Het Perspectief – PCVO Specifieke lerarenopleiding
Schooljaar 2010-2011 LEV ~ groep SO en HO Griet Mathieu
Nonnemeersstraat 15 9000 Gent 09 267 12 99
[email protected] www.hetperspectief.net
Specifieke lerarenopleiding
LEV ~ Groep SO en HO
Leerkracht en verantwoordelijkheden
Schooljaar 2010-2011
Auteur: Griet Mathieu ~ Martine Baeyens
0 Hoofdstuk 15: Juridisering van onderwijs
1/9
Het Perspectief PCVO Specifieke lerarenopleiding
Schooljaar 2010-2011 LEV – groep SO en HO Griet Mathieu ~ Martine Baeyens
Hoofdstuk 15: Juridisering van onderwijs INHOUD Hoofdstuk 15: Juridisering van onderwijs ............................................................................ 2 1 Inleiding ..................................................................................................................... 3 2 Factoren die juridisering beïnvloeden ........................................................................ 3 3 Rechtsinstrumentalisme ............................................................................................ 4 4 Tegenstanders juridisering onderwijs ........................................................................ 4 5 Voorstanders juridisering ........................................................................................... 4 6 Leven met juridisering ................................................................................................ 4 7 Examenbetwistingen .................................................................................................. 5 7.1 Administratief beroep .......................................................................................... 5 7.2 Interne procedure ................................................................................................ 5 7.3 Externe procedure ............................................................................................... 6 7.4 Recht op inzage examen..................................................................................... 7 7.5 Openbaarheid van bestuur - inzage examens.................................................... 7 7.6 Doorzichtige en representatieve examens .......................................................... 8
2/9
Het Perspectief – PCVO Specifieke lerarenopleiding
1
Schooljaar 2010-2011 LEV ~ groep SO en HO Griet Mathieu
Inleiding Rechtszaken halen de eerste pagina van de krant, het aantal rechtszaken neemt toe, het volume van wetteksten stijgt. Dit noemt men juridisering. Sinds het einde van de 19de eeuw en vooral na de tweede wereldoorlog hebben zich structurele wijzigingen in de wereld van het recht voorgedaan. Zo zien we een toenamen van advokaten, studenten die rechten studeren, het aantal zaken dat bij een rechtbank lopen, het aantal wetten, de regeldruk en administratieve lasten. Dit betekent concreet dat het belang van recht in de samenleving toeneemt of dat het recht als regulerende factor in de maatschappij aan belang heeft toegenomen. Geen enkel facet van de samenleving ontsnapt hieraan: relatie, werk, gezondheidszorg, cultuur, onderwijs, … Dit geldt op twee niveaus:
2
-
Regelgeving via wetten en decreten met een sterkere juridische greep van de overheid op de samenleving
-
Procesvoering via rechtbanken
Factoren die juridisering beïnvloeden Wereldwijd rukt de juridisering niet overal op. Er zijn verschillende factoren die hierbij een rol spelen en de mate van juridisering zullen bepalen. Zo speelt de culturele factor een rol. Klassiek voorbeeld is de tegenstelling tussen de claimcultuur in de USA en de wijze waarop in Japan met rechtszaken omgegaan wordt. In Japan zijn er maar weinig rechtszaken omwille van de shaming culture die erg negatief staat ten opzichte van het openlijk tonen van conflicten. Ook de ontwikkelingsfactor speelt een rol. In landen met een laag welvaartspeil blijft juridisering in zijn kinderschoenen staan. In een moderne staat groei de behoefte aan regulering. De onpersoonlijkheid stimuleert de juridisering. Vroeger wist je bij welke boer je eieren kocht. Nu is er heel wetgevend apparaat nodig om de veiligheid van voedsel aangeleverd door de voedingsindustrie te garanderen. De groeiende emancipatiebeweging van achtergestelde groepen en het streven naar gelijkheid geeft aanleiding tot bijkomende regelgeving. Om de uitvoering ervan te verzekeren worden instanties in het leven geroepen. Mondige burgers met hoge scholingsgraad versterken de juridisering. Zij verenigingen zich in belangen- en drukkingsgroepen die alsmaar hogere eisen aan de overheid stellen. Ook de juridische infrastructuur speelt een rol. En in Vlaanderen is deze infrastructuur sterk aanwezig. De jurist is alom tegenwoordig en er is een populariseren van juridische terminologie. Dit zorgt ervoor dat het juridische onnatuurlijk alledaags wordt.
