Hajema Dissertatie
29-10-2001
15:28
Pagina 399
Noten
Inleiding 1
Het rapport van de Commissie Toekomst Overheidscommunicatie verscheen op 27 augustus 2001 en had als titel In dienst van de democratie. Dit proefschrift was toen al afgerond. De bevindingen van de commissie-Wallage konden daardoor niet meer worden behandeld. 2 Zie hiervoor o.m. J. Hemels, Van perschef tot overheidsvoorlichter, 13. M. Rooij en J. Nieuwenhuis, Gemeentelijke voorlichting, 187. M. Wagenaar, De Rijksvoorlichtingsdienst, 43. Plemp van Duiveland had de rang van referendaris. In publicaties is hij daarom ook wel persreferendaris genoemd. Een referendaris was een vrij hoge ambtenaar in de ambtelijke hiërarchie. 3 Zie onder meer M. Rooij en J. Nieuwenhuis, Gemeentelijke voorlichting, 189; J. Katus, “Gemeentevoorlichting als institutie.” In: J. Katus en W. Nijhof, Gemeentevoorlichting, 10. 4 Zo berichtte NRC Handelsblad 21 juli 2001 dat het ministerie van Verkeer en Waterstaat een “pr-bureau” in de arm had genomen om zich te laten adviseren over de communicatie rond de verkoop van frequenties voor mobiele telecommunicatie (UMTS). “Ministerie poetste imago op bij telecomveiling”, zette de krant er als kop boven. In hetzelfde bericht werd een Kamerlid geciteerd, dat vond dat het ministerie hiermee “te ver” was gegaan. In maart 1997 viel in diverse kranten te lezen dat er verontruste kamervragen waren gesteld over de kosten die het Ministerie van Justitie had gemaakt voor een externe communicatieadviseur ten tijde van het proces tegen drugshandelaar “de Hakkelaar”. Twee jaar later bevatte de voorpagina van de Volkskrant het bericht dat het ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen een PR-adviseur had ingehuurd om de belangen van de Nederlandse overheid inzake “oorlogskunst” te behartigen. OCW zou in 1998 103.000 dollar hebben overgemaakt aan het Amerikaanse PR-adviesbureau Hill & Knowlton. De Volkskrant, 4 maart 1999. 5 N. Cramer, Parlement en pers, 181. 6 Ibidem, 184. Hemels, Van perschef tot overheidsvoorlichter, 12-13. 7 H. Vermeulen, De Maasbode, 161. 8 Hemels, Van perschef tot overheidsvoorlichter, 14. H. Schelhaas, De informatieplicht van de overheid, 34. 9 Cramer, Parlement en pers, 185. 10 Het standaardwerk is het proefschrift van J. Bank, Opkomst en ondergang van de Nederlandse Volksbeweging (NVB). In het bijzonder de pagina’s 54-68. 11 Hemels, Van perschef tot overheidsvoorlichter, 23 e.v. 12 De volledige samenstelling van de commissie was: voorzitter prof.mr. J.P.A. François, chef van de afdeling Volkenbondzaken van het ministerie van Buitenlandse Zaken, secretaris J.G. Pater, chef van de persdienst van het staatsbedrijf der PTT. Overige leden: D.J. von Balluseck, hoofdredacteur Algemeen Handelsblad, mr. J.J. van Bolhuis,
Hajema Dissertatie
400
13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29
30 31 32 33
34 35
29-10-2001
15:28
Pagina 400
DE GLAZENWASSERS VAN HET BESTUUR
redacteur Nieuwe Rotterdamsche Courant, dr. M. van Blankestein, redacteur-correspondent van de Nieuwe Rotterdamsche Courant, Th.F.M. Schaepman, lid van de Tweede Kamer voor de RKSP, T. Cnossen, redacteur De Standaard (prot.), H. Kuijpers, redacteur De Maasbode (RK), A.J. Lievegoed, redacteur van de NRC en docent dagbladwezen aan de Rijksuniversiteit Leiden, mr. L.J. Plemp van Duiveland, referendaris ministerie van Buitenlandse Zaken, J.J. de Roode, redacteur Het Volk (soc.dem), P. Visser, ministerie van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. Bron: J. Hemels, Van perschef tot overheidsvoorlichter, 24, 25. Ibidem, 37. Ibidem, 28-29. Ibidem, 32-35. Ibidem, 40-41. Hemels baseerde zich daarbij op mondelinge en schriftelijke informatie van Lambooy. Ibidem, 44-46. Wagenaar, De Rijksvoorlichtingsdienst, 44. J.A. Baggerman en J.M.H.J. Hemels, Verzorgd door het ANP, 145. Wagenaar, De Rijksvoorlichtingsdienst, 50. Geciteerd in Wagenaar, De Rijksvoorlichtingsdienst, 61. Ibidem, 67. Ibidem, 90-92. Ibidem, 94. J. Katus, “Gemeentevoorlichting als institutie”, in: Katus en Nijhof, Gemeentevoorlichting, 10-14. E. Lagerwey, Het licht van Rotterdam, 24, 25. Deze doctoraalscriptie beschrijft de geschiedenis van de gemeentelijke voorlichting in Rotterdam. Lagerwey heeft in zijn onderzoek naar de geschiedenis van de Rotterdamse gemeentevoorlichting geen antwoord op deze vraag kunnen geven. Gegevens van de gemeente Haarlem ontbreken. Het is mogelijk dat ook Haarlem nog geen voorlichter had. Landelijk Contactorgaan voor gemeentesecretarissen (L.C.O.), Een gemeentelijk voorlichtingsambtenaar. Rapport van de commissie, belast met het onderzoek naar de wenselijkheid van de aanstelling van een gemeentelijke voorlichtingsambtenaar. Z.p, 1965. Deze commissie is ook wel de commissie-Streng genoemd, naar de Amersfoortse gemeentesecretaris mr. R. Streng. Het is niet uitgesloten dat nog enkele gemeenten een voorlichter hadden, maar veel zullen dat er niet geweest zijn. Meer daarover in hoofdstuk 6. Bij de VVO zijn vooral voorlichters van gemeenten en provincies aangesloten, maar lang niet alle gemeente- en provincievoorlichters zijn lid van de VVO. De organisatiegraad van voorlichters van departementen is veel lager. De lezer zal merken dat in dit boek van sommige personen voornaam en achternaam worden vermeld, en van andere alleen achternaam en voorletters. Consequent ware geweest voor een van beide vormen te kiezen. Ik heb dat niet gedaan, omdat er nu eenmaal mensen zijn waarvan de voornaam vrijwel algemeen bekend is, terwijl van anderen bij wijze van spreken niemand de voornaam kent. Ik heb geprobeerd over te nemen wat het meest gebruikelijk is. P.W. Tops, Moderne regenten, 9-12. In 1950 hadden de Nederlandse gemeenten 125.200 personen in dienst. In 1960 en 1985 bedroegen die aantallen resp. 142.100 en 235.600. Die aantallen zijn exclusief het onderwijzend personeel. Bij de rijksoverheid werkten in 1950 87.400 mensen. In 1960 97.800 en in 1985 151.000. Daarbij zijn de staatsbedrijven, de rechterlijke macht en de rijkspolitie niet inbegrepen. In het openbaar onderwijs werkten in 1950 332.200 personen, in 1960 364.800 en in 1980 532.400. Bron: F.M. van der Meer en L.J. Roborgh, Ambtenaren in Nederland, 62-80.
Hajema Dissertatie
29-10-2001
NOTEN
15:28
Pagina 401
401
Hoofdstuk 1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11
12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30
31 32 33
Van Heuven Goedhart was in de oorlog minister van Justitie in het kabinet-Gerbrandy en daarvoor onder meer hoofdredacteur van het Utrechts Nieuwsblad en De Telegraaf. G. Mulder en P. Koedijk, Léés die krant, 13. Overheidsvoorlichting. Rapport der Adviescommissie overheidsbeleid inzake voorlichting, 9. Ibidem, 37. Ibidem, 7-8. Ibidem, 9. Ibidem, 10. Ibidem, 10. Ibidem, 38. Ibidem, 38-39. H. Schelhaas, voorlichter van de provincie Overijssel en bekend als een “precieze” voorlichter, sprak in zijn dissertatie letterlijk van “de geldende leer”. Schelhaas, De informatieplicht van de overheid, 140. Cramer, Parlement en pers, 81 e.v. Dit Kort Verslag werd van 1906 en 1924 uitgegeven, nadat voorstellen vanaf de jaren tachtig van de negentiende eeuw in de Tweede Kamer waren gestrand. Het Kort Verslag was geen succes. De hoogste oplage werd in 1919/1920 bereikt, met ruim 26.000 abonnees. Daarna liep de belangstelling snel terug. In 1923/’24 was de oplage gezakt tot 3.500. Meer hierover in het volgende hoofdstuk. Meer hierover in het slothoofdstuk. Voor een overzicht van de geschiedenis van de massacommunicatie zie onder meer J.G. Stappers, Massacommunicatie. Een inleiding, 70-102. Ibidem, 81, 82. G.A. Vogelaar, Systematiek en spelregels van de overheidsvoorlichting, 5. Ibidem, 2. Ibidem, 5. Ibidem, 27. Ibidem, 61. Ibidem, 43. Ibidem, 38. Ibidem, 48. Ibidem, 228. Wagenaar, De Rijksvoorlichtingsdienst, 160. Centrum voor Staatkundige Vorming, Grondgedachten over overheidsvoorlichting, ’s-Gravenhage, 1960. B. Bekman, Om de goede naam en faam van uw gemeente, 22-25. Ibidem, 28. Andere vrijheden waren de vrijheid van de fysieke persoon, de vrije toegang tot de rechter, de openbaarheid van rechtspraak, gelijkheid voor de wet, gelijke benoembaarheid, het recht van petitie, vrijheid van woning en het recht op eigendom. Ibidem, 177. Voor een goed overzicht zie H. Daalder, “De ontwikkeling van de parlementaire democratie” in: H. Daalder, Van oude en nieuwe regenten, 152-178. Aanvankelijk was dat nog beperkt van omvang. Volgens de bepalingen van het censuskiesrecht was in 1850 slechts 11 procent van de mannen van boven de 23 jaar stemgerechtigd. Vanaf 1888 zou dat percentage echter snel toenemen. In dat jaar was 26 procent van de mannen van 23 jaar en ouder stemgerechtigd; in 1897 ongeveer 50 procent van de mannen van boven de 25 jaar, en in 1913 ca. 63 procent van dezelfde categorie. Ibidem, 159. M. Schneider, De Nederlandse krant, 164. Ibidem, 136-138. Ibidem, 139.
