Nr 3.
20 Maart 1937.
BELGISCHE KBEWEGING USSION ISYNDÏCdU. iBCLCJQUt
OFFICIEEL ORGAAN DER SYNDIKALE KOMMISSIE WÊÊÊÊÊMÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊmmÊÊÊÊÊmÊÊmÊÊËÊmÊmÊÊimmm
3YNDIKAUEJ KOMWISSItl WON B t L & l t l
r
BEHEER
E N REDAKTIE
JOZEF STEVENSSTRAAT, 8 BRUSSEL
Verantwoordelijkheden
EN einde raad heeft de heer L. Degrelle op Zondag 7 Maart besloten den rexistischen volksvertegenwoordiger voor Brussel, de heer Olivier, als zoodanig te doen aftreden om alzoo in dit arrondissement nieuwe verkiezingen uit te lokken. Wat te zeggen over dit maneuver? De voorzitter der rexpartij die ons door zijn onbesuisd optreden en zijn hatelijke kampagnes al sinds lang voorkwam als een gevaarlijk politieke avonturier, heeft ons door dit besluit het bewijs geleverd dat hij nog gevaarlijker is dan wij gedacht hadden, . dat hij een gewetenloos politiek misdadiger is. Door zijn bestuit om te Brussel -gedeeltelijke verkiezingen uit te lokken heeft de heer Degrelle de volle maat van zijn kunnen gegeven. En dat hij ons niet wijze op het voorbeeld van Spaak van vóór meer dan twee jaren. Toen bevond het land zich in volle krisisperiode, thans richt het zich krachtdadig op uit de ekonomische malaise; toen leefde de arbeidersklasse in de schromelijkste ellende, zonder uitzicht en hoop op verbetering, thans nemen de vertegenwoordigers der arbeiders deel aan 's lands beheer en verkrijgen de werkers langzaam maar zeker verbeteringen in hun werken levensvoorwaarden; toen drukte de onzettende werkloosheid zijn smartelijken stempel op houderdduizende arbeidersgezinnen, thans neemt het aantal van arbeid ver stokenen met den dag af; kortom, toen bevond het land zich in volle depressie en kon iedere politieke verandering slechts verbetering brengen, thans beweegt onze nationale ekonomie zich voort in de richting van een nieuwe voorspoed en kan iedere politieke agitatie dezen opgang slechts in gevaar brengen. Naar onze meening is een politiek misdadiger als Degrelle geen tegenpartij voor een zoo kundig en beproefd Staatsman als de heer van Zeeland. Wij gelooven dat de Eerste Minister beter had gedaan geen open strijd toe te staan aan een zoo onwaardig tegenstander als de voorzitter van Rex. Deze immers heeft genoeg getoond zich niet te bekommeren om eerlijkheid. Doch nu de beslissing gevallen is, willen wij het onze bijdragen om de overwinning te verzekeren van den kandidaat der demokratie en de vooruitgang tegen den man van het fascisme en de reaktie. Doch, daarvóór willen wij enkele verantwoordelijkheden vaststellen. Degrelle, zoo heeft men verklaart, beteekent burgeroorlog. En niets is meer waar. Niet alleen dreingt zijn optreden het land terug te storten in ontreddering en ellende, maar tevens is zijn aktie bestendig gericht op het aankweeken van haat en onrust, op het verwekken van wanorde, op het ondermijnen van Js lands grondwettelijke instellingen. De massa van meer dan 600,000 gedisciplineerde leden die in onze organisaties gegroepeerd zijn verklaren langs dezen weg tot den heer Degrelle, dat zij nooit, onder welk voorwendsel ook zijn heerschappij, die voor hen een knechtschap zou beteekenen, zullen dulden. Het machtige vakbondsleger verklaart nogmaals dat het zijn rechtvaardige sociale doeleinden wil verwezenlijken langs grondwettelijken weg, in orde en vrede. Doch het zal zich in zijn socialen opgang niet laten weerhouden door een individu als de heer Degrelle. Het verwerpt daarom van nu af alle verantwoordelijkheid voor onlusten of gewelddaden die de voorzitter der rexbeweging op alle mogelijke wijzen poogt te verwekken om dan de schuld op zijn tegenstanders te schuiven. De Syndikale Kommissie doet een bijzonder beroep op haar aangeslotenen in het Brusselsch opdat zij met man en macht zullen meehelpen om deze kiesstrijd te maken tot een grootschen triomf van de orde over de chaos, van de vredelievendheid over het geweld, van de demokratie over het fascisme, van de sociale vooruitgang over de zwartste reaktie. Brusselsche vakbonders, de oogen van uw kameraden uit het gansche land zijn op U gericht. Zorgt er voor dat gij de vaan der Syndikale Kommissie hoog houdt en de arbeidersklasse van dit land op U trotsch, mag wezen.
:
DE BELGISCHE VAKBEWEGING
80
De Jongeren op weg naar de overwinning d o o r Julien Pirnay Sekretaris der Syndikale Jeugd van Luik
Dê eerste Nationale Konferentie der Syndikale jeugd heeft plaatsgegrepen op 6 en 7 Maart, te Tilff. Kameraad Pirnay, de ijverige sekretaris van de Syndikale Jeugd van Luik, die de zware taak der materieele inrichting van de Konferentie op zich nam, geeft verder in het blad zijn indrukken weer over dit eerste nationaal contact tusschen de groepen van de Syndikale Jeugd van de verschillende gewesten van hei land. Wij zijn het volledig eens met zijn besluiten en overtuigd dat deze eerste Nationale Konferentie kan beschouwd worden als een definitief vertrekpunt voor de stichting van syndikale jeugdgroep e eringen in alle deelen van het land, en voor de verdere ontwikkeling der reeds bestaande. De Konferentie zal een mijlpaal wezen in de ontwikkeling der syndikale beweging van ons land. Wat een imooie bijeenkomst! Welke vurige jeugd! Welke sterke overtuiging en vasten wil om op te bouwen! Welke warme vreugde! Welke machtige geestdrift! iDit alles in den dienst van het syndikalisme. ^
n^
T*
De eerste Nationale Konferentie der Leiders der Syndikale Jeugd is voorbij. Tilff heeft op 6 en 7 Maart twee dagen gekend vo>l van leven en van zang, doch ook — en vooral — van arbeid, van vruchtbaren arbeid. Onze vreugde is groot. Het was een groot, een zeer groot sukses. Wij overdrijven niet met te zeggen dat het onze verwachtingen ver overtrof. *
*
*
Onze Vlaamsche kameraden waren talrijk op-
tief den dagelijkschen strijd voeren voor onze beweging. Prachtig resultaat, die de grootste hoop wettigt en op een onbetwistbare wijze het krachtig optimisme bevestigt van de gewestelijke leiders der Syndikale Jeugd. Dit eerste nationaal kontakt was voor ons nog eene bron van voldoening van een anderen aard. Wij hebben er praktisch de verbinding voltrokken tusschen onze organisatie en de arbeidersbeweging in haar geheel. Wij hadden, voor ons part, nooit getwijfeld aan den steun der syndikale leiders, en in ons gewest zijn deze nooit in gebreke gebleven. De demonstratie die hiervan te Tilff gegeven werd heeft ons niettemin sterk verheugd en geeft ons alle waarborgen voor de toekomst. Enkel de tegenwoordigheid van drie sekretarissen der Syndikale Kommissie is reeds een zekere waarborg dat de Syndikale Jeugd steeds zal kunnen rekenen op de onontbeerlijke hulp voor zijn
Het kwam er dus op aan het bewijs te leveren dat het ekonomisch programma der Syndikale Jeugd een levende werkelijkheid is, zonder demagogie, en dat wij het recht hebben de jeugd tot den sfrijd op te roepen voor de verwezenlijking ervan, volgens een algemeen en stoutmoedig plan. gekomen, vooral deze van Antwerpen, die de beweging der Syndikale Jeugd zes jaren geleden hebben gesticht. Brussel, Charleroi en Luik hadden eveneens verschillende vertegenwoordigers, en wij beleefden ook nog het groote genoegen een afgevaardigde van de Syndikale Jeugdgroep van den Bouw uit het Centrum te kunnen begroeten, In 't geheel, meer dan 200 jongeren die ak-
verdere ontwikkeling, van al de leiders — zoo Vlaamsche als Waalsche — der Centralen en der Federaties van Vakbonden. Zij zullen te Tilff nieuwe redenen gevonden hebben om de jongeren krachtdadig te steunen die ten strijde trekken voor de versterking en den triomf van het syndikalisme. * *
De Konferentie
heeft
*
eene taak volbracht
DE BELGISCHE VAKBEWEGUNG waarvan de noodzakelijkheid zich eiken dag meer en meer opdrong aan al diegenen die, zoo•als wij, het voorrecht hebben om zich geheel aan de -Syndikale Jeugd te kunnen wijden. In de laatste maanden had de beweging, onbetwistbaar, zich sterk uitgebreid. Zij is doorgedrongen in verschillende gewesten, en zoo de redenen van haar stichting overal dezelfde zijn, zoowel te Gent als te Charleroi, te Brussel als te Luik, waren de middelen die aangeprezen en in praktijk zijn gebracht niet overal op dezelfde wijze beïnvloed door de methoden die hun proef te Antwerpen hadden geleverd. Daarvan moest nota gehouden, en het besluit getrokken worden, dat het noodzakelijk werd de beweging samen te voegen, te harmoniseer en en de struktuur, de organisatievormen en de propagandamiddelen te onderzoeken die gemeenschappelijk konden toegepast worden ten voordeele der Syndikale Jeugd in haar geheel. Dit was het eerste vraagstuk waarover verslag op de Konferentie werd uitgebracht. Het tweede vraagstuk dat de aandacht der jonge leiders verdiende was de verdediging der ekonomische belangen van de jeugd. Het volstaat niet, bij elke gedegenheid, te herhalen dat de toestand der jonge arbeiders menigvuldige verbeteringen vereischt. Het volstaat evenmin een programma op papier te hebben, en hei te verspreiden, indien er geen kansen bestaan voor zijne verwezenlijking en het vooral niet van aard is om de jongeren rond klare en duidelijke ordewoorden te scharen. Het kwam er dus op aan het bewijs te leveren dat het ekonomisch programma der Syndikale Jeugd een levende werkelijkheid is, zonder demagogie, en dat. wij het recht hebben de jeugd tot den strijd op te roepen voor de verwezenlijking ervan, volgens een algemeen en stoutmoedig plan. * *
*
•De resultaten die op deze domeinen verkre-
81
werken om onze uitstraling en onze macht te versterken. Overigens, het Nationaal Bestuur der Syndikale Jeugd, waarvan wij de stichting gevraagd hebben en met duidelijk omlijnde taken moet belast worden, zal het algemeen statuut te onderzoeken hebben dat aan onze jonge beweging hoeft gegeven te worden. Daarom is het voorbarig nu reeds alles in strenge formules vast te leggen. Voor wat onze aktie op ekonomisch gebied betreft, zij gaat de basis worden van al óns werk in de eerstvolgende maanden. De Syndikale Jeugd is een ekonomische en sociale beweging, die op dit terrein een essentieele, zooniet haar eenigste zending vindt. Wij hebben geen lust noch de mogelijkheden ons bezig te houden met alles waarin de jongeren zouden kunnen belang stellen in de 'verschillende uitingen van het dagelijksch leven. Wij wenschen niets of niemand uit te schakelen of op te slorpen, maar zijn besloten den arbeid aan te vatten en tot een goed einde te brengen, die aan de syndikale organisatie van de jeugd is aangewezen. *
*
*
Dit is de geest van de resolutie die door de Konferentie gestemd werd en elders in het 'blad te lezen is. Zij bevestigt de noodzakelijkheid van onze beweging en plaatst haar onder de hoede der Syndikale Kommissie en der Federaties van Vakbonden. Zij wijdt, zonder dubbelzinnigheid, het doel aan, dat voor geen tegensprekelijke verklaringen vatbaar is, en bijgevolg de Syndikale Jeugd niet op banen kan leiden die niets gemeens zouden hebben met haar bestaansredenen en ons tegenover andere organisaties van de socialistische jeugd zouden stellen, wat in tegenstelling is met onzen wil die we opnieuw in de resolutie hebben uitgesproken.