0 Hoofdstuk 15: Juridisering van onderwijs
3/9
Het Perspectief PCVO Specifieke lerarenopleiding
3
Schooljaar 2010-2011 LEV – groep SO en HO Griet Mathieu ~ Martine Baeyens
Rechtsinstrumentalisme Wat is nu de grondoorzaak van het juridiseringsproces? Law is a desired situation projected into the future: wet heeft de kracht om een gewenste situatie tot stand te brengen. Recht gaat om sociale verandering en deze opvatting heeft het rechtsinstrumentalisme. De oorsprong hiervan ligt in het einde van de 19de eeuw toen de wetgever plots de wetgeving als een middel zag om de maatschappij te veranderen. Die houding is de laatste 130 jaar steeds sterker en sterker ingebed in het beleid en de politiek. Het rechtsinstrumentalisme berust op een misvatting. Er is geen causale relatie tussen regel en gedrag. Het is niet omdat er een regel bestaat dat die wordt nageleefd.
4
Tegenstanders juridisering onderwijs Volgens de tegenstanders van juridisering in het onderwijs mag het recht niet binnendringen in de pedagogische relatie tussen leraar en leerling. De rechter mag niet meekijken over de schouders van de leraar naar wat er in de klas gebeurt. Het gezag van de leraar wordt hierdoor aangetast. Maar ook de sector zelf heeft zijn vragen. Bij heel wat onderwijsactoren leeft het gevoel de invloed van het recht in het onderwijs toeneemt. Vakbonden wijzen erop dat dit gevoelig ligt bij leerkrachten. Er is een angst voor betwistingen die verlammend werkt. Ook de Vlaamse onderwijsraad heeft haar bedenkingen: overvloed aan regelgeving en risico op overdreven juridisering van de relatie tussen school en leerlingen en ouders, terwijl die relatie net op vertrouwen en communicatie moet gebaseerd zijn. Expliciete inventarisering van de rechten en de plichten wordt gezien als een aanval op het gezag van leraren en scholen. Het kan de planlast doen toenemen omdat scholen procedures willen vermijden.
5
Voorstanders juridisering Ongeschreven regels volstaan vandaag de dag niet meer. Juridisering maakt mensen bewust van rechten en plichten en dit is positief.
6
Leven met juridisering Hoe kan onderwijs leven met juridisering? Onderwijs kan in de leer gaan bij andere domeinen in de samenleving zoals de zorgsector en de medische sector. De juridisering van de relatie arts – patiënt – kan immers vergeleken worden met de relatie school en leerling. Welke zijn de mogelijke oplossingen?
4/9
Het Perspectief – PCVO Specifieke lerarenopleiding
Schooljaar 2010-2011 LEV ~ groep SO en HO Griet Mathieu
-
Inschakeling van bemiddeling in de plaats van juridische geschillen
-
Evaluatie ex ante = onderzoek van effecten van nieuwe wetgeving voor de implementatie
-
Evaluatie ex post= evaluatie van bestaande wetgeving in functie van bijsturing
-
Goede communicatie tussen burger en overheid.
7
Examenbetwistingen
7.1
Administratief beroep De juridisering van het onderwijs laat zich het sterkst voelen op het vlak van examenbetwistingen. Het laatste anderhalf decennium is een stijging van het aantal juridische beroepen waar te nemen. Voor het volwassenenonderwijs is de regeling uitgewerkt bij decreet van 15 juni 2007, art 39, 7°. Elk centrumbestuur moet zijn evaluatiereglement vastleggen en daarin een procedure voorzien waarbij conflicten worden behandeld die plaatsvinden tussen cursisten en leden van de evaluatiecommissie voor de beraadslaging of waarbij materiële vergissingen dien na het afsluiten van de beraadslaging zijn vastgesteld, kunnen worden rechtgezet. Het administratief beroep tegen examenbeslissingen is gedetailleerd uitgewerkt voor het voltijds onderwijs via de artikelen 68 tot en met 74 van het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2002 houdende de organisatie van het voltijds secundair onderwijs. Laten we even hier even dieper op ingaan.
