Actieplan Metaalbewerkingsvloeistoffen in de keten Bij subsidieaanvraag namens Koninklijke Metaalunie, Vereniging FME-CWM en VNCI Nieuwegein/Zoetermeer, 14 november 2005
1. Achtergrond Metaalbedrijven en metaalbewerkingsvloeistoffen Uit onderzoek blijkt dat 47% van de werknemers in de metaalindustrie wordt blootgesteld aan 1 metaalbewerkingsvloeistoffen . Dergelijke vloeistoffen worden gebruikt voor het koelen en smeren van werkstukken/gereedschappen bij het verspanen van metalen. Het gebruik van metaalbewerkingsvloeistoffen kan huidklachten veroorzaken, zoals het ontstaan van eczeem bij herhaaldelijk contact, en kan leiden tot irritatie van ogen en/of luchtwegen indien verneveling plaatsvindt. 2 Uit cijfers van het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten en het Nederlands Kenniscentrum ArbeidsDermatosen blijkt dat contacteczeem de meest voorkomende beroepshuidaandoening is; de “metaalbewerker” hoort tot de top 10 van beroepen met de meeste meldingen. Van de circa 300.000 werknemers in de metaalbewerking werkt ongeveer de helft met metaalbewerkingsvloeistoffen. Door de zeer uiteenlopende producten, de verscheidenheid aan werksituaties en het feit dat de beschikbare informatie vaak ontoereikend en/of onbegrijpelijk is, maakt het voor een gemiddeld metaalbedrijf lastig om gezondheidseffecten in te schatten en te voorkomen. Naast de gezondheidsrisico’s spelen ook milieu-aspecten een rol, met name op het vlak van het vrijkomen van afval en emissies naar lucht.
Actieplan De Vereniging FME-CWM, de Koninklijke Metaalunie en de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie hebben het initiatief genomen tot het ontwikkelen van een actieplan 3 ‘Metaalbewerkingsvloeistoffen in de keten’ . De initiatiefnemers willen kennis en ervaring opdoen met het beoordelen van risico’s van vrij complexe producten en blootstellingssituaties. In eerste instantie met het beoordelen van metaalbewerkingsvloeistoffen, maar de opgedane kennis en ervaring leiden bij voorkeur ook tot een aanpak die voor andere producten kan worden toegepast.
Ontwikkelingen De sociale partners in de Metaalbewerking en Metalektro (Koninklijke Metaalunie, Vereniging FMECWM, FNV Bondgenoten, CNV Bedrijvenbond en De Unie, Vakbond voor Industrie en Dienstverlening) hebben in 2005 besloten de handen ineen te slaan om de arbeidsomstandigheden in de sector te helpen verbeteren. Een “Plan van aanpak Arbo metaalbewerking & metalektro” is door partijen ondertekend, waarin maatregelen staan opgenomen m.b.t. arbodienstverlening, lasrook, schadelijk geluid, oplosmiddelen, de preventiemedewerker en voorlichting. Dit betekent dat er de komende 3 jaar intensief gecommuniceerd zal worden met de sector over de verbetering van arbeidsomstandigheden. Waar mogelijk zal de communicatie richting de bedrijven in de metaalindustrie inzake metaalbewerkingsvloeistoffen worden gekoppeld aan de communicatie met betrekking tot het plan van aanpak; zie voor een nadere toelichting de paragraaf over implementatie verderop in dit document.
1 2
Arborisico’s in de branche - Metaal, TNO Arbeid, september 2000. ArbeidsDermatosen Surveillance-project, NCvB 2002 en 2003.
3
Voor een volledige beschrijving van de gehanteerde projectaanpak en voor een nadere introductie op de MBV wordt verwezen naar het rapport “Voortraject: informatie en communicatie over metaalbewerkingsvloeistoffen (MBV)” van september 2005.
