Beleidsnotitie De keten in beeld
Vastgesteld in de raad van de gemeente Staphorst d.d. 30 oktober 2007 Inclusief 1e wijziging vastgesteld d.d. 22 september 2009
1
1.
Inleiding
Binnen plattelandgemeenten staan de keten op dit moment hoog op de politieke agenda. Daar is ook een duidelijke reden voor. Aan de ene kant gaat het goed met de keten. De keten trekken veel bezoekers en zowel jongeren zelf als ouders laten zich enthousiast uit over de keet. Aan de andere kant doen zich echter een aantal ontwikkelingen voor, die zeker aan gemeentezijde reden geven tot zorgen. We hebben weet van het bestaan van de keten, maar tot nu toe is er van gemeentezijde nauwelijks of geen bemoeienis geweest met keten. Alleen in een enkel geval van overlast zijn keeteigenaren daarop aangesproken. De huidige ontwikkelingen zijn echter van dien aard, dat gemeenten er niet aan ontkomen om de keten in beeld te brengen en keuzes te maken ten aanzien van de wijze waarop zij met de keten om willen gaan. Het gaat er daarbij niet om het “ketengebeuren” helemaal af te schaffen. Er is niets op tegen dat de jeugd onverplicht bij elkaar wil hangen en met elkaar bij wil kletsen. Dat is een sociaal gebeuren, dat we prima vinden. Maar we zijn ook verantwoordelijk voor brandveiligheid en volksgezondheid. Bij dit laatste gaat het dan vooral om over- en bovenmatig alcoholgebruik en de verstrekking van alcohol aan jongeren onder de 16 jaar. Daarom moeten we ons wel met de keten bemoeien. We willen de negatieve elementen er uit halen. Een zestal gemeenten heeft het initiatief genomen om daarvoor gezamenlijk beleid te ontwikkelen. Het betreft hier de gemeenten Dalfsen, Hardenberg, Ommen, Staphorst, Steenwijkerland en Zwartewaterland. Zowel op bestuurlijk als op ambtelijk niveau heeft daarover overleg plaatsgevonden. In deze nota wordt het beleid met de keuzes, die hieruit voortgekomen zijn, gepresenteerd. Als ingang voor het beleid zijn eerst de ontwikkelingen binnen de keten nader in kaart gebracht.
2
2.
De keten nader in kaart gebracht
Op het platteland ontmoeten jongeren elkaar regelmatig in keten en nemen de keten binnen het uitgaansleven van jongeren een belangrijke plaats in. Meestal zijn de keten ondergebracht in op privé-terrein aangebouwde, verbouwde of nieuw gebouwde eenvoudige onderkomens, zoals schuurtjes of caravans. De keet is op zich geen nieuw verschijnsel en daarmee ook niet eigen voor deze tijd. Ook in de tijd van de ouders van de jongeren waren er al van dergelijke ontmoetingsplekken en kwamen jongeren daar bijeen. De keet is daarmee niet nieuw, maar de keet van nu is op een aantal fronten wel duidelijk anders de keet van toen. 2.1
Trends en ontwikkelingen binnen de keten
Toename aantallen bezoekers Duidelijk veranderd zijn bijvoorbeeld de bezoekersaantallen. Voorheen was het vooral de directe vriendengroep, die binnen een keet bijeenkwam. In meerderheid gaat het nog steeds om dit type keten, maar tegenwoordig zijn er ook met een veel opener karakter die af en toe wel zo´n 60 of 80 bezoekers binnen de poort hebben. Onveilige situaties Keten zijn regelmatig niet toegerust op het aantal bezoekers. Dit leidt ertoe dat zich teveel jongeren in een te kleine ruimte ophouden. Dit op zich levert al brandgevaarlijke situaties op. De onveiligheid wordt nog extra vergroot doordat voorzorgen zoals een vluchtplan