EINDRAPPORTAGE VAST ACTIEPLAN 2006 METAALBEWERKINGSVLOEISTOFFEN behorende bij: ARBO-verplichtingennummer 54-271
Betrokken organisaties: Koninklijke Metaalunie Vereniging FME-CWM Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie IndusTox BECO Groep
Projectteam MBV Rotterdam, november 2006
Eindrapportage VASt actieplan Metaalbewerkingsvloeistoffen, oktober 2007
INHOUDSOPGAVE 1.
INLEIDING .................................................................................................................................. 2
2.
ACHTERGROND EN UITGANGSPUNTEN ............................................................................... 2
3.
GEHANTEERDE PROJECTAANPAK ........................................................................................ 3
4.
HANDBOEK: GEBUNDELDE KENNIS/INFORMATIE OVER STOFFEN, BLOOTSTELLING EN MAATREGELEN ................................................................................................................... 5
5.
BRANCHERICHTLIJN MBV IN RELATIE TOT HET VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD........... 7
6.
COMMUNICATIE EN IMPLEMENTATIE .................................................................................... 9
7.
FINANCIËLE VERANTWOORDING......................................................................................... 10
8.
PROJECTORGANISATIE ......................................................................................................... 11
9.
CONCLUSIES EN MOGELIJK VERVOLG ............................................................................... 12
Bijlage 1: Handboek veilig en gezond werken met MBV Bijlage 2: Enkele sheets over de branchestandaard en aankomende REACH verplichtingen Bijlage 3: Artikel “veilig en gezond werken met MBV is nu eenvoudiger te realiseren”
Projectteam MBV
1
Eindrapportage VASt actieplan Metaalbewerkingsvloeistoffen, oktober 2007
1. INLEIDING Het voorliggende document geeft een beschrijving van de werkzaamheden die binnen het VASttraject zijn uitgevoerd en zet uiteen tot welke resultaten deze werkzaamheden hebben geleid. Het VASt-traject heeft gelopen in de periode van januari t/m november 2006. In hoofdstuk 2 worden nog beknopt de achtergrond en uitgangspunten van het project “metaalbewerkingsvloeistoffen” weergegeven. Vervolgens wordt in hoofdstuk 3 de gehanteerde projectaanpak geschetst. De hoofdstukken 4, 5 en 6 gaan in op de hoofdelementen van het project. In hoofdstuk 7 wordt de financiële verantwoording gegeven met in hoofdstuk 8 het overzicht van de betrokken personen. Tot slot bevat hoofdstuk 9 enkele conclusies en mogelijkheden voor vervolg.
2. ACHTERGROND EN UITGANGSPUNTEN In de metaalindustrie wordt veelal gebruik gemaakt van metaalbewerkingsvloeistoffen (MBV) voor het koelen en smeren van werkstukken en gereedschappen. Het gebruik van dergelijke vloeistoffen kan tot huidirritatie leiden (zoals het ontstaan van eczeem bij herhaaldelijk contact) en tot irritatie van ogen en/of luchtwegen indien er sprake is van verneveling. In fase 1 van het VASt-traject Metaalbewerkingsvloeistoffen (periode van december 2004 t/m juli 2005) is meer inzicht ontstaan in de bestaande kennis en informatie over MBV, mogelijke gezondheidseffecten en te treffen voorzorgsmaatregelen. Bovendien is duidelijker geworden welke informatie stroomt in de keten van producent, formuleerder, handelaar, metaalbedrijf en afvalbedrijf. De bevindingen uit fase 1 hebben geleid tot een subsidieaanvraag in het kader van het VAStprogramma (d.d. november 2005) voor het daadwerkelijk uitvoeren van een actieplan met drie pijlers: De bundeling van kennis en informatie in een (vooralsnog) papieren handboek “veilig werken met metaalbewerkingsvloeistoffen”, bestaande uit een beknopte introductie, praktische en goed leesbare informatiesheets voor het aanpakken van knelpunten en het correct omgaan met MBV. Mogelijke uitwerking van een brancherichtlijn: het verkennen van de mogelijkheden om, met de belangrijkste schakels in de keten van metaalbewerkingsvloeistoffen, afspraken te maken over het verspreiden van informatie betreffende de mogelijke gevaren van MBV. Waarbij het op te stellen handboek inzicht verschaft in welke situaties de metaalbewerkingsvloeistoffen worden toegepast en welke mate van blootstelling aan de orde kan zijn. De resultaten van het project worden langs een aantal kanalen gecommuniceerd en geïmplementeerd.
