Hogeschool van Amsterdam Richting: Verpleegkunde Klinisch redeneren
Dossier Functionele Gezondheidspatronen
Namen: Floor Schellekens & Sanne Terpstra
Groep:1F2
500643543 500646500
S.V. Verschueren 18 december 2011
1
Inhoudsopgave Voedings- en stofwisselingspatronen: Temperatuur:
5
Motivatie voor dit onderwerp
5
Hoe draagt de tempratuur bij aan het gezond functioneren van de mens
5
De anatomische en de fysiologisch structuur
5
Normaalwaarde
5
Veel voorkomende verstoringen
5
Lichamelijke belemmeringen
6
Psyche belemmeringen
6
Sociale belemmeringen
6
Anamnese vragen
6
Uitscheidingspatroon: Dikke darm:
7
Motivatie van het onderwerp
Op welke wijze draagt de dikke darm bij aan het gezond functioneren van de mens
7
7
De anatomische en fysiologische bouw
7
Normaalwaarde
7
Veel voorkomende belemmeringen
8
Psychische belemmeringen
8
Sociale belemmeringen
8
Anamnese vragen
8
Activiteitenpatroon: Ademhaling
9
Motivatie voor dit onderwerp
Hoe draagt de ademhaling bij aan het gezond functioneren van de mens 9
De anatomische en de fysiologisch structuur
9
Normaalwaarde
10
Veel voorkomende verstoringen
11
Lichamelijke belemmeringen
11
Psyche belemmeringen
11
Sociale belemmeringen
11
Anamnese vragen
12
9
2
Slaap- en rustpatroon: Slaap
13
Motivatie van het onderwerp
Op welke wijze draagt slapen bij aan het gezond functioneren van de mens
13
13
De stadiums van slaap
13
Normaalwaarden
13
Veel voorkomende oorzaken van verstoring van de functie
14
Lichamelijke belemmeringen
15
Psychische belemmeringen
15
Sociale belemmeringen
15
Anamnese vragen
15
Cognitie en waarnemingspatroon: Het oog
16
Motivatie van het onderwerp
Op welke wijze dragen de ogen bij aan het gezond functioneren van de mens
16
16
De anatomische en fysiologische bouw
16
Normaalwaarde
17
Veel voorkomende verstoringen
17
Lichamelijke belemmeringen
17
Psychische belemmeringen
17
Sociale belemmeringen
17
Anamnese vragen
18
Rollen- en relatiepatroon: Stembanden
19
Motivatie van het onderwerp
Op welke wijze dragen de stembanden bij aan het gezond functioneren van de mens
19
19
De anatomische en fysiologische bouw
19
Normaalwaarde
19
Veel voorkomende verstoringen
20
Lichamelijke belemmeringen
20
Psychische belemmeringen
20
Sociale belemmeringen
20
3
Anamnese vragen Seksualiteits- en voorplantingspatroon: Seksuele functioneren van de vrouw
20 21
Motivatie voor dit onderwerp
21
Hoe draagt seks bij aan het gezond functioneren van de mens
21
De anatomische en de fysiologisch structuur
21
Normaalwaarde
22
Veel voorkomende verstoringen
22
Lichamelijke belemmeringen
22
Psyche belemmeringen
23
Sociale belemmeringen
23
Anamnese vragen Stressverwerkingspatroon: Stress Motivatie van het onderwerp
23 24 24
Op welke wijze draagt stress bij aan het gezond functioneren van de mens 24 De functie van stress
24
Normaalwaarden
24
Veel voorkomende oorzaken van verstoring van de functie
24
Lichamelijke belemmeringen
25
Psychische belemmeringen
25
Sociale belemmeringen
25
Anamnese vragen
25
Logboek
26
Bronnenlijst
27
4
Voedings- en stofwisselingspatronen: Temperatuur Motivatie voor het onderwerp Wij kiezen voor temperatuur omdat wij hier graag wat meer over willen weten en het ons interessant lijkt. De functie temperatuur behoort binnen deze FGP omdat het een deel is van ons stofwisseling patroon. Als ons lichaam op de goede temperatuur is ( 37 graden) zorgt dit ervoor dat eiwitten in de juiste vorm blijven. Bij verhoging of verlaging van de lichaamstemperatuur gaan ze kapot.
Op welke wijze draagt de tempratuur bij aan ons lichaam De anatomische structuur die de temperatuur reguleert is de hypothalamus. Dat doet de hypothalamus door de juiste temperatuur aan te houden ( 37 graden). Zodra de temperatuur onder deze waarde komt zal de hypothalamus een signaal geven aan het lichaam om dit te veranderen. Als we het warm krijgen dan is de temperatuur dus boven de gemiddelde waarde en kunnen we afkoelen op verschillende manieren: zweten, afkoelen door de wind, iets kouds op je lichaam leggen en door straling van ons lichaam. (3)
De anatomische en de fysiologisch structuur Warmte afgifte gebeurt vooral door ons bloed. Als we te koud zijn kun je dit oplossen door te trillen en te klappertanden hierdoor zetten we onze spieren aan om warmte te produceren of door meer kleren aan te trekken, maar ook door meer vet op ons lichaam.(1)
Normaalwaarden Zolang ons lichaam op de goede temperatuur is (37 graden) zijn we gezond alles daarboven of daaronder is ongezond en maakt ons ziek. Koorts is niet perse slecht, het is een afweermechanisme van ons lichaam. (4)
Veel voorkomende verstoringen Deze verschillende oorzaken zorgen ervoor dat onze lichaamstemperatuur niet goed is:
Blootstelling aan kou, regen, sneeuw en wind
Blootstelling aan hitte, zon extreme luchtvochtigheid
Extreem hoog of laag lichaamsgewicht
Consumptie van alcohol
5
Uitdroging/ondervoeding
Beschadiging aan de hypothalamus
Coma
Hersentumor
Hoofdletsel
Cerebrovasculair accident
Infectie ontsteking
Anemie
Neuronvasculaire ziekte/perifeer
Verminderde transpiratie (2)
Lichamelijke belemmeringen Als de tempratuur te hoog is maakt dit de patiënt erg moe ook verliest iemand veel zouten door zweet. Is de tempratuur te laag moet de patiënt constant zijn best doen om het weer warm te krijgen.
