Raadsvoorstel 65 Vergadering 10 juni 2008
Onderwerp
: Restlevensduur sluizen 7, 8, 9 en vervolgtraject
B&W vergadering Dienst / afdeling
: 22 april 2008 : SB.BOR.WA
Gemeenteraad
Aan de gemeenteraad, Reeds enige jaren geeft de onderhoudstoestand van sluizen 7, 8 en 9 aanleiding tot zorg. Herhaaldelijk is bij begrotingen en jaarverslagen gerefereerd aan de, vermoedelijke, matige tot slechte onderhoudsstaat van de sluizen. Het onderzoek naar de staat van de fundering van sluis 2 (bij Den Bosch) en de faalkansen-analyse van sluizen 4, 5 en 6 van Rijkswaterstaat gaven mede aanleiding tot deze bezorgdheid. Tot dusver was het lastig om de gegevens van bovenstaande sluizen te extrapoleren naar de situatie voor sluizen 7, 8 en 9. Immers de geohydrologische omstandigheden kunnen verschillend zijn en daarmee ook de invloed op de toestand van de sluizen. De vervanging van sluizen 10 en 12 door Rijkswaterstaat, net bovenstrooms van Helmond, gaf de mogelijkheid om nader te kijken naar de toestand van de paalfundering bij sluizen die qua (geohydrologische) ligging beter vergelijkbaar waren met sluizen 7, 8 en 9. Hiervoor is in opdracht van de gemeente onderzoek uitgevoerd door de Stichting Houtresearch bij sluizen 10 en 12. Daarnaast heeft DHV de opdracht gekregen om op basis van deze gegevens en eigen aanvullend onderzoek een rapportage op te stellen over de onderhoudstoestand en restlevensduur van sluizen 7, 8 en 9. Dit alles heeft eind oktober 2007 geleid tot het rapport “Restlevensduur sluizen 7, 8 en 9”, welke resultaten wij u nu ter informatie en besluitvorming aanbieden. Daarbij wordt ook een relatie gelegd met het programma Samen Investeren waarbij het herstel van sluis 7 respectievelijk de toervaart in het oude, noordelijke, kanaalpand als project is ingediend. Conclusies Sluizen 7, 8 en 9 dateren uit de periode van de aanleg van de Zuidwillemsvaart (ZWV) in de jaren 18221826. Bij de aanleg van de ZWV zijn destijds 16 vrijwel identieke sluizen aangelegd, bestaande uit op houten palen gemetselde sluishoofden met een daartussen gelegen sluiskolk. De kolkwanden van de sluizen 7 en 9 zijn, al voor de overdracht naar de gemeente in de 90-er jaren, vervangen door verankerde stalen damwanden. De kolkwanden van sluis 8 bestaan nog grotendeels uit de oorspronkelijke muren van basalt/betonelementen. Op basis van alle beschikbare gegevens en eigen inspecties van sluizen 7, 8 en 9 komt DHV tot de volgende conclusies voor deze sluizen: • Sluis 7 is in slechte staat en is aan het einde van zijn technische levensduur. Het niet in werking zijn van de sluis (en het uitstellen van onderhoud) zal een nog verdere achteruitgang betekenen. Het is niet mogelijk om de sluis in de huidige staat opnieuw in gebruik te nemen. • Sluis 8 is in een matige staat en heeft een restlevensduur van maximaal 10-15 jaar. De slechte staat van de kolkwand en de sluishoofden inclusief de houten paalfundering zijn hierin cruciaal. • Sluis 9 is in redelijke staat en heeft een restlevensduur van maximaal 15-20 jaar. • Door aantasting van de houten funderingspalen is veel draagkracht verloren gegaan. De constructies voldoen niet meer aan de eisen volgend uit de TGB. (TBG is een specifieke technische norm die is afgeleid van het Bouwbesluit). Wanneer er zonder belastingsfactoren wordt gerekend voldoet de constructie nog net, maar er is weinig veiligheidsmarge over. In de praktijk betekent dit
Gemeenteraad van Helmond Raadsvoorstel 65
blz. 1
•
•
•
