INTERVIEW
WIELERTAXI
TERUGBLIK
ARMOEDEBESTRIJDER
PROJECT
JACQUES VAN EK
4 6 14 2 NIEUWS 11 COLUMN 16 PORTRET Tirzah Enser
#4 JUNI 2005
Netwerken
2
NIEUWS
REDACTIONEEL
NIEUWS
Net werken
3
Grand Hotel/CaféRestaurant Philadelphia heeft zijn deuren
“Werklozen zijn dwangarbeiders” “Reïntegratie is onzin. Weg met de sollicitatieplicht.” Gespierde taal is er genoeg te vinden in het ‘Zonder Werkboek’ dat recent verscheen. Enfant terrible van de werklozen, Philippe Blankert oprichter van de werklozenbelangenvereniging IkWilWerken, schreef het samen met enkele lotgenoten. ‘Zonder Werkboek’ is een felle aanklacht tegen vakbonden, overheid, bedrijfsleven en reïntegratiebureaus. Maar ook een schreeuw om respect. “Werklozen zijn geen werkschuwe handophouders, maar vaak jarenlange trouwe premiebetalers die nu verketterd worden.” De droom van de schrijvers is ooit eens plaats te nemen aan de onderhandelingstafel van de Sociaal Economische Raad (SER) naast kroonleden, werkgevers en vakbonden. Zonder Werkboek. Werkloosheid als bron van inspiratie en vernieuwing. P. Blankert e.a., uitgeverij SWP, Amsterdam, ISBN 90.66.65.64.5X € 9,95
Nieuwe gezichten Vorig jaar vertrok nestor Wim Spit uit de Raad van Advies. Begin dit jaar werden via de Volkskrant en het Financieele Dagblad twee nieuwe leden gezocht en gevonden. Gie Tjin Kan (1949) [foto boven] kwam in 1971 naar Nederland. Vijftien jaar later startte ze samen met een partner een eigen architectenbureau
in Rotterdam. Ze was daarnaast gastdocente aan de TU Delft en is bestuurslid van het Ronald Mc Donald huis. Paul ten Kroode (1961) [foto onder] is van huis uit bedrijfskundige en ondernemer. Na enkele jaren leiding te hebben gegeven aan Synthens, een innovatie club voor het MKB is Paul nu weer zelfstandig ondernemer.
“Ik kwam hier om te netwerken, maar dat gaat niet lukken. Dan ga ik maar genieten van de after party!” De man in het strak gesneden pak maakte een professionele inschatting tijdens Baanbastic, de uitreiking van de Baanbrekerprijs in Amsterdam. Een grote groep feestende en dansende jongeren en harde muziek… niet het ideale werkterrein voor hem.
hotelphiladelphia.com Jongeren met een licht verstandelijke handicap kunnen in dit viersterren hotel een leer- en werktraject volgen. Nicolette Mak, oprichtster van koeriersbedrijf Valid Express, zet een witlofkwekerij op in
Netwerken is het thema van dit S-Magazine. Netwerken is volgens van Dale: ‘het creëren, uitbouwen en onderhouden van sociale contacten om informatie te verkrijgen waar men in zijn beroep of carrière voordeel mee kan doen.’ De ondernemer op de Nas en Mazzelmarkt doet het, de stuwende krachten achter de Wipsa kindercrèche en de delicatessenzaak Sweet Store doen het en de Fortis topman doet het. Maar ook mensen die van heel weinig rond moeten komen netwerken en vertellen er openhartig over in dit nummer. Netwerken is net werken. Je moet keihard je best doen en de zaken slim aanpakken. Of het nu jagen is op de juiste visitekaartjes, lucratieve opdrachten of op een adresje waar je eten kunt krijgen voor je behoeftige gezin.
Netwerken met Rotary en Lions Start Foundation is een samenwerkingsverband aangegaan met Serviceclubs in Nederland (SiN). Bij SiN zijn twaalf serviceclubs aangesloten, waaronder de bekende Rotary en Lions. Zij hebben bij elkaar bijna 50.000 leden in Nederland. Serviceclubs zijn netwerken van mensen, uit verschillende beroepsgroepen en maatschappelijke oriëntatie, met een sterke onderlinge band. Zij zetten een deel van hun vrije tijd, hun kennis en ervaring en hun netwerk gratis in voor maatschappelijke doelen. Start Foundation kan nu wat makkelijker een beroep doen op deze netwerken. Bijvoor-
geopend. www.grand
beeld doordat een serviceclub een project initieert. Of doordat via een club contacten worden gelegd met werkgevers. In de praktijk gebeurt dit al. Omgekeerd ziet SiN ook voordelen. Nico de Boer, vice-voorzitter van SiN: “Op het gebied van fondsenwerving werken we al goed samen met bijvoorbeeld Novib en Cordaid. Dat Start Foundation de serviceclubs juist aanspreekt op onze expertise en lokale netwerken, en niet op onze rol als fondsenwerver, spreekt ons aan. Want ook daarmee kunnen we een interessante maatschappelijke meerwaarde leveren.”
Roemenië. Een witlofkwekerij zorgt voor werk vooral in de winter. Meer weten: www.validexpress.nl Modeshow Sinti-meisjes ‘Feel Good’ Nuenen
Baanbrekerprijs bijlage 19 mei, de uitreiking van de Baanbrekerprijs 2005. Netwerkers waren aan het verkeerde adres. Want dit keer stonden niet de bobo’s maar de jongeren centraal. Welk idee ter bestrijding van Jeugdwerkloosheid ging naar huis met de hoofdprijs? Na de prijsuitreiking was er een afterparty met ondermeer optredens van DJ Rose en Erick E., modeshows en stuntmannen zorgden letterlijk en figuurlijk voor het nodige vuurwerk. We hebben de leukste quotes en happenings voor u gebundeld. Bij dit ‘S’ Magazine treft u dit boekje aan. Mocht u dit ‘S’ Magazine zonder Baanbrekerprijs bijlage ontvangen. Stuur dan een email naar
[email protected].