W i j trekken de waakzame aandacht van de syndikale leiders op dezen toestand en zullen niet rusten tot het oogenblik dat wij kunnen verkondigen dat gansch de jeugd die leeft, die arbeidt en die wenscht te strijden, in onze rangen staat. gen worden, kunnen zij ons voldoen? Wij antwoorden zonder aarzeling bevestigend. Wij hadden ruim gelegenheid onze standpunten te vergelijken. Indien het akkoord niet zoo volledig is geweest over de organisatievormen dan dit het geval was voor de bestaansredenen van onze beweging en haar propagandamiddelen, dan mogen wij toch verklaren dat de beginselen zijn vastgelegd die machtig zulley in-
De resolutie wijst verder op de noodzakelijkheld stoffelijke opofferingen te eisenen van de jongeren, die slechts werkelijke rechten kunnen hebben in de mate dat zij gansch hunnen plicht vervullen tegenover hunne beweging en tegenover de syndikale organisaties waarvan zij lid zijn. Zij wenscht nauwe en broederlijke betrekkingen te zien tot stand komen tusschen de arbei-
I>E BELGISCHE VAKBEWEGING
82
dersbeweging en de Syndikale Jeugd en doet beroep op de ouderen opdat zij haar aktie zouden steunen. Zij legt nadruk op de noodzakelijkheid een massabeweging op te bouwen, die het mogelijk zal maken aan het syndikalisme het jonge, geestdriftige leger en de kaders te bezorgen die op het gepaste oogenblik moeten klaar staan. *
*
*
Er is een zaak nog aan dewelke wij van nu af ernstig moeten denken en van aard is onze beweging in de oogen van allen te doen groeien en haar imperatieve noodzakelijkheid aan te toonen. Wij denken hier aan den wensch die door Corneel Mertens werd uitgedrukt in zijn sluitingsspeech van de Konferentie : De organisatie van een indrukwekkende betooging, die te Brussel onze kameraden van gansch het land zou vereenigen. Het is wel overbodig te wijzen op den diepen indruk die een massale mobilisatie der Syndikale Jeugd zou maken, die de verknochtheid der jongeren aan het syndikalisme zou aantoonen, en onze eischen aan het algemeen publiek zou doen kennen. Geen twijfel dat de leiders van onze organisatie er van nu al aan reeds beginnen aan te denken en de hoop koesteren dat de tijd die zal verloopen tusschen het voorstef en zijne verwezenlijking zoo kort mogelijk zal zijn. *
*
#
Men kan best den anbeid meten die door de Syndikale Jeugd te verrichten blijft wanneer men weet : — zooals wij op de Konferentie aangeduid hebben — dat er nog vijftien Federaties van Vakbonden overblijven (negen in Vlaanderen en zes in Wallonië) waar wij nog niet zijn doorgedrongen. Dit moet in den kortst mogelijken tijd gebeuren. Wij zouden te kort komen aan de taak die wij wenschen te vervullen, indien wij ons zouden tevreden stellen met vooruit te gaan te Antwerpen, te Gent, te Brussel, te Charleroi en te Luik, zonder ons bezig te houden met de uitbreiding van onze beweging tot gansch het land om daar ook de jeugd te winnen en te overtuigen als deze van de gewesten waar wij onverpoosd werken, van de noodzakelijkheid der Syndikale Jeugd. Wij trekken de waakzame aandacht van de syndikale leiders op dezen toestand en zullen niet rusten tot het oogenblik dat wij kunnen verkondigen dat gansch de jeugd die leeft, die arbeidt en die wenscht te strijden, in onze rangen staat. * *
*
Wij hebben nu gansch onze meening gezegd. De eerste Nationale Konferentie der Syndikale Jeugdleiders heeft de basis geworpen voor een grootscheepsche werking, die alle oogenblikken gaat opeischen van de kameraden die hun jeugd, hun geloof en hun geestdrift aan de zaak van het syndikalisme hebben gewijd. Dat men ze begrijpe, krachtig helpe en steune. Men moet, vooral, hun vertrouwen schenken bij den houw van een mooie en groote beweging, die gericht is op de toekomst en gevoerd wordt imet sterken wil en met het vuur der verovering. # #
#
Ziehier, ten titel van dokumentatie, den tekst van de resolutie die na de algemeene zitting van Zondag werd aangenomen .De eerste nationale bijeenkomst van de afdeelingsleiders der Syndikale Jeugdorganisatie op 6-7 Maart 1937, te Tilff, Drukt er op dat de Syndikale Jeugdbeweging aan een noodzakelijkheid voldoet om : 1. Den aangroei van het ledental der vakbonden te verzekeren; 2. De verjonging van de kaders, vooral aan de basis, mogelijk te maken; 3. Het voortbestaan van de syndikale aktie te verzekeren. Zij moet zich vereenigen op een zelfde basis als die der Federatie van Vakbonden. De volgende taken worden haar opgelegd : 1. De ekonomische belangen van de jeugd verdedigen ; 2. Propaganda maken voor de syndikale gedachte ; 3. Zorg dragen voor de opvoeding van de jeugd en haar leiden naar het Socialisme; 4. Zorgen voor gezonde ontspanning van haar leden. Wat de struktuur betreft : De bijeenkomst beslist, ten einde het verantwoordelijkheidsgevoel en den solidariteitszin te ontwikkelen, opofferingen te vergen vanwege de leden van de S. J., vooral waar het de betaling van bijdragen betreft. Zij drukt den wensch uit, dat er nauwe betrekkingen zullen ontstaan tusschen de Syndikale Jeugdorganisatie en de organisaties van volwassenen, de Federaties van-Vakbonden en de Syndikale Kommissie van België. Wat de propaganda betreft : De vergadering doet beroep op al de syndikale militanten, opdat ze de aktie van de jongeren zouden ondersteunen bij de gesyndikeerde kameraden; En besluit een grootsche propaganda op touw te zetten om de jeugd in haar schoot te vereenigen met het ordewoord : « Voor een massa-beweging. »
DE BELGISCHE VAKBEWEGING
83
Het vraagstuk der verzekeringen in België door Joseph Lemaire Directeur-Generaal van " De Sociale Voorzorg "
I
K ben de vrienden van de Syndikale Kommissie zeer erkentelijk de kolommen van hun blad ter beschikking gesteld te hebben van Truffaut en van mijzelf, om onze zienswijze over de nationalisatie der verzekeringen uiteen te zetten. Het spijt mij erg dat Truffaut, buiten de behandeling van het onderwerp is getreden en zich, te mijnen opzichte, aan persoonlijke aanvallen heeft overgeleverd. Dit gebeurt niet voor de eerste maal, doch ik verkies daarop niet langer te blijven stilstaan. Ik zal me dus aan een objektieve uiteenzetting van het onderwerp houden, dat ik grondig meen te kennen, na het dertig jaren lang bestudeerd te hebben. Ik heb ook op konkrete manier aangetoond dat mijn arbeid zich niet beperkt heeft tot theoretische bespiegelingen, maar geleid heeft tot praktische verwezenlijkingen in socialistischen geest. Ik zou niet durven beweren dat Truffaut op dezelfde kennis kan aanspraak maken. Vooraf een eerste terechtwijzing. Truffaut (brengt mij persoonlijk in 't gedrang. Op een der laatste zittingen van de Parlementaire Groep heeft hij zekere beschuldigingen tegen mij geuit. Deze feiten werden ter kennis gebracht van onzen Raad van Beheer, die daarop in zijne zitting van 4 Februari 1937 de volgende dagorde gestemd heeft : De Raad, op de hoogte gesteld van de onjuiste beschuldiging uitgebracht in de Parlementaire Groep aan föet adres van den direkteur-generaal, hernieuwt eens te meer züjn volledig vertrouwen in kameraad Lemaire; keurt onvoorwaardelijk zijn zienswijze goed voor wat betreft het voorstel over de verzekeringen, en verklaart zich mét aligemeene stemmen eensgezind met hem, daar zijne houding volkomen overeenstemt met vorige 'beslissingen genomen door het Uitvoerend Bestuur en den Raad van Beheer. Waren aanwezig op deze zitting : Louis Bertrand, Femand Brunfaut, Isi Delvigne, Frans Deschutter, Alphonse Gaspar, Mathiem Hasselt, Fernand Lefrancq, Alfred Lombard, Jules Mansart, Ernest Martel, Julien Papart, Georges Plumat, Edouard Ronvaux, Frans Vanderheggen, Joseph Van Roosbroeck, Eugène Van Walieghem, Francois Wart, Léon Wettinck, Riohard Olerebaut, Julien Alexandre en Frartcois Logen.
De andere beheerders van de « Sociale Voorzorg » zijn ook steeds op de hoogte gehouden van mijne werkzaamheden. Terechtwijzigingen. Het weze mij toegelaten drie feiten te vermelden om de waarheid te dienen : 1) Kameraad Truffaut heeft zijn wetsvoorstel op eigen initiatief neergelegd, zooals hij dit overigens zelf bevestigt, dus zonder de Partij, noch de Parlementaire Groep, te raadplegen. 2) Het Bureel van den Algemeenen Raad heeft, twee jaren geleden, het Bureel voor Sociaal Onderzoek belast, het vraagstuk van de verzekeringen te bestudeeren om het in het Plan van den Arbeid te verwerken. De Studiekommissie was als volgt samengesteld : Twee afgevaardigden van den Algemeenen Raad : de Brouckère en Bouchery; Twee afgevaardigden van de Parlementaire Groep : Merlot en Soudan; Twee afgevaardigden van de « Sociale Voorzorg » : Lemaire en Gaspar; Twee afgevaardigden van het Bureel voor Sociaal Onderzoek : Vos en Truffaut vader. Deze Kommissie hield verschillende zittingen onder het voorzitterschap van de Brouckère en aanvaardde met algemeene stemmen de volgende resolutie van zijnen voorzitter :
De Kommissie, Overwegende het karakter van openbaar belang van de verzekering der personen en der goederen tegen de beoogde risiko's, is de meening toegedaan dat de reorganisatie van het verzekeringswezen nagestreefd moet worden op grond van de volgende beginselen : 1. Het doel, waarop alle pogingen gericht moeten worden, is de organisatie der verzekeringen in een uitgebreiden openbaren dienst, waaruit elk kapitalistisch belang verbannen zal zijn en die het maximum aan samenwerking bij het maximum aan vrijheid zal verwezenlijken. 2. In afwachting van deze verwezenlijking, hebben de openbare besturen ,zoowel in het belang der verzekerden als in dat der gemeenschap, tot plicht, te waken voor het goede beheer der enorme kapitalen gevormd door de opgehoopte reserves der verzekeringswerkzaamheden. De reglemènteering van de belegging dezer reserves moet dus ingevoerd of versterkt worden.
84
DE BELGISCHE VAKBEWEGING
mmmmmmmmmmmmlmmtmmmmmmmmmmmmmmammmmimmimmmmm^
3. Om de publieke overheid in staat te stellen onweerde zijn voorstel zonder bespreking aan de der de best mogelijke voorwaarden toezicht en kon- Partij op te dringen, bleef er ons niets anders, trole uit te oefenen, moet er, op kosten van de onder- over dan het onze aan de socialistische volksnemingen, een Dienst voor Statistiek en Kontrole der vertegenwordigers mede te deelen om te bewijVerzekeringen ingesteld worden. 4. De Dienst der Verzekeringen zal in den kortst zen voor welke redenen het te verkiezen was. Indien Truffaut de bespreking had laangenomogelijken tijd de maatregelen moeten nagaan en men in het Bureel voor Sociaal Onderzoek, zou voorstellen ter verwezenlijking van : a) de kontrole der verzekeringsoperaties en de be- het zenden van onze dokumentatie naar de volksvertegenwoordigers niet noodig zijn gelegging der reserves, vooral in Staatsfondsen ; weest. b) de organisatie der verzekering tegen kostprijs door onderlinge en koöperatieve groepen, en als overWij hadden het voornemen hem te vragen de gang, het deelen der verzekerden in de winst en de bespreking van zijn voorstel in de kamerafdeekontrole van het beheer door de afgevaardigden der ling te doen verdagen. Doch hij verklaarde ons verzekerden; op de zitting dat hij niet dacht dat het zou bec) de verplichte verzekering voor de takken van sproken worden, daar het slechts als vijfde punt sociale verzekeringen die thans gecommercialiseerd was ingeschreven, na andere belangrijke vraagzijn ; d) de eventueele uitbreiding der verplichting tot de stukken. Hij alleen is het dus die gehandeld heeft zonandere risiko's, in Jt bijzonder tot die van brand en der zich te bekommeren, noch (voor de Partij,, ongevallen ; noch voor het Bureel voor Sociaal Onderzoek, e) de veralgemeening der beste tarieven, de afschaffing der dubbele posten en nuttelooze mededin-* noch voor de Parlementaire Groep. ging, de best mogelijke koördinatie der inspanningen. Het is dus weinig ernstig hem over tucht te De Dienst zal de dokumentatie verzamelen en de hooren praten. * * # studie voortzetten, die de ontwikkeling en de wetenschap van het verzekeringswezen kunnen bevorderen, Hij verbaast zich eveneens dat de verzekeen zal zoo noodig een stelsel van verplichte herverzeringsmaatschappijen niet gereageerd hebben en kering invoeren. Deze studie en verwezenlijkingen zullen hoe langer hoe nuttiger worden, naarmate de trekt daaruit tamelijk gewaagde besluiten. De dokumentatie die sindsdien door de Feverzekeringsinstellingen het karakter zullen krijgen van een werkelijken openbaren dienst, onder welken deratie der Verzekeringsmaatschappijen aan de „ vorm dan ook. volksvertegenwoordigers is gezonden bewijst integendeel, dat deze zich met het vraagstuk heeft Men vindt deze resolutie in het boek : De Uitbezig gehouden. Maar de onverwachte spoed voering van het Plan van den Arbeid, bladz. waarmede het voorstel in de af deelingen geko431-432. men is, 'heeft waarschijnlijk belet dat de Fede3) Ongeveer twee maanden geleden verzocht ratie van Verzekeringsmaatschappijen in tijds het Bureel van den Algemeenen Raad het Bumet haar opmerkingen klaar kwam. reel voor Sociaal Onderzoek, op voorstel van Wij betwijfelen sterk dat ooit iemand geloofd Buset, het onderzoek der voorstellen van Trufheeft dat het voorstel eenige kans tot slagen faut en Lemaire te hernemen en het resultaat had. Alleen de socialisten en de kommunisten hiervan te willen mededeelen. zouden er in de Kamer voor kunnen stemmen. In overeenstemming met Truffaut, werd In de afdeelingen werd het gestemd door een 16 Januari gekozen als datum voor de vergadetwee- a drietal kristen-demokraten, niet omdat ring van het Bureel voor Sociaal Onderzoek. zij er voorstander van waren, maar slechts omdat Truffaut, die op het laatste oogenblik belet zij van meening waren dat het vraagstuk der was, vroeg om de zitting uit te stellen. Zij werd verzekeringen zou moeten onderzocht worden. verdaagd tot 30 Januari. Op deze zitting, na een De heer Bodart heeft zich daarover duidelijk uittusschenkomst van de Brouckère, legde Trufgesproken in zijn blad La Ciie Nouvelle, van faut, bij de opening der zitting, de volgende ver8 Februari 1937. klaring af : * * * Ik ben uit hoffelijkheid gekomen, maar ik houd er «aan te verklaren' dat ik geen lid ben van de Kommissie en de bevoegdheid van de Kommissie voor het onderzoek van mijn wetsvoorstel in 't geheel niet erken. Ik hang niet af, noch van het Bureel voor Sociaal Onderzoek, noch van de vakvereenigingen, noch van de koöperatieven, noch van de « Sociale Voorzorg ». Ik heb mijn voorstel ingediend te persoonlijken titel, gebmik makend van mijn recht op initiatief als volksvertegenwoordiger en ben besloten dit te handhaven. (Uittreksel van het Proces-Verbaal.) Vermits hij alle onderzoek weigerde en be-
Voor wat het vraagstuk der verzekeringen zélf betreft, zouden wij het in zijn geheel willen behandelen. Maar dit is te lang.Wij hebben over dit onderwerp een verhandeling van 140 bladzijden geschreven die gezonden werd aan de leden van den Ekonomischen Raad der Syndikale Kommissie, aan de leden van den Algemeenen Raad, aan de leden van het Bestuur der « Société Générale Coopérative ». Deze brochure is ter beschikking van de lezers van De Belgische Vakbeweging die ons de vraag willen richten.
