Aan de raad van de gemeente Lingewaard
Onderwerp
Invoering reclamebelasting/ondernemersfondsen
1. Samenvatting Op 16 juli 2009 is door de fractie PvdA een motie ingediend met het verzoek aan het college om de mogelijkheid te onderzoeken om een ondernemersfonds in te stellen. In de programmabegroting 2012 is eveneens het voornemen opgenomen om te komen tot een ondernemersfonds. De ondernemersverenigingen Huissen, Bemmel en Gendt hebben ons college verzocht ondernemersfondsen op te richten. Dit met als heffingsgrondslag reclamebelasting op basis van WOZ waarden (van het gebruikersdeel). Het voornemen is om reclamebelasting in te voeren en om de opbrengsten van de reclamebelasting minus de perceptiekosten te gebruiken voor de voeding van deze fondsen. De gemeente int de belasting en sluist deze na aftrek van kosten door naar de ondernemers in de vorm van subsidie. Jaarlijks dienen de ondernemersverenigingen vooraf een activiteitenplan met begroting in en verantwoorden achteraf de bestedingen. Afspraken tussen de gemeente Lingewaard en de ondernemersverenigingen zijn vastgelegd in 3 convenanten. Om belastingheffing vanaf begin 2013 mogelijk te maken dient door de gemeenteraad een belastingverordening te worden vastgesteld. Op basis van reclamebelasting kunnen collectieve activiteiten voor vitale winkelgebieden uitgevoerd worden en betalen zogenoemde freeriders, ondernemers die niet meebetalen aan collectieve activiteiten maar wel meeprofiteren mee aan de activiteiten die in centrumgebieden worden georganiseerd. Het aantal freeriders is circa 35-40%. Om dergelijke activiteiten tot een succes te kunnen maken zijn niet alleen de betrokken ondernemers nodig maar ook investeringen. Een ondernemersfonds, dat gevoed wordt uit de opbrengsten van reclamebelasting is daar een financieringsbron voor. In dit voorstel wordt nader ingegaan op de achtergronden en de voor-en nadelen van een dergelijk fonds. Verder op de organisatorische, juridische en financiële aspecten. Ondernemersfondsen zijn fondsen van, door en voor ondernemers. 2. Waarom naar de raad Het heffen van belastingen c.q. het vaststellen van een verordening is op grond van de Gemeentewet een bevoegdheid van de gemeenteraad. Met de verordeningen reclamebelasting kunnen aanslagen reclamebelasting worden opgelegd. Op 16 juli 2009 is door de fractie PvdA een motie ingediend met het verzoek aan het college om de mogelijkheid te onderzoeken om een ondernemersfonds in te stellen. In de programmabegroting 2012 is eveneens het voornemen opgenomen om te komen tot een ondernemersfonds. Met de ondernemersverenigingen Huissen, Bemmel en Gendt en de Kamer van Koophandel zijn de afgelopen jaren diverse mogelijkheden voor het invoeren van ondernemersfondsen onderzocht. Uit dit onderzoek is gebleken dat heffing op basis van de WOZ waarden een relatief eerlijk en goedkoop alternatief is. Met deze nieuwe methode voor het berekenen van het tarief per ondernemer, wordt de hoogte van de belasting bepaald aan de hand van de WOZ-waarde van het gebruikersdeel van het pand. Grote voordelen zijn dat de perceptiekosten sterk worden verminderd en dat de tarifering 'eerlijker' is voor ondernemers. 1
