van 10 beleidsdomeinen,
Actieplan 2006-2010 – Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
Pagina 37 van 49
13
17 overige instanties ) nemen er 15 entiteiten 100% groene stroom af, de overige 27 nemen 25% groene stroom af. In 2011 wordt een nieuw leveringscontract elektriciteit aanbesteed (vastlegging voorzien voor oktober 2011). In februari 2011 werd aan alle huidige ‘klanten’ gevraagd of zij in het nieuwe contract zullen stappen. In het nieuwe raamcontract zal 100% groene stroom de norm zijn en afwijkingen hierop moeten gemotiveerd worden. De reden hiervoor is enerzijds dat groene stroom veel duurzamer is, anderzijds vallen hiervoor de federale bijdragen Kyoto en Nucleair weg (meer dan 2,6 €/MWh (januari 2011)). Zoals vermeld in 3.2.3 wil de Vlaamse overheid werk maken van een duurzame en klimaatvriendelijke overheid. Op basis van de resultaten van de studieopdracht ‘Ontwikkeling van een methodologie als opstap naar een CO2-neutrale Vlaamse overheid: onderzoek naar haalbaarheid en mogelijke aanpak’ kan de Vlaamse overheid maatregelen invoeren om haar CO2-voetafdruk te reduceren op een economisch verantwoorde wijze. In de studie werden hiervoor verschillende scenario’s uitgewerkt. Eén van de mogelijk scenario’s is om op korte termijn 100% groene stroom aan te kopen. Dit neemt niet weg dat men nog steeds de nodige inspanningen doet om het energieverbruik te reduceren. 3.4.1.3 −
Knelpunten De Green Public Procurement Toolkit van de Europese Commissie beveelt aan om bij de aanbesteding van elektriciteit voldoende kleine percelen te definiëren, zodat kleine groenestroomleveranciers zich ook kandidaat kunnen stellen. Op die manier kan meer concurrentie spelen en dus een betere prijs onderhandeld worden.
13
Ancienne Belgique, Artesis Hogeschool, DeSingel, Federatie Marrokaanse Democratische Organisaties, Jeugdcentrum Hoge Rielen, Jint, Kaaitheater, Kasteel van Ham, MHK Antwerpen, PMV reVinci (onderdeel van PMV), Internaat Questopia, Universiteit Antwerpen, Universiteit Gent, Vlaams Centrum Volkscultuur, Vlaams Parlement, Vormingscentrum Destelheide, Vlaamse Opera.
Actieplan 2006-2010 – Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
Pagina 38 van 49
3.4.2 Pilootprojecten m.b.t. opwekken van hernieuwbare energie Actie (uit actieplan) Trekker 1. Onderzoek naar mogelijke VEA pilootprojecten in de Vlaamse overheid m.b.t. het opwekken van hernieuwbare energie. Hierbij wordt rekening gehouden met de effectiviteit, efficiëntie, draagvlak, kostprijs, bijdrage aan de voorbeeldrol … van de projecten. De haalbare projecten worden uitgevoerd. Actie (uit tussentijds rapport) 2. Uitvoeren van haalbaarheidsonderzoek IMZ voor het plaatsen van PV-panelen op daken van de Vlaamse overheidsgebouwen: onderzoek naar wenselijkheid, financiële en technische haalbaarheid (terugverdientijd) en opmaak van plan van aanpak. 3.4.2.1
Betrokkenen AFM - Afdeling Studie & Advies IMZ
Timing 2008
AFM - Afdeling Studie & Advies, VEA
2010
Doelgroep Vlaamse overheid
Vlaamse entiteiten
Situering
In de loop van 2007 onderzocht VEA welke technologieën gelanceerd kunnen worden voor het opwekken van hernieuwbare energie. Ondertussen wordt de uitvoer van haalbaarheidsstudies voor hernieuwbare energiesystemen verplicht gesteld voor alle gebouwen groter dan 1.000 m² waarvoor vanaf 1 februari 2008 een stedenbouwkundige vergunning wordt aangevraagd (BVR van 23 november 2007, MB van 11 januari 2008, zie ook 3.4.3). 3.4.2.2
Resultaten
Status 2006-2008: Actie 1: Uitgevoerd. Status 2008-2009: Actie 2: Uitgevoerd. Bespreking: In aanmerking kwamen enkel technologieën die geen significante infrastructuurwerken in de bestaande overheidsgebouwen (kantoorgebouwen) vereisen. De meer innovatieve initiatieven (betonkernactivering, boorgatenwarmteopslag) worden best op projectbasis bekeken. Het is geen meerwaarde om hiervoor bijkomend generiek onderzoek te doen. Zulke technologieën werden dus niet onderzocht. •
Opwekken van windenergie:
Overheidsterreinen langs grootschalige infrastructuren - zoals snelwegen en waterwegen - die voor concessie voor de plaatsing van windturbines in aanmerking kunnen komen, werden reeds geïnventariseerd. Na de inventarisatie bleken slechts weinig van deze terreinen geschikt (vb. bij luchthaven kans op verstoring van radar, te dicht bij een benzinestation …). Maar ook positief beoordeelde en toegewezen terreinen stuitten op bezwaar, onder andere omwille van ruimtelijke ordening, afkeuring door Monumenten en Landschappen (vb. Oostkamp) of eigendomsdiscussie (vb. Thijsmanstunnel). Momenteel zijn naar aanleiding van deze inventarisatie windturbines geplaatst te Puurs, Gistel en Oekene. Het plaatsen van één windturbine is technisch interessant, maar volgens de omzendbrief ‘Afwegingskader en randvoorwaarden voor de inplanting van windturbines’ (omzendbrief EME/2006/01-RO/2006/02) gaat de absolute voorkeur uit naar het realiseren van 14 windenergieopwekking door middel van een clustering van windturbines. Een verspreide inplanting van verschillende individuele turbines is niet aangewezen. Vermits de tussenafstanden tussen grootschalige windturbines enkele honderden meters bedragen, moet men beschikken over zeer uitgestrekte terreinen. Hierdoor is het moeilijk om overheidsterreinen te vinden die in aanmerking komen. Als op terreinen die grenzen aan overheidsterreinen windturbines geplaatst worden, kan men 14
Vanaf 3 windturbines wordt van een cluster gesproken.
Actieplan 2006-2010 – Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
Pagina 39 van 49
eventueel onderzoeken of het mogelijk is om deze projecten uit te breiden met een bijkomende windturbine op het naastgelegen overheidsterrein. Projectontwikkelaars zijn hierin ongetwijfeld betrouwbare initiatiefnemers. Zij doen een zeer uitgebreide screening van terreinen om de meest efficiënte locaties te kiezen. Aangezien gebieden van openbaar nut onmiddellijk vergunbaar zijn, leggen zij snel de focus op de overheidsterreinen die geschikt zijn. Besluit: geen nieuwe actie voor periode 2009-2010. •
Waterkrachtcentrales:
Het potentieel voor plaatsing van waterkrachtcentrales in Vlaanderen is zeer laag. Er is beslist dat enkel kunstmatige waterwegen en dus geen rivieren in aanmerking komen. Er werden overheidsterreinen in concessie gegeven voor de plaatsing van waterkrachtcentrales op het kanaal Mechelen-Leuven. Momenteel zijn er centrales operationeel te Mechelen, Boortmeerbeek, Kampenhout en Haacht. Er zijn ook waterkrachtcentrales geplaatst bij de sluizen op het Albertkanaal. Buiten deze projecten is het resterende potentieel zeer klein. Besluit: geen nieuwe actie voor periode 2009-2010. •
Biomassa (houtsnippers, houtpellets) voor verwarming:
In de loop van 2006 ondersteunde de Vlaamse overheid enkele demonstratieprojecten, maar deze techniek is ondertussen voldoende ontwikkeld voor markttoepassing op grote schaal. Volgens een 15 studie uitgevoerd door VITO in 2005 zijn systemen die gebruik maken van de aanzienlijk goedkopere houtsnippers rendabeler dan pelletsystemen. Rekening houdend met de sterke prijsstijgingen van stookolie, zijn pelletsystemen nu ook interessant. Bovendien kunnen klassieke verwarmingstoestellen eenvoudig omgebouwd worden omdat enkel de brander vervangen moet worden. Voor grootschalige installaties (> 1 MW) zijn houtsnipperketels al concurrentieel t.o.v. klassieke verwarmingssystemen op aardgas of stookolie. Nadeel is wel het bijkomend onderhoud van de schouw. Besluit: Het is aanbevolen om in een grootschalig nieuwbouwproject met een warmtevraag in de grootteorde van 1 MW de toepassing van houtsnippers te onderzoeken. Naast de economische haalbaarheid moet ook de praktische haalbaarheid onderzocht worden. Omdat dergelijke installaties op jaarbasis ongeveer 2.000 ton houtsnippers verbruiken, moeten er voldoende aanvoer- en opslagmogelijkheden zijn. Zulk een pilootinstallatie kan zowel economisch als op technisch vlak (incl. emissies) opgevolgd worden. Bij positieve resultaten zou deze techniek ook toegepast kunnen worden voor andere (of kleinschaligere) bouwprojecten. Indien het project omwille van praktische redenen niet haalbaar is, verdient bij dergelijke grote warmtevraag in elk geval hoogrenderende warmtekrachtkoppeling of de toepassing van warmtepompen een grondig onderzoek. Met de huidige ondersteuning via warmtekrachtcertificaten is de toepassing van hoogrenderende warmtekrachtkoppeling normaal financieel haalbaar. •
Zonneboilers:
Zonneboilers zijn vooral aangewezen bij (kantoor)gebouwen met een aanzienlijke warmwatervraag en waar het warmwaterverbruik zich dicht bij de zonnecollectoren bevindt. Bij typische kantoorgebouwen is de warmwatervraag eerder beperkt en is er een grote afstand tussen de warmwaterproductie in de zonnecollectoren op het dak en het warmwaterverbruik. In dergelijke gevallen leveren zonneboilers een kleinere besparing op ten opzichte van bv. doorstroomgasgeisers bij de warmwatertappunten. Bij andere gebouwtypes is de plaatsing van zonneboilers zeker te overwegen als er een groot warmwaterverbruik is (cf. Bijlage I bij MB van 11 januari 2008 houdende het vaststellen van nadere regels met betrekking tot het invoeren van haalbaarheidsstudies voor alternatieve energiesystemen). Besluit: geen nieuwe actie voor 2009-2010. •
Zonne-energie:
Een tiental jaar geleden werden op het dak van het Graaf de Ferrarisgebouw en het Henri Consciencegebouw fotovoltaïsche zonnepanelen geïnstalleerd met elk een gemiddeld vermogen van ongeveer 12 kW. Toen was dit in België het grootste project met fotovoltaïsche zonnepanelen. Vergeleken met de jaarlijkse elektriciteitsfactuur van beide gebouwen is de opbrengst evenwel beperkt. 15
‘Mogelijkheden en potentieel van pellets in Vlaanderen’, november 2005 (VITO).
Actieplan 2006-2010 – Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
Pagina 40 van 49
Momenteel is er een enorme groei van het aantal geplaatste zonnepanelen in België, grotendeels toe te schrijven aan de steunmaatregelen van de overheid (Vlaamse, Brusselse en Waalse). De Afdeling Elektriciteit en Mechanica Antwerpen schreef enkele jaren geleden een aanbesteding uit voor de toewijzing van een concessie voor de plaatsing van 72 tot 95 kWp fotovoltaïsche zonnepanelen op de geluidsschermen langs de E19-autosnelweg te Dilbeek. Uit de ingediende voorstellen bleek dat het project enkel mogelijk was met aanzienlijke bijkomende steun, die op dat ogenblik niet beschikbaar was. Sinds begin 2006 nam dankzij de toekenning van groenestroomcertificaten de ondersteuning voor fotovoltaïsche zonne-energie sterk toe, zodat het project financieel wel haalbaar leek. Daarom werd een nieuwe aanbesteding gelanceerd, waarop echter geen voorstellen werden ingediend. De voornaamste reden is vermoedelijk de moeilijke bereikbaarheid voor de plaatsing en het onderhoud van de zonnepanelen. Inmiddels zijn wel zonnepanelen geplaatst op het ecoduct over de Naamsesteenweg (Meerdaalwoud) te Bierbeek. De elektriciteit wordt aangewend voor verlichting van de tunnel voor gebruikers. Gespecialiseerde bedrijven zijn bereid zelf de investeringen te doen groenestroomcertificaten en een vergoeding voor de geproduceerde stroom.
in
ruil
voor
de
De opbrengst uit de groenestroomcertificaten en de verkoop van de geproduceerde elektriciteit komt in dit geval toe aan de installateur-investeerder. Voor installaties groter dan 10 kWp kan men geen terugdraaiende teller toepassen, maar is wel compensatie mogelijk tussen de ogenblikkelijke zonneelektriciteitsproductie en het ogenblikkelijke elektriciteitsverbruik in het gebouw, zodat de elektriciteitsproductie het elektriciteitsnetverbruik voor het betrokken gebouw doet dalen. Voor deze elektriciteitsproductie die de verbruiksfactuur doet dalen, kan de Vlaamse overheid een vergoeding per geproduceerde kWh betalen. Voor de verkoop van de zonnestroom bovenop het ogenblikkelijk verbruik is de investeerder zelf verantwoordelijk. De verkoop van elektriciteit uit zonne-energie aan een elektriciteitsleverancier biedt echter veel minder opbrengsten dan de besparing op de eigen elektriciteitsfactuur. Met als voornaamste toewijzingscriterium de vergoeding die zij moet betalen voor de geleverde elektriciteit uit zonne-energie, kan de Vlaamse overheid een belangrijke besparing op de aankoop van elektriciteit realiseren. Dit levert ook de hoogste opbrengst op voor de investeerder en verhoogt de interesse van eventuele investeerders voor dergelijk project. Nadeel is dat deze toewijzingsmethode wat complexer is omdat investeerders hun offerte dienen af te stemmen op de elektriciteitsafname van het betrokken gebouw. Men kan als voornaamste beoordelingscriterium ook kiezen voor de hoogste concessievergoeding die een investeerder wil betalen voor het gebruik van het dak (dit is voorzien in het federale bestek). Dit maakt het project minder rendabel, omdat dan verondersteld wordt dat de elektriciteit wordt teruggeleverd aan het net aan een lagere vergoeding, maar is mogelijk organisatorisch eenvoudiger. Met de sector kan daarom best eerst overlegd worden welke aanpak het meest haalbaar is. In januari 2010 liet het Departement LNE (Cel IMZ) in samenwerking met het AFM en VEA een haalbaarheidsonderzoek (financieel en technisch) uitvoeren voor het plaatsen van fotovoltaïsche panelen op een selectie van bestaande Vlaamse overheidsgebouwen. Op basis van de resultaten van deze haalbaarheidsstudie kan de Vlaamse overheid een standpunt innemen en eventuele acties ondernemen wat betreft het plaatsen van fotovoltaïsche panelen in haar bestaande gebouwenpatrimonium. Het onderzoek resulteerde namelijk in een methodologie en een checklist met een scoresysteem, waarmee de overheid op een eenvoudige wijze (nieuwe) haalbare projecten kan identificeren. De methodologie van deze checklist brengt de technische gegevens die in een bestek opgenomen kunnen worden, in kaart. De studieresultaten werden bezorgd aan de gebouwgebruikers (leidend ambtenaren) van de onderzochte gebouwen. Zij kunnen op basis van de resultaten investering in PV-panelen overwegen (zie verder ‘nieuwe acties’). De handleiding en checklist (uitgewerkt in deze studieopdracht) kunnen door andere entiteiten gebruikt worden om het potentieel van PV-panelen te identificeren en zijn beschikbaar op: http://www.lne.be/campagnes/milieuzorg-in-de-vlaamse-overheid/werkenaan/energie/acties/fotovoltaische-panelen-op-vlaamse-overheidsgebouwen.
Actieplan 2006-2010 – Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
Pagina 41 van 49
Nieuwe acties: Beschrijving Adviesverlening voor het plaatsen van PVpanelen op Vlaamse overheidsgebouwen Mogelijkheden voor plaatsen van PVpanelen op geluidsschermen grondiger onderzoeken (rekening houdend met praktische knelpunten zoals o.a. vandalisme, verkeershinder bij plaatsen van panelen …) + eventueel opstarten van pilootprojecten (i.f.v. financiële en technische haalbaarheid) 3.4.2.3
Mijlpaal (timing) 2011-2014
Trekker AFM
2011-2014
Voorstel MOW
Knelpunten
/
Actieplan 2006-2010 – Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
Pagina 42 van 49
3.4.3 Haalbaarheid van WKK voor nieuwbouwprojecten Actie (uit actieplan) De haalbaarheid van warmtekrachtkoppeling (WKK) wordt voor grote nieuwbouwprojecten onderzocht 3.4.3.1
Trekker Betrokkenen Timing Doelgroep AFM - Afd. VEA 2008 Gebouwenbeheerders Studie & Bouwheren Advies
Situering
Op 23 november 2007 gaf de Vlaamse Regering haar definitieve goedkeuring aan het besluit voor de invoering van de haalbaarheidsstudie voor alternatieve energiesystemen. Zoals wordt opgelegd door de Europese Richtlijn betreffende energieprestaties van gebouwen, voorziet het besluit in een verplichte haalbaarheidsstudie voor nieuwe gebouwen groter dan 1.000 m², waarvan het gebouw of de betreffende delen worden verwarmd om een specifieke binnentemperatuur te bekomen en waarvan de stedenbouwkundige vergunning wordt aangevraagd na 31 januari 2008. De bedoeling is vooral de bouwheren te informeren over de mogelijke technieken, de subsidies en de haalbaarheid van de verschillende alternatieve energiesystemen. Het is in het belang van de bouwheer om de studie al tijdens de ontwerpfase te laten uitvoeren, zodat alle resultaten nog in het definitieve ontwerp opgenomen kunnen worden. In de bijlage van het Ministerieel besluit van 11 januari 2008 werd vastgelegd welke technieken in de haalbaarheidsstudie onderzocht moeten worden. Deze werden zodanig geselecteerd dat de kans heel groot is dat de toepassing effectief haalbaar is. WKK dient onderzocht te worden voor gebouwen met een totale bruikbare vloeroppervlakte > 1.000 m² en met volgende bestemming: wonen, kantoor, onderwijs, industrie, gezondheidszorg, sport, handel, bijeenkomstgebouw en horeca. De regelgeving vraagt een haalbaarheidsstudie uit te voeren, maar verplicht niet om de onderzochte alternatieven ook daadwerkelijk te implementeren. Nieuwe grote Vlaamse overheidsgebouwen zullen onder de toepassing van deze richtlijn vallen en moeten dus een technische, milieutechnische en economische haalbaarheidsstudie van alternatieve systemen (o.a. gedecentraliseerde systemen voor energievoorziening gebaseerd op hernieuwbare energiebronnen, WKK, warmtepompen) uitvoeren. 3.4.3.2
Resultaten
Status 2006-2008: Uitgevoerd. Deze actie werd in het actieplan opgenomen voor de regelgeving ingevoerd werd. Bespreking: Zoals hierboven aangegeven zullen alle nieuwbouwprojecten van kantoorgebouwen met een bruikbare vloeroppervlakte > 1.000 m² aan een haalbaarheidsstudie voor WKK onderworpen worden. Daarenboven kan de handleiding ‘Waardering van kantoorgebouwen – op weg naar een duurzame huisvesting voor de Vlaamse overheid’ bouwpromotoren ertoe aanzetten aandacht te besteden aan duurzaamheid en dus ook aan energie (één van de 3 pijlers van de handleiding). Voor het bepalen van criteria werd bewust gekozen voor prestatienormen, eerder dan voor specifieke technieken. De kandidaat bouwheer bepaalt zelf welke technieken hij inschakelt om de gevraagde prestaties te realiseren. Dergelijke aanpak kadert ook in het stimuleren van innovatieve technieken. De Vlaamse overheid zou in het kader van haar voorbeeldrol systematisch kunnen oordelen dat niet alleen de haalbaarheidsstudie wordt uitgevoerd, maar dat ook één of meerdere alternatieven effectief worden geïmplementeerd. Door hoge eisen te stellen inzake energievriendelijke technieken kan aan de projectontwikkelaars een signaal worden gegeven. De WKK-mogelijkheden werden onderzocht voor het VAC te Leuven, maar kwamen niet in aanmerking omdat gekozen werd voor toepassing van boorgatenenergieopslag. 3.4.3.3
Knelpunten
/
Actieplan 2006-2010 – Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
Pagina 43 van 49
4
Evaluatie van het actieplan
In het voorjaar van 2009 werd de gebruikte methodiek (opmaak, uitvoering en rapportage) van het actieplan geëvalueerd i.s.m. CIBE Communicatie vzw en Arcadis Belgium. De bedoeling van dit onderzoek was om na te gaan hoe de methodiek door de betrokkenen werd ervaren (efficiëntie, effectiviteit, knelpunten, voorstellen, aanbevelingen). Tijdens de bevraging duidden de respondenten de Cel IMZ aan als de belangrijkste trekker voor de opmaak, uitvoering en rapportage van toekomstige actieplannen inzake milieu en energie. De trekker moet daarbij de juiste mensen samenbrengen, zorgen voor de nodige administratieve ondersteuning en begeleiding, voorstellen en (communicatie)initiatieven uitvoeren en het geheel via rapportage bewaken. Het tot nu toe gevoerde proces van opmaak, uitvoering en rapportage van het actieplan energiezorg verliep over de hele lijn goed. De juiste personen en diensten werden bij de diverse fases van de actieplannen betrokken en het overleg verliep in optimale omstandigheden. Minpuntje was de lange beslissingstermijn op politiek niveau. De autonomie van de agentschappen en de departementen vormde volgens de respondenten het belangrijkste knelpunt bij de uitvoering. De actieradius van het actieplan bleef hierdoor beperkt: acties in het actieplan waren niet afdwingbaar, het aantal personeelsleden dat actief meewerkte aan de uitvoering van het actieplan bleef beperkt, vaak moest gerekend worden op de nodige ‘goodwill’. De uitvoerders hebben zich daardoor voornamelijk moeten beperken tot overkoepelende acties. De meeste leidinggevenden in de Vlaamse overheid zijn niet echt bezig met interne milieuzorg of meer specifiek met energiezorg. Volgens CIBE zou men hieraan tegemoet kunnen komen door in de actieplannen een waaier van acties, afgestemd op hun activiteiten, te voorzien waaruit de entiteiten vrij kunnen kiezen mits het bereiken van een minimumprestatie (doel). Om dit minimum (en zo de globale doelstellingen voor heel de Vlaamse overheid) te halen, wordt interne milieuzorg (energiezorg) bij voorkeur meteen ingeschreven in de beheersovereenkomsten van de entiteiten. Deze redenering werd echter niet expliciet gevolgd de in de 2 generatie beheers- en managementovereenkomsten. Onder meer vanuit het oogpunt van interne planlastvermindering werd geopteerd voor vereenvoudiging waarbij milieu- en energiezorg minder expliciet aanwezig is en dus minder daadkrachtig wordt. De overlegorganen (samenstelling en werking) van de Vlaamse overheid waren niet goed gekend bij de uitvoerders van het actieplan en werden waarschijnlijk niet optimaal ingezet. Toch vindt men het belangrijk dat actieplannen op een hoog niveau (Vlaamse Regering) gedragen en goedgekeurd worden. Daarom is het belangrijk dat de leidend ambtenaren (afdelingshoofden) voldoende geïnformeerd en gesensibiliseerd worden, zodat ze de meerwaarde van interne milieuzorg (energiezorg) inzien. Op 4 februari 2011 werd het 'Sleutelproject 4.2. Duurzaam optreden van de Vlaamse overheid' van het Meerjarenprogramma Slagkrachtige overheid (VR 2011 0402 DOC.0056 goedgekeurd). De uitvoering van dit actieplan, waaronder energiezorg, wordt gerapporteerd aan het College van Ambtenaren-generaal. Op die manier wordt draagvlak en betrokkenheid gecreëerd die kan leiden tot snellere realisatie van de acties in de entiteiten. Bij de uitwerking van het eerste actieplan was het niet eenvoudig om de nodige gegevens te verzamelen waardoor doelstellingen onvoldoende meetbaar werden geformuleerd. Het ontbreken van data (indicatoren) hindert het evalueren van de resultaten van het actieplan en de opvolging van het ambitieniveau. Daarom heeft de Cel IMZ in samenwerking met het Departement BZ – Afdeling Beleid en het AFM in 2010 een samenwerking opgestart om jaarlijks het energieverbruik van de Vlaamse overheid te bevragen. Daarnaast zal een structuur opgezet worden waarbij de gegevens op een eenvoudige en betrouwbare wijze kunnen verzameld worden en centraal beschikbaar zijn. Energiezorg bij de Vlaamse overheid vergt zowel een conceptuele als een inhoudelijke benadering. Vanuit een algemeen concept (vb. duurzaam optreden van de Vlaamse overheid) kunnen het best thematische (deel)actieplannen, bij voorkeur beknopt en ‘to the point’, uitgewerkt worden met als belangrijkste onderdelen: de actietabel, korte verantwoording en de oplijsting van mogelijke knelpunten. De achtergrondinformatie (wettelijk kader, voorbeelden uit het buitenland) moet geen prominent onderdeel van het actieplan vormen, maar mag ook niet ontbreken. Het volstaat om via een goed doorverwijssysteem meer uitgebreide informatie aan te reiken. Het Sleutelproject 4.2. 'Duurzaam optreden van de Vlaamse overheid' kan beschouwd worden als een eerste aanzet van deze aanpak.
Actieplan 2006-2010 – Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
Pagina 44 van 49
De respondenten van het onderzoek kiezen duidelijk voor ambitieuze actieplannen, maar met vrijheid in de uitvoering en toch voldoende realiteitszin (inzet van middelen). De uitvoering moet gekoppeld worden aan de bevoegdheden en de mogelijkheden van de entiteiten, en aan de personele en budgettaire middelen. Het principe van de subsidiariteit speelt sterk: uitvoering op het hiertoe meest geschikte niveau, dat er ook de middelen en de mogelijkheid toe heeft. Het werken met pilootprojecten (pilootentiteiten) kan hierbij aangewend worden. De resultaten van enkele ‘quick wins’ kunnen aanzetten tot actie, al volstaat het niet om alleen over snelle successen te communiceren. Wel kunnen enkele goede pilootprojecten inspirerend werken en andere entiteiten aanzetten tot actie. Een samenwerkingsprotocol kan hierbij ook aangewezen zijn. In Bijlage 12 wordt een samenvatting gegeven van de uitvoeringstatus van de verschillende acties van het actieplan. De totale uitvoeringstatus van het actieplan bedraagt ongeveer 74%. De acties die bij de opmaak van het tussentijds rapport werden opgenomen, hebben een uitvoeringstatus van 61%, terwijl de uitvoeringsstatus van de acties uit het oorspronkelijke actieplan (VR 20 juli 2006) 84% bedraagt. 16
Bijlage 4 geeft een overzicht van de jaarlijkse energieverbruikscijfers (in kWh/m²) van alle gebouwen waarvan het AFM de energielasten draagt (inclusief Ferraris- en Consciencegebouw) voor de voorbije periode 2006 t.e.m. 2010. Het aardgas- en waterverbruik is in de voorbije periode lichtjes gedaald, het elektriciteitsverbruik daarentegen is lichtjes gestegen. De continue verdere huur van het Ellipsgebouw (50% t.o.v. 2008), de uitgebreide ICT-activiteiten en het ontbreken van specifieke energiebesparende maatregelen (enkel onderhoudswerken) kunnen de stijging van het elektriciteitsverbruik verklaren. De acties uit het actieplan hebben globaal geleid tot een daling van de energieverbruiken voor de gebouwen in beheer van het AFM.
16
Energiecijfers zijn graaddagen gecorrigeerd.
Actieplan 2006-2010 – Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
Pagina 45 van 49
5
Blik naar de toekomst
Ondanks het aflopen van het actieplan ‘Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen’, lopen de acties i.v.m. energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen niet af. Acties die niet of niet 17 volledig werden gerealiseerd, worden verder opgenomen in de werkplanning voor energiezorg de komende jaren, samen met een aantal nieuwe acties die bij het aflopen van het actieplan geformuleerd werden. Deze acties worden gekaderd in het Sleutelproject 4.2. Duurzaam optreden van de Vlaamse overheid (VR 2011 0402 DOC.0056 4 februari 2011). Eén van de doelstellingen van het sleutelproject is het energieverbruik van de Vlaamse overheidsgebouwen te reduceren t.o.v. het referentiejaar 2009. O.a. op basis van de resultaten van energie-audits en haalbaarheidsstudies inzake hernieuwbare energie, zullen verbeteringsvoorstellen worden uitgevoerd, in functie van de terugverdientijd, return on investment, energetische waarde … maar ook rekening houdend met de levensduur van de uitrusting (life cycle management of levenscyclusbeheer). Met duidelijke afspraken en functiebeschrijvingen, de nodige ondersteuning (informatie & vorming), monitoring en rapportering van energie-indicatoren en een systeem van generieke budgetten via het Vlaams Energiebedrijf kunnen efficiëntiewinsten (interne en externe kostenbesparingen) gerealiseerd worden. De voortgang van het Sleutelproject wordt bewaakt door het CAG en kern VR. In tegenstelling met het actieplan 2006-2010 ‘Energiezorg in Vlaamse overheidsgebouwen’ kunnen knelpunten sneller aangepakt en beslissingen op hoog niveau worden genomen. Door de werkplanning te verankeren in het Sleutelproject 4.2. Duurzaam optreden van de Vlaamse overheid is er dus continuïteit in de werking en zullen concrete resultaten rond energiezorg worden geboekt en gerapporteerd. Dankzij dit sleutelproject zullen belangrijke doorbraken gerealiseerd worden die ook de basis (organisatorische structuur) zullen leggen voor een nieuw actieplan 'Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen'. Bij het formuleren van doelstellingen in het kader van de opmaak van een nieuw actieplan ‘Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen’ moet niet alleen gekeken worden naar het draagvlak binnen de overheid, de doelstellingen moeten ook aansluiten bij de noden van de gehele maatschappij en burgers, bedrijven e.a. ook aanspreken. De Vlaamse overheid moet daarbij als organisatie met groot gebouwenpatrimonium de nodige bijdrage leveren en het goede voorbeeld geven. De initiatieven op Europees niveau inzake energie en energieprestatie van gebouwen zijn de basis bij het vastleggen van mijlpalen en bakens voor de toekomst. In december 2008 heeft het Europees Parlement het klimaat- en energiepakket goedgekeurd waarbij tegen 2020 volgende klimaatdoelstellingen moeten gehaald worden: een vermindering van 20% van de broeikasemissies, een aandeel van 20% hernieuwbare energie in het totale energieverbruik van de EU en 20% meer energie-efficiëntie. Volgens de Europese Commissie moet men echter dringend extra inspanningen ondernemen om op schema te blijven. Op vraag van de Europese Raad (4 februari 2011) heeft de Europese Commissie daarom het ‘Energie Efficiëntie Plan 2011’ gepubliceerd. Volgens dit actieplan ligt het grootste besparingspotentieel bij de gebouwen en moeten overheden het goede voorbeeld opnemen. Onder andere de richtlijn betreffende de energieprestatie van gebouwen (2010/31/EU) en de richtlijn ter bevordering van het gebruik van hernieuwbare energiebronnen (2009/28/EU) zullen er toe bijdragen dat energie-efficiëntie en inzet van hernieuwbare energiebronnen binnen de Europese Unie worden versneld. De richtlijn 2010/31/EU bepaalt immers dat uiterlijk na 31 december 2020 alle nieuwe gebouwen bijna-energieneutrale gebouwen zijn en dat na 31 december 2018 de nieuwe gebouwen waarin overheidsinstanties zijn gehuisvest die eigenaar zijn van deze gebouwen, bijna-energieneutrale gebouwen zijn. De lidstaten stellen nationale plannen op om te zorgen voor een toename van het aantal bijna-energieneutrale gebouwen die voor verschillende categorieën gebouwen gedifferentieerde streefcijfers bevatten. Volgens de richtlijn 2009/28/EG van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van hernieuwbare energiebronnen moeten nieuwe en ingrijpend gerenoveerde overheidsgebouwen in het kader van hun voorbeeldfunctie al vanaf 2012 een minimumniveau van energie uit hernieuwbare 17
Zie Bijlage 11 Werkplanning Energiezorg 2011-2014.
Actieplan 2006-2010 – Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
Pagina 46 van 49
bronnen putten. De lidstaten kunnen onder meer toestaan dat aan die verplichting wordt voldaan door de naleving van de normen voor nul energie huisvesting of door ervoor te zorgen dat de daken van openbare of gemengde private-openbare gebouwen door derde partijen kunnen worden gebruikt voor installaties die hernieuwbare energie produceren. Ook wordt het toepassingsgebied van het EPC-certificaat voor publieke gebouwen (nu: > 1.000 m²) die veelvuldig door het publiek worden bezocht, geleidelijk uitgebreid naar alle publieke gebouwen met een vloeroppervlakte groter dan 500 m² (uiterlijk vanaf 09/01/2013) en groter dan 250 m² (uiterlijk vanaf 9/07/2015). In 2011 zal het Vlaams Energieagentschap met ondersteuning van verschillende stakeholders een actieplan 'Bijna-Energieneutrale gebouwen' (= BEN-gebouwen) voor Vlaanderen uitwerken. Op basis van bovenstaande ontwikkelingen is het duidelijk dat een ambitieus actieplan voor de Vlaamse overheid onontbeerlijk is. Bij de opmaak van een nieuw actieplan zal bovendien rekening gehouden worden met de bepalingen van de Vastgoednota – ONTWERP Algemeen beleidskader voor het beheer van vastgoed van de Vlaamse overheid dat werd opgemaakt door het Departement Bestuurszaken (Vastgoedbeleid) in samenwerking met het Agentschap Facilitair Management en het Team Vlaamse Bouwmeester. Deze nota verduidelijkt o.a. de context, visie, belangrijke kerntaken, verantwoordelijkheden, scenario’s, instrumenten … van de Vlaamse overheid op het vlak van duurzaam vastgoedbeleid. Elementen als rationeel energieverbruik, het gebruik van milieuvriendelijke materialen, kwaliteitsvolle architectuur, optimale functionaliteit, gebruiksvriendelijkheid, duurzame ruimtelijke planning … maken hiervan integraal deel uit. Deze nota biedt een goede vertrekbasis voor de opmaak van het nieuwe actieplan ‘Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen’ omdat o.a. verantwoordelijkheden worden verduidelijkt inzake vastgoedbeleid en vastgoedbeheer: •
Het algemeen vastgoedbeleid op niveau van de Vlaamse overheid bevat o.a. generieke richtlijnen en procedures en schept het kader voor het vastgoedbeheer en facilitair management (verantwoordelijke: het Departement Bestuurszaken).
•
Het specifiek vastgoedbeleid is het beleid dat wordt gevoerd door de departementen, agentschappen en entiteiten met eigen onroerend patrimonium (verantwoordelijke: elke entiteit met eigen onroerend patrimonium).
•
Het vastgoedbeheer van individuele goederen bevat alle beheersmaatregelen met betrekking tot zorg voor onderhoud, beheer en instandhouding (verantwoordelijke: elke entiteit met autonome beheerverantwoordelijkheid over het onroerend goed). Het AFM neemt als centrale entiteit het beheer op voor de centrale overheidsgebouwen in de Noordwijk te Brussel en de Vlaamse Administratieve Centra.
•
Facilitair Management omvat alle activiteiten die ertoe bijdragen dat diegenen die gebruik maakt van het vastgoed, dit in optimale omstandigheden kunnen doen. Vandaag neemt het AFM dit op in het kader van haar verdere ontwikkeling tot een dienstencentrum.
De stuurgroep vastgoedbeleid met daarin de belangrijkste actoren (AFM, TVB, F&B, PMV en een vertegenwoordiging van de entiteiten die een specifiek vastgoedbeleid voeren) bewaken een adequate afstemming van vastgoedbeleid, -beheer en facilitair management. De leden van het EO zullen deze stuurgroep betrekken bij de uitwerking van een nieuw actieplan 'Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen' omdat energiezorg deel uitmaakt van een duurzaam vastgoedbeheer. Een goede afstemming en taakverdeling kan ertoe leiden dat resultaten sneller, efficiënter en effectiever kunnen gerealiseerd worden. Het energieoverleg staat klaar om op deze uitdagingen gepast te reageren, en zal deze acties kaderen in een nieuw actieplan.