Colofon S magazine #4 juni 2005 Stichting Start Foundation is een fonds dat streeft naar een arbeidsmarkt waar iedereen welkom is. Redactie adres: Start Foundation Postbus 889 5600 AW Eindhoven Telefoon: (040) 246 18 50 Fax: (040) 237 05 15
Oussama Karbichi, Michael Schouten en Carina Kessen, winnaars van de eerste prijs
S is ook online te lezen op: www.startfoundation.nl Gratis abonnement? Stuur een e-mail naar:
[email protected] Art direction: Lava grafisch ontwerpers, Amsterdam Vormgeving: def., Amsterdam Drukkerij: Tesink, Zutphen Bladmanager: Geertje van der Beele Tekst: André Hendrikse, Jos Verhoeven, Ton van der Vliet, Folkert van der Glas, Michel Barth Fotografie: Jan Reinier van der Vliet, Hans Gerritsen, Ronald Hoeben
Jury maakt winnende idee bekend
S is een uitgave van Start Foundation en verschijnt twee keer per jaar
4
INTERVIEW
INTERVIEW
5
Opgericht: 2001. Op het bureau van Fortis Foundation werken 12
Maatschappelijke inzet draagt bij aan
mensen (8 FTE). In 2004 kregen ruim 400 maatschappelijke organisaties in Nederland in enigerlei vorm steun van Fortis Foundation. Aantal medewerkers Fortis Nederland: ruim 15.000 mensen. Meer info: www.fortisfoundation.nl
persoonlijke ontwikkeling Jacques van Ek (1945) is voorzitter van de Hoofddirectie van Fortis ASR. Dit is de verzekeringsgroep van Fortis Nederland. Werkmaatschappijen als AMEV, Stad Rotterdam, De Amersfoortse en Europeesche vallen onder deze groep waar in totaal circa 5.500 mensen werken. Van Ek is ook voorzitter van het bestuur van Fortis Foundation Nederland. Fortis Foundation is naast Start Foundation en Taskforce Jeugdwerkloosheid één van de drie hoofdpartners van de Baanbrekerprijs 2005.
F
Jacques van Ek, voorzitter van Fortis ASR en Fortis Foundation
ortis Foundation Nederland organiseert en faciliteert maatschappelijke projecten voor Fortis medewerkers. “Wij werken volgens het principe Mensen voor Mensen; dit betekent dat onze medewerkers zelf actief een bijdrage leveren aan ideële maatschappelijke projecten. Fortis Foundation biedt hierbij ondersteuning in de vorm van organisatie, advies en geld. De nadruk ligt op inzet van onze deskundigheid. Het gaat dus niet in de eerste plaats om geld.” Dat laatste klinkt vreemd als je bedenkt dat Fortis een financiële dienstverlener is. Van Ek: “Uit een onderzoek binnen ons bedrijf, bleek dat Fortis medewerkers de inzet van medewerkers in de samenleving zien als een concrete invulling van ons maatschappelijk verantwoord ondernemingsbeleid. Dat klinkt abstract, maar onze
mensen zien dat heel praktisch. In 2004, bijvoorbeeld, hebben via Fortis Foundation 2.700 medewerkers meer dan 20.000 uren in de samenleving geïnvesteerd. In allerlei vormen. Een aantal medewerkers zet zich persoonlijk in als mentor van VMBO leerlingen, bijvoorbeeld. Er zijn ook steeds meer afdelingen die gezamenlijk vorm geven aan onze uitgangspunten. Hele afdelingen tegelijk die tehuizen helpen bij het opknappen van gebouwen, ondernemingsplannen helpen schrijven enzovoorts.” Eigen afwegingen Een bank/verzekeraar als filantropische instelling. Die geeft en niet neemt. Dat is te mooi om waar te wezen. Van Ek over de dieperliggende motieven: “Fortis Foundation voert een onafhankelijk beleid ten opzichte van de rest van Fortis. Het bestuur is daar verantwoordelijk voor. Er worden steeds eigen maatschappelijke afwegingen gemaakt. Daar hebben andere afdelingen niets over te zeggen. Wel wordt er gezocht of er in projecten samengewerkt kan worden. Natuurlijk zitten er ook voordelen aan voor Fortis. Maar niet zozeer vanwege directe commerciële contacten of als marketing instrument. De waarde zit ’m vooral in de effecten op het personeel. Maatschappelijke inzet draagt bij aan de persoonlijke ontwikkeling van medewerkers. En dus worden we aantrekkelijker als werkgever. Fortis Foundation werkt daar-
om onder meer intensief samen met de afdelingen HRM van de Fortis Bank en van Fortis ASR. Dat zorgt voor een aansluiting van onze maatschappelijke betrokkenheid bij de bestaande bedrijfsprocessen. We zien dat ook andere Nederlandse bedrijven hun kerncompetenties steeds meer inzetten voor maatschappelijke doelen. Soms gaan ze daarbij een verregaande samenwerking aan. Persoonlijk vind ik de samenwerking tussen TPG en het World Food Program, gericht op de verbetering van logistiek van voedseldistributie, een aansprekend voorbeeld.” Persoonlijke betrokkenheid Van Ek staat zelf ook wel eens met de voeten in de klei. “Afgelopen najaar ben ik bijvoorbeeld samen met 25 andere topmanagers een dag op pad gegaan met jongeren van Valkenheide. Dat zijn jongeren met gedragsproblemen zoals agressief of crimineel gedrag. Maar deze jongeren hebben ook vaak een onduidelijk toekomstbeeld. Daarom zijn we met het thema ‘doelen stellen’ aan de slag gegaan. We werden 1 op 1 gekoppeld aan de jongeren en hebben een kompas survivaltocht gelopen. Tijdens de tocht ontstond er een contact met de jongeren die voor beide groepen in het dagelijks leven weinig voorkomt. We hebben gesproken over elkaars doelstellingen. Zelf vond ik het bijzonder om kennis te maken met deze jongeren. In de dagelijkse praktijk kom ik
niet zo vaak echt in contact met hen. Omgekeerd geldt hetzelfde. Door samen aan de slag te gaan leerden we elkaar beter kennen en zeker ook respecteren. Aan het einde van de dag was er over en weer een hele open sfeer en was duidelijk dat er een bijzonder contact was ontstaan. Dat vergeet ik niet snel. Hopelijk hebben ook de jongeren iets blijvends meegekregen door die dag.” Bijzondere ontmoetingen Over de Baanbrekerprijs 2005 is Van Ek erg enthousiast: “De jongeren zoveel mogelijk de regie in eigen handen geven. Het gaat om hun ideeën. Het was bovendien voor Fortis Foundation leerzaam om intensief samen te werken met Start Foundation en Taskforce Jeugdwerkloosheid. Het zijn drie hele verschillende organisaties. Ik ben er trots op wat er in korte tijd is gerealiseerd.” Voor Van Ek kwam de specifieke rol van Fortis Foundation in dit gebeuren goed uit de verf: “Een belangrijke bijdrage van ons bestond uit de organisatie van de Baanbrekerdag op 2 maart op het hoofdkantoor van Fortis Nederland. Tientallen kantoordirecteuren van Fortis hebben in het kader van de Baanbrekerprijs met hun klanten uit het midden en kleinbedrijf brainstormsessies geleid voor jongeren afkomstig uit milieus waar de kansen op succes niet al te groot zijn. Doel was om goede inzendingen uit de jongeren te halen die mee konden doen met de Baanbreker-
prijs. De ontmoeting tussen de jongeren en de zakenlui was op zich al bijzonder. Onwennig in het begin en zeer saamhorig na afloop van de brainstorm sessies. Het enthousiasme en wederzijds begrip knalde bijna de zaal in. Later zijn met inzet van onze mensen deze sessies in kleiner verband nog door heel Nederland uitgevoerd.” Kansen bieden De Baanbrekerprijs 2005 is nu voorbij. Verdwijnt het thema jongeren en werk nu in de geschiedenisboeken van Fortis? “Zeker niet”, antwoordt Van Ek beslist. “Werkgevers, en wij dus ook, moeten ook kansen bieden aan jongeren die op het eerste gezicht geen ideale kandidaat zijn, vind ik. Door de aard van het werk bij Fortis stellen we hoge eisen aan onze mensen, maar daar waar het kan hebben we zeker oog voor mensen met een bepaalde beperking. Zo heeft De Amersfoortse, een onderdeel van Fortis ASR, een jongen in dienst die het syndroom van Down heeft. Er was aanvankelijk scepsis over zijn kwaliteiten, maar na een stage beviel hij zo goed, dat hij mocht blijven. Fantastisch toch? Dat hij het zelf afgedwongen heeft, vind ik mooi. Wij moeten zulke mensen een kans geven. Want als werkgever heeft Fortis natuurlijk ook een maatschappelijke verantwoordelijkheid. En het is niet voldoende om voor onze maatschappelijke bijdrage alleen te verwijzen naar het werk van Fortis Foundation.”
