Bouwen van 12 koopwoningen
–
Ijzerwegstraat te Avelgem
2 ALGEMEEN VEILIGHEIDS – EN GEZONDHEIDSPLAN 2.1 Algemene inleiding Dit document is opgesteld op basis van het K.B. van 25 januari 2001 (B.S. 7 februari 2001) betreffende tijdelijke en mobiele bouwplaatsen. Zoals beschreven in artikel 25 van dit K.B. bevat dit document de risicoanalyse en de vast te stellen preventiemaatregelen ter voorkoming van de risico’s waaraan de werknemers kunnen blootgesteld worden als gevolg van: 1° de uitvoering van het werk 2° de wederzijdse inwerking van activiteiten van de diverse tussenkomende partijen die tegelijkertijd op de tijdelijke en mobiele bouwplaats aanwezig zijn 3° de opeenvolging van de activiteiten van de diverse tussenkomende partijen op een tijdelijke of mobiele bouwplaats wanneer een tussenkomst, na het beëindigen ervan, risico’s laat bestaan voor de andere tussenkomende partijen die later zullen tussenkomen 4° de wederzijdse inwerking van alle installaties of alle andere activiteiten op of in de nabijheid van de site waar de tijdelijke of mobiele bouwplaats is gevestigd, inzonderheid het openbaar of privaat goederen- of personenvervoer, het aanvatten of de voortzetting van het gebruik van een gebouw of de voortzetting van eender welke exploitatie 5° de uitvoering van mogelijke latere werkzaamheden aan het bouwwerk Het veiligheidsplan van de bouwplaats is het belangrijkste coördinatie-instrument. Het bevat de maatregelen die kunnen voorkomen dat er risico’s ontstaan die voornamelijk voortvloeien uit de wederzijdse inwerking en de opeenvolging van de activiteiten van de diverse tussenkomende partijen op de bouwplaats. Het plan bevat technische gegevens (risicoanalyse, preventiemaatregelen, beschrijving van het bouwwerk, instructies voor de tussenkomende partijen, …) en administratieve inlichtingen.
2.2 Beschrijving van het project 2.2.1
Beschrijving der werken
Bouwen van 12 koopwoningen, gelegen in de verkaveling Ijzerwegstraat, te B-8580 Avelgem: de werken zijn opgedeeld in één lot (één aanneming): 1. Ruwbouw en afwerking + technieken
Algemeen veiligheids-en gezondheidsplan + Algemene Risicoanalyse
7
Bouwen van 12 koopwoningen
–
Ijzerwegstraat te Avelgem
De voornaamste uit te voeren werken : 1. Ruwbouw en afwerking + technieken - voorbereidende werkzaamheden nieuwbouw: opstellen werfinrichting - grond – en funderingswerken - plaatsen van regenwaterputten en rioleringswerken - verwezenlijken van de draagstructuren (metselwerken) - gevelmetselwerken – gevelbekleding - plaatsen van de predallen - paramentmetselwerken en voegwerken - plaatsen van platte dakisolatie - plaatsen van dakdichting - plaatsen van tapbuizen en afleiders - plaatsen van buitenramen - plaatsen van buitendeuren - plaatsen glas - opvoegen van buitenschrijnwerk met elastische voeg - pleisterwerken - chapewerken (uitvullingslaag + eindlaag) - plaatsen vloerisolatie - vloerwerken - plaatsen vensterdorpels en binnentabletten - binnenschrijnwerk (oa binnendeuren, trap, …) - plaatsen keuken - CV, sanitair en ventilatie oa: • inslijpen van sleuven • plaatsen van leidingen inbouw en opbouw • plaatsen van gasleiding • uitvoeren van betonboringen • plaatsen van gaswandketel en toebehoren • plaatsen van verwarmingselementen • plaatsen van sanitaire toestellen • plaatsen van ventilatiekanalen -
elektriciteitswerken oa: • inslijpen van sleuven • plaatsen van leidingen inbouw en opbouw • voorzien van nodige elektriciteitskasten • plaatsen van lichtarmaturen • plaatsen branddetectie
-
buitenverhardingen groenaanleg
Algemeen veiligheids-en gezondheidsplan + Algemene Risicoanalyse
8
Bouwen van 12 koopwoningen
2.2.2
–
Ijzerwegstraat te Avelgem
Karakteristieken van het bouwterrein
Het bouwterrein is gelegen op onderstaand adres: Ijzerwegstraat B-8580 Avelgem Terrein waarop werken plaatsvinden is op een nieuw aangelegde site. Delen die vrij toegankelijk zijn dienen voorzien te worden van een werfomheining. Een werfinrichtingsplan dient opgemaakt te worden samen met een signalisatieplan. Bij beide dient er rekening gehouden te worden met bestaande situatie en verkeer. De impact op huidige verkeerssituatie en buurtbewoners dient dan ook tot een minimum beperkt te worden. De volledige werfinrichting dient te gebeuren zodat er bv geen lasten over de openbare weg dienen getransporteerd te worden. Inbeslagname van openbare weg kan enkel mits het verkrijgen van de nodige vergunningen. Bij levering van materialen (bouwstoffen – beton - …) dient hiermee rekening gehouden te worden. Bij eventuele inbeslagname van openbaar terrein (parkings) dienen de nodige stappen ondernomen te worden. (signalisatie, vergunning,…)
2.2.3
Verloop van de bouwwerkzaamheden
De planning der werken is terug te vinden in bijlage. De uitvoeringstermijn is 400 kalenderdagen. Startdatum voorzien vermoedelijk eind 2015. Maximaal aantal werknemers op de werf: vermoedelijk 25
Algemeen veiligheids-en gezondheidsplan + Algemene Risicoanalyse
9
Bouwen van 12 koopwoningen
–
Ijzerwegstraat te Avelgem
2.3 Algemene administratieve inlichtingen 2.3.1
Partijen betrokken bij de uitvoering van de werken
Naam opdrachtgever – 12 woningen: Zuid-West-Vlaamse Sociale Huisvestingsmaatschappij straat: Damkaai nr.: 5 bus 1 postnummer: 8500 gemeente: Kortrijk tel.: 056/23 01 20 fax: 056/23 01 21 Kontaktpersoon: Dhr Dries Cuvelier Functie: Directeur e-mail: Naam bouwdirectie belast met het ontwerp – architect: Callewaert-Creupelant bvba straat: Goethalslaan nr.: 2 postnummer: 8501 gemeente: Heule tel.: 056/355 402 fax: 056/355 088 GSM: e-mail:
[email protected] Naam bouwdirectie belast met het ontwerp – studie stabiliteit: Callewaert-Creupelant bvba straat: Goethalslaan nr.: 2 postnummer: 8501 gemeente: Heule tel.: 056/355 402 fax: 056/355 088 GSM: e-mail:
[email protected] Naam bouwdirectie belast met het ontwerp – studie technieken: Arkas straat: Goethalslaan nr.: 2 postnummer: 8501 gemeente: Heule fax: 056/355 088 tel.: 056/355 402 GSM: e-mail:
[email protected] Naam bouwdirectie belast met controle op de uitvoering – architect: Callewaert-Creupelant bvba straat: Goethalslaan nr.: 2 postnummer: 8501 gemeente: Heule tel.: 056/355 402 fax: 056/355 088 GSM: e-mail:
[email protected] Naam veiligheidscoördinator-ontwerp: CoVaH – Vanquaethem Xavier straat: Martijn van Torhoutstraat nr: 57 A postnummer: 9700 Gemeente: Oudenaarde tel.: Fax: GSM: 0478/506 412
[email protected] e-mail: Algemeen veiligheids-en gezondheidsplan + Algemene Risicoanalyse
10
Bouwen van 12 koopwoningen
–
Ijzerwegstraat te Avelgem
Naam veiligheidscoördinator-verwezenlijking:CoVaH – Vanquaethem Xavier straat: Martijn van Torhoutstraat nr: 57 A postnummer: 9700 Gemeente: Oudenaarde tel.: Fax: GSM: 0478/506 412 e-mail:
[email protected] Naam hoofdaannemer ruwbouw en afwerking: straat: postnummer: tel.: GSM: e-mail:
nr.: gemeente: fax:
Onderaannemers: Naam aannemer dakdichting: straat: postnummer: tel.: GSM: e-mail: Naam aannemer zinkwerken: straat: postnummer: tel.: GSM: e-mail: Naam aannemer buitenschrijnwerk: straat: postnummer: tel.: GSM: e-mail:
Naam aannemer voegwerken: straat: postnummer: tel.: GSM: e-mail:
nr.: gemeente: fax:
nr.: gemeente: fax:
nr.: gemeente: fax:
nr.: gemeente: fax:
Algemeen veiligheids-en gezondheidsplan + Algemene Risicoanalyse
11
Bouwen van 12 koopwoningen
Naam aannemer ventilatie: straat: postnummer: tel.: GSM: e-mail: Naam aannemer pleisterwerken: straat: postnummer: tel.: GSM: e-mail: Naam aannemer chape: straat: postnummer: tel.: GSM: e-mail: Naam aannemer sanitair: straat: postnummer: tel.: GSM: e-mail: Naam aannemer elektriciteit: straat: postnummer: tel.: GSM: e-mail:
Naam aannemer centrale verwarming: straat: postnummer: tel.: GSM: e-mail:
–
Ijzerwegstraat te Avelgem
nr.: gemeente: fax:
nr.: gemeente: fax:
nr.: gemeente: fax:
nr.: gemeente: fax:
nr.: gemeente: fax:
nr.: gemeente: fax:
Algemeen veiligheids-en gezondheidsplan + Algemene Risicoanalyse
12
Bouwen van 12 koopwoningen
Naam aannemer vloerwerken: straat: postnummer: tel.: GSM: e-mail: Naam aannemer binnenschrijnwerk: straat: postnummer: tel.: GSM: e-mail: Naam aannemer binnendeuren: straat: postnummer: tel.: GSM: e-mail: Naam aannemer keuken: straat: postnummer: tel.: GSM: e-mail:
–
Ijzerwegstraat te Avelgem
nr.: gemeente: fax:
nr.: gemeente: fax:
nr.: gemeente: fax:
nr.: gemeente: fax:
Algemeen veiligheids-en gezondheidsplan + Algemene Risicoanalyse
13
Bouwen van 12 koopwoningen
2.3.2
–
Ijzerwegstraat te Avelgem
Externe partijen
Lokale Federale Politie: straat: Gemeenteplein postnummer: 8580 tel.: 056/64 40 05
nr.: 1B gemeente: Avelgem fax:
Lokale Brandweer: straat: Oudenaardsesteenweg postnummer: 8580 tel.: 056/22 44 44
nr.: 50 gemeente: Avelgem fax:
Ziekenhuis: vzw AZ Oudenaarde straat: Minderbroedersstraat postnummer: 9700 tel.: 055/33 61 11
nr.: 3 gemeente: Oudenaarde fax:
Toezicht Welzijn op het Werk - West-Vlaanderen straat: Koning Albert I-laan postnummer: 8200 tel.: 050/44 20 20
nr.: 1/5 bus 5 gemeente: Brugge fax: 050/44 20 29
N.A.V.B. straat: postnummer: tel.:
nr.: 4 gemeente: Brussel fax: 02/552 05 05
Sint Jansstraat 1000 02/552 05 00
Algemeen veiligheids-en gezondheidsplan + Algemene Risicoanalyse
14
Bouwen van 12 koopwoningen
–
Ijzerwegstraat te Avelgem
2.4 Veiligheid op de bouwplaats 2.4.1
Algemeenheden
