Regeling integriteit raad van bestuur UWV Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) overweegt het volgende: • Voor UWV geldt een gedragscode met de titel “Vertrouwen en Verantwoordelijkheid. Afspraken en spelregels voor integer gedrag bij UWV” waar alle medewerkers van UWV, zich aan dienen te houden. Daarnaast is er behoefte aan een aanvulling op deze gedragscode voor de voorzitter en de leden van de raad van bestuur ter benadrukking van de bestuurlijke integriteit en hun voorbeeldrol zowel naar binnen als buiten UWV. Deze aanvulling is verwoord in de onderhavige ‘Regeling integriteit raad van bestuur UWV’. • De voorzitter en de leden van de raad van bestuur stellen bij hun handelen de kwaliteit van het openbaar bestuur centraal, waarbij een belangrijke voorwaarde is dat dit handelen op de meest integere wijze gebeurt. De belangen van UWV en in het verlengde daarvan van zijn cliënten, staan bij de voorzitter en de leden van de raad van bestuur voorop. • Bestuurlijke integriteit houdt in dat de verantwoordelijkheid die met de functie samenhangt, wordt aanvaard en dat er de bereidheid is om daarover verantwoording af te leggen, zowel intern als extern. en besluit: Artikel 1. Algemene uitgangspunten 1. Het handelen van de voorzitter en leden van de raad van bestuur is altijd en volledig gericht op belangen van de cliënten van UWV, de taken van het UWV en de doelstellingen van UWV en de wetgever. 2. Het handelen van de voorzitter of een lid van de raad van bestuur heeft een herkenbaar verband met de functie die hij vervult in het bestuur. 3. Het handelen van de voorzitter of een lid van de raad van bestuur wordt gekenmerkt door onpartijdigheid, dat wil zeggen dat geen vermenging optreedt van zakelijke met oneigenlijke persoonlijke belangen en dat ook iedere schijn van een dergelijke vermenging wordt vermeden. 4. Het handelen van de voorzitter of een lid van de raad van bestuur is transparant, opdat optimale verantwoording mogelijk is en de controlerende organen volledig inzicht hebben in het handelen van de voorzitter en het lid van de raad van bestuur en zijn beweegredenen daarbij. 5. Op de voorzitter of een lid van de raad van bestuur moet men kunnen rekenen wat betekent dat hij zich houdt aan zijn afspraken. Voorts wendt hij kennis en informatie waarover hij uit hoofde van zijn functie beschikt aan, voor het doel waarvoor die is gegeven. 6. Het handelen van de voorzitter of een lid van de raad van bestuur is zodanig, dat alle organisaties en cliënten op gelijke wijze en met respect worden bejegend en dat belangen van partijen op correcte wijze worden afgewogen. Artikel 2. Gedragscode bestuurlijke integriteit De voorzitter of een lid van de raad van bestuur dient zich integer te gedragen waarbij de gedragscode UWV, “Vertrouwen en Verantwoordelijkheid, Afspraken en spelregels voor integer gedrag bij UWV”, het uitgangspunt is. In verband met de positie en rol van de voorzitter en leden van de raad van bestuur worden hierna aanvullende bepalingen in deze regeling opgenomen om dit integer handelen te versterken en transparant te maken. Artikel 3. Belangenverstrengeling en aanbesteding 1. De voorzitter of een lid van de raad van bestuur, meldt aan de raad van bestuur uit eigen beweging het bestaan of ontstaan van persoonlijke (financiële) belangen ten aanzien van een externe partij waarmee UWV zakelijke betrekkingen onderhoudt of wil gaan onderhouden. Deze verplichting geldt alleen voor die situaties waarin de voorzitter of leden van de raad van bestuur direct of indirect betrokken zijn bij de besluitvorming tot het aangaan van een overeenkomst of het wijzigen van een bestaande overeenkomst. 2. De voorzitter of een lid van de raad van bestuur neemt van een aanbieder van diensten aan UWV geen faciliteiten of diensten aan, die zijn onafhankelijke positie ten opzichte van de aanbieder kunnen beïnvloeden. De raad van bestuur neemt alleen diensten aan conform de door UWV vastgestelde (inkoop)procedures.