2
Projectteam MBV
Eindrapportage VASt actieplan Metaalbewerkingsvloeistoffen, oktober 2007
3. GEHANTEERDE PROJECTAANPAK Gebruikmakend van de resultaten uit fase 1 van het VASt-traject is in een aantal sessies tussen het projectteam en de klankbordgroep gezocht naar het juiste raamwerk voor het handboek veilig en gezond werken met metaalbewerkingsvloeistoffen. Hiervoor zijn eveneens voorbeelden uit het buitenland bekeken en beoordeeld op gebruiksgemak c.q. benodigde expertise om de informatie te kunnen doorgronden; met name publicaties uit Duitsland en Engeland zijn doorgenomen, aangezien in deze landen al voor langere tijd op behoorlijke schaal aandacht is voor het voorliggende onderwerp. Uiteindelijk is een raamwerk met drie hoofdonderdelen gekozen (knelpunten op de werkvloer, goede praktijkvoorbeelden en goede werkafspraken) met per onderdeel een uniform uitgewerkte factsheet van één A4-tje. Om ervoor te zorgen dat het handboek op verschillende manieren is te gebruiken, afhankelijk van de kennis en situatie binnen een bedrijf, is naast deze driedeling een eenvoudige RI&E toets ontwikkeld en een wegwijzer voor de type functionaris binnen een bedrijf. In april 2006 was de conceptversie van het handboek gereed. In mei en juni 2006 is de conceptversie van het handboek getoetst aan in totaal 16 metaalbedrijven. Voorafgaand aan het bedrijfsbezoek is het handboek toegestuurd en met behulp van een testprotocol is inzicht verkregen in de volledigheid, bruikbaarheid en leesbaarheid van het handboek. De bevindingen uit deze praktijktoets zijn verwerkt in de definitieve versie van het handboek. Eén van de belangrijke uitkomsten is dat metaalbedrijven het lastig vinden om niet-gevaarlijke MBV te onderscheiden van gevaarlijke MBV op basis van de beschikbare gevaarinformatie. Dit is een bevestiging van hetgeen uit fase 1 van het VASt-traject al naar voren kwam nadat circa 30 veiligheidsinformatiebladen waren geanalyseerd. Om duidelijk te maken welke gevaarinformatie van een product voorhanden zou moeten zijn, is een overzicht gemaakt met 5 aandachtspunten en per aandachtspunt een criterium. Dit zijn de zogenoemde veiligheidseisen voor MBV die kunnen worden vastgelegd in een brancherichtlijn. Het onvolledig dan wel onnauwkeurig zijn van veiligheidsinformatiebladen (VIBs) is reeds een langlopende discussie. Dus bewust is er niet voor gekozen om producenten en handelaren sec te benaderen met de bevindingen aangaande de beschikbare veiligheidsinformatiebladen. Er is meer gekeken naar huidige en toekomstige ontwikkelingen die mogelijk resulteren in additionele informatie over de gevaren van een product, te weten: aansluiting zoeken bij de uitkomsten van het lopende VIB-verbeteringstraject (dat wordt uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van SZW) en het in kaart brengen van op stapel zijnde wet- en regelgeving (REACH, GHS). In enkele bijeenkomsten tussen het projectteam en de klankbordgroep is gediscussieerd over welke oplossingrichting de meeste kans van slagen heeft om meer gevaarinformatie te vergaren, welke onduidelijkheden er nog zijn en wie belang heeft bij het verder ontwikkelen van een brancherichtlijn.