Psychische belemmeringen De patiënt kan zich heel ellendig voelen omdat hij niet naar school kan of naar zijn werk omdat hij ziek op bed ligt.
Sociale belemmeringen De patiënt kan niet naar vrienden en familie toe zolang hij ziek is en op bed moet blijven liggen. Hierdoor kan de patiënt zich wat eenzaam gaan voelen.
Anamnese vragen Hebt u het warm of koud? Hebt u vaak last van tempratuur wisselingen in uw lichaam?
6
Uitscheidingspatroon: Dikke Darm Motivatie van het onderwerp Ik heb het onderwerp dikke darm gekozen omdat wij met VTV2 het over de uitscheiding hebben. De dikke darm zit aan het einde van het spijsverteringskanaal en is de verbinding met het externe milieu.
Op welke wijze draagt de dikke darm bij aan het gezond functioneren van de mens De dikke darm is het laatste gedeelte van het spijsverteringskanaal. De vertering is hier voltooid. De resten vormen een voedingsbodem voor bacteriën, de darmflora. De darmflora produceert als afvalstof vitamine K en vitamines uit het B-complex. Deze vitamines worden geresorbeerd, ook een aantal zouten en een grote hoeveelheid water. Hierdoor worden de echte feces gevormd. De feces kunnen voor korte of lange tijd opgeslagen worden.(4)
De anatomische en fysiologische aspecten De dikke darm heeft een lengte van ongeveer 1,5 m, ziet er gekarteld uit en bestaat uit zes delen. Voor dat je in de dikke darm komt heb je de klep van Bauhin. Deze voorkomt terugstroom naar dunne darm. Als eerste heb je de blinde darm. De blinde darm loopt dood en komt uit de dunne darm. Aan de blinde darm hangt een wormvormig aanhangsel (appendix). Hierin zitten ophopingen van lymfatisch weefsel. Hierna heb je het colon ascendens. Dit deel loopt naar boven tot onder de lever. Het gedeelte dat onder de lever, over de dunne darm en tot aan de milt loopt is het colon transversum. Hierna loopt er een gedeelte vanaf de milt naar het bekken, het colon descendens. Een flauwe S-bocht zorgt ervoor dat de dikke darm naar het midden van de bekkenholte loopt, colon sigmoideum. Als laatste is er het rectum (endeldarm). Deze loopt vanaf het kleine bekken recht naar beneden door de bekkenbodemspieren. De endeldarm is als enige niet gekarteld. Het rectum eindigt in de anus. De anus heeft twee sluitspieren deze maken het mogelijk dat je zindelijk bent.(4)
Normaalwaarden Het belangrijkste is het functioneren van de peristaltiek. Dit is een knijpende beweging die ervoor zorgt dat alles naar de anus wordt verplaatst. De sluitspieren van de anus kunnen bewust worden onderdrukt. De wand van de dikke darm is gekarteld en bevat geen oneffenheden(zweren enzovoort). De normale bestanddelen van de feces zijn: water, slijm,
7
zouten, galkleurstoffen, onverteerbare voedselresten, bacteriën en afgestoten darmwandcellen. De feces is meestal woordvorming van vorm en half-vast qua consistentie. De kleur van feces is normaal donkerbruin maar kan veranderen door wat je hebt gegeten.(4)
Veel voorkomende oorzaken van verstoring van de functie De dikke darm wordt verstoord in zijn functie door: te weinig vocht, te weinig vezels, verminderde mobiliteit, te veel stress, medicijngebruik (morfine en antibioticum) en ziekten (Ziekte van Crohn). De ziekte van Crohn is een ziekte waarbij je continue ontstekingen in het darmkanaal hebt.(15)
Lichamelijke belemmeringen Door een belemmering in de dikke darm kun je zoveel pijn hebben dat je moeite heb met lopen of slaapproblemen. Je kan behoorlijk ziek worden van een belemmering in je dikke darmen. Als je darm rust moet krijgen of niet meer goed werkt, krijg je een stoma. Dit is een operatieve handeling waarbij een stuk van je darm buiten je lichaam wordt geplaatst.
Psychische belemmeringen Er kan ongemak en stress over het functioneren van de dikke darm zijn. Wanneer je een stoma krijgt kan dit zorgen voor en verstoord zelfbeeld.