7.2
Interne procedure Bij betwistingen in het secundair onderwijs bestaat die interne procedure uit twee fasen. De eerste fase is overleg met de afgevaardigde van de inrichtende macht of de voorzitter van de deliberende klassenraad. Dit recht moeten ze uitoefenen, mondeling, telefonisch of schriftelijk, en wel binnen drie werkdagen na de aanleiding van de betwisting. Ze slaan er het best het schoolreglement op na, want dat kan de aanvraag om overleg of de vorm van het overleg nader bepalen. Als het schoolreglement wel een procedure beschrijft en ze wordt niet gevolgd, dan is dat een procedurefout. Zijn de ouders verantwoordelijk voor die fout, dan verliezen ze meteen hun kans om later succesvol naar de Raad van State te stappen. De inrichtende macht kan na het overleg beslissen de klassenraad opnieuw samen te roepen of dat niet doen als zij de beslissing van de klassenraad gerechtvaardigd vindt.
0 Hoofdstuk 15: Juridisering van onderwijs
5/9
Het Perspectief PCVO Specifieke lerarenopleiding
Schooljaar 2010-2011 LEV – groep SO en HO Griet Mathieu ~ Martine Baeyens
De tweede fase van de interne procedure is het beroep bij een intern beroepscollege. De ouders van de minderjarige leerling/student of de meerderjarige leerling/student kunnen niet akkoord gaan met de beslissing van de inrichtende macht de klassenraad niet opnieuw samen te roepen. Of ze zijn het niet eens met de nieuwe beslissing van de opnieuw samengeroepen klassenraad. Dan moeten ze binnen drie dagen na het eind van het overleg de interne beroepscommissie laten samenroepen. Die bestaat uit drie leden, aangewezen door de inrichtende macht. Het mogen geen leden zijn van de betrokken klassenraad, op de directeur na. Wel zijn het mensen van de school, juist met de bedoeling te makkelijke juridisering met bemoeienis door externen tegen te gaan. De interne beroepscommissie doet een onderzoek adviseert de inrichtende macht over het al dan niet bijeenroepen van de klassenraad. De inrichtende macht beslist uiteindelijk of zij dat advies volgt. Wat weliswaar kan opgemerkt worden, is dat de delibererende klassenraad tot driemaal toe eventueel de beslissing moet nemen over het al dan niet slagen van een leerling, alvorens de zaak naar de Raad van State kan gaan. Men kan zich de vraag stellen bij de wenselijkheid hiervan. Een klassenraad die vanaf begin een weloverwogen beslissing genomen heeft, ziet niet onmiddellijk in waarom er nog tweemaal extra moet bijeengekomen worden en dit nota bene in een de vakantie. Bij de ouders is de perceptie: waarom zal de klassenraad op haar beslissing terugkomen – dit is gezichtsverlies. Men kan zich de vraag stellen of men niet zoals in het hoger onderwijs de exclusieve bevoegdheid van de klassenraad op te heven en een extern beroepsorgaan bevoegd te maken. Terwijl de ouders gebonden zijn aan de strikte termijn van drie dagen, krijgt de school geen dwingende termijnen opgelegd. Zo kan een leerling 12 juli beroep aantekenen en pas op 31 augustus uitgenodigd worden voor een hoorzitting. Best wordt ook geregeld dat er een hoorzitting is van ouders en leerling. Er bestaat hierover onduidelijkheid. De bestaande reglementering voorziet het recht om zijn standpunt naar voor te brengen, namelijk door overleg- en bezwaarmogelijkheden = het volstaat dat ouders en leerling hun standpunt geven tijdens overleg met de directeur en in beroepschrift interne beroepscommissie. Nergens is voorgeschreven dat een hoorzitting vereist is.
