Douanebeleidsplan Strategische en operationele prioriteiten voor 2013-2014
Koen Geens, Minister van Financiën
Inhoud 1.
DOUANE........................................................................................................................................ 4 1.1. Faciliteren van de handel........................................................................................................... 4 1.1.1. Het AEO systeem ................................................................................................................ 4 1.1.2. Vrijgavebericht.................................................................................................................... 6 1.1.3. ICT : Eigen fault tolerante informaticasystemen voor de PLDA en verdere ontwikkeling van nieuwe en relevante douane-applicaties zodat de AAD&A 100% elektronisch werkt .......... 7 1.1.4. Opvolging van IT masterplan 2013-2020 van EU................................................................ 7 1.1.5. Single Window & One-stop-shop controle ......................................................................... 8 1.1.6. Verdere uitwerking van “Entry into the record” (EIR) en “Centralised Clearance” (CC).... 9 1.1.7. Evaluatie van de werking van het Nationaal Forum & projectopvolging ......................... 11 1.1.8. 24/7 douanetoezicht zonder meerkost ............................................................................ 11 1.1.9. BTW-problematiek............................................................................................................ 12 1.1.10. Evenwicht tussen politionele/veiligheids- en economische opdracht ........................... 12 1.1.11. Op risk-assessment gebaseerde controles ..................................................................... 13 1.1.12. Opnemen van blauw circuit in PLDA (FAVV).................................................................. 14 1.1.13. Salduz-wetgeving............................................................................................................ 14 1.2. Technische dossiers ................................................................................................................. 15 1.2.1. Bunkering problematiek ................................................................................................... 15 1.2.2. Gefaseerde aanpak van de herwerking van de AWDA (Algemene Wet inzake Douane en Accijnzen).................................................................................................................................... 15 1.2.3. Problematiek uitgangsbevestigingen................................................................................ 16 1.2.4. Programma luchtvaart ...................................................................................................... 17 1.2.5. Proactieve Externe en Interne Communicatie.................................................................. 18
2.
OPSPORINGEN ............................................................................................................................ 19 2.1. Fiscale bevoegdheden ............................................................................................................. 19 2.1.1. Fraude inzake tabaksproducten ....................................................................................... 19 2.1.2. Fraude inzake niet-alcoholische dranken ......................................................................... 19
Strategische en operationele prioriteiten DOUANE EN ACCIJNZEN 2013-2014
blz.
2
2.1.3. Fraude inzake alcoholische dranken................................................................................. 19 2.1.4. Fraude inzake energieproducten...................................................................................... 20 2.1.5. Anti-dumpingrechten en compenserende rechten .......................................................... 20 2.2. Niet-fiscale bevoegdheden ...................................................................................................... 21 2.2.1. Namaak, piraterij en intellectuele eigendomsrechten ..................................................... 21 2.2.2. Verdovende middelen ...................................................................................................... 21 2.2.3. Dual use ............................................................................................................................ 22 2.2.4. Internetfraude .................................................................................................................. 23 2.2.5. Witwas / cashcontroles .................................................................................................... 23 2.3. De hoedanigheid van Officier van Gerechtelijke Politie (OGP) en Bijzondere Opsporingsmethoden (BOM).......................................................................................................... 23 2.4. Informatiebeheer en innovatie................................................................................................ 24 3.
Internationale werking ............................................................................................................... 25 3.1. Wegen op de Europese besluitvorming................................................................................... 25 3.1.1. – Optreden binnen de EU-mechanismes en doeltreffender maken door een betere doorstroming van en naar AAD&A-personeel ............................................................................ 25 3.2. Internationale aanwezigheid ................................................................................................... 26 3.2.1. – Multilateraal (WCO) en bilateraal (Douane-attachés)................................................... 26
Strategische en operationele prioriteiten DOUANE EN ACCIJNZEN 2013-2014
blz.
3
1. DOUANE 1.1. Faciliteren van de handel 1.1.1. Het AEO systeem Doelstelling : 1. Het aantrekkelijk maken en promoten van het AEO-systeem bij de niet-AEO bedrijven staat centraal in de vereenvoudigingsagenda van de EU en levert efficiëntiewinsten op zowel voor D&A als bedrijven. De toetreding van de handel tot het AEO-systeem is een noodzakelijke voorwaarde voor de verdere implementatie van onze strategische visie gezien de AEO centraal staat in de EU-aanpak voor de toekomst. De in volume uitgedrukte goederenstromen bij invoer door AEO-gecertificeerde ondernemingen benaderen thans reeds de helft van het totaal ingevoerd volume. Het komt er in de eerste plaats op aan om dit percentage gecertificeerde invoer te consolideren, maar bovendien moet getracht worden om dit percentage nog significant uit te breiden tot bijvoorbeeld 80% van het volume bij in- en ook bij uitvoer. 2. De douane moet zoveel mogelijk bedrijven sensibiliseren om compliant met de douane- en accijnsreglementering te blijven handelen en op dit vlak geen enkel risico te nemen. De douane moet van haar kant een dergelijke aanpak waarderen en aanmoedigen. Het zo toegankelijk mogelijk maken van de douane- en accijnsreglementering zal een belangrijke en voortdurende zorg moeten uitmaken voor de douane- en accijnsregelgeving. 3. Er zal mede in dit verband rekening moeten worden gehouden met het feit dat waarschijnlijk eind oktober/begin november 2013 het nieuwe EU douanewetboek (UCC) zal goedgekeurd worden met daarin een aantal nieuwe vereenvoudigde systemen (oa. centralised clearance en self assessment) die exclusief zijn voorbehouden voor AEO’s. De UCCIP (Implementing Provisions) zullen naar verwachting tegen 2015 maar voor een aantal onderwerpen waarschijnlijk later, doch ten laatste tegen 2020, uitgebracht worden. Door de nieuwe vereenvoudigde systemen reeds versneld te implementeren, kan België een voorsprong nemen die onze concurrentiepositie ten goede komt. 4. Om het AEO programma aantrekkelijker te maken voor dienstverleners, is het essentieel deze op gelijkaardige basis te behandelen als niet-dienstverleners, het accent te verschuiven van transactionele controle naar systems based controle en dat een visienota wordt ontwikkeld rond EU richtlijnen AEO TAXUD/B2/047/2011 –Rev.3 waarbij op korte termijn voordelen rond o.a. Prior notificaton, Reduced data sets en Priority treatment kunnen worden geimplementeerd. De aanpak van restrisico’s die door de operator, als betrouwbare partner, moeten worden beheerd en specifiek zijn voor dienstverleners, worden beschreven in het individuele Controleplan ingevolge AEO. 5. De ultieme facilitatie voor AEO’s bestaat uit het verlenen van zgnde. “Green lanes”. Dit zijn internationale toeleveringsketens waarbij verzender en ontvanger van de goederen AEO gecertificeerd zijn en terzelfdertijd de integriteit en veiligheid van de zending over de gehele keten wordt gewaarborgd. Deze laatste voorwaarde is vervuld wanneer alle schakels in de ketting AEO- gecertificeerd zijn of wanneer op enige andere wijze de integriteit van de keten wordt gewaarborgd. Internationale wederzijdse erkenning van het AEO - statuut (of gelijkaardige programma’s) is hiervoor een voorwaarde.
Strategische en operationele prioriteiten DOUANE EN ACCIJNZEN 2013-2014
blz.