Actieplan 2006-2010 – Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
Pagina 47 van 49
6
Lijst met afkortingen
AFM ARAB AWV BA4-attest
BBB BIM BZ CAG Cel IMZ of IMZ CJSM DAR Dept. BZ Dept. LNE DPF EMA EMC EPC ESCO EVA F&B IF iV IVA LA LNE LV MJP MOW OVAM PMV REG RWO SCICT SMART SOBO TVB VAC VDAB VEA VMM VTE WKK WTCB WVG
Agentschap voor Facilitair Management Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming Agentschap Wegen en Verkeer BA4-attest krijgt een persoon na een opleiding waarin hij/zij leert welke risico’s verbonden zijn aan het werken in elektrische installaties Beter Bestuurlijk Beleid Brussels Instituut voor Milieubeheer Bestuurszaken College Ambtenaren-generaal Cel Interne Milieuzorg Cultuur, Jeugd, Sport en Media Diensten Algemeen Regeringsbeleid Departement Bestuurszaken Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Derdepartijfinanciering Elektriciteit en Mechanica Antwerpen Energy Monitoring & Controlling (energieboekhoudingspakket) Energieprestatiecertificaat Energy Service Company Extern verzelfstandigd agentschap Financiën en Begroting Inspectie van Financiën internationaal Vlaanderen Intern verzelfstandigd agentschap leidend ambtenaar Leefmilieu, Natuur en Energie Landbouw en Visserij Meerjarenprogramma Mobiliteit en Openbare Werken Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij Participatiemaatschappij Vlaanderen Rationeel energiegebruik Ruimtelijke ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed Sturing en Controle Informatie- en Communicatietechnologie Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdsgebonden Strategisch Overlegforum Bestuurlijke Organisatie Team Vlaamse Bouwmeester Vlaams Administratief Centrum Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding Vlaams Energieagentschap Vlaamse Milieumaatschappij voltijds equivalent Warmtekrachtkoppeling Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
Actieplan 2006-2010 – Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
Pagina 48 van 49
7
Overzicht van bijlagen
BIJLAGE 1
Doorlichting van beheers- en managementovereenkomsten
BIJLAGE 2
Omzendbrieven: FM/2008/1 en FM/2008/2
BIJLAGE 3
Overzicht van acties van sensibilisering en informatie in verband met energiezorg
BIJLAGE 4
Rapportering energieverbruik gebouwen in beheer AFM: cijfers en korte bespreking
BIJLAGE 5
Overzicht van ‘EPC Publieke Gebouwen’ van Vlaamse overheidsgebouwen die gebruik hebben gemaakt van raamcontract van het AFM
BIJLAGE 6
Overzicht stand van zaken van energiebesparingsmaatregelen (februari 2011)
BIJLAGE 7
Overzicht van gerealiseerde energiebesparingsmaatregelen gebouwen in beheer van het AFM (februari 2011)
BIJLAGE 8
Bespreking van de evolutie van het energieverbruik voor een aantal gebouwen in beheer van het AFM
BIJLAGE 9
Overzicht van rendabele auditrapporten 2002-2004
BIJLAGE 10
Overzicht van % groene stroom afname van Vlaamse entiteiten
BIJLAGE 11
Werkplanning 2011-2014
BIJLAGE 12
Status van uitvoering van acties (2006-2010): eindevaluatie
Actieplan 2006-2010 – Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
grote
investering
–
doorlichting
voor
van
Pagina 49 van 49
BIJLAGE 1
Overzichtstabel
Bijlage 1 Doorlichting van beheers- en managementovereenkomsten
Beleidsdomeinen · BZ (Bestuurszaken)
Agentschappen ABB (agentschap voor Binnenlands Bestuur) AFM (agentschap voor Facilitair Management) AgO (agentschap voor Overheidspersoneel) VARS (Vlaams Agentschap voor Rekrutering en Selectie -Jobpunt Vlaanderen) DBZ (departement Bestuurszaken)
· CJSM (Cultuur, Jeugd, Sport en Media)
BLOSO (agentschap Commissariaat-generaal voor de Bevordering van de Lichamelijke KE (agentschap Kunsten en Erfgoed) SCW (agentschap Sociaal-Cultureel Werk voor Jeugd en Volwassenen) VRM (agentschap Vlaams Regulator voor de Media) VRT (agentschap Vlaamse Radio- en Televisieomroep) DCJSM (departement Cultuur, Jeugd, Sport en Media) Culturele Biografie vzw CultuurNet vzw (CultuurNet Vlaanderen) VFL (Vlaams Fonds voor de Letteren)
· DAR (Diensten voor het Algemeen
AGIV (agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen) IAVA (agentschap Interne Audit van de Vlaamse Administratie) SVR (agentschap Studiedienst van de Vlaamse Regering) DAR (departement voor het Algemeen Regeringsbeleid)
· EWI (Economie, Wetenschap en Innovatie)
AgEc (agentschap Economie) IWT (agentschap Instituut voor Innovatie, Wetenschap en Technologie) VITO (Vlaamse instelling voor Technologisch Onderzoek) VLAO (Vlaams agentschap Ondernemen) DEWI (departement Economie, Wetenschap en Innovatie) Stichting FWO (Fonds Wetenschappelijk Onderzoek Vlaanderen)
Bijlage 1 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
doorgelicht ja ja ja nee nee ja ja ja ja ja nee ja ja ja ja (enkel ontwerp) ja ja nee nee nee ja nee nee nee
Overzicht: p. 1/26
Overzichtstabel
Bijlage 1 Doorlichting van beheers- en managementovereenkomsten
Beleidsdomeinen
Agentschappen
doorgelicht
· F&B (Financiën en Begroting)
ACA (agentschap Centrale Accounting) AVB (agentschap Vlaamse Belastingsdienst) DFB (departement Financiën en Begroting)
ja ja nee
· iV (Internationaal Vlaanderen)
ATV (agentschap Toerisme Vlaanderen) AVAIO (Vlaams agentschap voor Internationaal Ondernemen - Flanders Investment and Trade) AVAIS (Vlaams agentschap voor Internationale Samenwerking) DiV (departement Internationaal Vlaanderen)
ja ja ja nee
· L&V (Landbouw en Visserij)
ILVO (agentschap Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek) LV (agentschap Landbouw en Visserij) DLV (departement Landbouw en Visserij)
ja ja nee
·LNE (Leefmilieu, Natuur en Energie)
INBO (agentschap Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek) ANB (agentschap Natuur en Bos) OVAM (agentschap Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij) VEA (Vlaams Energieagentschap) VLM (agentschap Vlaamse Landmaatschappij) VMM (agentschap Vlaamse Milieumaatschappij) VREG (agentschap Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt) DLNE (departement Leefmilieu, Natuur en Energie) SBRO-MG (steunpunt Beleidsrelevant Onderzoek - Milieu en Gezondheid)
nee ja ja ja ja nee nee nee ja
·MOW (Mobiliteit en Openbare Werken)
DS (agentschap De Scheepvaart) MDK (agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust) VVM (agentschap Vlaamse Vervoersmaatschappij - De Lijn) WV (agentschap Wegen en Verkeer) WZ (agentschap Waterwegen en Zeekanaal) DMOW (departement Mobiliteit en Openbare Werken)
ja ja ja nee ja nee
Bijlage 1 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
Overzicht: p. 2/26
Overzichtstabel
Bijlage 1 Doorlichting van beheers- en managementovereenkomsten
Beleidsdomeinen
Agentschappen
doorgelicht
·O&V (Onderwijs en Vorming)
AGION (agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs) AHOVO (agentschap Hoger Onderwijs en Volwassenenonderwijs) AOC (agentschap voor Onderwijs-communicatie) AgODi (agenschap voor Onderwijsdiensten) DOV (departement Onderwijs en Vorming) SRO (steunpunt Recht en Onderwijs)
nee nee nee nee nee ja
·RWO (Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en
IRWO (agentschap Inspectie Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed) ROV (agentschap Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed Vlaanderen) VIOE (agentschap Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed) VMSW (agentschap Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen) WONEN (agentschap Wonen Vlaanderen) DRWO (departement Ruimtelijke Ordening, Wonen en Onroerend erfgoed)
nee nee nee nee nee ja
·WSE (Werk en Sociale Economie)
ESF (agentschap Europees Sociaal Fonds) VDAB (agentschap Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding) VLAO (Vlaams agentschap voor Ondernemingsvorming - Syntra Vlaanderen) VSWSE (Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale economie) DWSE (departement Werk en Sociale Economie)
ja ja ja nee nee
·WVG (Welzijn, Volksgezondheid en gezin)
JW (agentschap Jongerenwelzijn) ZG (agentschap Zorg en Gezondheid) KG (agentschap Kind en Gezin) APH (Vlaams agentschap Personen met een Handicap) VIPA (agentschap Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoongebonden Aangelegenheden) OPZ Geel (Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Geel) OPZ Rekkem (Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Rekem) IWV (agentschap Inspectie Welzijn en Volksgezondheid) DWVG (departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin)
ja ja ja ja ja ja ja nee nee
Bijlage 1 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
Overzicht: p. 3/26
Beleidsdomein Bestuurszaken
Bijlage 1 Doorlichting van beheers- en managementovereenkomsten
ABB - Beheersovereenkomst dd. 25/10/2007 p12 - 7.2. De overheid als voorbeeldige werkgever p14 - 7.2.3. Duurzaam en ethisch verantwoord aankoopbeleid
Het agentschap engageert zich om aan dergelijke richtlijnen, bijvoorbeeld inzake energiezorg, milieuzorg, mobiliteit, etc zelf consequent uitvoering te geven, vanuit de voorbeeldfunctie die het agentschap heeft als deel van de Vlaamse overheid Het agentschap zal bij de aankoop van haar producten de in de Vlaamse overheid geldende normen over energie en milieuzuinigheid respecteren en waakt erover dat deze aankoopproducten in menswaardige omstandigheden werden geproduceerd (eerlijke handel). Het agentschap steunt loyaal de initiatieven die door de MOD worden genomen volgens de bepalingen en richtlijnen van het centraal aankoopbeleid uitgewerkt door het agentschap Facilitair Management.
AFM - Beheersovereenkomst dd. 04/05/2007 p7 - A.II - art 6 - 1. Een efficiënte en duurzame huisvestingsstrategie, op maat van de noden van een moderne Vlaamse administratie p7 - A.II - art 6 - 2. Een zuinig en milieubewust energiebeleid p7 - A.II - art 6 - 3. Een milieubewust en ethisch bewust facilitair management
1.1. Gefaseerde afstemming van de huisvesting op de [nieuwe] organisatiestructuur van de Vlaamse overheid na de invoering van Beter Bestuurlijk Beleid. Daarbij worden de diensten van eenzelfde beleidsdomein maximaal samengebracht en wordt gelijktijdige aandacht besteed aan mens (ergonomie), omgeving (milieu, energie) en organisatie-efficiëntie. 2.2. Nemen van (technische) besparingsmaatregelen om te komen tot een optimaal gebruik van energie, zonder dat dit het gebruiks-gemak in het gedrang brengt. 2.3. Stimuleren van duurzame en vernieuwende technieken inzake energiebeheer in bestaande en nog op te richten gebouwen. 3.1. Realiseren van een milieubewust afvalbeleid binnen de Vlaamse overheid. 3.2. Realiseren van een milieuvriendelijk aankoopbeleid binnen de Vlaamse overheid, waarbij een voorbeeldfunctie uitgedragen wordt. 3.3. Realiseren van een milieuvriendelijk wagenpark van de Vlaamse overheid, waarbij de mogelijkheden van alternatieve aandrijving en biobrandstof dienen bevorderd te worden. 3.4. Het vervullen van een voorbeeldrol inzake de aankoop van 'eerlijke' producten.
p10 - A.II - art 7 - 1. Onderlinge samenwerking
Verder onderhouden en uitbouwen van een gestructureerde samenwerking met de Centrale Coördinatiecel Milieuzorg (CCM) van de Vlaamse overheid, teneinde door middel van adviesvragen systematisch beroep te kunnen doen op de aanwezige interne kennis inzake milieucriteria bij de opmaak van bestekken.
p11 - A.II - art 7 - 5. Duurzaam en ethisch verantwoord aankoopbeleid
Het AFM zal bij de aankoop van haar producten de in de Vlaamse overheid geldende normen m.b.t. energie en milieuzuinigheid respecteren en waakt erover dat deze aankoopproducten in menswaardige omstandigheden werden geproduceerd (eerlijke handel). Het AFM engageert zich om binnen de termijn van deze beheersovereenkomst de volgende projecten met het oog op dit duurzaam en ethisch verantwoord aankoopbeheer concreet uit te voeren: - Waar juridisch, budgettair en praktisch haalbaar; integreren van ethische criteria en normen in bestekken voor de aankoop van textielproducten. - Continuering en, waar juridisch en organisatorisch haalbaar en realiseerbaar zonder noemenswaardige budgettaire meerkost, verdere uitbreiding van de aankoop van eerlijke voedingsproducten. - Waar haalbaar en zinvol, opnemen van ethische en milieucriteria in raamcontracten voor andere producten en/of diensten.
Bijlage 1 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
Bestuurszaken p.: 4/26
Beleidsdomein Bestuurszaken
Bijlage 1 Doorlichting van beheers- en managementovereenkomsten
AFM - Beheersovereenkomst dd. 04/05/2007 (vervolg tabel) p17 - A.II - art 8 - Kernopdrachten
p21 - A.II - art 9 - Relatie strategische doelstellingen vs. operationele doelstellingen
p26 - A.II - art 10 - 1. Het AFM stelt precies voldoende en aan de noden van een moderne Vlaamse administratie aangepaste gebouwen ter beschikking; waarbij alle geldende regelgeving en richtlijnen in acht genomen worden p30 - A.II - art 10 - 2. Algemeen
p30 - A.II - art 10 - 2.1
Ter verduidelijking/concretisering van missie en taakstelling kunnen dan ook volgende kernopdrachten van het AFM opgelijst worden: - Projectbeheer en technische studiecel: adviseren, ondersteunen en begeleiden van entiteiten van de Vlaamse administratie m.b.t. bouw/verbouwprojecten, technische (haalbaarheids)studies, technisch onderhoud van gebouwen, rationeel energieverbruik, opvolging van werken, enz. Ter uitvoering van deze kernopdracht voert het AFM volgende taken uit: > Prospectie en verkenning van de markt op vlak van gebouwtechnische elementen (asbest, telefoniecentrales, databekabeling, technisch onderhoud, ...) en rationeel energieverbruik > Opmaken van bestekken en aanbieden van raamcontracten voor gebouwtechnische elementen en rationeel energieverbruik - Werkplekinrichting en ruimtebeheer: adviseren en ondersteunen van entiteiten bij het optimaal benutten en functioneel inrichten van de werkplek (o.a. inplanting meubilair, energiebeheer, telecommunicatie, beveiliging) Onderstaande geeft aan hoe de beleidsdoelstellingen van de minister (zoals omschreven in artikel 6 en artikel 7 van deze beheersovereenkomst) gerelateerd zijn aan de strategische en operationele organisatiedoelstellingen waartoe het AFM zich engageert. 2. Het AFM treedt op als gangmaker en adviseert de entiteiten steeds over de meest aangewezen opties inzake een efficiënt energiebeheer, rekening houdend met de specifieke noden van elke entiteiten de specifieke mogelijkheden en/of beperkingen van elk gebouw van de Vlaamse administratie. 2.2. Het AFM zorgt voor een optimaal energieverbruik in door haar beheerde gebouwen en ondersteunt de andere entiteiten van de Vlaamse administratie. 2.3. Bij alle relevante projecten van het AFM wordt aandacht besteed aan rationeel energieverbruik en worden duurzame en vernieuwende technieken inzake energiebeheer gepromoot. 3. Het AFM vervult een voorbeeldrol inzake milieubewustheid en ethische bewustheid binnen het facilitaire gebeuren in de Vlaamse administratie en reikt de entiteiten voldoende mogelijkheden aan om een milieuvriendelijk en ethisch bewust aankoopbeleid te realiseren. 3.1. Het AFM verzekert een milieubewuste afvalinzameling in de grote administratieve gebouwen van .de Vlaamse administratie. 1.1. Het AFM draagt grondig onderbouwde voorstellen voor de optimalisatie van de huisvesting aan, teneinde administratieve diensten en kabinetten van eenzelfde beleidsdomein maximaal samen te brengen in eenzelfde gebouw. d) Het AFM zal zich bij de dienstverlening houden aan de globale afspraken binnen de Vlaamse overheid op vlak van oppervlaktenormen, duurzame ontwikkeling, het (de)concentratieplan, concepten op vlak van werkomgeving en ontwikkelingen inzake rationeel energiebeheer. Het AFM treedt op als gangmaker en adviseert de entiteiten steeds over de meest aangewezen opties inzake een efficiënt energiebeheer, rekening houdend met de specifieke noden van elke entiteit en de specifieke mogelijkheden en/of beperkingen van elk gebouw van de Vlaamse administratie. Het AFM geeft hierdoor mee invulling aan de voorbeeldfunctie van de overheid, zoals bepaaldd in hoofdstuk 5.10 van het "Vlaams klimaatbeleidsplan 2006 - 2012" en baseert zich hierbij vooral op de suggesties en voorstellen in het "Actieplan 2006-2010: Energiezorg in Vlaamse overheidsgebouwen". Voor de entiteiten van de Vlaamse overheid wordt een zo zuinig en milieuvriendelijk mogelijk raamcontract afgesloten voor aardgas en stookolie. Wijze van monitoring en/of prestatie-indicatoren: - % korting bekomen t.o.v. de standaardprijzen voor elk van de geliberaliseerde nutsvoorzieningen - % van de door het AFM aangekochten elektriciteit dat hernieuwbaar is
Bijlage 1 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
Bestuurszaken p.: 5/26
Beleidsdomein Bestuurszaken
Bijlage 1 Doorlichting van beheers- en managementovereenkomsten
AFM - Beheersovereenkomst dd. 04/05/2007 (vervolg tabel) p30 - A.II - art 10 - 2.2
p30 - A.II - art 10 - 2.3
p31 - A.II - art 10 - 3. Algemeen p31 - A.II - art 10 - 3.1
p31 - A.II - art 10 - 3.2
p31 - A.II - art 10 - 3.3
p31 - A.II - art 10 - 3.4
p48 - B - art 30 - Samenwerkingsovereenkomsten
Het AFM zorgt voor een optimaal energieverbruik in door haar beheerde gebouwen en ondersteunt de andere entiteiten van de Vlaamse administratie. Wijze van monitoring en/of prestatie-indicatoren: - % energiebesparing gerealiseerd t.o.v. voorgaand jaar in gebouwen onder beheer van het AFM (zowel totaal als per gebouw, waar mogelijk ook per entiteit) - % van de kantoorgebouwen onder beheer bij het AFM met een oppervlakte > 1000m2 waar de energieboekhouding maandelijks bijgehouden wordt - % van de kantoorgebouwen onder beheer bij het AFM met een oppervlakte > 1000m2 waarvoor een energiedeskundige (intern of extern) werd aangesteld om het energieprestatiecertificaat op te maken. Bij alle relevante projecten van het AFM wordt aandacht besteed aan rationeel energieverbruik en worden duurzame en vernieuwende technieken inzake energiebeheer gepromoot. Wijze van monitoring en/of prestatie-indicatoren: - % van relevante projecten waar energiebesparende initiatieven voorgesteld en/of genomen zijn door het AFM Het AFM vervult een voorbeeldrol inzake milieubewustheid en ethische bewustheid binnen het facilitaire gebeuren in de Vlaamse administratie en reikt de entiteiten voldoende mogelijkheden aan om een milieuvriendelijk en ethisch bewust aankoopbeleid te realiseren. Het AFM verzekert een milieubewuste afvalinzameling in de grote administratieve gebouwen van de Vlaamse administratie Wijze van monitoring en/of prestatie-indicatoren: - % van de kantoorgebouwen waar het AFM instaat voor de afvalverwijdering waar aan selectieve afvalinzameling gedaan wordt Het AFM treedt op als gangmaker en integreert, waar mogelijk en zinvol, criteria inzake milieuvriendelijkheid in de aangeboden (raam-) contracten voor facilitaire goederen en/ofdiensten. Wijze van monitoring enlof prestatie-indicatoren: - % van de contracten opgemaakt door het AFM waarbij één of meerdere milieucriteria werden opgenomen (totaal, indien mogelijk ook per product- of dienstengroep) Het AFM treedt op als gangmaker en adviseert de entiteiten steeds over de meest milieuvriendelijke opties met betrekking tot hun voertuigenpark. Het AFM engageert zich om, binnen haar mogelijkheden en takenpakket, mee uitvoering te geven aan het "Actieplan 2007 - 2010, milieuzorg in het voertuigenpark van de Vlaamse overheid", zoals goedgekeurd door de Vlaamse regering op 26 januari 2007. Wijze van monitoring en/of prestatie-indicatoren: - % wagens in het door het AFM beheerde wagenpark conform de milieunorm vermeld in de nog uit te werken omzendbrief hieromtrent (zowel totaal als per entiteit, opgesplitst per categorie van wagens) Het AFM bestendigt de voorbeeldfunctie die zij reeds heeft verworven dankzij haar aankoopbeleid inzake 'eerlijke' koffie, fruitsap en wijn en haar ondersteuning van de jaarlijkse 'week van de fair trade'; en bekijkt jaarlijks de mogelijkheden op de markt voor uitbreiding van het aanbod "eerlijke" producten. Wijze van monitoring en/of prestatie-indicatoren: - Het aantal "eerlijke" producten dat door het AFM wordt aangekocht - Minimaal 1 maal per jaar de markt verkennen om mogelijke opportuniteiten inzake nieuwe en/of bijkomende "eerlijke" producten te identificeren. Protocolovereenkomst met betrekking tot de samenwerking tussen het AFM en de Centrale Coördinatiecel Milieuzorg binnen de Vlaamse administratie.
AGO - Beheersovereenkomst dd. 07/12/2007 p6 - Deel 1 - Hoofdstuk II - art 7 § 5
Een duurzaam en ethisch verantwoord aankoopbeheer - Het agentschap zal binnen het beleidsdomein meewerken aan het uitgestippelde duurzaam en ethisch verantwoord aankoopbeheer
Bijlage 1 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
Bestuurszaken p.: 6/26
Beleidsdomein Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Bijlage 1 Doorlichting van beheers- en managementovereenkomsten
BLOSO - Beheersovereenkomst dd. 11/12/2007 p4 - II. Algemeen Beleidskader - art 7: Beleidsmatig en financieel kader (horizontale bevoegdheid) - 1. Onderlinge samenwerking
Project 2: oprichten van een cel sport, ruimtelijke ordening en leefmilieu Het Bloso zal intern een cel sport, ruimtelijke ordening en leefmilieu opzetten. Deze cel zal de samenwerking met de beleidsdomeinen Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed en Leefmilieu, Natuur en Energie intensifiëren door actief mee te werken aan het tot stand komen van initiatieven met betrekking tot sport. p8 - II. Algemeen Beleidskader - art 7: Beleidsmatig en Het Bloso zal bij de aankoop van zijn producten de in de Vlaamse overheid geldende normen m.b.t. energie en milieuzuinigheid respecteren en financieel kader (horizontale bevoegdheid) - 5. waakt erover dat deze aankoopproducten in menswaardige omstandigheden worden geproduceerd. Duurzaam en ethisch aankoopbeleid Het Bloso engageert zich om in hoofde van deze beheersovereenkomst de volgende projecten met het oog op dit duurzaam en ethisch verantwoord aankoopbeheer concreet uit te voeren: Project 1: uitwerken en opstarten van een proefproject inzake energiebesparing Uitwerken en opstarten van een proefproject 'energiebesparende initiatieven en strategieën in de sportsector' in het Bloso-centrum Hertentals. De resultaten van deze initiatieven zullen jaarlijks worden geëvalueerd en afgewogen t.o.v. de vroegere situatie. De resultaten van dit proefproject zullen dan in een volgende fase aangewend worden om op een meer structurele wijze rond rationeel energieverbruik te werken, onder meer inzake - Een relatief eenvoudige energiebesparingsingreep: een vervanging van weinig energievriendleijke armaturen en lampen in sporthallen - Een energiebesparende strategie: een energieaudit over de aanweingi van vrijgekomen warmte bij ijsbanen Project 2: Uitwerken en implementeren van een project inzake duurzame aankopen Opstarten van het project "Duurzaam aankopen mbt sportkampen, sportklassen en organisaties in internaat". Dit project heeft tot doel de 8 principes aangaande milieuvriendelijke producten, geproduceerd in menswaardige omstandigheden (cfr 8 basisconventies van de internationale Arbeidsorganisatie (ILO) en de wet van 27 februari 2002 ter bevordering van een maatschappelijk verantwoorde productie) als vast onderdeel in de lastenboeken op te nemen voor wat betreft droge voeding, kleding en sportmateriaal. Daarnaast zal het Bloso zijn leveranciers verzoeken om op eer te verklaren dat hun producten in overstemming zijn met deze 8 principes. Dit engagement wordt enkel aangegaan wanneer er een valabel alternatief bestaat zodanig dat het zuinigheidsbeginsel gevrijwaard wordt. p47 - VI. Financiële betrekkingen tussen het agentschap […] en de toezichthoudende overheid - art 19 Herkaomst van Inkomsten uit ethisch verantwoorde sponsoring, coproducties en cofinanciering. De organisatie van grote sportpromotionele evenementen is de financiële middelen van het agentschap niet mogelijk zonder de financiële inbreng van sponsors of partners. Met betrekking tot specifieke sportpromotionele activiteiten zal het Bloso zijn inspanningen doen om ethisch verantwoorde sponsoring te verwerven. Dit is o.a. het geval voor de organisaties van De Gordel, de Gordel voor Scholen en andere Bloso-evenementen op Vlaams niveau, ...
KE - Beheersovereenkomst dd. 07/12/2007 p6 - II. Algemeen Beleidskader - 7. Beleidsmatig en financieeel kader - 7.3.1. De Vlaamse overheid als voorbeeldfunctie
p8 - II. Algemeen Beleidskader - 7. Beleidsmatig en financieeel kader - 7.3.4. Een duurzaam en ethisch verantwoord aankoopbeheer
De Vlaamse overheid heeft onmiskenbaar een voorbeeldfunctie tegenover alle andere actoren in onze samenleving: burgers, ondernemingen, middenveldorganisaties en andere overheden. Richtlijnen die aan deze actoren door de Vlaamse overheid worden opgelegd moeten door de agentschappen van diezelfde overheid uiteraard ook worden nageleefd. Het agentschap engageert zich om aan dergelijke richtlijnen, bijvoorbeeld inzake energiezorg, milieuzorg, mobiliteit, etc. zelf consequent uitvoering te geven, vanuit de voorbeeldfunctie die het agentschap heeft als deel van de Vlaamse overheid. Het agentschap zal bij de aankoop van zijn producten de in de Vlaamse overheid geldende normen m.b.t. energie en milieuzuinigheid respecteren en waakt erover dat deze aankoopproducten in menswaardige omstandigheden werden geproduceerd (eerlijke handel). Een duurzaam en ethisch verantwoord aankoopbeheer zal in elk geval het uitgangsopunt zijn voor wat betreft de goederen die via de MOD worden aangekocht Dit engagement wordt enkel aangegaan wanneer er een valabel alternatief bestaat zodanig dat het zuinigheidsbeginsel gevrijwaard wordt. Project 1: Uitwerken en opstarten van een proefproject inzake energiebesparing Uitwerken en opstarten van een proefproject rond energiebesparende initiatieven in het dienstgebouw in samenwerking met het departement en andere agentschappen en beleidsdomeinen.
Bijlage 1 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
CJSM p. 7/26
Beleidsdomein Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Bijlage 1 Doorlichting van beheers- en managementovereenkomsten
SCW - Beheerovereenkomst dd. 07/12/2007 p7 - artikel 7: beleidsmatig kader - 3° duurzaam en ethisch verantwoord aankoopbeheer
Het agentschap zal bij de aankoop van zijn producten de in de Vlaamse overheid geldende normen voor energie en milieuzuinigheid respecteren en waakt erover dat deze aankoopproducten in menswaaridge omstandigheden worden geproduceerd (eerlijke handel). Een duurzaam en ethisch verantwoord aankoopbeheer zal in elk geval het uitgangspunt vormen voor de goedern die via de MOD worden aangekocht.Dit engagement wordt enkel aangegaan als er een valabel alternatief bestaat zodanig dat het zuinigheidsbeginsel gevrijwaard wordt.
p4 - artikel 7: beleidsmatig en financieel kader - 5, duurzaam en ethisch verantwoord aankoopbeleid en energiebeleid
Het agentschap zal bij de aankoop van zijn producten de in de Vlaamse overheid geldende normen voor energie en milieuzuinigheid respecteren en waakt erover dat deze aankoopproducten in menswaaridge omstandigheden worden geproduceerd (eerlijke handel). Het agentschap engageert zich om binen de termijn van deze beheersovereenkomst duurzaam en ethisch vernatwoord aankoopbeheer te laten deel uitmaken van het samenwerkingsprotocol met het departement, wat betreft de geoderen en diensten die via de MOD worden aangekocht.
p25 - Afdeling 3: T0M: de renovatie van het VRTomroepgebouw - artikel 21 § 1
ToM renoveert de volledige kantooromgeving en de productiezones.Tegelijk wordt geinvesteerd in energiebesparende aanpassingen van het omroepcentrum en wordt een nieuwe ontvangstruimte gebouwd.
VRM - Beheerovereenkomst dd. 16/10/2007
VRT - Beheerovereenkomst dd. 20/07/2006 Culturele Biografie vzw niets omtrent milieuzorg
CultuurNet vzw niets omtrent milieuzorg
VFL - Beheersovereenkomst dd. 20/07/2006 Artikel 9 culturele diversiteit
niets omtrent milieuzorg Het FVL zal resultaatsverbintenissen aangaan voor het bereiken van een cultureel diverse doelgroep, het creëren van een cultureel divers aanbod en/of het bevorderen van een intercultureel bestuurders-, vrijwilligers- en personeelsbeleid. Het zal hierbij motiveren en aangeven voor welke terreinen het opteert om daar effectief werk van te maken in de voorziene beleidsperiode.
Bijlage 1 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
CJSM p. 8/26
Beleidsdomein Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid
Bijlage 1 Doorlichting van beheers- en managementovereenkomsten
GIV - Beheersovereenkomst dd. 27/04/2007 Art 7. n°4 Duurzaam en ethisch verantwoord aankoopbeleid (pagina 13)
Het agentschap zal bij de aankoop van zijn producten de in de Vlaamse overheid geldende normen met betrekking tot energie en milieuzuinigheid respecteren en waakt erover dat die producten in menswaardige omstandigheden werden geproduceerd (eerlijke handel). Het Agentschap gaat het engagement aan om binnen de termijn van deze beheersovereenkomst de volgende projecten met het oog op dat duurzaam en ethisch verantwoord aankoopbeheer concreet uit te voeren: a) de ontwikkeling en implementatie van een interne procedure die nagaat voor welke aankopen (type levering en budgetcatergorie) er een ecolabel zal worden geëist. De procedure zal uitgewerkt worden tegen 1 januari 2009. b) de aanwijzing van een ethisch coördinator die erop toeziet dat het agentschap een duurzaam en ethisch verantwoord aankoopbeleid voert en die daarover jaarlijks rapporteert. Het agentschap zal per 30 juni 2008 een procedure uitwerken en implementeren om deze doelstelling te realiseren
Art 7. §3 Voorbeeldige werkgever, 3.3. Duurzaam en ethisch verantwoord aankoopbeleid (pagina 6)
Het agentschap zal bij de aankoop van haar producten die in de Vlaamse overheid gelden normen m.b.t. energie en milieuzuinigheid respecteren en waakt erover dat deze aankoopproducten in menswaardige omstandigheden worden geproduceerd (eerlijke handel). Voor de uitvoering van concrete projecten met het ook op duurzaam en ethisch verantwoord aankoopbeheer, sluit het agentschap zich aan bij de aankoopbeleid van het agenschap voor Facilitair Management
Art 5, §3 De Vlaamse overheid als voorbeeldige werkgever, pagina 3
De Vlaamse overheid heeft onmiskenbaar een voorbeeldfunctie tegenover alle actoren in onze samenleving: burgers, ondernemingen, middenveldorganisaties en andere overheden. Richtlijnen die aan deze actoren door de Vlaamse overheid worden opgelegd, moeten door de agentschappen van diezelfde overheid uiteraard ook worden nageleefd. Het agentschap engageert zich om aan dergelijke richtlijnen, bijvoorbeeld inzake energiezorg, milieuzorg, mobiliteit zelf consequent uitvoering te geven, vanuit de voorbeeldfuncite die het agentschap heeft als deel van de Vlaamse overheid. Het agentschap zal bij de aankoop van zijn producten de in de Vlaams overheid geldende normen m.b.t. energie en milieuzuinigheid respecteren en waakt erover dat deze aankoopproducten in menswaardige omstandigheden werden geproduceerd. Het agentschap zal zicht hiervoor aansluiten bij de (inter)departementale initiatieven.
IAVA - Beheersovereenkomst dd. 4/09/2007
SVR - Beheersovereenkomst dd. 14/12/2007
Art 5, §6 Duurzaam en ethisch verantwoord aankoopbeleid
Bijlage 1 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
DAR p: 9/26
Beleidsdomein Economie, Wetenschap en Innovatie
Bijlage 1 Doorlichting van beheers- en managementovereenkomsten
VITO - Beheersovereenkomst dd. 14/12/2007 Afd. Plichten in hoofde van de onderzoeksinstelling § 2.6. Personeelsbeleid - Art. 15 Pagina 6
2.6.3. Non-discriminatiebeginsel: Ongeacht de rechtspositionele status van de onderzoeker of de aard van de bezoldiging zal bij de rekrutering van onderzoekers of bij het nemen van rechtspositionele beslissinge aangaande onderzoekers nimmer sprake zijn van enige discriminatie in de zin van artikel 2 van de Wet van 25 februari 2003 ter bestrijding van discriminatie en tot wijziging van de wet van 15 februari 1993 tot oprichting van een centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding.
Bijlage 1 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
EWI p:10/26
Beleidsdomein Financiën en Begroting
Bijlage 1 Doorlichting van beheers- en managementovereenkomsten
ACA - Ontwerp van beheersovereenkomst dd. 03/12/07 Art. 7 Beleidsmatig en financieel kader (horizontale bevoegdheid) - 0. Algemene principes en waarden - 5. Duurzaam en ethisch verantwoord aankoopbeleid pagina 12
Het aankoopbeheer van het Agentschap wordt uitgevoerd door de MOD van het Dept. Financiën en Begroting, in overeenstemming met de generieke principes inzake duurzaam en ethisch aankoopbeleid die door de Vlaamse regering wordt vastgelegd. Dit engagement wordt enkel aangegaan wanneer er een valabel alternatief bestaat zodanig dat het zuinigheidsbeginsel gevrijwaard wordt.
Art. 7 Beleidsmatig en financieel kader (horizontale bevoegdheid) - 5. Duurzaam en ethisch verantwoord aankoopbeleid (pagina 8)
Het agentschap zal bij de aankoop van zijn producten de in de Vlaamse overheid geldende normen m.b.t. energie en milieuzuinigheid respecteren en waakt erover dat deze aankoopproducten in menswaardige omstandigheden werden geproduceerd (eerlijke handel). Het agentschap engageert zich om binnen de termijn van deze beheersovereenkomst de projecten opgenomen in artikel 11, punt 3 met het oog op dit duurzaam en ethisch verantwoord aankoopbeheer uit te voeren. Dit engagement wordt enkel aangegaan wanneer er een valabel alternatief bestaat zodanig dat het zuinigheidsbeginsel gevrijwaard wordt.
Art 9. Strategische en operationele organisatiedoelstellingen (pagina 17)
SD05: Correct en aantrekkelijk werkgeverschap. Zich profileren als een aantrekkelijke werkgeven door zorg te dragen voor een aangename werksfeer en een rijke werkomgeving om kwaliteitsvol en positief ingesteld personeel aan te trekken, en de motivatie, het rendement en de betrokkenheid van de medewerkers op een positieve manier te beïnvloeden. OD0503: duurzaam aankoopbeleid. Bij de aankoop en afname van producten de in de Vlaamse overheid geldende normen voor energie, milieuzuingheid en eerlijke handel respecteren om zo een voorbeeldfunctie vervullen Bij de uitbesteding van drukwerk voor publicaties door het agentschap maximaal gebruikmaken van kringlooppapier. Evaluatie: aantal publicaties op kringlooppapier/ aantal publicaties, norm: 100%
AVB - Beheersovereenkomst dd 17 juli 2007
Pagina 29
Bijlage 1 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
FB p: 11/26
Beleidsdomein Internationaal Vlaanderen
Bijlage 1 Doorlichting van beheers- en managementovereenkomsten
ATV - Beheersovereenkomst dd. 28/06/2007 Art. 7. Beleidsmatig en financieel kader (horizontale bevoegdheid) - §3 Voorbeeldige werkgever (pagina 8)
De Vlaamse overheid heeft onmiskenbaar een voorbeeldfunctie tegenover alle andere actoren in onze samenleving: burgers, ondernemingen, middenveldorganisaties en andere overheden. Richtlijnen die aan deze actoren door de Vlaamse overheid worden opgelegd moeten door de agentschappen van diezelfde overheid uiteraar ook worden nageleefd. Het agentschap engageert zich om aan dergelijke richtlijnen, bijvoorbeeld inzake energiezorg, milieuzorg, mobiliteit, etc. zelf consequent uitvoering te geven, vanuit de voorbeeldfunctie die het agentschap heeft als deel van de Vlaamse overheid. Art. 7, 3.1. Een correct en aantrekkelijk werkgeverschap Het agentschap zal bij de aankoop van zijn producten de in de Vlaamse overheid geldende normen met betrekking tot energie en milieuzuinigheid respecteren en waakt erover dat deze producten in menswaardige omstandigheden werden geproduceerd. Het agentschap voor betrokken werknemers, 3.3 Duurzaam en ethisch engageert zich om binnen de termijn van de beheersovereenkomst de volgende projecten met het oog op dit duurzaam en ethisch verantwoord aankoopbeleid; pagina 8 verantwoord aankoopbeheer concreet uit te voeren: - onderzoek naar de aankoop van duurzame relatiegeschenken en cateringproducten; - in de mater van het mogelijke het papierverbruik verminderen en het gebruik van duurzaam papier bevorderen
AVAIO - Beheersovereenkomst dd. 1/12/2006 Art. 7. Beleidsmatig en financieel kader (horizontale De mogelijkheid van telewerk onderzoeken, zowel thuis als in de provinciale kantoren, voor alle werknemers - onafhankelijk van het niveau, bevoegdheid) - §3 Een correct en aantrekkelijk als hun functie telewerk toelaat. werkgeverschap voor betrokken medewerkers (pagina 8) Art. 7. Beleidsmatig en financieel kader (horizontale bevoegdheid) - §5 Een duurzaam en ethisch verantwoord aankoopbeheer (pagina 9)
Het agentschap zal bij de aankoop van zijn producten de in de Vlaamse overheid geldende normen met betrekking tot energie, en milieuzuinigheid respecteren en waakt erover dat die producten in menswaardige omstandigheden werden geproduceerd. Het agentschap gaat het enegagement aan om binnen de termijn van de beheersovereenkomst de volgende projecten met het oog op deze duurzame en ethisch verantwoorde aankoopbeheer concreet uit te voeren: - onderzoek naar de aankoop van relatiegeschenken en cateringproducten die voldoen aan de criteria van duurzaam en ethisch ondernemen; - onderzoek naar de mogelijkheid tot aankoop van andere producten die voldoen aan de criteria van duurzaam en ethisch ondernemen
Art.9. Strategische organisatiedoelstellingen, § 2. Strategische organisatiedoelstellingen - Pagina 12 Art.9. Strategische organisatiedoelstellingen, § 2. Strategische organisatiedoelstellingen - Pagina 13
SOD3: Het agentschap zal het duurzaam en ethisch internationaal ondernemen stimuleren.
Art 11. Aanvullende opdrachten van het agentschap toegekend door de Vlaamse regering (pagina 16)
Toelichting SOD3: Het agentschap stimuleert de kennis over het duurzaam en ethisch internationaal ondernemen bij zijn eigen personeelsleden en moedigt, in het kader van het maatschappelijk verantwoord ondernemen, de bedrijven aan om bij hun internationale expansie rekening te houden met het duurzame en ethische karakter ervan. - 7,5% realisatiegraad van het actieprogramma inzake duurzaam en ethisch internationaal ondernemen ten opzicht van het eigen personeel De toekenning van de subsidies voor haalbaarheidsstudies met betrekking tot bouw- en milieuprojecten in het buitenland met Vlaamse betrokkenheid
Bijlage 1 Rapport actieplan 2006-2010 Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
iV p: 12/26
Beleidsdomein Internationaal Vlaanderen
Bijlage 1 Doorlichting van beheers- en managementovereenkomsten
VAIS - Beheersovereenkomst dd. 23/11/2006 Art. 7. Beleidsmatig en financieel kader (horizontale bevoegdheid) - §3 Voorbeeldige werkgever (pagina 6)
De Vlaamse overheid heeft onmiskenbaar een voorbeeldfunctie tegenover alle andere actoren in onze samenleving: burgers, ondernemingen, middenveldorganisaties en andere overheden. Richtlijnen die de Vlaamse overheid aan die actoren oplegt, moeten de agentschappen van diezelfde overheid uiteraard ook naleven. Het agentschap gaat het engagement aan om aan dergelijke richtlijnen, bijvoorbeeld inzake energiezorg, milieuzorg, mobiliteit, zelf consequent uitvoering te geven, vanuit de voorbeeldfunctie die het agentschap heeft als deel van de Vlaamse overheid. Het agentschap zal bij de aankoop van zijn producten de in de Vlaamse overheid geldende normen met betrekkin tot energie en Art. 7. Beleidsmatig en financieel kader (horizontale milieuzuinigheid respecteren en waakt erover dat die producten in menswaardige omstandigheden werden geproduceerd. Het agentschap bevoegdheid) - §3 Voorbeeldige werkgever - 3.3. gaat het engagement aan om binnen de termijn van de beheersovereenkomst de volgende projecten concreet uit te voeren met het oog op Duurzaam en ethisch verantwoord aankoopbeleid dat duurzame en ethisch verantwoorde aankoopbeheer: (pagina 7) - de aankoop van duurzame cateringproducten; - bij de aankoop van andere producten (relatiegeschenken, brochures, ...) rekening houden met criteria inzake duurzaamheid. INFORMATIEF: Art. 8 Missie en kernopdrachten van het Artikel 2 van het oprichtingsbesluit bepaalt de missie van het agentschap als volgt: "het agentschap heeft als missie bij te dragen tot het agentschap (pagina 8) dichten van de Noord-Zuidkloof, het bevorderen van duurzame ontwikkeling in het Zuiden en een rechtvaardige, vreedzame en welvarende internationale gemeenschap. Hiertoe zorgt het agentschap voor een doelmatige en doeltreffende uitvoering van de Vlaamse beleid inzake internationale samenwerking" Art. 12 Strategische organisatiedoelstellingen (pagina SD: Het agentschap is gericht op en werkt actief samen met de andere entiteiten van de Vlaamse overheid 15) Processen / Activiteiten: - VAIS werkt mee aan de uitvoering van het horizontaal beleid van de regering, inzonderheid met betrekking tot duurzaamheid en diversiteit (indicatoren: streefcijfers van de Vlaamse overheid inzake diversiteit en duurzaam energie- en milieubeheer)
Bijlage 1 Rapport actieplan 2006-2010 Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
iV p: 13/26
Beleidsdomein Landbouw en Visserij
Bijlage 1 Doorlichting van beheers- en managementovereenkomsten
ILVO - Ontwerp van beheersovereenkomst dd. 18/12/2006 Paragraaf 2.2. Beleidsmatig en financieel kader - 2.2.2. Het agentschap zal bij de aankoop van haar producten de in de Vlaamse overheid geldende normen m.b.t. energie en milieuzuinigheid Horizontale bevoegdheid - 2.2.2.5 Duurzaam en ethisch respecteren en waakt erover dat deze aankoopproducten in menswaardige omstandigheden werden geproduceerd (eerlijke handel). Het agentschap engageert zich om een voorbeeldfunctie te vervullen. Zo zal het ILVO via de financieel coördinator en de communicatiedirecteur verantwoord aankoopbeleid (pagina 7) o.a. bij aankoop van producten de in de Vlaamse overheid geldende normen met betrekking tot energie en milieuzuinigheid respecteren en zal het ijveren voor een duurzaam en ethisch verantwoord aankoopbeheer. 3.7.5. Facility en informatietechnologie - pagina 22 … Het aankoopbeleid zal gerationaliseerd worden o.a. door synergieën en schaalvoordelen. Dit geldt ook voor de aankoop en het beheer van de informatietechnologie en informatica waarbij de ILVO-IT-cel de coördinatie en centralisering op zich neemt in samenwerking met de MODICT van het beleidsdomein waar dit opportuun is.