Projectteam MBV
3
Eindrapportage VASt actieplan Metaalbewerkingsvloeistoffen, oktober 2007
Na overleg met spelers op het vlak van productie en handel zijn drie ideeën voor nadere uitwerking in een mogelijk vervolgtraject ontstaan, te weten: Toetsen van de haalbaarheid voor de introductie van een “label/symbool” op het VIB. In ketenverband een REACH-pilot opzetten met als belangrijke vraagpunten: componentbenadering versus MBV, detailniveau blootstellingsscenrio’s en de ESDS (extended safety datasheet) Een branchegericht veiligheidsinformatieblad (aansluitend op het eerder genoemde VIBverbeteringstraject van SZW). Er is interesse getoond om in een mogelijk vervolgtraject één of een combinatie van de bovengenoemde ideeën verder op te pakken. Ten aanzien van REACH heeft een eerste screening van het dossier plaatsgevonden om in kaart te brengen welke aanvullende gevaarinformatie verwacht kan worden en welke spelers in de keten verantwoordelijk zijn voor het genereren van informatie (zie ook bijlage 2). De resultaten van het VASt-traject zijn beschreven in een artikel: “veilig en gezond werken met MBV is nu eenvoudiger te realiseren”. Dit artikel wordt opgenomen in enkele magazines van de betrokken brancheorganisaties en zal ter publicatie worden aangeboden aan een aantal andere specifieke vakbladen. Daarnaast wordt het handboek op de web- en subsites van de betrokken brancheorganisaties onder de aandacht gebracht van de achterban. Tenslotte wordt bekeken of de producenten en handelaren van MBV bereid zijn het handboek te verspreiden onder hun afnemers.
4
Projectteam MBV
Eindrapportage VASt actieplan Metaalbewerkingsvloeistoffen, oktober 2007
4. HANDBOEK: GEBUNDELDE KENNIS/INFORMATIE OVER STOFFEN, BLOOTSTELLING EN MAATREGELEN In bijlage 1 is de definitieve versie van het handboek “Veilig en gezond werken met metaalbewerkingsvloeistoffen” terug te vinden. Hieronder worden beknopt een aantal elementen genoemd: Het handboek omvat drie typen informatiesheets: - Oplossingen voor knelpunten die op de werkvloer worden gesignaleerd: beschrijving van 8 belangrijke knelpunten en mogelijke voorzorgs- en verbetermaatregelen. - Beschrijvingen van een aantal goede praktijkvoorbeelden, in totaal 9 informatiesheets. - Tips en handvatten voor het vastleggen van goede werkafspraken ter verankering van veilig werken binnen de bedrijfsvoering (6 informatiesheets). In totaal zijn er dus 23 factsheets ontwikkeld met een sterk vergelijkbaar format, waarbij de inhoud op één A4-tje past. Daar waar mogelijk is gebruik gemaakt van fotomateriaal (dat zowel goede als foute praktijken laat zien). Per factsheet is in een soort wegwijzer aangegeven voor welke functionaris(sen) de informatie van de factsheet relevant is. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen: preventiemedewerker/KAM, productie, bedrijfsleiding en inkoop. Er is een beknopte RI&E test ontwikkeld waarmee een bedrijf op hoofdlijnen kan bekijken in welke mate veilig wordt gewerkt met MBV (kijkende naar het gevaar van het product en de wijze van gebruik). De risicomatrix van de RI&E test leidt een bedrijf naar een aantal factsheets. Deze RI&E test zal waarschijnlijk ook worden verwerkt in de RI&E instrumenten van de betrokken brancheorganisaties. In een bijlage van het handboek is het overzicht opgenomen met de 5 veiligheidseisen en hun criteria als het gaat om het inkopen van niet-gevaarlijke MBV.
Figuur 1. Illustratieve weergave: overzicht informatiesheets en format van de factsheet Projectteam MBV
5
Eindrapportage VASt actieplan Metaalbewerkingsvloeistoffen, oktober 2007
Het opgestelde handboek is getoetst aan 16 bedrijven met als belangrijkste uitkomsten: - De bedrijven zijn tevreden met het resultaat en vinden het een bruikbaar instrument. Er ontbreken geen essentiële elementen en er staan ook geen overbodige zaken dan wel onwaarheden in. - De RI&E test is nog wat verder aangepast nadat de bedrijven hadden aangegeven dat het lastig is om zichzelf te scoren. Het is ook zoeken naar een balans tussen enerzijds een beknopte test en anderzijds voldoende discriminerend vermogen. - Voor een aantal sheets zijn aanvullende suggesties gedaan. - Op verzoek is het handboek gescreend op voldoende aandacht voor de onderhoudsdienst en technische dienst die ook in contact kunnen komen met MBV. - De bedrijven hadden geen behoefte aan het onderdeel “kosten/baten”, omdat dit nauwelijks is vast te stellen zonder naar een aantal specifieke zaken te kijken binnen het bedrijf. - Door één van de bedrijven is opgemerkt dat ook het werken zonder MBV een optie is. Gezien de wisselende ervaringen hiermee (ook geconstateerd tijdens fase 1 van het VASt-traject) is dit niet als een aparte factsheet opgenomen, maar verwerkt in de introductie op het handboek: werken zonder MBV is in een aantal situaties mogelijk maar dan moet worden gelet op het mogelijk verschuiven van het probleem dan wel een negatieve invloed op de productkwaliteit.