DE BELGISCHE VAKBEWEGING Wij geven er hieronder, in eenige lijnen, de algemeene trekken van weer, die hun géheele bewijskracht niet kunnen krijgen in de weinige bladzijden die noodzakelijk kunnen voorbehouden worden in dit tijdschrift. Men zal ons daarvoor wel willen verontschuldigen. Ons standpunt. Wij 'zijn voor de nationalisatie der verzekeringen. Wij zijn niet voor het monopool der verzekeringen. Wij bespreken hier niet of dit punt wel degelijk in het Partijprogramma is ingeschreven.Wij
85
Men kon buiten deze nog de brandverzekering verplichtend maken. In feite is reeds iedereen verzekerd tegen brandgevaar. Maar er blijven nog een reeks verzekeringen die men onmogelijk, verplichtend kan maken en die nochtans een enorme rol spelen op de verzekeringsmarkt. Deze zijn de verzekeringen op het leven, ongevallen, gemeen recht, winkelruitschade, diefstal, zeevaart, enz., enz. De voornaamste in deze reeks is de levensverzekering. Volgens de verslagen van het Ministerie van Arbeid, bedroeg de inkasseering in 1934 voor dezen tak 412 millioen. Men is het bijna alge: meen eens dat het totale bedrag der verzeke-
W i j willen de nationalisatie der verzekeringen door de socialiseering hunner winsten.
wensehen daarover geen onvruchtbare besprekingen te openen. Het volstaat te zeggen dat iedereen erkent dat de nationalisatie der verzekeringen deel uitmaakt van het/algemeen e streven der Partij. Zekere opklaringen zijn niettemin noodig. Het is wel begrepen dat men de sociale verzekeringen moet scheiden van de commercieele verzekeringen en de diskussie slechts loopt over deze laatsten. Zekere kameraden zijn verder nog onder den indruk dat een monopool een socialistische verwezenlijking is. Socialistische schrijvers hebben reeds dikwijls het tegenovergestelde beweert en het noodige onderscheid gemaakt. De instelling van de lucifers- en tabakmonopoües in Frankrijk, de gasregie en de elektriciteit te Brussel, te Luik en elders, is dit socialisme? De vraag stellen, is ze beantwoorden. Wij zijn van oordeel dat het monopolie der verzekeringen ernstige bezwaren medebrengt. De ervaring van verschillende landen die wij bestudeerd hebben en waarover wij een dokumentatie hebben die ter beschikking staat van al dezen die zich voor het vraagstuk interesseeren, heeft ons aangetoond dal het privaat initiatief, dat de geest van konkurrentie, elementen zijn die op verzekeringsgebied dienen aangemoedigd te worden. Noodzakelijkheid van privaat-initiatief. Zekere takken van de verzekering zijn verplichtend : Verzekering-pensioen; Verzekering-arbeidsongevallen (in praktijk althans); Verzekering-autobus; Weldra ooi; de autoverzekering.
ringspremiën in België, voor het jaar 1934, rond de 1,250,000,000 frank bedraagt. * De verzekering op het leven bedraagt het derde van het totaal wanneer men zich steunt op de inkasseering der premie'n. Indien men haar beschouwt van het standpunt der reserves is haar percentage nog veel grooter. Iedereen geeft zich wel rekenschap dat het totaal onmogelijk is om de levensverzekering verplichtend te maken. Deze verzekering, zooals vele andere, wordt slecht gesloten na talrijke démarches te hebben gemaakt. Zou een lezer van dit tijdschrift durven beweren dat het als gevolg van zijn persoonlijke overwegingen is over het nut van de verzekering, dat hij zich aan het winket van een maatschappij heeft aangeboden om een verzekering op het leven af te sluiten? Indien men verzekerd is, komt het omdat een agent u is komen bezoeken en herhaaldelijk u de voordeelen van zulke beslissing heeft aangetoond. Schaf de agenten af en de levensverzekering verdwijnt. Men zal zich daarvan nog beter kunnen overtuigen door het volgende : Voorbeeld der volksverzekeringen op het leven. Volgens hetzelfde verslag van het Ministerie over de operaties van 1934 (het laatste dat tot heden verschenen is), stelt men vast dat de Belgische en vreemde maatschappijen een portefeuille bezitten van 1,837,235 loopende polissen. Wij hebben hieruit de polissen genomen der zes meest populaire verzekeringsmaatschappijen, waarvan de inkasseering bijna, uitsluitend wekelijks gebeurt (cijfers van 1934) :
86
DE BELGISCHE VAKBEWEGING
Sociale Voorzorg 452,277 Antverpia 286,065 Métropolitaine . . . . , . „ . . 165,791 Constantia ± . . . . . . ' '" 150,182 Noord-Braband . . . . . . . . . . 139,351 R. V\ S. . . 107,411 Dus, 1,301,177 op een totalen omloop van 1,837,235 polissen! En er zijn nog andere maatschappijen voor populaire verzekering op het leven. Men kan dus zeggen dat de twee derden van de bestaande polissen voor levensverzekering in België, per week ontvangen worden; dat beteekent over 't algemeen 's avonds, na 6 uur, den Zaterdagnamiddag en den Zondag. Wie kan er ontkennen dat deze kleine verzekeringen, van sociaal standpunt uit, interessant zijn? Kan men zich voorstellen dat funktionarissen in de volkswijken, 's avonds of op de rustdagen de premiën zouden gaan ontvangen ? Denkt men werkelijk dat het lang zou duren vooraleer deze portefeuille zou weggesmolten zijn indien zij toevertrouwd werd aan funktionarissen? Andere takken.
Het zou overigens niet de eenige tak zijn die een ernstige achteruitgang zou kennen indien de agenten verdwenen. Men zou denzelfden toestand hebben voor al de niet-verplichte verzekeringen. Men kan evenmin ontkennen dat groote verbeteringen in de laatste jaren zijn ingevoerd, dank aan de konkurrentie, in het belang van den verzekerde, waaronder als belangrijkste gelden : het corlogsrisiko, het winst- en gebruiksverlies voor de brandverzekering; voor de autoverzekering : de onbeperkte waarborg tegen schade, de ristourne wanneer er zich geen ongevallen voordoen; voor de levensverzekering : de gratisdeelname aan de winsten door de verzekerden. Kan dit alles zonder vermelding voorbijgegaan worden en mag men doen gelooven dat de verzekeringen een dienst zijn die geen vooruitgang maakt? Weet men dat, om een portefeuille voor brandverzekering te behouden, er ontelbare stappen moeten aangewend worden? Een voorbeeld tusschen vele andere : Te Brussel, voor een bevolking van 195,268 inwoners, waren er: Veranderingen 20,499 Vertrek van de gemeente . . . . . . 26,840 Intrek in de gemeente . . . . . . . . 29,499 Huwelijken . . . . 1,647 Echtscheidingen 203 Toelatingen tot bouwen 1,296 Wat een totaal van 79,984 veranderingen uitmaakt op één jaar, zonder rekening te houden van de menigvuldige andere redenen nog die een wijziging aan de polis kunnen voor gevolg hebben.
Men bemerkt dus dat hier een belangrijken materieelen arbeid te verrichten is die moet uitgevoerd worden, hetzij door de agenten, zooals dit nu het geval is, hetzij door funktionarissen. De agenten ontvangen een kommissieloon, d. w. z. dat zij een vergoeding ontvangen wanneer het werk is uitgevoerd, ook wanneer dit drie, vier of vijf bezoeken noodzaakt. Kan men deze opvatting vereenigen met den arbeid van een funktionaris ? Zoo wij nadruk leggen op de rol der agenten, dan is het juist omdat de voorstellen tot monopoliseering der verzekeringen steeds de afschaffing van de agenten vooropstellen, en de bijna geheele totaliteit der winsten dat men van een monopolie verwacht precies moeten komen van dé besparing der kommissieloonen die men niet meer zal hoeven te betalen hebben. Wij hebben hier slechts willen aantoonen dat de verzekeringsagenten, er noodig zijn en dat, bijgevolg, men niet moet hopen van winsten te maken door de betaling hunner kommissieloonen uit te schakelen. Regeling der schade.
a) Snelheid. Wanneer een verzekering wordt aangegaan, is dit natuurlijk om zich te beschermen tegen een gevaar en wensent men vergoed te worden in het geval de gevreesde schade zich zou verwezenlijken. De regeling van de eventueele schade is dus de eenige reden van de verzekering. Elkeen wenscht, in de gevallen voorzien door de verzekeringspolis, zoo volledig en vooral zoo snel mogelijk vergoed te worden. Benevens de persoonlijke zorgen die uit een vertraging van de vergoeding voortspruiten, mag men niet vergeten dat ook dikwijls materieele verliezen er het gevolg van zijn. In geval van brand, bij voorbeeld, indien niet onmiddellijk maatregelen worden genomen om de niet beschadigde goederen te bergen, kan het slechte weder de schade nog sterk doen verhoogen. In geval van auto-ongeval, geeft elke dag vertraging het recht, aan diegene waarvan het voertuig beschadigd is, een dagelijksche vergoeding te eisenen van 50 frank, voor werkloosheid van zijn voertuig. De verzekeringsmaatschappijen hebben dus alle belang bij een snelle regeling en beschikken over een speciale organisatie om snel de zaken, te regelen. Is het mogelijk dat funktionarissen op zulke wijze hun werk kunnen regelen en snelle beslissingen kunnen of durven nemen? b) Overeenkomst in de regeling der schade. ' Het komt voor dat een absoluut juiste expertise lang zou duren en duur zou kosten. Over 't algemeen wordt dan, om een snelle
DE BELGISCHE VAKBEWEGING
8?v
mm^m^mm^m^ÊmmiÊimilltmaÊIIIÊmmmmillÊtm
bevrediging te geven aan den kliënt, door den inspekteur of den expert een overeenkomst voorgesteld. Men zoekt een regeling en tracht zich snel akkoord te stellen. Inspekteurs en experten hebben de noodige macht om zulke minnelijke overeenkomsten af te sluiten. Voor funktionarissen zouden zulke overeenkomsten niet mogelijk zijn. Elkeen opent zijn (( parapluie », ten einde later niet op eene of andere wijze verantwoordelijk gesteld te worden. Voorbeelden die ons worden tegengesteld.
Men citeert drie voorbeelden om de goede organisatie van half-officieele inrichtingen te doen blijken. 'Deze voorbeelden zijn ons niet onaangenaam, doch voor andere redenen. •1) De Nationale Kas voor Bediendenpensioenen. L'Action Syndicale, het blad der bedienden, wijst er regelmatig op dat het personeel van deze instellingen ver afblijft van het levensminimum dat in de verzekeringsmaatschappijen geeischt wordt en in zekere onder hen bekomen is. Dat men zich wende tot de leiders van den Algemeenen Bond van iBedienden, om de redenen hiervan te kennen. Het voorbeeld is goed gekozen! 7) Zwitserland (voor verzekering tegen ongevallen). Daar wij, eenigen tijd geleden, dezelfde bewering hadden gehoord als deze die ons hier herhaald is geworden, hebben wij aan den direkteur van de Zwitsersche Verzekeringen te Bern geschreven, welke het kontrolelichaam is. Er werd ons op de meest formeele. manier geantwoord dat de oude en huidige verzekeringen niet kunnen vergeleken worden en dat de industrieelen vinden dat de premiën van de Nationale Kas hooger zijn dan de premiën der private maatschappijen. En indien deze Kas zekere ristournes geeft op de betaalde premiën, hoeft men toch niet te vergeten dat ook in België alle gemeenschappelijke kassen ristournes op de betaalde premiën betalen. 3) De Nationale Spaarkas. Het is, inderdaad, waar dat de Spaarkas een departement vcor verzekeringen bezit, waarvan de premiën lager zijn dan deze der verzekeringsmaatschappijen. Maar... niettemin doet het om zoo te zeggen geen zaken. Indien wij de verplichte verzekeringen ter zijde stellen, die worden gesloten door diegenen die een leening bij de Nationale Spaarkas aangaan en verplicht worden zich bij haar te verzekeren, en de inschrijvingen der gemeenschappelijke kassen, dan blijkt het uit het verslag der
Spaarkas, dat de vrijwillige verzekeringen sinds vijftig jaren ongeveer 3,000 polissen bedraagt. De (( Sociale Voorzorg » sluit er ongeveer 5,000 per maand. Wat bewijst dit? Eenvoudig wat wij talrijke malen hebben beweerd, d. w. z. : geen opsporing en propaganda = geen zaken. De « Sociale Voorzorg », die nog geen dertig jaren bestaat, bezit vandaag 500,000 loopende verzekeringen op het leven. Men kan dus moeilijk de Nationale Spaarkas als argument gebruiken ten voordeele van het monopolie der verzekeringen. De winsten der verzekeringsmaatschappijen.
Bijna alle voorstanders van een monopolie der verzekeringen steunen hun thesis op de volgende tabel : Gestort Totale \ Maatschappijen. kapitaal. winst. % Assur. Générales . . 846,000 4,099,000 434 Rscatit 1,200,000 1,065,000 84 Belgique . . . . . 400,000 1,470,655 367 Propriétaires Réunis . 4,000,000 4,932,696 123 Royale Beige . . . 2,800,000 3,600,000 128 Wij zullen dit volledigen met een beter bekend voorbeeld : het « Volkshuis » van Brussel. Op 31 December 1935, werd haar balans bekend gemaakt, loopende over achttien maanden werking. Men stelt vast dat op dit oogenblik het kapitaal 532,570 frank bedraagt en de winst 3 millioen 250 duizend frank, dat is meer dan 600%. Ook wanneer men berekent dat een dienstjaar van twaalf maanden de twee derden van dit winstcijfer geeft, komt men nog tot meer dan 400 %. Dit percentage staat ver boven dit verkregen door de meeste verzekeringsmaatschappijen, en zij die het argument van Truffaut aanvaarden moeten, om logisch met henzelf te zijn, oordeelen dat het « Volkshuis » van Brussel op schandalige wijze zijn aangeslotenen uitbuit. En nochtans... Wat beteekent bovenstaande vergelijking? Dat het handelsbeheer gesteund is op een (bovenmatige winst? Dat de koopwaren veel te duur worden verkocht? In 't geheel niet. Dit bewijst eenvoudig dat er geen enkel verband bestaat tusschen het gestorte kapitaal en de totale winst om den gang van eene onderneming te beoordeelen. De winst wordt verwezenlijkt op het zaken-, cijfer. In het (( Volkshuis » van Brussel werd de winst van 3,250,000 frank verwezenlijkt op een zakencijfer van 93,812,580 frank. Dat is zelfs geen 4 %.