De verordening reclamebelasting is gebaseerd op artikel 227 van de Gemeentewet. In de verordening zijn zaken opgenomen als de begripsomschrijving, het belastbaat feit, de belastingplicht, de vrijstellingen, de maatstaf van heffing, het belastingtarief, het belasting tijdvak, het ontstaan van de belastingschuld, de wijze van heffing, etc.… De verordening is gebaseerd op de ervaringen die in de gemeente Veldhoven en enkele andere gemeenten waar deze vorm van reclamebelasting is of wordt ingevoerd (onder meer Breda, Best, Heesch, Oirschot en Wijchen). In Veldhoven is met succes als eerste gemeente in Nederland een reclameheffing op basis van WOZ waarden gehanteerd. De besturen van de ondernemersverenigingen Huissen, Bemmel en Gendt hebben ons college verzocht om in afgebakende centrumgebieden een reclameheffing in te voeren. De grondslag voor de reclameheffing is gedeeltelijk gebaseerd op de WOZ waarde en gedeeltelijk op het hebben van een openbare aankondiging. Beide zijn objectief vast te stellen. De door de belastingheffing geinde gelden worden na aftrek van perceptie- en inningskosten via een subsidie beschikbaar gesteld aan het ondernemersfonds. Dit fonds wordt gebruikt voor de uitvoering van activiteiten van de ondernemersverenigingen. 3. Doelstelling en beoogd meetbaar effect De doelstelling van een ondernemersfonds is het genereren van middelen voor het financieren van activiteiten, die de aantrekkelijkheid van de winkelcentra in Huissen, Bemmel en Gendt vergroten. Verder de benutting van specifieke kwaliteiten van deze centra om zo meer bezoekers te trekken, hogere bestedingen te genereren en de verblijfsduur te verlengen. Verder met deze ondernemersfondsen de samenwerking tussen ondernemers en de gemeente versterkt. De gemeente en de ondernemersverenigingen Bemmel en Huissen werken al enkele jaren samen in het kader van de centrumplannen Bemmel en Huissen. Met invoering van een reclameheffing wordt de financiering van de activiteitenplannen van de ondernemersverenigingen gefinancierd. Deze activiteitenplannen treft u aan bij de bijlagen. Voor openbare aankondigingen die zichtbaar zijn vanaf de openbare weg kan de gemeente een reclamebelasting heffen (artikel 227 gemeentewet). Daarbij gaat het om alle openbare aankondigingen en niet alleen om reclame. Het tarief kan afhankelijk zijn van de locatie maar ook van de afmetingen van de reclame. Het maakt niet uit of de reclame zich bevindt op eigen terrein of op of boven gemeentegrond (bijvoorbeeld de straat) is geplaatst. 4. Argumenten en alternatieven Ondernemers, eigenaren, maar ook de overheid zijn in toenemende mate ongerust over de economische ontwikkeling van winkelcentra. Het economisch perspectief is bepaald niet gunstig en geeft aanleiding om te veronderstellen dat er de komende jaren sprake is van een daling van de consumentenbestedingen. Daarnaast vult de consument haar bestedingen in toenemende mate in door internetaankopen. Gesteld kan worden dat er sprake zal zijn van een achteruitgang van omzet in winkelcentra en een achteruitgang van de kracht van winkels. Deze ontwikkeling treft ook Lingewaard, zodat ondernemers geconfronteerd zullen worden met omzetverliezen en lagere rentabiliteit, winkelpandeigenaren met huurachterstanden en leegstand en iedere inwoner van Lingewaard uiteindelijk met achteruitgang van het centrum. Door collectieve activiteiten te organiseren kunnen winkelcentra weer een economische impuls krijgen. Er zijn meerdere heffingen/instrumenten, die vorming van een ondernemersfonds mogelijk maken. Voor de invoering van een verplichte collectieve heffing werd tot voor kort in Nederland gebruik gemaakt van een drietal instrumenten, Dit zijn de Bedrijven Investerings Zone (BIZ tot 01-01-2012), een opslag op de OZB (voor niet woningen ) en invoering van een reclameheffing. Bij reclameheffing werd in het verleden uitgegaan van een standaardheffing of een heffing naar omvang van de
2