Sociale belemmeringen Als mensen vaak diarree hebben, zijn ze beperkt in hun doen en laten. Als ergste heb je een stoma deze zorgt voor de meeste belemmering op sociaal vlak. Dit komt omdat je angst heb dat mensen het zien onder je kleding of kunnen ruiken. Dit zorgt voor schaamte.
Twee anamnese vragen Hoe is uw stoelgang? Hoe ziet u ontlasting eruit?
8
Activiteitenpatroon: ademhaling Motivatie voor dit onderwerp Ik heb gekozen voor een functie uit het activiteitenpatroon: ‘ademhaling’. Ik vind de ademhaling een interessant onderwerp en wil er graag wat meer informatie over. Ik vind de ademhaling heel interessant omdat ik zelf heel lang op zangles heb gezeten en de ademhaling daarbij heel belangrijk is. Ik ben nieuwsgierig wat er allemaal mis zou kunnen zijn met de ademhaling.
Op welke wijze draagt de ademhaling bij aan het gezond functioneren van de mens Als we geen ademhalen, zullen we sterven en dat gaat snel. Als de hersenen meer dan drie minuten geen zuurstof krijgen zullen de cellen afsterven. Zodra hersencellen niet meer functioneren, zal dit zorgen voor blijvende schade, of de dood. Door de ademhaling komt er zuurstof in ons hele lichaam. Ook draagt de ademhaling bij aan het omvormen van zuurstofarm bloed in zuurstofrijk bloed. (3,4)
De anatomische en de fysiologische structuur De ademhaling wordt geregeld door het ademhalingsstelsel (figuur 1). De luchtwegen zijn de verbinding met de buitenwereld en via de luchtwegen word zuurstof naar het longweefsel getransporteerd. Tot de lucht wegen behoren: de neusholte, mondholte, keelholte, het strottenhoofd, de luchtpijp, de bronchi en bronchioli en de longblaasjes. Je haalt adem door de neusholte of door de mondholte. Maar de neusholte heeft een aantal voordelen: zuivering, verwarming, bevochtiging en keuring van de stoffen die we inademen. Ons ademhalingsstelsel wordt beschermd door de borstkast, ribbenkast en de spieren die daar bijhoren.
9
Figuur 1 het ademhalingsstelsel
Onze ademhaling gaat eigenlijk onbewust, het word geregeld door het regencentra in de hersenen. Maar we kunnen deze wel beïnvloeden als we langzamer of sneller willen ademhalen dan beïnvloeden we het ritme en diepte. Als iemand bijvoorbeeld gaat zingen moet deze persoon de adem goed plaatsen en dus heel bewust ademhalen tussen de zinnen door. Op dat moment bepaal je dus zelf wanneer je ademhaalt. We ademen zuurstof in. Zuurstof bestaat uit dioxide, waar 2 oxide atomen mee word bedoeld, maar vaker noemen we het O2 (figuur 2). Maar dat is niet het enige wat we inademen. We ademen ook Stikstof, koolstofdioxide en waterdamp in. Er zit eigenlijk maar 0,4% zuurstof in de lucht. (4, 2)
Normaalwaarde De ademhaling is goed bij een goede ademhalingsfrequentie, dat zijn het aantal ademhalingen per minuut. Als je aan het rusten bent is dat gemiddeld 15 keer. Maar als je je aan het inspannen bent kan dit verdubbelen. De ademhaling is niet goed wanneer je te snel of te langzaam ademhaalt. Dit kan veroorzaakt worden door rusteloosheid, ongerustheid, onrust, angst en andere emotionele factoren. Maar een slechte ademhaling kan ook veroorzaakt worden door bijvoorbeeld een allergie of een aandoening aan de longen kunnen voor problemen met de ademhaling zorgen. (2, 5)
10
Veel voorkomende verstoringen Er kan van alles mis zijn met onze ademhaling en dat kan voor flink wat problemen zorgen. Door veel te roken lopen we een hoger risico we bijvoorbeeld onze longen en hebben we het risico op een verminderde ademhaling. Meestal als er iets mis is met de ademhaling zijn dat bacteriële of virale infecties zoals verkoudheid, influenza, strothoofdontsteking, angina en bronchitis. Maar een ademhalingsstoornis kan ook veroorzaakt worden door bijvoorbeeld tuberculose, longontsteking en pleuritis, maar deze laatste drie tasten de longen en het omringende weefsel aan. Herhaalde infecties en blootstelling aan stof of sigarettenrook kan ervoor zorgen dat de long zijn elasticiteit verliest. Onze luchtwegen zijn zeer gevoelig voor allergieën. Dat komt doordat we de stoffen waar we allergisch voor kunnen zijn snel inademen, dit kan hooikoorts- of astma-aanvallen veroorzaken. Wat ook kan zorgen voor ademhalingsproblemen zijn hartklachten. (2)
Lichamelijke belemmeringen Astma kan zorgen voor een slechte nachtrust en daardoor ook vermoeidheid. Astmapatiënten kunnen ook belemmerd worden in hun seksuele activiteiten, ze hebben vaak geen zin of zijn te moe.(6)
Psyche belemmeringen De patiënt kan zich ellendig gaan voelen omdat er veel is wat hij niet kan door zijn beperking. Eenzaamheid kan hier een deel van zijn. Gelukkig komt dit niet vaak voor aangezien astma goed behandeld kan worden.