1
2. Doelstelling Het voortraject heeft meer inzicht gegeven in de bestaande kennis en informatie over MBV-producten, mogelijke gezondheidseffecten en te treffen maatregelen. Het is een complex thema 4 dat niet eenvoudig in een beoordelingssystematiek te vatten is . Het besef van het belang van veilig werken met MBV plus de geïdentificeerde knelpunten in de informatievoorziening én de mogelijkheden voor verbetering van de communicatie in de keten, geven voldoende basis voor het daadwerkelijk uitvoeren van de acties die in het voorliggende actieplan worden beschreven. De doelstellingen van dit actieplan zijn: bedrijven een handboek ‘veilig werken met metaalbewerkingsvloeistoffen’ aan te bieden dat hen in staat stelt om met zo min mogelijk administratieve lasten een goede beoordeling te maken van de maatregelen die moeten worden getroffen om de (mogelijke) blootstelling aan metaalbewerkingsvloeistoffen te elimineren dan wel binnen aanvaardbare grenzen te houden. De sector metaalbewerking wordt gekenmerkt door kleine hardwerkende bedrijven die vaak onvoldoende tijd en middelen hebben om zich voldoende op de hoogte te stellen van thema’s als het voorliggende. Het op een gebruikersvriendelijke en laagdrempelige manier ontsluiten van de beschikbare informatie, moet deze knelpunten weg kunnen nemen. De bewustwording moet leiden tot een juiste en preventieve aanpak van potentiële gezondheidsrisico’s. Naast aandacht voor gezondheidsrisico’s moet er ook aandacht zijn voor bewaking van de productkwaliteit, het bedrijfseconomische resultaat en milieukaders. Door inzichtelijk te maken dat deze aspecten onderling samenhangen en door hulpmiddelen aan te reiken om een integrale benadering te hanteren, is de kans groter dat een bedrijf hieraan structureel aandacht besteedt in de bedrijfsvoering. De keten van producent tot en met afvalbedrijf er actief toe te bewegen dit instrument (op juiste wijze) te gebruiken en daarmee te bevorderen dat bedrijven goede praktijken overnemen en de stand der techniek toepassen. Het realiseren van een branchestandaard met minimumeisen van veiligheids- en gevaarsinformatie in het VIB en toepassingsgebied van een product. Hierbij spelen een aantal aspecten: o commerciële drijfveren: een metaalbedrijf baseert zijn leverancierskeuze op productkwaliteit/service (onderhoud- en kwaliteitsbewaking). Andersom is een metaalbedrijf behoorlijk afhankelijk van zijn leverancier om een goede productkwaliteit te kunnen garanderen voor zijn afnemers. o ketenverantwoordelijkheid: steeds meer moet duidelijk worden welke producten voor 5 welke toepassingsgebieden geschikt zijn . Door in de keten aandacht te hebben voor de mogelijke gezondheids- en milieurisico’s van het gebruik van MBV kunnen gezamenlijk (bron)maatregelen worden geïdentificeerd en wordt niet iedere keer zelfstandig “het wiel uitgevonden”. komen tot een goede aanpak om de kennisinfrastructuur met betrekking tot andere producten in de keten te kunnen verbeteren. Hiertoe zal door de deelnemende branches een logboek worden bijgehouden.
4
Vooralsnog is het niet haalbaar om aansluiting te zoeken bij de Stoffenmanager, die hoogstwaarschijnlijk wordt uitgebreid met een huidblootstellingsmodule gebaseerd op de Risk of Derm Toolkit.
5
De kans is groot dat vanwege het aankomende EU-beleid zogenoemde “intended uses” moeten worden opgesteld. Hierbij kunnen de producent/handelaar en de metaalbedrijven elkaar ondersteunen.
2
3. Activiteiten Om deze doelstelling te realiseren vinden drie typen activiteiten plaats: (1) bundeling van kennis en informatie over stoffen, blootstelling en maatregelen; (2) samenwerken in de keten en (3) communicatie en implementatie.
Bundeling van kennis en informatie over stoffen, blootstelling en maatregelen: het ontwikkelen van een handboek ‘veilig werken met metaalbewerkingsvloeistoffen’ Het handboek bestaat uit een overzicht van thema’s waarbij aandacht moet worden besteed aan het veilig werken met MBV. Per thema worden één of meerdere werkbladen ontwikkeld met instructies/tips, eventueel fotomateriaal en aandacht voor wijze/moment van toepasbaarheid. Daarnaast is een beknopte introductie opgenomen (context), uiteenzetting van de verschillende soorten MBV en hun toepassingsgebieden, en een toelichting op de mogelijke gezondheidseffecten. De informatie wordt zodanig vastgelegd dat deze in de vorm van een PDF-document, een interactieve website of als gedrukt exemplaar kan worden aangeboden aan de doelgroep. Het handboek wordt vooraf gegaan door enkele RI&E-achtige vragen en/of flowchart om een gebruiker te leiden naar de relevante werkbladen. De informatie van het handboek wordt getoetst aan de praktijk met behulp van 20 bedrijfsbezoeken die door de brancheverenigingen FME-CWM en Metaalunie worden uitgevoerd. Partijen hebben BECO en IndusTox gevraagd dit handboek te ontwikkelen. Er is daartoe uitgebreid overleg gevoerd met deze aanbieders.