4
Concrete actiepunten: 1. Een evaluatie van de huidige maatstaf voor de controleprogramma’s (50% regel) op basis van de informatie van het laatste semester 2012 en hun evolutie naar individuele programma’s die verder gaan dan de huidige maatstaf, tegen september 2013. De nieuwe controleprogramma’s voor wat betreft transactionele controles zullen worden geïmplementeerd in de nieuwe tool SEDA voor eind 2013. Daartoe zullen extra middelen (HR) moeten vrijgemaakt worden. 2. Een informatiecampagne die duidelijk de nadruk legt op het maatschappelijk belang om de douane- en accijnsregelgeving zo nauwgezet mogelijk toe te passen. Zonodig moeten de ondernemingen daarin investeren door voldoende middelen (personeel, raadpleging van experten, documentatie betreffende de regelgeving, enz.) in te zetten. Het zal van belang zijn om alle potentiële ondernemingen voor dit principe te winnen en zodoende niet alleen de nefaste gevolgen van de inbreuken te ontwijken maar volop te genieten van de voordelen die door de AEO-certificering worden geboden. 3. Het nog aantrekkelijker maken van het AEO-statuut zonder evenwel op dat vlak voeling te verliezen met de andere EU-lidstaten: Uit de besprekingen op het Nationaal Forum kunnen verdere waardevolle incentives geïdentificeerd en desgevallend uitgewerkt worden. Deze nieuwe incentives zullen opgenomen worden in de actielijst (en bijhorende timing/coördinatie/opvolging) van het Nationaal Forum (zie ook punt 1.1.7.) 4. In de huidige situatie bezit iedere gewestelijke directie reeds een “officieus” AEO-team. Het is de bedoeling om in de loop van 2014 de Pijler Klantenmanagement operationeel te maken met nieuwe functies (o.a. key account managers voor AEO’s) zoals ze reeds gepland zijn in de federale functiecartografie. 5. De AADA zal een analyse maken van de opleidingsbehoeften van de operationele ambtenaren in functie van hun taken en een actieplan opstellen waarbij prioriteit gegeven zal worden aan de AEO-audit-teams. 6. Er zal onderzocht worden of bepaalde andere normen en certificaten geheel of gedeeltelijk erkend kunnen worden volgens de nieuwe Europese guidelines. 7. In 2013 wordt vorm gegeven aan het beleid t.a.v. ‘system based controle’. Opzet hiervan is om AEO-bedrijven substantieel minder te onderwerpen aan transactionele (of 1ste-lijns- / fysieke) controles aan de buitengrenzen maar de focus van de controle te verleggen naar system based controle (of 2de-lijns- / boekhoudkundige) controles waarbij de werking van de aangiftesystemen binnen de onderneming gecombineerd worden met a posteriori controles. System based controles zullen in de eerste plaats aangewezen zijn als de onderneming zeer frequent gebruik maakt van uiterst vereenvoudigde aangiftesystemen zoals Entry Into the Records (zie ook punt 1.1.6.). Het is belangrijk dat op korte termijn een concrete visie wordt uitgewerkt t.a.v. system based controle waarop het verdere beleid gestoeld kan worden. Deze visie en dit beleid (na afstemming in het Nationaal Forum) zal worden voorgesteld op de algemene stakeholdersvergadering van het Nationaal Forum (29 mei 2013) 8. In 2013 wordt de vermindering / vrijstelling van borgstelling voor AEO-bedrijven verder uitgebreid naar BTW en accijnzen. Hiervoor zal eerst de accijnswetgeving moeten worden aangepast om rekening te houden met de status van AEO-gecertificeerde onderneming. Op die basis zal de BTW-administratie naar analogie met de vrijstelling van zekerheidstelling inzake accijnzen evalueren of dezelfde voordelen inzake de zekerheidstelling BTW zullen kunnen Strategische en operationele prioriteiten DOUANE EN ACCIJNZEN 2013-2014
blz.
5
worden toegekend. Daaromtrent zullen, buiten dit overleg tussen de betrokken diensten, binnen het Nationaal Forum Concrete gesprekken met de betrokken diensten kunnen worden gevoerd binnen de pijler Policy in de WG Accijnzen vanaf maart 2013 9. Verder zullen AEO bedrijven voorrang krijgen bij de afhandeling van hun formele aanvraag volgens de bestaande reglementering voor de toepassing van alle mogelijke vereenvoudigde procedures. Op eenvoudig verzoek en binnen een termijn van enkele dagen, waarbij enkel nieuwe elementen/eisen die vallen buiten de onderzochte criteria van het bestaande AEOcertificaat worden gecontroleerd, zouden bestaande vergunningen moeten kunnen aangepast worden zonder hiervoor opnieuw een aantal administratieve formaliteiten te moeten vervullen. 10. In 2013 wordt een pilootproject opgestart i.s.m. de Haven van Antwerpen en een aantal betrokken economische operatoren m.b.t. “green lanes” tussen België en de V.S. en tussen België en Japan. De voorwaarde van wederzijdse erkenning is voor beide landen voldaan. Voor de V.S. zijn ook de functionele en IT - vereisten reeds gekend en onmiddellijk toepasbaar.
1.1.2. Vrijgavebericht Doelstelling: Het elektronisch vrijgavebericht voor containers is een door de Douanediensten én de handel gezamenlijk ontwikkeld antwoord op het Unamar-arrest en de problemen die de terminal operatoren daardoor ondervinden. Het is belangrijk om zo snel als mogelijk de implementatie van de Container Release Message-CCRM te realiseren zodat de douane een relatie kan leggen tussen de vrijgave van de aangiften die in het kader van het invoerproces dienen te worden ingediend en de container(s) waarin de goederen vervoerd worden. Dit zal een première zijn voor de EU. Concrete actiepunten: 1. Het CCRM is een onderdeel van het Relanceplan 2012 en dient dus zo snel mogelijk (doch uiterlijk in Q1 van 2014) geïmplementeerd te worden. De nodige middelen zullen vrijgemaakt worden. 2. De analyse en technische architectuur voor CCRM werden afgerond begin november 2012. Op basis van dit eindresultaat is een voorlopige inschatting gemaakt van het benodigde budget voor implementatie. Dit budget zal gespreid worden over de werkjaren 2013-2014. De doorlooptijd voor het goedkeuren van het budget is afhankelijk van een aantal factoren zoals de datum van goedkeuring door de Ministerraad en de datum van goedkeuring door de Inspectie van Financiën. De doorlooptijd voor implementatie wordt geschat op minimum zes maanden. 3. In afwachting van de invoering van het CCRM nemen bedrijven die dit nodig achten het initiatief om een voorlopige werkwijze uit te werken (bijv. via APCS in de haven van Antwerpen), zodat de vrijgave vlot en in goede orde kan plaats grijpen. De bevoegde Gewestelijke Directies inzake D&A werken constructief mee aan de uitwerking van deze tussenoplossing.
Strategische en operationele prioriteiten DOUANE EN ACCIJNZEN 2013-2014
blz.
6
1.1.3. ICT
: Eigen fault tolerante informaticasystemen voor de PLDA en verdere ontwikkeling van nieuwe en relevante douane-applicaties zodat de AAD&A 100% elektronisch werkt
Doelstelling: De afhankelijkheid van de automatisering wordt steeds groter. Enerzijds is het van cruciaal belang voor het bedrijfsleven in het algemeen en voor de concurrentiepositie van de mainports in het bijzonder (level playing field) dat de door Europa opgelegde en met het bedrijfsleven afgestemde informatiseringprojecten tijdig worden gerealiseerd. Anderzijds moeten de geïmplementeerde toepassingen en de informaticasystemen waarop ze draaien fault tolerant beschikbaar zijn. In 2012 werden kritieke toepassingen van de AAD&A op aparte servers geplaatst. Daarnaast is het invoerproces bijna voor 100% geautomatiseerd en verregaand geïntegreerd. De elektronische behandeling van de directe en indirecte uitvoeraangiften is gerealiseerd. Enkel de opvolging tot en met het buitengaan dient nog volledig te worden geautomatiseerd. Ook de elektronische Accijnsaangifte (Acc4) en accijnsbewegingen onder schorsing (EMCS) zijn voor 100% operationeel. Concrete actiepunten : 1. In de loop van 2013 en het eerste semester van 2014 zullen de noodzakelijke wijzigingen worden doorgevoerd voor het automatiseren van het volledige uitvoerproces. Hiertoe zullen de nodige financiële middelen worden vrijgemaakt. 2.
Voor 1 juli 2013 zal ook een IT-contactpunt voor de handel op de AAD&A opgezet worden.
3.
In 2012 is de beschikbaarheid en kracht van de IT-systemen verder toegenomen. Het aantal langdurige onderbrekingen (met alle daaraan verbonden overlast voor zowel douane als handel ten gevolge van de manuele noodprocedures) bleef relatief beperkt. Desalniettemin blijft verbetering mogelijk. In 2013 / 2014 zal dan ook gestreefd worden naar een beschikbaarheid / performantie van meer dan 99%.
4.
Nieuwe applicaties worden in overleg met de handel ingevoerd, met de nodige informatie, opleidingen en testfazen
5.
Tevens zal in 2013 gestart worden met het verder uitdiepen van de e-noodprocedures in het geval van onbeschikbaarheid. De uitwerking kan gebeuren binnen het Nationaal Forum in een aparte werkgroep (onder R&D) samen met vertegenwoordigers van de softwarebedrijven. Opstart is gepland in maart 2013. Ook zal onderzocht worden door voormelde WG of de papieren noodprocedure vereenvoudigd moet worden .
1.1.4. Opvolging van IT masterplan 2013-2020 van EU Doelstelling: De EU heeft de intentie om alle douaneprocessen te automatiseren en heeft daartoe een IT masterplan opgesteld voor de periode 2013-2020. Een aantal van deze realisaties zijn het gevolg van de Unions Customs Code. In totaal betreft het een 25tal nieuwe projecten. Voor al deze projecten is in mindere of hogere mate een nationale implementatie vereist.
Hierna kort een opsomming van de voornaamste projecten.
Strategische en operationele prioriteiten DOUANE EN ACCIJNZEN 2013-2014
blz.
7
∗
AEO mutual recognition
∗
UCC Customs decisions
∗
UCC Proof of Union Status
∗
Automated Export System
∗
Registered exporters
∗
Surveillance 3
∗
UCC Information sheets for Special Procedures
∗
COPIS & External Trade access
∗
WCO eATA project
∗
UNECE eTIR project
∗
Single Electronic Access point
∗
UCC Centralised Clearance for import
∗
UCC special procedures
Al deze projecten vormen een onderdeel van het IT masterplan 2013-2020 van de EU (TAXUD). Voor ieder van deze projecten is een planning beschikbaar welke binnenkort via de website PLDA wordt gepubliceerd. Concrete actiepunten: 1. Een budgettair meerjarenplan voor de financiering van dit masterplan 2013-2020 zal opgesteld worden zodat de nodige middelen ten gepaste tijde kunnen voorzien en vrijgemaakt worden. 2. Om dit te kunnen realiseren zullen vanaf 2013 IT business analisten via e-gov aangeworven worden. 3. Nauwe samenwerking met de handel in de werkgroepen van het Nationaal Forum is belangrijk zowel bij de conceptie- als de implementatiefase.
