COLOFON
*~.lacobSSt~f 52
BESTUUR mw. K. van den Berg, voorzitter F. Brions, bestuurssecretaris vaca~ture:penningmeester H. Schutte, 2epenningmeester mw. H. Pouderoyen, lid J. vain der Meulen, lid mw. M. Blokland, lid mw. T. van der Maat, lid LEDENSERVICE (uitsluitend schriftelijk) Best:ellen van artikelen Postbus l3091 3507 LB Utrecht BESTUURSSECRETARIAAT p/a IHeuvelweg 14 3761 XN Soest SECRETARIAAT BINNENLAND Insturen van compostela's p/a Fazantenkamp 576 360'7 DG Maarssenbroek = (0)346)56 91 33 SECRETARIAAT INTERNATIONAAL p/a Hagelweg 8 58011 HC Venray (0478)58 41 45 LEDlENADMINISTRATIE p/a Fluitekruid 1 777'2 ND Hardenberg (0523)26 59 93 email:
[email protected] INTIERNETADRES www.santiago.nl
jaargang 13 - december 2001 verschijnt viermaal per jaar ISSN 0923-11458 O Nederlands Genootschap van Sint Jacob Meningen en feiten, zoals die door auteurs worden weergegeven, vallen buiten verantwoordelijkheid van redactie en uitgever. REDACTIE Herman van den Brink Jeroen Gooskens Sjef van Hulten (voorzitter; eindredactie) Tieleke Huijbers (fotoredactie) Stephan van Meulebrouck (bureau- en eindredactie) ]os Mijland Herman Stokmans José Wienk REDACTIEADRES Judith Boon Safarigeel 120 2718 CN Zoetermeer w (079)361 20 12 e-mail:
[email protected] DRUK & GRAFISCHE VERZORGING Koopmans' drukkerij, Hoorn Ruud Conens (logo) AANWIJZINGENVOOR INSTUREN KOPIJ Bijdragen voor de/acobsstof dienen bij voorkeur in Word op diskette voorzien van een uitdraai gezonden te worden naar het redactieadres. Sluitingsdatum nr. 53: 14 januari 2002. Gelieve op A4 formaat met één brede marge te werken. Indien illustraties worden aangeleverd deze voorzien van onderschriften en voorkeurplaats in de marge aangeven met een met de foto corresponderend nummer. De redactie behoudt zich het recht voor bijdragen in te korten of te weigeren.
154 Labyrint als levensbeeld jan de jongh 162 lacobusboeken josé Wienl, Tieleke Huijbers en Stephan van Meulebrouck 166 Rond de investituur te Roermond Herman Stokmans 168 Vers van de Camino francés jeroen Cooskens 175 Gedicht: Lol
Afbeelding omslag: detail van een schilderij op een reiskist door de Meester van de Cassoni Campana, ca. 1525 (Museum Avignon). Theseus doodt de Minotaurus in een labyrint van het Chartres-type; twee dochters van Minos wachten bij de inluitgang.
LABYRINT ALS LEVENSBEELD ]ANDE ]ONGH' CHEMIN DE JERUSALEM
Wie de kathedraal van Chartres via het westportaal binnenkomt en zijn blik naar beneden richt in plaats van op het gewelf en het koor, ziet daar onder een pakket stoelen het labyrint. Toen er nog geen stoelen in het schip stonden, werd de gelovige als het ware uitgenodigd op weg naar het elname aan de viering eerst de weg naar t...* binnen, het centrum, te lopen of te bedenken. Dergelijk grote omlooplabyrinten in kerken vinden we alleen in Noord-Franl~rijk.~ Ze ontstonden in de 12e tot de 15e eeuw. De kerklabyrinten in de rest van Europa zijn van klein formaat uitgevoerd in mozaïek, beschilderde muurtegels of in een steenrelief aan de muur. Bij die laatsten, zoals in Lucca bij de westingang, kon de gelovige als voorbereiding op de viering een vingerspel doen. Waarom worden die omlooplabyrinten alleen in NoordFrankrijk aangetroffen? Het zou een apart artikel vradat goed uit de doeken te doen. Kort door de ocht: ze ontstonden onder Scandinavische invloed via de oormannen en de veenlabyrinten in Engeland.
De grote kerklabyrinten worden wel 'Chemin de1erusalem' genoemd. Vermoedelijk werden ze gebruikt als een soort surrogaat-pelgrimages: op de knieën met een gebedenboek in de hand. Maar dat is niet de enige en belangrijkste vergelijking met de grote pelgrimage. Ook de betekenis van het labyrint als levensbeeld lijkt op dat van de elg gr image.^ Met levensbeelden bedoel ik beelden, symbolen, verhalen waarmee mensen iets proberen te zeggen over hun leven op een bepaald moment. Het aardige van levensbeelden is, dat ze een eigen werking hebben. Ze geven ons vaak inzicht in waar we zijn en hoe we met onszelf omgaan. LABYRINT EN DOOLHOF
Er is een belangrijk verschil tussen het labyrint en de doolhof. Een labyrint bestaat uit één telkens van richting veranderende weg. Er zijn geen dwaalwegen of keuzemogelijkheden. Via een maximale omweg en soms vlak langs het
centrum, kom je bij het doel. Het labyrint is geen spiraal of een aantal concentrische cirkels, maar een weg met pendelachtige richtingverandering. De doolhof is een stelsel van doorgaande en doodlopende wegen. Het duurde tot 1420 voor er afbeeldingen en ontwerpen kwamen van een doolhof. Dat gebeurde in de adellijke tuincultuur. Bij mijn weten hebben doolhoven nooit een religieuze betekenis gehad. Aan het slot kom ik op dat ver- : schijnsel in de 15eeeuw nog terug. Het labyrint en de doolhof staan voor verschillende levensbeelden en ervaringen. In het labyrint wordt je naar het centrum geleid. ]e houdt je niet bezig met oriënteringsproblemen, maar richt je naar binnen en kunt overwegen wat de zin van de weg is. Net als de levensweg is het een lange en onoverzichtelijke (om!)weg. Daar zit ook de overeenkomst met de vastliggende Camino francés met de gele strepen. In de doolhof moet je de weg naar het centrum via doodlopende paden, afbuigingen in andere richting en kruisingen moeizaam zelf vinden. Dat vraagt concentratie naar buiten en het centrum vind je alleen op eigen initiatief. Twee verschillende ervaringen. Met enige generalisering kun je zeggen dat het labyrint katholiek is - de ene door de clerus aangewezen weg - en de doolhof protestant - eigen verantwoordelijkheid op je zoektocht.
" i;
Al in de oudheid werden in teksten - let wel: niet in afbeeldingen! - labyrint en doolhof door elkaar gehaald. Of liever, want de doolhof bestond nog niet, het labyrint werd vanaf de 3' eeuw een literair beeld (metafoor) voor 'dwaalfiguur' en verwarrende situaties. Men verstond waarschijnlijk de betekenis van de figuren niet meer en ervoer ze als verwarrend. GESCHIEDENIS
Voordat we kijken naar de betekenis van het kerklabyrint eerst heel kort iets over de geschiedenis. Het klassieke labyrint heeft tot de Middeleeuwen zeven pendels en de oerlokatie is Kreta. Niet alleen vanwege de oudste vermelding (f1400 v.Chr.) op een steen uit Knossos, maar ook door de mythe van Theseus en de Minotaurus.
Krantenfoto uit 1921, koninklijke in het labyrint van St.Agnes (Scilly-eilanden): vermaak of toch méér?
Labyrint van het Kretenzische type metzeven ingangen.
Androgeos, zoon van Minos, de koning van Kreta, behaalt alle prijzen tijdens een wedstrijd in Athene. Hij wordt daarom door de Atheense koning Aegeus vermoord. Minos verslaat Athene en eist ieder achtste jaar een schatting van zeven jongens en meisjes. Ze dienen als voedsel voor de Minotaurus, een misgeboorte uit een sexueel avontuur van de vrouw van Minos met een stier. De Minotaurus is door Daidalos in een labyrint ondergebracht. Theseus, zoon van Aegeus, gaat met de slachtoffers op een schip met de zwarte vlag, de doodsvlag, mee. Hij overwint de Minotaurus met behulp van de draad van Ariadne, de dochter van Minos. Op zijn tocht naar huis laat hij Ariadne op Naxos in de steek. Het loopt tenslotte met de familie van Theseus tragisch af. Afspraak was dat hij na zijn overwinning bij aankomst voor Athene een witte vlag zou hijsen. Dat vergeet hij. Als zijn vader de zwarte vlag ziet, pleegt hij zelfmoord.
De moeilijkheid van de mythe is dat de draad van Ariadne rationeel gezien overbodig is. Want in een labyrint kun je niet verdwalen. Men veronderstelt dan ook wel dat de mythe slaat op een soort doolhof. Dat verhaal zou dan verbonden zijn met latere labyrintfiguren, zoals we die op I
hem het Aphroditebeelddat hij van Ariadne gekregen had. Daarna danste hij met dejongelingen de reidans, die de Deliërs naar men zegt nog heden dansen en in de nabootsingvan de windingen en dwaalwegen van het labyrint met allerlei slingers in een zeker ritme wordt uitgevoerd.
De antieke dans is altijd reidans, zoals nu nog steeds op bruiloften in het Middenoosten. Eeuwen later werden in de labyrinten van Noord-Frankrijk (o.a.
Scherno van de
Sens, Auxerre, Amiens) paasdansen uitgevoerd. Ook de Baskische slakkendans is een labyrintdans en zeer waarschijnlijk ook het vlöggl'n met Pasen in O o t m a r ~ u m . ~ De verbreiding van de labyrintfiguur in verschillende culturen is enorm. Men verklaart dit wel vanuit een algemeen menselijke herkenning als levensbeeld a la de archetypen van Jung. Je vindt de figuur in rotsen gehakt en gekrast, zoals bij de ingang van grafgrotten in Italië (ingaan in de moederschoot van de aarde!), bij Pontevedra (NoordwestSpanje), Cornwall, Ierland enz. Maar ook als mozaïek in Romeinse villa's en vanaf de tiende eeuw op de dekbladen van zogenaamde computi, datumlijsten voor de berekening van de Paasdatum. Bij die laatsten is in het centrum een duivelachtige Minotaurus op een soort troon afgebeeld: Pasen is de overwinning op de overste van deze wereld. De Joodse handschriften met Jericho-labyrinten zijn een onderwerp apart. Ze ontstonden vanuit het verhaal van de geweldloze inname van jericho, doordat Israël zeven keer rond de stad liep: de zeven pendels van een labyrint. In een christelijk Armeens handschrift wordt jericho in een tekening van Jezus' intocht met Zacheus ook als labyrint voorgesteld. VOORCHRISJELljKE BE JEKENISSEN Er is veel onzekerheid over de betekenis van het labyrint in de voorchristelijke cultuur. Bovendien overlappen betekenissen van zo'n oersymbool elkaar. Beknopt en onvolledig noem ik:
7. Politiek. We zagen dat op Delos een labyrintfiguur als overwinningsdans vanwege het einde van de hegemonie van Kreta werd uitgevoerd. De Minotaurus is de personificatie van de verwoestingen die Kreta op de Peloponesus aanrichtte. Vergilius vertelt van een cultisch ruiterspel bij de stichting van steden en wijding van muren. In Rome wordt dit 'Trojaanse ruiterspeP langs labyrintachtige banen tot algemene bezwering van gevaar en overheersing. Onder keizer Augustus heeft dit spel zich ontwikkeld tot een soort debutantenrit voor adellijke jongens (initiatie?). 2. Initiatie. In de mythe gaat het om tweemaal zeven kinderen die in het labyrint geïsoleerd worden van de buitenwereld. Ook tijdens de pelgrimage - als je tenminste geen gsm meeneemt - ben je een tijdlang afgezonderd van het gewone leven. Interessant is dat in Ootmarsum de 'Poaskéérls' ongehuwde jonge mannen moeten zijn. De lange omweg naar het centrum van het labyrint vraagt
Rotstekening, co. 750 v. Chr., uit Pon tevedro (Sponje). Een bevruchting in de uterus?
inspanning om het vol te houden en is psychisch zwaar. In het centrum ben je met jezelf alleen. Wat is daar? Het Zelf, God, je donkere kanten...? Veel pelgrims zullen deze motieven herkennen. Want ook de pelgrimsreis heeft elementen van een proces van initiatie naar een nieuwe levensfase. 3. Dood en wedergeboorte. Dit ligt eigenlijk in het verlengde van de initiatie. Vanuit het centrum (Santiago?) is er de terugreis. Het is eigenlijk geen terug, maar een voortgaan na een richtingwisseling langs dezelfde weg, maar als het goed is verrijkt en veranderd. Het klassieke labyrint heeft zeven richtingveranderingen. Dat doet denken aan de zeven levensfasen gekenmerkt door een 'omkeer'. En de pendel gaat eerst tegen de zon in (dood) en dan weer met de zon mee (leven). Deze motieven herkennen we in de puberteit, inwijding, ontgroening, nieuwe levensfase, priesterwijding, (volwassenen)doop... De structuur is hetzelfde als bij de pelgrimage. 4. Overige. Van het vele materiaal vermeld ik hier alleen nog het labyrint als heilige bruiloft (de uterusvorm, de meibruiloften, liefdeslabyrinten op 16e eeuwse schilderijen), als magisch ritueel bij bevallingen in India, symbool voor 'de stad' (lericho, Rome enz.) en als heilige ruimte onneembaar voor boze geesten. Mozaïeklabyrinten in Romeinse villa's zijn meestal bij de deur en stellen een versterkte stad voor. Ook de labyrinten in de Noord-Franse kerken zijn bij de westelijke hoofdingang. Zo leek het in 1778 vernielde labyrint in de kathedraal van Reims op een bastion. Het kapittel liet het weghalen, omdat men het gehol van kinderen tijdens de mis zat was. In Frankrijk zag ik een op straat met krijt getekende hinkelbaan die mij een variatie op het labyrint leek. De start was 'Terre' (aarde) en het doel 'Ciel' (hemel).