Sociale belemmeringen Het verschilt heel erg per situatie hoe erg de ademhaling het leven kan belemmeren. Astma patiënten kunnen bijvoorbeeld niet altijd naar een feestje toe omdat daar gerookt word. Ze kunnen niet bij dieren in de buurt komen want dat zorgt voor een allergische reactie. Problemen met de ademhaling hoeft niet heel veel in je leven te belemmeren. Maar het kan wel heel ernstig zijn, het kan zorgen voor een lage sociale status omdat je weinig de deur uit kan. Ook kan het er voorzorgen dat je weinig kunt werken, door vermoeidheid, en dus een uitkering zal krijgen als de problemen permanent zijn. (6)
11
Anamnese vragen Hebt u voldoende energie om alles te doen wat u zou willen doen? Wat doet u in uw vrije tijd?
12
Slaap- en rustpatroon: Slaap
Motivatie van het onderwerp Ik heb de functie ‘Slapen’ gekozen. Bij slaap- en rustpatroon denk ik snel aan slapen. Slapen is heel belangrijk voor ons lichaam daarom heb ik voor deze functie gekozen. Slapen hoort bij dit functionele gezondheidspatroon omdat het bijna het hele gezondheidspatroon omvat.
Op welke wijze draagt slapen bij aan het gezond functioneren van de mens We weten dat als we niet slapen we niet goed functioneren en minder alert zijn, daarom spenderen we een derde van ons leven slapend. Ongelukken en grote fouten gebeuren elke dag door slaap tekort. Alleen weten we nog niet precies waarom we precies slaap nodig hebben en hoe we slapen. Een van de verklaringen is dat er connecties tussen neuronen gemaakt worden en neuronale veranderingen plaatsvinden die te maken hebben met het geheugen. Deze verklaring wordt ondersteund door experimenten die laten zien dat de geleerde taak slechter gaat als de proefpersoon niet heeft kunnen slapen in vergelijking met wel kunnen slapen. (1,10)
De stadiums van slaap Slaap heeft 5 stadiums. De stadia worden onderscheiden door de mate van hersenactiviteit en oogbeweging. Het eerste stadia is de non-Rapid Eye Movement (nREM) slaap. Deze bestaat uit 4 stadia. Nummer 1 en 2 worden de lichte slaap genoemd terwijl nummer 3 en 4 de diepe slaap zijn. Stadia 5 is de REM slaap en wordt onderscheiden door veel en snelle beweging met de ogen. Tussen elk stadia zit ongeveer 90 tot 120 minuten. Als de laatste stadia is doorlopen begint alles weer van voor af aan. Ongeveer 80 procent van jouw slaap bestaat uit nREM. Dus 20 procent van jouw slaap ben je aan het dromen. (1,9)
Normaalwaarden De slaap die je nodig hebt hangt af van je persoonlijke behoefte en je leeftijd. De diepte van slaap verandert als je ouder wordt, het verminderd. Voor elke leeftijd is er wel een gemiddelde slaaptijd. Voor een overzicht zie fig. 1(9)
13
aantal
Leeftijd
uren
in jaren
slaap
baby
16
2-4
13
5-9
11
10-12
10
13-24
9
25-49
7,5
>50
6 | 20.00
| 24.00
|
|
4.00
8.00
| 12.00
| 16.00
uur
Fig. 1: Overzicht van gemiddeld aantal uren slaap per etmaal bij verschillende leeftijden. De donkerblauw ingekleurde hokjes geven slaap aan, de lichtblauwe hokjes wakker in bed.(9)
Veel voorkomende oorzaken van verstoring van de functie Slaap wordt beïnvloed door andere functies. Een verstoord metabolisme of verstoord zuurstoftransport zorgt voor een verstoorde slaap. Hiernaast kan de behandeling in een ziekenhuis de slaap verstoren. Denk aan het niet kunnen aannemen van de normale lichaamshouding of veel slapen door medicatie. Persoonlijke factoren en/of omgevingsfactoren kunnen de slaap ook verstoren. Vrouwen hebben vaak door hormonale verandering moeite met slapen. Kinderen hebben vaak last van verstoorde slaap in hun ontwikkeling.(2)
14
Lichamelijke belemmeringen Wanneer er een verstoorde slaap is, zijn er vooral psychische en sociale belemmeringen die ontstaan.
Psychische belemmeringen Verstoorde slaap zorgt vooral voor psychische belemmeringen. Agitatie, verminderde alertheid, stemmingswisselingen en moeheid zijn de meest voorkomende verschijnselen.(9)
Sociale belemmeringen De psychische belemmeringen die ontstaan door een verstoorde slaap kunnen ook voor sociale belemmeringen zorgen. Agitatie en stemmingswisselingen zullen niet bevorderd werken voor de sociale omgang. Moeheid kan er ook voor zorgen dat er minder tot geen activiteit buitenshuis kan gedaan worden. Dit komt doordat moeheid het gevaar ontstaat van indutten en dit zorgt voor gevaarlijke situaties, denk aan het deelnemen aan het verkeer maar vooral het geen zin hebben.
Anamnese vragen Hoelang per dag slaapt u? Hoe vaak wordt u wakker per nacht?
15
Cognitie- en waarnemingspatroon: het oog Motivatie van het onderwerp Ik heb voor het onderwerp ogen gekozen. Ik heb hiervoor gekozen omdat cognitie begint bij de ogen. Daarnaast zijn de ogen ook verantwoordelijk voor de waarneming.
