ACTA VAN DE GENERALE SYNODE VAN DE GEREFORMEERDE KERKEN IN NEDERLAND, SAMENGEKOMEN TE HASSELT OP ZATERDAG 26 NOVEMBER 2011. 5e Zitting te Hasselt op 11 februari 2012. Artikel XXX Opening 5e zitting.
11.02.2012
Openingswoord 5e zitting. Ds. S. de Marie.
11.02.2012
Uitleggen en verdedigen van de zuivere leer S. de Marie Art. 18 KO is al vaker aangehaald op de synode. Het is een belangrijk artikel want het handelt over de Opleiding tot de dienst des Woords, en wil daarbij voor doel en taakstelling zich aansluiten bij Gods Woord. [c]De kerken onderhouden een hogeschool voor de opleiding tot de dienst des Woords. Tot de taak van de hoogleraren in de theologie behoort het uitleggen van de Heilige Schrift en het verdedigen van de zuivere leer tegen ketterijen en dwalingen.[/c] Het door ons gelezen Schriftgedeelte uit de tweede brief van Petrus bevat belangrijke gronden voor dit kerkorde-artikel. We willen dit in ons openingswoord nagaan. Eerst met betrekking tot de eerste taak van de opleiding, namelijk het uitleggen van de Schrift. 2 Petr. 1 wijst ons op de manier waarop de Heilige Schrift moet worden beoordeeld. Het Woord wordt hier als verkondiging van Jezus Christus aangegeven. De briefschrijver Petrus, noemt zich in het eerste vers van de brief dienstknecht en apostel van Jezus Christus. Alles was hem vanuit dat ambt eraan gelegen de kennis van God en van Jezus Christus over te brengen. Hij was immers uitgezonden om de heerlijkheid van het evangelie van de gekomen Christus te verkondigen. En de kracht waarmee het eeuwig koninkrijk van de Here en Zaligmaker Hezus Christus baan breekt. Hij roept dan ook in het eerste hoofdstuk de lezers op om door de kennis van Christus hun roeping te zien. En om daaraan te beantwoorden door een leven vol ijver in godsvrucht (vers 315). De kracht en het gezag waarmee Petrus daarover spreekt ontleende hij aan het feit dat hij oor- en ooggetuige geweest is van de Here Jezus in zijn majesteit. Met name verwijst Petrus daarbij naar verheerlijking op de berg waar hij uit de hemel de stem hoorde van God die zei, Deze is mijn Zoon, mijn geliefde, in wie Ik mijn welbehagen heb. Dat door Petrus gehoorde woord van God hield in de vervulling van het woord des HEREN dat de profeten namens de HERE hadden gesproken in het oude testament. Nu is dat Woord des te vaster te achten zegt Petrus. De profetie is uitgekomen, juist omdat het het Woord van God Zelf was. Dat is nu extra bevestigd door wat de apostel Petrus heeft mogen vernemen. En zo zegt Petrus in vers 19, wij achten het toch al zo betrouwbare profetische woord daardoor des te vaster.