Hajema Dissertatie
402
29-10-2001
15:28
Pagina 402
DE GLAZENWASSERS VAN HET BESTUUR
34 Van 1950 tot 1855 was door Groen van Prinsterer ook al een antirevolutionair blad onder die naam uitgegeven. Schneider, De Nederlandse krant, 168. 35 Cramer, Parlement en pers, 174. 36 Ibidem, 216. Schneider, De Nederlandse krant, 164. 37 Schneider, De Nederlandse krant, 167, 171. 38 Kossmann, De lage landen, II, 48. 39 Alleen in de periode 1913-1918 bleven de confessionele partijen buiten de regering. Die werd toen aangevoerd door de liberaal P.W.A. Cort van der Linden. Ibidem, 438. 40 Ibidem. 41 R. Koole, De opkomst van de moderne kaderpartij, 34. 42 H. Daalder, “De ontwikkeling van politieke partijen” in: Daalder, Van oude en nieuwe regenten, 204. 43 Ibidem, 207. 44 Alleen op gemeentelijk niveau kon de SDAP gaan meebesturen na de Eerste Wereldoorlog. Meer hierover in hoofdstuk 4 van dit proefschrift. 45 F. van Vree, “Massacultuur en media.” In: Omroep in Nederland, 22. 46 Mededeling van zijn zoon H. Lammers, 25 augustus 1998. 47 H.A. Daalder, “Leiding en lijdelijkheid in de Nederlandse politiek” in: Daalder, Van oude en nieuwe regenten, 11-20. 48 Ibidem, 18,19. 49 A. Lijphart, Verzuiling, pacificatie en kentering in de Nederlandse politiek, 116-130. 50 H. van den Heuvel, Nationaal of verzuild. De strijd om het Nederlandse omroepbestel in de periode 1923-1947, 13. 51 J.H.J. van den Heuvel, “Gij zult geen aanstoot geven. Overheidsingrijpen in programma’s van radio en televisie na de Tweede Wereldoorlog.” In: J.H.J. van den Heuvel (red.), Een vrij zinnige verhouding. De VPRO en Nederland 1926-1986, 236. 52 H. Wijfjes, “Het radiotijdperk, 1919-1960.” In: Omroep in Nederland, 44-51. 53 Bank, De Nederlandse Volksbeweging, 100-116. 54 Bestuurlijke ervaring hadden de sociaal-democraten wel op lokaal niveau. Vooral op het gebied van volkshuisvesting was de SDAP buitengewoon actief geweest. In de grote steden was een praktijk van “wethouderssocialisme” gegroeid, met de Amsterdamse wethouder F.M. Wibaut als grote gangmaker. J. Perry, “Aanpakken wat mogelijk is. De SDAP en haar gemeentepolitiek.” In: Het negende jaarboek voor het democratisch socialisme, 34, 52. Het standaardwerk over Wibaut is de biografie van G.W.B. Borrie, F.M. Wibaut, mens en magistraat. 55 Twee ministers waren afkomstig uit rooms-katholieke kringen, maar opereerden niet namens de Rooms-Katholieke Staatspartij. De overige vijf ministers hadden geen partijpolitieke achtergrond. Ook ARP en CPN ontbraken in de regering. Beide partijen hadden in het verzet een belangrijke rol hadden gespeeld. De ARP had bovendien vanaf 1933 onafgebroken de minister-president geleverd en was vanaf 1901 in alle regeringen vertegenwoordigd geweest, op de periode 1913-1818 na. Kossmann, De lage landen, II, 237, Bank, De Nederlandse Volksbeweging, 221, J.J. Woltjer, Recent verleden, 145. 56 Bank, De Nederlandse Volksbeweging, 223. 57 Geciteerd in Bank, De Nederlandse Volksbeweging, 223. 58 Ibidem, 224. 59 Ibidem, 54. 60 Ibidem, 225. 61 Ibidem, 225. Brugmans was voor de Tweede Wereldoorlog directeur van het instituut voor Arbeidersontwikkeling en kamerlid voor de SDAP. Zijn opvattingen over vernieuwing en verbreding van de sociaal-democratie deden hem in de zomer van 1940 voor de Nederlandse Unie kiezen, zo schrijft Bank. Doordat hij in juli 1940 niet direct gehoor gaf aan de oproep van Vorrink om het lidmaatschap van de Unie op te zeggen verloor hij veel gezag in SDAP-gelederen. (105, 110) 62 Ibidem, 226. Voor een uitvoeriger beschrijving van de radiokwestie: F.J.F.M. Duynstee en J. Bosmans, Het kabinet Schermerhorn-Drees, 524-552,
Hajema Dissertatie
NOTEN
63 64 65 66 67
68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91
29-10-2001
15:28
Pagina 403
403
Geciteerd in Duynstee en Bosmans, Het kabinet Schermerhorn-Drees, 535, Ibidem, 540. Ibidem, 543. Bank, De Nederlandse Volksbeweging, 225; Duynstee en Bosmans, Het kabinet Schermerhorn-Drees, 153. De samenstelling van de commissie was als volgt: G.J. van Heuven Goedhart, voorzitter, hoofdredacteur van Het Parool, H. Algra, hoofdredacteur van het Friesch Dagblad, H.H.Th. van Kuilenburg, directeur van Het Vrije Volk en lid van de Tweede Kamer, A.J. Zoetmulder, directeur-hoofdredacteur van het Eindhovens Dagblad en M. Rooij, hoofdredacteur van de Nationale Rotterdamsche Courant. De andere leden waren Th.F.M. Schaepman, lid van de Tweede Kamer en oud-redacteur van De Maasbode, A.J. Guépin, lid van de Raad van Bestuur van Philips, H. Opdenberg, commercieel directeur van Philips, R.W. Starreveld, belast met een onderzoek naar de efficiency voor de Rijksinstanties en J. Jessurun, buitenlands correspondent van International News Service, New York. B. van de Ros, “Trouw.” In: B. van de Ros, Geschiedenis van de christelijke dagbladpers in Nederland, 240. F. van Vree, De metamorfose van een dagblad, 32,33. Lijphart, Verzuiling, pacificatie en kentering, 68-76. G. Mulder, H. Arlman en U. den Tex, De val van de Rode Burcht, 60, 61. Interview Th. van Veen. Mulder, Arlman en Den Tex, De val van de Rode Burcht, 61. H. Daalder, Leiding en lijdelijkheid, 37. J.L. Heldring, “Democratie en pers.” In: Democratie in debat, 78-82. Ibidem. E. Smulders, “Het glazen huis der openbaarheid.” In: P. Luyykx en P. Slot (red.), Een stille revolutie. Cultuur en mentaliteit in de jaren vijftig, 260. J.H.J. van den Heuvel, “Gij zult geen aanstoot geven. Overheidsingrijpen in programma’s van radio en televisie na de Tweede Wereldoorlog.” In: Van den Heuvel (red.), Een vrij zinnige verhouding. De VPRO en Nederland 1926-1986, 244. Ibidem, 237. Wijfjes, “Het radiotijdperk, 1919-1960.” Koole, De opkomst van de moderne kaderpartij, 170-171, 177. G. Voerman, “De ledentallen van politieke partijen, 1945-1995.” In: Jaarboek 1995 Nederlands Documentatiecentrum Politieke Partijen, 199. Woltjer, Recent verleden, 267. Het ledental van de KVP nam toe van 270.000 in 1954 tot het recordaantal van 430.000 in 1955. Kosmann, De Lage Landen, II, 273, 274. Ibidem, 279. De weg naar vrijheid. Een socialistisch perspectief, 13, 14. In de geschiedschrijving is De weg naar vrijheid wel “het laatste totaalomvattende beleidsstuk” van de PvdA genoemd. J. Bank, “Van maatschappij-beschouwing naar beleidsnota.” In: R.A. Koole (red.), Het belang van politieke partijen, 67, 68. Kossmann, De lage landen, II, 232. Lijphart, Verzuiling, pacificatie en kentering, 108. Woltjer, Recent verleden, 236-238. Kossmann, De lage landen, II, 281. R.T. Griffiths, “Het Nederlandse economische wonder.” In : H.W. von der Dunk e.a., ed. Wederopbouw, welvaart en onrust. Nederland in de jaren vijftig en zestig, 147-167.
Hajema Dissertatie
29-10-2001
404
15:28
Pagina 404
DE GLAZENWASSERS VAN HET BESTUUR
Hoofdstuk 2 1 2 3 4
5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 22 22 23 24
25 26 27
28 29
Wagenaar, De Rijksvoorlichtingsdienst, 257-259. Openbaarheid, openheid. Rapport van de commissie heroriëntatie overheidsvoorlichting. Inleiding. Ibidem, 6. Ibidem, Woord vooraf. Tot een parlementaire behandeling van de ontwerp-Wet Openbaarheid van Bestuur van de commissie-Biesheuvel kwam het niet. Biesheuvel zelf slaagde er als premier van 1971 tot ’73 niet in met een kabinetsvoorstel te komen. Het kabinet-Den Uyl kwam in 1975 wel met een eigen wetsontwerp. Maar pas op 1 mei 1980, onder het kabinet-Van Agt, trad de Wet Openbaarheid van bestuur (WOB) in werking. Zie verder hoofdstuk 3. Ibidem, 146. A. Seret, Public Relations, 10. Openbaarheid, openheid, 164. H. Schelhaas, “Deining rond de overheidsvoorlichting.” In: Tijdschrift voor overheidsadministratie, 9 november 1967, 347, 348. H. Schelhaas, Overheidsvoorlichting en democratie, 13. Verslag van de VVA-vergadering op 17 en 18 januari 1972 te Tilburg. Archief Vereniging Voor Overheidscommunicatie. Schelhaas, De informatieplicht van de overheid, 144. Dekker, Overheidsvoorlichting, 36. Ibidem, 36. Ibidem, 179. Van der Haak, Bekend maken, bekend raken, 3. Ibidem, 11-19. De invloed van Korsten reikte inderdaad ver: hij lijkt een wezenlijk rol te hebben gespeeld bij de formatie van het kabinet-Marijnen in 1963. Zie hiervoor P.F. Maas, Kabinetsformaties, 120-125. Wagenaar, De Rijksvoorlichtingsdienst, 246. Ibidem, 246-247. Ibidem, 30. Ibidem, 155. Ibidem, 154-158 Ibidem, 172. De Persraad was vlak na de oorlog opgericht en fungeerde als officieel adviesorgaan van de regering in persaangelegenheden. Ibidem, 90-97. In de Voorlichtingsraad (Vora) hadden de perschefs van de departementen zitting. De Vora werd in 1947 opgericht. De raad had tot taak het voorlichtingsbeleid van de rijksoverheid te coördineren en de Ministerraad te adviseren over de uitgaven voor voorlichting. Het beheer van de voorlichtingsbudgetten kwam in handen van de Rijksvoorlichtingsdienst. Ibidem, 173. Ibidem, 175. Ibidem, 252, 253. De Persraad zag daar geen aanleiding in het advies dan maar zelf naar buiten te brengen. Integendeel, in 1965 bracht de Persraad nogmaals ongevraagd advies uit over dit onderwerp. Ook dit advies werd geheim gehouden. In zijn jaarverslag over 1965 beklaagde de raad zich daar over: “wanneer in het overheidsbeleid ten opzichte van pers en publiciteit in het geheel niets van de invloed van de Persraad (...) terug te vinden (is) en wanneer bovendien van de activiteit van de Persraad niets in de openbaarheid komt, dan achten de leden van het college het niet verantwoord deze activiteit langer voort te zetten.” Zie hiervoor E. Diemer en L. Lichtenberg, Vier decennia adviseren over persbeleid, 24, 25. Wagenaar, De Rijksvoorlichtingsdienst, 164, 166. Ibidem, 212.
Hajema Dissertatie
NOTEN
29-10-2001
15:28
Pagina 405
405
30 Ibidem, 228, 229. 31 F.M. van der Meer en L.J. Roborgh, Ambtenaren in Nederland, 92, 93. Zie hiervoor ook J. Bank, “Van maatschappij-beschouwing naar beleidsnota.” In: R.A. Koole (red.), Het belang van politieke partijen,70. 32 A. de Swaan, “Geheimhouding van de openbare zaak.” In: De Gids, 1966 jaargang 129, nr. 6, 33 Geciteerd in Wagenaar, De Rijksvoorlichtingsdienst, 248. 34 R. Koole, De opkomst van de moderne kaderpartij, 170. 35 Van Vree, De metamorfose van een dagblad, 88. 36 Woltjer, Recent verleden, 294-296. Zie ook J. Bosmans, “Kanttekeningen bij de politieke en parlementaire ontwikkeling van Nederland, 1952-1973.” In: H.W. von der Dunk (red.), Wederopbouw, welvaart en onrust, 48, 49. En: E.H. Kossmann, De Lage landen, II, 273, 274. J. Kennedy, Nieuw Babylon in aanbouw, 88. 37 Kennedy, Nieuw Babylon in aanbouw, 94, 95. 38 Ibidem, 90-97. 39 J. Bosmans, “Kanttekeningen”, 50. 40 Nog weer later zou de staat de wetenschappelijke bureaus van de partijen overvleugelen als leverancier van wetenschappelijke kennis voor beleid. J. Bank, “Van maatschappij-beschouwing tot beleidsnota.” In: R.A. Koole (red.), Het belang van politieke partijen, 67, 68. 41 Voor een uitgebreid verslag van deze machtswisseling zie C. van Esterik en J. van Tijn, Jaap Burger. Een leven lang dwars, 162-195. 42 G. Mulder en P. Koedijk, Léés die krant, 424-432. Over de coup tegen Burger zie ook: Van Esterik en Van Tijn, Jaap Burger, 160. 43 Voor een overzicht van gebeurtenissen in diverse landen zie Spiegel Historiael, mei 1998, 184-197. 44 Over de gebeurtenissen in juni 1966 zie D.F.J. Bosscher, Dood van een metselaar. 45 H. Righart, De eindeloze jaren zestig, 227. 46 Kossmann, De Lage Landen, II, 300. Ook J. Kennedy stelt dat de Nederlandse autoriteiten zich snel aanpasten, na aanvankelijk geheel uit het veld geslagen te zijn geweest. Kennedy verklaart die ommekeer uit de regententraditie altijd naar compromissen te zoeken, en flexibel om te gaan met conflicten. Kennedy, Nieuw Babylon in aanbouw, 148, 149. 47 In 1970 werd de Wet Universitaire Bestuurshervorming ingevoerd. De WUB gaf studenten en personeelsleden tamelijk verregaande bevoegdheden in het bestuur van faculteiten en universiteit. Voordien hadden hoogleraren het aan de faculteiten voor het zeggen gehad. De universiteit werd bestuurd door een college van curatoren, waarvan ook burgemeesters en commissarissen der Koningin zitting hadden. 48 Righart, De eindeloze jaren zestig, 206. Zie ook: Kossmann, De Lage Landen, II, 308. 49 W.J.P. Kok, C.J.A. Meijer en G.A. van Putten, Protest tegen Progil, 9-16. 50 Ibidem. 51 Ibidem. 52 M. Prenger, “Van familiemagazine naar actualiteitenrubriek.” In: Jaarboek mediageschiedenis 2, 183. 53 Geciteerd in: J.H.J. van den Heuvel, “Gij zult geen aanstoot geven. Overheidsingrijpen in programma’s van radio en televisie na de Tweede Wereldoorlog.” In: Een vrij zinnige verhouding. De VPRO en Nederland 1926-1986, 262. 54 Ibidem, 263. 55 Hofland, Tegels lichten,177. 56 Ibidem, 168. 57 Ibidem, 170. 58 Ibidem, 174-178. 59 J. Bank, “Televisie in de politieke cultuur van de jaren ’60.” In: Van Nieuwspoort tot Binnenhof, 42. 60 Ibidem, 46.