Het 10byrint van Reirns, gebouwd in 1290, verwoest in 1778, omdat het gebruik door het kapittel hinderlijk gevonden werd.
CHRISTlANlSERlNG
Aanvankelijk hebben de christelijke voorstellingen van het labyrint de heidense Kretenzische vorm met zeven gangen. Vanaf de 12e eeuw verschijnt in NoordFrankrijk het Chartres-type niet elf (of meer) pendels. Elf staat symbool voor de zonde, de overmoed (je boven de tien geboden stellen) en onvolkomenheid (net geen twaalf). De bisschop van Reims schreef rond het jaar 875 een boek
over de zondewereld, Orbis Peccatus, waarin hij de toen bekende wereld in elf regio's verdeelde. In plaats van de Minotaurus, vrucht van zondige liefde, zie je soms de duivel in het centrum van een christelijk labyrint. Over deze vorm is het kruis gelegd (zoals in Chartres). De pelgrim stoot op zijn tocht (kruisweg!) steeds op de assen van het kruis en maakt daar een omkeer. In Reims bestond een gebedenboekje met voor iedere richtingverandering een eigen gebed. Door dit kruis wordt de chaotische zondewereld bedekt en geordend in overzichtelijke kwadranten. Over de betekenis van de kerklabyrinten is veel discussie. Wat je er in ziet of projecteert wordt mede bepaald door je wereldbeschouwing en cultuur. Er is ook veel zweverige fantasie, die soms wat al te creatief verbeelding tot waarheid maakt. Dat neemt niet weg, dat onze persoonlijke verbeelding ons kan helpen onszelf via het labyrint beter te verstaan. Ik noem als opstapje voor eigen verwerking een paar middeleeuwse betekenisgevingen:
l . Beeldvan dezondewereld. Op een grafmonument bij Lyon van een zekere Stefanus staat: '... begin april nam God mij uit dit labyrint weg ...' De ingang van alle kerklabyrinten is naar het westen gericht: zonsondergang, dood. Het timpaan van de westgevel stelt vaak het eindgericht voor. In Chartres is het oordeel opgenomen in het westrozet. De gelovige komt vanuit de zondige wereld, het westen, het heiligdom binnen. Zijn weg naar het altaar is een louteringsweg, een initiatie, een weg van wedergeboorte. Het labyrint i s door de kerk dus gemoraliseerd. Maar wat belet ons in een andere cultuur in het labyrint de pelgrimage naar het Geheim en persoonlijke rijping te herkennen? 2. Heilsweg. De weg door het labyrint is ook de weg naar bevrijding. Theseus/Christus overwint de Minotaurus/duivel. De Ariadnedraad is de eenduidige christelijke heilsleer. Zo moeten we waarschijnlijk de tekst uit Lucca (zie afbeelding) verstaan. 3. Paasdans. Zowaar komt nu in Noord-Frankrijk ook de labyrintdans als Paasritueel weer terug. De opstanding/wedergeboorte is het begin van de weg terug uit het centrum naar de wereld. Een tekst uit Sens (1413) beschrijft uitvoerig deze dans van het kapittel, die in Auxerre nog tot 1690 genoemd wordt.'
Tekening van het labyrintje in de westhal van Lucca. De latijnse tekst vormt naast elkaar geschreven drie hexameters. Er zitten w a t onduidelijkheden in, maar met enige goede wil is er te lezen: 'Dit is het lobyrinth dat de Kretenzer Doedolus gebouwd heeft (ten onrechte hakte de steenhouwer een presens -]dl) l waaruit niemand die binnen was heeft kunnen ontlamen l behalve Theseus zonder tegenprestatie door Ariadne's (Arian[na]e? - een fout van de steenhouwer of een verbastering? -jd]) draad geassisteerd'.
We vinden deze dans terug in het Engelse paaslied 'The lord of the danse', dat in de communauteit van het Schotse lona in reidans in de paasnacht gezongen wordt. Samenvatting van het handschrift uit Sens: De jongste kapelaan zorgde voor een bal (zo?, voorjaar, Christus). Deze gooit hem naar de dekaan in het centrum van het labyrint. Die begint de paassequentie 'Victimae paschali laudes' te zingen en met de bal op zijn hand in driepas (een antieke dansvorm) op het ritme van dit lied te dansen. De anderen dansen in reidans om of langs het labyrint (de tekst is op dit punt niet helernaai helder), terwijl de dekaan de deelnemers om beurten de bal toewerpt. Tenslotte haasten de deelnemers zich naar het feestmaal.
ACTUEEL
Het labyrint is sedert de jaren zestig weer populair. Kunstenaars houden zich er mee bezig, boeken verschijnen, in Engeland worden nieuwe gegraven of oude graslabyrinten gerestaureerd, Ruurloo afficheert zich als dorp van de doolhoven: in een maisakker, in het bos, als koekje en in de naam van een galerie... ik ben er door gefascineerd... Waar is die herleving aan te danken? Ik waag wat. Het labyrint is omgeven met een sfeer van mysterie en daar is onze tijd gevoelig voor, gezien de vele boeken over esoteriek. Er is ook een grote interesse voor oude culturen, een zekere nostalgie naar de Middeleeuwen en de goden van de Grieken. Toch is de revival van het labyrint merkwaardig. Het labyrint is immers een symbool, dat berust op een collectieve, anonieme betekenisgeving, waarin zich een gemeenschap herkende. Het vraagt om een homogene religieuze cultuur. Dat is moeilijk te rijmen met het individuele en vrije van onze cultuur. Dé verbeelding van onze tijd is de doolhof. Die laat individuele variaties toe. De doolhof breekt het labyrint open. Ze symboliseert niet de ene weg, maar de vele wegen in een postmoderne cultuur, waarin de eenheid verloren raakte. Het is niet voor niets dat de eerste doolhoven verschijnen in de Renaissance, in het jaar 1420. Dan komt de menselijke persoon uit de Middeleeuwse collectiviteit naar voren. De enkele mens wordt zich van zichzelf bewust van haar verantwoordelijkheid en zijn kwetsbaarheid. De Reformatie is daarvan ook de uitdrukking. De ene kerk moet haar wegwijzende functie gaan delen met andere kerken en opvattingen. De mondige mens staat voor eigen rekening voor god of het geheim van het leven. Zij moet zelf haar weg vinden. Het labyrint verdwijnt uit de geloofswereld en wordt versiering in profane gebouwen en vervangen door de doolhof. Dat zinnebeeld van gebrek aan richting, van de veelvoud aan wegen én het symbool van het recht op eigen keuze. Intussen zijn er oneindig veel instanties die pretenderen ons de weg in het leven te kunnen wijzen. De keuzemogelijkheden zijn overweldigend. Of is een
mens niet meer dan een knooppunt in het netwerk van informatieapparaten? In déze cultuur fascineert het labyrint opnieuw. Want de voorstelling van de dwaalwegen, de doolhof, is alleen mogelijk tegen de achtergrond van de hoop dat er een zekerheid is, een ordening, een centrum. De doolhof drukt juist de zoektocht naar de eenheid in een gefragmentariseerd leven uit! Het labyrint is uitdrukking van het geloof, dat die ene weg er toch is. Aarzelend veronderstel ik dat daaruit ook die voorkeur voor de Camino francés voortkomt: die ene oeroude route van de Pyreneeën naar het 'einde van de wereld'. De interesse voor het labyrint is ook een verzet tegen en kritiek op een rationele cultuur en de fragmentarisering van het leven. Een teken van verlangen naar zin en eenheid. Het labyrint is het levensbeeld van de weg van individuatie, zelfwording (Jung), de zoektocht naar zin en waarheid: con-centratie. Literatuur Delft, P. van &J. Botermans, Spelen en Puzzels. Kern, Hermann, Labyrinthe, Erscheinungsformen und Deutungen, 5000jahre Gegenwort eines Urbilds (München 1982) (1995). Matthews, W.H., Motzes and Lobyrinths, their history ond development (1922). Osrnen, S.A., Heilige plootsen (Elmar 1990). Reed Doob, Penelope, The ideo of the lobyrinth, from ClossicolAntiquity through the Middle Ages (IthacalLonden 1992). Rundqvist, R., Het lobyrint als inwijding (Ankh-Hermes 1998).
Noten 1. Drs. J. deJongh is emeritus studentenpastor van de Universiteit Twente. Hij schreef onder andere werkboeken voor liturgie.
2. In Engeland vinden we uitgegraven labyrinten in de buurt van kerken of kloosters én in de kerk van Ely. 3. Zie: Jan de Jongh, 'De pelgrimage als levensbeeld', delocobsstof 44 (1999) 150-160.
4. De voorstelling van een gebouw stamt van de archeoloog Mayer, die in 1892 labrys (dubbelbijl als de vorm van het paleis) in verband bracht met labyrint. De afleiding is onhoudbaar. Maar Sir Evans, die Knossos opgroef en reconstrueerde, nam dit idee over en zo ontstond het misverstand. 5. Voorgegaan door de acht Poaskéérls (ongehuwde jonge mannen!) trekt de bevolking in een lange slinger onder het zingen van oude paasliederen volgens een vaste route door het stadje. De slingerlreidans gaat door huizen en vooral ook om de stiepels (de middenposten van deeldeuren). Zie voor het verband met de labyrintdans: G. van der Leeuw, Wegen engrenzen (Amsterdam 1955) 48.
6. In de traditie heeft Troje zeven muren! 7. In Sens door de overheid in 1538 verboden wegens de uitspattingen daarna!
jeanne en jan van Rest, Ons voegend in een duizendjarige traditie. Een pelgrimage per fiets, aprillmei 2001 (in eigen beheer uitgegeven) 40 blz., geïllustreerd met stempels, Compostelas en routekaart, prijs f 18,40 inclusief portokosten, verkrijgbaar: via overboeking op giro 965429 t.n.v. ].L.C. van Rest, Helmond, O.V.V. 'Verslag Santiago'. Een pelgrimage per fiets; dat is tegenwoordig schering en inslag! Het moet al heel wat zijn om met een verslag eruit te springen... Maar inderdaad, dit verhaal is heel leesbaar en goed gedocumenteerd. Het aardige van dit verslag is de manier van uitwerken. Er wordt een duidelijk onderscheid gemaakt in de benadering van deze pelgrimsreis. De dagroute is in normale druk chronologisch beschreven, terwijl de 'gevoelsbeleving' in vette letters en cursief is tussengevoegd, precies dáár waar het van toepassing is. juist deze cursieve stukjes maken van dit verslag iets bijzonders. Achterin vindt u een lijst met de gereden etappes, dagafstand, de kosten van hotels etc. en de in één zin samengevatte etappe. Ook is er een lijst bijgevoegd waar de stempels verkregen zijn. Zelf herkende ik bij het lezen veel van mijn eigen tocht, jaren geleden, vooral de op Franse feestdagen gesloten hotels en de regen! Voor aanstaande fietsers is het lezen van dit verslag een goede voorbereiding.