2012-02-11 Voorlopige ACTA GS-HASSELT 2011-2012 deel 5 vastgesteld 17032012voorWebsite.doc
1
Petrus bewijst zo dat het geen verzinsels zijn die Hij de lezers voorhoudt over deze verheerlijkte Christus (vers 16). Alsof hij nu met een door hemzelf mooi in elkaar gezet sprookje zou komen. Nee, Hij zag en hoorde alles zelf. Als volstrekt betrouwbare getuige. Maar bovendien de profetieën van het oude testament getuigden van Christus. Die waren ook Gods Woord en mogen daarom niet naar eigen willekeur worden uitgelegd. Geen enkele profetie mag als Gods Woord naar eigen idee worden verklaard. Het is immers God Die als Heilige Geest de schrijvers heeft aangedreven. Dit zekere Woord van God, dat zo beschikbaar is voor de gemeente, is daarom een absoluut betrouwbare en onmisbare gids om de juiste wegen te gaan. Petrus zegt het is zo belangrijk om daar goed acht op te geven want het is als een lamp die schijnt in een duistere plaats. Zonder de lamp tast je in het duister, ja begeef je in ellende. Om je voeten goed te zetten heb je die lamp echt nodig. Die lamp verlicht de weg en maakt het mogelijk om ook de goede weg te gaan ook als het volslagen donker is om je heen. Nu zo is Gods Woord dat de Christus verkondigt als Zaligmaker. Een absolute veilige en zekere gids voor het ware leven met God in een verzondigde ellendige en hopeloze wereld. Het licht van het Woord moet door de werking van Gods Geest zo ons verstand verlichten. Het evangelie van Christus schijnt dan door het Woord in ons hart en maakt dat wij nu met vaste gang verder kunnen gaan achter Christus naar de dag van onze verheerlijking, de jongste dag. Maar dat licht schijnt alleen zo helder als het Woord zuiver wordt uitgelegd, als het Woord zuiver, onverkort en onvermengd wordt verkondigd. Namelijk als Woord van de Geest van Christus en van God de Vader, de ene eerste Auteur van de Bijbel. Niet als mensenwoord, dat van zichzelf niet betrouwbaar is. Ja, dan zal Gods verkondigde en uitgelegde Woord ook als zodanig aanvaard moeten worden. Dan kan het de kracht uitwerken in onze levens. Dan is het een kracht Gods tot behoud De betrouwbaarheid van Gods Woord stelt hoge eisen aan het blijven bij de zuiverheid ervan in vertaling, uitlegging en verkondiging. Als daarbij aan Gods Woord zou worden toegevoegd of als dat Woord wordt verdraaid, verduisterd, of van zijn kracht beroofd, betekent dat niet alleen aantasting van het recht van God. Het betekent ook een groot gevaar voor de kerk, waardoor ze verloren kan gaan. Niet alleen ziet ze de goede weg dan niet meer door het omfloerste of verkleurde licht. Ze wordt erdoor metterdaad op een dwaalweg geleid die niet naar de Here en Zijn heerlijkheid toe leidt, maar juist van Hem af de duisternis in, als de Here het niet verhoedt. Het is van groot belang dat het zuivere klare licht van Gods Woord blijft schijnen in de bediening van de verzoening, in de prediking van de Christus in zijn diepte en volle omvang. En dat dit zuivere licht ook de harten mag bereiken. De opleiding tot de Dienst des Woords is ook in deze tijd geroepen om Gods Woord zuiver uit te leggen aan de studenten, die zich voorbereiden om Dienaar van datzelfde Woord te mogen worden. De opleiding zal dit moeten doen in de breedte van terreinen die het Woord zelf bestrijkt. Dat betreft dus vele theologische vakken. Naast betrouwbare exegese, en Bijbelkennis, is er ook de ontvouwing van leer van de Schriften en leven naar de Schriften in vakken als dogmatiek en ethiek. Dat geldt ook voor kerkrecht en pastorale vakken. Op al deze terreinen In dat alles moet het zuivere Woord schijnen. Ook het Schriftuurlijk zicht op de kerk in de kerkgeschiedenis is van groot belang. Dat is een grote opgave voor de docenten. Die kunnen dat niet alleen lichamelijk, maar vooral ook geestelijk alleen in de kracht en door de werking van God de Heilige Geest. Daarvoor is voortdurend het gebed van de kerk nodig.