7.3
Externe procedure Pas in de derde fase kan de Raad van State na een klacht van de leerling of zijn ouders tussenkomen. De klacht moet wel de laatste beslissing aanvechten: de beslissing van de inrichtende macht de klassenraad niet samen te roepen of de nieuwe beslissing van de opnieuw samengeroepen klassenraad. Niet dat het een slechte beslissing zou zijn, wel dat het een onwettige beslissing is. Onwettig wordt ze bijvoorbeeld als ze niet correct verliep, als de beslissing
6/9
Het Perspectief – PCVO Specifieke lerarenopleiding
Schooljaar 2010-2011 LEV ~ groep SO en HO Griet Mathieu
onvoldoende of foutief is gemotiveerd of als de motieven ervan niet meer kunnen worden bewezen. Voor schooljaar 2008-2009 werden bij de Raad van State 26 vorderingen tegen ongunstige examenbetwistingen (B- en C-attest) ingediend. In zes gevallen werd voor de zitting de beslissingen van deliberende klassenraad ingetrokken. Het lijkt erop dat de procedure bij de Raad van State een ernstige stok achter de deur is die de ogen van een delibererende klassenraad doet opendoen.
7.4
Recht op inzage examen Een recht op inzage van zijn examen na de deliberatie volgt voor de leerling uit, eventueel het eigen reglement van de instelling, uit het principe van de openbaarheid van de examens en uit het recht van de leerling om beroep aan te tekenen bij de Raad van State of de gewone rechter; zonder inzage is het onmogelijk te oordelen of de uitoefening van dit recht zinvol is. Soms vraagt men inzage in het examen van andere leerlingen met de bedoeling vast te stellen of er een gelijke behandeling in verbeteren is geweest. Dit is niet mogelijk tenzij met toestemming van de betrokkenen ofwel via bekendmaking van anonieme examens.
7.5
Openbaarheid van bestuur - inzage examens Artikel 32 van de grondwet voorziet het algemeen principe van openbaarheid van bestuursdocumenten. Het decreet van 26 maart 2004, het openbaarheidsdecreet, legt de openbaarheid van bestuur voor aan alle onderwijsinstellingen. Het recht op inzage in de verbeterde kopij van de examens houdt in dat dit recht gedurende een redelijke termijn kan worden uitgeoefend, wat het bewaren van de kopij veronderstelt. Het recht op inzage is een persoonlijk recht, maar de ouders kunnen hiervoor een derde, bijvoorbeeld een advokaat, mandateren. Wanneer het afschrift van examens ook examenvragen bevat, is volgens sommige rechtsleer de toestemming van de auteur van de examenvragen nodig. Wanneer de school recht op inzage weigert, brengt de regelgeving op openbaarheid van bestuur weinig soelaas. Krachtens die regelgeving moet een aanvraag worden ingediend bij het bestuur van de school die 15 kalenderdagen heeft om de vraag te beantwoorden en dan nog 30 kalenderdagen op de openbaar werkelijk uit te voeren. Doet de school dat niet, dan kan een de aanvrager beroep aantekenen bij de beroepsinstantie die over 30 kalenderdagen een uitspraak doet. Dit valt niet te rijmen met de korte termijnen binnen de interne beroepsprocedure examenbetwistingen.
0 Hoofdstuk 15: Juridisering van onderwijs
7/9
Het Perspectief PCVO Specifieke lerarenopleiding
7.6
Schooljaar 2010-2011 LEV – groep SO en HO Griet Mathieu ~ Martine Baeyens
Doorzichtige en representatieve examens Let op: De Raad van State eist doorzichtige en representatieve examens: Een examen is een evaluatie van de student die verband houdt met de gekende doelstellingen van het onderwijs en zijn vorderingen naar die doelstellingen Men mag van een evaluatie in het onderwijs eisen dat de te verwachten kennis en kunde ('niveau') van de student eerst voor de gehele opleiding wordt verduidelijkt en dat de individuele prestatie van de student wordt getoetst aan de criteria, vervat in de beschrijving van het verwachte niveau. (Arrest-Lenoir nr. 75.458, 28 juli 1998.)
8/9
Het Perspectief – PCVO Specifieke lerarenopleiding
0 Hoofdstuk 15: Juridisering van onderwijs
Schooljaar 2010-2011 LEV ~ groep SO en HO Griet Mathieu
9/9