Hajema Dissertatie
406
29-10-2001
15:28
Pagina 406
DE GLAZENWASSERS VAN HET BESTUUR
61 H. Lammers, “Het kabinet-Cals en een vriendschap van de kroonprinses. Juni 1965.” In: Hinderlijk volgen, 114 e.v. 62 Ibidem, 177 e.v. 63 B.P. Tammeling, De krant bekeken, 227. 64 Van Vree, De metamorfose van een dagblad, 79. 65 Ibidem, 30. 66 Ibidem, 53, 54. 67 Ibidem, 94. 68 J. van der Pluijm in een interview met Bibeb in het weekblad Vrij Nederland. Geciteerd in J. Hemels, De emancipatie van een dagblad, 349. 69 Mulder, Arlman en Den Tex, De val van de rode burcht. 70 Ibidem, 193. Een welwillende beschouwing over Nieuw Links ontlokte Nieuw Linkser Laurens ten Cate een cynisch commentaar: “Dat is vreemd, want Het Vrije Volk heeft tot nu toe geen enkele bijdrage geleverd aan de discussie, die Nieuw Links wil losmaken en op geen enkele manier plaatsruimte verleend aan mensen die tot deze groep behoren. De krant heeft niemand uitgenodigd zijn mening eens te geven, maar in commentaren en hoofdartikelen juist voortdurend bestreden wat Nieuw Links wil. De erkenning van de waarde van Nieuw Links is, om het vriendelijk te zeggen, op z’n minst wat laat.” 71 Ibidem, 193. Pogingen om aan te sluiten bij de Perscombinatie, sinds 1968 de uitgever van Het Parool, de Volkskrant en Trouw, liepen op niets uit. In april 1968 ging het kantoor in Groningen als eerste dicht. Twee jaar later moest Het Vrije Volk zich verder terugtrekken in de bolwerken Arnhem en Rotterdam. Nog een jaar later bleef alleen Rotterdam over. De grootste krant van Nederland was een regionaal dagblad geworden. Toen pas was de Perscombinatie bereid de helft van de inboedel over te nemen, samen met de Nederlandse Dagblad Unie, dat de andere helft overnam. De editie Arnhem werd verkocht aan het Audet-concern. 72 B. van de Ros, “Trouw.” In: Geschiedenis van de christelijke dagbladpers in Nederland, 243. 73 Schneider, De Nederlandse krant, 205, 206. Met een oplage van omstreeks 9.000 kon een krant anno 1965 niet meer blijven voortbestaan. Vijf jaar daarvoor was dat nog wel mogelijk geweest: de oplage van de Nieuwe Provinciale schommelde al vanaf 1955 tussen de 8.000 en 9.000. Dat werd de krant pas in 1965 fataal. B.P. Tammeling, De krant bekeken, 191. Zie hiervoor verder hoofdstuk 5. 74 Bank, “Televisie in de politieke cultuur van de jaren zestig,” 43. 75 Van Vree, De metamorfose van een dagblad, 96. 76 Ibidem, 99. 77 Hofland, Tegels lichten, 183. 78 Tot die sterke personen behoorde ook G. Veldkamp, eerst staatssecretaris van Economische Zaken, en later minister van Sociale Zaken in het kabinet-De Quay en in het kabinet-Marijnen. Veldkamp behoorde tot het “kamp” van de KAB, dat zich steeds openlijker uitsprak voor samenwerking met de PvdA. Hij was in 1961 de eerste bewindsman die zich tot Ben Korsten wendde. Veldkamp stond bekend als een politicus die de confrontatie zocht en er veel voor over had om zijn politieke invloed te vergroten. Hij had de reputatie veelvuldig informatie te laten lekken naar de pers. Zie onder meer Van Vree, De metamorfose van een dagblad, 87, en Wagenaar, De Rijksvoorlichtingsdienst, 243. 79 Van Vree, De metamorfose van een dagblad, 97. 80 Het Mandement had wel een duidelijk positieve uitwerking op het ledental van de KVP. Dat bedroeg in 1954 270.000 en was in 1955 gestegen tot het recordaantal van 430.000. E.H. Kossmann, De lage landen, II, 273, 274.
Hajema Dissertatie
29-10-2001
NOTEN
15:28
Pagina 407
407
Hoofdstuk 3 1
2 3 4 5 6 7 8 9 10 11
12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23
Nota van wijziging, Tweede Kamer, zitting 1976-1977, 13418, nr. 9, 1. In de bij de wet behorende Aanwijzingen werd wel met zoveel woorden gesproken over voorlichting. Aanwijzing 25 luidde: ”Het uit eigen beweging verstrekken van informatie over het beleid is in het belang van een goede en democratische bestuursvoering indien dit ten doel heeft: a bij de voorbereiding van het beleid de burger zo objectief mogelijk voor te lichten; b ten aanzien van het aanvaarde beleid dit begrijpelijk te maken zonder het te propageren; c met betrekking tot de uitvoering van het beleid dit zo doeltreffend mogelijk te effectueren.” Aanwijzingen inzake Openbaarheid van bestuur, vastgesteld bij besluit van de Minister-president, handelende in overeenstemming met het gevoelen van de raad van ministers, 21 december 1979, Den Haag, 1980. De vraag wat moest worden verstaan onder “een goede en democratische bestuursvoering” is zowel in de Tweede als in de Eerste Kamer gesteld. Maar een duidelijk antwoord heeft de volksvertegenwoordiging niet gekregen. Aan de conclusie dat de regering dat uiteindelijk zelf bepaalde lijkt dan ook niet te ontkomen. Memorie van toelichting, Tweede Kamer, vergaderjaar 1986-1987, 19859, 30. Geciteerd in Wopereis, De grenzen en grondslagen van de overheidsvoorlichting, 138. Ibidem, 29. Wagenaar, De Rijksvoorlichtingsdienst, 393. Rapport Werkgroep Heroverweging Voorlichtingsbeleid Rijksoverheid, 10. Overigens kwam het begrip openbaarmaking niet voor in het rapport van de commissie-Van Heuven Goedhart, zoals we eerder zagen. Ibidem, 14. Trouw, 18 februari 1984. NRC Handelsblad, 21 maart 1984. Zie onder meer de Volkskrant van 5 april 1984 en NRC Handelsblad van 18 april 1984. “Enige principia in de voorlichting van de rijksoverheid.” Geciteerd in Katus en Beets, Actuele vraagstukken van de overheidsvoorlichting, 111, 112. Het PvdA-kamerlid H. Alders stelde naar aanleiding van het debat tussen de voorlichters tot twee keer toe vragen aan minister-president Lubbers. Tot verdere activiteit leidde dat niet. Voor een weergave hiervan zie Wopereis, De grondslagen en grenzen van overheidsvoorlichting, 89, 90, of J. Katus, “Actuele vraagstukken van de overheidsvoorlichting. Kanttekeningen bij het Leidse symposium.” In: Katus en Beets, Actuele vraagstukken van de overheidsvoorlichting, 93 e.v. Brief van de minister-president, Minister van Algemene Zaken, Tweede Kamer, vergaderjaar 1992-1993, 22846, nr. 2, 2. Opzet van het onderzoek en instelling van de commissie Toekomst overheidscommunicatie. Brief van de Voorlichtingsraad aan de minister-president, 5 februari 1999. P. Frissen, De virtuele staat, 125. J. Katus, “Actuele vraagstukken van de overheidsvoorlichting. Kanttekeningen bij het Leidse symposium.” In: Katus en Beets, Actuele vraagstukken van de overheidsvoorlichting, 105. C.B.M. van Riel, Overheidsvoorlichting en intermediaire kaders, 23. W.H. Nijhof, Gemeentevoorlichting in Nederland, 50. Woltjer, Recent verleden, 373 – 374. Ibidem, 375-376. Ibidem, 412-413. R. van der Veen, “De ontwikkeling van de Nederlandse verzorgingsstaat.” In: K. Schuyt en R. van der Veen, De verdeelde samenleving, 12. Woltjer, Recent verleden, 385. T. van der Pennen, “Volkshuisvesting als overheidszorg; van krotopruiming tot stads-
Hajema Dissertatie
408
24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42
43 44 45 46 47 48 49
29-10-2001
15:28
Pagina 408
DE GLAZENWASSERS VAN HET BESTUUR
vernieuwing.” In: Schuyt en Van der Veen, De verdeelde samenleving, 186. Ook in andere welzijnssectoren stegen de overheidsuitgaven explosief in de jaren zeventig. Niet pas onder het kabinet-Den Uyl, maar al eerder. Maatschappelijk werk, gezinszorg, jeugdbescherming, reclassering, sociaal-cultureel werk, club- en buurthuiswerk etc. namen een grote vlucht. Conform de verzuilde tradities beperkte de overheid zich daarbij aanvankelijk tot het subsidiëren van particuliere, zuilgebonden instellingen. Die bepaalden zelf de vorm en inhoud van hun welzijnsaanbod. E. van de Beek, “De zorgzame staat.” In: Schuyt en Van der Veen, De verdeelde samenleving, 167 e.v. De wildgroei aan regels en voorzieningen die daarvan het gevolg was werd door het kabinet-Den Uyl in 1974 in kaart gebracht in een Knelpuntennota. Volgens de regering zou een “harmonisatie” moeten plaatsvinden en zouden gemeenten en provincies het beheer over de gedecentraliseerde welzijnsvoorzieningen moeten krijgen. Dat zou een breuk met het verzuilde verleden betekenen. In de praktijk kwam daar voorlopig nog niets van terecht. Het zou tot 1987 duren voor deze gedachten in praktijk werden gebracht door middel van de Welzijnswet. Wagenaar, De Rijksvoorlichtingsdienst, 262, 263. Ibidem, 267-268. Ibidem, 266, 330. Ibidem, 306 - 307 Ibidem. Ibidem, 333. Geciteerd in Wagenaar, De Rijksvoorlichtingsdienst, 347. Ibidem, 270. Een paar jaar eerder was het idee van minister-president Cals om na afloop van de ministerraad perscommuniqué’s aan de pers te verstrekken nog afgewezen door zowel het kabinet als de departementale voorlichters. Ibidem, 270. J.P. Rehwinkel, De minister-president, 128-130. Woltjer, Recent verleden, 448. Het aantal WAO’ers bedroeg in 1979 348.800. Een jaar later waren dat er al 200.000 meer. I. van Vliet, “Sociale zekerheid in de klem.” In: Schuyt en Van Veen (red.), De verdeelde samenleving, 104 - 106. Woltjer, Recent verleden, 483. Meer uitgebreid H. Tjeenk Willink, “Reorganisatie van de rijksoverheid.” In: P. Fortuyn en S. Stuurman (red.), Socialisten in no nonsense tijd, 88. Ibidem, 93. Ibidem, 95. Woltjer, Recent verleden, 485. Ibidem, 503. G. Voerman, “De ledentallen van politieke partijen, 1945-1995.” In: Jaarboek 1995 Nederlands Centrum voor Politieke Partijen, 194 e.v. De eerste milieuorganisaties in Nederland waren rond de eeuwwisseling ontstaan. De Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Vogels dateerde uit 1899, de Nederlandse Natuurhistorische Vereniging uit 1901 en de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten was van 1905. Deze organisaties hadden een wat elitair karakter en hielden zich vooral bezig met studie, en landschap- en natuurbescherming. H. van der Heiden, “Van kleinschalig utopisme tot postgiro-activisme.” In: Tussen verbeelding en macht. 25 jaar sociale bewegingen in Nederland, 82. Ibidem, 83. J.W. Duyvendak en R. Koopmans, “Protest in een pacificatiedemocratie.” In: Tussen verbeelding en macht, 40. R. Koopmans, “Van Provo tot Rara. Golfbewegingen in het politieke protest in Nederland.” In: Tussen verbeelding en macht, 65. Meer hierover in hoofdstuk 9. R. Koopmans, “Van Provo tot Rara.” In: Tussen verbeelding en macht, 85 Ibidem, 68-69. Ibidem, 82, 88
Hajema Dissertatie
29-10-2001
NOTEN
15:28
Pagina 409
409
50 51 52 53
J. Bank, “Televisie verenigt en verdeelt Nederland.” In: Omroep in Nederland, 97. Ibidem, 95 M. van Elteren, “Radio in het televisietijdperk.” In: Omroep in Nederland, 114. H. Beunders, “Nieuws, actualiteiten en informatie op televisie.” In: Omroep in Nederland, 143. 54 Ibidem, 153-155. 55 Ibidem, 163. 56 Van Vree, De metamorfose van een dagblad, 174-182.
Hoofdstuk 4 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11
12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30
D. Elzinga, “Monisme en dualisme.” In: A.F.A. Korsten en P.W. Tops, Lokaal bestuur in Nederland, 381. A.H.M. Dölle en D.J. Elzinga, Handboek van het Nederlandse gemeenterecht, I, 525. Ibidem, 535, 536. H. Daalder, “De ontwikkeling van de parlementaire democratie.” In: Daalder, Van oude en nieuwe regenten, 158. H. Daalder, “Veranderingen in het partijstelsel na 1918.” Ibidem, 230. Handelingen van de Gemeenteraad van Groningen, 1 september 1970. I. Lipschits, Politieke stromingen in Nederland, 36, 37. Borrie, Wibaut, mens en magistraat, 97-104, 135. P.W. Tops, Afspiegeling en afspraak, 113. Dölle en Elzinga, Handboek voor het Nederlandse gemeenterecht, I, 167. In zijn proefschrift over de taken van het lokaal bestuur tussen 1851 en 1985 geeft de bestuurskundige V. Veldheer een overzicht van de groei van de gemeentelijke bemoeienis met de plaatselijke samenleving. Deze paragraaf is voor een groot deel gebaseerd op dit proefschift. V. Veldheer, Kantelend bestuur, 48-52. Ibidem. Ibidem, 67. Ibidem, 83, 84. Borrie, Wibaut, 138. Veldheer, Kantelend bestuur, 76. Ibidem, 89, 90. Van der Meer en Roborgh, Ambtenaren in Nederland, 76. Ibidem, 78-79 en 419. P. Kooij, Groningen 1870-1914, 190. S.J. Janssens en J. Ellerbroek-Wellinga, Inventaris van het archief van de secretarie van het gemeentebestuur van Groningen, 1816-1916, 16. Rond 1600 telde Groningen 20.000 inwoners. Kooij, Groningen 1870-1914, 12. Ibidem, 208, 209. Ibidem, 62-63. Ibidem, 65. Met dank aan Bart de Vries, die een boek voorbereidt over de stad Groningen in de 20ste eeuw. Zittingsverslag van den gemeenteraad van Groningen, 1897/1898. H. Wedman, “Een rood gewest? Over de groei van de arbeidersbeweging in Groningen.” In: Rondom de reductie, 318. Ibidem. Over Eltjo Rugge: H. van den Hurk, “Eltjo Rugge.” In: P. Hoekman, J. Joukes en O. Knottnerus (red.) Een Eeuw Socialisme en Arbeidersbeweging in Groningen, 104 e.v. Ibidem. Alleen de lokale Partij voor Recht en Vrijheid mocht zich tekortgedaan voelen. Zowel in 1935 als in 1939 behaalde deze partij vijf raadszetels. Recht en Vrijheid was een soort protestpartij. Tegenover de winst van Recht en Vrijheid stond in 1935 verlies van de liberalen, de RKSP en de CHU. Die partijen voelden er evenals de SDAP niets voor met
Hajema Dissertatie
410
31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46
47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67
29-10-2001
15:28
Pagina 410
DE GLAZENWASSERS VAN HET BESTUUR
Recht en Vrijheid in zee te gaan. Recht en Vrijheid wilde ook de CPH bij het college betrekken. Voor de andere partijen was dat onbespreekbaar. A. Zijlstra, “Het Stedelijk Bestuur.” Bijlage bij De Standaard, 2 maart 1933. Brochure 13.954 Groninger Archieven (GA). Ibidem. Jansen en Ellerbroek-Wellinga, Inventaris, 23. Zie hiervoor uitvoerig: M. Schroor, Stadstaat Groningen. De Groninger Stadsrechten en buitenbezittingen 1612-2000. H. Bekenkamp, “Honderd jaar waterleiding.” In: Groningen Toen, 1983. Kooij, Groningen 1870-1914, 330. Ibidem, 331. Ibidem. Handelingen, 20 juni 1908. Kooij, Groningen 1870-1914, 215. J. Duursma en J. van Geest, Sociale woningbouw in de stad Groningen 1850-1994, 24, 25. Jansen en Ellerbroek-Wellinga, Inventaris, 14, 15. Ibidem, 15. Ibidem. Deze laatste commissie was een soort bezwaarschriftencommissie. Verslag van de Gemeentelijke Commissie voor de lichamelijke volksopvoeding, 1919. GA, toegangsnummer 1542, archiefnummer 353, Commissie voor de Lichamelijke Volksopvoeding. Ibidem, 1923. Gymnastiek, voetbal, zwemmen, gymnastiek en athletiek - in die volgorde - waren in de beginjaren de belangrijkste sporten. Groningen telde in 1923 twintig gymnastiekverenigingen, waaronder een voor dames, een voor huisvrouwen en een voor leerlingen van het gymnasium. Ook de belangrijkste maatschappelijke stromingen hadden een eigen gymnastiekvereniging. Zo kende de stad twee rooms-katholieke gymnastiekverenigingen, een christelijke, een joodse, een algemene, en een arbeidersvereniging. De meeste verenigingen waren in de 20ste eeuw opgericht. De oudste dateerde van 1881. Jansen en Ellerbroek-Wellinga, Inventaris, 22. B.P. Tammeling, “Honderd jaar Groninger beroepsbrandweer.” In Groningen Toen, 1984. Aantekeningen Bart de Vries. In 1949 werd ook de naam van de raadscommissie veranderd in raadscommissie voor Sociale Zaken. Jansen en Ellerbroek-Wellinga, Inventaris, 28. P.H. Blouw en S. Klaverdijk, Gas en licht rondom de Martini, 40-47. Jaarverslag van het gasbedrijf van de gemeente Groningen, 1924, 1926. S. Akkerman en C. Smits, Albertus Zijlstra, leven en arbeid. Tammeling, De krant bekeken, 116, 117. Ibidem. Ibidem, 125. Ibidem, 119, 191. Verordening betreffende de wijze van afkondiging der plaatselijke verordeningen. In: GA, doos nr. 1178, toegangsnummer 2.07.353.3. Geciteerd in Tammeling, De krant bekeken, 22. Tammeling, De krant bekeken, 87. Een uitvoerig relaas over de oprichting van het Nieuwsblad van het Noorden in Tammeling, De krant bekeken, 77-84. Handelingen, 7 oktober 1899. Zie ook Tammeling, De krant bekeken, 90 e.v. Handelingen gemeenteraad 4 augustus 1919. Het dossier hierover is te vinden in de Groninger Archieven, Doos 1178. Nr. 2.07.353.3. Handelingen, 23 juni 1924. Ibidem, 13 februari 1933. Groninger Dagblad, 4 september 1945. Handelingen 1947/’48, bijlage 285.