In het kader van de wet op het welzijn van 4 augustus 1996 en het K.B. van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen, aangevuld met de bepalingen van het K.B. van 19 januari 2005, is een veiligheids- en gezondheidsplan opgemaakt dat door alle betrokken partijen dient te worden eerbiedigt. Het in praktijk omzetten van het veiligheids- en gezondheidsplan behoort wettelijk tot de taken van de hiërarchische lijn. Dit brengt met zich dat elkeen met beslissingsmacht, moet bijdragen tot het toepassen van de veiligheids- en gezondheidsrichtlijnen door zijn of haar eigen voorbeeld, door het organiseren van zijn werk en dat van de ondergeschikten en door de instructies die deze laatste ontvangen. Het ligt voor de hand dat deze personen assistentie krijgen van de preventieadviseur van hun onderneming en dat zij, in samenwerking met hem, hun werkregeling zodanig uitwerken dat de veiligheids- en gezondheidsrichtlijnen tot alle niveaus doordringen en daar gekend zijn en toegepast worden. Voor bepaalde gevaren kunnen de consignes schriftelijk of door afficheren meegedeeld worden, zoniet ten minste mondeling en zo nodig met regelmatige herhalingen. Iedere onderaannemer dient tijdig, d.i. voor de aanvang van hun tussenkomst, de op de bouwplaats geldende richtlijnen te ontvangen. Hierbij wordt nogmaals aangestipt dat elke werkgever steeds ten volle de verantwoordelijkheid blijft dragen voor zijn eigen werknemers en hun gedrag op de werf. Het veiligheids- en gezondheidsplan vervangt of beperkt in geen geval de wettelijke verplichtingen uit de gangbare wetgeving zoals de CODEX, het ARAB, het AREI, het VLAREM of andere. 2.4.2
Organisatie van de veiligheid
2.4.2.1 Inleiding Teneinde een veilige uitvoering van de werken te verkrijgen, is het belangrijk om op voorhand de risico’s van de bouwplaats in te schatten en de risico’s van de eigen activiteiten te beoordelen en aan te passen. Het doel van dit veiligheids-en gezondheidsplan is: - het voorkomen van menselijk leed en materiële schade - het bevorderen van gezonde arbeidsomstandigheden - het verbeteren van het arbeidsklimaat Om aan deze algemene doelstellingen te voldoen, dienen een aantal organisatorische maatregelen opgelegd te worden. • • • •
Iedere betrokken partij leeft de wettelijke verplichtingen na, in het bijzonder de voorschriften uit de CODEX, het ARAB, het AREI en het VLAREM. Iedere betrokken partij leeft het bouwplaatsreglement na Iedere betrokken partij leeft de voorschriften uit het algemeen veiligheids-en gezondheidsplan na Iedere betrokken partij verleent zijn volledige medewerking aan de veiligheidscoördinatie op de bouwplaats
Algemeen veiligheids-en gezondheidsplan + Algemene Risicoanalyse
15
Bouwen van 12 koopwoningen
–
Ijzerwegstraat te Avelgem
Daar iedere partij op de bouwplaats nieuwe risico’s introduceert, is het belangrijk deze kenbaar te maken. In dit kader is het belangrijk voor de eigen werkzaamheden een specifiek veiligheids- en gezondheidsplan op te maken en aan de veiligheidscoördinator te bezorgen voor de aanvang van de werken. In dit veiligheids- en gezondheidsplan zijn de risico’s en de preventiemaatregelen hernomen die van toepassing zijn op de eigen activiteiten. 2.4.2.2 Afzonderlijk tewerkgestelde werknemers De wetgeving omtrent deze groep werknemers dienen we te zoeken in ARAB, art. 54 ter. Men onderscheidt niet-gevaarlijk en gevaarlijk werk. In de wetgeving wordt geen omschrijving gegeven van beide soorten. De ondernemingen/instellingen moeten bijgevolg zelf, op basis van een risicoanalyse, en in overleg met het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk , bepalen of het al dan niet een gevaarlijk werk is. Volgende werkzaamheden worden over het algemeen als gevaarlijk geklasseerd: -
werken op hoogte (ladders, stellingen, hoogwerkers, …) draaiende (nog niet afgeschermde) machines klemmende (nog niet afgeschermde) machines werken met mechanische transportmiddelen (heftrucks, kranen, rolbruggen, takels) werken met gevaarlijke stoffen werken aan elektrische installaties betreden van besloten ruimtes
Het is verboden om afgezonderde werknemers gevaarlijk werk te laten uitvoeren. Er moet een persoon in de nabijheid zijn die snel alarm kan slaan. De wetgeving spreekt hier dus duidelijk over een persoon, en niet over een werknemer. Het mag dus ook bijv de eigenaar zijn van een bouwproject die ter plaatse aanwezig is. Deze persoon dient dan ook over de nodige apparatuur te beschikken om snel alarm te kunnen slaan. Daarentegen is niet gevaarlijk werk wel toegestaan aan afgezonderde werknemers indien zij over adequate alarmmiddelen beschikken. Belangrijk hier te vermelden is, dat de betrokkene met deze alarmmiddelen zelf alarm moet kunnen slaan (bv GSM, radiofoon,…) 2.4.2.3 Toezicht Het is een verplichting voor alle partijen op de bouwplaats om gevaarlijke situaties te melden. In dit kader en in het kader van toezicht op een veilige uitvoering van de werken en het opvolgen van de verplichtingen vermeld in het algemeen veiligheids- en gezondheidsplan, hebben de bouwheer, de bouwdirectie en de veiligheidscoördinator het recht toezicht uit te oefenen. Dit toezicht heeft betrekking op de uitvoeringswijze van werkzaamheden, het gebruikte materieel en instrumenten. De vertegenwoordigers van de bouwheer, bouwdirectie en de veiligheidscoördinator hebben in dit opzicht het recht om onveilige werkmethoden, onveilig materieel of instrumenten te verbieden, en de werken stil te leggen indien deze het werk zelf of de wijze van uitvoeren gevaarlijk acht voor de mensen, de uitrusting of het milieu.
Algemeen veiligheids-en gezondheidsplan + Algemene Risicoanalyse
16
Bouwen van 12 koopwoningen
–
Ijzerwegstraat te Avelgem
Er dient een onmiddellijk gevolg gegeven te worden aan een gerechtvaardigde bemerking van de bouwheer, bouwdirectie en de veiligheidscoördinator op de werf, gedurende een rondgang op de werf. Inbreuken tegen de veiligheidsvoorschriften worden doorgegeven aan de verantwoordelijke op de bouwplaats van de aannemer en de onderaannemer. De verslaggeving is openbaar en wordt overgemaakt aan alle betrokken partijen op de bouwplaats. Iedere partij op de bouwplaats levert volledige medewerking aan de toezicht van de bovengenoemde diensten, alsook aan het toezicht door de bevoegde overheid. Op vraag van de bouwheer, bouwdirectie en de veiligheidscoördinator kunnen bepaalde documenten opgevraagd worden, welke steeds op de bouwplaats aanwezig dienen te zijn: - product informatiefiches van de opgeslagen producten - geldige verslagen van wettelijk verplichte keuringen - geldige verslagen van wettelijk verplichte meldingen - bewijs van medisch onderzoek voor veiligheidsfuncties 2.4.2.4 Noodprocedure Ieder werkongeval of incident moet onmiddellijk gemeld worden aan de verantwoordelijke voor de veiligheid op de bouwplaats. Bij een werkongeval vullen de betrokken aannemers de nodige verzekeringsformulieren in. Zij vullen tevens een werkdocument in en maken dit over aan de veiligheidscoördinator. Bij iedere interventie betreffende EHBO wordt een onderzoek uitgevoerd waarbij op de volledige assistentie van de medewerkers op de werf gerekend kan worden, om de onderliggende oorzaak van het ongeval of incident te achterhalen en gepaste preventiemaatregelen te treffen om elk gelijkaardig voorval te voorkomen. De veiligheidscoördinator dient op de hoogte gehouden te worden van de toestand van personen die EHBO toegediend kregen. In ieder geval dient de werfleiding ingelicht te worden van iedere interventie betreffende EHBO en contact name met externe hulpverlening teneinde de hulpdiensten aan de ingang van de werf op te wachten, de nodige inlichtingen te verschaffen en naar de plaats van het ongeval te begeleiden. In bijlage is een intern noodplan gevoegd die steeds beschikbaar moet zijn op de bouwplaats. 2.4.3
Bouwplaatsmaatregelen
2.4.3.1 Inrichting van de werkplaats Voor de aanvang van de effectieve werkzaamheden, wordt de inplanting van de bouwplaats bekeken, in het bijzonder de inrichting van de werfburelen, lokalen voor het personeel, sanitaire installaties, opslagruimten en eventueel werkplaatsen. De werfburelen en de lokalen voor het personeel dienen vanaf de openbare weg toegankelijk te zijn zonder de persoonlijke beschermingsmiddelen, die voor het verder betreden van de werf wel noodzakelijk zijn. Een gepaste afbakening moet deze zone omgeven en de nodige pictogrammen dienen aangebracht te worden om te wijzen op de noodzaak van individuele bescherming op de eigenlijke werf. Algemeen veiligheids-en gezondheidsplan + Algemene Risicoanalyse
17
Bouwen van 12 koopwoningen
–
Ijzerwegstraat te Avelgem
De inrichting van de werkplaats wordt op tekening gezet en overgemaakt aan de veiligheidscoördinator, die deze zal controleren en eventuele aanpassingen zal aanvragen. Deze tekening dient onder meer voor de studie van volgende elementen: -
studie van de toegang tot de bouwplaats de aanleg van in- en uitgangen, en parkeerplaatsen de aanwezigheid en de staat van de aanpalende gebouwen de inplanting van de werfburelen, lokalen voor het personeel, sanitaire installaties, opslagruimten en eventueel werkplaatsen de inplanting van de voorzieningen voor afvalverwijdering de installatie van de diverse nutsvoorzieningen (water, gas, elektriciteit,…) de elektrische installatie op de bouwplaats met plaatsopgave van de aftakkasten de opslagplaatsen van gevaarlijke of ontvlambare producten en materialen gekozen in functie van de aard van deze producten de ligging van het lokaal voor eerste hulp waarin aangeplakt de noodoproepnummers van de hulpdiensten (zie bijlage)
2.4.3.2 Toegang tot de bouwplaats Vanaf de aanvang van de werken zal de bouwplaats voldoende aangeduid en omheind worden om elke toegang vanaf de openbare weg onmogelijk te maken voor derden. Opschriften met uitdrukkelijk toegangsverbod worden op meerdere plaatsen aangebracht(fig.2.1). Bij de werftoegang wordt dit toegangsverbod aangevuld met gebodspictogrammen voor verplichte helmdracht en veiligheidsschoeisel(fig. 2.2).