6
PROJECT
PROJECT
7
20% van de inwoners van Helmond (85.000) leeft op of onder de armoedegrens.
Dorothe, dochter Becky, man Marcel en zoon Andy Bordat
In Helmond hebben 4.500 kinderen (een op de vijf) direct met armoede te maken. Leergeld Helmond realiseert ongeveer 500 ondersteuningen per jaar. Daarvan zijn er ongeveer 200 nieuw. Leergeld kent 20 lokale stichtingen verspreid
Jos Vincent
over Nederland. Met
Projectleider van de Stichting Leergeld Helmond: “Het activeren van mensen is lastig gebleken. De markt zit tegen. Een aantal mensen (aanvragers) is volledig afgekeurd of heeft als alleenstaande de zorg voor kinderen. Bij ongeveer 25% is het niettemin gelukt, maar dat is minder dan we verwacht hadden. Ook de groei van het aantal consulenten is wat achtergebleven. Dat zijn er geen 20 per jaar geworden maar bleef steken op 18 over drie jaar. Dit komt onder andere door de lage uitstroom naar werk en door het werkaanbod binnen de stichting. We werken nog steeds aan de verspreiding van onze ervaringen. Leergeld stichtingen elders in het land hebben belangstelling voor de ontwikkelde training. Wij zijn er veel sterker van geworden.”
steun van Philips wordt gewerkt aan een uitbreiding naar 70. Stichting Leergeld Helmond, telefoon (0492) 52 28 28
Armoedebestrijder
en leerschool tegelijk Een zonnige vrijdagochtend in april. Een rode geluidswagen schuift stapvoets door de straten van Helmond en meldt de komst van het Staatscircus Moskou. Aan het Zuideinde schuiven Dorothé (30), Ruud (53), Wim (54), Thea (41) en Petra (44) aan tafel. Ze leven allemaal met hun gezinnen onder de armoe-
R
uud was vrachtwagenchauffeur, maar is volledig afgekeurd. Samen met twee kinderen moet hij, na aftrek van lasten, rondkomen met € 150,- per maand. De kinderbijslag gaat rechtstreeks naar de kinderen om ze zo met geld leren om te gaan. “Mijn kinderen realiseren zich drommels goed dat wij minder te makken hebben dan anderen. En anders worden ze daar wel aan herinnerd door anderen. Vooral op de middelbare school zien en ruiken andere kinderen armoede.” Dorothé, twee kinderen, een man met een dubbele hernia, houdt ongeveer € 200,- per
degrens. Verder hebben ze gemeen dat ze steun ontvangen van de Stichting Leergeld Helmond. Op tafel ligt de krant van vandaag. Die kopt dat Essent-topman Boersma heeft besloten de helft van zijn bonus te besteden aan een goed doel. Daarmee reduceert hij zijn inkomen over 2004 tot € 741.000,-.
maand over voor de boodschappen: “Je wordt vanzelf vindingrijk. Ik koop groenten bij de boer en wacht met naar de markt gaan tot de laagste prijs geboden kan worden. Schamen doen we ons nergens voor.” Thea en Wim hebben twee kinderen. Ofschoon ze allebei parttime werken houden ze per maand na aftrek van vaste lasten slechts € 300,- euro over. “Onze kinderen hebben geen moeite met de situatie. Dankzij de steun van Leergeld kunnen ze toch naar sport- en hobbyclubs.” Petra is alleenstaand en heeft de zorg voor vijf kinderen tussen 6 en 13 jaar. “Ik kom
domweg elke maand € 450,- tekort. Ik schaam me niet voor mijn situatie, maar heb er wel veel moeite mee. Ik haal eten bij de voedselbank en wacht tot het laatste moment. Dan is er bijna niemand meer.” Overleven Opvallend openhartig vertellen ze hun verhaal. Via via kwamen ze in contact met Leergeld, dat inmiddels 20 lokale stichtingen in het land telt. Petra moet na het gesprek één van haar kinderen ophalen. Die is op schoolkamp geweest. Dat was niet mogelijk geweest zonder de financiële steun van Leergeld.
Werk zou wellicht een uitweg uit de armoedespiraal kunnen zijn. Thea en Wim is dat deels gelukt, zij het met parttime banen. De anderen zijn daar kritisch over. Werk is er niet of nauwelijks en maakt de zorg voor de kinderen onmogelijk. Bovendien levert het minder inkomsten op vanwege het wegvallen van allerlei extra’s. Dorothé: “Eén van onze kinderen is gehandicapt en heeft veel zorg nodig. Mijn man is ziek dus vertel mij eens wat ik buiten de deur te zoeken heb?” Petra: “ik wil dat mijn kinderen opgroeien als fatsoenlijke verantwoordelijke burgers. Dat is lastig zonder ouderlijk toezicht en kinderopvang is onbetaalbaar.” De toekomst is niet bepaald rooskleurig. Toch zetten ze alles op alles om hun kinderen een betere toekomst te geven. Op de vraag wat er zou moeten veranderen is het antwoord dan ook niet het verhogen van de uitkeringen. “Werk voor de jongeren, desnoods een werkplicht voor de jeugd”, is Ruud zijn remedie. “Afschaffen van de sollicitatieplicht voor alleenstaande ouders,” antwoordt Petra resoluut. Bij het afscheid wordt niet gesproken over de komst van het circus. Ook Boersma’s top-
“We komen echt niet alleen in probleemwijken” Pius Sirken en Gerry van Creij Ondersteuning Stichting Leergeld Helmond geeft financiële ondersteuning aan gezinnen met kinderen die van een minimum inkomen moeten leven. Met die ondersteuning worden kinderen in staat gesteld mee te doen aan werkweken, schoolkampen, sport- en hobbyclubs enzovoorts. Leergeld werft donateurs en fondsen. Start Foundation ondersteunde (met € 47.000,-) een project om de consulenten te trainen. De training was er o.a. op gericht om de sociaal economische zelfstandigheid te verhogen van de aanvragers.