1.1.5. Single Window & One-stop-shop controle Doelstelling : Voor onze concurrentiepositie en de aantrekkelijkheid van onze havens en luchthavens is het belangrijk dat de doorlooptijd van de goederen minimaal is en de administratieve lasten tot een minimum worden beperkt. Een perfecte coördinatie van het optreden en IT-samenwerking tussen alle bevoegde overheidsdiensten die in het invoer- en uitvoerproces tussenkomen moet er toe leiden dat de diverse controles met behulp van hoogtechnologische controlemiddelen snel en op eenzelfde ogenblik kunnen plaats grijpen en dat gegevens slechts éénmaal moeten worden ingediend. De realisatie van dit objectief stelt organisatorische, IT- en HR-uitdagingen.
Strategische en operationele prioriteiten DOUANE EN ACCIJNZEN 2013-2014
blz.
8
Concrete actiepunten : 1. Om dit te realiseren dienen de doelstellingen en organisatorische aanpak van het Project Gecoördineerd Grensbeheer (GGB) door alle bevoegde regeringen en ministers goedgekeurd te worden. Concreet zal er, onder het voorzitterschap van de AAD&A, binnen de Interministeriële Economische Commissie van de FOD Economie, een Ad Hoc Comité “Gecoördineerd Grensbeheer” opgericht worden. Dit Comité zal technische oplossingen uitwerken voor de Single Windows en de OneStopShop controles. Het zal ook fungeren als stuurgroep voor de ontwikkeling van de IT-toepassing. Het voorstel tot de oprichting van een Ad Hoc Comité Gecoördineerd Grensbeheer wordt op de Ministerraad en het overlegcomité gebracht tegen juli 2013. Er wordt voorafgaandelijk met alle betrokken kabinetten overleg gepleegd. 2. In het kader van het gecoördineerd grensbeheer, zal dit jaar een samenwerkingsprotocol/methode/afspraak door de bevoegde overheden uitgewerkt zijn. 3. De studie in 3 fasen (ASIS - TOBE - GAP) over de Nationale Single Window zou afgerond moeten zijn tegen maart 2014. Het Comité Gecoördineerd Grensbeheer kan de andere deliverables die geen deel uitmaken van de studie (vnl. over organisatie, governance, structuur, financiering van GGB en SW) tegen maart 2014 afleveren zodat de bevoegde ministers en de Deelregeringen zich in mei 2014 over de uitvoerende regelgeving kunnen uitspreken. 4. Het streefdoel is om tegen eind juni 2014 de SW en het GGB te implementeren, m.u.v. Maritime Single Window waarvan de implementatie is voorzien tegen midden 2015. De AAD&A neemt actief deel aan de besprekingen m.b.t. het Maritime Single Window en is nu reeds bezig om, in samenwerking met de havengemeenschappen, te bekijken hoe de bijkomende informatie kan worden geïntegreerd in de bestaande gegevensuitwisseling met de handel (scheepsagenten). Dit is nodig om tegen midden 2015 zonder problemen te kunnen overstappen naar een MSW. 5. Gecoördineerd grensbeheer moet kunnen plaatsvinden zowel op de buitengrenzen als bij operatoren in het hinterland en verwerkt worden via zoveel mogelijk centrale IT oplossingen. Er kan onderzocht worden of controlerende opdrachten deels door private en vergunde partners kunnen uitgevoerd worden.
1.1.6. Verdere uitwerking van “Entry into the record” (EIR) en “Centralised Clearance” (CC) Doelstelling : Beide toepassingen streven efficiëntie na door het beperken van de administratieve handelingen. Door het EIR wordt de vrijmaking van de aangegeven goederen gerealiseerd door het opnemen van specifieke gegevens in het boekhoudsysteem van de economische operatoren en door een bericht met een beperkt aantal data per transactie aan de AAD&A te sturen. Het CC maakt het mogelijk om de aangifteformaliteiten voor alle bewegingen te vervullen vanuit één plaats voor alle vestigingen in de EU. Dit biedt de handel de mogelijkheid om voor alle douaneformaliteiten bij de in-, uit- en doorvoer van goederen de aangifte in te dienen bij de douaneautoriteiten verantwoordelijk voor de plaats waar de onderneming haar douaneboekhouding voert. Een voor alle EU-landen toepasselijk systeem is nog niet gerealiseerd op EU-niveau maar het is mogelijk en wenselijk om dit met de landen waar België de meeste handel mee drijft zo spoedig mogelijk, op een bilaterale basis, te implementeren en zodoende ertoe bij te dragen de concurrentiepositie van de betrokken ondernemingen te beschermen. Strategische en operationele prioriteiten DOUANE EN ACCIJNZEN 2013-2014
blz.
9
Concrete actiepunten : 1. Centralised Clearance Light : ∗
De inhoud van het project werd goed onthaald in het Nationaal Forum en een aantal vrijwilligers hebben concrete stappen gezet om binnen het kader van dit project een vergunning centralised clearance te bekomen.
∗
De gesprekken met de douanediensten in Tsjechië en Frankrijk ter voorbereiding van SASPvergunning voor “Centralised Clearance light” bevinden zich reeds in een beslissende fase. De procedures/afspraken die tussen de betrokken lidstaten zullen gehanteerd worden, worden in 2013 vastgelegd. Gesprekken met andere relevante lidstaten zoals Nederland, Duitsland, Luxemburg, Italië, het Verenigd Koninkrijk, enz... zullen nog voor eind 2013 worden opgestart volgens een prioritaire lijst die vastgelegd wordt op basis van ons handelsvolume én na raadpleging van de Handel.
∗
Aan het PLDA-systeem werden reeds een aantal aanpassingen doorgevoerd zodat in de loop van 2013 kan gestart worden met “CC-Light”.
∗
De omzendbrief betreffende Centralised Clearance (CC) is op punt gesteld en zal alvorens de bespreking van de centralised clearance met de voormelde lidstaten wordt aangevat eveneens worden gepubliceerd.
2. Entry into the record : ∗
Beleidsbeslissing, uitwerking BPM-processen en IT-specificaties zijn afgehandeld in het Nationaal forum. De specifieke technische criteria voor de erkenning van vergunninghouders domiciliëring die in aanmerking komen voor Entry into the record moeten nog worden vastgelegd alvorens de nodige vergunningen kunnen worden verleend en het systeem op het terrein kan worden toegepast.
∗
Wat de technische ontwikkelingen betreft (EIR bericht) is de douane klaar om op te starten. De specificaties van het EIR bericht zijn gepubliceerd op de website www.plda.fgov.be. De omzendbrief betreffende het EIR systeem zal zonder verwijl worden gepubliceerd, ook op de website van de Administratie.
∗
Het model rond EIR is een unieke gelegenheid om zonder of met een gelimiteerde data set te werken en moet ook worden uitgebreid/opengesteld voor niet- SASP bedrijven. Belgie vervult reeds een piloot rol en kan via de ervaringen met een goede ‘sample’ van zijn economische omgeving de praktische procedures gestalte geven. In afwachting van implementatie van Centralized Clearance over gans Europa, kan worden overwogen de betrouwbare partner de mogelijkheid te geven, als hij controle heeft over de fysieke goederen en beschikt over alle data elementen, reeds goederen vrij te geven in een soort “pre-clearance release”-modus en zelfs voor de fysieke aankomst omdat wordt gegarandeerd dat alle douane voorwaarden vervuld zijn. Dit kan immers worden opgevolgd via EIR.
Strategische en operationele prioriteiten DOUANE EN ACCIJNZEN 2013-2014
blz.
