Nonnemeersstraat 15 9000 Gent 09 267 12 99
0
[email protected] www.hetperspectief.net
Specifieke lerarenopleiding
LEV ~ Groep SO en HO
Leerkracht en verantwoordelijkheden
Schooljaar 2010-2011
Auteur: Griet Mathieu ~ Martine Baeyens
Hoofdstuk 3: Bezoldiging
1/11
Hoofdstuk 3: Bezoldiging INHOUD Hoofdstuk 3: Bezoldiging ..................................................................................................... 2 1 Bezoldiging van de lesgever ...................................................................................... 3 1.1 Naast dienstanciënniteit bestaat er in het onderwijs ook salarisanciënniteit ....... 3 1.2 Uitkering van de bezoldiging tijdelijk-vastbenoemde lesgever ............................ 3 1.3 Brutowedde van een vastbenoemde lesgever .................................................... 4 1.4 Brutowedde van een tijdelijk lesgever ................................................................. 6 1.5 Minimumwedde ................................................................................................... 6 1.6 Bijkomende vergoedingen ................................................................................... 6 1.7 Vakantiegeld ....................................................................................................... 7 1.8 Eindejaarstoelage ............................................................................................... 8 1.9 Uitgestelde bezoldiging ....................................................................................... 8 1.10
Bezoldiging van overwerk/bijbetrekking ........................................................... 9
1.11
Kinderbijslag (U) .............................................................................................. 9
1.12
Elektronische salarisbrief ................................................................................. 9
Hoofdstuk 3: Bezoldiging
2/11
Het Perspectief PCVO Specifieke lerarenopleiding
1
Bezoldiging van de lesgever
1.1
Salarisanciënniteit
Schooljaar 2010-2011 LEV – groep SO en HO Griet Mathieu ~ Martine Baeyens
Salarisanciënniteit wordt berekend aan de hand van de dienstjaren boven de drempelleeftijd + aanvaarde diensten = eventueel maximum 10 jaar nuttige ervaring boven de drempelleeftijd. Wat is nu de drempelleeftijd? De minimumleeftijd verschilt naargelang de weddeschaal. De minimumleeftijd voor lesgevers (code 301, 306, 384, 346) = 22 jaar De minimumleeftijd voor lesgevers (code 501 en 502) = 24 jaar Wat is nuttige ervaring? De periode dat je als lesgever gewerkt hebt als werknemer, in openbare dienst, als zelfstandige. Nuttige ervaring hebben we reeds besproken bij de bekwaamheidsvereisten. Maar hier gaat het om nuttige ervaring voor de salarisanciënniteit. Dus een jurist die 8 jaar ervaring heeft in een advokatenkantoor, heeft die nuttige ervaring niet nodig als bekwaamheidsbewijs. Maar hij kan deze negen jaar wel inbrengen als salarisanciënniteit. Wanneer kan je nuttige ervaring inroepen ? Als - leraar belast met TV en/of PV in secundair onderwijs - leraar belast met TV en/of praktijkleraar in het volwassenenonderwijs - leraar belast met kunstvakken specialiteiten hedendaagse dans, klassiek ballet, klassieke dans en samenspel Het salaris wordt vastgesteld op basis van de salarisschaal en de aanvaarde diensten. Het salaris kent jaarlijkse en tweejaarlijkse verhogingen.
1.2
Uitkering van de bezoldiging tijdelijk-vastbenoemde lesgever Het bedrag van het salaris wordt aangepast aan de stijging van de consumptieprijzen. Vast benoemde personeelsleden ontvangen hun wedde op het einde van de maand op basis van 1/12de van het jaarsalaris. Tijdelijke personeelsleden met een opdracht tot ten minste 30 juni worden telkens op het einde van de maand betaald. Zij hebben in principe recht op
1/10de van het jaarsalaris maar ontvangen slechts 1/12de ervan. Het verschil wordt in juli en augustus betaald bij wijze van ‘ uitgestelde bezoldiging’. De tijdelijke leerkrachten worden doorbetaald tijdens de herfst-, kerst-, krokus- en paasvakantie als die vakanties binnen de aanstellingsperiode vallen, ook als ze aansluiten op de laatste dag van een tijdelijke aanstelling én op de eerste dag van een daaropvolgende aanstelling. Naast het eigenlijke salaris kan men onder bepaalde voorwaarden genieten van een aantal andere vergoedingen, o.a. vakantiegeld, eindejaarstoelage, haard- en standplaatsvergoeding, gezinsbijslagen… Toepassingen: 1) Jan is elektricien en is 40 jaar. Hij geeft sinds 2000 les in Don Bosco. Voordien heeft hij 15 jaar als zelfstandige gewerkt. Hij geeft les in de eerste graad, elektriciteit. Wat is zijn brutosalaris? 2) Jan is kapper. Sinds 2000 geeft hij les. Kan hij nu nog zijn anciënniteit inbrengen van 5 jaar ???
