5
10
15
20
25
Concept VERSLAG VERGADERING ALGEMEEN BESTUUR WADDENFONDS 26 november 2015 vanaf 15.00 uur Martinikerk, Groningen Aanwezig: Van het bestuur: Ged. dhr. K. (Klaas) Kielstra (voorzitter) Ged. dhr. H. (Henk) Staghouwer Ged. dhr. C.J. (Cees) Loggen Dhr. H. (Harrie) Miedema Dhr. C.H. (Hendrik) Boland Mw. Mr. P.J. (Petra) van Hartskamp-de Jong Dhr. M. (Mark) de Roo Dhr. P. (Pieter) Kraaima Dhr. R. (Rikus) Brader Mw. C.J.M. (Rinie) van der Zanden Dhr. B. (Bram) van de Klundert (secretaris) Mw. S. (Siska) Pennink (notulist) Voorts: Dhr. D. (Dick) Hamhuis, dhr. H. (Hannes) Heimerink, dhr. B. (Benry) Bolscher, dhr. N. (Nico) Smit, mw. R. (Renate) Kern, dhr. R. (Rudolf) Feijen, mw. R. (Rosanne) Verbree, mw. M. (Margret) van Dijk, mw. C. (Ciska) Bolman Afwezig: Dhr. F.A.M. (Frans) Keurentjes
30 1. Vaststellen agenda De voorzitter opent de vergadering. Er zijn geen aanvullingen op de agenda, zodat de agenda ongewijzigd wordt vastgesteld.
35
40
45
50
55
2. Concept verslag AB Waddenfonds 25 juni 2015 (ter vaststelling) Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld. Naar aanleiding van het verslag: Bij pagina 4, website: de komende week zullen de AB-leden benaderd worden. Dhr. Loggen vraagt naar de stand van zaken van de communicatie naar de Provinciale Staten (PS). In Noord-Holland is bij de behandeling van de wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling Waddenfonds aandacht voor de communicatie in het kader van de nieuwe investeringsregeling gevraagd. Dhr. Van de Klundert wijst erop dat niet het DB maar de drie Gedeputeerde Staten het investeringskader opstellen. Dat wordt vervolgens vertaald in een ontwerp-uitvoeringskader van het AB en dat gaat ter vaststelling naar PS. Dhr. De Roo doet de suggestie om eens per jaar per provincie in een informatiebijeenkomst de projecten toe te lichten. Dhr. Van de Klundert antwoordt dat de projecten in het jaarverslag uitgebreid aan de orde komen. Hij begreep van de griffie dat de uitnodiging om informatie over het Waddenfonds te komen geven van de PS uit moet gaan. De AB-leden geven aan dat PS meer informatie wensen over de Waddenfondsprojecten. Mw. Van Hartskamp merkt op dat de PS bij de nieuwe regeling het gevoel hebben wat op afstand te zijn gezet. De voorzitter zegt toe dat bekeken zal worden hoe de PS te informeren over het Waddenfonds in de volle breedte. Dhr. Boland verzoekt om ook de meer technische informatie voldoende voor het voetlicht te brengen en om ook jaarlijks te rapporteren over meerjarige projecten. 3. Mededelingen A. Informatie over voortgang monitoring Zoals Dhr. Van de Klundert in de vorige vergadering meedeelde is de Waddenacademie gevraagd een monitor te ontwikkelen. Het Waddenfonds is in overleg met de drie provincies om het prototype voor de Waddenbrede monitor als uitkomst van dat initiatief over te laten nemen. Een tweede initiatief
Agendapunt 3. Bij AB vergadering 30 juni 2016
60
65
dat loopt, is dat de RCW zich inzet op het punt van gecoördineerd beheer en dat in dat kader alle monitoringsactiviteiten op een rij worden gezet. Daarnaast is opdracht verstrekt aan Royal Haskoning DHV om de effectiviteit van Waddenfondsprojecten in beeld te brengen. Mede ter voorbereiding van het investeringskader wordt een database gemaakt en zal door middel van expertjudgement een oordeel over de effectiviteit van de beschikte projecten worden gegeven. In de vorige vergadering werd verwezen naar de website van de Waddenacademie. Volgens dhr. Brader is de monitor daarop niet te vinden. Op voorstel van dhr. Staghouwer wordt afgesproken dat het algemeen bestuur in een volgende vergadering nader wordt geïnformeerd.