Samenwerken in de keten 1. Realiseren van een branchestandaard met minimumeisen van veiligheids- en gevaarsinformatie in het VIB en toepassingsgebied van een product De branchestandaard bestaat uit een document en afspraken met producenten, handelaren en metaalbedrijven om de informatie over MBV-producten beter bruikbaar te maken in de praktijk. In 4 bijeenkomsten met de betrokkenen (producenten, handelaren en vertegenwoordigers van de metaalbedrijven) wordt gewerkt aan het vaststellen van de benodigde verbeteringen/aanvullingen ten opzichte van het VIB, het uitwerken van de “intended use(s)” en het komen tot een gevaarclassificatiesysteem A t/m E. Daarnaast wordt besproken op welke wijzen de branchestandaard in de praktijk dient te worden gebruikt vanuit de optiek van de producenten, handelaren en metaalbedrijven om de communicatie en informatiestroom up- en downstream goed te laten verlopen. Via de VNCI worden enkele leden van de VHCP betrokken in het project. 2. Constante evaluatie van het proces, gericht op het ontwikkelen van een werkwijze voor de toekomst Partijen zullen een logboek bijhouden om aan het eind van het project te komen tot een beschrijving van een optimale werkwijze in de keten, met daarbij succes- en faalcriteria.
Implementatie Zoals de ervaring leert, is het beschikbaar stellen van een instrument als zodanig nog niet voldoende om bedrijven daadwerkelijk een stap verder te helpen. Daarvoor is het ook nodig dat het instrument bij de bedrijven en de mensen wordt gebracht, dat men het goed leert toepassen, dat men er de voordelen (kosten/baten) van leert ervaren en het in de bedrijfsvoering inbedt. Om te komen tot implementatie van het handboek wordt dit idealiter meegenomen in de communicatie- en implementatieactiviteiten, die in het bredere “Plan van aanpak Arbo metaalbewerking & metalektro” gaan plaatsvinden. Hiertoe is echter een akkoord van de vakbonden noodzakelijk. Afhankelijk van dit akkoord zijn er twee implementatiestrategieën, waarbij de eerste de voorkeur heeft:
3
a) Communicatie- en implementatieactiviteiten, ingebed in Plan van aanpak Arbo metaalbewerking & metalektro Uitgaande van inbedding in het Plan van aanpak Arbo metaalbewerking & metalektro zetten partijen een implementatiestrategie in langs drie pijlers: 1. Informeren over het bestaan van het handboek ‘Veilig werken met metaalbewerkingsvloeistoffen’ en deze laagdrempelig toegankelijk maken Partijen laten een communicatiestrategie ontwikkelen door een professioneel bureau. Deze strategie is gericht op een optimaal bereik van de bedrijven en een optimale overdracht van de boodschap. Doelgroepen van communicatie (over o.m. handboek ‘Veilig werken met metaalbewerkingsvloeistoffen’) zijn werkgevers, werknemers, werknemersvertegenwoordigers (OR/PVT), preventiemedewerkers, arbocoördinatoren, kaderleden/bestuurders (en pers en politiek); Centraal medium in deze communicatiestrategie is de te ontwikkelen arbocatalogus. Deze is voor iedereen bereikbaar via een of meer openbare website(s). Hij wordt zodanig ingericht dat hij optimaal vindbaar, toegankelijk, begrijpelijk en aansprekend is, en een vanzelfsprekende vindplaats voor alle arbo-informatie met relevantie voor de sector – en dus ook voor het handboek ‘Veilig werken met metaalbewerkingsvloeistoffen’ . 