1.3
Brutosalaris van een vastbenoemde lesgever barema (geldig vanaf 01/9/2009) 301 tijdelijk ‐ naar de tabel vast
omschrijving minimum leeftijd minimumwedde maximumwedde Anciënniteit
LERAAR-REGENT (RICHTGRAAD) 22 jaar 17347,42 euro 30212,35 euro
Bruto Maand Haard FOP Jaarw. 100% Wedde Standplaats 0 17347,42 2148,05 44,56 22,27 1 17914,65 2218,29 44,56 22,27 2 18481,88 2288,52 25,66 3,38 3 19049,11 2358,76 5
19979,38
2473,95
RSZ 286,57 283,66 295,75 292,84 302,46 299,55 308,28 308,28 323,34 323,34
Belastbaar 1906,04 1886,66 1967,1 1947,72 2011,72 1992,35 2050,48 2050,48 2150,61 2150,61
Uw brutosalaris wordt bepaald door drie elementen: uw geldelijke anciënniteit, uw opdrachtbreuk en uw salarisschaal (zie code van barema: 301) Zie voor salarisschaal: http://www.ond.vlaanderen.be/wedde/weddenschalen/overzicht.htm
De salarisschaalcode geeft de jaarbedragen van het minimumsalaris en de maximumsalaris. Dit minimum- en maximumsalaris zijn bruto-bedragen aan 100%. Hoofdstuk 3: Bezoldiging 4/11
Het Perspectief PCVO Specifieke lerarenopleiding
Schooljaar 2010-2011 LEV – groep SO en HO Griet Mathieu ~ Martine Baeyens
Brutojaarsalaris wordt aan 100% gemeld (niet-geïndexeerd) Maandsalaris is wel geïndexeerd. Op het jaarsalaris aan 100% in deze tabellen is de index nog niet toegepast. Om het brutomaandsalaris te berekenen wordt het geïndexeerde brutojaarsalaris, eventueel verhoogd met een haard- of standplaatstoelage, gedeeld door twaalf. Tijdelijke en vastbenoemde leraars met een bescheiden inkomen kunnen een extravergoeding krijgen. Afhankelijk van de inkomensgrens en familiale toestand gaat het over een haardtoelage of een standplaatstoelage. Haardvergoeding Om op deze toelage aanspraak te maken, moet de lesgever: samenwonen of gehuwd zijn of alleenstaande ouder zijn met ten minste één kind ten laste, waarvoor je nog kinderbijslag ontvangt Bovendien mag het jaarsalaris voor een volledige opdracht bepaalde limieten niet overschrijden. Standplaatsvergoeding Voldoe je niet aan de voorwaarden voor een haardtoelage, dan maak je misschien kans op een standplaatsvergoeding. De maximumgrenzen van het jaarsalaris zijn dezelfde, maar de vergoeding is kleiner. In geval van bijbetrekking, kan er geen aanspraak worden gemaakt op haard- of standplaatsvergoeding. DATUM
GRENSBEDRAG (jaarbedrag niet‐geïndexeerd) 01.01.2002 van 0 t.e.m. 16.099,84 EUR van 16.099,85 t.e.m. 18.329,27 EUR vanaf 18.329,28 EUR
HAARD TOELAGE 719,89 EUR 359,95 EUR ‐
STANDPLAATS TOELAGE 359,95 EUR 179,98 EUR ‐
FOP (Fonds voor overlevingspensioen): 7,5% van het brutomaandsalaris VGZ (verplichte geneeskundige zorgen): 3,55% op het brutomaandsalaris Belastbaar inkomen: het brutomaandsalaris verhoogd met haardtoelage of standtoelage en verminderd met het bedrag van de afhoudingen Het belastbaar inkomen wordt verminderd met bedrijfsvoorheffing : de bedrijfsvoorheffing wordt berekend rekening houdend met de grootte van het inkomen en het aantal personen ten laste. Via je schoolsecretariaat onderteken je een verklaring op wie de kinderen ten laste zullen zijn. Je kan zelf je bedrijfsvoorheffing bereken , zie link berekening van bedrijfsvoorheffing. Bijzondere bijdrage sociale zekerheid: deze bijdrage varieert naargelang de grootte van het loon van de werknemer, en zijn gezinstoestand (alleenstaand of een gezin met twee inkomens). Het bedrag van de bijdrage staat in verhouding tot het jaarlijks belastbare gezinsinkomen. De administratie der directe belastingen doet jaarlijks de definitieve afrekening bij de