Op welke wijze dragen de ogen bij aan het gezond functioneren van de mens De ogen zorgen ervoor dat je alles om je heen kunt waarnemen. Elke kleur, beweging en vorm. Met onze ogen kunnen we gevaar signaleren of een vriend herkennen.
De atomische en fysiologische bouw De buitenkant van de oogbol bestaat uit 3 lagen: harde oogrok, vaatvlies en netvlies. De harde oogrok is een witgekleurd, dik en stevig bindweefselkapsel, het is opgebouwd uit collagene vezels. Dit deel heeft als functie om het oog in een bolle vorm te houden. Het vaatvlies bekleedt de binnenkant van de oogbol. Het is een dun en goed doorbloed vlies. De iris is een onderdeel van het vaatvlies en deze bepaald de kleur van je ogen midden in de iris zit de pupil een kleine ronde opening. Voor dat het vaatvlies overgaat in de iris zien we een verdikking daar zit een kringspier. Het netvlies licht tegen het vaatvlies aan. De buitenkant wordt gevormd door een dun zwart gepigmenteerd epitheellaag. Daartegenaan liggen de lichtsensoren en het zenuwweefsel. De binnenkant van de oogbol bestaat ook uit drie lagen: de lens, het glasachtig lichaam en de oogkamers. De lens bevindt zich achter de pupil en hangt aan een paar ragfijne peesvezeltjes die we de lensbanden noemen. Het glasachtig lichaam zorgt voor grote elasticiteit. We hebben twee oogkamers, de voorste oogkamer en de achterste oogkamer. De voorste oogkamer is de ruimte tussen de Cornea en de iris. De achterste oogkamer is de ringvormige ruimte tussen de iris en de lens. Beide kamers zijn gevuld met kamerwater. Dit zorgt er voor dat het oog constant vochtig blijft. Maar de belangrijkste functie van het oog is dat we er mee kunnen zien en dit komt tot stand door prikkelingen van lichtsensoren. In de hersens interpreteren we deze impulsen. Het tot stand komen van visuele waarneming kan je in vier fasen verdelen.
16
De eerste is lichtgeleiding, omdat er lichtstralen op het netvlies vallen worden de lichtsensoren geprikkeld. De tweede noemen we accommodatie dit heeft te maken met het scherp stellen van het oog. Wanneer je iets in de verte ziet en je ziet het scherp is je oog in rust dus de oogspier is ontspannen. Komt het dichterbij dan stel je dus eigenlijk weer scherp en spant de oogspier zich weer aan. Dan hebben we als derde lichtverwerking dit zorgt er voor dat een lichtprikkel word omgezet in een impuls. Als laatste heb je beeldvorming wat er voor zorgt dat je bewust hetgene ziet waar je naar kijkt. De hersens stellen herkenbare beelden samen.(4)
Normaalwaarden Met je ogen kun je beelden, kleur en diepte zien.
Veel voorkomende oorzaken van verstoring van de functie Als je geen beelden kunt zien dan ben je blind of heb je een ziekten die blindheid kan veroorzaken. Een van die ziekte is glaucoom waarbij er een verhoogde druk in de oogbol is en dit kan leiden tot blinde vlekken en zelfs blindheid. Als je geen diepte kunt waarnemen dan ben je of bijziend of verziend. Om dit te compenseren moet je bril of lenzen dragen. Als je geen kleur kunt waarnemen ben je kleurenblind. Rood-groen kleurenblindheid komt alleen bij mannen voor omdat het gen op de X chromosoom ligt en recessief overerft. (18)
Lichamelijke belemmeringen Bij blindheid mis je een van je zintuigen. Hierdoor kun je bv tegen dingen aanbotsten.
Psychische belemmering Bij een bril ben je anders dan andere. Je kunt hierdoor onzeker worden over jezelf. Je kunt bij een bril ook kiezen voor lenzen. Vooral als je blind bent dan ben je anders dan andere en je zult je hele leven blind blijven.
Sociale belemmering Bij een bril is de sociale belemmering vooral dat je er onzeker van kan worden of zelfs om gepest kan worden. Bij blindheid is het moeilijk om sociale contacten te maken omdat je mensen niet kunt aankijken.
17
Twee anamnese vragen Wat ziet u als u iets van veraf wilt bekijken bv schoolbord lezen? Wat ziet u als u iets van dichtbij wilt bekijken bv lezen?
18
Rollen- en relatie patroon: stembanden Motivatie van het onderwerp De reden dat ik het onderwerp stembanden kies bij dit fgp omdat de stem erg belangrijk is in het communiceren met de mensen in onze omgeving. Als de stembanden niet goed functioneren, kunnen we niet goed communiceren en is het moeilijk om te blijven praten met je familie. Zonder communicatie kun je niks veranderen aan de rollen en relaties die je hebt in je leven en dat kan leiden tot irritatie binnen een groep, althans dat is de ervaring die ik met de stem heb en ik ben benieuwd of dat ook echt zo is.
Op welke wijze dragen de stembanden bij aan het gezond functioneren van de mens Door de stembanden kunnen wij praten met andere mensen. We kunnen aangeven hoe we ons voelen en het zorg voor sociale interactie. Doormiddel van praten kunnen mensen hun hart luchten en kunnen ze aangeven wat er niet goed is.