10
1.1.7. Evaluatie van de werking van het Nationaal Forum & projectopvolging Doelstelling : Transparantie en openheid om met de stakeholders samen te werken zijn noodzakelijk om resultaten op het terrein te boeken die zowel de overheid en de samenleving als de betrokken bedrijven ten goede komen. Een samenwerking met de handel is ook nodig voor het concretiseren van het horizontaal toezicht dat werkt op basis van certificering. Het Nationaal Forum dat werd opgezet is daartoe een uitstekend instrument. In dit gestructureerd overlegplatform tussen ondernemingen en de overheid wordt krachtens het op 15 juni 2011 afgesloten protocol informatie uitgewisseld, worden ondernemingen zoveel mogelijk betrokken bij strategische fases in het besluitvormingsproces en engageert de overheid zich om op een gestructureerde wijze rekening te houden met het advies van het Nationaal Forum. Vanuit de handel komen momenteel signalen dat een striktere opvolging van de vele actiepunten en afspraken nodig is om een beter inzicht te hebben in de geboekte vooruitgang. Een thematische aanpak kan vermijden dat onderwerpen fragmentarisch aan bod komen en kan leiden tot het toekennen van de juiste prioriteit en eventuele bijsturingen. Concrete actiepunten : 1. Er bestaat geen noodzaak om de huidige structuur van het Nationaal Forum (indeling in pijlers) te wijzigen. Wel moet er bijkomende aandacht geschonken worden om de thema’s op een transversale wijze doorheen de pijlers van het Nationaal Forum op te volgen. 2. Teneinde de stand van zaken goed te kunnen opvolgen wordt een duidelijke en gestructureerde actielijst bijgehouden m.b.t. de lopende projecten binnen het Nationaal Forum, met aanduiding van timing, projectfase, projectverantwoordelijke en –manager. Op deze wijze wordt een gestructureerde opvolging van de talrijke projecten mogelijk 3. Binnen het Forum zullen de handel en de AAD&A actief nieuwe thema’s aanbrengen. Het forum is de plaats bij uitstek waar nieuwigheden kunnen worden besproken en overlegd. 4. Door de creatie van een specifieke en beveiligde website zal de communicatie binnen het Nationaal Forum sneller en beter kunnen verlopen. De oplevering en voorstelling van het gezamenlijk communicatieplatform is gepland tegen de zitting van het Strategisch Comité van het Nationaal Forum van 29 mei 2013.
1.1.8. 24/7 douanetoezicht zonder meerkost Doelstelling : De in 2012 genomen beslissingen m.b.t. de personeelsuitbreiding worden in 2013 geïmplementeerd zodat het Regeerakkoord in de realiteit uitgevoerd is voor wat betreft de betere werking van de douanediensten en de invoering van de continudiensten voor het faciliteren van de handel en voor de herinstelling van de bewakingsfunctie in het kader van de veiligheid van de goederenstromen die ingevolge de Europese regelgeving door de AAD&A moet worden gewaarborgd.
Strategische en operationele prioriteiten DOUANE EN ACCIJNZEN 2013-2014
blz.
11
Concrete actiepunten : 1. De nieuwe aanwervingen zullen gebeuren tussen januari en september 2013. De opleidingen nemen enkele maanden in beslag. De shiften kunnen pas gestart worden als alle wervingen gerealiseerd zijn maar zullen starten op 1 januari 2014. 2. Vanaf 1 januari 2014 zal het 24/7 systeem in de diensten aan de buitengrenzen van de EU toegepast worden. 3.
De retributieplicht voor prestaties buiten de diensturen in zee – en luchthavens zal, indien budgettair mogelijk, vanaf 1 augustus 2013 en in elk geval vanaf 1 januari 2014 afgeschaft worden.
1.1.9. BTW-problematiek Doelstelling : Door diverse maatregelen die mogelijk zijn en meestal ook in de ons omringende landen worden toegepast kan de concurrentiepositie van België als toegangspoort tot de EU ten zeerste versterkt worden. In 2012 werd hiertoe een belangrijke beslissing genomen die in 2013 wordt uitgevoerd en waar mogelijk aangevuld met andere nuttige aanpassingen. Concrete actiepunten : 1. Het stellen van borg voor de BTW vergunning verlegging bij invoer (ET14000) is afgeschaft vanaf 1 oktober 2012. De terugstortingen zullen afgewerkt zijn tegen eind juni 2013. 2. Een wijziging van KB 7, waardoor globaal fiscaal vertegenwoordigers eveneens over de mogelijkheid zullen beschikken om de BTW bij invoer te verleggen, zal vermoedelijk nog in 2013 worden gepubliceerd. 3. Aan globaal fiscaal vertegenwoordigers die buitenlandse klanten vertegenwoordigen voor intracommunautaire leveringen (volgend op de invoer uit 3de landen) zal meer rechtszekerheid geboden worden m.b.t. het bewijs van intracommunautaire levering. 4. De btw-Administratie zal onderzoeken welke andere stimulerende maatregelen t.a.v. invoer gevolgd door intracommunautaire levering er genomen kunnen worden. 1.1.10. Evenwicht tussen politionele/veiligheids- en economische opdracht Doelstelling : De AAD&A heeft zowel fiscale als niet-fiscale bevoegdheden. De afgelopen jaren is vooral het aandeel niet-fiscale bevoegdheden (beschermen van de markt, stimuleren en faciliteren van de markt, bescherming van de samenleving, VGEM : veiligheid, gezondheid, economie, milieu) toegenomen. De AAD&A moet zich in de eerste plaats toespitsen op de best mogelijke invulling van haar kerntaken. De prioriteiten die gevolgd moeten worden bij de invulling van de andere opdrachten zijn een politieke beslissing.
Strategische en operationele prioriteiten DOUANE EN ACCIJNZEN 2013-2014
blz.
12
Concrete actiepunten : 1. In dit stadium (hervormingen, personeelsproblemen) wordt gestreefd om een evenwicht te creëren tussen controle & “trade facilitation” gezien het belang ervan voor de snelle realisatie van de voorwaarden voor economische groei. 2. Er zal een inventaris opgesteld worden van alle taken en diensten/organismes waar de AAD&A prestaties voor levert. Er zal met de betrokkenen die zich niet kunnen beroepen op Europese wet- en regelgeving, op administratief en vervolgens op politiek niveau, nagegaan worden of en hoe de controletaken moeten ingevuld worden met het doel tot een vereenvoudiging en een uitzuivering van het takenpakket van de AAD&A te komen (link met blauw circuit in PLDA).
1.1.11. Op risk-assessment gebaseerde controles Doelstelling : De AAD&A moet overgaan naar een nieuw professioneel controle- en risicobeleid. Momenteel verwerkt de automatische risicomotor CSPBis alle door PLDA gevalideerde douaneaangiften. Een voorlopig feedbacksysteem voor de resultaten van de controles is in gebruik. In Q4 2013 zal de nieuwe risicoanalysemotor SEDA in gebruik genomen worden. Deze biedt meer mogelijkheden op het gebied van risk-assessment. Concrete actiepunten : 1. Zoals Europa oplegt, zal eerlang (ten laatste op 1 oktober 2013) gestart worden met het activeren van de selectielijnen op aangiften in het kader van vereenvoudiging. Daarbij zal er over gewaakt worden dat dit geen aanleiding zal geven tot een aanzienlijke stijging van het aantal controles (ook voor AEO-bedrijven) aangezien een automatische selectie door SEDA daartoe aanleiding zou kunnen geven. Specifiek kan gewezen worden op het feit dat SEDA ook de vereenvoudigde aangiften type Z (die in het kader van de domiciliëringsprocedures worden ingediend) zal screenen/selecteren. Als gevolg hiervan zullen de vergunninghouders domiciliëring (ongeveer 700 bedrijven in België) met op risicoanalyse gebaseerde douanecontroles geconfronteerd worden. Het gaat in vele gevallen om grotere ondernemingen actief in diverse sectoren (koeriersdiensten, industriële bedrijven). 2. Voorafgaand zal binnen de WG Hinterland (pijler Operations) met de handel worden besproken hoe in 2013 de risicoanalyse verder zal worden verfijnd teneinde doelgerichter te kunnen controleren (toespitsen van de beschikbare middelen op verdachte stromen; minder controles op meer betrouwbare stromen). Er zal worden onderzocht in welke mate bij de AEO operatoren en operatoren met vereenvoudigde procedures (domiciliering) kan worden gewerkt met reeds ingestuurde data elementen ingevolge ECS/ICS programma’s in combinatie met de geintegreerde douaneadministratie bij de operator om doelgerichte controle te kunnen uitvoeren. Dit zou moeten resulteren in een meer “system based approach” zonder extra transactionele verrichtingen. Eventueel kunnen met de operator praktische afspraken gemaakt worden via het AEO controleplan om het rest risico of “acceptable risk” af te dekken via specifieke acties. Hierdoor blijven de AEO operatoren er zoveel mogelijk van gevrijwaard extra investeringen te doen om transactioneel te werken.
Strategische en operationele prioriteiten DOUANE EN ACCIJNZEN 2013-2014
blz.
13
Hiertoe zullen in 2013: a. De controleplannen voor AEO-bedrijven verder uitgewerkt en geprogrammeerd worden in SEDA. (zie ook 1.1.1. actiepunten 1 en 4) b. De mogelijkheden voor doelgerichte selectie door SEDA verder uitgebreid worden. c. Door middel van informatie-uitwisseling en samenwerking met andere controlerende diensten de risicoprofielen verder verfijnd worden (ook hier link naar gecoördineerd grensbeheer). (zie ook 1.1.13 actiepunt 6) d. Afspraken worden gemaakt voor een realistische datum van inwerkingtreding e. De risicoprofielen op regelmatige basis geëvalueerd worden (o.m. op basis van terugkoppeling van de controleresultaten) en bijgestuurd worden waar nodig.