salaris is geen onderwerp van gesprek. Dorothé tipt Petra eens contact op te nemen met de Zusters van het Heilig Bloed. Overleven, daar draait alles om. Relativeren Aan tafel hebben inmiddels twee consulenten van Leergeld plaatsgenomen. Pius Sirken (45) en Gerry van Creij (55). Zij gaan op huisbezoek bij de gezinnen die bij Leergeld hebben aangeklopt voor ondersteuning. Je mag ze ervaringsdeskundigen noemen want ook zij zijn financieel afhankelijk van een uitkering. Pius was ooit welzijnswerker en had daarna een eigen bedrijfje dat het niet heeft gered. Gerry is al sinds de start van Leergeld Helmond in 1999 actief. Ze zat als alleenstaande ouder in de bijstand en was vrijwilligster bij de maaltijdservice. Pius: “Dan denk je er zelf redelijk beroerd voor te staan, maar dan kom je in situaties waardoor je gelijk gaat relativeren. Er is zoveel schrijnende armoede.” Gerry: “Wij roeren in het afvoerputje van de samenleving. Je komt van het ene uiterste in het andere. Het lastigste zijn mensen die welvaart gekend hebben. Die houden de
armoede het liefst achter de gordijnen. We komen echt niet alleen in probleemwijken.” Erkenning Reden voor Start Foundation om in Leergeld Helmond te investeren was de voorgenomen arbeidsactivering van de consulenten. Hun werk binnen de stichting zou hen meer en betere vooruitzichten op betaald werk moeten bieden. Gerry: “Ik heb verschrikkelijk veel geleerd de afgelopen zes jaar. Maar wees nou eens eerlijk. Ik ben 55 en heb geen diploma’s, dan maak je weinig kans. Ik maak me nu op deze wijze nuttig. Dit werk geeft me voldoening en ik denk dat ik hier de samenleving ook een dienst mee bewijs.” Pius sluit een terugkeer in het welzijnswerk niet uit: “Ik heb gemerkt dat ik hier goed in ben dus wellicht dat ik hiervan weer mijn beroep kan maken.” Voor beide is vooral de erkenning belangrijk. Ze worden serieus genomen door professionele instellingen in de stad. “Daar hebben we hard voor moeten knokken. De training bij Leergeld, de steun van collega’s en ons geloof in het concept hebben ons gevormd tot wat we nu zijn en daar zijn we trots op.”
“Een baan vinden is één, een baan laten behouden is waar het echt om draait” 8
PROJECT
PROJECT
Stage
Elvira Sweet (Stadsdeelvoorzitter): “Met een baan kunnen we deze jongeren een toekomst geven.” Trainee+ is bereikbaar via de Kingmaschool, tel. (020) 63 62 487.
tussen exotische delicatessen ‘Werken met ons is een feest’. De brochure die in Amsterdam-Zuidoost jongeren met een arbeidshandicap aan een baan of een stageplek moet helpen windt er geen doekjes om. Die titel straalt zelfvertrouwen uit. Foto’s van jongeren die via dit kanaal hun eerste schreden op de arbeidsmarkt hebben gezet ademen hetzelfde optimisme. En ook een bezoek aan leerwerkbedrijf ‘Sweet Store’ maakt het zonneklaar: ‘Werken met ons is een feest’.
W
inkelcentrum de Amsterdamse Poort in stadsdeel Zuidoost. Tussen de vele kledingwinkels vallen de exotische toko’s en eethuisjes op. Eén daarvan is Sweet Store. ‘Exotische delicatessen’ staat er op de etalage. Die bestaan uit o.a. Surinaamse taarten, broodjes en soepen. Vooral rond lunchtijd is het er druk. Mensen van allerlei nationaliteiten, waaronder veel kantoorwerkers uit de directe omgeving, komen af op de zaak die op 13 december 2004 de deuren opende. Eigen benen Sweet Store is namelijk niet zo maar een lunchroom. Het is een leerwerkbedrijf en dan ook nog eens voor jongeren die net wat meer begeleiding, coaching en geduld nodig hebben dan een doorsnee stagiair. Met bijdragen van UWV, Start Foundation, de gemeente Amsterdam en stadsdeel Zuidoost is dit project gelanceerd. Binnen enkele jaren moet de winkel financieel op eigen benen staan en jaarlijks minstens 60 jongeren uit de doelgroep voorbereiden op een betaalde baan. Het geheim Maureen van der Pligt is projectleider van Trainee+ dat voor een aantal scholen voor voortgezet speciaal onderwijs stages begeleidt. Ze zit als een spin in het netwerk van onderwijs, gemeente, uitkeringsinstanties en werkgevers. In een tijd waarin wordt geklaagd over een tekort aan stageplaatsen, zien ze in Zuidoost kans om 75% van hun groep bijzondere leerlingen toch naar een betaalde baan te helpen. Het geheim? Intensieve begeleiding, leerlingen niet op één maar op meerdere stageplekken inzetten en niet bang zijn voor vernieuwende concepten.
Minister De Geus van Sociale Zaken kwam persoonlijk een kijkje nemen hoe ze dat aanpakken. Maureen: “Hij kwam op voorstel van de commissie Werkend Perspectief die zo veel mogelijk mensen met een arbeidshandicap aan het werk wil krijgen en houden. Voor deze jongeren geldt dat je op het juiste moment in ze moet investeren. En dan is een werkend perspectief vele malen beter én goedkoper dan een uitkering.” Adequaat optreden Intensieve begeleiding betekent o.a. dat er altijd een leerkracht op de stageplek aanwezig is, de gehele dag. Maureen: “Vanwege hun achtergrond kunnen onze leerlingen soms onverwacht reageren. De manier waarop iemand hen soms aankijkt of iets tegen ze zegt kan allerlei gevolgen hebben. De één wordt misschien boos, de ander trekt zich meteen terug en meldt zich ziek. Een werkgever weet dat niet, herkent dat niet en zit daar ook helemaal niet op te wachten. De leerkrachten kennen hun leerlingen door-endoor en kunnen in die gevallen dus adequater optreden. Op die manier kun je de jongeren trainen om met voor hen ongemakkelijke situaties om te gaan. De begeleiding gaat ook door nadat de leerlingen van school zijn. Ze kunnen altijd hun begeleider bellen voor advies. Want een baan vinden voor deze groep is één, maar ze hun baan laten behouden is waar het echt om draait.” Diverse stages Een bijzonder element is het ook om de leerlingen niet op één stageplek vast te pinnen, maar ze er meer aan te bieden. In totaal werkt Trainee+ nu met 12 projecten. Van de taartenwinkel tot een bouwmarkt, een
Meer info op www.traineeplus.nl.