Monica D'Atti en Franco Cinti, L'Eredita. Guida di pellegrinisulla Via Francigena (Perugia 2001) 104 blz., ISBN 88 500 011312, geïllustreerd, prijs f 19,80, verkrijgbaar: via boekhandel Bonardi, Entrepotdok 26, 1018 AD Amsterdam, tel. 020-6239844 (levertijd 6 weken) en wellicht ook voor L 12000 (excl. verzendkosten) rechtstreeks bij de Confraternita di San Jacopo,Via del Verzaro 49, 06123 Perugia, tel. 0039-075-5736381, fax 0039-075-5854607, e-mail
[email protected], internet www.unipg.it/sdf/compos/santiago.htm De Confraternita di SanJacopo di Compostela te Perugia heeft bovenstaand werkje aan de redactie toegestuurd. Reeds 20 jaar is men in Italië bezig met een zo breed mogelijk onderzoek naar St.-jacobus in Italië. Ter gelegenheid daarvan organiseert het Centro italiano di studi Compostellani van 23 tot 26 mei 2002 een groot congres in Perugia over dit thema. Santiago de Compostela was in de Middeleeuwen weliswaar een heel belang-
rijk, maar zeker niet het enige pelgrimsdoel: tallozen, bijvoorbeeld zij voor wie het pelgrimeren een levensroeping geworden was, gingen na het bezoek aan de Apostel op de terugweg nog even langs bij Petrus en Paulus in Rome enlof bij het Heilig graf in Jeruzalem.... Er bestond een uitgebreid netwerk van wegen en paden dat de belangrijkste heilige plaatsen met elkaar verbond. De grote weg naar Rome, de Via Francigena (wat hetzelfde betekent als Camino francés, namelijk 'weg die door Fransen gebruikt wordt', danwel 'weg die vanuit of naar Frankrijk loopt'), ook wel Via Romea genaamd, werd voor het eerst beschreven rond 960 door aartsbisschop Sigeric van Canterbury, die, terugkerend van een werkbezoek aan de paus, een verslag maakte van de plaatsen die hij onderweg aandeed. Deskundigen uit Italië zelf en uit diverse 'buitenlanden' hebben intussen allerlei oude en minder oude beschrijvingen bestudeerd en de historische wegen zoveel mogelijk in kaart gebracht. De Italiaanse overheid heeft, met het oog op het Jubeljaar 2000, enorm haar best gedaan o m de routes te bewegwijzeren, alternatieven aan t e geven daar waar de 'echte' oude routes niet meer bestaan of te gevaarlijk of te onaantrekkelijk zijn voor lopers en fietsers en o m prachtige informatieborden t e plaatsen bij monumenten, bezienswaardigheden, trajecten etc. Het resultaat mag er wezen maar het succes is vooralsnog gering: pelgrims zie je er niet zoveel ... Dus: voor wie vindt dat de Franse en Spaanse Jacobswegen zo langzamerhand wel erg vol beginnen te raken is de tocht naar Rome misschien een aanrader: (woeste) natuur, schitterende monumenten, stilte ... het is er allemaal in overvloed (tussen de saaie, vieze, lelijke en lawaaiïge stukken door tenminste, want die zijn er, net als op de Spaanse Camino, natuurlijk ook). Vaak genoeg kom je er Jacobus tegen: plaatsjes die naar hem genoemd zijn, kerken en kapellen, beelden en schilderingen. Zo vind je bijvoorbeeld in Cuna, even onder Siena, het verhaal van de onschuldige en wonderlijk geredde gehangene (die van Santo Domingo de la Calzada) uitgebreid weergegeven! Zelfs zie je af en toe, op een brokkelige muur ergens in een of ander afgelegen oord, plotsklaps het vertrouwde blauwe schildje met de gele ster! Verrassend? Eigenlijk niet want de Via Francigena is 'gewoon' een verlengstuk van de Via Tolosana, de route die vanuit Arles via Toulouse en de Somportpas uitkomt in Puente la Reina. Italiaanse Jacobuspelgrims liepen, en lopen, dus langs deze weg naar Compostela. Vandaar dat het ons de moeite waard lijkt
om dit boekje onder de aandacht te brengen. Het is beschreven in de stijl van de bekende pelgrimsgidsen voor Spanje, het is klein (14x21x0,5 cm), weegt bijna niets en bevat toch veel nuttige informatie: plattegronden van bebouwde kommen, routebeschrijvingen (met het aantal km), kaartjes (hoewel niet altijd duidelijk is om wat voor soort weg het gaat: zandpad, asfalt, naar boven of naar beneden, wel of niet te befietsen etc.; een gewone routekaart blijft dus onontbeerlijk). Er is ook culturele informatie: naast een algemene inleiding over de geschiedenis van het pelgrimeren vind je wetenswaardigheden bij ieder traject onder het kopje visitandum est, hetgeen zoveel betekent als 'de omweg méér dan waard'. Foto's (in zwart-wit maar van redelijke kwaliteit) overtuigen je van de noodzaak om die omweg inderdaad te maken. Meestal kom je er trouwens gewoon langs en is het meer een kwestie van 'er even bij stilstaan'. Rechts in de marge zie je waar je voor onderdak kunt aankloppen: pastorieën, buurthuizen, refugio's, particulieren... Een beetje onhandig daarbij is dat er geen adressen bij staan, alleen telefoonnummers. Voor wie de Italiaanse taal een beetje beheerst is dit best een aantrekkelijk werkje, zeker gezien het formaat en de prijs.
STEPHANVAN MEULEBROUCK
Dietrich Höllhuber, Wandelgids Spaanse St. jacobsroute (Den Haag: ANWB bv, 2001) 192 blz., ISBN 90 18 01283 1, geïllustreerd met foto's en kaarten, prijs f 26,95, verkrijgbaar: bij de ANWB en in de boekhandel. Het aantal Nederlandssprekende pelgrims is gerust enorm groot te noemen in relatief opzicht weliswaar, maar toch. Afgezet tegen de totale bevolking leveren Vlaanderen en Nederland jaarlijks een niet te onderschatten hoeveelheid Compostelagangers op, zeker in vergelijking met de ons omringende landen. Dan is het des te vreemder om te zien hoe lang we ons hebben moeten behelpen met routegidsen in een andere taal. Gelukkig is nu de ANWB in het gat gesprongen dat anderen hebben laten liggen. Dat het hier een vertaling uit het Duits betreft doet daar niets aan af. Het Spaanse traject van de Jacobsroute, inclusief de Camino aragonés, is in deze wandelgids ingedeeld in 40 etappes. Bij elke etappebeschrijving wordt behalve de afstand ook de globale duur van de wandeling vermeld, de voorzieningen langs de route en het karakter van het traject: moeilijkheidsgraad, aard van de wegen, bevoorradingsmogelijkheden (inclusief drinkbaar water!), horeca en natuurlijk de adressen van refugio's. Hoogteprofielen en eenvoudige maar duidelijke overzichtskaartjes maken de oriëntering nog gemakkelijker. De
nadruk ligt op het praktische gebruik onderweg, maar bij belangrijke plaatsen wordt ook enige toeristische informatie niet overgeslagen. Inleidende, meer algemene hoofdstukken zijn er over het wandelen (het beste seizoen, hoe er te komen, de markering etc.), de historische achtergronden, de wegen en het landschap onderweg, de uitrusting en de pelgrimsherbergen. Het boekje is ook nog eens licht en past in elke broekzak. Kortom, een voorbeeldige uitgave! Eventueel aangevuld met een handzame kunstreisgids, mag deze Wandelgids Spaanse St. jacobsroute in geen enkele Vlaamse of Nederlandse rugzak ontbreken.
OVERIGE ONTVANGEN BOEKEN
M. Schut en R. van Fucht, Een ware hartstocht. Een eigen pelgrimage op de fiets van Oostzaan naar Santiago de Compostela en terug (in eigen beheer 2001 ), geïllustreerd met foto's, prijs f 30,- inclusief portokosten, verkrijgbaar: via overboeking op giro 3579491 t.n.v. R. van Fucht, Oostzaan, O.V.V. 'Hartstocht'. Genoemde titels zullen alle worden opgenomen in de bibliotheek van het Genootschap.
ROND DE INVESTITUUR TE ROERMOND
witte kerkje i n d e Voorstad St.jocob, (foto:
Op zondag 30 juli jl. vond in de St.-Christoffelkathedraal te Roermond, tijdens de Plechtige Eucharistieviering, de investituur1plaats van de heropgerichte Broederschap van de Heilige lacobus de Meerdere (de ConfraternitasSancti jacobi Maioris Ruraemundensis). Het (nu actuele) devies van de Broederschap luidt: 'justitia fructus pacis', oftewel 'Gerechtigheid groeit waar vrede is' (zie de jacobusbrief in het Nieuwe Testament, hoofdstuk 3:18). De bisschopsstad kende zo een Broederschap, eerder opgericht in 1357, waarna ze even weg is geweest en weer terug opnieuw opgericht werd in 1786. De bisschop, de burgemeester en andere hooggeplaatsten waren lid daarvan. Het verhaal wil dat de broeders op de naamdag van de heilige, op 25 juli, en de dag daarna een meer dan stevige maaltijd verorberden, die met wel 50 liter wijn Aanleiding voor de bovengenoemde heroprichting van de Confraternitas was de vernieuwde inrichting van de Sint-jacobuskapel in de kathedraal van Roermond. Eén van zijn oudste stadsdelen heet de Voorstad Sint-Jacob. Daar, in het witte jacobuskerkje, werd een grote relikwie van de heilige bewaard, namelijk een opgeheven arm met hand die een bijl vasthoudt; vier vingers houden de steel omvat, de . ~ staat deze arm duim staat eveneens opgeheven terzijde, enigszins ~ o l i t a i r Nu in de vernieuwdeJacobusl
Kentgens, om daarbij aanwezig te zijn! Eerst werden wij welkom geheten door een select groepje mensen en van koffie met heerlijke Limburgse vlaai voorzien, in een café naast de kathedraal, genaamd 'de Sjnats'. Vervolgens wijdde Theo van der Linden (regionaal contactpersoon van ons Genootschap voor Limburg) mij in in de geschiedenis van de Broederschap en de kathedraal, die als enige op wereldniveau de naam van St.-Christoffel draagt! Vóórafgaand aan de Eucharistieviering verzamelde de Broederschap zich in de Jacobuskapelvoor enige plechtige handelingen om vervolgens in processie naar de koorruimte te lopen. De plechtigheid van de investituur begon met het gezamenlijk zingen van de hymne Veni sancteSpiritus. Tijdens het zingen vormden de broeders en de novieten een corona (een krans, eigenlijk een lichtglans rond de zon) voor het Hoofdaltaar, waarna een korte toespraak door de celebrant gehouden werd. Vervolgens werden enkele vragen gesteld waarop de novieten hun belofte moesten afleggen. De novieten knielden daarbij op de bidstoel. De linkerhand lag op de reliek en de rechterhand hield de staf vast, tijdens de installatie. Waarna de schelp en het ordeteken van de Broederschap de novieten werden overhandigd. Wat de muzikale invulling betrof werd het Ordinarium (Kyrie, Gloria, Credo, Sanctus, Agnus dei) Gregoriaans gezongen vanaf het orgelbalkon, uit de 11de Mis, en door allen werd verder gezongen vanuit de nieuwe Laus Deo-bundel. Het spel van de organist-titulair beviel mij zeer! Tot slot zong de cantor solo het fameuse Dum Pater familias, hét Jacobuslied bij uitstek! Noten 1 Investituur: de plechtige omhanging van de onderscheidingstekens van een waardigheid; in dit
geval van een lange zwarte mantel met emblemen. 2 Een dergelijke reliekarm, maar zonder bijl, was ook te zien op de tentoonstelling 'De Weg naar de
Hemel' in het Museum Catharijnenconvent te Utrecht. Zie voor uitgebreidere informatie hierover: Stephan van Meulebrouck, 'Roermonds reliek', delocobsstaf 50 (2001) 79-80. 3 Normaal torent op de torenspits een kruis of haantje, of een zwaan bij de Lutheranen, maar hier
in Roermond is dat de patroonheilige van de stad, nl. de heilige Christoffel.
