Reglement Schoolexamen voor het v.w.o.-atheneum en het v.w.o.-gymnasium Scholengemeenschap De Grundel, locatie Lyceum De Grundel Schooljaar 2015-2016 (cohort 2015-2018) De locatiedirecteur van Lyceum De Grundel, hiertoe gemandateerd door de voorzitter van de centrale directie, overwegende dat ter uitvoering van artikel 31 van het Examenbesluit voor dagscholen v.w.o.-h.a.v.o. en op grond van het Examenreglement van het Lyceum de Grundel een schriftelijke regeling van het schoolexamen per locatie moet worden vastgesteld; gehoord de leraren van de schoollocatie Lyceum De Grundel; besluit: dat het schoolexamen voor het v.w.o-atheneum en voor het v.w.o.-gymnasium van de locatie Lyceum De Grundel wordt ingesteld met inachtneming van de volgende bepalingen: 1
Verantwoordelijkheden en eindexamencommissie
1.1
Het schoolexamen wordt onder verantwoordelijkheid van het bestuur namens de locatiedirecteur afgenomen door de examencommissie van de schoollocatie.
1.2
De examencommissie bestaat uit: a de examensecretaris, de teamleider vwo-bovenbouw en de teamleider havo-bovenbouw b vier bovenbouwdocenten Een docent is examensecretaris en fungeert als zodanig als ambtelijk secretaris bij de vergaderingen van de examencommissie.
1.3
Wanneer een leerling het niet eens is met een beslissing van de examencommissie kan de leerling binnen 3 werkdagen gemotiveerd beroep aantekenen bij de locatiedirecteur. De locatiedirecteur neemt het beroep in behandeling en herziet al dan niet de maatregel van de examencommissie. Als de leerling het ook niet eens is met de maatregel die de locatiedirecteur neemt, kan de leerling in beroep bij de Commissie van Beroep. Is de leerling geen 18 jaar, dan kunnen de ouders dat namens de leerling doen. Dit moet gebeuren binnen drie werkdagen nadat de leerling schriftelijk bericht heeft gehad van de genomen maatregel. Het adres is: Commissie van Beroep Inzake gevallen betreffende onregelmatigheden bij het examen Postbus 864 7550 AW Hengelo
2
Beoordelingen van de schoolexamenonderdelen
2.1
Voor ieder vak bestaat het schoolexamen uit een aantal schoolexamenonderdelen, zoals mondelinge en schriftelijke toetsen, handelingsdelen en praktische opdrachten.
2.2
Alle beoordelingen van de schoolexamenonderdelen van een vak die mede bepalend zijn voor de uiteindelijke beoordeling van het schoolexamenresultaat van een kandidaat voor dat vak worden door de examinator uitgedrukt in een cijfer. Bij de bepaling van dit cijfer maakt de examinator gebruik van een schaal van cijfers lopende van een tot en met tien. Hij kan ook gebruik maken van de daartussen liggende cijfers met één decimaal.
2.3
De door de kandidaat behaalde resultaten voor de schoolexamenonderdelen, uitgedrukt in de door de examinator toegekende cijfers, bepalen gezamenlijk het door de kandidaat behaalde eindresultaat van het schoolexamen in een vak, overeenkomstig de in de bijlagen per vak in procenten uitgedrukte weging van ieder schoolexamenonderdeel.
2.4
De examinator stelt de kandidaat zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen 10 werkdagen, dan wel minimaal 1 dag voorafgaand aan de inschrijving op de herkansingen, in kennis van de beoordeling van een schoolexamenonderdeel. In het geval van een mondelinge toets wordt de kandidaat in principe binnen 2 werkdagen na afloop van dit schoolexamen op de hoogte gesteld van het behaalde resultaat. Bij praktische opdrachten die een langere periode in beslag nemen dan tien werkdagen geldt dat de beoordeling pas kan plaatsvinden als de laatste kandidaat de praktische opdracht heeft vervuld.
2.5
Alle door de kandidaat gemaakte examenwerk wordt hem zo spoedig mogelijk na correctie en beoordeling op school ter inzage gegeven. Niet eerder dan drie dagen na het bekend maken van de beoordeling wordt het werk aan de kandidaat ter hand gesteld. De kandidaat is verplicht het aan hem ter hand gestelde examenwerk in een persoonlijk examendossier te bewaren tot de datum van 1 januari volgend op het moment waarop het centraal examen is afgelegd.