6
Projectteam MBV
Eindrapportage VASt actieplan Metaalbewerkingsvloeistoffen, oktober 2007
5. BRANCHERICHTLIJN MBV IN RELATIE TOT HET VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD Een brancherichtlijn MBV is een document met afspraken met producenten, handelaren en metaalbedrijven waarin omschreven staat welke informatie over metaalbewerkingsvloeistoffen minimaal weergegeven wordt op de veiligheidsinformatiebladen. Binnen het project is vastgesteld welke informatie van een metaalbewerkingsvloeistof van belang is om een uitspraak te kunnen doen over de potentiële gevaren voor de huid en in mindere mate voor de luchtwegen. Deze informatie is samengevat in 5 veiligheidseisen met bijbehorende criteria, waarlangs een MBV kan worden gelegd:
Aandachtspunt
Criterium
1. Product mag geen gevaarlijke stoffen bevatten (ga uit van het onverdunde product!)
Neem een product zonder sensibiliserende of irriterende stoffen. Deze stoffen zijn te herkennen aan de volgende gevaarszinnen in paragraaf 15 van het veiligheidsinformatieblad (VIB/MSDS); R34, R35, R36, R37, R38 of R42, R43 of R66.
2. Product mag niet te alkalisch zijn
Neem een product met een lagere zuurgraad ( pH < 9)
3. Product mag niet verdampen op warme Neem een product met een hoog vlampunt (> 100 °C) oppervlakten 4. Product mag geen nevel vormen.
Neem een product MBV met anti-nevel additieven, dit kan vastgesteld worden aan de hand van een lage viscositeit (< 10 mm2/s)
5. Welke adem- en huidbescherming is nodig en wanneer moet deze gebruikt worden.
Neem product waarvan de leverancier een duidelijk advies over persoonlijke adem- en huidbescherming geeft. Dit advies moet opgenomen zijn in het veiligheidsinformatieblad en in dit blad moet duidelijk zijn bij welke werkzaamheden of handelingen het nodig is PBM te dragen en welk soort PBM geschikt zijn.
Figuur 2. Veiligheidseisen en bijbehorende criteria
Met het merendeel van de huidige veiligheidsinformatiebladen is het lastig om de bovenstaande informatie te achterhalen. Gesignaleerde knelpunten zijn: Paragraaf 2 van het VIB (= de samenstelling) geeft onvoldoende houvast om de genoemde stoffen te onderscheiden. Paragraaf 15 met de wettelijk verplichte informatie betreffende etikettering en R- en S- zinnen is niet toereikend om eenduidig vast te stellen of de genoemde stoffen wel/niet aanwezig zijn in de metaalbewerkingsvloeistof. Informatie over de zuurgraad ontbreekt vaak op het VIB. Geregeld is informatie over het vlampunt niet aanwezig op het VIB.
Projectteam MBV
7
Eindrapportage VASt actieplan Metaalbewerkingsvloeistoffen, oktober 2007
-
Informatie over de viscositeit van een product is vaak niet terug te vinden op het VIB. Er wordt vaak geen specifieke informatie gegeven over het type persoonlijke bescherming. Juist voor dit soort producten is het van belang om bijvoorbeeld het type handschoenen terug te vinden.