en goede vluchtwegen, de aanwezigheid van brandblusapparatuur, het gebruik van brandveilige materialen bij de versieringen geen regel is. Jongere leeftijdsgroep Wat de leeftijd betreft is er in de loop van de tijd een duidelijke verjonging opgetreden. Nu zien we ook keten waar 14 tot 16-jarigen oververtegenwoordigd zijn. Het samenkomen op zich is geen probleem. Wat wel zorgen baart is echter het alcoholgebruik onder deze leeftijdsgroep. Toename alcoholgebruik Het alcoholgebruik onder de jeugd is in zijn algemeenheid de laatste jaren sterk toegenomen. Dat zien we ook terug bij de keet. Binnen de keet wordt er niet alleen veel alcohol gedronken, maar het gebeurt dus ook beneden de leeftijd van zestien jaar. Naast bier worden daarbij ook sterk alcoholische dranken geschonken. Minstens zo zorgwekkend is de houding van de ouders. De laatste gezondheidsmonitor van de GGD geeft aan, dat 70% van de jongeren daar thuis niet op wordt aangesproken en er dus ook van de kant van de ouders niet of nauwelijks correctie plaatsvindt op het gedrag. Commercieel karakter Er zijn keten die een open karakter hebben, waar veel bezoekers zijn en waar er betaald wordt voor de drank. De prijzen zijn zodanig dat er door de eigenaren winst wordt gemaakt. In deze situaties mag verondersteld worden dat de winst niet alleen gebruikt wordt om in de toerusting van de keet te investeren.
3
Bovenstaande ontwikkelingen laten echter onverlet, dat het ketenbezoek ook duidelijk positieve effecten heeft. 2.2
Positieve effecten van de keten
Het zijn niet alleen negatieve ontwikkelingen die er ten aanzien van de keten zijn te melden. Belangrijk is om te benadrukken, dat het ook goed voor de jongeren is dat er eigen onderkomens zijn op samen te komen. Een vertrouwde omgeving De keet bevindt zich dichtbij huis in een bekende omgeving. Voor de jongeren zelf is dit plezierig en ook de ouders hechten hier veel waarde aan. Voor de ouders voelt dit uitgaan op het eigen erf en binnen de eigen gemeentegrens veiliger aan, dan wanneer de jongeren uitwijken naar gelegenheden elders, zeker wanneer deze buiten de gemeentegrenzen liggen. Bevorderlijk voor de sociale cohesie De keten biedt ook een plek waar jongeren, woonachtig binnen eenzelfde kern of gemeente elkaar ontmoeten, waar vriendschapsbanden ontstaan en elkaar versterken. Zoals in de notitie “Keten en hokken” van STAP (Stichting Alcohol Preventie) vermeld staat hebben de keten door het versterken van deze groepsbinding tussen jongeren daarmee een duidelijke sociale functie. Voorkomt rondhanggedrag De keet is een plek die door jongeren zelf wordt gerund en om die reden ook aantrekkelijk is voor de jongeren. De keet spreekt jongeren aan en hun vrije tijd brengen ze daar graag door. De keet voorkomt dat jongeren verveel- en rondhanggedrag gaan vertonen bij de afwezigheid van een vergelijkbaar alternatief.
2.3
Het dilemma
Het ontwikkelen van een ketenbeleid is geen gemakkelijke opgave. Juist gezien de positieve maatschappelijke effecten van de keten is het belangrijk, dat keten mogen bestaan. Dat schept dan wel de verantwoordelijkheid voor keten die brandveilig zijn, waar alcoholmisbruik wordt tegengegaan en waar duidelijke omgangsregels onder de jongeren zelf en met de omgeving gelden. Tegen de achtergrond van dit dilemma zal het beleid opgezet moeten worden.
4
3.