Hajema Dissertatie
29-10-2001
NOTEN
15:28
Pagina 411
411
68 In de Groninger Archieven bevinden zich onder toegangsnummer 132 vier ongeordende mappen van de Regeringsdienst Oog en Oor. 69 Weekrapport 1 werkzaamheden Districtskantoor Groningen, periode 1 october 1945 - 17 november 1945. GA, Regeringsdienst Oog en Oor, toegangsnummer 132, map 1. 70 Bijvoorbeeld Persmededeeling. nr. 17 21-11-’45, Regeeringsvoorlichtingsdienst, District Groningen, Heerestraat 19. GA, Regeringsdienst Oog en Oor, toegangsnummer 1124, doos 1. 71 H. Boonstra, Martinikerkhof 23. Vijftig jaar Radio Noord, 9. 72 Weekrapport Oog en Oor, 2 juli 1946. 73 Nieuwe Provinciale Groninger Courant 4 juni 1946. Ons Noorden, 4 juni 1946.
Hoofdstuk 5 1 2 3 4 5 6
7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17
18 19 20 21 22 23 24 25 26 27
Handelingen, 5 september 1966. Ibidem, 3 september 1962. J.B. de Boer en W. Jonkman, Militair gezag in Groningen, 27-35. Ibidem, 197-198. F.J.M Duijnstee en J. Bosmans, Het kabinet Schermerhorn-Drees, 132 e.v. Voor de oorlog had de SDAP dertien raadszetels. Bij de verkiezingen van juli 1946 haalde de PvdA slechts vijftien zetels. Ook de CHU was oververtegenwoordigd in de noodraad. Bij de verkiezingen van 1939 en ’46 haalde de CHU 3 zetels, in de noodraad kreeg ze er vijf. Ibidem, 148. C. Wagenaar, Van Grandezza tot schavot, 48. Voor “links” was dat B.J. Mengerink, die vanaf 1919 onafgebroken gemeenteraadslid was geweest voor de SDAP. Voor het behartigen van de “rechtse” opvattingen werd H.R.J. van der Veen aangezocht. Brief J. Leeninga d.d. 8 september 1945. GA, Notulen van de Gemeentelijke Commissie voor de Wederopbouw, 1.777.811.22, doos 164. Wagenaar, Tussen Grandezza en schavot, 44. Voor de beschrijving van de wederopbouw in Groningen is het proefschrift van Wagenaar een belangrijke bron geweest. Ibidem, 47. Ibidem, 58-62. Ibidem, 60-62. Uitspraak van Van Loo in een interview met C. Wagenaar. Ibidem, 146. Het artikel van Hulsman verscheen in Ons Noorden en het Nieuwsblad van het Noorden van 23 april 1946. Wagenaar, Van Grandezza tot schavot, 54 e.v. Geciteerd in Wagenaar, Van Grandezza tot schavot, 64. Ibidem, 63. Volgens Wagenaar voelde het Rijk niets voor subsidies ter vervanging van Stadsschouwburg en Harmonie, omdat deze gebouwen niet waren verwoest en dientengevolge niet onder de wederopbouwregelingen vielen. Hij geeft echter geen bronvermelding voor de onderbouwing van deze stelling. Door de papierschaarste telde de kranten tot ver in 1946 dagelijks slechts twee (normaal formaat) tot vier (weekendformaat) pagina’s. Tammeling, De krant bekeken, 165. Ibidem, 170. In één moeite door pleitte het Nieuwsblad voor het afbreken van het ”minder fraaie gebouw van de Korenbeurs.” “De A-kerk zou er veel mooier door uitkomen.” Nieuwsblad van het Noorden, 8 februari 1946. Nieuwsblad van het Noorden, 13 maart 1946. Ibidem, 29 maart 1946. Ibidem, 12 april 1946. Groninger Dagblad, 13 maart 1946. Ibidem, 20 en 21 maart en 9 april 1946. Het Vrije Volk, 14 maart 1946.
Hajema Dissertatie
412
29-10-2001
15:28
Pagina 412
DE GLAZENWASSERS VAN HET BESTUUR
28 Ons Noorden, 23 april 1946. 29 Nieuwsblad van het Noorden, 23 april 1946. Het Groninger Dagblad schreef zelf een bericht naar aanleiding van het stuk van Hulsman. Groninger Dagblad 23 april 1946. 30 Wagenaar, Van Grandezza tot schavot, 70. 31 Geciteerd in C. Wagenaar, Van Grandezza tot schavot, 81. 32 J. Ubink, “De wederopbouw van verwoest Groningen.” In: Bouwend Groningen, 35-58. 33 Ubink werd na de oorlog geschorst omdat hij in november 1943 waarnemend hoofdredacteur van het Nieuwsblad was geworden, nadat hoofdredacteur C. de Bruin door de bezetters uit zijn functie was gezet. Het Nieuwsblad bleef verschijnen tot 1 augustus 1944. Bovendien was Ubink in de oorlogsjaren voorzitter geweest van de “foute” Gewestelijke Kring Groningen-Drenthe van de Nederlandse Kring van Journalisten. Hij deed dat naar eigen zeggen om te voorkomen dat een NSB’er op die plaats terecht zou komen. Tammeling, De krant bekeken, 162-164. 34 Handelingen 1946/1947. Bijlagen 363 tot en met 367. 35 Kooij, Groningen 1870-1914, 60. 36 Handelingen, 3 september 1946. 37 Ibidem. 38 Samenstelling gemeenteraad Groningen gekozen op 26 juli 1946 PvdA H. Molendijk, 50, raadslid 1931, sinds 1935, wethouder van Onderwijs sinds 1935 en van Onderwijs en Sociale zaken sinds 1945. J. de Wilde, 50, Rijksaccountantsdienst, raadslid sinds 1939, wethouder van Financiën sinds 45. A. Aarsen-Jansen, raadslid sinds 1935, wethouder van Openbare Werken sinds 1945. H. Roelfsema, 37, chef-redacteur Het Vrije Volk. Mr. M. Koppius, 57, advocaat, president Tribunaal, raadslid sinds 1945. J. Baarveld, 56, ambtenaar Rijksbelastingen, raadslid sinds 1927. S. Tiesinga, 52, sigarenwinkelier, raadslid sinds 1939. Ir. G. Catsenmiller, 25, landbouwkundige bij landbouwstation, RK van geloof (!). P.F. Broekman, 50, secretaris Groninger Bestuurdersbond, raadslid sinds 1935. Ir. A.W. Smets, 35, scheikundige, raadslid sinds 1945. A.D. Veenhoff, 49, adjunct commissies Rijksbelastingen, eerder raadslid, niet bekend sinds welk jaar. H.A. Bastiaans, 48, directeur coöperatie De Toekomst, raadslid sinds 1945. L. Middel, 40, meesterkecht De Toekomst, raadslid sinds 1945. W.H. Wolthers, 61, directeur verzekeringsmaatschappij, raadslid sinds 1945. D.P.J. de Bruin, 56, ambtenaar PTT, raadslid sinds 1939. KVP J.B.H. Hulsman, 53, hoofdredacteur Ons Noorden, raadslid sinds 1945. G.A.F. Assink, 50, slager, raadslid sinds 1935. J. Spa, 51, provinciaal vertegenwoordiger Katholieke Arbeidersbond, raadslid sinds 1935. CPN B. Bosma, 38, schoenmaker. Raadslid sinds 1945. Mw. G van der Molen, journaliste De Waarheid. J.H. de Vries, 32, kapper. H. Stal, 30, functionaris CPN. F. Rozema, 52, conducteur NS. J. Rootlieb, 29, hoofdbestuurder EVC. J. Meijer, 60, bedrijfsleider sig. fabriek De Pionier. J. de Jong, 32, functionaris EVC. Op Bosma na waren alle communisten in 1946 nieuwkomers in de gemeenteraad.
Hajema Dissertatie
29-10-2001
15:28
Pagina 413
NOTEN
413
CHU P. Jongendijk, 65, oud-verificateur invoeringsrecht, raadslid sinds 1931. L. ter Veld, 48, conroleur arbeidsinspectie, raadslid sinds 1931. M. Tiemens, 47, schoenmakerspatroon. Recht en Vrijheid H. Lameris, 51, commies bij de PTT, raadslid sinds 1935. ARP K. Lettinga, 56, directeur Noordel. Effectenkantoor en redacteur Financiële Koerier, raadslid sinds 1931. K. Groenewoud, 66, handelsagent, raadslid sinds 1935. J.H. Buiten, 56, rijksaccountant. S.H. Visser, 56, afdelingschef Fongers rijwielfabriek, raadslid sinds 1939. Ir. P van Loo, 41, architect. H.A. Bolt, 45, bakker. Partij van de Vrijheid Ir. A. Voet, 44, adviseur-ingenieur. Raadslid sinds 1945. H. Streuper, 55, accountant. A. Suiding, 61, schilderspatroon, raadslid sinds 1939. Bron: Groninger Dagblad, 27 juli 1946. Het contrast met de wijze waarop het Nieuwsblad van het Noorden berichtte over de gemeenteraadsverkiezingen was groot. Het Nieuwsblad volstond met een opsomming van de namen van de gekozen raadsleden. Nieuwsblad van het Noorden, 27 juli 1947. Ook Ons Noorden, de Nieuwe Provinciale Groninger Courant en Het Vrije Volk besteedden weinig aandacht aan de raadsverkiezingen in Groningen. 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58
Handelingen, 3 september 1946. Wagenaar, Van Grandezza tot schavot, 89. Geciteerd in C. Wagenaar, Van Grandezza tot schavot, 90. Kooij, Groningen 1870-1914, 52, 57. Wagenaar, Van Grandezza tot schavot, 94, 95. Ibidem, 102. Groninger Dagblad, 15 en 16 september 1947, Nieuwe Provinciale Groninger Courant, 17 september 1947. Nieuwsblad van het Noorden, 18 september 1947. M. Wagenaar, De Rijksvoorlichtingsdienst, 158-159. Tammeling, De krant bekeken, 190. Dat blijkt uit een brief van hoofdredacteur C. de Bruin d.d. 27 maart 1946 aan de Regeeringsvoorlichtingsdienst te Groningen. GA, Regeringsdienst Oog en Oor, toegangsnummer 1124, doos 1. Handelingen, 6 oktober 1947. Hulsman noemde daarbij de naam van redacteur Hansen van Het Vaderland. Ibidem. Brief dd. 26 september 1946. GA, Persconflict met het Nieuwsblad van het Noorden wegens publicatie van het verhandelde in een besloten bijeenkomst voor de leden van de raad. Archief doos nr. 1178. Brief dd. 7 oktober 1947. Ibidem. Brief Gemeentebestuur 14 oktober 1947. Ibidem. Brief 10 oktober 1947. Ibidem. Ibidem. Nieuwsblad van het Noorden, 27 september 1947. Nieuwe Provinciale Groninger Courant, 17 en 20 september, 7 en 11 oktober 1947.