dat er aan de sluizen geen (groot) onderhoud meer gepleegd kan worden waarbij zwaarder materieel nodig is, omdat daarmee het risico op het verzakken van de sluishoofden reëel is. Aan de hand van de risico-analyse zijn de gevolgen van de risico’s inzichtelijk gemaakt. Hieruit blijkt dat versnelde aftakeling van de sluizen en persoonlijke ongevallen door onveilige situaties in de openbare ruimte de belangrijkste gevolggebeurtenissen zijn. Als gevolg van het falen van sluis 8 en/of sluis 9 zullen, op basis van een volumebenadering, twee gebieden inunderen. Deze gebieden liggen nabij het Groot Goor en de Bundertjes. De economische schade als gevolg van deze overstroming is met behulp van kentallen berekend en bedraagt in totaal bijna 173 miljoen euro. Dit bedrag kan verder oplopen als nader gekeken wordt naar de ‘route’ die het overstromende water zal nemen om in deze gebieden te komen. Een deel van deze route zal door het stedelijk gebied van Helmond gaan, aangezien hier lage kades en oevers aanwezig zijn waar het water als eerste uit het kanaalpand zal treden. Het risico op inundatie bij het falen van sluis 7 is kleiner. Enerzijds omdat hier een damwand voor ligt die voorkomt dat het kanaalpand leegloopt, anderszijds omdat het achterliggende kanaalpand dermate groot is, dat bij eventueel bezwijken het water hier geborgen kan worden. De bedrijfszekerheid van de elektrische installaties is onzeker gezien de ouderdom van de besturingssystemen.
Beleidsmatige context In verschillende gremia is de toekomst van het kanaal, met daarin dus de sluizen, al eens besproken. Ook in verschillende (beleids)plannen komt het kanaal terug. Besluitvorming vorig college Door het vorige college is besloten dat de mogelijkheid voor terugkeer van recreatiescheepvaart op de noordelijke kanaaltak niet geblokkeerd mocht worden. Hierover is enige jaren geleden ook overleg gevoerd met Laarbeek, mede omdat Laarbeek op dat moment de gedachte had om de brug richting Bakel te vervangen door een vaste rotonde. Dit is uiteindelijk, vooralsnog althans, niet doorgegaan. Daarom is voorlopig de status quo gehandhaafd. In 2004/2005 is een damwand voor sluis 7 geplaatst, waarbij is aangegeven dat deze gezien moet worden als een tijdelijke voorziening ter beperking van gevolgschade bij het eventueel bezwijken van de sluis. Daarnaast kan deze damwand dienst doen als onderdeel van de bouwput als besloten wordt deze sluis te vervangen of om te bouwen tot een stuw. Berzob De Berzob-studie richtte zich met name op de sluizen 4, 5 en 6 van Rijkswaterstaat (sluizen 4, 5 en 6 liggen benedenstrooms van Helmond, richting Den Bosch). In het kader van deze studie is besloten om de sluizen te vervangen en op te waarderen voor grotere binnenvaartschepen. De achterliggende gedachte daarbij is dat er meer goederenvervoer over de ZWV en het Wilhelminakanaal plaats zou kunnen vinden. De financiering van deze opwaardering gebeurt door het Rijk, de provincie en een aantal gemeenten die baat hebben bij deze opwaardering. Helmond draagt ook bij aan realisatie van deze opwaardering. Over sluizen 7, 8 en 9 is in het kader van de studie wel gesproken, maar er zijn geen afspraken over vastgelegd. Vanuit het oogpunt van goederenvervoer heeft de oude ZWV door Helmond in het kader van de Berzob-studie geen prioriteit gekregen. ASP Het Algemeen Structuurplan 2015-2030 (ASP) van Helmond doet geen uitgewerkte uitspraken over de toekomst van het kanaal. Wel wordt kan de volgende, algemene lijn uit het ASP gedestilleerd worden: - Herontwikkeling en verlevendiging van de noordelijke kanaalzone met stedelijke en regionale functies, op basis van de verwachtte transformatie van locaties als de Nedschroef, Kanaaldijk NO (Stiho e.o.) en Vlisco. Daarbij wordt overigens niet direct gerefereerd aan de terugkeer van (recreatie)scheepvaart op het kanaal zelf, hoewel de mogelijkheid ook niet wordt uitgesloten en verbonden is aan het realiseren van een recreatieve poort rond sluis 7. - Een verdere ontwikkeling van gemengde stedelijke en regionale functies (waaronder woningbouw) langs de zuidelijke kanaaltak over het industrieterrein Hoogeind / Rietbeemd en ter hoogte van de nieuwe woningbouwlocatie Lungendonk. Dit kan impliceren dat de huidige bedrijven die nu nog
Gemeenteraad van Helmond Raadsvoorstel 65
blz. 2