ALV - Ontwerp van beheersovereenkomst dd. 06/11/07 7. Beleidsmatig en financieel kader (horizontale bevoegdheid) - 7.3 Voorbeeldige werkgever (pagina 6)
7. Beleidsmatig en financieel kader (horizontale bevoegdheid) - 7.6 een duurzaam en ethisch verantwoord aankoopbeheer (pagina 7)
De Vlaamse overheid heeft onmiskenbaar een voorbeeldfunctie tegenover alle andere actoren in onze samenleving: burgers, ondernemingen, middenveldorganisaties en andere overheden. Richtlijnen die de Vlaamse overheid aan die actoren oplegt, moeten de agentschappen (van diezelfde overheid) uiteraar ook naleven. Het ALV gaat het engagement aan om dergelijke richtlijnen, bijvoorbeeld inzake energiezorg en milieuzorg zelf consequent uitvoering te geven, vanuit de voorbeeldfunctie die het ALV heeft als deel van de Vlaamse overheid Het ALV zal bij de aankoop van zijn producten de inde Vlaamse overheid geldende normen voor energie en milieuzuinigheid respecteren en waakt erover dat de (aankoop)producten in menswaardige omstandigheden werden geproduceerd (eerlijke handel). Het ALV gaat het engagement aan om zich binnen de termijn van deze beheersovereenkomst in te schrijven in de politiek van de Vlaamse overheid / het beleidsdomein / de MOD voor projecten met het oog op dat duurzaam en ethisch verantwoorde aankoopbeheer.
Bijlage 1 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
LV p.: 14/26
Beleidsdomein Leefmilieu, Natuur en Energie
Bijlage 1 Doorlichting van beheers- en managementovereenkomsten
ANB - Beheersovereenkomst dd. 23/11/2007 Art 11. Beleidsmatig en financieel kader: horizontale bevoegdheid - §5 een durzaam en ethisch verantwoord aankoopbeheer en interne milieuzorg (pagina 29)
Om zijn voorbeeldfunctie op het vlak van ethisch en duurzaam aankoopbeheer en interne milieuzorg waar te maken, zal het agentschap bij de aankoop van zijn producten de inde Vlaamse overheid geldende normen voor energie en milieuzuinigheid respecteren en er zo veel mogelijk over waken dat die producten in menswaardige omstandigheden werden geproduceerd (eerlijke handel). Het agentschap gaat het engagement aan om binnen de termijn van deze beheersovereenkomst de volgende projecten uit te voeren met het ook op het duurzaam en ethisch verantwoord aankoopbeheer: - in de mate van het mogelijke diensten, goederen en producten aankopen die voldoen aan de criteria van ethisch en duurzaam ondernemen, of die geproduceerd zijn in menswaardige omstandigheden; - energie-, milieu- en natuurvriendelijke investeringen doen; - een duurzaam wagenparkbeheer opzetten en wagens aankopen die het milieu zo weinig mogelijk belasten; - huidige bereikte niveau per oppervlakte-eenheid van minimaal gebruik van bestrijdingsmiddelen behouden, ter uitvoering van de reductieprogramma's voor bestrijdingsmiddelen; - het gebruik stimuleren van gecertificeerd hout in de bestekken over de inrichting en het beheer van de eigen domeinen.
Art. 7 Het beleidsmatig en financieel kader (horizontale bevoegdheid) - 5. Duurzaam en ethisch verantwoord aankoopbeheer en interne milieuzorg (pagina 13)
De Vlaamse overheid heeft onmiskenbaar een voorbeeldfunctie tegenover alle andere actoren in onze samenleving: burgers, ondernemingen, middenveldorganisaties en andere overheden. Richtlijnen die aan deze actoren worden opgelegd moetend oor de agentschappen van diezelfde overheid dan ook worden nageleefd. Het agentschap engageert zich om aan dergelijke richtlijnen, bijvoorbeeld inzake energiefonds, energiezorg, mobiliteit, etc. zelf consequent uitvoering te geven, vanuit de voorbeeldfunctie die het agentschap heeft als deel van de Vlaamse overheid. Het agentschap zal bij de aankoop van haar producten de in de Vlaamse overheid geldende normen m.b.t. energie en milieuzuinigheid respecteren en waakt erover dat deze producten in menswaardige omstandigheden werden geproducteerd (eerlijke handel). Het agentschap engageert zich om de volgende projecten met het ook op dit duurzaam en ethisch verantwoord aankoopbeheer concreet uit te voeren: - het opstellen van een jaarlijks milieuactieplan met opvolging en rapportering; - het gedetailleerde registreren binnen het gebouw van elektriciteitsverbruik, afvalproductie, waterverbruik; - het ontwikkelen van milieucriteria voor aankopen (alle economaatsmateriaal, papier, voertuigenpark, meubilair, hardware, copiers) en dienstverlening (bestekclausules bij drukwerken, kuisfirma, aannemers voor saneringswerken); - het aanpassen van de huisstijl aan milieucriteria; - het optimaliseren van de selectieve inzameling kantoorafval; - het bezorgen van tips aan het personeel met het oog op materialenverbruik en energieverbruik.
Art. 8 Missie en kernopdrachten van de OVAM - pagina 17 Art. 14. - Organisatiedoelstellingen, activiteiten, processen en prestaties in verband met organisatieontwikkeling (interne werking)
De OVAM neemt haar verantwoordelijkheid op inzake interne milieuzorg.
OVAM - Beheersovereenkomst dd. 23/11/2007
De activiteiten die in dit hoofdstuk aan bod komen dragen bij tot de visie "De OVAM is een dynamische organisatie die haar maatschappelijke verantwoordelijkheid kwaliteitsvol en waardebewust invult. Hierbij zijn de waardering en het beheer van haar menselijk potentieel, alsook oordeelkundig kennis-en procesbeheer de fundamenten." Ze vormen in sommige gevallen een verder uitwerking van of een aanvulling op de projecten genoemd in artikel 7§4 in verband met de generieke principes. De algemeen ondersteunende en jaarlijks terugkerende activiteiten worden opgenomen in het jaarlijks ondernemingsplan.
Bijlage 1 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg in de Vlaamse overeheidsgebouwen
LNE p.: 15/26
Beleidsdomein Leefmilieu, Natuur en Energie
Bijlage 1 Doorlichting van beheers- en managementovereenkomsten
OVAM - Beheersovereenkomst dd 23/11/2007 - vervolg SD: Verantwoord aankoopbeheer (pagina 40)
1. Beleidseffecten: De OVAM neemt zijn verantwoordelijkheid voor het duurzaam omspringen met het milieu en het respecteren van de waardigheid van mensen. 2. Operationelen doelstellingen Operationele doelstellinge via strategische projecten: Omschrijving project: omzetten van centraal geformuleerde doelstellingen en aanbevelingen in eigen beleid rond duurzame en ethische aankopen. Indicator/prestatie: beschikbaarheid procedures voor aankoopverantwoordelijken. Norm: continu beschikbaar vanaf 2009. Operationele doelstellingen ingevuld via lopend beleid - Omschrijving project:Duurzaam, kwaliteitsvol en ethisch verantwoord aankoopbeheer. Indicator/prestatie: interne beschikbaarheid van duurzaal en ethisch verantwoord materiaal. Norm:Continu aandachtspunt. Jaarrapportering. - Omschrijving project: Interne milieuzorg en rationeel energieverbruik. Indicator/prestatie: Geproduceerde afvalstoffen, energieverbruik, waterverbruik. Norm: Continu aandachtspunt. Jaarrapportering.
VEA - Beheersovereenkomst dd. 9/11/2007 Art. 7. Beleidsmatig en financieel kader (horizontale bevoegdheid) - 7.3 Voorbeeldige werkgever (pagina 5)
De Vlaamse overheid heeft onmiskenbaar een voorbeeldfunctie tegenover alle andere actoren in onze samenleving: burgers, ondernemingen, middenveldorganisaties en andere overheden. Richtlijnen die de Vlaamse overheid aan de actoren oplegt, moeten de agentschappen van diezelfde overheid uiteraard ook naleven. Het agentschap gaat het engagement aan om dergelijke richtlijnen, bijvoorbeeld inzake energiezorg, milieuzorg of mobiliteit, zelf consequent uit te voeren, vanuit de voorbeeldfunctie die het agentschap heeft als deel van de Vlaamse overheid. Art. 7. Beleidsmatig en financieel kader (horizontale … In dat kader gaat het agentschap het engagement aan om de volgende concrete projecten uit te voeren: bevoegdheid) - 7.3 Voorbeeldige werkgever - 7.3.1 Een … de mogelijkheid van telewerk onderzoeken voor alle werknemers - onafhankelijk van het niveau- van wie de functie telewerk toelaat correcte en aantrekkelijke werkgever voor de betrokken werknemers (pagina 5) Het agentschap zal bij de aankoop van producten de normen die bij de Vlaamse overheid geldende normen met betrekking tot energie en Art. 7. Beleidsmatig en financieel kader (horizontale milieuzuinigheid, respecteren en waakt erover dat die producten in menswaardige omstandigheden werden geproduceerd (eerlijke handel). bevoegdheid) - 7.3 Voorbeeldige werkgever - 7.3.3 Het agentschap gaat het engagement aan om binnen de termijn van de beheersovereenkomst de volgende projecten concreet uit te voeren Duurzaam en ethisch verantwoord aankoopbeleid met het oog op dat duurzame en ethisch verantwoorde aankoopbeheer: (pagina 6) - duurzame cateringproducten aankopen - bij de aankoop van andere producten (vervoermiddelen, brochures, ...) rekening houdend met criteria inzake duurzaamheid. Dit engagement wordt enkel aangegaan wanneer er een valabel alternatief bestaat zodanig dat het zuinigheidsbeginsel gevrijwaard wordt.
VLM - Beheersovereenkomst dd. 11/12/2007 Hoofdstuk II Algemeen beleidskader - art. 7 Beleidsmatig en financieel kader (horizontale bevoegdheid) - 7.2.5. Een duurzaam en ethisch verantwoord aankoopbeheer (pagina 16)
De Vlaamse overheid heeft onmiskenbaar een voorbeeldfunctie tegenover alle andere actoren in onze samenleving: burgers, ondernemingen, middenveldorganisaties en andere overheden. Richtlijnen die aan deze actoren door de Vlaamse overheid worden opgelegd, moeten door de agentschappen van diezelfde overheid dan ook worden nageleefd. Het agentschap engageert zich om aan dergelijke richtlijnen, bijvoorbeeld inzake energiezorg, milieuzorg, mobiliteit, etc. zelf consequent uitvoering te geven, vanuit de voorbeeldfunctie die het agentschap heeft als deel van de Vlaamse overheid. Het agentschap zal bij de aankoop van haar producten de in de Vlaamse overheid geldende normen m.b.r. vbv. energie- en milieuzuinigheid respecteren en zal erover waken (inspanningsverbintenins, geen resultaatsverbintenis) dat deze aankoopproducten in menswaardige omstandigheden worden geproduceerd (eerlijke handel). Het agentschap engageert zich om binnen de termijn van deze overeenkomst het volgende project met het oog op dit duurzaam en ethisch verantwoord aankoopbeheer, concreet uit te voeren: Concreet: een gezonde, veilige en klanttoegankelijke werkomgeving die rekening houdt met de milieukwaliteitsnorm.
Bijlage 1 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg in de Vlaamse overeheidsgebouwen
LNE p.: 16/26
Beleidsdomein Leefmilieu, Natuur en Energie
Bijlage 1 Doorlichting van beheers- en managementovereenkomsten
SBRO-MG (steunpunt Beleidsrelevant Onderzoek - Milieu en Gezondheid) generieke bepalingen: niet echt van toepassing, betreft een consortium van onderzoeksinstellingen, afspraken rond gebruik van gegevens, resultaten uit onderzoek
Bijlage 1 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg in de Vlaamse overeheidsgebouwen
LNE p.: 17/26
Beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken
Bijlage 1 Doorlichting van beheers- en managementovereenkomsten
DS - Beheersovereenkomst dd. 3/07/2007 Art 11. Engagementen in het licht van het beleidsmatig en financieel kader (horizontale bevoegdheid) - 5. Duurzaam en ethisch verantwoord aankoopbeleid (pagina 16)
De Scheepvaart zal bij de aankoop van haar producten de in de Vlaamse overheid geldende normen m.b.t. energie en milieuzuinigheid respecteren en waakt erover dat deze aankoopproducten in menswaardige omstandigheden werden geproduceerd (eerlijke handel). De Scheepvaart engageert zich om binnen de termijn van deze beheersovereenkomst de volgende projecten met het ook op dit duurzaam en ethisch verantwoord aankoopbeheer concreet uit te voeren: - het aankopen van een milieuvriendelijke voertuigen- en machinepark in functie van behoeften en kostprijs; - de afbouw van het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen. Dit engagement wordt enkel aangegaan wanneer er een valabel alternatief bestaat zodanig dat zuinigheidsbeginsel gevrijwaard wordt.
MDK - Beheersovereenkomst dd. 26/10/2007 Art. 7 Beleidsmatig en financieel kader (horizontale bevoegdheid) - §3 Correct en aantrekkelijk werkgeverschap (pagina 7-8)
De Vlaamse overheid heeft onmiskenbaar een voorbeeldfunctie tegenover alle andere actoren in onze samenleving: burger, onderneming en organisatie. Richtlijnen die aan deze actoren door de Vlaamse overheid worden opgelegd moeten door de agentschappen van diezelfde overheid ook worden nageleefd. Het Agentschap engageert zich om aan dergelijke richtlijnen bijvoorbeeld inzake energiezorg, milieuzorg, mobiliteit etc. zelf consequent uitvoering te geven, vanuit de voorbeeldfunctie die het agentschap heeft als deel van de Vlaamse overheid. Door zorg te dragen voor een aangename werksfeer en een rijke werkomgeving profileert de Vlaamse overheid zich als een aantrekkelijke werkgever. Dit bevordert het aantrekken van kwaliteitsvol en positief ingesteld personeel, maar heeft vooral een onmiddellijk effect op de motivatie, het rendement en de betrokkenheid van de medewerkers. De betrokkenheid van alle medewerkers moet een rode draad zijn doorheen het personeelsbeleid op elk niveau. Het Agentschap engageert zich om, zoals aangegeven in artikel 16, binnen de termijn van deze Beheersovereenkomst zich als werkgever vooral te focussen op een actief wervingsbeleid, een integraal loopbaanbeleid, vorming, kennisbeheer en energiezorg.
Art. 7 Beleidsmatig en financieel kader (horizontale bevoegdheid) - §5 Duurzaam en ethisch verantwoord aankoopbeleid (pagina 8)
Het Agentschap schrijft zich loyaal in in de initiatieven die hierrond door de MOD worden genomen volgens de bepalingen en richtlijnen van het centraal aankoopbeleid uitgewerkt door het Agentschap voor Facilitair Management
Art.15 Verplichtingen van de maatschappij inzake investeringen - § 5 (OD20) Exploitatiegebonden investeringen en duurzame milieuinvesteringen (pagina 12)
De maatschappij zal de nieuwste milieuvriendelijke technologieën voor voertuigen onderzoeken en toepassen waar dat realistisch en economisch haalbaar is. De maatschappij zal de investeringen afstemmen op de termijnen, opgenomen in de milieuvergunningen.
VVM (De Lijn) - Beheersovereenkomst dd. 3/10/2003
Bijlage 1 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg in de Vlaamse overeheidsgebouwen
MOW p: 18/26
Beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken
Bijlage 1 Doorlichting van beheers- en managementovereenkomsten
WZ - Beheersovereenkomst dd. 20/07/2007 11. Organsatiedoelstellingen, activiteiten, processen en prestaties (interne werking) - §3 De Vlaamse overheid als voorbeeldige werkgever - pagina 19
De Vlaamse overheid heeft onmiskenbaar een voorbeeldfunctie tegenover alle andere actoren in onze samenleving: burgers, ondernemingen, middenveldorganisaties en andere overheden. Richtlijnen die aan deze actoren door de Vlaamse overheid worden opgelegd, moeten door de agentschappen van diezelfde overheid worden opgelegd, moeten door de agentschappen van diezelfde overheid uiteraard ook worden nageleefd. De vennoorschap engageert zich om aan dergelijke richtlijnen, bijvoorbeeld inzake energiezorg, milieuzorg, mobiliteit, e.d.m. zelf consequent uitvoering te geven, vanuit de voorbeeldfunctie die de vennootschap heeft als deel van de Vlaamse overheid. Concreet engageert de vennootschap zich om binnen de termijn van deze beheersovereenkomst aan de volgende projecten concreet uitvoering te geven: - zich met woord en daad inschakelen in generieke campagnes voor het bevorderen van het zorgzaam omspringen met energie en het milieu; - zich inschakelen in het actieplan 2006-2010 Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen - het energievriendelijk en milieuvriendelijk investeren in functie van de kostprijs - het opzetten van een duurzaam wagenparkbeheer
11. Organsatiedoelstellingen, activiteiten, processen en De vennootschap zal bij de aankoop van haar producten de in de Vlaamse overheid geldende normen m.b.t. energie en milieuzuinigheid prestaties (interne werking) - §3 3 Duurzaam en ethisch respecteren en waakt erover dat deze aankoopproducten in menswaardige omstandiggheden werden geproduceerd (eerlijke handel). De vennootschap engageert zich om binnen de termijn van deze beheersovereenkomst de volgende projecten met het oog op dit duurzaam verantwoord aankoopbeheer - pagina 21 en ethisch verantwoord aankoopbeheer concreet uit te voeren: - aankoop van milieuvriendelijke wagens in functie van de behoeften en de kostprijs; - aankoop van een aantal goederen in het kader van eerlijke handel - minimaal 12% van de elektriciteits betrekken uit hernieuwbare bronnen, voor zover deze bronnen beschikbaar zijn - het aanwenden van tropisch hardhout met een certificaat - de afbouw van het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen. Dit engagement wordt enkel aangegaan wanneer er een valabel alternatief bestaat, zodanig dat het zuinigheidsbeginsel gevrijwaard wordt. Bijlage I. Overzicht van de indicatoren en prestatiemaatstaven - pagina 5
Doelstelling: Het realiseren van een duurzaam en ethisch aankoopbeleid Prestatie-indicator: 1. % van de nieuw aangekochte wagens dat milieuvriendelijk is (in functie van de behoeften en de kostprijs); 2. aantal aangekochte goederen in het kader van eerlijke handel; 3. minimaal 12% van de elektriciteit betrekken uit hernieuwbare bronnen, voor zover deze bronnen beschikbaar zijn; 4. het aanwenden van tropisch hardhout met certificaat Prestatiemaatstaf: 1&2 stijgende trend 3. 12% van de elektriciteit wordt betrokken tegen 31.12.2010 4. 80% van het aangewende tropische hardhout is gecertificeerd
Bijlage 1 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg in de Vlaamse overeheidsgebouwen
MOW p: 19/26
Beleidsdomein Onderwijs en Vorming
Bijlage 1 Doorlichting van beheers- en managementovereenkomsten
SRO - Beheersovereenkomst dd. 14/12/2007 niet van toepassing. Betreft oprichting en onderhoud van Steunpunt Recht en Onderwijs (samenwerking tussen verschillende universiteiten): korte- en lange termijndoelstellingen, werking, werkingsmiddelen…
Bijlage 1 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
OV p:20/26
Beleidsdomein Ruimtelijke ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed
Bijlage 1 Doorlichting van beheers- en managementovereenkomsten
DRWO (Departement Ruimtelijke Ordening, Wonen en Onroerend Erfgoed): ontwerpmanagementovereenkomst Deel A Generiek doelstellingen - Art. 2 Voorwerp van de Met dit document wordt beoogd om zowel de autonomie als de verantwoordelijkheden van de betrokken partijen te beschrijven. Een concrete overeenkomst ) - pagina 4 invulling daarvan wordt gegeven in de jaarplannen voor de jaren 2008, 2009 en 2010. Verder wordt door het gebruik van dat stramien, dat volledig is geïnspireerd op de sjabloon die voor de beheersovereenkomsten werd ontwikkeld, vermeden dat er een te grote diversiteit in opbouw, omvang, graad van detail of algemeenheid, kwaliteit, verbintenissen ... van de beheers- en managementovereenkomsten in de Vlaamse overheid zou ontstaan, hetgeen de uniforme kwaliteit, leesbaarheid en transparantie ervan bevordert. Hfd. 2 Algemeen Beleidskader - Art. 7. Beleidsmatig en financieel kader met betrekking tot de horizontale bevoegdheid - §3 Het dept. en kwaliteitsbeleid (pag. 8)
Hfd. 2 Algemeen Beleidskader - Art. 7. Beleidsmatig en financieel kader met betrekking tot de horizontale bevoegdheid - §4 Het dept. als voorbeeldige werkgever (pag. 10)
De Vlaamse overheid heeft onmiskenbaar een voorbeeldfunctie tegenover alle andere actoren in onze samenleving: burgers, ondernemingen, middenveldorganisaties en andere overheden. Richtlijnen die aan die actoren door de Vlaamse overheid worden opgelegd, moeten door de departementen uiteraard ook worden nageleefd. Het Dept. engageert zich om aan dergelijke richtlijnen, bijvoorbeeld inzake energiezorg, milieuzorg, mobiliteit, zelf consequent uitvoering te geven, vanuit de voorbeeldfunctie die het heeft als deel van de Vlaamse overheid. Het departement en het duurzaam en ethisch verantwoorde aankoopbeleid Het departement zal bij de aankoop van producten de in de Vlaamse overheid geldende normen voor energie- en milieuzuinigheid proberen zo veel mogelijk te respecteren en zal erover waken dat die producten in menswaardige omstandigheden werden geproduceerd (eerlijke handel). Het departement gaat het engagement aan om binnen de termijn van deze managementovereenkomst de volgende acties met het oog op het duurzaam en ethisch verantwoorde aankoopbeheer en de uitbouw van een interne milieuzorg op gebouwniveau concreet uit te voeren: OD 10: Het departement gaat het engagement aan om zijn personeelsleden te sensibiliseren voor actieve deelname aan de verschillende acties van de Vlaamse overheid met betrekking tot interne milieuzorg: Dikktruiendag en 'Ik kyoto' OD 11: Op basis van de bestaande registratie van elektriciteitsverbruik en de op te zetten registratie van afvalproductie, water- en papierverbruik zal het departement in 2008 analyseren hoe het verbruik kan worden geoptimaliseerd. OD 12: Het departement wil tegen eind 2008 het interne milieuzorgoverleg met de andere entiteiten (die zich bevinden) in het Phoenixgebouw activeren om de interne milieuzorgdoelstellingen van elke entiteit te realiseren.
Bijlage 1 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
RWO p: 21/26
Beleidsdomein Werk en Sociale Economie
Bijlage 1 Doorlichting van beheers- en managementovereenkomsten
ESF - Beheersovereenkomst dd. 23/11/2007 Art. 7. Beleidsmatig kader - horizontale bevoegdheid Correct en aantrekkelijk werkgeverschap (pagina 9)
Art. 7. Beleidsmatig kader - horizontale bevoegdheid Duurzaam en ethisch verantwoord aankoopbeleid (pagina 10) Art 9. Algemene principes en waarden
De Vlaamse overheid heeft onmiskenbaar een voorbeeldfunctie tegenover alle andere actoren in onze samenleving: burgers, ondernemingen, middenveldorganisaties en andere overheden. Richtlijnen die aan deze actoren door de Vlaamse overheid worden opgelegd moeten door de agentschappen van diezelfde overheid uiteraar ook worden nageleefd. Het ESF-Agentschap engageert zich om aan dergelijke richtlijnen, bijvoorbeeld inzake energiezorg, milieuzorg, mobiliteit etc. zelf consequent uitvoering te geven, vanuit de voorbeeldfunctie die het ESF-Agentschap heeft als deel van de Vlaamse overheid. Het agentschap zal bij de aankoop van haar producten de in de Vlaamse overheid geldende normen m.b.t. energie en milieuzuinigheid respecteren en waakt erover dat deze aankoopproducten in menswaardige omstandigheden werden geproduceerd (eerlijke handel). Het ESFagentschap engageert zich om binnen de termijn van deze samenwerkingsovereenkomst een duurzaam en ethisch verantwoord aankoopbeheer op te nemen onder meer in de protocols met de institutionele partners. … 9. Maatschappelijk verantwoord ondernemen binnen zijn structuren als richtsnoer, en uitdraagbaar als voorbeeldfunctie
VDAB - addendum 1 aan de beheersovereenkomst 2005-2009 dd. 20/07/2006 geen vermelding van generieke bepalingen
VLAO Syntra Vlaanderen - Beheersovereenkomst dd. 14/12/2007 §1Generieke principes - 3. Voorbeeldige overheid (pagina 12)
§1Generieke principes - 6. Duurzaam en ethisch verantwoord aankoopbeheer - pagina 13
§2 Specifieke principes en waarden - pagina 15
De Vlaamse overheid heeft onmiskenbaar een voorbeeldfunctie tegenover alle andere actoren in onze samenleving: burgers, ondernemingen, middenveldorganisaties en andere overheden. Richtlijnen die aan deze actoren door de Vlaamse overheid worden opgelegd moeten door de agentschappen van diezelfde overheid uiteraard ook worden nageleefd. Het agentschap engageert zich om aan dergelijke richtlijnen, bijvoorbeeld inzake energiezorg, milieuzorg, mobiliteit enz. zelf consequent uitvoering te geven, vanuit de voorbeeldfunctie die het agentschap heeft als deel van de Vlaamse overheid. Deze voorbeeldfunctie wordt doorgetrokken naar de SYNTRA en alle actoren die vanuit het agentschap subsidies ontvangen. In dit kader engageert SYNTRA Vlaanderen zich om de volgende concrete projecten uitvoering te geven: - de ondersteuning van de knowhow inzake overheidsopdrachten binnen de SYNTRA; - de invoering van een integriteitscode voor het netwerk welke door de directieraad van SYNTRA Vlaanderen samen met het management van de SYNTRA wordt vastgelegd; - de invoering van competentiemanagement, met het oog op het competentiegericht opleiden van de personeelseden van het SYNTRA-netwerk. SYNTRA Vlaanderen respecteert bij de aankoop van haar producten de in de Vlaamse overheid gelden normen m.b.t. energie en milieuzuinigheid en waakt erover dat deze aankoopproducten in menswaardige omstandigheden werden geproduceerd (eerlijke handel). SYNTRA Vlaandere zal in het jaaractieplan de nodige initiatieven nemen om de binnen de Vlaamse overheid te nemen actiepunten inzake duurzaam en ethisch verantwoord aankoopbeleid te vertalen op maat van het agentschap. Bij uitvoering van zijn missie, bevoegdheden en engagementen zal SYNTRA Vlaanderen ten aanzien van de overheid en zijn klanten de volgende principes en waarden voorop stellen: … 5. Ondernemen op een maatschappelijk verantwoorde wijze SYNTRA Vlaanderen verzekert in zijn werking de principes van het maatschappelijk verantwoord ondernemen. De principes inzake maatschappelijk verantwoord ondernemen worden door de raad van bestuur van het agentschap op maat van SYNTRA Vlaanderen vertaald.
Bijlage 1 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
WSE p: 22/26
Beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
Bijlage 1 Doorlichting van beheers- en managementovereenkomsten
JW - Beheersovereenkomst dd. 9/11/2007 Art 9. Beleidsmatig en financieel kader (horizontale bevoegdheid) - C) Correct en aantrekkelijk werkgeverschap (pagina 11-12)
De Vlaamse overheid heeft onmiskenbaar een voorbeeldfunctie tegenover alle andere actoren in onze sameneleving: burger, onderneming en organisatie. Richtlijnen die aan deze actoren door de Vlaamse overheid worden opgelegd, moeten door de agentschappen van diezelfde overheid uiteraard ook worden nageleefd. Het agentschap engageert zich om aan dergelijke richtlijnen, bijvoorbeeld inzake energiezorg, milieuzorg, mobiliteit, etc. zelf consequent uitvoering te geven, vanuit de voorbeeldfunctie die het agentschap heeft als deel van de Vlaamse overheid. ... In dit kader engageert het agentschap zich om aan de volgende concrete projecten uitvoering te geven: ... het faciliteren van thuiswerk voor administratieve functies;
Art 9. Beleidsmatig en financieel kader (horizontale bevoegdheid) - E) Duurzaam en ethisch verantwoord aankoopbeleid (pagina 12-13)
Het agentschap zal bij de aankoop van zijn producten de in de Vlaamse overheid geldende normen met betrekking tot energie en milieuzuinigheid respecteren en waakt erover dat deze aankoopproducten in menswaardige omstandigheden werden geproduceerd ("fair trade") Het agentschap is voor heel wat aankopen en investeringen afhankelijk van andere agentschappen en departementen. Toch engageert het agentschap zich om binnen de termijn van deze beheersovereenkomst de volgende acties met het oog op dit duurzaam en ethisch aankoopbeheer concreet uit te voeren, rekening houdend met de beperkingen van de beschikbare budgettaire middelen: ° aankoop wagens met beperkte CO2-uitstoot ° aankoop van fair tradeproducten voor eigen gebruik (koffie, fruitsap, ...) ° toepassen van milieucriteria bij overheidsopdrachten
Art. 7. Beleidsmatig en financieel kader (horizontale bevoegdheid) - §5 Duurzaam en ethisch verantwoord aankoopbeleid (pagina 13-14)
Het agentschap zal bij de aankoop van haar producten de in de Vlaamse overheid geldende normen m.b.t. energie en milieuzuinigheid respecteren en waakt erover dat deze aankoopproducten in menswaardige omstandigheden werden geproduceerd (eerlijke handel). Het agentschapis voor heel wat aankopen en investeringen afhankelijk van andere agentschappen of departementen. Toch engageert het agentschap zich om binnen de termijn van deze beheersovereenkomst en voorzover dit kan in eigen beheer projecten met het oog op dit duurzaam en ethisch verantwoord aankoopbeheer concreet uit te voeren.
ZG - Beheersovereenkomst dd. 21/01/2008
11. Organisatiedoelstellingen, activiteiten, processen en Hieronder wordt beschreven op welke wijze het agentschap bijdraagt om de vooropgesteld interne doelstellingen te realiseren. De prestaties (interne werking) (pagina 24) instrumenten die worden ingezet worden benoemd, evenals de indicatoren die aangeven in welke mate de doelstellingen gehaald worden. 11.1. Het agentschao draagt bij tot de realisatie van de generieke doelstellingen, vermeld in punt 7, van de Vlaamse Regering. Daartoe worden strategische projecten gerealiseerd zoals opgenomen in het ondernemingsplan.
KG - Beheersovereenkomst dd. 21/12/2007 Art 7. Beleidsmatig en financieel kader (horizontale bevoegdheid - De Vlaamse overheid voorbeeldige werkgever (pagina 17)
De Vlaamse overheid heeft onmiskenbaar een voorbeeldfunctie tegenover alle andere actoren in onze samenleving: burger, onderneming en organisatie. Richtlijnen die aan deze actorend door de Vlaamse overheid worden opgelegd moeten door de agentschappen van diezelfde overheid uiteraard ook worden nageleefd. Het agentschap engageert zich om aan dergelijke richtlijnen, bijvoorbeeld energiezorg, milieuzorg, mobiliteit, etc. zelf consequent uitvoering te geven, vanuit de voorbeeldfunctie die het agentschap heeft als deel van de Vlaamse overheid.
Bijlage 1 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
WVG p: 23/26
Beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
Bijlage 1 Doorlichting van beheers- en managementovereenkomsten
KG - Beheersovereenkomst dd. 21/12/2007 (vervolg) Art 7. Beleidsmatig en financieel kader (horizontale bevoegdheid - een duurzaam en ethisch verantwoord aankoopbeheer (pagina 18)
Het agentschap zal bij de aankoop van haar producten de in de Vlaamse overheid geldende normen m.b.t. energie en milieuzuinigheid respecteren en waakt erover dat deze aankoopproducten in menswaardige omstandigheden werden geproduceerd (eerlijke handel). Het agentschap engageert zich om binnen de termijn van deze beheersovereenkomst de volgende projecten met het oog op dit duurzaam en ethisch verantwoord aankoopbeheer concreet uit te voeren..." - Kind en Gezin zal in alle bestekken die worden uitgeschreven speficiek aandacht schenken aan energieprestaties en milieunormen, evenals aan ethische aspecten. Inschrijvers zullen ook op deze punten worden beoordeeld. - Kind en Gezin zal nieuwe aankopen beoordelen (op kwaliteit, kosten, risico en efficiëntie) op basis van een totale levenscyclusbenadering van productie over ingebruikname tot verwijdering - Kind en Gezin blijft het bestaande milibiliteitsplan stimuleren door het aanmoedigen van de medewerkers tot het gebruik maken van het openbaar vervoer en de fiets als alternatief voor het individuele autogebruik. - Kind en Gezin zal bij de aankoop van nieuwe wagens voor het eigen wagenpark voorrang geven aan de aankoop van energiezuinige wagens met lage emissiewaarden (CO2, roet, NOX). Daarbij zullen de mogelijkheden voor het gebruik van alternatieve aandrijving ( hybride wagens) worden onderzocht. - Kind en Gezin zal de bestaande bedrijfsprocessen analyseren vanuit het standpunt van energieverbruik en milieubelasting en -indien nodig onderzoeken of/hoe de bedrijfsprocessen kunnen worden bijgestruud. Projecten in het kader van een duurzaam en ethisch verantwoord aankoopbeheer worden geconcretiseerd in het ondernemingsplan.
2. Algemeen beleidskader - art. 8 Beleidsmatig kader (horizontale bevoegdheid) 2. De Vlaamse overheid als voorbeeldige werkgever (pagina 15)
In het algemeen: De Vlaamse overheid heeft onmiskenbaar een voorbeeldfunctie tegenover alle andere actoren in onze samenleving: burger, onderneming en organisatie. Richtlijnen die aan deze actoren door de Vlaamse overheid worden opgelegd, moeten door de agentschappen van diezelfde overheid uiteraard ook worden nageleefd. Het agentschap engageert zich om aan dergelijke richtlijnen, bijvoorbeeld inzake energiezorg, milieuzorg, mobilitiet, etc. zelf consequent uitvoering te geven, vanuit de voorbeeldfunctie die het agentschap heeft als deel van de Vlaamse overheid. Inzake een duurzaam en ethisch verantwoord aankoopbeheer: Het agentschap zal bij de aankoop van zijn producten de in de Vlaamse overheid geldende normen m.b.t. energie en milieuzuinigheid respecteren en waakt erover dat deze aankoopproducten in menswaardige omstandigheden werden geproduceerd (eerlijke handel).
APH - Beheersovereenkomst dd. 30/11/2007
2. Algemeen beleidskader - art. 8 Beleidsmatig kader (horizontale bevoegdheid) 2. De Vlaamse overheid als voorbeeldige werkgever (pagina 16)
Het agentschap is voor heel wat aankopen en investeringen afhankelijk van andere agentschappen en departementen. Toch engageert het agentschap zich om binnen de termijn van deze beheersovereenkomst en binnen de beperkingen van de beschikbare budgettaire middelen, de volgende acties met het oog op dit duurzaam en ethisch aankoopbeheer concreet uit te voeren: - Aankoop wagens met beperkte CO2-uitstoot - Aankoop van fair trade-producten voor eigen gebruik (koffie, fruitsap, ...) - Toemassen van milieucriteria bij overheidsopdrachten - Het gebruik van een milieukoopwijzer om milieuvriendelijke aankopen mogelijk te maken - Participatie aan eventuele werkgroepen in het kader van milieuzorg Voor verdere concretisering wordt verwezen naar het ondernemingsplan
Bijlage 1 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
WVG p: 24/26
Beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
Bijlage 1 Doorlichting van beheers- en managementovereenkomsten
VIPA - Beheersovereenkomst dd. 9/11/2007 Art. 7 Beleidsmatig en financieel kader (horizontale bevoegdheid) - 3. Correct en aantrekkelijk werkgeverschap (pagina 7)
De Vlaamse overheid heeft onmiskenbaar een voorbeeldfunctie tegenover alle andere actoren in onze samenleving: burger, onderneming en organisatie. Richtlijnen die aan deze actoren door de Vlaamse overheid worden opgelegd moeten door de agentschappen van diezelfde overheid uiteraard ook worden nageleefd. Het Agentschap engageert zich om aan dergelijke richtlijnen, bijvoorbeeld inzake energiezorg, milieuzorg, mobiliteit, ... zelf consequent uitvoering te geven, vanuit de voorbeeldfunctie die het agentschap heeft als deel van de Vlaamse overheid. Zie artikel 14. Het aankoopbeleid van het VIPA is ingebed in dat van het departement. In die zin volgt het VIPA onverkort het departementale beleid terzake. (Artikel 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 31 maart 2006: "Het departement WVG zal het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid VIPA beheren"). Duurzaam bouwen is langer een essentieel andachtspunt voor het VIPA. Sedert 2003 worden de evaluatiecriteria ecologisch bouwen opgevolgd (omzendbrief van 29 april 2003). Recenter werd ook de energieboekhouding toegepast (omzendbrief van 29 mei 2006 betreffende de energieboekhouding en energie-audit in voorzieningen in de welzijns- en gezondheidssector).
2. Algemeen beleidskader - Art. 7. Beleidsmatig en financieel kader (horizontale bevoegdheid) - 1) inzake onderlinge samenwerking (pagina 4)
De Vlaamse overheid heeft een onmiskenbare voorbeeldfunctie tegenover alle andere actoren in onze samenleving: burgers, ondernemingen, middenveldorganisatie en andere overheden. Richtlijnen die aan deze actoren door de Vlaamse overheid worden opgelegd worden door het agentschap uiteraar ook nageleefd. Het agentschap engageert zich om aan dergelijke richtlijnen, bv. inzake energiezorg, milieuzorg, mobiliteit, etc. zelf consequent uitvoering te geven, vanuit de voorbeeldfunctie die het agentschap heeft als deel van de Vlaamse overheid. Zorg voor energie-, milieubeheer en duurzaamheid krijgen bijzondere aandacht in het beheer van de infrastructuur en bouwprojecten in het kader van het masterplan. Het agentschap zal bij de aankoop van haar producten de in de Vlaamse overheid geldende normen m.b.t. energie en milieuzuinigheid respecteren en waakt erover dat deze aankoopproducten in menswaardige omstandigheden werden geproduceerd (eerlijke handel). Het agentschap is voor heel wat aankopen en investeringen afhankelijk van andere agentschappen en departementen. Toch engageert het agentschap zich om binnen de termijn van deze beheersovereenkomst de volgende acties met het oog op dit duurzaam en ethisch aankoopbeheer concreet uit te voeren: Binnen de beperkingen van de beschikbare budgettaire middelen:
OPZ Geel - Beheersovereenkomst dd. 9/11/2007
2. Algemeen beleidskader - Art. 7. Beleidsmatig en financieel kader (horizontale bevoegdheid) - 5) inzake een duurzaam en ethisch verantwoord aankoopbeheer (pagina 4-5)
- Aankoop wagens met beperkte CO2-uitstoot - Aankoop van fair trade-producten voor eigen gebruik (koffie, fruitsap, ...) - Toemassen van milieucriteria bij overheidsopdrachten - Het gebruik van een milieukoopwijzer om milieuvriendelijke aankopen mogelijk te maken Tevens behoort het tot de politiek van het agentschap zich te richten naar de geldende wetgeving en reglementering, en om alle transacties extact en getrouw weer te geven. Het agentschap acht het van het allergrootste belang dat deze politiek zorgvuldig nageleefd wordt; niet alleen door de medewerkers maar ook door het personeel van derden die voor onze rekening werken of aan ons leveren. Met het oog hierop verwerpt het agentschap de levering van artikelen die door kinderarbeid tot stand zijn gekomen of onder mensonwaardige omstandigheden zijn geproduceerd. Van onze leveranviers wordt verwacht dat zij het agentschap onverwijld op de hoogte brengen en op de hoogte houden van iedere afwijking, hoe minimaal ook, die eventueel zou worden vastgesteld bij de uitvoering van werkzaamheden, het leveren van diensten en goederen voor rekening van het agentschap.
