Actief en creatief aan de slag met de Belevingskaart: 8 inspirerende werkvormen Een belevingskaart? Om inzicht te krijgen hoe kinderen en jongeren hun buurt ervaren, bezochten de onderzoekers van het KIDS-project verschillende groepen kinderen uit de Dampoortwijk. We werkten met 37 kinderen uit de dampoortwijk tussen de 5 en 16 jaar, bereikt via de Chiro, VZW Jong, Scouts Ten Berg en Scheldeoord. In een interactieve workshop tekenden zij Mental Maps van hun buurt, en vertelden ze hoe ze hun buurt beleven, waar ze vaak komen, en welke plaatsen ze belangrijk vinden. Het resultaat van de workshops is samengebracht in een belevingskaart met een beeldende en woordelijke samenvatting van hun ervaringen.
Met je groep aan de slag met de belevingskaart De belevingskaart van de Dampoortwijk geeft een beeld van de wijk door de ogen van kinderen. De kaart is gepubliceerd en verspreid in de Dampoortwijk. Wie weet heb je wel een exemplaar te pakken, en wil je er graag ook iets mee doen. We bundelden een aantal werkvormen om actief en creatief met de belevingskaart aan de slag te gaan. We hopen dat de werkvormen een stimulans zijn om samen met je groep de wijk beter of anders te leren kennen, of om een dialoog op gang te brengen over de kwaliteiten of tekorten van de wijk. De werkvormen zijn ontwikkeld voor kinderen tussen de 8 en 14 jaar, maar sommige werkvormen lenen zich ook om te gebruiken met jongere groepen of volwassenen. De werkvormenbundel is bedoeld als inspiratie. Aarzel niet om de werkvormen naar je hand te zetten, uit te breiden of er een leuke twist aan te geven!
Pictionary Doelstellingen Duur Materiaal
> >
15 - 30 min > > >
Locatie Werkwijze
Een selectie uit de set belevingstegels (te downloaden op fmw.hogent/KIDS ) Een krijt- of whiteboard 1 of meerdere belevingskaarten
Een lokaal met krijt- of whiteboard > >
>
Tips voor de begeleider
Plaatsen in de wijk leren kennen Associaties maken met plaatsen in de wijk
>
> >
Print en knip vooraf de belevingstegels en maak een selectie van de kaartjes waarvan je denkt dat je deelnemers ze kunnen tekenen en raden. Laat 1 van de deelnemers een kaartje trekken, zonder dat de rest van de groep het kaartje mag zien. Hij/zij probeert aan de hand van een tekening op het bord duidelijk te maken wat er op het kaartje staat. Er mag niet geschreven of gesproken worden. Geef een belevingskaart aan de deelnemers die proberen te raden wat er op het kaartje staat. Dat kan heel wat inspiratie geven. Bovendien staan er op de kaartjes enkel dingen die ook op de belevingskaart geschreven of getekend staan. Begin met makkelijke plaatsen waarvan je vermoed dat de deelnemers ze goed kennen. Breng geleidelijk aan ook moeilijkere kaartjes in het spel, die de deelnemers ook vrijer kunnen invullen. Zoals de tegels “weinig groen” of “er parkeren veel auto’s” Als je groep erg groot is, verdeel je groep dat in teams die kunnen raden. Zet elk team aan een tafel en geef ze een exemplaar van de belevingskaart. Laat de deelnemers nieuwe ‘tegels’ verzinnen of inbrengen waar dingen op staan die ze kennen in de wijk, maar misschien nog niet op de belevingskaart staan.
Daar woon ik! Doelstellingen
Duur Materiaal
> > >
30 - 60 min > > > > > > > >
Locatie Werkwijze
Projector PC Digitale versie van de Belevingskaart (te downloaden op fmw.hogent/KIDS) Groot papier ((bijvoorbeeld witte papieren tafelrol) Stevig papier (A4) Scharen Fototoestel Printer
Een lokaal waar je iets op de muur kan projecteren > > > >
Tips voor de begeleider
Zich oriënteren op de kaart (eigen woning zoeken) Weten waar andere kinderen wonen Mening formuleren over de eigen woonomgeving
> > >
Hang het groot papier op een vlakke muur, en projecteer hierop de belevingskaart. Laat de deelnemers de belangrijkste herkenningspunten overtekenen op papier en vraag hen hun woning op de kaart te lokaliseren en ze aan te duiden met een stip. Teken tekstballonnen op het stevig A4 papier en knip ze uit. Laat elke deelnemer een tekstballon invullen met “ik ben ... , ik woon in…, en mijn straat / buurt / wijk is ...” Neem een leuke foto van elke deelnemer met de tekstballon. Print de foto’s uit en voeg ze toe aan de kaart op het groot papier (verbind ze met een lijn aan de woonplaats van de deelnemer) Je kan deelnemers ook elk om beurt een stukje laten overtekenen, en laten vertellen waarom dat stukje zeker op papier moet komen. Laat de kaart hangen in je lokaal. Voeg er later nog meer aan toe. Laat ze leven. Ga in dialoog over wat de kaart toont: wie woont ver / dicht bij elkaar? Wie beleeft zijn buurt / straat helemaal anders? Wie zou er liever ergens anders wonen? Waar dan?