Regeling integriteit RvB 1.0 def
3. Bij samenwerkingsrelaties met private partijen voorkomt (de voorzitter of het lid van) de raad van bestuur het ontstaan van oneerlijke concurrentieverhoudingen. 4. Een oud-voorzitter of oud-lid van de raad van bestuur zal alleen na toestemming van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid tegen beloning werkzaamheden voor UWV kunnen verrichten. 5. De in het eerste lid bedoelde melding wordt geregistreerd bij Bureau Integriteit. In het kader van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de betreffende voorzitter of het betreffende lid van de raad van bestuur, blijft de registratie beperkt tot het vermelden van de naam van de melder, het traject waarin dit belang zich voordeed en de wijze waarop eventuele risico’s zijn beheerst, ter voorkoming van eventuele onjuiste beeldvorming. Artikel 4. Nevenbetrekkingen 1. De voorzitter of een lid van de raad van bestuur meldt zijn nevenfuncties, alsmede het voornemen tot het aanvaarden van een nevenfunctie anders dan uit hoofde van zijn functie, aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de raad van bestuur. Deze informatie is openbaar en wordt opgenomen in het jaarverslag van UWV. 2. Kosten die de voorzitter of een lid van de raad van bestuur maakt specifiek in het kader van een nevenfunctie (out of pocketkosten) worden niet door UWV betaald of bij UWV gedeclareerd. 3. De voorzitter of een lid van de raad van bestuur zal geen nevenfunctie vervullen bestaande uit het voeren van een eigen onderneming indien deze onderneming tevens producten, diensten of personeel aan UWV levert. Artikel 5. Informatie 1. De voorzitter of een lid van de raad van bestuur maakt van de in de uitoefening van zijn functie verkregen informatie geen gebruik, anders dan voor UWV-doeleinden. 2. Indien de voorzitter of een lid van de raad van bestuur op basis van ontvangen signalen nadere informatie wil ontvangen over individuele gevalsbehandeling, dan stelt hij deze informatievraag, neutraal geformuleerd, ter hand aan de verantwoordelijke eerstelijns directeur en communiceert hierover niet rechtstreeks met (uitvoerende) medewerkers. 3. Indien de ontvangen informatie naar het oordeel van de voorzitter of een lid van de raad van bestuur om een nadere actie of interventie vraagt, legt hij dit ter besluitvorming voor aan de raad van bestuur. Artikel 6. Aannemen van geschenken 1. Geschenken die de voorzitter of een lid van de raad van bestuur uit hoofde van zijn functie ontvangt worden gemeld en geregistreerd bij Bureau Integriteit en zijn eigendom van UWV. In de raad van bestuur wordt een besluit genomen over de bestemming van het geschenk. 2. Indien de voorzitter of een lid van de raad van bestuur geschenken ontvangt met een waarde van minder dan 50 euro, dan kunnen deze in afwijking van het bovenstaande worden behouden en behoeven ze niet te worden gemeld bij Bureau Integriteit. 3. Geschenken als bedoeld in het eerste lid worden niet op het huisadres ontvangen. 4. Niet standaard geschenken, zoals onder andere verwoord in de gedragscode “Vertrouwen en Verantwoordelijkheid, Afspraken en spelregels voor integer gedrag bij UWV”, worden geweigerd of geretourneerd aan de afzender. Artikel 7. Bestuurlijke uitgaven en declaraties 1. De voorzitter of een lid van de raad van bestuur vergewist zich er van, dat slechts bestuurlijke uitgaven worden gedaan die in het belang zijn van UWV en waarbij de uitgaven voortvloeien uit de functie. 2. Maatstaf voor de bestuurlijke uitgaven is hetgeen gebruikelijk is binnen het publieke domein. 3. De voorzitter of het lid van de raad van bestuur declareert geen kosten die reeds op andere wijze worden vergoed.