Fig. 2.1 Toegangsverbod
Fig. 2.2a Verplichte helmdracht Algemeen veiligheids-en gezondheidsplan + Algemene Risicoanalyse
Fig. 2.2b Veiligheidsschoeisel 18
Bouwen van 12 koopwoningen
–
Ijzerwegstraat te Avelgem
Het personeel van de aannemer is enkel toegelaten op de bouwplaats voor zover deze aannemer werken uitvoert en op plaatsen waar de werken uitgevoerd worden. Voor voertuigen die de werf betreden: - is de maximum toegelaten snelheid 5km/u - is achteruitrijden zonder begeleiding verboden - is achteruitrijden enkel toegelaten mits aanwezigheid van een geluidssignaal - geldt dat zij de doorgang steeds vrij moeten laten voor snelle evacuatie 2.4.3.3 Sociale voorzieningen De verschillende lokalen zullen zodanig in een of meerdere zones gegroepeerd worden, dat ze gemakkelijk toegankelijk zijn voor de werknemers. Een voldoende afstand ten opzichte van de openbare weg moet steeds bewaard blijven. De lokalen van de sanitaire installatie (kleedruimtes, refters, wasplaatsen, toiletten) voldoen aan de wettelijke hygiëne- en veiligheidseisen en moeten telkens, als het nodig is, en minstens eenmaal per dag, gereinigd worden. De sanitaire afvoeren zullen aangesloten worden op een septische put of op de openbare riolering, conform de plaatselijke reglementering. De lokalen dienen uitgerust te zijn met een voldoende aantal en aangepaste brandbestrijdingsmiddelen. Deze moeten gemakkelijk bereikbaar zijn en jaarlijks worden gecontroleerd. 2.4.3.4 Opslag van gevaarlijke producten Volgens de algemene preventiebeginselen moet men er zich eerst van gewissen dat er voor dezelfde toepassing geen minder gevaarlijke producten, met evenwaardige eigenschappen bestaan. De opslagplaats van ontvlambare producten, van welke aard ook, moet zorgvuldig uitgekozen worden. De inplanting dient zo ver mogelijk van arbeidsplaatsen te worden voorzien. Vooral het uitvoeren van werken als branden, lassen en slijpen zijn in de omgeving van de opslagplaats verboden. De opslagplaats voor gevaarlijke producten is afzonderlijk afgesloten en voorzien van voldoende aantal brandbestrijdingsmiddelen en is tevens voorzien van verbodspictogrammen voor rook- en vuurverbod (fig. 2.3).
Fig. 2.3a Vuur, open vlam verboden
Fig. 2.3b Verboden te roken
Algemeen veiligheids-en gezondheidsplan + Algemene Risicoanalyse
19
Bouwen van 12 koopwoningen
–
Ijzerwegstraat te Avelgem
Elke aannemer dient er voor te zorgen dat alle recipiënten voor gevaarlijke producten voorzien zijn van de reglementaire gevaarsetikettering, voorzien van de gevaarspictogrammen, productbenaming en de gevaar- en beschermingsinstructies (fig. 2.4). Van de opslagplaats voor gevaarlijke producten dient een inventaris bijgehouden te worden die ter beschikking staat in geval van noodinterventie van de hulpdiensten. 2.4.3.5 Opslag van materiaal In het inplantingsplan is voor iedere aannemer een zone toegewezen voor de opslag van materiaal. Deze zone wordt door ieder gerespecteerd en is voldoende ver verwijderd van de verkeerszones zodat het normale werfverkeer minimaal gehinderd worden bij laad- of loswerkzaamheden De orde en netheid van de opslagplaatsen dient gerespecteerd te worden en de stapeling dient op een veilige manier uitgevoerd te worden met voldoende vrije doorgang tussen het gestapeld materiaal. 2.4.3.6 Elektrische installaties Het geheel van elektrische installaties dient te voldoen aan de voorschriften van het AREI, wat o.a. beschermingsgraad IP 44 vereist voor het materieel dat dient voor het transport van de elektrische stroom in de open lucht. De bevoorradingspunten van de elektrische installaties zijn aangegeven in het inplantingsplan. Iedere vaste elektrische installatie (grote machines, torenkranen, werfborden, werfburelen,…) mogen pas aan de elektrische installatie aangesloten worden na het overmaken van een geldig keuringsverslag aan de veiligheidscoördinator. Stroomkabels op de werf zijn beschermd tegen beschadiging door het werfverkeer. Ze worden zoveel mogelijk gegroepeerd en duidelijk zichtbaar op de werf geplaatst. Bij het kruisen van werfwegen worden deze op een degelijke wijze mechanisch beschermd. De stroomkabels worden bij grote overspanning opgehangen aan een staalkabel om geen trekkrachten in de kabel zelf te veroorzaken, zo worden in geen geval over scherpe randen of in korte hoeken geplooid. Er wordt in ieder geval bij de installatie op toegezien dat kabels met voldoende lengte worden geïnstalleerd. Een defect aan de elektrische installatie, toestellen of instrumenten wordt onmiddellijk op een definitieve wijze hersteld, zoniet worden de toestellen duidelijk gemarkeerd en buiten dienst gesteld. Elk werk aan een elektrische installatie wordt uitgevoerd door bevoegd personeel, volgens de regels van goed vakmanschap en buiten spanning.
Algemeen veiligheids-en gezondheidsplan + Algemene Risicoanalyse
20
Bouwen van 12 koopwoningen
–
Ijzerwegstraat te Avelgem
2.4.3.7 Bezoekers Om bezoekers te beschermen tegen ongevallen op de bouwplaats, moeten volgende maatregelen worden genomen: - alle collectieve schikkingen noodzakelijk voor de veiligheid op de bouwplaats en in het bijzonder: orde en netheid, doorgangen zijn vrij van obstakels, vloeropeningen worden dicht gelegd, leuningen worden geplaatst op locaties met valgevaar, … Merk op: dit zijn de algemeen geldende veiligheidsvoorschriften toepasselijk voor derden - iedere bezoeker meldt zich op het kantoor van de aannemer - het is aan niemand toegelaten de bouwplaats te betreden zonder begeleiding door zijn gastheer - de gastheer is verantwoordelijk voor de veiligheid van de bezoeker - de bezoeker draagt de specifiek voorgeschreven persoonlijke beschermingsmiddelen vereist voor de bouwplaats 2.4.3.8 Orde en netheid Orde en netheid zijn de belangrijkste veiligheidsfactoren, daarom is het noodzakelijk ze onafgebroken te handhaven en ze te promoten op de bouwplaats. De orde en netheid is in dit opzicht een barometer voor de veiligheidsgraad op de werf. Op en in de omgeving van de werkposten zal systematisch alle afval selectief verwijderd worden en in de ertoe bestemde containers verzameld worden. Deze containers zullen regelmatig worden geledigd. Bij het einde van de dagtaak zullen de werkposten systematisch gecontroleerd worden op orde en netheid, door de verantwoordelijke van elke aannemer. Indien een bepaalde aannemer specifieke vervuiling of schade veroorzaakt, dan moet hij zelf de nodige herstellingsmaatregelen zonder uitstel uitvoeren. 2.4.3.9 Eerste hulp In geval van nood dient beroep gedaan te worden op medische bijstand. Voor de ernstige ongevallen en ziekten moeten gespecialiseerde hulpdiensten (externe hulp) zo snel mogelijk verwittigd worden. Voor de overige gevallen is steeds een gebrevetteerde hulpverlener beschikbaar op de werf (interne hulp). a) Externe hulp Voor het contacteren van de hulpdiensten wordt gebruik gemaakt van de referenties in het algemeen veiligheids-en gezondheidsplan (zie lijst met noodoproepnummers in bijlage). Om een snelle interventie mogelijk te maken zijn deze essentiële gegevens voor de hulpdiensten opgehangen op verschillende locaties van de bouwplaats. Wanneer de externe hulpdiensten worden opgeroepen, worden deze aan de ingang van de bouwplaats steeds opgevangen en begeleid naar de locatie waar de hulp vereist is. In afwachting van de externe hulpdiensten wordt het slachtoffer begeleid door de gebrevetteerde hulpverlener.