De atomische en fysiologische bouw De stembanden zitten tussen de stelkraakbeentjes en het schildkraakbeen. De ware stembanden zijn een spierplooi die bestaan uit dwarsgestreept spierweefsel en ze zijn bedekt met plaveiselepitheel. M. vocalis is het spierweefsel dat onze stembanden beweegt. Er zit een opening tussen de stembanden en deze noemen we de stemspleet. De twee functies van de stembanden zijn het afsluiten van de luchtweg door de stemspleet en ze brengen geluid voort doordat ze in trilling worden gebracht. Boven aan de ware stembanden bevinden zich de valse stembanden, deze heten zo omdat ze geen geluid voortbrengen. De valse stembanden zijn plooien van bindweefsel bedekt met plaveiselepitheel en hier zitten veel klieren in. De valse stembanden houden de ware stembanden vochtig zo blijven ze soepel. (4)
Normaalwaarden Bij het normaal functioneren van de stembanden kun je jezelf goed hoorbaar maken.
19
Veel voorkomende oorzaken van verstoring van de stembanden De stem kan belemmerd worden door heesheid, pijn bij het slikken en/of praten of zingen, prikkelgevoel, hoorbare inademing, hoesten en door een virale of een bacteriële infectie. Ook door poliepen op de stembanden kan het praten belemmerd worden. (14)
Lichamelijke belemmeringen Als je niet kunt praten, kun je niet aangeven of het goed of slecht met je gaat.
Psychische belemmering Als je niet kan zeggen wat je dwars zit kun je je daar erg eenzaam door voelen en het gevoel hebben niet gehoord te kunnen worden. Natuurlijk heb je de gebaren taal, wat nog goed te leren is als je kan horen.
Sociale belemmering Als je stembanden niet werken kun je niet praten met je vrienden als je daar zin in hebt. Als je veel moet bellen op je werk is dat ook niet meer mogelijk en buiten dat feit om zijn er mensen die zingen voor hun beroep. Deze mensen kunnen voor lange tijd of helemaal niet meer hun werk uitvoeren. Hierdoor moeten ze ander werk vinden.
Anamnese vragen Kunt u goed communiceren met uw familieleden? Doet het pijn om te praten?
20
Seksualiteits- en voorplantingspatroon: Seksuele functioneren van de vrouw Motivatie van het onderwerp Ik kies voor het seksueel functioneren van de vrouw omdat ik dat heel interessant vind. Ik wil graag weten hoe belangrijk de rol van seks is in ons leven en wat het met ons doet als we het niet hebben.
Op welke wijze draagt seks bij aan het gezond functioneren van de mens Wanneer we seks hebben waar we ons prettig bij voelen maken we het gelukshormoon endorfine aan wat zorgt voor een gelukzalig gevoel en vrouwen maken ook nog eens extra oestrogeen aan wat goed is voor huid en haar. Maar seks is ook goed voor de spieren en vallen we er van af. Er komt het mannelijke hormoon testosteron vrij wat onze botten en spieren verstevigt. Seks kan zelfs als pijnstiller functioneren want we maken tijdens seks het hormoon ocytocin vrij wat een pijnstillende werking heeft. En het neemt onze stress weg. (7)
De anatomische en de fysiologische structuur De vrouw heeft verschillende geslachtsorganen en ze liggen zowel inwendig als uitwendig. De uitwendige geslachtsorganen liggen in de schaamstreek en deze duiden we aan met de term vulva. De vulva bestaat uit de grote en de kleine schaamlippen, de venusheuvel, de kittelaar en het voorhof. De inwendige geslachtsorganen bevinden zich in het kleine bekken en bestaat uit de eierstokken, de eileiders, de baarmoeder en de schede. De grote schaamlippen zijn twee huidplooien en ze komen aan de voorkant samen en gaan daar over in de venusheuvel. De grote schaamlippen en de venusheuvel zijn dicht behaard. De kleine schaamlippen zijn onbehaarde huidplooien en liggen onder de grote schaamlippen. Ze sluiten het voorhof (de ruimte binnen de kleine schaamlippen) af, in het voorhof monden de vagina en de urethra uit. Dicht bij de vaginale opening monden de klieren van Bartholin uit, deze scheiden bij een seksuele prikkel slijm uit. Op de plaats waar de kleine schaamlippen samen komen bevind zich de clitoris. De eierstokken liggen links en rechts tegen de rand van het kleine bekken. Ze produceren vrouwelijke geslachtscellen en hormonen, daarom noemen we ze ook wel de vrouwelijke geslachtsklieren. De eileider is een klein buisje dat is opgebouwd uit gladspierweefsel. Het ligt tussen de uterus en de zijwand van het bekken en heeft een trechtervormig uiteinden. De
21
rand van dit trechtervormige uiteinden heeft franjeachtige uitstulpingen waar ze de eicel mee opvangen. De binnenkant van de eileiders is bekleed met trilhaarepitheel. De baarmoeder (uterus) is een gespierd orgaan dat voor en rectum en gedeeltelijk op de blaas licht. Hier sluiten de eileiders op aan. De schede ( vagina) is een kanaal van ongeveer 8 centimeter en het is de verbinding tussen de uterus en de buitenwereld. Dit is het vrouwelijke paringsorgaan. Als de vrouw aan het bevallen is, is dit ook het laatste deel van het baringskanaal. (4)
Normaalwaarde Ons seksueel functioneren is het best wanneer we lekker in ons vel zitten bij de meeste vrouwen is dat rond de ovulatie. Maar bij de vrouw kunnen er veel belemmeringen zijn zoals de menstruatie waardoor ze zich niet goed voelen en geen zin hebben vaak vinden mannen het ook niet hygiënisch. Maar ook een soa zoals hiv kunnen een belemmering zijn, dan kun je geen seks hebben met een ander omdat je deze dan besmet. Of je teveel of te weinig seks hebt verschilt nogal per persoon. Gemiddeld hebben mensen met een relatie 1 tot 3 keer per week seks met elkaar. Voor sommige mensen is dit genoeg voor anderen niet. (8)