70
B. Stand van zaken Investeringskader De Stuurgroep Waddenprovincies heeft opdracht gegeven om met een investeringskader te komen. Rond de zomer kan het worden vastgesteld. Dit is niet een zaak van het Waddenfonds maar het ligt bij de Stuurgroep Waddenprovincies.
75
C. Terugkoppeling omtrent behandeling van de GR in de Statenvergadering De Staten van Noord-Holland hebben ingestemd met de GR, maar men heeft wel vragen over de positie en de betrokkenheid van de Staten. Een evaluatie is van belang. De Partij voor de Dieren diende in de Groninger Statenvergadering een motie in. Deze is afgewezen en de GR is aangenomen. Dhr. Kraaima hoorde in de wandelgangen wel wat beroering. De Staten voelen zich op afstand gezet. In Friesland was het voorstel een hamerstuk. De Friese AB-leden hadden de woordvoerders tevoren actief geïnformeerd en hun zienswijze toegelicht.
80
85
90
95
100
105
110
115
4. A.
Ingekomen stukken Ingekomen brief, Min. BIZA en Koninkrijksrelaties goedkeuring Begroting Waddenfonds 2016, ter kennisname De brief wordt voor kennisgeving aangenomen. 5. Notitie taken/rollen/bevoegdheden AB en DB, ter kennisname De notitie is bedoeld om de verhoudingen en verantwoordelijkheden van DB en AB te verduidelijken. De voorzitter geeft de gelegenheid om te reageren. Dhr. Brader heeft drie opmerkingen. In de provincie Groningen wordt een notitie voorbereid over de vertegenwoordiging in Gemeenschappelijke regelingen. Het AB de bevoegdheid een DB-lid te ontslaan, maar dat DB-lid blijft deel uit maken van het AB. Het AB bestaat uit Statenleden en gedeputeerden en het DB uit gedeputeerden, dus dat wringt volgens dhr. Brader. Zijn derde opmerking is in hoeverre het Waddenfonds in het kader van de nieuwe investeringsregeling als een pure uitvoeringsorganisatie gezien kan worden. Dhr. Miedema laat uit de evaluatie van AB-leden en ex-AB-leden uit Groningen weten dat het algehele gevoel naar voren kwam dat het AB weinig heeft in te brengen. De bevoegdheden houden in de praktijk weinig in. Het AB wordt over concrete projecten niet geïnformeerd. Vandaar dat Groningen mogelijk gaat voorstellen om alleen gedeputeerden af te vaardigen in het AB. Mw. Van Hartskamp vreest voor een scheve verhouding in het AB en zij doet de oproep om daarin samen op te trekken. Dhr. Miedema is het daarmee eens. De voorzitter informeert wat Groningen ermee denkt op te lossen. Dhr. Staghouwer schetst het kader. Er is een brede discussie in de Staten over de verhouding met de verbonden partijen en de discussie over de vertegenwoordiging vindt plaats in dat kader. Het lijkt de voorzitter goed dat Statenleden vertegenwoordigd zijn in het AB. Het is aan de AB-leden zelf om die rol in te vullen en dat wil het DB graag ondersteunen. Hoe men dat invult kan statenafhankelijk zijn. Dhr. Brader vindt het een bezwaar dat als Statenleden plaatsnemen in het bestuur zij zichzelf moeten controleren. De gedeputeerden voeren uit en het Waddenfonds is ook een uitvoeringsorganisatie. Dhr. Loggen wil niet in de discussie van de Staten treden. We komen hiermee terug op de situatie die we eerder als ongemakkelijk hebben ervaren. Het is dan beter een totale discussie voeren. Een uniforme afvaardiging heeft de voorkeur. Dhr. Boland vult aan dat in Groningen naast structuur ook over de cultuur is gesproken. Hoe ga je op voorhand de Staten ruimte geven om iets te vinden van de stukken. Ook dhr. Van de Klundert pleit voor een homogeen model. De zaken waar het AB over beslist, zoals jaarrekening, jaarprogramma, begroting zijn zaken van wezenlijk belang. Wat betreft het bespreken