reclameobjecten. Sinds 2011 is daar een reclameheffing op basis van WOZ waarden bijgekomen. Na afweging van voor- en nadelen van elk instrument hebben de ondernemersverenigingen, de Kamer van Koophandel en ons college de voorkeur uitgesproken voor de invoering van een reclameheffing door middel van een percentage van de WOZ waarde van alle belastingplichtigen met een reclame c.q. een openbare aankondiging. Dat is enerzijds objectief gebaseerd op de waarde van het onroerend goed en dientengevolge ook op de grootte c.q. de hoogte van de huurwaarde. Anderzijds is het een eenvoudige methode, die gebruik maakt van bestaande waarderingen waardoor de invoering snel en effectief geregeld kan worden. Immers het gaat om de gebruikers waarvoor al OZB belasting wordt geheven. 1.1. Een Ondernemersfonds vergroot de kwaliteit van het winkelcentrum en alle ondernemers betalen mee aan activiteiten van de ondernemersverenigingen De ondernemersverenigingen Huissen, Bemmel en Gendt organiseren jaarlijks activiteiten in hun winkelcentra. Momenteel worden de kosten hiervan opgebracht door de leden van de winkeliersverenigingen. Het aantal freeriders (ondernemers die niet meebetalen dus geen lasten hebben, maar wel meeprofiteren dus wel de lusten hebben) neemt echter toe door filialisering en de afname van lokale bedrijven. Ook zijn er ondernemers die geen lid zijn van een ondernemersvereniging. Veel gemeenten kampen met dit probleem, waardoor initiatieven niet of steeds moeilijker van de grond komen. De vorming van een ondernemersfonds geeft deze initiatieven een impuls. Bovendien leert de ervaring in andere gemeenten dat het de betrokkenheid van ondernemers bij hun omgeving vergroot. 1.2. Reclamebelasting is de meest eerlijke en effectieve heffing om een Ondernemersfonds te financieren. Er zijn zoals boven aangegeven meerdere heffingen, die vorming van een ondernemersfonds mogelijk maken. Daarbij is uitgegaan van het principe “van, door en voor ondernemers”. De ondernemers en wij zijn van mening dat reclamebelasting voor Lingewaard deze mogelijkheid biedt. De verhoging OZB nietwoningen levert waarschijnlijk onvoldoende op voor de winkelcentra en moet gemeentebreed worden opgelegd. Ook ondernemers buiten de winkelcentra worden dus aangeslagen, terwijl zij hiervan weinig terug zullen zien. De reclamebelasting op basis van WOZ waarden kan per afgebakend deelgebied worden opgelegd en levert voldoende op om collectieve activiteiten te financieren. Deze bedragen zijn berekend op basis van de met de ondernemersorganisaties overeengekomen tariefindeling. Op grond van een uitspraak van de Hoge Raad mag deze algemene belasting vrij besteed worden en beperkt worden voor activiteiten en voorzieningen in een beperkt gedeelte van het gemeentelijke grondgebied mits voor die beperking een objectieve en redelijke rechtvaardiging bestaat. 1.3 Het draagvlak onder ondernemers voor invoering van een Ondernemersfonds op basis van reclamebelasting is voldoende. Ons college heeft in een eerste reactie de ondernemersverenigingen gevraagd aan te tonen, dat er een acceptabel percentage/aantal van de ondernemers voor de reclameheffing is. Tijdens de ledenvergaderingen van de verenigingen in Huissen en Bemmel hebben deze ledenvergaderingen ingestemd met het invoeren van reclamebelasting. In Huissen is het maximumtarief naar beneden bijgesteld. De ondernemersverenigingen hebben verder raadplegingen gehouden onder de ondernemers in de desbetreffende gebieden. Eind oktober hebben draagvlakmetingen plaatsgevonden onder toeziend oog van een notaris. De meerderheid van de aanwezige ondernemers heeft in Bemmel voor de invoering van de reclamebelasting gestemd. In Huissen werd net geen meerderheid behaald. In Gendt werden te weinig (13) stemmen uitgebracht waarbij er slechts 6 voorstanders waren. In Gendt en in Huissen zijn na de officiële raadplegingen de afgelopen tijd aanvullend schriftelijke stemmen verzameld. In Gendt centrum zijn 55 ondernemers gevestigd. Daarvan zijn 28 lid van de Gendtse Winkeliers Vereniging. Van 55 ondernemers hebben 33 een stem uitgebracht. Dit is een