2.6
Indien een kandidaat ernstig twijfelt aan de juistheid van de beoordeling van een schoolexamenonderdeel, is er de mogelijkheid van beroep bij de examencommissie. Van deze mogelijkheid kan niet eerder gebruik gemaakt worden dan nadat de kandidaat en de examinator in een onderling gesprek een poging hebben gedaan de twijfels van de kandidaat weg te nemen. Dit beroep moet schriftelijk worden ingediend bij de examensecretaris en wel binnen 3 werkdagen nadat de examinator de beoordeling officieel bekend heeft gemaakt. Het beroepschrift moet zeer nauwkeurig de gronden noemen waarop de twijfel is gebaseerd. De examensecretaris neemt contact op met de examinator. De examensecretaris zal in eerste instantie trachten een oplossing te bereiken. Wanneer ook dit overleg niet tot een oplossing leidt, zal de examensecretaris in samenspraak met de examinator advies uitbrengen aan de examencommissie. De examencommisie neemt een beslissing nadat zij kennis heeft genomen van het advies en de leerling heeft gehoord. De commissie informeert zich zo breed mogelijk en kan om aanvullende informatie vragen. De beslissing wordt daarna binnen 4 werkdagen mondeling aan de leerling meegedeeld. De uitspraak wordt daarna schriftelijk bevestigd.
2.7
De beoordelingen van de verschillende schoolexamenonderdelen per vak worden digitaal en schriftelijk aan het eind van ieder kwartiel aan de leerlingen en de ouders en/of verzorgers gerapporteerd.
2.8
De kandidaat die aannemelijk kan maken dat de omstandigheden waaronder hij een schoolexamentoets heeft moeten afleggen buiten zijn schuld of toedoen zeer nadelige invloed hebben gehad op het niveau en de beoordeling van zijn prestaties voor een schoolexamentoets, kan zich binnen drie werkdagen na de dag waarop de schoolexamentoets is afgelegd rechtstreeks tot de examensecretaris wenden met de klacht. De klacht wordt voorgelegd aan de examencommissie.
3
Mondelinge schoolexamentoetsen
3.1
Een mondelinge schoolexamentoets wordt voor zover de onderwijsorganisatie het toelaat afgenomen door de examinator in het betreffende vak en in aanwezigheid van een andere leraar, zo mogelijk een vakcollega, assessor genoemd. In het geval dat de mondelinge toets zonder assessor wordt afgenomen moet een opnameapparaat worden gebruikt. Ook in het geval er naast de examinator een assessor is zal er opnameapparatuur gereed staan om het examen op te nemen. De keus is aan de leerling of van die mogelijkheid gebruik wordt gemaakt. De leerling zal door de examinator voor aanvang van de toets op deze mogelijkheid worden gewezen.
3.2
4
De assessor wordt na overleg met de examinator aangewezen door de voorzitter van de eindexamencommissie ofwel door een ander lid van de schoolleiding die hem in deze vertegenwoordigt.
Eindbeoordeling per vak van het schoolexamen
In aanvulling op hetgeen hierover is vastgesteld in Hoofdstuk III van het Examenreglement, gelden de volgende bepalingen: 4.1
Voor de schoolexamens van alle vakken, uitgezonderd de vakken ckv en lo, geldt dat de examinator van elk vak zijn eindoordeel over het resultaat van het schoolexamen van een kandidaat uitdrukt in een cijfer. In het geval van de vakken ckv en lo wordt het uiteindelijke resultaat van het schoolexamen uitgedrukt in een woordelijke beoordeling als “niet naar behoren”, “voldoende” of “goed”. Voor de vakken waarvoor behalve een schoolexamen ook een centraal examen wordt afgelegd, gebruikt de examinator bij de toekenning van het eindcijfer van het schoolexamen een schaal van cijfers lopende van een tot en met tien, met de daartussen liggende cijfers met één decimaal. Voor de vakken waarvoor het schoolexamen volledig bepalend is voor het eindresultaat, worden de eindcijfers afgerond op een geheel getal.