Bijlage 1 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
WVG p: 25/26
Beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
Bijlage 1 Doorlichting van beheers- en managementovereenkomsten
OPZ Rekem - Beheersovereenkomst dd. 23/11/2007 Hfdst 2. Algemeen beleidskader - 7. Beleidsmatig en financieel kader (horizontale bevoegdheid) - 7.1. De Vlaamse overheid staat voor kwaliteit en werkt onderling samen - 7.1.2. Werkgeverschap (pagina 5)
De Vlaamse overheid heeft onmiskenbaar een voorbeeldfunctie tegenover alle andere actoren in onze samenleving: burger, onderneming en organisatie. Richtlijnen die aan deze actoren door de Vlaamse overheid worden opgelegd moeten door de agentschappen van diezelfde overheid uiteraard ook worden nageleefd. Het agentschap engageert zich om aan dergelijke richtlijnen, bijvoorbeeld inzake energiezorg, milieuzorg, mobiliteit, etc. zelf consequent uitvoering te geven, vanuit de voorbeeldfunctie die het agentschap heeft als deel van de Vlaamse overheid. In dit kader engageert het agentschap zich om de volgende concrete projecten uitvoering te geven: - Het opzetten van sensibiliseringscampagnes (bv. sorteren van afval, zorgzaam omgaan met energiebronnen, ...) om zo personeel en patiënten te sensibiliseren zodat de campagnes die gelanceerd worden door de overheid een groter draagvlak krijgen en zo ook aan betekenis winnen. - Het opzetten en opvolgen van jaarlijkse energieaudit Hfdst 2. Algemeen beleidskader - 7. Beleidsmatig en Het agentschap zal bij de aankoop van haar producten de in de Vlaamse overheid geldende normen m.b.t. energie en milieuzuinigheid financieel kader (horizontale bevoegdheid) - 7.1. De respecteren en waakt erover dat deze aankoopproducten in menswaardige omstandigheden werden geproduceerd (eerlijke handel). Vlaamse overheid staat voor kwaliteit en werkt onderling Het agentschap is voor heel wat aankopen en investeringen afhankelijk van andere agentschappen en departementen. Toch engageert het samen - 7.1.5. Een duurzaam en ethisch verantwoord agentschap zich om binnen de termijn van deze beheersovereenkomst acties met het oog op dit duurzaam en ethisch aankoopbeheer concreet uit te voeren. Deze zulen worden uitgewerkt in het ondernemingsplan. aankoopbeleid (pagina 7) Tevens behoort het tot de politiek van het agentschap zich te richten naar de geldende wetgeving en reglementering, en om alle transacties extact en getrouw weer te geven. Het agentschap acht het van het allergrootste belang dat deze politiek zorgvuldig nageleefd wordt; niet alleen door de medewerkers maar ook door het personeel van derden die voor onze rekening werken of aan ons leveren. Met het oog hierop verwerpt het agentschap de levering van artikelen die door kinderarbeid tot stand zijn gekomen of onder mensonwaardige omstandigheden zijn geproduceerd. Van onze leveranviers wordt verwacht dat zij het agentschap onverwijld op de hoogte brengen en op de hoogte houden van iedere afwijking, hoe minimaal ook, die eventueel zou worden vastgesteld bij de uitvoering van werkzaamheden, het leveren van diensten en goederen voor rekening van het agentschap.
Bijlage 1 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
WVG p: 26/26
BIJLAGE 2
Omzendbrief FM/2008/1 Omzendbrief rationeel energiegebruik Aan de leidend ambtenaren van de departementen en de IVA’s zonder en met rechtspersoonlijkheid
Kabinet van de Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur Koning Albert II-laan 20 bus 1 1000 BRUSSEL Tel. 02 552 66 00 - Fax 02 552 66 01
[email protected] Kabinet van de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en Toerisme Boudewijnlaan 30 1000 BRUSSEL Tel.: 02 552 70 00 - Fax: 02 552 70 01
[email protected]
Datum
Betreft: Aanbevelingen om het energieverbruik te verminderen
1 Voor wie is deze omzendbrief bestemd? Deze omzendbrief is bestemd voor alle gebruikers van gebouwen waarin entiteiten van de Vlaamse overheid gehuisvest zijn. Parallel met deze omzendbrief werd de omzendbrief FM/2008/2 bekrachtigd en verspreid. 2 Doel Deze omzendbrief geeft aanbevelingen om het energieverbruik door personeelsleden in de gebouwen van de Vlaamse overheid te verminderen. De volgende aanbevelingen komen aan bod: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Energiezuinig gebruik verwarming en koeling Beperken van het gebruik van sanitair warm water Energiezuinig gebruik verlichting Voorkeur gebruik van de trap in plaats van de lift Vermijden van gebruik van verplaatsbare huishoudapparaten Uitschakelen toestellen bij niet-gebruik Keuze van energiezuinige informatica-apparatuur
3 Achtergrond van deze omzendbrief Deze omzendbrief is een herwerking van de omzendbrief O.A.-MIN-91/1 – O.A.ION-91/1, Maatregelen bestemd om het energiegebruik in de gebouwen van de Vlaamse overheid te verminderen, die aangepast werd aan de huidige ontwikkelingen.
Bijlage 2 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg inde Vlaamse overheidsgebouwen
p.1/16
4 Beschrijving van de optredende partijen Eigenaar De eigenaar van een gebouw is de bestuurlijke eenheid die belast is met het beheer en onderhoud van dat gebouw (ook in geval van een gehuurd gebouw). Gebouwverantwoordelijke De gebouwverantwoordelijke is de persoon die meestal gehuisvest is binnen het gebouw en die voor de gebruikers van het gebouw het dagelijkse aanspreekpunt is voor alle gebouwgebonden materies. Hij draagt er zorg voor dat gemelde gebreken van het gebouw verholpen worden en dat de veiligheids- en welzijnsvoorschriften worden uitgevoerd en nageleefd. De gebouwverantwoordelijke voert logistieke taken uit die dienstoverschrijdend zijn en coördineert ze. Voor het technisch beheer van het gebouw en de installaties neemt de gebouwverantwoordelijke contact op met de gebouwenbeheerder en de preventieadviseur, en bepaalt hij samen met hen de prioriteiten voor verbetering en/of aanpassing. De aanwijzing en de taken van de gebouwverantwoordelijke zijn geregeld door de omzendbrief OA/PIWFaMa/00/1. Energieverantwoordelijke De energieverantwoordelijke van een gebouw is de persoon die over het algemeen werkzaam is binnen een van de entiteit(en) die het gebouw gebruiken die belast is met de toepassing van de maatregelen ter bevordering van het rationeel energiegebruik (REG). De gebruiker van een gebouw stelt een energieverantwoordelijke aan. Als er geen energieverantwoordelijke werd aangesteld, dan wordt de functie van energieverantwoordelijke uitgevoerd door de gebouwverantwoordelijke. Gebruiker van een gebouw De gebruiker van een gebouw of van een gedeelte van een gebouw is de entiteit waarvan de diensten de lokalen van dat gebouw of van een gedeelte van dat gebouw gebruiken. Als er verschillende entiteiten in het gebouw aanwezig zijn, wordt de grootste entiteit (VTE) beschouwd als gebruiker. De eigenaar stelt deze lokalen ter beschikking van de gebruiker. Preventieadviseur De preventieadviseur staat de werkgever, de leidend ambtenaren en de werknemers bij voor de toepassing van de wettelijke en reglementaire bepalingen betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk en alle andere preventiemaatregelen en -activiteiten. 5 Richtwaarden temperatuur en relatieve vochtigheid in de lokalen a. In de kantoren van de openbare gebouwen is tijdens de bezettingsuren en tijdens het stookseizoen de richttemperatuur vastgesteld op 21 °C.
Bijlage 2 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg inde Vlaamse overheidsgebouwen
p.2/16
b. In de kantoren van de openbare gebouwen is tijdens de bezettingsuren en tijdens de koelperiode de richttemperatuur vastgesteld op 25 °C. c. De maximumtemperatuur tijdens de bezettingsuren en tijdens de koelperiode in andere lokalen dan de kantoren, zoals sportzalen, werkplaatsen, sanitaire ruimten, gangen en circulatieruimten, halls en andere over het algemeen niet bezette lokalen, blijft vastgesteld bij de omzendbrief van 25 oktober 1979 van de minister van Openbare Werken, namelijk: -
de sportzalen, de werkplaatsen en de sanitaire lokalen: 15 °C de gangen, de circulatieruimten, de halls en de niet bezette lokalen: 12 °C.
d. De temperatuur buiten de bezettingsuren en tijdens het stookseizoen wordt beperkt (’s nachts is 16 °C voldoende), behalve in uitzonderlijke gevallen (ziekenhuizen, wachtposten, permanentielokalen ...) waar een constante temperatuur zowel overdag als ‘s nachts verantwoord is. e. De relatieve luchtvochtigheid in de lokalen ligt tussen 40 % en 70 %. 6 Enkele eenvoudige aanbevelingen 1.1
Energiezuinig gebruik van verwarming en koeling
a. Bij centrale temperatuursregeling (verwarming-koeling) is het aangeraden om geen ramen te openen. Op die manier kan de installatie maximaal benut worden. Als er geen centrale temperatuursregeling is, worden de ramen pas geopend nadat de individuele verwarmings- en/of koelelementen werden uitgeschakeld. Dat voorkomt energieverspilling. b. Sluit in elk geval alle ramen en deuren als u naar een vergadering of naar huis gaat, en schakel ’s avonds de verwarming- of koelelementen uit. Dat is niet alleen energiezuinig maar ook brandveilig. c. Houd deuren en verbindingsgangen naar niet of maar zeer sporadisch verwarmde ruimten (garages, kelders, trappenzalen enz.) zo veel mogelijk gesloten. d. Blokkeer nooit automatisch sluitende deuren. Die deuren zorgen er net voor dat niemand zich hoeft te bekommeren om het sluiten van de deuren. Bovendien geven die deuren vaak toegang tot niet of sporadisch verwarmde ruimten. Branddeuren of automatisch sluitende deuren die toegang geven tot de nooduitgangen, mogen nooit geblokkeerd worden omwille van de brandveiligheid. e. Bijzetradiatoren, mobiele aircotoestellen of andere voorwerpen die het warmterendement van de eindtoestellen kunnen beïnvloeden, zijn verboden. Die toestellen veroorzaken immers een extra energieverbruik. Een uitzondering hierop vormen de lokalen waarin een minimumtemperatuur, in overeenstemming met het ARAB (Codex), niet kan worden bereikt door een tijdelijke beschadiging van de installatie of een gebrek aan thermische isolatie. In die gevallen moet er vooraf toestemming worden verkregen van de energieverantwoordelijke en de preventieadviseur. f.
Bedek nooit radiatoren of convectoren met bijvoorbeeld kleding of kantoormateriaal. Plaats ook nooit een bureau of kast voor een verwarming of koelelement. Dat zorgt voor een lager rendement van de installatie.
Bijlage 2 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg inde Vlaamse overheidsgebouwen
p.3/16
g. Zorg ervoor dat alle regelbare verwarmings- en koelelementen in dezelfde ruimte op dezelfde temperatuur ingesteld staan. Als de elementen elk op een andere temperatuur ingesteld staan, blijven ze continu koelen en verwarmen. Dat betekent een zeer grote energieverspilling. h. Maak gebruik van de zonnewering. Als in een ruimte koeling nodig is, moet directe zonnewarmte vermeden worden. Zonnewering zorgt ervoor dat de koelinstallatie minder snel aangeschakeld moet worden. i.
1.2
Als uw kantoor beschikt over (ventilo)convectoren of radiatoren als individuele, extra temperatuurregeling, schakel dan die toestellen uit als u naar huis gaat. Het is niet de bedoeling dat uw kantoor ook gedurende de hele nacht bijverwarmd wordt. Beperken van het gebruik van warm water
Beperk het gebruik van warm water in de sanitaire ruimten. Het is niet nodig om bij het handen wassen telkens warm water te gebruiken. Het opwarmen van water kost immers veel energie. 1.3
Energiezuinig gebruik verlichting
a. Werk als dat mogelijk is op plaatsen met voldoende daglicht. Vermijd het gebruik van verlichting tijdens periodes met voldoende natuurlijke verlichting op de werkplek. Plaats uw bureau, werktafel of werkbank bij voorkeur bij een raam. b. Doof het licht in kantoren waar niemand is en laat lampen niet branden in ruimten waaraan niet onmiddellijk iemand terugkeert. De laatste doet het licht uit. Voor de lokalen die niet continu gebruikt worden (vergaderzalen, magazijnen, archieven, opslagruimtes …) wordt daar extra op toegezien. 1.4
Voorkeur gebruik van de trap in plaats van de lift
Gebruik voor kleine verplaatsingen bij voorkeur de trap in plaats van de lift. Dat bespaart veel energie. Om de aanwezigheid van de trappenhallen visueel te verbeteren, krijgen die een duidelijke bewegwijzering. 1.5
Vermijden van gebruik van eigen elektrische huishoudapparaten
Elektrische toestellen kunnen een veiligheidsrisico inhouden. De preventieadviseur moet vooraf een positief advies geven voor het gebruik ervan. Als u die toestemming krijgt, koop dan de meest energiezuinige apparatuur. Elk extra apparaat zorgt immers voor een hoger energieverbruik (zie ook 6.1.e.). 1.6
Uitschakelen toestellen bij niet-gebruik
a. Maak er een gewoonte van om elk toestel onmiddellijk na gebruik uit te schakelen. Dat is energiezuiniger en ook brandveiliger. Laat bijvoorbeeld uw gsmoplader niet langer in het contact steken dan strikt nodig is. b. Schakel tijdens de middagpauzes of als u naar een vergadering vertrekt, zo veel mogelijk toestellen uit, zoals printers en beeldschermen. Het gebruik van screensavers wordt afgeraden (zie ook 6.7.f.). Als u enige tijd weg bent, zet dan ook uw computer volledig uit.
Bijlage 2 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg inde Vlaamse overheidsgebouwen
p.4/16
c. Zorg er zeker voor dat bij het verlaten van het gebouw alle kantoorapparatuur die niet noodzakelijk moet blijven functioneren, uitgeschakeld wordt. Kantoorapparatuur (zoals computers, beeldschermen, printers, faxen en kopieerapparaten) gebruikt veel energie, zelfs als die lange tijd ongebruikt aan staat. Zet ook ventilatoren af. d. In niet-gebruikte lokalen worden de toestellen uitgeschakeld die niet constant in gebruik zijn. e. Sommige apparaten verbruiken ook energie als de stekker nog in het stopcontact zit, zelfs als ze uit staan. Door een stekkerdoos met aan-uitschakelaar te gebruiken waarin u alle stekkers van de computer en het beeldscherm plaatst, kunt u de energietoevoer naar de toestellen in één keer afsluiten (stand ‘uit’) als u naar huis gaat. 1.7
Keuze van energiezuinge informatica-apparatuur
a. Gebruik liever netwerkprinters dan individuele printers. Als iedereen een afzonderlijke printer heeft, wordt er veel meer energie verbruikt dan met een netwerkprinter. Ook de initiële kostprijs en de onderhoudskosten van de ICT-apparatuur liggen in het geval van individuele printers veel hoger. b. Een draagbare computer is energiezuiniger dan een gewone desktop computer. Draagbare computers bevatten allerlei energiebesparende voorzieningen zodat ze zo lang mogelijk kunnen werken op de batterij. Vandaar dat aangeraden wordt om bij een nieuwe computer te kiezen voor een draagbaar model. c. Flatscreens of lcd-schermen verbruiken tot de helft minder energie dan de gewone beeldschermen. Kies bij het bestellen of aankopen van een nieuw scherm dus voor dat type. d. Hoe groter het beeldscherm, hoe meer elektriciteitsverbruik. Kies dus geen groter beeldscherm dan nodig. Een 15” (17”) lcd-scherm is wat grootte betreft vergelijkbaar met een 17” (19”) gewoon scherm omdat, in tegenstelling tot een gewoon scherm, een LCD-scherm plat is en dus minder verbuigingen aan de randen geeft. e. Kies bij digitale kopieermachines, printers en copier/printers voor de dubbelzijdige optie. U kunt de dubbelzijdige optie het best als standaard instellen. f.
Screensavers zorgen voor een hoger energiegebruik en kunnen de werking van energiebeheer op de computer verstoren. Het is zuiniger om de computer automatisch in stand-by of in slaapstand te laten overgaan als hij een tijdje niet gebruikt wordt.
Bijlage 2 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg inde Vlaamse overheidsgebouwen
p.5/16
Omzendbrief FM/2008/2 Omzendbrief rationeel energiegebruik Aan de leidend ambtenaren van de departementen en de IVA’s zonder en met rechtspersoonlijkheid
Kabinet van de Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur Koning Albert II-laan 20 bus 1 1000 BRUSSEL Tel. 02 552 66 00 - Fax 02 552 66 01
[email protected] Kabinet van de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en Toerisme Boudewijnlaan 30 1000 BRUSSEL Tel. 02 552 70 00 - Fax 02 552 70 01
[email protected]
Datum
Betreft: aanbevelingen om het energiegebruik van de technische installaties in de gebouwen van de Vlaamse overheid te verminderen
1
Voor wie is deze omzendbrief bestemd?
Deze omzendbrief is bestemd voor de personen die verantwoordelijk zijn voor het technische beheer van de installaties in een gebouwencomplex en voor de personen die binnen elk gebouwencomplex belast zijn met de toepassing en de bevordering van de maatregelen voor een rationeel energieverbruik. Parallel met deze omzendbrief werd de omzendbrief FM/2008/1 bekrachtigd en verspreid. 2
Doel
Deze omzendbrief heeft als doel aanbevelingen te formuleren om het energieverbruik van de technische installaties in de gebouwen van de Vlaamse overheid te verminderen. 3
Achtergrond van deze omzendbrief
Deze omzendbrief is een herwerking van de omzendbrief O.A.-MIN-91/1 bis - O.A.-ION91/1 bis, Maatregelen bestemd om het energieverbruik der verwarmings- en verlichtingsinstallaties te verminderen, die aangepast werd aan de huidige ontwikkelingen. 4
Definities
Eigenaar De eigenaar van een gebouw is de bestuurlijke eenheid die belast is met het beheer en onderhoud van dat gebouw (ook in geval van een gehuurd gebouw). Gebruiker De gebruiker van een gebouw of van een gedeelte van een gebouw is de entiteit waarvan de diensten de lokalen van dat gebouw of van een gedeelte van dat gebouw gebruiken. Als er verschillende entiteiten in het gebouw aanwezig zijn, wordt de grootste entiteit (VTE) beschouwd als gebruiker. De eigenaar stelt deze lokalen ter beschikking van de gebruiker. Bijlage 2 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg inde Vlaamse overheidsgebouwen
p.6/16
Gebouwenbeheerder De gebouwenbeheerder staat in voor het beheer van het gebouw en van zijn installaties. Als er verschillende gebruikers in hetzelfde gebouw aanwezig zijn, kunnen zij, in onderling overleg, één enkele beheerder aanstellen, of kunnen zij verscheidene beheerders aanstellen en hun onderlinge samenwerking regelen. Gebouwverantwoordelijke De gebouwverantwoordelijke is de persoon die meestal gehuisvest is binnen het gebouw en die voor de gebruikers van het gebouw het dagelijkse aanspreekpunt is voor alle gebouwgebonden materies. Hij draagt er zorg voor dat gemelde gebreken van het gebouw verholpen worden en dat de veiligheids- en welzijnsvoorschriften worden uitgevoerd en nageleefd. De gebouwverantwoordelijke voert logistieke taken uit die dienstoverschrijdend zijn en coördineert ze. Voor het technisch beheer van het gebouw en de installaties neemt de gebouwverantwoordelijke contact op met de gebouwenbeheerder en de preventieadviseur, en bepaalt samen met hen de prioriteiten voor verbetering en/of aanpassing. De aanwijzing en de taken van de gebouwverantwoordelijke zijn geregeld door de omzendbrief OA/PIWFaMa/00/1. Energieverantwoordelijke De energieverantwoordelijke van een gebouw is de persoon die over het algemeen werkzaam is binnen een van de entiteiten die het gebouw gebruiken en die belast is met de toepassing van de maatregelen ter bevordering van het rationeel energiegebruik (REG). De gebruiker van een gebouw stelt een energieverantwoordelijke aan. Als er geen energieverantwoordelijke werd aangesteld, dan wordt de functie van energieverantwoordelijke uitgevoerd door de gebouwverantwoordelijke. Preventieadviseur De preventieadviseur staat de werkgever, de leidend ambtenaren en de werknemers bij voor de toepassing van de wettelijke en reglementaire bepalingen betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk en alle andere preventiemaatregelen en activiteiten.
Onderhoudsfirma Het onderhoud van de technische installaties kan worden toevertrouwd aan een of meer gespecialiseerde firma’s, onder toezicht van de beheerder. Het gebouwencomplex Een gebouwencomplex is een geheel van gebouwen die: •
op hetzelfde kadastraal perceel of op naast elkaar liggende percelen gelegen zijn, maar hetzelfde publieke adres hebben;
Bijlage 2 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg inde Vlaamse overheidsgebouwen
p.7/16
•
onder een gemeenschappelijke benaming bekend kunnen staan of aangeduid worden, bijvoorbeeld “Luchthaven Antwerpen”.
Het energiepunt
Een energiepunt is een punt waar een energiemeting mogelijk is: de beheerder van het gebouw beschikt over een materieel middel (teller, tanks met peilaanwijzer ... ) om het energieverbruik te meten. De teller wordt geïnstalleerd ter beschikking gesteld door de maatschappij die belast is voor distributie van de nutsvoorziening (water, aardgas, elektriciteit) of door de gebruiker (gasolie). Het gebruik van subtellers is een manier om het verbruik te detecteren van onderdelen van een gebouw met een grote impact op het totaalverbruik. Voor administratieve hoofdzetels worden de nodige systemen voor controle en regeling vanaf afstand voorzien. Bruikbare vloeroppervlakte De bruikbare vloeroppervlakte is de som van de bruto vloeroppervlakten van alle vloerniveaus binnen het beschermde volume van het gebouw. 5
Basisgegevens voor het energiebeleid
Energiezorg realiseren in (overheids)gebouwen bestaat uit een aantal stappen: • • • •
inventariseren van de gebouwen en technische uitrusting; het energieverbruik volgen door middel van een energieboekhouding; zicht krijgen op het besparingspotentieel van de gebouwen door middel van een energieaudit; per gebouw een plan van aanpak opstellen voor mogelijke investeringen die de energie-efficiëntie van de gebouwen verbeteren.
In de volgende hoofdstukken worden die stappen verder besproken. 1.8
Inventaris gebouwen en technische uitrusting
De entiteit beschikt in de eerste plaats over een inventaris of een betrouwbaar adressenbestand en heeft daarin een onderscheid gemaakt tussen de te volgen gebouwen of gebouwencomplexen en die welke door speciale omstandigheden niet in aanmerking komen voor het volgen van het energieverbruik. Dat adressenbestand is digitaal en kan geraadpleegd worden via de beschikbare informaticamiddelen (internet). De informatie wordt minstens jaarlijks geactualiseerd. De entiteiten kunnen daarvoor gebruikmaken van de Archibus Database van de afdeling Gebouwen van het Agentschap voor Facilitair Management. De basisinformatie van een gebouw omvat ten minste gegevens over de gebouwverantwoordelijke, de gebouwenbeheerder, de energieverantwoordelijke, de bruikbare vloeroppervlakte naargelang van het type, het bouwjaar, het gebruik, de aanwezige nutsvoorzieningen, de keuringen, de basisinfrastructuur voor verwarming, de plannen, de vergunningen (o.a. milieuvergunningen) en de bezetting.
Bijlage 2 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg inde Vlaamse overheidsgebouwen
p.8/16
1.9
Energieboekhouding
Een energieboekhouding is een controle-instrument voor energiezorg dat het energieen waterverbruik van gebouwen in beeld brengt en analyseert. Een energieboekhouding is gebaseerd op een regelmatige registratie, analyse en rapportage van het elektriciteits, brandstof- en waterverbruik. Daarbij worden de opgemeten verbruiken vergeleken met referentiewaarden en verwachte verbruiken. In elk gebouw met een bruikbare vloeroppervlakte van groter dan1000 m2 waar entiteiten van de Vlaamse overheid gehuisvest zijn, neemt de aangestelde energieverantwoordelijke maandelijks het verbruik op van alle energiepunten van het gebouw. Dat kan handmatig gebeuren door op vaste tijdstippen de meterstanden van de meters van de maatschappijen die zorgen voor de nutsvoorzieningen op te nemen, of automatisch via energiemeters die aangesloten zijn op een modem, zoals bij telemetrie. Nutsvoorzieningen zijn elektriciteit, gas, gasolie en water. De energieboekhouding is digitaal beschikbaar. De meterstanden kunnen worden opgenomen in de software die gebruikt wordt voor het bijhouden van verbruiken. De afdeling Gebouwen (AFM) stelt die software ter beschikking van de entiteiten.
De energieverantwoordelijken vullen de resultaten van de opneming aan in de systemen voor energieboekhouding. Zo worden sluimerverbruiken, piekmomenten, lekken enzovoort opgespoord en worden acties ondernomen om ze te verhelpen en te voorkomen. 1.10 Energieaudit De energieaudit is een doeltreffend middel om een gebouw door te lichten op energetisch vlak en om de mogelijke energiebesparende maatregelen voor de aandachtsvelden organisatie, techniek en gedrag in kaart te brengen. Tijdens een energieaudit worden de interacties tussen de beïnvloedende factoren onderzocht en wordt een uitgebreide lijst van energiebesparende maatregelen opgesteld. Die energiebesparende maatregelen worden begroot op investeringskosten, besparingen en terugverdientijd in de loop van de volgende jaren. In het kader van het energieprestatiecertificaat zal voor elk gebouw met een bruikbare vloeroppervlakte van groter dan1000 m2 waar entiteiten van de Vlaamse overheid gehuisvest zijn een energetische doorlichting gebeuren die leidt tot een adviesdeel op het certificaat. Naar aanleiding van dat adviesdeel kan beslist worden om een diepgaandere (thematische) audit te laten uitvoeren. 1.11 plan van aanpak gebouw Aan de hand van de energiebesparende maatregelen die gedetecteerd werden tijdens de audit en aan de hand van de terugverdientijd van de maatregelen, wordt voor elk gebouw jaarlijks een plan van aanpak opgesteld, om het energieverbruik van het gebouw te verlagen.
Dat plan van aanpak van een gebouw omvat diverse maatregelen, zowel technisch als gedragsmatig, om het energieverbruik van een gebouw te reduceren zonder merkbaar comfortverlies. Die maatregelen worden getoetst aan een aantal criteria, zoals - terugverdientijd; - besparingsvermogen;
Bijlage 2 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg inde Vlaamse overheidsgebouwen
p.9/16
- respect voor de bepalingen van de Codex (ARAB). 6
Energieprestatiecertificaat voor publieke gebouwen
De gebruiker van een publiek gebouw met een bruikbare vloeroppervlakte groter dan 1000 m2, beschikt uiterlijk op 1 januari 2009, voor elk afzonderlijk publiek gebouw of gebouwsite, over een energieprestatiecertificaat. Publieke gebouwen die na 1 oktober 2007 door een publieke organisatie in gebruik worden genomen, beschikken uiterlijk vijftien maanden na de ingebruikname over een energieprestatiecertificaat. Het energieprestatiecertificaat wordt opgemaakt door een energiedeskundige voor publieke gebouwen en bevat de volgende gegevens: 1° de datum van opmaak van het energieprestatiecertificaat; 2° de uitdrukking van de energieprestatie van het gebouw aan de hand van het kengetal; 3° de referentiewaarden met betrekking tot de geldende minimumeisen en de benchmarks, of een verwijzing ernaar; 4° de aanbevelingen voor de kosteneffectieve verbetering van de energieprestatie van het gebouw, die minstens betrekking hebben op: a) de thermische kenmerken van het gebouw; b) de verwarmingsinstallatie en warmtevoorziening; c) de installatie voor ventilatie; d) het gebruik van passieve zonne-energie en zonnewering; e) de koelinstallatie; f) de ingebouwde lichtinstallatie; g) het gebruikersgedrag; h) het energiezorgsysteem als dat beschikbaar is. 7 Aanbevelingen
De hieronder vermelde aanbevelingen zijn opgesomd ter ondersteuning van de gebouwverantwoordelijke en de gebouwenbeheerder. De aanbevelingen zijn een aanvulling op de aanbevelingen van omzendbrief FM/2008/1 voor de gebruikers van het gebouw. Dit hoofdstuk volgt dan ook dezelfde indeling. De volgende onderwerpen komen aan bod: -
Energiezuinig gebruik verwarming en koeling Beperken van het gebruik van sanitair warm water Energiezuinig gebruik verlichting Voorkeur voor gebruik van de trap in plaats van de lift Vermijden van gebruik van verplaatsbare huishoudapparaten Uitschakelen toestellen bij niet-gebruik Energiezuinige keuze van ICT ruimten
Nota vooraf: deze aanbevelingen zijn niet in tegenspraak met de Codex (ARAB).
Bijlage 2 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg inde Vlaamse overheidsgebouwen
p.10/16
1.12 Energiezuinig gebruik verwarming en koeling
Tijdens het stookseizoen moet de temperatuur in de openbare gebouwen aan onderstaande twee eisen voldoen. Energiezuinig gebruik van verwarming en koeling houdt daar rekening mee. 1. Het thermische comfort Het thermische comfort is voldoende hoog zodat de kwaliteit van het werk en de gezondheid van de gebruiker niet in het gedrang komen. 2. Het rationeel energieverbruik De verwarming van een openbaar gebouw vertegenwoordigt een niet te verwaarlozen deel van de exploitatiekosten. De verhoging van de temperatuur met 1 °C brengt een extra verbruik mee van ongeveer 6 à 7 %. 1.12.1 Temperatuursvoorschriften
f. In de kantoren van de openbare gebouwen is tijdens de bezettingsuren en tijdens het stookseizoen de richttemperatuur vastgesteld op 21 °C. g. In de kantoren van de openbare gebouwen is tijdens de bezettingsuren en tijdens de koelperiode de richttemperatuur vastgesteld op 25 °C. h. Zorg ervoor dat de temperatuur buiten de bezettingsuren en tijdens het stookseizoen wordt beperkt (’s nachts is 16 °C voldoende), behalve in uitzonderlijke gevallen (ziekenhuizen, wachtposten, permanentielokalen ...), waar een constante temperatuur zowel overdag als ‘s nachts verantwoord is. Zorg er wel voor dat de temperatuur niet te laag is. Bij een te lage temperatuur wordt er immers condensatie gevormd in de lokalen. Dat kan beter vermeden worden.
i.
Vermijd grote schommelingen van de temperatuur tijdens de bezettingsuren. In de eerste plaats kan een optimale afregeling van de installatie dat verhelpen. Als er dan nog schommelingen optreden, neem dan verdere technische maatregelen zoals het plaatsen van sensoren om een aparte temperatuursregeling voor de verschillende verdiepingen van een gebouw mogelijk te maken.
j. Zie erop toe dat het opvoeren van de temperatuur voor de bezettingsuren zo laat mogelijk gebeurt, rekening houdend met de voorwaarde dat er een aanvaardbare temperatuur heerst tijdens de eerste bezettingsuren. Maak daarover afspraken met de persoon die verantwoordelijk is voor het onderhoud van de installaties. Door klokken en andere digitale middelen kan het verbruik geminimaliseerd worden. Evalueer regelmatig de instellingen en stuur ze bij als dat nodig is. 1.12.2 Technische installatie a. Een verwarmingsketel en de koelmachine kan het best jaarlijks onderhouden en optimaal afgesteld worden. Controleer of de onderhoudsfirma dat doet. b. Kijk na of de thermische installatie in het kantoorgebouw onderworpen is aan de verplichting om op regelmatige tijdstippen emissiemetingen te laten uitvoeren. Informatie daarover kunt u krijgen bij de gebouwenbeheerder.
Bijlage 2 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg inde Vlaamse overheidsgebouwen
p.11/16
c. Let op de goede werking van de verwarmings- en koelelementen in de lokalen. Ga in het begin van het stookseizoen even na of alle elementen optimaal werken. Schakel de onderhoudsploeg in als een element minder goed functioneert.
d. Controleer de temperatuur in de lokalen op een regelmatige basis. Neem klachten over de temperatuur ernstig en ga ter plaatse meten. Deel de resultaten van de metingen ook mee aan de werknemers. Zo voelt iedereen zich betrokken. e. Let erop dat de leidingen van de verwarmings- en koelinstallatie goed geïsoleerd zijn en blijven, zeker in onverwarmde ruimtes. Loskomen of zelfs ontbreken van isolatie kan leiden tot een groot energieverlies. f.
Plaats tochtstrips bij slecht sluitende en oude buitendeuren en ramen, en breng radiatorfolie aan achter radiatoren tegen buitenmuren of koude binnenmuren.
g. De relatieve luchtvochtigheid in de lokalen ligt tussen 40 % en 70 %.
h. Koeling van een groot kantoorgebouw vraagt veel energie. Vandaar dat koeling in gebouwen het best zo veel mogelijk via natuurlijke ventilatie kan gebeuren. i.
Zorg ervoor dat de kantoren toch nog voldoende geventileerd worden. Een algemene regel is een aanvoer van verse lucht met een minimaal debiet van 30 m3/(pers.h). De kwaliteit van de binnenlucht kan ook gemeten worden aan de hand van het verschil in CO2-concentratie tussen de binnen- en buitenlucht: bij een aanvaardbare luchtkwaliteit is dat verschil kleiner dan 1000 ppm.
1.12.3 Sensibiliseren van de werknemers a. Bij centrale temperatuursregeling (verwarming-koeling) is het aangeraden om geen ramen te openen. Op die manier kan de installatie maximaal benut worden. Bij het ontbreken van een centrale temperatuursregeling worden de ramen pas geopend nadat de individuele verwarmings- en/of koelelementen zijn uitgeschakeld. Controleer of deze aanbeveling wordt gevolgd, ook buiten de bezettingsperioden. b. Zie erop toe dat ’s avonds de verwarmings- en koelelementen uitgeschakeld zijn. Dat is ook brandveiliger. c. Zorg ervoor dat deuren en verbindingsgangen met toegang tot niet of slechts zeer sporadisch verwarmde ruimten (garages, kelders, trappenzalen enzovoort) zo veel mogelijk gesloten worden. d. Zie erop toe dat automatisch sluitende deuren nooit geblokkeerd worden. Branddeuren of automatisch sluitende deuren die toegang geven tot de nooduitgangen mogen bovendien nooit geblokkeerd worden omwille van de brandveiligheid. e. Sta het gebruik niet toe van bijzetradiatoren, van mobiele aircotoestellen of andere voorwerpen die het warmterendement van de eindtoestellen kunnen beïnvloeden. Die toestellen veroorzaken immers een extra energieverbruik. Een uitzondering hierop vormen de lokalen waarin een minimumtemperatuur, overeenkomstig Codex (ARAB), niet kan worden bereikt wegens een tijdelijke beschadiging van de installatie of een punctueel gebrek aan thermische isolatie. In ieder geval is vooraf de toestemming van de energieverantwoordelijke en de preventieadviseur vereist.
Bijlage 2 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg inde Vlaamse overheidsgebouwen
p.12/16
f.
Zorg ervoor dat radiatoren of convectoren nooit bedekt worden met bijvoorbeeld kleding of kantoormateriaal en dat er nooit een bureau of kast voor of gedeeltelijk voor een verwarmings- of koelelement wordt geplaatst. Dat zorgt immers voor een lager rendement van de installatie.
g. Zorg ervoor dat alle verwarmings- en koelelementen die in dezelfde ruimte opgesteld zijn, op dezelfde temperatuur ingesteld staan. Als de elementen elk op een andere temperatuur ingesteld worden, blijft de ene koelen wat de andere verwarmt. Dat betekent een zeer grote energieverspilling. h. Spoor de werknemers aan om in de eerste plaats gebruik te maken van de zonnewering als de temperatuur in een ruimte hoger oploopt. Zonnewering zorgt er immers voor dat de koelinstallatie minder snel gebruikt wordt en dus minder energie verbruikt. i.
Informeer de gebouwgebruikers over het correct gebruik van de verwarmingsen koelinstallatie. Een juist gebruik zorgt voor een daling van het energieverbruik!
j.
Als de lokalen beschikken over (ventilo)convectoren of radiatoren als individuele, aanvullende temperatuurregeling, spoor dan de gebruikers ertoe aan om die toestellen uit te schakelen als ze naar huis gaan. Het is niet de bedoeling dat de lokalen ook de hele nacht bijverwarmd worden.
k. Breng het gebruikersgedrag optimaal in kaart en vertaal dat naar de instellingen van de verwarmingssystemen. 1.13 Beperken van het gebruik van sanitair warm water a. Beperk de temperatuur van het sanitair warm water aan het vertrek van de warmwaterbereider tot 60 °C. Zorg er wel voor dat de temperatuur van het warme water aan het toppunt en op de retourleiding niet lager is dan 55 °C, om legionellabesmetting te voorkomen. Volg dus de temperatuur van het warme water nauwkeurig. b. Installeer in de douches spaardouchekoppen. Met een spaardouchekop kan je even comfortabel douchen met de helft van het water dat een normale douchekop verbruikt. c. Beperk het gebruik van warm water in de sanitaire ruimten. Het opwarmen van water kost immers veel energie. Zorg er wel voor dat het schoonmaakpersoneel steeds toegang heeft tot warm water. 1.14 Energiezuinig gebruik verlichting
a. Raad het gebruik van verlichting overdag tijdens periodes met voldoende natuurlijke verlichting op de werkplek af. De lichtsterkte op de werkplek moet conform de bepalingen van het Koninklijk besluit van 26 september 1966 en de toepasselijke Europese normen (EN 12464) zijn. b. Zie erop toe dat de verlichting uitgeschakeld is in kantoren, vergaderzalen en andere ruimtes die niet permanent bemand zijn. Archiefruimtes zijn daar een goed voorbeeld van. Dat geldt niet voor gebouwen waar om veiligheidsredenen een afwijking verantwoord is. c. Breng een schakelklok, timer, bewegingsmelder of lichtsensor aan op plaatsen waar vaak vergeten wordt het licht uit te schakelen. Zo voorkomt u dat lampen onnodig blijven branden. Als u hierbij spaarlampen of tl-lampen wilt gebruiken, koop
Bijlage 2 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg inde Vlaamse overheidsgebouwen
p.13/16
dan uitvoeringen die daarvoor geschikt zijn. Let er bovendien op dat het stroomverbruik van de sensor niet hoger is dan de besparing die erdoor wordt gerealiseerd.
d. Zorg ervoor dat de verlichting in de gebouwen op een bepaald uur volledig uitgeschakeld wordt, nadat de conciërge, onderhoudsdiensten of gebouwverantwoordelijke gecontroleerd heeft of er niemand meer aanwezig is. e. Zie erop toe dat de verlichtingstoestellen zorgvuldig worden onderhouden en gereinigd, zodat de rendementsverliezen beperkt blijven. Door vuil en stof op de verlichtingsarmaturen of lampen vermindert de lichtsterkte. Het is dus noodzakelijk om ze regelmatig schoon te maken. f.
Vervang gloeilampen en halogeenlampen zo veel mogelijk door lampen met een hoog rendement. Gloeilampen en halogeenlampen hebben een laag rendement. Maar 5 tot 10 % van de verbruikte elektriciteit wordt omgezet in licht. Dat betekent dat 90 tot 95 % van de elektriciteit verloren gaat als warmte. Spaarlampen en tl-buislampen daarentegen hebben een hoger rendement. Als de lamp gemiddeld meer dan 30 minuten per dag brandt, is een tl-buislamp of spaarlamp het goedkoopst.