3
opkomst van 60%. Daarvan waren 23 ondernemers voor en 10 tegen. Van de ondernemers die een stem hebben uitgebracht is een meerderheid voor. In Huissen centrum zijn 103 ondernemers gevestigd. Daarvan zijn 62 lid van de Ondernemers Vereniging Huissen. Van 103 ondernemers hebben 65 een stem uitgebracht. Dit is een opkomst van 63%. Daarvan waren 43 stemmen voor en 22 stemmen tegen. Van de ondernemers die een stem hebben uitgebracht is een meerderheid voor. In Bemmel zijn 81 ondernemers gevestigd. Daarvan hebben 48 een stem uitgebracht. Daarvan waren 30 voor en 18 tegen. Van de ondernemers die een stem hebben uitgebracht is een meerderheid voor. 2.1 Invoering Reclamebelasting moet vooraf gaan aan de oprichting van een Stichting Ondernemersfonds en het vaststellen van een Convenant. De uitgangspunten en afspraken die de gemeente en de ondernemersverenigingen willen maken zijn vastgelegd in 3 convenanten. In het convenant worden de kaders en het financiële toezicht op het ondernemersfonds vastgelegd. De ondernemers moeten jaarlijks vooraf een activiteitenplan met begroting indienen en achteraf verantwoording afleggen van de doelmatige besteding en beheer van de middelen. Het ondernemersfonds wordt voor een bepaalde periode ingevoerd, waarna verlenging afhankelijk is van een evaluatie. 3.1 Een Ondernemersfonds op basis van Reclamebelasting moet voldoende tijd krijgen om zich te bewijzen. Een periode van 3 jaar lijkt voldoende om Ondernemersfondsen op basis van Reclamebelasting kans van slagen te geven. Bij tussentijdse wijziging van de Reclameverordening(en) zal/zullen deze opnieuw voorgelegd worden aan de Raad, tegelijk met de overige belastingverordeningen. 4.1 De invoering van Reclamebelasting vergt investeringen. Aan de invoering van Reclamebelasting zijn eenmalige kosten verbonden. Deze kosten worden door de afdeling Belastingen geschat op circa € 5.000,-. Met de ondernemersorganisaties is overeengekomen deze kosten in mindering te brengen op de afdracht Reclamebelasting. Indien u positief besluit zal echter direct daarna een aanvang worden genomen met de invoering door de afdeling Belastingen. Daartoe is voorfinanciering noodzakelijk. Deze voorfinanciering zal over een periode van 3 jaar in mindering worden gebracht op de afdracht Reclamebelasting (renteloos). Kanttekeningen 1. Bezwaar en beroep Hoewel er draagvlak onder ondernemers voor een Ondernemersfonds op basis van Reclamebelasting lijkt te zijn kan invoering van reclamebelasting bezwaar en beroep met zich meebrengen. In de berekeningen van de invoerings- en uitvoeringskosten wordt rekening gehouden met budget voor bezwaar en beroep. Overigens kan er geen bezwaar gemaakt worden tegen de invoering van de Reclameverordening zelf, wel tegen de individuele aanslag. Ervaring in andere gemeenten, welke al Reclamebelasting hebben ingevoerd, leert dat het aantal bezwaarschriften beperkt bleef. 2. Uitzondering voor de overdekte winkelcentra. De binnenzijde van het overdekte winkelcentrum Assenburg kan niet worden belast als de reclameuiting niet zichtbaar is vanaf de openbare weg. Deze reclame za dus niet worden meegenomen in de reclamebelasting. De buitenzijde van bovengenoemd complex zal echter wel worden belast. In het Convenant zal worden vastgelegd op welke basis georganiseerde ondernemers in een beperkt gebied zich kunnen aansluiten bij het Ondernemersfonds. Gebiedsomschrijving (afgebakend gebied). Alleen binnen de winkelcentra van Huissen, Bemmel en Gendt geplaatste of aangebrachte openbare aankondigingen vallen onder de Reclamebelasting. Op de bij de verordeningen gevoegde kaarten is
