Programma & Samenvattingen
29 LVO Congres e
2015
Landelijke Vereniging van Operatieassistenten
‘Niet alles is wat het lijkt’ Donderdag 5 en vrijdag 6 maart 2015 Congrescentrum De ReeHorst, Ede
Voor meer informatie: www.lvo.nl
Inleiding
Evenals vorig jaar zijn we te gast in congrescentrum:“de ReeHorst” te Ede. Na de vele lovende reacties van het afgelopen congres, die we zowel mondeling als ook via de gehouden enquête mochten ontvangen, is de opzet van het congres gelijk gebleven, dus zowel plenaire als parallelsessies. Op deze wijze kunt u uw eigen congresbezoek samenstellen. Op de eerste dag mogen we de oud voorzitter van onze Amerikaanse zusterorganisatie AORN, dhr. Patrick Voight, als eerste spreker verwelkomen. Hij zal de significante verschillen belichten die er zijn tussen de Amerikaanse en onze Ok-wereld. De congrescommissie heeft ervoor gekozen om niet alleen operatietechnieken te belichten, maar ook lezingen te programmeren die te maken hebben met bijv. ons arbeidsrecht, de HBO status van onze eigen opleiding, wat doen we in ons eigen team aan patiënt veiligheid zoals de Crew Resource Management en wat voor invloed heeft onregelmatig werken op ons lichaam etc. Ook op de vrijdagochtend heeft u zelf de keuze uit verschillende sessies, nieuw is de Ronde Tafel discussie, wat voorheen het Lagerhuis was. In kleine groepen discussiëren we over actuele onderwerpen. Daarnaast is ook de mogelijkheid om naar de ALV te gaan, niet onbelangrijk om samen met het bestuur mee te denken over de toekomst van de LVO en uw stem te laten horen als er beslissingen genomen moeten worden. En tot slot wil ik bijzondere aandacht vragen voor de beursvloer. Inmiddels hebben de Innovation rooms en de workshops een vaste plek verworven. Gedurende dit congres bieden verschillende firma’s trainingen aan om te oefenen met de nieuwste technieken. Deze sessies kunnen ook gevolgd worden tijdens de lezingen; kortom een dynamisch congres waar je terecht kunt voor de nieuwste technieken en productkennis. Op vrijdag staat een volledige congresdag gepland, die afgesloten wordt door wel twee bijzondere thoraxchirurgen, die al goochelend het congres tot een goed einde zullen brengen. Ik wens u namens het bestuur, de commissies en Congress Company een heel leerzaam en bijzonder prettig congres toe! Monique de Kort, voorzitter congrescommissie Organiserend Comité Monique de Kort, voorzitter Monique van Eert Henk Folkertsma Anke de Haan Jeanette Kleinrouweler Rina Koopman Congressecretariaat
Postbus 2428 5202 CK ’s-Hertogenbosch Tel 073 - 700 35 00 Fax 073 - 700 35 05
[email protected] www.congresscompany.com
Programma
Programmaschema Donderdag 5 maart 2015 09.15 - 11.00 11.00 - 11.30 11.30 - 12.30 12.30 - 14.00 14.00 - 15:30 15.30 - 16.00 16.00 - 17.00 17.00 - 18.00 19.00 - 21.00 21.00 - 01.00
SCHOUWBURGZAAL PLENAIR PROGRAMMA Pauze PLENAIR PROGRAMMA Lunch SCHOUWBURGZAAL PARALLELSESSIE 1 Pauze PARALLELSESSIE 3 Borrel op de expositie Diner Feestavond
BACH 1-4 PARALLELSESSIE 2 PARALLELSESSIE 4
Vrijdag 6 maart 2015 09.15 - 10:45 10.45 -11.15 Pauze 11.15 - 12.15 12.15 - 13.30 Lunch
SCHOUWBURGZAAL PARALLELSESSIE 6
BACH 4 PARALLELSESSIE 5: ALV
SCHOUWBURGZAAL PARALLELSESSIE 8
BACH 1-3 PARALLELSESSIE 7
SCHOUWBURGZAAL 15.00 - 16.00 PLENAIR PROGRAMMA
Verder vinden er gedurende het gehele congres op de beursvloer de volgende Innovation rooms/workshops plaats: B. Braun Covidien Nederland B.V. a Medtronic company Johnson & Johnson
1
Wetenschappelijk programma Donderdag 5 maart 2015 09:15 - 11:00 uur SCHOUWBURGZAAL
PLENAIRE SESSIE Dagvoorzitter: Drs. K. Foets, hoofd zorg, Ikazia Ziekenhuis, Rotterdam
09.15 uur
Opening Monique de Kort, voorzitter congrescommissie, ZorgSaam Ziekenhuis, locatie Terneuzen
09.30 uur
Global Healthcare Transformation: Comparing the Netherlands and the United States P.E. Voight, RN, MSA, BSN, CNOR, Managing Director, Deloitte Consulting, US, US Lead for Perioperative and Interventional Services
10.00 uur
Uitslag niveaubepaling volgens NLQF: HBO status? Dhr. K. Boonstra, College Zorg Opleidingen (CZO) en Nicole Dreessen, bestuur LVO
10.30 uur
Een trauma patiënt, soms is het niet wat het lijkt Prof.dr. R. van Rijn, kinderradioloog, AMC - Emma Kinderziekenhuis, Amsterdam
11.00 - 11.30 uur
KOFFIEPAUZE
11.30 uur
Opkomen voor jezelf in de Zorg M. van den Bergh, NU’91
12.30 - 14.00 uur
LUNCHPAUZE
14:00 - 15:30 uur
PARALLELSESSIES 1 & 2
SCHOUWBURGZAAL
PARALLELSESSIE 1 Voorzitter: Drs. K. Foets, hoofd zorg, Ikazia Ziekenhuis, Rotterdam
14.00 uur
Kan het nóg veiliger? B. Jongbloed, preventieadviseur, Medirisk
14.30 uur
Plastische chirurgie na brandwonden Drs. A.J.M. van Trier, plastisch chirurg, Rode Kruis Ziekenhuis, Beverwijk
15.00 uur
Plastische chirurgie Dr. R.R.W.J. van der Hulst, plastisch chirurg, MUMC+, Maastricht
BACH 1-4
PARALLELSESSIE 2 Voorzitter: M. Ahmidi, voorzitter NVLO
14.00 uur
De Da Vinci robot en urologie Dr. P. Weijerman, Rijnstate Ziekenhuis, Arnhem
14.30 uur
Laparoscopie, robotchirurgie en onderwijs R.D.M. Souren, docent operatieve zorg en techniek, opleiding operatieassistent en anesthesiemedewerker, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen
15.00 uur
Laparoscopische operaties en ergonomie “Pijn is Fijn” M. Slaats, operatieassistent en ergocoach, Máxima Medisch Centrum, Veldhoven
2
15.30 - 16.00 uur
THEEPAUZE
16.00 - 17.00 uur
PARALLELSESSIES 3 & 4
SCHOUWBURGZAAL
PARALLELSESSIE 3 Voorzitter: Drs. K. Foets, hoofd zorg, Ikazia Ziekenhuis, Rotterdam
16.00 uur
Eindscriptie: Leanmanagement J. Weijers en E. de Berk, operatieassistenten
16.30 uur
CRM, Lean en teamsteps K. Aij, Head of Operating Theater, Department of Anesthesiology and Operative Care, VU medisch centrum, Amsterdam
BACH 1-4
PARALLELSESSIE 4 Voorzitter: M. Ahmidi, voorzitter NVLO
16.00 uur
Heupscopie Dr. E. de Visser, Heupchirurgie/Heup Arthroscopie/Kinderorthopedie, Rijnstate Ziekenhuis, Arnhem
16.30 uur