Agendapunt 3. Bij AB vergadering 30 juni 2016
120
125
130
135
140
145
150
155
160
van projecten verwijst hij naar de uitgebreide informatie die het jaarverslag en de bijlagen daarbij bieden. Deze informatie kan het AB proactief betrekken bij de jaarprogrammering. Met betrekking tot het punt over de situatie na ontslag van een DB-lid is dhr. Loggen van mening dat dit een theoretische discussie is. In antwoord op de derde opmerking van dhr. Miedema bevestigt dhr. Van de Klundert dat het Waddenfonds een uitvoeringsorganisatie is. 6. Jaarprogramma 2016 Waddenfonds A. Aanbiedingsbrief van DB aan AB bij het jaarprogramma, ter kennisname De toelichting vermeldt de belangrijkste mutaties van het jaarprogramma 2016 ten opzichte van het jaarprogramma 2014-2015. Het DB gaat nog een keuze maken ten aanzien van het omgaan met kredietsubsidie. Het advies dat de Kwaliteitscommissie aan het AB uitbracht is volgens dhr. Van de Klundert goed in lijn met het jaarprogramma. Het advies is niet verwerkt in dit jaarprogramma. Dhr. De Roo had graag gezien dat het AB kan bepalen wat het van de kanttekeningen van de Kwaliteitscommissie terug wil zien in het jaarprogramma. Als de aandachtspunten van de kwaliteitscommissie inderdaad redelijk in het jaarprogramma zitten, dan zou de Kwaliteitscommissie dit niet noemen. De voorzitter merkt op dat de Kwaliteitscommissie aangeeft vertrouwen te hebben in het jaarprogramma. Dhr. Kraaima verzoekt het DB de volgende keer de aanbevelingen van de Kwaliteitscommissie puntsgewijs te behandelen. Dhr. Miedema heeft vragen over de kanttekeningen. Hij vraagt of de kredietsubsidie volgend jaar zal worden toegepast, of het DB de mening van de Kwaliteitscommissie over het tenderen deelt en of het programma duurzame energie in 2016 weer wordt opengesteld. Dhr. Brader ondersteunt de aanbeveling van de Kwaliteitscommissie om bij de openstellingsbesluiten aan te geven wat het budget is bij het thema. Dhr. Van de Klundert merkt op dat het budget altijd wordt aangegeven bij een openstellingsbesluit. Een andere aanbeveling waar dhr. Brader aan refereert, is dat rekening moet worden gehouden met incidentele aanvragen. Wordt een deel van het budget daarvoor op voorhand gereserveerd? Mw. Van Hartskamp informeert wat de Kwaliteitscommissie bedoelt met de opmerking dat het een integrale visie mist. Dhr. Van de Klundert geeft aan dat de commissie met een integrale visie doelt op het investeringskader. De Kwaliteitscommissie vraagt om voorzichtig te zijn met uitgeven, zodat er in de komende jaren voldoende middelen beschikbaar zijn voor de grote projecten. Daarvoor zijn de technische voorbereidingen gedaan. Dhr. De Roo vindt het jammer dat in de vergadering waarin gesproken wordt over de adviezen van de Kwaliteitscommissie het jaarprogramma al voorligt ter vaststelling. Er is eigenlijk een aparte vergadering nodig. Dhr. Boland zou graag zien dat het DB de zienswijze van de Kwaliteitscommissie voortaan voorziet van annotaties. Dit vindt dhr. Loggen een goede suggestie. De voorzitter zegt toe de DB-standpunten bij KC-adviezen toe te voegen..