2. (Technische) ondersteuning bieden voor een juiste toepassing De volgende voorzieningen worden ingezet om bedrijven te helpen om het handboek ‘Veilig werken met metaalbewerkingsvloeistoffen’ op de juiste wijze toe te passen: een 5 à 10-tal adviseurs die (v.a. januari 2006 tot september 2008) fulltime beschikbaar zijn om bedrijven te ondersteunen bij de maatregelen van het Plan van Aanpak en het handboek ‘Veilig werken met metaalbewerkingsvloeistoffen’. een module handboek ‘Veilig werken met metaalbewerkingsvloeistoffen’, als training van preventiemedewerkers, als module aangeboden bij de in de sector ontwikkelde opleidingen voor deze groep. 3. Inbedden in de bedrijfsvoering Het handboek ‘Veilig werken met metaalbewerkingsvloeistoffen’ moet logisch aansluiten bij gerelateerde activiteiten in de bedrijfsvoering. Hiertoe wordt het instrument in de eerste plaats ontwikkeld in afstemming met gebruikers door middel van de 20 bedrijfsbezoeken. Voorts wordt het handboek onder meer gekoppeld aan de branche RI&E die voor de metaalbewerking in ontwikkeling is (beoogde opleverdatum: 1 januari 2006). Ook krijgen de eerdergenoemde preventiemedewerkers trainingsmodules aangeboden die betrekking hebben op de toepassing van het handboek in hun dagelijks functioneren. b) Communicatie- en implementatieactiviteiten, wanneer inbedding in het Plan van aanpak Arbo metaalbewerking & metalektro niet mogelijk blijkt Indien inbedding in het Plan van aanpak Arbo onverhoopt toch niet mogelijk blijkt te zijn, dan passen de partijen de implementatiestrategie aan en opereren langs de volgende routes: 1. Informeren over het bestaan van het handboek ‘Veilig werken met metaalbewerkingsvloeistoffen’ en deze laagdrempelig toegankelijk maken Partijen informeren via de reeds bestaande communicatiekanalen de achterban. Deze bestaande communicatiekanalen zijn: de websites van deelnemende brancheorganisaties, de diverse publicaties van deelnemende brancheorganisaties, direct-mail-initiatieven van deelnemende brancheorganisaties en reguliere contacten tussen de brancheorganisaties en de leden. Doelgroepen van communicatie (over o.m. handboek ‘Veilig werken met metaalbewerkingsvloeistoffen’) zijn werkgevers, werknemers / werknemersvertegenwoordigers (OR/PVT), preventiemedewerkers, arbocoördinatoren. 2. Inbedden in de bedrijfsvoering Het handboek ‘Veilig werken met metaalbewerkingsvloeistoffen’ moet logisch aansluiten bij gerelateerde activiteiten in de bedrijfsvoering. Hiertoe wordt het instrument in de eerste plaats ontwikkeld in afstemming met gebruikers door middel van bedrijfsbezoeken. Voorts wordt het
4
handboek onder meer gekoppeld aan de branche RI&E die voor de metaalbewerking in ontwikkeling is (beoogde opleverdatum: 1 januari 2006).
4. Projectorganisatie Spil in de uitvoering van dit actieplan is de werkgroep Metaalbewerkingsvloeistoffen. Deelnemers van deze werkgroep zijn: Vereniging FME-CWM 079 - 353 13 76
C.J. Halm
[email protected]
Vereniging FME-CWM 079 - 353 13 09
A. Arensen
[email protected]
Koninklijke Metaalunie 030 - 605 33 44
D.J. Meijer
[email protected]
VNCI 070 - 337 87 47
S. Looijs
[email protected]
BECO Groep 010 - 298 52 40
M. van Wijk
[email protected]
IndusTox Consult 024 - 352 88 42
F. Jongeneelen
[email protected]
Ten behoeve van contractuele en subsidieaangelegenheden treedt Koninklijke Metaalunie voor de werkgroep als rechtspersoon op. Voor de begeleiding van de uitvoering van dit actieplan zal op gezette tijden een vertegenwoordiger van het ministerie van SZW bij de projectgroepvergadering aanwezig zijn (minimaal is uitgegaan van 3 bijeenkomsten met het ministerie van SZW). Als aangegeven wordt een belangrijk deel van de ontwikkelingswerkzaamheden aan dit actieplan uitbesteed aan BECO en IndusTox.
5