VERS VAN DE CAAAINO FRANCES
Geen bureau deze keer waarachter ik woorden zit te wikken, geen beeldscherm waarop ik kalm tikkend zinnen kan toveren, geen gelezen boek waarover ik u onderhouden ga. Ditmaal is het de camino zelf die mij van ochtend tot avond gaande houdt, de pelgrimsweg is de leermeester van mijn denken en het onderwerp van mijn gedachten. Alle ruimte biedt zij het oog om te kijken en de geest om te dwalen, op het ritme van mijn stappen kristalleren gedachten als vanzelf tot woorden die ik op momenten van rust alleen nog maar in zinnen hoef neer te schrijven. Meer dan 5000 kilometer houdt San lago mij nu al gaande en zonder vrucht is dat niet gebleven; dezer dagen overlaadt hij mij met bramen en druiven, terwijl hij mijn innerlijk vult met verwondering en vrede. Hoewel die laatste meedogenloos verscheurd wordt als bij Samos de verschrikkingen in New York van het televisiescherm af spatten. Geen grotere tegenstelling is denkbaar dan die tussen de slaperige idylle die Galicië heet en de welwillendheid van het pelgrimsvolkje enerzijds, en de harde realiteit van terreur elders in de wereld anderzijds. TEGEN DE STROOM IN Avondrood (foto's: ]eroen Gooskens)
Ik loop dit jaar miin eerste etappe van Santiago naar het oosten: huiswaarts of . . naar Rome, dat hoef ik pas aan gene zijde valn de Pyreneeën te beslissen. In oude tijden moeten talrijke pelgrims dezelfde weg gegaan zijn, nu ben ik een hoge uitzondering die de opgang van de zon tegemoet loopt. De eerste week in Galicië kom ik dagelijks een stroom van wel duizend pelgrims tegen, in golven naar gelang de ligging van de halteplaatsen; ook drie weken later in Navarra zijn het er elke dag nog meer dan honderd, terwijl het al oktober is en geen heilig jaar. De massa loopt naar het westen; sommigen op zoek nalar het geheim van het verzonken Atlantis tot ze bij Cabo Fisterra echt niet meer verder kunnen, de grote meerderheid op weg naar het sterrenveld waar het heilige gebeente van San lago met een kathedraal is overhuifd. Nu weet ik wel dat de levensweg van de mens van opgang naar ondergang loopt en dat in het westen geheimen van wijsheid
te vinden zijn, maar dat geldt niet minder voor een tocht naar het oosten. Daar immers ligt het land van onze oorsprong en staan ook de wiegen van vele religies: Boeddha vond er verlichting, Mohammed boog er voor Allah en Christus predikte er zijn blijde boodschap die ons aanmoedigt om weer te worden als kinderen en opnieuw op weg te gaan. Aan die oproep geef ik gehoor. TOLERANTIE
Tegen de stroom in dus van Santiago richting Pyreneeën, in het spoor van Herman Vuysje ooit. Maar pelgrim zonder God zou ik mij niet graag noemen; integendeel, duizenden kilometers camino hebben mij onlosmakelijk met Hem verbonden. Zonder trots zeg ik dit, het is niet de verdienste van de wandelaar maar het is de vrucht van de camino die mij leert hoe klein ik ben in de eindeloze deining van landschappen en seizoenen. Tijd en ruimte gaan voorbij in een vertraagde beweging die op de wijde meseta soms stilstand schijnt; maar juist die gepaste vertraging weekt de geest los van jachtige beslommeringen en opent de blik van de wandelaar voor wat blijvend van waarde is. Die beleving is niet alleen de bron van de vriendelijke tolerantie die zo kenmerkend is voor de sfeer tussen pelgrims onderling, het schept diep in de harten ook ruimte voor Hem die een mensenhart vullen kan omdat Hij geen einde kent. 'Mysterium tremendum et fascinosum' voor wie mensen zoveel namen bedacht hebben: Jahweh, Adonaï, Allah, God. Belangrijker dan de naam waarmee we Hem noemen is de deemoed en eerbied die wij Hem en alle leven toedragen. FEEST VAN HERKENNING
Mijn wandeltocht dit jaar was aanvankelijk ook een zoektocht naar een boek over de camino dat ik voor mijn lezers wilde bespreken.' Santiago was het beginpunt van die tocht; een stadje dat doorgaat voor een eldorado voor toeristen, maar wie geestelijk voedsel zoekt komt er minder aan zijn trekken. Wel allerlei frutsels en kitsch maar niet het boek, wel veel liturgie en aflaten maar geen luisterend oor. Zelfs een simpel pelgrimspaspoort kon ik bij de kathedraal niet krijgen, met als drogargument dat pelgrims alleen naar Santiago toe lopen en er nimmer vertrekken. Een pijnlijk gebrek aan historisch besef (de romero's liepen al in de Middeleeuwen naar Rome), maar pijnlijker nog is het gebrek aan gewone menselijke aandacht; volledig in tegenspraak overigens met wat ik overal verder langs
Kerk in verval
de pelgrimsweg zou meemaken. Santiago mag dan het einde van de camino zijn, daarmee is het nog geen kroon; ik was blij dat ik op weg mocht. In Rabanal del Camino, een dorpje op de hellingen van de Maragatos dat twintig jaar geleden op sterven na dood was en nu dankzij de camino weer opleeft, vond ik uiteindelijk niet alleen het boek maar ook de schrijver. Het bleek een Spanjaard die aan zijn pelgrimstocht naar Santiago een passend vervolg had gegeven door als monnik in te treden in het klooster van Silos. Daar schreef hij zijn boek en vorig jaar kreeg hij toestemming om zijn twee liefdes te combineren: vanaf dat moment woont hij met drie broeders in Rabanal langs de camino om daar van de verwantschap tussen monniken en pelgrims te getuigen. Beiden immers zijn uit het gewone leven gestapt om in het oog van de stilte te zoeken naar het geheim van het leven.' Twee dagen genoot ik in Rabanal gastvrijheid om het boek te kunnen lezen en me in de oude dorpskerk bij het dagelijks getijdengebed te kunnen aansluiten. Het oude Latijn, het vertrouwde Gregoriaans, een dubbel feest van herkenning. Rabanal mag dan niet het einde zijn, het is wel een kroon op de camino; met moeite ging ik verder op weg. VERANDERING
'Mi camino de vuelta', mijn terugweg langs dezelfde route die ik acht jaar geleden heen ben gelopen, dat geeft natuurlijk voedsel voor bespiegelingen en een unieke kans om te vergelijken. Waar ik acht jaar geleden in Galicië de zondvloed onderging, geniet ik nu van het sprankelend spel der zonnestralen; waar ik toen op de hellingen van de Bierzo bijkans door de storm werd weggeblazen, waait nu een aangenaam briesje ter verkoeling. 'Niets zo veranderlijk als het weer' heet de platitude; maar het blijft verrassend dat dezelfde weg in andere seizoenen en andere weersomstandigheden zo'n compleet ander gezicht toont. Daarom hoeft de wandelaar bij herhaling voor verveling nooit te vrezen. In die acht jaar is ook de camino veranderd. Het meest opvallend is natuurlijk de grotere drukte3, meer refugio's met meer comfort (een warme douche is nu regel, waar dat tien jaar geleden nog uitzondering was), meer wegaanduidingen die verdwalen onmogelijk maken, steeds minder asfalt waar je overheen moet lopen. Helaas wel steeds meer asfalt in je blikveld, zoals bij Reliegos waar de autovia Camino de Santiago de eenzaamheid van de meseta meedogenloos heeft stukgeslagen. Kluizenaarshutten zoals die bij Bercianos (Ermita de Nuestra Señora de Penales) en die bij Sahagún (Ermita de la Virgen del Puente) waren acht jaar geleden nog wat ze al vele eeuwen lagen te zijn: paradijzen van rust en eenzaamheid. Nu worden ze dag en nacht bezocht door snelverkeer dat door de achtertuin dendert. Tegen de bulldozers van de vooruitgang is alles van waarde weerloos. Niet alleen de camino is veranderd, ook ik ben niet meer dezelfde: benen en voeten gaan nog wel (al worden mijn dagafstanden gemiddeld wat kleiner,
veertig kilometer is nu echt de bovengrens - en liever houd ik het bij dertig), de sleet zit hem meer in de oren. Steeds meer voel ik me toeschouwer bij een stomme film, in toenemende mate ben ik aangewezen op andermans geduldige bereidheid o m langzaam en duidelijk te spreken; ook dan nog gaat veel langs me heen. Mijn eenzaamheidsgevoelens worden versterkt door het tegen de stroom in lopen; bij groepjes pelgrims die zich dag na dag meer met elkaar verbroederen en verzusteren ben ik wel welkom aan tafel, maar ik blijf een eendagsvlieg, een solitaire tegenligger die na een korte ontmoeting zijns weegs gaat naar het land dat zij juist achter zich hebben gelaten. Op die weg is heimwee de tweelingzus van de vreugde; ik geniet elke dag van het onderweg zijn en tegelijk tel ik de dagen af t o t mijn thuiskomst. ASSERTIVITEIT EN KLEINHEID
'
De camino en ik, we zijn niet meer wat we waren. Zeker na de klap van 11 september loop ik gebukt onder het geweld dat mensen elkaar aandoen; ik mediteer over het failliet van een cultuur die zich baseert op macht, gelijk en hebben. Politiek en economie zijn maar uitvloeisels van een mensbeeld dat we in onze westerse wereld met de paplepel krijgen ingegoten: egosterkte en assertiviteit, opkomen voor jezelf, laat je niet klein krijgen. Iedereen eist respect en wie dat niet krijgt loopt naar de rechter of neemt het recht in eigen gewelddadige hand; de gekwetste tegenstander op zijn beurt kan dat niet op zich laten zitten en zo komen we terecht in een uitzichtloze carrousel van gelijkhebberij, krachtpatserij en machtsstrijd. Loodrecht hierop staan de waarden en omgangsvormen van de camino: mensen die zich in de onmetelijkheid van de schepping hun kleinheid bewust worden en op basis van dat besef ook anderen met compassie tegemoet treden. De 'unconditional positive regard' die in mijn werk als therapeut altijd al een kostbare richtsnoer was, kom ik in de bonte pelgrimsmeute op de camino t o t mijn vreugde dagelijks tegen. Geen ego's die zich zo nodig moeten laten gelden, wel veel aardige mensen die andere eigenaardige mensen accepteren zonder ze de maat te nemen of de wet voor te schrijven. Geen eisen stellen maar dankbaar ontvangen wat op je toe komt ('un peregrino agradece' is de spreuk die vele refugio's siert),
Het geheim van de Cornino
onderweg met weinig toe kunnen ('het is beter weinig nodig te hebben dan veel te bezitten'), in gepaste vertraging vastberaden voortgaan. In zekere zin presenteert zich op de camino een alternatieve tegencultuuf en de populariteit ervan is een onmiskenbaar teken dat de hardheid van onze kapitalistische en individualistische maatschappij niet ieders ideaal is. Woorden van Augustinus vergezellen me als een troostrijke melodie op mijn weg: Als mensen zeggen: de tijden zijn slecht, de tijden zijn zwaar. Besef dan: de tijd dat zijn wij, en zoals wij zijn, zo zullen de tijden zijn. Waarom zijn we bedroefd en doen we ons beklag bij God? Omdat de wereld slecht is? Maar wat is een slechte wereld? Toch niet de hemel, of de aarde of het water? Toch niet de vissen, of de vogels of de bomen? Die zijn alle goed. Maar slechte mensen maken de wereld slecht. Laten we dus goed leven en de tijden zullen goed zijn.
WEGWIJZER
Niet alleen woorden vergezellen me, vaak vormen kruisen bakens waar ik me op richten kan. Letterlijk als ik voorbij Astorga de gele pijlen bijster ben en een levensgroot kruis in flarden ochtendmist me de weg wijst; een wegwijzer die niet exclusief christelijk is doch bij uitstek menselijk. De horizontale lijn als symbool van ons menselijke bestaan: klein en kwetsbaar, machteloos en pijnlijk beperkt. Niets van dat kwetsbare bestaan heeft God te min geacht, mens met de mensen is Hij geworden. Zoals ook bij Boeddha de erkenning en de acceptatie van het lijden twee van de vier nobele waarheden des levens zijn. Maar daarnaast is er ook de verticale lijn, het eeuwige verlangen naar transcendentie. Door het kruis op zich te nemen heeft God ons tot goden gemaakt: glorie na het lijden, leven na de dood, meer nog dan Boeddha ooit durfde dromen. Daarom gloort er hoop, dat onmisbare kleine zusje van de grote broers geloof en liefde. Hoop die niet gebaseerd is op eigen kracht of verdienste, niet op heb-
ben of weten, maar juist op het tegendeel. Daarmee is het kruis in onze wereld wel een teken van tegenspraak, een steen des aanstoots waar veel mensen en staten en kerken zich aan stoten. Liever dan kwetsbaar te zijn verschansen ze zich krampachtig achter de kracht van wapens, verdragen, regels of dogma's. Dat is allemaal angst, angst om de controle te verliezen, angst o m los te laten, angst o m te lijden; maar juist op die manier verliezen ze hun geloofwaardigheid. Ze zouden de raad van Boeddha en het voorbeeld van jezus moeten durven volgen: ga op weg, een nieuwe weg, de weg van het kruis. Alleen dan is er hoop. Alleen wie het leven prijs durft t e geven zal het winnen. HOOGTEPUNTEN
Niet met mijmeringen wil ik besluiten, maar met twee hoogtepunten die ik op de camino mocht ontmoeten. Het eerste meermalen en op meerdere plaatsen: het betreft het instituut van de vrijwillige gastheren en gastvrouwen, die de refugio's schoon houden en sfeer geven. Ferreiros, Grañón, Villamayor, Azofra, Navarrete, León; stuk voor stuk zouden ze voldoende stof leveren o m eenlacobsstaf mee te vullen. Het vrijwilligerscorps is even internationaal als het pelgrimsleger, vaak komen de eersten ook uit de laatsten voort. Sommigen doen het enige weken, enkelen een heel jaar, één uitzondering heeft zich zelfs levenslang beschikbaar gesteld. Wat voor allen geldt is dat zij samen het bestaan en functioneren van de refugio's mogelijk maken; kostbaar niet zozeer als mogelijkheid om voordelig te overnachten, maar vooral als een manier o m pelgrims samen te binden en spiritueel t e inspireren. Waar iedere hospitalero of hospitalera dat op een eigen wijze doet, verzamelt de pelgrim onderweg een gevarieerd boeket ervaringen die hem t o t grote dankbaarheid stemmen. Het tweede hoogtepunt tenslotte trof ik aan in Carrión de los Condes, in het klooster van San Zoilo. Hier is door de Spaanse overheid vorig jaar een studiecentrum ingericht, waar allerlei documentatie te raadplegen is die met de pelgrimstocht naar Santiago te maken heeft. De met duizenden boeken gevulde bibliotheek (vooral Spaanse werken, maar ook afdelingen met boeken uit andere talen), overzichtelijk gerangschikt in twintig rubrieken (onder meer over geschiedenis, religie, kunst, reisverhalen en gidsen), is een lust voor het oog. Ook zijn er talloze video's, foto's, dia's, krantenknipsels en wat een mens nog meer bedenken kan; de lagofiel die niet meer lopen of fietsen kan, kan hier nog jaren v o o r ~ i t En . ~ dat is voor een zestigplusser als ik toch een prettig vooruitzicht.