Algemeen veiligheids-en gezondheidsplan + Algemene Risicoanalyse
21
Bouwen van 12 koopwoningen
–
Ijzerwegstraat te Avelgem
Eventuele lichte gewonden kunnen vervoerd worden naar een algemeen ziekenhuis met urgentiedienst. Het adres is eveneens te vinden in de referenties. b) Interne hulp De verschillende aannemers zullen de namen van hun gebrevetteerde hulpverleners kenbaar maken. Op de bouwplaats is een uitgeruste EHBO-post voorzien. Dit lokaal is duidelijk en vanop afstand herkenbaar gemarkeerd De minimale uitrusting bestaat uit volgende elementen: - een gebruiksklare gewone brancard - twee dekens - een verbandkoffer met de reglementaire minimuminhoud volgens het ARAB De EHBO-post dient steeds bereikbaar te zijn tijdens de werkuren en dus ook bij eventueel nachtwerk of weekendwerk. Deze werken dienen dan ook tijdig gemeld te worden. Het lokaal dient te voldoen aan de reglementaire minimumeisen uit het ARAB, dit impliceert verwarming, netheid, stromend water,… 2.4.3.10 Opleiding van het personeel Het personeel van de aannemers, ook de interim arbeiders en andere, moeten een praktische opleiding krijgen: - m.b.t. de uit te voeren taken (bij bepaalde functies is het bovendien belangrijk dat de werknemers met vrucht een specifieke vorming gevolgd hebben o.a. vorklift bestuurders, dragers van ademhalingslucht, lassers, elektriciens, e.d.) - inzake veiligheid, gezondheid en milieu (het is belangrijk dat de hier opgedane kennis regelmatig wordt opgefrist) - evenals een complementaire opleiding betreffende de bijzondere maatregelen verbonden aan de belangrijkste risico’s op de werf Interim-personeel: Elke interim-werknemer zal ontvangen worden door de verantwoordelijke van de aannemer van de werf. Hij of zij zal moeten ingelicht worden over de verschillende voorwerpen eigen aan de werf omschreven in het algemeen veiligheids- en gezondheidsplan. De aannemers zullen moeten nagaan dat het interim-personeel: - geschikt is voor het werk dat hem zal toegekend worden - in regel is inzake sociale zekerheid - een veiligheidsopleiding gekregen heeft 2.4.4
Preventiemaatregelen
Naast de veiligheidsvoorzieningen die door de partijen verwezenlijking in het project geïntegreerd worden, ligt het voor de hand dat de aannemer nog een aantal toegevoegde preventiemaatregelen moet nemen voor de uitvoering van zijn werk. Algemeen veiligheids-en gezondheidsplan + Algemene Risicoanalyse
22
Bouwen van 12 koopwoningen
–
Ijzerwegstraat te Avelgem
2.4.4.1 Collectieve beschermingsmiddelen (CBM) Voor de praktische realisatie van die collectieve voorzieningen kan het nodig zijn dat de aannemer bepaalde zaken aan de te bouwen of reeds gebouwde constructie moet bevestigen. In dergelijk geval moet vooraf met het bestuur overleg gepleegd worden over de manier waarop en de plaats waar die vasthechtingen kunnen gebeuren. Op eenvoudige vraag van het bestuur en/of van de coördinator- verwezenlijking moet de aannemer de draagkracht en de stabiliteit van voor de veiligheid, nodige constructies schriftelijk kunnen aantonen. Het kan gaan om anti- val voorzieningen, draagbalken, stutten, loopvloeren, leuningen en zo verder. Aannemers moeten elkanders werk en elkanders V & G – voorzieningen respecteren. Geen stutwerk, schorsing, ophanging, leuning of andere voorziening mag gewijzigd worden zonder voorafgaand overleg en zonder er, waar nodig, een volwaardige andere voorziening in de plaats te stellen. Collectieve beveiligingen, zoals leuningen en trappen, worden slechts als dusdanig gebruikt, hetgeen betekent dat er geen andere krachten nog belastingen mogen worden op uitgeoefend. Er dient in alle gevallen voorrang gegeven te worden aan CBM’s die ten allen tijde de veiligheid garanderen. Als CBM bij gevelwerken, dakwerken, … is een veiligheidssteiger opgelegd door opdrachtgever en veiligheidscoördinator. 2.4.4.2 Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) Onder PBM verstaat men iedere uitrusting die bestemd is om door de werknemer gedragen of vastgehouden te worden teneinde hem te beschermen tegen één of meer risico’s die zijn veiligheid of gezondheid op het werk kunnen bedreigen, alsmede alle aanvullingen of accessoires die daartoe kunnen bijdragen. Het ter beschikking stellen van PBM mag slechts dan worden overwogen als een bestaand risico niet aan de bron kan worden uitgeschakeld of beperkt, als alle andere technieken onderzocht en onvoldoende bevonden zijn. In ieder geval moeten alle personen die de werf betreden een veiligheidshelm dragen van een model dat voldoet aan de normen terzake, evenals veiligheidsschoeisel zoals dat op bouwwerken verplicht is (stalen teenbescherming en stalen tussenzool). Gezien hun voorbeeldfunctie betreffende het preventiebeleid is het essentieel dat het leidinggevend personeel van de aannemers, de vertegenwoordigers van de architect en het studiebureau en van de bouwheer deze primaire preventiemaatregels steeds consequent zelf naleven en continue promoten. De hoofdaannemer zorgt steeds voor reservehelmen voor tijdelijk gebruik door personen die de werf moeten betreden en zelf over geen helm beschikken (bezoekers, vrachtwagenbestuurders, … )
Algemeen veiligheids-en gezondheidsplan + Algemene Risicoanalyse
23
Bouwen van 12 koopwoningen
–
Ijzerwegstraat te Avelgem
In welomschreven omstandigheden, waar het risico opvallende voorwerpen of hoofdkwetsuren praktisch uitgesloten is, kan er eventueel afgeweken worden van de algemene verplichting tot helmdracht op gemotiveerd voorstel van de algemene aannemer en mits schriftelijke toestemming van het bestuur na advies van de coördinator – verwezenlijking. Indien bij valgevaar van personen van een hoger gelegen vlak individuele bescherming nodig is, dan mogen geen enkelvoudige gordels gebruikt worden, maar wel gekeurde harnasgordels gecombineerd met een valbreker. Wanneer het bestuur beslist dat op bepaalde werfgedeelten het dragen van een beschermbril, van gehoorbescherming, ademhalingsbescherming en/of andere individuele beschermingsuitrusting verplicht is, dan zullen daar de gepaste signalisatieborden voor aangebracht worden door de aannemer wiens activiteiten het dragen van die uitrusting noodzaken. Deze aannemer zorgt in dergelijk geval voor de nodige uitrusting voor het bestuur en de coördinator- verwezenlijking, de gehoorbeschermers dienen dan van het type “koptelefoon” te zijn met karakteristieken aangepast aan de aard van de lawaaihinder.
De persoonlijke beschermingsmiddelen worden opgedeeld in 3 klassen: Klasse I KB 31/12/92 Art. 8 en 9: PBM van eenvoudig ontwerp tegen zeer geringe risico’s. • • •
Bescherming tegen mechanische factoren die oppervlakkig letsel kunnen veroorzaken (tuinhandschoenen) Bescherming tegen niet uitzonderlijke of extreme weersomstandigheden (laarzen, regenof winterkledij) Bescherming tegen zonnestraling (zonnebrillen)
Klasse II KB 31/12/92 Art. 10 en 11: PBM welke niet behoren tot klasse I of III. • • • • •
Helmen Beschermingsbrillen Handschoenen tegen zware mechanische risico’s Lasserkledij …
Klasse III KB 31/12/92 Art. 12: PBM van complex ontwerp tegen ernstige, onherstelbaar of dodelijk risico. • • • • • •
Ademhalingsapparatuur met filters tegen aerosolen en/of gassen. Uitrusting voor werken in extreme temperaturen (brandweerkledij, hoogovenkledij, diepvrieskledij) Bescherming tegen chemische stoffen of ioniserende straling (handschoenen, kleding) Bescherming tegen vallen van een bepaalde hoogte (V-harnas met valdemper) Bescherming tegen elektriciteitsrisico’s (isolerende handschoenen) …
Algemeen veiligheids-en gezondheidsplan + Algemene Risicoanalyse
24
Bouwen van 12 koopwoningen
2.4.5
–
Ijzerwegstraat te Avelgem
Specifieke Preventiemaatregelen
2.4.5.1 Ladders De staat en het gebruik van ladders moet strikt conform de wettelijke bepalingen zijn. Op elke ladder staat de naam van de eigenaar-ondernemer, onuitwisbaar vermeld. Op geregelde tijdstippen dienen de ladders door een bevoegd persoon gecontroleerd te worden (ARAB Art. 43 bis). De werkgever beperkt het gebruik van ladders, trapladders en platformladders als werkpost op hoogte tot arbeidsomstandigheden waarin het gebruik van andere, veiligere arbeidsmiddelen niet verantwoord is, gelet op het geringe risico en gelet op, hetzij de korte gebruiksduur, hetzij de bestaande kenmerken van de arbeidsplaats en werkposten die de werkgever niet kan veranderen. De ladders, trapladders en platformladders worden zodanig geplaatst dat hun stabiliteit bij de toegang en tijdens het gebruik ervan gewaarborgd is en dat hun sporten of trappen horizontaal blijven. Ladders worden zodanig gebruikt dat de werknemers steeds veilige steun en houvast hebben. Het met de hand dragen van lasten op een ladder mag een veilig houvast niet belemmeren. 2.4.5.2 Stellingen en steigers 2.4.5.2.1
Algemeen
Het gebruik van steigers wordt geregeld door het KB van 31 augustus 2005 betreffende het uitvoeren van tijdelijke werkzaamheden op hoogte. Het koninklijk besluit van 31 augustus 2005 betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen voor tijdelijke werkzaamheden op hoogte is de omzetting in Belgisch recht van de Europese richtlijn 89/655/EEG van 30 november 1989 betreffende de minimumvoorschriften inzake veiligheid en gezondheid bij het gebruik door werknemers van arbeidsmiddelen op de werkplaats, zoals gewijzigd door de richtlijn 2001/45/EG. Dit besluit is een aanvulling van het koninklijk besluit van 12 augustus 1993 betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen. Het KB van 12 augustus 1993 blijft van toepassing op de arbeidsmiddelen voor tijdelijke werkzaamheden op hoogte, voor zover er geen specifieke bepalingen zijn opgenomen in dit besluit. Er dient een duidelijk onderscheid gemaakt te worden tussen de werkgever die de steiger monteert, demonteert of ombouwt, en de werkgever die de steiger gebruikt. In de meeste gevallen zal het niet om dezelfde werkgever gaan. Wanneer de werkgever die de steiger gebruikt een andere werkgever is dan degene die de steiger monteert, demonteert of ombouwt, bezorgt deze laatste alle nuttige informatie aan de werkgever die de steiger gebruikt. Vermits het gaat om een samenwerking tussen verschillende werkgevers, zal een coördinatie tussen beide noodzakelijk zijn. Dit betekent dat de gebruiker in een lastenboek of in een ander gelijkwaardig document precies de activiteiten die hij wil uitvoeren zal dienen te omschrijven.