Veel voorkomende verstoringen Overmatig alcohol gebruik, roken of andere soorten drugs verstoren het seksueel functioneren. Een hele vervelende belemmering is de depressie, dan heeft de vrouw veel minder snel seksuele prikkels waardoor ze helemaal geen zin heeft, het verlangen is veel minder groot. Als een vrouw dan behandeld word tegen deze depressie met antidepressiva kan dit het probleem alleen maar erger maken, je kunt last hebben van libidoverlies wat er voor zorgt dat je alleen maar minder zin krijgt in seks. Gelukkig kan dit behandeld worden met gedragstherapie of medicatie. (8, 16)
Lichamelijke belemmeringen Door vermoeidheid door een ziekte of door medicatie kan het er voor zorgen dat de vrouw helemaal geen behoefte heeft aan seks.
22
Psychische belemmeringen Een laag zelfbeeld kan een belemmering zijn voor het seksleven van een vrouw. Het kan hierdoor moeilijk zijn om jezelf bloot te geven aan iemand anders. Dit kan komen door een handicap of overgewicht. Ook schaamte kan voor belemmeringen zorgen als het als kind al een taboe was om over seks te praten, als dit taboe nooit is over gegaan naar acceptatie kan er schaamte zijn. Maar ook seksueel misbruik wat veel vrouwen overkomt, kan voor belemmeringen zorgen. Dit kan vele jaren duren maar met therapie komen veel vrouwen er uiteindelijk wel weer overheen. (17)
Sociale belemmeringen Wanneer een vrouw bijna geen of helemaal geen gemeenschap heeft kan dit voor frustratie zorgen en niet alleen bij haar maar ook bij de partner. Het kan zelfs voor het opbreken van een relatie zorgen.(8)
Anamnese vragen over het seksueel functioneren Heeft u een bevredigende seksuele relatie? Hoe vaak bent u bevallen?
23
Stressverwerking: Stress Motivatie van het onderwerp Ik heb de functie stress gekozen omdat ik het heel interessant vond en er meer over wou weten. Stress is een heel populair onderwerp in tijdschriften en nieuws. Meestal in de negatieve zin en daarom wil ik graag weten wat stress echt is.
Op welke wijze draagt stress bij aan het gezond functioneren van de mens Stress is een gevoel van spanning die mensen ervaren als ze zich ergens druk over maken of in gevaar zijn. Bij gevaar zijn er 2 manieren van reageren: vechten of vluchten. Stress is tijdelijk (van enkele minuten tot enkele dagen). Het zorgt voor een verhoogd energieniveau en een verhoogde alertheid. Dit wordt veroorzaakt door afgifte van de hormonen adrenaline en noradrenaline. Stress is dus een niet-specifieke reactie van het lichaam op iedere eis die wordt gesteld, de aanpassing van het lichaam op een verstoord evenwicht.(10,11)
De functie van stress Stress zorgt voor een versnelde hartslag, doorbloeding van de spieren en het vrij laten komen van energie via het sympathisch zenuwstelsel. Het zorgt voor een aanpassing aan dreiging op sociaal, emotioneel of fysiek gebied. Ook schijnt er een relatie te zijn tussen een ingrijpende levensgebeurtenis en een verminderde immuunreactie. Dit wetenschapsgebied heet psychoimmunologie. Dit is de link tussen stress en ziekte.(11)
Normaalwaarden De normale stresssituatie is van korte duur, enkele minuten tot enkele dagen.(10)
Veel voorkomende oorzaken van verstoring van de functie Verstoring van deze functie kan komen door elke ingrijpende levensgebeurtenis v.b. overlijden van persoon, liefdesproblemen enzovoort. Als stress te lang aanhoud, word men overspannen (burnout) of krijgt een chronisch stress syndroom(CSS). Een burnout kenmerkt zich door een toestand (of dreiging van) emotionele uitputting naar aanleiding van menselijke communicatie over en weer. CSS kenmerkt zich door een ontregeling van lichaamssystemen die betrokken zijn bij activiteit, stress en ontspanning. Hiernaast heb je stressstoornissen, het
24
acute stressstoornis en posttraumatische stressstoornis. Bij beide stoornissen ben je blootgesteld aan een traumatische gebeurtenis. Het grote verschil tussen de twee is dat bij een PTSS je in continue toestand van waakzaamheid ben en bij een ASS je niet meer een normale reactie heb bij een dreigend gevaar.(11,12,13,22)
Lichamelijke belemmeringen Te veel stress zorgt ervoor dat je snel moe wordt, slecht slaapt en pijnlijke gespannen spieren hebt. Door pijnlijke gespannen spieren wordt bewegen steeds onprettiger.(13)
Psychische belemmeringen Er zijn veel psychische belemmering door te veel stress. Concentratie- en geheugenproblemen en problemen met plannen zorgen ervoor dat het moeilijk wordt om rust te krijgen in je hoofd. Hiernaast word je prikkelbaarder, je barst snel in tranen uit en je hebt last van depressie- en angstklachten. Dit alles zorgt ervoor dat het moeilijker word om rustig te blijven en minder te stressen.(13)
Sociale belemmeringen Sociale belemmeringen zijn vooral gehaast of ongeduldig gedrag en niet meer kunnen stoppen met werken (of datgenen waar de stress vandaan komt). Ook de psychische belemmeringen zorgen er allemaal voor dat je minder prettig ben in de omgang.(13)
Anamnese vragen Wat zorgt bij u voor de meeste stress? Hebt u pijnlijke spieren terwijl u niet sport?