Hajema Dissertatie
414 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78
79 80 81 82 83 84 85 86 87 88
89
29-10-2001
15:28
Pagina 414
DE GLAZENWASSERS VAN HET BESTUUR
Ons Noorden 20 september, 7 oktober en 11 oktober 1947. Het Vrije Volk, 20 september 1947. Groninger Dagblad, 20 september 1947. Het Vrije Volk, 11 september 1947, Groningen Dagblad 13 september 1947. Tammeling, De krant bekeken, 194-196. Interview G. Visscher. Brief O. van der Wal aan de gemeenteraadfractie van de PvdA d.d. 23 februari 1961. Archief gemeenteraadsfractie PvdA Groningen. Richter Roegholt, Amsterdam in de 20e eeuw, 310. C. Wagenaar, Tussen Grandezza en schavot, 107. Ibidem, 110-111. Ibidem, 112. Handelingen 1947-1948., bijlage 364. Handelingen 1948/1949, bijlagen 375, 378, 379, 380-384. Wagenaar, Tussen Grandezza en schavot, 114. Ibidem, 117. Handelingen, 6 september 1949. In de Handelingen is de Partij van de Arbeid afgekort tot P.v.d.A. Omwille van de leesbaarheid zijn de puntjes in dit proefschrift weggelaten. Ook in andere gevallen. Ibidem. Ibidem. Handelingen, 20 februari 1950. In de drie raadscommissies werd Bosma opgevolgd door Reinders (CPN). Handelingen, 28 januari 1952. De CPN stond vanaf 1949 buitenspel, hoewel de communisten in ’49 vijf raadszetels haalden, evenveel als de VVD en één meer dan de ARP, die concurrentie had gekregen van het GPV. Het college van de noodraad steunde op de steun van PvdA (SDAP en VBB) en KVP, samen goed voor 28 van de 39 zetels. Van 1946 tot ’49 leverden PvdA, CPN en ARP de wethouders. Die partijen bezetten samen 29 raadszetels. In ’49 behaalden PvdA, ARP en VVD respectievelijk 16, 4 en 5 zetels. Daar stonden drie wethoudersposten voor de PvdA tegenover, en één voor zowel de ARP en de VVD. Bij de verkiezingen van 1953 kreeg de PvdA ondanks een winst van een raadszetel één wethouder minder. Met acht zetels per wethouder waren de sociaal-democraten nu ondervertegenwoordigd, ten opzichte van ARP (5), VVD (5) en KVP (3). Tops, Afspiegeling en afspraak, 95. Handelingen, 30 juni 1952. Wagenaar, Tussen Grandezza en Schavot, 128, Plannen inzake de uitbreiding en verbouwing van het raadhuis (1946 e.v., deel 2). GA doos 1184, 2.07.354.1. Nieuwsblad van het Noorden, 22 en 23 mei 1953. De dagen erna verschenen nog meer ingezonden stukken. Het Nieuwsblad vermeldde dat er niet bij, maar de voorzitter van dit genootschap was zijn eigen kunstredacteur en plaatsvervangend hoofdredacteur, J. Ubink. Nieuwsblad van het Noorden, 6 juni 1953. Brief Monumentenzorg, ingekomen 3 juni 1953. GA, Plannen inzake de uitbreiding en verbouwing van het raadhuis (1946 e.v., deel 2). 2.07.354.1, doos 1184. Ons Noorden, 9 juni 1953. Het Vrije Volk, 9 juni 1953. Kennelijk sprak de architectuur van Vegter tot de verbeelding van Het Vrije Volk. In opdracht van uitgeverij De Arbeiderspers ontwierp de Friese architect omstreeks dezelfde tijd een nieuw gebouw, waarin de drukkerij, de redactie en een boekwinkel onderdak vonden. Dit gebouw werd in september 1954 op feestelijk wijze geopend. Zie ook Tammeling, De krant bekeken, 209. Anno 2001 is een meubelzaak gevestigd in het pand. De glazen kasten aan de buitenmuren waar vroeger de krant in werd opgehangen herinneren nog aan de tijd dat Het Vrije Volk er was gevestigd. Hulsman schreef Romme een brief op 18 juni 1953. Romme antwoordde per ommegaande en verklaarde dat hij Cals erop zou aanspreken. GA, Plannen inzake
Hajema Dissertatie
NOTEN
90 91 92 93 94 95 96 97 98 99
100 101
102 103 104 105 106 107 108 109 110 111 112 113 114 115 116 117
29-10-2001
15:28
Pagina 415
415
de uitbreiding en verbouwing van het raadhuis (1946 e.v., deel 2). 2.07.354.1, doos 1184. Handelingen 1961-1962, bijlage 305, zonder datum (januari 1962). Handelingen, 14 januari 1963. K. Hogenbirk, “De Harmonie.” In: A. van der Woud en J. Bruintjes (red.), De innige betrekking tussen stad en hogeschool, 27 e.v. Nieuwsblad van het Noorden, 17 oktober 1962. Ibidem, 7 november 1962. Het Vrije Volk, 9 november 1962. Nieuwsblad van het Noorden, 5 november 1962. Ibidem, 9 maart 1963. Verslag van de informele vergadering van 9 mei 1966, des namiddags te 7 uur. GA, Bouw van een nieuw cultuurcentrum, 1.854. Beide kranten leidden al geruime tijd een kommervol bestaan. De oplage van Ons Noorden had nooit veel boven de 10.000 gelegen. De katholieke krant was in 1955 gered door de financiële steun van de kerk, en had al vanaf 1948 geen zelfstandige hoofdredactie in Groningen meer. Ons Noorden verscheen vanaf die tijd als kopblad van het Noord-Hollands Dagblad. De Nieuwe Provinciale Groninger Courant had in 1946 een hoogtepunt beleefd met een oplage van meer dan 25.000. Maar dat had alles te maken met het verschijningsverbod van het Nieuwsblad van het Noorden. Zodra het Nieuwsblad weer verscheen, viel de oplage van de Nieuwe Provinciale geleidelijk terug, via 19.000 in 1947, 13.000 in 1950 tot een kleine 9.000 in 1955. Op dat niveau wist de krant zich te handhaven. Voor een sluitende exploitatie was het echter niet genoeg. In 1962 lukte het uitgever J. Haan de krant over te doen aan Trouw. Dat mocht niet baten. Ondanks een aantal verbeteringen bleef de oplage laag. In september 1964 viel het besluit de krant in januari 1965 op te heffen. Gegevens uit Tammeling, De krant bekeken. In het jaaroverzicht van 1955 noemde het Nieuwsblad van het Noorden de woningnood “de nieuwe volksvijand no. 1”. Nieuwsblad van het Noorden, 31 december 1955. Rapport van de Provinciale Groninger Welvaartscommissie. Groningen, z.j. (1954) In deze commissie onder voorzitterschap van commissaris der Koningin E.H. Ebels hadden ook de burgemeesters van een aantal Groninger gemeenten zitting, onder wie burgemeester Cort van der Linden van Groningen en burgemeester Tuin van Hoogezand, die Cort van der Linden in 1953 opvolgde. De burgemeester placht de eerste vergadering van de gemeenteraad in het nieuwe jaar te openen met een nieuwjaarstoespraak. De ontwikkeling van het noorden des lands speelde daarin steevast een prominente rol. Handelingen, 6 december 1960. Weekrapport 1 werkzaamheden Districtskantoor Groningen, periode 1 october - 17 november 1945. GA, Regeringsdienst Oog en Oor, toegangsnummer 132, map 1. Handelingen, 14 januari 1963. Algemeen Handelblad, 16 november 1959. Meer uitvoerig hierover mijn doctoraalscriptie over de voorgeschiedenis van de Eemshaven. Nieuwsblad van het Noorden, 14 april 1961. Het artikel verscheen ook in de Nieuwe Provinciale Groninger Courant en Het Vrije Volk. Nieuwsblad van het Noorden, 18 september 1963. Ibidem, 31 december 1963. Tammeling, De krant bekeken, 223. Nieuwsblad van het Noorden, 29 november 1969. Geciteerd in: Tammeling, De krant bekeken, 226. Interview G. Vaders. Interview H. Kamphuis. Handelingen, 2 september 1963. Handelingen, 6 december 1960. Handelingen 1962–1963, bijlage 195.
Hajema Dissertatie
29-10-2001
416
15:28
Pagina 416
DE GLAZENWASSERS VAN HET BESTUUR
118 Handelingen, 10 december 1962. 119 Verslag van de staatscommissie bestuursvorm grote gemeenten, ingesteld bij koninklijk besluit van 1 nov. 1952, no. 32, 14 e.v. 120 Handelingen, 10 december 1956. 121 Ibidem. 122 Ibidem. 123 Ibidem, 9 december 1963. 124 Ibidem. 125 Ibidem, 10 december 1963. 126 Nieuwsblad van het Noorden, 30 december 1963. 127 Samen met onder meer J.M. den Uyl, I. Samkalden en K. Suurhoff. Van Esterik en Van Tijn, Jaap Burger. Een leven lang dwars, 162 e.v. 128 Brief gemeentesecretaris Ch. van Veen d.d. 30 juli 1965. GA nr. 2.07.353.3, Instelling van de functie van voorlichtings-ambtenaar. Alle correspondentie over het aanstellen van een voorlichter in Groningen zijn in dit dossier te vinden. 129 Van Esterik en Van Tijn, Jaap Burger, een leven lang dwars, 178. 130 Ibidem. 131 A. Seret, Public relations, 14. Seret was voorzitter van het NGPR.
Hoofdstuk 6 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14
15 16 17 18 19 20 21
Van den Berg keerde dat jaar terug naar de NCRV, waar hij later grote bekendheid kreeg als presentator van het televisieprogramma Zo vader, zo zoon. Interview G.N. van den Berg. Tops, Afspiegeling en afpraak, 109-113. Zie hiervoor L. Hajema, “Mussengang revisited. In: L. Hajema en F. den Hollander (red.), Dossier Mussengang, 22-24. L. Hajema, ’t Kin, ’t mout, ’t zel der deur, 82. Interview G. van den Berg. Verslag informele vergadering van de gemeenteraad, 9 mei 1966. GA, Bouw van een nieuw cultuurcentrum, 1.854. Brief Polak aan Berger, 4 augustus 1966. GA, Bouw van een nieuw cultuurcentrum, nr. 1.854. Brief Berger aan Polak, 18 augustus 1966. GA, Bouw van een cultuurcentrum, 1.854. Historisch overzicht, behorende bij de raadsvoordracht van Burgemeester en wethouders 22 november 1966. GA, Bouw van een nieuwe cultuurcentrum, nr. 1.854. Handelingen, 28 november 1966. K. Hogenbirk, “De Harmonie.” In: Van der Woud en Bruintjes (red.), De innige betrekking tussen stad en hogeschool, 41. Het Vrije Volk, 12 november 1966. Handelingen, 28 november 1966, 16 oktober 1967 en 10 juni 1968. Zie hierover een interview dat J. Bank en D.F.J. Bosscher op 2 mei 1975 hadden met oud-wethouder W. Hendriks. Hendriks zei in dat interview dat jongeren er in de Groninger PvdA lange tijd niet aan te pas kwamen. Hij vond dat de partij een gebrek aan “elan” vertoonde. Onze Binding, 10 september 1965. Deze typering is afkomstig uit een in 1977 verschenen boekje van D.J. Elzinga en K. van der Hoek, getiteld Het Groninger Programcollege. Een jaar later zou Van den Berg voorzitter worden van de Partij van de Arbeid. Notulen federatiebestuur PvdA, 23 juni 1966. Archief PvdA afdeling Groningen. Ibidem, 22 september 1966. Ibidem, 23 maart 1967. Ibidem, 21 december 1967, E.W.A. Henssen, Rijksuniversiteit Groningen 1964-1989, 26-34, 93 e.v.
Hajema Dissertatie
NOTEN
22 23 24 25 26 27 28 29 30
31 32
33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54
29-10-2001
15:28
Pagina 417
417
Het Vrije Volk, 28 maart 1968. Ibidem, 30 maart 1968. Brief Wallage aan Tuin, 1 april 1968. Archief PvdA afdeling Groningen. Notulen federatiebestuur PvdA Groningen, 5 april 1968. Archief PvdA afdeling Groningen. Het Vrije Volk, 2 april 1969. Brief federatiebestuur PvdA Groningen, 20 april 1968. Archief PvdA afdeling Groningen. Perscommuniqué FJG. In: archief gemeenteraadsfractie PvdA Groningen. Ongedateerde brief Max van den Berg, omstreeks oktober 1968. Archief PvdA afdeling Groningen. Concept verkiezingsprogramma voor de gemeenteraadsverkiezingen van 1970 PvdA Groningen. Archief PvdA afdeling Groningen. Een andere versie dan dit concept is in het archief niet te vinden. Waarschijnlijk is dit concept tegelijk de versie waarmee de PvdA daadwerkelijk de verkiezingen inging. Handelingen, 16 oktober 1967. In Harmonie, uitgave van de Groninger Studentenraad. Uit de toelichting bleek dat de studenten hun plan plaatsten in het kader van “een proses, waarin de oude waarden en normen worden verlaten of opnieuw beproefd en waarin nieuwe worden gevonden. (...) Men heeft dit proses wel de kulturele revolutie genoemd (...) Het is een nieuwe visie op onze kultuur als zodanig, die belangrijke veranderingen heeft gebracht en zal brengen in het leven van talloze mensen. De kulturele revolutie is een konsekwent doordenken (juist op maatschappelijk en cultureel terrein) van alle mogelijkheden die wetenschap en techniek ons bieden. “ De ontwerper van het plan was de stedenbouwkundige J. Heeling, werkzaam bij het bureau van architect P.L. de Vrieze. GA, Bouw van een nieuw cultuurcentrum, 1.854. Brief Bart Tromp 6 december 1969. Archief gemeenteraadsfractie PvdA Groningen. Brieven van 8 en 9 januari 1970. Archief gemeenteraadsfractie PvdA Groningen. Handelingen, 12 januari 1970. Nieuwsblad van het Noorden, 13 januari 1970. Zie ook: K. van Weringh, “Lokaal-politieke fragmenten, 1966-1970.” In: Maatstaf, 11-12, 1994, 114-120. Brief M. van den Berg aan M. Kastermans, 17 september 1969. Archief gemeenteraadsfractie PvdA Groningen. Nieuwsblad van het Noorden, 24 januari 1970. Het gedwongen vertrek van Van der Ree valt op te maken uit een brief van fractievoorzitter Kastermans van 6 februari 1970. Archief gemeenteraadsfractie PvdA. Brief Kastermans 6 februari 1970. Archief gemeenteraadsfractie PvdA. Nieuwsblad van het Noorden, 20 februari 1970. Brief Vondeling aan PvdA Groningen, 24 februari 1970. Archief afdeling Groningen PvdA. Interview W. Jassies. Interview O. van der Wal. Buikhuizen introduceerde het woord provo in zijn proefschrift Achtergronden van nozemgedrag. Het Vrije Volk, 8 juni 1966. Interview G. Vaders. Ibidem. Tammeling, De krant bekeken, 226 e.v. Het Vrije Volk, 24 en 29 juni 1966. De kronieken van Lammers werden in 1966 gebundeld en uitgegeven onder de titel Hinderlijk volgen. Zie ook hoofdstuk 2. Het Vrije Volk, 1 november 1966. Interview O. van der Wal. Nieuwsblad van het Noorden, 31 december 1966. Zie onder meer Trouw, 10 oktober 1967, de Nieuwe Rotterdamsche Courant, 11 oktober 1967, De Groene Amsterdammer, 14 oktober 1967.