4
aangegeven hoever het bereik van de reclamebelasting gaat. Ter zake van aankondigingen buiten de grenzen van het gebied kan de gemeente dus geen reclamebelasting heffen, ook al zijn deze aankondigingen zichtbaar van de openbare weg. Voor en nadelen: Aan het gebruik van de reclamebelasting als een verplichte heffing voor ondernemers kleven zowel voor- als nadelen. Voordelen: 1. Omdat vrijwel iedere ondernemer over één of meerdere openbare aankondigingen beschikt, valt het merendeel van de ondernemers onder de belasting. Alle potentiele belastingbetalers binnen de afgebakende gebieden hebben direct of indirect baat/profijt van de door het ondernemersfonds gefinancierde activiteiten. 2. Gemeenten hebben een grote mate van vrijheid bij het invullen van de reclamebelasting. Zij mogen zelf de heffingsgrondslag bepalen zolang deze niet afhankelijk wordt gesteld van het inkomen, de winst of het vermogen (artikel 219 Gemeentewet). Op basis hiervan is het mogelijk de WOZ-waarde als basis voor de bepaling van de bijdrage te gebruiken. Dit helpt de kosten voor het innen van de belasting te beperken. 3. Reclamebelasting biedt de mogelijkheid om binnen het gebied waarvoor de reclamebelasting in het leven wordt geroepen verschillende tarieven te hanteren. Hiervoor moet wel een objectieve rechtvaardigingsgrond aanwezig zijn. 4. Reclamebelasting kan in principe op elk gewenst moment worden ingevoerd. Het moment van invoering is niet gebonden aan wettelijke beperkingen.
1.
2.
3.
4.
Nadelen: De reclamebelasting kan alleen worden geheven als er sprake is van een openbare aankondiging die zichtbaar is vanaf de openbare weg. Dat geldt weliswaar voor vrijwel ieder bedrijf, maar er moet toch rekening worden gehouden met een groep bedrijven die niet kan worden aangeslagen, omdat zij niet beschikken over een openbare aankondiging. Indien ondernemers openbare aankondigingen verwijderen is belastingheffing niet mogelijk. Uitvoeringskosten: Om reclamebelasting te kunnen heffen, is het nodig openbare aankondigingen te registreren in een bestand en dat bestand bij te houden. Hieraan zijn kosten verbonden. Onder de reclamebelasting vallen ook de openbare aankondigingen van bijvoorbeeld scholen, gemeentelijke instellingen, kerken e.d. Dit kan tot onbedoelde effecten leiden. In de verordening is een bepaling opgenomen die dit soort openbare aankondigingen uitsluit van heffingen. Het is de gemeente die uiteindelijk beslist over het instellen van de reclamebelasting, de hoogte daarvan en over de aanwending van de inkomsten daaruit. Zij bepaalt of ze wel of niet mee wil werken aan het gebruik van de reclamebelasting als financieringsmiddel voor collectieve ondernemersactiviteiten. Ondernemers zijn dus afhankelijk van de medewerking van de gemeente.
Subsidieverordening ondernemersfondsen 2013 Om de reclamebelasting in de vorm van subsidie door te kunnen sluizen naar de ondernemers(fondsen) is een wettelijke grondslag nodig. In de meeste gemeenten waar reclamebelasting is of wordt ingevoerd is dat de algemene subsidieverordening. De gemeente Lingewaard kent uitsluitend een algemene subsidieverordening voor het sociale domein. Om een wettelijke grondslag te hebben is de subsidieverordening ondernemersfondsen opgesteld.