belastingheffing. De aan de RSZ betaalde bedragen zijn dus voorschotten op de jaarlijks verschuldigde bijdrage
1.4
Brutosalaris van een tijdelijk lesgever barema (geldig vanaf 01/9/2009) 301 tijdelijk ‐ naar de tabel vast
omschrijving minimum leeftijd minimumwedde maximumwedde Anciënniteit
LERAAR-REGENT (RICHTGRAAD) 22 jaar 17347,42 euro 30212,35 euro
Bruto Maand Haard FOP Jaarw. 100% Wedde Standplaats 0 17347,42 2148,05 44,56 22,27 1 17914,65 2218,29 44,56 22,27 2 18481,88 2288,52 25,66 3,38 3 19049,11 2358,76 5
19979,38
2473,95
RSZ 286,57 283,66 295,75 292,84 302,46 299,55 308,28 308,28 323,34 323,34
Belastbaar 1906,04 1886,66 1967,1 1947,72 2011,72 1992,35 2050,48 2050,48 2150,61 2150,61
Zie opmerkingen 1.3 brutosalaris van een vastbenoemd lesgever RSZ (Rijks sociale zekerheid): 13,07% op het brutomaandsalaris, verhoogd met haardtoelage of standtoelage http://www.ond.vlaanderen.be/wedde/tabellen/tabel_MODALITEITENBBSZINHOUD ING.htm
1.5
Minimumsalaris Vanaf 21 jaar mag u jaarlijks niet minder verdienen dan een wettelijk vastgesteld minimum: de zgn. Personeelsleden van het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming die de leeftijd van 21 jaar bereikt hebben, hebben recht op een gewaarborgde minimumbezoldiging die wettelijk vastgesteld wordt. Het verschil tussen deze minimumbezoldiging en de wedde die normaal zou uitbetaald worden, wordt toegekend in de vorm van een weddebijslag en in de wedde opgenomen. Wanneer het personeelslid onvolledige prestaties uitoefent, wordt de aldus vastgestelde minimumbezoldiging slechts toegekend naar rata van die prestaties.
1.6
Bijkomende vergoedingen Gebruik je het openbaar vervoer of de fiets om naar je werk te gaan, dan kan je een onkostenvergoeding krijgen. Deze onkosten worden niet samen met je loon vereffend. De school staat hiervoor in. Kom je met de wagen naar het werk, dan krijg je geen kilometervergoeding uitbetaald.
Hoofdstuk 3: Bezoldiging
6/11
Het Perspectief PCVO Specifieke lerarenopleiding
Schooljaar 2010-2011 LEV – groep SO en HO Griet Mathieu ~ Martine Baeyens
Openbaar vervoer Reis je met het openbaar vervoer, dan wordt dit volledig terugbetaald door jouw werkgever. Je moet wel opteren voor de goedkoopste formule. De school betaalt de kosten terug een maand nadat je jouw (vervallen) vervoersbewijs hebt ingediend. Werk je in verschillende scholen, maar voldoet één vervoersbewijs, dan dien je de kosten in bij de school van jouw keuze. Heb je verschillende vervoersbewijzen nodig, dien ze dan in bij de respectievelijke scholen. Fietsvergoeding Fiets je naar school of leg je een deel van de weg af met de fiets, dan heb je recht op een fietsvergoeding. Je krijgt voor elke effectief afgelegde kilometer 0,15 euro. De fietsvergoeding betaalt de school maandelijks terug, na indiening van een verklaring op eer.