Hajema Dissertatie
418 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71
72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92
29-10-2001
15:28
Pagina 418
DE GLAZENWASSERS VAN HET BESTUUR
Trouw, 10 oktober 1967. De Groene Amsterdammer, 14 oktober 1967. Het Vrije Volk, 14 oktober 1967. Ibidem, 14 oktober 1967. Nieuwsblad van het Noorden, 14 oktober 1967. Handelingen, 16 oktober 1967. Ibidem. Ibidem. Nieuwsblad van het Noorden, 17 oktober 1967. Interview M. van den Berg 27 maart 1996. K. van Weringh, “Lokaal-politieke fragmenten, 1966-1970.” In: Maatstaf 11-12, 1994, 114-120. Ibidem. Interview O. van der Wal. Interview G. Vaders. Memoranda BNA, 13 juli en 13 september 1966. GA, Stedebouwkundige Advies Raad (SAR), nr. 1.777.81. Memo wethouder Van Delden aan de leden van B&W, 6 oktober 1966. GA, SAR, 1.777.81. Bij de installatie van de Stedebouwkundige Raad van Amsterdam maakte burgemeester D’Ailly melding van een “groeiende belangstelling” voor de gemeentelijke wederopbouwen uitbreidingsplannen. B&W vonden die belangstelling “verheugend” en “een prikkel” voor het bestuur, ook al uitte ze zich in de vorm van kritiek. Met de Stedebouwkundige Raad wilden B&W van Amsterdam bevorderen dat belangstellenden vroegtijdig werden geïnformeerd over gemeentelijke plannen. Daarmee verwachtte men ook “een zeker kanaliseren van de publieke opinie” te bewerkstelligen.” Wethouder Van ’t Hull verwees daarbij naar Thorbecke: burgers zouden “bestuurden en bestuurder tevens” kunnen zijn. Een van de leden van de Amsterdamse adviesraad was architect M.F. Duintjer, de ontwerper van het Groninger cultuurcentrum. Resumé van de installatievergadering van de Amsterdamse Raad voor de Stedebouw, d.d. 10 oktober 1957. GA, SAR, 1.777.81. Memo gemeentesecretaris Van Veen aan B&W, 9 maart 1968. GA, SAR, 1.777.81. Ibidem. Toespraak burgemeester J.J.A. Berger bij de installatie van de Stedebouwkundige Adviesraad, 2 juli 1998. GA, SAR, 1.777.81. Brief J. Wallage, 7 maart 1968. GA, SAR, 1.777.81. Handelingen, mei 1968. Verslag vergadering SAR, 11 maart 1969. GA, SAR, nr. 1.777.81. Nieuwsblad van het Noorden, 12 maart 1969. Ibidem. Ibidem. Nieuwsblad van het Noorden, 12 maart 1969. Ibidem, 24 en 25 maart 1969. Interview H.M. Goudappel. Opsteller van dit plan was de architect ir. D. Zuiderhoek. J. Bruintjes en M. Martin, “Het ruimtelijk beleid van de universiteit.” In A. van der Woud en J. Bruintjes (red.), De innige betreking tussen universiteit en hogeschool, 6-26. Handelingen, 10 april 1967. Ibidem. Nieuwsblad van het Noorden, 11 april 1967. Ibidem. Ibidem, 13 april 1967. Ibidem, 13 april 1967. Brief FJG, 18 april 1967. GA, Verkeersplan Binnenstad Groningen, doos 836A. Brief B&W, 8 juni 1967. De bijeenkomst vond plaats op 19 juni 1967. GA, Verkeersplan Binnenstad Groningen, doos 836A.
Hajema Dissertatie
NOTEN
29-10-2001
15:28
Pagina 419
419
93 Nieuwsblad van het Noorden, 29 december 1967. 94 Studiegroep Binnenstad, Kanttekeningen bij het ontwerp-verkeersplan CentrumGroningen, 6. GA, Verkeersplan Binnenstad Groningen, doos 836A. 95 Ibidem, 3. 96 Adviesburo voor verkeersordening Goudappel en Coffeng, Verkeersplan-centrum Groningen. 97 In het Structuurplan Groningen 1969 schetste het gemeentebestuur een sectorenstad, waarin verschillende stedelijke functies als wonen, werken en recreatie werden gescheiden door “groene scheggen”. In een Ten geleide gaven burgemeester en wethouders aan ook over dit structuurplan “in het openbaar” de discussie te willen voeren. In de eerste plaats zou de Stedebouwkundige Adviesraad om advies worden gevraagd. Ook voor bijdragen van anderen hield het college zich “nadrukkelijk aanbevolen”. Structuurplan Groningen 1969, 19, 20. 98 Onder meer in Trouw van 10 oktober 1967 en De Groene Amsterdammer van 14 oktober 1967 werd dat verband ook gelegd. 99 Richter Roegholt, Amsterdam na 1900, 300. 100 Ibidem. 101 Interview van D.F.J. Bosscher en J. Bank met W. Hendriks, 2 mei 1975. Een weergave van dit interview is te vinden bij het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen te Groningen. 102 Handelingen, 1 september 1970. 103 Ibidem. 104 Aanhangsel bij Doeleindennota. 105 Doeleindennota, 28. 106 Zie hoofdstuk 5. 107 Voluit luidde de doelstelling van de Doeleindennota als volgt: “Het centrumplan beoogt op basis van de richtlijnen een zodanige inrichting van het centrumgebied, dat daar de condities (het milieu) bewerkstelligd worden, waarin zich een vrijblijvende confrontatie met en passieve zowel als actieve betrokkenheid op stedelijke activiteiten kan ontwikkelen, welke verband houden met: bestuur, rechtspraak, administratie, handel, verzorgende bedrijvigheid, distributie, dienstverlening, cultuurvorming en cultuuroverdracht, sociaal leven, recreatie, wonen op zodanige wijze, dat bewoners van stad en regio dit individueel en in groepsverband kunnen ervaren als hoogtepunten van stedelijk leven.” Doeleindennota, 14, 15. 108 Meer hierover in het volgende hoofdstuk. 109 Doeleindennota, 14, 15. 110 A.J. Havermans, “Gemeentelijke taken en financiën.” In: A.F.A. Korsten en P.W. Tops (red.), Lokaal bestuur in Nederland, 98 e.v. 111 Nieuwsblad van het Noorden, 4 september 1972. 112 Interview G. van den Berg. 113 Ibidem. 114 P. Tania in het Nieuwsblad van het Noorden, 22 april 1969. Voor die krant schreef Tania na zijn vertrek uit Groningen per 1 april van dat jaar een driedelige terugblik op zijn Groninger ervaringen. De andere afleveringen verschenen op 25 april en 1 mei 1969. De interviews kwamen tot stand door bemiddeling van Kees Wiese. Wiese was in april 1968 ontslagen bij Het Vrije Volk. Van de 125 medewerkers van De Arbeiderspers in Groningen kwam de helft op straat te staan. B.P. Tammeling, De krant bekeken, 212.Wiese trad een half jaar daarna in dienst bij het Nieuwsblad van het Noorden. Volgens Wiese schreef hij de artikelen van Tania. Mededeling Kees Wiese, 14 november 1996. 115 Interview G. van den Berg. 116 Deze bewoordingen gebruikte de Overijsselse voorlichter Schelhaas in zijn advies aan Berger. Zie hiervoor hoofdstuk 5. 117 Gemeentevoorlichting. Verslag van de studiedag gehouden op 27 april 1967 te Utrecht, 51. 118 Ibidem, 8-15.
Hajema Dissertatie
29-10-2001
420
15:28
Pagina 420
DE GLAZENWASSERS VAN HET BESTUUR
119 Interview G. van den Berg. 120 Brief CIG, 3 februari 1967. GA, Plaatsing van een advertentie te bevordering van de industrievestiging in deze gemeente, 2.07.353.33. 121 Brief John G. Hafkemeijer, 1 april 1969. GA, Plaatsing van een advertentie, 2.07.353.33. 122 Daarmee was het verhaal nog niet af. De rekening van de folder viel f 3.500 hoger uit dan was begroot. De meerkosten waren het gevolg van allerlei wijzigingen die op het laatste moment nog waren aangebracht. Daar was weer een nieuwe uitspraak van de gemeenteraad voor nodig. Die viel op 3 februari 1970. Het bureau dat de folder had geproduceerd kreeg overigens slechts f 2.400 van de gevraagde f 3.500 extra betaald. 123 B&W-besluit 24 juni 1974. In 1970 werd alsnog besloten een wekelijkse knipselkrant met achtergronden samen te stellen en naar de raadsfracties toe te sturen. Een jaar later vroeg PvdA-fractievoorzitter Wallage om toezending aan zijn fractie-assistente. “De knipselkrant verschaft ons veel informatie - wij lezen hem allen ijverig en ontlenen er ideeën aan,” aldus Wallage. Zijn verzoek werd gehonoreerd, evenals aanvragen van het Rijksarchief en de School voor Journalistiek. De kersverse Werkgroep Oosterpoortwijk ontving een afwijzing, net als een bestuurslid van de PvdA en de provincie. GA, Vervaardiging van een knipselkrant, 2.07.353.33. 124 Nota D. Wolff, 25 april 1975. GA, Vervaardiging van een knipselkrant, 2.07.353.33. 125 Interview G. van den Berg. 126 Tammeling, De krant bekeken, 210. 127 Interview G. van den Berg. 128 Interview O. van der Wal. 129 Nieuwsblad van het Noorden, 22 april 1969 130 Interview G. van den Berg. 131 Nieuwsblad van het Noorden, 15 februari 1971. 132 Ibidem, 19 februari 1971. 133 Ibidem, 16 februari 1971. 134 Ibidem, 20 februari 1971.
Hoofdstuk 7 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
Dat jaar kwam een structuurplan uit voor de gehele gemeente en een apart structuurplan voor de binnenstad. M. Mulder, Een broertje dood aan de regenten. Drie decennia D66 in de stad Groningen, 40. T.J. Zanen, “Tegen de achterstelling van het Noorden.” In Hoekman, Houkes en Knottnerus (red.), Een eeuw socialisme en arbeidersbeweging in Groningen, 233, 234. Nieuwsblad van het Noorden, 7 september 1972. Handelingen 1972/1973, bijlage 141. Zie hiervoor hoofdstuk 4. Interview W. van Koldam. Eind jaren veertig waren deze twee diensten voortgekomen uit de dienst Gemeentewerken. De dienst Stadsontwikkeling en Volkshuisvesting heette tot 1965 Stadsuitbreiding en Volkshuisvesting. Interview E. Brederveld. Brief H.J. Dix, 2 augustus 1972. In: GA 1.777.811.221, Aanpak van de stadsvernieuwingsproblematiek (1973 e.v.), deel 1. Interview E. Brederveld. C. Nap, “Ga zo voort en gij zult spinazie eten.” Bart Tammeling, regionaal journalist (19341993). De Izesvtia was in de Sovjet Unie de regeringskrant, zoals de Pravda de krant van de Communistische Partij was. De Groninger Gezinsbode, 31 augustus 1972. Ibidem. Nieuwsblad van het Noorden, 20 september 1972.