Succes en selectie in de cardiochirurgie ‘niet alles is wat het lijkt’ Dr. G.J. Brandon Bravo Bruinsma, thoraxchirurg, Isala, Zwolle
17.00 - 18.00 uur EXPOSITIE
Borrel
19.00 uur MOZARTFOYER
Diner & feestavond (toegang op basis van aanmelding)
Verder vinden er gedurende het gehele congres Innovation rooms / workshops plaats, o.a. van: B. Braun Medical Covidien Nederland B.V. a Medtronic company Johnson & Johnson
3
Vrijdag 6 maart 2015 08.30 - 09.15 uur
Ontvangst en registratie
09.15 - 10.45 uur
PARALLELSESSIES 5 & 6
BACH 4
PARALLELSESSIE 5
09.15 - 10.45 uur
ALV
SCHOUWBURGZAAL
PARALLELSESSIE 6 Dagvoorzitter: Dr. G.J. Brandon Bravo Bruinsma, thoraxchirurg, Isala, Zwolle
09.15 uur
”Een blijde gebeurtenis met een onverwachte afloop” Dr. C. van Rijswijk, anesthesist, Medisch Centrum Leeuwarden en Dr. M. van Selm, gynaecoloog, Medisch Centrum Leeuwarden
10.15 uur
Gentle sectio: vrouw vriendelijke keizersnede, goed voor de baby Dr. B.B.J. Hermsen, gynaecoloog, Sint Lucas Andreas Ziekenhuis, Amsterdam
10.45 - 11.15 uur
KOFFIEPAUZE
11.15 - 12.15 uur
PARALLELSESSIES 7 & 8
BACH 1 - 3
PARALLELSESSIE 7
11.15 uur
Ronde tafel discussie Onderwerpen die in een kleine groep aan de tafel besproken worden zijn o.a. de ontwikkeling van de opleiding met de bachelor status. Maar wat betekent dat nu voor onze beroepsuitoefening en voldoen we hier allemaal aan en krijgt iedereen de mogelijkheid hieraan te voldoen? Maar er is ook een sterke ontwikkeling en wellicht behoefte aan een ander, lager, niveau van deskundigheid. Momenteel is de LVO hierover in gesprek met CZO/NVZ en NFU. We willen ook van gedachten wisselen over de ontwikkeling van ons beroep. Hoe ziet dat er uit in 2020? Welke kant gaan we op?
SCHOUWBURGZAAL
PARALLELSESSIE 8 Voorzitter: Dr. G.J. Brandon Bravo Bruinsma, thoraxchirurg, Isala, Zwolle
11.15 uur
Aangezichtstrauma Dr. J. de Visscher, MKA-chirurg, Medisch Centrum Leeuwarden
12.15 - 13.30 uur
LUNCHPAUZE
SCHOUWBURGZAAL
PLENAIRE SESSIE Voorzitter: Dr. G.J. Brandon Bravo Bruinsma, thoraxchirurg, Isala, Zwolle
13.30 uur
Onregelmatige diensten en weer fit opstaan? Wat kun je doen? Drs. K.E. Schreuder, arts-somnoloog (expert in slaapgeneeskunde); SleepMedCare; SEIN, centrum voor slaap en waakstoornissen loc. Zwolle
14.00 uur
Arbeidsrecht voor de operatieassistent Mr. N. de Langen-Loeffen, advocaat, Holla Advocaten
14.30 - 15.00 uur
THEEPAUZE
15.00 uur
HIPEC: het is wat het lijkt Dr. R.A. Matthijsen, chirurg, Catharina Ziekenhuis, Eindhoven
15.30 uur
Cardiochirurgie: V.A.T.S. Dr. R. Boon, thoraxchirurg, Isala, Zwolle
16.00 uur
Afsluiting
4
Plattegrond
Begane grond Bach 4 Bach 3 Bach 2 Bach 1
Mozart Foyer
Ingang
Souterrain
Salon Claire
Coco
Verdieping Schouwburg
5
Sponsoren & Exposanten
Hoofdsponsor LVO Congres 2015
Innovation room/workshop B. Braun Medical Sharing Expertise! Ontdek hoe op de OK soms ‘niets is wat het lijkt’ en schrijf u in voor één of meerdere interactieve workshops, die plaatsvinden in onze innovation room op de 1e verdieping vlakbij de LVO stand. Inschrijving geschiedt bij onze inschrijfbalie op de begane grond. Op donderdagochtend tot 11.00 uur kunt u een theeglas personaliseren met behulp van Power Systems. Dit is tevens mogelijk tijdens de borrel op donderdagmiddag tussen 17.00 uur en 18.00 uur. De workshops die plaatsvinden in de innovation room van B. Braun: Donderdag 5 maart 11.30 - 12.30 uur 13.30 - 14.30 uur 14.45 - 15.45 uur 16.00 - 17.00 uur
Voorbereiding OK - Niets is wat het lijkt Smarttray een visuele ondersteuning voor de compleetheidscontrole, omdat niets is wat het lijkt Verlaag complicaties met buiksluiten, het kan! Voorbereiding OK - Niets is wat het lijkt
Vrijdag 6 maart 09.00 - 10.00 uur 10.15 - 11.15 uur 11.30 - 12.30 uur
Voorbereiding OK - Niets is wat het lijkt Verlaag complicaties met buiksluiten, het kan! Smarttray een visuele ondersteuning voor de compleetheidscontrole, omdat niets is wat het lijkt. 13.30 - 14.30 uur Voorbereiding OK - Niets is wat het lijkt 14.45 - 15.45 uur Veiligheid en onderhoud op de OK Inschrijven is mogelijk op de stand en geschiedt op basis van volgorde van binnenkomst. Covidien Nederland B.V. a Medtronic company Zelf aan het roer staan en met Covidien producten opereren? Wij nodigen jullie van harte uit om op één van beide congres dagen de Covidien producten zelf uit te proberen in ons mobiel lab op standnummer 43 en 44. Dit jaar is Covidien aanwezig om met jullie bij te praten over onze nieuwste ontwikkelingen omtrent hernia procedures, het gebruik van mechanisch hechtmateriaal en de effecten van rook op de ok. Uiteraard nemen we ook onze energie en diathermie instrumenten mee naast het conventionele hechtdraad en V-locTM. Wij heten jullie van harte welkom op 5 & 6 maart a.s. Graag tot ziens op stand nummer 43 & 44! Johnson & Johnson Medical Workshop Operatievaardigheden op de Simendo Doel van deze workshop is om operatievaardigheden te leren door te focussen op eenvoudig lijkende oefeningen met simulatieprogramma’s die er heel echt uitzien. Als de Simendo wordt opgestart verschijnt een basisprogramma waarin met eenvoudige oefeningen met de endoscoop oefeningen gedaan kunnen worden. Daarnaast leren OK-verpleegkundigen de camera te besturen op de Simendo. 6
Samenvattingen
STRATAFIX™ Workshop wond sluiten met STRATAFIX™. Leer hands-on wondsluiten met STRATAFIX™ knoopvrije weefsel approximatie systemen. STRATAFIX™ biedt consistentie, stevigheid en efficiëntie: een veilige verankering met iedere steek. Is wondsluiting voor verbetering vatbaar? Voor optimale wondgenezing is sterke en stevige wondsluiting een voorwaarde. Een geslaagd resultaat hangt sterk samen met het realiseren van een consistente spanning in elke weefsel laag Maak elke steek vast met de nieuwe STRATAFIX™ Spiral knoopvrije weefsel approximatiesystemen Ethicon introduceert STRATAFIX™ Spiral-systemen – een assortiment van producten met een unieke verankeringstechnologie die een combinatie oplevert van een consistentere beheersing, stevigheid en meer efficiëntie bij het hechten.