5
5. Hoe gaan we bereiken wat we willen en is evaluatie nodig Er zal tussen de Gemeente Lingewaard en de ondernemersverenigingen in Huissen, Bemmel en Gendt een convenant worden gesloten waarin afspraken gemaakt worden t.a.v. onder andere de tariefstelling, het jaarverslag en de verantwoording, de inning en afdracht, de looptijd en evaluatie e.d. Door de gemeenteraad zal een belastingverordening moeten worden vastgesteld waarin zaken geregeld worden als het belastbaar feit, de belastingplicht, de vrijstellingen, de maatstaf van heffing, het belastingtarief e.d.. Jaarlijks dienen de ondernemersverenigingen een activiteitenplan met budget in te dienen. Jaarlijks dient achteraf inhoudelijk en financieel verslag te worden gedaan en dient verantwoording te worden afgelegd over de doelmatige bestedingen van de subsidiemiddelen. Na 3 jaar zal geëvalueerd worden. 6. Communicatie In een vroegtijdig stadium heeft meerdere malen overleg plaatsgevonden met de voorzitters van de ondernemersverenigingen en de Kamer van Koophandel. Er zijn informatieavonden geweest op respectievelijk 28 augustus 2012 in Bemmel, 5 september 2012 in Gendt en 11 september 2012 in Huissen. De voorzitter van de ondernemersvereniging Bemmel heeft met alle fractievoorzitters overleg gevoerd. Daarnaast zijn er ledenvergaderingen geweest. Ook in de lokale pers en in een nieuwsblad van de Kamer van Koophandel is over het onderwerp gecommuniceerd. Ten behoeve van de draagvlakmeting en de informatieavonden zijn ondernemers schriftelijk aangeschreven. De verordeningen zullen ter inzage worden gelegd bij het Klanten Contact Centrum. Ook op de website van de gemeente wordt de nodige informatie verstrekt. Conform artikel 139 van de Gemeentewet moet het vaststellen van een verordening bekend gemaakt worden. Het niet voldoen aan de bekendmakingsplicht kan leiden tot onverbindendheid van de verordening. 7. Kosten, baten en dekking Belastingtarief /Hoogte heffingsgrondslag. In de nu voorliggende concept verordeningen wordt uitgegaan van een vast bedrag van € 200 per vestiging, te vermeerderen met € 1,31 voor iedere € 1.000 (WOZ) waarde boven de € 153.000,- tot een maximum van € 700 per vestiging. In Bemmel is sprake van een hoger ambitieniveau. Daarom is het startbedrag € 240,-. In Huissen is er voor gekozen om als maximaal bedrag € 550,- te hanteren. De belastingtarieven zijn afgestemd op de activiteitenbegrotingen van de ondernemersverenigingen. Bij de bepaling van de toekomstige lasten voor de potentiële belastingbetalers hebben de ondernemersverenigingen als uitgangspunt genomen om zoveel als mogelijk aan te sluiten bij de contributie die nu de leden van de ondernemersverenigingen betalen. De potentiële belastingbetalers zijn in het traject van de draagvlakmeeting ingelicht over de toekomstige lasten. Het voornemen is om de contributie voor de leden als de ondernemersfondsen bestaan te reduceren. Afspraken ten behoeve van controle van de besteding van het ondernemersfonds zijn opgenomen in de bijlagen. Belangrijk gegeven voor de gemeente is de rekening en verantwoording, Het gaat uiteindelijk om belastinggeld. Opbrengsten- Kosten De geraamde opbrengsten van de belastingheffing zijn € 80.051,- (waarvan € 18.394,- in Gendt, €29.119,- in Bemmel en €32.538,- in Huissen.) De gemeente maakt kosten voor de heffing en inning van de reclamebelasting, de zogenoemde perceptiekosten. Uit informatie van andere gemeenten komt naar voren, dat bij reclamebelasting op basis van de omvang van de reclameuitingen de perceptiekosten circa 12 tot20% bedragen. De 6
perceptiekosten voor een reclameheffing op basis van de WOZ waarden liggen lager. In het geval van Lingewaard zou het incidenteel gaan om een bedrag van tenminste € 5.000,-. Dit betreft vooral de kosten voor inventarisatie van de belastingobjecten en het aanpassen van de belastingsoftware. U kunt verder denken aan de kosten van (het bijhouden van mutaties in de) belastingadministratie en invordering (uitstel van betaling, betalingsregelingen, aanmaningen). Structureel gaat naar verwachting jaarlijks om een bedrag van minimaal € 1000,-. Dit zijn hoofdzakelijk kosten voor het onderhoudscontract van de software. Hier komen nog kosten van bezwaar en beroepsafhandeling bij. De exacte incidentele en structurele kosten van de heffing en invordering zijn nog onbekend. De al te noemen kosten zijn slechts een indicatie. De gemeente heft en int jaarlijks de reclamebelasting en draagt de opbrengst na aftrek van alle gemaakte incidentele en structurele kosten af aan de ondernemersvereniging De gemeente kan financieel risico oplopen ten gevolge van bezwaar en beroep (o.a. griffierechten). 8. Voorstel 1. In te stemmen met de convenanten Reclamebelasting Bemmel, Huissen en Gendt ten behoeve van de vorming van Ondernemersfondsen; 2. De verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting Bemmel, Gendt en Huissen 2013 vast te stellen. 3. De invoering van Reclamebelasting t.b.v. Ondernemersfondsen na 3 jaar te evalueren; 4. De subsidieverordening ondernemersfondsen Huissen, Bemmel en Gendt 2013 vast te stellen.