1.1.12. Opnemen van blauw circuit in PLDA (FAVV) Doelstelling : De noodzaak van het creëren van een blauw circuit ligt in het feit dat controles voor rekening van derden (sanitair, dual use, uit- en invoervergunningen,...) vandaag meestal geklasseerd worden in het rood circuit (verplicht uit te voeren en blokkeren van de zending). Deze 100% verplichting zou moeten evolueren naar een meer realistische aanpak gebaseerd op een gemeenschappelijk uitgewerkte risicoanalyse. De besprekingen met de betrokken diensten (FAVV, Economische zaken en Regio’s) zijn aangevat en verlopen veelbelovend. Concrete actiepunten : 1. In 2013 zal een stapsgewijze aanpassing doorgevoerd worden zodat eind 2013 50% van alle opdrachten t.b.v. derden automatisch door SEDA in het blauw circuit worden gezet. 2.
Tegen augustus 2013 zouden de bijlagen aan alle bestaande convenanten tussen AAD&A en andere overheidsdiensten met operationele doelstellingen (daaronder begrepen doelstellingen blauw circuit) voor 2013/2014 opgesteld en ondertekend moeten zijn. (cfr. gecoördineerd grensbeheer & Single Window – mogelijke uitbreiding naar integratie van aangiftes kan onderzocht worden)
3. Voor het blauw circuit zal in het kader van die bestaande of nieuwe convenanten worden onderzocht of de controle niet kan worden herleid tot een documentaire controle die op de hulpkantoren wordt verricht in plaats van door de mobile teams die voor de andere controles binnen het mobiel toezicht worden ingezet.
1.1.13. Salduz-wetgeving Doelstelling : De toepassing van de nieuwe Salduz-wetgeving moet op het terrein een juridisch correcte en “redelijke” toepassing krijgen zodat de medewerking van de handel bij het inzamelen van relevante informatie niet in het gedrang komt en bedienden niet onnodig verontrust worden als er toch geen vervolging ingesteld wordt. Strategische en operationele prioriteiten DOUANE EN ACCIJNZEN 2013-2014
blz.
14
Concrete actiepunten : 1. De invoering van deze regel en de ervaringen op het terrein noodzaakt de AAD&A tot een meer intensieve vorming en informatie van de buitendiensten. Een informatie- en vormingsprogramma wordt tegen het einde van 2013 gerealiseerd. 2. De Algemene Administratie van Douane en Accijnzen zal nog voor augustus 2013 haar instructies verfijnen met het oog op een vlotte en redelijke toepassing in de praktijk.
1.2. Technische dossiers 1.2.1. Bunkering problematiek Doelstelling : De sector verzoekt de uitgewerkte regeling met Nederland voor de toepassing van de vereenvoudigde uitvoerprocedure aan te vullen met formaliteiten op het stuk van accijnzen en achten de thans terzake toegepaste procedures nadelig voor het Belgisch bedrijfsleven. Er zal getracht worden dezelfde procedures op het vlak van accijnzen toe te passen voor grensoverschrijdende vergunningen wanneer de producten in Nederland worden ingeslagen voor bunkering op basis van een in België verleende vergunning zeevaartbunkering. Concrete actiepunten : 1. Tegen 1/7/2013 zullen alle vergunningen vereenvoudiging herbeoordeeld zijn en de omzeiling van de wetgeving door bunkerbedrijven die vanuit NL leveren zal onmogelijk gemaakt zijn zodat de normale concurrentiële verhoudingen hersteld zijn. 2. In 2013 zal onverwijld een definitieve oplossing uitgewerkt worden voor de dubbele problematiek bunkering zeeschepen (nationaal – bunkerschepen niet langer erkend als belastingsentrepot – en bilateraal met NL – vergunning fictief AGP kan momenteel enkel afgeleverd worden aan een in NL gevestigd bedrijf = problematisch voor BE bedrijven die ook leveren in NL havens zoals Vlissingen, Terneuzen, Rotterdam, …) middels een wederzijdse overeenkomst van vereenvoudigde procedure. Ook zal de mogelijkheid onderzocht worden om met de Nederlandse Douane- en Accijnsdienst een geharmoniseerde procedure uit te werken die kan gebruikt worden voor bunkering in andere lidstaten.
1.2.2. Gefaseerde aanpak van de herwerking van de AWDA (Algemene Wet inzake Douane en Accijnzen) Doelstelling : Een goed gestructureerd, hanteerbaar en up to date nationaal wetboek is een basisvereiste om een efficiënte samenwerking te realiseren tussen de overheid en de betrokken actoren in de samenleving. Het AWDA dient aangepast te worden aan het Douanewetboek van de Unie onder meer wat betreft de invoering van de concepten van directe en indirecte vertegenwoordiging. Ook het statuut directe vertegenwoordiging door scheepsagenten zal hierbij opgenomen worden. De grote vertraging die de toepassing van het douanewetboek van de Unie oploopt ( waarschijnlijk pas na 1/1/2015) maakt een nationale aanvulling daarop van de douanewetgeving in de AWDA
Strategische en operationele prioriteiten DOUANE EN ACCIJNZEN 2013-2014
blz.
15
momenteel onmogelijk. Desalniettemin zullen aanpassingen/actualisering van diverse aspecten systematisch en zo snel mogelijk aan het Parlement worden voorgelegd. Tegen het einde van de legislatuur zijn dan ook te realiseren: 1. De aanpassing van de AWDA aan verordening 2913/92 en de integratie van de directe vertegenwoordiging voor douane-expediteurs en scheepsagenten alsook de mogelijkheid dat zij betalingsfaciliteiten kunnen verrichten voor rekening van hun cliënten mits te voldoen aan bepaalde voorwaarden. 2. de gevolgen van de afkoopwet voor de douanecontrole en de toekenning van de AEOcertificaten neutraliseren ; 3. de instelling van administratieve sancties rekening houdende met de toestand in de ons omringende landen en de evolutie op Europees niveau. ; 4. de overbodige artikelen verwijderen en de AWDA op taalkundig vlak uitzuiveren. Concrete actiepunten : 1. 2013 : De Europese Commissie heeft bij de raad (DROIPEN) een nieuw voorstel van Richtlijn ingediend over de bestrijding van fraude m.b.t. de financiële belangen van de Unie (met oa. 10.000 € drempel). Via de EU-PV en de Raad zal gepoogd worden om deze drempel waarop strafrechtelijke sancties zouden voorzien worden aanzienlijk op te trekken. Hierbij dient ook de “goede trouw” als keuzebepalend element tussen strafrechtelijke of administratieve sanctie onderzocht worden. 2. 2013/2014 :Onder voorbehoud van aanvaarding van richtlijn wordt de aanpassing van de AWDA aan de Richtlijn voor het invoeren van administratieve sancties uitgewerkt. 3. Er zullen ook voorstellen uitgewerkt worden die voor de douane het beheer en initiatiefrecht voor de Single Windows voorzien en mede in dit kader een delegatie van bepaalde douanetaken mogelijk maken . 4. Daartoe moeten tegen oktober 2013 de quasi definitieve teksten bestaan zodat het parlementair werk kan afgerond zijn tegen maart 2014. Eventueel zullen de prioriteiten van de Centrale diensten zo moeten worden georganiseerd dat zij met voorrang gezamenlijke medewerking kunnen verlenen om het voorontwerp van AWDA te realiseren. 5. Teneinde er voor te zorgen dat de handel de aanpassingen kan ondersteunen, zal zij permanent bij de concepten en de uitwerking betrokken worden. In oktober 2013 zullen de quasi definitieve teksten binnen het Nationaal Forum met de handel besproken worden. Een adviesgroep bestaande uit experten-juristen van binnen en buiten de AADA zal opgericht worden om de diverse fases en de inhoudelijke herwerking van de AWDA te begeleiden. 1.2.3. Problematiek uitgangsbevestigingen Doelstelling : In het kader van het Export Control System moeten uitvoeraangiftes binnen 120 dagen na het indienen van de aangifte bevestigd worden als effectief uitgevoerd (bevestiging uitgang uit de EU), zoniet worden de aangiftes geannuleerd (met als gevolg dat BTW verschuldigd is, geen aanspraak op restituties, …). In Duitsland bedraagt de termijn slechts 90 dagen. In principe is dit proces geautomatiseerd, maar in de praktijk zijn er (voorlopig) nog heel wat manuele manipulaties nodig voor het ingeven in PLDA. Bijgevolg ondervindt de sector veelvuldig problemen met niet-bevestigde
Strategische en operationele prioriteiten DOUANE EN ACCIJNZEN 2013-2014
blz.