7
Sponsoren & Exposanten 3M Nederland Angiokard Applied Medical Europe B. Braun Medical Baxter Berendsen Textiel Service Biomet Nederland Covidien Nederland B.V. a Medtronic company Erbe Nederland Halyard Heraeus Medical Hologic Benelux Interchange Johnson & Johnson JOYinCARE Kebomed Lohmann & Rauscher Maquet Nederland Mediborgh Medica Europe Mediq Medeco Medline International Netherlands Mölnlycke Health Care Nu’91 RP Medical Stryker Surgical Technologies Taureon Teleflex Medical TMI Interim Van Straten Medical Micronclean, Cleanroom service van Berendsen Micronclean continueert vanaf heden de OK-diensten van Rentex Floron. Micronclean heeft een speciale cleanroomwasserij voor kleding, schoeisel, brillen en reinigingsmateriaal voor onder meer de OK. De artikelen voldoen aan de strengste normen en richtlijnen op het gebied van cleanrooms en OK’s. Kortom, de juiste partner voor zowel Rentex Floron als voor u! Congressecretariaat
Postbus 2428 5202 CK ’s-Hertogenbosch Tel 073 - 700 35 00 Fax 073 - 700 35 05 www.congresscompany.com
[email protected] 8
Algemene informatie
Locatie De ReeHorst Bennekomseweg 24 6717 LM Ede Tel: 0318-750300 De parkeerkosten bedragen € 7 per dag. Accreditatie Het 29e LVO Congres is geaccrediteerd door de Accreditatieraad van de Landelijke Vereniging van Operatieassistenten. Hotelaccommodatie Indien u een kamer heeft gereserveerd in De ReeHorst kunt vanaf de lunchpauze op donderdag uw sleutel bij de receptie ophalen. Indien u een kamer heeft gereserveerd in het Van der Valk Hotel, kunt u na afloop van de congresdag inchecken. Feestavond Donderdag 5 maart wordt aansluitend aan het programma een borrel op de expositie geserveerd, voorafgaand aan het diner en het feest. De eigen bijdrage voor het diner en het feest bedraagt € 55,00 per persoon. Alle drank gedurende het diner en feest is inclusief. Indien u voor het feest hebt gereserveerd, staat er een aanduiding op uw naambadge. Indien u nog niet gereserveerd heeft, kunt u bij de registratiebalie informeren of hier nog plaatsen voor beschikbaar zijn. Het diner wordt verzorgd in de Mozartfoyer vanaf 19.00 uur. Aansluitend vindt ook het feest hier plaats. Toegang is slechts mogelijk op vertoon van uw naambadge. De avond wordt feestelijk opgeluisterd door de Infinity-band, die er een geweldig feest van zal maken. Het feest zal om 01.00 uur eindigen. Busvervoer Reehorst - Van der Valk Hotel Op donderdag 5 maart en vrijdag 6 maart is er een bus beschikbaar die op een aantal vaste tijdstippen tussen De ReeHorst en het Van der Valk Hotel rijdt. Aan het busvervoer zijn geen extra kosten verbonden. Hieronder vindt u het tijdsschema. Donderdag 5 maart: 17.30 uur ReeHorst naar Van der Valk Hotel 18.30 uur Van der Valk Hotel naar ReeHorst 22.30 uur ReeHorst naar Van der Valk Hotel 00.00 uur ReeHorst naar Van der Valk Hotel 01.00 uur ReeHorst naar Van der Valk Hotel Vrijdag 6 maart: 08.30 uur Van der Valk Hotel naar ReeHorst Registratiebalie De registratiebalie treft u aan in de Beethovenfoyer van De ReeHorst. Gedurende het gehele congres is de registratiebalie bemand. Voor vragen en mededelingen kunt u hier terecht. U wordt vriendelijk verzocht uw naambadge te dragen, dit is uw toegangsbewijs voor de zalen en de expositie.
9
Expositie Gedurende het congres vindt er een expositie van de ondersteunende industrie plaats in de Beethovenfoyer, Coco & Salon Claire. Koffie, thee en lunch alsmede de borrel op donderdag 5 maart vinden hier plaats. WIFI Gratis wifi is beschikbaar, hiertoe is geen code nodig. Scannen en Accreditatie Eind 2012 zijn Nederlandse ziekenhuizen verplicht om over een geaccrediteerd en gecertificeerd veiligheidsmanagementsysteem (VMS) te beschikken. Goed geschoold personeel is hierbij een wezenlijk onderdeel. Ziekenhuizen dienen medewerkers te faciliteren op het gebied van opleidingen en trainingen die nodig zijn om hun individuele aandeel in de (zorg)processen op het vereiste professionele niveau te brengen en te houden. Ook moeten ziekenhuizen medewerkers gestructureerd en systematisch op het gebied van veiligheid scholen en bijscholen en dit nadrukkelijk opnemen in opleidingsplannen en dit systematische bewaken en borgen. Kwaliteitsregistratie is de manier om aan patiënten, andere zorgverleners, werkgevers en zorgverzekeraars de garantie te geven dat ze te maken hebben met een operatieassistent die voldoet aan de vastgestelde beroepseisen, beschreven in het beroepsprofiel van de operatieassistent. Als LVO willen we nu ook de verantwoordelijkheid nemen voor het kwaliteitsregister van operatieassistenten. Wij hebben de registratie van operatieassistenten en de accreditatie van scholingen in eigen beheer genomen. Voor dit congres betekent dit dat er bij alle zalen een scanner staat opgesteld waar men zich in en uit kan loggen. Het systeem kan zo precies zien wie welke lezingen volgt en geeft daar automatisch accreditatiepunten aan. In het kort komt het hier op neer: 1. U gaat naar de registratiebalie waar u de registratiepas en andere congresbenodigdheden krijgt. 2. U gaat naar de desbetreffende zaal en logt daar in, het systeem registreert de tijd 3. Bij het verlaten van de zaal moet de registratiepas weer uitgelogd worden 4. Niet uitloggen betekent geen accreditatie punten 5. Aan het einde van het congres moet de registratiepas weer ingeleverd worden bij de registratiebalie 6. Het certificaat van deelname wordt achteraf digitaal toegestuurd. U ontvangt ter plekke dan ook geen bewijs van deelname. Het congres wordt dit jaar dus niet standaard geaccrediteerd. Iedere sessie die u volgt wordt apart geaccrediteerd en aan het eind van het congres ontvangt u het totaal aantal punten van de gevolgde lezingen en/of workshops.