Het doel
3.1
Het doel van het ketenbeleid
Het bestaan van keten is een gegeven waar gemeenten niet langer meer omheen kunnen. Binnen plattelandsgemeenten zijn de keten ingeburgerd en vervullen zij voor grote groepen jongeren een belangrijke functie. De zes gemeenten hebben bij de formulering van een probleemaanstelling t.a.v. de keten aangegeven sluiting van alle keten niet gewenst en bovendien niet realistisch te vinden. Deze beleidsnotitie is er daarom op gericht dat keten onder duidelijke voorwaarden behouden blijven. Het doel van dit beleid is van deze voorwaarden afgeleid en daarom gericht op • het vergroten van de veiligheid in en om de keten • het verantwoord omgaan met alcoholgebruik en optreden tegen alcoholmisbruik • en daarmee samenhangend, het voorkomen en aanpakken van overlastsituaties • het maken van afspraken tussen alle betrokkenen op basis van bestaande en/of eigen (lokale) regels • en daarmee, mits voldaan hebbend aan de criteria, het instandhouden van de kleine keten Alle partners betrokken bij de keten hebben hier baat bij. Op de eerste plaats heeft dit betrekking op de jongeren zelf. Jongeren zijn zich niet altijd bewust van de risico’s die zij met betrekking tot veiligheid en alcoholgebruik binnen de keet lopen. Het is in hun eigen belang, dat, als zij naar de keet gaan, deze risico’s geminimaliseerd worden. Zij dienen inzicht te krijgen in de risico’s van veel, bovenmatig drinken. Voor ouders is het belangrijk om te weten dat hun kind zich tijdens het uitgaan vanuit het oogpunt van veiligheid en gezondheid op een plek bevindt die verantwoord is. Ouders realiseren zich vaak niet of in onvoldoende mate dat hun kind ook bij het bezoek aan een keet risico’s loopt. Het is belangrijk om hen daar van te doordringen. Zij zullen verantwoordelijkheid moeten nemen voor de zorg voor veilige keten, waar verantwoord met alcohol wordt omgegaan. De gemeente heeft de taak om te zorgen voor een veilige en gezonde woon- en leefomgeving. Het uitgaan in de keten is daar een onderdeel van en samen met de ouders, de jongeren en instellingen (als jongerenwerk, CAD, maatschappelijk werk, politie) die de keten bezoeken draagt de gemeente de verantwoording dat dit op een goede en juiste manier gebeurt. 3.2
Aan de slag
Om dit doel te realiseren zal er nagedacht moeten worden over vervolgstappen. In de praktijk leidt dit vaak tot lastige keuzes. De volgende drie scenario’s staan de gemeenten daarbij ter beschikking: Scenario 1: “niets doen” Scenario 2: “aanpak op basis van bestaande wet- en regelgeving” Scenario 3: “aanpak op basis van gemeentelijk vastgestelde normen” 5
4.
De scenario’s uitgewerkt
4.1 “Niets doen” Gemeenten kunnen er voor kiezen om geen specifiek ketenbeleid te ontwikkelen. Feitelijk worden de keten in dat geval passief gedoogd. Alcoholmatiging, veiligheid in en rond de keet, het wordt niet direct met eigenaren, ouders en jongeren zelf besproken. De verantwoordelijkheid voor wat er in de keet gebeurt ligt vooral bij hen zelf. De gemeente treedt alleen bij incidenten, dus reactief op. Juist in die gevallen zal ook de mate van aansprakelijkheid en verantwoordelijkheid van een gemeente in het geding zijn. Het ligt dan voor de hand dat onderzocht wordt of de gemeente niet op de