88
DE BELGISCHE VAKBEWEGING
Voor de verzekeringsmaatschappijen kan men vergelijkingen maken die tot ongeveer dezelfde besluiten komen. Voor 1935 was de ontvangst der premiën voor de hoogergenoemde maatschappijen als volgt : Maatschappijen. Ontvangsten. Winsten. % Assur. Générales . . 49,800,000 4,686,000 9.4 Escaut 25^812,000 1,215,000 4.7 Propriétaires Kótmis. 80,603,000 4,945,000 6.1 Beligique 14,051,000 1,546,000 11.0 Royale Beige . . . . 136,020,000 4,011,000 3.0 Totaal . . . 306,324,000 16,403,000
5.4
En toch is er iets dat ons in opstand brengt in de winsten der maatschappijen waarover wij allen zullen akkoord gaan : het verdeelen dezer winsten onder de aandeelhouders. Het handelsbeheer der verzekeringsmaatschappijen in zijn betrekkingen met de verzekerden is normaal en gezond. De verzekering is in haar geheel genomen, een goede evenwichtige Industrie, met een kleine winstmarge, die wenschelijk is voor de stabiliteit der maatschappijen en de veiligheid der verzekerden. Maar, wat hoeft te verdwijnen is de wijze waarop deze winsten worden verdeeld, dat is, wat in feite hun kapitalistisch karakter uitmaakt. Het is niet de winst op zichzelf, noch haar belangrijkheid die moet bekampt worden, maar de wijze waarop zij verdeeld wordt. De winst wordt verwezenlijkt op handelsomzet, die verkregen werd van de verbruikers, in ons geval de verzekerden. Het is dus rechtvaardig dat zij het zijn, of de gemeenschap, die de opbrengsten ontvangen. Het eerste systeem is het ristourne dat de koöperatieve instellingen van onze Partij toepassen. Het tweede wordt aangeraden door de « Sociale Voorzorg » voor de verzekeringsmaatschappijen. Dat is wat wij de nationalisatie der verzekeringen zullen noemen door de. socialiseering van hun winsten. En de reserves? Men leest soms, van de pen- van dezen die het vraagstuk bëstudeeren : De maatschappijen hebben reserves die talrijke imillioenen 'bedragen en ter beschikking der Regeering moesten gesteld worden. Want de maatschappijen kunnen deze gebruiken om op 'massieve wijze de titels die zij bezitten op de markt te werpen en zóó eene drukking uitoefenen op de vrijheid van beweging der Regeering. De groote reserves die men bedoeld zijn de wiskundige reserves der verzekeringen op het leven en de pensioenen. Welnu, artikelen 28, 29, 30, 31, 32 en 33 van het koninklijk besluit
van 17 Juni 1931, dat de algemeene kontrole der verzekeringsondernemingen regelt, bepaalt het percentage en de wijze waarop de maatschappijen hun reserves mogen plaatsen en dwingt hun de titels te deponeeren bij een instelling die door den minister is aangenomen. Verder wordt nog door omzendbrief n r 18, van 1 Oktober, uitgaande van het Ministerie van Arbeid, het volgende bepaald : Geen enkele afhaling of vervanging van waarden mag plaats grijpen zonder mijne tusschenkomst. Daarom zal de verzekeraar zich moeten verbinden in de akte van deposito, geen verandering in de samenstelling van het deposito te ibremgen zonder voorafgaandelijk akkoord van den minister of zijnen afgevaardigde. Verder zal mijn Beheer in elke aangeduide bankinstelling het handteeken van den afgevaardigde van den minister neerleggen, dat voortaan zal noodig zijn om de samenstelling van het deposito te wijzigen. Dat is duidelijk. Het is dus onmogelijk aan de verzekeringsmaatschappijen hun titels op de markt te werpen om de koersen te beïnvloeden.' Nog een legende die verdwijnt. Zooals wij hooger zeiden, bestaat het grootste gedeelte der reserves uit de wiskundige reserves der verzekeringen op het leven, brand, ongevallen-wet en pensioenen. In onze brochure analyseeren wij, volgens de verslagen van het Ministerie van Arbeid, de plaatsing dezer reserves, waarvan wij hier eenige globale cijfers laten volgen : a) Levensverzekering : Totaal der plaatsingen : 1,950,400,000 frank. Totaal der plaatsingen in Staatsfondsen, obligaties van steden, het Gemeentelijk Krediet, enz., 830,000,000 fr., of 42.5 %, terwijl het voorgeschreven percentage door het koninklijk besluit 15 % is. b) Verzekeringen tegen ongevallen : Totaal der plaatsingen, 761,000,000 frank. Plaatsing in Staatsfondsen, 541,000,000 frank, of 71 %. Percentage vastgesteld door het koninklijk besluit, 30 %. c) Verzekering-(pensioen : Totaal der plaatsingen, 762,000,000 frank. Plaatsing in Staatsfondsen, 464,000,000 frank, of 64 %. Men bemerkt dus, wat vele kameraden niet blijken te weten, dat de Staat reeds het grootste gedeelte van de reserves der verzekeringsmaatschappijen beheert. Men moet niet vergeten dat een gezond financieel beheer ook de plaatsing moet voorzien van een deel van het bezit in gebouwen, hypotheekleeningen of andere waarden. Overname der kontrakten. Men verwijt niet zelden aan de verzekeringsagenten er vooral op uit te zijn om bestaande kont/akten van andere maatschappijen weg te hapen en dat zij op deze manier de kosten der
DE BELGISCHE VAKBEWEGING
89
t
verzekering met onnoodige onkosteii doen verzwaren. Wij hebben daarover geen algemeene statistieken. Onze opzoekingen beperken zich dus tot onze eigen ervaring. »• D e « Sociale Voorzorg », op 188,650 loopende polissen voor brandverzekering, heeft op een jaar slechts 1,632 opzeggingen gekregen. Dus nog geen één percent. Men ziet dus hoe weinig belangrijk dit is, en bijgevolg de ongegrondheid van het argument. Verzekering aan kostprijs.
Men verklaart de verzekering te willen doen gebeuren tegen kostënden prijs. Zeer wel. Maar de praktische toepassing hiervan is niet mogelijk. Nemen wij het geval van een verzekering op het leven om ons goed te doen begrijpen. Deze kontrakten worden gesloten voor een duurtijd van twintig, dertig tot veertig jaren. Op het oogenblik van de sluiting van deze kontrakten, waarborgt men de storting van een bepaald bedrag op den vervaldag. Voor de 'vaststelling van dit bedrag wordt de berekening gebaseerd op de sterftecijfers en^op de plaatsing van de gestorte sommen voor deze kontrakten, mét gekapitaliseerd en interest. De premie betaald door den verzekerde is onveranderlijk voor den .gansenen duurtijd van het kontrakt, wat ook de schommelingen weze van den interestvoet en van het indexcijfer. De meeste tarieven der maatschappijen worden berekend op 4 % op de stortingen die hij zaT dóen tot den vervaldag van het kontrakt. In de praktijk varieert de interestvoet. Hij was gisteren 5 %, is vandaag slechts 4 % en kan morgen wellicht 3 % zijn. Men heeft nog zoo pas het sukses gezien van de leening van onzen vriend de Man aan 3.50 % ? De inschrijving van de verzekeringsmaatschappijen op deze leening beteekent een verlies van 0.50 %, het verschil van wat zij aan den verzekerde betalen en wat zij ontvangen van den Staat, zonder verder nog rekening te houden van de mogelijke aflossingen die noodig zijn bij waardeverminderingen van titels. Het is dus noodig dat de maatschappijen eigen reserves bezitten, bijeengebracht gedurende de goede jaren, om de ontoereikendheid der ontvangsten te kunnen dekken van minder gelukkige jaren. De maatschappij die elk jaar als ristourne de totaliteit zou uitkeeren van wat zij gewonnen heeft, en de premie dus verlagen zou tot wat als kostënden prijs beschouwd wordt, zoujiiet lang kunnen weerstaan, want eenige jaren van tekort zouden haar weldra van de verzekeringsmarkt wegvagen. Wie zou daarvan de gevolgen ondervinden?
Natuurlijk de verzekerde, die vertrouwen had in het beheer der bestuurders. Men moet zich, overigens, niet laten misleiden over de belangrijkheid die het ristourne over het geheel der winsten zou beteekenen. Nemen wij nogmaals den toestand van de « Sociale Voorzorg » : Wij hebben 500,000 verzekeringspolissen op het leven, bij de 200,000 brandverzekeringen en meer dan 20,000 ongevallenverzekeringen, dus in totaal 720,000 polissen. Welnu, voor het laatste jaar was onze winst lichtjes onder de 3 millioen. Indien men deze winst verdeelt over al de loopende polissen, ziet men dat het gemiddeld ristourne 4 frank bedraagt. Zij is dus zonder praktische beteekenis. Sociale dienst.
De « Sociale Voorzorg » heeft verkozen een ander stelsel te gebruiken : het kollektief ristourne. Met haar winst heeft zij heerengoederen aangekocht, waarin zij de onterfden van het leven : de weezen, de zwakke jongeren, de zieken en de ouderlingen, een onderkomen biedt. Zij wenscht deze tehuizen open te stellen voor de meest ongelukkigsten van de gemeenschap. Dat is een wezenlijke sociale dienst. Men bemerkt dus dat wij niet geslapen hebben en ons niet bepaald hebben tot onvruchtbare besprekingen. Van 1922 af, van zoodra het vraagstuk zich gesteld heeft, hebben wij het bestudeerd. Wij hebben in Zwitserland, dat steeds als voorbeeld gesteld werd, een diepgaand onderzoek ingesteld. Wij hebben informatie ingewonnen, over hetgeen er op dit terrein gebeurt, in gansch de wereld* Men zal, in onze brochure, daarover alle de^tails vinden. Eén zaak heeft vooropgestaan : het belang van den verzekerde. Een eerste voorwaarde die een openbare en sociale dienst moet vervullen is zijn verbruikers goed te dienen. Wij hebben een oplossing gevonden die, naar onze meening, het best de gemeenschap kon dienen en deze in praktijk gesteld sinds weldra tien jaren. Het is in 1927 dat wij Tribomont aankochten. Daarop volgde Klemskerke. Nadien de Preventieve Geneeskunde, die open staat voor iedereen. In 1935 was het Solières. Faïïais volgde een weinig later. Heden verrijst majestueus het Sanatorium van Tombeek. Deze uitgebreide, humanitaire organisatie doet de Partij eer aan en geeft haar het recht zich daarover fier te betoon en. Dit is konkreten arbeid en onaanvechtbaar.
DB BELGISCHE VAKBEWEGING
00
Het is geen onvruchtbare bespreking, het zijn feiten. Wat wij hebben gedaan, zouden andere maatschappijen ook kunnen doen. Men kan het hun opleggen. Onze opvatting. Voor al deze redenen steunt ons voorstel, uitgaande van het. belang der gemeenschap, op den handelsgeest der verzekeringsmaatschappijen en vooral op den wedijver, den geest van vernieuwing en van initiatief die uit de mededinging voortspruiten, alle kwaliteiten die wij niet denken te kunnen vinden bij de funktionarissean van een gemonopoliseerden dienst. Steeds van uit hetzelfde standpunt stellen wij voor de dividenden der verzekeringsmaatschappijen te beperken. Anderzijds, om hun innerlijke werking te kennen en volledige statistieken te kunnen aanleggen, die ontbreken op dit terrein, voorzien wij de stichting van een Nationalen Dienst der Verzekeringen.
Deze Dienst zou als zending hebben : a) Het opstellen van statistieken, onmisbaar om het beheer der maatschappijen te beoordeelen; b) Het toezicht over alle (maatschappijen door officieele revisoren; c) een recht van veto, opdat de Dienst de algemeene ekonomie der verzekeringsmaatschappijen zou kunnen leiden; d) Het deel der winst dat overblijft na de vorming der reserves en de verdeeling der toegelaten dividenden, zullen gebruikt worden voor bepaalde sociale doeleinden, die nuttig zijn voor de algemeenheid der verzekerden; e) Eindelijk zal de Dienst in het licht der statistieken, de vorming bestudeeren van een Nationaal Instituut van Herverzekering. Dit is, in weinige woorden, onze opvatting en de redenen die haar verrechtvaardigen. Wij verzenden verder naar onze brochure al de belangstellenden die het geheel van onze bewijsvoering wenschen te kennen.
De « Société Générale de Belgique » door E. G r y s o n
H
ET verslag dat de « Société Générale » voor zijn vergadering van aandeelhouders van 23 Februari 11. heeft opgesteld, is een groote brochure van 70 bladzijden. Het is interessante lektuur, omdat het elk jaar een betrekkelijk objektief beeld geeft van den gezondheidstoestand der financieele en industrieèle ondernemingen van ons land. Dit jaar begint de gouverneur der bank met een verklaring over de verschijning van het verslag der onderzoekskommissie betreffende de krisistusschenkomsten en de verstandhouding tusschen de politiek en de financie (Kommissie Servais), om te zeggen dat noch rechtstreeks noch omrechtstreeks aan de leening Mendelsohn is onderschreven geworden. Wij gaan natuurlijk niet polemikeeren over dit punt en verkiezen onze lezers naar het verslag Servais zelf te verwijzen, indien zij daarover de meening wenschen te kennen van diegenen die gelast werden een onpartijdig onderzoek over deze zaak in te stellen. De internationale ekonomische toestand, zegt de verslaggever, duidt een algemeene herneming aan; den vooruitgang w&s zeer gevoelig in 1936. Wat deze herneming best karakteriseert is de aanhoudende stijging der grondstoffen, die sinds April 1935 begonnen is. In goud-
waarde bedraagt deze stijging zoowat 30 % op de prijzen van vorig jaar. Verschillende landen die hun industrieèle welvaart nog niet hadden zien terugkeeren, hebben deze teruggevonden in 1936; sommige landen hebben hun ekonomische bedrijvigheid van 1929 reeds overschreden. Dit is o. a. het geval met de landen van het Sterling blok, de U. S. S. R., het Verre-Oosten en de landen van hét Amerikaansch vasteland. Volgens de bewering van den verslaggever, blijkt dit niet ihet geval te zijn met de landen van het oude goudblok, zooals België, Polen en Tclheco-Slowakije. De herneming zou grootendeels te wijten zijn aan den algemeenen wedloop der bewiapeningen, wet een schaduw werpt op den toestand. De verslaggever besteed, begrijpelijkerwijs, het grootste deel van zijn onderzoek aan den ekonomischen toestand van België en begint met de vaststelling dat de stakingen — die geen ekonomische oorsprong hadden — gevolgd werden door een gevoelige verbetering van de loonen en de bestaansvoorwaarden der arbeiders. De koopkracht van de meeste arbeiders werd gebracht tot een peil dat vroeger nooit is bereikt geworden; en een regiem van arbeidersvakanties werd ingevoerd. Het is te betreuren dat de verslaggever zich
DE BELGISCHE VAKBEWEGING niet duidelijk heeft verklaard want, zoo de stakingen geen enkelen ekonomischen oorsprong hadden, moeten zij andere oorzaken hebben gehad. Welke zijn deze? Het zou interessant zijn geweest Ihet advies te kennen van de leiders van de financiewereld in deze zaak. De stakingen hebben nochtans bewezen dat vóór de maand Juni er valiede arbeiders waren, vaders van familie, die 2.50 a 3 frank per uur verdienden; dat er in de banken volwassen bedienden waren waarvan het maandloon de 500 frank niet overtrof. Is de opsteller van het dokument van mee-
91
Voor de mijnen is de herneming vooral opmerkelijk. De stocks zijn verminderd tot het minimum en de verslaggever laat doorschijnen dat als gevolg van de pas afgesloten internationale verstandhouding voor de cokes, men een kartel voor de steenkolen moet voorzien, wat de vooruitzichten voor de mijnnijverkeid gunstig zouden beïnvloeden. De staalnijverheid bevindt zich ook in een veel gunstiger toestand dan de vorige jaren, de prijzen zijn gestegen en het internationaal staalkartel heeft met zijn reguleerende invloed op de prijzen en op de voortbrengst, aan de Belgische
Indien de politieke atmosfeer sinds lange maanden niet ware vergiftigd geweest door Rex en zijn handlangers in binnen- en buitenland dan zou, onbetwistbaar, de industrieele toestand van ons land nog gunstiger geweest zijn.
