6.1. (JUNI 97) Afdeling 6 : TECHNISCH MEEWERKEN Functieclassificatie : technisch meewerken
Doel van de functiefamilie -------------------------------Vanuit de eigen technische deskundigheid gespecialiseerde diensten of producten leveren die bijdragen tot een goede werking van de administratie en/of een optimale dienstverlening. De technisch assistent werkt individueel en/of in groep met de medewerkers, onder de rechtstreekse leiding van de ploegbaas, van wie de dagelijkse opdrachten uitgaan.
6.1.
GEMEENSCHAPPELIJKE VERANTWOORDELIJKHEDEN EN TAAKBESCHRIJVINGEN __________________________________________________________ ( I.A - I.B )
6.1.1. de eigen werkzaamheden inhoudelijk plannen, logistiek voorbereiden en praktisch organiseren teneinde een correcte, tijdige en vlotte uitvoering van de opdrachten te garanderen. - plannen van tijdschema - logistieke voorbereiding, o.a. voorbereiden van materieel, voorzien wat voor de taak moet worden meegenomen, ... - ... 6.1.2. zelfstandig en vakkundig de opgelegde taken en opdrachten uitvoeren, overeenkomstig de regels van de kunst, en dit volgens een taakverdeling opgesteld door de ploegbaas, de controleur van werken of de werkleider 6.1.3. gedeeltelijke overname van de bevoegdheden van de ploegbaas bij diens afwezigheid, eventueel onder toezicht van de controleur van werken of van de werkleider 6.1.4. inspringen bij andere logistieke activiteiten, op vraag van de ploegbaas, de controleur van werken, de werkleider, of op eigen initiatief 6.1.5. onderhouden en herstellen van de gebruikte machines, toestellen en materieel
6.2. (JUNI 97) 6.1.6. tijdens de wachtperiodes alle noodzakelijke maatregelen nemen - zichzelf informeren betreffende de te volgen procedures - ... 6.1.7. strenge controle op de naleving van de veiligheidsvoorschriften 6.1.8. schriftelijke en mondelinge rapportering aan de hiërarchische meerderen, m.i.v. adviesverlening m.b.t. het uitvoeren van werken, teneinde het resultaat van de geleverde prestaties te vergelijken met de kwaliteitsnormen - evalueren van geleverde prestaties - ... 6.1.9. houdt zich op de hoogte van de ontwikkeling van zijn vak, leest vakbladen en documentatie en overlegt met de ploegleden 6.1.10. het assisteren vanuit de eigen professionele kennis en ervaring van andere diensten in gevallen en aangelegenheden waar dit nuttig en/of noodzakelijk is, zowel op eigen initiatief als in opdracht 6.1.11. de eigen voorraad van ingrediënten, technische materialen en/of instrumenten inventariseren, aanvullen, beheren en onderhouden teneinde - voorstellen te doen naar ploegbaas en/of controleur van werken of werkleider voor de nodige aankopen, - bij te dragen tot het economisch gebruik ervan, - te allen tijde te beschikken over genoeg kwaliteitsvolle werkmaterialen en/of grondstoffen, en materieel - ... 6.1.12. gepast reageren in kritische situaties ( bv. onvoorziene logistieke moeilijkheden of technische mankementen ), teneinde te voorkomen dat het goede verloop van de werkzaamheden in het gedrang komt - technische mankementen verhelpen - kleine herstellingen uitvoeren - ...
6.3. (JUNI 97) 6.2. GEMEENSCHAPPELIJKE FUNCTIEPROFIELEN _____________________________________________ A. Kennisvereisten --------------------6.2.1. een grondige vakkennis bezitten van het eigen vakgebied ( II.A3 ) 6.2.2. basiskennis op verschillende domeinen van manuele arbeid ( II.A3 ) 6.2.3. kennis van en technisch inzicht in bepaalde specifieke taken binnen de ploeg ( II.A3 ) 6.2.4. kennis van het juiste gebruik van toestellen, materieel, materialen en producten ( II.A3 ) 6.2.5. op de hoogte zijn van te volgen procedures tijdens wachtperiodes ( II.A3 )
B. Vaardigheidsvereisten ------------------------------
1. ORGANISATORISCHE VAARDIGHEDEN ----------------------------------------------------------6.2.6. de vereiste lichaams- en handvaardigheid hebben, d.i. een voldoende bekwaamheid en vaardigheid bezitten om de opgedragen taken uit te voeren 6.2.7. zelfstandig, snel en correct taken kunnen afhandelen, zelfstandig de nodige voorbereidingen kunnen treffen om tot de uitvoering van de taken over te gaan, en binnen de opgelegde taak zelfstandig kunnen beslissen ( II.B1 ) - kent het eigen materieel, weet waar hij/zij mee bezig is - heeft inzicht in wat kan fout lopen, voorziet mogelijke problemen - durft verantwoordelijkheid te nemen, stapt niet steeds naar de chef, doch durft dit wel te doen indien dit echt nodig is - moet niet voor alles geleid worden, behoeft geen constante controle - weet hoever hij/zij kan gaan, kent de grenzen van de eigen bevoegdheden - panikeert niet bij plots opduikende moeilijkheden - ...