hoogte was, of had kunnen zijn van het bestaan van de keet. En dus al eerder, preventief had kunnen optreden. Voor de jongeren betekent het relatieve rust. Geen overheid die zich met hun zaakjes actief bemoeit. Het is vooral aan henzelf om er voor te zorgen dat de keet een plek is en blijft waar jongeren elkaar veilig en plezierig ontmoeten zonder dat de boel uit de hand loopt. Het jongerenwerk kan daar een eigen functie in (blijven) houden. Contact leggen, signaleren, alternatieve activiteiten aanbieden. Tussen de lokale overheid en jongeren en hun ouders is er geen direct contact. We kennen elkaar immers niet. Dat impliceert dat ook activiteiten in het kader van alcoholmatiging op afstand blijven. Beïnvloeding van het drinkgedrag van jongeren en de opstelling van hun ouders daarin bevindt zich daarom in de marges van het gemeentelijk alcoholmatigingsbeleid. Jongeren kiezen meer voor de keet dan voor de straat. Er zullen dus relatief minder rondhangende of erger, overlast gevende jongeren in de openbare ruimte rondhangen. Keten worden gedoogd, zonder direct eisen daaraan te stellen. Zo lang dat goed gaat, dus zonder uitwassen en incidenten, is er weinig aan de hand. Het risico van incidenten en/of ongelukken met alle complicaties en gevolgen van dien blijft echter altijd bestaan. Doe je niets, dan hoef je ook niet actief te inventariseren, te controleren of te handhaven. Opnieuw alleen bij incidenten wordt er opgetreden en komen toezichthouders, handhavers, politie in beeld. Het zal de gemeentelijke handhavingcapaciteit nauwelijks extra onder druk zetten. 4.2
Aanpak op basis van bestaande wet- en regelgeving
Kiezen voor deze aanpak is een keuze voor actief ketenbeleid. De gemeente wil op de hoogte zijn van het bestaan van de keet en daar de bestaande wetten en regels op loslaten. Er wordt verantwoordelijkheid genomen voor de situatie waarin de keet verkeert. Het nemen van deze verantwoordelijkheid leidt vanzelf tot het aanvaarding van aansprakelijkheid in deze. Politiek én burgerrechterlijk. De gemeente past vigerende wet- en regelgeving strikt toe. De keet voldoet daaraan of is bereid een traject in te gaan dat leidt tot formele goedkeuring. Vervolgens ligt de verantwoordelijkheid voor naleving van voorwaarden en voorschriften bij de eigenaren, de ouders en de jongeren. De realiteit zal zijn dat veel keten moeilijk aan alle regels kunnen voldoen, hetgeen uiteindelijk tot sluiting leidt. Het afdwingen daarvan zal bijna zeker tot onrust, protest en misschien confrontaties leiden. Daarbij zullen jongeren op zoek gaan andere mogelijkheden
6
om samen te komen. De kans op nieuwe, illegale, nog onveiliger onderkomens is reëel. Het rondhangen op straat zal waarschijnlijk eveneens toenemen. Er kan niet van jongerenwerkers verwacht worden dat zij in de uitvoering van deze aanpak een ondersteunende taak hebben. Willen zij vertrouwen houden onder de jongeren dan is het raadzaam dat zij zich afzijdig houden en zich vooral richten op het ontplooien van alternatieven. Strikte toepassing van de Drank- en horecawet zal het aantal lokaliteiten waar ongeoorloofd alcohol wordt verstrekt doen afnemen. Daarmee wordt op korte termijn in absolute zin het alcoholgebruik onder jongeren teruggedrongen. Het