Algemeen veiligheids-en gezondheidsplan + Algemene Risicoanalyse
25
Bouwen van 12 koopwoningen
–
Ijzerwegstraat te Avelgem
Zodoende kan de andere partij hem een steiger ter beschikking stellen die aangepast is aan de geplande activiteiten. Technische vereisten met betrekking tot de stabiliteit, toegankelijkheid en veiligheid van steigers: - ze worden zodanig opgebouwd dat geen enkel onderdeel, tijdens het gebruik van de steiger, ten opzichte van het geheel kan bewegen; - ze worden zodanig opgebouwd dat zij de lasten waaraan ze worden blootgesteld kunnen dragen en ze kunnen weerstaan aan de belasting die voortvloeit uit atmosferische omstandigheden, inzonderheid de invloed van de wind; - ze moeten verankerd of bevestigd zijn aan een punt dat voldoende weerstand biedt of beschermd zijn tegen elk risico van wegglijden of omvallen of door elk ander middel met een gelijkwaardige doeltreffendheid; - het draagvlak moet voldoende stevig zijn om elke vervorming van de ondersteunende delen te voorkomen; - tussen de randen van de vloeren en het bouwwerk waartegen de steiger is geplaatst, mogen geen gevaarlijke openingen voorkomen; - tussen de verschillende vloeren van de steiger worden er veilige toegangswegen voorzien die in voldoende aantal aanwezig zijn; - tijdens de montage, de demontage, de ombouw en het gebruik van de steiger wordt er een aangepaste bescherming tegen het risico van vallen en tegen het risico van vallende voorwerpen aangebracht op elk niveau van de steiger. De werkgever die de steiger gebruikt zorgt er, onder zijn verantwoordelijkheid voor dat de steiger, tijdens het gebruik, te allen tijde blijft beantwoorden aan de hoger genoemde vereisten, en dat zijn werknemers geen toegang hebben tot de gedeelten van de steiger die niet gebruiksklaar zijn. Stellingen worden vóór indienstneming, na langdurige onderbreking of wanneer de stabiliteit in gevaar komt en éénmaal per week door een bevoegd persoon gecontroleerd De bevoegde persoon, aangeduid door de werkgever die een steiger gebruikt is belast met de volgende taken: -
waken over de toepassing van preventiemaatregelen i.v.m vallen van personen of voorwerpen
-
toepassing veiligheidsmaatregelen bij veranderende weersomstandigheden
-
waken over naleving van de voorwaarden inzake toelaatbare belasting
-
controleren of de steiger in alle omstandigheden blijft voldoen aan de berekeningsnota en aan alle instructies ivm stabiliteit, verankering, voorziene belasting en dergelijke.
Algemeen veiligheids-en gezondheidsplan + Algemene Risicoanalyse
26
Bouwen van 12 koopwoningen
–
Ijzerwegstraat te Avelgem
Dit houdt hoofdzakelijk in dat deze persoon over de nodige gegevens moet kunnen beschikken om zich van de hem toegewezen taken te kwijten. Vooral voor wat de laatste twee opdrachten aangaat, kunnen de onontbeerlijke gegevens hem enkel door de werkgevermonteur of -bouwer van de steiger worden verstrekt. Met andere woorden, bestaan er mogelijke (werk)omstandigheden waarbij de genoemde elementen (belasting, stabiliteit, verankering,….) in het gedrang kunnen komen? Wat kan/mag hij zelf beslissen en wat niet. Vanaf welk punt moet hij contact opnemen met de werkgever-monteur? Vermits het bijna in alle gevallen gaat om een samenwerking tussen verschillende werkgevers, zal een coördinatie tussen beide noodzakelijk zijn. Dit betekent dat de gebruiker, in een lastenboek of in een ander gelijkaardig document precies de activiteiten die hij wil uitvoeren zal dienen te omschrijven. Zodoende kan de andere partij hem een steiger ter beschikking stellen die aangepast is aan de geplande activiteiten, en tevens alle informatie ter beschikking stellen die noodzakelijk is om de steiger vakkundig te gebruiken. 2.4.5.2.2
Vereiste competenties voor de gebruikers en monteerders van steigers
De bepalingen uit het KB van 31 augustus 2005 betreffende het gebruik van arbeidsmiddelen voor tijdelijke werkzaamheden op hoogte (Belgisch Staatsblad van 15 september 2005) zijn van toepassing op alle steigers. Dit betekent dat: • de werkgever die de steiger gebruikt een ‘bevoegd’ persoon moet aanwijzen die de vereiste kennis heeft om te controleren: 1. of alle maatregelen om de risico’s op vallen van personen of voorwerpen te vermijden, worden nageleefd 2. of de weersomstandigheden geen risico inhouden in verband met het veilige gebruik van de steiger 3. of de toelaatbare belasting van de steiger niet wordt overschreden 4. of de steiger voldoet aan de voorschriften inzake montage, demontage, ombouw en gebruik en aan de berekeningsnota die door de fabrikant zijn opgemaakt en of de toegang tot de stelling verleend mag worden • de werkgever die de steiger gebruikt en die werknemers tewerkstelt die zullen werken op een steiger, ervoor moet zorgen dat deze werknemers de nodige opleiding krijgen om: 1. alle maatregelen om de risico’s van val van personen of voorwerpen te vermijden, na te leven 2. de instructies in verband met de weersomstandigheden en het veilige gebruik van de steiger na te leven 3. de voorwaarden inzake de toelaatbare belasting van de steiger te respecteren.
Algemeen veiligheids-en gezondheidsplan + Algemene Risicoanalyse
27
Bouwen van 12 koopwoningen
–
Ijzerwegstraat te Avelgem
• de werkgever die de steiger monteert, demonteert of ombouwt, moet beschikken over een montage-, demontage- en ombouwschema en een nota die een sterkte- en stabiliteitsberekening bevat. Deze documenten moeten opgemaakt zijn door de fabrikant van de steiger. De werkgever duidt een bevoegde persoon aan die de vereiste kennis heeft om: 1. het montage-, demontage- en ombouwschema van de steiger op te stellen als het ontbreekt of het aan te passen en eventueel aan te vullen met elementen die eigen zijn aan de betrokken steiger 2. een instructienota op te stellen voor het gebruik van de steiger. • de werkgever die werknemers tewerkstelt die zullen meewerken aan de montage, de demontage of de ombouw van een steiger, ervoor moet zorgen dat deze werknemers een opleiding krijgen om: 1. het montage-, demontage- of ombouwschema van de betreffende steiger te begrijpen 2. de betreffende steiger veilig te monteren, demonteren of om te bouwen 3. te controleren of de weersomstandigheden geen risico opleveren 4. te controleren of de montage-, demontage- of ombouwwerkzaamheden andere risico's met zich kunnen meebrengen. 2.4.5.2.3
Informatie en documenten voor een veilig gebruik en een veilige montage
De wetgever voorziet ook dat de werkgever naast een degelijke opleiding van alle personen die een steiger gebruiken of monteren, ook moet zorgen dat de juiste instructies beschikbaar zijn voor een correct gebruik. Het gaat hierbij om de zogenaamde steigerdocumenten. In de praktijk ontbreken deze documenten op de meeste bouwplaatsen. Hieruit moet besloten worden dat steigers op veel plaatsen niet conform de regels gebruikt worden. Beweegbare hangstellingen worden vóór indienstneming en periodiek door een erkend organisme gecontroleerd. (ARAB Art. 452.2). 2.4.5.3 Arbeidsmiddelen Machines De door de aannemers gebruikte machines moeten volledig conform de wettelijke schikkingen zijn. Zij moeten steeds gebruikt worden voorzien van hun veiligheden en afschermingen, de veiligheidsvoorzieningen ervan mogen onder geen beding buiten werking worden gesteld. In geval van tussenkomst aan de machine moet vooreerst de elektrische voeding losgekoppeld worden. De machine moet geïsoleerd van elke energiebron en de eventuele bijkomende vergrendelingapparatuur moet aangebracht worden. Wanneer de machine aan de aannemer toebehoort, is deze belast met de procedure welke moet nageleefd worden voor de interventie. Behoort de machine aan het bestuur, dan is het bestuur belast met de na te leven procedure. Daartoe zal de aannemer voorafgaand een vraag van de verantwoordelijke van het bestuur richten.