1.15 Aanduiden trappenhallen in de gebouwen Moedig gebouwgebruikers aan om meer de trappen te gebruiken. Zorg er daarom voor dat de trappenhallen duidelijk aangegeven zijn als trappenhal, bijvoorbeeld door middel van een pictogram of een pijl. Nooduitgangen die niet gebruikt kunnen worden om enkele verdiepingen naar boven of naar beneden te gaan, bijvoorbeeld omdat ze vanuit de trappenhal niet geopend kunnen worden, vallen hier niet onder. 1.16 Vermijden van gebruik van verplaatsbare huishoudtoestellen Elektrische toestellen kunnen een veiligheidsrisico inhouden. Het gebruik van verplaatsbare huishoudtoestellen (koffiezetapparaten, koeltoestellen …) is onderworpen aan het voorafgaand advies van de preventieadviseur omwille van de brandveiligheid. Als de preventieadviseur een positief advies geeft, koop dan het meest energiezuinige toestel. Elk extra apparaat verhoogt immers het energieverbruik. 1.17 Uitschakelen van toestellen bij niet-gebruik a. Spoor de gebouwgebruikers aan om elk apparaat onmiddellijk na gebruik uit te schakelen tenzij ze het apparaat kort nadien opnieuw nodig hebben. Dat is energiezuiniger en ook brandveiliger. Gsm-laders en koffiezetapparaten bijvoorbeeld verbruiken nog heel wat energie als ze langer dan nodig in het stopcontact blijven zitten. b. Sensibiliseer de gebouwgebruikers om tijdens de middagpauzes of als ze vertrekken naar een vergadering, zo veel mogelijk toestellen uit te schakelen, zoals printers en beeldschermen. c. Controleer of in lokalen die niet gebruikt worden, alle toestellen die niet constant hoeven te functioneren, uitgeschakeld zijn. d. Zie erop toe dat na de bezettingsuren alle kantoorapparatuur zo veel mogelijk wordt uitgeschakeld. Kantoorapparatuur (zoals computers, beeldschermen, printers en kopieerapparaten) gebruiken veel energie, zeker als ze lange tijd ongebruikt aan staan. Zet ook ventilatoren af.
Bijlage 2 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg inde Vlaamse overheidsgebouwen
p.14/16
1.18 Energiezuinige keuze van ICT ruimten
Zorg ervoor dat de beschikbare ICT-ruimten optimaal gebruikt worden. Elke extra ICT-ruimte vergt immers aparte koelcapaciteit, wat aanleiding geeft tot extra energieverbruik. Vandaar dat het inrichten van aparte lokalen per dienst wordt afgeraden. Het delen van ICT-ruimtes is mogelijk. Als het toch noodzakelijk is om een nieuwe ICT-ruimte in een gebouw in te richten, wordt daarvoor toestemming gevraagd aan de gebouwenbeheerder en de facturatieverantwoordelijke. De toestemming van de facturatieverantwoordelijke is vereist aangezien hij belast is met het nemen van de nodige budgettaire beslissingen en in bepaalde gevallen zorgt voor het opsplitsen van de energiefacturen onder de verschillende bezettende diensten.
Bijlage 2 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg inde Vlaamse overheidsgebouwen
p.15/16
Bijlage 2 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg inde Vlaamse overheidsgebouwen
p.16/16
BIJLAGE 3
Bijlage 3 Overzicht van acties van sensibilisering en informatie in verband met energiezorg Type Studiedag
Naam Nieuwe energieprestatieregelgeving
Doel + Wat Toelichting van nieuwe energie-regelgeving voor gebouwen
Studiedag
Toelichting actieplan energiezorg Energiecafé + Bezoek aan het “hernieuwbare energiehuis’ in Brussel
Toelichting en bespreking acties binnen actieplan energiezorg Energiezorg in kantoorgebouwen: Voorstelling actieplan energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen & geleid bezoek aan het “Renewable Energy House”, een huis waarin Europese instellingen gehuisvest zijn die met hernieuwbare energie bezig zijn en die voor 100% hernieuwbare energie-technieken implementeert. Toelichting omzendbrieven REG, praktijkvoorbeelden energiezorg binnen de Vlaamse overheid, overzicht van de instrumenten die AFM aanbiedt om aan energiezorg te doen. Informatie over bruikbare instrumenten voor het “vergroenen” van overheidsopdrachten. De handleiding “Waardering van kantoorgebouwen” werd in werksessie voorgesteld en besproken.
Studiedag
Studiedag
Infosessie Rationeel energiegebruik door beheerders van technische installaties
Studiedag
Milieuvriendelijke overheidsopdrachten
Studiedag
Basisvorming en advanced programma: voor gebruikers van EMCboekhoudingspakket
1
Basiscursus (1 dag): toelichten van algemene werkwijze, mogelijkheden en basisprincipes (theorie en praktische oefeningen) Advanced cursus: (2 dagen): na cursus moet men instaat zijn om EMC-site te beheren
Doelgroep Gebouwenbeheerders, betrokkenen bij bouw- of verbouwingsproces Alle ambtenaren
Trekker IMZ
Periode Voorjaar 2006
IMZ
Najaar 2006
Gebouwverantw., Gebouwenbeheerders of leidinggevenden Vlaamse overheid
IMZ + toenmalige 1 ANRE
Najaar 2006
Gebouwverantwoordelijke n, Gebouwenbeheerders, Logistiek verantwoordelijken Verantw. aankoop, logistiek binnen Vlaamse en lokale overheid, milieuen duurzaamheidsambtenare n Gebouwverantw. Gebouwenbeheerders
IMZ en AFM
Voorjaar 2008
IMZ
Najaar 2008
AFM en IMZ
Voorjaar 2009
ANRE: afdeling Natuurlijke Rijkdommen en Energie van het Departement LNE.
Bijlage 3 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
p. 1/4
Bijlage 3 Overzicht van acties van sensibilisering en informatie in verband met energiezorg (vervolg) Type Informatiero ndes
Naam Toelichting handleiding “Waardering van kantoorgebouwen”
Doel + Wat Toelichting (voorstelling) handleiding “Waardering van kantoorgebouwen – op weg naar een duurzame huisvesting voor de Vlaamse overheid”
Informatiero ndes
Informatievergadering EPC-raamcontract publieke gebouwen
over voor
Interne informatievergaderingen over energieprestatiecertificaat voor publieke gebouwen + voorstelling van raamcontract
Excursie
Bezoek verbrandingsoven Neder-over-Heembeek Energiecampagne Rationeel energiegebruik Thema energie staat in de kijker tijdens de sportdag Vlaamse ambtenaren Energiecampagne
Bezoek verbrandingsoven als elektriciteitsleverancier Sensibilisatiemateriaal (affiches en cartoons) werd ter beschikking gesteld (op bestelling) Thema energie: fietsen waarbij men energie kan opwekken
Campagne Campagne
Campagne
Campagne Campagne
Campagne
Thema energie op sportdag Vlaamse ambtenaren Dikke-truiendag
Milieuverantwoorde aankopen
Sensibiliseren om rationeel om te gaan met energie a.d.h.v. affiches, energiequiz, energieblog tijdens de campagneduur Thema energie: attractie zwaaifietsen Oproepen om rationeel om te gaan met energie en zo CO2-uitstoot te reduceren, campagne opgezet om iedereen jaarlijks te herinneren aan de ondertekening van het Kyoto-protocol + acties organiseren gericht naar Vlaamse entiteiten Aantonen tonen dat milieuverantwoorde aankoop mogelijk is binnen de context van de wetgeving op de overheidsopdrachten + toesturen van steekkaarten en handleiding over 5 belangrijke instrumenten die helpen om milieu- (energie)vriendelijk aan te kopen.
Bijlage 3 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
Doelgroep Gebouwverantwoordelijke n, Gebouwenbeheerders, Logistiek verantwoordelijken Gebouwverantwoordelijke n, Gebouwenbeheerders, Logistiek verantwoordelijken Alle ambtenaren
Trekker AFM
Periode Voorjaar 2008
AFM
Mid-najaar 2008
IMZ
Najaar 2007
Alle entiteiten
IMZ
Najaar 2006
Alle ambtenaren
IMZ
Najaar 2006
Alle ambtenaren
IMZ
Najaar 2007
Alle ambtenaren
IMZ
Najaar 2007
Alle ambtenaren
IMZ
Voorjaar 2007, 2008, 2009
Verantwoordelijken milieuzorg en aankopers van de Vlaamse overheid en de lokale overheden
IMZ
Najaar 2010
p. 2/4
Bijlage 3 Overzicht van acties van sensibilisering en informatie in verband met energiezorg (vervolg) Geplande sensibilisatie- en informatiesessies Type Infosessie
Naam Herwerkte Waardering kantoorgebouwen
Campagne
Groene ICT (Techniques that improve the environmental impacts of ICT or the organisation using the ICT)
handleiding van
Doel + Wat Gebruik toelichten van de herwerkte checklist en handleiding Afhankelijk van interesse en noodzaak kunnen meer en gedetailleerdere sessies georganiseerd worden. - Bewust maken van Vlaamse ambtenaren van de mogelijkheden van gebruik van milieuverantwoorde en energiezuinige ICT en hun rol hierin,
Doelgroep Relevante personeelsleden van AFM (projectleiders, …)
Trekker AFM
Periode 2011
Alle ambtenaren Specifiek: leidinggevenden, ICT-verantwoordelijken
IMZ
2012
- Bewust maken van leidinggevenden en ICT-verantwoordelijken van hun verantwoordelijkheid in een duurzaam aankoopbeleid en beheer van ICT
Bijlage 3 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
p. 3/4
Bijlage 3 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
p. 4/4
BIJLAGE 4
Bijlage 4 Rapportering energieverbruik gebouwen in beheer AFM: cijfers en korte bespreking
1
Overzicht van overheidsgebouwen
Onderstaande tabel geeft het overzicht van alle kantoorgebouwen waarvan het energieverbruik wordt gerapporteerd. Gebouw Bruto opp. (m²) Elektriciteit Aardgas Water HS HD Boudewijngebouw 56.029 X X X (Brussel) VAC Hasselt 24.500 X X X (Hasselt) Arenberg 16.729 X X X (Brussel) Vanaf 1/1/06 Vanaf 1/1/07 Gallaitstraat 78 1 (Schaarbeek) Martelaarsplein 7 (Brussel) Martelaarsplein 19 (Brussel) V. Ganberghelaan 92 2 (Merelbeke) Bauwensplein (Aalst) Koningsstraat 14 (Brussel) Koningsstraat 136 (Brussel) Leuvenseplein 12 (Brussel) Terlindenlaan 14 (Overijse)
-
X
X
13.505
X
X
15.724
X
X
13.400
X
X
3.125
X
1.873
X
X
X
2.859
X
X
X
-
X
X
X
855
Ellips (Brussel)
X
X Vanaf 1/10/07
58.550
2
X Vanaf 1/10/10
Vanaf 1/07/07
VAC Anna Bijns (Antwerpen)
1
X Vanaf 1/01/10
37.230 14.080
Phoenix (Brussel) 3 Conscience (Brussel) 3 Ferraris (Brussel)
X
(excl. parking)
Copernicus (Antwerpen)
X
X
X
X
Tot 1/04/07
Tot 1/06/07
Tot 16/02/07
X
X
X
Vanaf 1/05/07
Vanaf 1/10/07
Vanaf 1/1/08
X
3
X
3
19.516
X
58.550
X
X
X
39.686
X
X
X
3
Museum; Onderzoekscentrum; Energiefacturen worden niet door AFM betaald.
Bijlage 4 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
p. 1/4
2
Bespreking verbruik per m² (kWh/m²)
2.1 Elektriciteitsverbruik per m² (kWh/m²)
In 2006 bedroeg het kengetal 84 kWh/m², in 2010 was dat 96,5 kWh/m². Dit is een stijging van ±15% t.o.v. 2006.
De stijging van het kengetal is voornamelijk te wijten aan het Ellipsgebouw dat sinds 2007 wordt ingehuurd. De elektriciteitsstijging kan verklaard worden door de continue bijkomende inhuring (m²) en door de uitgebreide ICT-activiteiten van zowel AVL en VLABEL. Het kengetal van het Ellipsgebouw bedraagt ±185 kWh/m² bedraagt.
Van volgende grootverbruikers is het kengetal gedaald: Bauwensplein te Aalst, VAC Hasselt, Martelaarsplein 19 te Brussel, Martelaarsplein 7 te Brussel, Boudewijngebouw, Ferrarisgebouw, Koningsstraat 14 te Brussel en Anna Bijnsgebouw te Antwerpen. Omdat de daling in verbruik gemaskeerd wordt door de stijging in verbruik in het Ellipsgebouw, werd de historiek van de kengetallen exclusief het Ellipsgebouw uitgezet. Hierbij kan men zien dat het kengetal in 2010 gedaald is met 3% t.o.v. 2006.
2.2 Graaddagen gecorrigeerd aardgasverbruik per m² (kWh/m²)
In 2006 bedroeg het kengetal 74 kWh/m², in 2010 was dat 73 kWh/m². Dit is ongeveer een status quo t.o.v. 2006.
In 2007 werd het Ellipsgebouw voor een deel ingehuurd en werd het Arenberggebouw in gebruik genomen. Beide gebouwen spelen een belangrijke rol in het energieverbruik AFM. Sinds 2011 is het Ellipsgebouw de grootste verbruiker met een kengetal van ongeveer ±120 kWh/m².
Van volgende grootverbruikers is het kengetal gedaald: VAC Hasselt, Martelaarsplein 19 te Brussel, Martelaarsplein 7 te Brussel, Ferrarisgebouw, Koningsstraat 14 te Brussel en Koningsstraat 136 te Brussel, Phoenixgebouw en Consciencegebouw. Op basis van de historiek van de kengetallen ook exclusief het Ellipsgebouw kan men zien dat het kengetal in 2010 gedaald met 11% t.o.v. 2006.
2.3 Waterverbruik per m² (m³/m²)
In 2006 bedroeg het kengetal 0,28 m³/m². In 2010 is dit kengetal met 14% gedaald t.o.v. 2006 tot 0,24 m³/m². Het detecteren van lekken en sensibilisering rond watergebruik hebben geleid tot deze besparing.
3
Elektriciteit
3.1 Jaarverbruik (kWh/jaar)
Het elektriciteitsverbruik in 2010 is met 25% gestegen t.o.v. 2006. Deze stijging kan grotendeels verklaard worden door de ingebruikname van het Ellipsgebouw sinds 2007 (zie § 2.1).
3.2 Bedrag/jaar (€/jaar)
De totale elektriciteitskosten zijn met 26% gestegen t.o.v. 2006. Deze stijging is eveneens grotendeels te verklaren door de ingebruikname in 2007 van het Ellipsgebouw.
De dalende trend sinds 2009 is te verklaren door een gunstiger eenheidstarief per kWh elektriciteit als gevolg van het leveringscontract van de VO.
Bijlage 4 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
p. 2/4
3.3 Eenheidsprijs (€/kWh)
De eenheidsprijs is afhankelijk van 2 parameters: enerzijds van het leveringscontract elektriciteit (in beheer van EMA) en van marktfluctuaties anderzijds. Omwille van de sterk gestegen elektriciteitsprijzen besliste de elektriciteitsleverancier in het voorjaar 2008 om het leveringscontract met de Vlaamse overheid te verbreken met ingang van 1 juli 2008. Zoals in de grafiek aangegeven, werd gedurende 2008 elektriciteit betaald aan een (hoger) standaardtarief. Vanaf 2009 werd een nieuw leveringscontract afgesloten met gunstigere tarieven.
4
Aardgas
4.1 Jaarverbruik (kWh)
Het jaarverbruik in 2010 is met 35% gestegen t.o.v. 2006. Deze stijging kan verklaard worden door de ingebruikname van het Ellipsgebouw en het Arenberggebouw (zie § 2.2.). Het jaarverbruik vertoont algemeen een stijgende trend mede door de ingebruikname van nieuwe kantoorgebouwen. Deze grafiek is echter niet geschikt om jaarverbruik t.o.v. elkaar te vergelijken omdat verbruik sterk klimaatafhankelijk is (strenge winters, hete zomers). Deze grafiek is vooral nuttig voor het berekenen van kostprijs (facturatie).
4.2 Bedrag/jaar (€/jaar)
De totale uitgave aan aardgas is met 50% gestegen t.o.v. 2006. Deze stijging wordt grotendeels verklaard door de ingebruikname in 2007 van het Ellipsgebouw en het Arenberggebouw. De algemeen stijgende trend is mede te verklaren door een stijgend eenheidstarief per kWh en de strenge winter in 2009-2010.
4.3 Eenheidsprijs (€/kWh)
De eenheidsprijs is afhankelijk van het leveringscontract aardgas (in beheer van AFM) enerzijds en de marktfluctuaties anderzijds. Uit de grafiek kan afgeleid worden dat de eenheidsprijs van aardgas in 2010 met 15% gestegen is t.o.v. 2006. Halverwege 2008 is een nieuw leveringscontract aardgas is aangevangen. Dit was merkbaar in de eenheidsprijs voor aardgas in de daarop volgende jaren 2009 en 2010.
De eenheidstarieven van aardgas via het leveringscontract liggen ongeveer 10 tot 15% lager dan de standaardtarieven.
5
Water
5.1 Jaarverbruik (m³)
Het waterverbruik in 2010 is met 17% t.o.v. 2006. Deze daling is te verklaren door de algemene sensibilisering rondom watergebruik en de acties die in het kader van het actieplan werden ondernomen. De piekwaarden in 2008 zijn te wijten aan meerverbruik in het Ferraris- en Consciencegebouw. In het Ferrarisgebouw was dit het gevolg van een waterlek in de technische installatie.
5.2 Bedrag/jaar (€/jaar)
De totale uitgave aan water is met 25% gestegen t.o.v. 2006. Deze stijging wordt volledig verklaard door het fors gestegen eenheidstarief.
Bijlage 4 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
p. 3/4
5.3 Eenheidsprijs (€/m³)
De eenheidsprijs van water is met 49% gestegen in 2010 t.o.v. 2006. Dit als gevolg van de hogere saneringsbijdragen, de implementatie van de Europese Waterrichtlijn en de implementatie van de RioVisie richtlijn tegen 2015.
6
Benchmarking
6.1 Elektriciteitsverbruik 2009 & 2010
Alle gebouwen hebben in 2010 minder elektriciteit verbruikt t.o.v. 2009, met uitzondering van het Ellipsgebouw (door bijkomende inhuring) en het Arenberggebouw (ingebruikname grootkeuken).
6.2 Kengetal 2009 & 2010 elektriciteit (kWh/m²)
De kengetallen elektriciteit zijn overwegend gedaald in 2010 t.o.v. 2009, met uitzondering van het Ellipsgebouw (lichte stijging), het Arenberggebouw (installatie grootkeuken) en het Bauwensplein. Uit deze grafiek is ook af te leiden dat het kengetal elektriciteit van het Ellipsgebouw, Arenberggebouw, Ferrarisgebouw en Boudewijngebouw zich boven het referentiekengetal van het BIM bevindt. Voor het Ellips- en Boudewijngebouw moet men rekening houdend met de energievraag van grote serverlokalen.
6.3 Gecorrigeerd Aardgasverbruik (GGD) 2009 & 2010
Alle gebouwen hebben in 2010 minder aardgas verbruikt t.o.v. 2009. Enkel het Arenberggebouw heeft meer aardgas verbruikt in 2010, mede als gevolg van de installatie van een grootkeuken. In totaal is in 2010 10% minder aardgas verbruikt dan in 2009.
6.4 Kengetal 2009 & 2010 gecorrigeerd aardgasverbruik (kWh/m²)
De meeste gebouwen scoren goed (zie ook § 6.3) met een kengetal onder het referentiekengetal van het BIM, met uitzondering van het Ellipsgebouw, Koningsstraat 14 en 136.
6.5 Waterverbruik 2009 & 2010
Het Ferrarisgebouw heeft in 2010 beduidend minder water verbruikt dan in 2009 (lek in koelinstallaties in 2009). Het VAC Hasselt daarentegen kende in 2010 een opmerkelijke stijging t.o.v. 2009. Tot op heden is dit meerverbruik nog niet uitgeklaard maar de nodige acties zijn ondernomen om de oorzaken op te sporen.
6.6 Verbruik water /m²
Koningsstraat 14 kent een abnormaal hoog kengetal. Dit is te verklaren door een vastgesteld waterlek in de brandleiding. Dit kengetal zou in 2011 dus terug een normale waarde aannemen.
Bijlage 4 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
p. 4/4
Energieboekhouding AFM
Jaarverbruik per m² Elektriciteit 110,00 100,00 90,00 80,00 70,00 60,00 50,00 40,00 30,00 20,00 10,00
2006
2007
2008
2009
2010
kWh/m² inclusief Ellips
83,97
93,35
95,44
96,79
96,53
kWh/m² exclusief Ellips
83,97
85,63
85,96
84,80
81,21
Aardgas (graaddagen gecorrigeerd) 100,00 90,00 80,00 70,00 60,00 50,00 40,00 30,00 20,00 10,00 0,00
2006
2007
2008
2009
2010
kWh/m² inclusief Ellips
74,10
91,74
86,38
84,56
74,97
kWh/m² exclusief Ellips
74,10
83,92
75,96
73,81
66,05
2006
2007
2008
2009
2010
0,28
0,28
0,32
0,26
0,24
Water 0,35 0,30 0,25 0,20 0,15 0,10 0,05 0,00 m³ per m²
Elektriciteit: jaarverbruik (kWh) 35.000.000 30.000.000 25.000.000 20.000.000 15.000.000 10.000.000 5.000.000 0 2006
2007
2008
2009
2010
Elektriciteit: bedrag (€) 4.500.000 EUR 4.000.000 EUR 3.500.000 EUR 3.000.000 EUR 2.500.000 EUR 2.000.000 EUR 1.500.000 EUR 1.000.000 EUR 500.000 EUR 0 EUR 2006
2007
2008
2009
2010
Evolutie eenheidsprijzen elektriciteit (€/kWh) 0,160 0,140 0,120 0,100 0,080 0,060 0,040 0,020 0,000 2006
2007
2008
2009
2010
Aardgas: jaarverbruik (kWh) 30.000.000 25.000.000 20.000.000 15.000.000 10.000.000 5.000.000 0 2006
2007
2008
2009
2010
Aardgas: bedrag (€)
1.400.000 EUR 1.200.000 EUR 1.000.000 EUR 800.000 EUR 600.000 EUR 400.000 EUR 200.000 EUR 0 EUR 2006
2007
2008
2009
2010
Evolutie eenheidsprijzen aardgas (€/kWh) 0,050 0,045 0,040 0,035 0,030 0,025 0,020 0,015 0,010 0,005 0,000 2006
2007
2008
2009
2010
Water: jaarverbruik (m³) 90.000 80.000 70.000 60.000 50.000 40.000 30.000 20.000 10.000 0 2006
2007
2008
2009
2010
Water: bedrag (€) 200.000 EUR 180.000 EUR 160.000 EUR 140.000 EUR 120.000 EUR 100.000 EUR 80.000 EUR 60.000 EUR 40.000 EUR 20.000 EUR 0 EUR 2006
2007
2008
2009
2010
Evolutie eenheidsprijzen water (€/m³) 3,500 3,000 2,500 2,000 1,500 1,000 0,500 0,000 2006
2007
2008
2009
2010
Elektriciteitsverbruik 2009 & 2010 Ellips Boudewijngebouw Ferraris Conscience Arenberg Anna Bijns VAC Hasselt Phoenix Martelaarsplein 19 Martelaarsplein 7 VanGanberghelaan 92 Bauwensplein Koningsstraat 136 Leuvenseplein 12 Verbruik 2010 (kWh)
Koningsstraat 14
Verbruik 2009 (kWh) Gallaitstraat 78 0
1.000.000
2.000.000
3.000.000
4.000.000
5.000.000
6.000.000
7.000.000
8.000.000
Kengetal 2009 & 2010 elektriciteit (kWh/m²)
Ellips Arenberg Ferraris Boudewijngebouw Anna Bijns Conscience Bauwensplein VAC Hasselt Martelaarsplein 19 Phoenix Martelaarsplein 7 Koningsstraat 14
Elektr 2010(kWh/m²) Elektr 2009 (kWh/m²)
Koningsstraat 136
Lineair (Norm BIM) VanGanberghelaan 92 0
20
40
60
80
100
120
140
160
180
200
Gecorrigeerd Aardgasverbruik (GGD) 2009 & 2010
Ellips Boudewijngebouw Ferraris Conscience Phoenix VAC Hasselt Arenberg Martelaarsplein 19 Martelaarsplein 7 Anna Bijns VanGanberghelaan 92
Verbruik 2010 (kWh) Verbruik 2009 (kWh)
Koningsstraat 14 Koningsstraat 136 0
1.000.000
2.000.000
3.000.000
4.000.000
5.000.000
6.000.000
Kengetallen 2009 & 2010 gecorrigeerd aardgasverbruik (kWh/m²)
Koningsstraat 14 Ellips Koningsstraat 136 Ferraris Phoenix Arenberg Boudewijngebouw Martelaarsplein 7 VAC Hasselt Martelaarsplein 19 Aardg 2010 (kwh/m²)
Conscience
Aardg 2009 (kwh/m²) Anna Bijns
Lineair (Norm BIM)
VanGanberghelaan 92
0
50
100
150
200
250
Waterverbruik 2009 & 2010 Ferraris Conscience Boudewijngebouw VAC Hasselt Anna Bijns Arenberg Koningsstraat 14 Koningsstraat 136 Leuvenseplein 12
Verbruik 2010 (m³)
Bauwensplein
Verbruik 2009 (m³)
Gallaitstraat 78 0
5.000
10.000
15.000
20.000
25.000
Verbruik water / m² Ferraris Conscience Boudewijngebouw VAC Hasselt Anna Bijns Arenberg Koningsstraat 14 Leuvenseplein 12 Verbruik 2010 (m³)
Koningsstraat 136
Verbruik 2009 (m³)
Bauwensplein 0,00
0,10
0,20
0,30
0,40
0,50
0,60
0,70
Gemiddeld verbruik water per dag (liter)
Ferraris Conscience Boudewijngebouw VAC Hasselt Anna Bijns Arenberg Koningsstraat 14 Koningsstraat 136 Verbruik 2010 (liter/dag)
Leuvenseplein 12
Verbruik 2009 (liter/dag)
Bauwensplein 0
10.000
20.000
30.000
40.000
50.000
60.000
Energielasten 2010 (€)
Ellips Boudewijngebouw Ferraris Conscience Arenberg Anna Bijns VAC Hasselt Phoenix Martelaarsplein 19 Martelaarsplein 7 VanGanberghelaan 92 Koningsstraat 14 Koningsstraat 136
Elektriciteit Aardgas
Leuvenseplein 12
Water
Bauwensplein Gallaitstraat 78 0 EUR
100.000 EUR
200.000 EUR
300.000 EUR
400.000 EUR
500.000 EUR
600.000 EUR
700.000 EUR
800.000 EUR
900.000 1.000.000 EUR EUR
Kostprijs per m² 2010 (€/m²) Ellips Ferraris Arenberg Koningsstraat 14 Boudewijngebouw Anna Bijns Phoenix Conscience VAC Hasselt Koningsstraat 136 Martelaarsplein 19 Martelaarsplein 7
Elektr(€/m²) Aardg(€/m²)
Bauwensplein
Water(€/m²)
VanGanberghelaan 92 0,00 EUR
5,00 EUR
10,00 EUR
15,00 EUR
20,00 EUR
25,00 EUR
30,00 EUR
Elektr: 0,000012 ton/kwh* Aardgas: 0,000229 ton/kwh
CO²-uitstoot 2010
* in de berekening werd uitgegaan van de 100% groene stroom die door deze gebouwen wordt aangekocht Ellips Boudewijngebouw Ferraris Conscience Phoenix VAC Hasselt Arenberg Martelaarsplein 19 Martelaarsplein 7 Anna Bijns VanGanberghelaan 92 Koningsstraat 14 Koningsstraat 136
elektriciteit aardgas
Leuvenseplein 12 Gallaitstraat 78 Bauwensplein 0 ton CO2
200 ton CO2
400 ton CO2
600 ton CO2
800 ton CO2
1.000 ton CO2
1.200 ton CO2
1.400 ton CO2
BIJLAGE 5
Bijlage 5 Overzicht van "EPC publieke gebouwen" binnen de Vlaamse overheid (status op 1 mei 2010, gebruikers van raamcontract AFM)
N°
Beleidsdomein
Gebouw (adres)
EPC
EPC referentie
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
CJSM CSJM CSJM CSJM CSJM CSJM CSJM DAR DAR DAR DAR DAR DAR DAR DAR LNE
17 18 19 20 21 22 23 24 25 26
LNE LNE LNE LNE LV LV LV LV LV LV
27 28 29
MOW MOW MOW
30
MOW
31
MOW
32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58
Voerpoort Moeilingen Alden Biesen De hoge rielen Destelheide ‐ Dworp Frans Masereel Centrum ‐ Kasterlee Kasteel van Gaasbeek KMSK Antwerpen Leuven (vzw De Rand) Kraainem (vzw De Rand) Linkebeek (vzw De Rand) Overijse (vzw De Rand) St Genesius Rode (vzw De Rand) Wemmel (vzw De Rand) Wezenbeek‐Oppem (vzw De Rand) Gent (AGIV) CV. Gansberghelaan 109 Merelbeke (INBO) De Helix Grimminge Mechelen (OVAM) Hasselt (VMM) Oostende (VMM) De Zande Ruiselede (ILVO) Ankerstraat 1 Oostende (ILVO) Brusselsesteenweg 370 Melle (ILVO) Caritasstraat 21 (ILVO) Scheldeweg 68 Melle (ILVO) Merelbeke V. Gansberghelaan 96 (ILVO) Luchthaven Deurne Luchthaven Oostende Steenlandlaan Kieldrecht sluisgebouw Waterbouwkundig labo Borgerhout
167,63 242,75 399,23 235,56 209,80 395,86 349,91 240,08 413,96 217,90 275,32 477,45 292,09 418,33 424,62 217,39
322,00 322,00 281,00 322,00 281,00 322,00 322,00 281,00 322,00 322,00 322,00 322,00 322,00 322,00 281,00 386,11
cultuur of bijeenkomstgebouw cultuur of bijeenkomstgebouw administratief gebouw cultuur of bijeenkomstgebouw administratief gebouw museum museum administratief gebouw cultuur of bijeenkomstgebouw cultuur of bijeenkomstgebouw cultuur of bijeenkomstgebouw cultuur of bijeenkomstgebouw cultuur of bijeenkomstgebouw cultuur of bijeenkomstgebouw administratief gebouw administratief gebouw
218,78 374,50 187,81 155,45 306,92 476,46 495,37 275,07 285,87 410,90
386,11 386,11 281,00 281,00 424,07 386,11 281,00 281,00 281,00 281,00
administratief gebouw administratief gebouw administratief gebouw administratief gebouw overige welzijnsvoorziening administratief gebouw administratief gebouw administratief gebouw administratief gebouw administratief gebouw
908,39 868,39 615,14
geen kengetal geen kengetal 281,00
luchthavengebouw luchthavengebouw administratief gebouw
220,99
281,00
administratief gebouw
272,80
281,00
administratief gebouw
VMW VMW VMW VMW VMW WVG
Geotechniek ‐ Tramstraat 52 Zwijnaarde Gent Hasselt Heverlee Kortrijk Leuven De Hutten ‐ Molderdijk 135‐137 Mol
265,10 345,61 878,67 231,46 240,08 327,97
386,11 281,00 281,00 386,11 281,00 367,67
administratief gebouw administratief gebouw administratief gebouw administratief gebouw administratief gebouw overige welzijnsvoorziening
WVG WVG WVG WVG WVG WVG in beheer AFM in beheer AFM in beheer AFM in beheer AFM in beheer AFM in beheer AFM in beheer AFM in beheer AFM in beheer AFM in beheer AFM in beheer AFM in beheer AFM in beheer AFM in beheer AFM in beheer AFM
De Zande Beernem Lanaken Rekem Gent (VAPH) De Markten ‐ Molderdijk 2 Mol OPZ Geel Aalst Bauwensplein Antwerpen Frankrijklei 38 Antwerpen VAC Anna Bijns Brugge B Ruzettelaan Brugge Burg 4 Brugge Gistelsesteenweg Brugge K. Astridlaan Brugge Markt 1 Brugge Spanjaardstraat (VDAB) Brugge Zandstraat Brugge Regiepost Dendermonde Noordlaan Diksmuide Regiepost Gent Abeelstraat Gent Bollebergen
360,99 298,52 416,23 299,57 444,93 274,33 248,03 272,37 232,46 in opmaak 211,29 259,81 223,39 in opmaak 280,69 160,90 206,28 223,33 180,05 303,13 218,98
424,07 367,67 424,07 281,00 367,67 367,67 281,00 281,00 281,00
overige welzijnsvoorziening overige welzijnsvoorziening overige welzijnsvoorziening administratief gebouw overige welzijnsvoorziening overige welzijnsvoorziening administratief gebouw administratief gebouw administratief gebouw administratief gebouw administratief gebouw administratief gebouw administratief gebouw administratief gebouw administratief gebouw administratief gebouw administratief gebouw administratief gebouw administratief gebouw administratief gebouw administratief gebouw
Bijlage 5 Eindrapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg in Vlaamse overheidsgebouwen
281,00 281,00 281,00 386,11 281,00 281,00 281,00 281,00 281,00 281,00
Type gebouw
p. 1/2
Bijlage 5 Overzicht van "EPC publieke gebouwen" binnen de Vlaamse overheid (status op 1 mei 2010, gebruikers van raamcontract AFM)
N°
Beleidsdomein
Gebouw (adres)
59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71
in beheer AFM in beheer AFM in beheer AFM in beheer AFM in beheer AFM in beheer AFM in beheer AFM in beheer AFM in beheer AFM in beheer AFM in beheer AFM in beheer AFM in beheer AFM
72
in beheer AFM
73 74 75 76 77 78 79 80 81 82
in beheer AFM in beheer AFM in beheer AFM in beheer AFM in beheer AFM in beheer AFM in beheer AFM in beheer AFM in beheer AFM in beheer AFM
Gent Elfjulistraat Gent Lousbergkaai Gent Nederkouter Hasselt Guffenslaan Hasselt VAC Heverlee Philipsite Jabbeke Regiepost Kortrijk Kasteelkaai Kortrijk Pres. Kennedylaan Kortrijk Pres. Rooseveltplein Machelen Nieuwbrugstraat Mechelen Zwartezustersvest Merelbeke B. VanGansberghelaan 92 Merelbeke B. VangGansberghelaan 115 Oostende Vrijhavenstraat Pittem Regiepost Sint Niklaas Casinostraat 13 Steenokkerzeel Kasteel Van Ham Tongeren St Catharinastraat Turnhout Graatakker Turnhout Parklaan Vilvoorde Luchthavenstraat Zellik Doorneveld Gent Gouvernementstraat
EPC
EPC referentie
210,74 156,88 192,91 in opmaak 416,50 465,66 321,00 192,63 157,61 185,09 138,74 778,72 354,88
281,00 281,00 281,00 281,00 281,00 302,85 281,00 281,00 281,00 281,00 281,00 386,11
administratief gebouw administratief gebouw administratief gebouw administratief gebouw administratief gebouw administratief gebouw administratief gebouw administratief gebouw administratief gebouw administratief gebouw administratief gebouw administratief gebouw administratief gebouw
210,98
281,00
administratief gebouw
217,86 482,43 324,52 268,05 271,33 214,04 140,95 180,63 153,99 226,36
386,11 386,11 386,11 322,00 281,00 281,00 281,00 281,00 281,00 281,00
administratief gebouw administratief gebouw administratief gebouw cultuur of bijeenkomstgebouw administratief gebouw administratief gebouw administratief gebouw administratief gebouw administratief gebouw administratief gebouw
Bijlage 5 Eindrapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg in Vlaamse overheidsgebouwen
Type gebouw
p. 2/2
BIJLAGE 6
Bijlage 6 Overzicht stand van zaken van energiebesparingsmaatregelen (februari 2011)
Brussel Hoofdstad Gebouw Adres code H21002 Boudewijnlaan 30 1000 Brussel
Energiebesparingsmaatregel regeling keteltemperatuur frequentiegeregelde pompen energiezuinige ICT-apparatuur warmterecuperatie luchtgroepen schakeling verlichting isolatie afsluitkranen collector frequentiegeregelde ventilatoren buitenzonnewering
H21003
P21002
P21003
Kliniekstraat 25 1070 Anderlecht
Koning Albert II-laan 20 1000 Brussel
Koning Albert-II laan 15 1000 Brussel
toezicht onderhoudscontract plaatsen submeters : "meten is weten" energiezuinige toestellen (A-label) LCD-schermen isoleren leidingen isoleren kraanwerk frequentiegeregelde circulatiepompen vervangen ketel door condenserende ketel thermostatische kranen infiltratie verminderen Power Save Mode elektrische boilers met klok uitvoeren of tijdelijk afschakelen onderhoud ketels aanpassen instellingen regeling plaatsen condensatorbatterijen plaatsen submeters : "meten is weten" uitschakelen verlichting bij voldoende daglicht uitschakelen toestellen bij niet gebruik Isoleren kranen diam. > DN40
Investering (euro) 3.000 25.000 150.000 250.000 1.200.000
status (jaartal) uitgev. lopend 2009 2011-2012 deels 20092010
7.500 500.000 glasfolies 2009 1500 2500 4.000 44.000 2.500 1.500 2.000 22.774 250 500 200
2011
2008 2008
2008
200 200 250 300 2.000 0 0 11.400
2008
Zonnewering Verminderen aantal lampen in de gang Bij defect vervangen door frequentiegeregelde circulatiepompen Vervangen beeldschermen door LCD schermen Condenserende ketels Energierecuperatie luchtgroepen Handleiding ventiloconvectoren Vervangen gloeilampen door spaarlampen Optimaliseren instelpunten van de verwarming, koeling en ventilatie (vb. stilleggen ketels in de zomer) Uitschakelen verlichting bij voldoende daglicht Uitschakelen van toestellen bij niet-gebruik Power Save Mode Plaatsen submeters : "Meten is weten" Verlagen verwarming of afzetten koeling bij bij verlaten van kantoor Condenserende ketels
1.800.000 6.000 29.750
2007 2009