6.4. (JUNI 97)
6.2.8. beschikt over een goede werkorganisatie ( II.B2 ) - is steeds op de hoogte van de stand van zaken van de eigen werkzaamheden en organiseert deze zo dat bij afwezigheid de werkzaamheden door de ploegbaas en/of de andere collega's kunnen worden voortgezet, geeft daartoe ook de nodige informatie - controleert, plant en coördineert de eigen werkzaamheden - maakt afspraken met collega's, houdt stipt de werkregeling bij, ziet zelf prioriteiten - ... 6.2.9. groot en constant concentratievermogen ( II.B3 ) 6.2.10. probleemoplossend werken ( II.B4 ) -
kan het essentiële van het bijkomstige onderscheiden zoekt actief oplossingen voor problemen, laat problemen niet aanslepen overlegt indien nodig met de ploegbaas ...
6.2.11. flexibiliteit en vaardigheid om ingezet te worden binnen andere ploegen voor opdrachten die niet tot de strikte inhoud van de functie behoren ( II.B5 ) - is bereid zich in verschillende taken inpasbaar te maken, is bereid ook andere of nieuwe taken op te nemen - is bereid rekening te houden met dienstprioriteiten bij de verlofplanning - springt voor anderen in indien nodig - ... 6.2.12. op grondige wijze een plan kunnen lezen, een situatie analyseren, ... , m.i.v. de hoeveelheden benodigd product en materiaal kunnen berekenen, het juiste materiaal en materieel gebruiken
6.5. (JUNI 97) 2. SOCIALE VAARDIGHEDEN ----------------------------------------6.2.13. communicatievaardigheid, d.i. kunnen omgaan met zeer verschillende mensen ( II.B6 ) - neemt een beleefde en correcte houding aan tegenover anderen - geeft duidelijke en klantgerichte antwoorden - ... 6.2.14. vlotte gesproken en geschreven taalbeheersing
( II.B7 - II.B8 )
6.2.15. klantvriendelijkheid en behulpzaamheid ( II.B9 ) - is begaan met het imago van de administratie - houdt rekening met vragen van anderen en speelt daar op in - ... 6.2.16. in teamverband kunnen werken, samenwerkingsvermogen, overlegbereidheid, alsmede het aanvaarden van en rekening houden met gerechtvaardigde terechtwijzigingen van het diensthoofd en opmerkingen van alle medewerkers, het verrichten van ondersteunende taken t.a.v. collega's van de eigen of van andere gemeentelijke diensten, zowel op eigen initatief als op vraag van het diensthoofd of van de gemeentesecretaris ( II.B10 ) -
houdt zich aan de afspraken past de eigen houding aan de andere ploegleden aan is bereid in te springen voor anderen durft aan de bel te trekken bij problemen of conflicten ...