bedrijf dat computers recyclet, de kantine van het stadsdeelkantoor, een verzorgingstehuis en op Schiphol. Daar worden vliegtuigcabines schoongemaakt en weer gereed gemaakt voor de volgende vlucht. In één week lopen veel kandidaten stage op verschillende adressen. Maureen: “Het doel is ze zoveel mogelijk branchecertificaten te laten halen. Zodat ze kunnen kiezen wat hen het beste ligt. En je kunt op die manier de leerplaatsen gebruiken om ze wat te leren. Een leerling van de kappersopleiding die graag knipt maar moeite heeft om met mensen contact te maken, zetten we om die reden een tijdje op een stage in de horeca.” Werkgevers in de bus Een vernieuwende aanpak is de derde succesfactor onder dit project. In dat opzicht hebben ze in Zuidoost het tij mee. De bekende Bijlmerflats worden afgebroken en vervangen door aantrekkelijke laagbouw. Er wordt keihard gewerkt om het imago van de Bijlmer te begraven. En onder de naam Zuidoost een nieuwe wijk te scheppen met veel aandacht voor het leefklimaat. Werkgelegenheid voor jongeren die niet de allerbeste kansen op de arbeidsmarkt hebben, is een speerpunt. Baanbrekende ideeën daarbij zijn meer dan welkom. Het stadsdeel staat daarbij met raad en daad in de vorm van geld en advies terzijde. Zo zijn er op ambtelijk niveau twee adviseurs aangewezen die werkgevers door het woud aan regels, richtlijnen, subsidies en premies helpen als zij overwegen een wajonger in dienst te nemen. Maureen: “Onlangs hebben we een aantal werkgevers in een bus gezet en langs een aantal van onze projecten gereden. En die horen dan van andere ondernemers hun ervaringen. Dan vertelt de directeur van de Praxis hoe het hem vergaan is met enkele van onze kandidaten. Dat het beslist niet altijd van een leien dakje gaat. Maar dat het wel belangrijk is dat ook deze groep een kans moet krijgen. En dat hij zelf inmiddels een van de stagiaires in vaste dienst heeft genomen!”
9
De RVU maakt een serie van 5 documentaires over dit project. Uitzending waarschijnlijk in januari 2006 op Nederland 3.
Maureen van der Pligt
Sarissa van de Broek (18)
Deborah Williams (17)
Vierde van links. Loopt wekelijks één dag stage in de Sweet Store en twee dagen op Schiphol. Gaat in juli examen doen voor haar vliegtuigschoonmaakcertificaat en vindt in de Sweet Store vooral bestellingen naar klanten brengen erg leuk werk. Zit op dezelfde school als Deborah.
Vijfde van links. Loopt één dag in de week stage in de Sweet Store en één dag in de kantine van het stadsdeelkantoor. De andere drie dagen zit ze op de Laudyschool, een school voor kinderen met leerproblemen. Wil later verder in de horeca en vindt stage leuker dan school.
10 PROJECT
COLUMN 11
‘De lat gaat langzaam steeds hoger’
WIPSA heeft sinds het winnen van de Baanbrekerprijs zeer veel aandacht gekregen van de media (o.a. NOS Journaal, Volkskrant, VPRO en AT5). In oktober 2004 vond de officiële opening plaats van WIPSA Kids. O.a. de ambassadeur van Ghana en Evelien Tonkens, Tweede Kamerlid Groen Links, waren erbij. Sinds januari 2005 is WIPSA Kids erkend als officiële ‘voorschool’ omdat de crèche op gestructureerde wijze de kinderen voorbereidt op de basisschool.
WIPSA Kids met vallen en opstaan Aan het frisse gebouw en de aangrenzende speelplaats is niet te zien hoeveel energie en tijd (ruim 3 jaar!) het heeft gekost om de kindercrèche WIPSA Kids te realiseren. Tussen de kenmerkende sombere hoogbouw in dit gedeelte van Amsterdam Zuidoost, is het nieuwe gebouw een verfrissing. Het is het tastbare resultaat van de ideeënwedstrijd Baanbrekerprijs 2001. Gifty Manukure, van de vrouwenorganisatie Women in Positive Social Action (WIPSA), won destijds de prijs met haar idee voor een 24-uurs kinderopvang plus opleidingstraject voor kansarme vrouwen.
Z
e kwam er op toen ze vanuit Amsterdam schoonmaakwerk deed in de vleesindustrie in Noord-Brabant. Daarvoor moest ze ’s morgens om 4 uur van huis. Haar partner werkte in de nachtdienst bij de post. Gifty: “Ik had een groot probleem met de opvang van mijn kinderen. We hebben geen familie in de buurt en de openingstijden van de reguliere crèches sloten niet aan bij onze werktijden.” Dit probleem speelde ook bij anderen uit haar omgeving, zeker bij laagopgeleide alleenstaande moeders. De tijden voor schoonmaakwerk in hotels en op Schiphol sluiten niet aan op crèchetijden. WIPSA in Amsterdam Osdorp zette daarom een eigen kinderopvang op. “Ons idee voor de Baanbrekerprijs was om die uit te breiden met een nachtopvang en een opleidingstraject,” aldus Gifty. Contacten Gifty heeft goede contacten in de Ghanese gemeenschap in Amsterdam en zette dat netwerk stevig in. Dat bleek al tijdens de wedstrijd toen er via telefoon en internet gestemd kon worden. Medewerkers van het callcenter werden overstroomd met reacties van mensen die nauwelijks Nederlands spraken en hun stem op Gifty uitbrachten.