2012-02-11 Voorlopige ACTA GS-HASSELT 2011-2012 deel 5 vastgesteld 17032012voorWebsite.doc
2
Petrus vervolgt zijn betoog in hoofdstuk 2 Hij spreekt nu over valse profeten in het oude testament en als vervolg daarop valse leraars in het nieuwe testament. Hiermee komen we ook aan de tweede opdracht voor de opleiding in art. 18 KO: Het verdedigen van de zuivere leer tegen ketterijen en dwalingen. Wat betekent het woord “vals” bij valse profeten en valse leraren? Het woord staat hier niet als kwaadaardig tegenover goedaardig. Maar het woord vals is het Griekse woord “pseudo”, en staat tegenover waar of zuiver. Pseudo is schijn, namaak. Valse profeten zijn profeten die sterk lijken op ware profeten maar het niet zijn. Ze pretenderen het Woord van God te spreken, maar hebben dat woord aangepast aan de mensen die het moeten horen. Aangepast aan de omstandigheden en aan de denkbeelden die men zelf heeft. Intussen worden de hoorders van deze profeten op het verkeerde pad gebracht. Zo ging dat in het oude testament. Zo werden deze valse profeten ontmaskerd door de ware profeten, die namens hun Zender hun boodschap aan de kaak stelde. Maar het volk ging graag mee met de valse in plaats van de ware profeten, want het volk werd naar de mond gesproken. Maar het verdrietige einde was verderf en ondergang. Zo was dat in het oude testament. Nu met de komst van Christus, is de aanwezigheid van valse leraren niet verdwenen. Nog steeds is de Vader van de leugen actief. En Hij kan zich voordoen als een engel des lichts. Zo waarschuwt Petrus niet alleen dat er valse leraren, pseudoleraren zullen komen, maar dat deze ook listig te werk gaan. Onze vertaling uit 1951 heeft die verderfelijke ketterijen zullen doen binnensluipen. Wat ze leren, is gevaarlijk, verderfelijk zelfs, maar ze doen het in het geheim, hun leer sluipt binnen, verpakt in vertrouwde woorden. Je wordt gemakkelijk misleidt, omdat hun leer op de ware leer lijkt. De HSV heeft over de valse leraars staan dat ze heimelijk verderfelijke afwijkingen in de leer zullen invoeren. Ja kunt door hun leer dus gemakkelijk misleid worden, zodat je zou aannemen dat het de gezonde leer is, en je daar aan overgeven. Maar de werkelijkheid is zegt Petrus dat ze juist met die dwaalleer Christus verloochenen, die hen toch als leden van zijn gemeente heeft gekocht. Zo zaaien zij verderf, maar zullen dat ook zelf ondergaan, als ze zich niet bekeren. Nu is dat onderkennen van dwaalleer een moeilijke zaak die veel kennis, alertheid en onderscheidingsvermogen vraagt. Dwaalleer is inderdaad vaak zo verpakt en gecamoufleerd, en sluit zo gemakkelijk binnen, dat je als kerk steeds op je hoede moet zijn. Bovendien spreekt heimelijke dwaalleer de mensen naar de mond. Dat verklaart waarom ook Petrus daaraan moet toevoegen en ik citeer de HSV: En velen zullen hen, door wie de weg van de waarheid gelasterd zal worden, op hun verderfelijke wegen navolgen. Aan de opleiding tot de dienst des Woords zal daarom naast uitlegging van de Schrift ook steeds dwaalleer besproken moeten, en daarbij weersproken vanuit de Schrift. Oude en bekende dwaalleer zal behandeld moeten worden, maar vooral de ontmaskering ervan bij het licht van de Schrift. Te denken is met name aan de geraffineerde dwaalleer dat de Bijbel wel Gods Woord genoemd mag worden, maar dat toch eigenlijk (veel) mensenwerk is, zij het van heel vrome mensen in hun tijd. Mensen die beïnvloed waren door hun eigen omgeving. We noemen hier als voorbeeld ook de dwaalleer van Karl Barth die vanouds gereformeerde opleidingen heeft veroverd en de Christus van de Schriften verloochent. Een andere leer die zijn duizenden verslaat is de dwaalleer van het pluralisme en oecumenisme, waardoor de vaste grond van het Woord wegvalt, ten gunste van tolerantie en menselijke gevoelens.
2012-02-11 Voorlopige ACTA GS-HASSELT 2011-2012 deel 5 vastgesteld 17032012voorWebsite.doc
3
De kerk heeft van de Here dus een uiterst belangrijke opdracht gekregen om de dwalingen en dwaalleraars te ontmaskeren. Studenten zullen ook daarin geoefend moeten worden, om ook de toekomst met Gods Woord als zwaard van de Geest ketterijen en dwalingen te weerstaan en uit te bannen. Het is van groot belang dat de kerk haar taak in beide onderdelen ziet en daarvoor haar verantwoording voor neemt. Het gaat immers uiteindelijk om dienstbaar te zijn aan het behoud en de geloofsvolharding van de kerk, door het Woord van God en de werking van Christus’ Geest. Een kerk die niet verwerpt alles wat tegen het zuivere Woord van God ingaat, volgt niet langer de ene Heer van de kerk en verspeelt dan het onverdiende genadevoorrecht Kerk van Christus te mogen zijn. Daarom ligt er een grote verantwoordelijkheid bij deputaten en college van opleiding als het gaat om de inrichting van het onderwijs. Al wordt het werk van de opleiding in zwakheid volbracht, als we de Here daarin trouw willen zijn, mogen we het van Zijn kracht verachten. Moge de synode in haar bespreking van de plannen tot inrichting van de opleiding tot de Dienst des Woords vandaag en later wijze en verantwoorde besluiten nomen.