Oplossingsrichtingen voor additionele informatie Toetsen van de haalbaarheid voor de introductie van een “label/symbool” op het VIB, waarmee de producent/handelaar visualiseert dat het desbetreffende product voldoet aan de gestelde criteria (aangaande de veiligheidseisen) zonder dat er aanvullende productinformatie hoeft te worden vrijgegeven. In ketenverband een REACH-pilot opzetten waarbij verschillende vraagpunten worden onderzocht: - hoe om te gaan met de component-benadering in relatie tot de veelomvattende groep van MBV? - op welk detailniveau kunnen de blootstellingsscenario’s worden vastgesteld? (in het handboek is een goede basis gelegd voor het beschrijven van blootstellingsscenario’s en voorschriften voor goed gebruik) - welke aanvullende gevaarinformatie zal REACH daadwerkelijk gaan opleveren?; Het gezamenlijk in kaart brengen van de mogelijkheden voor een branchegericht veiligheidsinformatieblad met een aantal specifieke afspraken omtrent MBV (aansluitend op het eerder genoemde VIB-verbeteringstraject van SZW). REACH Uit een eerste screening van het REACH-dossier (voor zover definitief is vastgesteld) kan worden geconcludeerd dat hoogstwaarschijnlijk de volgende aanvullende informatie is terug te vinden op de zogenoemde extended safety datasheet (zie ook bijlage 2 voor nadere informatie): - aanwezigheid van sensibiliserende en/of irriterende stoffen - informatie over het vlampunt - informatie over viscosititeit (alleen voor stoffen die in hoeveelheden van >100 ton per jaar worden geproduceerd) - meer gedetailleerd advies over persoonlijke beschermingsmiddelen
8
Projectteam MBV
Eindrapportage VASt actieplan Metaalbewerkingsvloeistoffen, oktober 2007
6. COMMUNICATIE EN IMPLEMENTATIE De volgende communicatie- en implementatie activiteiten zijn of worden ingezet om de resultaten van het voorliggende project verder te verspreiden: Uit de praktijktoets met de metaalbedrijven is naar voren gekomen dat bedrijven de voorkeur geven aan digitale verspreiding van het handboek of het uitdelen van een papieren versie tijdens (regio)bijeenkomsten. Er wordt bekeken of het handboek kan worden verspreid via: de buitendienst medewerkers van de betrokken brancheorganisaties, brancheadviseurs en/of leveranciers van MBV. Het handboek wordt ter download aangeboden in het ledendeel van een aantal web- en subsites van FME en Koninklijke Metaalunie. Er is een artikel opgesteld: “veilig en gezond werken met MBV is nu eenvoudiger te realiseren”. Het opgestelde artikel wordt gepubliceerd in een aantal vakbladen (waarschijnlijk: Metaal & Techniek, Metaalmagazine, Metalektro Profiel, Chemie, Arbo en mogelijk nog enkele andere). De informatie uit het handboek zal worden meegenomen in een voor 2007 geplande update van de branche RIE Metaalbewerking. Het is verder te verwachten dat het werken met metaalbewerkingsvloeistoffen volgens het handboek zal worden opgenomen in een arbocatalogus voor metaalbedrijven, die momenteel in ontwikkeling is.