1.7
Vakantiegeld Het vakantiegeld ontvang je als lesgever tussen 1 mei en 30 juni van elk jaar. Het vakantiegeld bestaat uit een vast (1063 euro) en een veranderlijk deel. Veranderlijk gedeelte =1,1% van het geïndexeerde brutojaarsalaris van maart (vermeerderd met haard- of standvergoeding) Het totale bedrag wordt uitbetaald aan lesgevers die het volledig voorafgaand kalenderjaar voltijds in hoofdambt hebben gewerkt. Een lesgever die slechts voor een gedeelte heeft gewerkt, krijgt een evenredig deel. Bijbetrekking geeft geen recht op vakantiegeld. Let op: aanvullende vakantiegeld voor schoolverlaters Overeenkomstig de bepalingen van artikel 5, § 2, van het koninklijk besluit van 30 januari 1979 kan onder bepaalde voorwaarden een aanvullend vakantiegeld toegekend worden aan afgestudeerden die voor het eerst in dienst treden in het onderwijs. Toekenning van een aanvullend vakantiegeld betekent dat voor de berekening van het vakantiegeld ook de periode in aanmerking genomen wordt van 1 januari van het referentiejaar tot en met de vooravond van de eerste indiensttreding in het onderwijs. Het referentiejaar is het kalenderjaar dat aan het jaar voorafgaat waarin het vakantiegeld moet worden uitbetaald. De voorwaarden om recht te hebben op dit aanvullend vakantiegeld voor schoolverlaters zijn de volgende: - minder dan 25 jaar oud zijn op 31 december van het referentiejaar;
- de eerste maal in dienst getreden zijn in het onderwijs uiterlijk op de laatste werkdag van de periode van vier maanden volgend op het beëindigen van de studies of de leerovereenkomst. Het personeelslid moet het bewijs leveren dat aan deze voorwaarden voldaan is. Wie meent aanspraak te kunnen maken op het aanvullend vakantiegeld voor schoolverlaters moet het behoorlijk ingevulde aanvraagformulier, dat als bijlage gaat bij deze omzendbrief, zo spoedig mogelijk aan het werkstation bezorgen. Bijlage 1 - Aanvullend vakantiegeld voor schoolverlaters http://edulex.vlaanderen.be/edulex/ozb/13583_bijlage.doc (FORM001690)
1.8
Eindejaarstoelage In de tweede helft van december ontvangt een lesgever de eindejaarstoelage die gedurende de referteperiode voltijds als lesgever heeft gewerkt. Opgelet: de referteperiode voor de berekening van de eindejaarstoelage verschilt voor vastbenoemden en tijdelijken: -
voor vastbenoemden: van 1 januari tot 30 september van het lopende kalenderjaar
-
voor tijdelijken: het hele vorige schooljaar
Bedrag: Vast gedeelte + veranderlijk gedeelte dat 2,5% van de jaarlijkse brutobezoldiging (maand oktober) Het totale bedrag wordt uitbetaald aan lesgevers die het volledig voorafgaand kalenderjaar voltijds in hoofdambt hebben gewerkt. Een lesgever die slechts voor een gedeelte heeft gewerkt, krijgt een evenredig deel. Bijbetrekking geeft geen recht op een eindejaarstoelage
1.9
Uitgestelde bezoldiging Tijdelijke personeelsleden ontvangen in juli en augustus een uitgestelde bezoldiging. Hoe wordt deze bezoldiging berekend? - voor elke maand dat de lesgever gewerkt heeft: 1/10 van het maandsalaris - dan wordt het verschil gemaakt tussen het berekend salaris en het reeds uitbetaald salaris. Dit verschil wordt dan betaald eind juli (september, oktober, november, december) en eind augustus (januari, februari, maart, april, mei en juni)
Hoofdstuk 3: Bezoldiging
8/11
Het Perspectief PCVO Specifieke lerarenopleiding
1.10
Schooljaar 2010-2011 LEV – groep SO en HO Griet Mathieu ~ Martine Baeyens
Bezoldiging van overwerk/bijbetrekking De lesgever ontvangt voor het aantal uur dat waarvoor hij in overwerk/bijbetrekking is aangesteld, een salaris alsof de uren waarvoor het personeelslid is aangesteld verstrekt zijn in hoofdambt. De noemer en de anciënniteit van het hoofdambt zijn van toepassing. De maximaal voor bezoldiging in aanmerking komende prestaties bedragen 140%. Er kan geen aanspraak worden gemaakt op eindejaarstoelage,vakantiegeld of uitgestelde bezoldiging.