“Wij hebben iedereen die we kenden gevraagd om te stemmen. Ook hebben we flyers uitgedeeld en een oproep gedaan op Radio RAZO, een zender voor Ghanezen in Amsterdam-Zuidoost. Dat heeft geholpen!” Illegale kinderopvang De prijs betekende dat er een budget was van maximaal € 158.000,om het idee te verwezenlijken. Gifty: “Ik was heel blij, maar besefte niet hoe lastig het zou zijn om het idee te realiseren.” Enkele weken na de prijsuitreiking dook het eerste probleem al op. De media-aandacht voor de winnaars was amper verstomd toen een paar weken later de crèche in Osdorp gesloten dreigde te worden. Het bleek een illegale opvang te zijn die niet voldeed aan allerlei voorschriften. En legaliseren bleek niet haalbaar. Gelukkig dat in stadsdeel Amsterdam-Zuidoost – waar veel Ghanezen wonen – er gunstige regelingen voor dit soort voorzieningen bestaan. En er werken ambtenaren die constructief meedachten. Niettemin bleef het een complexe zaak. Gifty sprak gebrekkig Nederlands en was niet bekend met de regelgeving. Guillaumine Nelom, deskundige op het
gebied van kinderopvang, was een belangrijke steun. Guillaumine: “Er zijn veel gedetailleerde voorschriften waaraan je moet voldoen, van lichtinval tot en met de hoogte van de toiletten. Als je ook nachtopvang aanbiedt wordt het nog complexer. Met regels voor een aparte slaapvoorziening voor de medewerkers, bijvoorbeeld. En de CAO bepaalt dat er extra moet worden betaald voor avond- en nachtwerk.” Serieus genomen Bij alle onderhandelingen met gemeente en instanties speelde de prijs van Start Foundation een belangrijke rol. Gifty: “We werden serieus genomen door andere partijen. Deuren gingen open doordat men dacht dat wij rijk waren. De Baanbrekerprijs werkte als een garantie.” Het prijzengeld werd o.a. besteed aan loonkosten en specifieke aanpassingen aan het gebouw die te maken hadden met de langere openingstijden. Ook het opleidingstraject van een aantal leidsters en een taalcursus Nederlands voor Gifty werden ermee betaald. Cindy Gordon, rechterhand van Gifty op de crèche: “Het loopt nu heel goed. We hebben overdag een bezetting van 40 kinderen en dat is 100%. We hebben een aantal klanten verloren door de nieuwe wet op de kinderopvang. Daarmee is de financiering complexer geworden en sommige ouders moeten meer betalen. Niettemin hebben we een wachtlijst, net als voor de nachtopvang.” Gemiddeld zijn er ’s nachts 8 kinderen in de nachtopvang. Hun ouders werken in de zorg of andere organisaties die 24 uur per dag draaien. En niet alleen de kinderen en hun ouders hebben baat bij de bijzondere crèche; tot op heden hebben 15 vrouwen via WIPSA een MBO-opleiding gevolgd voor de kinderopvang. Vijf daarvan konden vanwege taalproblemen niet doorgaan, maar de andere tien zijn succesvol bezig met een leer-werk traject.
“Mandy, Jeroen en Ferry waren vooraf best nerveus. Net als ik, want zo vaak sta je niet bij het Haagse Binnenhof met Tweede Kamerleden te praten. En ook nog eens voor de camera, want RTV West was er bij. Net als trouwens de Delftsche Courant. Het levert de nodige publiciteit op voor zowel onze Klussenbus als het landelijke probleem van een tekort aan stageplaatsen. Het onderwerp verdient ook veel aandacht. Jet Bussemaker (PvdA) en Jan Ten Hopen (CDA) nemen uitgebreid de tijd om met de leerlingen te praten en ook de 148 Baanbrekerprijsfolders voor alle overige Tweede Kamerleden in ontvangst te nemen. Het is loeikoud deze dag, maar dat deert de CDA-er niet. In pak en zonder overjas of sjaal blijft hij onverstoorbaar leerlingen én pers te woord staan. Wij gaan na afloop snel met z’n allen naar McDonalds om ons warm te eten. De leerlingen hebben dat wel verdiend, ze deden het prima. ’s Avonds kijken ze uiteraard met hun familie naar de reportage op de regionale televisie. Nee, de publiciteit levert onze school niet meteen nieuwe klussen op. Maar dat was ook niet het doel. Onze leerlingen zitten onder vmbo-niveau, maar tijdens hun stage doen ze niet onder voor vmbo’ers. Door ze goed te begeleiden en hun motivatie te stimuleren hebben we weinig moeite ze op stage te krijgen. Veruit de meeste bedrijven hebben positieve ervaringen met stagiaires van onze school. Door met die bedrijven goede contacten te onderhouden, kunnen we vaak later weer terug komen met nieuwe leerlingen. Toch merk je dat het wat moeilijker wordt. Er zijn nogal wat jongens die graag in een garage stage willen lopen, maar daar wordt de lat langzaam maar zeker steeds hoger gelegd. Dus moet de aandacht voor deze problematiek zeker niet verslappen.” Gonnie Bisschop Gonnie Bisschop is docent aan de Laurentius praktijkschool in Delft voor praktijkgericht onderwijs aan moeilijk lerende leerlingen tussen 12 en 18 jaar. Hun ‘Klussenbus’ (aangeschaft met steun van Rotaryclub Vermeer uit Delft en Start Foundation) rijdt voor korte stageklussen naar o.a. verzorgingstehuizen en huurwoningen in de regio. En ze gingen er mee naar de Tweede Kamer om het onderwerp jeugdwerkloosheid op de politieke agenda nog eens extra te onderstrepen.
Nas & Mazzel, springplank voor ondernemende werkzoekenden 12 PROJECT
PROJECT 13
Wekelijks trekt de Nas en Mazzelmarkt zo’n 4.000 bezoekers (op de openingsdag waren dat er 5.000!). Start Foundation steunt het project met een bijdrage van € 100.000,-
Reinier Kartomoehamat
Uitkering wordt
onderneming Nas is Bargoens voor eten. Mazzel een Joods woord voor geluk. De Nas & Mazzelmarkt in Groningen is dan ook het best te omschrijven als een bazaar vol heerlijke internationale hapjes en aantrekkelijke koopjes. Het is een project dat mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt stimuleert en begeleidt richting het zelfstandig ondernemerschap. “Men klaagt hier al als echte ondernemers, een goed teken.”