Het baken b4 uitstek
Noten 1 Het betreft hier een boek, dat inlacobsstaf 44, pag. 165 al genoemd wordt. Fraluan Antonio Torres is de schrijver, het boek heeft als titel TUSolus Peregrinus, waarmee wordt gedoeld op Christus als de enige ware pelgrim. Omdat het boek momenteel niet meer te krijgen is, zal ik het pas nader bespreken als een heruitgave (wellicht in het Engels) tot stand komt. 2 Voor wie dit onderwerp na aan het hart ligt, is het interessant te weten dat in Rabanal ook een tijdschrift wordt uitgegeven onder de titel De Monjesy Peregrinos; bovengenoemde Fra ]uan Antonio Torres is de hoofdredacteur, het emailadres luidt [email protected] 3 Voor de liefhebbers van cijfers een tabel van de aantallen pelgrims die anno 1999 in Rabanal in een refugio overnachtten: deze aantallen worden dit jaar zeker weer overtroffen.
4
juli
235
217
239
203
36
191
108
76
123
161
56
9
5
786
37
140
126
67
43
219
110
20
5
774
4
34
66
28
33
31
45
25
3
1
270
1
23
82
44 3 3
28
27
28
7
5
1
3
9
6
jan
feb
mrt
april
mei
okt
nov
dec
1 totaal
Spanje
21
37
320
455
852 1282 3351 3083 1871 1 699
145
99
12215
Frankrijk
2
1
15
95
41
17
1378
Duitsland
2
3
16
Brazilië
1
3
3
Engeland 1
Nederland
l
Denemarken rest Europa rest wereld totaal
8
'
2
aug
5
sept
183
130
274
/
57
1
1
14
34
24
33
19
23
19
2
170
1
4
8
18
44
51
25
33
37
10
230
378
768
30
48
1781 2120 4100 3752 2777 1247 276
141
17422
-
4 In veel refugio's wordt geen verplichte financiële bijdrage voor de overnachting gevraagd, betaling gebeurt op basis van vrijwilligheid door een gave (donativo) in een geldkistje te deponeren. Een schitterende variant die tekenend is voor het karakter van de pelgrimswereld trof ik in Grañón, waar dat Ikistje open en bloot bij de deur stond met de tekst: 'Wie iets missen Ikan vragen wij om een bijdrage; wie niets kan missen maar wel wat nodig heeft, kan hieruit naar behoefte nemen'. Ik denk dat er nog maar weinig plekken zijn in onze wereld, waar dit bancaire systeem geheel op basis van vertrouwen in zo brede kring wordt toegepast. 5 Het Centro de Estudios y Documentación del Camino de Santiago heeft als adres: Real Monasterio de San Zoilo, 34120 Carrión de los Condes, tel. en fax 979.880902, e-mail [email protected]
De zon klimt als een rode bal Uit de nevel, uit het dal. Een morgen, zwanger van beloften. Op stap, het onbekende tegemoet, Je weet de richting, Niet je slaapplaats voor vannacht. Lopen in de ruimte, Papavers juichen langs het pad: Glorie halleluja! Een leeuwerik zingt jubelend Gods lof, Een opgestoken hand, een vriend'lijk woord, Een koele perzik, een glas water, 'Bonne route' of 'Buen camino'. De geluiden van de nacht -zo'n tentdoek is maar dun de wind suist in de populieren, van verre roept een uil, een tinkelend geluid: de roep van de vroedmeesterpad. Nomade, pelgrim, Altijd onderweg.
Ida Blok
Lopen in de ruimte. Op de Meseta (foto: Ida Blok).
EEN LOPENDE PELGRIM IN BRONS'
(foto: Tieleke
Huijbers)
Even verder terug vanaf het hoofdportaal van de Dom te Speyer staat in de MaximilianstraRe een drie meter hoge bronzenlakobspilger, zijn rug gewend naar de Dom, lopend, richting Santiago de Compostela. Hij is in zichzelf gekeerd, loopt blootsvoets, enigszins voorovergebogen. Een grote mantel omhult zijn machtig lichaam. In zijn rechterhand houdt hij de eveneens lange stok omklemd. Een hoed met schelp en een kalebas horen natuurlijk ook tot zijn sobere uitrusting. Hij heeft geen oog voor zijn omgeving, kijkt voor zich uit, zijn hoofd licht gebogen naar de weg die hij gaat, vermoedelijk met de gedachte: 'Wij hebben hier geen blijvende stad, maar zoeken de toekomstige' (zie Hebreeën 13:14 in het Nieuwe Testament). Waar komt deze grote sterke man vandaan? Misschien had hij al een lange weg afgelegd? Hij kan landbouwer zijn, die normaal achter een ploeg met ossen zijn land bewerkt of de zwijnenstal uitmest. Of anders een handwerksman, ongetrouwd vermoedelijk. Zijn gezicht heeft krachtige jukbeenderen, een grote rechte neus. Zijn kin is bedekt met een stoppelbaard. Onder zijn hoed is een prachtig golvende blonde haardos te zien. Ik schat hem ongeveer 30 jaar oud. Zal hij in de achterliggende Dom geweest zijn om te bidden? MIDDELEEUWS REISVERSLAG
Laten we even terugkeren naar de tegenwoordige tijd. Deze bronzen figuur is op de plek, waar hij nu gesitueerd is, door schenking in 1990 terecht gekomen in opdracht van de 95ste bisschop van Speyer, Anton Schlembach, in overleg met de Oberburgermeister Dr. Christian RoRkopf, die zelf eens de tocht naar Santiago de Compostela per fiets heeft afgelegd. De beeldhouwer is Martin Meyer (geb. 1931) uit Munchen. Begin 1990 werd de figuur door de gieterij Herbich in Gernlinden, westelijk van Munchen, bij Fürstenfeldbruck in brons gegoten. Op 16 juni 1990 gaf Mgr. Schlembach, onder grote belangstelling van de bevolking en een grote groep van lakobspilgern uit het Rheinland, de figuur over aan de openbaarheid. Retour naar, vermoedelijk, de Middeleeuwen. Vele wegen leidden in die periode
;
' i"
I (
(en nu trouwens nog) naar Santiago de Compostela. Vanuit Duitsland sprak men over een OberstraRe en een NiederstraRe waarop de pelgrims konden lopen. De eerste volgde het traject vanaf de Zwitserse plaats Einsiedeln (waar een zwarte Madonna aanbeden werd en wordt) naar Luzern, Bern, Fribourg, Lausanne, Genève, dan Frankrijk in naar Montelimar, Montpellier, Narbonne, Toulouse, de Pyreneeën over naar Puente la Reina en verder naar Santiago de Compostela. De tweede startte in Aken, liep verder naar Maastricht, Brussel, Parijs, Orléans, Tours, Poitiers, Bordeaux, Bayonne, tot aan Puente la Reina en eveneens verder naar Santiago de Compostela. Deze beide wegtrajecten werden in het, in 1495 gedrukte, pelgrimsboek van Hermann Kunig von Vach beschreven, in de tijd dat Martin Luther (de Duitse reformator) in Wittenberg leefde en werkte. Hermann was monnik van het klooster te Vacha aan de Werra. In het jaar 1495 is hij onderweg geweest naar Santiago de Compostela. Teruggekomen op honk publiceerde hij zijn reisgids, waar in 650 regels alles beschreven staat van wat hij meegemaakt heeft, met de nodige inlichtingen over de landschappen, de bewoners daarvan, de hospitalen, de bruggen, de kerken, over de gevaren onderweg, over de afstanden (in mijlen) tussen de veischillende plaatsen, over het klimaat, waar men goed te eten en te drinken kan krijgen etc.* Hermann Kunig von Vach eindigt zijn boekje met de volgende woorden:
In hedendaags Duits: Ich Hermannus Künig aus dem Orden der Mergenknechte habe gedichtet dies Buchlein recht das dann heiRt Sankt Iakobs StraRe Gott wolle mich nimmer sterben lassen Ich sollte dann ewiglich bei ihm bleiben Als man schreibt 1495 ist es geschrieben Auf den Tag der heiligen Frau Sankt Anna. Gott wolle uns behuten vor den ewigen Banden Amen
Met Mergenknechte wordt 'Mariaknecht', of 'dienaar van Maria', bedoeld. De in de 13de eeuw gestichte 'Orde van de dienaren van Maria', ook wel Servietenorde genoemd, bestaat nog. PELGRIMSLIED
De stad Speyer lag aan geen van bovengenoemde hoofdroutes. Maar, het is toch niet belangrijk hoe pelgrims hun camino willen volgen? Het kan zijn dat Speyer aangedaan werd door diegenen die vanuit Andernach over Koblenz, Mainz en Frankfurt langs de Rijn trokken om vervolgens westwaarts Frankrijk in te lopen, waarna waarschijnlijk over Toul (bij Nancy) en Dijon door de Périgord en de Cascogne eindelijk de hoofdroute bereikt werd. Dat doet me denken aan het begin van het Duitse pelgrimslied 'Wer das Elend bauen will'. Daar wordt in 26 strofen een klinkend reisverslag gedaan ('Elend bauen' betekent 'naar het onbekende gaan', naar het oud-Saksisch 'Eeli-lende', 'in het vreemde land').3 Eerst wordt de uitmonstering beschreven, zoals:
1. Wer das Elend bauen will,
Wie naar 't vreemde land wil gaan
der mach sich auf und zieh dahin
begeeft zich op weg en trekt daarheen
wohl auf Sanktlakobs StraRen!
wel op Sintjalobs wegen.
Zwei Paar Schuch die mui? er han,
Twee paar schoenen heeft hij erbij,
ein Schussel bei der Flaschen,
een schotel bij de kalebas.
2. Ein breiten Hut den sol1 er han
Een brede hoed heeft hij erbij
und ohne Mantel sol1 er nit gahn
en zonder mantel zal hij niet gaan
rnit Leder wohlbesetzet;
met leder welgevoerd
es schnei oder regn oder wehe der Wind,
als het sneeuwt of het regent of de wind waait sterk
daí3 ihn die Luft nicht netzet.
dat hem het weer niet nat maakt.
3. Sack und Stab ist auch dabei.
Zak en staf is ook daarbij.
Er lug, daR er gebeichtet sei,
Hij liegt dat hij gebiecht heeft,
gebeichtet und gebuget !
gebiecht en deed berouwen.
Kumrnt er in der Welschen Land,
Komt hij in het Waalse land,
Er findt kein Deutschen Priester.
hij vindt er geen Duitse priester:
Met het 'Waalse land' (zie ook strofe 10) wordt bedoeld de Romaanstalige landen. Ook in dit lied wordt uiteraard over de gemakken en ongemakken tijdens de reis uitvoerig verslag gedaan. Aardig te lezen is een volgende strofe:
10. Es liegen funf Berg irn Welschen Land
Daar zijn vijf bergen in 't Woalseland
die seind uns Pilgrarn wohlbekannt:
die zijn ons pelgrims welbekend
der erst heií3t Runzevalle,
De eerste heet Roncesvalles,
und welcher Bruder daruber geht,
en welke broeder daarover gaat
sein Backen werden ihrn schrnale.
zijn wangen worden mager.
Als de andere bergen worden die van Santa Cristina, de Pfortenberg (d.i. de tunnel van San Adrian) 'welcher Bruder daruber gehtl verdient das Himmelreiche', Rabanal en La Fava genoemd. Het lied verhaalt tenslotte dat men via Sant Iakobs Munster uiteindelijk naar Oviedo kan gaan. Zelf heeft de lieddichter E d e n Finstern Stern (Kaap Finisterra) gelaten voor wat het is. Het lied eindigt met de volgende vrome woorden: 25. Den 'Finstern Stern' wollen wir lan stahn und woller wir zu Salvator eingehn
Finisterra dat laten wij staan en willen naar Salvator gaan
grog Wunderzeichen anschauen:
om wondertekens te aanschouwen.
S0 rufen wir Gott uns Sant lakob an
Zo roepen wij God en Sintjakob aan
und unser liebe Frauen.
en onze lieve Vrouwe.
26. Bei Sant lakob vergibt man Pein und Schuld
BijSintjalobvergeetmen pijn enschuld.
der liebe Gott sei uns allen hold
De lieve God is ons allerliefst
in seinern höchsten Throne!
In zijne hoge trone!
Der Sant lakob dienen tut,
Die Sintjakob dienen gaat,
der lieb Gott sol1 ihrn lohnen.
de lieve God zal 't hem lonen!
Met 'Salvator' (strofe 25) wordt Oviedo bedoeld. Over de terugreis van onze Speyerse pelgrim zijn wij in het ongewisse. Misschien is hij wel nooit meer thuis gekomen? Noten
1 Bovenstaand verhaal is geïnspireerd door de kleine brochure DerSpeyererlokobs-pilger, welke acht zwartwit foto's bevat van het bronzen standbeeld. Het is in 1990 in eerste druk uitgegeven door Verlag Schnell & Streiner GMBH t e München en Zurich, onder Kunstfuhrer Nr. 1865. Het boekje zal worden opgenomen in het bestand van onze bibliotheek te Maastricht. 2 De oud-Duitse tekst 'Ich Herrnannus Kunig von Vach' etc., in manuscript, komt uit zijn 'Pilgerfuhrer nach Santiago de Compostela' (1495). Uitgave Verlag U. Nink, in 1996, Rathausstr. 29. D-42659 Solingen.