Projectteam MBV
9
Eindrapportage VASt actieplan Metaalbewerkingsvloeistoffen, oktober 2007
7. FINANCIËLE VERANTWOORDING
10
Projectteam MBV
Eindrapportage VASt actieplan Metaalbewerkingsvloeistoffen, oktober 2007
8. PROJECTORGANISATIE Het project is uitgevoerd door een projectteam in samenwerking met een klankbordgroep bestaande uit vertegenwoordigers van de brancheorganisaties. Projectteam - Frans Jongeneelen (IndusTox) - Michel van Wijk (BECO Groep, projectleider) - Lonneke Baas (BECO Groep, projectadviseur bij opstellen handboek) - Loes van der Velden (BECO Groep, projectadviseur bij voorbereiding brancherichtlijn) Klankbordgroep - Derk Jan Meijer (Koninklijke Metaalunie) - Leen Kamerling (Koninklijke Metaalunie per 15 augustus 2006) - Kees Halm (FME-CWM) - Gijs Meijer (FME-CWM) - Annemarie Arensen (FME-CWM tot 1 maart 2006) - Sjoerd Looijs (VNCI) - Joop Verhoef (VNCI tot 1 juli 2006) Begeleidingscommissie - Albert Hollander (Ministerie van SZW) Andere betrokkenen Bij verschillende projectonderdelen zijn ook betrokken geweest: - bedrijven uit de metaal - bedrijven uit de chemische industrie - collega’s binnen brancheorganisaties (afdeling communicatie, REACH beleid, buitendienst medewerkers en secretariaat)
Projectteam MBV
11
Eindrapportage VASt actieplan Metaalbewerkingsvloeistoffen, oktober 2007
9. CONCLUSIES EN MOGELIJK VERVOLG
Enkele conclusies: Het opstellen van een handboek met uniforme factsheets is een praktische manier om knelpunten, goede praktijken en werkafspraken vast te leggen en wordt ook als zodanig goed beoordeeld door het merendeel van de bezochte bedrijven. Bovendien wordt met het handboek breed verspreidde informatie op een behapbare manier gebundeld. Een dergelijk handboek bevat de basisinformatie voor het kunnen opstellen van blootstellingsscenario’s en het vastleggen van gewenst gebruik van producten (relevant voor producenten, leveranciers en downstream users binnen REACH verband). De oorzaken van huidirritatie en contacteczeem (en in mindere mate inhalatie van nevel) zijn niet eenduidig. Een combinatie van factoren zoals het soort toegepaste product, wel/geen verkeerd gebruik van het product, gebruiksfrequentie en mogelijke aanleg bij de werkuitvoerder zijn veroorzakers van mogelijke problemen. Hierdoor zijn de oplossingen ook niet eenvoudig te benoemen. Het blijft in de praktijk lastig om een veiligheidsinformatieblad te gebruiken voor het onderscheiden van gevaarlijke producten en niet-gevaarlijke producten. Te meer omdat voor het voorliggende thema deels aanvullende informatie wordt gewenst. De aankomende REACH wet- en regelgeving gaat meer informatie genereren dan het huidige veiligheidsinformatieblad.
Mogelijk vervolg Het verder inbedden van het handboek in nog toekomstige communicatie- en implementatie activiteiten binnen de metaalbranche (zoals de digitale RI&E en de arbocatalogus). Nader in kaart brengen van de mogelijkheden voor een branchegericht veiligheidsinformatieblad met een aantal specifieke afspraken omtrent MBV. Toetsing haalbaarheid voor de introductie van een “label/symbool” op het VIB ter indicatie van een veilige metaalbewerkingsvloeistof. Opzetten van een “REACH-pilot metaalbewerkingsvloeistoffen” om in ketenverband diverse vraagpunten op dit vlak nader te onderzoeken en te komen tot een behapbare aanpak voor een heterogene groep van producten.
12
Projectteam MBV
Eindrapportage VASt actieplan Metaalbewerkingsvloeistoffen, oktober 2007
BIJLAGE 1: HANDBOEK VEILIG EN GEZOND WERKEN MET MBV In het apart bijgevoegde PDF-document is defeinitieve versie van het handboek “veilig en gezond werken met MBV” opgenomen.
Projectteam MBV
13
Eindrapportage VASt actieplan Metaalbewerkingsvloeistoffen, oktober 2007
BIJLAGE 2: ENKELE SHEETS OVER DE BRANCHESTANDAARD EN AANKOMENDE REACH VERPLICHTINGEN Hieronder worden een aantal dia’s getoond van sheets uit een eerder opgestelde presentatie over de branchestandaard in relatie tot de aankomende REACH wet- en regelgeving.