Leg de weg Doelstellingen
Duur Materiaal
> > >
20 - 30 min > >
Locatie Werkwijze
Een (geprinte en geknipte) set belevingstegels (te downloaden op fmw.hogent/KIDS ) 1 of meerdere belevingskaarten
Een plek met een vlakke ondergrond om de kaart op te leggen en rond te zitten > > > > >
> Tips voor de begeleider
Plaatsen in de wijk leren kennen Associaties maken met plaatsen in de wijk Van elkaar te weten komen hoe anderen plaatsen in de buurt beleven of wat ze er weten zijn
> >
Print en knip vooraf de belevingstegels. Maak groepjes van max. ongeveer 6 personen. Leg per groepje de belevingskaart op een vlakke ondergrond. Verdeel te tegels onder alle deelnemers, zodat iedereen een stapeltje heeft. Laat elke deelnemer zijn of haar favoriete plaats in de wijk kiezen en aanduiden. Verbind nu de plaats van kind 1 met die van kind 2, die van kind 2 met die van kind 3 enz. Om de plaatsen te verbinden leg je een zelfgekozen weg af door tegels aaneensluitend op de belevingskaart te leggen. De bedoeling is dat je enkel tegels gebruikt die een link hebben met de plek waar je ze legt. Laat iedere deelnemer elk om beurt een tegel leggen. Als de deelnemer geen gepaste tegel heeft mag die passen. Hou enkele tegels opzij, zodat de deelnemers op een zelfgekozen moment een aantal tegels kunnen ruilen wanneer ze het gevoel hebben dat ze met hun tegels niet verder kunnen. Ga met elkaar in dialoog! Waarom past die tegel daar wel of niet? Wie vind dat een drukke straat? Of valt dat best mee?
City Trip Doelstellingen
Duur Materiaal
> > > >
90 - 120 min > > > >
Locatie Werkwijze
Belevingskaart Touwtje van 60 cm 10 ‘markers’ die over het touw kunnen schuiven (kan gemaakt worden uit stevig papier, met twee kleine gleufjes waar touw door glijdt) Eventueel een fototoestel
Overal > >
Tips voor de begeleider
De wijk beter leren en kennen en waarderen Verhalen uitwisselen over de wijk Te weten komen wat anderen belangrijk of typerend vinden voor de wijk Je kennis over en je beleving van de wijk met anderen delen
>
Verdeel een grote groep eventueel in kleinere groepen en geef hen hulpmiddelen (kaart, touwtje, markers) om een heuse city trip te ontwerpen. Geef hen volgende opdracht: “Stel: er komen 10 kinderen uit een ver land op bezoek. Jullie moeten een rondleiding van 2km met maximum 10 stopplaatsen , waardoor ze de wijk beter leren kennen. o Leg het touwtje op de kaart hoe jullie de rondleiding zouden doen. o Verschuif de ‘stopplaatsen’ naar de juiste locatie. o Trek een foto van jullie route o Wat zouden jullie op welke stopplaats doen of vertellen?” Je kan de rondleiding eens in het echt doen. Voor een ander deel vd groep, een andere klas, voor ouders, .. ?
Verover je wijk Doelstellingen
Duur Materiaal
> > >
Activiteit kan een volledig werkjaar doorlopen > > > > >
Locatie Werkwijze
Digitale versie van de Belevingskaart (te downloaden op fmw.hogent.be/KIDS ) PC Projector Groot papier ((bijvoorbeeld witte papieren tafelrol) Stiften in verschillende kleuren
Een lokaal waar je iets op de muur kan projecteren De wijk > > >
Tips voor de begeleider
De wijk gebruiken als actieterrein Nieuwe plaatsen en elementen ontdekken in de wijk De wijk beter leren kennen en waarderen
>
> >
Stel op geregelde tijdstippen de vraag “waar ben je met je klas / groep als in de wijk geweest?” Teken van de wijk waar jullie als groep al geweest zijn over op het groot papier met behulp van een projectie van de belevingskaart. Gebruik op ieder moment een andere kleur, zodat je nadien nog kan zien hoe de kaart “gegroeid” is. In de loop van het werkjaar / schooljaar wordt de kaart op de muur steeds groter en gedetailleerder. Je kan de belevingskaart laten overtekenen, maar je kan de deelnemers dingen laten tekenen en aanvullen die niet op de belevingskaart staan. Gebieden die buiten de belevingskaart vallen bijvoorbeeld, of elementen die ze gezien hebben en die er niet op staan Geef ruimte aan de eigen beleving van de deelnemers: laat ze tekenen of schrijven hoe die plek voor hen is. Wat er op de belevingskaart terecht komt hoeft geen consensus te zijn, maar mag de rijkdom van de verschillen in beleving weergeven.