3 Het gehele lied 'Wer das Elend bauen will' is onderdeel van de muziekmap van 'El Orpheón Jacobeo', in gebruik bij het Nederlands Genootschap van St. Jakob.
IACOBUS EN DE EBRO' Josi WIENK
Modonno (foto: Fieleke Huijbersj
In Santiago werd op het in 1993 gehouden Congreso Internacional de Estudios jacobeos vanuit een nieuw gezichtspunt gekeken naar de mogelijke plaats waar de apostel lacobus voet aan wal zette in Spanje. Eén van de sprekers, prof.dr. Marie de Menaca, verbonden aan de Franse Universiteit van Nantes, hield over lacobus' aankomst te Spanje een goed onderbouwd betoog. Reeds in de Oudheid was de Middellandse Zee een veel bevaren handelsroute. De havenplaatsen aan de kusten waren bij velen bekend. Zo reisde lacobus zeker óók per schip naar verre kusten om zijn opdracht, de Boodschap van zijn Meester, te verkondigen. Spanje, in die jaren een Romeins gebied, had uitstekende havens. In een van deze havens in de provincie Tarragona moet, volgens de professor, jacobus aan land zijn gegaan. Van hier zou de apostel zijn tocht vervolgen, parallel aan de Ebro. Deze rivier was zijn leidraad naar het Westen. Zo kwam hij in de toen reeds belangrijke stad Zaragoza. Komt deze naam u niet bekend voor? Natuurlijk! Vanwege de pilaar waarop Maria aan lacobus verscheen toen hij alles niet meer zo zag zitten ..... In Zaragoza staat namelijk het heiligdom van de Virgen del Pilar, de meest bezochte Mariabedevaartplaats in Spanje. Als u meer hierover wilt weten; Mireille Madou heeft er uitvoerig over ges~hreven.~ Prof. De Menaca staaft haar conclusie o.a. met het aanhalen van talrijke eeuwenoude overleveringen die in omloop zijn in diverse plaatsen in Catalonië, o.a. Igualada, Lérida, lortosa, Barcelona, waarin verhaald wordt over de wegen die door lacobus belopen zijn. Deze verhalen en diverse teksten in oude geschriften die in verband met Jacobus gebracht kunnen worden, zouden een bewijs van het verblijf van de apostel zijn. Hoe het ook zij, enthousiastelingen claimen nu de vermoedelijke weg die Jacobus zélf belopen heeft als Camino]acobeo del Ebro, oftewel: Cami de Santa ]aume de I'Ebre. Op 12 en 13 mei dit jaar zijn de leden bij elkaar gekomen in de Abadia de Montserrat
om onder de bescherming van de Moreneta, de Zwarte Madonna, hun afdeling op te richten onder de officiële naam Associació d'Amics del Carni de Santalaume' de Sabadell. Zij willen zich de komende jaren in hun studie vooral richten op het bezoek (verschijning) dat Maria aan Jacobus bracht om hem moed in te spreken. Het zal een bijzonder gevoel teweeg brengen, te weten dat dáárjacobus ook eens heeft gelopen, wie weet?! Zodra er meer nieuws over deze Camino is, hoort u hiervan.
Noten 1 Dit artikel is een bewerking van het origineel doorjuan M. Ferrer Figueras, in Peregrino 75-76 (2001) 11.
2 Mireille Madou, 'Sint Jacob in Zaragoza en de Virgen del Pilar', de]ocobsstof 30 (1996) 47-54.
la Reina
S m Juan
La Seu d'Urgell
de la Peña
Santiago de Compostela
Le6n
Andorra
Aicaillz
/
~ z o s a
]ACOBALIA IN NEDERLAND: DE ST.-jACOBUSICAPEL TE THORN
Fietsend over het Jacobspad in Midden-Limburg kom je over landelijke wegen door het witte stadje Thorn met zijn indrukwekkende historie. Het pad aldaar slingert door het licht glooiend Maasdal en op vele kruisingen vind je de karakteristieke wegkapelletjes, tradities uit het rijke roomse leven. Als je Thorn verlaat richting Kinrooi (België) word je verrast door een nieuw gebouwd kapelletje, hetgeen je aan deze zijde van Thorn niet meer verwacht. Niet dat de Belgen niet van kapelletjes houden, het tegendeel is waar, maar zij hebben hun 'stamminekes'. Het opschrift 'St.-jacobus' maakt je nieuwsgierig naar het hoe en wat. Ben Brader, initiator en bouwer, vertelde dat het zijn wens was na zijn pensionering als dank een kapel te stichten. De Heilige Maria lag voor de hand, maar was al aardig druk bezet. Tijdens overleg met de Stichting I
deken Hamans. Inmiddels zijn de eerste pelgrims er vandaan vertrokken, voorzien van de bekende stempel, welke ook de lezer kan afhalen als hij al pelgrimerend een bezoek brengt aan dit mooie bouwwerk.
Pied a terre
kaarten en gidsen voor actieve vakanties
Singel 393 1021 WN Amsterdam tel. (020) 627 44 55 fax (020) 620 89 96 E-mail [email protected] Internet www.piedaterre.nl Gelegen in het centrum, achter het Spui. Tranzl[jrzei?1, 2, of 5.
Open: rna - vr 11.00 - 18.00 uur za 10.00 - 17.00 uur koopavond: donderdags van april tlnz aueustus van 18.00 - 21.00 uur
DE VIRTUELE PELGRIM
Het internet biedt steeds meer informatie voor Compostelagangers. Enkele sites zijn zeer de moeite waard voor de startende pelgrim. Zo ontving ik van een aantal Spaanse caminovrienden de volgende link, een informatieservice voor een ieder die naar Santiago de Compostela wil: http://www.jacobeo.net. De site is in het Spaans en gedeeltelijk in het Engels, Frans en Duits. Men vraagt wel of men voor de talen anders dan het Spaans taalfouten wil doorgeven. De site is mooi en duidelijk ontworpen. De (aspirant)pelgrim krijgt ondermeer relevante informatie over het hoe en wat van de pelgrimage (compleet met een apart overzicht met de meest gestelde vragen), adviezen, een actuele lijst met hostals en refugio's. Opgenomen zijn onder andere een bibliografie, een discografie, een overzicht van aHe Spaanse genootschappen en een volledig overzicht van publicaties over de Camino met vermelding van adressen en telefoonnummers van instanties waar de publicaties besteld kunnen worden. Ook de Ruta de la Plata en de Camino portugués worden niet vergeten. Nadeel is dat sommige pagina's slechts in het Spaans raadpleegbaar zijn. Onze vrienden van de ANWB attenteerden me op een onderdeel van startpagina.nl: http://camino-de-santiago.pagina.111, zoals alle onderdelen van startpagina.nl rubrieksgewijs opgebouwd en boordevol informatie. De site mag zich met recht een vertrekpunt voor de tocht naar Santiago de Compostela noemen. DE aangeklikte pagina's, van historie tot reisverslag en van culinair tot toeristisch, blijven binnen het frame van de startpagina. Dat is erg fijn. Aangezien het een nieuwe site is kan ik nog niet veel zeggen van de actualiteit, maar dat zal blijken in de komende maanden. De startpagina bestaat voornamelijk uit rubrieken met toeristische informatie over diverse regio's: Navarra, Baskenland, Cantabria, Asturia en Galicia (vreemd genoeg ontbreken La Rioja, Castilia en León). Daarnaast is er ook een lange lijst met meer specifieke Camino-gerelateerde websites (onder andere natuurlijk die van ons Genootschap). De nevenstaande illustratie is afkomstig uit één van die sites.
Tiempo - Naturaleza - 52 Rutas - Pläyas - T. Activo - T. Rural Webcams - Notiaas de Galiaa - Chat - Tablon de anuncios - E-mail lnicio El Cainino de S a n t i a m Via de la Plata
/ MBDa Dublicadocon wnniso de uuvdw oereanno com 1
Este Camino nació después de que Fernando I11 ei Canto reconquistase la ciudades de Sevilla y Córdoba, tras lo que hizo que las campanas que Almanzor robó de Compostela fuesen devueltas a SU ubicación original. La ruta seguida para hacer i o l v e r a las campanas, fue aprovechada por los ronieros, siguiendo la antigua via roinana hacia el norte.
Esta r u t a nace en Sevilla, y avanza hasta Mérida, y tras pasar por Cáceres, Plasencia, Calamanca, Zamora y Benavente, se adentra en tierras gallegas por Verin, desde donde Se va a Ourense. Desde la capital de las Burgas partimos hacia el interior de la provincia de Pontevedra por Lalín y Silleda, desde donde se parte y a hacia Santiago.
j
I
Enlaces
Deze pagina, onderdeel van een meer algemene website over Calicia, geeft informatie over de Via de la Plata. Elders in de website worden ook de Camino francés, camino del Norte en andere pelgrimswegen behandeld. Tevens is een groot aantal andere interessante padina's opgenomen.
NOGMAALS: DE JAKOBSSTAF STEPHANVAN MEULEBROUCI<
In het vorige nummer schreef ik over een instrument voor het meten van hoeken, genaamd Jakobsstaf. Dit instrument, de voorloper van het sextant, werd eeuwen geleden door zeevaarders en landmeters gebruikt voor plaatsbepaling en afstandmeting. Als reactie op dit artikel stuurde dhr. Hub. Mooren ons een postzegel waarop een Jakobsstafduidelijk te zien is. Wellicht zijn er nog meer lezers die afbeeldingen van dit instrument in hun bezit hebben? Reacties graag naar het redactieadres.
VAN DE VOORZI77ER Op 2 oktober 2001 had uw voorzitter het genoegen en de eer opnieuw een kort gesprek te hebben met de Aartsbisschop van Santiago. Drie jaar geleden had Don Julian Barrio Maastricht bezocht in het kader van een bezoek van 50 Spanjaarden, die betrokken waren bij de camino en de refugio's. Nadat ik op 1 oktober Santiago bereikt had na een tocht van enkele weken en de volgende dag de pelgrimsmis had bijgewoond, heb ik hem opgezocht in zijn aartsbisschoppelijk paleis. De aartsbisschop ontving ons in zijn werkkamer en toonde zich verheugd de kennismaking te hernieuwen met mij en mijn esposo (echtgenoot; het woord pareja, partner, is daar niet gebruikelijk). Don Julian is een uiterst aimabele man, die ons vertelde dat hij de 65ste aartsbisschop was sinds Gelmirez en hij toonde ons de schilderijententoonstelling van voorgaande bisschoppen. In de pelgrimsmis van de vorige dag zat een groot aantal politieagenten. Eén van de hen hield een toespraak over de samenwerking tussen kerk en politie. De toenemende criminaliteit, waar ook Galicië last van heeft, wordt namelijk ook gerelateerd aan de groei van het aantal pelgrims. Het thema van de dienst was dan ook de heilige (bescherm)-engelen. De aartsbischop legde in het gesprek daarna ook een duidelijk verband tussen politie en handhaving van de rust in Galicië. Hij memoreerde dat in de refugio in Padrón in de maand augustus 2001 meer mensen geweest waren dan in het hele laatste heilige jaar. Hij voerde overleg, onder andere met de politie, opdat het volgende heilige jaar in 2004 vlekkeloos zou verlopen. Voor 2003 was er een soort generale repetitie gepland. Tot zover de aartsbisschop. Tijdens mijn pelgrimstocht ben ik overigens niet geconfronteerd met criminaliteit. Wel met zwerfvuil, overvolle, smerige refugio's en vermoeid, onbeschoft personeel in restaurants. Gelukkig waren er ook hoopvolle signalen. Met name de laatste 100 km zijn ruim voorzien van containers waardoor er aanmerkelijk minder rommel is. Een ander positief element vond ik de kleine, nieuwe refugio's in Galicië. Positief is ook de groei van het aantal tijdelijke eetstalletjes en barretjes. Als zoveel pelgrims heb ik over de Camino gelopen, één geworden met mijn rugzak en genietend van het Spaanse landschap, van het optrekken met mensen van allerlei nationaliteiten, van de zon in het gezicht en de wind in de rug. Ik denk dat ik het getroffen heb. Het was eind september en goed weer. Overal groeiden bramen en appels. Cabo Fisterra maakten we mee op één van de laatste mooie zomerdagen. En wat me altijd bijblijft zijn de warme avonden op het plein en in de straten rond de kathedraal van Santiago. Zo zou ik het iedereen toewensen. Katrina van den Berg
I
ZIJ WAREN ER TOEN AL BIJ! Op de lustrumvergadering waren ook enkele leden van het eerste uur aanwezig. Op de le rij, v.l.n.r.: Rien van Aalst, Hetty van der Werff, Koos van der Werff, Max de Haan, Herman Stokmans, Tini Stokmans-Berteling. Op de Ze rij: Cor van Tongeren, Anneke Bettonvil, Mieneke ]as, Coby van Eijk, Wim Dodemont, Wim Louwers. Op de 3e rij: Tieleke Huijbers, ]os van Tongeren, Koen Dircksens, Theo Brink, Cretha Brink. Op de Ze foto: Mireille Madou.