14
Projectteam MBV
Eindrapportage VASt actieplan Metaalbewerkingsvloeistoffen, oktober 2007
Projectteam MBV
15
Eindrapportage VASt actieplan Metaalbewerkingsvloeistoffen, oktober 2007
BIJLAGE 2: ARTIKEL “VEILIG EN GEZOND WERKEN MET MBV IS NU EENVOUDIGER TE REALISEREN”
Veilig en gezond werken met koelen smeervloeistoffen is eenvoudiger geworden Inleiding Koel- en smeervloeistoffen vallen onder de metaalbewerkingsvloeistoffen (= MBV). Deze worden gebruikt voor het koelen en smeren van werkstukken en gereedschappen bij het verspanen van metalen. Werknemers in de metaalsector komen in contact met deze vloeistoffen. Huidcontact met metaalbewerkingsvloeistoffen kan huidklachten veroorzaken, zoals het ontstaan van eczeem bij herhaaldelijk contact. Bovendien kan verneveling van de vloeistoffen leiden tot irritatie van ogen en tot aandoeningen in de luchtwegen. Uit cijfers van het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten blijkt dat contacteczeem hoort tot de top 10 van gemelde beroepszieken. Bij indeling naar beroepsgroep scoren “metaalbewerkers” hoog. Circa 20 metaalbewerkers/jaar worden aangemeld met een beroepshuidaandoening. Dit is het topje van de ijsberg. Het is daarom verstandig om meer aandacht te besteden aan veilig en gezond werken met metaalbewerkingsvloeistoffen. Metaalbewerkingsvloeistoffen bevatten zeer veel ´toeslagstoffen´, waaronder hoge druk additieven, corrosiewerende stoffen, antischuim middelen, anti-nevel middelen, emulgatoren, bacteriegroei remmers en ten slotte geur- en kleurstoffen. Er is een grote verscheidenheid aan vloeistoffen op de markt. Niet elk product is schadelijk. Als een bedrijf een veilige metaalbewerkingsvloeistof met lage risico’s wil kiezen, ligt het voor de hand om het veiligheidsinformatieblad van het product te raadplegen. Dit is 16
het informatieblad van de leverancier waarin de gevaren van het product zijn opgesomd en hierin staan adviezen voor toe te passen beschermende maatregelen. Maar bij nadere beschouwing blijkt de informatie op het veiligheidsinformatieblad moeilijk te begrijpen en bovendien blijkt de informatie niet altijd volledig te zijn en ook niet altijd afgestemd te zijn op het feitelijk gebruik in het bedrijf. Het is daarom voor een gemiddeld metaalbedrijf lastig om te bepalen wat het gezondheidsrisico is zijn van het werken met een specifieke metaalbewerkingsvloeistof. Verkeerd gebruik van een metaalbewerkingsvloeistof kan leiden tot te veel huidcontact. Daarom moet er ook meer aandacht komen voor het veilig en gezond werken met metaalbewerkingsvloeistoffen. Er blijkt internationaal veel kennis te zijn over veilig en gezond werken met metaalbewerkingsvloeistoffen en over te treffen maatregelen, maar de beschikbare informatie bleek zeer verspreid over landen en instellingen te zijn. De Vereniging FME-CWM, de Koninklijke Metaalunie en de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie hebben in 2005, in het kader van het Programma Versterking Arbobeleid Stoffen (VASt) van het ministerie van SZW, het initiatief genomen om hier iets aan te doen. Het ging om de volgende twee acties: 1. Bundeling van de kennis in een handboek ‘Veilig en gezond werken met metaalbewerkingsvloeistoffen’ met aanpak van knelpunten, goede werkpraktijken en goede werkafspraken.
Projectteam MBV
Eindrapportage VASt actieplan Metaalbewerkingsvloeistoffen, oktober 2007
2. Verbeteren van de inhoud van een veiligheidsinformatieblad van metaalbewerkingsvloeistoffen door het hanteren van een brancherichtlijn voor de inhoud van dergelijke veiligheidsinformatiebladen. Handboek Het handboek ‘Veilig en gezond werken met metaalbewerkingsvloeistoffen’ bevat de kennis en informatie over stoffen, over blootstelling bij werken met metaalbewerkingsvloeistoffen en over maatregelen. Het is opgezet vanuit drie verschillende insteken om veilig werken met deze producten te bereiken, namelijk: (1) de aanpak van knelpunten, (2) werken volgens goede praktijkvoorbeelden en (3) het werken met vastgelegde procedures ter verankering van veilig werken. Per insteek zijn 6 - 9 werkbladen ontwikkeld. De werkbladen