De ideale plek Doelstellingen
Duur Materiaal
Locatie Werkwijze
> > >
20 – 40 min > >
Een set belevingstegels (te downloaden op fmw.hogent.be/KIDS) Wit papier (A3) Stiften of andere tekenmateriaal
Een plek waar je kan tekenen > > >
Tips voor de begeleider
Nadenken over mogelijke kwaliteiten van stedelijke ruimtes Een eigen visie formuleren en delen Uitwisselen met andere over wat voor jou belangrijke kwaliteiten zijn in stedelijke ruimtes
> > >
Wat is voor jouw het ideale park om te spelen / de ideale straat of straat om in te wonen / de ideale …? (Kies een categorie, of laat de kinderen zelf een categorie kiezen waar ze over willen fantaseren) Kies 10 belevingstegels die iets zeggen over jouw ideale plek Maak een tekening van je ideale plek en stel ze aan elkaar voor Fantaseren mag! Het maakt in een eerste fase niet uit of de ideale plek realiseerbaar is (waarschijnlijk niet?) Je kan wel vragen: wat is er nodig of wat kan er gebeuren om met een bestaande plek een stapje dichter richting ‘de ideale plek’ te gaan. Wat zijn de ‘kernkwaliteiten’ van de ideale plek? Wat zou er allemaal veranderen voor de mensen die die plek gebruiken?
Nieuwenaamstraat Doelstellingen Duur Materiaal
> >
20 – 30 min > > > > >
Locatie Werkwijze
Stevig gekleurd papier of karton waarmee wegwijzers of straatnaamborden geknutseld kunnen worden. Stiften of verf Scharen De belevingskaart Fototoestel
Een plek waar je kan knutselen Eventueel ook op verschillende plaatsen in de wijk > > > >
Tips voor de begeleider
Stilstaan bij de betekenis van een plek voor jou Verschillende betekenissen en belevingen uitwisselen
>
Duid op de belevingskaart allemaal 3 plaatsen aan in de wijk die je goed kent Voor de 15 plaatsen met de meeste stemmen, gaan we nieuwe namen verzinnen. Maak straatnaamborden en pijlen waarop we straks de nieuwe namen kunnen schilderen. Ga in groep de wijk in om het bordje / de pijl op een gepaste plaats tijdelijk op te hangen en neem er een leuke foto van. Om nieuwe namen te verzinnen kan je eerst een brainstorm doen, associatieoefeningen of een aantal vragen stellen die misschien kunnen inspireren zoals: o Wat is er typisch aan die plek o Sluit je ogen en beeld je in dat je op die plek bent. Vertel op wat je allemaal ziet, ruikt, hoort? o Welke mensen zie je vaak op die plek? o Hou zou je de plek uittekenen op papier? o of speel met de 15 plaatsen een rondje pictionary!
Waar is het? Doelstellingen
Duur Materiaal Locatie Werkwijze
> > >
15 - 90 min (afhankelijk van het spelen op de kaart of in de wijk) > >
2 Belevingskaarten Eén GSM per groep
Een lokaal of de wijk > >
>
>
>
Tips voor de begeleider
De belevingskaart verkennen Plaatsen in de wijk leren kennen Zich oriënteren in de wijk
>
Verdeel de groep in twee groepen. Elke groep mag een locatie op de belevingskaart kiezen, die de andere groep moet proberen te raden. Je kan het spel gewoon op de kaart spelen of je kan de wijk in trekken en er eerst iets gaan verstoppen. Geef elk team dan eerst een 20 tal minuten de tijd om op de gekozen plek iets te gaan verbergen. Maak afspraken over het start-uur en startlocatie van de zoekopdracht! Elke groep mag om beurt 1 ja-nee vraag stellen aan de andere groep. Bijvoorbeeld: Is het een park? Is er een school in de buurt? Rijd er een bus voorbij? ...? De andere groep mag enkel met ja of nee antwoorden. Het is dus kwestie van goede vragen te stellen. Als je het spel in de wijk speelt werk je best met walkies talkies of een GSM per groep waar ze telkens een sms-je naar kunnen sturen. Na elk antwoord dat je krijgt zou je er met je groep voor kunnen kiezen al een stukje te wandelen in wat je denkt dat de goede richting is. Wie het eerst het verstopte voorwerp vindt op de juiste locatie is immers gewonnen! De belevingskaart kan een belangrijk hulpmiddel zijn om zich in de wijk te oriënteren maar ook om goede vragen te stellen die je kunnen helpen bij het vinden van de juiste plek! De belevingskaart kan een belangrijk hulpmiddel zijn om zich in de wijk te oriënteren maar ook om goede vragen te stellen die je kunnen helpen bij het vinden van de juiste plek!