Vervangen beeldschermen door LCD schermen Verminderen aantal lampen in de parking Zonnewering Afzonderlijke productie sanitair warm water Bij defect vervangen door frequentiegeregelde circulatiepompen Energierecuperatie luchtgroepen Handleiding bij gebruik ventilo's Optimaliseren instelpunten van de verwarming, koeling en ventilatie Power Save Mode Uitschakelen verlichting bij voldoende daglicht Plaatsen submeters : "Meten is weten" Verlagen verwarming of afzetten koeling bij verlaten van kantoor Uitschakelen van toestellen bij niet-gebruik
580.000 5.000 1.560.000 7.500 32.500
Bijlage 6 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
600.000 81.320 80.000 1.600 750
2007 2007
2007 2007 2009
2011-2012 2009 77.200
180.000 1.600 1.500
2008 2008
2007
500 2.500
2011-2012
Brussel Hoofdstedelijk Gewest p 1/14
Bijlage 6 Overzicht stand van zaken van energiebesparingsmaatregelen (februari 2011)
Brussel Hoofdstad Gebouw Adres code P21004
P21004
P21005
P21006
P21007
Energiebesparingsmaatregel
isoleren kraanwerk Rauterstraat 139/141 1070 Anderlecht LCD-schermen aanpassen verlichting Power Save Mode Instellingen en regeling luchtgroepen enkel glas vervangen door dubbel glas instellingen en regeling stookplaats afzonderlijke productie sanitair warm water frequentiegeregelde circulatiepompen Rauterstraat 139/141 1070 Anderlecht energiezuinige toestellen (A-label) (vervolg) energierecuperatie luchtgroepen uitschakelen toestellen bij niet gebruik Uitbreiden onderhoudscontract en toezien op onderhoudscontract uitschakelen verlichting bij daglicht opleiding gebouwverantwoordelijke plaatsen submeters : "meten is weten" verlagen verwarming bij verlaten kantoor Anspachlaan 110 infiltratie verminderen 1000 Brussel LCD-schermen Power Save Mode energierecuperatie luchtgroepen aanpassen instellingen regeling ventilatie free-cooling vervangen ketel door condenserende ketel frequentiegeregelde circulatiepompen frequentie/toerentalregeling ventilatoren aanpassen instellingen regeling verwarming plaatsen condensatorbatterij uitschakelen verlichting bij voldoende daglicht uitschakelen toestellen bij niet gebruik verlagen verwarming plaatsen submeters : "meten is weten" Olympiadelaan 10 aanpassen verlichting loods 1 1140 Evere afzonderlijke productie SWW energiezuinige toestellen (A-label) verwijderen zonwerende panelen stookplaats loods 2 vernieuwen LCD-schermen isoleren leidingen stookplaats administratief gebouw isolatie verbeteren beide loodsen regeling & instellingen stookplaats administratief gebouw Power Save Mode netwerkprinters dubbel glas loods 1 thermostatische kranen uitschakelen verlichting bij daglicht plaatsen submeters : "meten is weten" verlagen verwarming bij verlaten kantoor opleiding gebouwverantwoordelijke uitschakelen toestellen bij niet gebruik toezien op onderhoudscontract overschakelen van stookolie naar aardgas Martelaarsplein 19 Vervangen beeldschermen door LCD schermen 1000 Brussel Verminderen aantal lampen in parking Bij defect vervangen door frequentiegeregelde circulatiepompen Vervangen halogeenspots door TL-lampen Energierecuperatie op de luchtgroepen Power Save Mode verbeteren van de cos phi Isoleren kranen diam. > DN40 Condenserende ketels Afzonderlijke productie sanitair warm water
Bijlage 6 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
Investering (euro) 2500 8000 4000 150 2500 2500 2500 6500 3000
status (jaartal) uitgev. lopend 2008
2008
2007
500 12500 2500
500 2500 500 16.000 200 25.000 2.000 15.000 56.825 5.000 20.000 1.000 600 0 0 0 2.000 4.000 6.000 2.000 1.280 16.250 14.000 400 25.000 1.500
2007
2007
2006 2006
2011 2007 2011
150 200 12.500 500 2.000 500 1.500 42.000 106.000 5.000 7.500 750 80.000 500 3.000 11.400 34.000 7.500
2011
2011
2011 2012
2009
2005 2011 2008
Brussel Hoofdstedelijk Gewest p 2/14
Bijlage 6 Overzicht stand van zaken van energiebesparingsmaatregelen (februari 2011)
Brussel Hoofdstad Gebouw Adres code P21007
P21008
P21011
P21013
Martelaarsplein 19 1000 Brussel (vervolg)
Koningsstraat 136 1000 Brussel
Akenkaai 2 1000 Brussel
Martelaarsplein 7 1000 Brussel
Energiebesparingsmaatregel Optimaliseren instelpunten van de verwarming, koeling en ventilatie (vb. stilleggen ketels in zomer) Plaatsen submeters : "Meten is weten" Uitschakelen van toestellen bij niet-gebruik Verlagen verwarming of afzetten koeling bij het verlaten van kantoor Uitschakelen verlichting bij voldoende daglicht isoleren kraanwerk LCD-schermen aanpassen instellingen regeling afzonderlijke productie sanitair warm water frequentiegeregelde circulatiepompen vervangen aardgasketel door condenserende ketel bewegingsdetectoren verlichting energiezuinige toestellen (A-label) Power Save Mode onderhoud ketels voorzien condensatorbatterij plaatsen submeters : "meten is weten" uitschakelen verlichting bij voldoende daglicht verlagen verwarming of afzetten koeling bij verlaten kantoor opleiding gebouwverantwoordelijke uitschakelen toestellen bij niet gebruik aanpassen regeling (verwarming en koeling) superisolerende beglazing verbeteren isolatie van leidingen ketels theater vervangen door condenserende ketels energiezuinige apparatuur (LCD, A-label) ketels sainctelette vervangen door condenserende ketels frequentiegeregelde circulatiepompen vervangen convectoren podium ketels akenkaai vervangen door condenserende ketels afzonderlijk productie SWW loges dmv doorstroomboiler netwerkprinters nazien instelling regeling (luchtgroepen, koelinstallatie en verwarmingsinstallatie) Nachtspoeling opleiding gebouwverantwoordelijke verlagen verwarming bij verlaten kantoor uitschakelen toestellen bij niet gebruik uitschakelen verlichting bij voldoende daglicht plaatsen en registreren submeters : "meten is weten" Condenserende ketels Vervangen beeldschermen door LCD schermen Power Save Mode Energierecuperatie luchtgroepen Bij defect vervangen door frequentiegeregelde circulatiepompen Isoleren kranen diam. > DN40 Afzonderlijke productie sanitair warm water Optimaliseren instelpunten van de verwarming, koeling en ventilatie (vb. stilleggen ketels in zomer) Uitschakelen verlichting bij voldoende daglicht Plaatsen submeters : "Meten is weten" Verlagen verwarming of afzetten koeling bij bij verlaten van kantoor Uitschakelen van toestellen bij niet-gebruik
Bijlage 6 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
Investering (euro) 1.000 2.500
status (jaartal) uitgev. lopend 2007 2007 2007
1.500 8.000 1.000 4.000 3.500 18.919 5.000 1.000 200 200 100 2.000 0 0 500 0 5.000 100.000 1.500 64.053 5.000 20.871
2008 2007 2010 2011 2012
2007
2007
2008 2008
7.500 7.500 8.272 1.500 500 1.500
500
2.500 34.000 68.000 500 65.000 7.500
2011
10.500 7.500 1.000
2008 2010 2007
2.500
2007 2007
Brussel Hoofdstedelijk Gewest p 3/14
Bijlage 6 Overzicht stand van zaken van energiebesparingsmaatregelen (februari 2008)
Vlaams Brabant Gebouw Adres code P23021 De Maille Tour Landrylaan 2 1820 Steenokkerzeel
P23035
Opmerking Destelheidestraat 66 1653 Dworp
Energiebesparingsmaatregel energiezuinige toestellen (A-label) hotfill wasmachine SWW: isoleren leidingen + circulator herstellen kraanwerk convectoren en radiatoren zonnecollectoren spaarlampen vernieuwen stookplaats opleiding gebouwverantwoordelijke verlagen verwarming bij verlaten ruimte uitschakelen verlichting bij daglicht plaatsen submeters : "meten is weten" toezien op onderhoudscontract Verdere uitvoering on hold ifv bestemming gebouw zonnecollectoren collector, kraanwerk, onderstations afzonderlijke productie sanitair warm water relighting thermostatische kranen regeling en instellingen goede kennis technische installaties opleiding gebouwverantwoordelijke energiezuinige gebruikershouding plaatsen submeters : "meten is weten"
Bijlage 6 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
Investering (euro) 625 1.000 2.000 1.500 11.900 959 60.000 500 0 0 2.000 500
12.500 50.000 7.500 220.000 5.000 1.000 1.000 500
status (jaartal) uitgev. lopend
Gebouw wordt verkocht
2009, niet weerhouden
2008
2.500
Vlaams Brabant p. 4/14
Bijlage 6 Overzicht stand van zaken van energiebesparingsmaatregelen (februari 2011)
Oost-Vlaanderen Gebouw Adres code P42023 Poortelos 3 9230 Wetteren
P44022
P44072
P44081
Nederkouter 28 9000 Gent
Energiebesparingsmaatregel energiezuinige toestellen (A-label) thermostatische kranen (centrale) aanpassen verlichting (centrale) netwerkprinters Power Save Mode LCD-schermen regeling en instellingen (centrale+bruggenbestand) herinrichten kantoorruimte (loods naar centrale) vernieuwen luchtverhitters & leidingen (centrale) uitschakelen verwarming bij het verlaten plaatsen submeters : "meten is weten" opleiding gebouwverantwoordelijke uitschakelen toestellen bij niet gebruik uitschakelen verlichting bij daglicht thermostatische kranen bijkomend voorzien enkel glas vervangen door superisolerende beglazing LCD-schermen verlichting met bewegingsdetectie en daglichtsturing
energiezuinige toestellen (A-label) frequentiegeregelde circulatiepompen isoleren leidingen achterbouw+ kraanwerk infiltratie verminderen optimaliseren instellingen kringen/ketels netwerkprinters Power Save Mode uitschakelen verlichting bij daglicht verlagen verwarming bij verlaten kantoor opleiding gebouwverantwoordelijke uitschakelen toestellen bij niet gebruik plaatsen submeters : "meten is weten" Brusselsesteenw. vernieuwen centrale stookplaats (stookolie) 370 9090 Melle vervangen oude frigo's door energiezuinige toestellen (A-label) regeling luchttoevoer ketels vernieuwen compressiekoelmachines relighting vernieuwen stookplaats nieuw labogebouw (aardgas) voorzien dubbele beglazing (proeffabriek) toezien op onderhoud en onderhoudscontract stookinstallaties uitschakelen stookketels in zomer uitschakelen toestellen bij niet gebruik plaatsen submeters : "meten is weten" uitschakelen verlichting bij voldoende daglicht in hoofdgebouw technische opleiding gebouwverantwoordelijke verlagen verwarming bij verlaten kantoor/gebouw overschakelen van stookolie naar aardgas Scheldeweg 68 vernieuwen stookplaats met condenserende en HRketels 9090 Melle energiezuinige toestellen A-label dubbel glas + vernieuwen raamwerk doorschuifreiniging isolatie stallingen (ligvloer, plafond en wanden) frequentieregeling verlichting stallen afsluiten radiator in open garage vloerverwarming varkensstal relighting administratief gebouw isolatie dak administratief gebouw regeling met diafragmaschuif elektronische dimmers op warmtelampen isoleren leidingen en kraanwerk
Bijlage 6 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
Geraamde kost 625 250 1.000 200 150 4.000 2.500
status (jaartal) uitgev. lopend
bedrag
150 5.000 0 1.500 500 0 0 1.000 15.000 40.000 65.000
1.000 5.000 7.500 1.000 1.500 600 150
2008 deels uitgevoerd 2007 Gebouw wordt in 2013 verlaten voor VAC Gent 2006
500 2000 195.000
deels uitgevoerd 2007
2.500 500 25.000 25.000 17.000 200.000 500
2008 2005 masterplan masterplan
40.000 2011 2011 2011 lopende
2008 2.500
500 45.000 179.000 5.000 25.000
2008 2008 2007
46.000 320.000
2008
2007 20.000 50
2007
40.000 15.000
2008
1.500
2007
50.000
Oost-Vlaanderen p. 5/14
Bijlage 6 Overzicht stand van zaken van energiebesparingsmaatregelen (februari 2011)
Gebouw Adres code P44081 Scheldeweg 68 9090 Melle (vervolg)
P44105
P44126
P44132
Burg. Van Gansberghelaan 92 9820 Merelbeke
Burg. Van Gansberghelaan 96 9820 Merelbeke
Burg. Van Gansberghelaan 109 9820 Merelbeke
Energiebesparingsmaatregel technische opleiding gebouwverantwoordelijke verlagen verwarming bij verlaten kantoor uitschakelen toestellen bij niet gebruik uitschakelen verlichting bij voldoende daglicht overschakelen van stookolie naar aardgas plaatsen submeters : "meten is weten" toezien op onderhoud en onderhoudscontract stookinstallaties vernieuwen stookplaats stallingen
vernieuwen ventilatoren met frequentiegeregelde ventilatoren thermostatische kranen radiatoren stallingen+hoofdgebouw vervangen oude frigo's door energiezuinige toestellen (A-label) isolatie stallingen relighting hoofdgebouw isolatie dak hoofdgebouw (bij vernieuwen dak) aanpassen verlichting stallingen uitschakelen toestellen bij niet gebruik plaatsen submeters : "meten is weten" technische opleiding gebouwverantwoordelijke uitschakelen verlichting bij voldoende daglicht in hoofdgebouw verlagen verwarming bij verlaten kantoor/gebouw overschakelen van stookolie naar aardgas toezien op onderhoud en onderhoudscontract stookinstallaties uitschakelen stookketels in zomer temperatuurregeling ketels
energiezuinige kantoorapparatuur en A-label toestellen vernieuwen koelgroepen nieuw buitenschrijnwerk + isolatie muren frequentiegeregelde pompen relighting hoofdgebouw zonnecollectoren verlagen verwarming bij verlaten kantoor/gebouw plaatsen submeters : "meten is weten" overschakelen stookolie naar aardgas uitschakelen toestellen bij niet gebruik toezien op onderhoud en onderhoudscontract stookinstallaties nazicht automatische regeling serres uitschakelen verlichting bij voldoende daglicht in hoofdgebouw LCD-schermen
voorzien van isolatie dak loods zaadopslag thermostatische kranen vernieuwen poorten zaadmagazijn en toegangsdeuren hoofdgebouw en serres vernieuwen regeling HVAC aangesloten op GBS frequentiegeregelde circulatiepompen relighting kantoren en labo's vernieuwen raamwerk hoofdgebouw door dubbel (isolerend) glas grondige vernieuwing stookplaatsen en luchtverwarmers Power Save Mode energiezuinige toestellen (A-label)
Bijlage 6 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
Geraamde kost 500
status (jaartal) uitgev. lopend 2007
39.110 5.000 500
2007 2007
225.000
2007
bedrag
35.000
25.000 5.000
2007
2.500
2004/2005
100.000 25.000 15.000 15.000 2.500 500
2011-2012
2007 70.000 500
2.000
uitgevoerd 2007
2.000
30.000 15.000 200.000 5.000 75.000 7.500
2007 2007
2007 2.500 7.500 500 500
2008
18.000
5.000 2.500 15.000
2008
25.000 7.000 50.000 100.000
2009 2009
106.500
2009
2006
180.000
500 2.500
Oost-Vlaanderen p. 6/14
Bijlage 6 Overzicht stand van zaken van energiebesparingsmaatregelen (februari 2011)
Gebouw Adres code P44132 Burg. Van Gansberghelaan 109 9820 Merelbeke (vervolg)
P44139
P44147
P44147
Burg. Van Gansberghelaan 111 9820 Merelbeke
Burg. Van Gansberghelaan 115 9820 Merelbeke
Burg. Van Gansberghelaan 115 9820 Merelbeke
Energiebesparingsmaatregel uitschakelen verlichting bij voldoende daglicht
verlagen verwarming bij verlaten kantoor uitschakelen toestellen bij niet gebruik toezien op onderhoud en onderhoudscontract stookinstallaties technische opleiding gebouwverantwoordelijke overschakelen stookolie naar aardgas plaatsen submeters : "meten is weten" uitschakelen stookketels in zomer herstellen en vernieuwen dakbedekking + isoleren dak en muren loods zaaddroging isoleren leidingen verwarmingsinstallatie loods triage vervangen oude frigo's door energiezuinige toestellen (A-label) vernieuwen stookplaats machineloods en conciërgewoning met condenserende ketels reinigen plastic lichtstraten dak machineloods herstel isolatie dak machineloods frequentiegeregelde pompen aanpassen verlichting machineloods zaaddroging door middel van zonnewarmte bewegingsdetectie verlichting vernieuwen ventilatoren droging zaad herstel raamwerk, toegangspoort en deur machineloods + vervanging enkel glas door dubbel glas thermostatische kranen uitschakelen stookketels in zomer verlagen verwarming bij verlaten kantoor/gebouw technische opleiding gebouwverantwoordelijke uitschakelen verlichting bij voldoende daglicht in machineloods toezien op onderhoud en onderhoudscontract stookinstallaties uitschakelen toestellen bij niet gebruik plaatsen submeters : "meten is weten" overschakelen van stookolie naar aardgas bij vernieuwing dak voorzien van isolatie
energiezuinige toestellen (A-label) LCD-schermen thermostatische kranen vernieuwen raamwerk door dubbel (isolerend) glas frequentiegeregelde circulatiepompen vernieuwen regeling HVAC aangesloten op GBS relighting kantoren en labo grondige vernieuwing stookplaatsen en luchtverwarmers Power Save Mode plaatsen submeters : "meten is weten" uitschakelen stookketels in zomer overschakelen stookolie naar aardgas uitschakelen verlichting bij voldoende daglicht uitschakelen toestellen bij niet gebruik
verlagen verwarming bij verlaten kantoor toezien op onderhoud en onderhoudscontract stookinstallaties technische opleiding gebouwverantwoordelijke
Bijlage 6 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
Geraamde kost 0
0 0 500 500 50.000 2.500 0 12.500
status (jaartal) uitgev. lopend
bedrag
2009 lopende
2008
280.000
1.500 250 14.500 500 1.500 2.000 5.000 20.000 5.000 5.000 10.000
250 uitgevoerd 500
500
uitgevoerd
2.500 38.330 12.500
2.500 20.000 2.500 65.000 10.000 20.000 75.000 188.500 500 2.500 0 50.000 0 0
0 500
2008 deels 2006, deels 2008 2008 2008 2006, 2008 2008
uitgevoerd 2006
2.500 150.000
100.000
300.000
uitgevoerd
500
Oost-Vlaanderen p. 7/14
Bijlage 6 Overzicht stand van zaken van energiebesparingsmaatregelen (februari 2011)
Gebouw Adres code P44148 Caritasstraat 21 9090 Melle
Energiebesparingsmaatregel energiezuinige toestellen (A-label) herstel raamwerk en vernieuwing glas (isolerend) grondige vernieuwing stookplaatsen LCD-schermen thermostatische kranen frequentiegeregelde circulatiepompen
Geraamde kost 2.500 100.000 303.500 20.000 2.500 20.000
status (jaartal) uitgev. lopend
2008
50.000
inbegrepen bij omschakeling gas
vernieuwen en isoleren ondergrondse leidingen naar serres relighting kantoren en labo Power Save Mode verlagen verwarming bij verlaten kantoor overschakelen stookolie naar aardgas
10.000
2006
75.000 500 0 150.000
deels, 2007
Bijlage 6 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
300.000
2006
vernieuwen regeling aangesloten op GBS
uitschakelen toestellen bij niet gebruik toezien op onderhoud en onderhoudscontract stookinstallaties uitschakelen verlichting bij voldoende daglicht plaatsen submeters : “meten is weten”
bedrag
60.000
inbegrepen bij omschakeling gas
0 uitgevoerd 0 2.500
inbegrepen bij omschakeling gas
Oost-Vlaanderen p. 8/14
Bijlage 6 Overzicht stand van zaken van energiebesparingsmaatregelen (februari 2011)
West-Vlaanderen Gebouw Adres code P31005 Gemeneweidestraat 8 8490 Jabbeke
P31018
P31033
Philipstockstraat 8000 Brugge
Rijselstraat 231 8200 Brugge
P31037
Spanjaardstraat 17 8000 Brugge
P32004
Roeselarestraat 77 8600 Esen
P33007
Omloopstraat 1 8900 Ieper
Energiebesparingsmaatregel aanpassen verlichting LCD-schermen thermostatische kranen Power Save Mode dubbel glas traphal energiezuinige toestellen (A-label) stookplaats vernieuwen netwerkprinters plaatsen submeters : "meten is weten" verlagen verwarming bij verlaten kantoor opleiding gebouwverantwoordelijke uitschakelen verlichting bij daglicht uitschakelen toestellen bij niet gebruik stookplaats markt vernieuwen omschakelen elektrische verwarming naar CV beglazing vernieuwen energiezuinige kantoorapparatuur Optimaliseren instellingen regeling aanpassen regeling verwarming isolatie dak energiezuinige huishoudtoestellen opleiding gebouwverantwoordelijke energiebewuste gebruikershouding plaatsen submeters : "meten is weten" buitenzonnewering thermostatische kranen koeling serverlokaal aanpassen LCD-schermen infiltratie verminderen isolatie verbeteren Netwerkprinters optimaliseren instellingen stelplaats Power Save Mode energiezuinige toestellen (A-label) afwerken relighting uitschakelen verlichting bij daglicht uitschakelen toestellen bij niet gebruik verlagen verwarming bij verlaten kantoor opleiding gebouwverantwoordelijke plaatsen submeters : "meten is weten" infiltratie verminderen LCD-schermen isoleren kraanwerk isoleren leidingen frequentiegeregelde circulatiepompen zonnecollectoren Power Save Mode vervangen ketel door condenserende ketel voorzien thermostatische kranen aanpassen instellingen regeling plaatsen submeters : "meten is weten" uitschakelen verlichting bij voldoende daglicht uitschakelen toestellen bij niet gebruik verlagen verwarming bij verlaten kantoor Isolatie: dubbel glas traphal LCD-schermen Instellingen stookplaats Power Save Mode netwerkprinters Isolatie: dak isoleren relighting kantoor plaatsen submeters : "meten is weten" verlagen verwarming bij verlaten kantoor uitschakelen verlichting bij daglicht opleiding gebouwverantwoordelijke uitschakelen toestellen bij niet gebruik hernieuwen beide collectoren Netwerkprinters LCD-schermen Power Save Mode instellen regeling ketel en kringen stelplaats intelligente sturing verlichting uitschakelen verlichting bij daglicht uitschakelen toestellen bij niet gebruik
Bijlage 6 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
Investering (euro) 6.000 6.000 1.250 100 2.000 600 37.000 50 2.000
uitgev.
2006
status (jaartal) lopend
bedrag
10.838
500
15.000 7.500 50.000 15.000 500 7.500 4.000 1.000 500 2.000 20.000 750 400 8.000 12.500 7.500 200 1.500 150 1.000 2.000
500 2.000 5.000 32.000 2.500 2.500 1.200 5.000 200 19.522 1.000 250
3.750 6.000 1.250 150 200 25.000 20.000 2.000
500 15.000 400 8.000 200 1.500 5.000
West-Vlaanderen p.9/14
Bijlage 6 Overzicht stand van zaken van energiebesparingsmaatregelen (februari 2011)
West-Vlaanderen Gebouw Adres code P33007 Omloopstraat 1 8900 Ieper (vervolg) P34019 Passionistenlaan 82 8500 Kortrijk
P34020
P35005
P35015
P35044
H31005
Energiebesparingsmaatregel
opleiding gebouwverantwoordelijke plaatsen submeters : "meten is weten" verlagen verwarming bij verlaten kantoor stookplaats magazijn vernieuwen instellingen stookplaats hoofdgebouw LCD-schermen bewegingsdetectoren verlichting Power Save Mode netwerkprinters thermostatische kranen radiatoren regeling poort magazijn infiltratie verminderen isoleren kraanwerk hoofdgebouw uitschakelen toestellen bij niet gebruik plaatsen submeters : "meten is weten" opleiding gebouwverantwoordelijke verlagen verwarming bij verlaten kantoor uitschakelen verlichting bij daglicht President Kennedylaan Onderhoudscontract & instellingen 5 8500 Kortrijk LCD-schermen sanitair warm water op gas enkel glas vervangen door dubbel glas Netwerkprinters Power Save Mode Relighting verlagen verwarming bij verlaten kantoor uitschakelen toestellen bij niet gebruik uitschakelen verlichting bij voldoende daglicht plaatsen submeters : "meten is weten" opleiding gebouwverantwoordelijke Vrijhavenstraat 3 voorzien bewegingsdetectoren verlichting 8400 Oostende LCD-schermen Power Save Mode zonnecollectoren frequentiegeregelde circulatiepompen plaatsen extractieluchtgroep met warmterecuperatiesysteem voor ventilatie van gangen relighting energiezuinige toestellen (A-label) vervangen aardgasketel door condenserende ketel
aanpassen instellingen regeling ventilatie aanpassen instellingen regeling verwarming verlagen verwarming bij verlaten kantoor plaatsen submeters : "meten is weten" uitschakelen verlichting bij voldoende daglicht uitschakelen toestellen bij niet gebruik Duinkerkseweg 10 bijkomend isoleren kringen collector 8400 Oostende automatisch sluiten garagepoort superisolerende beglazing energiezuinige ICT-apparatuur en huishoudtoestellen (A-label) instellingen regeling verifiëren en optimaliseren frequentiegeregelde circulatiepompen afzonderlijke productie sanitair warm water relighting condenserende ketels uitschakelen verlichting bij daglicht uitschakelen toestellen bij niet gebruik verlagen verwarming bij verlaten kantoor opleiding gebouwverantwoordelijke plaatsen submeters : "meten is weten" Nieuwpoortsestnw. 889 Isolatie CV-leidingen en plaatsing thermostatische kranen 8400 Oostende infiltratie ramen verminderen energiezuinige toestellen (A-label) individuele split-units technisch gebouw vervangen door ijswatermachine energiezuinige kantoorapparatuur optimaliseren instellingen luchtgroepen enkel glas vervangen door dubbel glas vrachtgebouw isolatie dak vrachtgebouw frequentiegeregelde circulatiepompen Nieuwstraat 4 verlichtingsarmaturen met spaarlampen en T5 8900 Ieper energiezuinige toestellen (A-label) verlagen verwarming bij verlaten kantoor Nieuwe inhuring vervangen enkel glas naar dubbel glas k1.1 isoleren plat dak uitschakelen van alle verlichting na de diensturen voorzien thermosstatische kranen plaatsen bewegingsdetektoren voor verlichting in toiletten
Bijlage 6 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
Investering (euro) 500 2.000 13.593 1.000 16.000 10.000 250 400 2.500 7.500 50.000 1.500
uitgev.
status (jaartal) lopend
bedrag
2004
25.047
2006
75.496
5.000 500
2.500 16.000 2.500 12.500 400 250 60.000
2.000 500 15.000 44.000 500 6.000 4.000 15.000
deels 2011
150.000 2.000 77.105 150 500 0 1.000 0 0 2.500 15.000 50.000 7.500 1.500 1.250 2.500 10.000 21.415
500 2.000 15.000
deels 2011
2012 deels 2011
2010 uitgevoerd
uitgevoerd
2011
50.000 2.500 100.000
uitgevoerd
30.000 1.500 40.000
uitgevoerd uitgevoerd 2011
15.000 18.750 9.000 2.000 100 25.000 10.000 100
2010 2010 2010 2010 2010 2010
1.300 300
2010 2010
West-Vlaanderen p.10/14
Bijlage 6 Overzicht stand van zaken van energiebesparingsmaatregelen (februari 2011)
West-Vlaanderen Gebouw Adres Energiebesparingsmaatregel code P35044 Nieuwpoortsestnw. 889 gebruik zonnecollectoren voor SWW (restaurant en douches vrachtgebouw) 8400 Oostende WKK-installatie (vervolg) energiezuinige koelmachines koelruimtes vrachtgebouw (met inbegrip van freecooling) Plaatsen submeters : "meten is weten" (calorimeters) uitschakelen verlichting bij daglicht uitschakelen toestellen bij niet gebruik verlagen verwarming bij verlaten kantoor opleiding gebouwverantwoordelijke Toezicht op onderhoudscontract
Bijlage 6 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
Investering (euro) 30.000
uitgev.
status (jaartal) lopend
bedrag
200.000 100.000 2.500
2012 uitgevoerd uitgevoerd uitgevoerd
500 500
West-Vlaanderen p.11/14
Bijlage 6 Overzicht stand van zaken van energiebesparingsmaatregelen (februari 2011)
Antwerpen Gebouw Adres code P10001 Copernicuslaan 1 2000 Antwerpen
P11012
Berchemlei 115 2140 Borgerhout
P11019
Meir 50 2000 Antwerpen
Energiebesparingsmaatregel Vervangen beeldschermen door LCD schermen Isoleren kranen diam. > DN40 Bij defect vervangen door frequentiegeregelde circulatiepompen installeren bewegingsdetectoren + aanpassen regeling verlichtingparking Condenserende ketels Relighting Power Save Mode Optimaliseren instelpunten van de verwarming, koeling en ventilatie (vb. stilleggen Uitschakelen verlichting bij voldoende daglicht Uitschakelen van toestellen bij nietgebruik Verlagen verwarming bij verlaten van kantoor Plaatsen submeters : "Meten is weten" Voorzien van thermostatische kranen op radiatoren Vervangen enkel glas door dubbel glas Condenserende ketels gebouw "Mess" Vervangen beeldschermen door LCD schermen Powersave Mode Condenserende ketels Bij defect vervangen door frequentiegeregelde circulatiepompen Vernieuwen regeling verwarmingsysteem Installeren intelligente sturing verlichting Gedeeltelijke relighting Isoleren kranen diam. > DN40 + gedeeltelijke vernieuwing isolatie leidingen Condenserdende ketels centrale stookplaats Vernieuwen GBS Verlagen verwarming bij verlaten van kantoor Plaatsen submeters : "Meten is weten" Uitschakelen verlichting bij voldoende daglicht Uitschakelen van toestellen bij nietgebruik relighting enkel glas vervangen door dubbel glas vervangen aardgasketel (stookplaats koetshuis) door condenserende ketel LCD-schermen Power Save Mode afzonderlijke productie SWW vervangen stookolieketels (stookplaats paleis) door condenserende ketel (*) frequentiegeregelde circulatiepompen aanpassen instellingen regeling vernieuwen regeling vervangen aardgasketel (stookplaats paleis) door condenserende ketel isoleren leidingen isoleren kraanwerk energiezuinige toestellen (A-label) thermostatische kranen plaatsen submeters : “meten is weten” uitschakelen toestellen bij niet gebruik uitschakelen verlichting bij voldoende daglicht verlagen verwarming of afzetten koeling bij verlaten kantoor
Bijlage 6 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
Investering (euro) 210.000
uitgev.
status (jaartal) lopend
bedrag
3.000 3.500 5.000 39.000 360.000 500 1.000
Gebouw is verkocht
2.000 4.000 125.000 4.663 42.000 500 3.882 7.500 20.000 50.000 100.000 5.000
Alle werken vervat in Masterplan (energie is hierbij speciaal aandachtspunt), uitvoering 2010-2011. In 2010, werd enkel glas vervangen door dubbel glas (bedrag: 50.000 euro)
62.246 10.000
2.000
15.000 50.000 8.032
2009 niet van toepassing: beschermd gebouw 2010
16.000 200 4.000 19.162
2009 2009
4.500 1.000 7.500 4.853
2009 2009 2009 2009
5.000 5.000 1.000 2.000 2.000
2009 2009 2009 2009
Antwerpen p.12/14
Bijlage 6 Overzicht stand van zaken van energiebesparingsmaatregelen (februari 2011)
Gebouw Adres code P11022 Leuvenstraat 2000 Antwerpen
P11037
P11053
P11059
P12012
P13006
Energiebesparingsmaatregel
WKK variabele debietregeling energiezuinige ICT-apparatuur condenserende ketels frequentiegeregelde circulatiepompen warmterecuperatie luchtgroepen bijkomende isolatie leidingen stookplaats nieuw gedeelte instellingen ruimtetemperatuur en RV plaatsen submeters : "meten is weten" Plaatsnijdersstr. 2 Aanpassen verlichting 2000 Antwerpen thermostatische kranen energie-efficiente uitrusting kantoren vervangen buitenzonwering dak nachtspoeling vernieuwen stookplaats + kring dak energiebewuste houding gebruikers goede kennis technische installaties plaatsen submeters : "meten is weten" overschakelen op aardgas opleiding gebouwverantwoordelijke Luchthaven vernieuwen buitenschrijnwerk 2100 Deurne KWO met asfaltcollector vernieuwen grote stookplaats hoofdgebouw Zonnecollectoren brandweergebouw isoleren hoofdgebouw buitenzonnewering Relighting uitschakelen toestellen bij niet gebruik plaatsen en registreren submeters : "meten is weten" overschakeling stookolie naar aardgas gebouwbeheersysteem Desguinlei 25 2018 Antwerpen
Zemstbaan 78 2800 Mechelen
Zaardendijk 20 2460 Kasterlee
frequentiegeregelde circulatiepompen vernieuwing glas isolatie verbeteren warmterecuperatie luchtgroepen zalen relighting Uitschakelen verlichting bij daglicht warmterecuperatie luchtgroepen zalen vervangen 2 stookolieketels door 1 condenserende ketel plaatsen submeters : "meten is weten" Energiezuinige toestellen (A-label) installeren condenserende ketel Power Save Mode netwerkprinters Optimaliseren regeling en instellingen verwarming LCD-schermen Bijkomende isoleren leidingen Frequentiegeregelde circulatoren intelligente sturing verlichting vernieuwen hoogrendements ketel plaatsen submeters : "meten is weten" uitschakelen toestellen bij niet gebruik uitschakelen verwarming bij het verlaten lokaal opleiding gebouwverantwoordelijke energiezuinige toestellen (A-label) Power Save Mode regeling luchtverhitters thermostatische kranen isolatie leiding verbeteren condenserende stookolieketel opleiding gebouwverantwoordelijke plaatsen submeters : "meten is weten" uitschakelen toestellen bij niet gebruik uitschakelen verlichting bij daglicht
Bijlage 6 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
Investering (euro) 90.000 250.000 4.000 70.000 10.000 75.000 2.500 2.500 4.000 57.500 2.500 12.500 20.000 50.000 171.000 1.000 2.500 500 150.000 1.000.000 75.000
uitgev.
status (jaartal) lopend
bedrag
Het AFM staat niet in voor gebouwenbeheer.