Algemeen veiligheids-en gezondheidsplan + Algemene Risicoanalyse
28
Bouwen van 12 koopwoningen
–
Ijzerwegstraat te Avelgem
Machines die aan wettelijke keuringen onderworpen zijn, moeten effectief in orde zijn alvorens op de werf gebruikt te worden. 2.4.5.4 Toestellen met laserstraal Het gebruik van toestellen met laserstraal dient aangegeven in het specifiek VGP met vermelding van de gevarenklasse (zie Publicatie 825 van de Internationale Elektrochemische Commissie) van het toestel. Toestellen van Klasse 1 en 2 vormen geen gevaar in de praktijk van een bouwwerf (zie bvb. laserprinters). Bij gebruik van toestellen van klasse 3a en 3b, t.t.z. toestellen waarvan men niet kan aantonen dat ze onschadelijk zijn, moeten de nodige maatregelen getroffen worden onder de vorm van: • • •
• •
voorlichting van de werknemers, zowel de gebruikers als de omringde collega’s. Het toestel zodanig opstellen dat de straal buiten oogbereik blijft, niet doordringt in eventuele belendende lokalen en niet kan spiegelen (glas, vloeistof of andere blinkende oppervlakten) Waarschuwingstekst op het toestel in de taal van de gebruiker, met vermelding van: o Laserstraal o Niet in de straal kijken noch met het blote oog, noch met behulp van een optisch instrument o Lasertoestel klasse 3a (of 3b) Personen met bril of contactlenzen speciaal informeren over het risico van oogbeschadiging; Het plaatsen van reglementaire waarschuwingspictogrammen langs de bestreken zone.
Toestellen van klasse 4 zijn niet toegelaten op de werf, tenzij hun noodzaak op voorhand aangetoond wordt, de risico’s effectief berekend worden en de gepaste preventieve maatregelen genomen worden. Dit in overleg en mits instemming van bestuur en coördinatorverwezenlijking. 2.4.5.5 Graafwerken Graafwerken en ondergrondse leidingen Er geldt een informatieplicht voor elke aannemer, d.w.z. dat hij verplicht is informatie in te winnen bij de exploitanten van de ondergrondse leidingen en alle gegevens op te vragen die de veiligheid van de werknemers kan verhogen. Het kan hierbij gaan om elektriciteitskabels, signalisatiekabels, gasleidingen, waterleidingen of leidingen voor het transport van andere schadelijke of gevaarlijke stoffen. Op de plaatsen waar zich mogelijk ondergrondse leidingen bevinden, moet alle delfwerk met het nodige overleg gebeuren. Men dient van tevoren behoorlijke inlichtingen te vragen en de ondergrondse leidingen moeten met handgraafwerk blootgelegd worden onder permanent toezicht van de werfleider of zijn aangestelde. Daarbij dient men zich strikt te gedragen volgens de richtlijnen van de uitbater/eigenaar van de leiding.
Algemeen veiligheids-en gezondheidsplan + Algemene Risicoanalyse
29
Bouwen van 12 koopwoningen
–
Ijzerwegstraat te Avelgem
Elke aannemer die graafwerk uitvoert dient er zich steeds van bewust te zijn dat aanduidingen op plan of zelfs ter plaatse slechts indicatieve waarde hebben. In elk geval moet de aannemer zich in situ met de nodige voorzichtigheid vergewissen van de werkelijke toestand. Indien vastgesteld wordt dat men in de nabijheid van leidingen moet werken die ontvlambare stoffen (gassen, of vloeistoffen) vervoeren, dan dient een vuurvergunning ( zie 5.3.4) uitgeschreven met de nodige richtlijnen om alle brand- of ontploffingsgevaar te voorkomen. Een dergelijke vuurvergunning dient uitgereikt door de hoofdaannemer aan zijn eigen personeel of aan zijn onderaannemer. Werk in sleuven en putten Openingen in de grond dienen beveiligd te worden tegen valgevaar. In afwachting van het terug dichten (wat zo snel mogelijk dient te geschieden) zijn volgende regels van kracht: • •
•
• • •
Voor zover de grootte van de opening het toelaat, zal deze afgedekt worden. Grotere openingen zullen over de ganse omtrek voorzien worden van borstweringen, volle panelen of stevig traliewerk (in een felle kleur wanneer dichtbij verkeer van rollend bouwmateriaal geschied). Deze bescherming mag slechts aan de toegang onderbroken worden, indien niet nabij de rand van de opening dient gewerkt of gereden te worden, kan een visuele afbakening op 2 m van de putrand volstaan. Om inkalven te voorkomen zullen, naarmate de uitgravingwerken vorderen de aangewezen maatregelen getroffen worden, naargelang de aard van de grond, de beschikbare ruimte en de weersomstandigheden. Het kan daarbij gaan om beschoeiing, taluds of andere maatregelen. Indien er grondwater aanwezig is, zal men overwegen de grondwaterspiegel te verlagen. In dit geval zullen eventuele beschoeiingen waterdicht uitgevoerd worden. Plaatsing van beschoeiing dient te geschieden door ervaren personeel. De minimale sleufbreedte wordt bepaald in functie van de activiteit die er moet plaatsvinden ( te vermelden in het VGP) en rekening houdende met de hieromtrent geldende bepalingen.
Bij graafwerken zullen voldoende ladders voorzien worden om een behoorlijke toegang en snelle evacuatie van het personeel toe te laten. De lengte van de ladders moet zodanig zijn dat ze minstens 1 m boven de putrand uitsteken. Boven en onderaan dient een stevig en horizontaal en slipvrij opstapplatform aanwezig te zijn om bij modderige omstandigheden glijpartijen te voorkomen. Om instorting te voorkomen, worden de boorden van de uitgravingen vrijgehouden van materiaal en van zwaar materieel dat een overlast kan veroorzaken. Alle grondwerken, uitgravingen en ondergravingen zullen op een zodanige wijze uitgevoerd worden dat er zich geen verzakkingen kunnen voordoen. Om trillingen te minimaliseren, zal voor de voertuigen de maximum snelheid ingevoerd worden, desnoods wordt stapvoets rijden verplicht. Het is noodzakelijk mogelijke bewegingen (scheuren, verzakkingen, enz.) in de grond en in nabijgelegen constructies te observeren.
Algemeen veiligheids-en gezondheidsplan + Algemene Risicoanalyse
30
Bouwen van 12 koopwoningen
–
Ijzerwegstraat te Avelgem
Bij duistere weersomstandigheden zullen de sleuven of bouwputten waarin gewerkt wordt, evenals de toegangen er naartoe, goed verlicht worden, enerzijds voor de daar actieve werknemers zelf en anderzijds ook voor de kraanmannen die er materiaal in of uit moeten brengen. Wanneer een grondopening dient aangevuld, spreekt het voor zich dat de eventuele collectieve beschermingen pas op het laatste moment weggenomen worden teneinde een zo groot mogelijke continuïteit in de beveiliging te verzekeren. 2.4.5.6 Funderingen De toegang tot putten gebeurt met aangepaste, veilige middelen (ladder, hellende vlak, trap, enz.). De putten dienen voldoende ruim gegraven te worden om, daar waar nodig, circulatie rond de bekisting mogelijk te maken. Wachtwapening wordt best in beugelvorm uitgevoerd. Indien toch staafpunten blijven uitsteken dan worden deze van bij het begin, d.w.z. van bij de bewapeningsfase van de nodige bescherming voorzien. De bekistingen zullen voorzien zijn van gepaste middelen om een gemakkelijke en veilige manipulatie mogelijk te maken. De stabiliteit van de bekisting wordt op een doeltreffende manier verzekerd door middelen voorzien door de constructeur. Elke improvisatie tijdens de montage zal verboden worden. De arbeiders zullen voor het plaatsen van de bewapening geschikte handschoenen dragen. De toegang tot hun werkpost zal niet uit het oog verloren worden, over de rand van de bekisting dient een loopvlak van voldoende breedte ( 60-tal cm) geplaatst te worden zoadat klauterpartijen over de openstaande bekisting voorkomen worden. 2.4.5.7 Hijswerktuigen Algemeen Het besturen van kranen wordt slecht toegelaten aan bevoegde en betrouwbare personen, met een min. leeftijd van 18 jaar, die een geschikte vorming gehad hebben. De kraanbestuurder moet in het bezit zijn van een vergunning of licentie in gevallen waar dit wettelijk vereist wordt. Bij de aanvang van de arbeid zullen de staat van de hijskabel en van de vasthechting punten nagezien worden en zal er gecontroleerd worden of er zich geen gereedschap of hinderende voorwerpen in het actieveld van de kraan bevinden. Bij het uitvoeren van hijswerken dienen volgende algemene maatregelen in acht te worden genomen: • •
Het hijsen dient steeds verticaal uitgevoerd te worden; schommeling van de lasten dienen vermeden. Daartoe moet in de mate van het mogelijke elke beweging afzonderlijk uitgevoerd worden. Het is ook ten strengste verboden lasten aan te haken die niet volledig los zijn van alle bevestigingspunten (zoals bvb. een voorwerp dat min of meer vast in de grond steekt.
Algemeen veiligheids-en gezondheidsplan + Algemene Risicoanalyse
31
Bouwen van 12 koopwoningen
•
–
Ijzerwegstraat te Avelgem
Bekistingplaten welke nog op het beton bevestigd zitten, op natte grond liggende stenen die door zuiging vastzitten enz.). Bij het hijsen in de omgeving van bovenleidingen, al of niet onder spanning, of kwetsbare installaties is het gebruik van een geleidingskoord verplicht.