1.11
Kinderbijslag (U) Vanaf de geboorte van jouw kind, heb je recht op kinderbijslag. Net zoals het kraamgeld, verloopt de aanvraag in principe via het werk van de vader (het kán ook via het werk van de moeder). Is de vader werkloos of zelfstandig of is de moeder ongehuwd, dan zal de kinderbijslag via het werk van de moeder geregeld worden. Je kan bij het schoolsecretariaat aankloppen voor een aanvraagformulier voor kinderbijslag. Het ingevulde formulier bezorg je terug aan het schoolsecretariaat, dat het zal doorsturen naar de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers (RKW). De uitbetaling van de kinderbijslag start de eerste maand na de geboorte van jouw kind en eindigt als de onderhoudslast voor de ouder(s) ophoudt. In elk geval kan je slechts kinderbijslag ontvangen totdat jouw kind 25 jaar is. Voor kinderen met een handicap of kinderen waarvan één van de ouders overleden is, bestaat er een verhoogde kinderbijslag. Wijzigt er iets in jouw gezinstoestand dat gevolgen heeft voor de kinderbijslag, verwittig dan steeds het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming en de RKW via jouw schoolsecretariaat. Wens je meer informatie of uitleg over de kinderbijslag, contacteer dan: Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers (RKW) Trierstraat 70 - 1040 Brussel Tel. 0800 94 434 (gratis nummer). Kinderbijslag wordt immers niet meer uitbetaald door het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming.
1.12
Elektronische salarisbrief Voortaan krijgt je de maandelijkse salarisbrief ook digitaal. Gedaan met de verloren salarisbrieven en met duplicaten aanvragen. Vanaf nu kunt u ook maandelijks over uw salarisbrief beschikken. Daarenboven kan je de salarisbrief elektronisch opslaan op je eigen computer. Elektronische informatie ontvangen over je salaris is uiteraard niet verplicht. Je kiest daar zelf voor. Als je liever nog de papieren brief krijgt, is dat geen probleem.
Om deze innovatie te realiseren, werkt AgODi samen met ISABEL; een samenwerkingsprotocol dat de banksector hiervoor heeft afgesloten. Daarom is thuisbankieren een voorwaarde om de salarisbrief elektronisch te ontvangen. Het voordeel daarvan is dat u uw salarisbrief ontvangt in een goed beveiligde en zeer betrouwbare omgeving. Nu zijn Axa, CBC, Centea, Dexia, Fintro, Fortis, ING, KBC en het Landbouwkrediet aangesloten bij Isabel. In de toekomst zullen er nog meer banken aansluiten. Hoe gaat alles in zijn werk? Je krijgt toegang via de Zoomit-knop van uw 'thuisbank'. Het volstaat om de Zoomit-knop aan te klikken en kennis te nemen van de algemene gebruikersvoorwaarden om op een eenvoudige manier uw salarisbriefje op uw scherm te krijgen. Je keuze om via Zoomit te werkenis omkeerbaar. Als je je aanmeldt via de Zoomit-knop is er mogelijk een probleem als je (voor)naam bij de bank niet identiek is aan je (voor)naam bij AgODi. Dan kan je je niet aanmelden. In dit geval moet je de foutieve naam verbeteren: ofwel bij de bank ofwel via het schoolsecretariaat bij AgODi. Met problemen en vragen kunt u tussen 9 en 17 u terecht bij de helpdesk van het elektronisch salarisbriefje op het nummer 02 553 65 10. Voor bijkomende informatie raadpleegt u de websites www.ond.vlaanderen.be/wedde/esb of www.zoomit.be. . Je kan ook mailen naar
[email protected].
Hoofdstuk 3: Bezoldiging
10/11
Het Perspectief PCVO Specifieke lerarenopleiding
Schooljaar 2009-2010 LEV – groep SO en HO Griet Mathieu ~ Martine Baeyens