ning dat dit geen voldoende redenen zijn om
staalondernemingen een groeiende winstmarge gebracht. De constructiewerkhuizen hebben eveneens een groote verbetering vastgesteld in de verschillende takken van hun nijverheid en talrijke bestellingen voor rollend materiaal ontvangen, zoowel van het binnen- als van het buitenland. De eenige lijnen die besteed worden aan de niet-ijzeühoudende metalen, duidt reeds onmiddellijk aan hoezeer de herbewapeningspolitiek de prijzen heeft beïnvloed. Onderstaande tabel geeft een beeld van de schommelingen der prijzen over verschillende jaren : Koersen einde 1935 Koersen einde 1926 In Pond-St. In Franks In Pond-St. In Franks Kóper(ElcctroMagt) 39.10.0 5,780.10 54. 5.0 7,909.65 Koper (Standard) . 35. 1. 3 5,1*0.75 49.10. 7 1/2 7,221.65 Tin . . . . . 218. 2. 6 31,918.50 233. 2. 6 33,989.60 Lood 15.13. 9 2,295.55 28. 5. 71/2 4,123.40 Zink . . . . 14.11. 3 2,130.95 20. 0. 0 2,916.00
Het electriciteitsverbruik is toegenomen met ongeveer 11 %, tusschenM934 en 1935, en in dezelfde mate tusschen 1935 en 1936.' Het blijkt nochtans dat deze verhooging niet geheel het gevolg is van de verbeterde konjunktuur, maar voor een deel te wijten is aan de verspreiding van nieuwe huiehoudelijke- en industrieele electrisclhe toestellen. Dit moge juist zijn, maar het blijkt niettemin dat het verbruik in drie jaren met ongeveer 25 % is toegenomen, wat aan de electriciteitsbedrijven heeft toegelaten om hun winst geweldig te verhoogen. Zeer belangrijke bestellingen voor materiaal zijn in de laatste maanden gebeurd, anderen zullen nog volgen en de electrieiteitsmaatschappijen zullen weldra verplicht worden om beroep te doen op nieuwe kapitalen.
92
DE BELGISCHE VAKBEWEGING
De verslaggever drukt de vrees uit, daar er bij het publiek zooveel over de winsten der elecrriciteitsmaatsehappijen gesproken is en zoovele interpretaties gegeven zijn over de regeeringsverklaring van Juni 1936, de oproep voor kapitalen gevaar loopt van niet bevredigd te worden. Het spreekt van zelf dat de bestuurder van de « Société Générale » precies zouden willen weten wat de regeeringspolitiek op dit terrein zal verwezenlijken. Wif begrijpen dit. Wij vinden slechts weinige inlichtingen voor de glasnij verheid. Indien de verhooging van verbruik Iheeft aangehouden in 1936, bleek het onmogelijk om den kostprijs te verminderen, en zooals vorige jaren heeft de glasnij verheid geleden onder de concurrentie die op de internationale markt gevoerd wordt tusschen de verschillende Europeesche voortbrengers. De scheikundige nijverheid bevindt zich in een betere
toestand dan vorig jaar; dit is ook zoo, in 't algemeen, met de textielnijverheid: Voor de zee vaartmaatschappij en moet men de: gegevens herinneren van een onlangs verschenen verslag van de <( Fédération Maritime d'Anvers ». De aankomsten in de haven van Antwerpen van goederen van Europeescihe landen, bereikten voor de negen eerste maanden van 1936, 3,841,000 ton, tegen 3,084,000 ton voor dezelfde periode van 1935.. Het vertrek van goederen bestemd voor Europa, bereikte 4 mik. liloen 362,000 ton tegen 3,717,000 ton. De zeevaarthandel van Antwerpen wijst op een gevoelige verbetering met het Amerikaansche vasteland, 1,635,000 ton tegen 1,441,000 ton. De ekonomische heropleving in Kongo is zeer kenschetsend. De prijzen van alle produkten gaan sterk omhoog. De onderstaande tabel duidt dit iaan :
Koersen in Pond Sterling Produkten
Benheden
Koper-electro. . Goud . . . . Tin Zilver . . '. . ". • Katoen Palmnoten . . Palmkernen . . . Koffie Kopal . . . . .
. v.
T. longue Lstg. Oz. sh. T. longue Lstg. Oz. d. lb d. T. longue Lstg. T. longue Lstg. — —
, .
Einde 1935 39.10. 0 141. 2 218. 2. 6 24 4/16 6.21 21. 0. 0 9.11. 4
Einde 1936 54. 5. 0 141. 7 233. 2. 6 23 6.82 28.17. 6 16. 5. 9
—
—
—
—
De beweging van den uitvoer is niet minder interessant. Ziehier de cijfers der vijf laatste jaren :
v
:
1932 1933 1934 1935
. . . .
1936 .
Koersen in Belgische Franks
. . . .
. . . .
206,000 269,000 336,000 399,000
ton » » »
.
.
440,000 » (schatting)
Wij kunnen, dunkt ons, daarmede sluiten met slechts bij te voegen dat de balans een winst aangeeft van ongeveer 88 millioen. Het blijkt dus uit jde elementen die wij. hier bondig ontleed hebben, dat de ekonomische en
Eenheden Metrische T. Kilogr. Metrische T. Kilogr. Kilogr. T. longue T. longue Kilog. Metrische T.
Einde 1935 5,689 33.207 31.414 475.35 8,35 3.073 1,400 5.70 2,400
Einde 1936 7.785 33.184 33.453 449.25 9.135 4,205 2,375 5.70 1.950
industrieele toestand van België zich in het laatste jaar belangrijk verbeterd heeft. Nog een inspanning en wij zullen weldra de grootste welvaartsperiode die we vroeger ooit gekend hebben, overtroffen hebben. Dit geeft het duidelijk bewijs dat het zeer goed mogelijk is om, in tegenstelling met wat men vroeger voornamelijk beweerde, de Belgische arbeiders een beter sociaal regiem te geven, een regiem dat zou kunnen op hetzelfde hooge peil staan als dit der Skandinaafsche landen. Wij hebben de vaste overtuiging dat wij dit zullen bereiken.
DB BELGISCHE VAKBEWEGING
93
»
De vakbeweging in de Vereenigde Staten op een keerpunt d o o r Frans Longville Hét Conflict in de Amerilcaansche Autonijverheid.
D
E staking in de autofabrieken van de « General Motors Corporation » is slechts één uiting van een geweldige omwenteling die zich aan het voltrekken is in de Amerikaansche arbeiders wereld. Het gaat hier eigenlijk om de structuur, de strijd vormen, kortom, de evolutie en de toekomst van de vakbeweging en haar economische en politieke positie tegenover een kapitalisme, machtiger als geen ander in de wereld. De staking in de G. M. C. is daarvan slechts één eerste uiting, maar van geweldige beteekenis want de G. M. C. staat als tiet symbool van den « ijzeren hiel », van een kapitalisme dat zonder mededoogen en met de formidabele middelen waarover zulk « mastodont » beschikt de vrije vereeniging van zijn arbeiders steeds heeft kunnen verpletteren. De '((General Motors Corporation» is één van deze reuzenconcerns van Wallstreet — in handen van' Morgan en de Du Pont-familie — tegenover dewelke de arbeiders den strijd aangevangen hebben. Zij heeft een actief van 1 millioen 268 dollar (méér dan 44 milliard frank). Een jaarlijksche begrooting zóó groot als deze van den Belgischen Staat. Vijf en vijftig percent van de arbeiders in de Amerikaansche automobielnijverheid werken in haar negen en zestig fabrieken. G. M. C. maakt en verkoopt niet alleen auto's, ook electrische huishoudartikelen, vliegtuigen, benzine, enz., enz. De geschiedenis van de G. M. C. is deze van vele groote Amerikaansche trusts : Een verwoede speculatieve strijd voor het meesterschap der markt en de financieele controle der ondernemingen. Tegenover de arbeiders : een despotisme dat hen — tot in hun private leven — beschouwd als eigendom der maatschappij. Haar spionnagesysteem is een zeer uitgebreide en fijningerichte dienst. Men wordt lid van de « Company-union », van geen enkele andere. Politieke organisaties die slechts bestaan door de genade van G.M.C, in steden als Flint, Pontiac, Detroit, helpen mede om de arbeiders onder den duim te houden.
John L. Lew/s
Het is tegenover zulke macht dat de arbeiders met hun jonge en zwakke organisatie, de « Automotive Workers of America » zijn opgetrokken •en een eerste overwinning behaald hebben in de dramatische bijzonderheden die men kent. Voor het eerst, in Amerika, werd hier de bezetting der. fabrieken toegepast evenals de staking van uitgekozen groepen die het geheele bedrijf kunnen verlammen. Op zeker oogenblik dreigden zeer ernstige onlusten, daar een lleger * van 5,000 man, gewapend met fooutwitsers, (machinegeweren, traansgas, enz., werd ter plaatse gezonden om de fabrieken te doen ontruimen. Maar sinds de laatste verkiezingen is er toch wat veranderd. Roosevelt en vele democratische, gouverneurs zijn gekozen met de stemmen van de arbeiders. Het is dank aan de drukking van uit Washington en van den Gouverneur van Michigan, maar niet minder aan de kalmte, de tucht en de vastberadenheid van de stakers, dat alles zich bepaald heeft tot een paar kleine incidenten. Maar deze staking is slechts het eerste kenteeken van een grooten socialen strijd die, op zijn beurt, bepaald wordt door een beginselstrijd die in de Amerikaansche- vakbeweging is uitgebroken.
94
DE BELGISCHE VAKBEWEGING
« Oude » Amerilcaansche Federatie van den Arbeid (A. F. of L ) . De Amerikaansche Federatie van den Arbeid (American Federation of Labor) is voornamelijk een associatie van autonome beroepsbonden, gesteund op « pure en simple trade-unionism ». Zonder eenige bepaalde sociale filosofie is zij met haar huidige 3 millioen leden, vooral een organisatie van geschoolden waarvoor zij, door het « trustifieeren » van deze arbeidskracht, goede arbeidsvoorwaarden kon afdwingen, terwijl de groote massa van ongeschoolden aan hun lot werden overgelaten. In de reusachtige ijzeren staalnijverheid vindt men dan ook nauwelijks 1 t. h. georganiseerden; hetzelfde in alle groote nijverheden gesteund op massaproductie. De A. F. of L. heeft vijandig gestaan tegenover alle sociale wetgeving; tegen alle Staatsinmenging; tegen alle directe politieke activiteit. Het grootste deel van haar werking werd opgeslorpt in het regelen van de ontelbare geschillen over de syndikale grenzen die fataal uit enge beroepsegoïsmen moeten voortspruiten. Niet zelden gebeurde het dat het eene beroep bleef werken, terwijl in dezelfde onderneming een ander beroep staakte. Onderlinge geschillen leidden ook niet zelden tot stakingen die niet gericht waren tegen den werkgever, maar een oorlog betrof tusschen de verschillende beroepsbonden die elkaar zekere leden betwistten. De patroon moest slechts toekijken tot de betwisting op eene of andere wijze geregeld was en de arbeid kon herbeginnen. Het eindresultaat was dat de positie van de algemeenheid der arbeiders in de onderneming verzwakt was en deze van de patroons gewoonlijk versterkt. Zulke structuur en methode van syndikale aktie is hopeloos voorbijgestreefd in een tijd van massaproductie, van gestandardiseerde technische taken aan den loopenden band, enz. In een onderneming van tien duizenden, de eenige honderde geschoolden komen uitpikken oim hen te verdèelen over verschillende beroepsbonden, en de groote massa der ongeschoolden overlaten aan een industrieele feodaliteit, is beletten dat de Amerikaansche arbeiders hun enorme potentieele kracht kunnen doen gelden om de macht te verwerven waarop zij in een democratisch land recht hebben. In haar hoogtijd heeft de A. F. of L. nooit meer dan 4 millioen leden gehad; vandaag heeft zij er no.*» 3 millioen op een te organiseeren arbeidsleger van 36 millioen! Het zijn vooral de groote moderne nijverheden die onaangetast zijn gebleven en waar het vereenigingsrecht werd bekampt met alle mogelijke middelen : « Company-unions » («gele» fabrieksorganisaties), spionnage, gehuurde gangsters, enz. Onder deze nijverheden vinden wij de auto-, de ijzer-, 'de staal-, de koper-, de aluminiumnijverheid, de rubbernijverheid, de
electriciteit- en radionijverheid. Zij zijn praktisch 100 t. h. ongeorganiseerd. Toch zijn er een paar uitzonderingen, juist daar waar de industriebasis in de plaats is getreden van de beroepsbasis. Dit voorbeeld stellen de mijnwerkers, de textiel-, de kleedingbedrijven. De koolmijnwerkers tellen 540,000 aangeslotenen van de 560,000 gebezigde arbeiders. De twee kleedingorganisaties tellen te zamen meer dan 300,000 leden, enz. Het Komiteit voor industrieele Organisatie ( C . I. O.)Het zijn precies de leiders van deze organisaties die, met eenige andere van minder belang, in Augustus 1935 overgingen tot de stichting van een Komiteit voor Industrieele Organisatie .(Committee for Industrial Organisation) met het doel de rekruteering van de arbeiders der hoogergenoemde masssnijverheden te bevorderen, daarvoor de noodige gelden bijeen te brengen en deze nieuwe massa's te vereenigen in groote industrieele organisaties. Dit recht werd hen door de Executieve van de A. F. of L. betwist, omdat het recht tot organiseering van alle huidige en toekomstige nijverheden verdeeld is onder de bestaande beroepsbonden. Dit beteekent, b. v., dat slechts de bestaande bonden in een bepaalde nijverheid kunnen erkend worden. Maar het is een feit dat deze bonden nooit ernstige pogingen gedaan hebben, en er nooit in gelukt zijn, om de enorme massa van ongeschoolden en manoeuvres te organiseeren. Hun wederzijdsche ijverzucht, hun egoïsme, hun tradities, hebben dit steeds belet. Niettemin hebben éeze beroepsbonden hun ongebruikte rechten niet willen opgeven. Zij vroegen en verkregen in Augustus 1936, daar zij de meerderheid van de Executieve in handen hebben, de schorsing van de vakorganisaties die zich bij de C. I. O. hadden aangesloten. Oorspronkelijk 12 en later gestegen tot 15, tellen zij bijna de helft van het ledental der A. F. of L. en hun leiders : Hilmann en Dulinsky, van de k l e dingbedrijven; Howard, van de Boeknij verheid, doch vooral John L. Lewis, de president van de Mijnwerkers, staan vandaag aan het hoofd van de grootste syndikale kampagne in de geschiedenis van de Vereenigde Staten. John L. Lewis is de eigenlijke spil van deze beweging. Hij heeft een hard leven als mijnwerker achter zich en stond op de zwarte lijst van alle patroons; hij was nationaal propagandist voorde A. F. of L. tusschen 1911 en 1917, en gïng dan over naar de Mijnwerkers waar hij in 1919 voorzitter werd. Hij was ook lid van de Executieve van de A. F. of L. tot aan de stichting van de C. I. O. Zijn persoonlijkheid, zijn loopbaan, zijn strijdtactiek, zijn welsprekendheid en tot zelfs zijn uitzicht maken hem van-
DE BELGISCHE VAKBEWEGING daag de grootste nationale figuur der vakbeweging. Lewis is geen revolutionnair, hij is een ftiilitant opportunist, een realist, in den goeden zin van het woord. De economische en politieke directieven die nu en morgen van de C. I. O. zullen uitgaan zijn van het grootste belang voor de toekomst van de arbeidersbeweging iri Amerika. Men moet erkennen dat de A. F. of L. door de industrieele techniek is voorbijgestreefd. Nieuwe organisaties zullen beter de realiteiten van het moderne Amerikaansche industrieele systeem begrijpen. De oude leiding van de A. F. of L. moet de nieuwe industriebonden die nu in volle vorming zijn, erkennen en in de Federatie opnemen, zoo niet zal zij zelf van het voorplan moeten verdwijnen zooals zij zelf, rond de jaren 1880, door haar methodische organisatie, aangepast aan die periode, de vroegere anarchistisch-idealistische « Ridders van den Arbeid » heeft opgevolgd en later ook de revolutionnair-syndikalistische organisatie van het Westen, de « Industrial Workens of the World » (I. W. W.), heeft overleefd. De industrieele politiek van Roosevelt, had
95
door de N, I. R. A. in 1933 in het fameuse artikel 7a, een arbeidersvertegenwoordiging in de grootindustrie, willen doorvoeren. De groote industrieele potentaten hadden dit verijdeld. Toch was een nieuwe hoop ontstaan bij de arbeiders en een diep geloof en verlangen vcor een sterke vakorganisatie. Dit kon, met of zonder de A. F. of L., niet langer onbevredigd blijven. De staking bij General Motors is een eerste krachtproef, alhoewel de nieuwe vakorganisatie van de arbeiders der autonijverheid nog zwak was. Morgen volgen de andere grootnijverheden, de staalnijverheid in bijzonder, waar de strijd zal gaan tegenover de grootste en machtigste ondernemingen der wereld. Het is een feit zonder voorgaande, dat daar reeds als voorkomende maatregel, spontane loonsverhoogingen hebben plaatsgegrepen. Maar dit is slechts om tijd te winnen. De Vereenigde Staten staan ongetwijfeld voor geweldige economische conflicten. Onderwijl gaat het tempo der syndikaliseering snel dcor. Er zijn nog vele millioenen te organiseeren. Niemand kan vandaag reeds schatten welke gevolgen dit gaat hebben, niet alleen voor het economisch en sociaal leven doch ook voor de politieke verhoudingen Van dit land.