4.2
Bij de toekenning van cijfers is het eindcijfer van het schoolexamen in een vak het gewogen gemiddelde van de beoordelingen die voor alle schoolexamenonderdelen van dat vak, zoals aangegeven in de bijlagen, zijn toegekend. Indien het gemiddelde een cijfer met twee of meer decimalen is, wordt dit cijfer afgerond op de eerste decimaal, met dien verstande dat deze decimaal met 1 verhoogd wordt indien de tweede decimaal zonder afronding 5 of hoger is. Indien het eindcijfer van het schoolexamen tevens het eindcijfer voor het vak is wordt afgerond op een geheel cijfer, met dien verstande dat dit gehele cijfer met 1 verhoogd wordt indien de eerste decimaal zonder afronding 5 of hoger is.
4.3
Het schoolexamen wordt tenminste acht werkdagen voor de aanvang van het centraal examen afgesloten.
4.4
De kandidaat wordt van de resultaten van het schoolexamen schriftelijk in kennis gesteld vóór de aanvang van het centraal examen.
5
Examendossier
5.1
Het schoolexamen voor het vwo bestaat uit een examendossier. Het examendossier bestaat uit twee componenten: o de door de school geadministreerde beoordelingen van de resultaten van alle schoolexamentoetsen; o de door de kandidaat verzamelde bundeling van alle schoolexamenonderdelen, te weten de beoordeelde schriftelijke schoolexamentoetsen en de verslagen en/of bewijsstukken van de resultaten van praktische opdrachten.
5.2
De kandidaat is verplicht alle door hem verzamelde schoolexamenonderdelen te bewaren tot de datum van 1 januari volgend op het moment waarop hij het centraal examen heeft afgelegd.
6
Herkansingsregeling
6.1
Voor 4VWO en 5VWO geldt dat de leerling per toetsweek 1 schriftelijke toets mag herkansen op de dag van de herkansingen. Dit kan een voortgangstoets zijn of een schoolexamentoets. De herkansing is niet afhankelijk van het eerder behaalde resultaat Het hoogste cijfer telt. In klas 4 kan een leerling dus maximaal 4 herkansingen maken (periode 1 t/m 4) en ook in klas 5 kan een leerling maximaal 4 herkansingen maken (periode 5 t/m 8). Voor de schoolexamentoetsen die worden afgenomen in 6VWO geldt dat de kandidaat gedurende periode 10 een toets uit periode 9, gedurende periode 11 een toets uit periode 10 en direct na periode 11 een schriftelijke toets uit periode 11 kan herkansen;
6.2
Voor 4, 5 en 6VWO geldt dat de kandidaat een ingehaalde toets niet mag herkansen; dat bij een gemiste herkansing het eerder behaalde resultaat telt; wanneer een toets moet worden ingehaald wordt bepaald door de schoolleiding; de herkansingen moeten worden afgelegd in de daarvoor vastgestelde periode; een onderdeel van het examen kan slechts één maal worden herkanst, in geval van herkansing geldt het hoogste resultaat als definitief cijfer voor het betreffende onderdeel; De volgende onderdelen van het schoolexamen zijn uitgesloten van herkansing: profielwerkstuk en groepswerkstukken, praktische opdrachten en mondelinge tentamens.
6.4
Kandidaten die wegens ernstige ziekte of een andere vorm van overmacht één of meerdere schoolexamentoetsen niet hebben kunnen maken, krijgen de kans deze toets(en) in te halen. Een toets die moet worden ingehaald, kan niet ook nog worden herkanst.
6.5
Indien een kandidaat afwezig is geweest bij een geboden herkansing, vervalt het recht op herkansing.
6.6
In bijzondere gevallen waarin deze herkansingsregeling niet voorziet, wordt door de afdelingsteamleider in overleg met de examinator een passende oplossing gezocht.
7
Herexamen van het schoolexamen 7.1
7.2
De kandidaten kunnen aan het begin van het vijfde leerjaar voor één vak met uitsluitend een schoolexamen dat in het vierde leerjaar onvoldoende is afgesloten, een herexamen afleggen. De kandidaten kunnen aan het begin van het zesde leerjaar voor één vak met uitsluitend een schoolexamen dat in het vijfde leerjaar onvoldoende is afgesloten, een herexamen afleggen. De kandidaten kunnen aan het eind van het zesde leerjaar voor één vak met uitsluitend een schoolexamen dat in het zesde leerjaar onvoldoende is afgesloten, een herexamen afleggen. De sectie bepaalt welke onderdelen afgenomen worden en op welke wijze het herexamen plaatsvindt. Acht werkdagen voor het begin van het centraal examen dient bovenstaande regeling te zijn afgesloten.