Z
omaar een doordeweekse woensdag in april. De ruime en gratis parkeerplaats voor de markt is redelijk gevuld, op de overdekte bazaar zelf is het gezellig druk. De ongedwongen sfeer en de bedrijvigheid doen enigszins on-Hollands aan. Het publiek is even gemêleerd als het assortiment van de bijna 50 winkeltjes. Op bijna 3000 vierkante meter kan men naar hartelust rondsnuffelen langs Europese en Oosterse waar. En dat allemaal tegen uiterst lage prijzen; een paradijs voor koopjesjagers. Niet voor niets heeft de bazaar in een jaar tijd een grote regionale naamsbekendheid opgebouwd. Startersbegeleiding Nas & Mazzel is sinds 15 mei 2004 voor het publiek geopend. Het is een ambitieus project dat
mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt de mogelijkheid biedt om kennis te maken met het ondernemerschap en zich hierin te ontwikkelen. Daarbij krijgen ze startersbegeleiding in de vorm van coaching, kennisoverdracht en bedrijfsruimte voor een bescheiden lage huurprijs. Met weinig risico’s zetten langdurig werklozen hier hun eerste schreden op weg naar een volledig zelfstandige onderneming. Reinier Kartomoehamat (22) is als marketingmedewerker aan het project verbonden. Over de doelstellingen zegt hij: “Nas & Mazzel is een maatschappelijk gedreven commerciële onderneming. Het is een initiatief van Stichting Werkprojecten, Small Business Center, woningbouw-
vereniging Nijestee en de HanzeHogeschool. De doelstelling is om in een inspirerende omgeving binnen twee jaar 100 arbeidsplaatsen te realiseren voor kansarme werkzoekenden. Nas & Mazzel wil de lokale economie een kwaliteitsimpuls geven en verbetering aanbrengen in de sociaal-economische structuur van de stad Groningen.” Opschrijven en inkopen Tijd voor een rondje over deze overdekte markt. Een kraam die bij binnenkomst direct in het oog springt, is Ester Delicatessen van Yasin Karakus. Lekkernijen als olijven, gevulde paprika’s en zelfgemaakte tapenades liggen kleurrijk en uitnodigend gepresenteerd. Drie jaar geleden bracht de liefde Yasin (25) vanuit de Turkse badplaats Alanya
naar het hoge noorden van Nederland. Uit zijn uitstekende beheersing van de Nederlandse taal en zijn gedrevenheid spreekt de ambitie om als ondernemer te willen slagen. “In Turkije was ik werkzaam in de horeca. Het lukte me in Nederland niet om een vaste baan te krijgen. De zaak heb ik van een vriend overgenomen. Ik heb het Ester genoemd, de naam van mijn vriendin. Het assortiment was in het begin lang niet zo veelzijdig als nu. Als klanten ergens om vroegen was het er vaak niet. Alle producten waar interesse voor was heb ik opgeschreven en vervolgens ingekocht. De oppervlakte van mijn winkel is sindsdien verdubbeld. Momenteel kan ik er aardig van leven. Ik streef ernaar om straks ergens een eigen zaak te beginnen.” Werken tot de dood Het aanbod op de markt is zeer divers en bestaat ondermeer uit Antilliaanse snacks, Chinese cadeauartikelen, Poolse levens-
Ina Moknie
Yasin Karakus
middelen en Arabische feest- en avondkleding voor dames. Maar ook voor oer-Hollands snoep, uitgestald in traditionele potten, is hier plaats. ‘Wie niet steelt of erft moet werken tot hij sterft’ vermeldt een tegeltje in de snoepkraam. Het blijkt het levensmotto te zijn van eigenaresse Willie Helmes (50) van de Fraamklapse Snoepwinkel. Fraamklap staat voor het dorp, nabij Middelstum, waar ze vandaan komt. Zeven dagen per week is Willie aan het werk. Zes op Nas & Mazzel en één dag op markten en braderieën. “Mijn man is afgekeurd en heeft een WAO-uitkering. Dat is geen vetpot. Gezien mijn leeftijd zit de arbeidsmarkt niet op mij te wachten. Daarom wil ik een
eigen zaak te beginnen. Het is altijd mijn droom geweest om iets met snoep te doen. Die mogelijk is me nu geboden. In het begin ging het erg goed, momenteel wat minder. Het zal ongetwijfeld met de slechtere economie te maken hebben. Daarnaast zijn sommige ondernemers hier niet serieus genoeg met hun vak bezig. Dat moet absoluut veranderen. We moeten er met z’n allen de schouders onderzetten om er een succes van te maken.” Lekker klagen In de gesprekken met de ondernemers vallen de woorden ‘onderlinge samenwerking’ opvallend vaak. De meeste lijken zich te realiseren dat men elkaar
Willie Helmes
nodig heeft om te groeien. Een vorm van netwerken, waarbij men van elkaars successen leert. En vooral ook van de fouten. De omzetten zijn niet overal florissant en dat leidt soms tot pittige discussies. “Men klaagt hier al als echte ondernemers, en dat beschouw ik als een goed teken!,” merkt Ina Moknie (44) van Afrika Bazaar lachend op. Lange tijd organiseerde Ina samen met haar man reizen door Tunesië. Met haar handel in Afrikaanse snuisterijen en kleding probeert ze nu in Nederland iets van de grond te tillen. Als één van de weinigen beschikt ze dus over enige ondernemerservaring. Haar kennis wil ze maar al te graag met collegaondernemers delen.
Twee doorstromers De prille ondernemers zijn in de eerste plaats met hun eigen winkel bezig. Maar omdat het ook belangrijk is dat Nas & Mazzel zich verder ontwikkelt en op aansprekende wijze naar buiten treedt, zit de projectleiding regelmatig met de ondernemers om de tafel. Twee ondernemingen zijn inmiddels doorgestroomd. Hun nering was dusdanig succesvol dat zij het aandurfden om elders een eigen zaak te openen. Hoeveel er nog gaan volgen? Niemand die het durft te voorspellen. Een goed businessplan geeft geen 100% garantie op succes. Als ondernemer moet je soms ook wat mazzel hebben.
14 TERUGBLIK
De Wielertaxi rijdt in Amsterdam Centrum. Standplaatsen bij Dam
Doortrappen!
TERUGBLIK 15
Jordi Scholten (20) Hij fietst 3 dagen in de week geld bij elkaar voor een reis naar India en Brazilië. Een gezonde broodwinning. En ook lekker om het hoofd leeg te maken. Dat hoofd moet na de wereldreis weer veel stof opnemen, want dan begint Jordi aan zijn studie humanistiek.
en Leidseplein. Bestellen door hand op steken of bellen: 06 28 24 75 50. Prijs per persoon: € 1,per 3 minuten per persoon. Kinderen tot 2 jaar gratis, tussen 2 en 12 jaar
Bob Hoogenhout (47)
half geld.
Vroege vogel in de remise, want voordat iedereen uitrijdt moet hij zijn werk al gedaan hebben. Werkt 2 jaar bij de Wielertaxi. Was eerder monteur bij een fietskoeriersbedrijf. Die fietsen kon je ondersteboven zetten of ophangen; dat was makkelijk sleutelen. De fietstaxi is daar te zwaar voor. Terwijl ketting, derailleur en tandwielen (21 versnellingen!) weer te licht zijn voor hun taak. Die zijn gebouwd op één renner op een ranke racefiets; niet op een zware driewieler met drie volwassenen. Het spul slijt dus snel. Maar goed, Bob heeft er een leuke baan aan!
www.wielertaxi.nl
Jeroen Gasseling Als geofysicus weet Jeroen Gasseling alles van de natuurkundige eigenschappen van het binnenste van onze aarde. Maar in plaats van diepere aardlagen bestudeert hij momenteel het stratenplan van Amsterdam Centrum. En de kerntemperatuur van onze planeet laat hem volslagen koud als het klimaat in onze hoofdstad het publiek maar op straat brengt. Jeroen is de man achter de Wielertaxi.