Waarom en hoe wij de vrouw willen organiseeren door Fran$oise Rosseel « W i n de vrouw, zoo wint ge den man en hunne kinderen. »
D
IT was altijd de leuze dergenen die de massa voor een maatschappelijke of philosofisclhe opvatting wilden winnen. Het Nationaal Syndikaat van S.P.T.T.Z.L. had de gelegenheid deze leuze naar waarde te schatten en ze toe te passen. Gedurende de eeste jaren van zijn bestaan werd zijn propaganda bemoeilijkt door het onbegrip der echtgenooten van zijne leden. De zaak was nieuw en heel gewaagd in de oogen van zekere staatsagenten. Hoe zou zij het niet geweest zijn in de oogen der vrouwen, meer angstvallig en meer onwetend ook nopens de doeleinden en de hoogdringende noodwendighéid voor hun mannen en bloedverwanten, door hun eigen macht hun belangen te verdedigen. Doch dit wantrouwen is verminderd, veel spoediger zelfs dan men Ihad durven denken. Sinds lang reeds werd het aan de militanten van het N. S. gegeven te bestatigen dat er in al de streken van het land bij de vrouwen en de meisjes der gesyndikeerden, een heel scherp
gevoel van arbeiderssolidariteit en vooral een stevige gehechtheid aan de syndikale organisatie tot stand kwamen. De eerste openbare betooging van dit nieuw gevoel dagteekent van de staking van 1923. Zij was doortastend en merkt een nieuwe wending in de geschiedenis der arbeidersbeweging in België. Feit zonder voorgaande, men zag de vrouwen der in staking zijnde arbeiders alleen door de straten trekken, alleen met kalmte en waardigheid betoogen in al de streken van het land, krachtdadig protest aanteekenen tegen de maatregelen genomen door de Regeering ten einde de beweging te verpletteren, en namelijk tegen het mobiliseeren van het leger voor den onderkruipingsdienst en tegen de weigering van den Minister om de syndikale afgevaardigden te ontvangen. O. De Swaef, in Le Peuple deze beweging beoordeelende, zegde onder meer : « Onder al de belangrijke betoogingen is er één die ik als bijzonder belangrijk aanzie: 't is de bijtreding
96
BE BELGISCHE VAKBEWEGING
*der vrouwen tot den strijd, 't is hun werkelijke deelname aan de staking. De indrukwekkende betoogingen der vrouwen in de straten onzer groote steden, de stappen. dar vrouwen en moeders der stakers bij den Minister, zijn als natuurlijk kunnen beschouwd worden; de te veroveren loonsverhooging was voor de huishoudster zoo belangrijk als voor den arbeider zelve, indien niet meer. Het is niet minder waar, dat het de eerste maal is dat de vrouwen zoo intiem samen geschaard werden, dat zij zoo volledig door den strijd opgeslorpt werden, <en dat zij als overwegende faktor in den wil tot standhouden der stakers tusschengekomen zijn. » Deze eerste proefneming gelukte volstrekt en de uitslagen toonen dat onze syndikale leiders ongelijk zouden hebben deze les te ver'waarloozen. » *
*
*
De les ging niet verloren. Pas was de staking afgeloopen, toen, onder bescherming van het N. S. vrouwenafdeelingen werden gesticht te Oostende, Antwerpen, Mechelen, Welkenraedt, Ans, Hasselt, Tongeren en elders nog. Ons doel was niet de vrouwelijke agenten van S. P. T. T. Z. L. tot een afzonderlijke en bijzondere syndikale aktie in den schoot van het N. S. te brengen. Wij wilden, en willen nog, de huishoudsters, de echtgenooten onzer leden, de innerlijke werking van onze organisatie leeren kennen; wij willen ze brengen tot het begrip, het mee voelen der moeilijkheden die de strijd voor stoffelijke en zedelijke ontvoogding oplevert. Wij willen dat elk van hun doordrongen worde Van de noodzakelijkheid van eendrachtig optreden der arbeiders en dit buiten alle overwegingen van godsdienstigen, taalkundigen en anderen aard, die de mensehen onderling verdeel en. Wij willen dat elk hunner een bewuste en vast besloten propagandiste worde, die in eigen familiekring de organisatie-gedachte doordringen doet. Wij willen dat elke arbeider in zijn strijd om lotsverbetering kunne rekenen op het begrip en den steun van moeder, echtgenoote en kinderen. Wij willen dat de vrouwen begrijpen dat ze niet alleen het recht, 'maar ook den plicht hebben aan het maatschappelijk leven en het beheer der gemeenschappelijke belangen mede te helpen. Waar kunnen we dit beter dan in vrouwengroepeeringen werkende onder de bescherming en met de daadwerkelijke hulp van de organisatie ? Men begrijpe ons wel: onze vrouwenafdeelingen hebben niet voor doel zich in de plaats te stellen van de syndikale organisatie en nog minder de vakbondsaktie te verdeelen onder voor-
wendsel dat <( de vrouwen ook hun woordje (hebben mee te praten ». De werkelijke rol van onze vrouwengroepeeringen hebben wij in het N. S. als volgt geformuleerd : 1. De vrouwenafdeelingen verbinden zich het N. S. bij te staan door haar moreelen steun en den werkelijken arbeid harer leden, in iedere door hem ondernomen aktie met het oog op de verbetering van het lot der staatsarbeiders. Zij stellen zich voor, in iedere omstandigheid, de syndikale organisatie vertegenwoordigd door haar leiders, haar kenteeken en hare vlag te doen eerbiedigen. ' 2. Zij zullen zich begeven aan de studie en de oplossing der kwesties van maatschappelijken en politieken aard die in 't bijzonder de vrouw, het kind en het familieleven aanbelangen: a) De burgerlijke gelijkheid tusschen den man en de vrouw; b) Het duur leven en de moonstkrisis : hunne oorzaken, hun gevolgen uit 't oogpunt van de lichamelijke en verstandelijke ontwikkeling der individuen en der algemeene huishouding van het land, de middelen om den toestand te verbeteren door de persoonlijke of gezamenlijke aktie alsmede door de tusschenkomst der plaatselijke overheden en der Regeering. c) De gezondheid in het huishouden en de versiering van den haard : De meest praktische middelen om den haard beminnelijk en aantrekkelijk ie maken samen met het op een minimum herleiden van de verslaafdheid der vrouw aan het huiselijk werk. d) De maatregelen voor algemeene gezondheid en namelijk den strijd tegen het gebruik en het vervaardigen der alkoholbevattende dranken. e) De noodwendigheid der rust en de aanwending der vrije uren aan de arbeiders verzekerd door den achturendag; de organisatie van den strijd voor het behoud van deze rechtmatige hervorming. f) De geboorten en de bescherming van het moederschap en der kinderen .- werkelijke en krachtdadige tegenstelling aan alle propaganda stuwende naar de niet geordende voortplanting zonder rekenschap te houden der gezondheid en der huidige en toekomstige levensvoorwaarden der ouders en der kinderen. g) De oorlog .- zijn oorzaken, zijn slachtoffers, zij wier hoogmoed hij koestert of wier belangen hij dient, wat hij gisteren was en wat hij morgen wezen zal, het middel om er den terugkeer van te vermijden, om onze zonen van lange inkazer neer ing te vrijwaren en alzoo een deel van ons eigen welzijn voor te bereiden. Om dit programma uit te voeren volstaat het dat onze vrouwengroepeeringen werken als speciale afdeelingen van de organisatie met eigen
DE BELGISCHE VAKBEWEGING leven, eigen bestuur, eigen vergaderingen, eigen bedrijvigheid, beperkt tot de doeleinden die we hierboven hebben aangegeven. Dit kan en moet gebeuren onder toezicht en met den daadwerkelijken steun van den vakbond. Het is hier niet de plaats om daaromtrent in bijzonderheden te treden; dit is kwestie van standregelen en aanpassing aan de toestanden. Verre van ons de gedachte te beweren dat deze kleine uiteenzetting volledig is. Ons doel, toen wij ze opstelden, is aan de vakbeweging in het algemeen het initiatief van het N. S. te doen kennen in zake syndikale propaganda bij de huisvrouwen. Verre van ons te beweren dat ons werk volmaakt is. Alle menschelijke scheppingen zijn vatbaar voor verbetering. Op iets mogen wij wijzen: talrijk zijn de huishoudsters van leden van het N. S. die propagandisten van de organisatie geworden zijn en hunne mannen steunen in de gespannen oógenblikken. ' I s het te veel gezegd als wij beweren dat zonder onze vrouwengroepeeringen en hunne aktie,
97
vele van die vrouwen zouden zijn verloren geloopen in organisaties van onze tegenstrevers? En wie zal betwisten dat die vrouwen ook de beste propagandisten zijn geworden bij hunne kinderen. Wie heeft grooteren invloed op de jeugd dan « moeder »? Onze vrouwengroepeeringen zijn alzoo de school waar bewustvolle moeders en echtgenooten de onontbeerlijke stof opdoen om te maken dat zij hunne kinderen zouden opleiden volgens de opvattingen en het streven van de moderne vakorganisatie. Zij voelen alzoo des te meer hoe die opleiding moet gebeuren opdat hun nakomelingen later zouden voorbereid wezen op al de moeilijkheden die gepaard gaan met den dagelijkschen strijd van de arbeidersklasse. Deze voorbereiding van onze kinderen i& voor de toekomst van het allergrootste belang. Vakbondsleiders, denkt er aan! *&
T*
*I*
Wat waar is voor de mannen is ook waar voor de vrouwen. Werkt ze op tot den strijd indien ge wilt dat ze op het gepaste oogenblik paraat wezen.