(foto's: Tieleke Huijbers en Stephan van Meulebrouck)
'Een 1acobsschelp in Tuitjenhorn', zo luidde de kop van het krantenbericht dat in de lokale pers verscheen over het plaatsen van een Jacobsschelpin een van de muren van de kerk van St.-Jacobusde Meerdere in Tuitjenhorn. Deze gebeurtenis vond plaats aan het einde van de najaarsbijeenkomst van de regio Noord-Holland boven 't I] van het Genootschap op 13 oktober jongstleden. Het middagprogramma vond plaats in de kerk van Tuitjenhorn. Dhr. A. Ruigrok, vice-voorzitter van het kerkbestuur, vertelde op boeiende wijze over de historie van de neogotische kerk en de restauratie van de ramen en het altaar. Hij kon dat ook doen uit eigen ervaring omdat hij de restauratie van de gebrandschilderde ramen eigenhandig had uitgevoerd. Uit een contact met de restaurateur van de beelden vloeide nog een verandering van het lacobusbeeld voort. Vóór de restauratie had lacobus in zijn ene hand de pelgrimsstaf maar hield hij de andere hand leeg voor zich uitgestrekt. Nu heeft hij weer een boek in zijn hand. Als volgend onderdeel van het middagprogramma overhandigde Luuk van 't Hoff, inwoner van Tuitjenhorn, aan het kerkbestuur een door hem gemaakte fraaie pasteltekening van de kop van het Jacobusbeeld. Daarna bespeelde jan Louter, de contactpersoon van de regio Noord-Holland boven 't I] van het Genootschap, het Ypma-orgel uit 1874. Zijn bespeling liet de vele rijke klankmogelijkheden van het orgel goed horen. Vervolgens trok het gezelschap naar buiten voor het bijwonen van de inmetseling van de schelp in een van de buitenmuren van de kerk. De]acobsschelp, speciaal vervaardigd door beeldhouwer Rino van Voorbergen, ontlokte door zijn eenvoud en harmonieuze uitstraling veel enthousiaste reacties. De schelp werd door de pastoor, omringd door een grote groep belangstellenden, geplaatst. Gememoreerd werd dat de Jacobsschelpniet alleen een teken is voor pelgrims naar Santiago, maar ook in meer algemene zin een uiterlijk teken kan zijn dat oproept tot innerlijke bezinning in deze hectische tijd. Tijdens de nazit in café St.-1acques merkte iemand uit het Friese St.-1acobiparochie op dat wie daar aan de tocht begint voortaan maar het beste de route via de Afsluitdijk kan nemen om vervolgens langs Tuitjenhorn te gaan, nu daar ook een lacobuskerk blijkt te staan, mét schelp. De eerste parochiestempels, natuurlijk met een afbeelding van St.-jacobus, werden die middag al uitgedeeld aan mensen die van plan zijn op weg te gaan naar Santiago de Compostela. Wie weet horen we in de komende vergaderingen van onze regio hun ongetwijfeld boeiende verhalen terug.
REGIO ROTTERDAM VERSLAG VAN DE BIJEENKOMST OP 29 SEPTEMBER
Aart opende de bijeenkomst met een prachtig Tao-gedicht, iets wat bijzonder gewaardeerd werd. Na de nodige mededelingen ging het woord over op Christien, een looppelgrim, die ons de (voor-)geschiedenis van het kerkgebouw en in het bijzonder de opzet van een pelgrimskerk liet beleven in woord en beeld. Gelukkig ontbrak de beschreven pelgrimsgeur van toen. De pauze werd gevuld met Spaanse hapjes, rode wijn en gezellige gesprekken. Pelgrims zijn (over het algemeen) prettige, sociale mensen en dat was goed merkbaar. Na de pauze beleefden we met veel oh's en ah's een fenomenaal verslag met diapresentatie van vader Huub en zoon Merijn van Hoogenhoff. Ondanks de enorme regens en soms sneeuw die zij op hun 'dak' gekregen hadden, wisten zij ons te bekoren met prachtige beelden en ervaringen, zodat deze zaterdagnamiddag een feest van genot voor de toekomstige en bovendien van herkenning voor de ervaren pelgrims is geworden (een aanrader voor andere regio's! Het telefoonnummer van Huub is 0186-571710). We besloten met het praktisch pelgrimeren, wat altijd weer een nuttig en gezellig gebeuren is. Via de enquête, gehouden in januari 2001, is er een loopgroep ontstaan. Met meer dan twintig mensen, waaronder ook een aantal leden van de regio Den Haag, hebben we een prachtige regiowandeling gemaakt. De tocht begon in Schoonhoven, alwaar we eerst een korte rondleiding kregen van Theo Verwoerd. We vervolgden de wandeling van 21 km in de richting van Cabauw, langs de Vlist, over de houtkaden en over een oud kerkpad naar de Jacobuskerk in Cabauw. Daar werden we door de dames van het kerkbestuur warm onthaald met een rondleiding, koffie en het stempel van de parochie voor in het 'wandelboekje'. Via de Lekdijk eindigde onze tocht in laarsveld. Onze volgende regio-bijeenkomst is op zaterdag 26 januari 2002, weer in Humanitas te Rotterdam.
REGIO UTRECHT-ZUID/RIVIERENGEBIED Op zaterdag 13 oktober kwam een 25-tal leden van onze regio bijeen in de Utrechtse lacobikerk. Voor het eerst was voor deze lokatie gekozen. Het bleek een gouden greep: de faciliteiten ter plekke en de bereikbaarheid zijn prima, en waar anders zouden Jacobusfanswillen samenkomen? Nu was het eigenlijk veel te mooi weer om de middag in een koele kerk door te brengen, maar dat maakte de bijeenkomst er niet minder geslaagd om. De regio-activiteit stond deze keer in het teken van een rondleiding door dit prachtige Middeleeuwse
Godshuis. Dhr. Jules Langenberg, deskundig op het gebied van de geschiedenis van de lacobikerk en als Genootschapslid ook op het gebied van de lacobusbedevaart, verschafte boeiende en zeer informatieve tekst en uitleg. Daarna volgde een ontspannen café St.-lacques, waarbij eenieder ruimschoots de gelegenheid kreeg om zijn verhaal te doen of om informatie te verzamelen. Kortom, we kunnen weer terugkijken op een succesvolle bijeenkomst!
REGIO ZUIDWEST-NEDERLAND De eerstvolgende bijeenkomst voor onze leden staat gepland voor zaterdag 9 februari 2002. Zet deze datum vast in uw agenda! De bijeenkomst vindt plaats in kasteel Westhove te Domburg en is goed bereikbaar met openbaar vervoer. Het dagprogramma wordt vermeld in de persoonlijke uitnodiging. Leden van buiten de regio kunnen een uitnodiging op aanvraag ontvangen bij Huub Willems.
REGIO OOST-NEDERLAND Op het moment dat deze jacobsstaf verschijnt, is onze najaarsbijeenkomst van 23 november in Deventer waarschijnlijk net achter de rug. Wat het echtpaar Wiggers uit Oldenzaal ons op die bijeenkomst over de Ruta de la Plata wist te vertellen, houdt U daarom nog even tegoed. Op zondag 13 januari 2002 lopen we weer een stukje van hetlacobskerkenpad: het traject Vragender - Winterswijk. Zoals wellicht bekend is het lacobskerkenpad een meerdaagse rondwandeling in het Nederlands-Duitse grensgebied die door een aantal leden van onze regio wordt ontwikkeld. Het nu te bewandelen traject is vooral ook interessant, omdat zich in de buurtschap Vragender in de Achterhoek een (vervallen) Jacobuskapel bevindt. De wandeling eindigt bij de lacobuskerk van Winterswijk. Inlichtingen over deze wandeling en aanmelding voor deelname bij Ge Westgeest (tel. 0541-293351).
REGIO GRONINGENIDRENTHE VERSLAG KLEI-CAMINO OP ZATERDAG 26 MEI 2007
Gelijk als in des mensen levens, zo kan een camino lopen ook voor veel verassingen (o.a. oponthoud) zorgen. Met enige vertraging - de koffie was nodig vertrokken achttien leden en één hond vanuit Leek richting Tolbert. Even na de start, in een bosrijke omgeving, hielden wij stil voor enige 'dragende woorden'
voor onderweg. De tocht ging naar het Romaanse kerkje uit de eerste helft van de 13e eeuw, in Nuis. De camino voerde door dit bijzondere mooie en aantrekkelijke coulissenlandschap over één der oudste (kerk)voetpaden van ons land in de omgeving van Tolbert-Niebert-Nuis. De koster, die al ruim een uur op ons wachtte, vertelde over deze kerk en verwees daarbij naar de bezienswaardigheden e.d. Dit kerkje wordt tesamen met een 'bruidsschat' van f 60.000,- binnenkort overgedragen aan de Stichting Oude Groninger Kerken. Helaas is niet meer te achterhalen aan welke heilige deze kerk is toegewijd. Evenmin is er een kerkstempel aanwezig. De Klei-camino (met een randje zand) voerde verder naar de tuin van het museum 'Rieuw' alwaar werd gegeten, gedichten voorgelezen werden door Kees Jongejan, en Marieta op drop trakteerde. De camino ging vervolgens langs weilanden en natuurgebieden en bij de laatste rustpauze trakteerde jan Willem ons op pinda's en Marieta (alweer) op pistachenoten. Onderwijl deed jan van der Zee een gehoorzaamheidstest met zijn hond Lassy wat een weinig mislukte (maar daarvoor is hij een pelgrimshond). Zoals verondersteld mag worden kom je tijdens een tocht als deze wat nader tot elkaar. Pelgrimeren is toch een beetje bidden met je voeten, waardoor de mens ook wat dichter bij zichzelf komt, waarbij een landschap dat getooid is met bloeiende fluitenkruid dat als een bruidsboeket zich manifesteert langs wegen en sloten, gemengd met boterbloemen, zuring, brem en koolzaad, de zere voeten doet vergeten. Het was fijn om deze dag, de eerste van de rest van ons leven, bij elkaar geweest te zijn.
REGIO FRIESLAND WEEKEND-WANDELTOCHT HASSELT-HEERENVEEN
De aankondiging van deze tocht voor 7, 8 en 9 september ontlokt heel wat positieve reacties bij de leden. De slechte weersverwachtingen temperen het aantal deelnemers. De lopers, die weten dat het altijd meevalt met de regen, krijgen ook deze keer gelijk. Het is heel goed wandelweer met wind en een enkele bui. Vrijdagmorgen verzamelt de groep zich in Hasselt rond de Sint-Stephanuskerk, een laatgotische hallenkerk, waarin een muurschildering van Sint-Christophorus de beschermheilige van reizigers. Hasselt werd in 1350 opgenomen in het Hanzeverbond. Na kennismaking en een passende consumptie in café 'De Zon' vertrekt het gezelschap richting Genemuiden. De 'bezemwagen' (een camper met goeds voor de inwendige mens) volgt de wandelroute zo goed mogelijk. 'Alles wat je in de camper legt, is mooi meegenomen', is een variant op een bekend pel-
grimsgezegde. De poncho's zijn stand-by, maar de buien beperken zich tot een minimum. Tijdens de lunch in een prieeltje bij de pont in Genemuiden huppelen de konijntjes vrij rond. Genemuiden vroeger: handel in hooi, riet en biezen. Vanaf de 2Oe eeuw: wollen/nylon vloerbedekking. Voor de Achterweg geldt nog steeds een rookverbod. Langs het Zwartewater lopen we over een grasdijk en we bezoeken het geologisch monument in Heetveld. Dit monument beeldt de Scandinavische landen uit met behulp van schelpen. De gletscherstenen (morenen) uit de ijstijd zijn er op de 'moederrots' teruggeplaatst. Sint Jansklooster biedt niet meer de tweevoudige elfstedentochtwinnaar Evert van Benthem, maar het bezoekerscentrum bij de Beulakerwijde is ook de moeite van een bezoek waard. Het laatste gedeelte van deze 25 km etappe loopt via de Duinweg (uit het Zuiderzeetijdperk) naar Blokzijl. Na een aperitief en een goed diner zoekt een ieder haarlzijn overnachtingsstekkie op, dat varieert van tent, trekkershut, appartement, pension tot hotelkamer. Het traject van deze dag leidde door uiterwaarden met bloemen als o.a. vrouwenmantel en grote pimpernel. Er zijn vele weide-, riet- en moerasvogels. De kievieten bereiden zich al voor op de komende trek naar het zuiden. Blokzijl was in vroeger eeuwen een belangrijke doorvoerhaven van turf naar Holland en diende ook als uitwijkhaven voor VOC-schepen. 'Kaatje bij de sluis', een herbergierster, combineerde eind 17e en begin 18e eeuw haar vermaarde gerechten met uitheemse specerijen. Haar hedendaagse opvolgers hebben door het verlies van 'de Oost' de prijzen 'enigszins' moeten verhogen. De nacht brengt zware storm. Op de camping zijn in de kleine uurtjes schimmen in poncho te ontwaren die zich hand in hand naar de toiletten slepen (wordt vervolgd).