Regeling integriteit RvB 1.0 def
4. De declaraties van een lid van de raad van bestuur worden goedgekeurd en ondertekend door de voorzitter van de raad van bestuur. De declaraties van de voorzitter van de raad van bestuur worden goedgekeurd en ondertekend door de directeur Financieel Economische Zaken van UWV. 5. Declaraties worden behandeld en vergoed volgens de voor medewerkers van UWV geldende declaratieprocedure. Artikel 8. Creditcards 1. De voorzitter en alle leden van de raad van bestuur beschikken over een creditcard van UWV. De creditcard wordt uitsluitend gebruikt voor uitgaven genoemd in artikel 7. 2. De afdeling Financieel Economische Zaken (FEZ) van UWV ontvangt maandelijks de afschriften van de creditcards en stuurt deze naar het betreffende lid van de raad van bestuur ter controle, waarna deze de afschriften ter goedkeuring voorlegt aan de voorzitter van de raad van bestuur. Ten aanzien van de afschriften van de voorzitter van de raad van bestuur zal de goedkeuring door de directeur FEZ van UWV plaatsvinden. Na goedkeuring door de voorzitter van de raad van bestuur respectievelijk de directeur FEZ worden de betalingen bevestigd, geregistreerd en gearchiveerd bij de afdeling FEZ. 3. De accountantsdienst van UWV zal steekproefsgewijs één of meerdere keren per jaar de creditcardafschriften controleren. Artikel 9. Reizen buitenland 1. De raad van bestuur beslist over dienstreizen naar het buitenland van een lid of de voorzitter van de raad van bestuur. In de beslissing wordt rekening gehouden met het doel van de dienstreis, samenstelling van het gezelschap en de geraamde kosten. Voor reizen binnen Europa, Turkije en Marokko, wordt in principe gereisd op basis van economyclass; voor reizen buiten Europa kan worden gereisd op basis van businessclass. 2. Uitnodigingen voor deelname aan seminars, werkbezoeken en dergelijke, kunnen worden aangenomen met in achtneming van het eerste lid van dit artikel. De betreffende reis- en verblijfkosten komen in die situaties voor rekening van UWV. 3. Het meereizen van de partner van de voorzitter of een lid van de raad van bestuur is voor eigen rekening, tenzij zwaarwegende belangen van UWV het meereizen van de partner wenselijk maken. Het meereizen van de partner wordt bij de besluitvorming van de raad van bestuur betrokken. 4. Het anderszins meereizen van derden op kosten van UWV is niet toegestaan. Het meereizen van derden op eigen kosten is toegestaan en wordt in dat geval bij de besluitvorming van de raad van bestuur betrokken. 5. Het verlengen van een buitenlandse dienstreis voor privé-doeleinden is toegestaan, mits dit is betrokken bij de besluitvorming van de raad van bestuur. De extra reis- en verblijfkosten komen volledig voor rekening van de voorzitter of het lid van de raad van bestuur. 6. De in verband met de buitenlandse dienstreis gedane functionele uitgaven worden vergoed conform de geldende regelingen. Uitgaven worden vergoed voor zover zij redelijk en verantwoord worden geacht. Artikel 10. Huisvesting raad van bestuur De huisvesting van de raad van bestuur is gebaseerd op normen die aansluiten op wat in het publieke domein gebruikelijk is. Artikel 11. Melding mogelijke schending integriteit met betrekking tot de voorzitter of een lid van de raad van bestuur 1. Schendingen van de integriteitregels door de voorzitter van de raad van bestuur worden door het hoofd Bureau Integriteit gemeld aan de SG van SZW. 2. Schendingen van de integriteitregels door een lid van de raad van bestuur worden door de voorzitter raad van bestuur gemeld aan de SG.