10
Samenvattingen
Global Healthcare Transformation: Comparing the Netherlands and the United States P.E. Voight, RN, MSA, BSN, CNOR, Managing Director, Deloitte Consulting, US, US Lead for Perioperative and Interventional Services Uitslag niveaubepaling volgens NLQF: HBO status? Dhr. K. Boonstra, College Zorg Opleidingen (CZO) en Nicole Dreessen, bestuur LVO Een trauma patiënt, soms is het niet wat het lijkt Prof. dr. R. van Rijn, kinderradioloog, AMC - Emma Kinderziekenhuis, Amsterdam Opkomen voor jezelf in de Zorg M. van den Bergh, NU’91 Kan het nóg veiliger? B. Jongbloed, preventieadviseur, Medirisk De Da Vinci robot en urologie Dr. P. Weijerman, Rijnstate Ziekenhuis, Arnhem Laparoscopie, robotchirurgie en onderwijs R.D.M. Souren, docent operatieve zorg en techniek, opleiding operatieassistent en anesthesiemedewerker, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen
Heupscopie Dr. E. de Visser, Heupchirurgie/Heup Arthroscopie/Kinderorthopedie, Rijnstate Ziekenhuis, Arnhem Succes en selectie in de cardiochirurgie ‘niet alles is wat het lijkt’ Dr. G.J. Brandon Bravo Bruinsma, cardiothoracaal chirurg, Isala, Zwolle “Een blijde gebeurtenis met een onverwachte afloop” Dr. C. van Rijswijk, anesthesist, Medisch Centrum Leeuwarden Een blijde gebeurtenis met een onverwachte afloop. Over ernstige obstetrische bloedingen Dr. M. van Selm, gynaecoloog, Medisch Centrum Leeuwarden Gentle sectio: vrouw vriendelijke keizersnede, goed voor de baby Dr. B.B.J. Hermsen, gynaecoloog, Sint Lucas Andreas Ziekenhuis, Amsterdam Aangezichtstrauma Dr. J. de Visscher, MKA-chirurg, Medisch Centrum Leeuwarden
Laparoscopische operaties en ergonomie “Pijn is Fijn” M. Slaats, Operatieassistent en ergocoach, Máxima Medisch Centrum, Veldhoven
Onregelmatige diensten en weer fit opstaan? Wat kun je doen? Drs. K.E. Schreuder, arts-somnoloog (expert in slaapgeneeskunde); SleepMedCare; SEIN, centrum voor slaap en waakstoornissen loc. Zwolle
Plastische chirurgie na brandwonden Drs. A.J.M. van Trier, plastisch chirurg, Rode Kruis Ziekenhuis, Beverwijk
Arbeidsrecht voor de operatieassistent Mr. N. de Langen-Loeffen, advocaat, Holla Advocaten
Plastische chirurgie Dr. R. R.W.J. van der Hulst, plastisch chirurg, MUMC+, Maastricht
HIPEC: het is wat het lijkt Dr. R.A. Matthijsen, chirurg, Catharina Ziekenhuis, Eindhoven
Eindscriptie: Leanmanagement J. Weijers en E. de Berk, operatieassistenten CRM, Lean en teamsteps K. Aij, Head of Operating Theater, Department of Anesthesiology and Operative Care, VU medisch centrum, Amsterdam
11
Cardiochirurgie: V.A.T.S Dr. R. Boon, thoraxchirurg, Isala, Zwolle
Global Healthcare Transformation: Comparing the Netherlands and the United States P.E. Voight, RN, MSA, BSN, CNOR, Managing Director, Deloitte Consulting, US, US Lead for Perioperative and Interventional Services Global Healthcare Transformation: Comparing the Netherlands and the United States Although contexts differ, all countries around the world are struggling with balancing affordability, quality, and access in the health sector. The healthcare systems in America, Canada, and throughout Europe and the world are in trouble. In the United States there is a crisis that will fundamentally cripple the ability to provide care to those who need it most – the elderly, the uninsured and the underinsured. This crisis is a direct result of rising healthcare costs that simply are not sustainable – not for businesses, not for government and certainly not for families. America must learn from other countries throughout Europe which have some of the best healthcare systems in the world. However, the US is not alone in this crisis since most countries across the world are struggling to deliver quality, efficient healthcare that is affordable. The delivery of surgical and perioperative services is one area being the most closely scrutinized in our healthcare systems since these programs are the largest drivers of cost and inefficiency in our healthcare systems.
12
Uitslag niveaubepaling volgens NLQF: HBO status? Dhr. K. Boonstra, College Zorg Opleidingen (CZO) en Nicole Dreessen, bestuur LVO
13
Een trauma patiënt, soms is het niet wat het lijkt Prof.dr. R. van Rijn, kinderradioloog, AMC - Emma Kinderziekenhuis, Amsterdam Niet zelden presenteren kinderen zich met een trauma, waarbij ook een operatie nodig is, op de spoedeisende hulp. Bij kinderen dient men zich dan de vraag te stellen of het trauma wat door de arts wordt waargenomen wel overeenkomt met het letsel zoals dit beschreven is door de ouders/verzorgers. In deze voordracht wordt aan de hand van enkele voorbeelden besproken hoe er vanuit een forensisch medisch perspectief naar deze kinderen moet worden gekeken.
14
Opkomen voor jezelf in de Zorg M. van den Bergh, NU’91 Niets is wat het lijkt, dat weten we bij de vakbond en beroepsorganisatie NU’91 als geen ander. Dagelijks zijn de medewerkers van NU’91 druk in de weer om te zorgen voor goede werkomstandigheden in de zorg. De operatiekamer is voor NU’91 een wat meer gesloten en besloten afdeling, waar we weinig van horen. Gaat het dan juist allemaal goed daar achter die deuren of soms ook wel eens niet? En wat voor mensen werken daar, en op wat voor manier zouden wij als vakbond wat voor deze mensen kunnen betekenen? En zitten ze wel op ons te wachten? Dit waren allemaal vragen die bij de NU Denktank naar boven kwamen. Daarom ging NU’91 medewerker Martijn van den Bergh voor het eerst in z’n leven de OK in. Martijn dompelde zich onder in deze wondere wereld, en kwam tot een paar pittige conclusies. In een interactieve presentatie zal Martijn laten zien hoe je kan opkomen voor jezelf op de OK. En als klap op de vuurpijl zal Martijn de verwezenlijking van het LVO thema Niets is wat het lijkt ten tonele brengen.
15
Kan het nóg veiliger? B. Jongbloed, preventieadviseur, Medirisk Dankzij de inzet van zorgverleners op de operatieafdeling bij het doorvoeren van de OKvangnetten, de Time-outprocedure en andere veiligheidsprocedures, is het aantal claims per incidentjaar sinds 2008 gedaald. In de periode 2004-2008 kwamen er bijvoorbeeld gemiddeld 29 claims per jaar binnen als gevolg van verwisseling. In de periode 2009-2013 waren dit er gemiddeld 21 per jaar. De daling van patiëntschade wordt ook onderschreven door onderzoek zoals het in 2013 verschenen rapport van het Nivel/EMGO Monitor Zorggerelateerde Schade 2011/2012 en het Toezicht Operatief Proces (TOP) van de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Toch blijft de operatieafdeling de meest risicovolle afdeling van het ziekenhuis. In de periode 2008-2012 dienden 1.502 patiënten een claim in naar aanleiding van een OK-gerelateerd incident. Voor iedere claim wordt een bedrag gereserveerd. Voor alle claims gerelateerd aan de operatieafdeling was dit voor de periode 2008-2012 een totaalbedrag van 18 miljoen euro. Dit bedrag bestaat uit het bedrag wat al voor een claim is betaald, vermeerderd met de kosten voor te verwachten verdere betalingen. Denk hierbij aan uitbetalingen aan de patiënt, het opvragen van informatie, het inwinnen van medisch advies, het inschakelen van externe medisch deskundigen, maar ook het verlenen van juridische bijstand in externe procedures. In tien jaar tijd zijn de kosten per claim verdriedubbeld (zie figuur 3). Dit is voldoende reden om samen actief te blijven focussen op het voorkómen van OK-gerelateerde claims. Daarom heeft MediRisk in 2013-2014 de operatieafdelingen van de 52 aangesloten ziekenhuizen opnieuw bezocht met een vernieuwd tweedaags auditprogramma. Het programma richtte zich op de beheersing en toepassing van de Time-out procedure en de maatregelen ter voorkoming van postoperatieve wondinfecties. In de presentatie laten wij graag de resultaten van deze audit zien. Wij menen dat het waardevolle handvatten en inspiratie biedt om de medische risico’s op de operatiekamers verder te helpen terugdringen.