25
Logboek Voedings- en stofwisselingspatronen: Temperatuur Geschreven door: Floor Schellekens & Sanne Terpstra
Activiteitenpatroon: Ademhaling Geschreven door: Floor Schellekens
Seksualiteits- en voorplantingspatroon: Seksuele functioneren van de vrouw Geschreven door: Floor Schellekens
Slaap- en rustpatroon: Slaap Geschreven door: Sanne Terpstra
Stressverwerkingspatroon: Stress Geschreven door: Sanne Terpstra
Cognitie- en waarnemingspatroon: Het oog Geschreven door: Floor Schellekens & Sanne Terpstra
Rollen- en relatie patroon: Stembanden Geschreven door: Floor Schellekens
Uitscheidingspatroon: Dikke darm Geschreven door: Sanne Terpstra
Lay-out Floor Schellekens & Sanne Terpstra
26
Bronnenlijst 1 Sadeva, Hillis, Heller, Berenbaum. Life: the sience of biology. Sinaur Associates. 2009
2 Carpenito-Moyet LJ. Zakboek verpleegkundige diagnosen. Groningen. Noorhoff Uitgevers. 2008.
3 Factoidz. Gezondheid van financiën home inprofment zakelijk beauty travel. 2008. (geraadpleegd op 2011 september 24) http://translate.google.nl/translate?hl=nl&langpair=en|nl&u=http://factoidz.com/why-do-webreathe-oxygen/
4 Grégoire L, Van Straaten-Huygen A, Trompert R. Anatomie en fysiologie van de mens. Utrecht/Zutphen: thiememeulenhoff;2007:193-210
5 Gezondheidsweb. Ademhalingsstoornissen. (Geraadpleegd op 2011 september 25) http://gezondheidsweb.blogspot.com/2009/06/ademhalingsstoornissen.html 6 Kelder A. Jeugd & Astma monitor voor de 21ste eeuw. Enschede. 2007.
7 Infonu. Wat seks met de mens doet. (geraadpleegd op 2011 september 29) http://mens-en-gezondheid.infonu.nl/seksualiteit/39808-wat-seks-met-de-mens-doet.html
8 Slob K. Geslachtshormonen en seksueel functioneren bij de vrouw: een beperkt overzicht. Tijdschrift voor seksuologie 2007;27:70-77.
9 NTR (Teleac), Beter slapen. 2005. http://educatie.ntr.nl/beterslapen/index.jsp?nr=574728 Geraadpleegd: vrijdag 24 september 2011.
27
10 Stichting Burnout, Verschil burnout met..... http://www.burnout.nl/verschilburnoutmet/verschilburnoutmet.htm#c Geraadpleegd: Zondag 9 oktober 2011.
11 Winnubst, J.A.M. Stressbestendigheid vereist: feiten en fabels over stress. Deventer: Kluwer Bedrijfswetenschappen; 1996.
12 Stichting Burnout, Wat is burnout? http://www.burnout.nl/watisburnout/watisburnout.htm Geraadpleegd: Maandag 10 oktober 2011.
13 CSR Centrum, Chronische Stress Syndroom (CSS) http://www.csrcentrum.nl/cms/node/65 Geraadpleegd: Maandag 10 oktober 2011.
14 Universitair ziekenhuis Gent. http://www.uzgent.be/wps/wcm/connect/1de499004f92b8fb931bd7a7d18cf9f4/UZ_A5_Logo pediev3.pdf?MOD=AJPERES&CACHEID=1de499004f92b8fb931bd7a7d18cf9f4 Geraadpleegd: Maandag 12 december 2011.
15 VTV les
16 Link 2 trials, Depressie en seksuele problemen: Te depressief voor seks? http://www.link2trials.nl/depressie-en-seksuele-problemen-te-depressief-voor-seks_blog257.html Geraadpleegd: 18 december 2011.
17 infonu.nl angst voor seks: een vervelende belemmering. http://mens-engezondheid.infonu.nl/seksualiteit/47497-angst-voor-seks-een-vervelende-belemmering.html Geraadpleegd op: 18 december 2011.
18 CMS, Oogheelkunde. http://www.oogartsen.nl/ Geraadpleegd op: 16 december 2011. 20 Hengeveld M W, van Balkom A J L M. Leerboek Psychiatrie. Utrecht: De tijdstroom; 2010
28