Regeling integriteit RvB 1.0 def
3. Als een melding met betrekking tot de voorzitter of een lid van de raad van bestuur een misstand betreft, die grote materiële of immateriële schade voor UWV kan veroorzaken, stelt het hoofd Bureau Integriteit de SG hiervan direct mondeling in kennis. Artikel 12. Feitenonderzoek mogelijke schending integriteit met betrekking tot de voorzitter of een lid van de raad van bestuur 1. De SG kan bepalen dat een feitenonderzoek mogelijke schending integriteit met betrekking tot de voorzitter of een lid van de raad van bestuur, door een ander dan Bureau Integriteit wordt uitgevoerd. 2. Als een feitenonderzoek met betrekking tot de voorzitter van de raad van bestuur, onder verantwoordelijkheid van Bureau Integriteit is afgerond, informeert het hoofd Bureau Integriteit de SG over de uitkomst en adviseert deze over eventueel te nemen maatregelen. 3. Als een feitenonderzoek met betrekking tot een lid van de raad van bestuur, onder verantwoordelijkheid van Bureau Integriteit is afgerond, informeert het hoofd Bureau Integriteit de voorzitter van de raad van bestuur over de uitkomst en adviseert deze over eventueel te nemen maatregelen. De voorzitter is verantwoordelijk voor het – indien noodzakelijk informeren van de SG. Artikel 13. Evaluatie 1. De raad van bestuur evalueert één keer per jaar deze regeling. 2. Indien er zich omstandigheden voordoen die een aanpassing van de regeling vereisen, dient de raad van bestuur dit zo spoedig mogelijk in een besluit te realiseren. 3. De voorzitter van de raad van bestuur informeert de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid één keer per jaar over de evaluatie van deze regeling of als de regeling is gewijzigd. Artikel 14. Overige bepalingen Naast deze regeling gelden ook de volgende regelingen en richtlijnen voor de raad van bestuur: a. De rechtspositieregeling voorzitter raad van bestuur UWV. Hierin worden de bezoldiging, kostenvergoedingen, verlof, arbeidsongeschiktheid, ontslag, niet-herbenoeming en functievervulling geregeld.1 b. De rechtspositieregeling lid raad van bestuur UWV. Hierin worden de bezoldiging, kostenvergoedingen, verlof, arbeidsongeschiktheid, ontslag, niet-herbenoeming en functievervulling geregeld.2 c. Het mandaatbesluit UWV. Hierin is de mandatering van onder andere de raad van bestuur geregeld. d. De gedragscode van UWV met de titel ‘Vertrouwen en Verantwoordelijkheid, Afspraken en spelregels voor integer gedrag bij UWV’. Hierin worden de afspraken, spelregels en gedrag bij UWV beschreven. e. De CAO, voor zover de rechtspositieregeling onder 12 a en b daarnaar verwijzen. Deze regelt de arbeidsvoorwaarden voor medewerkers van UWV.3 Artikel 15. Inwerkingtreding Deze regeling is genaamd ‘Regeling integriteit raad van bestuur UWV’ en treedt in werking met ingang van de tweede dag na bekendmaking van de regeling aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. 4 Dit besluit wordt geplaatst op het intranet en ligt ter inzage bij Bureau Integriteit. Amsterdam, 3 september 2013 Mr. Drs. B.J. Bruins, voorzitter raad van bestuur UWV 1
Gepubliceerd in de Staatscourant 27 december 2001, nr. 249, pg. 44. De Wijziging rechtspositieregelingen voorzitter en lid raad van bestuur UWV is Gepubliceerd in Staatscourant 2004, nr. 104, pg. 20.
Regeling integriteit RvB 1.0 def
2
Gepubliceerd in de Staatscourant 27 december 2001, nr. 249, pg. 44. De Wijziging rechtspositieregelingen voorzitter en lid raad van bestuur UWV is Gepubliceerd in Staatscourant 2004, nr. 104, pg. 20. 3
Het mandaatbesluit UWV, de UWV- gedragscode ‘Vertrouwen en Verantwoordelijkheid, Afspraken en spelregels voor integer gedrag bij UWV’ en de CAO zijn gepubliceerd op intranet. 4
Deze regeling is eerder geëvalueerd en tekstueel aangepast in februari 2010 en november 2011. In augustus 2012 is de regeling geactualiseerd, aangepast en vastgesteld door de raad van bestuur UWV en aan de Minister van Sociale en Werkgelegenheid bekendgemaakt.
Regeling integriteit RvB 1.0 def