16
De Da Vinci robot en urologie Dr. P. Weijerman, Rijnstate Ziekenhuis, Arnhem Of is de titel Urologie en de Da Vinci Robot beter ? Want het succes van het huidige robot systeem is voor een groot deel te danken aan de toepassingen binnen de urologie. Operaties in het kleine bekken, de radicale prostatectomie (RARP), maar ook de cystectomie (RARC), inclusief urinedeviatie volgens bricker of reconstructie van een darmblaas. Tevens operaties van de nier- en bijnier, zoals de partiële tumornefrectomie, waarbij accuratesse van de tumorexcisie en een zo kort mogelijke ischaemie tijd van groot belang is. Waarom is de da Vinci techniek zo succesvol binnen de urologie? Er is sprake van relatief complexe en langdurige ingrepen waardoor in het begin van de leercurve het potentiële tijdsverlies door het “drapen” en “docken” acceptabel is. Later is deze handeling meer routine en steeds minder van belang. Kortere ingrepen komen dan in beeld, zelfs de enuclatie van de prostaat (RALEP) voor de behandeling van goedaardige prostaatvergroting. In het algemeen heeft de controle op het bloedverlies geleid tot kortere opnameduur en herstelperiode. Ontwikkeling van de techniek: Aanvankelijk werd de da Vinci techniek ontwikkeld voor de behandeling van soldaten in oorlogsgebied, een op afstand bestuurbaar mobiel eenarmig systeem. Eerst met 3 en later 4 armen doorontwikkeld om vervolgens endoscopische operaties met 3D zicht te faciliteren, gebruikmakend van geavanceerde instrumenten met multipele vrijheidsgraden. Voor- en nadelen: In vergelijking met de conventionele laparoscopie zijn de bewegingen minder star en onnatuurlijk. De houding van de operateur achter de console is ergonomisch gunstiger. Een potentieel nadeel is het ontbreken van tactiele feedback. De noodzaak voor extreme trendelburg bij radicale prostatectomie en cystectomie blijft een aandachtspunt. Controle van de positie van patiënt is een belangrijk onderdeel van de preoperatieve routine, waarbij eventuele drukpunten worden onderkend en opgelost ter voorkoming van plexusletsel, neuropraxie of decubitusplekken. Aspecten van de techniek en training: De operateur en de operatieassistent zullen zich moeten bekwamen in de werking van het systeem en de instrumenten. De operateur moet als het ware één worden met het systeem, zodat bewegingen vloeiend verlopen en de veiligheid optimaal is. Alvorens te beginnen met dit type operaties is een ruime ervaring van conventionele laparoscopie aan te bevelen, maar niet perse noodzakelijk. De stap van open chirurgie naar robotchirurgie is, in vergelijking met de stap naar laparoscopie, relatief makkelijk door het intuïtieve karakter van het systeem. Basiskennis van de laparoscopische technieken is wel een voorwaarde. In het kader van opleiding kan modulaire training worden toegepast. In de opstartfase zal training met het hele operatie team, in een van de trainingcentra of samen een proctor, op de voorgrond staan. Patiënt veiligheid moet hierbij centraal staan, goed gemonitord en gewaarborgd. Rol van de operatieassistent: De operatieassistent is de spil tijdens de operatie, centraal voor de voortgang en de communicatie. Verder leidend bij de ontwikkeling en het onderhoud lokale protocollen. Onderdeel van bij voorkeur een dedicated team. Hiermee is de rol van de operatieassistent die bij de patiënt aan tafel staat veel belangrijker geworden.
17
Toekomst: De technieken voor identificatie van anatomische structuren komen steeds meer beschikbaar met specifieke aankleuring van bijvoorbeeld bloedvaten (“firefly”) of lymfeklieren. Het peroperatief gebruikmaken van geïntegreerde beeldvorming zal steeds belangijker worden. Verder zijn single port technieken in de belangstelling, om het operatietrauma nog verder te beperken. Tactiele feedback kan een toekomstige verbetering zijn. Op langere termijn is het voorstelbaar dat gestandaardiseerde procedures daadwerkelijk gerobotiseerd plaatsvinden.
18
Laparoscopie, robotchirurgie en onderwijs R.D.M. Souren, docent operatieve zorg en techniek, opleiding operatieassistent en anesthesiemedewerker, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Aan het einde van de opleiding tot operatieassistent van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN), willen we graag die zorgprofessionals afleveren waar het praktijkveld om vraagt. Daarom blijven we ons onderwijs voortdurend aanpassen aan nieuwe ontwikkelingen, zoals het convenant over de veilige toepassing van medische technologie. De IGZ beschrijft duidelijk dat de toenemende complexiteit van medische hulpmiddelen vraagt om een nieuw type zorgprofessional en dat is dan ook terug te lezen in het nieuwe beroepsprofiel van de operatieassistent (LVO, 2012). Daarnaast geeft de IGZ aan dat het wenselijk is dat zorgprofessionals nieuwe vaardigheden eerst in een gesimuleerde omgeving oefenen, voordat de patiënt aan de beurt is. Bij deze een overzicht van het onderwijs op de HAN, dat betrekking heeft op de laparoscopie en de robotchirurgie inclusief de actuele aanpassingen. Theorieonderwijs • Het vak medische techniek is opnieuw onder de loep genomen en naar aanleiding van de laatste ontwikkelingen uitgebreid en aangepast in een “doorlopende leerlijn apparatuur”. Patiëntveiligheid loopt als rode draad door deze leerlijn heen. • Binnen het vak operatieve zorg en technieken (OZT), wordt in het begin van het tweede leerjaar al geruime tijd de laparoscopische cholecystectomie gebruikt om de basis van de laparoscopische ingrepen uit te leggen. De literatuurlijst is uitgebreid om meer diepgang te krijgen en actuele ontwikkelingen als Sills en Notes worden tijdens de les besproken. Ook binnen andere specialismen in het tweede en derde leerjaar wordt aandacht besteed aan de laparoscopie. Bij urologie is recent gekozen om de RALP (robotgeassisteerde laparoscopische radicale prostatectomie) op te nemen in het onderwijs, i.p.v. de open radicale prostatectomie. • Het vaardigheidsonderwijs is vooral het laatste jaar aangepast: o Dit schooljaar zijn we voor het eerst gestart met simulatie onderwijs t.b.v. de laparoscopie op een virtual reality trainer. In het tweede leerjaar moeten de studenten hun certificaat van de cameratraining behalen. En in het derde leerjaar het certificaat van het basisprogramma laparoscopie waarbij assisterende vaardigheden op de voorgrond staan. o In het tweede leerjaar volgen de studenten al jarenlang een workshop laparoscopie die wordt verzorgd door een firma. Er wordt dan ingegaan op technische aspecten van de laparoscopische apparatuur en het instrumentarium. o In het derde leerjaar is de workshop robotchirurgie terug van weggeweest én uitgebreid. Gefaciliteerd door een van de aangesloten ziekenhuizen begint deze workshop met een gastcollege van een roboturoloog. Daarna mogen de studenten onder begeleiding aan de slag met de operatierobot en wordt onder andere het ‘drapen’ en ‘docken’ geoefend. Praktijkonderwijs In de praktijk moeten volgens het praktijkopleidingsboek verplicht een aantal leerdoelen m.b.t. laparoscopische apparatuur worden afgetekend. Daarnaast is de praktijk vrij om per specialisme verschillende apparatuur aan te wijzen die de student ook moet beheersen. De operatierobot kan daar deel van uit maken. Drie ziekenhuizen uit de regio werken drie tot vijf dagen per week op één operatiekamer met een operatierobot. Wij streven ernaar het onderwijs dusdanig in te richten zodat op school alles zoveel mogelijk lijkt zoals het in werkelijkheid is, zodat studenten optimaal zijn voorbereid op de praktijk. En mocht een pasgediplomeerde iets tegenkomen wat niet is wat het lijkt dan moet hij in staat zijn zich aan te passen en zich te blijven ontwikkelen, misschien wel de belangrijkste competentie van ‘de nieuwe zorgprofessional’. 19
Laparoscopische operaties en ergonomie “Pijn is Fijn” M. Slaats, operatieassistent en ergocoach, Máxima Medisch Centrum, Veldhoven Het doel is om jullie bewust te maken van de fysieke belasting, die veroorzaakt wordt door laparoscopische werkzaamheden en een handreiking te geven hoe deze te voorkomen. Ik geloof in het feit dat voorkomen nog altijd beter is dan genezen.