deels, 2007
ong. 15.000
Masterplan is ontwikkeld. Projecten in Masterplan is ontwikkeld. Projecten in functie van zoektocht alternatieve financiering
2007
340.000
150.000 100.000
2007 2007
14.294 inbegrepen in 340.000
5.000 500.000 50.000 50.000 75.000
2008 2009 2008, studie
4.000 15.000 10.000 100.000 5.000
450.000 20.000
50.000 2.000 500 7.000 150 150 1.500 3.000 40 1.000 12.500 5.000 1.500
500 2.250 50 300 2.500 300 26.250 500 2.000
2011 2011 2011 2011
Antwerpen p.13/14
Bijlage 6 Overzicht stand van zaken van energiebesparingsmaatregelen (februari 2011)
Gebouw Adres code P13007 Molenstraat 62 2460 Lichtaart
Energiebesparingsmaatregel isolatie verbeteren (meerkost) buitenschrijnwerk (meerkost) thermostatische kranen stookplaats PAV 9 vernieuwen
stookplaats Jeugdhotel vernieuwen stookplaats Sporthal vernieuwen stookplaats Restaurant vernieuwen stookplaats PAV5+6 vernieuwen frequentiegeregelde pompen energiezuinige keukenapparaten verlichting jeugdhotel isoleren plafond jeugdhotel isolerend buitenschrijnwerk P10 plaatsen vloerisolatie P3 plaatsen isolatie wanden sanitair P2 vacuumbuizen sanitair p2 energiezuinige ketel sanitair p2 thermisch onderbroken buitenschrijnwerk Paviljoen 9-paviljoen 1 isolerende dakplaten bad 3 isolerende dakplaten P7/8 isolerende dakplaten loods kampeergrond 1-3 isolatie slaapblokken trekkershostel (superisolerende wanden, plafond en ramen) isolerende dakplaten op sanitairen kampeergronden K5 , K8 en K10 isolerende dakplaten op sanitairen kampeergronden KP12, K2, KP1 en KP14
P13007
Molenstraat 62 2460 Lichtaart (vervolg)
P13030
P13046
De Breem 5 2350 Vosselaar
D. Sanodreef 26 1800 Geel
Investering (euro) 50.000 50.000 3.000 5.000
25.000 15.000 20.000 10.000 25.000 5.000 75.000 20.000 14.000 5.000 50.000 10.000 10.000 18.000
uitgev. 2007 2008 2007
status (jaartal) lopend bedrag 180.000 35.000 vacuumbuizen P9 vervallen
totaal stookplaatsen
lopende 2009 2007
2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010 2010
100.000
20.000 20.000 14.000 5.000 50.000 10.000 10.000 18.000 lopende
10.000 50.000 50.000
2010
10.000
76.000
2010
76.000
100.000
2010
100.000
planning 2011
vervangen CV naar gasketel Paviljoen 10
14.264
optimaliseren instellingen plaatsen en uitlezen submeters : "meten is weten" optimaliseren instellingen uitschakelen toestellen bij niet gebruik omschakeling stookolie naar aardgas energiezuinige toestellen (A-label) aanpassen verdeling sanitair warm water netwerkprinters LCD-schermen thermostatische kranen Power Save Mode vernieuwen stookplaats uitschakelen toestellen bij niet gebruik uitschakelen verlichting bij voldoende daglicht uitschakelen verwarming bij het verlaten lokaal opleiding gebouwverantwoordelijke plaatsen submeters : "meten is weten" stookplaats vernieuwen zonnecollectoren buitenschrijnwerk energiezuinige toestellen relighting isolatie verbeteren thermostatische kranen uitschakelen toestellen bij niet gebruik plaatsen submeters : "meten is weten" optimaliseren instellingen centrale stookplaats + WKK
1.500 5.000
2010 2010
14.000 5.000
1.500
2010 2010 2010 2010
50.000 10.000 10.000 18.000
Bijlage 6 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
875 750 200 5.000 1.000 150 63.750
planning 2011
lopende 2010
10.000 planning 2011
2010 2010
76.000 100.000 planning 2011
500 1.500 300.000 60.000 150.000 15.000 150.000 50.000 10.000 5.000
Antwerpen p.14/14
BIJLAGE 7
Bijlage 7 Overzicht van gerealiseerde energiebesparingsmaatregelen voor gebouwen in beheer van AFM (versie februari 2011)
Oost-Vlaanderen Gebouw Gemeente code E41001 Grimminge P44049
Gent
P46026 P44105 P44132 P42023 H41004 P44046 P46026 P42022
Kallo Merelbeke Merelbeke Wetteren Aalst Gent Kallo Dendermonde
Energiebesparende maatregel plaatsen warmtepompsysteem voor kantoorverwarming plaatsen warmtepompsysteem voor kantoorverwarming dubbele beglazing plaatsen condensatorbatterijen plaatsen condensatorbatterijen plaatsen condensatorbatterijen Studie relighting Vernieuwen verlichting Buitenzonnewering Vervanging buitenschrijnwerk met energiezuinihge bglazing
Bijlage 7 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
uitgevoerd (jaar) 2006
in uitvoering
terugverdientijd
35.000
volledig/deels energiebesparend volledig
2007
20.000
volledig
10
2008 2006 2006 2006 2007
130.000 2.554 2.749 2.554 2.831 15.000 55.000 25.500
volledig volledig volledig volledig volledig volledig volledig
2009 2008 2009
totaal bedrag
10
Oost-Vlaanderen p.1/12
Bijlage 7 Overzicht van gerealiseerde energiebesparingsmaatregelen voor gebouwen in beheer van AFM (versie februari 2011)
West-Vlaanderen Gebouw Gemeente code P 35060 OOSTENDE P 35060 OOSTENDE P35060 OOSTENDE P 37002 PITTEM P 37002 PITTEM P 37002 PITTEM P 33007 IEPER P 31034 BRUGGE P 31034 BRUGGE P 36004 BEITEM P 36004 BEITEM P 36004 BEITEM P 31005 JABBEKE P 31005 JABBEKE P 31014 LOPPEM E 38001 DE PANNE P 31065 BEERNEM P 37021 ST.BAAFS VIJVE P 34015 HARELBEKE P 34005 KORTRIJK P 37007 RUISELEDE P37007 RUISELEDE P 35048 OOSTENDE P 35048 OOSTENDE P 35048 OOSTENDE P 34019 KORTRIJK P 34005 KORTRIJK P 32005 ZARREN P32004 ESEN P35065 OOSTENDE P35025 OUDENBURG H31008 BRUGGE P35001 BREDENE P31053 BLANKEBERGE E31001
ZEEBRUGGE
Energiebesparende maatregel plaatsen buitenzonnewering relighting plaatsen glasfolies relighting dakisolatie Vernieuwen waterhuishouding relighting relighting plaatsen glasfolies relighting plaatsen buitenzonnewering vernieuwen stookplaats plaatsen glasfolies Vernieuwen waterhuishouding plaatsen glasfolies plaatsen glasfolies schoolgebouw volgens Passiefhuisconcept beglazing + verlichting en isolatie beglazing + verlichting en isolatie dakisolatie plaatsen buitenzonnewering omschakeling op aardgas isolatie IT-wachtpost plaatsen buitenzonnewering navigatie plaatsen buitenzonnewering directielokalen plaatsen buitenzonnewering vervangen cv-ketel vervangen beglazing Verbeteren cos phi Vervangen van de brander Vervangen cv ketel en brander plaatsen zonnewering gelijk-1 ste verdiep Uitbreiden en verbouwen vervangen van ramen enkel glas, plaatsen van isolatie in vloer.isoleren van buitengevels Vervangen schrijnwerk en glas
Bijlage 7 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
uitgevoerd in (jaar)
in uitvoering
2005 2008 in studiefase 2006 2008 in uitvoering 2006 2007 2007 2005 2006 2003 2007 2008 2008 2008 2006 2008
totaal bedrag 70.107 138.518 62.412 10.211 65.000 43.339 104.714
volledig/deels energiebesparend volledig
deels
11.747 31.920 125.000
2008 2006 2005
433.355 28.814 28.814 5.040 5.241
lopende 2006 2005 2005 2003 2006 2004 2006 2006 2004 2003 2003
deels
volledig 308 2.500 10.819 4.265 1.929 2.554 2.211 3.529 7.441 9.379
2009 2009
149.000
volledig
volledig deels
West-Vlaanderen p. 2/12
Bijlage 7 Overzicht van gerealiseerde energiebesparingsmaatregelen voor gebouwen in beheer van AFM (versie februari 2011)
Antwerpen Gebouw code P11105
Gemeente
Energiebesparende maatregel
uitgevoerd in (jaar)
Antwerpen
vernieuwen stookplaats + volledige verwarmingsinstallatie isoleren dak vervangen enkelglas in dubbelglas vernieuwen stookplaats isoleren panelen onder ramen Omschakeling naar aardgas kliniek 135 bedden: koeling doormiddel van koudewarmteopslag sanitair warmwater doormiddel van zonnepanelen radiatoren, vloerverwarming en ventilatie (weersafhankelijke regelingen) gebouwenbeheerssysteem A.B. gebouw: installatie gas- warmtepomp Zonneboiler K dienst onderstation nieuwe regelingen polyvalent centrum : plaatsing condenserende ketel, weersafhankelijke regeling woningen : Pas 202,204,206 Omschakeling op aardgas : plaatsing van condenserende gaswandketels met weersafhankelijke regeling poorthuis: omschakeling op aardgas, aangeblazen gasbrander, wersafhankelijke regelingen Verpleeginrichting volgens eisen EPB superisolerende buitenschrijnwerken weersafhankelijke regelingen Nieuwbouw sportzaal met lokalen: verluchtin/verwarming doormiddel van een condenserende gasketel met aangeblazen gasbrander (grootste vermogen) plaatsen glasfolie
2006
1.000.000
2006 2006 2006 2007 2006 2006
incl. incl. 180.000 11.000 18.202 175.000
volledig volledig volledig volledig volledig volledig
2006 2006
45.000 10.000
volledig volledig
40.000 300.000 50.000 25.000 10.000
volledig volledig volledig volledig volledig
2007
75.000
volledig
2007
incl. in 75000
volledig
30.000 1.000 250.000
volledig volledig volledig
15.000
volledig
P11020
Antwerpen
OPZ
Geel
P99999
Mol
Bijlage 7 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg binnen de Vlaamse overheidsgebouwen
in uitvoering
2006 2009 2009 2009 2009
2010 2009 2004
2009
totaal bedrag
volledig/deels energiebesparend volledig
Antwerpen p. 3/12
Bijlage 7 Overzicht van gerealiseerde energiebesparingsmaatregelen voor gebouwen in beheer van AFM (versie februari 2011)
Antwerpen Gebouw code P11059
Gemeente
Energiebesparende maatregel
Antwerpen
bouwfase 4.2: verwarming via conderende gasketels, superisolerende buitenschrijnwerken superisolerende buitenschrijnwerk en -beglazing isolatie Vernieuwen verwarmingsinstallatie Isoleren Gevels Superisolerende buitenschrijnwerken, bijkomende dakisolatie pav 1 - isoleren daken vervangen zonnepanelen op dak restaurant isolerend buitenschrijnwerk/beglazing relighting ateliers renovatie paviljoenen - isolatie 12cm Omschakeling op gas, isolatie gevels Actieplan Energiezorg Vlaamse Overheid plaatsen condensatorbatterijen plaatsen condensatorbatterijen Omschakeling op aardgas Inrichting Dossinkazerne tot museum: studie en ontwerp Nieuwbouw MIN-Hotel: energiezuinige nieuwbouw met zonnecollectoren en PCM-buffervat
P12018
Duffel
P11111
Antwerpen
P13007
Lichtaart
P13006
Kasterlee
P12028 P13030 P11012 P12012 P……… P12035
Mechelen Vosselaar Borgerhout Mechelen Kalmthout Mechelen
P11102
Antwerpen
Bijlage 7 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg binnen de Vlaamse overheidsgebouwen
uitgevoerd in (jaar)
in uitvoering 2010
2006 2006 2008 2008 2008 2009 2009 2008 2008 in 2009 2007 2007 2007 lopende 2009
totaal bedrag 100.000
volledig/deels energiebesparend volledig
750.000 120.000 33.000 10.000 180.000
volledig volledig volledig volledig volledig
180.000 12.572 10.800 10.000 3.400 20.000 63.750 5.108 2.604 506
volledig volledig volledig volledig volledig volledig volledig volledig volledig volledig deels volledig
Antwerpen p. 4/12
Bijlage 7 Overzicht van energiebesparingsmaatregelen voor gebouwen in beheer van AFM (versie februari 2011)
Vlaams Brabant en Brussel Gebouw Gemeente code P21024 SCHAARBEEK H21002 BRUSSEL H21002
BRUSSEL
H21002
BRUSSEL
H21002
BRUSSEL
H21002 H21002 H21002 H21023 P21008 P21007
BRUSSEL BRUSSEL BRUSSEL BRUSSEL BRUSSEL BRUSSEL
P21007 P21013 P21013
BRUSSEL BRUSSEL BRUSSEL
P24003
BERTEM
P22001 P23092 E23001
DROGENBOS HOEILAART HOEILAART
E23001 P23079 P23036
HOEILAART HOEILAART GAASBEEK
P23036
GAASBEEK
Energiebesparende maatregel Plaatsen van superisolerende beglazing Plaatsen van energiezuinige armaturen bij herinrichting kantoren secretaris-generaal dep. BZ Plaatsen van energiezuinige armaturen bij herinrichten 4de en 5de verdieping Plaatsen van energiezuinige armaturen bij inrichten kantoren voor Vlaamse Bouwmeester Plaatsen energiezuinige armaturen bij inrichten kabinet 1ste verdieping Plaatsen warmtewerende glasfolie verd 1 - 6 Plaatsen warmtewerende glasfolie verd 7 - 9 Studie vernieuwen ketels Onderhoudscontract Plaatsen warmtewerende glasfolie Plaatsen nieuwe boiler waarmee men dynamisch kan inspelen op de buitentemperatuur Plaatsen warmtewerende glasfolie Aanpassen luchtdebieten en sturing Vervangen van continu gestookte gasboilers door elektrische boilers Plaatsen zonnewering, superisolerende beglazing, diepergelegen ramen, aanpassen HVAC installatie Inperken nuttig verwarmd volume Plaatsen van dakisolatie Plaatsen van dakisolatie en isolerende beglazing Vervangen van enkele beglazing door isolerende beglazing Plaatsen van dakisolatie Plaatsen isolerende beglazing Studie van aangepast HVAC systeem ifv metingen van binnenklimaat Relighting
Bijlage 7 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
uitgevoerd in (jaar) 2008 2008
in uitvoering
totaal bedrag 23.476 351.568
volledig/deels energiebesparend volledig deels (5%)
2006
3.236.285
deels (5%)
2007
283.615
deels (5%)
2007
609.047
deels (5%)
35.000 12.000 90.000 7.000 10.000
volledig volledig volledig volledig volledig volledig
50.000
volledig volledig
187.429
volledig
2007 2007 2007
240.953 1.914.572 32.933
deels deels deels volledig
2006 2007 2007
14.524 39.901 25.410
volledig volledig volledig
in 2009 in 2009 studie 2009 vanaf 2008 2008 2008 2006 2008 2008 in uitvoering in 2009
in 2009
volledig
Vlaams Brabant en Brussel p. 5/12
Bijlage 7 Overzicht van energiebesparingsmaatregelen voor gebouwen in beheer van AFM (versie februari 2011)
Vlaams Brabant en Brussel Gebouw Gemeente code P23052 OVERIJSE P23030 SINT PIETERS LEEUW P24059 TERVUREN P23047 VILVOORDE AMSTERDAM P23035 DWORP P21025 BRUSSEL P21025 P21027
BRUSSEL BRUSSEL
Energiebesparende maatregel Plaatsen energiezuinige ketel Relighting Isoleren dak, plaatsen isolerende beglazing Relighting Relighting plaatsen condensatorbatterijen Buitenzonnewering Energiezuinige verwarming en ventilatie Relighting
Bijlage 7 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
uitgevoerd in (jaar) 2006
in uitvoering
totaal bedrag 9.066
in 2009 in 2009 2008 in 2009 2007 2008
6.458
2008 studie 2009
3.000
volledig/deels energiebesparend volledig volledig volledig volledig volledig volledig deels volledig deels
Vlaams Brabant en Brussel p. 6/12
Bijlage 7 Overzicht van gerealiseerde energiebesparingsmaatregelen voor gebouwen in beheer van AFM (versie februari 2011)
Limburg Gebouw code P73013 P73012 H72002 H72002 P71006
Gemeente
Energiebesparende maatregel
BILZEN
Energiebesparende maatregelen als onderdeel Masterplan Vernieuwen en verbeteren van dakisolatie Studie Relighting Studie glasfolie Plaatsen 72 thermostatische kranen
LANAKEN MAASEIK MAASEIK HASSELT
Bijlage 7 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg binnen de Vlaamse overheidsgebouwen
uitgevoerd in (jaar)
in uitvoering lopende
2008 2007
totaal bedrag 2.100.000 170.533
2009 2008
4.162
volledig/deels energiebesparend deels (0,1) deels (0,75) volledig volledig volledig
Limburg p. 7/12
Bijlage 7 Overzicht van gerealiseerde energiebesparingsmaatregelen voor gebouwen in beheer van AFM (versie februari 2011)
Bijlage 7 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg binnen de Vlaamse overheidsgebouwen
Limburg p. 8/12
Bijlage 7 Overzicht van energiebesparende maatregelen (versie februari 2011)
Periode 2009-2010 Provincie Gebouwcode
Gebouwtype
E11005
-
P11059
Cultureel centrum
P11013 P13067
Kantoorgebouw Verpleeginrichting
ANTWERPEN
Projectbeschrijving
Begrotingsjaar
Kost energie maatregel
Start project
verbouwen en uitbreiden (nog voor te leggen aan VR)
2012
2009
dakrenovatie toren blok I en J (input van De Singel nog te verkrijgen), nagaan van mogelijkheden isolatie Studie vernieuwen van de isolatie van het dak van de Blauwe Zaal (stabiliteitsstudie wordt door KUL opgemaakt) renovatie foyer Rode Zaal: relighting Vernieuwen van de volledige stookinstallatie (energiezuinigere stookketel) Actualisatie MP - PVT in de woningen langs de Pas. Studie werd in 2009 opgestart: - januari 2009: onderzoek site voetbalveld versus villa's - februari - april 2009: opmaak voorontwerp - mei 2009: presentatie ontwerp aan Raad van bestuur - mei 2010 : finalisatie studie - midden mei 2010 : indienen dossier door OPZ GEEL bij VIPA (Wachten op goedkeuring financiering)
2011
kostprijs werd nog niet begroot 0
2010
0
2010
2012 2011 2013
20.000 0 0
2012 2010 2009
OPZ Geel - Kdienst en logistiek / technisch centrum Studie werd in 2009 opgestart: - januari - april 2009: ambitie- en visievorming - mei - augustus 2009: opmaak voorontwerp - september 2009: presentatie ontwerp aan Raad van bestuur - september 2009: uitwerken principieel akkoord - oktober 2009: indienen principieel akkoord Nieuw contact dd.08/04/2010: fase voorontwerp nog in studie
2013
0
2009
2010
P13086
Residentiële woning (dokterswoning)
OPZ Geel - Herstellen CV-ketel OPZ Geel - Herstellen CV-ketel : Na contact dd. 23/03/09 met Adelin Cuypers, bouwcoördinator, bestaat de wens van OPZ Geel om een dossier op te starten mbt herstel CV-ketel in de woning aan de Stelenseweg 66. Begin juni werd raming met OPZ Geel besproken, wachten op goedkeuring investeringsprogramma.
2010
10.000
2009
P12035
Kazerne
2010
0
2008
P13047
Jeugdinstelling
Kazerne Dossin - Museum, memoriaal en documentatiecentrum over Holocaust en Mensenrechten Middelen via DAR en FFEU Vernieuwing van de gehele verwarmingsinstallatie rekening houdend met energiezuinigheid en alternatieve energie en de toekomstige uitbreidingen: Plaasten van WKK, vervangen van verwarmingsketels op stookolie door nieuwe op gas.
2010
600.000
2009
Bijlage 7 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
Periode 2009-2010 p. 9/12
Bijlage 7 Overzicht van energiebesparende maatregelen (versie februari 2011)
Provincie
BRUSSEL
Gebouwcode
Gebouwtype
Projectbeschrijving
Begrotingsjaar
P21006
Onderzoekscentrum
Aanpassen HVAC-installatie (plaatsen van energiezuinigere installatie) ten gevolge van uitgevoerde energie-audit (maatregelen met terugverdientijd) Herstellen defecte CV-ketel (energiezuinige installatie) en plaatsen gasleiding (Dossier 2009 maar opnieuw aan te besteden) Isoleren van alle daken Kosten verbonden aan onderhoudscontract Ellips Inclusief uitbreiding A-toren (was niet bekend in april 2009) en B-toren Installatie van centrale computerzaal FERRARIS ter hoogte van vroegere drukkerij volgens de principes van "green ICT": Ruimte 75m², shared tussen entiteiten. Niet inbegrepen : kosten herbekabeling vertikaal FO + koper; kosten voor verplaatsing ICT materialen (= te betalen per entiteit) Installeren van WKK (warmtekrachtkoppeling) na sudie BIM Vervangen en isoleren dak monnaie house + voorstel om zonnepanelen te plaatsen Herinrichten 'oranjerie':deel van masterplan aanpassingen, schilderwerken bestelling van de studie op 25/02/2009 na goedkeuring minister dd 03/02/2009
2010
0
2008
2010
30.000
2008
2011 2011
0 143.100
2011 2011
2011
75.000
2011
2011 2012
0 0
2009 2011
2010
0
2009
Herinrichting rijschool: bestelling studie op 25/02/2009 na beslising minister dd 2/2/2009 deel van masterplan Rijschool : licht- en geluidsinstallatie dient gemoderniseerd te worden en veiliger gemaakt Onderdeel van het Masterplan bestelling studie (technische logistieke zone) op 25/02/2009 na beslissing minister dd 03/02/2009 Relighting in administratieve gedeelten van het VAC (niet vergaderzalen, refter en auditorium) + conform stellen met EN12464 Renovatie van het museum (dak, ramen, gevelbekleding en interieur) + afbraak van sanitair blok op de oude parking. De stalen ramen met enkele beglazing worden vervangen, de gevel en het dak worden geïsoleerd. Uitbreiden kinderopvang met 1 polyvalente zaal. Beperkte uitbreiding sanitair. Extra isolatie zoldervloer
2010
0
2009
2010
0
2008
2010
0
2009
2011
400.000
2010
2011
0
2010
2010
0
2010
Vernieuwen van lichtarmaturen Project Waterhuishouding en legionella: 92 en 96 BvG 92 : 55K BvG 96 : 74K
2011 2010
15.000 100.000
2011 2010
Studieopdracht voor werken: Vernieuwen dak + renovatiewerken
2010
0
2010
P21030 H21023
Theater Kantoorgebouw
P21002
Kantoorgebouw
P21005 P21029
Theater Bibliotheek
P73016
Kasteel
LIMBURG
OOSTVLAANDEREN
P71016
Kantoorgebouw
E73001
Museum
P44010
P44046 P44112
Kantoorgebouw (magazijn + bureelruimte) Kantoorgebouwe Stal
P44147
Laboratorium
Bijlage 7 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
Kost energie maatregel
Start project
Periode 2009-2010 p. 10/12
Bijlage 7 Overzicht van energiebesparende maatregelen (versie februari 2011)
Provincie
VLAAMS BRABANT
Gebouwcode
Gebouwtype
P23035 P24003
Jeugdcentrum Kantoorgebouw
P24055
Kantoorgebouw
P23047
Districtgebouw
P35005 P35048
Kantoorgebouw Luchthaven (Passagiers- en Technisch gebouw)
VIA RAAMCONTRACT - DIVERSE GEBOUWEN
Projectbeschrijving
Begrotingsjaar
Studie relighting via raamcontract dienst technieken Leveren en plaatsen van zonnewerende folie aan de vergaderzaal en de inkom via het raamcontract gebouwen. Aandeel VO in onderhoudscontract van VAC Leuven omvat : preventief onderhoud & beheer Onderhoud BEO veld dient voor performantiebewaking Green ICT onderhoud Plaatsen PV panelen op VAC Leuven Glaswerken: Vervangen van enkele beglazing in werkhuis ((vergaderzaal, lokaal boehouding) en loods: door dubbele verbeterde isolerende beglazing.
2010 2010
0 3.317
2008
2011
50.000
2011
2010 2010
340.000 1.731
2010
Vernieuwen van buitenzonnewering in gevels Isoleren van leidingen van verwarming in de kelder van het passagiersgebouw, na verwijdering van de asbesthoudende isolatie en onderzoek en herstelling van de huidige toestand van de leidingen.
2010 2010
152.531 55.000
2010 2010
Automatisatie energieverbruiken: Aparte vastlegging voor pakket voor energieboekhouding. Dit pakket kan ook gebruikt worden voor manuele invoer van meterstanden en voor geautomatiseerde koppeling van GBS systemen van derden Automatisatie energieverbruiken: Zie project 4311 voor omschrijving. Kosten specifiek voor dit BA artikel Automatisatie energieverbruiken registratie Automatisatie energieverbruiken: Deelprojecten voor plaatsing submeters en bijhorende infrastructuur voor meterstandbeheer en alarm/rapportering
2011
50.000
2011
2011
50.000
2011
2010 2011
45.000 150.000
2010 2011
VLAREM II afgassen van stookinstallaties - bijkomende VL (milieuzorg en efficiënte afstelling van stookinstallaties)
2010
20.000
2010
Computerzaal design: Prestaties verbonden aan studie voor ontwerp & herontwerp & assistentie bij VAC projecten (onderdeel van Green ICT) (raming: 10-30% energiebesparing) exclusief VAC-L en VAC-B Raamcontract voor design en audit van computerzaal infrastructuren Conscience : upgrade van computerzaal UPS & andere inrichtingen, optimalisatie sturing en koeling en UPS
2011
25.000
2011
2010
6.250
2010
2011
17.500
2011
Vernieuwing computerzaal FERRARIS Project inclusief herbekabeling vertikale schachten Raming à 4000eurox75m² + vertikale bekabeling 80K euro. Huidige infrastructuur in Ferraris is uiterst onenergetisch (gespreid, niet geschikte lokalen, foutief koeling principe)
2011
190.000
2011
Consultancy opdracht voor opmaak en gebruik van het kwaliteitshandboek voor gebouwen. Omvat tevens dienstverlening voor toepassing op VAC & grote vernieuwbouw
2011
16.000
2011
Bijlage 7 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
Kost energie maatregel
Start project
Periode 2009-2010 p. 11/12
Bijlage 7 Overzicht van energiebesparende maatregelen (versie februari 2011)
Provincie
Gebouwcode
Gebouwtype
VIA RAAMCONTRACT - DIVERSE GEBOUWEN
Projectbeschrijving
Begrotingsjaar
Kost energie maatregel
Start project
jaarlijkse vastlegging EMC-boekhoudingspakket
2010
45.000
2010
Opmaak van energie-auditverslagen en bijhorende ondersteuning voor opmaak technische bestekken Opmaak van wettelijk verplichte haalbaarheidsstudies
2011
125.000
2011
beperkte meerkost, vooral VAC-B en VAC-L
2010
20.000
2010
Uitvoering raamcontract EPB publieke gebouwen voor gebouwen in Brussel Hoofdstedelijk Gewest
2011
25.000
2011
Kleine elektriciteitswerken: investering nieuwbouw, opdracht 2 jaar, raming 275k incl BTW/jaar. Plaatsen van schakelklokken, op punt stellen elektrische borden.
2011
15.000
2011
Kleine herstellingswerken elektriciteit voor de drie regio's; toepassing moderne armaturen, optimalisatie elektrische borden, toepassing schakelaars Diverse bestekken ivm energiebesparing Inbegrepen : bestek energie-auditering Energiebesparende maatregelen inclusief plaatsing zonnepanelen ism IMZ (LNE) Diverse maatregelen cfr bestek automatisatie : relighting AC Oostende 3e verdieping Samenwerking met Regio West
2011
25.000
2011
2010 2011
85.000 100.000
2010 2011
2010
70.000
2010
Prestaties voor opmaak van energielabel: - kosten voor aanschaf normen en templates - kosten voor consultancy - eventueel : kosten voor proefproject in beperkte scope Plaatsing van PV-panelen op basis van haalbaarheidsstudie (financiering LNE) op haalbare gebouwen (gunstige ROI) Spreiding investering over 2 jaren Raamcontract (hernieuwing incl) voor opmaak van verslagen van afgassen volgens VLAREM II Raamcontract voor plaatsing van glasfolie
2011
27.000
2011
2010
50.000
2010
2011
15.000
2011
2011
52.500
2011
Raamcontractvoor opmaak van technische bestekken voor relighting Inbegrepen : audit van verlichtingsinstallatie & ondersteuning voor VAC dossiers Schatting per jaar : 65K incl BTW Vervanging van CFK koelvloeistoffen in koelinstallatie units; omvat eveneens vervanging van koelunit indien enkel vervanging koelvloeistof onmogelijk is
2011
65.000
2011
2011
35.000
2011
2011
25.000
2010
Energiebespparende maatregelen o.a. plaatsen van thermostatische kranen, folie, isolatie voor districten Aarschot, Leuven, Halle en Vilvoorde n.a.v. audit uitgevoerd door AWV.
Bijlage 7 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
Periode 2009-2010 p. 12/12
BIJLAGE 8
Bijlage 8 Bespreking van de evolutie van het energieverbruik voor een aantal gebouwen in beheer van het AFM 1.
Martelaarsplein 7
Het elektriciteitsverbruik kent een dalende trend sinds 2006. In 2010 is het verbruik gedaald met 31% t.o.v. 2005
Het aardgasverbruik kent een dalende trend sinds 2006. In 2010 is het graaddagen gecorrigeerd aardgasverbruik met 44% gedaald t.o.v. 2005.
Energiebesparende maatregelen sinds 2006 • isoleren kraanwerk DN>40 (2008, 11 k€) • aanpassing gebouwbeheersysteem (2007, 2 k€) • installatie van klokken in de regeling (2007) • aanpassing van sensoren • installatie decentrale boilers zodat verwarmingsketel in zomerregime kan uitgeschakeld worden (2010, 13 k€) • onderhoudscontract met clausule energievereisten • vervanging koelmachine (12 k€)
2.
Planning energiebesparende maatregelen • renovatie stookplaats (vervanging gasketels door condenserende gasketels via totale waarborg, bijdrage 62 k€ door AFM voor optimalere oplossing, uitvoering zomer 2011) • aanpassen luchtdebieten en sturing (2011)
Boudewijngebouw Elektriciteitsverbruik kent een dalende trend sinds 2008. In 2010 is het elektriciteitsverbruik gedaald met 15% t.o.v. 2007.
Bijlage 8 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
p. 1/6
Verbruik/jaar - Bedrag/jaar 35.000,00 EUR
16.000
30.000,00 EUR
14.000
Het waterverbruik kent een dalende trend sinds 2007.
12.000
25.000,00 EUR
10.000 8.000
m³
20.000,00 EUR
In 2010 is het waterverbruik met 9% gedaald t.o.v. 2006.
15.000,00 EUR 6.000 10.000,00 EUR
4.000
5.000,00 EUR 0,00 EUR Verbruik / jaar (m³) Bedrag / jaar (€)
2.000 2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
13.598
10.908
10.327
11.545
11.341
12.825
12.286
10.579
0
29.800,98 20.499,00 20.434,91 22.864,69 23.099,78 26.821,23 26.703,30 29.471,61
Energiebesparende maatregelen sinds 2007 • plaatsing van glasfolie (minder belasting koelinstallatie; 2007, 30 k€) aanpassing verlichtingsinstallatie (detectie) installatie nieuwe energiezuinigere koelgroep (2010) • info aan gebouwgebruikers rond watergebruik 3.
VAC Hasselt
Elektriciteitsverbruik in dalende trend sinds 2007. In 2010 is het elektriciteitsverbruik gedaald met 20% t.o.v. 2006.
Aardgasverbruik kent een dalende trend sinds 2009. In 2010 is het gecorrigeerd aardgasverbruik gedaald met 16% t.o.v. 2008.
Bijlage 8 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
p. 2/6
Energiebesparende maatregelen sinds 2006 • optimalisatie gebouwbeheersysteem: toepassing van aangepaste klimaatprogramma’s, meer bepaald elektrisch verbruik koelinstallatie • aanpassing stuurprogramma spoeling waterverzachter (20082009, reductie waterverbruik met 40%) • aanpassing sturingsprogramma verlichting
4.
Planning energiebesparende maatregelen • relighting volledig gebouw (2011, 580 k€)
Martelaarsplein 19, Brussel
Het elektriciteitsverbruik kent een dalende trend sinds 2005. In 2010 is het verbruik gedaald met 25% t.o.v. 2004.
Het aardgasverbruik kent een dalende trend sinds 2005. In 2010 is het graaddagen gecorrigeerd aardgasverbruik met 44% gedaald t.o.v. 2004.
Energiebesparende maatregelen sinds 2005 • Plaatsing warmtewerende glasfolie (2006, 25 k€) • Plaatsen nieuwe boiler waarmee men dynamisch kan inspelen op de buitentemperatuur (2008, 10 k€) • Verbeteren van de cosphi-factor (2005, 3 k€) • Optimaliseren instelpunten van de verwarming, koeling en ventilatie (2007, 1,5 k€) • Plaatsen van submeters (2007, 6 k€) • Verlagen verwarming of afzetten koeling bij het verlaten van kantoor (2007) • Vervangen van halogeenspots door spaarlampen
Planning energiebesparende maatregelen • Relighting parking • Vervangen van de bestaande ketels door condensatieketels
Bijlage 8 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
p. 3/6
5.
Koningsstraat 14, Brussel
Het elektriciteitsverbruik kent een dalende trend sinds 2007. In 2010 is het verbruik gedaald met 18% t.o.v. 2006.
Energiebesparende maatregelen sinds 2006 • optimalisatie HVAC-sturing, meer bepaald elektrisch verbruik koelinstallatie (2008, 1 k€) • vervanging van airco-installatie door energiezuiniger type (2008, 10 k€) • radiatoren voorzien van thermostatische kranen • gebruik van spaarlampen waar mogelijk • installatie bewegingsdetectoren in toiletten
6.
Planning energiebesparende maatregelen • HVAC-audit (2010, 6 k€)
Koningsstraat 136, Brussel
Het elektriciteitsverbruik kent een dalende trend sinds 2009. In 2010 is het verbruik gedaald met 8% t.o.v. 2008.
Energiebesparende maatregelen sinds 2008 • plaatsing glasfolie (2008, 7 k€) • vervangen HVAC-pomp door energiezuiniger type (2010, 1 k€) • installatie thermostatische kranen (2008, 0,5 k €) • isolatie van het kraanwerk HVAC (2008, 1,7 k€) • aanpassen HVAC-sturing (2007, 1,2 k€) • plaatsen van een condensatorbatterij (2007, 1 k€)
Planning energiebesparende maatregelen • renovatie stookplaats (vervangen aardgasketels door condenserende ketels) • plaatsen bewegingsdetectoren verlichting
Bijlage 8 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
p. 4/6
7.
B. Van Gansberghelaan 92, Merelbeke
Het elektriciteitsverbruik kent een dalende trend sinds 2009. In 2010 is het verbruik gedaald met 25% t.o.v. 2008.
Het aardgasverbruik kent een dalende trend sinds 2009. In 2010 is het graaddagen gecorrigeerd aardgasverbruik met 5% gedaald t.o.v. 2008.
Energiebesparende maatregelen sinds 2005 • Vernieuwen stookplaats stallingen (2007, 35 k€) • Thermostatische kranen radiatoren (2007, 5,5 k€) • Vervangen oude frigo's door energiezuinige toestellen (2005, 3 k€) • Verlagen verwarming bij verlaten kantoor/gebouw (2007) • Uitschakelen stookketels in zomer (2008) • Plaatsen condensatorbatterij (2006, 2,5 k€) 8.
Ellipsgebouw, Brussel
Het elektriciteitsverbruik kent een forse stijging t.o.v. 2008. In 2010 is het verbruik gestegen met 55% t.o.v. 2008. Deze stijging komt mede door bijkomende inhuring van vloeroppervlakte (+ 50% t.o.v. 2008) en door de uitgebreide ICT-activiteiten van zowel ALV en VLABEL.
Energiebesparende maatregelen Wegens de continue verdere inhuring van vloeroppervlakte sinds 2009 zijn er nog geen specifieke maatregelen getroffen, met uitzondering van onderhoudswerken.
Bijlage 8 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
p. 5/6
Bijlage 8 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
p. 6/6
BIJLAGE 9
Bijlage 9 Overzicht van rendabele grote investeringen – doorlichting van auditrapporten 2002-2004 Gebouw
Bouwjaar
1 2 3
Graaf de Ferraris gebouw Copernicus gebouw Waterbouwkundig labo
1995 1987-1991 1938-1960
4
Martelaarsplein 19 + Koolstraat 35
1977 V:1991-1994
123
Recent gebouw Verbouwing gepland Het waterbouwkundig labo is minder geschikt omdat er onderhoudscontracten lopen voor de CV-sturing en voor het technisch gedeelte. Geen rendabele grote investeringen
5 6
Conscience gebouw Martelaarsplein 7 + Kreupelenstraat 2
1998 V: 1991-1993
127.7 129.7
Recent gebouw Geen rendabele grote investeringen
7 8
VDAB Brugge Adm. Gebouw Anderlecht Kliniekstraat Ancienne Belgique Koninklijk Paleis Antwerpen Gelijke Kansen Huis Adm. Gebouw Oostende Vrijhavenstraat CLO-DVP Melle
? V: 1990
166.4 99.4
Geen rendabele grote investeringen Geen rendabele grote investeringen
V: 1992-1996 1747 1960 1984
145.5 206.9 117.6 91
Geen rendabele grote investeringen Geen rendabele grote investeringen Geen rendabele grote investeringen
Jaren ‘60
499.3
Adm. Gebouw Kortrijk Passionistenlaan
1975
136
9 10 11 12 13
14
1 2
Kengetal 2 kWh/m 165.2 131.5 88.14
Reden om niet te weerhouden
Besparingspotentieel
1
2
Vervanging stookketel Investering: 62.246€, TVT: 15 jaar
Suggestie Ingenium: afzonderlijke productie SWW Investering: 7500€, TVT: 1,2 jaar Suggestie Ingenium: afzonderlijke productie SWW Investering: 7500€, TVT: 1,2 jaar
Vervanging aardgasketel Investering: 77.105€, TVT: 12 jaar Grondige vernieuwing stookplaatsen Investering: 303.500€, TVT 7 jaar Relighting kantoren en labo Investering: 75.000€, TVT 15 jaar Geen rendabele grote investeringen
Er zijn wel rendabele grote investeringen, met name energierecuperatie luchtgroepen (80.000€, TVT 10 jaar) en condenserende ketels (81.320€, TVT 10 jaar). Er is een rendabele grote investering, nl. condenserende ketels (77.200€, TVT 9 jaar)
Bijlage 9 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
p. 1/4
Bijlage 9 Overzicht van rendabele grote investeringen – doorlichting van auditrapporten 2002-2004 Gebouw
Bouwjaar
15
Regiegebouw Kortrijk Kennedylaan
1975
Kengetal 2 kWh/m 100
16
CLO-DVL Merelbeke
1955-1980
123
17
Regiegebouw Ieper Omloopstraat
1970
70
18
CLO-DFE Merelbeke
1956
178
19
Regiegebouw Diksmuide
1980
130
20
KMSKA
1890
219
21
De Rode Poort
1948
138
22
CLO-Hoeve Merelbeke
?
66
23
Vormingscentrum Destelheide
1971
182
24
DLO-DVV-GV Melle
1956-1996
126
25
CLO-DVV-KV Merelbeke
1965
176
26
Rauterstraat
1997
202
Bijlage 9 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
Reden om niet te weerhouden
Besparingspotentieel
Geen rendabele grote investeringen Grondige vernieuwing stookplaatsen en luchtverwarmers Investering: 188.500€, TVT 13 jaar Geen rendabele grote investeringen Grondige vernieuwing stookplaatsen en luchtverwarmers Investering: 106.500€, TVT 13 jaar Geen rendabele grote investeringen Aanpassen verlichting Investering: 57.500, TVT 5 jaar Nachtspoeling Investering: 50.000€, TVT 10 jaar Vernieuwen stookplaats + kring dak Investering: 171.000€, TVT 10 jaar Geen rendabele grote investeringen Geen rendabele grote investeringen Geen rendabele grote investeringen
Voorbeeldfunctie vormingscentrum: zonnecollectoren Investering: 12.500€, TVT 9 jaar Vernieuwen stookplaats Investering: 179.000€, TVT 6 jaar Vernieuwen stookplaats stallingen Investering: 225.000€, TVT 9 jaar
Geen rendabele grote investeringen
p. 2/4
Bijlage 9 Overzicht van rendabele grote investeringen – doorlichting van auditrapporten 2002-2004 Gebouw
Bouwjaar
Reden om niet te weerhouden
1983
Kengetal 2 kWh/m 127
27
OC Rode Kruis
28
Administratief gebouw Evere
1966
204
Geen rendabele grote investeringen
29
CLO-DVK Melle
?