16
uitvoeraangiftes. Vnl. in relatie tot Duitse exporteurs stelt dit probleem zich, wat tot verschuiving van trafieken naar andere havens leidt. Gelet op het belang van export voor de Belgische economie, zeehavens en luchthavens dringt een snelle oplossing zich op. Concrete actiepunten : 1. In 2013 zal voor het uitgaand zeevrachtverkeer het project “arrival notification voor containers “ op basis van het bericht “CODECO IN” op de Containerterminals geïmplementeerd worden. Momenteel bevindt dit project zich in de testfase. Na uitgebreid testen kan overgegaan worden tot implementatie. (opvolging via actielijst NaFor – punt 1.1.7.) 2. De detailanalyse en technische architectuur van de verdere stappen m.b.t. het “Uitvoerproces” zoals de ladingslijst, de melding van definitieve uitgang en de bevestiging van aankomst op het kantoor van uitgang voor andere goederen dan goederen vervoerd in containers zullen in de loop van 2013 worden gerealiseerd. (opvolging via actielijst NaFor – punt 1.1.7.) 3. Eind 2013/begin 2014 kan dan gestart worden met de implementatie van deze verdere stappen in het “uitvoerproces”. (opvolging via actielijst NaFor – punt 1.1.7.) 4. In afwachting van het volledige geautomatiseerde proces, zullen de gewestelijke directeurs een betere organisatie opzetten voor de manuele verwerking van de aankomstmeldingen en laadbevestigingen. Hierdoor kan de foutenlast en vertraging reeds deels weggewerkt worden. 5. Een oplossing zal uitgewerkt en geïmplementeerd worden voor de technische problemen bij het uitwisselen van uitvoerbevestigingen tussen PLDA en ECS (dit is geen nieuwe investering maar wel het wegwerken van technische knelpunten). De gesignaleerde problemen worden onmiddellijk doorgegeven aan de verantwoordelijke analist en de oplossing wordt zo snel mogelijk geïmplementeerd. Een timing opzetten is niet evident. Elke maand wordt er een nieuwe versie van PLDA/ICS/ECS in productie gezet. Binnen iedere versie worden een groot aantal oplossingen aangeboden, evenredig verdeeld over de verschillende systemen en componenten. 6. Een technische oplossing wordt uitgewerkt en geïmplementeerd voor de problematiek van de ‘dubbele aankomstmeldingen’. Dit is gepland tegen eind september 2013. 7.
In 2013 zal een procedure voor alternatieve bewijsvoering van uitgang bij directe uitvoer (land van uitvoer = land van uitgang) (procedureel – omzendbrief) uitgewerkt worden. (opvolging via actielijst NaFor – punt 1.1.7.)
8.
Ook in 2013 zal een procedure voor alternatieve bewijsvoering van uitgang bij indirecte uitvoer (land van uitvoer ≠ België) uitgewerkt worden. (opvolging via actielijst NaFor – punt 1.1.7.)
1.2.4. Programma luchtvaart Doelstelling : Ons land heeft diverse belangrijke vrachtluchthavens. Deze hebben hun eigen werkmethodes en specifieke noden voor efficiënte douaneprocedures. Gezien de belangrijke tewerkstelling en economische ontwikkeling die deze activiteit met zich meebrengt, is het wenselijk de noodzakelijke instrumenten en procedures te ontwikkelen zodat de Belgische luchthavens naast hun gunstige geografische ligging ook de vlotte afhandeling van de douaneprocedures als troef kunnen uitspelen in de hevige concurrentiestrijd die deze sector kenmerkt. Diverse beslissingen in 2012 zullen de
Strategische en operationele prioriteiten DOUANE EN ACCIJNZEN 2013-2014
blz.
17
situatie in 2013 gunstig beïnvloeden gezien de invoering van de continudiensten, zonder meerkost voor het bedrijfsleven, en de vereenvoudigingen die de omzendbrief aan de koerierdiensten verleende, waardoor ze belangrijke administratieve kosten kunnen uitsparen. Concrete actiepunten : 1. Voor uitgaand luchtvrachtverkeer zal in 2013 het “arrival notification” - bericht worden uitgewerkt. De timing van realisatie wordt samen met de contractant bekeken. 2. De detailanalyse en technische architectuur van de verdere stappen mbt. het “Uitvoerproces – luchtvracht” zoals de ladingslijst, de melding van definitieve uitgang en de overdrachten zullen eind 2013/begin 2014 worden gerealiseerd. De programmatie van de uitvoerstroom loopt grotendeels parallel met de zeevracht (zie ook punt 1.2.3.). Beide moeten binnen hetzelfde tijdskader afgewerkt worden. Het project “ Uitvoerproces – Analyse en Technische architectuur” betreft zowel luchtvracht als zeevracht. 3. Een inhaalprogramma voor internationale projecten in België zoals “e-freight” zal in het Nationaal Forum besproken en uitgewerkt worden. 4.
Voor de specifieke problemen van de postzendingen (Bpost) werd reeds een reglementair kader voorzien, gebruik makend van de douane-entrepotregeling. Voor het probleem van de onregelmatige zendingen, die stuk voor stuk moeten geopend worden, zullen diverse oplossingen gezocht worden zodat het aantal (momenteel 80% van alle zendingen) tegen het einde van het jaar drastisch verminderd is.
5. De problematiek van de BTW-heffing op aanbiedingskosten wordt verder onderzocht en geregeld.
1.2.5. Proactieve Externe en Interne Communicatie Doelstelling : Er zijn belangrijke uitdagingen op het gebied van zowel de externe als interne communicatie. 1. Nieuwe projecten en procedures leiden niet enkel tot veranderingen bij de douane, maar vereisen ook (IT-)aanpassingen bij bedrijven. Een goede en pro-actieve communicatie aan alle betrokken partijen is hierbij van cruciaal belang. Een omzendbrief met een nieuwe procedure zou als het ware het sluitstuk moeten zijn van een ruimere informatiecampagne en niet louter de aankondiging van een nieuwe procedure. 2. Externe communicatie is noodzakelijk, maar enkel over zaken die ook effectief gerealiseerd worden. Proactieve externe communicatie naar (en in samenwerking met) de economische operatoren is ook belangrijk voor het faciliteren van de handel (nieuwe IT applicaties, testfazen, nieuwe omzendbrieven, AEO, …). 3. Interne communicatie en een doeltreffende informatiedoorstroming tussen de buitendiensten/Gewestelijke Directies en de Centrale Administratie in Brussel is even belangrijk. Concrete actiepunten : 1. Er zal in 2013 meer aandacht gaan naar de interne communicatie aan de medewerkers die, voor de buitenwereld, op de hoogte moeten zijn van evoluties in de regelgeving, zowel op nationaal als op Europees vlak, en de realisaties/successen van de AAD&A. 2. Indien nodig, bvb. rond AEO, zullen er specifieke communicatie-inspanningen worden gedaan om de bewustwording en het informatieniveau bij de handel te verhogen. Strategische en operationele prioriteiten DOUANE EN ACCIJNZEN 2013-2014
blz.
18
2. OPSPORINGEN De werking van de opsporingsdiensten moet geoptimaliseerd worden. Er moet daarbij over gewaakt worden dat zij zich bezig houden met hun kerntaak, zijnde het bestrijden van de fraude, en dat zij niet de controletaken van de operationele diensten overnemen.
2.1. Fiscale bevoegdheden 2.1.1. Fraude inzake tabaksproducten Doelstelling : De voornaamste fraudefenomenen inzake tabak hebben betrekking op sluikinvoer van namaaksigaretten in containers uit China (rechtstreeks of onrechtstreeks), sluikinvoer van sigaretten via de weg uit het Oostblok, sluikinvoer van “cheap white” sigaretten (betreft goedkope sigaretten die niet voldoen aan de kwaliteitsvereisten in Europa), de Illegale opslag van tabaksproducten in magazijnen in België voor verdere verzending naar andere lidstaten, vnl. Duitsland, Frankrijk, Nederland en het VK en de sluikinvoer van waterpijptabak. De AAD&A wil de bestrijding van deze fenomenen intensifiëren. Concrete actiepunten : 1. Verhoogde manifestscreening op inkomende containers ; 2. Extra inzet van detectiemateriaal (scanners, bascatters) ; 3. Observaties in het kader van de BOM-wetgeving en uitgestelde doorleveringen naar illegale binnenlandse en buitenlandse bestemmelingen.
2.1.2. Fraude inzake niet-alcoholische dranken Doelstelling : De Belgische markt wordt grondig verstoord in deze sector door invoer zonder betaling van nationale accijnzen en verpakkingsheffingen op niet-alcoholische dranken zoals waters en limonades en dit vnl. uit de lidstaten Duitsland, Nederland en Frankrijk. De medewerking van de betrokken lidstaten is gering omdat deze producten er niet onderworpen zijn aan accijnzen of milieuheffingen. De AAD&A wil de bestrijding van deze fenomenen intensifiëren. Concrete actiepunten : 1. Een geïntensiveerde samenwerking (mogelijk opleiding) van de ambtenaren van BTW en belastingen die bij hun controle op de aan- en verkoopfacturen eveneens kunnen nagaan of de verschuldigde nationale accijnzen of heffingen werden voldaan.. 2. Gerichte observaties in het kader van de BOM-wetgeving en bijkomende wetgevende initiatieven.
2.1.3. Fraude inzake alcoholische dranken Doelstelling : Sluikinvoer van alcoholische dranken, onttrekking aan de schorsingsregeling van alcoholische dranken, fraude met bier door onttrekking aan de schorsingsregeling door valse of fictieve zuivering van e-AD en misbruik door criminele organisaties van het systeem EMCS worden als voornaamste modi operandi gedetecteerd. De AAD&A wil de bestrijding van deze fenomenen intensifiëren.
Strategische en operationele prioriteiten DOUANE EN ACCIJNZEN 2013-2014
blz.