165
Dhr. De Roo vraagt naar de monitoring. De Kwaliteitscommissie geeft aan dat de bevindingen van 2015 er nog niet zijn. Krijgt het AB de ruimte om daar voor 2016 nog iets mee te doen? De voorzitter pleit er voor om het jaarprogramma wel vast te stellen. Ook voor dit punt geldt dat het wordt meegenomen.
170
Mw. Van Hartskamp wil graag weten welk aanbevelingen van de Commissie ter discussie staan. Dhr. Van de Klundert antwoordt dat besluitvorming over de kredietsubsidie in de DB-vergadering in december volgt. De tender is het afgelopen jaar ingezet. Er ligt een voorstel aan het DB om voor grote aanvragen met een tender te werken. Die keuze is al eerder gemaakt. Als het gaat om energie is de Commissie kritisch op onderdelen op openstelling voor energie waar al andere voorzieningen of wettelijke verplichtingen voor zijn. Dat neemt niet weg dat energietransitie wel kan worden opgenomen in openstellingen.
175
Dhr. De Roo vraagt of het AB invloed op de openstellingsbesluiten kan hebben. De voorzitter antwoordt dat dat een activiteit van het DB is. Hij zegt wel toe dat het DB het AB zal informeren. Dhr.
Agendapunt 3. Bij AB vergadering 30 juni 2016
180
185
190
De Roo stelt dat het AB over de opvolging van de bevindingen gaat. De voorzitter herhaalt zijn toezegging. Op verzoek van dhr. Staghouwer gaan dhr. Van de Klundert en dhr. Hamhuis in op de instelling van de Kwaliteitscommissie. De taak en rol van de Kwaliteitscommissie is in de GR benoemd. De Kwaliteitscommissie heeft tot taak om te adviseren bij het uitvoeringsplan (dit is 1 x in de 4 jaar). De tweede taak is dat men jaarlijks over de jaarstukken (jaarverslag en jaarrekening) en jaarprogramma adviseert aan het AB. Daarnaast heeft de Commissie de taak om toe te zien op de efficiënte inzet van de middelen van het Waddenfonds. Bij de oprichting van het Waddenfonds heeft de Tweede Kamer gevraagd om dat toezicht van rijkswege in te stellen. De Kwaliteitscommissie is decentraal ingesteld door de waddenprovincies. B. Advies Kwaliteitscommissie Zie bij agendapunt 6.A.
195
200
C. Jaarprogramma 2016, ter vaststelling De voorzitter geeft gelegenheid tot het maken van opmerkingen. Dhr. Boland heeft een tekstuele opmerking bij bladzijde 15, regel 475. De afweging waarom dit de grootste risico’s zijn ontbreekt. Op bladzijde 36 gaat het over een project LNG. Maar tegenwoordig is er ook GTL (gas to liquid). Gas wordt vloeibaar gemaakt en kan in elke dieselmotor worden gebruikt. Het verdient volgens dhr. Boland aanbeveling ook naar GTL te kijken en niet alleen naar LNG. Dhr. De Roo stelt in het verlengde hiervan de vraag hoe zich dat verhoudt tot de inzet van het Waddenfonds in de toekomst, waar zit het kantelpunt.