Mededelingen: 1. Ingekomen stukken: 11-02-2012 e -brief broeder G.Smallenbroek waarin hij meldt het 2 verzoek uit zijn appelschrift terug te trekken. -brief van DGK-Groningen e.o. met bevestiging dat zij het archief zullen controleren. 2. Logo: De 2e scriba meldt er nu een logo vastgesteld is voor gebruik op stukken van de GSHasselt. In het logo is een tekst uit psalm 37:5 opgenomen. Het logo is ontwikkeld door broeder T. de Ruig sr. en zijn zoon broeder A. de Ruig. Broeder L.G. Spoelman (secundus) vervangt nu broeder H. Oosterhuis. Broeder L.G. Spoelman (secundus) legt de belofte af.
11-02-2012
Hoofdstuk 5 BINNENLANDSE BETREKKINGEN Artikel 5.xx: Vaststelling van vragen aan de GK-Dalfsen (dolerend). 11-02-2012 Materiaal: 1. Elf ingekomen brieven van afgevaardigden met door hen opgegeven vragen te stellen aan de GK-Dalfsen(dolerend). 2. Voorstel van het moderamen met 15 vragen (met subvragen) als samenvatting van alle ingediende vragen. Overwegingen: 1. Er leven veel vragen bij de afgevaardigden ten aanzien van de GK-Dalfsen (dolerend).
2012-02-11 Voorlopige ACTA GS-HASSELT 2011-2012 deel 5 vastgesteld 17032012voorWebsite.doc
4
2. Voor een goede afweging van het voorstel van de GK-Dalfsen (dolerend) is een open en eerlijk bevragen noodzakelijk om elkaar en de gedachten achter het voorstel van de GKD beter te begrijpen. 3. De inleidende vragen kunnen wantrouwend overkomen in het licht van het uitgangspunt van de deputaten, maar vinden hun grond in de geformuleerde grondslag van de GKD naar buiten toe. Enige toelichting zal nodig zijn in een begeleidende brief. 4. De synode verkeert nog in de fase van meningsvorming over het GKD voorstel en heeft daarbij verduidelijking van de kant van de GKD nodig. Een discussie met de GKD is om die reden nog niet aan de orde. 5. De verduidelijking van de kant van de GKD kan ook van belang zijn voor de leden van de GKD zelf. Besluit: 1. Het moderamen op te dragen een begeleidende brief aan de GKD op te stellen waarin uitgelegd zal worden waarom er veel vragen zijn en hiervoor begrip zal worden gevraagd om dit een open broederlijke sfeer te kunnen afwikkelen. 2. De vragen (15 hoofdvragen met 12 subvragen) uit het voorstel van het moderamen, na doorvoering van de onderstaande amendementen, samen met de begeleidende brief zo mogelijk vóór 14 februari 2012 te sturen aan de GK-Dalfsen (dolerend). Amendementen: a) inzake vragen 1a en 1b aan te geven waardoor deze ingegeven worden (verklaring op hun website) b) in 7a ‘pastorale motieven’ verwijderen. c) In 7b ‘factoren’ vervangen door de onder 7a genoemde ’huiver’ en ‘verschil in klimaat’. 3. In de vergadering met de GK-Dalfsen (dolerend) geen discussie aan te gaan, maar alleen hen te horen. 4. De vergadering met de GK-Dalfsen (dolerend) open te stellen voor leden van de GKDalfsen (dolerend). Besluit 1, 3, en 4 worden unaniem genomen. Tegen besluit 2 wordt één bezwaar ingebracht. Broeder H.J.Mooibroek legt de volgende stemverklaring af ten aanzien van besluit 2: “De Deputaten ACOBB hebben gerapporteerd dat de GK-Dalfsen op het zelfde fundament staat. Dan straalt het nogmaals stellen van al die basale vragen over het fundament en de veelheid van vragen weinig vertrouwen uit. Het lijkt wel of de GK-Dalfsen een toelatingsexamen moet doen.”.