gebruik maken van scheepvaart niet meer passen in het toekomstige beeld voor deze zone. Vooralsnog is echter in het ASP aangegeven dat de scheepvaartfunctie in ieder geval tot 2015 in stand zal blijven. Recreatie/leisure Recreatie(toer)vaart maakt geen onderdeel uit van het vigerende vrijetijdsbeleid. Zoals bekend wordt dit beleid op momenteel verder uitgebouwd. Het onderwerp zal in de nieuwe nota wel aan de orde komen, waarbij het overigens gekoppeld zal worden aan andere programmatische en stedenbouwkundige opgaven. De meerwaarde van recreatieve (toer)vaart zit hem namelijk niet alleen in de directe economische bestedingen, maar vooral ook in het toevoegen van stedelijke dynamiek en ruimtelijke kwaliteit. De gemeenteraad lijkt overigens een positieve grondhouding te hebben ten aanzien van recreatieve (toer)vaart, gelet op onder meer de discussie die heeft gespeeld rondom het initiatief ‘De Waterengel’ van Stichting Schip. Het Brabants Bureau voor Toerisme (BBT) heeft in overleg met de Provincie Noord-Brabant een inventarisatie gemaakt van de knelpunten in het recreatietoervaartnetwerk van Brabant. De bereikbaarheid van de steden via het water, ook van Helmond, is daarin opgenomen als hiaat. Ook de renovatie/reconstructie van sluis 7 is opgenomen op deze lijst. Het BBT wil zich sterk maken, als intermediair, voor het completeren van het recreatieve toervaartproduct in Brabant en voor de promotie daarvan. Via de provincie zijn (hiertoe geadviseerd door Stichting Recreatietoervaart Nederland) ILGmiddelen beschikbaar voor de renovatie/reconstructie van sluis 7. Het gaat om een relatief klein bedrag (enkele tonnen), maar het zegt wel iets over de bereidheid van de provincie om mede te investeren in het tot ontwikkeling brengen van een recreatietoervaartproduct in Helmond. Industrieel erfgoedtoerisme Op 5 juli 2005 stelde de gemeenteraad het Masterplan Industrieel Erfgoed Toerisme vast. Het Masterplan was een uitvloeisel van de in 2003 vastgestelde nota “Een kasteel tussen fabrieken: discussienota Industrieel Erfgoed Toerisme in een stedelijk ontwikkelingsperspectief”. Het Masterplan is gericht op het creëren van samenhang tussen bestaande en nieuw op te starten initiatieven op het terrein van industrieel erfgoed toerisme in Helmond. In de vergadering van 11 april 2007 stelde de gemeenteraad, als afgeleide van het Masterplan, het Actieplan Industrieel Erfgoed Toerisme 2007 en 2008 vast. Een van de majeure projecten uit dit Actieplan betreft het onderzoek naar het realiseren van een themapark voor industrie en nijverheid. In deze denklijn is sluis 7 vanuit een tweetal perspectieven van belang. In de eerste plaats betekent het herstel van de sluis ook het herstel van de toervaart tot in het hart van de start met in het kielzog de aanvoer van toeristen die dit doel aan hun bezoek aan Helmond kunnen koppelen. In de tweede plaats levert het herstel van sluis 7 vanuit het perspectief van Industrieel Erfgoed Toerisme een belangrijke schakel in het herstellen van de oorspronkelijke cultuurhistorische betekenis van het oude kanaalpand van de Zuidwillemsvaart. Sluis 7 is de nog enige originele sluis in deze 180 jaar oude verbinding en behoort tezamen met industriële artefacten in de kanaalzone van Helmond tot het industriële erfgoed van Helmond. Vervolgstappen Vervolgstappen voor sluis 7 Voor sluis 7 is de toekomst zoals gesteld mede gekoppeld aan de ontwikkeling van de kanaalzone in het kader van het project BrabantStad (relatie met diverse projecten uit Samen Investeren). De businesscase die hiervoor opgestart is zal mede uitsluitsel moeten geven over de toekomst van het noordelijk deel van het kanaal en de kosten en baten voor opwaardering. Een tweede onderzoek die hierbij een rol speelt is het gezamenlijke project van de provincie en de gemeenten Den Bosch, Eindhoven en Helmond, om een ontwikkelingsvisie voor het gebied van de Zuid-Willemsvaart en de N279 op te stellen. De ontwikkeling van de toervaart is hierin nadrukkelijk een onderwerp. De afstemming met de gemeente Laarbeek dient hierin een duidelijk element te zijn. Vervolgstappen voor sluizen 8 en 9 Bij deze sluizen liggen op dit moment de grootste risico’s. Ze zijn nog in bedrijf en bij een eventuele calamiteit zullen zowel de schutfunctie als de waterkeringsfunctie acuut in gevaar komen.