Internationale vakbeweging Bestuursvergadering van het Internationaal Verbond van Valcvereenigingen te Parijs. Het Bestuur van het I. V. V. kwam' op 17 en 18 Februari 1937 te Parijs bijeen onder voorzitterschap van Walter M. Citrine. Alle bestuursleden: H. Jacóbsen, L. Jouhaux, E. Kupers, C. Mertens, R. Tayerle, de algemeen sekretaris w*. Schevenels en de adjunkt-sekretaris G. Stolz namen aan de besprekingen deel. Het Bestuur moest het door het Sekretariaat voorgelegd verslag van werkzaamheden voor de a.s. Algemeen© Raadsvergadering behandelen, dat grondig besproken werd en aanleiding gaf tot een uitvoerige discussie der verschillende onderwerpen. Het verslag werd met enkele onbeteekenende wijzigingen door het Bestuur goedgekeurd. Tegelijkertijd werd . definitief vastgesteld, dat de Algemeene Raadsvergadering van het I.V.V. gehouden zal .worden van 30 Juni tot 3 Juli 1937 te Boedapest. Het Bestuur stelde de agenda voor de Algemeene Raadsvergadering op, evenals voor de konferentie met de Iiternationale Beroepssekretariaten en besprak in verband hiermede in het bijzonder het probleem der 40-urenweek en de akties binnen het raam van het Internationaal Arbeidsbureau en in de landen afzonderlijk. Besloten werd, aan de Landelijke Vakverbonden en de Internationale Beroepssecretariaten een circulaire te zenden, om de opvattingen der aangesloten organisaties te leeren kennen. Verder behandelde het Bestuur uitvoerig den stand der werkzaam-
heden van het Coördinatie-Gomité van het I.V.V* en de I. B. S. en formuleerde enkele vragen, die door het op 19 Februari eveneens te Parijs vergaderend comité behandeld moesten worden. In verband met de voorbereidende werkzaamheden voor de Algemeene Raadsvergadering, discuteerde het Bestuur uitvoerig een aantal economische vraagstukken, die betrekking hebben op de Plan-konferentie, waartoe door het Kongres van Londen besloten was. Besloten werd, tegen midden April een deskandigen-comité met afgevaardigden van alle vakverbonden bijeen te roepen. Het Sekretariaat zal een uitvoerig verslag over de afzonderlijke plannen en de tot nu toe bereikte resultaten voorleggen. Het deskundigen-comité, idat o.a. ook het (probleem deir grondstoffen moet behandelen, zal over zijn werkzaamheden verslag uitbrengen aan het Bestuur en den Algemeenen Raad, die dan een besluit zal nemen over de verder te voeren aktie op dit gebied. Het Bestuur onderzocht vervolgens de balans over 1936 en de begrooting voor 1937. De financieele toestand van het I. V. V. heeft zich door den bloei' van de vakbonden in een aantal landen, in het bijzonder in Frankrijk, Groot-Brittannië en Scandinavië gunstig ontwikkeld, zoodat het Sekretariaat in staat is, zijn aktiviteit uit te breiden. Een desbetreffend voorstel werd door het Bestuur met algemeene stemmen aangenomen. Het I. V. V. zal worden vertegenwoordigd op het Finsch Vakibondskoiigres te Helsingfors door H. Jacobsen; op het Kongres der Textielarbeiders-Internationale, te Blackpool, door W. Schevenels en op het
98
DE BELGISCHE VAKBEWEGING
Kongres van het Engelsch Vakverbond, te Norwich, door E. Kupers. De volgende Bestuursvergadering zal op 29 en 30 April a.s. te Parijs gehouden worden.- Op uitnoodiging van het Fransch Vakverbond (C. G. T.) zal het geheele Bestuur deelnemen aan de op 1 Mei bij de opening van de Wereld-Tentoonstelling te houden arbeidersdemonstratie. De C. G. T. zal de arbeidersorganisaties van alle landen verzoeken, een delegatie af te vaardigen.
Gemeenschappelijke vergadering der Besturen van I. V . V . - e n S . A . I . Op 17 Februari 1937 hielden het Bestuur van het I. V. V. en de Executieve van de S. A. I. een gemeenschappelijke vergadering, om de voorstellen der Spaansche organisaties ten aanzien van een internationale konferentie, waarop het Spaansch probleem besproken zou moeten worden, te onderzoeken. Na een korte bespreking werd met algemeene stemmen besloten, deze konferentie op 10 en 11 Maart 1937 te Londen bijeen te roepen. De verschillende vakvereenigings- en politieke organisaties der beide Internationalen zullen uitgenoodigd worden, zoo groot mogelijke delegaties en in het bijzonder een uit vele leden bestaande delegatie der verschillende parlementsfracties te zenden. Verder werd besloten, op 9 Maart een vergadering van het Bestuur van het I. V. V. en de Exekutieve van de S. A. I. te houden. In den loop der besprekingen hebben de beide Besturen er krachtig tegen geprotesteerd, dat sterke Italiaansche troepenaf deelingen bij den aanval van Malaga betrokken waren en dat Italiaansche schepen de rebellen van uit zee gesteund hebben. En dit alles geschiedde op het oogenblik waarop men discuteerde over de methoden, hoe de kontrole versterkt en elke interventie verhinderd zou kunnn worden.
Vergadering van het Coördinatie-comité van I . V . V . en I. B. S. Op 19 Februari 1937 werd onder • voorzitterschap van W. M. Citrine, te Parijs, een vergadering ge-
houden van het Coördinatie-Comité. Van het Bestuur van het I, V. V. waren aanwezig: W. M. Citrine, H. Jacobsen en W. Schevenels; Jouhaux was verhinderd. Van de Internationale Beroepssecretariaten waren aanwezig: K. de Jonge (Fabrieksarbeiders), T. v. d. Heeg (Kleermakers), T. Shaw (Textielarbeiders), W. G. Speekman (Kantoorbedienden) ; E. Fimmen was eveneens verhinderd. Dit was de eerste vergadering na het Internationaal Vakvereenigingskongres van Londen, waarop zooals bekend is voorgesteld werd het CoördinatieComité te reorganiseeren. Om deze reden werden, behalve de gewone vraagstukken met betrekking tot de engere samenwerking tusschen het I. V. V. en de Internationale Beroepssekretariaten in de antifascistische aktie, ook deze reorganisatie ter sprake gebracht. Na behandeling der punten over de gewone actie van het Comité werden desbetreffende besluiten genomen. Het Comité nam kennis van het feit, dat het geheele vragencomplex op de agenda van de konferentie van dit jaar met de Internationale Beroepssecretariaten en ook op die der Algemeene Raadsvergadering staat. In den loop der desbetreffende discussie verklaarde het Comité zich voor uitbreiding van het streven naar coördinatie, dat tot dusver beperkt was tot de antifascistische aktie. Er moeten thans op het gebied der algemeene aktie der Internationale Beroepssekretariaten en van het I. V. V. verbindingen tot stand gebracht worden, die een voortdurende en georganiseerde s/amenwerking waarborgen. Het Sekretariaat van het I. V. V. wordt verzocht, alle Internationale Beroepssekretariaten op deze vraagstukken opmerkzaam te maken en hen te verzoeken, reeds thans hun standpunt te bepalen ten aanzien van de uibreiding van het terrein van werkzaamheden van hét Comité, opdat de Konferentie met de Internationale Beroepssecretariaten en den Algemeenen Raad reeds dit jaar in staat gesteld worden, besluiten te nemen over al deze punten. Ten slotte werd ook het vraagstuk der ondersteuningsaktie voor modern georganiseerde en politieke emigranten ter sprake gebracht. Daar echter geen konkrete voorstellen gedaan konden worden, werd dit vraagstuk weer naar de volgende vergadering van het Bestuur van het I. V. V. verwezen.
Gemeenschappelijke konferentie van het Internationaal Verbond der Vakvereenigingen met de Socialistische Arbeiders-Internationale te Londen. De op wensch van de Spaansche kameraden bijeengeroepen groote internationale konferentie van het Internationaal Verbond van Vakvereenigingen en de Socialistische (Ar beider sinter nationale werd onder voorzitterschap van W. M. Citrine en L. de Brouckère op 10 en 11 Maart 1937 in Londen gehouden. Op 9 Maart ging er een voorbereidende vergadering van de Besturen der beide Internationalen aan vooraf. De konferentie was in overeenstemming met den ernst van den toestand bijzonder goed bezocht. 74 afgevaardigden vertegenwoordigden 14 landelijke vakverbonden (België, Denemarken, Finland, Frankrijk, Groot-Brittannië, Luxemburg, Mexiko, Nederland, Noorwegen, Palestina, Spanje, Tsjechoslowakije, Zweden en Zwitserland). 23 gedelegeerden zonden de volgende 18 Internationale Beroepssekretariaten: Boekdrukkers, .Bouw- en Houtbewerkers, Diamantbewerkers, Fabrieksarbeiders, Kantoorbedienden, Kleermakers, Lederbewerkers, Levens- en Genotmiddelenindustrie, Lithographen, Machinisten en Stokers, Metaalbewerkers, Mijnwerkers, Onderwijzers, Openbare Diensten en Ambtenaren, P. T. T.^personeel, Schilders, Textielarbeiders, Transportarbeiders.
DE BELGISCHE VAKBEWEGING
99
Met Bestuur van het I. V. V. was vertegenwoordigd door W. M. Citfine, H. Jacobsen, L. Jouhaux en R. Klein (plaatsvervanger van R. Tayerle), den algemeenen sekretaris W. Schevenels en den adjunkt-sekretaris G. Stolz. Van de zijde der S. A. I. woonden, behalve het Bestuur, ca. 100 afgevaardigden der socialistische partijen en parlementsfrakties van 17 landen de Konferentie bij. Na uitvoerige inleidende berichten der Spaansche kameraden (Pascual Tomas en Cordero) en van Schevenels in naam van het I. V. V., de Brouckère in naam van de S. A. I. en Pietro Nenni als rapporteur uit de Spaansche strijdgebieden werd uitvoerig van gedachten gewisseld, waarbkj voornamelijk het woord voerden Jouhaux en Reynaud (Fransch Vakverbond), Zyromski en Grumbach (Frankrijk, Partij), Vandevelde, Isabelle Blume (België, Partij), Albarda (Nederland, Partij) Bevin (Engelsch Vakverbond), Majoor Attlee (Groot-Brittannië, Partij), Altman (Amerika, Partij) en de Brouckère als rapporteur der resolutie-kommissie, wat aanleiding tot het stemmen der volgende resoluties: , Algemeene resolutie. De Konferentie der Socialistische Arbeiders-Internationale en van het Internationaal Verbond van Vakvereenigingen, op verzoek van de Spaansche kameraden, in Londen bijeen op 11 en 11 Maart 1937, brengt in de eerste plaats een groet aan het Spaansche volk, dat zich zoo moedig verdedigt tegen de vereenigde krachten van het fascisme en met zijn eigen vrijheid, de vrijheid en dé vrede van Europa en van de wereld verdedigt. Sinds den aanvang van den strijd hebben de beide Internationalen het ware karakter daarvan steeds aan de wereld getoond. Maar al te zeer hebben de gebeurtenissen de vermoedens bevestigd. Heden is iedereen het er over eens, dat wij te doen hebben met een wei-beraamden aanval van het fascistische Italië en het fascistische Duitschland op Spanje, en dat Spanje, zooals President Azana terecht heeft verklaard, niet in een burgeroorlog, doch in een nationale vrijheidsstrijd gewikkeld is. De fascistische mogendheden, hun verplichtingen verbrekend, hebben zich er niet mede tevreden gesteld, de opstandelingen van wapens en munitie te voorzien, doch ook vliegtuigen geleverd, die hen ontbraken, en zoo mogelijk ook oorlogsschepen. Zij hebben bovendien in Spanje sterke bewapende troepen ontscheept, in totaal verschillende legerkorpsen sterk. En het feit, dat deze manschappen als « vrijwilligers » aangeduid worden, verandert niets aan het feit, dat het volkerenrecht hierdoor geschonden werd. Terwijl Spanje op deze wijze onder openlijke schending van het Volkenbondsverdrag aangevallen werd, heeft het niet alleen op geen enkele wijze de steun ontvangen, die het van rechtswege kon verwachten, doch men heeft het vanzelfsprekend recht geweigerd, zich op de vrije markt de voor zijn verdediging noodige middelen te verschaffen. Tegen dezen stand van zaken hebben de beide Internationalen steeds geprotesteerd. Men wil het gebrek aan een systeem, wiens praktisch gebruik de naam « niet-inmenging » in geen enkel opzicht rechtvaardigt, door de instelling van een kontrole opheffen. De beide Internationalen zijn door de ervaringen van vroegere pogingen niet overtuigd, dat de getroffen maatregelen werkelijk verbetering in de toestand zuilen brengen. Gezien het laag optreden van de fascistische mogendheden zal de opleiding der waarnemers, die op de schepen hun plicht moeten doen, lan gduren en in deze tijd zal voortgegaan worden met de steun aan de rebellen, niet echter aan de regeeringskrachten. Het gat door Portugal is zeer onvoldoende gestopt. Wij protesteeren er tegen, dat de niet-inmengingskommissie de bewaking van de Middellandsche zeekust van Spanje aan de Duitsche en ïtaliaansche vloten heeft toevertrouwd, die op zoo beslissende wijze met de rebellen samenwerken. Als de ondervinding mocht leeren, dat deze maatregelen er na een paar weken niet toe leiden, de steun stop te zetten, die de rebellen van de fascistische mogendheden ontvangen, zal het de plicht zijn van de organisaties, die bij de beide Internationalen zijn aangesloten, met alle binnen haar bereik liggende middelen aan te dringen op de aanvaarding van een politiek, die de Spaansche demokratie de mogelijkheid verzekert, zich in de vrije handel alle middelen te verschaffen, die zij voor haar verdediging behoeft. De aanwezigheid van « vreemde legers » onder den dekmantel van vrijwilligers is een schending van de nationale souvereiniteit en een uitdaging aan de demokratische mogendheden. Voorgesteld wordt, alle op dit oogenbïik in Spanje strijdende buitenlanders terug te sturen. De positie van de werkelijke vrijwilligers, die door het geloof aan een hooger ideaal bezield in de Internationale Brigade voor de vrijheid der volkeren strijden, is geheel verschillend van die der soldeniers, die de fascistische diktaturen in dienst van Franco stellen. Niettegenstaande dat is de Spaansche regeering bereid, alle in Spanje strijdende buitenlanders terug te laten trekken. Deze terugtrekking zou echter alleen tot stand kunnen komen als dit werkelijk tegelijktijdig geschiedt, als een ernstig door waarnemers van beide partijen ingesteld onderzoek uitgemaakt zou hebben hoeveel Duitsche en ïtaliaansche soldaten er precies in Spanje strijden en als deze maatregel voor de Marokkanen, die als onderdanen van den Sultan, buitenlanders zijn. Elke dag blijkt het duidelijker, dat het Spaansche vraagstuk alleen opgelost kan worden, de vrede alleen dan hersteld en een algemeene botsing alleen dan vermeden kan worden, indien men de politiek der collectieve veiligheid door de Volkenbond trouw blijft, die de beide Internationalen steeds weer verdedigd hebben. Van dag tot dag blijkt de zucht naar oorlog der fascistische mogendheden duidelijker. Elk resultaat dat zij bereiken, versterkt hen in hun plannen. Alleen voor de resolute actie
400
DE BELGISCHE VAKBEWEGING
der de vrede willende volkeren zullen ze halt maken. De vrede is gemeen goed voor deze volkeren en ondeelbaar. Gemeenschappelijk moeten ze hem verdedigen of weer herstellen. De beid© Internationalen zijn zich volkomen van de solidariteitsplichten bewust, die de toestand haar oplegt. Geen offer zal haar te veel zijn om deze plichten te vervullen. Zij hebben de Spaansche kameraden steeds geestdriftig en zonder voorbehoud haar moreele steun gegeven. Zij hébben hen in alle mogelijke vormen materieele hulp verleend. Zij zullen alles in het werk stellen, deze hulp nog uit te breiden. Zij herinneren er echter al haar aangesloten organisaties aan, dat de beste hulp, die wij de strijders kunnen brengen, die in een strijd op leven en dood voor een zaak vechten, die onze zaak is, bestaat in het wakker schudden der publieke opinie van de geheele wereld, waarvan tenslotte de afloop van de strijd afhankelijk is. Omdat deze publieke meening slecht onderricht of onverschillig was, is de aanval mogelijk geweest. Omdat ze de goedgezinde regeeringen niet voldoende ondersteunt en op de slechtwillende regeeringen geen voldoende pressie uitgeoefend heeft, om deze reden is aan de politiek, die de beide Internationales verdedigen, zoo weinig gehoor gegeven. Het is thans aan de volkeren, een gevaarlijk geworden situatie te redden. Het is de socialistische en vakvereenigings-propaganda reeds gelukt, belangrijke resultaten te bereiken : klaarheid dringt overal door; de geesten raken in beweging. Thans is het oogenblik aangebroken, alle pogingen te verdubbelen. Indien elk van onze organisaties haar plicht volkomen vervult, zal de zege onzer Spaansche kameraden verzekerd en bespoedigd worden. Nog kan de wrede voor de wereld gered worden!