205
210
215
220
Mw. Van Hartskamp vraagt om verduidelijking van het stroomschema op bladzijde 10 en zij is verbaasd dat er sprake is van het subsidiëren bij staatsteun. Voorts merkt zij bij bladzijde 11, duurzame ontwikkeling, bij 3.10 op, dat dit zo vaag is geformuleerd dat elke aanvraag daarmee kan worden afgewezen. Ten aanzien van de tender is zij er voorstander om altijd een tender uit te zetten als overtekening wordt voorzien. Bij bladzijde 32, thema verduurzaming energiehuishouding vraagt mw. Van Hartskamp of energieprojecten niet voor subsidie in aanmerking komen of dat dat per geval wordt bekeken. Met betrekking tot de pilots inzake verzilting zijn er problemen met de regelgeving. Mw. Van Hartskamp informeert of daarover een signaal naar de politiek gaat. Zij heeft tot slot een vraagteken bij de zinsnede (blz. 41, rg 1601) dat agrariërs in de nabijheid van de Waddenzee “moeten” inspelen op recreatie en toerisme. Dhr. Kraaima refereert aan bladzijde 15. Hij las in een uitgave van de Waddenacademie dat het Waddenfonds geen producten van de Waddenacademie had afgenomen. Dhr. Miedema sluit zich aan bij de opmerking van dhr. Boland over LNG en GTL. Bij bladzijde 32 vraagt hij zich af of de intentie van de waddeneilanden om op het gebied van water zelfvoorzienend te zijn niet conflicteert met de natuur.
225
230
235
Dhr. De Roo gaat in op de wijziging van het subsidiepercentage van 90 naar 80% en vraagt waarom voor dat percentage is gekozen en wat dat voor projecten betekent. Waar het gaat over de projecten met zeegras stelt dhr. De Roo dat vooruit wordt gelopen op de evaluatie en de conclusies daarin. Het moet grootschaliger en op meer locaties gebeuren. Maar de vraag is in hoeverre dat is onderzocht. Dhr. Van de Klundert krijgt de gelegenheid in te gaan op de vragen en opmerkingen. Met het stroomschema is getracht ingewikkelde materie te verduidelijken. Er had moeten staan “geoorloofde staatssteun”. Wat kan helpen bij het schema is de figuur op bladzijde 12 over de verschillende investeringsstromen. Mw. Van Hartskamp vindt dat aangegeven moet worden waarop de percentages betrekking hebben. Dhr. Van de Klundert legt dat uit. Het Waddenfonds subsidieert additioneel. Anderen kunnen stapelen. Aan het eind van de looptijd (2027) moet de verhouding 50/50 zijn tussen economie en ecologie. Die verhouding vloeit voort op een besluit van de Tweede Kamer. De voorzitter wil deze vragen opvatten als een oproep om zaken helder te maken.
Agendapunt 3. Bij AB vergadering 30 juni 2016
240 Het antwoord van dhr. Van de Klundert over het tenderen is dat tenderen alleen mogelijk is als het gaat om zaken die enigszins vergelijkbaar zijn. Het wordt gebruikt voor de thema’s waar veel concurrentie is.
245
250
255
260
265
270
275
Ten aanzien van duurzame ontwikkeling zoekt het Waddenfonds naar projecten die neutraal zijn of verbeteren. Het past niet in de doelstelling om een project te subsidiëren dat de ecologie of de economie negatief zou beïnvloeden. Dhr. De Roo doet de suggestie om achterliggende informatie voor het AB via links toe te voegen. De voorzitter denkt dat dit ingewikkeld en groot wordt. Bovendien moeten de overheadkosten zo laag mogelijk gehouden worden. Getracht zal worden teksten duidelijk en zo eenvoudig mogelijk te maken. De oproep hiertoe is helder. De voorzitter merkt op dat het bestuursakkoord bij de decentralisatie het uitgangspunt is van al het handelen. Het Waddenfonds moet werken binnen wettelijke kaders en met de constructies die in de rijksperiode zijn ingezet. Er zal nog eens kritisch naar de formuleringen worden gekeken. Dhr. Van de Klundert vervolgt de beantwoording van de vragen. De pilots verzilting liggen gevoelig. Naar