270
30
Adm. Gebouw Jabbeke
1980
142
31
Luchthaven Oostende
32
Boudewijngebouw
1989
159
33
CLO-DGB
1972
376
34
De Singel
1964-1988
137
35 36
OPZ Geel Vlaams Centrum voor Grafiek
Jaren ‘80 1950-1972
282 266
Vernieuwen stookplaats Investering: 60.000€, TVT 10 jaar levert een besparing op van 105.297 kWh
Vernieuwen centrale stookplaats Investering: 195.000€, TVT 9 jaar Geen rendabele grote investeringen
272
Bijlage 9 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
Besparingspotentieel
Energiezuinige koelmachines koelruimtes vrachtgebouw Investering: 100.000€, TVT 10 jaar WKK-installatie Investering: 200.000€, TVT 12 jaar, besparing 240.000 kWh. Frequentiegeregelde ventilatoren Investering: 500.000€, TVT 10 jaar Schakeling verlichting Investering: 1.200.000€, TVT 13 jaar Warmterecuperatie luchtgroepen Investering: 250.000€, TVT 14 jaar Geen rendabele grote investeringen Isolatie verbeteren Investering: 50.000€, TVT 7 jaren Warmterecuperatie luchtgroepen zalen Investering: 50.000€, TVT 7 jaar Relighting Investering: 75.000€, TVT 11 jaar Grondige renovatie gepland Geen rendabele grote investeringen
p. 3/4
Bijlage 9 Overzicht van rendabele grote investeringen – doorlichting van auditrapporten 2002-2004 Gebouw
Bouwjaar
37
Adm. Gebouw Vosselaar
1978
Kengetal 2 kWh/m 120
38
Luchthaven Deurne
1930-1980
264
39
MUHKA (Museum Hedendaagse Kunst Antwerpen)
1987-1993
242
40
Kaaitheater
1994
124
41
Nederkouter Gent
Bouwjaar 1784
123
42
Zemstbaan Mechelen
1980-1985
90
43
Adm. Gebouw Poortelos 4
1950-1970
73
44
Regie Oostende
118
45
De Hoge Rielen
Jaren ’70 V: 1985 V: 1976
192
46
Markt Brugge
1900
141
Bijlage 9 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
Reden om niet te weerhouden
Besparingspotentieel Vernieuwen stookplaats Investering: 63.750€, TVT 10 jaar Vernieuwen stookplaats hoofdgebouw Investering: 75.000€, TVT 5 jaar Relighting Investering: 100.000€, TVT 10 jaar WKK Investering: 90.000€, TVT 9 jaar Warmterecuperatie luchtgroepen 75.000€, TVT 13 jaar
Geen rendabele grote investeringen Geen rendabele grote investeringen Geen rendabele grote investeringen Geen rendabele grote investeringen Geen rendabele grote investeringen Grondige renovatie gepland (Masterplan) Geen rendabele grote investeringen
p. 4/4
BIJLAGE 10
Bijlage 10 Overzicht van % groene stroomafname van Vlaamse entiteiten Naam
Gemeente
Ancienne Belgique Brussel Bestuurszaken-Faciliteiten-Management Gebouwen Brussel Energie Bloso-atelier Pathoekeweg Brugge Bloso-centrum Gent Wielerpiste Gent Bloso-centrum Blankenberge Blankenberge Bloso-centrum Brugge Assebroek Bloso-centrum Genk Genk Bloso-centrum Genk Conciërgewoning Genk Bloso-centrum Genk Manege/Stallen Genk Bloso-centrum Gent Gent Bloso-centrum Hasselt Hasselt Bloso-centrum Herentals Ijsbaan Herentals Bloso-centrum Herentals Sporthotel Herentals Bloso-centrum Hofstade Domein Hofstade Bloso-centrum Hofstade Waterzuiveringsstation Hofstade Bloso-centrum Hofstade Zwembad Hofstade Bloso-centrum Liederkerke Liedekerke Bloso-centrum Nieuwpoort Havengeul Sint-Joris Bloso-centrum Nieuwpoort Spaarbekken Sint-Joris Bloso-centrum Nieuwpoort Wittebrug Sint-Joris Bloso-centrum Oordegem Oordegem Bloso-centrum Waregem Waregem Bloso-centrum Willebroek Heindonk Bloso-centrum Willebroek Windsurfchalet Heindonk Bloso-centrum Willebroek Zeilchalet Heindonk Bloso-centrum Woumen Woumen CJSM - Alden Biesen Landcomman Rijkhoven De Hoge Rielen vzw Lichtaart De Scheepvaart NV. Hasselt De Singel Antwerpen Destelheide Dworp Fed. Overheidsdienst Financiën - Restaurant Brugge Brugge Frans Masereel Centrum Kasterlee GBJ De Kempen Mol GBJ De Zande Jongensafdeling Ruiselede GBJ De Zande Meisjesafdeling Beernem GBJ TRIBUNE VOETBAL Ruiselede Gemeenschapsonderwijs Scholengroep 22 Internaat Gent K.L. Hogeschool Antwerpen - Campus Blairon Antwerpen Hogeschool Antwerpen - Campus Herman Teirlinck Antwerpen Instituut Hogeschool Antwerpen - Campus Keizerstraat Antwerpen Hogeschool Antwerpen - Campus Lier Antwerpen Hogeschool Antwerpen - Campus Merksem Antwerpen Hogeschool Antwerpen - Campus Mutsaard Antwerpen Hogeschool Antwerpen - Campus Noord Antwerpen Hogeschool Antwerpen - Campus Paardenmarkt Antwerpen Hogeschool Antwerpen - Campus Schilderstraat Antwerpen Hogeschool Antwerpen - Campus 't Zuid Antwerpen Bouwmeesterstraat Hogeschool Antwerpen - Campus 't Zuid Kasteelstraat Antwerpen Hogeschool Antwerpen - Campus 't Zuid Verschansingstraat Hogeschool Antwerpen - Productontwikkeling Hogeschool Gent Hogeschool West Vlaanderen - Dep DLO ILVO - Dier - Melle ILVO - Dier Oostende
Bijlage 10 Rapport Actieplan Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
Aandeel groene stroom op 1 juli 2007 op 1 juli 2008 12 12 100 12 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 12 12 12 30 12 12 12 12 100 100 100 12
12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12
12 12
12 12
12 12 12 12 12 12 12 12
12 12 12 12 12 12 12 12
12
12
Antwerpen
12
12
Antwerpen Gent Brugge Gontrode Oostende
12 12 12 50 50
12 12 12 12 12
Groene stroom p. 1/8
Bijlage 10 Overzicht van % groene stroomafname van Vlaamse entiteiten Naam
Gemeente
ILVO - Plant Melle ILVO - Plant Merelbeke ILVO - Technologie en Voeding Melle ILVO - Technologie en Voeding Merelbeke ILVO-Dier Infrastruct Aed B1 Ls-Diverse Instituut Natuur en Bosonderzoek Kaaitheater Kasteel Van Ham
Melle Merelbeke Melle Merelbeke Brussel Schaarbeek Anderlecht Brussel Steenokkerzee l Kind En Gezin Sint-Gillis Kon. Museum Schone Kunsten Antwerpen LNE - Afd. Milieuvergunningen Sint-Michiels LNE - Agentschap Voor Natuur En Bos Brussel LNE - Natuurrecreatiedomein De Vroente Kalmthout MOW Afdeling Kust/Mdk Oostende MOW AWV Antwerpen Antwerpen MOW AWV Vlaams-Brabant Vilvoorde MOW Afdeling Scheepvaartbegeleiding Maritiem Plein Oostende MOW AWV Limburg MOW AWV Oost-Vlaanderen Eeklo MOW AWV Oost-Vlaanderen Erembodegem MOW AWV Oost-Vlaanderen Gentbrugge MOW AWV Oost-Vlaanderen Oudenaarde MOW AWV Oost-Vlaanderen Sint-Niklaas MOW AWV Oost-Vlaanderen Wetteren MOW AWV Oost-Vlaanderen Zwijnaarde MOW AWV West Vlaanderen MOW Dienst Loodswezen MOW EMA MOW EMG MOW Luchthaven Antwerpen MOW Maritieme Toegang MOW Vloot DAB MOW Waterbouwkundig Labo Museum Hedendaagse Kunst OPZ Geel Orthopedagogisch Observatie- en behandelingscentrum RWO Oost-Vlaanderen RWO Vlaams Brabant RWO Vlaams Instituut Onroerend Erfgoed RWO West-Vlaanderen Universiteit Antwerpen CDE Dienst Infrastructuur Universiteit Antwerpen CGB Dienst Infrastructuur Universiteit Antwerpen CS Dienst Infrastructuur VDAB / EAN541448812000562341 VDAB / PLC862-615500-3800-800862-12862 VDAB / PLC004-615500-3000-800004-12004 VDAB / PLC008-615500-3000-800008-10000 VDAB / PLC010-615500-3000-800010-10000 VDAB / PLC024-615500-3000-800024-12024 VDAB / PLC026-615500-3000-800026-12026 VDAB / PLC032-615500-3000-800032-12032 VDAB / PLC072-615500-3070-800072-10000 VDAB / PLC074-615500-3070-800074-12074 VDAB / PLC077-615500-3100-800077-10000 VDAB / PLC078-615500-3100-800078-10000 VDAB / PLC079-615500-3070-800079-10000 VDAB / PLC087-615500-3070-800087-10000 VDAB / PLC102-615500-3070-800102-12102 VDAB / PLC109-615500-3070-800109-12109 Bijlage 10 Rapport Actieplan Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
Aandeel groene stroom op 1 juli 2007 op 1 juli 2008 50 12 50 12 50 12 50 12 50 12 12 12 50 12 12 12 12 12 12 12 100 100 100 100 100 100 100
12 12 12 12 12 12 12 12 12
Hasselt Eeklo Erembodegem
100 100 100
12 12 12
Gentbrugge Oudenaarde Sint-Niklaas Wetteren Zwijnaarde Brugge Antwerpen Antwerpen Gent Deurne Oostende Antwerpen Borgerhout Antwerpen Geel Gent
100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 12 12 12
12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12
Gent Leuven Brussel Brugge Wilrijk Antwerpen Antwerpen Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel
100 100 100 100 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12
12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 Groene stroom p. 2/8
Bijlage 10 Overzicht van % groene stroomafname van Vlaamse entiteiten
VDAB / VDAB / VDAB / VDAB / VDAB / VDAB / VDAB / VDAB / VDAB / VDAB / VDAB / VDAB / VDAB / VDAB / VDAB / VDAB / VDAB / VDAB / VDAB / VDAB / VDAB / VDAB / VDAB / VDAB / VDAB / VDAB / VDAB / VDAB / VDAB / VDAB / VDAB / VDAB / VDAB / VDAB / VDAB / VDAB / VDAB / VDAB / VDAB / VDAB / VDAB / VDAB / VDAB / VDAB / VDAB / VDAB / VDAB / VDAB / VDAB / VDAB / VDAB / VDAB / VDAB / VDAB / VDAB / VDAB / VDAB / VDAB / VDAB / VDAB / VDAB / VDAB / VDAB / VDAB /
Naam
Gemeente
PLC206-615500-3200-800206-10000 PLC207-615500-3200-800207-10000 PLC214-615500-3200-800214-10000 PLC216-615500-3200-800216-10000 PLC240-615500-3360-800240-10000 PLC243-615500-3360-800243-10000 PLC244-615500-3360-800244-10000 PLC247-615500-3360-800247-10000 PLC252-615500-3360-800243-10000 PLC257-615500-3360-800257-12257 PLC258-615500-3360-800258-12258 PLC281-615500-3200-800281-10000 PLC287-615500-3200-800287-10000 PLC293-615500-3200-800293-10000 PLC309-615500-3320-800309-12309 PLC310-615500-3320-800310-12310 PLC312-615500-3320-800312-12312 PLC313-615500-3320-800313-12313 PLC314-615500-3320-800314-10000 PLC315-615500-3320-800315-12315 PLC318-615500-3320-800318-12318 PLC323-615500-3320-800323-10000 PLC324-615500-3320-800324-10000 PLC329-615500-3320-800329-10000 PLC337-615500-3320-800337-10000 PLC344-615500-3320-800344-10000 PLC349-615500-3320-800349-10000 PLC353-615500-3320-800353-10000 PLC356-615500-3320-800356-12356 PLC357-615500-3320-800357-12357 PLC359-615500-3320-800359-11100 PLC360-615500-3360-800360-10000 PLC364-615500-3360-800364-10000 PLC376-615500-3360-800376-10000 PLC378-615500-3360-800378-12378 PLC385-615500-3360-800385-12385 PLC400-615500-3400-800400-10000 PLC402-615500-3400-800402-12402 PLC403-615500-3400-800403-10000 PLC405-615500-3400-800405-10000 PLC406-615500-3400-800406-10000 PLC409-615500-3400-800409-10000 PLC444-615500-3560-800444-10000 PLC453-615500-3560-800453-10000 PLC485-615500-3480-800485-10000 PLC489-615500-3480-800489-10000 PLC491-615500-3480-800491-12538 PLC496-615500-3480-800496-10000 PLC505-615500-3480-800505-12480 PLC506-615500-3480-800506-12500 PLC521-615500-3480-800521-12521 PLC522-615500-3480-800522-12522 PLC524-615500-3480-800524-10000 PLC525-615500-3480-800525-10000 PLC536-615500-3480-800536-12536 PLC560-615500-3560-800560-10000 PLC562-615500-3560-800562-10000 PLC564-615500-3560-800564-10000 PLC565-615500-3560-800565-10000 PLC584-615500-3560-800584-10000 PLC585-615500-3560-800585-10000 PLC587-615500-3560-800587-12587 PLC588-615500-3560-800588-12588 PLC589-615500-3560-800560-10000
Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel
Bijlage 10 Rapport Actieplan Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
Aandeel groene stroom op 1 juli 2007 op 1 juli 2008 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 Groene stroom p. 3/8
Bijlage 10 Overzicht van % groene stroomafname van Vlaamse entiteiten Naam VDAB / PLC604-615500-3600-800604-10000 VDAB / PLC607-615500-3600-800607-10000 VDAB / PLC608-615500-3600-800608-10000 VDAB / PLC615-615500-3600-800615-10000 VDAB / PLC618-615500-3600-800618-10000 VDAB / PLC626-615500-3600-800626-12604 VDAB / PLC649-615500-3700-800649-12649 VDAB / PLC650-615500-3700-800650-10000 VDAB / PLC699-615500-1320-800699-10000 VDAB / PLC700-615500-3700-800700-10000 VDAB / PLC704-615500-3700-800704-10000 VDAB / PLC705-615500-3700-800705-10000 VDAB / PLC707-615500-3700-800707-10000 VDAB / PLC709-615500-3700-800709-12709 VDAB / PLC710-615500-3700-800710-10000 VDAB / PLC730-615500-3700-800730-10000 VDAB / PLC740-615500-3700-800740-12740 VDAB / PLC742-615500-3700-800732-12732 VDAB / PLC747-615500-3700-800747-12747 VDAB / PLC748-615500-3700-800748-12748 VDAB / PLC752-615500-3750-800752-10000 VDAB / PLC753-615500-3750-800753-12753 VDAB / PLC759-615500-3750-800759-10000 VDAB / PLC767-615500-3750-800767-10000 VDAB / PLC770-615500-3750-800770-10000 VDAB / PLC772-615500-3750-800772-12772 VDAB / PLC775-615500-3750-800775-10000 VDAB / PLC780-615500-3750-800780-12780 VDAB / PLC782-615500-3750-800782-12782 VDAB / PLC783-615500-3750-800783-12773 VDAB / PLC800-615500-3800-800800-10000 VDAB / PLC815-615500-3800-800815-10000 VDAB / PLC816-615500-3800-800816-10000 VDAB / PLC818-615500-3800-800818-10000 VDAB / PLC822-615500-3800-800822-10000 VDAB / PLC835-615500-3800-800835-10000 VDAB / PLC835-615500-3800-800869-12835 VDAB / PLC837-615500-3800-800837-12837 VDAB / PLC846-615500-3800-800846-11801 VDAB / PLC847-615500-3800-800847-10000 VDAB / PLC848-615500-3800-800848-10000 VDAB / PLC852-615500-3800-800852-10000 VDAB / PLC853-615500-3800-800853-10000 VDAB / PLC858-615500-3800-800858-10000 VDAB / PLC864-615500-3800-800864-12864 VDAB / PLC901-615500-3900-800901-12901 VDAB / PLC905-615500-3900-800905-10000 VDAB / PLC906-615500-3900-800906-10000 VDAB / PLC910-615500-3900-800910-10000 VDAB / PLC923-615500-3900-800923-12923 VDAB / PLC990-615500-1320-800990-10000 VDAB / PLC997-615500-3100-800997-10000 Vlaams Agentschap Voor Personen Met Handicap
Gemeente
Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Brussel Sint-Joost-TenNode Vlaams Parlement Dir. Infrastructuur en Logistiek Brussel Vlaamse Gemeenschapscommissie Dienst Financiën Brussel Gebouwen Vlaamse Opera Antwerpen VMM Afdeling Water Antwerpen Antwerpen VMM Afdeling Water Brabant Leuven VMM Afdeling Water Gent Gent VMM Afdeling Water Hasselt Hasselt VMM Afdeling Water West-Vlaanderen Sint-Andries VMM Water Antwerpen Herentals Herentals Bijlage 10 Rapport Actieplan Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
Aandeel groene stroom op 1 juli 2007 op 1 juli 2008 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12
12 12
12 12 12 12 12 12 12
12 12 12 12 12 12 12 Groene stroom p. 4/8
Bijlage 10 Overzicht van % groene stroomafname van Vlaamse entiteiten Naam WenZ - ABS WenZ - ABS - District 1 WenZ - ABS - District 2 WenZ - ABS - District 3 WenZ - ABS - District 4 WenZ - ABS - District 5 WenZ - ABS - District 6 WenZ - ABS - District 7 WenZ - Afdeling Zeekanaal District 1 WenZ - Afdeling Zeekanaal District 2 WenZ - Afdeling Zeeschelde WenZ - Afdeling Zeeschelde District 1 WenZ - Afdeling Zeeschelde District 2 WenZ - Afdeling Zeeschelde District 3 WenZ - Afdeling Zeeschelde District 4
Bijlage 10 Rapport Actieplan Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
Gemeente Gent Gent Gent Gent Gent Gent Gent Gent Willebroek Willebroek Antwerpen Antwerpen Antwerpen Antwerpen Antwerpen
Aandeel groene stroom op 1 juli 2007 op 1 juli 2008 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12 12
Groene stroom p. 5/8
Bijlage 10 Overzicht van % groene stroomafname van Vlaamse entiteiten
Naam Agentschap Voor Natuur en Bos Antwerpen Agentschap Voor Natuur en Bos Gent Agentschap Voor Natuur en Bos Hasselt Agentschap Voor Natuur en Bos Leuven Agentschap Voor Natuur en Bos St-Andries Ancienne Belgique ARTESIS HOGESCHOOL ANTWERPEN AWV Antwerpen AWV Limburg AWV Oost-Vlaanderen Brakel AWV Oost-Vlaanderen Churchillstwg AWV Oost-Vlaanderen Eeklo AWV Oost-Vlaanderen Gentbrugge AWV Oost-Vlaanderen Oudenaarde AWV Oost-Vlaanderen Sint-Niklaas AWV Oost-Vlaanderen Wetteren AWV Oost-Vlaanderen Zwijnaarde AWV Vlaams-Brabant District Aarschot AWV Vlaams-Brabant District Bertem AWV Vlaams-Brabant District St. Pieters Leeuw AWV Vlaams-Brabant District Vilvoorde AWV West-Vlaanderen Brugge AWV West-Vlaanderen Brugge Markt AWV West-Vlaanderen Brugge Markt AWV West-Vlaanderen Diksmuide AWV West-Vlaanderen Ieper AWV West-Vlaanderen Oostende AWV West-Vlaanderen Pittem AWV West-Vlaanderen Sint-Michiels Bloso Pathoekeweg Brugge Bloso-centrum Blankenberge Bloso-centrum Brugge Bloso-centrum Genk Bloso-centrum Gent Bloso-centrum Hasselt Bloso-centrum Herentals Bloso-centrum Hofstade Bloso-centrum Liederkerke Bloso-centrum Nieuwpoort Bloso-centrum Oordegem Bloso-Centrum Waregem Bloso-centrum Willebroek Bloso-centrum Woumen CJSM - Alden Biesen Landcomman De Scheepvaart NV. De Singel Dep. LNE - Afdeling Logistiek Dep.LNE - AMIS NEC De Vroente Dienst Loodswezen Ls-Gebouw EMA EMG FMDO Fonds Jongerenwelzijn GI De Kempen Fonds Jongerenwelzijn GI De Zande Beernem Fonds Jongerenwelzijn GI De Zande Ruislede ILVO - Dier Brussel ILVO - Dier Melle ILVO - Dier Oostende ILVO - Directie ILVO - Plant ILVO - T&V Melle
Bijlage 10 Rapport Actieplan Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
Gemeente Antwerpen Gent Hasselt Leuven Sint-Andries Brussel Antwerpen Antwerpen Hasselt Brakel Wetteren Eeklo Gentbrugge Oudenaarde Sint-Niklaas Wetteren Zwijnaarde aarschot Bertem Sint-Pieters/Leeuw Vilvoorde Brugge Brugge Brugge Diksmuide Ieper Oostende Pittem Sint-Michiels Brugge Blankenberge Assebroek Genk Gent Hasselt Herentals Hofstade Liedekerke Sint-Joris Oordegem Waregem Heindonk Woumen Rijkhoven Hasselt Antwerpen Brussel Kalmthout Antwerpen Antwerpen Gent Vorst Mol Beernem Ruiselede Brussel Melle Oostende Merelbeke Melle Melle
Aandeel groene stroom vanaf 1 mei 2009 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100
Groene stroom p.6/8
Bijlage 10 Overzicht van % groene stroomafname van Vlaamse entiteiten
Naam
Gemeente
ILVO - T&V Merelbeke Instituut Natuur en Bosonderzoek IVA FM - Afdeling Gebouwen / energie & milieu Jeugdcentrum Hoge Rielen Jint vzw. Kaaitheater Kasteel Van Ham Kind en Gezin Kon. Museum voor Schone Kunsten Antwerpen LNE - Afdeling Milieu-inspectie Gent LNE - Afdeling Milieu-inspectie St. Michiels LNE - Afdeling Milieuvergunningen Gent LNE - Afdeling Milieuvergunningen St. Michiels MARITIEME TOEGANG Antwerpen MARITIEME TOEGANG Oostende MDK-Scheepvaartbegeleiding 1 MDK-Scheepvaartbegeleiding 2 MDK-Scheepvaartbegeleiding 3 Kant. MDK-Scheepvaartbegeleiding 3 Marit.P MOW Afdeling Kust/Mdk Museum Hedendaagse Kunst OPENBAAR PSYCHIATRISCH ZORGCENTRUM RWO Agentschap R.O.Vlaams Brabant RWO OOST-VLAANDEREN RWO Vlaams Inst. Onroerend Erfgoed RWO West-Vlaanderen SGR 22 GO Onderwijs v.d. Vl. Gemeenschap Internaat KL. UNIVERSITEIT ANTWERPEN UNIVERSITEIT ANTWERPEN UNIVERSITEIT ANTWERPEN Universiteit Gent VCCV "Het Veltmanshuis" VCCV-"De Voerpoort" VDAB VGC Dienst Financien - Gebouwen VGC Dienst Financien - Gebouwen Vlaams agentschap voor Personen met een Handicap
Merelbeke Anderlecht Brussel Lichtaart Brussel Brussel Steenokkerzeel Sint-Gillis Antwerpen Gent Sint-Michiels Gent Sint-Michiels Antwerpen Oostende Oostende Oostende Oostende Oostende Oostende Antwerpen Geel Leuven Gent Sint-Joost-Ten-Noode Brugge Gent
Vlaams Centrum Vlaamse Millieumaatschappij Antwerpen Vlaamse Millieumaatschappij Brussel Vlaamse Millieumaatschappij Erembodegem Vlaamse Millieumaatschappij Gent Vlaamse Millieumaatschappij Hasselt Vlaamse Millieumaatschappij Herentals Vlaamse Millieumaatschappij Leuven Vlaamse Millieumaatschappij Sint-Andries Vlaamse Overheid Luchthaven Antwerpen Vloot Oostende VLOOT OOSTENDE (Antw) VLOPERA Vormingscentrum Destelheide Waterbouwkundig Laboratorium WenZ - ABS - District 1 WenZ - ABS - District 2 WenZ - ABS - District 3 WenZ - ABS - District 4 WenZ - ABS - District 5 WenZ - ABS - District 6 WenZ - ABS - District 7
Bijlage 10 Rapport Actieplan Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
ANTWERPEN ANTWERPEN ANTWERPEN Gent Sint-Martens-Voeren Moelingen BRUSSEL Brussel Brussel Sint-Joost-Ten-Noode Schaarbeek Antwerpen Brussel Erembodegem Gent Hasselt Herentals Leuven Sint-Andries Deurne Oostende Antwerpen Antwerpen Dworp Borgerhout Gent Gent Gent Gent Gent Gent Gent
Aandeel groene stroom vanaf 1 mei 2009 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100
Groene stroom p.7/8
Bijlage 10 Overzicht van % groene stroomafname van Vlaamse entiteiten
Naam WenZ - AZK - District 1 WenZ - AZK - District 2 WenZ - AZS - District 1 WenZ - AZS - District 2 WenZ - AZS - District 3 WenZ - AZS - District 4
Bijlage 10 Rapport Actieplan Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
Gemeente Willebroek Willebroek Antwerpen Antwerpen Antwerpen Antwerpen
Aandeel groene stroom vanaf 1 mei 2009 100 100 100 100 100 100
Groene stroom p.8/8
BIJLAGE 11
Bijlage 11 Werkplanning Energiezorg 2011- 2014 Act.
Deelact.
Sub
Beschrijving van activiteiten
Link project
Trekker
Betrokkenen
2011
Doelgroep
2012
2013
2014
Draagvlak voor energiezorg binnen de Vlaamse overheid
1.1
Richtlijnen en afspraken opstellen en formaliseren 1.1.1
Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4
Verankeren van principes en richtlijnen rationeel energiegebruik in de functiebeschrijving van sleutelfuncties als gebouwverantwoordelijken en -beheerders (leidend ambtenaar). Aanpak via pilootentiteiten (AFM, Dep LNE) die trekkersrol vervullen. De gevolgde aanpak (aanpassing van processen, aanduiding en invulling van verantwoordelijkheden) kan later als voorbeeld dienen voor andere entiteiten (competentienetwerken)
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
1.1.1.1
AFM zorgt ervoor dat verantwoordelijkheden vastliggen voor de gebouwen waarvoor zij de energiefactuur betaalt
MJP-SO
AFM
LA, gebouwen-beheerd., alle entiteiten onder beheer van AFM gebouwverantw., logistiek verantw.
1.1.1.2
Het dept. LNE legt verantwoordelijkheden en bevoegdheden vast w.b. energiezorg (i.h.k. van milieu- en energiezorgsysteem
MJP-SO
IMZ
LA, logistiek verantw., gebouwenbeheerders, gebouwverantw.
alle afdelingen van het dept. LNE
x
x
x
x
x
1.1.1.3
Uitwerking en invoering van principe van generieke budgetten
MJP-SO
AFM
IMZ
Vlaamde entiteiten (CAG)
x
x
x
x
x
x
x
x
IMZ
AFM, VEA, cel DO
Vlaamse entiteiten
x
x
x
x
x
x
x
x
IMZ
Afd. Gebouwen, VEA, communicatieverantwoordelijken,
alle ambtenaren
1.1.2
Afstemming bewaken met actieplan "duurzaam aankoopbeleid"
1.2.1
Organiseren van periodieke vorming en opleidingen + communicatie naar verschillende relevante doelgroepen op verschillende niveaus (sleutelfiguren, alle ambtenaren, hiërarcie).
1.2.
Sensibiliseren en engageren ivm energiezorg - Organiseren van vorming continue opdracht (kerntaak IMZ)
x
x
x
x
x
Infosessie gebruikers handleiding "Waardering van kantoorgebouwen"
AFM
projectleiders, relevante gebouwbeheerders, ambtenaren van AFM gebouwverantw.
x
x
x
1.2.1.2
Ontwikkeling Campagne Groene ICT in de Vlaamse overheid
IMZ
e-IB, communicatieverantwoordelijken
x
x
x
1.2.1.3
Uitvoer van Campagne Groene ICT in de Vlaamse overheid
IMZ
e-IB, communicatieverantwoordelijken
alle ambtenaren, specifiek ook: leidinggevenden, aankopers, ICTverantwoordelijken
Opzetten van digitaal informatiepunt (met opleidingspakketten, handleidingen, technische informatie, goede voorbeelden binne de VO, resultaten van studies, raamcontracten, …) die relevante informatie over energiezorg aanbiedt op een gebruiksvriendelijke manier
MJP-SO
IMZ
AFM, VEA, BZ, …
gebouwbeheerders, gebouwverantw., bouwheren
1.2.2.1
Opbouw van informatiepunt + online gaan
MJP-SO
IMZ
AFM, VEA, BZ, …
gebouwbeheerders, gebouwverantw.
1.2.2.2
Actueel houden van digitaal platform (continue opdracht)
MJP-SO
IMZ
AFM, VEA, BZ, …
gebouwbeheerders, gebouwverantw.,
Bijlage 11 Rapport Actieplan Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
x
x
x
x
x
x
x
Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4
1.2.1.1
1.2.2
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
Acties voor periode 2011-2014 p. 1/3
Bijlage 11 Werkplanning Energiezorg 2011- 2014
Act.
Deelact.
Sub
Beschrijving van activiteiten
Link project
Trekker
MJP-SO
BZ (afd beleid)
Betrokkenen
2011
Doelgroep
2012
2013
2014
Energieverspilling voorkomen en energieverbruik reduceren
2.1
Meten is weten (nulanalyse, monitoring) 2.1.1
2.1.2
Organiseren van jaarlijkse periodieke rapportering van energieverbruiken + relevante informatie (EPC-kengetal, naam van gebouwverantwoordelijke, aandeel groene stroom, …) Reken- en rapporteringstool (CO 2-voetafdruk) wordt gebruikt binnen de Vlaamse overheid. Opzetten van werking waarbij de CO 2voetafdruk (energie en mobiliteit) van het grootste deel van de Vlaamse overheid periodiek kan worden opgevolgd en gerapporteerd.
Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4
MINA4
IMZ
AFM, IMZ
AFM, BZ
Vlaamse entiteiten (LA, VR)
x
Ter beschikking stellen van raamcontract 'energieboekhouding' alle Vlaamse entiteiten: raamcontract is opgemaakt. Stand van zaken opvolgen + entiteiten motiveren in te schrijven + eventueel periodiek opleidingen voorzien
AFM
IMZ, VEA
Vlaamse entiteiten
x
x
2.1.4
Automatisering van gegevensinvoer: raamcontract ter beschikking stellen voor telemetrische gegevensinvoer via systeem van aankoopcentrale waarin Vlaams entiteiten kunnen intekenen (opgelet: energieboekhoudingspakket kan hierdoor wijzigen)
AFM
IMZ, VEA
Vlaamse entiteiten
x
x
2.1.5
Doorvoeren van automatisatie van submetering naar een centrale database voor de grote kantoorgebouwen in Brussel (in beheer van Afd. Gebouwen)
AFM
IMZ, VEA
entiteiten in beheer van Afd. Gebouwen
x
x
Uitvoeren van energiebesparende maatregelen 2.2.1
2.2.2
Nieuwe onderhoudscontracten uitbreiden met bepalingen van inzake energiebudgettering en life cycle management van installaties Ondersteunen van Vlaamse entiteiten in het behalen van energieprestatiecertificaat: Opvolgen van raamcontract voor opmaak van EPC van publieke gebouwen waar Vlaamse entiteiten kunnen intekenen. Bij afloop raamcontract, nieuw raamcontract opmaken.
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4
continue opdracht
AFM
entiteiten in beheer van Afd. Gebouwen
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
AFM
IMZ, VEA
Vlaamse entiteiten
x
x
x
x
x
x
2.2.3
Aanbieden van raamcontract voor opmaak van EPB Publieke Gebouwen voor Vlaamse (publieke) overheidsgebouwen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest via opdrachtencentrale
AFM
IMZ, VEA
Vlaamse entiteiten
x
x
2.2.4
Aanbieden van raamcontract voor uitvoer van energie audits, haalbaarheidsstudies en -onderzoeken van hernieuwbare energie (in het kader van EPC) via opdrachtencentrale
AFM
IMZ, VEA
Vlaamse entiteiten
x
x
2.2.5
Invoeren van energiebesparende maatregelen op basis van: resultaten jaarlijkse rapportering, resultaten energie-audits, reeds uitgevoerde studies, …
MJP-SO
AFM
IMZ
Vlaamse entiteiten (pilootprojecten)
2.2.6
Opvolgen van REG-investeringen in gebouwen in beheer van Afd. Gebouwen
continue opdracht
AFM
VEA, IMZ
Vlaamse entiteiten onder beheer van Afd. Gebouwen
x
x
x
x
x
x
x
x
2.2.7
Opmaak onderhoudscontract van stookplaatsen, koeling en sanitair (HVAC)
Entiteiten in VlaamsBrabant en Brussel
x
x
x
x
x
x
x
x
Bijlage 11 Rapport Actieplan Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
x
Vlaamse entiteiten
2.1.3
2.2
x
AFM
Acties voor periode 2011-2014 p. 2/3
Bijlage 11 Werkplanning Energiezorg 2011- 2014
Act.
Deelact.
2.3
Sub
Beschrijving van activiteiten
Link project
Trekker
Betrokkenen
Dep BZ, AFM, dept. LNE, Vlaamse Bouwmeester, OVAM, VEA, …
Energiebewust huren, bouwen en renoveren Opvolgen van de evoluties binnen 'energiebewust bouwen en renoveren', toepassen van aanbevelingen en richtlijnen van 'duurzaam vastgoedbeleid binnen de VO'
continue opdracht
DAR-team DO
2.3.2
Gebruik van HL Waardering kantoorgebouwen bij nieuwe inhuringen, renovaties en nieuwbouw
continue opdracht
AFM
bouwheren, gebouwenbeheerd.
Adviesverlening voor het plaatsen van PV-panelen op overheidsgebouwen
2.4.2
Mogelijkheden voor plaatsen van PV-panelen op geluidsschermen grondiger onderzoeken (rekening houdend met praktische knelpunten zoals o.a. vandalisme, verkeershinder bij plaatsen van panelen, …) + eventueel opstarten van pilootprojecten (i.f.v. financiële en technische haalbaarheid)
2013
2014
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
Projectleiders AFM
Innovatie en inzetten van duurzame energiebronnen 2.4.1
2012
Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4
2.3.1
2.4
2011
Doelgroep
Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4
AFM
Gebouwenbeheerder
voorstel MOW
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
Rapportering
Rapportering van stand van zaken van actieplan en opmaak nieuw actieplan
3.1
Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4
3.1.1
Eindrapportering (acties uit periode 2011-2014)
IMZ
AFM, BZ, VEA, andere
3.1.2
Opmaak nieuw actieplan energiezorg
IMZ
Vlaamse Regering alle relevante spelers binnen de VO: Dep BZ, AFM, Team Vl Bouwm, LNE, DAR, RWO, MOW, …
3.2
Vlaamse Regering
Rapportering van energieverbruik 3.2.1
Jaarlijkse rapportering van energieverbruik (kWh/m²) van de Vlaamse overheid
Bijlage 11 Rapport Actieplan Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4
MJP-SO Barometer
Dep BZ
IMZ, AFM, alle entiteiten Vlaamse Regering, Vlaamse Parlement van de Vlaamse overheid
x
x
x
x
Acties voor periode 2011-2014 p. 3/3
BIJLAGE 12
Bijlage 12 Status van uitvoering van acties (2006-2010): eindevaluatie
N°
1
2
3
4 5
6
7 8 9 10
Beschrijving van actie
Actie sinds 2009
Energiezorg wordt opgenomen in enerzijds de beheersovereenkomsten met de EVA’s en IVA’s, anderzijds in de managementovereenkomsten met de verschillende departementen. De omzendbrief O.A.-MIN-91/1- O.A.-ION-91/1 i.v.m. energiezorg, gericht aan de gebruikers van gebouwen waar entiteiten van de Vlaamse overheid gehuisvest zijn, wordt herbekeken, eventueel aangepast en opnieuw verspreid. De omzendbrief O.A.-MIN-91/1bis- O.A.-ION-91/1 bis, gericht aan de energieverantwoordelijke en het personeel belast met het technische beheer van de verwarmingsinstallaties in Vlaamse gebouwen waar entiteiten van de Vlaamse overheid gehuisvest zijn, wordt herbekeken, eventueel aangepast en opnieuw verspreid. Bepalen van manier hoe relevante informatie over energiezorg op gebruiksvriendelijke manier aan gebouwverantwoordelijken moet worden aangeboden. De verantwoordelijkheden per gebouw met betrekking tot energiezorg worden vastgelegd. Mogelijkheden van generieke budgetten in kaart brengen. Binnen de Vlaamse overheid wordt via de bestaande kanalen op regelmatige tijdstippen informatie rond energiezorg verspreid. De werknemers worden op regelmatige tijdstippen gesensibiliseerd rond energiezorg Organiseren van vorming van nieuwe gebruikers van het energieboekhoudingspakket (EMC-pakket) Trekken van campagne Dikke-truiendag binnen de Vlaamse overheid
Evaluatie van uitvoering
Uitvoeringstatus (0 tem 1)
Status periode 2006-2008: De actie werd uitgevoerd.
1
Status 2006-2008: Actie werd uitgevoerd.
1
Status 2006-2008: Actie werd uitgevoerd.
1
Status 2009-2010: Actie werd uitgevoerd.
1
Status 2006-2008: Actie werd niet uitgevoerd.
0
Status 2009-2010: Actie is heropgestart.
0
Status 2006-2010: Actie werd uitgevoerd.
1
Status 2006-2010: Actie werd uitgevoerd.
1
ja
Status 2006-2010: Acties werden uitgevoerd.
1
ja
Status: 2007-2009: Acties werden uitgevoerd.
1
ja
ja
Er wordt een omzendbrief opgesteld rond energiezuinige aankopen in de Vlaamse overheid.
Status 2006-2010: Aangezien acties rond duurzame aankopen (overheidsopdrachten) worden uitgevoerd in het niet meer kader van het Vlaams Actieplan Duurzame Aankopen (V.R. 9 opgenomen in dit juni 2009) werd beslist om geen bijkomende omzendbrief op actieplan te stellen en in dit actieplan geen specifiekere acties te initiëren.
11
Opstellen van omzendbrief met richtlijnen rond het opvolgen van het energie-verbruik d.m.v. een energie-boekhouding in gebouwen met een oppervlakte van meer dan 1000 m2 waarin de Vlaamse overheid gehuisvest is.
Status 2006-2008: Actie werd uitgevoerd
1
12
Ter beschikking stellen van het boekhoudingpakket aan alle entiteiten van de Vlaamse overheid.
Status 2006-2008. Actie werd uitgevoerd.
1
13
Raamcontract opmaken voor telemetrische gegevens-invoer en via opdrachtencentrale ter beschikking stellen van Vlaamse entiteiten
ja
Status 2009-2010: Actie is vertraagd.
14
Doorvoeren van automatisatie van submetering naar een centrale database voor de grote kantoorgebouwen (onder beheer van AFM) in Brussel
ja
Status 2009-2010: Actie is vertraagd. Actie wordt opgestart zodra actie 13 is afgerond.
0
15
Nieuwe onderhoudscontracten uitbreiden met vereisten inzake energie-budgettering
ja
Status 2009-2010: Actie wordt uitgevoerd bij nieuwe contracten.
1
16
Bestaande onderhoudscontracten, waar mogelijk, aanpassen met bepalingen inzake energiebudgettering
ja
Status 2009-2010: Actie werd niet systematisch uitgevoerd.
0
17
Jaarlijks wordt aan de Vlaamse Regering en het Vlaamse Parlement gerapporteerd over het energiegebruik van de Vlaamse overheid van het afgelopen jaar (o.a. aan de hand van de energieboekhouding)
18
Opnemen van alle energieverbruikmeters in EMCboekhoudingspakket en stopzetten van detailrapportering in excel
19
Er wordt een omzendbrief opgesteld met richtlijnen voor het (laten) uitvoeren van een energieaudit in gebouwen met een 2 oppervlakte > 1000 m waar entiteiten van de Vlaamse overheid gehuisvest zijn. Hierbij wordt er rekening mee gehouden dat de audits input moeten geven bij het opstellen van het energieprestatiecertificaat bij publieke gebouwen
20
Opmaak raamcontract voor uitvoer van energieaudits
x
Status 2006-2010: - Energieverbruikcijfers van de ganse Vlaamse overheid zijn op dit moment niet centraal en uniform beschikbaar. - 2-jaarlijkse rapportering werd uitgevoerd voor de gebouwen in beheer van het AFM. - Sinds 2010 zullen jaarlijks energieverbruikgegevens worden opgevraagd. ja
ja
Bijlage 12 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
0,5
0,5
Status 2009-2010: Actie werd niet uitgevoerd. Actie is afhankelijk van de functionaliteiten van eventueel nieuw boekhoudingspakket dat zal worden gebruikt.
0
Status 2006-2008: Deze actie werd anders geformuleerd in "Raamcontract opmaken voor opstellen van energieprestatiecertificaten voor publieke gebouwen die een beperkte energie audit bevatten" en werd uitgevoerd.
1
Status 2009-2010: Actie is momenteel in uitvoering.
0,5
p.1/2
Bijlage 12 Status van uitvoering van acties (2006-2010): eindevaluatie Actie sinds 2009
Beschrijving van actie
21
Er wordt een omzendbrief opgesteld met richtlijnen voor het opstellen van een Uplan van aanpakU met betrekking tot energiezorg in gebouwen waar entiteiten van de Vlaamse overheid gehuisvest zijn.
Status 2006-2008: Actie werd uitgevoerd.
22
REG-investeringen met een terugverdientijd van 7 jaar of minder zullen binnen de 3 jaar worden uitgevoerd.
Status 2006-2010: Acties werden gedeeltelijk uitgevoerd. (Continue actie)
0,5
Status 2006-2010: Acties werden gedeeltelijk uitgevoerd. (Continue actie)
0,5
23
24
25
26
27 28
Na beoordeling van de eerste fase wordt nagegaan of en desgevallend hoe in een tweede fase REG-investeringen met een terugverdientijd van 10 jaar of minder binnen de 5 jaar kunnen worden uitgevoerd. Er wordt nagegaan op welke manier de uitvoering van de plannen van aanpak financieel ondersteund kan worden. De mogelijkheid van derde partij financiering (DPF) wordt onderzocht. Opmaak raamcontract voor onderhoud van stookplaatsen, koeling en sanitair (HVAC) voor Vlaams Brabant en Brussel
Status 2006-2008: Actie werd afgerond.
ja
Er wordt een handleiding opgesteld met richtlijnen voor het energiebewust huren, bouwen en renoveren van gebouwen waar entiteiten van de Vlaamse overheid gehuisvest zijn. Hierbij wordt er rekening mee gehouden dat energiebewust huren, bouwen en renoveren een aspect is van duurzaam huren, bouwen en renoveren. Aanpassing van de evaluatiemethodes van de handleiding Uitwerken opvolgtraject zodat de handleiding op periodieke basis geactualiseerd wordt
Evaluatie van uitvoering
Uitvoeringstatus (0 tem 1)
N°
Status 2009-2010: Actie is lopend. Het huidige contract loopt eind maart 2011 af. Nieuw bestek is in ontwerpfase.
1
1
0,5
Status 2006-2008: Actie werd uitgevoerd.
1
ja
Status 2009-2010: Actie werd uitgevoerd.
1
ja
Status 2009-2010: Actie werd uitgevoerd.
1
Status 2009-2010: Vertraagd. Persbericht werd eind
29
Communicatie over de herwerkte handleiding ‘Waardering van kantoor-gebouwen
30
Er wordt een richtlijn opgesteld rond de aankoop van hernieuwbare energie: minstens 12% groene stroom
Status 2006-2010: Actie werd uitgevoerd.
1
31
Er wordt onderzocht welke pilootprojecten kunnen gelanceerd worden met betrekking tot het opwekken van hernieuwbare energie binnen de Vlaamse overheid. Hierbij wordt rekening gehouden met de effectiviteit, efficiëntie, draagvlak, kostprijs, bijdrage aan de voorbeeldrol, … van de projecten. De haalbare projecten worden uitgevoerd.
Status 2006-2008: Actie werd uitgevoerd.
1
32
Uitvoeren van haalbaarheidsonderzoek voor het plaatsen van PVpanelen op daken van de Vlaamse overheids-gebouwen: onderzoek naar wenselijkheid, financiële en technische haalbaarheid (terugverdientijd) en opmaak van plan van aanpak.
Status 2008-2009: Actie werd uitgevoerd.
1
33
De haalbaarheid van warmte-krachtkoppeling (WKK) wordt voor grote nieuwbouwprojecten onderzocht
2010 uitgestuurd naar gespecialiseerde pers, interne communicatie (infosessies) gepland voor voorjaar 2011
ja
Status 2006-2008: Actie werd uitgevoerd.
Totale uitvoeringsstatus van het actieplan 2006-2010
Bijlage 12 Rapport Actieplan 2006-2010 Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen
0,5
1
74%
p.2/2
COLOFON
Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-integratie en –subsidiëringen Koning Albert II-laan 20 bus 8, 1000 Brussel http://www.vlaanderen.be/milieuzorg Redactie Katrien Cooman
Met dank aan Agentschap voor Facilitair Management, Vlaams Energieagentschap, Bestuurszaken, Departement Leefmilieu, Natuur en Energie.
Departement
Contact Departement Leefmilieu, Energie en Natuur Katrien Cooman
[email protected] Tel: 02/553 80 38 Agentschap voor Facilitair Management Stefaan De Taeye
[email protected] Tel: 02/553 20 37
Peter Bockstaele
[email protected] Tel: 02/553 82 26
Lay-out & druk Departement Leefmilieu, Natuur en Energie – Dienst Communicatie en Informatie Agentschap voor Facilitair Management – digitale drukkerij
Uitgave April 2011
Depotnummer wordt nog aangevraagd
Verantwoordelijke uitgever Jean-Pierre Heirman, Secretaris-generaal, Departement Leefmilieu, Natuur en Energie
Actieplan 2006-2010 – Energiezorg in de Vlaamse overheidsgebouwen