20
Plastische chirurgie na brandwonden Drs. A.J.M. van Trier, plastisch chirurg, Rode Kruis Ziekenhuis, Beverwijk
21
Plastische chirurgie Dr. R. van der Hulst, plastisch chirurg, MUMC+, Maastricht
22
Eindscriptie: Leanmanagement J. Weijers en E. de Berk, operatieassistenten Er gaat veel kostbare tijd verloren tussen twee operaties. Dit leidt tot irritaties op de werkvloer, maar zorgt er ook voor dat de capaciteit van het OKC niet optimaal benut wordt. Dit is een reden geweest om de knelpunten in de processen op het OKC in kaart te brengen. Een van de punten die ingebracht zijn is de trage start- en wisseltijden op het OKC in Arnhem. Het management van het OKC Rijnstate in Arnhem heeft hierop het leanmanagementproject gestart. Het is voor het management van belang om te weten of het leanmanagementproject zijn doelen behaalt. In onze scriptie hebben wij getracht antwoord te geven op de volgende vraagstelling: Wat zijn de ervaringen van de doelgroepen met betrekking tot het leanmanagementproject op het OKC Rijnstate Arnhem, geïmplementeerd op 1 oktober 2013? Uit ons enquêteonderzoek is geconcludeerd dat het leanmanagementproject als een betrouwbaar hulpmiddel wordt ervaren ten behoeve van de effectiviteit, maar dat verbeteringen op de werkvloer nog niet in de breedte merkbaar zijn. Daarnaast wensen de medewerkers meer betrokken te worden bij het leanmanagementproject. Leanmanagement is voor de gezondheidszorg een interessant, nog onderbelichte term, dat de effectiviteit van werkprocessen significant verbetert, mits een grondige aanpak met duidelijke instructies en betrokkenheid van de medewerkers. Naar aanleiding van deze conclusie zijn er diverse aanbevelingen gedaan voor het OKC Rijnstate in Arnhem. Een belangrijk punt dat in deze aanbevelingen naar voren kwam is dat het leanmanagementproject nog weinig werknemers heeft bereikt. Werknemers moeten meer betrokken worden bij het leanmanagementproject. Wanneer de basisprincipes inzichtelijk zijn bij de werknemers, voelen zij zich meer betrokken en denken zij actief mee met de processen van het leanmanagementproject. Hierdoor wordt het leandenken meer onderdeel van de dagelijkse werkzaamheden.
23
CRM, Lean en teamsteps K. Aij, Head of Operating Theater, Department of Anesthesiology and Operative Care, VU medisch centrum, Amsterdam Handvatten voor Lean leiderschap Succesvolle zorgorganisaties weten voortdurend te vernieuwen, te verbeteren, te innoveren. Zeker in lastige tijden. Anders ondergaat hen hetzelfde lot als de Dodo, een vogel die dacht dat leren vliegen overbodig was. Dicht groeide tot een kilo of 15 en daarmee een gemakkelijke prooi werd voor mens en dier. De Dodo stierf uit. Zorg dat je organisatie geen Dodo-organisatie wordt. Deze workshop is bestemd voor zorgprofessionals die het verschil willen maken. Die hun tijd, energie en ideeën in procesverbeteringen willen steken. Die persoonlijk willen bijdragen aan het succes van hun organisatie en willen investeren in hun persoonlijke ontwikkeling.
24
Heupscopie Dr. E. de Visser, Heupchirurgie/Heup Arthroscopie/Kinderorthopedie, Rijnstate Ziekenhuis, Arnhem
25
Succes en selectie in de cardiochirurgie ‘niet alles is wat het lijkt’ Dr. G.J. Brandon Bravo Bruinsma, cardiothoracaal chirurg, Isala, Zwolle Om de resultaten van cardiochirurgische operaties te toetsen en te kunnen vergelijken werd een risico’s gestratificeerd systeem ontwikkeld, de EuroSCORE (I) en ingevoerd in 1999. Hiermee werd het voor vrijwel iedere hartoperatie mogelijk om pre-operatief een inschatting te maken van de kans op sterfte ten gevolge van de operatie. De beroepsvereniging van hartchirurgen, de Nederlandse Vereniging voor Thoraxchirurgie, heeft deelname aan deze registratie voortvarend ingevoerd in 2007 en ondergebracht bij de BHN, de Begeleidingscommisie Hartinterventies Nederland. Thans is van elk van de 16 hartchirurgische centra de over-all verwachte sterfte en de gerealiseerde sterfte bekend en openbaar. Tevens is de gemiddelde verwachte sterfte en de gerealiseerde sterfte vastgesteld, zowel voor de over-all sterfte als voor de drie grootste groepen van verrichtingen van alle centra tezamen. Daarmee werd de bench-mark gerealiseerd en is het nu mogelijk om per centrum de groepen van verrichtingen te vergelijken met de norm. Die groepen zijn: 1. CABG (bypass-operaties), 2. AVR (aortaklepvervanging), 3. AVR+CAG (gecombineerde groep), 4. Overige hartchirurgie, 5. Over-all sterfte Langzamerhand echter blijkt dat de EuroSCORE (I) onvoldoende representatie geeft van de te verwachten werkelijke sterfte. Derhalve werd een aangepaste versie gerealiseerd; de EuroSCORE II. Deze werd in 2014 ingevoerd. Tijdens deze voordracht zal worden benadrukt dat de inzichtelijke kwaliteit van cardiochirurgische outcome uniek is. Er zal worden ingegaan op de opbouw en de verschillen van de scoringssystemen, maar ook op de beperkingen. Met name zal het accent liggen op de steeds oudere wordende patiënt en de toegenomen mogelijkheden voor minimaal invasieve hart-long chirurgie. Aan de orde zal komen dat er risico’s bestaan die zich niet goed laten vatten in een scoringssyteem maar wel de outcome mede bepalen.
Dr. George J. Brandon Bravo Bruinsma is voorzitter van de vakgroep cardiothoracale chirurgie in ISALA, het grootste top-klinische ziekenhuis in Nederland. Hij was betrokken bij de oprichting van de DATA-cie voor de hartchirurgie in Nederland. Daarbuiten is hij schrijver van de boeken ‘Op zoek’ (2011), ‘In de tempel van mijn horloge’ (2013) en ‘De herschikking van de geboortecodering’ (2015).