3. LEIDINGGEVENDE VAARDIGHEDEN ------------------------------------------------------6.2.17. leidinggevende vaardigheden bezitten, meer specifiek voor de eventuele vervanging van de ploegbaas bij diens afwezigheid, o.a. -
andere medewerkers begeleiden, richtlijnen en opdrachten geven spontaan de leiding op zich nemen zonder daartoe expliciet de opdracht te hebben gekregen aandacht voor de efficiënte uitvoering van de taken van de dienst zelfstandige beslissingsvaardigheid, met respect voor de grenzen van deze bevoegdheid
( II.B11 - II.B17 )
6.6. (JUNI 97) De leidinggevende vaardigheden, van toepassing op de ploegbazen, zijn hier ook in meer of mindere mate van toepassing, evenwel rekening houdend met de positie van de technisch assistent in het geheel van de organisatie
C. Attitudevereisten -----------------------
1. HOUDING T.O.V. DE FUNCTIE --------------------------------------------6.2.18. een actieve, kwaliteitsbewuste en probleemoplossende houding aannemen tegenover de werksituatie, m.i.v. -
zin voor verantwoordelijkheid ( vooral tijdens de wachtperiodes ), belangstelling voor en betrokkenheid bij het werk, m.i.v. een positieve ingesteldheid ( II.C1 ) - respecteert regels ( bv. wegcode, reglement op veiligheid, ... ) - kan iets meer doen dan oorspronkelijk voorzien - neemt zelf de verantwoordelijkheid voor slecht uitgevoerd werk en geeft collega's niet de schuld - wil het werk goed doen en doet dit ook plichtsbewust, goed en snel - voert stipt, tijdig en volledig de opdrachten uit, rekening houdend met afspraken, tijdschema's, ... - signaleren van problemen en toestanden vastgesteld tijdens het uitoefenen van de functie
-
zin voor nauwkeurigheid, volledigheid, orde en netheid ( II.C2 ) - voert de opdracht nauwkeurig en volledig uit, ook bij onvoorziene uitbreiding ervan - vindt snel terug wat gevraagd wordt, ruimt het atelier op, laat geen voorwerpen rondslingeren - gebruikt een werkmethode die voor anderen toegankelijk is - ...
-
zin voor initiatief, creativiteit en inventiviteit, o.a. oog hebben voor en toepassen van nieuwe werkmethoden die de werking van de dienst kunnen verbeteren ( II.C3 ) - zoekt spontaan naar een zo efficiënt mogelijk gebruik van tijd en middelen - haalt maximaal resultaat uit de beschikbare middelen
6.7. (JUNI 97) - kiest op een resultaatgerichte manier de middelen en materialen die het best geschikt zijn voor de opdracht - kan acute problemen oplossen met "depannagemiddelen" - heeft orginele ideeën, durft afstappen van routine, stelt nieuwe dingen voor, kaart dingen aan die voor verbetering vatbaar zijn, ... - durft in acute situaties onmiddellijk beslissen, wacht niet op instructies om te handelen - ... -
regelmaat, werkritme en doorzettingsvermogen
( II.C4 )
- drijft het eigen tempo op om het werk gedaan te krijgen op een bepaald ogenblik - ... -
aanvaarding van de werkomstandigheden, o.a. bereidheid tot bijkomende prestaties, bereidheid zich aan te passen aan nieuwe werkmethoden, vernieuwingsbekwaamheid, en gebruik van de beschikbare handleidingen ( II.C5 )
6.2.19. tact, discretie en respect voor het beroepsgeheim
( II.C6 )
6.2.20. bereidheid om zich permanent bij te scholen, d.i. -
door actieve vorming en opleiding permanent op de hoogte blijven van de theoretische en praktische ontwikkelingen in het eigen vakgebied,
-
op de hoogte blijven van maatschappelijke ontwikkelingen inzake de taken van de dienst
( II.C7 ) 6.2.21. aandacht voor de arbeidsveiligheid in de dienst, m.i.v. het motiveren van de medewerkers voor veilig en gezond werk, en een sterke bekommernis om de eigen en andermans veiligheid ( II.C8 ) -
vermijdt door de manier van werken zoveel mogelijk ongevallen reageert koelbloedig in geval van noodsituaties voorziet gevaarlijke toestanden springt voorzichtig om met gevaarlijke producten draagt gepaste veiligheidskledij ...
6.8. (JUNI 97)
6.2.22 verzorgd voorkomen ( II.C9 ) - is passend en proper gekleed, verzorgt de persoonlijke hygiëne, vernieuwt tijdig vuile kledij, ... _ ... 6.2.23. aandacht voor onderhoud van machines, toestellen en materiaal en zorg dragen voor de goede staat van het toevertrouwde materiaal en materieel - zorgt voor een tijdig onderhoud van het materieel - leest gebruiksinstructies en past ze toe - ...
2. HOUDING T.O.V. DERDEN ---------------------------------------6.2.24. een correcte en loyale houding aannemen tegenover de leden van het college en van de gemeenteraad, tegenover de meerderen en de collega's en tegenover de burgers ( II.C10 ) 6.2.25. kunnen overleggen en samenwerken met hiërarchische meerderen, met de ploegbazen en met de leden van de werkliedenploegen, alsmede aanvaarden van en rekening houden met gerechtvaardigde opmerkingen van alle medewerkers