19
Concrete actiepunten : 1. Mogelijkheid tot extracties op de database van EMCS moeten gerichtere controles toelaten en het afstoppen van fraudecircuits versnellen ; 2. Gerichte observaties op belastingentrepots die misbruik maken van de schorsingsregeling aan de hand van gerichte selecties in EMCS ; 3. Verhoogde manifestscreening op inkomende containers.
2.1.4. Fraude inzake energieproducten Doelstelling : Onttrekken van herkenningsmiddelen aan gasolie voor verwarming en industriële toepassingen, onwettige fabricage van diesel vooral met zwavelzuur en andere producten om rode kleur en euromerkers SY124 te verwijderen uit huisbrandolie, onttrekking aan de schorsingsregeling van minerale oliën door ladingdiefstal van tanklichters, manueel niet toevoegen van herkenningsmiddelen aan gasolie in tanklichters, injectiefraude door niet toevoegen van herkenningsmiddelen aan blanke gasolie, illegale fabricatie buiten belastingentrepot door menging van niet belastbare producten met gasolie en benzine, kunnen als voornaamste modi operandi worden weerhouden in deze sector. De fraude wordt afgedekt met valse aan- en verkoopfacturen uitgesteld door bedrijven die geleid worden door stromannen. Bijzondere accijnzen worden in het kader van de beroepsdiesel ten onrechte gerecupereerd door voorlegging van fictieve facturen. De AAD&A wil de bestrijding van deze fenomenen intensifiëren. Concrete actiepunten : 1. Gerichte observaties in het kader van de BOM-wetgeving ; 2. Het opdrijven van administratieve en boekhoudkundige controles om fictieve facturaties en bedrijven geleid door stromannen te ontdekken ; 3. Gerichte controles op tanklichters aan de hand van EMCS ; 4. Gerichte controles op aangiften inzake beroepsdiesel door controles 2de lijn.
2.1.5. Anti-dumpingrechten en compenserende rechten Doelstelling : Er worden naast invoerrechten nog bijkomende anti-dumpingrechten en compenserende rechten geheven op de invoer van in lageloonlanden geproduceerde goederen om te vermijden dat die goederen tegen dumpingprijzen op de Europese markt terecht komen en de normale handel ontwrichten. OLAF stuurt bij vermoeden van fraude in deze sector AM-berichten waarop doorgedreven onderzoek wordt gevoerd door de lidstaten. De AAD&A wil de bestrijding van dit fenomeen intensifiëren. Concrete actiepunten : 1. De meldingen van OLAF over gepleegde fraude exploiteren ; 2. Vanaf de publicatie van anti-dumpingrechten en compenserende rechten zal pro-actief gecontroleerd worden zodat de misbruiken sneller worden afgeblokt.
Strategische en operationele prioriteiten DOUANE EN ACCIJNZEN 2013-2014
blz.
20
2.2. Niet-fiscale bevoegdheden 2.2.1. Namaak, piraterij en intellectuele eigendomsrechten Doelstelling : De illegale invoer van namaakgoederen verloopt vooral via zee- en luchthavens (import vnl. uit China). De blijvende aanvoer van namaak en IPR in alle sectoren moet verder worden aangepakt zoals o.a. de massale import van namaakgeneesmiddelen uit vnl. India. Er mag aangenomen worden dat de economische schade voor België jaarlijks mag ingeschat worden op 7% van alle handel, hetzij ca. 9 miljard euro. Het nieuwe KB inzake namaak van 20/10/2011 geeft extra bevoegdheden aan de FOD Economie en aan D&A om vaststellingen inzake namaak transactioneel af te handelen en de werklast van o.a. de Parketten te verminderen. Concrete actiepunten : 1. De focus voor de opsporingsdiensten DA blijft liggen op de toepassing van de verordening EG nr. 1383/2003 en er wordt vooral gefocust op de buitengrenzen, vnl. te Antwerpen, Gent, Zeebrugge, Zaventem en Bierset. 2. De manifestscreening in de zee- en luchthavens, de verificatie van producten en de bestelling van namaakgoederen via internet (o.a. geneesmiddelen) moeten extra aandacht krijgen.
2.2.2. Verdovende middelen Doelstelling : D&A vervult een belangrijke maatschappelijke rol in de bestrijding van de verdovende middelen bij de invoer via zee- en luchthavens en bij controles langs de openbare weg. De opsporingsdiensten DA beheren gevoelige informatie die gedeeld wordt met parket en politie en buitenlandse diensten in de strijd tegen verdovende middelen. De reputatie van onze havens dwingt België tot bijzondere inspanningen in de strijd tegen de drugshandel. Dit is vanzelfsprekend geen exclusieve opdracht voor de douane en alle betrokken overheden zullen moeten samenwerken opdat door een verhoogde en verscherpte controle de illegale handel ontraden wordt via Belgische havens drugs in Europa binnen te brengen. Een intensieve samenwerking met de economische operatoren en sectorfederaties zal de overheden hierbij ondersteunen. In 2011 werd door Antwerpen Opsporing DA ruim 6,25 ton cocaïne in beslag genomen. In 2012 liepen deze inbeslagnemingen door Antwerpen Opsporing DA op tot 17,50 ton cocaïne. 90% van die vangsten hebben betrekking op het fenomeen “rip-off”, hetzij zendingen cocaïne die verborgen worden in reguliere zendingen zonder medeweten van verzender en bestemmeling en die kort na de lossing op kaai worden uitgehaald door georganiseerde bendes. Volgens rapporten van de Federale Politie en de DEA wordt de jaarlijkse illegale import van cocaïne via de haven van Antwerpen geschat tussen de 45 en 60 miljoen ton, die een straatwaarde zou vertegenwoordigen van minstens 2,25 miljard euro ! Ook op de luchthavens van Zaventem en Bierset neemt het aantal en de hoeveelheden inbeslaggenomen verdovende middelen stelselmatig toe. Alleen al de door Antwerpen Opsporing DA in 2011 in beslag genomen cocaïne vertegenwoordigt een straatwaarde van ca. 312.500.000 euro. Voor 2012 bedraagt de straatwaarde van de door Antwerpen Opsporing DA in beslag genomen cocaïne ca. 875.000.000 euro. Volgens studies zou dit slechts 10 à 15 % bedragen van de werkelijke illegale import. De AAD&A wil de bestrijding van deze fenomenen intensifiëren.
Strategische en operationele prioriteiten DOUANE EN ACCIJNZEN 2013-2014
blz.
21
Concrete actiepunten : 1. De drugsproblematiek is een belangrijke reden om de politionele opdracht doelgericht te versterken op de risicogebieden. 2. Een kruispuntdatabank in de haven van Antwerpen (douane, politie, parket, havenbedrijf en Alfaport) zal aanleiding geven tot een betere informatie-uitwisseling. Een intensifiëring van de informatie-uitwisseling met controlerende diensten in de herkomstlanden zal uitgewerkt worden. 3. Tegen 30/06/2013 zou de aanpassing van de wet op het politieambt (met o. a. art 44) in het parlement moeten goedgekeurd zijn, wat ook aan de AAD&A toelaat om het Arrondissementeel Informatie Kruispunt te voeden én te raadplegen. 4.
In 2013 zullen de backscatters ingezet worden in de zeehavens.
5.
In de uitwerking van het gecoördineerd grensbeheer zal ook voor deze problematiek met de andere diensten naar nuttige samenwerkingsvormen gezocht worden. (zie ook punt 1.1.5.)
6. In samenwerking met politie en motorbrigades worden regelmatig controleacties uitgevoerd langs de invalswegen in België ter bestrijding van het drugstoerisme. 7. Verhoogde manifestscreening in zee- en luchthavens ; 8. Inzetten van extra detectiemateriaal op de containerterminals ter bestrijding van het probleem “rip-off” in de havens van Antwerpen en Zeebrugge ; 9. Gerichte acties op risicovluchten via de Belgische luchthavens met inzet van specifiek detectiemateriaal ; 10. Het regelmatig organiseren van internationale controleacties in samenwerking met de AAD&A en Politie langs de invalswagen ter bestrijding van het drugstoerisme. 11. De risicoprofielen en selectiecriteria in SEDA zullen op basis van informatie-uitwisseling bijgestuurd kunnen worden, waarbij er in het bijzonder over gewaakt wordt dat de opsporingsdiensten van AAD&A, in het kader van hun specifieke opdracht, alle mogelijkheden krijgen om zendingen tijdig te selecteren en te deselecteren. (zie ook 1.1;11 – actiepunt 2c)
2.2.3. Dual use Doelstelling : AAD&A speelt een belangrijke rol bij de controle bij in- en uitvoer van dual use goederen, wapens, munitie, explosieven, massavernietigingswapens, ozonafbrekende substanties en radioactieve stoffen. De opsporingsdiensten DA spelen een belangrijke rol in de behandeling van gevoelige informatie en signalen m.b.t. voormelde goederen. Het betreft signalen die gezien hun mogelijke gevolgen niet kunnen genegeerd worden en steeds discreet en tijdkritisch onderzoek vragen. De nationale en internationale samenwerking met een aantal instanties zoals veiligheidsdiensten is primordiaal.