D
e Wielertaxi is een bijzondere vorm van vervoer én tegelijk ook een bijzonder werkgelegenheidsproject. De fietstaxi’s vervoeren de passagiers zonder hinderlijk motorgeluid en zonder schadelijke uitlaatgassen door het overvolle centrum. Chauffeurs met een stevige conditie doen het (trap)werk. Af en toe geholpen door een kleine elektromotor die ingeschakeld kan worden als de steile helling van een bruggetje over één van de grachten wordt ‘beklommen’. In 2002 reden er twee van deze taxi’s op het Floriade-terrein. Een jaar later begon een proef met tien stuks in hartje Amsterdam. Inmiddels heeft de gemeente vergunning verleend voor meer taxi’s (14). Bovendien mogen ze nu het gehele jaar door rijden én ook ’s nachts. Om 03.00 uur in de ochtend zijn ze pas weer terug op de remise en om half elf in de ochtend gaat de eerste al weer op pad. Lekker shoppen De chauffeurs werken in twee shifts. De eerste van 11.00 tot 19.00 uur. De avondploeg neemt dan over en fietst tot de vroege och-
tend. De chauffeurs zijn niet in dienst van de Wielertaxi, maar in feite allemaal zelfstandige ondernemers die de taxi per dienst huren. De huurprijs verschilt per dag. Op dinsdag overdag bedraagt de huurprijs € 15,-. Naar het weekeinde toe gaat het tarief omhoog (zaterdag € 30,-) omdat er dan ook meer verdiend kan worden. Het tarief dat aan de klant wordt berekend bedraagt € 1,per 3 minuten per persoon. Er zijn ‘gewone’ taxiritten, een klant wil zonder omwegen van CS naar de Dam. Maar er zijn ook toeristen die de wielertaxi gebruiken voor een uurtje sightseeing. Het tempo is aangenaam en je kunt de stad met al je zintuigen opnemen. Je ziet, je hoort en je ruikt alle facetten van de metropool. De meest lucratieve groep zijn de ‘shoppers’. Consumenten met een vette creditcard die zich zonder blikken of blozen drie uur langs hun favoriete winkels laten rijden. Het is ze die € 60,- meer dan waard; je stopt pal voor de winkeldeur, je bespaart een klein vermogen aan parkeergeld en het voorkomt krassen op je Jaguar waarmee je in het drukke centrum toch geen kant op kunt.
Complete overgang De milieuvriendelijke kanten van de Wielertaxi is één van de aspecten waarvoor Jeroen (34) meteen zwichtte toen hij er kennis mee maakte. Eigenlijk was hij op zoek naar een slimme manier om wat meer bagage mee te kunnen op één van zijn voetreizen. Via internet kwam hij de Duitse firma Velotaxi op het spoor die o.a. in Berlijn al van die fietsen exploiteerden. Het contact mondde uit in een contract en van de ene op de andere dag werd de geofysicus ondernemer. Daarmee belandde hij tegelijk in een voor hem onbekende wereld en binnen een nieuw netwerk. Hij moest van de ene op de andere dag gaan onderhandelen met de gemeente over de vergunning bijvoorbeeld. Maar ook met sponsors en reclamebureaus, want zonder die inkomsten kan het project in feite niet draaien. Start Foundation stopte er het eerste jaar een bedrag van € 35.400,- in, in ruil voor de toezegging dat een deel van de chauffeurs moest bestaan uit mensen die al langere tijd buitenspel stonden op de arbeidsmarkt. Madame Tussaud kocht dat jaar de reclameruimte achterop de taxi’s. 40 Arbeidsplaatsen Intussen is de Wielertaxi een behoorlijk bedrijf geworden. Veertien taxi’s met een dubbele bezetting betekenen dat er elke dag
minimaal 28 personen ingeroosterd moeten worden. Omgerekend naar zeven dagen in de week betekent dat meer dan 40 full time arbeidsplaatsen. Vogels van allerlei pluimage, van kunstenaars tot studenten en van langdurig werklozen tot schoolverlaters. Eenmaal per week vindt er een dag instructie plaats aan een groepje aspirant chauffeurs, want er is doorlopend behoefte aan nieuwe mensen. Naast Jeroen staan er nog twee vaste krachten op de loonlijst. Eén persoon voor planning en organisatie en een monteur. De fietsen met hun 21 versnellingen en elektromotor zijn namelijk best storingsgevoelig. Aan het begin van het seizoen 2005 is er nog geen reclame op de fietsen te zien. Deels een principekwestie want Jeroen wil onder geen beding reclame voor bijvoorbeeld alcohol voeren. Dat soort keuzes maakt de exploitatie niet eenvoudiger, maar dat moet dan maar zo zijn. Intussen werkt Jeroen aan verdere verfijning van het concept. Hij wil via een GPS-systeem, slimme software en mobiele telefoons de vrije taxi’s straks nog sneller dirigeren naar klanten die een milieuvriendelijk ritje door de stad willen maken. En daarin herkennen we dan toch iets van de geofysicus terug, want het is vooral uit liefde en zorg voor de aarde dat hij aan dit avontuur is begonnen.
Allard de Jong (47) Rijdt alweer zo’n anderhalf jaar op de wielertaxi. Te laat op het werk komen is voor hem geen optie want hij woont boven de stalling. Van huis uit timmerman, maar de laatste keer dat hij een hamer in handen had kan hij zich niet herinneren. Heeft 25 jaar in het buitenland doorgebracht. Bij terugkeer vond hij een potdichte arbeidsmarkt. Productiewerk, ongeschoold werk, uitzendwerk… volgens Allard zitten ze nergens te wachten op een 47-jarige. Nou ja, nergens… bij de Wielertaxi dus mooi wel!
Koen Laros (27) Fietser van het eerste uur. Was er al bij toen in 2002 een handjevol wielertaxi’s hun Nederlandse debuut maakten op de Floriade in Hoofddorp. Is sociaal geograaf maar kon in die richting geen werk vinden. Sinds maart 2005 in dienst bij de Wielertaxi. Geniet van de kleine maar best wel complexe organisatie. En hij kan het niet laten; eens in de zoveel weken staat hij zelf ook ingeroosterd voor één van de fietstaxi’s.
16 PORTRET
Tirzah Enser
(18)
Locatie: Stichting Blauwe Olifant Amsterdam waar vroegtijdige schoolverlaters aan hun persoonlijke ontwikkeling werken.
“Ik leer beter te communiceren.”
“Ik help bij het opknappen van een ‘ijsjesboot’ die in de zomer van 2006 door de grachten gaat varen om ijs te verkopen. Ik heb zelfs al gelast en ook met hout werken vind ik leuk. Anderen installeren de motor of verven. Met je handen werken ligt me wel. Ik ben hier het enige meisje, maar dat is geen probleem. Ik heb het hier erg naar mijn zin en heb aan Marcel een goede
mentor. Via jeugdreclassering ben ik hier terecht gekomen, voor 2 dagen in de week. Bij de Blauwe Olifant ben ik weer met mijn toekomst bezig. Ik leer vooral om beter met mensen te communiceren. Op technisch gebied leer ik ook het nodige, dat komt later altijd van pas. Na de zomervakantie hoop ik weer naar school te kunnen gaan; misschien word ik wel kapster.”