aanleiding van de opmerking over de agrariërs zal er volgens dhr. Van de Klundert sprake zijn van een verkeerde formulering als er staat “moeten”. De tekst moet luiden dat er kansen zijn voor recreatie en toerisme voor de agrarische sector. Voor wat betreft de Waddenacademie heeft het Waddenfonds de banden aangetrokken. Dhr. Kraaima zal dhr. Van de Klundert de folder toesturen waar hij op doelde. Dhr. Van de Klundert reageert op de opmerking over water dat niet ten koste mag gaan van natuur. Water is een van de dingen die weinig benut zijn. Het streven is naar zaken die de hele keten benutten. Het gaat erom dat water meer circulair wordt. Zeegras. Als er staat dat het Waddenfonds alleen grootschalig verder wil, dan wil het Waddenfonds eerst zeker weten wat de uitslag van kleine experimenten is. LNG en GTL. Het Waddenfonds is hiermee terughoudend, omdat dit projecten zijn die zichzelf uitbetalen. Dit is een zwaar gesubsidieerd veld. Van de kant van het AB wordt opgemerkt dat dit echter wel prominent in het jaarprogramma staat. Dhr. Van de Klundert legt uit dat dat is, omdat het in het uitvoeringsplan staat. En dat vigeert nog. Dhr. Miedema zou die toelichting in de tekst willen zien. De voorzitter zegt toe dat aan de tekst wordt toegevoegd dat het Waddenfonds terughoudend wil zijn met het steunen van deze programma’s gezien de economische ontwikkelingen. In reactie op de tekstuele opmerking bij blz. 15 over “de grootste risico’s” van dhr. Boland volgt de toezegging dat de tekst aangepast zal worden. In antwoord op de vraag van dhr. De Roo naar de hoogte van het percentage antwoordt dhr. Van de Klundert dat het Waddenfonds 90% aan de hoge kant vond voor de natuurprojecten.
280
Het AB besluit het Jaarprogramma Waddenfonds 2016 vast te stellen. 7. Gewijzigde Financiële Verordening en Nota Toelichting Begroting Waddenfonds A. Aanbiedingsbrief van DB aan AB, ter kennisname De aanbiedingsbrief wordt voor kennisgeving aangenomen.
285
290
B. Gewijzigde Financiële Verordening, ter vaststelling Dhr. Boland informeert inzake artikel 11 of interne toetsing voldoende is en of daaromtrent gerapporteerd wordt. Geantwoord wordt dat de interne controle gebeurt door de afdeling financiën van de provincie Friesland. De accountant voert de slotcontrole uit. Het accountantsrapport gaat naar het AB. In antwoord op een vraag van dhr. De Roo geeft dhr. Van de Klundert aan dat het uitvoeringsprogramma een financiële paragraaf bevat en dat er bij grote uitgaven altijd een zware terugkoppeling is naar het AB.
295 Het AB besluit de gewijzigde Financiële Verordening Waddenfonds 2015 vast te stellen. C. Nota Toelichting Begroting, ter vaststelling Er zijn geen vragen of opmerkingen bij de nota toelichting begroting.
Agendapunt 3. Bij AB vergadering 30 juni 2016
300 Het algemeen bestuur van de Gemeenschappelijke regeling Waddenfonds gelet op artikel 32 van de Gemeenschappelijke regeling Waddenfonds, gelet op de Financiële Verordening Gemeenschappelijke regeling Waddenfonds 2015,
305
310
besluit als kader voor het uitvoeren van de begroting door het dagelijks bestuur vast te stellen op 26 november 2015, de Nota toelichting begroting Waddenfonds. 8. Normenkader 2015 Gemeenschappelijke regeling Waddenfonds A. Aanbiedingsbrief van DB aan AB, ter kennisname De aanbiedingsbrief is ter kennisname. B. Normenkader 2015, ter vaststelling Er zijn geen vragen of opmerkingen over het Normenkader.
315
Het AB besluit het Normenkader 2015 vast te stellen. C. Lijst van wet- en regelgeving behorend bij Normenkader Waddenfonds 2015, ter vaststelling Dhr. De Roo merkt op dat het oude uitvoeringsplan nog wordt genoemd in de lijst maar mogelijk niet van toepassing is voor het Normenkader 2015.