aantal verstrekkingspunten neemt immers af. Of daarmee een permanent effect bereikt wordt is de vraag. Zullen jongeren anders met alcohol omgaan, zal de leefstijl veranderen? Waarschijnlijk niet. Daarvoor is meer nodig dan enkel sluiting van keten. Het zal bijvoorbeeld niet eenvoudig zijn om alternatieve alcoholvrije of “alcoholmatige” ontmoetingsplekken te creëren waar de jongeren het zelfde terugvinden qua sfeer en laagdrempeligheid . Voor de uitvoering zijn bij uitstek toezichthouders en handhavers nodig. Het zal de druk op de gemeentelijke capaciteit in de meeste gemeenten aanzienlijk verhogen. 4.3
Aanpak op basis van gemeentelijk vastgestelde normen
Ook dit is een keuze voor actief ketenbeleid. En ook hier geldt dat de gemeente op de hoogte wil zijn van het bestaan van de keet en daar eisen aan wil stellen. In dit geval stelt zij aanvullend of in de plaats van bestaande wet- en regelgeving eigen normen vast, waaraan keten moeten gaan voldoen. Daarmee beoogt zij te bereiken dat keten niet in grote getale behoeven te sluiten. Gemeenten doen dat vanuit maatschappelijke overwegingen. De huidige positieve aspecten van de keet wegen zwaarder dan de negatieve. De eigen normen worden ingezet om de negatieve effecten te bestrijden en een goede, veilige, verantwoorde basis te creëren voor de keten. Daarmee krijgt de aansprakelijkheid een zwaarder accent. Willens en wetens maakt de gemeente eigen keuzes, waarvoor zij, naast de jongeren en de ouders zelf, bijzondere verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid draagt. Eigen onderkomens voor jongeren kunnen dus onder voorwaarden blijven bestaan. Wordt hier niet aan voldaan, dan wordt bij geen verbetering of aanpassing een keet gesloten. Verwacht wordt dat hiervoor onder jongeren en ouders meer draagvlak zal zijn omdat het zal gaan om realistische eisen t.a.v. veiligheid, alcoholverstrekking en overlast. Het opbouwen van een directe relatie met jongeren staat centraal. Het beleid t.a.v. de keten draagt daarmee vooral kenmerken van jeugdbeleid in zich. De kansen dat jongeren en ouders meer gebruik zullen maken van andere, eventueel nog te ontwikkelen voorzieningen voor jongeren worden groter geacht. Denk daarbij aan bewegen en sport, recreatie en hulpverlening. Dat geldt ook voor alcoholmatiging als onderdeel van het jeugdbeleid. Wanneer jongeren en hun ouders bereikbaar en aanspreekbaar zijn zullen preventieve maatregelen beter landen en is er meer perspectief op blijvend resultaat. Het jongerenwerk heeft in dat kader een belangrijke taak. Zij heeft hier bij uitstek een signaleringsfunctie, maar zal jongeren en ouders eveneens terzijde moeten staan in het realiseren van keten die aan de normen voldoen. De formatieomvang van het jongerenwerk is medebepalend voor het goed kunnen uitvoeren van deze taken.
7
Er zullen zich situaties aandienen waarin handhaving onvermijdelijk is. Dat vraagt om inzet van toezichthouders en handhavers. Ook bij deze aanpak zal de druk op de gemeentelijke capaciteit zeker toenemen. Het verloop van de bestuurlijke en ambtelijke discussie tussen de zes gemeenten geeft het beeld dat in grote lijnen voor de laatste optie wordt gekozen. Vandaar dat dit scenario in de volgende paragraaf nader is uitgeschreven.
8
5.