26
“Een blijde gebeurtenis met een onverwachte afloop” Dr. C. van Rijswijk, anesthesist, Medisch Centrum Leeuwarden en Dr. M. van Selm, gynaecoloog, Medisch Centrum Leeuwarden Samenvatting Dr. C. van Rijswijk Casuistiek over een traumatisch verlopen partus op basis van een fluxus als gevolg van een uterus atonie. Opvang en interventie vanuit anesthesiologisch gezichtspunt. Samenvatting Dr. M. van Selm Een blijde gebeurtenis met een onverwachte afloop. Over ernstige obstetrische bloedingen In Nederland, maar ook in de rest van de wereld stijgt het aantal bevallingen dat wordt gecompliceerd door een grote hoeveelheid bloedverlies. Het betreft zowel vrouwen die in het ziekenhuis bevallen, vaginaal of per keizersnede, als vrouwen die thuis onder begeleiding van de verloskundige een kind krijgen. Risicofactoren zijn een eerdere fluxus post partum, een traag verlopende bevalling, een groot kind, een tweeling, een eerdere keizersnede, een bekende stollingsstoornis of een stollingsprobleem door een ernstige zwangerschapsvergiftiging. Waarom het aantal gevallen van hemorrhagia post partum stijgt is niet bekend. In Nederland is het een zeldzaamheid dat een vrouw overlijdt bij de bevalling, zo’n 6 tot 8 keer per jaar en daarvan 1 tot 2 keer ten gevolge van veel bloedverlies. Toch komen hevige bloedingen, met 3, 4, 5 liter bloedverlies of meer, met enige regelmaat voor. De meest voorkomende oorzaak van een bloeding bij de bevalling is atonie, het onvoldoende samentrekken van de baarmoeder nadat de placenta is geboren. Alle bloedvaten staan wijd open en in zeer korte tijd kan er één of twee liter bloedverlies zijn. Andere oorzaken van ernstige bloedingen zijn een vastzittende placenta of placentarest, complicaties bij een sectio, een uterusruptuur, een preeclampsie. Soms is van te voren bekend dat er een verhoogd risico is op een bloeding, bij voorbeeld bij een placenta praevia, of een heel laag doorlopende placenta over de voorwand van de baarmoeder, of bij een zwangere die eerder een ernstige bloeding heeft gehad, maar vaak ook komt zo’n bloeding volkomen onverwacht en moet er in korte tijd adequaat gehandeld worden. Bij bekende risicofactoren voor de bevallig of de keizersnede, zijn preventieve maatregelen mogelijk, zoals een tweede infuus, of vooraf gekruiste zakken bloed, algehele narcose in plaats van spinale anesthesie of een tweede gynaecoloog standby. Verschillende behandelopties worden besproken: medicamenteuze therapie, de Bakri ballon, de embolisatie, eventueel een preventieve embolisatie, de B-Lynch suture, een uterusextirpatie, het afklemmen grote vaten of van de aorta. Als een kraamvrouw in korte tijd zeer veel bloed verliest, zijn algemene maatregelen nodig om een shock te voorkomen en is het van het grootste belang dat in korte tijd voldoende bloed- en stollingsproducten kunnen worden gegeven. In diverse ziekenhuizen is daarvoor een Protocol Massaal Bloedverlies ontwikkeld. Als dat in gang gezet wordt, weten de medewerkers van het laboratorium, dat het leveren van bloed voor die patiënt, op dat moment de allerhoogste prioriteit heeft. Ook is essentieel dat alle betrokken medewerkers op de verloskamers of op de OK weten wat ze moeten doen, waar spullen staan (zoals een rontgendoorlaatbaar tussenstuk voor een OK tafel, of een cell-saver) en dat de communicatie tussen gynaecoloog, anesthesioloog en de verschillende medewerkers goed en helder is.
27
Afspraken over bewaking op de verkoever, over het moment van overplaatsing naar de verloskunde afdeling en of dat dan wel of niet via de couveuze-afdeling is, en overeenstemming over welke kraamvrouwen de eerste uren op de intensive care bewaakt worden, zijn belangrijk om latere bloedingen tijdig te onderkennen en behandelen. Obstetrische bloedingen zijn nooit helemaal te voorkomen en zullen blijven voorkomen. Als er een ernstige bloeding geweest is, is een gestructureerde nabespreking belangrijk. Bijna altijd zijn er leerpunten te benoemen en zaken waar een volgende keer extra op gelet kan worden.
28
Gentle sectio: vrouw vriendelijke keizersnede, goed voor de baby Dr. B.B.J. Hermsen, gynaecoloog, Sint Lucas Andreas Ziekenhuis, Amsterdam Sinds maart 2013 wordt in het Sint Lucas Andreas Ziekenhuis als een van de eerste ziekenhuizen in Nederland de gentle sectio caesarea (GSC) uitgevoerd; een ‘vriendelijke’ variant van de sectio caesarea die in 2002 is ontwikkeld door professor Fisk in het Queen Charlotte’s Hospital in London. Inmiddels is de gentle sectio in vele ziekenhuizen in Nederland ingevoerd. Bij de GSC worden moeder en kind, anders dan bij de conventionele sectio, na de partus niet gescheiden. Hoewel de procedure per ziekenhuis deels kan verschillen, ligt de nadruk steeds op direct huid-op-huid contact van moeder en kind. Aan huid-op-huid contact vlak na de geboorte worden diverse voordelen toegeschreven zoals betere binding tussen moeder en kind, eerder en vaker starten en op gang komen van de borstvoeding, verminderen van neonatale stress na de geboorte, bevorderen van de neonatale thermoregulatie, instandhouding van normale neonatale bloedglucosewaarden, en mogelijk vermindering van maternale pijn. Een ander voordeel van de GSC is dat er meer betrokkenheid is van ouders bij de partus dan bij de conventionele primaire sectio en dat ouders de geboorte van hun kind positiever ervaren.
29
Aangezichtstrauma Dr. J. de Visscher, MKA-chirurg, Medisch Centrum Leeuwarden, Leeuwarden Traumatische beschadiging van het aangezicht wordt vooral veroorzaakt door verkeersongevallen, geweldsdelicten en sport- en spelongevallen. Bij een trauma van het aangezicht kunnen letsels ontstaan van de weke delen, beschadiging en/of verlies van de tanden en fracturen van het aangezichtsskelet. Na een ongeval waarbij alleen een letsel van de tanden en eventueel van de processus alveolaris is ontstaan, een ¬zogenoemd dentoalveolair trauma, hoeft een patiënt niet altijd naar de ¬MKA-chirurg te worden verwezen. Veel van deze letsels kunnen ook door de tandarts worden behandeld. Alleen wanneer er tevens uitgebreide gelaats- en/of intraorale verwondingen zijn of wanneer het vermoeden bestaat van een fractuur van het aangezichtsskelet of van bijvoorbeeld neurologisch lijden, is directe verwijzing naar de MKA-chirurg of een spoedeisende hulppost van een ziekenhuis geïndiceerd. Dit geldt ook wanneer er verdenking bestaat op aspiratie van een gebitsprothese, een geheel gebitselement of een deel ervan. Daarbij dient de patiënt horizontaal te worden vervoerd om verdere verplaatsing van het geaspireerde corpus alienum zo veel mogelijk te voorkomen. De afgelopen 50 jaar heeft zich een grote ontwikkeling voltrokken met betrekking tot de behandelmogelijkheden van aangezichtstraumata. Vroeger werden fracturen niet behandeld of werd gebruikgemaakt van gelaatsgipskappen en metaaldraden om de breukdelen zo goed mogelijk ten opzichte van elkaar te fixeren en voor intermaxillaire fixatie gedurende 6 weken. Herstel van de occlusie (goed op elkaar passen van de gebitselementen van onder- en bovenkaak) is hierbij een belangrijk streven. Dat is tegenwoordig nog zo waarbij ook getracht wordt een zo vroeg en zo compleet mogelijk functieherstel te verkrijgen. Hierbij wordt gebruikgemaakt van stabiele fixatiemethoden met behulp van osteosyntheseplaten en -schroeven, variërend van microplaten tot reconstructieplaten waardoor voor vrijwel elk type aangezichtstrauma wel een bij uitstek geschikte fixatiemethode voorhanden is. Voor een goed resultaat is het belangrijk dat “van binnen naar buiten wordt gewerkt”; eerst behandeling van de botbreuken, dan de tanden en kiezen en tot slot het weke delenletsel.