320 Het AB besluit de lijst van wet- en regelgeving behorend bij Normenkader Waddenfonds 2015 vast te stellen.
325
330
335
9. Tweede tussenrapportage realisatie Begroting WF 2015 A. Aanbiedingsbrief van DB aan AB, ter kennisname De aanbiedingsbrief is ter kennisname. B. Tweede tussenrapportage realisatie begroting Waddenfonds 2015, ter kennisname Dhr. Brader vraagt naar voorbeelden van projecten in het kader van lokale innovaties. Dhr. Van de Klundert verwijst hiervoor naar het jaarverslag. Dhr. Miedema informeert naar de oorzaak dat het gereserveerde budget voor bezwaarschiften niet is benut. Zowel DB als directie is verheugd dat er geen bezwaren zijn geweest. De voorzitter noemt dit een pluim aan de uitvoeringsorganisatie. Mw. Van Hartskamp verbaast zich over de hoogte van het begrote bedrag en over het feit dat men bezwaar kan maken als er geen subsidie toegekend wordt, daar kan men toch geen recht op doen gelden. Uitgelegd wordt dat men bezwaar kan maken als men van mening is dat de criteria niet goed zijn toegepast of onduidelijk zijn.
340
Mw. Van Hartskamp noemt het verschil tussen het begrote bedrag (€ 1.390.000) voor de post personeelskosten bij bedrijfsvoering en de prognose voor deze kosten opmerkelijk. De prognose was € 800.000; tot en met september is € 400.000 uitgegeven. Dhr. Van de Klundert zal de volgende (tussen)rapportage van een uitgebreider en eenduidiger toelichting voorzien.
345
10. Stand van zaken subsidietoekenningen 2015, ter kennisname Met dit agendapunt informeert het DB het AB over de stand van zaken van subsidietoekenningen.
350
355
Dhr. Miedema vindt het opmerkelijk dat er bij het thema duurzame recreatie en toerisme sprake was van een grote overtekening en bij de andere thema´s niet. Hij vraagt of daar een verklaring voor is. Dhr. Van de Klundert antwoordt dat er voor het thema duurzame recreatie en toerisme een stuwmeer aan aanvragen was ontstaan doordat dit thema daarvoor niet open heeft gestaan. Het DB zal daar ongetwijfeld rekening mee houden bij de volgende openstelling. 11. Communicatie Notitie, ter kennisname Mw. Van Hartskamp merkt op dat de kosten die de plannen ten aanzien van communicatie met zich meebrengen niet zijn opgenomen in de notitie. Dhr. Van de Klundert antwoordt dat deze kosten binnen de begroting passen en € 10.000 à € 15.000 bedragen.
Agendapunt 3. Bij AB vergadering 30 juni 2016
360
Dhr. De Roo zou graag een nuance aanbrengen bij de communicatie. Het Waddenfonds is het middel en de projecten zijn het doel. Dhr. Loggen merkt op dat de communicatie met de Statenleden ook onderdeel is van communicatie.
365
370
Dhr. Van de Klundert wijst op de voorlichtingsbijeenkomsten die worden gehouden om de openstellingsbesluiten te verduidelijken. Dhr. Kraaima doet de aanbeveling om de Statenleden te informeren over afgeronde projecten. Dhr. Van de Klundert stelt dat het jaarverslag die informatie biedt. Dhr. Boland merkt op dat de doelgroepen van communicatie niet benoemd zijn in de notitie. De voorzitter antwoordt dat de opmerkingen genoteerd zijn. 12. Rondvraag en sluiting Dhr. Miedema verzoekt de vergaderdata voor 2016 door te geven.
375
Mw. Van Hartskamp geeft aan dat dit waarschijnlijk voor haar de laatste vergadering is geweest die zij bijwoonde. Zij is namelijk voorgedragen als burgemeester van Montfoort. Mw. Van Hartskamp dankt voor de samenwerking en zij vindt het jammer dat zij het AB verlaat. De voorzitter sluit de vergadering.
380
Voorzitter
waarnemend secretaris
De heer K. Kielstra
de heer D. Hamhuis
385
390
Agendapunt 3. Bij AB vergadering 30 juni 2016