8
Absentie en te laat komen
8.1
De kandidaat die door ziekte of een andere vorm van overmacht is verhinderd aan een schoolexamentoets of aan een onderdeel van het centraal examen deel te nemen, laat dit zo snel mogelijk, maar uiterlijk voor aanvang weten aan de examensecretaris.
8.2
Absentie bij een schoolexamentoets zonder (tijdig) bericht kan door de examensecretaris na overleg met de teamleider van de betreffende afdeling worden aangemerkt als onttrekking aan het schoolexamen en daarmee als een onregelmatigheid in de zin van artikel 9 en 10 van dit reglement.
8.3
De kandidaat die naar het oordeel van de examencommissie tengevolge van ziekte of andere vorm van overmacht niet aan een schoolexamentoets heeft kunnen deelnemen, wordt in de gelegenheid gesteld een vervangende toets vóór het centraal examen in te halen.
8.4.
Wanneer de kandidaat te laat komt bij een schoolexamentoets bepaalt de examensecretaris in samenspraak met de teamleider van de betreffende afdeling of de kandidaat nog aan de desbetreffende toets kan deelnemen en of bij toelating de voor de toets uitgetrokken tijdsduur wel of niet nog volledig wordt toegekend.
9
Maatregelen bij onregelmatigheden
9.1
Wanneer de kandidaat zich aan het schoolexamen onttrekt of zich ten aanzien van (enig deel van) het schoolexamen aan enige onregelmatigheid schuldig maakt, neemt de examencommissie namens de locatiedirecteur een maatregel door: a het cijfer 1 toe te kennen voor een toets van het schoolexamen en/of het centraal examen; b de kandidaat de deelneming of verdere deelneming aan het schoolexamen en/of het centraal examen te ontzeggen dan wel, c ten aanzien van de kandidaat een maatregel te treffen van minder vergaande aard.
9.2
Wanneer de onregelmatigheid pas wordt ontdekt na afloop van het schoolexamen kan de examencommissie a het cijfer 1 toekennen voor een toets van het schoolexamen; b het schoolexamen ongeldig verklaren, hetgeen tevens ontzegging van deelneming aan het centraal examen inhoudt, dan wel, c bepalen dat het schoolexamen slechts geldig is na een hernieuwd schoolexamen in de door haar aan te wijzen onderdelen en op de door haar te bepalen wijze.
10 10.1
Wat in elk geval onder onregelmatigheid wordt verstaan Onder onttrekking aan het schoolexamen wordt in elk geval verstaan: het afwezig zijn gedurende de volledige duur van een schoolexamentoets en/of het niet inleveren binnen de gestelde termijn van een opdracht in het kader van het schoolexamen zonder dat er naar het oordeel van de examensecretaris in samenspraak met de teamleider van de betreffende afdeling sprake is van overmacht.
10.2
11 11.1
12
Onder enige andere onregelmatigheid wordt in elk geval verstaan: a het zonder reden te laat of niet aanwezig zijn bij schoolexamens (luistervaardigheid, mondeling en schriftelijk schoolexamen, practische opdrachten) b het op onrechtmatige wijze vóóraf kennis verkrijgen van opgaven van het schoolexamen; c het tijdens het schoolexamen bij zich hebben van middelen die op de aan de orde zijnde stof betrekking hebben, dan wel van andere middelen die de uitslag kunnen beïnvloeden, zonder dat dit blijkens de omschrijving in de regeling schoolexamen is toegestaan; d het tijdens het schoolexamen mondeling, schriftelijk of anderszins communiceren met een andere kandidaat zonder uitdrukkelijke toestemming van de toezichthouder op het examen; e het spieken tijdens het schoolexamen; f het niet- of gedeeltelijk niet gelezen hebben van het minimaal door de vaksectie vastgestelde aantal boeken voor de literatuurlijst ten behoeve van een schoolexamen in één van de taalvakken. Formaliteiten in geval van een maatregel Voordat een maatregel wordt genomen door de examencommissie wordt de leerling gehoord. Deze kan zich laten bijstaan door een hem aan te wijzen meerderjarig persoon.
Beroep Zie 1.3
13
Slotbepalingen
13.1
Het schoolexamen wordt ingesteld in overeenstemming met wat voor ieder vak afzonderlijk in de bijlagen van deze regeling is aangegeven.
13.2
In gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslist de directeur.
13.3
Een exemplaar van deze regeling wordt vóór 1 oktober van het cursusjaar waarin de leerling in klas vier begint ter beschikking gesteld.
September 2015