Bij ongewone, relatief omvangrijke hijswerken dient het benaderd gewicht van de te hijsen last vastgesteld te worden en aan de hand van de lastentabel nagegaan in hoeverre deze veilig gehesen en verplaatst kan worden. Er wordt met aandrang op gewezen dat bij werken met hefwerktuigen:. •
•
•
Schuin trekken met een hefkraan verboden is, en zeker niet toegestaan door de fabrikant, gezien het gevaar van omkanten zonder afschakeling van de lastmoment-begrenzer (LMB) doordat deze enkel is ingesteld op de elektronisch gemeten waarde van de vlucht en de massa van de last en geen rekening houdt met belangrijk bijkomend kantelmoment afkomstig van de horizontaal component van de trekkracht in de schuine hijskabel. Bij eventueel wegzakken van een kraanstabilisator de LMB niet tussenkomt, zolang er geen overbelasting is, en zeker het verder omkantelen niet kan verhinderen; vandaar het belang van een oordeelkundige lastenspreiding op een draagkrachtige bodem, zeker met de meest belaste uitgeschoven kraanstabilisator. De waarden opgenomen in de lastentabel en waarnaar de LMB afgesteld is, enkel gelden voor een vrij hangende last met een kraan horizontaal opgesteld op een stevige gelijkmatig dragende ondergrond.
Een bekwaam en bevoegd persoon zal aangesteld worden om de kraanbewegingen te leiden. Deze aangestelde persoon en de kraanman moeten met elkaar in verbinding kunnen staan, hetzij door radio zend- en ontvangstposten, hetzij visueel door gebaren en seinen, die het voorwerp uitmaken van uitgeschreven instructies, die aan de betrokkenen zijn overgemaakt (92/58/EEG of NBN E 52-009). Elk hijswerktuig, hetzij mobiele kraan, hetzij torenkraan, hetzij graafmachine, die gebruikt wordt als hefwerktuig, dient de wettelijke controles te ondergaan (ARAB art. 280 en 281, KB 27/04/88 art. 3 en 4; Indien in handel en gebruik vóór 01/01/95; KB 05/05/95 art. 36.7°; indien in handel en gebruik na 01/01/95). De keuringsverlagen of kopieën ervan, moeten bijgehouden worden in het coördinatiedagboek. Ook hijstoestellen van zelfstandigen moeten gekeurd zijn door een erkend organisme vooraleer op de werf te worden toegelaten. Men dient erop te letten dat de kraanbestuurder bij het plaatsen van de werfverlichting nooit verblind kan worden. TORENKRAAN: De plaatsing van de torenkraan en het kraanspoor zal zodanig gebeuren dat: •
•
Het giekuiteinde, de hijskabel en de opgehangen lasten voldoende ver verwijderd blijven van elke elektrisch luchtlijn. Als hieraan niet kan worden voldaan, zullen maatregelen genomen worden om te verhinderen dat de kraan in de verboden zone komt (bvb. zwaaibeperking) Geen lasten boven elektrische luchtlijnen draaien!
Algemeen veiligheids-en gezondheidsplan + Algemene Risicoanalyse
32
Bouwen van 12 koopwoningen
•
–
Ijzerwegstraat te Avelgem
Er geen enkele uitgraving in de onmiddellijke omgeving van het kraanspoor is, teneinde elke verzakking te voorkomen.
Wanneer de activiteiten van verschillende kranen elkaar overlappen zullen deze uitgerust worden met een anti-aanrijdingsysteem om elke botsing te voorkomen. Bovendien zullen, om alle problemen uit te sluiten, volgende maatregelen genomen worden: • • • •
Aan de kraanmannen radio zend- en ontvangstposten ter beschikking stellen om hen toe te laten met elkaar en met de werfleider in verbinding te staan; De giekuiteinden en tegen- giekuiteinden uitrusten met knipperlichten die de aandacht van de kraanmannen trekken op gevaar voor botsing; Voorrangregels en voorschriften vastleggen en doen toepassen; Maatregelen nemen om conversatiestoringen, veroorzaakt door de radio zend- en ontvangstposten, te voorkomen tussen stuurmannen en de aangestelde verantwoordelijke tijdens de handelingen.
Werken bij hoge windsnelheden Een hijswerktuig mag niet gebruikt worden in omstandigheden die niet voorzien zijn door de bouwer (ARAB art. 269 § 1.), ondermeer betreffende windsnelheid. Wanneer voor toren- en havenkranen de hoogte van de kraanhaak of een ander ophangingorgaan van de last boven de onderliggende grond 25 m of meer bereikt of wanneer de kraan uitgerust is met een cabine, moet de aangestelde voor de bediening in alle omstandigheden door rechtstreekse meting kunnen vaststellen dat de windsnelheid een waarde bereikt of overschrijdt die gevaarlijk is voor het toestel en waarbij het werk met de kraan dient stopgezet te worden (ARAB art. 269 § 3.8). Ingeval van meerdere van deze toestanden op eenzelfde werf, in eenzelfde inrichting of een havengebied opgesteld staan, mag de aflezing van de windsnelheid centraal gebeuren op voorwaarde dat de meting representatief is voor de betrokken zone en dat de nodige maatregelen genomen worden om de overdracht van de informatie naar de diverse de bedienaars in alle omstandigheden wordt verzekerd. Beveiliging tegen sterke wind of storm: • • •
Een windsnelheidsmeter is verplicht op kranen die in open lucht opgesteld zijn. Een kraan op een rail moet stormvast verankerd kunnen worden. Een eventuele verankeringplaats moet snel (binnen 3 minuten) bereikbaar zijn; Een kraan op rails die bij windsnelheden groter dan 20 m/sec moet kunnen werken, of die bij windstoten in beweging kan komen, moet voorzien zijn van een automatische stormverankering.
Algemeen veiligheids-en gezondheidsplan + Algemene Risicoanalyse
33
Bouwen van 12 koopwoningen
–
Ijzerwegstraat te Avelgem
2.4.5.8 Gevaarlijke producten. Met de uitdrukking “gevaarlijk product” wordt elke stof bedoeld die schadelijk kan zijn voor de gezondheid van de werknemers en/of het milieu. Een stof kan als schadelijk worden beschouwd door: • • • • • •
de scheikundige samenstelling haar onverenigbaarheid met andere stoffen bepaalde effecten op gezondheid (bvb. ademhaling, ogen, huid, enz.) haar brandbaarheid, ontvlambaarheid, ontplofbaarheid het radioactief karakter de kankerverwekkende eigenschappen (carcinogene agentia – Codec V, afd. 1, art. 3)
Gebruik van gevaarlijke producten. Gebruik algemeen Het gebruik van dergelijke producten op het werfterrein, onder welke vorm of in welke hoeveelheid dan ook, dient gesignaleerd aan de coördinator-verwezenlijking en aan de andere aannemers die tegelijkertijd op het terrein actief zijn, zodat de gepaste maatregelen genomen kunnen worden. Tevens dient nagegaan te worden of het gebruik van sommige producten te verenigen is met bepaalde weersomstandigheden. Zo kunnen wind, regen en warmte hun invloed hebben op de uitvoermethoden, op de benodigde hoeveelheden, op de uitwerking op het leefmilieu of kunnen ze het risico voor de werknemers verhogen. Wanneer voor een bepaalde activiteit het gebruik van dergelijke producten gepland wordt, dan moet dit vermeld worden in het VGP en moet de V & G steekkaart met alle nuttige gegevens (naam product, naam fabrikant, fysieke en chemische eigenschappen, risico’s, aangewezen preventie) aan het VGP toegevoegd worden. De regels voor het stockeren van gevaarlijke producten zoals hiervoor aangehaald, dienen eveneens gerespecteerd te worden indien vaten of bussen in beperkte hoeveelheden op het werfterrein opgeslagen worden dicht bij de plaats van gebruik. Ook daar moeten de plaatsing en de manier van aftappen, uitgieten of uitpompen zodanig gebeuren dat brandgevaar en onnodige verstuiving voorkomen en dat indringing en vermenging met de ondergrond worden vermeden. Hiertoe voorziet de aannemer speciaal aangepaste stockage containers of opvangbakken, onder een afdak geplaatst op vermenging van regenwater en zodoende overstromen te beletten. Tevens moet de van kracht zijnde wetgeving toegepast worden inzake het afvoeren van afval. Te allen tijde geldt de richtlijn voor het gepast, d.w.z. volgens de wettelijke voorschriften, etiketteren van vaten en bussen. Deze recipiënten moeten tevens voor en na hun gebruik hermetisch afgesloten worden.
Algemeen veiligheids-en gezondheidsplan + Algemene Risicoanalyse
34
Bouwen van 12 koopwoningen
–
Ijzerwegstraat te Avelgem
Het reinigen van materiaal met behulp van oplosmiddelen, zal in open lucht gebeuren, ver van alle vlam, terwijl men er zorg voor draagt dat alle gebruikte oplosmiddelen en gedrenkte vodden van de werf afgevoerd worden of, hoogstens tijdelijk, in hermetisch gesloten metalen houders bewaard worden. Elke persoon die gevaarlijke producten gebruikt moet op de hoogte zijn van de gevaren die eraan verbonden zijn en dient aangepaste beschermingsmiddelen te gebruiken, zoals vermeld in het VGP. Gebruik binnen Bij aanwending binnen een reeds geheel of gedeeltelijk gesloten bouwwerk, moet de nodige verluchting voorzien worden, hetzij natuurlijk, hetzij geforceerd. De ventilatie wordt aangehouden tijdens de droogfase van het product. De luchtconcentratie van de gebruikte producten moet beneden hun toelaatbare limietwaarde blijven en beneden 10% van hun onderste explosiegrens. In de mate van het mogelijke wordt een afdichting voorzien tussen de zone waarin met het product wordt gewerkt en de rest van het bouwwerk. 2.4.5.9 Ter plaatse te storten betonconstructies. Bekisten en ontkisten Voor de bekisting wordt een systeem gekozen dat het best past bij de te bouwen constructie (traditionele planken en platenbekisting, zelfdragende panelensystemen, enz.). Deze bekisting wordt opgebouwd met in acht name van de grondregels van de arbeidsveiligheid, namelijk, orde en netheid bij stapelen en werken. Voorziet men dat met de houtcirkelzaag zal gewerkt worden, dan dient daarvoor een plaats gekozen die gemakkelijk bereikbaar blijft en van waar men de afvalresten op een vlotte manier kan verwijderen. Op voorhand dient ook bepaald op welke manier de valbeveiliging van de werknemers verzekerd zal worden. Dit kan door middel van stellingen bij traditionele opbouw of door middel van door de fabrikant van een systeembekisting bijgeleverde elementen zoals draagconsoles, leuning- stijlen en – planken, bevestigingstoebehoren, loopvloeren, geïntegreerde ladders, enz. De loop- en werkvloeren moeten steeds voldoende breed zijn om ook het eventueel nodige materiaal een plaats te geven evenals schoringplanken of stutten. Bij het bepalen van de breedte van een werkvloer moet rekening gehouden worden met de behoeften bij het ontkisten voor bvb. het tijdelijk stapelen van de bekistingplanken of –panelen plus de nodige ruimte voor het uittrekken van nagels en verder kuisen van het materiaal. Trekstangen en wachtwapening moeten voldoende afgeschermd worden en wel met een doorlopende afscherming als meerdere uiteinden zich op één rij bevinden, afzonderlijk in andere gevallen. Als valbeveiliging op loopvloeren volstaat het niet een leuning in de rug te hebben, maar moeten ook de korte zijden (uiteinden) van de loopvloer afgeschermd worden. Is hiervoor door de leveranciers niets voorzien, dan dient op de werf een vlot te gebruiken systeem bedacht en toegepast te worden.