Scenario 3 in praktijk
5.1
Het jeugd en jongerenwerk
Bij scenario 3 is er een belangrijke taak voor het jeugd- en jongerenwerk weggelegd. Het jeugd- en jongerenwerk houdt zicht op de keten, legt contact met de eigenaren van de keten en de jongeren die de keten runnen. In die contacten helpt het jongerenwerk bij het al dan niet nakomen van de regels die zijn gesteld en het samen zoeken naar oplossingen als zich in de praktijk problemen voordoen. Voor de uitvoering van scenario 3 is het dan ook een voorwaarde dat er een goed functionerend jeugd- en jongerenwerkteam is met een actieve opstelling richting de keten. Gemeenten die al uitvoering geven aan ketenbeleid waarin het jeugd- jongerenwerk ondersteunend is, zoals Barneveld en de Wolden, geven aan dat dit niet kan zonder extra inzet van formatie. Het is daarbij van belang dat er vanuit het jeugd- en jongerenwerk zelf ook activiteiten worden georganiseerd, die de jeugd aanspreken en een breed publiek trekt. Het is geen goede zaak als jongeren bij het uitgaan alleen aangewezen zijn op de eigen keet. Dan zullen er lokaal wel goede alternatieven moeten zijn, vooral voor de leeftijdsgroep 12 – 16 jaar. Nu is het zo dat dergelijke alternatieven er lang niet overal in voldoende mate zijn. In het verlengde van het ketenbeleid zal er dan ook breder gekeken moeten worden naar uitgaansmogelijkheden voor de jeugd en moet daar een plan voor worden ontwikkeld. Het is belangrijk om bij het ontwikkelen van het plan het bestaande jeugd- en jongerenwerk (kerkelijk, jeugd- en sportverenigingen, BOS- en Breedtesportproject) en het jongerenwerk daarin te betrekken. Maar ook een actieve bijdrage van de jongeren zelf is daar een voorwaarde voor. 5.2
Regels en afspraken
Regels werken alleen als de regels helder en duidelijk zijn; maar op één manier te interpreteren zijn; en er moeten niet teveel regels zijn. In deze opzet gaan we uit van 10 regels. Daarnaast is het belangrijk, dat de eigenaren/de jongeren zich ermee akkoord verklaren en er ook maatregelen worden getroffen bij het overtreden ervan. Deze maatregelen moeten ook vooraf bekend zijn bij de betrokkenen van de keet. 5.2.1
De regels
Om ervoor te zorgen dat de keten veilig zijn, moeten er regels komen voor: • • •
de ligging en vestiging van de keten de brandveiligheid de alcoholverstrekking
De 10 regels voor het ketenbeleid zien er als volgt uit. 5.2.1.1 De ligging Belangrijk is dat de keten zodanig gelegen en gevestigd zijn, dat overlastsituaties zoveel als mogelijk is kunnen worden voorkomen.
9
Hieruit vloeien de volgende regels voort. Regels t.a.v. de ligging/vestiging 1. de keet is in principe inpandig, met uitzondering van de nu bestaande keten; nieuwe keten moeten inpandig zijn; bij vervanging van een bestaande (nu los staande) keet dient deze daarna eveneens inpandig te zijn. 2. voor het tegengaan van de (geluids)overlast gelden de normen t.a.v. geluid volgens de milieuwetgeving. 3. gezien vanuit het principe van de keet als een verlengde huiskamer gelden de volgende maatstaven: de oppervlakte van de keet is maximaal 35,00 m²; de hoogte van de bestaande keten is minimaal 2,00 meter en voor nieuwe inpandige geldt een hoogte van 2,10 meter. 4. er mogen niet meer dan 15 jongeren in en buiten de keet aanwezig zijn. 5.2.1.2 De brandveiligheid Veel aandacht heeft de brandveiligheid nodig. Juist op dit punt doen zich veelal fricties voor. Er zijn keten waar niet of nauwelijks voorzorgen genomen worden en waarbij bij voortduring sprake is van ongewenste risicovolle situaties. Regels t.a.v. de brandveiligheid: 5. de keet beschikt over een hoofdingang én over een extra vluchtweg (een extra deur of een raam (50 x 80 cm), welke van binnenuit zonder sleutel kan worden geopend; 6. de keet beschikt over een minimaal éénjaarlijks goedgekeurd brandblusmiddel (schuimsproeiblusser van 6 ltr.) en over een ‘branddeken’; 7. er is geen open vuur (kaarsen, olielampen) in de keet aanwezig; meubilair en versieringen e.d. voldoen aan de eisen van onbrandbaarheid; en aanwezige verwarming is veilig en wordt jaarlijks gecontroleerd. 5.2.1.3 Alcoholverstrekking Onderzoek van de GGD wijst uit, dat er door jongeren steeds meer en op steeds jongere leeftijd alcohol gedronken wordt. Binnen het lokale beleid neemt alcoholmatiging Jeugd een belangrijke plaats in. Dit alcoholmatigingsbeleid heeft ook betrekking op de keten. De regels t.a.v. de alcoholverstrekking zijn als volgt: 8. er vindt geen alcoholverstrekking van zwak alcoholische dranken aan jongeren beneden de leeftijd van zestien jaar plaats; jongeren en ouders verplichten zich mee te doen aan een korte cursus, gegeven door bijvoorbeeld CAD en/of stichting Voorkom, met opdrachten rondom alcoholgebruik, waarvan de resultaten door hen zelf gepresenteerd worden; 9. de aanwezigheid van gedestilleerde dranken is niet toegestaan; 10. er mag niet bedrijfsmatig of tegen betaling alcoholhoudende drank voor gebruik ter plaatse worden verstrekt.