Concrete actiepunten : 1. Verhoogde manifestscreening op in- en uitgaande zendingen via zee- en luchthavens ; 2. Bijkomende inzet van detectiemateriaal in zee- en luchthavens en logistieke centra ; 3. Gerichte uitwisseling van informatie.
Strategische en operationele prioriteiten DOUANE EN ACCIJNZEN 2013-2014
blz.
22
2.2.4. Internetfraude Doelstelling : De internethandel kan opgedeeld worden in drie belangrijke pijlers, nl. de marktplaats, de betaling en het transport van de goederen. Sinds jaar en dag controleert D&A het transport van goederen. We merken dat meer dan de helft van de goederen in postpakketten worden gekocht via het internet. Bij controle worden bovendien bij meer dan de helft van die goederen onregelmatigheden vastgesteld. In de ons omringende landen werden binnen de administraties D&A specifieke cellen opgericht om de internetfraude aan te pakken. Een haalbaarheidsstudie werd uitgevoerd om een gelijkaardige cel op te richten binnen de Belgische administratie D&A Concrete actiepunten : Binnen D&A én in samenwerking met het BISC is deze speciale cel ‘Cybersquad’ opgericht binnen de schoot van de nationale opsporingsdirectie (NOD) en is zij sinds september 2012 operationeel. De cel ‘Cybersquad’ bestaat momenteel uit zes personen waarvan er 4 nieuw aangeworven ambtenaren-stagiairs zijn: 2 dataminers van niveau’s A21 (specifieke werving dataminers) en 2 bachelors van niveau B (specifieke werving ‘strijders tegen de fraude’ – plan Crombez). 2.2.5. Witwas / cashcontroles Doelstelling : De opsporingsdiensten DA voeren geen specifieke cash-controles uit. Dit is een specifieke opdracht voor de eerstelijnsdiensten D&A. De opsporingsdiensten DA signaleren echter n.a.v. hun onderzoeken specifieke informatie m.b.t. witwaspraktijken aan het CFI enerzijds en kunnen anderzijds op basis van informatie over illegale geldstromen verstrekt door het CFI fraudezaken opstarten. Concrete actiepunten : De samenwerking met het CFI via SCAF en de Cel Europol bij de NOD wordt versterkt en de focus wordt in 2013 gelegd op witwas van geld door Chinese criminele groeperingen.
2.3. De hoedanigheid van Officier van Gerechtelijke Politie (OGP) en Bijzondere Opsporingsmethoden (BOM) Doelstelling : Om al de voornoemde acties inzake van de opsporingsdiensten te realiseren moeten een aantal randvoorwaarden worden vervuld .
Concrete actiepunten : 1
De uitbreiding van het aantal Officieren van Gerechtelijke Politie in het kader van de informantenwerking AAD&A ;
1. Aangepaste wetgeving in samenwerking met het Federaal Parket ; 2. Een aangepaste opleiding voor de OGP D&A ; 3. Toegang tot de Algemene Nationale Gegevensbank (ANG) van de Politie voor OGP D&A die een aanpassing vergt van art. 44 van de wet op het politieambt ; 4. blijvend investeren in middelen voor de Technical Support Unit (TSU) D&A om bij te blijven met de technologische ontwikkelingen (momenteel 60.000 euro per jaar); 5. budget voor aangepaste verhoorlokalen in het kader van de wet Salduz van 13/08/2011.
Strategische en operationele prioriteiten DOUANE EN ACCIJNZEN 2013-2014
blz.
23
2.4. Informatiebeheer en innovatie Doelstelling : Momenteel wordt een applicatie CAMADA (Case Management Douane en Accijnzen) gebouwd voor het professioneel beheer van de informatie en het elektronisch dossierbeheer van de opsporingsdiensten DA. Concrete actiepunten : Begin mei 2013 wordt deze applicatie operationeel (budget ca. 2 miljoen euro).
Strategische en operationele prioriteiten DOUANE EN ACCIJNZEN 2013-2014
blz.
24
3. Internationale werking De douanemethodes evolueren sterk en zijn volledig afhankelijk van internationale akkoorden en Europese regelgeving. Het is dus belangrijk dat België op dit internationale diplomatieke terrein uitstekend vertegenwoordigd is door ambtenaren die beschikken over zowel terreinervaring als over inzicht en kennis in internationale en Europese betrekkingen.
3.1. Wegen op de Europese besluitvorming 3.1.1. – Optreden binnen de EU-mechanismes en doeltreffender maken door een betere doorstroming van en naar AAD&A-personeel Doelstelling : België moet middelen aanboren en methodes of samenwerkingsverbanden zoeken zodat het meer kan wegen op het Europese en internationale besluitvormingsproces. Ook de doorstroming van de evolutie en de resultaten van de onderhandelingen op Europees niveau zijn cruciaal opdat zowel het AAD&A-personeel als de handel de evolutie in de nieuwe methodes en regelgeving kan begrijpen en erop anticiperen. Concrete actiepunten : 1. Afgevaardigden met praktijkervaring en onderhandelingsbekwaamheid op een internationaal niveau zullen worden aangestuurd en gecoördineerd door de internationale cel van AAD&A. Het is belangrijk dat de continuïteit in de opvolging van het Europese niveau kan verzekerd worden door een projectmanager ‘Europa’ die continue Europese besluitvorming monitort en dispatcht binnen de organisatie. De Europese besluitvorming moet pro-actief aangestuurd worden in functie van opportuniteiten voor België (zowel publieke als private sector). De aanwezigheid en betrokkenheid van de internationale cel van de AAD&A bij het Europese onderhandelingsproces is prioritair op alle andere internationale activiteiten van de AAD&A. Teneinde voldoende personeel op de EU-dossiers te kunnen inzetten zal de WCObetrokkenheid desnoods tijdelijk afgebouwd worden en zal België er geen nieuwe engagementen meer aannemen 2. Er moet ernstig, met een studie in de hand, op EU-niveau en na overleg met andere lidstaten geëvalueerd worden of de hervormingsplannen op EU-niveau niet te snel gaan. Kan de Belgische douane (en de collega’s) dit tempo op het terrein volgen ? In elk geval dienen de nodige maatregelen genomen te worden opdat de evolutie in de EU-reglementering zeer snel zou doorstromen naar de buitendiensten. De handel is soms beter en sneller geïnformeerd dan de AAD&A-diensten op het terrein. Op EU-niveau is er nood aan prioriteiten en meer oog voor praktische uitvoeringsmogelijkheden van de wettelijke en andere bepalingen. De basisoverweging moet ook op dat niveau een goede verhouding tussen “opbrengst/preventieniveau” zijn. 3. De besprekingen in de Raad over het Nieuwe Europese douanewetboek (UCC ) worden ten behoeve van de Permanente Vertegenwoordiging gecoördineerd door de Regie Internationale Samenwerking (NIS). De standpunten van de handel worden telkens meegenomen na voorafgaande coördinatie in het Nationaal Forum.
Strategische en operationele prioriteiten DOUANE EN ACCIJNZEN 2013-2014
blz.
25
3.2. Internationale aanwezigheid 3.2.1. – Multilateraal (WCO) en bilateraal (Douane-attachés) Doelstelling : Ook de doorstroming van de evolutie en de resultaten van de onderhandelingen zijn cruciaal opdat zowel het AAD&A-personeel als de handel de evolutie in de nieuwe methodes kan begrijpen en erop anticiperen. De Douaneattachés vervullen een belangrijke taak als vertrouwenspersonen in belangrijke afzetmarkten zoals de BRICS-landen die veelal een complexe regelgeving en een sterke bureaucratie hebben. Concrete actiepunten : 1. De attaché voor Brazilië zal in 2013 de post te Brasilia openen. Er zal een audit opgestart worden over de meerwaarde van de aanwezigheid van de attachés in deze posten voor het bedrijfsleven en onze export. Ook zal uitgezocht worden of (naar het voorbeeld van het FAVV dat vele veterinaire dossiers in het buitenland afwerkt zonder attachés) voor de landen waar geen douaneattachés zijn een “vliegende” equipe van het NIS noodzakelijk/nuttig is om een globaal maar licht netwerk i.s.m. de FOD Buitenlandse Zaken op te zetten. Op de resultaten van deze analyses hoeft evenwel niet gewacht te worden om reeds in de loop van 2013 de activiteiten en de werking/communicatie van de attachés beter af te stemmen op de vragen en behoeftes van de ondernemingen. 2. De samenwerking in Benelux-verband tussen de diverse douanediensten werd opgestart in november 2012 en zal geïntensifieerd worden. Het pilootproject “papierloos transitverkeer in de Benelux “ zal verder uitgewerkt en getest worden. 3. België zal de aanwezigheid van de WCO binnen zijn grenzen zoveel als mogelijk benutten om zijn internationale samenwerking met niet-EU landen zowel op concrete bilaterale niveau als op het eerder conceptuele multilaterale niveau te bevorderen in het belang van de handel door het vereenvoudigen en het efficiënter maken van de douanemethodes.
Strategische en operationele prioriteiten DOUANE EN ACCIJNZEN 2013-2014
blz.
26