Hoofdstuk 6. Betrekkingen Buitenlandse Kerken. Artikel 6.xx: Rapport deputaten Betrekkingen Buitenlandse Kerken. 11-02-2012 Materiaal: 1. Rapport BBK GS Hasselt 2011 (documentnummer 6.001). 2. E-mail van FRCA, Australie [document: 6.002] 3. Brief van VGKSA, Zuid Afrika [document:6.003] 4. Verzoek DGK-Emmen, onderzoek Westminster Confessie [document:9.003]. Overwegingen: 1. Dat contact zoeken met kerken die niet reageren niet oneindig lang kan worden voortgezet.
2012-02-11 Voorlopige ACTA GS-HASSELT 2011-2012 deel 5 vastgesteld 17032012voorWebsite.doc
5
2. 3. 4. 5. 6.
Dat contact zoeken met kerken niet kan blijven bij een enkele maal. Dat beschuldigingen aan het adres van onze kerken weerlegd moeten worden. Dat gewaakt moet worden voor ongefundeerd beschuldigen van andere kerkengroepen. Dat de FRCA ons het meest nabij ligt en we vasthoudend moeten zijn in deze contacten. Dat de ontwikkelingen ten aanzien van de contacten met de VGKSA, gezien het gesprek met hun deputaat, hoopgevend zijn en om speciale aandacht vragen. 7. Het een goede zaak is om van onze kant de kerkelijke situatie in Nederland voor het voetlicht te brengen, ook naar de FRCA toe. 8. Gezien de twijfels met betrekking tot het belijden in de Westminster Confessie en de signalen die daarover vanuit Canada ontvangen worden over de toepassing van deze belijdenis, een nadere studie aan te bevelen is. 9. Dat vanwege de twijfel over de Schriftuurlijkheid van de Westminster Confessie het verstandig is om de term ‘belijdenis’ in de instructies nader te omschrijven.
Besluit: 1. Het moderamen opdracht te geven de instructies aan te vullen met één die handelt over herhaald contact zoeken en een maximale tijdsperiode alvorens contact zoeken te stoppen. Het besluit wordt unaniem genomen. 2. Het moderamen opdracht te geven een voorstel te doen tot aanvulling van de instructies dat deputaten beschuldigingen aan het adres van onze kerken moeten weerleggen. Het besluit wordt unaniem genomen. 3. Deputaten BBK toestemming te verlenen om in te gaan op het verzoek van de FRCA om hun synode 2012 bij te wonen, onder beding dat er gezorgd wordt voor een inhoudelijke inbreng. Het besluit wordt unaniem genomen. 4. Deputaten BBK toestemming te verlenen om diligent te zijn met betrekking tot gesprekken met Zuid-Afrikaanse deputaten. Het besluit wordt unaniem genomen. 5. Het gesprek met de CANRC aan te gaan en met hen documenten uit te wisselen. Het besluit wordt unaniem genomen. 6. Het moderamen opdracht te geven om met een voorstel te komen om Deputaten BBK uit te breiden en hen de studie naar de Westminster Confessie op te dragen. Het besluit wordt unaniem genomen. 7. Het moderamen opdracht te geven om instructie 2 van deputaten BBK de term ‘belijdenis’ nader te omschrijven als de ‘3 formulieren van eenheid’. Het besluit wordt unaniem genomen. 8. Het nader omschrijven van de term ‘belijdenis’ mag zelf geen reden zijn om contacten direct te verbreken, maar moet gebruikt worden om reformerend te werken. Het besluit wordt unaniem genomen. 9. Deputaten op te dragen in hun rapport een financiële paragraaf op te nemen met daarin de begroting met toelichting. Het besluit wordt unaniem genomen. De preses bedankt vervolgens de broeders deputaten BBK. Vastgesteld op 25 februari 2012.
1e Preses
1e Scriba
2012-02-11 Voorlopige ACTA GS-HASSELT 2011-2012 deel 5 vastgesteld 17032012voorWebsite.doc
6
Ds.S.de Marie
L. Menninga
2e preses H. Oosterhuis
2e scriba C.A. Teunis
2012-02-11 Voorlopige ACTA GS-HASSELT 2011-2012 deel 5 vastgesteld 17032012voorWebsite.doc
7