12-DAAGSE BUSREIS NAAR SANTIAGO DE COMPOSTELA Voor de cultuurliefhebbers onder de volgelingen van St.-Jacob, zowel zij die niet kunnen, of niet willen lopen of fietsen, als zij die dat wél deden en daardoor wellicht niet voldoende aan hun culturele trekken kwamen, organiseert de Pastorale School Zuid-Limburg, in samenwerking met SRC Cultuurvakanties, voor de derde maal een busreis naar Santiago. Naast vele bekende hoogtepunten bezoeken we ook enkele minder bekende 'sterren in het veld' waardoor we bovendien kunnen genieten van de rust en de stilte in het prachtige Spaanse landschap. Periode: zondag 28 april t / m donderdag 9 mei 2002. Prijs: f fl. 1700,- (bij een minimum van 25 deelnemers). Inbegrepen: busreis, begeleiding, een aantal entree's, verzorging in goede hotels op basis van halfpension. Uitgebreide informatie is verkrijgbaar bij de leiding: Drs. Tieleke Huijbers, docente kunstgeschiedenis, 070 - 3932805 Angela Wubben-Huijbers, docente Spaans, 0174 - 626318 Pastorale School Zuid-Limburg, 045 - 4009170
NAAR SANTIAGO IN 2002 Door het succes van voorgaande jaren wordt deze cultuurhistorische reis opnieuw aangeboden van 20 april t / m 4 mei 2002. Heenweg : Vézelay, Issoire, Conques, Moissac, pas van Somport naar Jaca, San Juan de la Pena en verder langs de Camino. Zo mogelijk worden er stukjes langs de Camino gelopen. Extra bezoek aan Santo Dorningo de Silos. Terugweg : Spaanse Noordkust, Oviedo, Covadonga, San Sebastián met extra bezoek aan het Guggenheim museum, Bilbao. Door Frankrijk via Poitiers, Tours, Chartres. Praktische gegevens: vervoer per luxe Oad touringcar Royal Class. Overnachtingen: in uitstekende hotels, éénmaal in het voormalige pelgrimshuis, nu zeer luxe parador in León. Overige gegevens nog niet beschikbaar. Informatie: Ria Janson, tel. 035-5386713, e-mail [email protected], website www.janson.demon.nl
Heeft u plannen voor een pelgrimstocht naar Santiago?]ammer he, als u de taal niet spreekt! Voor onze lessen Spaans voor Santiagogangers in Utrecht zoeken we nog deelnemers, zowel beginners als gevorderden. Interesse? Bel Corrie Stalenhoef, 030 - 294 49 92.
DRINGENDE OPROEP: Er zijn nog steeds (aanstaande) vacatures in het bestuur. De voorzitter treedt af in maart 2002 en is niet herbenoembaar. De oplossing voor de vacature van eerste penningmeester is slechts tijdelijk. Bent u geïnteresseerd? Bel of mail: Katrina van den Berg, tel 033 465 06 23; [email protected] of Frans Brons, tel 035 601 35 46; [email protected] Ook als u slechts incidenteel eens 'een klus' wil doen, graag aanmelden.
Wegens het vertrek van de huidige redactiesecretaresse zoekt dejacobsstaf een
REDACTIESECRETARIS (M/V) De redactiesecretaris is de spin in het web bij de productie van dejacobsstaf. Hijlzij ontvangt en ordent de kopij en verdeelt deze onder de redacteuren. Het redactieadres is dan ook ondergebracht bij het secretariaat. Notuleren van redactievergaderingen behoort ook t o t het takenpakket. De werkzaamheden worden voor een belangrijk deel verricht in nauw overleg met de eindredactie. Bezit van computer en toegang t o t internetle-mail zijn voor vervulling van deze functie onontbeerlijk. Van kandidaten verwachten wij verder: Affiniteit met de pelgrimswegen naar Santiago De bereidheid om 1 keer per kwartaal te vergaderen Accuratesse Wat wij bieden: Een prettige, informele werksfeer in een enthousiast team De mogelijkheid om ervaring op te doen met het maken van een tijdschrift En vanzelfsprekend een vergoeding voor gemaakte onkosten. Inlichtingen: Stephan van Meulebrouck, E. Zoudenbalchstraat 33, 3552 AK Utrecht, tel. 030-2445507, e-mail [email protected]. Reacties graag vóór 1 februari a.s. op hetzelfde adres.
AGENDA 7 - 8 december, 11 - 12 januari, 15 - 16 februari, 15 - 16 maart en 19 - 20 april Pelgrimsweekends in Vessem (N-Br.). Ze zijn vooral bedoeld voor onervaren of zojuist teruggekeerde pelgrims en vormen een uitstekend platform voor het uitwisselen van ervaringen. OOI
ZOEKERTJES O Ik, man van 57 jaar, heb alleen gelopen van Vézelay tot aan Le Puy. Ik ben nu op zoek naar een man/vrouw om samen mee naar Santiago te lopen, in gedeeltes of in één keer. Henk Swaak, Lage Rijndijk 3 7-A, 23 7511 Leiden, a 077 - 522 49 90. O Wie kan mij helpen aan materiaal over Maria Magdalena? Het gaat om legenden, gedichten, dia's, foto's, devotionalia, heilige plekken, kerken en kapellen. Tevens informatie over pelgrimage naar Vézelay en Sainte Baume. Uitwisseling van elkaars gegevens is mogelijk. Theunis Elzinga, Nieuwbuurt 7 6, 9745 RL Ternaard, a 0579 - 577 7 79. O Eind april 2002 wil ik de Ruta de la Plata gaan lopen. Ik zoek een wandelmaatje, ik ben 58 jaar. Heleen de Haas, Lombokstraat 73,2585 VP Den Haag, a 070 - 346 04 02. O 11, vrouw van 53, wil graag in 2002 een voettocht van Nederland naar Santiago maken en zoek reisgenoten. Het liefst start ik in maart, maar dit kan altijd in overleg. Nel Nieuwendijl, Engelenburg 700,2036 RT Haarlem, 'g: 023 - 540 79 02, e-mail [email protected] U In 2002 word ik, vrouw, 50 jaar. Dan wil ik vanuit Dongen (N-Br) naar Santiago lopen. Ik heb 4 maanden vrij daarvoor Wie wandelt er met mij mee? U kunt me bellen of mailen, O7 62- 3 7 8 7 09, [email protected]
O Na de voettocht vanuit Nederland naar Santiago de Compostela (7998) en de Via de la Plata (2007), willen Lia en ik de Camino portugués gaan lopen. Wie kan ons helpen aan goede informatie? Chris Emmen, Augustinastraat 27, 5726 GK Gilze, n 0767 - 453 394. O In 7995 liep ik de Camino de Santiago. Deze ervaring bracht me ertoe om me een jaar later te laten dopen met de woorden die ik in Samos hoorde: 'Solo Dios Basta'. Het gevolg van dit alles was dat ik in hetjaar 2000 met f 7,= per l m liep naar jeruzalem, via Vézelay, Assisi en Rome. Ik vind het leuk om mijn ervaringen te delen. jeanette Albers, a 020 - 665 94 56. O Afgelopen voorjaar heb ik het traject van St.-jean-Pied-de-Port naar Santiago in ca. 7 weken gelopen. In 2003 wil ik deze tocht op dezelfde wijze herhalen (heenreis met de trein, terug met de bus). Wie (mlv) gaat er met me mee? Reacties naar Charles Soemers, Pastoorjoh. Aussemstraat 33, 623 7 jL Meerssen, a 043 - 3643783. O Ik ben bezig met de voorbereidingen voor mijn wandeltocht naar Santiago vanaf de Pyreneeën. Graag verneem ik welke soort schoenen het best voldoen. Gewone
wandelschoen, bergwandelschoen categorie A of B of de stevigere categorie B/í? Mijn telefoonnummer is 0226-45 7 878 of e-mail naar [email protected]. Ik hoop op vele reacties. O Op het traject Saint-Leonard-de-Noblat- Rocamadour, in het departement Corréze, zijn twee nieuwe gîtes geopend: 7 9260 TREIGNAC - 72 rue Dumergue : 2 kamers, voor 7 tot 4 personen, a 70 tot 90 FF per nacht, 06 - 62 29 37 97; 79740 VIGEOIS - Muratet :chalet voor 7 tot 4 personen, zelfde prijs, n 06 - 62 29 37 97. O Een nieuwe gite is er ook aan de GR 65, op 2 l m van Nogaro: Monneton, Sainte Christie d'Armagnac, a 05-62 08 82 67, 60 FFper nacht,
O Een twintigtal vrijwilligers, verspreid over Brussel en de vijf Waalse provincies van België, heeft zich aangemeld als overnachtingadres voor pelgrims naar Santiago de Compostela. Op vertoon van hun credencial kunnen pelgrims onderdak, ontbijt en eventueel een avondmaaltijd krijgen. Voor verder informatie: Léon en MarieMadeleine Gilson, 32 rue de Champlon, 6-6.900, Marche-en-Famenne, België, tellfax: +32 (0)84 3 7 23 53 of via wwwst-jaques.ws
Adressen regiocontactpersonen
Amsterdam (postc. i100 t / m 1119 + 1160 t / m 1-199+ 1300 t / m 1399 + 1420 t / m 1439): Janna Matthijsen, Geerdinkhof 35,1103 PP Amsterdam, (020) 699 61 73 Paul Roosendaal, Borgerstraat 58,1053 PV Amsterdam, a (020) 683 48 56 Noord-Holland boven het IJ(postcode 1120 t / m 1159 + 1440 t / m 1999): Jan Louter, Dorpsstraat 65,1689 ER Zwaag, a (0229) 23 65 12 BollenstreeklRijnland(postcode 2000 t / m 2299 + 2300 t / m 2499): Cor van Tongeren, Rijnsburgerweg 4/F4,2215 RA Voorhout, a (0252) 23 1147 Den Haag (postcode 2200 t / m 2299 + 2500 t / m 2799): Cees Rooijackers, Vondelstraat 136,2513 EX Den Haag, a (070) 360 24 42 Rotterdam (postcode 2800 t / m 3399): Susan van Gink, Gordelweg 26c, 3036 AB Rotterdam, a (OIO) 465 16 10 Aart Ligthart, Bermweg 264,2906 LH Capelle a/d Ijssel, a (OIO) 458 23 65 Midden-Nederland (postcode 1200 t / m 1299 + i400 t / m 1419 + 3600 t / m 3899): Hanny Pouderoyen, Fazantenkamp 576,3607 DG Maarssenbroek, (0346) 56 g1 33, e-mail: [email protected] Utrecht-ZuidlRivierengebied (postcode 3400 t / m 3599 + 3900 t / m 4299): Janneke Mulder en Stephan van Meulebrouck, E. Zoudenbalchstraat 33, 3552 AK Utrecht, a (030) 244 55 07, e-mail: [email protected]
Zuidwest-Nederland (postcode 4300 t / m 4799): Huub Willems, Thibautstraat I, 4364 BEAagtekerke, a (0118) 58 21 51, e-mail: [email protected] BredalTilburg (postcode 4800 t / m 5199): Theo Poell, Teilingen 33,4901 DA Oosterhout, a: (0162) 43 14 46 's-Hertogenbosch (postcode 5200 t / m 5499): Anne en Pieter Bult, Sluiskeshoeven 67,5244 GR Rosmalen, a (073) 521 92 26 EindhovenlHelmond (postcode 5500 t / m 5799): Bart Leemrijse, Pasteurlaan 57,5644JB Eindhoven, a (040) 211 94 12 Theo van Pinxteren, Hutdijk 54, 5583 XK Waalre, a (040) 221 40 12 Limburg (postcode 5800 t / m 6499): Thom Kentgens, Ireneweg 7,6065 EC Montfort, W (0475) 35 oo 22 Theo van der Linden, Graafschaploonstraat 12,6085 CA Horn, a (0475) 58 16 85 NijmegenlArnhem (postcode 6500 t / m 7099): Greet Udink, Keytierstraat 52,6931 TG Westervoort, a (026) 311 25 08, [email protected] Wolter van der Zweerde, Riemsdijkstraat 17,6701 BC Wageningen, B (0317) 41 53 89, [email protected] Oost-Nederland (postcode 7100 t / m 7799 + 8000 t / m 8299): Gé Westgeest, Ganzenmarkt 22,7631 EN Ootmarsum, W (0541) 29 33 51 GroningenlDrenthe (postcode 7800 t / m 7999 + g300 t / m 9999): Thom Oosterhof, Mozartstraat 31, 9722 EB Groningen, a (050) 525 51 44 Friesland (postcode 8300 t / m 9299): Siep Zeinstra, Mr. P.J. Troelstraweg 42, 8917 CN Leeuwarden, a (058) 212 91 98 e-mail: [email protected]
NIEDERLANDS GENOOTSCHAP VAN SINT IACOB