30
Onregelmatige diensten en weer fit opstaan? Wat kun je doen? Drs K.E. Schreuder, arts-somnoloog (expert in slaapgeneeskunde); SleepMedCare; SEIN, centrum voor slaap en waakstoornissen locatie Zwolle Nadelige gevolgen van werken in onregelmatige diensten zijn vaak divers; zoals: maagdarmproblemen, voortdurende vermoeidheid en slaapstoornissen, regelmatig gebruik van slaapmedicatie, verandering in gedrag: toegenomen agressie en gevoeligheid. Aanpassing aan ploegendienst is een biologische respons op korte termijn. De lange termijn tolerantie voor onregelmatige diensten beschrijft het vermogen om aan te passen aan dienstwisselingen (shift work) zonder nadelige consequenties. Verschillende factoren spelen hierbij een rol, zoals: leeftijd, sekse, persoonlijkheid, avond- of ochtendtype. Een grotere tolerantie voor “shift work” is te verwachten bij mensen die jonger zijn, mannelijk geslacht, een lagere score op ochtendtype, hoge scores op flexibiliteit, hoge scores op extraversie, lage score op neurotische stoornissen. Evaluatie van de tolerantie kan gemeten worden met subjectieve vragenlijsten over slaapkwaliteit, slaapproblemen, vermoeidheid, slaperigheid tijdens dienst, gebruik van slaapmedicatie, of medicatie om wakker te blijven, zelf gerapporteerde alertheid, vragenlijsten over gezondheid en stress. Daarnaast zijn objectieve metingen met registratie van motorische activiteit gedurende 1-2 weken (actigrafie) en het maken van twee 24-uurs polysomnografische slaapregistraties is aan te bevelen om de kwaliteit van de slaap te evalueren. Maatregelen bij onregelmatige diensten om de tolerantie te verbeteren zijn beperkt. Als eerste maatregel: gebruik een voorwaarts roterend schema. Meestal wordt tot de leeftijd van 50 jaar de voorkeur gegeven aan een snel voorwaarts roterend schema. Hiermee wordt adaptatie aan het nachtwerk voorkomen, en houdt men zo veel mogelijk het eigen dag-nacht leefritme. Dat wil zeggen momenten van eten en drinken en activiteiten is zo veel mogelijk gericht op het normale schema. Ochtendmensen hebben het nadeel dat ze uit een nachtdienst vaak niet meer kunnen slapen of maar 4 uur slapen in de ochtend. Het is te overwegen om dan voor te slapen van 14:00 uur af, of van 18:00-22:00 uur bij nachtdienst. Ook uit het werk in de zomer een bril te dragen die blauw licht filtert, zodat de eigen melatonineproductie niet wordt onderdrukt. Daarnaast kan men de voeding voor de diensten wat aanpassen om de alertheid te verbeteren. Voor werkers van iets oudere leeftijd is het aan te bevelen om minder shifts te doen, en zich liefst te beperken tot de diensten die men goed aan kan. Avondmensen zijn meestal beter in avond en nachtdiensten en ochtendtypes beter in vroege diensten en dagdiensten. Ouderen kunnen minder goed tegen wisselingen in dag/nacht activiteit, en hebben meer baat bij een langzaam roterend schema of vaste nacht/avonddiensten over een periode van 5-7-10dagen. Hierbij vind aanpassing (adaptatie) aan het werkritme plaats van de biologische klokken (spijsvertering, dag./nachtritme). Da aanpassing kan men versnellen door lichttherapie tijdens het begin van de nachtdienst. Het gebruik van Melatonine is in het algemeen niet aan te raden. J. Swick, MD13; Rochelle Zak, MD5; Standards of Practice Committee of the AASM. Practice Parameters for the Clinical Evaluation and Treatment of Circadian Rhythm Sleep Disorders. SLEEP, Vol. 30, No. 11, 2007 Sack RL, Auckly D et al. An American Academy of Sleep Medicine Review. Circadian rhythm sleep diorders part I. basic principles, shift work and jet lag disorders. Sleep 2007; 30:1460-1483.
31
Arbeidsrecht voor de operatieassistent Mr. N. de Langen-Loeffen, advocaat, Holla Advocaten Mr. Nelleke de Langen-Loeffen is sinds 6 jaar advocaat Arbeidsrecht bij Holla Advocaten. In haar praktijk adviseert en procedeert zij voor zowel werkgevers als werknemers bij reorganisaties, individuele ontslagen, zaken waarbij de verlenging van een arbeidsovereenkomst aan de orde is, concurrentiebedingen en andere arbeidsrechtelijke vraagstukken. Tijdens haar voordracht op 6 maart 2015 zal Nelleke de Langen-Loeffen met name gaan vertellen over de Wet Werk en Zekerheid en de gevolgen die deze nieuwe wet heeft voor het ontslagrecht, de ontslagvergoeding, de voortzetting van arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd en de voorwaarden van deze arbeidsovereenkomsten. Ook in het arbeidsrecht geldt namelijk soms dat niet alles is wat het lijkt. Bijvoorbeeld wanneer in de leerlingarbeidsovereenkomst opgenomen is dat deze na afloop omgezet zal worden in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd en dat vervolgens toch niet gebeurt. Mag dat zo maar? Mr. Nelleke de Langen-Loeffen zal hierop en op andere aspecten die gepaard gaan met de nieuwe wetgeving ingaan.
32
HIPEC: het is wat het lijkt Dr. R.A. Matthijsen, chirurg, Catharina Ziekenhuis, Eindhoven
33
Cardiochirurgie: V.A.T.S Dr. R. Boon, thoraxchirurg, Isala, Zwolle
34
Expositieplattegronden
35
Expositieplattegronden
7961
10387
3383
441
1652
675
2357
1500 1500
720
712
1500
K racht 380V 32A
1500
36
37
NOTITIES
Hoge kwaliteit en maximale veiligheid U wilt het beste resultaat voor de patiënt tegen aanvaardbare kosten. Dat begint bij een soepel georganiseerde OK met goed getraind personeel en geen verrassingen. Juist daarom kiest u voor de kwaliteit en betrouwbaarheid van onze producten en professionele ondersteuning.
Johnson & Johnson Medical BV Computerweg 14 3821 AB Amersfoort 033 4500 500 www.jnjmedical.nl
38
ETH/2011/030/GrvD
Artsen tevreden, OK-team tevreden, u tevreden.