10
5.2.1.4 Formaliseren van de regels en afspraken Het is zonder meer van belang om de regels en afspraken op de een of andere wijze te formaliseren. Een certificaat heeft hierbij de voorkeur. Dit certificaat vermeldt ook de 10 regels die voor de keten gelden. Eigenaren dan wel de jongeren ondertekenen dit certificaat. Zij geven hiermee aan op de hoogte te zijn van de regels die er vanuit de gemeente worden gesteld en stemmen hiermee ook in om zich aan de regels te houden. Voor alle gemeenten, participerend binnen dit ketenbeleid (gemeenten Dalfsen, Hardenberg, Ommen, Staphorst, Steenwijkerland en Zwartewaterland) wordt bij voorkeur met een eensluidend certificaat gewerkt. 5.3
Handhaving bij overtreding
In dit scenario ligt de nadruk op preventie. Met het jeugd- en jongerenwerk, met de brandweer, met de wijkagent, zal in overleg met de betrokkenen van de keet worden gezocht naar ingangen om de keten veilig en verantwoord te krijgen. Bij overtreding wordt dan ook in eerste instantie de communicatie gezocht. Eigenaren en jongeren van de keet worden vervolgens in de gelegenheid gesteld de situatie binnen de keet te verbeteren. Als verbeteringen hardnekkig uitblijven, de regels t.a.v. veiligheid, commercie en volksgezondheid uiteindelijk niet nageleefd worden, zal er handhavend moeten worden opgetreden. Alleen keten die zich hebben aangemeld en daarmee aangeven mee te willen werken aan voorlichting, toetsing op basis van de opgestelde regels, en eventueel daar uit voortvloeiende aanpassingen en verbeteringen van de bestaande situatie, komen in aanmerking voor instandhouding. Nieuwe keten dienen zich ook aan te melden. Vindt er geen aanmelding plaats dat kan van instandhouding geen sprake zijn en wordt er gehandhaafd. De inzet van BOA’s is hierbij onontbeerlijk. Het verdient aanbeveling te onderzoeken of de aanstelling van BOA’s regionaal opgepakt kan worden. In deze opzet kan een BOA binnen diverse gemeenten aan de slag gaan. Dit werkt kostenbesparend en ontlast de gemeenten om dit soort zaken zelf te regelen. Het is daarnaast zaak om een instelling als de Voedsel Waren Autoriteit bij de controle en handhaving te betrekken. Regionale samenwerking en inschakeling van derden betekent niet dat de extra druk op de gemeente t.a.v. controle en handhaving weggenomen wordt. Op termijn zal hier ook extra formatie voor nodig zijn.
11
6.
Financiën
Teneinde het ketenbeleid goed te kunnen uitvoeren is extra formatie gewenst t.b.v. welzijn/jongerenwerk en handhaving/controle. Er wordt rekening gehouden met uitbreiding met 1 fte. Nader bepaald wordt in welke verhouding de formatie over beide onderdelen verdeeld wordt.. De kosten voor de uitbreiding worden geraamd op € 40.000,- .
12