Hajema Dissertatie
NOTEN
29-10-2001
15:28
Pagina 421
421
17 Ibidem, 30 september 1972. 18 Ibidem, 20 september 1972. 19 De vriendschap tussen Van den Berg en de jonge verslaggever Wim Jassies leed daar niet onder: in 1974 gingen zij zelfs naast elkaar wonen, in een gerenoveerde woning in de Oosterpoort. Interview W. Jassies. 20 De brochure was vormgegeven door de kunstenaar Henri de Wolf en uitgegeven door de avantgardistische galerie Forma Aktua. Interview M. van den Berg. 21 Interview J. Wallage. 22 Interview C. Lemmens. 23 Interview H. Verbeek. 24 Nieuwsblad van het Noorden, 30 oktober 1972. 25 Ibidem, 26 oktober 1972. 26 Ibidem. 27 Mededeling R. van Vliet. 28 Nieuwsblad van het Noorden, 30 oktober en 6 november 1972, De Groninger Gezinsbode 6 november 1972. 29 Nieuwsblad van het Noorden, 7 november 1972. 30 De Groninger Gezinsbode 30 oktober 1972, Winschoter Courant 6 november 1972. 31 Beleidsplan Sanering Gemeentefinanciën. GA, Sanering van de gemeentefinanciën, beleidsplan, 2.07.352. 32 Ibidem. 33 De Stadsschouwburg was het enige “oude” gebouw dat veel geld kostte. Het tekort van de schouwburg bedroeg circa een miljoen gulden. Ibidem. 34 A.J.E. Havermans, “Gemeentelijke taken en gemeentefinanciën.” In: Lokaal bestuur in Nederland, 98-101. 35 Ibidem, 97 e.v. 36 De stuurgroep moest zich ook buigen over de mogelijke integratie van gemeentelijke (cultuur)gebouwen, de fusie van de Stichting Bad- en Zweminrichtingen en de dienst Sport en Recreatie en de opheffing van het verliesgevende Gemeentelijk Vervoerbedrijf. Het college kondigde verder de sluiting aan van het verliesgevende Openbaar Slachthuis. De exploitatie van een slachthuis was geen overheidstaak meer, zo meende men. Voor het Treslinghuis, het eigen gemeentelijke verzorgingstehuis in de Oosterparkwijk, kondigden B&W aparte nota aan. Ook op het gebied van Sport en Recreatie stelde het college een nota in het vooruitzicht. Die zou ook moeten ingaan op de vraag waar de 70 personeelsleden van de zwembaden moesten worden ondergebracht. Ten aanzien van de gemeentesecretarie keerden B&W zich tegen verdere groei van het personeelsbestand, dat nu al meer dan 300 bedroeg. De secretarie zou zich moeten ontwikkelen tot een “hoogwaardige beleidsadviserende en coördinerende staf”. Nu richtte ze zich nog te veel op het leveren van “administratief-juridische bijdrage aan het bestuursproces”. Ook het functioneren van de gemeenteraad zou moeten worden heroverwogen. Een “onderzoek naar een meer optimale werkwijze van de raad” was al aan de gang. 37 Over het Gemeentelijk Waterbedrijf, het Gasbedrijf en het Elektriciteitsbedrijf was het college tevreden. Alle drie waren ze nog steeds zeer winstgevend. Het waterbedrijf spekte de gemeentekas in 1973 met 1,3 miljoen gulden, het gasbedrijf met 1,5 miljoen en het elektriciteitsbedrijf zelfs met 4,2 miljoen gulden. B&W wilden hier dan ook niet te veel veranderen. Wel kondigden zij een intern onderzoek aan naar “horizontale concentratie,” om nog efficiënter te kunnen werken. GA, Sanering van de gemeentefinanciën, beleidsplan, 2.07.352. 38 B&W wilden hiervoor in 1974, ’75 en ’76 in totaal 60.000 gulden reserveren. 39 B&W stelden voor hier in ’74 10.000 gulden voor uit te trekken en in 1975 f 40.000. Zo wilde het college met behulp van rijksgeld vier projecten starten met “open bejaardenwerk” en twee dienstencentra realiseren. 40 Deze taken werden aangeduid met het begrip bestuurscontacten. Het zou moeten gaan om twee personen. De eerste diende al in 1974 te worden aangesteld, de tweede in 1976.
Hajema Dissertatie
422
29-10-2001
15:28
Pagina 422
DE GLAZENWASSERS VAN HET BESTUUR
41 E.F. ten Heuvelhof en A. Faludi, “Lokale planning.” In: Lokaal bestuur in Nederland, 1989, 248 e.v. 42 D.J. Elzinga en K.W. van der Hoek, Het Groninger programcollege, 27, 28. 43 Ibidem, 30. 44 De overige hoofdstukken waren als volgt getiteld: ekonomische ontwikkeling, leefbaarheid, milieu, welzijnszorg, onderwijs en vorming, kunst en cultuur, sport en recreatie, regionale samenwerking, financiën en bestuur en bestuurden. 45 Ten slotte gaf het college aan het beleid door de gehele raad te willen laten controleren en bepalen. Goede en volledige informatievoorzieningen aan alle in de raad vertegenwoordigde partijen beschouwde het college dan ook als een van haar belangrijkste taken. 46 Integraal beleidsplan 1975-1979, inleiding. 47 Ibidem. 48 Pronkjewail, personeelsblad gemeente Groningen, november 1981. 49 Handelingen 1973/1974, bijlage 615, 17 juni 1974. Het raadsbesluit dateerde van 12 augustus van hetzelfde jaar. 50 G. Offerman, De Oosterpoort, 149-152. 51 D. J. Elzinga, K.W. van der Hoek, Het Groninger programcollege, 77. 52 B&W verkozen deze variant boven de wijkraad als artikel 61-commissie. Artikel 61 van de gemeentewet stelde gemeenten sinds 1964 in staat bevoegdheden te decentraliseren naar daartoe aangewezen organen. 53 Handelingen 1973/1974, bijlage 615. 54 Nota wijkraden, 25 maart 1971. GA, Wijkraden, opbouwwerk; bureau bestuurscontacten; sociale raadsman, 2.07.545. 55 Nota doelstelling binnenstad Groningen, 45. In het vervolg wordt de gangbare naam “Doelstellingennota” gebruikt. 56 Doelstellingennota, 45. 46. Over de samenstelling van de stuurgroep vermeldde de Doelstellingennota weinig bijzonderheden, behalve dan dat de voorzitter een lid van B&W moest zijn en ze terzijde zou worden gestaan door een “begeleidingsteam” van vertegenwoordigers van provincie, Rijk en gemeente. 57 De tekst van de voetnoot luidde als volgt: “Eén der leden, ir. H.J. Dix, is van mening, dat naast de stuurgroep niet alleen het begeleidingsteam Rijk, provincie en gemeente, doch tevens een gemeentelijk begeleidings- of koördinatieteam (diensthoofden) dient te worden opgenomen.” Het begeleidingsteam Rijk, provincie en gemeente zou de stuurgroep van advies moeten dienen. Doelstellingennota, 45. 58 Brief Dix aan B&W, 11 december 1972. GA, Aanpak van de stadsvernieuwingsproblematiek (1973 e.v.), deel 2, 1.777.811.221. 59 Handelingen 972/1973, bijlage 152. Liefst drie commissievergaderingen waren niet doorgegaan, vanwege een te kleine opkomst. Vier commissies hadden wel vergaderd, maar geen advies uitgebracht, eveneens omdat er te weinig commissieleden aanwezig waren. 60 Verder werden 24 organisaties en instellingen uitgenodigd hun reactie te geven. De helft daarvan gaf gehoor aan die oproep. Van zeven organisaties en personen kreeg de gemeente een spontane reactie. 61 Raadsvoordracht bij Doelstellingennota, Handelingen 1972/1973, bijlage 152. 62 Handelingen 27 november 1972. 63 Ibidem. 64 Ibidem, 4 december 1972, 171. 65 De projectgroep bestond uit de volgende personen: de uit Oldenburg afkomstige ir. H. Latta, stedenbouwkundige en projectleider, drs. G.E. Engbert, organisatiedeskundige, ir. Yap Hong Seng, ruimtelijk econoom, beiden eveneens extern lid, en de gemeenteambtenaren H. Eijsbroek (stedenbouwkundige dienst Stadsontwikkeling en Volkshuisvesting), drs. A. Bos (Economisch Sociografisch Bureau), J. van der Zee (bureau Verkeerszaken), ing. S. Tolsma (Openbare Werken) en H. Pol (secretaris, gemeentesecretarie). 66 Interview R. Vos. 67 Handelingen 1972/1973, bijlage 407, 28 maart 1973.
Hajema Dissertatie
NOTEN
29-10-2001
15:28
Pagina 423
423
68 Ibidem. 69 “Voorstel betreffende aanpak van de stadsvernieuwing.” Handelingen 1972/1973, Bijlage. 441, 18 april 1973. 70 Ibidem. 71 R. Vos, Voor wie A zegt ....., 5. Privébezit R. Vos. 72 Ibidem, 7,8. 73 Nieuwsblad van het Noorden 18 april 1973. 74 Voorwoord Buurten in beweging. 75 Tussenbericht I, Inleiding. 76 Ibidem, 11 e.v. Zie voor een toelichting op het begrip “open planproces” ook R. Vos, De burger aan de bak, 1 en het Bestemmingsplan Binnenstad Groningen 1976. 77 Deze laatste was de opvolger van de Stedebouwkundige Adviesraad en de Raad voor het Verkeer. De SAR en de Raad voor het Verkeer gingen in 1972 samen in een nieuwe Raad voor de Ruimtelijke Ordening. 78 Tussenbericht III, 5. 79 Brief aan de Gemeenteraad van Groningen, 26 mei 1975. 80 Nieuwsblad van het Noorden, 28 mei 1975. 81 Ibidem, 26 juli 1975. 82 Handelingen, 8 december 1970. 83 Handelingen, 4 december 1972. 84 Interview H. Buiter. 85 Brief D. Wolff aan de auteur, 6 augustus 2001. 86 Handelingen, 6 september 1971. 87 Nieuwsblad van het Noorden, 6 september 1971. 88 Interview M. van den Berg. 89 Brief Werkgroep Binnenstad, 7 mei 1973. GA, Stadsvernieuwing. 90 Interview C. Klarenberg. 91 Interview J. Wallage. 92 Interview D. Dalmolen. 93 Notitie D. Wolff, 14 juli 1971. GA, Plannen voor de uitgave van een gemeentelijk cultureel informatieblad, 2.07.353.33. 94 Notitie gemeentesecretaris Brederveld, 5 augustus 1971. Wethouder Hendriks zag wèl iets in het voorstel van de voorlichter. Een eigen blad bood “de mogelijkheid ons rechtstreeks tot de burgers te richten,” zo schreef Hendriks. Daardoor kon de gemeente bezuinigen op het maken van advertenties en brochures. GA, Plannen voor de uitgave van een gemeentelijjk cultureel informatieblad, 2.07.353.33. 95 Beleidsplan voorlichting 1975-1978, 1 augustus 1974. In: GA, Integrale beleidsplanning 1975-1979, 2.07.352.6. 96 Interview D. Wolff. 97 Interview H. Buiter. 98 Interview D. Wolff. 99 Collegeprogramma 1974-1978.
Hajema Dissertatie
29-10-2001
424
15:28
Pagina 424
DE GLAZENWASSERS VAN HET BESTUUR
Hoofdstuk 8 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
20 21 22 23 24 25 26 27
28
29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39
Intentieverklaring getekend door burgemeester A.A.F.M. Staatsen van Groningen, hoofddirecteur A.H.P. Grotens van de NV Nederlandse Gasunie en T. Knoop, voorzitter van het stichtingsbestuur van het Groninger Museum, d.d. 28 september 1987. Toespraak van Rein Zunderdorp op de startdag in de Groninger Stadsschouwburg, 6 mei 1987. Archief Bestuursdienst gemeente Groningen, VOnK, 2.07.8 Ibidem. Ibidem. Gegevens afdeling Financiën dienst Sociale Zaken en Werk gemeente Groningen. Informatiemap Bureau Bedrijfsleven gemeente Groningen, 1984. Interview Y. Gietema. Interview R. Vos. Y. Gietema, “Hoe zat het allemaal ook alweer?” In: De omslag, 22. Ibidem, 24. Nieuwsblad van het Noorden, 24 april 1985. Interview Y. Gietema. Nieuwsblad van het Noorden, 25 februari, 3, 17 en 24 maart 1984. Ibidem, 17 maart 1984. Ibidem. Structuurplan Groningen 1987, 10. Ibidem, 29. Ibidem, 46. De overige intensiveringsgebieden waren het AAgrunolgebied, de zone Oosterhaven, AZG-terrein, het voormalige circus-, boden- en gasfabriekterrein, de zone tussen het Damsterdiep, het Eemskanaal en het Van Starkenborghkanaal, tot aan de oostelijke ringweg en de zone langs de zuidelijke ringweg. Ibidem, 46. J. Heeling, “Een terugblik en een nabeschouwing.” In: De omslag, 85. De omslag, 25. Ibidem. Zie ook: Nieuwsblad van het Noorden, 13 maart 1986. Ibidem. J. Does en M. Schmitt, “Ruimte voor verbeelden.” In: Stadsontwerp Groningen, 61. Ibidem, 68. Ibidem, 70. J. Does en A. Schut, “Verbindingskanaal Groningen. Intensiveren maar hoe?” In Contour, 4, 1987, 5-13. Beide auteurs waren werkzaam bij de dienst RO van de gemeente Groningen. Het blad Stedebouw en Volkshuisvesting publiceerde in januari 1987 een artikel van gemeenteambtenaar F.H. van der Veer over het ontwerp-structuurplan onder de titel “Structuurplan Groningen: zo kan het ook!” Voogd plaatste alleen een kanttekening op de veronderstelling van de gemeente op de hoogte te zijn van bijvoorbeeld de woonwensen van “hogere inkomensgroepen” en andere “gebruikers” van de stad. H. Voogd, “Van regelplanning naar prikkelplanning.” In: Contour, 5, 1987, 14-17. Nieuwsblad van het Noorden, 3 oktober 1987. Ibidem, 4 januari 1988. Groninger Gezinsbode, 29 april 1988. Nieuwsblad van het Noorden, 15 september 1987. Ibidem, 17 september 1987. Ibidem, 23 september 1987. Ibidem, 24 september 1987. Ibidem, 28 september 1987. Interview Y. Gietema, De omslag, 42. Interview D. Dalmolen. Tammeling, De krant bekeken, 222-226.