hebben een vaste opbouw. Hierin staan oorzaken, aanbevelingen voor oplossingen en tips voor het voorkomen van knelpunten, aangevuld met fotomateriaal, omschrijvingen van goede praktijken en verschillende soorten werkafspraken. Het handboek begint met de test veilig werken met een metaalbewerkingsvloeistof. De test maakt gebruik van een eenvoudige scorelijst voor zowel het gevaar als de blootstelling en kan door een bedrijf als een eerste screening gebruikt worden om te bepalen of er in de huidige situatie al veilig gewerkt wordt met metaalbewerkingsvloeistoffen. De test bestaat uit enkele vragen en met de antwoorden wordt de gebruiker naar de van toepassing zijnde werkbladen geleid. Het handboek heeft 36 pagina’s. Doordat een conceptversie is voorgelegd aan medewerkers van 20 verschillende metaalbedrijven, is het uiteindelijke handboek goed afgestemd op de praktijk in metaalbedrijven. 2
Brancherichtlijn voor het veiligheidsinformatieblad van metaalbewerkingsvloeistoffen Zoals gezegd bleek de informatie in het veiligheidsinformatieblad soms ontoereikend of niet altijd volledig te zijn. Een brancherichtlijn is een document met afspraken met producenten, handelaren en metaalbedrijven waarin omschreven staat welke informatie over het product minimaal weergegeven wordt op de veiligheidsinformatiebladen. Op dit moment is overleg gaande tussen de betrokkenen (producenten, handelaren van metaalbewerkingsvloeistoffen en vertegenwoordigers van de metaalbedrijven) om gezamenlijk vast te stellen waar de verbeteringen/aanvullingen ten opzichte van het veiligheidsinformatieblad nodig zijn. Er wordt in samenspraak tussen producent en gebruiker van de metaalbewerkingsvloeistof passende maatregelen vastgesteld bij de verschillende manieren van gebruik. Deze aanpak past goed in de komende nieuwe Europese Chemicaliën Regelgeving REACH. Dit initiatief wordt door betrokkenen als een proeftuin voor andere sectoren gezien. Hoe nu verder? Leden van FME-CWM en Metaalunie worden allen geïnformeerd over de uitgave van het handboek ‘Veilig en gezond werken met metaalbewerkingsvloeistoffen’. Het handboek zal voor hen gratis te downloaden zijn vanaf de ledensites van Metaalunie en FME-CWM. In de nabije toekomst zal de informatie in het handboek worden meegenomen voor een in 2007 geplande update van de branche RIE Metaalbewerking Het is verder te verwachten dat het werken met metaalbewerkingsvloeistoffen volgens het handboek zal worden opgenomen in een arbocatalogus voor metaalbedrijven, die momenteel in ontwikkeling is. Zodra de brancherichtlijn voor het veiligheidsinformatieblad van metaalbewer-
Projectteam MBV
Eindrapportage VASt actieplan Metaalbewerkingsvloeistoffen, oktober 2007
kingsvloeistoffen definitief is, zullen de metaalbedrijven worden geïnformeerd door Metaalunie en FME-CWM. Het is te
verwachten dat de bedrijven ook via de leveranciers van de metaalbewerkingsvloeistoffen zullen horen van de brancherichtlijn.
Belangrijkste tips voor veilig werken met MBV 1.
Maak optimaal gebruik van de mogelijkheden om de standtijd van metaalbewerkingsvloeistoffen te verlengen.
2.
Vermijd zoveel mogelijk producten met stoffen die irriterend zijn voor de huid en de luchtwegen. Hetzelfde geldt voor stoffen die overgevoeligheid – en daarmee allergie - kunnen veroorzaken. Deze stoffen zijn te herkennen aan hun R-zinnen.
3.
Een goed ontworpen plaatselijk afzuigsysteem vangt de aanwezige nevel/rook op effectieve wijze af.
4.
Minimaliseer vervuiling van MBV (bacterievorming, metaalslijpsel, e.d.) door een goed onderhoudsysteem en door periodieke verversing.
5.
Het schoonblazen van machines, gereedschappen of werkstukken in open ruimten vermijden (geen perslucht gebruiken).
6.
Enkele praktische afspraken over het gebruik van huid- en adembescherming voorkomt problemen. Kies de juiste bescherming op het juiste moment.
7.
Goede werkafspraken over veilig werken met MBV is één kant van de medaille; zorg ervoor dat periodiek wordt beproefd of deze afspraken ook tot hun recht komen in de dagelijkse praktijk (leg dit vast in uw procedures voor bedrijfsvoering).
Projectteam MBV
3