A g i t a t i e en aktie. 1) De beide Internationalen besluiten tot uitgave van een gedokumenteerde publikatie over de oorsprong en het karakter van de strijd in Spanje. 2) De Internationalen zullen haar agitatie versterken, de publieke opinie van alle landen voortdurend inlichten over de gebeurtenissen in Spanje. De Besturen der Internationalen zullen het vraagstuk onderzoeken of voor deze propaganda een internationale week georganiseerd zal worden. 3) De parlements-frakties der aangesloten partijen zullen met de grootste waakzaamheid de gebeurtenissen in Spanje vervolgen en elke geschikte gelegenheid aangrijpen om elke schending van het volkerenrecht door de fascistische mogendheden met het opzettelijk doel nadeel aan de wettige regeering van Spanje toe te brengen aan de kaak te stellen.
Telegram aan Caballero. De Internationale Konferentie voor Spanje, die op verzoek van het Spaansch Vakverbond en de Spaansche Socialistische Partij, door het Internationaal Verbond van Vakvereenigingen en de Socialistische Arbeiders-Internationale bijeengeroepen werd en die in Londen de afgezanten der arbeidersbeweging van geheel Europa vereenigt, groet in uw persoon de wettige regeering van Spanje, het Spaansche volk en et leger van het volk, dat voor het heldhaftig Madrid, voor Oviedo, in Aragonië ^en aan alle andere fronten voor de vrijheid en de onafhankelijkheid van Spanje tegen het meineedig militarisme en tegen de aanval van het internationaal fascisme strijden. In overeenstemming met het door de konferentie genomen besluit verzekert ze u, dat in de komende dagen en weken alle in haar aangesloten organisaties vereenigde krachten der arbeidersklasse, alle socialistische massa's voor een krachtige actie ten gunste van het republikeisch Spanje opgeroepen zullen worden.
Belgische vakbeweging De Resolutie van den Algemeenen Raad van 3 Maart 1 9 3 7 . Willende ingaan tegen zekere kommentaren verschenen in de dagbladen, bevestigen de leden van den Algemeenen Raad bij eenparigheid en op de meest plechtige wijze, hun onfeilbare gehechtheid aan de B. W. P. *
*
*
Den binnenlandschên poliitéken toestand in overweging nemende, neemt de Algemeene Raad met algemeene stemmen tegen 4 en 2 onthoudingn, de volgende richtlijnen aan :
Internationale aktie. De B. W. P. is en blijft een Belgische afdeeling van de Socialistische Arbeidersinternationale. Zij verwacht van de regeering een ononderbroken aktie met het oog op de versterking van de kollektieve veiligheid, welke onafscheidbaar is van de veiligheid van België.
Nationale aktie. De Algemeene Raad stelt vast, dat geen enkel van zijn leden voorgesteld heeft een zoogezegd « nationaal » socialisme tegenover het demokratisch socialisme te stellen, zooals dit in het programma der B. W. P. vastgelegd werd, tegenover de richtlijnen van het « Plan van den Arbeid » en de organische statuten der Socialistische Arbeidersinternationale (S. A. I.).
DE BELGISCHE VARBEWEGING
101
Bovendien belet het internationalisme van de B. W. P. haar hoegenaamd niet, positieve verwezenlijkingen tot het maximum te drijven, welke zij kan bereiken in het nationaal kader, en door het werkelijk belang va nde nationale gemeenschap te dienen, zoowel op ekonomisch. politiek, sociaal als kultureel gebied. In de egenwoordige omstandigheden wil de A. R. zonder eenige verzwakking de konkrete en nauwkeurig omschreven taak voortzetten, welke hij op zich genomen heeft toen hij in 1933 het « Plan van den Arbeid » aanvaarde : eenerzijds, de ekonomische krisis overwinnen; anderzijds, de fascistische drijverijen doen mislukken.
Regeeringsaktie. De Algemeene Raad stelt met voldoening vast, dat de socialistische medewerking aan de regeering óp basis van een programma, waarvan geen enkele bepaling in strijd is met de richtlijnen van het « Plan », toegelaten heeft een ekonomische herleving te verwezenlijken, waarover het land verheugd moet zijn. Hij stelt bovendien vast, dat het begonnen werk ver van voleindigd is, dat de uitbreiding en de versteviging er van, eischen dat het regeeringsprogramma van Juni 1936 volledig verwezenlijkt worde, nl. wat betreft : 1° De omvorming onder openbare kontrole van de monopolies, zoowel industrieel e als financieele, en de andere ekonomische struktuurhervormingen; 2° De groote sociale hervormingen, welke aan de arbeidende klasse het rechtmatig deel van den verwezenlijkten ekonomischen vooruitgang zullen geven. Hij drukt in 't bijzonder op de hoogdringendheid van het verwezenlijken van de veralgemeende verzekering tegen werkloosheid, met de gevolgen welke dit meebrengt in zake ziekte en invaliditeit, van de herziening der algemeene pensioenenwet zonder den ouderdom te vergeten en de progressieve verkorting van den arbeidstijd in de nijverheden, waarvan sprake in de regeeringsverklaring van Juni 1936.
Anti-fascistische aktie. Tegenover de herhaalde pogingen om de tegenwoordige regeeringsmeerderheid te doen uiteenvallen en een verbond der fascistische en reaktionnaire machten aan het bewind te brengen, doet de B. W. P. beroep op de waakzaamheid en de vastberaden aktie van de demokratische kranchten van het land. Zij rekent vooral op de krachtdadige aktie van de regeering, niet alleen om de grondwettelijke vrijheden te verdedigen, maar ook om alle gelegenheden aan de fascistische demagogie te ontnemen, door een stipte uitvoering van haar programma van sociale, ekonomische en politieke hervormingen, zoowel ten voordeele van de arbeiders als van de landbouwers en de middenstanders. De Algemeene Raad doet beroep op de in de B. W. P. en haar vakbonden georganiseerde arbeidersklasse : opdat zij een krachtdadigen en waakzamen steun zou verleenen aan deze politiek; opdat zij haar anti-fascistische aktie in geheel het land zou versterken; opdat zij de handelingen zou verijdelen van de kommunisten, die de vakbeweging willen ondermijnen en de tuchteloosheid in de rangen der partij aanwakkeren.
Front van den arbeid. Door de andere demokratische groepeeringen op te roepen tot een gemeenschappelijke aktie, wil de B. W. P. noch afstand doen van haar zelfstandigheid, noch haar propaganda en haar aktie vereenzelvigen met deze van die groepeeringen. Bijgevolg oordeelt de Algemeene Raad, dat de leden der B. W. P. zich moeten onthouden het woord te nemen met niet-socialistische sprekers, uitgezonderd wanneer overleg werd gepleegd met het Partijbureau.
Aan 't w e r k ! De Algemeene Raad gelast het Bureau al de noodige maatregelen te treffen om zonder uitstel een hevige en uitgebreide aktie op touw te zetten, welke tot doel heeft : De openbare meening er toe te brengen dat zij wil en meehelpt aan de meest radikale en meest vlugge verwezenlijking van de regeeringsobjektieven ; De Partij te stuwen op het voorplan van den strijd tegen het monopool-kapitalisme en tegen de fascisten voor den opbouw van een vrij, gelukkig en welvarend België van den Arbeid.
Moreel verslag der Vereeniging van Officieren van de Belgische Koopvaardij ( U . O . M . ) De Vereeniging van Officieren der Belgische Koopvaardij, aangesloten, langs het kanaal van den Belgischen Transportarbeidersbond, bij de Syndikale
Kommissie, heeft zijn zedelijk verslag voor het jaar 1936 uitgegeven. De toestand in de scheepvaart — schrijft de verslaggever — is heden minder onzeker daar de herneming der zaken die in 1935 was aangevangen zich voortgezet heeft in 1936. Zoodanig dat vandaag alle Belgische schepen terug in de vaart gebracht zijn.
102
DE BELGISCHE VAKBEWEGING
Deze verbetering heeft grootendeels de werkloosheid bij de zeeofficieren doen verdwijnen en tegen het einde van 1936 was er zelfs een tekort van dekofficieren op de arbeidsmarkt. Toch werden er nog voor 1936, de som van 165,554 fr. 65 aan werkloozenuitkeeringen betaald, tegen 247,139 fr. 45 het vorige jaar. Sinds ihet begin van het jaar werd door de Vereeniging een energieke aktie begonnen voor een verhooging der wedden en de 'hernieuwing van de kollektieve overeenkomst die was opgezegd geworden op 1 December 1935. Deze aktie bracht ons op 29 Februari 1936, na een scheidsrechtelijke uitspraak van kameraad Spaak, minister van Vervoer, een loonsverhooging van 15 t. h. Onderhandelingen werden voortgezet voor de oplossing van zekere punten die zonder resultaat waren gebleven, en gezien de onverzoenlijkheid der reeders werd op 3 Juli 1936 de staking uitgeroepen. Deze eindigde na een vijftiental dagen en gaf de volgende uitslagen: nieuwe weddeverhooging van 7 1/2 t.h., die de totale verhooging sinds Maart 1936 op 22 1/2 t. h. bracht; de afsluiting van een kollektieve overeenkomst die, alhoewel niet volmaakt, niettemin een ernstige verbetering beteekende. Gedurende elf dagen van het konflikt werd een dagelijksche vergoeding van 20 frank per staker uitgekeerd ; zij werd gebracht op 30 frank voor de volgende dagen. De U.O.M, befcaalre als stakingsvergoedingen de som van 267,725 fr. 05, wat de verslaggever toelaat te wijzen op de groote beteekenis •' van een Weerstandskas voor de Zeeofficieren. Verder moet nog aangestipt worden dat door de zusterorganisaties van het buitenland, de strijd zoowel financieel als zedelijk gesteund werd. Zij gaven opdracht aan hun leden geen dienst te nemen op Belgische schepen en stelden ter beschikking van de U.O.M, een som van 805,619 frank, waardoor ten volle bewezen werd dat de internationale solidariteit bij de scheepsofficieren geen ijdel woord is. De verslaggever overschouwt verder de aktiviteit der verschillende diensten die in den schoot der organisatie zijn opgericht en eindigt met de bemerking dat het nieuwe jaar is aangevangen in bijzonder gunstige omstandigheden en de U.O.M, alles zal in 't werk stellen om den toestand van haar leden verder te verbeteren. Op 31 December 1936 waren er 995 leden, tegen 945 op 31 December 1935.
Het Beroepskongres der Bouwarbeïders De Algemeene Centrale van Bouw, Ameublement en Gemengde Vakken hield een Nationaal Kongres voor de Bouwarbeiders, op 7 Maart, te Brussel. Dit Kongres werd bijeengeroepen om de arbeidersvakanties, de loonen en de kollektieve overeenkomsten voor de bouwnijverheid te onderzoeken. Kameraad Gryson gaf een overzicht van de resul-
taten die de Centrale bereikt had voor de arbeidersvakanties en omschreef de positie van de organisatie in zake loonen en kollektieve overeenkomsten. Zijn uiteenzetting werd door een uitvoerige bespreking gevolgd waarvan de besluiten zijn samengevat in de volgende resolutie, aangenomen met algemeenheid van stemmen:. « De Bouwarbeiders, in Kongres vereenigd te Brussel, op 7 Maart 1937, na kennis genomen te hebben der bekomen uitslagen, zoowel in zake betaald verlof als in zake verhooging van loonen, verklaart vertrouwen te stellen ,in de Technische Kommissie van den Bouw en in haar afgevaardigden in de Paritaire Kommissie; » Keurt de voorgebrachte voorstellen goed in zake de loonminima voor de verschillende gewesten van het land; » Stelt de kameraden op hunne hoede tegen beslissingen die in der haast zouden worden genomen en die in het gedrang zouden kunnen 'brengen den einduitslag die moet bereikt worden in de Nationale Paritaire Kommissie; » Het Kongres meent dat de gebeurlfyke te sluiten nationale overeenkomst het tot stand komen van bijzondere overeenkomsten niet mag verhinderen en die door de noodzakelijkheid van bijzondere toestanden in het gewest en de beroepen zou ingegeven zijn; » Drukt den wensch uit dat de Regeering het initiatief nemen zou den arbeidsdag te verkorten in de bouwnijverheid, gezien niettegenstaande de klaarblijkelijke herneming der zaken er niettemin nog 25 % werkloozen ten laste der werkloozenkassen leven in Augustus 11.; » Richt een dringend beroep tot de arbeiders der Bouwnijverheid om de rangen der Algemeene Gentraile te vervoegen, vermits het enkel is door de macht der organisatie dat de arbeiders verbetering in hun lot kunnen bekomen. » Kameraad Goblet sprak over de Veiligheid der arbeiders op de werven waarover het Kongres de volgende resolutie stemde : « De Bouwarbeiders, in Nationaal Kongres vergaderd in het Volkshuis te Brussel, op 7 Maart 1937 ; » Na den toestand onderzocht te hebben, met betrekking op het niet nakomen van de sociale bepalingen en op de veiligheidsmaatregelen op zekere werkplaatsen; » Overwegende dat een ministerieel rondschrijven het benoemen van technische toezichters voor den grootbouw aangekondigd heeft; » Besluit: » 1° Het weder-aanstellen van den bijzonderen dienst van toezicht op de werkplaatsen der openbare werken te vragen; » 2° Aan t< dringen bij den Minister van Arbeid en Sociale Voorzorg opdat de toezichters ten spoedigste zouden aangeduid worder. »
.m
35136. Sam. druk. Lucifer (Best.: S. Vanden Bosch), Kapellemarkt, 8, Brussel.
»*f