9. Behandeling tijdens de Politieke Avond Dit voorstel is behandeld tijdens de Politieke Avond BFW van 29 november 2012. Geconcludeerd is dat het voorstel kan worden voorgelegd aan de gemeenteraad. Naar aanleiding van een vraag uit de PA over het inhouden van kosten m.b.t. de aan de Ondernemersverenigingen uit te betalen bedragen en of ook de kosten van bezwaar en beroep daaronder kunnen worden vervat, zou de portefeuillehouder daarover in contact treden met de Ondernemersverenigingen. Dat contact heeft plaatsgevonden op 3 december 2012. Het behandelen van bezwaar en beroep valt onder de perceptiekosten. Deze kosten zijn voor rekening van de ondernemersverenigingen. Het betreft heffingsbezwaren. De eerste 200 heffingsbezwaren zitten in het 'belastingcontract' met Arnhem; indien het totaal aantal bezwaren daar binnen blijft zijn geen extra kosten verschuldigd. De gemeente Lingewaard krijgt echter een meerwerknota (€ 50,-- per bezwaar) indien dit aantal hoger is; alleen wanneer dat het geval is zijn de kosten voor het fonds, m. a.w. voor de ondernemers. Voor wat betreft beroepszaken vallen de eerste 40 in het contract met Arnhem. Voor het meerdere betalen we € 400 per beroep. In artikel 5 van de convenanten is opgenomen dat de perceptiekosten door de ondernemersfondsen worden gedragen. Als er minder te verrekenen bezwaren zijn, blijven er dus meer opbrengsten voor de ondernemers over. Lingewaard, 4 december 2012. burgemeester en wethouders van de gemeente Lingewaard, de secretaris, de waarnemend burgemeester,
w.g. E.R. Loenen
w.g. C.J. Telder (b.a.)
7
Besluit raad
Besluitnummer Onderwerp
116/2012 Invoeren ondernemersfonds/Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting
De raad van de gemeente Lingewaard; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van de gemeente Lingewaard d.d. 4 december 2012; gehoord de behandeling tijdens de Politieke Avond d.d. 29 november 2012 gelet op het bepaalde in artikel 227 van de Gemeentewet; besluit: 1. In te stemmen met de convenanten Reclamebelasting Bemmel, Huissen en Gendt ten behoeve van de vorming van Ondernemersfondsen; 2. De verordening op de heffing en de invordering van reclamebelasting Bemmel, Gendt en Huissen 2013 vast te stellen; 3. De invoering van Reclamebelasting t.b.v. Ondernemersfondsen na 3 jaar te evalueren; 4. De subsidieverordeningen ondernemersfondsen Huissen, Bemmel en Gendt 2013 vast te stellen.
Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering van 13 december 2012. De raad voornoemd, de griffier,
de voorzitter,
w.g. Th.G.L. Greep
w.g. S.P.M. de Vreeze
8