Hajema Dissertatie
NOTEN
40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84
29-10-2001
15:28
Pagina 425
425
Interview M. Hoexum. Ibidem. Ibidem. Interview H. Rozie. Interviews Y. Gietema, C. Lemmens en R. Zunderdorp. Groninger Gezinsbode, 28 september 1988. Ibidem, 17 oktober 1988. De Volkskrant, 22 oktober 1988. Nieuwsblad van het Noorden, 29 oktober 1988. Ibidem, 3 november 1988. Groninger Gezinsbode, 9 november 1988. Nieuwblad van het Noorden, 17 november 1988. Ibidem, 24 november 1988. Groninger Gezinsbode, 30 november 1988. Groninger Stadsblad, 23 november 1988, Groninger Gezinsbode, 25 en 30 november 1988. Groninger Gezinsbode, 18 november 1988. Interview Y. Gietema. Ibidem. J. de Boer, “PPS langs het Groninger Verbindingskanaal.” In: Mededelingenblad BNS, januari 1989. J. Does en A. Schut, “Verbindingskanaalzone Groningen. Intensiveren, maar hoe?” In: Contour, 4, 1987. G. Daan en T. Visser, “Rake grepen voor een nieuw stadsperspectief.” In: Contour, 4, 1987. Interview Y. Gietema. Gegevens uit het gemeentelijk personeelsblad Pronkjewail, november 1981. Pronkjewail, februari en maart 1982. Richtlijnen voor het schrijven van een nota. Afdeling Management en Organisatie, afdeling Interne Zaken, 1982. Een nota over nota’s. Afdeling Management en Organisatie, 1982. De naam van de medewerker van MO: Anton Brand. Integraal Beleidsplan gemeente Groningen 1985-1988, 175. Ibidem, 177-178. Interview R. Zunderdorp. Ibidem. Interviews J. Bosma en R. Meijerink. Interview J. Staatsen. Voorstellen voor de Herstructurering van de gemeentelijke organisatie. Eindrapport Werkgroep Herstructurering Gemeente Groningen, 13. Ibidem, 27. Ibidem, 29. Ibidem. Interview Y. Gietema. Huisstijl. Gemeente Groningen, 1986, 3. Ibidem. Verslag bijeenkomst van het project Cultuurverandering en huisstijl, 12 en 13 maart 1987. Archief Bestuursdienst gemeente Groningen, VOnK, 2.07.8. R. Zunderdorp, “De gemeente op zoek naar een nieuwe rol.” In: T. Pauka en R. Zunderdorp, De banaan wordt bespreekbaar, 48. Ibidem, 40. Trouw, 29 april 1987. De betrokken journalist was J. Sloothaak. Bron: Interview C. Lemmens. Interview C. Lemmens. Interview R. Zunderdorp. Interview C. Lemmens.
Hajema Dissertatie
426
29-10-2001
15:28
Pagina 426
DE GLAZENWASSERS VAN HET BESTUUR
85 Groninger Gezinsbode, 11 mei 1987. Het Nieuwsblad liet commentaar achterwege en volstond 23 mei met een bericht over de nieuwe gemeentelijke huisstijl die op handen was. 86 Interview Y. Gietema. 87 T. Pauka en R. Zunderdorp, De banaan wordt bespreekbaar. 88 De Volkskrant, 7 maart 1988. 89 Nieuwsblad van het Noorden, 9 maart 1988. 90 Groninger Gezinsbode, 9 maart 1988. 91 Verslag strategiebijeenkomst 25 maart 1988. Archief Bestuursdienst gemeente Groningen, VOnK, 2.07.8. 92 The VOnK-project. Engelstalige video over VOnK, Groninger Audiovisuele Archieven, 1302, nr. 95. 93 Interview J. Staatsen. 94 Interview R. Zunderdorp. 95 Interview J. Bosma. 96 Ibidem. 97 Interview C. Lemmens. 98 Ibidem. 99 R. Zunderdorp, Cultuurverandering bij de overheid, 10. 100 Ibidem. 101 Wethouder P. Huisman was primair verantwoordelijk voor de Kredietbank. 102 Procesbeschrijving VOnK-project gemeente Groningen, 22. Archief Bestuursdienst gemeente Groningen, nr. 2.07.8, dossier VOnK. 103 Interview J. Staatsen. 104 R. Zunderdorp, “Het vervolg.” In: T. Pauka en R. Zunderdorp, Banaan voor gevorderden, 80-81. 105 Interview J. Bosma. 106 Interviews D. Wolff en J. Bosma. 107 Vaart in Voorlichting, 11. B&W-besluit 26 april 1988. Archief Bestuursdienst gemeente Groningen, 07.551. 108 Ibidem. 109 Ibidem, 13. 110 Interview J. van de Meché. 111 Ibidem. 112 Nieuwsblad van het Noorden, 14 november 1988. 113 Interview Y. Gietema. 114 Groninger Gezinsbode, 13 en 17 februari 1989. 115 Ibidem, 21 januari en 3 februari 1989. 116 Interview Y. Gietema. 117 Nieuwsblad van het Noorden, 23 maart 1989, Groninger Gezinsbode, 24 maart 1989. 118 Nieuwsblad van het Noorden, 29 maart 1989. 119 Ibidem, 4 april 1989. 120 Groninger Gezinsbode, 13 september 1989. 121 Ibidem, 1 november 1989. 122 Nieuwsblad van het Noorden, 28 maart 1999. 123 Ibidem, 26 maart 1990. 124 Groninger Gezinsbode, 4 april 1990. 125 Nieuwsblad van het Noorden, 3 april 1990. 126 De Volkskrant, 29 maart 1990, NRC Handelsblad, 14 april 1990. 127 Interview Y. Gietema.
Hajema Dissertatie
29-10-2001
NOTEN
15:28
Pagina 427
427
Hoofdstuk 9 1 2 3
4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23
24 25 26 27 28
P.W. Tops en P. Depla, In het zicht van de haven, 15. In 1997 werden referenda gehouden over de bouw van IJburg, een nieuwe wijk, en over het bebouwen van een weiland bij Sloten. Een jaar later volgde een referendum over een nieuwe metrolijn. Aanvankelijk gold in Amsterdam een opkomstdrempel van 60 procent van de laatst gehouden gemeenteraadsverkiezingen. De meerderheid van de opgekomen kiezers besliste vervolgens. In een nieuwe referendumverordening moesten ten minste dertig procent van de kiesgerechtigden tegen het voorgenomen raadsbesluit stemmen. Dat betekende in de praktijk dat ongeveer twee maal zo veel tegenstemmers nodig waren om een besluit van tafel te krijgen. Zie hierover P. Neijens en Ph. van Praag, De slag om IJburg, 8. De publiciteitscampagnes van voor- en tegenstanders van de nieuwe wijk IJburg zijn uitvoerig besproken en geanalyseerd in Neijens en Van Praag, De slag om IJburg. Ibidem, 162. Een uitvoerig relaas hierover in A. van Liempt en G. van Westing, Klem tussen de draaideur. Zie bijvoorbeeld R. Andeweg en H. van Gunsteren, Het grote ongenoegen. Over de kloof tussen burgers en politiek. Woltjer, Recent verleden, 502. Voorbeelden hiervan in Van Gunsteren en Andeweg, Het grote ongenoegen, 9 e.v. Meer hierover in paragraaf 3 van dit hoofdstuk. W.J.M.J.M. Kickert, “Toekomst van bestuurskunde in historisch perspectief.” In: Bestuurskunde en praktijk, 255 e.v. Van Gunsteren en Andeweg, Het grote ongenoegen, 54, 55. M. Bovens, W. Derksen, W. Witteveen, F. Becker en P. Kalma, De verplaatsing van de politiek, 21. P.W. Tops, Gemeenten en gezag, 23. P. Frissen, De lege staat, 24, 25. Ibidem, 12, 18 e.v. Zie verder paragraaf 9.3. De andere PvdA-wethouder was P. Huisman van Sociale Zaken. De derde sociaaldemocratische wethouder bleef wel op haar post. Dat was de wethouder van Financiën, T. van der Vondervoort. Gegevens Sociaal Cultureel Rapport gemeente Groningen 1998. De SP had in 1998 1050 leden in Groningen, de PvdA 1275. Maar het ledental van de PvdA daalde gestaag, terwijl dat van de SP omhoog schoot. Dat was het programma Hart van de Regio. Ik was namens de Informatiseringsbank betrokken bij de totstandkoming van dit programma, dat werd gepresenteerd door Paul de Leeuw. Lokale democratie en bestuurlijke vernieuwing. Samenvatting, 2. Diagnostisch onderzoek ten behoeve van het effectief uitvoeren van het bestuurlijke vernieuwingsbeleid. Samenvatting, 13, 14. P.W. Tops en P. Depla, “De ontrafeling van de politieke en bestuurlijke vernieuwing.” In: N. Dubbelboer en P.W. Tops, De democratische stad. Zie bijvoorbeeld ook R.J. in ’t Veld, H.H.F.M. Daemen en C.J. Dekker, De gemeenteraad als drager van democratie, een onderzoek verricht in opdracht van de gemeente Eindhoven. Voorwoord Plan van aanpak Bestuurlijke vernieuwing, gemeente Groningen 1992. Bestuurlijke vernieuwing. Naar een betere relatie tussen Burgers en Gemeente. Uitgave van het Nederlandse Centrum voor Democratische Burgerschapsvorming en de Stichting Nederlands Centrum voor Politieke Vorming. Amsterdam/Leiden, 1992. Zie bijvoorbeeld R.J. in ’t Veld, H.H.F.M. Daemen en J.A. de Bruijn, Verbetering beleidsontwikkeling gemeente Eindhoven. Erasmus Universiteit, Rotterdam 1992. P. Thewissen en H. Klootwijk, Bestuurlijke vernieuwing, 72 e.v. Ibidem. Deze publicatie geeft een goed overzicht van de initiatieven in Nederlandse gemeenten in de periode 1990-1992.
Hajema Dissertatie
428
29-10-2001
15:28
Pagina 428
DE GLAZENWASSERS VAN HET BESTUUR
29 Mijn idee! 30 Maatschappelijke discussie Energiebeleid, 2. 31 Zie bijvoorbeeld P.W. Tops e.a., Verhalen over co-produktie. De praktijk van politieke en bestuurlijke vernieuwing in Noordbrabantse gemeenten. 32 P.W. Tops en R. Weterings, “Gemeentelijk beleid en co-produktie.” In: A.F.A. Korsten en P.W. Tops, Lokaal bestuur in Nederland, 527. 33 Zie hierover o.m. G. Schouw en P.W. Tops, Stijlen van besturen, 12 e.v. 34 Gegevens afdeling Communicatie, dienst RO/EZ gemeente Groningen. 35 Dualisme en lokale democratie, 16-23. Ook twee van de vijf “referenten” van de commissie waren uit Groningen afkomstig: de Groninger hoogleraar A.H.M. Dölle, lid van de Eerste Kamer voor het CDA en voormalig fractievoorzitter voor het CDA in de Groninger gemeenteraad, en de vroegere gemeentesecretaris van Groningen, E. Brederveld. 36 Ibidem, 64 e.v. 37 Ibidem, 107. 38 Ibidem, 118, 119. 39 Ibidem, 19, 307 e.v. 40 Ibidem, 443 e.v. 41 De Beuk, Verbeteringsmogelijkheden voor het functioneren van de gemeentepolitiek in Groningen, 11 e.v. 42 Raad en Daad. Rapport van de Commissie D. Gemeente Groningen, 1991. De D. stond voor Dölle, de naam van de fractievoorzitter van het CDA. 43 Ibidem, 2. 44 Ibidem, 13. 45 Leerzaam zijn de voorbeelden die Van Gunsteren en Andeweg hiervan hebben gegeven in hun boek Het grote ongenoegen, p. 11 e.v. 46 Deze gedetailleerde gegevens zijn afkomstig uit het Groninger Dagblad van 27 juli 1946. 47 Gegevens afkomstig van telefonische interviews met drie oud-leden van de gemeenteraad: W. Hendriks (PvdA), mr. E. IJspeert (CHU) en F. von Meijenfeldt (ARP). 48 Het GPV ging in 2001 samen met de Reformatorisch Politieke Federatie. 49 Dualisme en lokale democratie, 343 e.v. 50 W.Kickert, “Toekomst van Bestuurskunde in Historisch Perspectief.” In: Bestuurskunde en praktijk, 260. 51 H. Koningsveld, Het verschijnsel wetenschap, 155 e.v. 52 Dualisme en lokale democratie, 97. 53 Rapport van de staatscommissie van advies inzake de relatie kiezers-beleidsvorming. Den Haag, 1985. 54 Ph. Van Praag en C. van der Eijk, “De veranderde relatie tussen burger en politiek.” In: Ph. Van Praag (red.), Een stem verder. Het referendum in de lokale politiek, 17. 55 Ph. Van Praag, “Verkeerde argumenten voor een goed instrument.” In: Van Praag (red.), Een stem verder, 1-3. 56 Ibidem. 57 Ibidem, 4. Zie ook: U wordt verzocht. Evaluatie van het eerste in Groningen gehouden referendum, 89 e.v. 58 P.W. Tops en P. Depla, In het zicht van de haven, 21. 59 U wordt verzocht, 78. 60 H. Kriese, “Directe democratie in de Zwitserse politiek.” In: Van Praag (red.), Een stem verder, 107 e.v. 61 Ibidem. 62 Zie hiervoor uitvoerig diverse artikelen in Neijens en Van Praag, De slag om IJburg. 63 Gemeenteblad Groningen, Referendumverordening 1997. Bij die onderhandelingen was ik zelf nauw betrokken. Als “coördinator bestuurlijke vernieuwing” had ik de taak een referendumverordening te laten opstellen die voor beide collegepartijen acceptabel was.
Hajema Dissertatie
NOTEN
64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76
29-10-2001
15:28
Pagina 429
429
W. Saris e.a., Inspraak-enquête over de herinrichting van de Grote Markt te Groningen, 2. Ibidem, 16 e.v. Ibidem, 9. Brief N.S.J. Koeman aan B&W van Groningen, 18 september 1998. Archief dienst RO/EZ gemeente Groningen. Dat was het Groninger reclamebureau Thalen. Brief van de referendumcommissie aan het college van B&W van Groningen, 22 januari 2001. Onze Binding, blad van de afdeling Groningen van de PvdA, maart 2001. S.A.H. Denters en V. Veldheer, “Gemeentelijke taken.” In: Lokaal bestuur in Nederland, 74. Op de maat van de burger, 14 e.v. S. Borger, H.B. Winter en J. de Ridder, Met de nodige bezwaren, x. Jaarplan 2001 afdeling Communicatie dienst RO/EZ gemeente Groningen. Dat wil zeggen, als het om processen van besluitvorming ging. Voor de communicatie over vergunningen, subsidies en officiële documenten lag dat anders. Daarbij waren burgers aangewezen op ambtelijke diensten en bedrijven. Gegevens uit het boekwerk Uit het stadhuis geklapt van Paulien Bousema, medewerkster van deze typekamer.