Gemeenteraad van Helmond Raadsvoorstel 65
blz. 3
Wij stellen voor om voor deze zuidelijke kanaaltak nog dit jaar (2008) in beeld te brengen wat naast de herbouw van beide sluizen de alternatieve mogelijkheden zijn, waaronder: • (Technische) mogelijkheden om de twee bestaande sluizen door 1 te vervangen met een globale indicatie van kosten; • Consequenties voor het vervangen van de sluizen door stuwen (schade voor bedrijven in de insteekhaven, relatie met toekomstige stedelijke ontwikkelingen als Lungendonk en consequenties voor toekomstige recreatiescheepvaart mede i.r.t. ontwikkelingen Suytkade etc.); • Op basis van deze gegevens kan dan mede besloten worden hoe de toekomst van het zuidelijk deel van het kanaal eruit moet komen te zien. Er moet rekening gehouden worden met de consequenties van de Helmondse besluitvorming voor het Eindhovens Kanaal. Langs het Eindhovens Kanaal vinden op dit moment werkzaamheden plaats om zowel de recreatieve als ecologische functie verder op te waarderen. Het Eindhovens Kanaal staat in open verbinding met de ZWV en is hier zowel qua peilbeheer als (deels) qua functie aan gebonden. Overleg met Eindhoven zal daarom onderdeel van de studie uitmaken. Middelen Voor de noordelijke kanaaltak moet de visievorming meelopen met de businesscase. Daarin zal bepaald worden wat de toekomst van het kanaal moet zijn en hoe de sluizen daarin passen. Voor dit deel zijn geen extra kosten voorzien. Voor de zuidelijke kanaaltak zal het bovengenoemde onderzoek opgestart moeten worden. De verwachting is dat dit onderzoek ca. € 40.000,-- zal kosten. Deze middelen zijn niet voorhanden in de begroting voor het civieltechnisch kunstwerkenbeheer (hoofdproduct 270, Binnenhavens en waterwegen excl. onderhoud waterlopen). Voorgesteld wordt het budget te dekken uit de post incidenteel onvoorzien en hiertoe begrotingswijziging 26-2008 vast te stellen. Het advies van de commissie middelen, ondersteuning en economie en het advies van de commissie ruimtelijk fysiek zal, na ontvangst, voor u ter inzage worden gelegd. Burgemeester en wethouders van Helmond, De burgemeester, De secretaris, Drs. A.A.M. Jacobs. Mr. A.C.J.M. de Kroon.
Gemeenteraad van Helmond Raadsvoorstel 65
blz. 4
Raadsbesluit 65 Vergadering 10 juni 2008
Gemeenteraad
De raad van de gemeente Helmond; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 april 2008 gelet op de bepalingen van de Gemeentewet; besluit: 1. Kennis te nemen van de conclusies (op hoofdlijnen) van de studie over de restlevensduur van de sluizen; 2. De toekomst voor sluis 7 mee te nemen in de businesscase voor de Kanaalzone en het project Samen investeren van de B-5 en provincie; 3. Voor sluizen 8 en 9 in 2008 een apart onderzoek op te starten naar de toekomstige visie op het kanaal en een aantal mogelijke scenario's hoe om te gaan met de sluizen; 4. Voor de studie naar sluizen 8 en 9 een bedrag van € 40.000,-- beschikbaar te stellen, de dekking hiervoor te halen uit de post incidenteel onvoorzien en hiertoe bijgevoegde begrotingswijziging 26-2008 vast te stellen;
Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 10 juni 2008. De raad voornoemd, De voorzitter,
Gemeenteraad van Helmond Raadsbesluit 65
de griffier,
blz. 5