Algemeen veiligheids-en gezondheidsplan + Algemene Risicoanalyse
35
Bouwen van 12 koopwoningen
–
Ijzerwegstraat te Avelgem
In het geval van betonneer- consoles bij wandbekisting mogen deze niet te hoog (bij bovenrand) geplaatst worden zodat nog voldoende bekistinghoogte overblijft om als leuning te dienen. De toegang naar in de hoogte gelegen werkvloeren gebeurt met in het bekistingsysteem geïntegreerde ladders of met toegangstrappen. In elk geval moeten de werknemers instructie krijgen om niet langs stellingkaders of bekistingribben op en af te klauteren. Bij systeembekisting moeten de richtlijnen van de fabrikant strikt gevolgd worden voor wat betreft het gebruik van hijstoebehoren, assemblage en schoring. Het gebruik van ontkisting- olie moet met overleg gebeuren. In het specifiek VGP dient vermeld welke ademhalingsbescherming nodig is bij het verstuiven en op welke manier rookverbod (altijd verplicht) aangeduid wordt. Bij een verticale tussen-stockage van bekistingelementen moeten de nodige schoringen voorzien worden tegen invloed van de wind. Bewapening. Om het werk in de hoogte te beperken, worden zoveel mogelijk wapeningskorven op de begane grond gevlochten en met de kraan op hun plaats gebracht. Voor vlechtwerk ter plaatse worden geschikte instellingen geplaatst en worden de werknemers erop gewezen dat het gebruik daarvan verplicht is. Bij de opbouw van dergelijke stelling moet in voorkomend geval rekening gehouden worden met de aanvoer (manueel of met hijskraan) van lange wapeningstaven, dit kan bvb. het plaatselijke en tijdelijk onderbreken van de leuning nodig maken. Is de te bewapenen wanddikte zo groot dat het nodig wordt om in de kooi te gaan werken, dan dient voorzien in werkvloeren die op een betrouwbare steun rusten en die de werknemer voldoende vloeroppervlak bieden om comfortabel te staan en zijn werk uit te voeren. Ook bij ijzervlechtwerk is het van groot belang orde en opkuis systematisch te organiseren voor correcte stapeling van staven, beugels en korven enerzijds, maar ook door volgens goede afspraken restanten (binddraad, beugels, afgeknipte einden, enz.) in afvalbakken te deponeren en af te voeren. Betonstorten. Vooraleer het betonstorten aan te vatten, worden de geschikte loopvloeren aangebracht om voldoende armslag te geven bij het werken zelf, om de werknemers tegen het vallen te beveiligen en om het nodige materieel een plaats te geven zoals trilnaalden, hun aandrijfmotoren en verlengkabels. Betonneren gebeurt nooit met ontbloot bovenlichaam, opgerolde mouwen of korte broek. Dragen van handschoenen en brillen dient verplicht en aan de werknemers moet voldoende duidelijk gemaakt te worden dat beton dermate agressief is dat alle contact met de huid en de ogen voorkomen moet worden. Aan de betonleverancier wordt op voorhand gemeld dat zijn personeel ook individuele bescherming (helm, schoenen, enz.) moet dragen wanneer het zich op de werf begeeft of er een activiteit uitvoert.
Algemeen veiligheids-en gezondheidsplan + Algemene Risicoanalyse
36
Bouwen van 12 koopwoningen
–
Ijzerwegstraat te Avelgem
Voor het reinigen van de betonmixers of het achterlaten van beton overschotten worden gepaste voorzieningen getroffen en richtlijnen gegeven om te vermijden dat men op alle mogelijke plaatsen hoopjes beton aantreft die werfcirculatie ernstig hinderen en om te vermijden dat cementwater zijn weg vindt naar de riolering. Men kan bvb. een welbepaalde plek aanduiden waar het reinigen gebeurt en waar de betonresten regelmatig met de graafmachine opgeschept en afgevoerd. Collectieve beveiliging voltooide constructies. Onmiddellijk bij het ontstaan van de risico’s dienen de nodige beveiligingen aangebracht te worden: •
•
vloeropeningen moeten worden dicht gelegd met een voorlopige afdekking die weerstand biedt aan puntlasten van 150 kg en aan de verdeelde last van 250 kg/m². Ook wanneer het beton- wapeningsnet in de opening doorloopt, moet daarop een aaneengesloten plankenvloer geplaatst worden. Vloeropeningen waar kaders worden ingestort worden daarna verder beveiligd met een aangepaste, desnoods licht verhoogde afdekking met dezelfde weerstand als hiervoor vermeld. Borstweringen langs randen van vloerplaten; op de plaatsen waar draadhulzen voorzien zijn moet de aannemer een leuningsysteem passende op deze hulzen aanbrengen. Waar de hulzen niet voorzien zijn, stelt de aannemer zijn eigen systeem voor. Bovenregels van voorlopige leuningen moeten minstens aan statische puntlasten van 150 kg en verdeelde lasten van 100 kg/m weerstand bieden, en dit in alle richtingen.
2.4.5.10 Metselwerk. Voor het uitvoeren van metselwerk moet de toevoer en de tussen- stockage van zowel materieel als van materiaal voorafgaand bestudeerd worden, en aangegeven worden als onderdeel van het VGP. Er dient steeds op gelet dat er geen overbelasting van de vloeren (zowel vloeren van het gebouw als van de metserstelling) plaatsvindt. Daarnaast is het van groot belang om steeds een zo rechtlijnig mogelijk en voldoende brede vrije doorgang te behouden op de werkvloer. Dit geldt eveneens voor de toegang tot de werkpost. Gebeurt het werk op stellingen dan is een veilige verticale toegang onontbeerlijk en wel op een goedgekozen plaats die de aanvoer van de materialen niet hindert en die de doorgang aan de stellingvoet niet belemmert. De valbeveiliging van de metselaars moet gewaarborgd worden bij werk op stellingen, zowel naar achter, opzij als naar voor. Dit laatste is ook het geval wanneer het metselwerk wordt uitgevoerd aan vloerranden waarlangs valgevaar bestaat. De aannemer dient de gepaste voorkomingmiddelen in zijn VGP te bepalen, uiteraard in functie van de door hem gebruikte arbeidsmiddelen.
Algemeen veiligheids-en gezondheidsplan + Algemene Risicoanalyse
37
Bouwen van 12 koopwoningen
–
Ijzerwegstraat te Avelgem
Beveiliging van (half-) voltooide constructies: Het is mogelijk dat sommige muren slechts gedeeltelijk mogen opgetrokken worden om andere aannemers toe te laten hun installaties aan te brengen. Dit kan bvb. het geval zijn met verticale schachten. In ieder geval moet de aannemer zijn werk veilig achterlaten, of het nu volledig of onvolledig afgewerkt is, in het geval van het metselwerk rond schachten wordt het metselwerk tot op 1m hoogte opgetrokken, zodat de leidingen nog in de schacht kunnen geschoven worden maar er op die manier toch een borstwering aanwezig is.
Algemeen veiligheids-en gezondheidsplan + Algemene Risicoanalyse
38
Bouwen van 12 koopwoningen
–
Ijzerwegstraat te Avelgem
2.5 Bouwplaatsreglement Het bouwplaatsreglement omvat een geheel aan elementen die invloed hebben op de veiligheid, gezondheid, hygiëne en gezondheid. Het is van toepassing voor alle op de bouwplaats aanwezige intervenanten. Het bouwplaatsreglement bevat een samenvatting van de op de bouwplaats vigerende wetten en verplichtingen inzake veiligheid, gezondheid en milieu. Het kan gebruikt worden als addendum aan de bestelbrief bij de onderaannemingen. Er bevindt zich steeds een exemplaar van het bouwplaatsreglement op de bouwplaats. Interne werfreglementen opgesteld door de aannemers moeten aansluiten bij wat er in het bijzonder bestek en in het VGP werd voorgeschreven, en mogen hiermee geen tegenstrijdigheden vormen. Het bouwplaatsreglement in bijlage maakt integraal deel uit van het VGP en van de contractuele stukken van de aanneming. Het bouwplaatsreglement geeft de algemene richtlijnen weer welke van toepassing zijn voor alle betreders van de werf. Ze dienen onvoorwaardelijk toegepast te worden. Bij het niet naleven van de richtlijnen wordt de overtreder hiervoor stilzwijgend in gebreke gesteld, eventuele ongevallen en/of incidenten tengevolge van dit niet naleven vallen onder de verantwoordelijkheid van de overtreder. Iedere tussenkomende partij dient de intentieverklaring, bijgevoegd in bijlage, ondertekend terug te bezorgen aan de veiligheidscoördinator-verwezenlijking. Hierin verklaart de aannemer: - het reglement gekregen te hebben - het te zullen toepassen - het door te geven aan zijn onderaannemers - er op toe te zien dat ook zij het reglement naleven en laten naleven door hun eventuele onderaannemers
Algemeen veiligheids-en gezondheidsplan + Algemene Risicoanalyse
39